Affaire Driehoog
 
 
Aff3H
 
 
B.W. van Daalen
 

Inhoud 

 

“Affaire Driehoog” gaat over een vrijgezel van tegen de dertig, die, na jaren geen verkering gehad te hebben, op een grappige manier een meisje ontmoet.
Ze maken bij hem thuis verder kennis, maar na niet al te lang bekent ze hem iets schokkends.
Hij ziet een mooie toekomst in duigen vallen, maar ze heeft een goede oplossing.
Het is een humoristisch, emotioneel, beetje idealistisch, opvoedkundig én erotisch verhaal, geschreven voor jeugd v.a. ± 13 jaar.


 © B.W. van Daalen
 (Okt. 2003; 1e Herziening Feb. 2008)

Overig werk:
 2 Weken en Daarna
14 Dagen en Daarna (Gekuiste versie van 2 Weken en Daarna)
Affaire Driehoog
Oaseliefde
Muurversiering (3 Delen)
en
De Simone reeks


 
Alle genoemde personen zijn fictief.
Dit verhaal mag, geheel of gedeeltelijk, zonder schriftelijke toestemming van de schrijver, niet gereproduceerd of verspreid worden.
Niet op een ouderwetse manier, ook niet op een moderne manier.
Het mag wel, geheel of gedeeltelijk, doorverteld worden, mits met bronvermelding.

 


Deel 1

 1e Keer. Zaterdag

Het was rustig in de supermarkt. Hij was zijn boodschappen uit het winkelwagentje op de band voor de kassa aan het zetten toen hij wat lekkers rook. Hij keek op en zag dat er een meisje achter, eigenlijk naast hem, was komen staan. Hij draaide zich iets meer naar haar toe en keek haar eens aan. Ze beviel hem wel, ze was waarschijnlijk iets jonger dan hij en zag er leuk uit. Zij keek hem ook aan, rustig, neutraal. Hij haalde waarderend zijn neus op, glimlachte en knikte naar haar. Ze glimlachte en knikte terug. Hij ging verder met zijn boodschappen.
<Zij> ‘Vrijgezel?’
 Hij keek eens naar zijn boodschappen, toen weer naar haar, glimlachend. Ze glimlachte ook, nog steeds, of weer.
<Hij> ‘Dat zou je kunnen concluderen.’
<Zij> ‘En?’
<Hij> ‘Het is ook zo.’
 Hij keek of zíj boodschappen had. Niets te zien. Ze had alleen een pakje sigaretten in haar hand.
<Hij> ‘Je rookt?’
<Zij> ‘Dat zou je kunnen concluderen. Maar, net zoals bij jou, het zou voor iemand anders kunnen zijn.’
<Hij> ‘En?’
<Zij> ‘Het is ook zo.’
<Hij> ‘Ik moet afrekenen. Zullen we zo meteen even verder praten?’
<Zij> ‘Prima.’
 Hij wachtte voorbij de kassa op haar.
<Zij> ‘Buiten?’
<Hij> ‘Prima.’
 Hij ging haar vóór, met het wagentje, liep naar zijn auto, deed de kofferbak open en zette zijn boodschappen in een tas. Zodra hij de laatste boodschappen uit het wagentje gehaald had pakte ze het en liep er mee weg. Hij keek haar verbaasd na. Ze zette het wagentje bij de andere in de rij en kwam terug.
<Hij> ‘Bedankt. Ik rook je in de winkel vóórdat ik je zag. Heerlijk! Wil je nu roken?’
<Zij> ‘Nee, liever niet buiten. Mag ik met je mee? Je vrijgezellenflat of zo bekijken? Daar kunnen we dan roken, en praten.’
 Hij dacht even na. Ze glimlachte een klein beetje. Hij moest haar wel nadoen.
<Hij> ‘Prima. Ik heb een normale flat, geen typische vrijgezellenflat. Eigenlijk te groot voor me. Maar ik was al blij dat ik deze kon krijgen. Ben je met de auto?’
<Zij> ‘Ja, maar ik rijd liever met je mee. Je kunt me hier vast wel terugbrengen.’
<Hij> ‘Ja. Leuk.’
 Hij liet haar instappen. Onderweg zeiden ze niets. Hij kon vóór de deur parkeren, liet haar uitstappen en pakte zijn boodschappen uit de kofferbak. Hij ging haar vóór de flat in, de trappen op, deed driehoog een voordeur van het slot en open. Hij liep naar binnen, naar de keuken.
<Hij> ‘Kijk maar rond. Ik zet de boodschappen even weg.’
 Onder het opruimen zag hij dat ze via de hal van de ene kamer naar de andere liep. Hij vond, toen alles op z’n plek stond, haar in de woonkamer, ze stond naar buiten te kijken.
<Zij> ‘Mooi uitzicht. Maar binnen is het een rommeltje. Al die papieren op de eettafel. Die tafel en dat zitje staan ook niet helemaal goed, dat kan beter. Met een béétje moeite zou het zo opgeruimd en beter ingericht zijn.’
<Hij> ‘Opruimen is geen hobby van me. Ik weet alles te liggen, je kent dat vast wel. En van inrichten heb ik geen verstand.’
<Zij> ‘Ik wel. Zal ik een keer komen om wat op te ruimen en het goed in te richten? Mag ik trouwens gaan zitten?’
<Hij> ‘Sorry, natuurlijk.’
 Ze ging niet in één van de leunstoelen zitten, zoals hij verwachtte, maar op de bank, aan een zijkant. Na even aarzelen ging hij aan de andere kant zitten.
<Hij> ‘Ik zou het leuk vinden om je nog eens te zien. En fijn als je wat opruimde en zo, eh . . . ’
<Zij> ‘Als je me lief vindt, mag je me liefje noemen. Dat doe ik dan bij jou ook.’
<Hij> ‘Zover ben ik nog niet. Ik ken je nét. We praten wel leuk met elkaar, hè?’
<Zij> ‘Ik vond het zó mooi, in de winkel, dat gebeurt me nooit.’
<Hij> ‘Dat kan ik me niet voorstellen. Met jouw uiterlijk moet je toch aardig wat belangstelling trekken?’
<Zij> ‘Dank je. Ja, belangstelling wel, maar een fatsoenlijk gesprek is er zelden bij.’
<Hij> ‘Doodzonde. Ik zou wel dágen met je kunnen praten, je ruikt ook zo verrekte lekker.’
<Zij> ‘Nou, weer bedankt. Ik zag, dat je schrok van jezelf. Dat hoeft niet hoor, ik word niet zo gauw . . . boos of zo. Nu eerst even roken.’
 Ze maakte het pakje sigaretten, wat ze nog steeds in haar hand had, open en haalde er een sigaret uit. Hij gaf haar vuur en stak zelf ook een sigaret op.
<Hij> ‘Ik wil jou ook bedanken. Ik spreek niet zo makkelijk meisjes aan. Ja, ik vind je een meisje. Als ik vrouw denk, denk ik aan één die een stuk ouder is dan ik. Dat ben je niet, ik denk wat jonger.’
<Zij> ‘Dat klopt denk ik wel, blijf dat maar denken.’
<Hij> ‘O. Alweer. . . . Over dat aanspreken, jij begon wel, maar ik had geen enkele moeite om er op in te gaan. Het ging vanzelf. Dat heb ik nog nooit gehad. Je bent ook zo rustig.’
<Zij> ‘Jíj begon eigenlijk. Je zei, dat je me lekker vond ruiken. Weliswaar zonder woorden, je snoof, je knikte, je glimlachte. De uitwerking was hetzelfde. Of erger.’
<Hij> ‘Ja, zo kan je het ook bekijken. Goed voor je eigenwaarde. O, sorry.’
<Zij> ‘Zeur niet zo, met je sorry. Je hebt trouwens gelijk, je weet wel iets van meisjes. Maar niet van mij. Ik zal je wat uitleggen. Ik zei al, ik word niet zo gauw boos of zo. Je kan alles tegen me zeggen of aan me vragen. Alleen geef ik niet altijd antwoord. Ik zeg niet hoe ik heet, hoe oud ik ben, waar ik woon, burgerlijke staat en zo. Dan schud ik mijn hoofd, of zeg nee. Als je dan doorvraagt kan ik niet langer blijven, of terugkomen. Je wilt toch wel dat ik nu nog wat blijf? En dat ik nog eens, of vaker, terugkom, om wat te helpen met je inrichting? Of voor de gezelligheid?’
<Hij> ‘Ja, graag, alsjeblieft. Heel gezellig.’
<Zij> ‘Fijn. Ik wil ook graag. Ik begin je al aardig te vinden. Jij mij ook wel iets, zie ik, maar je bent ook een beetje benauwd. Als je niet doorvraagt als ik iets niet wil zeggen, is er niets aan de hand. Het went vanzelf. Wil je me wel iets beloven? Je moet niet op een andere manier proberen erachter te komen wie ik ben, enzovoort. Ik weet nog niet hoe slim je bent, ik denk wel aardig, je zou bijvoorbeeld, als je me naar mijn auto brengt, het nummerbord kunnen noteren, en er zo achterkomen. Beloof je, dat je het op geen enkele manier zal proberen?’
<Hij> ‘Ja, dat beloof ik.’
<Zij> ‘Dat klinkt plechtig. Dank je wel. Je bent natuurlijk nog steeds verbaasd, maar ook opgelucht, hè?’
<Hij> ‘Ja, je hebt me aardig door. Ik denk, dat ik er wel aan kan wennen dat je wat geheimzinnig wilt blijven. Je zal er je redenen wel voor hebben. Ik vraag er niet naar. Uit jezelf kan je natuurlijk altijd vertellen wat je kwijt wilt. O.K.?’
<Zij> ‘Ja. Nou, de stand van zaken is, je bent niet te nieuwsgierig, en ik kom nog eens vaker. Fijn. Vinden we elkaar al een beetje lief?’
<Hij> ‘Daar heb ik nog niet genoeg tijd voor gehad, zeg, dit laatste was te serieus. Ik zit in het stadium van erg aardig.’
<Zij> ‘Nou, je bent wel eerlijk. Dat mag ik wel. Ik was ook zo ongeveer in dat stadium. Ik ga nu een stapje omhoog, ik vind je nu een klein beetje lief. Goed?’
<Hij> ‘Prima. O, wat leuk, joh. Ik zou, denk ik, nog lang met je kunnen praten, maar ik hoor je eerst te vragen of je iets wilt doen, of drinken, of eten?’
<Zij> ‘Wat drinken. Jouw lijfdrank en de mijne. Ik zag zes dezelfde flessen in de keuken staan.’
<Hij> ‘Zo. Dus ook aardig slim. En erg aardig. Wat gaat dat snel. Waar moet dat naar toe?’
<Zij> ‘Als het me teveel wordt verdwijn ik een tijdje. Doe dus maar rustig aan.’
<Hij> ‘Ik haal rustig wat drinken. Je kan doorpraten als je wilt, ik hoor je in de keuken ook.’
 Hij stond op en liep naar de keuken.
<Zij> ‘Zeg, klein beetje liefje, kan je, als ik er ben, gewoon doen wat je altijd doet? En mij mijn gang laten gaan?’
<Hij> ‘Net doen alsof je er niet bent?’
<Zij> ‘Nee, dat ook weer niet. Maar ik houd niet van opzitten en pootjes geven. Als meisje vind ik het natuurlijk prettig als je naar me kijkt. Dat mag je dus ook rustig doen, zolang je je lippen er niet bij aflikt. En wat tegen me praten, als je wilt. Niet te veel, gewoon gezellig. Verder merk je dan wel wat ik bedoel met mijn gang gaan. O.K.?’
 Hij kwam terug uit de keuken, zette de glazen op het salontafeltje en ging weer zitten.
<Hij> ‘Ja. Je bent grappig. Ik vind jou nu ook een klein beetje lief. Goed?’
<Zij> ‘Prima. Wat zou je nu, normaal gesproken, gaan doen?’
<Hij> ‘Wat ik meestal doe als ik niets in het huishouden hoef te doen, of eten koken en zo, en er niets interessant op TV is. Ik ben met een project van mezelf bezig. Op mijn computer. Die staat achter die deur, in een ingebouwde kast, deur dicht, troep onzichtbaar. Op mijn werk wordt een computerprogramma gebruikt wat me niet bevalt. Ik ben dat aan het doorspitten en verbeteren. Op mijn werk heb ik daar geen tijd voor, en het is er te druk. Hier kan ik er rustig aan werken. Ik zie het niet als werk, maar als hobby. Ik vind puzzelen leuk, vooral als het wat op kan leveren. In dit geval, ik er misschien voordeel van kan hebben bij mijn werk. Ik weet het eigenlijk al wel zeker, terwijl ik het nog lang niet af heb.’
<Zij> ‘Een computerprogramma verbeteren?’
<Hij> ‘Een tijd geleden is er een fout in ontdekt. We kregen een instructie hoe we er omheen moesten werken. Dat beviel me niet. Ik heb het programma op mijn computer hier gezet en ben naar de fout gaan zoeken. Ik weet nu hoe ik die er uit moet halen. Maar ik ben meer fouten tegengekomen.’
<Zij> ‘Hoe vind je die?’
<Hij> ‘Ik laat het programma niet draaien, ik start het niet op, ik kijk naar de programmacode. Hoe de instructies voor de computer geschreven zijn. Een voorbeeld. Als er om een leeftijd gevraagd wordt, moet het na het intikken gecontroleerd worden. Oud is wel leuk, maar geen getal, daarmee kan niet gerekend worden. Negatieve getallen zijn natuurlijk ook niet goed. Boven de honderdtwintig ook niet. Er gebeurt in een programma veel meer dan de gebruikers denken.’
<Zij> ‘Tja. Hoe kunnen er fouten in zitten? Wie heeft dat gedaan? En waarom zorgt die er niet voor?’
<Hij> ‘Programma’s gaan in het bedrijfsleven heel lang mee. In het begin worden fouten die ontdekt worden er door de leverancier van het programma uitgehaald. Maar als het een tijd zonder problemen draait niet meer. De programmeurs van dat programma zijn aan een volgend programma gaan werken. Als ze zich weer zouden moeten verdiepen in dat oude programma zou het erg duur worden. De gebruiker van het programma sluit meestal een verzekering af tegen schade door het programma. Dat is goedkoper. Zo gaat dat.’
<Zij> ‘Tja. Meerdere programmeurs voor één programma?’
<Hij> ‘Één programmeur begint eraan. Maar het wordt vaak steeds groter, er gaan dan meer mensen aan werken, ieder een stuk. Hoe groter het wordt, hoe meer kans er is dat er een foutje insluipt. Één cijfertje verkeerd is al fout. Tijdens proefdraaien wordt er vaak niet aan alle mogelijkheden gedacht die zich voor kunnen doen. Dan blijven er fouten in zitten die soms pas na jaren problemen op kunnen leveren.’
<Zij> ‘Wat kan het jou opleveren?’
<Hij> ‘Een percentage van de schade die geleden zou kunnen worden. Ik denk dat de verzekeringsmaatschappij die graag wil betalen.’
<Zij> ‘Nou, ga dan maar lekker puzzelen.’
<Hij> ‘Wat ga jij doen?’
<Zij> ‘Wat ik gezegd heb, ik ga mijn eigen gang. Ik probeer je niet te storen, anders zeg je het maar.’
 Hij begon met z’n hobby, maar hield tussendoor in de gaten wat ze deed. Ze pakte de TV-gids van het salontafeltje, zocht een bladzij op en ging met een vinger langs de programma’s. Kennelijk was er niets interessants bij, want ze legde de gids weer terug. Ze stond op en liep zachtjes naar de boekenkast. Het stoorde hem niet erg, hij vond het wel leuk haar te zien bewegen, rustig, soepel. En het rook nu zo lekker in de kamer, naar haar. Ze bekeek de boeken een tijd, pakte er één uit en ging op de bank zitten lezen. Toen ze een keer gelijk naar elkaar keken kon hij het niet laten om zijn neus op te halen, naar haar te glimlachen en te knikken. Ze glimlachte ook, knikte terug.
<Zij> ‘Ja, ik weet het, snuiver. Verder alles in orde?’
<Hij> ‘Ja, fijn. Je stoort me niet. Ik moet er een hoop bij denken, en dan zit ik ook altijd wat rond te kijken. Wat ik nu zie is prettiger.’
<Zij> ‘Mooi. Ga maar door.’
 Vóór hij het wist was er een uur voorbij.
<Hij> ‘Normaal begin ik rond deze tijd met het eten. Blijf je mee-eten?’
<Zij> ‘Een andere keer graag. Kan je me naar mijn auto brengen? O, mag ik je telefoonnummer? Dan kan ik bellen of je thuis bent, als ik wil komen.’
 Hij gaf haar zijn nummer. Hij reed haar naar de parkeerplaats bij de supermarkt. Er stonden nog aardig wat auto’s. Ze stapte snel uit en boog zich in de deuropening naar hem toe.
<Zij> ‘Rijd maar weg, dan kom je ook niet in de verleiding om naar mijn nummerbord te kijken. Tot ziens, beetje liefje.’
 Ze deed de deur snel dicht, vóór hij wat kon zeggen. Hij reed maar terug naar huis. Het was er leeg. Maar het rook er heerlijk.

 2e Keer. Zondag

 Ze belde rond de middag.
<Zij> ‘Met je lekkere ruikertje. Je hebt gisteren een bloemkooltje gekocht.’
<Hij> ‘Ja, die is voor vandaag bestemd.’
<Zij> ‘Die is groot genoeg voor twee. Zal ik hem komen schoonmaken en helpen opeten?’
<Hij> ‘Dat zou ik heel fijn vinden.’
<Zij> ‘Prima. Zet je koffie? Ik ben er met een minuut of twintig. Goed?’
<Hij> ‘Prima.’
 Na een minuut of twintig ging de deurbel. Hij deed de deur open. Ze glimlachte naar hem. Hij kon het weer niet laten om even zijn neus op te halen. Hij glimlachte naar haar en ging opzij om haar binnen te laten. Ze liep niet vér door, ze stopte vlak vóór hem.
<Zij> ‘Ik heb wat minder opgedaan, voor binnen. Niet te weinig?’
<Hij> ‘Zo’n gevoelige neus heb ik nou ook weer niet. Ik ruik geen verschil. Nog steeds heel erg prettig.’
<Zij> ‘Mooi.’
 Ze liep naar de kamer. Ze stopte toen ze een paar passen binnen was.
<Zij> ‘Je had wel eens mogen luchten, vrijgezel, het is nogal rokerig.’
<Hij> ‘Normaal doe ik dat ook. Maar omdat het vanmorgen zo lekker naar jou rook heb ik het expres niet gedaan. Ik wist niet dat je vandaag zou komen. Aan de sigarettenrook ben ik gewend. Ik zet even wat open.’
<Zij> ‘O. . . . Wil je een flesje van mijn spul?’
<Hij> ‘Nee, dat ruikt niet hetzelfde, dat weet ik van parfum. Pas bij jou wordt het lekker.’
<Zij> ‘Ja, ik weet het, slimmerd. Koffie, alsjeblieft.’
<Hij> ‘Is net klaar. Ik haal het.’
Ze dronken rustig op de bank de koffie op. Keken een beetje naar elkaar, zeiden even niets.
<Hij> ‘Mag ik het nog een keer over je parfum hebben? Ik vind het zó bijzonder. Hoe heet het?’
<Zij> ‘Het heeft geen naam. Ik heb nog niets kunnen verzinnen. Het is eigenlijk geen parfum, het wordt speciaal voor mij gemaakt. Er zit parfum in, maar ook eau de cologne en deodorant. Nog meer, maar dat weet ik niet, fabrieksgeheim. Pas na een keer of tien vond ik het goed.’
<Hij> ‘Duur zeker?’
<Zij> ‘De eerste keer waarschijnlijk wel, ik weet het niet, het was een cadeau. Nu niet meer zo duur, het recept is bekend. Ik doe het ook niet altijd op, het ligt aan mijn bui. Ik wil niet altijd geroken worden. Want het trekt aandacht. Wel altijd positief. Bij jou ook.’
<Hij> ‘Nog steeds. Zeg, wat voor opleiding heb je gehad?’
<Zij> ‘Waarom wil je dat weten?’
<Hij> ‘Om prettig met iemand te kunnen praten wil ik graag zijn niveau een beetje weten. Om het goed uit te leggen, tegen kinderen praat je ook afhankelijk van hun leeftijd.’
<Zij> ‘Dat is een goede reden. Middelbaar, en nog wat.’
<Hij> ‘Ik ook. Ook nog wat.’
<Zij> ‘Hebben we allebei nog wat.’
<Hij> ‘Hebben we samen ook wat?’
<Zij> ‘Honger?’
<Hij> ‘Zoiets bedoel ik niet.’
<Zij> ‘Grapje. Moet het een naam hebben, dat ik hier soms ben?’
<Hij> ‘Nee, niet persé. Maar ik wilde er een beetje over praten. Ik ben nog steeds zo verbaasd.’
<Zij> ‘Nou, neem alles maar zoals het komt.’
<Hij> ‘Categorie niet doorvragen?’
<Zij> ‘Ja. Je leert het al.’
<Hij> ‘Nou, een beetje overdreven, dit is de eerste keer. Het zal nóg wel een paar keer gebeuren, vóór ik genoeg geleerd heb.’
<Zij> ‘Dat geeft niet. Je mag vragen, alleen niet doorvragen. Het lukt wel. Je doet je best, meer verlang ik ook niet. Je hebt een . . . aparte manier van omgaan met me. Ben je veel met meisjes omgegaan?’
<Hij> ‘. . . Redelijk.’
<Zij> ‘O, ik raak zo te horen een gevoelige snaar. Misschien slechte ervaringen achter de rug?’
<Hij> ‘Ik heb er nooit met iemand over gesproken, maar jij bent zo . . . apart, dat ik je wel wat wil vertellen. Goede en slechte ervaringen. Nee, eigenlijk alleen goede, soms kort, soms lang. Ik heb vanaf ongeveer m’n elfde, precies weet ik het niet, meerdere verkeringen gehad. Zo gaat dat als je jong bent. En af en toe liefdesverdriet overkomt ook bijna iedereen. Daarmee wordt zoiets geen slechte ervaring, vind ik. De laatste . . . verkering heeft heel lang geduurd. Járen. Een heel speciale verhouding. Af en toe een tijd áán, dan weer een tijd uit, als ze het weer verder niet zag zitten. Tussendoor hadden we, allebei, soms een tijdje een ander. Als ik niets had, en ik hoorde dat zij ook niets had, zocht ik haar op, dan raakte het weer aan, voor korter of langer. Tot ze er definitief een eind aan maakte. Ze wist eigenlijk ook niet precies waarom, zei ze, maar ze voelde dat ze het moest doen. Ze vroeg toen, voor het eerst in al die jaren, of ik haar wilde beloven haar nooit meer op te zoeken. Ik kon haar dat niet weigeren, niets trouwens, zelfs dat niet. Ik heb mijn woord gehouden, dat vond ik een erezaak, ze was ook altijd heel eerlijk tegen me. Ik heb haar dus nooit meer opgezocht. Zij mij ook niet. Ik heb nooit meer iets van haar gehoord. Ik heb direct daarna natuurlijk een rottijd gehad, maar wat er overgebleven is, zijn heel mooie herinneringen. Als het áán was, dan was het geweldig. Ze was zóóóó lief.’
<Zij> ‘Tja. Daarna nooit meer wat leuks tegengekomen?’
<Hij> ‘Ik dacht het een paar keer. Mis, nooit wat geworden. Dat is niet de schuld van die vorige, ik heb nooit vergeleken, dat gaat niet, alle meisjes zijn anders. Ook nooit gedacht, deze past niet zo goed bij me als de vorige, nee, ze pasten gewoon niet bij me, punt. Of ze vonden dat ik niet bij hun paste. Ik ben eigenlijk, sinds mijn vorige verkering, pas gisteren wat écht leuks tegengekomen.’
<Zij> ‘O. . . . Dank je wel. . . . Wat was je aan het doen?’
<Hij> ‘Eh . . . Ik was wat aan het opruimen en wilde de was gaan doen.’
<Zij> ‘Vind je dat leuk?’
<Hij> ‘Nee. Het in de wasmachine en de droger stoppen gaat nog, maar ik heb de pest aan opvouwen.’
<Zij> ‘Als je me even alles uitlegt doe ik het wel, ik heb er geen hekel aan. Kan jij gaan hobbyen of zo.’
<Hij> ‘Nou, graag.’
 Hij legde haar de wasmachine en de droger uit, en hoe hij de was deed.
<Zij> ‘Goed. Wegwezen.’
 Hij aarzelde even, ging toen maar naar zijn hobby. Na een tijdje kwam ze de kamer in, keek eerst weer in de TV-gids, pakte toen haar boek uit de kast en ging weer zitten lezen. Na een kwartiertje stond ze zachtjes op en kwam naast hem staan. Hij keek naar haar op.
<Zij> ‘Nog koffie?’
<Hij> ‘Graag. Er is nog, ik had dubbel gezet.’
 Ze liep weg met de kopjes, kwam na even terug en zette ze weer op tafel. Hij aarzelde even.
<Hij> ‘Normaal drink ik het hier op.’
<Zij> ‘Dat moet je niet doen, je kan op je toetsenbord morsen. Je moet daar ook niet roken, je moet af en toe ook bewegen, en pauzeren. Kom maar bij me zitten.’
 Dat deed hij. Weer zwijgend. Zij ook. Tot de koffie op was.
<Zij> ‘Is het goed dat ik de was, als die klaar is, in de kast op je slaapkamer leg? Ik vind de weg wel.’
<Hij> ‘Nou, graag. Alleen de theedoeken en de keukenhanddoeken in een la in de keuken, alsjeblieft. Maar kan ik wat voor jou doen?’
<Zij> ‘Ja, gewoon je gang gaan.’
<Hij> ‘Waarom doe je dit? Je wilt straks ook nog gaan koken.’
<Zij> ‘Ik ben een verzorgend typje. Jij vindt het fijn verzorgd te worden. Cirkel gesloten.’
<Hij> ‘Nee, het is méér dan verzorgen, dat weet je ook wel. Ik vind het inderdaad fijn. Plus, ik vind het lief van je. En plus, ik kijk graag naar je. Meer weet ik zo gauw niet.’
<Zij> ‘Ja, het is meer. Ga aan je hobby, ik ga naar de keuken, voor de was en het eten voorbereiden.’
 Ze verdween richting keuken. Hij ging weer aan het puzzelen. Het ging heel goed, nu hij van een paar rotklusjes af was. Dat vertelde hij haar ook, toen ze tussen haar bezigheden door weer even in de kamer zat.
<Zij> ‘Fijn. Dan kom ik wat vaker, als ik mag. Ik ben ook nog niet aan opruimen toegekomen. Ik vertel je even iets over mezelf. Niet doorvragen. Ik heb te weinig te doen. Maar ik wil me nergens aan binden, geen vaste werktijden, geen sleur. Ik wil vrij zijn, zo veel mogelijk doen waar ik zin in heb. Doordat ik lekker ruik ben ik hier terechtgekomen. Ik kan hier wat doen, maar ik hoef niet. Geen vaste werktijden, ik denk dat ik kan komen en gaan wanneer ik wil. Ik help je, bij je hobby. Ik vermaak je, je zit steeds te glimlachen. Jij helpt mij, want ik kan wat doen. Jij vermaakt mij, ik vind het ook leuk naar jou te kijken, en we praten leuk. Genoeg. Hobbyen.’
 Ze verdween weer. Af en toe kwam ze weer wat lezen. Ze bracht hem zijn frisdrank, hield steeds zijn glas vol. Ze legde ook zijn papieren van de eettafel in keurige stapeltjes op de salontafel. Toen hij een keer wat langer naar haar keek en zij dat merkte stopte ze er even mee.
<Zij> ‘Je papieren moet je zelf verder een keer opruimen. Anders kan je ze niet meer snel vinden. In de boekenkast is nog plaats. Koop wat ordners of zo.’
<Hij> ‘Dank je. Je hebt gelijk. Het meeste blijft te lang liggen voor ik het opruim.’
 Ze gingen weer verder. Toen hij een keer van de badkamer terugkwam wachtte hij in de kamer tot ze hem aankeek.
<Hij> ‘Je hebt de badkamer opgeruimd. Ik heb het bestudeerd. Alles een logische plek gegeven, mijn scheergerij en zo. Ik ben er vaak aan begonnen, maar steeds, ook bij andere dingen, schiet me dan wat te binnen voor mijn programma. Maak ik het weer niet af. Daarom is het hier zo’n zootje. Dank je wel.’
<Zij> ‘Goed, joh. Ik vind het leuk. Af en toe ergens wat opruimen. Waar ik dan zin in heb. Een bepaald stuk hoeft niet in één keer af. Ik bekijk het af en toe, denk hoe het voor jou het handigste is. Ik ben blij dat het in de badkamer gelukt is. Durf ik rustig verder te gaan. Is er iets waar ik niet aan of in mag komen? Ik wil je beddengoed ook verschonen. Mag dat? Dat doe je natuurlijk ook te weinig.’
<Hij> ‘Ja, ik stel het vaak uit. Ik doe liever leuke dingen. Je mag overal inen aankomen. Je mag rustig vragen hoe ik iets wil, maar ik denk dat het niet nodig is, als ik denk hoe je het in de badkamer gedaan hebt.’
<Zij> ‘Je hebt ook niet zoveel spullen. Eigenlijk alleen maar noodzakelijke. Geen luxe. Ik ga verder.’
 Ze dekte stukje bij beetje de eettafel. Ze had zelfs een tafelkleed gevonden waarvan hij geeneens meer wist dat hij het had. Dat vertelde hij haar ook.
<Zij> ‘Dat kan ik me voorstellen. Het lag onder het beddengoed. Ik ben zo brutaal geweest je linnenkast te bestuderen. En op te ruimen. Je maakt keurige stapeltjes, al is het meeste niet op de goede manier opgevouwen. Maar je moet een gewoonte veranderen. Na de was moet je het gewassen spul onderop het stapeltje leggen. Niet bovenop, je moet alles rouleren. Dan had je ook je tafelkleed gevonden. Misschien kom je dan nog meer dingen tegen.’
<Hij> ‘Daar ben ik nooit opgekomen. Alweer bedankt. Mag ik al kijken hoe je de linnenkast opgeruimd hebt?’
<Zij> ‘Ja hoor.’
 Ze liepen naar de slaapkamer. Hij zette alle kastdeuren open en keek een tijdje.
<Hij> ‘Nou, ik dacht dat ik redelijk nette stapeltjes maakte. Dus niet, dít is pas netjes. Dat komt natuurlijk ook door het op de goede manier opvouwen. En alles bij elkaar wat bij elkaar hoort. Ik deed maar wat. Dank je wel.’
<Zij> ‘Ik vind het leuk, voor een keer. Zo gebeurd. Ik snap ook wel dat jij zoiets niet vol kan houden, het huishouden interesseert je niet. Niet erg hoor.’
<Hij> ‘Liefje . . . O.’
<Zij> ‘Schrok je weer van jezelf? Liefje, ga door.’
<Hij> ‘Straks, in de woonkamer. Ik moet even bijkomen.’
 Ze liepen weer terug naar de woonkamer. Ze ging op de bank zitten en wees naast zich. Hij aarzelde, ging toch maar naast haar zitten.
<Zij> ‘Bijgekomen?’
<Hij> ‘Niet helemaal. Ik schrok inderdaad van mezelf. Dat ik je liefje noemde.’
<Zij> ‘Daar is toch niets mis mee?’
<Hij> ‘Eigenlijk niet. Maar ik schrok ook, om wat ik je eigenlijk wilde vragen.’
<Zij> ‘Wat dan? Ik heb wel een vermoeden. Ik zag hoe je erbij keek.’
<Hij> ‘Hoe dan?’
<Zij> ‘Heel dankbaar. Vraag het maar rustig.’
<Hij> ‘Of ik, omdat je zo lief voor me opgeruimd had, je een kusje mocht geven?’
<Zij> ‘Had ik het goed geraden. Daarom wel. Doe maar.’
 Ze ging rechtop zitten, draaide zich iets meer naar hem toe en keek hem recht aan. Hij boog zich naar haar toe, kuste haar voorzichtig, kort, op haar mond, en ging weer iets achterover zitten.
<Zij> ‘O. . . . Nou, dank je wel. U bent een heer. Aan je werk.’
 Na een tijdje zette ze het eten op tafel. Onder het eten zeiden ze niet veel.
<Hij> ‘Het is heel lekker. Beter dan wanneer ik het zelf doe. Maar ja, het interesseert me ook niet zo, als ik het zelf moet doen. Wel iets méér dan het huishouden. . . . Mag ik even brutaal worden?’
<Zij> ‘Probeer maar. Ik vind het fijn, dat je het lekker vindt.’
<Hij> ‘Ja, maar wat ook zo prettig is, is dat het stuk van je wat boven tafel uitsteekt er ook zo lekker uitziet. . . . Boos?’
<Zij> ‘Natuurlijk niet. Ik heb jou ondertussen ook al van boven naar beneden bekeken. Ik vind het nu ook zo geinig, dat ik weet wat voor ondergoed je aanhebt.’
<Hij> ‘Oh. . . . Nou, als je dat leuk vindt, vond ik mezelf niet te brutaal. Het was wel genoeg voor vandaag. Ik ben normaal niet zo vlot. Ik heb je ook al liefje genoemd.’
<Zij> ‘Dat mag je blijven doen. En ik geef je nu één minuut om nog iets meer over mijn uiterlijk te zeggen. Dat vind ik als meisje natuurlijk wel leuk. Daarna wil ik er voorlopig niets meer over horen. Je mag wel naar me blijven kijken. En lief glimlachen. Dan weet ik genoeg. De tijd gaat nu in.’
<Hij> ‘Je hebt, behalve je fraaie . . . borstpartij een leuk koppie, een lekker kontje, en mooie benen, voor zover zichtbaar. En je beweegt zo soepel, sierlijk. Stop de tijd.’
<Zij> ‘Wat? . . . Nog geen tien seconden, denk ik. En alles . . . opgenoemd. Summier, maar wel knap in zo’n korte tijd. En prettig. Praat er nu maar niet meer over. Nou, ik kan goed organiseren, al zeg ik het zelf, jíj hebt ze ook mooi op een rijtje staan, liefje. Oh, je hebt, denk ik, zitten wachten om het te kunnen zeggen, misschien al vanaf de winkel gisteren, ouwe snoepdoos. Nu moet ík bijkomen. Eh, koffie drinken. Hier, of aan de salontafel? De koffie staat al klaar, alleen nog aanzetten.’
<Hij> ‘Jij ruimt hier zo mooi op, ik wil het ook netjes doen. Aan de tafel. We zetten eerst de koffie aan. Terwijl die bezig is mag je me helpen de vaat in de vaatwasser te zetten. Ja, aan afwassen heb ik ook een hekel. De vaatwasser programmeer ik om te draaien als ik weg ben. Dan heb ik geen last van het lawaai.’
 Met z’n tweeën was alles zo opgeruimd. Ze was handig.
<Zij> ‘Ik wil de keuken ook opruimen. Daarna ligt alles wat je nodig hebt vlakbij waar je staat. Ik moest me nu rotlopen. Wat zijn je werktijden? Dan weet ik wanneer je thuis bent.’
<Hij> ‘Normaal ga ik om acht uur weg en ben om vijf uur thuis. Zaterdags doe ik alle boodschappen, je weet waar.’
<Zij> ‘Ja. Ik kom daar normaal nooit. Ik was wat aan het rondrijden, toen waren mijn sigaretten op. En daarna mijn verveling over.’
<Hij> ‘Kan je zien waar roken goed voor is. Je rookt gelukkig maar weinig. Dat probeer ik ook. Zeg, als je verder hier in huis wat doen wilt, dan vraag je er maar rustig om.’
 Na de koffie stond ze plotseling op, gaf hem een kusje zoals hij er haar één gegeven had, duwde hem achterover op de bank en was verdwenen vóór hij op kon staan.

 3e Keer. Dinsdagavond

 Toen hij om vijf uur thuis kwam zat ze boven voor de deur, met een boodschappentas.
<Hij> ‘Oh, fijn. Zit je al lang te wachten?’
 Hij hielp haar overeind.
<Zij> ‘Dank je. Nee. Ik nam aan, dat als je vijf uur zei, het er wel niet veel naast zou zitten. Klopt dus.’
 Binnen gaf ze hem een kusje.
<Zij> ‘Jouw eerste korte kusje was . . . prettig. De mijne voor jou ook, denk ik. Maar niet te vaak, liefje, ik wil er niet verslaafd aan raken.’
 Ze liep door naar de keuken.
<Zij> ‘Ik zie niets klaar staan. Mooi, doe ik wat ik wil. Ik heb ook wat meegebracht, wat ik lekker en makkelijk vind natuurlijk. Doperwtjes. O.K.?’
0<Hij> ‘Prima. Je verbaast me weer.’
<Zij> ‘Geniet er maar van. Ga maar doen wat je leuk vindt. Buiten de keuken.’
 Hij ging gauw hobbyen, hij had de hele dag al iets in zijn hoofd voor een bepaalde fout, die wat lastig op te lossen was. Het eten was eenvoudig, en lekker. Na het opruimen wilde hij onder het koffiedrinken even TV-kijken. Ze vond het prima, keek mee. Ze bleef rustig naast hem zitten toen hij uitgekeken was en de TV uitzette. Hij draaide zich wat naar haar toe.
<Hij> ‘Je straalt zo’n rust uit. Ik vind het prettig als je er bent, wat ik ook doe, en wat jij ook doet. Als je er niet bent, en ik kijk rond, moet ik even snuiven om werkelijk te geloven dat je geweest bent. En nog een paar keer komt.’
<Zij> ‘Als jij niet zo rustig was, met je rustige glimlach steeds, kon ik ook niet rustig zijn. Liefje, je zit te vissen wanneer ik weer kom. Dat weet ik niet altijd ver vooruit. Toevallig wel zaterdag. Mag ik dan je keuken opruimen?’
<Hij> ‘Ik voel me een beetje . . . bezwaard, dat je dat allemaal doet. Ik kan niets voor je terugdoen. Dat zou ik graag willen.’
<Zij> ‘Af en toe heb je een stukje slecht geheugen. Mijn eh beloning is jouw genieten, dat jij dat niet met tegenzin moet doen.’
<Hij> ‘Dat alleen al vind ik erg fijn. Liefje, ik heb, sinds je vandaag hier bent, wat zitten te bedenken. Ik ken je eigenlijk amper, maar ik vertrouw je. Zou je een sleutel willen hebben? Het stoorde me, dat je voor de deur moest wachten. Dan kan je komen wanneer je wilt, met of zonder eerst te bellen. Zo vroeg of laat als je wilt. Weggaan deed je al wanneer je wilde. Ik vind het prima als je hier bent, ook als ik er zelf niet ben.’
<Zij> ‘Oh. . . . Ik zou je hele huis leeg kunnen halen.’
<Hij> ‘Dat doe je niet. Trouwens, je weet wat er in staat, niet de moeite waard. Geen luxe. Alles is vervangbaar. En van de belangrijke bestanden op mijn computer neem ik iedere morgen een kopie mee naar mijn werk. Dat heb ik altijd al gedaan, voor de veiligheid. Daar en hier branden nooit tegelijk af.’
<Zij> ‘Ik ben toch . . . ontroerd, dat je me zo vertrouwt. Ik wil graag een sleutel. Ik heb geen idee hoe vaak ik hier zal zijn. Als je er niet bent is het natuurlijk minder leuk. Ik zie wel. Voor je vertrouwen in mij, na zo’n korte tijd, heb ik gauw ook wat zitten te bedenken. Ik wil je geen kusje geven, ook niet dat jij mij er één geeft, maar allebei tegelijk. Je snapt het verschil wel. Maar niet te lang.’
 Hij stopte als eerste. Ze grinnikte.
<Zij> ‘We lijken wel twaalf jaar of zo. Maar dat kan me niet schelen, ik vind het fijn, zo. Je kust lief. Heel voorzichtig. En de volgende keer stop ík het eerst. Nu weer aan je hobby.’
 Hij kon heerlijk rustig hobbyen. Zij las, haalde nog een keer koffie en wat later het nodige fris.
<Hij> ‘Nou, ik ben lekker opgeschoten. Maar het is nu mijn bedtijd.’
<Zij> ‘Dan stap ik op.’
 Deze keer vertrok ze heel rustig. Ze was de voordeur net uit toen ze zich weer omdraaide. Ze tilde haar hoofd naar hem op en tuitte haar lippen. Ze liet een langer kusje toe. Daarna glimlachte ze nog even naar hem, voor ze zich weer omdraaide en echt vertrok.

 4e Keer. Donderdag en Vrijdagmorgen

 Ze was er om vijf uur al. Hij kreeg een vlug kusje.
<Zij> ‘Over een half uur eten? Ik heb alles klaar staan, tafel gedekt, koffie voorbereid. Hoe vind je dat?’
<Hij> ‘Eh . . . ik weet het niet. Ik vond het wel fijn als je zo rustig rondliep. Mag ik afwachten hoe het vanavond gaat? Om te vergelijken? Als je tenminste ook weer . . . tot mijn bedtijd blijft.’
<Zij> ‘Wat ben je eerlijk. Je mag afwachten en vergelijken. Ik blijf zeker . . . tot je bedtijd. Wat tactisch van je uitgedrukt, zeg, ik voel hem wel. Je wilde niet lang of kort zeggen. Knap verzonnen. Ga maar even aan je hobby of zo.’
 De avond verliep ongeveer hetzelfde als de keer ervoor. Alleen stond ze op een gegeven moment op, liep een rondje om de bank en ging weer zitten. Even later deed ze het weer.
<Hij> ‘Wat is dat nou?’
<Zij> ‘Je ziet me toch zo graag rondlopen?’
<Hij> ‘Ja. Dank je wel, grapjas. Ga je mee op het balkon, roken? Volgens het weerbericht zou het een warme avond zijn.’
<Zij> ‘Ja, leuk.’
 Ze hingen allebei over de leuning te roken. Hij schoot zijn peuk naar beneden op het grasveld. Zij ook. Hij plaagde haar, ze kwam niet zo ver als hij. Hij vond het zo gezellig dat hij een arm om haar heen sloeg. Hij was benieuwd hoe ze zou reageren. Ze drukte zich een klein beetje tegen hem aan, maar zei niets. Na een tijdje draaide ze zich soepel onder zijn arm uit en ging weer naar binnen. Toen hij, na het afsluiten van de balkondeur, de woonkamer in kwam zat ze weer te lezen. Ze keek even op, glimlachend. De avond ging sneller dan hij dacht.
<Hij> ‘Liefje, het is al iets over mijn bedtijd.’
<Zij> ‘Kan ik blijven slapen?’
<Hij> ‘. . . Meid, je laat me schrikken. Serieus?’
<Zij> ‘Ja. Ik begrijp je schrik, je weet zo gauw niet wat je denken moet. Ik leg het uit. Ik wil niet mét je slapen, ik wil alleen híer slapen. Ik heb al een pyjama uitgezocht, ik weet de weg in je kasten. Morgen wil ik lekker uitslapen en wat aan de keuken doen. Anders red ik het zaterdag niet en ik wil niet halverwege, als het niet uitkomt, moeten stoppen. Morgenochtend doe ik een bepaald stuk en dan weet ik wel wat er nog overblijft. Rond de middag moet ik weg. Ik wil niet de hele zaterdag, als jij er bent, aan het werk zijn. Dat is ongezellig. Je moet ook al een keer weg om boodschappen te doen. Ik ben een lijstje aan het maken wat je extra kopen moet. Voor het eten van zaterdag. En een paar kruiden en zo. Ik leg alles daarna wel uit.’
<Hij> ‘Fijn bedacht. Eh, ik kan uit de kelder een stretcher halen en die hier in de woonkamer neerzetten. Daar kan ík wel op.’
<Zij> ‘Wat primitief, zeg. Je hebt toch een tweepersoonsbed?’
<Hij> ‘Wil je náást me?’
<Zij> ‘Durf je niet? Je bent toch niet báng van me? Je geeft me kusjes en je hebt me net nog omarmd.’
<Hij> ‘Nee, niet bang. Durf jíj dat?
<Zij> ‘Ja. Je mag naast me. Niet áán me, niet óp me, niet ín me. Alleen náást me. Kan je dat?’
<Hij> ‘Ja, je kunt me vertrouwen. Mag ik wel af en toe ruiken of je er nog bent?’
<Zij> ‘Grapjas. Je bent kennelijk al over je schrik heen. Als je me met je snuiven maar niet wakker houdt.’
<Hij> ‘Ik ben . . . behoorlijk verbaasd. Wat ben je toch makkelijk.’
<Zij> ‘Liefje, ik vertrouw jou ook.’
<Hij> ‘Fijn. Ik moet je eerst nog iets vragen, voor de zekerheid. Ben je boven de achttien?’
<Zij> ‘Natuurlijk, dat zie je toch wel. Hoezo?’
<Hij> ‘Ik wilde toch zekerheid. Ik wil geen problemen krijgen met je ouders.’
<Zij> ‘Met mijn . . . O. . . . Nou, ik ben iets dichter bij de dertig dan bij de twintig. Maar bedankt voor het compliment. Goed. Ik haal je pyjama, dan kan je je hier omkleden, voor deze keer. Ik roep daarna wel als ik erin lig. Niet aan de raamkant, daar mag jij. Tot zo.’
 Ze kwam nog even terug. Gooide grijnzend zijn pyjama naar hem en verdween weer. Hij kleedde zich snel om. Na een minuut of vijf hoorde hij haar roepen. In de slaapkamer was het licht uit. Hij liep voorzichtig naar zijn kant en schoof in bed.
<Zij> ‘Kan je jouw nachtlampje even aandoen? Dan kan je zien hoe we erbij liggen. En me een nachtkusje geven, in het donker zou die verkeerd terecht kunnen komen. Dan, licht uit, slapen.’
 Zo gezegd, zo gedaan.

Toen de wekker afliep en hij zijn ogen open deed lag ze naar hem te kijken.
<Zij> ‘Goedemorgen. Ik blijf nog een uurtje liggen. Werk ze. Tot morgen. Kusje?’
<Hij> ‘Twee, liefje.’
 Het mocht. Het tweede kusje deed hij iets langer. Toen hij ‘s middags thuis kwam zag hij alleen dat het bed opgemaakt was en de aanrecht netjes. Hij keek maar niet in de keukenkastjes. Hij warmde een diepvriespizza op en at met zijn vingers.

 5e Keer. Zaterdag en Zondagmorgen

 Ze kwam om tien uur met de sleutel binnen. Zonder tas. Ze kwam naast hem bij de computer staan, gaf hem een vlug kusje.
<Zij> ‘Je kan er ook geen genoeg van krijgen, hè, puzzelaar? Heb je koffie?’
<Hij> ‘Nee, zal ik zetten?’
<Zij> ‘Ik stel voor, dat je nu boodschappen gaat doen, dan is dat gebeurd. Dan zal ík koffie zetten. Neem maar gebak mee. Ik lust alles. En koekjes, je hebt niets in huis. Ik ben een snoepdoos.’
<Hij> ‘Dat is je niet aan te zien. Je had het eerder mogen zeggen, ik vergeet het vaak, te druk bezig.’
<Zij> ‘Vleier. Maar zeg het niet met bloemen, die lust ik niet. Ga je nu?’
<Hij> ‘Heb je haast?’
<Zij> ‘Nou, haast. Ik kom voor jóu, niet voor je huis. Dan moet je er ook zijn. Schiet op.’
<Hij> ‘Ik ga al. Ik heb je lijstje al gevonden. Het meeste snap ik wel waar het voor is.’
 Na ruim een half uur was hij terug. In de keuken had ze één kastje helemaal leeggehaald en was bezig het uit te soppen.
<Hij> ‘Zo. Al begonnen. Al vóór de koffie.’
<Zij> ‘Ja, wat dacht je? Je was er niet. Zet de boodschappen maar neer en verdwijn met het gebak naar de kamer. Ik kom zo met de koffie.’
 Na de koffie met gebak gingen ze allebei hun gang. Ze dronken samen nog een keer koffie. Ze lunchten samen, hij had extra beleg en broodjes meegenomen. Daarna gingen ze weer verder. Af en toe kwam ze even naast hem staan of keek hij even in de keuken. Ze glimlachten en gingen dan weer door. Om een uur of drie kwam ze weer naast hem staan. Toen ze na even niet wegliep keek hij weer op.
<Hij> ‘Is er iets?’
<Zij> ‘Klaar. Kom je kijken?’
<Hij> ‘Natuurlijk. Ik ben benieuwd.’
 In de keuken zette hij, net als eerder in de slaapkamer, alle deurtjes open, trok alle laden uit en keek een tijdje.
<Hij> ‘Je hebt het weer geflikt. Dat had ik nooit gekund. Inderdaad, alles wat bij elkaar hoort bij elkaar en waar je het gebruikt. En natuurlijk schoner dan ooit. Ik zal proberen het zo te houden. Hartstikke bedankt.’
 Hij omarmde en kuste haar, tot ze zich terugtrok.
<Zij> ‘Nou, je sloft. Ik was vergeten dat ík deze keer zou stoppen. Jíj wist het kennelijk nog, snoepdoos. Je kust lekker. Mag ik douchen?’
<Hij> ‘Alles wat je wilt. Heb je alles wat je nodig hebt? Je weet de handdoeken wel te vinden.’
<Zij> ‘Ik red me wel. Ga je na míj?’
<Hij> ‘Goed idee. Ik wacht tot je in de kamer komt.’
<Zij> ‘Goed idee. Ik heb judo gehad.’
<Hij> ‘Hoelang?’
<Zij> ‘Een speciale cursus verdediging tegen aanrandingen.’
 Hij ging grinnikend naar de kamer. Na een tijdje kwam ze weer naast hem staan.
<Zij> ‘Jouw beurt.’
 Vóór hij opstond snoof hij eerst aan haar.
<Hij> ‘Lekker, joh. Geen zeeplucht, maar jouw lekkere luchtje. Ik ga gauw. Mijn aftershave is allang verdampt.’
<Zij> ‘Ja, maar wat er overblijft is toch een mannelijk luchtje. Niets mis mee. Doe maar niet te veel van iets op.’
 Toen hij weer de kamer inkwam zat ze op de bank te lezen, maar keek gelijk op en wees naast zich. Zodra hij zat snuffelde ze even aan hém.
<Zij> ‘Fijn. Goedgekeurd. We ruiken nu allebei lekker. Liefje, je kuste me voor het douchen zo lekker. Ik wil nog wel wat meer. En je terugkussen. Ik vertrouw je genoeg om je te vragen, zullen we, tot het eten, kussen? Niet als twaalfjarigen?’
 Hij keek haar een tijdje aan, glimlachend. Zij keek afwachtend.
<Hij> ‘Ik voel me wel een beetje als een twaalfjarige, die voor het eerst gaat kussen, met toestemming, geen kusje stelen. Maar ik ben wat ouder. Ik durf je te vragen om op mijn schoot te komen zitten, dat is fijner dan naast elkaar. Ik wil je graag ook tegelijk wat tegen me aantrekken, dichter bij me.’
<Zij> ‘Geef je ze een vinger . . . Grapje, hoor. Ik vind het fijn, dat je zo eerlijk bent. En het keurig vraagt. Ik vind het een goed idee. Ik probeer het. Als ik lekker zit en je me lekker vasthoudt gaan we kussen. Niet eerder. Je hebt gelijk, je moet dat in een lekkere houding doen. Goed bedacht, ik dacht alleen aan je lekkere kusje in de keuken, daar wilde ik er nog wel een paar van.’
 Ze kwam voorzichtig op zijn schoot zitten en liet zich omhelzen. Ze ging een paar keer verzitten en wachtte dan weer af wat hij dan deed. Na een tijdje knikte ze.
<Zij> ‘Je mag me nu bedanken. Nee, dat heb je al. Nu wil ik gewoon kussen. Omdat we mekaar lief vinden.’
Ze begon zelf. Een beetje voorzichtig. Al snel waren ze aan elkaar gewend. Ze kusten tot in de keuken de kookwekker afliep.
<Zij> ‘Geweldig, joh. Einde kuspartij. Tijd om voor het eten te zorgen. Ga maar weer even hobbyen.’
 Het eten en de avond verliepen als de andere keren. Alsof ze niet uitgebreid gekust hadden.
<Hij> ‘Het is bijna mijn bedtijd.’
<Zij> ‘Mag ik weer blijven slapen?’
<Hij> ‘Altijd. Zelfde voorwaarden? Ik vond, dat je het zo grappig zei, niet aan, op of in.’
<Zij> ‘Ja, leuk hè? Liefje, als er iets verandert merk je het wel. Ik vind het heel prettig dat je alles aan mij overlaat, zoals het kussen. Ik hoef niet zonodig veroverd te worden, ik vind het veel fijner, rustiger, zoals het nu gaat. O.K.?’
<Hij> ‘Ja, het gaat fijn zo.’
 Ze verdween richting slaapkamer, kwam weer even terug om zijn pyjama te brengen. Even later miste hij het jasje ervan. Hij wachtte tot ze riep en liep naar de slaapkamer, tot de drempel.
<Hij> ‘Mijn pyjamajasje mist. Lag het niet op bed? Anders moet ik een andere pakken.’
<Zij> ‘Kleine verandering. Je slaapt vannacht zonder. Tenzij je dan niet kan slapen.’
<Hij> ‘O. . . . Nee, dat zal wel lukken. Ik kom zo.’
Nadat hij het licht overal uitgedaan had liep hij naar zijn kant van het bed en schoof erin.
<Zij> ‘Niet het nachtlampje aandoen. . . . Ik ga je, langzaam, iets vertellen, en vragen. Goed?’
<Hij> ‘Ja, als ik maar vóór het slapen een nachtkusje krijg. Het hoeft niet weer zo serieus te zijn als vanmiddag, op een kleintje, liever twee, slaap ik ook goed.’
<Zij> ‘Die krijg je, in het donker. . . . Liefje, ik vond het vanmiddag heel fijn. Je blijft zo rustig. Hartstochtelijk gedoe is op zijn tijd ook fijn, maar dat duurt vaak zo kort. Ik wil graag, dat je me weer omhelst en me vasthoudt, zoals vanmiddag. Totdat ik in slaap val. Of jij. . . . Goed?’
<Hij> ‘Beter, best. Omhels jij me dan ook weer?’
<Zij> ‘Ja, ik wil jou ook een beetje tegen me aantrekken. Of aan je nekharen wat terug, als je me te strak vasthoudt. Maar dat zal je wel niet doen. . . . Heb ik nu alles gehad over het omhelzen?’
<Hij> ‘Ik denk het wel. Elkaar omhelzen, iets tegen elkaar drukken. Dan voel ik natuurlijk wel wat van jouw . . . figuur, en jij van het mijne. Méér dan vanmiddag. Maar je kan, als we begonnen zijn, toch ook nog zeggen of vragen wat je wilt?’
<Zij> ‘Ja, maar ik wilde eerst de grens aangeven. . . . Dat elkaar iets voelen wil ik juist graag, een echte omhelzing, van twee liefjes. Goed?’
<Hij> ‘Ja. Het wordt vast heel prettig, heel fijn. Over de grens aangeven, ik snap je wel. Je hoeft niet bang te zijn dat ik méér doe. Of wat anders. Ik kijk wel uit, dan blijf je niet. Maar niet alleen daarom. Gewoon, omdat je lief bent doe ik heel graag wat je wilt, niet meer, maar ook niet minder. Als ik het niet met je eens ben hoor je het wel. Maar dat zal wel niet gebeuren. Je houdt rekening met me. Oh, je zal je judo niet nodig hebben. Ik moest zó lachen, toen je het er over had. Je had zoveel zelfvertrouwen.‘
<Zij> ‘Ja, ik zwiep je zo het bed uit.’
<Hij> ‘Ik denk het niet. Ik heb iets meer judo gehad dan één cursusje. Je hebt geen schijn van kans. Ik zit sinds m’n zevende op judo. Ik train nog iedere week een keer.’
<Zij> ‘O. Stiekemerd. . . . Het geeft niet, ik vertrouw je, je weet de grens, je houdt je er aan. Fijn joh. Goed. Met het vooruitzicht op het omhelzen ga ik verder. Het wordt leuk. Heb je al enig idee?’
<Hij> ‘Leuk? Nee, ik zou niet weten. Het omhelzen wordt vast fijn genoeg. Dat was het vanmiddag ook.’
<Zij> ‘Ja, zeker. . . . Liefje, niet onprettig, zo zonder pyjamajasje?’
<Hij> ‘Nee hoor. Ik weet alleen niet waarvoor. Of wil je misschien mijn borst strelen?’
<Zij> ‘Voorlopig niet. Voor ik verder praat, wil je bij gedrag van twaalfjarigen blijven? Alleen kussen, of mag het iets meer zijn?’
<Hij> ‘We kusten al niet meer als twaalfjarigen. We omhelsden elkaar al. Het mag van mij best nog iets meer zijn, graag zelfs. Maar hoe zit het dan met het niet aan, op, of in?’
<Zij> ‘Fijn, dat je dat zo goed onthouden hebt. Maar je blijft zo netjes en rustig, dat het, iets meer, een beetje aan me komen mag zijn.’
<Hij> ‘O. Fijn zeg. Liefje, ik blijf voorzichtig. Zeg maar hoe.’
<Zij> ‘Je moet wel behoorlijk bang zijn dat ik er vandoor ga als je je niet gedraagt.’
<Hij> ‘Ja, liefje. Ik geniet erg van je.’
<Zij> ‘Ik geniet ook van jou. Dus al te voorzichtig hoef je nu ook weer niet te zijn. Ik heb alleen maar gezegd dat je niet door moest gaan met vragen of zo als ik nee zei. Die keer dat we op het balkon rookten omhelsde je me ook zonder te vragen. Ik heb toen geen nee gezegd.’
<Hij> ‘Nee, maar toen waren we aangekleed. Ik vond dat het toen kon, al was ik voorbereid op een nee. Maar nu lig ik half bloot naast je.’
<Zij> ‘Ja. Ik wil je het niet moeilijk maken, hoor. Daarom zei ik in het begin ook niet, doe maar waar je zin in hebt, maar ik ga je, langzaam, iets vertellen, en vragen. Ik ga er mee door, dan gaat er vast niets mis. Liefje, ik heb ook geen pyjamajasje aan.’
<Hij> ‘O. . . . Wel een beha?’
<Zij> ‘Ook niet. Blote borstjes.’
<Hij> ‘O. . . . Nou, je hebt er vast sinds vanmiddag over nagedacht. Ik ga je dus niet vragen of je het zeker weet, of zoiets. Je wilt het graag. Ik ook.’
<Zij> ‘Ik vond het een beetje jammer dat ík alleen maar voorpret kon hebben, dat snap je wel.’
<Hij> ‘Ja, logisch. Maar niet erg, hoor. Liefje, je praat zo makkelijk, over blote borstjes. Ik wil ze, een andere keer, ook graag eens zien. Je hebt zo’n leuk figuur, aangekleed.’
<Zij> ‘Uitgekleed ook hoor, ik heb geen hangers. Eigenlijk ook geen borstjes, borsten. Dat voel je zo wel.’
<Hij> ‘Fijn. Als je uitgepraat ben moet ik je wat vertellen, ook langzaam.’
<Zij> ‘Leuk. Denk ik. Ik ben uitgepraat.’
<Hij> ‘Ik weet niet of je dit leuk gaat vinden. Misschien zie je van alles af.’
<Zij> ‘Dat kan ik me niet voorstellen. Maar ga door.’
<Hij> ‘Ik heb nu voorpret, omdat ik je . . . borsten zo tegen mijn borst ga voelen.’
<Zij> ‘Fijn. Ga door. Doe maar rustig aan.’
<Hij> ‘Jij gaat mij ook tegen je aan voelen. . . . Ik weet hoe dik de pyjama’s zijn. . . . Maar misschien is het beter dat ik, behalve mijn borst, me wat van je afdraai.’
<Zij> ‘Heb je een grote?’
<Hij> ‘O. . . . Ja.’
<Zij> ‘Dat is je geraden ook. Dat is toch normaal voor een jongetje, in bed naast een meisje, allebei boven de twaalf? En mag ik ook wat van jóu voelen, of jij alleen wat van mij?’
<Hij> ‘O.‘
<Zij> ‘Ik praat duidelijk makkelijker dan jij. Dat geeft niet, hoor. Liefje, als je te veel problemen krijgt, dan zeg je maar dat we moeten stoppen. Dan maken we eerst beneden een beetje ruimte tussen ons. Als dat niet genoeg is ook boven, desnoods stoppen we met omhelzen en gaan we slapen. Goed?’
<Hij> ‘Ja, dank je wel.’
<Zij> ‘Het praten over mijn borsten heeft je kennelijk al aardig opgewonden. Je zal de laatste tijd niet veel gewend zijn. Kan je nog wat hebben?’
<Hij> ‘Ja. Ik ben erg gerustgesteld dat ik stop mag zeggen, zonder dat je boos wordt. Gaan we het dan wel een andere keer weer proberen?’
<Zij> ‘Beloofd. Dan zal het wel lukken, je weet dan wat eraan komt. . . . Je wilt een keer naar mijn borsten kijken. Ik beloof niets. . . . Als ik straks tevreden ben met wat ik van je voel, mag ik dan wél een andere keer kijken?’
<Hij> ‘Ik beloof dat wél.’
<Zij> ‘O. . . . Wat een leuk gesprek weer. . . . Mag ik nog even praten?’
<Hij> ‘Ja, ik heb geduld genoeg. En voorpret. En ik praat graag met je. Wanneer dan ook.’
<Zij> ‘Fijn. Liefje, jij hebt verkeringen gehad, ik . . . ook. Weet je, wat ik het mooiste vind, bij dat kijken?’
<Hij> ‘Geen idee. Ik ben geen meisje.’
<Zij> ‘Anders lag ik hier ook niet. Het mooiste vind ik, het klein beginnen, en dan, met schokjes, door de hartslag, groter worden.’
<Hij> ‘Ja, dat kan ik me voorstellen. Maar dat lukt je bij mij niet. Als je naar me wilt kijken is dat kleine stadium al over vóór ik uit de kleren ben.’
<Zij> ‘Dan zal ik je een keer moeten verrassen. Vind je dat van meisjes ook mooi?’
<Hij> ‘Heel mooi. Niet zo mooi als andersom, denk ik, er is nu eenmaal veel minder te zien. Net zoals aan een sleutel en een sleutelgat. Ik vind het wel mooi, leuk, heerlijk, als ze het fijn vinden dat ik er naar kijk, of streel en zo.’
<Zij> ‘Leuk, je praat al makkelijker. Ik vind het fijn dat je zo over meisjes denkt. Niet zo egoïstisch.’
<Hij> ‘Het moet toch fijn voor allebei zijn?’
<Zij> ‘Ja. Even niet schrikken, liefje. Ik weet wel iets van jongetjes. Ik heb een handdoek onder je kussen gelegd. Die kan je pakken om het op te vangen als het bij je uit de hand loopt. Nou ja, ergens anders. Een andere keer, ik beloof weer niets, wil ik het misschien wel voor je opvangen, misschien wel expres. O, laat ik m’n mond houden, voor het te laat is.’
<Hij> ‘Dat lijkt me ook beter. Zullen we zo alleen met borst tegen borsten beginnen, ik toch iets van je afgedraaid? Zo gauw het dan kan, kom ik helemaal tegen je aan. Kan je . . . van mijn grote genieten. Mag ik hem ook zachtjes tegen je aan bewegen?’
<Zij> ‘Ik zal me niet te veel bewegen. Jij doet het meeste maar, zoveel als je kan hebben. Goed?’
<Hij> ‘Heel goed. Wat gaat het fijn, liefje. Ik ben uitgepraat. Jij ook?’
<Zij> ‘Ja. Einde van de voorpret. De echte pret gaat beginnen.’
 Hij omhelsde en kuste haar. Ze kuste nu ook meer terug. Langzaam kwam hij dichterbij. Zo vrijden ze een tijd.
<Zij> ‘Het was heerlijk. Heel langzaam steeds lekkerder. Het duurde gelukkig niet te lang tot je het aankon. Eigenlijk precies op tijd. Ik had net lekker je borst met de mijne gestreeld, toen ik je tegen mijn buik voelde. Even later ging je iets lager, precies op de goede plek, stouterd.’
<Hij> ‘Lekker, hè? Ik heb zo genoten, liefje. Met twee lagen stof ertussen voelde ik natuurlijk eigenlijk niets van je, maar het gaat ook om het idee. Ik genoot meer van boven, van je zachte blote borsten, die voelde ik goed. Je bent geweldig, om te omhelzen, te kussen en zo te voelen.’
<Zij> ‘En jij beweegt precies goed, alles. Gelukkig niet zacht, zoals je mij vindt. Oh, wat fijn. Nu twee nachtkusjes, dan slapen.’

 Toen hij de volgende morgen wakker werd lag ze naast hem, ze waren uit elkaar geraakt. Ze sliep nog. Hij bedacht wat hij kon doen, zonder over de grens te gaan. Hij kon niets bedenken. Toen ze wakker werd en hem zag, schrok ze even. Ze keek nadenkend, bewoog wat onder de dekens, glimlachte toen.
<Zij> ‘Je zit, ligt me te bekijken. Ik zal vertellen wat ik dacht. Eerst, oh, een vreemde vent in m’n bed. Toen, nee, ik bij hem, dat liefje, in bed. Toen, min of meer automatisch, hoe lig ik erbij. Dekens hoog genoeg, broek nog aan, geen . . . raar gevoel ergens. Verr. . ., hij heeft niets gedaan, ook niet in mijn slaap. Wat netjes, wat fijn.’
<Hij> ‘Ik wilde wel, maar ik kon niets bedenken zonder over je grens te gaan. Jammer.’
<Zij> ‘Ergens wel. . . . Ik . . . ruik een beetje zweet. Is dat bij jou of bij mij?’
<Hij> ‘Bij mij in ieder geval. Ik ben niet gewend met een . . . kruik te slapen.’
<Zij> ‘Grapjas. Zeg maar rustig, met een warm lijf tegen me aan. Ik heb hetzelfde. Maar nu mag jíj eerst douchen. Het eerst uit bed. In verband met mijn gedeeltelijk ontklede staat.’
<Hij> ‘Ik kan niet zeggen dat je me niets gunt, integendeel. Ik douche vlug, dan zet ik koffie.’
 Hij dekte ook vlug de eettafel voor het ontbijt. Ze kwam binnen en schoof aan toen hij het laatste op tafel zette.
<Hij> ‘Alles was makkelijk te vinden, zeg. Ik vond het niet erg dat de bediening er niet was. Eigen schuld, had ik haar ook maar niet mee naar bed moeten nemen.’
<Zij> ‘Dat is niet helemaal correct, dat weet je. Wel leuk gezegd. Je was ook leuk in bed. Eet smakelijk.’
 Ze vertrok na de koffie, na een lange afscheidskus.

 6e Keer. Zaterdag en Zondagmorgen

 Ze kwam pas de volgende zaterdag weer. De dag verliep ongeveer hetzelfde. Alleen nam ze nu de slaapkamer onderhanden, behalve de kledingkasten, die had ze al gedaan. Alles was schoon, op een goede plek, en ze had de gordijnen gewassen en keurig opgehangen. Het zag er heel netjes uit.
<Zij> ‘Ik heb niet zo hard hoeven werken als in de keuken. Liefje, ik mag blijven slapen als ik wil, hè? Maar ik wil vroeger naar bed dan de vorige keer.’
<Hij> ‘Heb je toen niet genoeg geslapen?’
<Zij> ‘Dat viel nog wel mee. Nee, van tevoren niet genoeg genoten.’
<Hij> ‘O. . . . Mag ik nu ook voorpret? Weer dezelfde voorwaarden vanavond?’
<Zij> ‘Dezelfde. Ik heb een ondeugende bui. Jij mag weer mijn blote borsten en ik weer jouw grote voelen.’
<Hij> ‘Ja . . . Heel lang, graag. We beginnen iets vroeger en ik kom
gelijk tegen je aan. Na een tijd voorpret moet dat kunnen. Als jij er tegen kunt, natuurlijk.’
<Zij> ‘Als ik er niet tegen kan heb ik de keus, stoppen of doorgaan. Ik weet het nu niet, pas op dat moment. Maar als ik door wil gaan, vind je het dan erg als ik klaarkom?’
<Hij> ‘Liefje toch. . . . Nee, helemaal niet. Doe maar waar je zin in hebt. Als je maar geniet.’
<Zij> ‘Tja. Maar ik denk dat jij eerder in de problemen komt, als je langer zo lekker gaat bewegen, tegen mij aan. Weet je, als je geen zin hebt om dan te stoppen, doe je de handdoek in je broek en ga je gewoon door. Jij moet ook doen wat je lekker vind. Vang het zo maar op, ik vind het niet erg. Leuk zelfs, dat ik je opwind. Vragen?’
<Hij> ‘Op het moment niet. Mag ik even bijkomen?’
<Zij> ‘Ik zal eens vaker zo met je praten, je bent een beetje te preuts voor je leeftijd.’
<Hij> ‘Ik ben niet zo preuts. Maar jij bent het veel minder dan ik had kunnen vermoeden. Daar moet ik even aan wennen.’
<Zij> ‘Prima, het gaat fijn, zo.’

 In bed omhelsden ze elkaar. Hij deed het rustig aan. Ze had het wel in de gaten.
<Zij> ‘Je doet het rustig aan. Nog niet toe aan klaarkomen, hè? Nog te geschrokken?’
<Hij> ‘Ja. En ik wil jou niet laten schrikken, al zeg je dat ik mag doen wat ik lekker vind. . . . Of had je het graag gewild?’
<Zij> ‘Van wie?’
<Hij> ‘Van jezelf. Of van mij.’
<Zij> ‘Ik heb niet zo’n haast. Dat helpt ook niet. Het komt of het komt niet. Het hoeft er ook niet altijd bij. Zonder is fijn genoeg. Voor jou? . . . Als jij het zonder ook al fijn vindt, prima. Als je wilt, of moet klaarkomen, door wat tegen me aan te . . . duwen, is dat ook prima. Als je maar geniet, zei ik al.’
<Hij> ‘Dat doe ik zeker. Heerlijke borsten.’
 Hij bewoog zich wat minder voorzichtig.
<Hij> ‘Eh, af en toe voel ik je tepels een beetje hard worden. Ben je dan . . . een beetje opgewonden?’
<Zij> ‘Gelukkig, nu praat je niet alleen naar je leeftijd, ook naar de omstandigheden. . . . Ik ben steeds een beetje opgewonden. Wat dacht je, steeds je grote tegen me. Je houdt dat knap lang vol. Al voel ik wel dat je het af en toe even iets voorzichtiger aandoet, of even stilligt. Daarna beweeg je weer lekker. Maar mijn tepels heb ik niet onder controle, daar kan ik niets aan doen. Zullen we er ook bij gaan kussen?’
 Hij gaf geen antwoord. Hij begon gewoon. Omdat hem dat wat afleidde van zijn gevoelens in lagere streken hield hij het vol tot ze gingen slapen. Zij ook.

 De volgende morgen, toen hij zich onder de douche stond af te spoelen, voelde hij ineens twee handen op zijn achterwerk. Die streelden even en knepen toen kort.
<Zij> ‘Lekker kontje.’
 Ze draaide de kranen dicht en kwam vóór hem staan. Ze had alleen een broekje aan.
<Zij> ‘Verrast! Je had de deur niet op slot.’
<Hij> ‘Nee, dat doe ik nooit, waarom zou ik?’
<Zij> ‘Ík was er toch? Ik kwam voor de demonstratie. Ik zie dat ik nét op tijd ben. Leuk joh, zo klein. Je lijkt wel . . . tien of zo. Elf . . . twaalf . . . dertien . . . móóóói, ga door. . . . Ik wed dat je geeneens kan stoppen.’
<Hij> ‘Nee, natuurlijk niet. Twee prachtige borsten vóór me.’
<Zij> ‘Blijf maar kijken. Dat doe ik ook.’
<Hij> ‘Ondertussen wil ik je wat vertellen over borsten. Ik geef ze altijd een cijfer. Weet je, dat ze niet bij alle meisjes even hoog zitten?’
<Zij> ‘Ja, maar daar maak ik me niet druk om.’
<Hij> ‘Ik ook niet, ik geef ze alleen een cijfer, hoe mooi ik ze vind. Niet alleen de grootte, ook hoe hoog of laag ze zitten telt mee. Als de grootte goed is begin ik met een acht, anders lager. Als ze op de gemiddelde hoogte zitten verandert er niets. Hoe meer naar beneden telt bij mij snel af. Ik vind dat niet mooi. Iets meer omhoog, negen, twee ietsjes tien, nog hoger weer minder punten, dat wordt dan, nee, dat vind ik het ook minder mooi worden. Snap je?’
<Zij> ‘Ja, er zit wel wat in. Als dat jouw smaak is. Ik weet niet over welke afstanden je praat, ik weet wel, dat de mijne iets boven het gemiddelde zitten. Maar eerst, wat krijg ik van die acht voor de grootte van mijn tietjes? O, leuk, hij werd door je praten wat kleiner, nu weer groter.’
<Hij> ‘Ja. Eh, de grootte, een acht.’
<Zij> ‘Dank je, mooi groot dus. En de hoogte meegerekend dan een achtenhalf?’
<Hij> ‘Nee . . . Wat kijk je nieuwsgierig. Ik twijfel tussen een negeneenhalf en een tien. Maar een tien zou je toch niet geloven.’
<Zij> ‘Dat klopt. Nou, bedankt. Ook bedankt voor de demonstratie. Ook een negeneenhalf voor die mooie grote. Oeps, weer omhoog. Leuk, joh, dat je, dat dat, zo snel reageert. Je mag een kusje links op mijn borst geven, als je wilt. Handen thuis.’
<Hij> ‘Graag. Links gezien vanaf welke kant?’
<Zij> ‘Ik dacht dat je slimmer was.’
<Hij> ‘O. . . . Deugniet.’
 Hij kuste ze allebei, zo lekker hij kon, hij nam het ervan.
<Zij> ‘Nou zeg, wat enthousiast. Het deed me wat. Voelde je bij de tweede mijn tepel iets groter worden? O, ja, natuurlijk, met je tong nog wel. Ga je maar ergens anders afdrogen. Ik wil nu douchen.’

 Onder het ontbijt stopte ze ineens met eten.
<Hij> ‘Wat is er?’
<Zij> ‘Raar figuur ben je. Altijd zo rustig, keurig handjes thuis houden, zelfs niet over de grens als ik slaap. Liet je je bij het kussen in de badkamer ineens hélemaal gaan, ik weet het zeker.’
<Hij> ‘Ja. Ik zag negeneenhalf. Prachtig, zo vlak voor me, bloot. Ik dacht, nu of nooit, het kan geen kwaad, ik ga me niet inhouden, maximaal genieten van die lekkere zachte dingen, ze vindt dat vast ook fijn, als ik dat doe. Zoiets dacht ik, binnen twee seconden. En toen je me niet stopte heb ik het er extra van genomen. Bij de eerste al. Links. Of rechts. Ik ben alleen gestopt omdat ik wilde weten of die andere, die rechtse, of linkse, ook zo lekker was. Toen je me nog niet stopte heb ik die nog extra . . . gelikt en zo.’
<Zij> ‘Ja, dat merkte ik. Hééérlijk. Je had gelijk, het kon geen kwaad. Fijn dat je vertelt wat je er bij dacht. Waarom ben je gestopt? Je mocht van mij nog wel even doorgaan, zo lekker met je tong. Je had zelfs weer mogen wisselen.’
<Hij> ‘O. . . . Dank je wel. Een volgende keer graag. Ik moest stoppen, ik . . . kwam bijna. Dat wilde ik niet, onaangekondigd.’
<Zij> ‘Lief van je. Nou, bij deze is het aangekondigd.’
<Hij> ‘Hoe bedoel je?’
<Zij> ‘Je komt maar, wanneer dan ook. Je waarschuwt even, dan kijken we wat we er aan doen.’
<Hij> ‘O. . . . Ik kan me er zo snel niets bij voorstellen, maar ik zie wel als het zover is.’
 Na de koffie vertrok ze weer.

 7e Keer. Zaterdag en Zondagmorgen

 Ze kwam de volgende zaterdag weer. Ze zei, dat het voorlopig bij zaterdagmorgen tot zondagmorgen moest blijven. De dag verliep weer ongeveer hetzelfde. Alleen nam ze nu de woonkamer onderhanden. Hij hielp haar af en toe met het verplaatsen van de meubels. Hij liet zich dirigeren. Alles was weer schoon, bijna op dezelfde plek, en ze had tussen de bedrijven door ook de gordijnen gewassen en weer keurig opgehangen. Het zag er heel netjes uit. In bed, tijdens het voorzichtig vrijen, kneep ze hem ineens in een arm.
<Zij> ‘Stop. Blijf stilliggen. . . . Ja, goed zo. Liefje, vind je het goed, als ik nu alléén wat ga bewegen? Je ligt precies goed. Ik voel dat ik kan komen, maar ik doe het nu liever zelf. Geniet maar mee.’
 Ze wachtte niet op antwoord, begon zachtjes haar buik, hij vermoedde haar doos, tegen zijn buik, zijn grote, te bewegen. Hij was benieuwd wat er ging gebeuren. Hij leefde met haar bewegingen en kreuntjes mee. Toen ze stil lag wachtte hij rustig tot ze wat zou zeggen.
<Zij> ‘Oh, lekker. Genoot je mee?’
<Hij> ‘Ja. Dank je wel, dat je het aandurft bij me. Je vond het behoorlijk lekker.’
<Zij> ‘Ja, joh. Het idee, jij zo dicht tegen me aan. . . . Durf jij nu ook?’
<Hij> ‘Ja, nu wel. Je zei wel dat ik het mocht, maar ik durfde het nog niet aan. Ik wilde je niet aan het schrikken maken. Ongeacht wat je al meegemaakt hebt. Deze situatie is toch een aparte. Het ging, toen je zo tegen me bewoog, maar nét goed. Gelukkig hoefde ik je niet te stoppen. Ik pak de handdoek, ik ga je kussen en ook lekker bewegen.’
<Zij> ‘Zoek maar een lekker plekje.’
 Na een minuut bewegen stopte hij.
<Hij> ‘Het gaat niet. Door twee pyjamabroeken ging nog, maar met een handdoek er bij voel ik helemaal niets van je. En dat wil ik wél. Ik wil het idee hebben dat ik bij jou klaarkom.’
<Zij> ‘O. . . . Ja, ik voelde je eigenlijk ook niet meer. . . . Laat me even denken.’ Even later voelde hij haar hand zijn broek in gaan, na enig zoeken pakte ze hem door de handdoek heen beet.
<Zij> ‘Ik beweeg mijn hand een beetje, jij beweegt een beetje, dan lukt het vast.’
 Het lukte heel snel, alleen al door het idee dat ze hem vasthad, al was het door de handdoek heen.
<Hij> ‘Dank je wel. Heerlijk. Bij je klaargekomen. Fijn?’
<Zij> ‘Heel fijn. Ik kan me voorstellen dat je een beetje snel kwam. Vast lang geleden, de vorige keer. Ik gooi de handdoek even naast het bed, zien we morgen wel. Ik wil nu slapen, in je armen.’
<Hij> ‘Dat zal best lukken, na onze lekkere inspanningen.’

 De volgende morgen kusten ze een kwartiertje.
<Zij> ‘Zullen we gezellig samen douchen? Ik trek wel een broekje aan. Mag jij natuurlijk ook.’
<Hij> ‘Nee, je hebt me al gezien, in alle staten. Maar je mag mijn rug een keer goed boenen, daar kan ik slecht bij.’
Ze begon met zijn rug. Daarna zeepte ze zijn voorkant in, na een vragende blik voorzichtig ook zijn grote.
<Zij> ‘Ik doe voorzichtig, maar ik voel al wel dat je grote aardig hard is.’
<Hij> ‘Ja. Je zal wel weten dat het ook wel een stijve genoemd wordt.’
<Zij> ‘Ja. zo voelt hij ook aan.’
<Hij> ‘Lekker, joh. Nu ik bij jou?‘

<Zij> ‘Ja, lekker. Ik roep wel stop als het nodig is.’
 Haar rug gaf geen problemen. Maar hij aarzelde om aan de voorkant te beginnen.
<Zij> ‘Doe maar, alleen mijn broekje niet, niet uitdoen, gewoon overslaan.’
 Hij genoot ontzettend van het inzepen van haar borsten, zij ook. Ze glimlachte als hij haar tussendoor even aankeek. Met de rest van haar was hij gauw klaar, dat was veel minder interessant.
<Zij> ‘Spoel me nu maar af.’
 Dat was gauw gebeurd. Maar ze pakte de douchekop niet over, bleef hem glimlachend aankijken. Het duurde even vóór hij haar snapte. Hij hing de douchekop op en begon aarzelend, voorzichtig, haar borsten te strelen.
<Hij> ‘Lief van je. Zo fijn om je te strelen. Je bent zo mooi. En lekker.’
 Ze zei niets, knikte alleen. Hij kuste ze, om de beurt, eerst zachtjes, toen ze terug duwde harder, en streelde met zijn tong haar tepels. Plotseling stopte hij.
<Hij> ‘Ik kom bijna klaar, liefje, zo lekker is het.’
<Zij> ‘Wacht maar even.’
Ze spoelde hem snel af.
<Zij> ‘Zal ik je strelen?’
<Hij> ‘Ja, alsjeblieft.’
<Zij> ‘Je hoeft niet te smeken, ik doe het maar al te graag. Zonder handdoek?’
 Hij knikte. Ze pakte hem voorzichtig beet en streelde hem zachtjes.
<Zij> ‘Ik probeer het zo lang mogelijk voor je te laten duren, dan geniet je het meeste.’
 Maar zo lang duurde het weer niet. Ze liet hem tegen de muur van de douche spuiten.
<Hij> ‘Weer zo snel. Kan jij niets aan doen, hoor. Ik bedoel, je streelt me zachtjes genoeg. Maar dit was wéér lekkerder, liefje, zonder handdoek ertussen me vasthouden.’
 Ze glimlachte, zei niets. Na de koffie vertrok ze weer.

 8e Keer. Zaterdag en Zondagmorgen

 De volgende zaterdag verliep weer ongeveer hetzelfde. De hal, het laatste vertrek, was aan de beurt. Ze deed rustig aan, het was ook maar een klein vertrek. Alles was weer schoon, bijna op dezelfde plek, het zag er heel netjes uit. ‘s Avonds stond ze onverwacht op.
<Zij> ‘Bedtijd.’
<Hij> ‘O. Maar het is een uur vroeger dan normaal.’
<Zij> ‘Ja, dan hebben we weer een uurtje extra voor het slapen. Ik lig liever met je in bed te knuffelen dan nog verder te lezen. Het is met jou de hele dag hartstikke gezellig en fijn, maar ik wil je . . . ook wel weer eens uitgebreid tegen me aan voelen.’
<Hij> ‘Fijn, ik voel met je mee. Ga maar vast, loop ik even alles na of het in orde is.’
 In bed trok hij haar tegen zich aan.
<Hij> ‘Liefje, mag ik nu overal aankomen en jij bij mij, wat we eerder gedaan hebben? Ik wil graag je borsten weer strelen.’
<Zij> ‘Je bent hartstikke slim, maar af en toe? Daarom wilde ik vroeger naar bed.’
 Hij voelde haar hand over zijn buik zijn pyjamabroek inglijden en hem beetpakken.
<Hij> ‘O, heerlijk. Hou vast.’
<Zij> ‘Dat was ik wel van plan. Ik beweeg zo min mogelijk, maar ik wil hem wel steeds goed voelen, dus helemaal stilhouden gaat niet. Je weet het verder wel.’
 Hij wisselde het kussen op haar mond en het strelen van haar borsten af met het kussen van haar borsten. Hij was volkomen tevreden.
<Zij> ‘Liefje, je beweegt weer zo lekker tegen me aan, ik wil weer bij je klaarkomen. Maar nu anders. Het lekkerste zou nu zijn, als ik er rustig bij kan liggen en jij het bij me doet. Omdat je misschien weer niet zo slim reageert, je mag me tussen mijn benen strelen. Als je het lekker doet kom ik vast. Net zoals bij jou, van het idee alleen al.’
<Hij> O. . . . Ja, ik had stom gereageerd, van de schrik. Dat het mág. Dat je het graag wilt. Maar mag je broek uit?’
<Zij> ‘Ja. Veel beter. Nou, ik kan ook niet helemaal helder meer denken. Dat komt door je ontzettend lekkere kussen, en je tong aan mijn tepels.’
<Hij> ‘Als ik dat doe voel ik je af en toe trillen, vast van genot. Mag het licht aan?’
<Zij> ‘Nee, deze keer niet, ik zal er eens over denken. Daar naar me laten kijken is iets bijzonders, dat snap je wel. Doe het maar lekker op je gevoel, je vindt de weg vast wel.’
 Hij trok haar, eigenlijk zijn, pyjamabroek uit. Hij stopte even.
<Hij> ‘Even genieten, dat je nu helemaal bloot in mijn bed ligt, liefje. Ik kan iets van je zien, het is niet helemaal donker. Ik zie je borsten iets, en een donkere plek tussen je benen. Je haren?’
<Zij> ‘Ja, natuurlijk. Begin daar maar bovenaan, dan langzaam lager. Je voelt het wel als je op de goede plek komt.’
 Hij deed het langzaam, hij genoot van iedere centimeter. Helemaal toen hij het doel bereikt had. En dubbel, toen hij haar haar doel kon laten bereiken. Ze genoot nog meer dan de keer ervoor.
<Zij> ‘Dank je wel. Je deed het heel lekker, je voelde goed mijn tempo aan. Het was lekkerder dan de vorige keer, toen ik het zelf deed, tegen je grote aan. Even bijkomen.’
 Hij hield haar een tijdje rustig tegen zich aan.
<Zij> ‘Nu ik bij jou? Of wil je wat anders? Kussen, mij strelen, heel voorzichtig gestreeld worden?’
<Hij> ‘Ik zou ook graag rustig erbij willen liggen, zonder broek, ook helemaal bloot, en dat je me eerst een tijdje voorzichtig streelt, dan niet meer.’
<Zij> ‘Dan niet meer strelen?’
<Hij> ‘Wat? . . . Nee, grapjasje, dan niet meer voorzichtig. Me lekker klaar laten komen. Het moet zo nog veel lekkerder worden dan staand in de badkamer.’
<Zij> ‘Ik heb al een handdoek klaargelegd. Niet om je mee aan te pakken, alleen op het op te vangen. Doe je broek maar uit. . . O, ik zie een paal onderaan je buik, schuin omhoog. Moet ik daar soms zijn?’
<Hij> ‘Ja, natuurlijk. O, je bent er al. Wat streel je lekker.’
 Weer ging het vrij snel.
<Hij> ‘Weer zo snel. Je doet het ook zo lekker. Over tempo aanvoelen, jij kan er ook wat van. Maar het geeft allemaal niet, het was geweldig lekker.’
<Zij> ‘Liefje, ik wilde vroeg naar bed, omdat ik dacht dat dit zou gebeuren. Je hebt te veel vóórpret, sinds zondag al, en dan de hele dag ik nog bij je, en af en toe lekker kussen. Ik voelde het al aankomen vandaag, stille genieter. Tja, dan komt het gauw. Daarom rusten we uit. Als je weer kan, en dat zal vast niet zo lang duren, dan doen we het weer. Zal je eens zien hoe lekker het dán wordt. Pak wel even een nieuwe handdoek.’
<Hij> ‘Wat lief van je bedacht. Ik heb alwéér voorpret.’
<Zij> ‘Dat zal best. Maar nu mag het, dan hoeven we niet te lang te wachten. Ik peil wel hoe ver je bent. O. Nog volledig in ruste. Prima, kan ik je zo ook eens helemaal lekker bevoelen, en dan ben je gauw weer zover. Niet dat we ons hoeven haasten, maar ik gun je zo graag dat het wat langer duurt, dat is veel lekkerder dan zo snel.’
<Hij> ‘Mag ik een borst van je kussen? Daar kreeg ik de eerste keer ook zo de kriebels van.’
<Zij> ‘Ja, maar ik ook. Doe maar, we zien wel.’
Ze lagen rustig te kussen en te strelen, tot hij weer bijna zover was. Met één hand bleef ze hem strelen, masseerde af en toe ook even zijn ballen, met de andere hand bewoog ze een hand van hem tussen haar benen. Toen hij goed op gang was liet ze zijn hand tussen haar benen los en streelde hem met twee handen. Zodra hij hijgend stillag gooide ze de handdoek bij de eerste.
<Zij> ‘Schatje, je mag nog niet uitrusten. Streel me, ik ben er bijna. Doordat jij zo goed klaarkwam komt het bij mij ook weer. Gauw.’
 Het koste hem wat moeite om op gang te komen, maar al gauw zat hij op de goede plek, streelde haar en voelde hij dat ze weer kwam. Hij hield zijn hand op haar haren tijdens het uitrusten.
<Zij> ‘Wat fijn. Allebei een tweede keer, lekkerder dan de eerste keer. Je doet het erg goed. Maar ik ben nu wel bekaf. Nog een tijdje kussen. Ik omhels je. Je ziet maar wat je met je handen doet. Geniet er maar van, tot we in slaap vallen.’
 Ze kusten nog wat, hij streelde haar overal, het meest zachtjes tussen haar benen. Afwisselend met een volle hand, om haar helemaal beet te houden, en met een vinger, om te voelen waar alles begon en eindigde.

 De volgende morgen moest hij als eerste gaan douchen, zij zou zo komen.
<Hij> ‘O. Shit. Sorry. . . . Meisje toch. Helemaal bloot. Met het licht aan. Móóói. Mag ik . . . dat bijzondere voor je eens goed bekijken?’
 Ze keek hem glimlachend aan.
<Zij> ‘Zie je het nu niet?’
<Hij> ‘Weinig, vanaf deze hoogte, onder deze hoek, dat weet je. Ik wil zo graag, je voelde zo heerlijk aan.’
<Zij> ‘Je voelde ook goed, je wist precies waar je zijn moest. Even afspoelen, we zijn niet zo erg bezweet. En afdrogen.’
 Ze spoelden en droogden elkaar af.
<Zij> ‘Ga eens op de grond zitten, met je rug tegen de muur.’
 Ze kwam vóór hem staan, haar benen een beetje uit elkaar.
<Hij> ‘O, schatje, wat mooi. . . . Zo vlakbij.’
 Na een tijdje kijken tilde hij een hand op en keek naar haar gezicht. Ze glimlachte, knikte. Hij streelde haar net zoals de avond ervoor in het donker. Maar nu kon hij zien wat hij deed, waar hij zat, hoe het er helemaal uitzag, waar haar mooiste plekje begon en eindigde. Hij liet haar haar benen nog iets verder uit elkaar doen. Na een hele tijd liet hij haar los, keek haar weer aan.
<Hij> ‘Wat ontzettend mooi en lekker, zoiets. En lief van je, dat ik er aan mag komen zoals ik wil. . . . Mag ik je daar kussen?’
 Ze knikte weer. Hij gaf een heleboel kleine kusjes. Keek toen weer naar haar op.
<Hij> ‘Mag ik je daar ook met mijn tong strelen, net zoals ik met je tepels doe?’
 Ze knikte. Na een tijdje schokte ze.
<Zij> ‘Ga door.’
 Hij ging door, hij moest haar kontje vasthouden om haar wat schokkende bewegingen te volgen. Tot ze op de grond vóór hem zakte, hijgend.
<Zij> ‘Lekker jong. Je snapt het wel. Weer klaargekomen. Ongelofelijk. Je bent een eerste klas . . . liefhebber, minnaar. Even uitrusten.’
<Hij> ‘Jij weet ook wat genieten is. Niet alleen voor jezelf, ook voor mij. Ik vond het fijn dat je daardoor klaarkwam.’
<Zij> ‘Je bent nu zelf niet al te groot. O, het groeit alweer. Waarom niet al te groot?’
<Hij> ‘Ik genoot net ontzettend, maar ik was op het laatst toch even druk bezig om je bij te houden.’
<Zij> ‘Ik wil er graag wat aan doen. Nu wil ik zitten en jij vóór me staan. . . . O, ik ga op mijn knieën, anders kan ik er niet bij. Eerst eens goed kijken wat ik af en toe voel.’
 Ze keek niet zo lang.
<Zij> ‘Mag wel strelen, hè?’
 Zonder te vragen begon ze, heel voorzichtig. Ze deed het wat langer dan dat ze gekeken had.
<Zij> ‘Mag ik je ook met mijn mond strelen? Als je bijna komt moet je het zeggen. Dan ga ik met m’n handen verder.’
 Ze wachtte weer niet op een antwoord, kuste eerst over de hele omtrek, nam hem toen in haar mond. Streelde hem ermee en met haar tong van het begin tot hoe ver ze met haar mond zo kon komen, weer terug en steeds opnieuw. Toen hij zachtjes kreunde liet ze hem los en ging met twee handen verder tot hij klaargekomen was. Hij liet zich ook op de grond zakken.
<Hij> ‘O, wat heerlijk, schatje. Je mond er helemaal precies omheen, me strelen, en met je tong. Zo heerlijk warm. Ik zeg eerlijk, dat ik tot nu toe dit het lekkerste vond. Maar ik kan me voorstellen, omdat ik het bij jou ook heb, dat dit toch iets speciaals is. Dus het hoeft niet altijd zo, met je handen is ook geweldig.’
<Zij> ‘Ja, je voelt het goed aan. Je moet ervoor in een speciale stemming zijn, anders is het niet fijn. We spoelen ons even af. Dat opvangen vond ik bijzaak, ik wilde je lekker vast hebben als het eruit kwam. Wat een stralen.’
<Hij> ‘Omdat je het lekker en lief deed. Ik heb er wel honger van gekregen.’
Toen ze klaar waren met het ontbijt en hij op wilde staan wees ze dat hij moest blijven zitten.
<Zij> ‘Liefje, het spijt me, dat ik de stemming abrupt en grondig moet bederven. . . . Ik blijf niet koffiedrinken. Ik ga weg, zodra ik je iets verteld heb. Ik had het je misschien eerder moeten vertellen, maar een goed moment kwam nooit. Nu moet ik wel. Het gaat niet anders. . . . Ik moet je vertellen, dat ik verder dan vannacht en net in de badkamer wel wíl, maar niet kán gaan. Je mag alles, behalve erin. Als ik zaterdag kom moet je me vertellen of je daarmee, ik weet niet voor hoe kort of hoe lang, kan leven. Of dat je liever niet hebt dat ik nog kom. Of alleen overdag. Het spijt me erg, ik weet dat het een kromme situatie is, maar ik kan niet anders.’
<Hij> ‘O.’
<Zij> ‘Ik vraag niet of je het snapt. Dat kan je niet. Maar of je het, na een week overdenken, accepteert.’
<Hij> ‘Kan je niet méér vertellen?’
<Zij> ‘Nee. Ik vertel je, ooit, waarom ik niet verder kan gaan.’
<Hij> ‘Ik zal erover nadenken. Wat me nu invalt, is dat we het nooit over de toekomst gehad hebben. Ik kan het je dus niet kwalijk nemen dat je niet verder wilt. Je hebt me nooit iets beloofd.’
<Zij> ‘Dank je wel. Daar zat ik een beetje mee. Ik wist het niet honderd procent zeker. Alleen, ik zei niet dat ik niet verder wil. In principe wil ik alles. Maar, ten eerste, kán ik lichamelijk niet nog intiemer worden, niet die laatste stap, niet jij in me. Ten tweede, als je dat accepteert, al snap je het niet, weet ik niet hoelang ik kan blijven komen. Ik wil graag, maar ik kan niets beloven.’
<Hij> ‘Ik ben, ten eerste, blij dat je in principe alles met me wilt, dat je me . . . zo lief vindt. Ten tweede, ik snap er inderdaad niets van, maar ik neem aan dat het kom door je leven waar ik verder niets vanaf weet. Ten derde, ik ben . . . bedroefd of zo, dat we niet met alles verder kunnen. Ik kan niet zeggen teleurgesteld, want ik keek eigenlijk nergens naar uit, ik heb het me laten overkomen. Omdat ik nog steeds je naam niet mocht weten heb ik rustig afgewacht. Ik wist dat het alle kanten op kon gaan, ik heb het afgewacht en ondertussen genoten van alles wat je me gaf. Hoe en wat dan ook. Ik ben je erg dankbaar, voor alles, tot nu toe. Ik ben niet boos op je, ik neem je niets kwalijk. Je hebt me eerlijk behandeld. Je zal nu niet anders kunnen handelen, anders deed je het wel. Ik zal alles van de week overdenken. Al is het in feite simpel. Accepteer ik het, of niet. Je was duidelijk.’
<Zij> ‘Dank je. Ik wil een tot volgende week kusje, dan ga ik. Blijf maar zitten tot ik weg ben.’
 Hij keek haar na. Hij wist zijn antwoord eigenlijk al. Accepteren. Er zat niets anders op. Hij wilde haar niet missen.

 9e Keer. Zaterdag en Zondagmorgen

 Ze kwam om tien uur met de sleutel binnen. Ze kwam naast hem bij de computer staan.
<Zij> ‘Gaat het goed?’
<Hij> ‘Het ging goed. Maar sinds vorig weekend kan ik mijn gedachten er niet goed bijhouden, liefje. Het schiet helemaal niet op.’
<Zij> ‘Ja, ik snap het. Heb je koffie?’
<Hij> ‘Ja, ik haal het wel, lekker ruikertje.’
 Hij kwam naast haar op de bank zitten.
<Zij> ‘Ik heb veel nagedacht, liefje. Het gaat niet anders.’
<Hij> ‘Ik heb ook veel nagedacht. Al wist ik het eigenlijk al binnen de minuut.’
<Zij> ‘Mag ik niet meer komen?’
<Hij> ‘Je mag komen. Alsjeblieft, liefje. Als je wilt en het aankan. Voorlopig. Ik wil je niet missen. Nog niet. Ik weet nog niet wat ik er mee aanmoet. Het is moeilijk, want ik weet de oorzaak van je . . . probleem niet. Ik was heel graag met je verder gegaan, liefje, in en uit bed. Nu in bed uitgesloten is, kan het geen eeuwig durende toestand worden. Een soort platonische verhouding zou het zijn. Maar vroeger of later zou één van ons in de problemen komen om dat platonische vol te houden. Ik weet het van mezelf, dat heb ik al bedacht. Ik zou op een gegeven moment toch gaan smeken om méér, omdat ik van je houd, omdat ik je . . . compleet lief wil hebben. Je zou weggaan, of toegeven. Allebei geen goede oplossing. Gelijk stoppen vind ik te pijnlijk. Misschien vinden we nog een oplossing. Of we stoppen er langzaam mee. Wat denk je?’
<Zij> ‘Je hebt gelijk. Goed. Doen we. Voorlopig. Ik weet alleen zeker dat ik niet met een oplossing kan komen.’
<Hij> ‘Ik ook nog niet. . . . Onze omgang met elkaar zal natuurlijk wat veranderen, nu we dit weten. Omdat we weten hoe ver we met elkaar gaan. Tot en met maar niet verder dan waar we gebleven waren. Voor de duidelijkheid, en omdat ik nu niet van je af kan blijven, ik blijf je overdag kussen. Zó.’
 Hij kuste haar en streelde met één hand haar borsten, over haar kleding. Toen ze kreunde trok hij haar omhoog, tot ze stonden.
<Hij> ‘En af en toe knuffelen.’
 Hij trok met één arm haar bovenlichaam tegen zich aan en met de andere haar onderlichaam. Hij gaf haar een tongkus en kronkelde tegen haar aan. Na even liet hij haar los en trok haar mee naar de slaapkamer. Daar kleedde hij haar en zichzelf snel uit. Ze protesteerde niet. Hij legde haar neer, kwam naast haar liggen, trok haar tegen zich aan en knuffelde haar weer net zo als staande in de woonkamer. Toen ze een beetje tegen begon te spartelen liet hij haar iets los.
<Hij> ‘En in bed zó, en elkaar strelen en af en toe klaar laten komen. Wat denk je? Zou je daar een tijdje tegen kunnen?’
 Ze keek hem een tijdje ernstig aan en glimlachte toen.
<Zij> ‘Tegen iets minder heftig wél. Dat was je waarschijnlijk wel van plan, je schoot nu even door om het me duidelijk te maken. Goed. Nu we hier toch zijn, begin ik gelijk maar met je te strelen. Wat zei je, wat zouden we hier nog méér doen dan strelen?’
<Hij> ‘Als je het niet meer weet, zal ik het dan eerst bij jou doen?’
<Zij> ‘Ja, goed idee. Laat me maar eens voelen hoe ver je met me zal gaan. Ik houd je ook lekker vast, maar ik zal niet te veel bewegen, anders kan je je niet concentreren. O, wat pak je me daar lekker beet. Ik begin me iets te herinneren. O, liefste, ik begin al te komen.’
 Hij hield haar daarna in zijn armen. Liet haar even bijkomen.
<Hij> ‘Liefje, ik sta op springen, door je zo lekker gestreeld te hebben en je snelle voorbeeld. Gauw, anders komt het vanzelf, jíj doet het véél lekkerder. Vanavond doen we het rustig over.’
 Ze deed het heel lekker.
 Ze hadden een rustige dag met ‘s avonds een langzame herhaling.
 
‘s Morgens na de koffie vertrok ze weer.

 10e Keer. Zaterdag en Zondagmorgen

 Hij begon ‘s morgens tijdens de koffie weer een praatje.
<Hij> ‘Liefste, ik wil heel eerlijk tegen je zijn. Ik heb nog geen oplossing. We weten dat het niet te lang meer kan duren. Ik zou graag in die tijd zo veel mogelijk van en met je genieten. Overdag is het heel gezellig. Ik zou ook vaak met je in bed willen vrijen. ‘s Morgens een keer, ‘s middags één of twee keer en ‘s avonds niet te laat naar bed. Misschien een beetje egoïstisch.’
<Zij> ‘Als je, zoals steeds, mij ook aan mijn trekken laat komen, zoals dat heet, is dat niet egoïstisch. Hoogstens erg wellustig, maar ik lust je wel. Ik heb er ook zin in, met jou. Ik kom voor jóu, in én buiten bed. We kunnen later herinneren, dat we het heel gezellig gehad hebben en behoorlijk veel gevreeën hebben.’
 Ze vrijden die dag en avond behoorlijk veel.

 De volgende morgen ook lang.

 11e Keer. Zaterdag en Zondagmorgen

 ‘s Morgens, bij de koffie, keek hij haar ernstig aan.
<Hij> ‘Liefje, ik moet wat met je bespreken. Ik denk, dat we tot een oplossing gedwongen worden. Ik heb een rapport ingediend over mijn project. Het is negentig procent af, maar ik moest nu al waarschuwen, dat er in het programma, wat nu gebruikt wordt, ontoelaatbare fouten zitten, die grote schade kunnen veroorzaken. Puur geluk, toeval, dat er nog niets gebeurd is. Kan elk moment komen. Ik ben klaar met fouten zoeken, ik weet welke er in zitten, ik ben nu bezig de laatste stuk of tien er uit te halen. Ik heb voor de directie alles uit moeten leggen. Met de topcomputerspecialisten erbij. Ze vertrouwen me, en hebben me gelijk gepromoveerd. Als dank voor de waarschuwing.’
<Zij> ‘Gefeliciteerd. Knap hoor. Ook opslag?’
<Hij> ‘Dank je wel. Ja, een heel aardige opslag. Maar ook een heel grote bonus in het vooruitzicht. Tonnen. Ik ga per slot van rekening miljoenen besparen.‘
<Zij> ‘Wat fijn voor je. Dan kan je vast doen en laten wat je wilt.’
<Hij> ‘Nee, helemáál niet. Ik kan er materieel wel erg veel mee, al heb ik eigenlijk op dat punt niets nodig. Maar ik kan er geen geluk mee kopen. Ik moet verhuizen, omdat ik op het hoofdkantoor moet gaan werken. Dat is hiervandaan twee uur rijden. Bij jou vandaan twee uur en een kwartier, je woont de andere kant op.’
<Zij> ‘Wat? Weet je waar ik woon?’
<Hij> ‘Nee, alleen welke kant op. Ik heb je beloofd niets uit te zoeken, dat heb ik ook niet gedaan. Maar ik ben en blijf een puzzelaar. Als je, vóór je weggaat, naar de verkeersinformatie luistert, is je aandacht op een bepaald punt in één keer weg. Daardoor weet ik intussen dat je een bepaald stuk snelweg gebruikt. Je bent als je belt hier meestal in twintig minuten. Het is vijf minuten van hier naar de snelweg. Een kwartier dus voor een stuk snelweg en een stuk andere weg. Te veel mogelijkheden om zelfs maar je woonplaats te bepalen.’
<Zij> ‘Slim hoor. Je mist niets. Zelfs op me letten terwijl ik naar de radio luister. Kan je die overplaatsing weigeren?’
<Hij> ‘Ja. Maar dan wordt de promotie teruggedraaid. Krijg ik er ook nooit meer één. Kom ik ook niet, binnen een jaar of vijf, in de top, al interesseert me dat weinig. De bonus wordt dan ook verlaagd, maar dat is ook het ergste niet. Ik heb bedenktijd gevraagd. Gekregen, maanden, als ik het nodig had. Maar liever niet, hooguit een paar weken. Een huis is er al. Ik wilde er met jou over praten.’
<Zij> ‘Heel lief van je. Maar je kan niet weigeren, dat weet je ook wel. Jammer, jammer, jammer. Ik zal je veel minder vaak kunnen zien. Of helemaal niet meer. Ruim twee uur extra heen, ruim twee uur extra terug, een ramp.’
<Hij> ‘Ik zou theoretisch ook naar jou toe kunnen komen. Een hotelletje halverwege wil ik niet.’
<Zij> ‘Ik ook niet. Maar bij mij gaat óók niet. Het ziet er naar uit dat we . . . elkaar niet meer zullen zien.’
<Hij> ‘Tja. Mij op komen zoeken zou het rekken van het einde zijn. Het is gewoon te ver weg. Of, liefste, heel voorzichtig, en heel onromantisch gevraagd, je gaat met me mee.’
<Zij> ‘Nee, sorry als het hard klinkt, dat is absoluut uitgesloten.’
<Hij> ‘O. . . . Dan wordt het stoppen.’
<Zij> ‘Ja. . . . Liefje, het wordt nu moeilijk voor je. Ik heb er steeds al over nagedacht. Altijd al, vanaf het begin. Ik wist dat het ging gebeuren.’
<Hij> ‘Dan wist je meer dan ik. Ik hoopte, een beetje tegen beter weten in, dat het ooit wat vasts zou worden.’
<Zij> ‘Heb ik je ooit daar aanleiding toe gegeven?’
<Hij> ‘Nee, en ik wist dat er geen sprake van kon zijn, totdat je meer over jezelf wilde vertellen.’
<Zij> ‘Ik ben blij dat je dat steeds begrepen hebt. Je bent hartstikke lief geweest, me nooit iets gevraagd. Ik ga je nu vertellen waarom ik nooit verder wilde. En waarom ik niet mee ga. Ik ben bang dat het een grote schok voor je is. Ik weet niet hoe je het op gaat vatten. Alles is mogelijk, daarvoor ken ik je niet goed genoeg. Ik denk niet dat je kwaad wordt. Als ik het goed inschat, zal het je pijn doen. Het is eigenlijk niet te vermijden. Maar het zou je ook kunnen helpen om er mee te stoppen.’
<Hij> ‘Ik weet ook te weinig van jou, om het te raden. Vertel het maar. Er zit niets anders op.’
<Zij> ‘Je mocht niet weten wie ik was, omdat ik . . . getrouwd ben.’
<Hij> ‘Oh. . . . Shit.’
<Zij> ‘Tja. Ik vertel je iets meer. Mijn man is heel onregelmatig thuis. Hij reist over de hele wereld, dichtbij en veraf, kort en lang. De laatste tijd ook veel in het weekend. Ik weet wel precies wanneer hij thuis is, bijna op de minuut af. Hij geeft me ook steeds op tijd zijn planning. Maar ik zit me te vervelen, ik heb te weinig te doen. Ik mag van hem niet werken, dan ben ik er misschien niet als hij er wel is. Financieel ook absoluut niet noodzakelijk. Ik ben ook geen verenigingsmens. Ik kan goed organiseren, daar ben ik voor opgeleid. Met het huishouden ben ik gauw klaar. Je merkt het hier ook. Ik kom niets te kort, ook niet op seksueel gebied. Tenminste, dat dacht ik steeds, ik weet nu beter. Nou, nu weet je ook hoe het heet wat we hebben. Een affaire.’
<Hij> ‘Wel eens eerder gehad?’
<Zij> ‘Nee. Nooit gewild. Nooit naar op zoek geweest. Bij jou ook niet. Ik was alleen op zoek om wat te doen tegen de verveling. Ik maak wel vaker een praatje met vreemden. Toen wij aan de praat raakten gingen het direct zo . . . abnormaal gezellig. Een schitterend gesprekje in die winkel. Een keer een vrijgezellenflat bekijken leek me wel interessant. Ik heb een normaal huis. Ik hoorde mezelf vragen mee te mogen. Ik snapte mezelf niet. Maar ik wilde wat langer bij je blijven, roken, praten. En toen ik je flat zag, een beetje opruimen. Daarna kon ik er niet gelijk mee stoppen. Je was zo rustig, lief, dankbaar voor alles, je vroeg nooit wat. Iedere keer dacht ik, nog een keer maakt niets uit, ik zie wel hoe lang het duurt. En alles is meegenomen, ook voor hém. Doordat ik jou heb leren kennen, begrijp ik . . . mijn echtgenoot wat beter. Vind ik hem liever. En hij mij. Ik wil bij hem blijven. Jíj kan wat anders zoeken. Een schrale troost natuurlijk, maar meer is er niet. Dat zoeken kan je volgens mij nu wat makkelijker. Je hebt, denk ik, van onze eh affaire ook wat opgestoken. Ga maar rondsnuffelen.’
<Hij> ‘Mooie beeldspraak.’
<Zij> ‘Ja. Hoe denk jij over affaires?’
<Hij> ‘Ik ben in principe monogaam. Ik haak onmiddellijk af als ik merk dat een meisje getrouwd is. Bij jou heb ik er nooit aan gedacht.’
<Zij> ‘Zet je me nu, zogezegd, gelijk bij het grof vuil?’
<Hij> ‘Nee. Ik moet nadenken. Ik kan niet doorgaan alsof er niets aan de hand is. Als ik getrouwd was zou ik niet willen dat mijn vrouw . . . een affaire had. Ik wil niet onmiddellijk stoppen. Dat hoeft wat mij betreft ook niet. Net wat je zei, nog een keer maakt niets uit. We moeten maar afbouwen. En stoppen als ik verhuis. Als je wilt.’
<Zij> ‘Afbouwen en stoppen. . . . Ja, er zit niets anders op. Het moest eigenlijk toch al. Het spijt me, dat je het nu moeilijk hebt. Ik wist eigenlijk al vanaf het begin dat het niet lang kon duren. Dat zou niet eerlijk voor je zijn. Maar ik kon het je niet eerder zeggen. We genoten er zo van. Ik rekte het iedere keer, ik dacht, dan worden de herinneringen later mooier. Een beter tegenwicht voor het onvermijdelijke einde van een affaire. Snap je?’
<Hij> ‘Ja, dank je wel. Je hebt het ontzettend lief gedaan. Ik heb heel mooie herinneringen. Ik zal je, alles, nooit vergeten. Maar niet om je treuren. Nou, in het begin natuurlijk wel. Maar daarna, zo mooi om af en toe aan terug te denken.’
<Zij> ‘Ja. Zucht.’
<Hij> ‘Heb je alles voor niets opgeruimd. Ik vond het nog wel zo’n succes.’
<Zij> ‘Nee, niet voor niets. Je hebt af en toe meegekeken hoe ik het deed. Je kan het nu zelf.’
<Hij> ‘Wel beter dan eerst, maar niet zo goed. Ik zal erbij natuurlijk aan jou moeten denken.’
<Zij> ‘Dat zal nog wel even duren, ja. Voordat de details vervagen en er overblijft, wat een mooie tijd.’
<Hij> ‘Een heel mooie tijd. Ik zeg het eerlijk, ik weet nog niet of het de mooiste tijd, tot nu toe, in mijn leven is, het moet eerst wat langer over zijn. Je weet van mijn vorige verkering iets, daar ga ik natuurlijk op een gegeven moment mee vergelijken. Ik denk dat die gaat winnen, omdat die zo lang geduurd heeft. En omdat ik er jaren af en toe aan teruggedacht heb. De laatste tijd niet veel, maar nu komt het weer boven. Achteraf gezien heb ik veel te weinig met haar gepraat, ook veel te weinig gezegd wat ik voor haar voelde. Tja, we waren toen een stuk jonger. Niet dat ik denk dat het dan anders gelopen was. Ik heb altijd geweten dat ze iets minder voor mij voelde dan ik voor haar. Dat vond ik toen niet erg, ik vond het meer dan genoeg. Onze . . . affaire heeft niet zo erg lang geduurd. Hoe lief je ook bent, en zo, dat kan, denk ik, niet op tegen die heel lange geweldige verkering, al ging het aan en uit. Nou ja, nu heb ik twéé mooie periodes om af en toe aan te denken. Maar meestal heb ik het te druk met het heden, en de korte toekomst. Misschien ruik ik ooit nog eens wat.’
<Zij> ‘Ik hoop het voor je. Liefje, we kunnen beter gelijk stoppen met samen douchen, dat zal niet zo moeilijk zijn, omdat ik voorlopig, als ik kom, wel bij je blijf slapen. Ik zal wel langzaam aan korter en minder vaak komen, afbouwen dus. Hoe precies weet ik niet, dat moet ik nog bekijken. Laten we verder vanavond maar doen wat we altijd doen. En morgenochtend na elkaar douchen. Na de koffie moet ik weer weg.’
 Zo deden ze het ook.

 12e Keer. Vrijdagavond en Zaterdagmorgen

 Ze kwam ‘s avonds, na het eten. In bed vrijden ze rustig.
‘s Morgens na de koffie ging ze weer. De rest van het weekend stortte hij zich maar op zijn hobby.

 13e Keer. Woensdagavond en Donderdagmorgen

Ze kwam ‘s avonds, weer na het eten. Onder het koffiedrinken pakte hij haar hand vast.
<Hij> ‘Kan je zaterdag en zondag komen? Alsjeblieft?’
<Zij> ‘Eh, ja. Toevallig wel. Hoezo? Je hebt me nog nooit gevraagd wanneer ik weer kwam. Hooguit voorzichtig gevist.’
<Hij> ‘De woensdag er na verhuis ik.‘
<Zij> ‘O. . . . Ik snap het.’
<Hij> ‘Dat wordt ons laatste weekend. Laten we het rustig aan doen. Niet treurig. Fijn maken om op terug te kijken.’
<Zij> ‘Ja, overdag rustig. In bed ook rustig bloot bij elkaar liggen. Eh, even denken. . . . Zondagavond na het eten moet ik dan weg. Afscheidskusjes in plaats van koffie. Jammer, maar niets aan te doen.’
‘s Morgens bleef ze weer uitslapen.

 14e en laatste Keer. Zaterdag en Zondagmorgen

 ‘s Morgens kwam ze al om negen uur binnenstormen. Ze sleurde hem uit de hal mee naar de kamer en smeet hem bijna op de bank. Ze kwam op zijn schoot zitten. Hij snapte er niets van.
<Zij> ‘Liefje, vanmorgen viel me ineens wat in. Waar ik véééél eerder aan had moeten denken. Maar ik was te veel met mezelf bezig. Iets héél moois, hoop ik, wed ik. Als je ongeveer naar toe gaat waar ik denk dat je naar toe gaat. Waar ga je naar toe, op die twee uur afstand?’
<Hij> ‘Groningen.’
<Zij> ‘In de stad?’
<Hij> ‘Ja. Hoezo?’
<Zij> ‘O, wat fijn, wat fijn. Dat vermoedde ik al. Ik ga wat leuks doen. Denk ik. Nee, ik weet het zéker. Het móet lukken. O, ik kan wel janken. Als ik jou zie, en dan . . . Mag ik bellen?’
<Hij> ‘Natuurlijk.’
 Ze pakte de telefoon van de salontafel en koos een nummer.
<Zij> ‘Liefje, met je zus. Alles goed? . . .
Ja, met mij ook. Ik weet dat ik pas gebeld heb. . . . Ja, ik zit bijna te janken, omdat ik wat leuks heb, denk ik. . . .
Ja, dat klinkt tegenstrijdig. Heb je tijd? . . .
Mooi. Ik val met de deur in huis. Heb je momenteel een relatie? . .
Nee dus. Mag ik, als je liefhebbende zuster, je dan proberen te koppelen? . . .
Je weet best dat ik nog nooit tegen je gezeurd heb over dat je nog niemand gevonden hebt. Maar ik heb zo’n fijne kandidaat voor je. . . .
Ja, nu te ver weg. Daar weet ik alles van. Maar volgende week niet meer. . . .
Wacht even. Dit is een soort driegesprek, hij zit naast me, hij hoort wat ik zeg. Hij zit trouwens te grinniken. Vind je dat al geen goed teken? . . .
Zo hoef ik alles maar één keer te vertellen. Ik praat zó tegen je, dat hij begrijpt wat jíj tegen míj zegt. Behalve als ik vind dat hij iets van jou niet hoeft te horen. Kan je rustig intiem worden. . . .
Nee, dit kan wél. Bij hém wél. Hij is hártstikke eerlijk. En zo lief, joh. . . .
Ja, natuurlijk is dit een rare toestand. Maar daar zaten we vroeger toch ook niet mee? . . .
Dan zal ik je geheugen even opfrissen, zusje. We zaten een keer naast elkaar op het strand. Allebei te vrijen met een jongen. Dat hebben we vaak gedaan. . . .
Laat me even vertellen. Is voor hém ook leuk. Ik weet niet wat híj uitgespookt heeft vroeger, maar dan hoort hij eens hoe meisjes er tegenaan kijken. . . .
Ja, wij. Één keer hebben we even geruild. Dat vonden die jongens ook leuk. Want ze mochten ook een beetje aan ons komen. Hand om een borst, wel over de kleding. Maar dat was maar een bikini. . . .
Nee, niet zo lang. Want de jouwe had niet zo’n grote in zijn zwembroek. . . .
Nee, niet erin, eroverheen gevoeld. Ik vond dat zo leuk, als je voelde dat ze een grote kregen. . . .
Niet zeuren, hij zit continue te grinniken. . . .
Ik weet nog de eerste keer dat je zag dat ik een jongen zo beet had. Nog vóór het donker was. Je bloosde. Je deed dat nog niet. Alleen je borsten laten voelen. Maar dat vond ik nooit eerlijk, ik wilde ook wat. Dus moet je ze dan daar beetpakken. . . .
Die zwembroeken waren toen niet zo dik. . . .
Nou, na vijf minuten knipoogde je naar me, had jij hem ook gepakt. . . .
Ik weet het zeker. Ik heb je zelfs gevraagd, lekker? Groot genoeg? Toen schoten we allemaal in de lach. . . .
Die jongens vonden dat best, als ze maar tietjes mochten voelen. Ik kon me dat toen goed voorstellen. Voor zo’n jong, om te mogen kussen, en met zoiets zachts, ronds, te mogen spelen. . . .
Ja, en dan over hun zwembroek ook gestreeld te worden. . . .
Bij ons mochten ze zelfs niet óver ons broekje strelen. Je deed toen niet zo makkelijk je benen wijd. Die jongens hadden niets te willen. We grepen ze gewoon, eerlijk of niet. Zij bij ons boven, wij bij hun onder. . . .
Je wilde er toen niet zo over praten, op dat gebied liep je toen iets bij me achter. . . .
Daarom weet ik ook niet, of het jou ook wel eens gebeurd is, dat ze door je strelen in hun zwembroek klaarkwamen. . . .
Nou, dan was je te voorzichtig. . . .
Nee joh, hij zit zich rot te lachen. De eerste keer ben ik natuurlijk wel geschrokken. . . .
Ik wist alleen theoretisch dat ze klaar konden komen. Niet wanneer. En hoe ze dan tekeer gingen. . . .
Niet zo geschrokken van dat hij klaarkwam, dat vond ik leuk, interessant. Was behoorlijk lekker voor hem. . . .
Dat heb ik hem gewoon gevraagd. Ik mocht het zo vaak doen als ik wilde. Nee, geschrokken van dat hij een natte plek in zijn zwembroek had. Moest hij zich aankleden, kon niet zo blijven zitten. . . .
Alleen die keer. Daarna, als ik merkte dat ze het niet droog konden houden, liet ik ze een zakdoek of zo pakken om het op te vangen. Konden ze zonder natte plek in hun zwembroek blijven zitten. . . .
Hij. En andere na hem. . . .
Ik vertel lekker nog even verder. Ik vind dit zo gezellig. . . .
Hij zit zo te genieten, joh. Dat heeft hij verdiend. Vertel ik nog wel. Toen we wat ouder waren, ik noem geen leeftijden, mochten ze, als het donker was, ook boven ín onze bikini’s. .
Ja, ik vond dat lekker. Als ze het lief deden, anders was het gauw afgelopen. . . .
Bij heel lieve deed ik hem los, konden ze er heel goed bij. . . .
Als ze zelf niet op het idee kwamen, pakte ik hun hoofd en duwde hun mond tegen een borst. De rest ging dan vanzelf. . . .
Ja, ik vond dat lekker. Vooral als ze lief met hun tong met een tepeltje speelden. . . .
Ja, ik trok gewoon hun zwembroek een stukje naar beneden, die waren me te strak om er in rond te voelen. Er heeft er nooit één geprotesteerd. Konden ze ook moeilijk, met hun handen of mond vol. . . .
Hij zit met tranen in zijn ogen van het lachen. Ik gun het hem, daarom ga ik nog iets verder. . . .
Ik vond dat wel leuk, met zo’n grote spelen. Bloot, zonder zakdoek eromheen. Alles van zo’n jong voelen, hun hele klokkenspel. Zij vonden dat ook zo lekker, daar beetgepakt te worden. . . .
Ja, het kan soms een klam zootje zijn. Maar daarom ben ik nooit gestopt. Ik pakte dan iets om het af te drogen. Dat alléén al vonden ze prettig. Als er niets was, dan hun onderbroek maar. Die jongens vonden alles best, als je ze maar streelde. . . .
Nee, zusje. Hij mag het horen. Zeur er niet zo over. En dan, als die jongens het zelf niet vroegen, na een tijdje, deed ík het wel, op tijd. . . .
Gewoon, vragen of ze klaar wilden komen. . . .
Nee, vonden ze niet erg, dat ik het vroeg. Nooit één geweigerd. . .
Ja, konden ze lekker vrijuit spuiten. Veel of weinig, dichtbij of soms heel ver. Even wat zand erover en het was verdwenen. . . .
Dat gaat je niets aan, ik vertel wel veel, maar niet alles. . . .
Je wordt wel brutaal, maar ik vertel er toch iets over. Hij geniet zo. . . .
Daarom wil ik dat je hem ontmoet. Maar op een gegeven moment wilde ik weten hoe dat was, klaarkomen. Ik wist dat het kon, zonder een grote naar binnen te laten gaan. . . .
Dat wist je toen óók, ik heb je het laten lezen, toen ik het ergens tegenkwam. . . .
Nee, een voorlichtingsblaadje of zo. . . .
Nee, je kwam toen niet aan jezelf. Dat mocht niet. Stom, méér zeiden ze nooit. . . .
Nee, je vraagt maar. Heb ik het een lieve jongen over m’n broekje laten proberen. Had hij nog nooit meegemaakt, maar hij wilde het graag doen. Nou, dat lukte. Hij blij, ik geschrokken. . . .
Het was hartstikke lekker, maar ik schrok omdat ik zo tekeer ging, véél te intiem met zo’n jongen erbij. Maar ja, zonder ging het niet. . . .
Nog wel eens vaker, maar dan moesten ze héél erg lief zijn. Het heeft daarna lang geduurd voor ze ín m’n broekje mochten komen. En nog langer voor ze me dan zo klaar mochten laten komen. Dan moesten ze wel vrééééselijk lief zijn. Gebeurde dus niet zo veel . . .
We hadden geen geschikte plek, thuis kon niet en je ging niet met een jongen ergens naar binnen. Alleen op het strand, tegen de duinenrij. Dan kon je zonodig gillen, er liep altijd wel iemand langs de zee. . . .
Nee, kan ik me ook niet herinneren. En alleen als het niet te slecht weer was. Wat duurden die winters soms lang. We gingen ook niet met iedere jongen mee, wel een beetje kieskeurig. Jij helemaal. Vandaar . . . Nee, sorry. . . .
Ik heb nooit iets gezegd, maar met deze . . . jongen, en omstandigheden, moet ik wel, zusje. . . .
Ja, goed. Dat was over rare toestanden. We hadden er vroeger veel meer over moeten praten. . . .
Ben je in principe tegen mijn koppelpoging? Op deze manier? . . .
Ja, ik leg het zo uit. Fijn. Dan vinden we het alle drie leuk. Hij heeft trouwens een gevoel voor humor wat ik heel fijn vind. Jij dus ook. Je weet ook dat we nogal op elkaar lijken. Uiterlijk véél, iedereen vond, toen we nog thuis woonden, ons allebei er leuk uitzien, maar hadden geen moeite om ons uit elkaar te houden. . .
Ja, vond ik ook jammer, dat we niet méér op elkaar leken, dan hadden we onze vriendjes kunnen pesten, stiekem kunnen ruilen en zo. Het ging alleen die keer expres, de rest wilde nooit. We hadden toen wel ongeveer dezelfde smaak, ik hoop nu ook nog. Hij is zo lekker. Hij lacht weer. . . .
Hij verhuist komende week, hij komt in jouw buurt wonen. . . .
We zijn aan het afscheid nemen. We zagen elkaar af en toe, maar hebben besloten er mee op te houden. Het wordt te ver, je weet het, ik kom ook al veel te weinig bij jou. Tweeëneenhalf uur rijden. Nog iets langer met de trein. . . .
Ja, ik zou hem op kunnen zoeken als ik bij jou op bezoek kwam, maar dat is niets. Ik leg het je nog wel eens uit. Ik was behoorlijk bedroefd, maar vanmorgen dacht ik ineens aan jou. Hij is wat voor jou. Ik weet het zeker. . . .
Hij vindt het doodzonde dat ik getrouwd ben. Anders had je ook geen kans gehad, zus, dan had ik hem zelf gehouden. Voor dag en nacht. . . .
Hij zit zich ook rot te lachen. Maar serieus, ik gun hem je zó graag. Zus, innerlijk lijken we ook aardig op elkaar. Anders had ik vast nooit aan je gedacht. Je zult, op zijn minst, goed met hem op kunnen schieten. Hij is, om te beginnen, lekker rustig, maar niet té. . . .
Luister, zusje, ik wil je best nog meer vertellen, maar ik wil dat even overslaan, we kunnen er zo op terugkomen. Schrik niet, allebei, maar ik wed, dat jullie binnen de kortste keren niet van elkaar af kunnen blijven. . . . O. Dit moet ik even netjes voor hem vertalen. Ja, ik ben aan hem geweest. . . .
Ja, ik ken hem nog niet zo lang. . . .
Ja, ik lijk op je. Je bent alleen wat jonger. Hij knikt goedkeurend. . . .
Weten we van elkaar niet. Hij is iets ouder. Je zoekt het zelf maar uit. . . .
Eh, daarom ben ik ergens blij dat hij gaat verhuizen, ik begon problemen te krijgen met dat lekkere stuk. Hij is zóóóó lief. Hij grijnst weer. . . .
Ik zal het niet te uitvoerig doen, je zoekt het binnenkort zelf maar uit. Hij is iets groter, lenig, leuk om te zien natuurlijk. Ik vertel je nog wel eens, of hij, hoe we elkaar ontmoet hebben. Heel leuk, hij was zo . . . nou ja, kom je wel achter. Zus, zo vind ik het genoeg. Zo kan je hem rustig een keer ontmoeten. Hij bijt beslist niet. Tenzij je dat graag wilt. Het vervolg weet ik al. . . 
Ik weet het wél zeker. Ik ken je toch. . . .
En ik ken hem genoeg om te weten dat hij bij je past. Dat stuk. Lief en lekker. Alleen al om dat lekkere zou je het al moeten proberen. . . .
Ik zeg het expres zo, dat jullie het allebei horen. Hij grinnikt. Nee, serieus, dat lieve en lekkere gaat samen. Alleen dat lekkere wil hij vast niet. Hij schudt zijn hoofd. Geen kans op een one night stand. Hij schudt misprijzend het hoofd, zoals dat heet. . . .
Ik weet, dat je zo niet bent. Ik ook niet. Hij ook niet. . . .
Zusje, alsjeblieft, alsjeblieft. Jullie móeten het proberen. . . .
Hè, gelukkig. Hij knikt. Ik wil hem toch rechtstreeks wat vragen. Ik laat je zijn antwoord niet horen. Kan ik het, als het nodig is, maar dat denk ik niet, vertalen. . . . Wil je haar ontmoeten?’
<Hij> ‘Als ze ook zo lekker ruikt, heel graag. . . . Al lijkt ze maar vijftig procent op je, dan ben ik al bijna onderweg.’
<Zij> ‘Zus, ik kan wel janken. Ik hoef niets te vertalen. Ik laat alleen iets weg. Dat vertelt hij je zelf wel. Ik denk zelfs dat dat het eerste is wat hij tegen je zegt. . . .
Nee, je wacht maar af. Ik bepaal hoe er gekoppeld wordt, jij niet. . . .
Ja, dat komt zo. Hij zei eerst, over het ontmoeten, heel graag. Toen, na even, dat waarom ik bijna moest janken. Hij zei, al lijkt ze maar vijftig procent op je, dan ben ik al bijna onderweg. . . .
Ja, daarom was ik gedeeltelijk blij en gedeeltelijk bedroefd, dat hij zo ver weg ging. Tot jij me te binnen schoot, toen werd ik weer zo blij. Ik zie het hélemaal zitten. Neem hem alsjeblieft eh, van me over. Dan zie ik hem misschien ook nog eens, als ik bij jou kom. . . .
Laten we er maar over ophouden. Ik heb een voorstel voor de eerste ontmoeting. . . .
Nee, ik wil geen vertraging. Ben je ouderwets en wil je dat híj de eerste stap doet? . . .
Dat dacht ik al. Eigenlijk laat hij míj zijn eerste stap voor hem doen. Zo kan je dat ook bekijken. Hij knikt. Nou, genoeg gefilosofeerd. Ik stel voor, dat jij hém de eerste keer opzoekt, daar heb ik een héle goede reden voor. Ik krijg morgen zijn nieuwe adres. Hij kan de straatnaam niet onthouden, een heel rare. Dan bel ik je, en vertel waar en wanneer je je beste beentje voor moet zetten. Dan blijft het voor hém een verrassing. Je moet beslist op díe dag, niet eerder, niet later, anders vergeef ik je dat nóóit. Je merkt dan vanzelf, en hij ook, waarom. O, ik krijg tranen in m’n ogen, het kan zo mooi worden. Lief zusje, doe je dat voor me, alsjeblieft? . . .
Dank je wel. O, ik ben zo opgelucht. Ik zag zo tegen het afscheid op, maar het kon niet anders. Zus, ik wil je nog wat uitleggen, je een beetje waarschuwen. . . .
Nee, eigenlijk geen waarschuwen, meer vóórbereiden. Zus, de eerste twee keer dat ik bij hem was ben ik op een gegeven moment min of meer gevlucht. . . .
Nee, hij gedraagt zich keurig, ik zou bijna zeggen, iets té. . . .
Ik was . . . overstuur, geschrokken, dat ik met een wildvreemde vent zo vreselijk snel zo héél erg fijn, véél te fijn, om kon gaan. Dat mag jij eventueel ook doen, vluchten, en bijkomen. Dat is één van de redenen dat ik wil dat je de eerste keer naar hém toe gaat. Hij knikt, hij begrijpt het. Hij was ook net zo . . . overdonderd. Ik zei al, als ik al niet getrouwd was, nou. . . .
Dat gaat je niets aan. Jíj bent helemaal vrij, geniet er van. Heb je trouwens gemerkt, dat ik nogal wat over mezelf verteld heb, maar bijna niets over jou? . . .
Hij weet verder ook niet veel over mij. Dat hoeft nu ook niet meer. . . .
Ik bel je morgen.’
<Hij> ‘Dank je wel. Wat heb je dat mooi gedaan. Ik zat wel vaak te grinniken, maar je ook te bewonderen, hoe slim je het deed. En ik was af en toe ontroerd, met je mooie verhalen. En dankbaar dat ik ze mocht horen. Misschien nog meer, het was zo . . . afwisselend.’
<Zij> ‘Dank je. Het heeft zo moeten gaan, denk je niet?’
<Hij> ‘Ik denk het ook. Zo voel ik dat ook. Ik zal het haar ook zo uitleggen. Dat ik niet met haar doorga omdat je getrouwd bent, maar omdat het zo heeft moeten lopen. Onze ontmoeting, jouw hulp, waardoor ik veel sneller mijn programma bijna af had. Voor ik je ontmoette heb ik een paar keer bijna het bijltje erbij neergegooid. Met jou in de buurt ging het ineens heel goed. Daardoor mijn verhuizing richting haar, ik denk op een goed moment. Ik begin met haar overnieuw, en hoop dat het wat wordt. Dan worden we familie, en zien elkaar toch nog. Dat kan dan rustig, niemand hoeft precies te weten hoe fijn onze herinneringen zijn.’
<Zij> ‘Ik zou erg gelukkig zijn, als het zo zou gaan. Voor mijn zus, die ik het gun dat ze eindelijk ook . . . nou ja. Voor jou, en voor mij.‘
<Hij> ‘Ik ook. Ik hoop zo, dat ze mijn rare . . . overstap begrijpt, dat ik haar op die manier moest ontmoeten. Dat we ook zo goed met elkaar op kunnen schieten, en zo.’
<Zij> ‘Het verandert een heleboel, hè? We hoeven niet meer treurig te zijn. Het ziet er zo goed uit. Ik ben zo blij. Ik wil nu even kussen.’
 In plaats van op te ruimen hielp ze hem inpakken. Hij had al verhuisdozen, voor de kleine spullen. De grote zouden de verhuizers doen. Het werd een rustig weekend. Ze hielden het overdag bij kussen. In bed deden ze méér. Wel overal aan, wel overal op, maar nergens in.

<Zij> ‘Onze laatste avond. Ik bedoel hier in bed, en zo. Zo hartstikke bloot. Ik heb nergens spijt van. Voor mijn gevoel mocht ik zo ver gaan, maar ook geen stap verder, niet erin. Je snapte direct wat ik bedoelde. We hebben er nooit over gesproken. Je hebt je er keurig aan gehouden. Je hebt vaak genoeg je grote tegen me aangedrukt. Met je gestreel mijn haren in de war gebracht.’
<Hij> ‘Altijd heel lekker. Straks zal ik ze kammen, je was nog niet uitgesproken.’
<Zij> ‘Ja, leuk. Je deed het zo vaak als je maar de kans kreeg, denk ik, ook als we aangekleed waren, bij omhelzen, en kussen. Vanaf toen het mocht, keurig niet ervóór. Je hebt, bloot, altijd goed opgepast dat hij niet naar binnen ging. Een béétje moeilijk voor míj, voor jou denk ik moeilijker.’
<Hij> ‘Ik weet niet hoe ik het moet omschrijven. Hoe dan ook, het was niet zó erg. Ik wilde steeds dat je bleef. Dus deed ik  niet méér dan mocht. Simpel. Maar ook niet minder. En zo vaak mogelijk, als ik dacht dat het weer kon. Maar de hele dag aan je zitten, wat ik wel wilde, behalve onder het praten, dat ging natuurlijk ook weer niet.’
<Zij> ‘Nee, je hebt je netjes gedragen. Dat komt ook in de aanbevelingsbrief naar mijn zus.’
<Hij> ‘Wat nog meer?’
<Zij> ‘Niet veel, wat ze moet weten weet ze al. De rest is ze snel achter, ze is op dat gebied wat vlotter dan ik. Niet op . . . seksueel gebied, je hoorde het. Of ze moet erg veranderd zijn, maar dat heb ik nooit gemerkt. Ik hoop dat ze je gauw lief vindt. En dat ze er gauw achterkomt wat voor lekkers je in je broek hebt.’
<Hij> ‘Nou, nou.’
<Zij> ‘Ja, ik gun het haar. En jou, ze lijkt overal op me, snap je? Van mijn part ga je al na een paar ontmoetingen bij haar naar binnen. Zo. Maar jullie bepalen je eigen tempo. Dat lukt wel.’
<Hij> ‘Heel lief van je. Ik heb geen haast. Je hebt het gemerkt.’
<Zij> ‘Ja. Ik geniet er mooi nog even van. We hoeven voor mijn zusje niet gelijk overal af te blijven, dat zal ze best begrijpen en goedvinden, als ze het ooit hoort. Het slijt er toch niet van. Voor de duidelijkheid, als ik je ooit nog zie, ik denk het wel, bij mijn zus, dan blijft het bij een kusje. Je mag me, moet me, dan wel op mijn mond kussen. Zusje weet méér, maar voor de rest zijn we heel goede kennissen. Dan kan dat.’
<Hij> ‘Dat zal ik dan graag doen. Ik zei al een keer, ik ben in principe monogaam. Ik kan zoiets als wij doen, en ik hopelijk niet binnen al te lange tijd met je zus, niet met twee tegelijk, ik bedoel, door elkaar. Je vindt het toch niet erg, dat ik bijna zonder pauze overstap? Het probéér, in ieder geval?’
<Zij> ‘Erg? Je móet van me. Je sloft, ik vertrouw je. Je zal eerlijk proberen er het beste van te maken. Ik maak me geeneens zorgen. Het lukt gewoon. En nu, lekker nog een keer vrijen.’
 Ze deden het rustig aan, lief kussen en overal strelen. Meer niet, ze waren er niet voor in de stemming.

 De volgende morgen, in de badkamer, wel, voor het laatst. Weer overal aan, overal op, met handen en monden, maar nergens in.
 Na het ontbijt ging ze weg. Ze wilde het afscheid toch maar niet verder rekken.

 Deel 2

 1e Keer. Zaterdag

 De eerste zaterdag in zijn nieuwe huis was hij een verhuisdoos aan het uitpakken toen de deurbel ging. Hij liep naar de deur en deed hem open. Vóór hij half open was en hij kon zien wie het was, wist hij het al. Hij begon gelijk te praten.
<Hij> ‘Ik weet wie je bent. Dat had ik zelfs met m’n ogen dicht geweten. Je zus had gelijk, met wat ik het eerste tegen je zou zeggen. Bijna hetzelfde als wat ik tegen háár gezegd heb. Ik vind je lekker ruiken. Heel beschaafd, niet overdadig. Dat ben ik pas één keer eerder tegengekomen. Bij je zus. Kom binnen.’
 Hij pakte haar jas aan, hing hem op en ging haar voor naar de woonkamer. Ze gingen op de bank zitten. Hij keek haar glimlachend aan. Zij keek een beetje ernstig.
<Hij> ‘Je hijgt een beetje van die trappen. Mijn vorige flat was ook driehoog, maar er is hier een lift, al zit die een beetje verstopt. Maar als ik geen zware boodschappen heb neem ik ook de trappen, dat gaat sneller. Goed. Laat mij eerst maar wat vertellen. Terwijl we elkaar bekijken. Ik weet wat méér van jou dan jij van mij. Omdat je zus zei dat jullie uiterlijk en innerlijk nogal op elkaar lijken. Ik denk niet, dat je het erg vindt dat ik voorlopig je zus er nogal vaak bijhaal. Ze is zo lief, hè? Onderbreek me rustig, als ik te lang of niet naar je zin praat.’
<Zij> ‘Je mag mijn zus er zoveel bijhalen als je wilt, voorlopig. Ze is hartstikke lief. We zien elkaar te weinig, zo ver uit elkaar. We bellen wel veel. Ze heeft je, denk ik, wel een tijdje geheim gehouden.’
<Hij> ‘Tja, dat moest wel. Ik hoor het verder al. Je hebt ongeveer dezelfde stijl van praten. Fijn. Ik vond het, wanneer was het? O, vorig weekend, wat gaat dat snel. Ik vond het een prachtig telefoongesprek. Ik kan jullie ook uit elkaar houden. Genoeg verschil, maar allebei inderdaad leuk om te zien. Heb je, als ik vragen mag, bijna hetzelfde parfummengsel?’
<Zij> ‘Bijna, ja, ik heb het van haar, een keer als cadeau, mogen laten maken. Ze hadden voor mij sneller het goede mengsel dan voor haar. Ze hoefden het hare alleen wat te veranderen.’
<Hij> ‘Het is ietsje anders. Maar net zo . . . heerlijk.’
<Zij> ‘Fijn, dat je er zo gevoelig voor bent. Maar ik ruik ook wat. Koffie.’
<Hij> ‘Sorry, ik was zo verrast dat ik het vergat. Ik haal even. Kijk maar wat rond, als je wilt.’
 Ze liep achter hem aan naar de keuken, keek daarna even in de andere vertrekken. Ze liep achter hem aan de kamer in en ging weer zitten. Hij zette de koffie op de salontafel en ging weer naast haar op de bank zitten.
<Zij> ‘Ga maar verder.’
<Hij> ‘Dit lijkt een herhaling van de eerste keer dat je zus bij me was. Dit heeft ze expres zo geregeld, dat kan niet anders. Zo lief. Ik . . . wil eerlijk en duidelijk zijn. . . . Ik zie je niet als een duplicaat, waar ik nu verder mee ga omdat je zus getrouwd is. Ik zie het als een gelukkig toeval, dat ik, door je zus, jou ontmoet. Zij ziet dat óók zo, ze is er zóóóó blij mee. Je bent niets verplicht, hoor. Het is wel onvermijdelijk, dat ik af en toe zal grinniken, omdat je zus ook op een vreemde, maar wel fijne manier, bij me binnengekomen is. Dat hoor je nog wel eens. En omdat je tot nu toe ongeveer hetzelfde doet. Vind je dat vervelend?’
<Zij> ‘Nee. Onvermijdelijk. En begrijpelijk. Je mag best grinniken, hoor, het staat je niet slecht. Je mag zó verder. Nu even ik. Ik voel wat mijn zus bedoelde, met dat vluchten. Je staat me wel aan, rustig, fijn praten. Je hebt iets . . . aparts. Maar ik ben mijn zus niet, ik was altijd al minder bang met jongens. Wel voorzichtiger. Daarom wil ik eerst wat weten. Ook voor de eerlijkheid en duidelijkheid. Heb je met Titia gevreeën?’
<Hij> ‘Titia? Heet je zus zo?’
<Zij> ‘Ja, dat weet je toch?’
<Hij> ‘Nee.’
<Zij> ‘Wat nee? Je hebt haar een tijd . . . gezien en je weet niet hoe ze heet?’
<Hij> ‘Nee. Ook niet waar ze woont, wat ze doet, wat voor auto ze heeft. Niets. Dat wilde ze niet vertellen. Alleen, na een tijdje, dat ze getrouwd was. Meer weet ik niet van haar.’
<Zij> ‘O. . . . Ik moet eens nadenken over wat voor rare toestand dat is. Hoe noemde je haar dan?’
<Hij> ‘In het begin niets. Je kan, als er verder niemand bij is, met iemand praten zonder een naam nodig te hebben. Zoals nu. Later noemden we elkaar liefje.’
<Zij> ‘Dat had ik nooit achter haar gezocht. Ze is slimmer dan ik dacht. Op dit gebied dan. Zeg, . . . ja, het gaat zonder voornaam. Dat liefje komt misschien nog wel. Zeg, aardige vent, ik heb van de week heel veel aan dat driegesprek gedacht. Wat ik gehoord heb en wat ik geraden heb. Titia is áán je geweest. Ik wilde haar verder nog niets vragen. Maar eh heb je met Titia gevreeën?’
<Hij> ‘Ja. Maar niet met haar geslapen, zoals dat heet. Ze is getrouwd.’
<Zij> ‘Nou, daar stoort niet iedereen zich aan, dat weet je ook wel.’
<Hij> ‘Mag ik even? Ga je erg intiem met haar om? Praten jullie overal over?’
<Zij> ‘Nogal intiem, overal over. Vroeger ook bijna alles wat we met jongens uithaalden, en die met ons. Je hebt er iets over gehoord. Eigenlijk alleen niet precies was ze in bed met haar man deed. Wel dat ze het lekker vond. Misschien vertel ik je nu te veel.’
<Hij> ‘Nee, precies goed. Ik wil niet dat je niet meer vrij met haar kan praten. Daarom vertel ik je wat, dat vind ze vast goed. Allereerst, ik mocht niet uitzoeken wie ze was. Dat kon me niet schelen, ik vond dat een bijzaak, dat zou misschien later wel opgelost worden. En ik moest niets tegen haar zin doen, anders zou ze een tijd niet meer komen of helemaal wegblijven. Ik vond alles goed, als ze maar kwam. Ze kwam en ging wanneer ze wilde. Toen ze een keer voor de deur zat te wachten heb ik haar een sleutel gegeven. Ze heeft bij me geslapen. Ik wilde op een stretcher, maar dat vond ze niet nodig, omdat ik een tweepersoonsbed had. Ze zei het zo mooi, als je maar niet aan me, op me of in me komt. Dat deed ik natuurlijk ook niet, ik wilde dat ze bleef. Het was steeds heel gezellig, ze heeft mijn hele huis schoongemaakt en opgeruimd. Dat vond ze leuk, terwijl ik op mijn computer bezig was. Kan je het volgen? En een beetje begrijpen?’
<Zij> ‘Ja, ik kan me voorstellen hoe het gegaan is. Ook waarom ze het gedaan heeft, als ik je zo hoor praten. Ik hoef je nog niets te vragen, je vertelt zo eerlijk. Ga door. Als je nog meer wilt vertellen.’
<Hij> ‘Ja, dat wil ik. Na een tijdje mocht ik wél aan haar komen. We hebben geknuffeld, gekust en elkaar gestreeld. Ik ben dus wel áán haar, maar niet op of in haar geweest. Je weet nu hoe we hebben gevreeën. Daar kan je dus vrij met haar over praten, wat mij betreft. Wat haar betreft denk ik ook wel. Ze wist niet wat ze met me aan moest. Haar huwelijk ging vóór. Ze was zóóóó blij dat ze me met jou in contact kon brengen. Ze heeft het ontzettend leuk gedaan. Zusje van Titia, ik weet niet hoe je heet, of waar je woont, wat je doet, bijna niets. Titia heeft héél voorzichtig gepraat tijdens dat telefoongesprek. Ze heeft jou de kans gegeven om op dezelfde manier te beginnen als zij. Als je er genoeg van hebt kan je verdwijnen, dan kan ik je, net als je zus, niet opsporen. Daarom heb ik je ook niet gevraagd hoe je heet. Het enige wat ik nu weet, is de roepnaam van je zus. Jullie, ik vind jou ook al lief, zijn zó lief, dat ik het aan jullie overlaat wat jullie me vertellen willen. Van mij mag je alles weten, Titia weet wel wat van me, van mijn werk en zo. Lang niet alles, zo lang kennen we elkaar niet.’
<Zij> ‘Nou, dank je wel. Voor je openhartigheid. Heel fijn, dat ik gewoon met haar kan blijven praten. Ik begin te voelen waarom ze in het begin bij je wilde blijven, ondanks dat ze getrouwd was. Omdat je zo fijn praat vind ik je ook al lief. Stom zeg.’
<Hij> ‘Ja, heel stom. Ik heb weer ongeveer hetzelfde gevoel als met je zus. Zo makkelijk, zo fijn praten. Maar je bent duidelijk anders. Er zijn genoeg verschillen. Ik . . . ik ruik het, ik zie het, ik hoor het, ik merk het, ik . . . nee, meer niet.’
<Zij> ‘Er mist nog, ik voel het.’
<Hij> ‘Ja, ik heb je zelfs nog geen hand gegeven.’
<Zij> ‘Nou, aardige jongen, gaan we daar wat aan doen. Een beetje sneller, denk ik, dan Titia durfde. Kus me maar, een beetje rustig aan, niet te lang, niet te kort.’
 Hij kuste haar, rustig aan, niet te lang, niet te kort. Na afloop zat ze naar hem te glimlachten. Ze zei niets. Ze wachtte.
<Hij> ‘Nou. Dank je wel. Lekker. Genoeg verschil. . . . Ik twijfel, ik denk ergens aan. Mag ik je nog een keer kussen? Ongeveer hetzelfde? Dan weet je deze keer wat je te wachten staat.’
<Zij> ‘Nou, grapjas, je smoest mooi, maar doe maar.’
 Hij kuste haar weer, ongeveer hetzelfde. Ze wachtte weer, glimlachend.
<Hij> ‘Ja, een duidelijk verschil. Ik zeg niet lekkerder of minder lekker, dan kan je geen ruzie maken met je zus. Anders. Ik denk ook dat ik weet waarom. Je zus is getrouwd, ze kuste . . buiten de deur. Jij bent vrij. Je snapt het vast wel.’
<Zij> ‘Dat is . . . mogelijk. Waarschijnlijk zelfs. Dat je dat voelt! En het kan verklaren. Heel mooi. . . . Ik zal haar wél vertellen dat je heel lekker kust. Haal maar nieuwe koffie, deze is koud geworden. Jouw schuld, dat overkomt me anders nooit.’
<Hij> ‘Dank je. Ik ben blij dat ik, om te beginnen, goed bij je overkom. Andersom, geweldig. Ik haal koffie.’
 Toen hij terugkwam met de koffie zat ze voor zich uit te staren. Ze schrok, toen hij de koffie voor haar neerzette.
<Zij> ‘Merci. Ik zat na te denken. Over Titia, dat ze niets van haarzelf verteld heeft. En wat jullie gedaan hebben. In en buiten bed. Hoe openhartig en eerlijk je bent. En . . . eerst koffie.’
 Ze dronken rustig de koffie op. Hij bleef haar glimlachend aankijken, zij keek nadenkend naar hem. Toen haar kopje leeg was zette ze het vrij hard neer. Ze keek hem aan, nu ernstig.
<Zij> ‘Ik ben, wij zijn, de jongsten niet meer. Ik bedoel niet dat we oud zijn, we gaan al een tijdje mee. Hè, ik zit te zwammen. Opnieuw. Ik weet het van jou niet, maar ik heb het nodige gescharreld. Je weet dat het uiteindelijk nooit wat geworden is. Maar dat terzijde. Onder het scharrelen stoorde me soms wat, ik heb het vaak te laat uitgemaakt, me te veel geërgerd. Ik dacht dan, het wordt wel beter. Maar dat werd het nooit. Wat me vaak stoorde, was het . . . lichamelijk contact. Gehannes van die jongens. Niet op een fijne manier met een meisje omgaan. Jij kust. . . heel lekker. Maar voordat ik me verder met je . . . bemoei, wil ik toch iets meer weten wat ik kan verwachten. Als het me niet bevalt stap ik gelijk weer op, is het me verdere moeite niet waard. Titia wil ik het niet vragen. Ja, lach maar. Ik durf je iets te vragen, omdat je zo rustig blijft. Dat zei ze al, maar ik had het toch wel gemerkt. Als je iets niet goed vindt hoor ik het wel. Ik eh . . . wil hier, op de bank, een beetje onderuitgezakt gaan zitten, bijna liggen. Inderdaad, slimmerd, het was de bedoeling dat je opstond. Kom eens naast me zitten. . . . Ja. Je voelde het verschil in kussen van mijn getrouwde zusje en vrije ik. Kun je me nu een indruk geven wat ik in de toekomst voor kussen van je kan verwachten? Geen welkomstkus, geen welterustenkus, maar een kus alsof je . . . met me zou willen vrijen? Gaat dat?’
<Hij> ‘Ik ben er nog niet aan toe om met je te vrijen, daarvoor wil ik je eerst beter kennen. Maar ik vind je al wel zo . . . aardig, lief, dat ik een poging wil wagen. En je ruikt zo lekker. Ik zal m’n best doen. Ik wil niet dat je weggaat. Mag ik je wel omhelzen? Mag je mij ook.‘
<Zij> ‘Ja, natuurlijk, dat hoort erbij. Geef me trouwens eerst maar een niet te lang kusje, om te kijken of je er goed vóór zit. Je moet er geen rugpijn van overhouden.’
<Hij> ‘Nog één momentje. Ik weet, dat je zus jonger is dan ik. Jij bent nóg jonger. Daarom moet ik je eerst hetzelfde vragen als haar, of je wel boven de achttien bent.’
<Zij> ‘Dank je wel. Een leuke manier om een compliment te maken.’
<Hij> ‘Daar gaat het niet om, ik wil geen gedonder met je ouders.’
<Zij> ‘O. . . . Wat zei zusje?’
<Hij> ‘Iets dichter bij de dertig dan bij de twintig. Ik durf niets te gokken bij jullie. Ruim achttien zou ik ook geloven.’
<Zij> ‘Stop maar, vleier. Ik ben . . . iets dichter bij de twintig dan bij de dertig. Goed?’
<Hij> ‘Heel goed. Oud genoeg om eventueel mee te vrijen. Maar we beginnen eerst met kussen.’
Hij gaf haar een kort kusje en ging toen iets verzitten. Daarna een iets langere, en verschoof nog iets. Hij keek haar aan en glimlachte naar haar.
<Hij> ‘Hoe was het zover?’
<Zij> ‘Nou, rustig ben je zeker. Je neemt nogal een aanloop. Die kusjes waren aardig, maar nog lang niet wat ik bedoelde. Waarom stop je eigenlijk? Je had ook gewoon door kunnen gaan.’
<Hij> ‘Tja, mijn manier van met een meisje omgaan. Ik wilde je de kans te geven om ermee te stoppen. Als je door wilt gaan, wil je dan nu je armen goed om me heen slaan, daar heb je het straks te druk voor.’
<Zij> ‘Te druk?’
<Hij> ‘Ja, je gaat me toch wel terugkussen? Dat zal je trouwens toch niet kunnen laten.’
<Zij> ‘Beetje hoge dunk van jezelf?’
<Hij> ‘Nee, ik dacht net te merken dat je al voorzichtig begon.’
<Zij> ‘O. . . . Ja, ik kon het niet laten, even proberen. Ik zal op moeten letten, je merkt alles. Goed. Omhelzing zo goed?’
<Hij> ‘Ja, bijna. Mijn beetje hoge dunk van mezelf vertelt me, dat je het zo meteen vanzelf helemaal goed gaat doen.’
 Hij kuste haar een behoorlijke tijd. Keek haar toen aan. Ze deed haar ogen open.
<Zij> ‘Nou, zeg. . . .’
<Hij> ‘Dat was om even te wennen. Je kust fijn terug. Nu weet ik hoe het moet, wat je wilt weten.’
 Hij trok haar nog iets steviger tegen zich aan en begon weer. Na een hele lange tijd maakte ze zich los en duwde ze hem van zich af.
<Zij> ‘Ik wil even uitwaaien, bijkomen, op het balkon. En roken. Kort commentaar, indruk voor de nabije toekomst geslaagd.’
 Ze liep weg, ging op het balkon staan roken, en in de verte staren. Hij deed hetzelfde naast haar. Alleen keek hij af en toe in haar richting. Toen ze hem eindelijk ook aankeek glimlachte hij weer naar haar. Ze bleef even ernstig kijken, glimlachte toen ook.
<Zij> ‘Hoe vond je het?’
<Hij> ‘Indruk voor de nabije toekomst geslaagd. Gewéldig. Je bent heerlijk om te kussen en je kust ook heerlijk terug.’
<Zij> ‘Tja. . . . Ik blijf nog een tijdje, ik zie wel. Titia heeft je geholpen op te ruimen, ik ga je helpen uitpakken. Heb je hier soms een kamer méér dan in je vorige flat? Er staan alleen wat verhuisdozen in.’
<Hij> ‘Ja, voor als ik bezoek krijg dat wil blijven slapen. Zo gauw alles op orde is ga ik hem inrichten.’
<Zij> ‘Ik weet niet of dat een hint was. We gaan nu gezellig de boel een beetje in orde brengen, eten, drinken. Goed?’
<Hij> ‘Graag. Netjes uitgedrukt, ik stel je gezelschap zéér op prijs. Eerlijk gezegd, als ik je niet te snel ga, we praten fijn, het kussen gaat fijn, je ziet er geweldig uit, en waar ik gevoelig voor ben, je beweegt soepel en je ruikt zo lekker.’
<Zij> ‘Nou, ik wilde net aan de gang, maar ik rook er eerst nog één. Kan je het voorlopig een beetje rustig aandoen? Zo’n behandeling heb ik nog nooit meegemaakt. Ik kan me nu héél goed voorstellen waarom mijn zus een keer gevlucht is. Ik heb genoeg aan een pauze. . . . Je hebt wat met mijn luchtje, hè?’
<Hij> ‘Ja, ik vind het heerlijk. Bovendien heeft het je hier gebracht. Nou ja, dat van Titia, maar dat scheelt niet zoveel. Ik heb haar aangesproken, een beetje brutaal voor mijn doen, omdat ze zo lekker rook. De rest weet je.’
<Zij> ‘Ik denk, dat dat dure spul, nou ja, alleen de eerste keer, nu zijn geld wel opgebracht heeft. Kom, we gaan binnen verder uitpakken.’
 Tijdens een keer koffie drinken zette híj zijn kopje hard neer.
<Hij> ‘O, meid, je vindt het vast niet erg dat ik even aan je zus dacht. Je bent het vast van plan, maar bel haar zodra je thuis komt, alsjeblieft. Ze zit vast te wachten. Je moet vertellen dat we al zo goed met elkaar op kunnen schieten, niet waar? Dat je niet gelijk weggelopen bent. Wat het verder ook wordt. Ze zal zo blij zijn.’
<Zij> ‘Weer lief van je. Natuurlijk was ik het van plan. Net wat je zei, wat het verder ook wordt, ik wil haar bedanken. Kan jij gelijk ook je conclusies uit trekken.’
<Hij> ‘Dat hoef ik niet, dat heb ik aan je kussen al gemerkt.’
<Zij> ‘Houd op. Zullen we verder gaan opruimen?’
<Hij> ‘Je mag nu ook bellen. Ik wil wel op het balkon gaan staan.’
<Zij> ‘Ik zei, dat je op moest houden, ik bedoelde met lief doen. Niet zoveel op één dag. Ja, ik bel gelijk. Blijf maar. Weer een driegesprek. Oh, ik ga er ook wat leuks van maken, voor haar, voor alle drie. Je bent aanstekelijk. Heb je haar nummer bij de hand, anders moet ik het opzoeken in mijn agenda, in mijn tasje.’
<Hij> ‘Je zal het op moeten zoeken. Ik heb het niet.’
<Zij> ‘Wat? Dat ook al niet? . . . Tja, van mij heb je ook niets. Raar. Nou, eigenlijk valt het wel mee, het is nu ook nog niet nodig, het gaat best zo. Of vind je het erg?’
<Hij> ‘Nee. Ik wacht rustig af. Bel nou maar. Ik wil graag dat ze het zo gauw mogelijk weet. Ze heeft het moeilijk genoeg gehad.’
<Zij> ‘Dat kon best eens. Als ze je al niets over haarzelf wilde vertellen. . . .
 Zusje, met mij. . . . Ja, ik weet het, we hebben pas nog gebeld. Heb je tijd? Of zit je ergens op te wachten? . . .
 Ja, ik ben bij hem. Dat moest toch van je, vandaag? Hij zit naast me. . . .
 We willen je hartelijk bedanken. Het gaat tot nu toe héél goed. . . .
 Ja, jank maar. . . .
Heb je het er erg moeilijk mee gehad? Dat zei hij net. . . .
 Ja, ik weet waarom je gevlucht bent. . . .
 Nee, ik had aan een pauze genoeg. Je had me gewaarschuwd, ik was beter voorbereid. . . .
 Zelfs een . . . behoorlijk apart geval, Titia.’
Ja, hij weet al hoe je heet, ik versprak me een keer. Nou ja, verspreken? Ik kon toch niet weten dat je hem niets verteld had? . . 
Over het waarom praat ik een andere keer wel met je. Ik snap het ongeveer wel. . . .
Nee, hij weet ook nog niet hoe ik heet. . . .
Verder ook niets, nee. Wil je weten hoe hij heet? . . .
Nou, pech gehad. Ik weet het ook niet. Leuk, hè? We doen zowat hetzelfde. Ik heb me ook niet voorgesteld. Hij ook niet. Dat kwam hoe hij begon, toen ik aanbelde. Nog vóór de deur helemaal open was zei hij, ik weet wie je bent. Ik ruik het. . . .
Ja, je had het voorspeld. Je kent hem aardig. Wat heb je allemaal met hem uitgespookt? . . .
Ik ga het niet doorvertellen, maar hij zit te grijnzen. Wat leuk, ik zie vóór me hoe je mij gebeld hebt, met hem naast je. . . .
O, op zijn schoot. Nou, vertel me de rest dan ook maar. . . .
O. . .
Lieve zus, dank je wel dat je het me wilde vertellen. Heel fijn. Luister, je weet dat je in het begin van een relatie vertrouwen in elkaar moet krijgen. Je hebt me, ons, erg geholpen. . . .
Omdat hij me precies hetzelfde verteld heeft. . . .
Nee, ik heb zélf vrij snel gevraagd wat hij met je uitgespookt had. . . .
Hij wilde alles vertellen, zodat ik met jou vrij kon blijven praten. Lief, hè? . . .
Ja, tot nu toe was het lekker. Ik zei al, ik weet waarom je gevlucht bent. Je zat er mee dat je getrouwd was. Ik zeg je alvast maar, dat ik vind, dat je je héél netjes gedragen hebt. . .
Een beetje aan elkaars lijf friemelen is toch niet erg? . . .
Een beetje véél? O, hij knikt. . . .
Nee, ik hoef niet alles te weten. . . .
Als je denkt dat het beter is. . . . . . .
O. . . . Ja, dat doe ik. Ik blijf nog een tijdje, ik aap je na. Ik bedoel, ik help hem de verhuisdozen uitpakken. Voor verder na-apen kennen we elkaar nog niet goed genoeg. Vindt hij ook. . . .
Nog een keer, hartstikke bedankt. Ik bel je gauw.’
Ze keek een tijdje nadenkend naar hem, glimlachte toen weer.
<Zij> ‘Leuk, hè? Je had gelijk, ze was zo blij. Ze moest ervan janken. Ik ook bijna.’
<Hij> ‘Dank je wel. Fijn gesprek.’
<Zij> ‘Ja, heel fijn.’
<Hij> ‘Vraag het maar.’
<Zij> ‘Wat?’
<Hij> ‘Over het beetje véél aan elkaars lijf friemelen.’
<Zij> ‘Je mist niets, slimmerd. . . . Ze wilde het beslist vertellen. Ik weet niet waarom. Alleen in vage termen. Beetje . . . lastig om over te praten. Genoeg voor jou om het me uit te leggen, zei ze.’
<Hij> ‘Dat zal ik doen. Ik weet waarom. Ze wil je ook niet met vragen laten zitten. Dan weet je alles.’
<Zij> ‘O. . . . Jullie hebben gelijk, ik zou het me ooit afvragen.’
<Hij> ‘Ja, vast. Wat moest ik uitleggen?’
<Zij> ‘Eh . . . Jullie hadden het allebei niet droog gehouden.’
<Hij> ‘Tja. Dat heeft ze mooi gezegd. Dat klopt. Enig idee?’
<Zij> ‘Ik denk het wel. Maar ik heb toch liever dat je het uitlegt, ik kan er nog niet zo makkelijk met je over praten.’
<Hij> ‘Laat ik dan bij mij beginnen, dat is het makkelijkst, dan kan je een beetje wennen. Ze heeft me zó gestreeld, dat ik klaarkwam. Zoals jullie op het strand bij lieve jongens deden.’
<Zij> ‘Tja. . . . Na even wennen, zo praten over mijn zus . . . begrijp ik het. Maar alleen omdat ik je een beetje ken. Anders had ik het niet . . . netjes van haar gevonden.’
<Hij> ‘We zijn niet de eerste keer gelijk zo begonnen. Pas de tweede keer dat ze me opzocht heb ik haar gekust.’
<Zij> ‘O. Netjes. Ik zei al, ik ben sneller.’
<Hij> ‘Misschien heel stom voor een jongen tegen een meisje, maar wil je niet té snel zijn? Dat ik jou vandaag al zo . . . uitgebreid gekust heb vind ik al fijn genoeg.’
<Zij> ‘Ik beloof niets. Dat hoef jij ook niet te doen. Als er iets niet goed, of te snel gaat, zeggen we stop. We kunnen niet helemaal bepalen hoe het gaat lopen.’
<Hij> ‘Ja, dat is beter. Goed. Pas, of al, het is maar hoe je het bekijkt, de vierde of vijfde keer is ze blijven slapen, ze wilde de volgende dag wat opruimen, dan hoefde ze niet heen en weer te rijden.‘
<Zij> ‘Ik vind het inderdaad prettig dat ik ongeveer weet hoe het gegaan is. Niet dat ik me van jullie tempo iets aantrek, dat bepaal ik zelf wel.’
<Hij> ‘Moet je zeker doen. Ik ga door. De zevende keer of zo mocht ik aan haar komen. Pas een tijd daarna . . . konden we het niet droog houden.’
<Zij> ‘Ik denk dat ik ook maar moet weten wat je bij háár gedaan hebt.’
<Hij> ‘Ik heb haar ook zó gestreeld dat ze klaarkwam. Daarna zei ze dat ze niet verder kon gaan. Ik mocht er bij haar niet in. Ik wist toen nog niet waarom. Zo ver zijn we dus gegaan, ik niet erin. We hebben wel steeds alles, tot zover, herhaald.’
<Zij> ‘Hadden jullie daar geen moeite mee? Met niet verder gaan?’
<Hij> ‘Je zus een beetje. Dat kan ze beter zelf vertellen. Ik niet zo. Als ze maar bleef. Toen we er een eind aan maakten, moesten maken, vond ik het wat dat betreft prima. De herinneringen waren mooi genoeg. Ze is zo lief.’
<Zij> ‘Ja. . . . Nou, fijn dat ik het weet. We hebben alle drie gescharreld, jij toevallig het laatst met mijn zus. Dat vind ik niet erg. Ik laat het verder aan jullie over er mee om te gaan.’
<Hij> ‘Ze wil er vast toch een keer met je over praten, of alles je duidelijk is, en willen weten hoe jíj er tegenaan kijkt. Daarom geef ik je mijn samenvatting. Ik houd er heel fijne herinneringen aan over. Ze heeft me heel lief en netjes behandeld. Ze wilde er een eind aan maken, wat ze noemde aan onze affaire, maar dat viel niet mee. Het lukte pas toen ik moest verhuizen. Het laatste weekend daarvoor . . . wat gaat alles snel, dat was vorig weekend, zou ze afscheid komen nemen. In plaats daarvan kwam ze hartstikke blij binnenstormen, ze had aan jou gedacht. De rest weet je.’
<Zij> ‘O, shit, wat roerend. Even pauze.’
 Hij zag dat ze op het punt stond om te gaan huilen. Hij legde een arm om haar heen en trok haar zachtjes tegen zich aan. Na een tijdje ging ze rechtop zitten.
<Zij> ‘Dank je wel. . . . Een affaire. . . . Ja, zo zou je het kunnen noemen. . . . Met een goed eind en een goed vervolg, waarschijnlijk.’
<Hij> ‘Je zegt waarschijnlijk, niet hopelijk.’
<Zij> ‘O. Nou, ik leg het mooi niet uit. Even niet verder praten, maar wat opruimen.’
 Ze ruimden weer wat op, aten, dronken koffie, fris, keken wat TV, ruimden weer wat op, rommelden maar wat aan. Heel gezellig. Niet al te laat ging hij op de bank zitten.
<Hij> ‘Bedtijd.’
 Ze kwam naast hem zitten, glimlachend.
<Zij> ‘Ja, ja. Ik ben hier net, maar ken je genoeg om te snappen wat je bedoelt. Ik moet, of mag, zeggen wat ik wil doen. Het enige bed dat ik gezien heb is jouw bed, voor twee personen opgemaakt. Misschien kan er hier op de bank geslapen worden. Maar jij zegt mooi als eerste wat je wilt. Daarna zeg ik wat er gebeurt. Voel je hem?’
<Hij> ‘Ja, prachtig. Niet wat je wilt. Houd het spannend, onbekende, lief zusje van Titia. Ik wil je nog een keer zo lang kussen als eerder hier op de bank. Dat je daarna verdwijnt, en niet te lang wegblijft. Ik vind het hartstikke gezellig met je. Na het kussen zal ik heerlijk slapen. Als je méér wilt heb je pech gehad. Gebeurt niet. Au. . . . O, van de bank af? Ik snap hem. Wat gaat het fijn.’
 Ze kusten weer lang. Daarna ging ze rechtop zitten, hij kwam naast haar.
<Zij> ‘Commentaar overbodig. Ik bel thuis zusje nog even, met de laatste stand. Zo ongeveer. Ik kom morgenochtend weer. Goed?’
<Hij> ‘Nu vertel ik jou niet wat ik daarvan vind. Om een uur of tien? Dan zet ik de koffie startklaar.’
<Zij> ‘Prima. Tot morgen.’
 Hij moest weer aan haar zus denken. Die kon net zo de deur uitlopen. Mooi, soepel bochtenwerk.

 2e Keer. Zondag

 Hij stond zich in de badkamer af te drogen toen hij de deurbel hoorde. Hij pakte zijn horloge van de wastafel en zag dat het negen uur was. Hij deed een handdoek om en liep verbaasd naar de voordeur. Onderweg ging de bel weer. Hij deed de deur open en wist weer halverwege al dat zij het was. Ze stapte naar binnen, deed de deur dicht en bleef glimlachend en lekker ruikend naar hem kijken.
<Zij> ‘Ik was even bang dat ik je wakker belde. Niet erg, dat ik wat vroeger kom?‘
<Hij> ‘Nee, helemaal niet. Fijn.’
<Zij> ‘Ik werd wat vroeger wakker dan normaal. Ik wilde je weer zien. Nou, ik zie nogal wat van je. Nu we zo te zien al een beetje intiemer worden, mooi figuur met handdoek om, hoe wil je dat ik je noem? Als je het wilt vertellen? Begint het met een D? Staat naast de deurbel.’
<Hij> ‘Ja. Dennis. Titia weet zelfs die D niet, ik had daar geen naambordje. Hier moet het van de verhuurder.’
<Zij> ‘Goed. Laat me nog eens kijken. . . . Nou, je ziet er lekker uit. Ga maar verder in de badkamer. Ik zet de koffie wel.’
 Hij ging blij naar de badkamer. Binnen de minuut werd er geklopt.
<Dennis> ‘Ja?’
<Zij> ‘Mag ik binnenkomen?’
 Hij deed de handdoek weer om en de deur open.
<Zij> ‘Je zegt stop als je iets niet wilt, of je gooit me eruit. Ik wil nog even naar je kijken. Je stond er zo lief bij met die handdoek.’
Dennis ‘Je mag best kijken.’
<Zij> ‘Tja. . . . Dennis, ik kwam eigenlijk niet voor die handdoek.’
Hij gooide de handdoek op het rekje en ging recht vóór haar staan. Ze bekeek hem helemaal, met een ernstig gezicht, een beetje blozend.

<Zij> ‘Indruk voor de nabije toekomst geslaagd. Ik kijk nog even, er komt nog méér, geloof ik.’
<Dennis> ‘Titia vond het mooist, klein beginnen, en dan, met schokjes, door de hartslag, groter worden.’
<Zij> ‘Dan was ik dus iets te laat. Waarom was je niet helemaal klein? Niet dat ik het erg vind, hoor, kleintjes genoeg gezien.’
<Dennis> ‘Het begon toen ik de voordeur open deed.’
<Zij> ‘O. . . . Loop je constant met een grote, als ik er ben? Het is me niet opgevallen.’
<Dennis> ‘Een beetje maar. Maar vanaf daarnet in de hal wat méér, omdat ik alleen met een handdoek om vóór je stond. Nu, op vriendelijk verzoek, handdoek weg, volledige demonstratie.’
<Zij> ‘Nou, ik zei al, kleintjes genoeg gezien. Grote een handje vol. Ik bedoel een stuk of vijf. Je hebt een heel mooie. Staat je goed. Staat ook goed nu.’
 Ze bleef nog een minuut kijken, nog steeds iets blozend. Hij wachtte rustig af wat ze wilde doen.
<Zij> ‘Nou, ik moest er maar mee stoppen voor vandaag. Ik ga verder met de koffie.’
 Weer viel het hem op hoe soepel ze zich bewoog bij het omdraaien en weglopen. Onder het koffiedrinken begon ze langzaam te praten.
<Zij> ‘Je brengt me knap van slag. De tweede keer dat ik je zie loop ik je achterna de badkamer in om naar je . . . te kijken. Ik lijk wel gek. Maar ik kon het niet laten. Ik begon met de koffie en zag in gedachten je de handdoek ophangen. Ik wilde weten wat eronder vandaan kwam. Dat mocht misschien wel van je. Nou, je aarzelde geen seconde. Je stond er zo op je gemak bij, helemaal bloot. Met eh . . . nee, daar zeg ik maar niets over. Ik snap wel steeds beter dat Titia problemen had om met je te stoppen. Arme meid. Ik bel haar vanavond weer, om haar op te vrolijken. Mag ik dit vertellen?’
<Dennis> ‘Ja. Je mag Titia alles vertellen. Vertel haar maar, dat ik ook knap van slag ben, maar het nog niet goed uit kan leggen.’
<Zij> ‘O. . . . Ik kan ook alleen maar vertellen wat er gebeurt. Niet zo goed waarom. Het gaat vanzelf. Zullen we nog koffie pakken? Of elkaar? Ik bedoel, hier weer een tijdje kussen.’
<Dennis> ‘De koffie blijft in de pot wel warm. Ik begin gelijk. Ik weet nog niet hoe snel jij afkoelt.’
 Toen hij stopte keek ze hem onderzoekend aan.
<Zij> ‘Ik weet niet wat het is met ons, Dennis. Nog een keer.’
 Dat deed hij. Daarna sprong ze op.
<Zij> ‘Even roken op het balkon. Daarna aan het werk. Vertel me tussendoor wat over jezelf.’
 Vóór het eten vroeg hij om nog een kusrondje.
<Zij> ‘Alleen als jíj deze keer op de bank gaat liggen. Ik wil een keer helemaal zélf regelen hoe hard ik me tegen je aandruk. Ik vind je een beetje te voorzichtig. Je moet een meisje niet alleen kussen, ook goed vasthouden. Voortaan mag je wel eens wat proberen, ik kan stop zeggen. Vind ik niet erg.’
<Dennis> ‘Ik ben hartstochtelijk genoeg, liefje, maar ik wil het voorzichtig aan doen. Voor mijn gevoel zou ik te ver gegaan zijn als je stop moest zeggen. Ik wil niet, dat die schattige onbekende uit mijn leven verdwijnt.’
<Zij> ‘Ik weet het, ook van Titia. Dat vind je niet erg, hè? Het maakt het voor ons makkelijker. Dennis, lig!’
 Hij ging braaf liggen. Ze drukte zich inderdaad nogal tegen hem aan, hij voelde haar borsten een stuk beter. Ze kusten een tijd.
<Zij> ‘Nou, we kunnen er wat van. Lekker. Voelde je het verschil?’
<Dennis> ‘Ja. Niet alleen het kussen was lekkerder, ook hoe je je tegen me aan drukte. Dank je. Ik voelde . . . ze een stuk beter.’
<Zij> ‘Ja, dat was de bedoeling, ik heb ze niet voor niets. Maar, ze? Zeg het eens. Ik wil het horen.’
<Dennis> ‘Ik twijfelde tussen borsten en borstjes. Borstjes vind ik schattiger klinken voor een lief en lekker meisje, maar je zou je beledigd kunnen voelen omdat ze niet klein zijn. Ik vind ze heel mooi groot, net niet té groot. Wil je hier een keer douchen? Dan kom ík even kijken.’
<Zij> ‘Daar is toch geen douche voor nodig? Maar nu niet. Samen eten klaarmaken, opeten, koffie drinken, dan weer wat opruimen. Vertel af en toe maar wat over jezelf. Eerst hoe je Titia ontmoet hebt. Hoe méér je praat, op jouw mooie manier, vooral over gevoelige onderwerpen, hoe gekker ik op je word. Zo, nu blijf je voorlopig wel aan het woord.’
 Hij genoot er van, hoe ze hem steeds aankeek als hij wat vertelde. Hij deed het in kleine porties, zodat ze steeds even na kon denken, vooral als hij iets intiemer vertelde over Titia en hem. Hij vertelde niet alles, dat hoefde ook niet, dacht hij.
Wat later op de avond gingen ze op de bank zitten. Hij sloeg een arm om haar heen, vertelde nog iets meer, hoe mooi het met Titia was gegaan.
<Dennis> ‘Dat was het voor vandaag.’
<Zij> ‘Dank je wel. Ik bel haar straks nog. Mag ik een sleutel? Ik vond het ook niet leuk voor de deur te moeten wachten.’
<Dennis> ‘Krijg je. Nou, het is bedtijd.’
<Zij> ‘Ja, lieverd. Ik wil nog even kussen, zó, zittend, anders wordt het te laat. Zeg, doordeweeks ben ik druk, ik moet mijn huis ook op orde houden. Zaterdag weer helpen uitpakken? Doe van de week maar dingen waar ik je niet bij kan helpen.’
<Dennis> ‘Als je alleen maar wilt komen om uit te pakken, pak ik je nu gelijk helemaal uit, enzovoort.’
<Zij> ‘Leuk. Erg verleidelijk. Nee, ik kom om de kennismaking voort te zetten, Dennis. Kijken of we, korter of langer, bij elkaar kunnen blijven. Daarvoor moet ik, wil ik, je kussen en nog wat andere dingen uitzoeken. O, één ding weet ik al, een centimeter of achttien. Waarom schrik je? Je hebt al over mijn borsten gepraat.’
<Dennis> ‘Jawel, maar om zoiets ineens te horen? Maar ik dacht gelijk, ze heeft er natuurlijk met Titia over gepraat. Over mijn achttien centimeter.’
<Zij> ‘Ja, leuk, hè? Je zat er niet mee, hè? Je liet hem gelijk zien toen ik het vroeg. Ben je altijd zo makkelijk?’
<Dennis> ‘Nee, ik dacht toen, Titia praatte er makkelijk met me over. Als lief zusje hem al zo graag wil zien mag dat best. Dan schiet de kennismaking ook wat op.’
<Zij> ‘Ja. Hij zag er mooi uit, Dennis. Ik denk dat ik straks goed slaap na het bellen met Titia. Even kort, een aankondiging dat ik haar van de week wat lekkere dingen ga vertellen. Dennis, ik vind het niet erg, fijn voor haar zelfs, dat ze van die achttien centimeter genoten heeft. Dat jullie fijn gevreeen hebben. Je zal best eerder gescharreld hebben en zo, maar omdat ik een hoop over de laatste weet is dat niet interessant meer.’
<Dennis> ‘Fijn. Je mag er van mij best met haar over praten. Zeg haar ook maar dat je van mij voor een bepaald onderwerp een negeneneenhalf krijgt. Ze legt het je wel uit. Dat vindt ze vast leuk.’
<Zij> ‘Ik zie een ondeugende blik in je ogen. Zie je de verlangende bij mij? Nu kussen, hè?’

Hij keek haar weer na toen ze wegging. Niet alleen om het soepele bochtenwerk, ook hoe haar borsten, die hij tegen zich aan had voelen drukken, leuk wat schudden.

 3e Keer. Zaterdag en Zondag

De volgende zaterdag stond hij zich weer af te drogen toen ze de badkamer in kwam lopen, zonder te kloppen.
<Zij> ‘Fijn, ik hoopte dat je een beetje stipt persoon was. Ik ben prachtig op tijd. Leuk klein, joh. Ik heb met Titia van de week over de telefoon zo’n hoop lol over je gehad. Bedankt voor de negeneneenhalf, ik kom er nog wel eens op terug. Het was ook wel even droevig, omdat ze het wat moeilijk heeft gehad, maar dat zakt snel. Omdat ze blij is dat het met ons goed gaat. En dat ze wat van zich af kan praten. Ze leeft met ons mee, om wat ik haar over ons vertel. En ik profiteer er mooi van al wat meer van je te weten. Eh Dennis, ze wilde graag weten of je al meer voor mij voelt dan voor haar. Ik eigenlijk ook wel, maar het kan ook wachten.’
<Dennis> ‘Nee, ik zal je het gelijk vertellen. Eerst, je mag alles wat je wilt aan Titia vertellen, ze heeft ons bij elkaar gebracht. Dan, ik voel al meer voor jou. Vertel haar uitdrukkelijk, dat ik jou anders vind. Daarom zeg ik niet liever, knapper, leuker of zo. Dat lijkt me voorlopig genoeg.’
<Zij> ‘O. Dat is nou niet direct wat ik verwacht had. Veel mooier uitgedrukt. Dank je wel. Volgende, of vorige, onderwerp. Dennis, ik ben af en toe nogal . . . direct, recht voor zijn raap. Ik heb de vorige keer niet zo lang naar je gekeken, ik was toch nogal verrast, zoiets . . . groots, vlak voor mijn neus. Ik heb de hele week onze badkamerscène vóór me gezien. Ik was vroeger niet zo enthousiast over jongensspullen. Ik weet nu waarom. Ik gaf te weinig om ze. Jou vond ik . . . mooi, en mooi groot, nu weer. Het groter worden zien is leuk, maar je bent nu . . . zo indrukwekkend. Ik zou uren naar je kunnen kijken. Ik denk, dat je af en toe wat kleiner zou zijn, maar meestal niet. Anders kan ik er wat aan doen. . . . Dennis, Titia vertelde dat je altijd graag deed wat ze wilde. Dat je, als ze wat vroeg, zo lief glimlachte, en alles goed vond. Doe je dat voor mij ook?’
<Dennis> ‘Ik voel al méér voor je, liefje. Ik denk dat het niet alleen komt omdat je wat anders bent, maar ook omdat je je niet ín hoeft te houden. Je bent vrij. En zo heerlijk direct. En meer voor je vóelen is meer voor je dóen.’
<Zij> ‘Nou, je kan zelfs in je blote kont fraaie redevoeringen houden. Mooi bloot stuk, wil je alsjeblieft zo als je nú bent, puur natuur, een tijd naast me op de bank komen zitten? Koffie drinken, roken. Ik wil op mijn gemak, zittend, jij ook, naar je kijken. Alsjeblieft?’
<Dennis> ‘Je hoeft niet te smeken. Ik ben blij dat je hem mooi vindt en blij, dat ik je een plezier kan doen. Hij kan ook méér dan groter en kleiner worden.’
<Zij> ‘Zo’n demonstratie komt misschien, waarschijnlijk zelfs, later wel eens. Fijn dat je wilt. Ik wil het nu graag doen, al kennen we elkaar nog niet zo lang. Later, je zei het zelf al, wil je er andere dingen mee gaan doen, dan komt er van kijken niet zo veel meer. En ik weet nu al, dat ik dan wat moois gemist zou hebben. Vind je het erg, als het wat lang duurt? Ik weet niet hoe lang.’
<Dennis> ‘Het kan niet zo lang.’
<Zij> ‘Een . . . kwartiertje, half uur toch wel?’
<Dennis> ‘O, ik dacht dat je láng bedoelde. Ik moet maandagmorgen naar m’n werk.’
<Zij> ‘Wat? . . . Oh, Dennis, ik moet bijna vluchten. Of janken. Ik zet gauw koffie. Droog je maar verder af. Kom je zo, zo?’
<Dennis> ‘Ja, zo, zo. Leuk. De koffie is voorbereid, alleen aanzetten. Ik hoopte dat je vroeg kwam. Het is nog fijner dan ik dacht. Leuke show in het vooruitzicht.’
<Zij> ‘Ja, ho maar, ik wilde bijkomen.’
 
Onder het koffiedrinken, roken en kijken begon ze langzaam te praten.
<Zij> ‘Hoe vind je deze toestand?’
<Dennis> ‘Heel fijn. Je bloost nog steeds iets. Je geniet. Dus ik ook.’
<Zij> ‘Ik geniet behoorlijk. Méér dan ik me kan herinneren, waar dan ook van. Alleen als je een slok koffie neemt zie ik hem even zakken. Niet veel. En als je dan weer naar me kijkt, hup, helemaal groot. Zo mooi, het is geen dood ding, het leeft. Ik weet niet wat ik verder zeggen moet, Dennis. Ik wil nog blijven kijken.’
<Dennis> ‘Zeg maar niets. Je mag blijven kijken, alleen af en toe drinken halen. En natuurlijk pauzeren voor de lunch en het avondeten, dan trek ik even niets anders aan.’
 Ze kreeg tranen in haar ogen, die hij wegkuste. Ze keek ook vaak naar zijn gezicht, glimlachte dan terug. Na bijna een uur zuchtte ze.
<Zij> ‘Wat geweldig mooi, joh. Dat je dat zo vol houdt.’
<Dennis> ‘Omdat je er zo mooi uitziet, liefje, zoals je zit te genieten, dan gaat het vanzelf.’
<Zij> ‘Mag ik . . . Titia bellen? Je snapt misschien waarom.’
<Dennis> ‘Ik denk het wel, ik heb jullie al twee keer horen praten. Je mag zo wie zo bellen wie je wilt. Titia zeker. Altijd. Dag en, als je hier toevallig een keer ‘s nachts bent, dan ook.’
<Zij> ‘Hou op. En dat zal dan niet toevallig zijn, maar expres. . . .
Titia, met Rieke . . . Nee, dat wist hij niet. Hij zit dus weer breed te grijnzen. . . .
Ja, ik ben bij hem. . . .
Jij kon toch ook niet wegblijven? . . .
Hij zit naast me, ja. Hij mag alles horen. . . .
Nee, niet op zijn schoot. . . .
Nee, niet gewoon. Ik gekleed, zoals dat hoort. . . .
Nee, op mijn verzoek in z’n blote kont. . . .
Nee, ik kijk tegen een jou bekende voorkant aan. . . .
Natuurlijk, anders was ik al weggeweest. Een centimeter of achttien, je had gelijk, zus. . . .
Ik wilde eventuele vooruitzichten eens goed en rustig bekijken. Nou ja, rustig? . . .
Ja, hartstikke mooi. Wat kan die dat lang volhouden, zeg. . . .
En iedere keer als hij wat zegt, zoiets waar jij voor vlucht, dan moet ik bijna janken. Of een rookpauze houden, buiten op het balkon. . . .Ik dril hem een beetje als een hondje. Houd op. Lig. . . .
Nee, op de bank, kan ik lekker half op hem liggen om hem te kussen. . . .
Ja, daar is dat, houd op, ook voor. Hij gaat maar door. Maar hij luistert al heel goed, vanaf het begin al. Ik denk dat hij net een heel goede leerschool heeft gehad. . . .
Liefje, hij is zo dankbaar dat hij met jou die eh affaire heeft gehad. Ik ook. Daardoor gaat het met ons zo snel goed. Anders hadden we elkaar nooit zo snel goed kunnen begrijpen. . . .
En had hij het eerste jaar niet zó naast me gezeten. Rokende naakte heer. . . .
Hij is ook bezorgd, dat je het zo moeilijk hebt gehad. . . .
Eh, liefje, iedere minuut dat ik met haar praat vergeet ze daar méér van. Ze is ook dankbaar. Titia, hij krijgt bijna ook tranen in zijn ogen, zie ik. Wacht even, ik geef hem een kusje.
Hier ben ik weer. . . .
Ik ga voorlopig nog een tijd naar hem kijken. . . .
Jij hebt je netjes gedragen, dat doe ik ook. . . .
Ik mag toch zo lang ik wil náást hem zitten, als hij dat voor me wil doen, compleet met zo’n mooie grote. Per slot van rekening heb ik verkering met hem. . . .
Nee, hij heeft me niet gevraagd. Ik hem ook niet. Hij zit ook verbaasd te kijken. Nou, ik vertel gewoon, jou en hem tegelijk, hoe de stand van zaken is. Als hij het er niet mee eens is hoor ik het wel. Wacht even, hij wil me kussen, dan zal het wel goed zijn. . . .
Titia, hij is het er dus mee eens. Is hem geraden ook, hij is nu behoorlijk kwetsbaar. . . .
Eh . . . ik weet niet, wanneer ik er aan ga komen. . . .
Ja, ik doe rustig aan. Ik blijf vannacht pas voor de eerste keer bij hem slapen. . . .
Nee, dat wist hij ook nog niet. Wacht, weer kussen. . . .
Ben ik weer, je weet hoe lekker die kust. . . .
Ik kijk hem even direct aan. Titia’s grens, niet aan me, niet op me, niet in me?’
<Dennis> ‘Ik beloof het.’
<Rieke> ‘Hoorde je het? . . .
O, zelfde als bij jou. Maar hoe kon hij dan áán je komen? Schiet me nu pas te binnen. . . .
Andersom? . . . Ja, waarom ook niet? Het resultaat is uiteindelijk toch hetzelfde. . . .
Nee, van mij hoeft een jongen niet altijd het initiatief te nemen. Dan krijg je vaak een puinhoop, daar kan ik over meepraten. Dit gaat geweldig. O, Titia, zo geweldig, met jou praten en tegelijk naar zijn blije gezicht kijken. En naar zijn mooie grote. . . .
Ja, ik weet ook wel dat ze die zo noemen, maar dat is niet te zien, dat kan je alleen voelen. Heb jij dus gevoeld. . . .
Titia, het moet wel heel gek lopen als het niets wordt. . . .

We hebben er nog niet veel over gepraat, ik ben net de derde keer bij hem. Ik zie het aan hem ook, als ik wegga. Hij doet z’n best om te glimlachen, maar hij kijkt wel een beetje bedroefd. Hij knikt. O, wat een eerlijk mens is dat. . . .
Nee, gelijk in bed duiken en . . . geslachtsverkeer wil ik niet. Hij ook niet. . . .
Ja, het gaat eigenlijk vanzelf. Alleen wilde ik in het begin éven wat sneller. Ik wilde weten wat ik kon verwachten, anders wilde ik liever gelijk stoppen. Ik heb de eerste keer dat ik bij hem was, vorige week zaterdag, hem gevraagd me te kussen alsof hij met me wilde vrijen. . . .
Ik weet niet hoe ik er op kwam, maar het resultaat was zeer bevredigend. Je weet er van. . . .
Ja, nog meer. Ik heb hem de dag erna, ‘s zondags, ook in de badkamer verrast. Hij had met een handdoek om de deur open gedaan. Dat vond ik nogal intiem, daarom heb ik toen gevraagd hoe hij heette. Begon met een D. Stond naast de bel. . . .
Nee, hier wel. Nou, Dennis. . . .
Dennis, ze vindt het fijn dat we nu onze voornamen weten. Titia, ik werd nieuwsgierig wat er onder die handdoek zat. Per slot van rekening was hij, het, me nogal warm aanbevolen. . . .
Ik dacht, jij hebt hem gezien en er van alles mee uitgespookt, dan moet het wat bijzonders zijn. Dat wilde ik gelijk wel even zien. Hij hoefde zich er geeneens voor uit te kleden. Dat kan je toch moeilijk vragen als je elkaar net kent. Maar verrassen kon wel. . . .
Ik heb netjes aangeklopt en gevraagd of ik binnen mocht komen. Ik weet hoe het hoort. . . .
Even tussendoor. Bijzondere situatie, hè? Twee zussen die zitten te praten over wat ze met een vent uitspoken. Waar hij bij zit, helemaal bloot. . . . Ja, we zijn alle drie bijzonder. Nou, ik mocht binnenkomen. Hij had weer een handdoek omgedaan. Hij weet ook hoe het hoort. Ik zei, dat ik niet voor een handdoek kwam. Knal, handdoek op het rek. . . .
Ja, hij zit nergens mee. Nou, het was zeker wat bijzonders. Hij stond met een halfgrote. Omdat hij ook alleen in handdoek de deur voor me open moest doen, zei hij. Daardoor wist ik hoe hij er in de badkamer bijstond, nog niet aangekleed. Ik móest er naar toe. . . .
Nee, hij heeft het uitgelegd, en ik ben het met hem eens. Ik word nergens door geremd, ik ben vrij. Die halfgrote groeide natuurlijk gelijk. Leuk. Ik hoorde dat jij dat ook zo mooi vond. Ik snap trouwens nog niet dat je het zo netjes hebt kunnen houden met hem. Heel knap. Het zal best moeilijk voor je geweest zijn. Maar dat is nu bijna vergeten, hè? . . .
Mooi. Wat? . . .
Omdat ik de hele week aan hem dacht, en veel over dat eventjes in de badkamer. Ik vond het achteraf te kort, ik moest er de hele week aan denken. Ik mag nu zo lang kijken als ik wil. . . .
Ja, alleen zei hij, dat hij maandagmorgen naar zijn werk moest. . . .
Nee, zo lang ook weer niet. Ik heb, denk ik, een uur zitten kijken, toen wilde ik jou bellen. . . .
Om je mee te laten genieten, ik weet dat je het fijn vindt. . . .
Nee, ik ga je niet overal bijhalen, maar nu kon ik niet anders. . . .
Waar het hart vol van is loopt de mond van over. . . .
Wat? . . .
Eh, Dennis, ik doe het nu niet, vast later wel, het hoort erbij. Ik moest een hapje nemen. . . .
Jullie zijn net zo erg. Hij liet z’n grote even naar mij wijzen, in plaats van naar het plafond. . . .
Ja, nog steeds. Ik heb goede vooruitzichten. . . .
Nee, de arme ziel. Alleen bij het omhelzen door onze kleding mijn borsten tegen zich aan gevoeld. . . .
Nee, niet gelijk de eerste keer. Hij is inderdaad heel netjes. Maar verleidelijk, zoals hij praat. En kijkt. Ik heb het de keer erna zelf gedaan, me nogal tegen hem aangedrukt, bij het kussen. Hij mag best weten dat ik een meisje ben, geen kouwe kikker. . . .
Ja, is eigenlijk erg weinig. Ik zal wel wat verzinnen om terug te doen. Ik gun hem ook best wat. Zijn urenlange inspanning mag best beloond worden. . . .
Nee, ik heb geen haast. Hoef ik ook niet van hem. Hij is al heel tevreden. Net zoals bij jou. . . .
Ja, ik heb geluk dat je al getrouwd bent. Anders zaten we nu ook niet zo te praten. . . .
Nee, dat was het wel. Ik bel je morgen, als ik met hem geslapen heb. . . .
Met hem, bij hem, ik begin naast hem. . . .
Ik bel vroeg, als hij zich niet gedraagt, of het tegenvalt. Waarschijnlijk ‘s avonds pas, als ik weer thuis ben. O, ik heb niets bij me. Hoe deed je dat? . . .
In een herenpyjama? Nou, weer eens wat anders. Toch al idioot dat ik zo onverwachts blijf. Maar hij lokt het uit. . . .
Dank je wel. Tot morgen, lief zusje.
Ze wenst ons veel netjes plezier.’
<Dennis> ‘Wat mooi, alles, Rieke.’
<Rieke> ‘Ja, Dennis. Rieke komt van Marieke. Ik haal nog koffie, kan je je even ontspannen. Ga maar liggen.’
 Toen ze terugkwam lag hij, met z’n ogen dicht, met een halfgrote. Toen hij haar hoorde en naar haar keek werd hij snel weer groter.
<Rieke> ‘Blijf maar liggen. Drink eerst je koffie op.’
 Ze pakte het lege kopje van hem aan, zette het op tafel. Ze bleef op de rand van de bank naar zijn gezicht zitten kijken. Hij glimlachte.
<Rieke> ‘Tja, daar zitten we dan, Dennis. . . . Titia zei, ik wed, dat jullie binnen de kortste keren niet van elkaar af kunnen blijven. . . . Mag ze gelijk krijgen?’
<Dennis> ‘Het kan niet anders. Het loopt gewoon zo. Waarom zou je me nu niet strelen, als je daar zin in hebt? Ik wed, dat je zat te denken, ik heb hem nu gezien, kan ik er net zo goed even aankomen, maar ik ga het wel drooghouden. Dit is geen gedachten raden, hoor. Gewoon een logische conclusie. Zoveel weet ik nou ook weer niet van meisjes. Ik heb wél iets geleerd van de strandverhalen van Titia.’
<Rieke> ‘Goed dat je het uitlegt. Ik schrok, want dat dacht ik bijna woordelijk. Ik weet ook niet zo gek veel over jongens. Wel dat je het geen uur uit gaat houden. Klopt, hè?’
<Dennis> ‘Deze eerste keer zeker niet, hoe je het ook doet.’
<Rieke> ‘Nou, slimmerd, je vroeg niets, maar het waren wel twee vragen. Of ik je nog vaker beet gaat pakken. Ga er maar vanuit dat ik voorlopig ieder weekend kom. Korter of langer, ik heb nog wat afspraken lopen. Daarna zien we wel. En hoe ik het ga doen? Nou, deze keer op alle mogelijke manieren. Hard, zacht. Strelen is natuurlijk zachtjes. Ik ga een beetje knijpen om te voelen hoe stevig je bent. Van alles, zo lang je het vol kan houden. Roep maar stop.’
 Ze legde haar hand om zijn grote en deed alles wat ze gezegd had. Het duurde korter dan hij dacht voor hij haar moest stoppen.
<Dennis> ‘Lekker, Rieke. En?’
<Rieke> ‘Niets mis mee. Groot genoeg, stevig genoeg, voel prettig aan, ziet er goed uit. Tja, wat Titia zei, een stijve. Ik herinner me van eerder scharrelen alleen dat ze niet zo groot en niet zo stijf waren. Jij tevreden?’
<Dennis> ‘Heel erg. Wat dat betreft.’
<Rieke> ‘Wat dat betreft. Even denken. . . . Je wilt méér horen. . . . Ja, je hebt gelijk. Even goed onder woorden brengen, een beetje netjes. We moeten het niet te gek maken. . . . Ja, wat hij méér kan dan groter en kleiner worden hoop ik te zijner tijd te ervaren. Als dat goed is zal ik vast vaker komen.’
<Dennis> ‘Dank je wel. Wat fijn dat je begreep wat ik bedoelde. En wat heb je het mooi gezegd. Wil je nog een minuut of vijf? Zo lang gaat het denk ik wel weer. Je doet het zo fijn.’
<Rieke> ‘Kom je dan voor me staan?’
 Hij deed het.
<Rieke> ‘Erg indrukwekkend, zo vlak voor me. Schrik niet, ik ga je bij je ballen pakken, daar kan ik nu goed bij.’
<Dennis> ‘Graag. Wel voorzichtig, alsjeblieft.’
 Ze bevoelde zijn ballen net zo uitgebreid als ze zijn stijve had bevoeld.
<Rieke> ‘Dennis, vind je dit prettig of heb je liever dat ik ze met rust laat?’
<Dennis> ‘Als je ze altijd met rust zou laten zou het zijn alsof ze er niet toe doen. Je hoeft er niet zo veel aandacht aan te besteden, maar af en toe is wel prettig. Wel iets minder dan als je me wat hoger vast hebt. Maar als je me eh daar verwent, is het fijn, dat als je een hand overhebt, je mijn ballen vasthoudt. Dat eh werkt aanmoedigend.’
<Rieke> ‘O. Een andere keer verder, voor vandaag is het mooi genoeg geweest. Ga je maar aankleden. We gaan weer opruimen, eten, enzovoort.’
<Dennis> ‘Ik ben al weg.’
<Rieke> ‘Hij slingert leuk als je loopt. Nee, niet terugkomen.’
 Hij kwam aangekleed terug, ging naast haar op de bank zitten en keek haar glimlachend aan. Ze glimlachte terug.
<Rieke> ‘Ik weet waarom je glimlacht. Je denkt, al ben ik aangekleed, ze weet nu wat eronder zit, als ze naar me kijkt zal ze er vast soms weer aan denken.’
<Dennis> ‘Ja, dat dacht ik. Z’n gesprekje had ik ook met Titia, toen ze mijn slaapkamerkasten opgeruimd had. Ze wist toen wat voor ondergoed ik aan had. De rest, wat jij nu al weet, kwam later.’
<Rieke> ‘Tja. Natuurlijk ga ik daar af en toe aan denken, het ondergoed sla ik lekker over. Nog wat te vragen?’
<Dennis> ‘Nee.’
<Rieke> ‘O. . . . Wacht eens, ik heb je dóór, omdat je alleen maar néé zegt, in plaats van er een volzin van te maken. Je wil wat vragen, maar je doet het niet. Klopt hè?’
<Dennis> ‘Ik maak er een volzin van. Ik ben heel blij dat we elkaar al zo goed begrijpen, méér zelfs. Je wist nu ook wat ik dacht.’
<Rieke> ‘Nou, dat gaat fijn zo. Heel lief van je, om niets te vragen. Dan ga ík maar door. Jij hebt óók recht op een show. Je knikt. Ja. Het is niet eerlijk, maar die krijg je nog niet, ik ken je nog niet goed genoeg. Dat jij zo makkelijk bent snap ik wel een beetje, je hebt dat al voor Titia gedaan. Nog véél méér trouwens. Je krijgt alleen, voorlopig, dit.’
 Ze stond op, draaide twee keer langzaam rond en ging weer zitten.
<Dennis> ‘Dank je wel, Rieke. Weet je, de eerste keer, toen je hier naar binnen liep, is me al wat opgevallen. En nu weer. Ik heb tot nu toe alleen gezegd, dat je voor een bepaald onderwerp een negeneneenhalf kreeg. Nu zeg ik, dat ik geen storend bandje op je rug onder je bloes zie lopen.’
<Rieke> ‘Je let ook overal op. Maar hoezo storend? Bij dunne kleding, zoals dit, zie je dat toch vaker?’
<Dennis> ‘Ja, maar ik vind het niet mooi staan. Net een gebouw in de steigers. Heb je een bijzondere beha aan, zonder rugbandje?
<Rieke> ‘Nou, meneer de bouwkundige of zo, je bent beetje brutaal. Maar je ziet geen bandje, omdat ik geen steiger gebruik. Lekker vrij.’
<Dennis> ‘Goed. . . . Nee, meer niet, ik wil wat zeggen, maar ik doe het niet.’
<Rieke> ‘Je denkt vast, alles op z’n tijd. Prima. Verder nog iets?’
<Dennis> ‘Rieke, ik neem er genoegen mee, voorlopig, totdat je me goed genoeg kent, dat ik kan denken dat je er ongeveer  zo uitziet als Titia.’
<Rieke> ‘O. . . . Ik dacht, ik weet hoe hij eruit ziet, hij lekker niet van mij. Ja, ongeveer hetzelfde als Titia. Die zal je vast helemaal gezien hebben. Helemaal bloot, bedoel ik.’
<Dennis> ‘Ja, Rieke. Ik heb haar meerdere keren helemaal bloot heel goed gezien.’
<Rieke> ‘Tja. En méér dan gezien. Nou, weer goede vooruitzichten, op iets langere termijn?’
<Dennis> ‘Heel goede. Ik zal proberen er niet te veel aan te denken hoe je er in je blote kontje uitziet, dat vind je misschien niet prettig.’
<Rieke> ‘Mis. Denk er maar rustig aan. Dan heb je tenminste een grote als ik je ooit onverwachts wil pakken.’
<Dennis> ‘O. . . . Ik heb er al een beetje last van, ja. Als je het nog niet gezien had weet je het nu.’
<Rieke> ‘Ik zal je helpen mij een beetje beter te leren kennen. En om je nóg wat goede vooruitzichten op iets langere termijn te geven. Je hebt er volgens mij iets meer dan een beetje last van. Maar ja, ik bekijk het van een andere kant. Als ik je héééél lief ga vinden, zal ik je, als je het lekker vindt, wel eens van een kubieke centimeter van die last bevrijden.’
<Dennis> ‘Oei. We zijn toch allebei brutaal bezig, Rieke, daarom durf ik te zeggen, dat als je dat net zo lekker doet als Titia, of lekkerder, héééél graag. Zo vaak je wilt.’
<Rieke> ‘Nu is het genoeg geweest. Opruimen.’
Ze ruimden weer wat op, rommelden maar wat aan. Heel gezellig. Ze zaten ook af en toe op de bank te praten.
<Dennis> ‘Bedtijd. Wil jij eerst? Dan wacht ik hier wel.’
<Rieke> ‘Zo ging het met Titia zeker. En dan?’
<Dennis> ‘Als ze riep, kroop ik in het donker naast haar. In het begin veraf. Later heel dichtbij.’
<Rieke> ‘Een beetje preuts begin. Dennis, we gaan tegelijk. Je ziet maar wat je doet. Ik draai me wel van je af, als ik wil dat je iets niet ziet. En het licht mag aanblijven tot we erin liggen, ik wil m’n nek niet breken. En niet dat er van jou iets breekt. Vanavond jij een beetje veraf, niet overdrijven. Gewoon naast me. Goed?’
<Dennis> ‘Prima. Jij kan óók mooie verhalen afsteken. En organiseren.’
<Rieke> ‘Je dacht iets, ik zag het. Titia kan ook goed organiseren, dat weet ik. Dennis, ik haalde Titia er net ook bij. Dat mag best. Als ze maar niet tussen ons komt liggen.’
<Dennis> ‘Dat doet ze niet. Letterlijk niet en figuurlijk niet. Ze kijkt alleen, in gedachten, mee of we alles fijn doen.’
<Rieke> ‘Nou, houd je mond maar een tijdje. Tot we erin liggen. Je wordt weer te lief. Tot zo.’
 Omdat hij de verlichting overal nog uit moest doen liep ze wat op hem voor. Hij probeerde de indruk te geven dat hij niet stiekem keek. Hij keek gewoon af en toe naar haar. Hij zag haar blote rug, zonder bandje, toen ze het pyjamajasje aandeed. En haar blote kontje voor ze in de broek stapte.
<Dennis> ‘Lekker kontje, Rieke.’
<Rieke> ‘Dank je. Dat van jou mag er ook wezen. Heb ik al eerder gezien. Daarom mocht je het mijne ook even zien.’
 Ze ging in bed liggen, op haar rug, met haar armen onder haar hoofd. Hij deed maar hetzelfde.
<Rieke> ‘Heb je wat minder licht, in plaats van die plafondlamp?’
<Dennis> ‘Ja, iets minder. Maar je ziet er wel alles bij. Momentje.’
 Hij deed een schemerlamp aan en de plafondlamp uit.
<Rieke> ‘Mooi licht zo. Tja, daar liggen we dan.’
<Dennis> ‘Rieke, ik heb vandaag onverwacht verkering gekregen, met jou. Ik wil dat graag vieren.’
<Rieke> ‘Prima. Het kwam zo bij me op, Dennis. Toen ik Titia probeerde duidelijk te maken hoe ver we waren. Nou, zo ver vond ik het al. Niet dat het beestje een naam moet hebben. Het kwam zo uit.’
<Dennis> ‘Ik vind het heel fijn. Ik ga normaal zelden uit, maar wil je naar de schouwburg, bioscoop, kroegje? Om het te vieren? Zeg het maar. Of weet je hier een gezellig restaurant? Je woont hier al langer.’
<Rieke> ‘Ik weet een heel gezellig plekje. Nogal intiem, voor ons tweeën. Genoeg te eten en te drinken ook.’
<Dennis> ‘Wanneer wil je er naartoe?’
<Rieke> ‘Nu, alsjeblieft.’
<Dennis> ‘O. . . . Tja, als je graag wilt kleed ik me gelijk aan.’
<Rieke> ‘Liever niet, je bent er al.’
<Dennis> ‘Wat? . . . O. . . . Fijn, joh. Lief van je.’
<Rieke> ‘Ik was benieuw wat je over onze verkering zou zeggen. De hele dag niets. Je was nu nét op tijd. Anders had er wat gezwaaid. Nee, valt wel mee, hoor. Je had genoeg aan je hoofd, en lager, met mij constant om je heen. Dat zag ik wel. Ik had dit al verzonnen.’
<Dennis> ‘Alleen dit fijne plekje? Of ook hoe we het gaan vieren?’
<Rieke> ‘Daar heb ik me niet druk om gemaakt, we verzinnen wel wat.’
<Dennis> ‘Tja. . . . Rieke, alles wat ik me voor kan stellen gaat zo’n beetje dezelfde kant uit. Dat heb jij ook, anders lagen we hier niet. Kom je tegen me aanliggen, gezellig? Mag ik je dan omhelzen en kussen?’
 Ze was er al, omhelsde hem, trok zich tegen hem aan. Legde een wang tegen zijn wang. Hij sloeg zijn armen om haar heen en streelde haar rug.
<Rieke> ‘Fijn zo. Even praten. Hoe is het nu, met mijn verkering?’
<Dennis> ‘Bijzonder goed. Alles gaat wel erg snel. Het is heel goed dat ik Titia eerst ontmoet heb. Daar ging het niet zo snel mee, dat kon ik aan. Niet dat ik langzaam ben, maar zelfs dat niet zo snelle met haar ging toch sneller dan ik iedere keer dacht. Omdat we zo goed met elkaar op konden schieten. Daardoor kan ik jou nu bijhouden. Je bent sneller, omdat je vrij bent, omdat je al wat van me weet, omdat Titia me eh aanbevolen heeft. Ik ben wel iedere keer verrast, ik kan je niet vóór zijn. Maar ik vind het geweldig, je bent hartstikke eerlijk. Je doet waar je zin in hebt. En het is hartstikke fijn met je, praten en kussen. Zoiets is het met me.’
<Rieke> ‘Ik begrijp je. Ik was ook helemaal niet van plan om zo snel te gaan, ik ben altijd voorzichtig. Ik wil me nu ook helemaal niet haasten, we hebben tijd zat. Maar het gaat vanzelf. Er komt iets bij me op, dan denk ik, ik zou dat of dat wel willen. Dan denk ik, als hij het niet goed vindt hoor ik het wel, hij is niet van suiker, een grote jongen. En hij heeft wat ervaring. Toevallig het laatst met mijn zus, nou, dan kan hij nooit zo erg verrast zijn.’
<Dennis> ‘Niet zo erg, nee, maar wel verrast. Net wéér. Ik vraag of je tegen me aan komt liggen en boem, daar ben je al.’
<Rieke> ‘Ja, ik dacht, ik wil graag, dus boem. Waarom zou ik wachten?’
<Dennis> ‘Oh, wat leuk. Maar ik ben gewend, nou ja, gewend, dat meisjes altijd even nadenken, dan wat zeggen en dan pas wat doen. Of niet.’
<Rieke> ‘Dat doe ik normaal ook. Maar nadat je een kwartiertje tegen me aangepraat had niet meer. Gewoon, ik doe waar ik zin in heb, als het niet goed is enzovoort. En jij vindt alles goed. Dus, waarom zou ik me druk maken met denken. Ik geniet. Van alles. We hebben nog geen stop geroepen.’
<Dennis> ‘Je bent geweldig. Even genoeg gepraat. Nu nog meer genieten.’
 Hij kuste haar, en andersom, en tegelijk. Na een tijd zei ze zachtjes stop.
<Rieke> ‘Even pauze. Lekker, joh.’
 Ze lagen weer een tijdje wang aan wang.
<Rieke> ‘Nu heb ik toch even liggen denken, en nu praat ik, en ik wil zo wat gaan doen. Beter zo?’
<Dennis> ‘Oh, schatje, heel leuk, maar zo hoeft het niet hoor. Je doet maar waar je zin in hebt.’
<Rieke> ‘Dat doe ik ook wel. Maar nu was het nodig. Ik moest toch even mijn verstand inschakelen, want wat ik wil, wil ik eerst vragen. Of het je niet te snel gaat, Dennis. Of je liever wacht. Vind je dat erg?’
<Dennis> ‘Ik vind niets van je erg. Al staat je verstand misschien af en toe uit, je doet geen domme dingen, je zet het op tijd weer áán, zoals nu. Je doet alleen maar fijne dingen.’
<Rieke> ‘Ja, dat vind ik ook. Ik zei al, je lokt het uit. Zullen we onze pyjamajasjes uitdoen? O, ik voel je schrikken. Nou, ik weet ook niet hoe ik het anders zou moeten vragen. Dennis, het zou niet abnormaal zijn als jij aan het denken zou zijn om iets meer te gaan doen. Ik wil je het besparen om daarover te piekeren. Ik vind het fijner als je voorzichtig blijft. Inclusief proberen iets uit te lokken, dat vind ik wel gezellig. Ik heb je al laten merken dat ik met omhelzen niet te losjes vastgehouden wil worden. Ik vind het lekker om mijn borsten tegen je te duwen, ik heb gemerkt dat je het ook lekker vindt. Nou, eerder zat er wat tussen, een bloes, nu een pyjamajasje, maar ik heb zin in nog minder. Helemaal niets ertussen. Dus vraag ik het, want ik ga je niet zomaar uitkleden. Dat heb je tot nu toe ook zelf gedaan. Ik heb je blote grote vastgehad en zo. Jij mag mijn blote borsten voelen. O.K.?’
<Dennis> ‘Ik zal maar ophouden met denken of het niet te snel gaat. Je hebt gelijk. Maar ik heb meisjes altijd voorzichtig behandeld. Titia ook, ik wilde niet dat ze wegliep. Jij bent anders, dat moet wennen. Oh, wat fijn. Uit die jasjes.’
 Ze trokken allebei hun pyjamajasje uit, omhelsden elkaar weer en kusten elkaar.
<Rieke> ‘Lekker, hè? Zo fijn met je.’
<Dennis> ‘Als het alleen lichamelijk was zou het niet zo lekker zijn. Dat we elkaar zo lief vinden, omdat we zo fijn met elkaar omgaan, dat maakt het zo lekker. Heerlijk, zo met je borsten tegen me aan.’
<Rieke> ‘Streel ze eens.’
<Dennis> ‘Wat? O, shit.’
<Rieke> ‘Wil je niet?’
<Dennis> ‘Ja, maar dat is toch weer een stap intiemer.’
<Rieke> ‘Onzin, dat hoort erbij, verkering van me. Je mocht ze toch voelen?’
<Dennis> ‘Ja, dat deed ik toch?’
<Rieke> ‘Ja, tegen je borst. Maar ik zei toch, ik heb je blote grote vastgehad, mag jij best mijn borsten voelen. Ik bedoelde met je handen. Ik sleep Titia er weer even bij, om je het duidelijk te maken. Je wilde bij haar niet te véél doen, omdat ze anders weg zou lopen. Nou, ik ben anders, als je bij mij te wéinig doet loop ik weg. Niet dat je gelijk alles mag, maar probeer maar, ik roep wel stop. Dat deed ik net toch ook?’
<Dennis> ‘Dat was voor een pauze.’
<Rieke> ‘Maakt niet uit waarvoor. Nog even maar wat uitleg, voorzichtig jongetje, om je het makkelijker te maken. Mijn broek blijft aan, voorlopig. Ik moet ook even wennen. Als je merkt dat ik hem uitheb mag je daar aan me komen. Als ik nog niet wil dat je me met strelen klaar laat komen, roep ik op tijd stop. En voorlopig nog niet op of in me. Dat zien we nog wel. Wat voor míjn broek geldt, geldt ook voor de jouwe.’
<Dennis> ‘Dan kan ik hem net zo goed uitdoen. Je hebt me al gestreeld en zo.’
<Rieke> ‘Doe vanavond toch maar niet. Ik kom nu toch niet aan je. Ik vind het even genoeg om hem tegen me aan te voelen. Dennis, je kust zo lekker, streel mijn borsten nu ook eens lekker.’
<Dennis> ‘Mag ik je nog even alleen zo vasthouden? Ik moet hier even van bijkomen. Je bent erg vrij. En je geeft me nu zoveel vrijheid, dat ik dat even op een rijtje moet zetten.’
<Rieke> ‘Prima. Mag ik wel mijn benen om je heen slaan en met mijn buik je een beetje beter voelen?’
<Dennis> ‘Oei. Nou, in principe wel, maar dat gaat dan ten koste van mijn concentratie, en genieten, van het strelen en ook kussen van je borsten.’
<Rieke> ‘O, dan doe ik het niet, dat wil ik niet missen. De rest komt nog wel.’
 Hij, en zij, genoten een uurtje van zijn strelen en kussen.
<Dennis> ‘Ik scheid er mee uit. Voor vanavond. We moeten ook slapen, samen. Klinkt leuk, maar we doen niets meer, alleen een lekkere welterustenkus. Ik wil graag zo, met jou in mijn armen in slaap vallen. O.K.?’
<Rieke> ‘Ja, ik heb mijn portie wel gehad voor vandaag. Mijn borsten lopen rood aan van je kussen en je strelen en vooral je zachtjes masseren. Geeft niet, het was ontzettend lekker, ik voelde het tot in m’n tenen. Figuurlijk. Letterlijk ook wat kriebelen in mijn buik, voorzichtige verleider.’
<Dennis> ‘Ja, het was geweldig lekker. Wat een mooie, zachte dingen. Wat dat kriebelen betreft, ik was blij dat je beneden rustig bleef, ik had daar niet veel kunnen hebben, omdat je borsten zo lekker zijn. Over verleider, wat doe jíj dan? Af en toe ze extra tegen mijn hand of mond opduwen, en me naar een plekje sturen waar je gestreeld of gekust of gelikt wil worden. Ik moest nogal eens terug naar je tepeltjes, als ik eens wat met de zijkant of bovenkant of onderkant wilde doen. Wel hartstikke lekker, hoor.’
<Rieke> ‘Vond ik ook. Je kan toch nog niet precies weten wat ik lekker vind? Daarom hielp ik je even. Dat vind je niet erg, je vindt ze overál lekker. Moet je mij ook doen, als ik wat bij jou doe, een beetje bijsturen. Dat deed je trouwens al, toen ik je grote aan het keuren was. Of niet?’
<Dennis> ‘O. . . . Ja, je hebt gelijk. Maar eigenlijk ging dat onbewust.’
<Dennis> ‘Nou, doe het voortaan ook maar bewust. Of je zegt wat je wil. Rieke, een beetje harder knijpen, of Rieke, kus me daar eens.’
<Dennis> ‘Zoiets vragen heb ik een beetje moeite mee.’
<Rieke> ‘Dennis, ik weet niet wat je gewend bent, in ieder geval te weinig. Ik ga je gelijk wat vragen, ik wil weer iets weten over de vooruitzichten. Ben je in principe tegen het overal aankomen, strelen, kussen, likken, enzovoort? Zo ja, ga ik nu naar huis.’
<Dennis> ‘Nee, helemaal niet. Integendeel. Rieke, ik liep nog even achter, met mijn moeite om iets te vragen. Ik ben er weer. Doen waar je zin in hebt, enzovoort. Wat ben je toch lekker vrij. En lekker. En hartstikke lief.’
<Rieke> ‘Jij bent ook lief en lekker. Vóór die lekkere welterustenkus ga ik m’n benen om je heen slaan en met mijn buik je een beetje beter voelen. . . . Lekker zo?’
<Dennis> ‘Ik wil graag een beetje denken aan wat er tegen me duwt. Heb je haartjes op je doos?’
<Rieke> ‘Goed zo, vraag maar wat je wilt. Ja, redelijk wat, dezelfde kleur als op mijn hoofd. Ik verf alleen mijn nagels.’
<Dennis> ‘Dat heb ik gezien, heel netjes. Gelukkig niet te lange nagels. Goed, redelijk wat haren. Verder zou ik eigenlijk niet weten wat ik nog meer zou kunnen vragen.’
<Rieke> ‘Ook niet aan de hand van je ervaringen met Titia?’
<Dennis> ‘O. . . . Tja, ik heb bij haar ook lang mogen kijken. Héééél mooi, Rieke. Jij bent vast net zo mooi, toch zal ik het van mijn verkering mooier vinden.
<Rieke> ‘Dat is je maar geraden ook. Ben je nu genoeg . . . opgewonden?’
<Dennis> ‘Ik weet dat ik er van je aan mag denken, dat is opwindend genoeg.’
<Rieke> ‘Doe ik er lekker nog een schepje bovenop. Denk nu maar, ik duw tegen een klein heuveltje, met haren, waar ik binnen niet al te lange tijd vast wel mijn grote tussendoor bij haar naar binnen mag duwen. Lijkt me genoeg om aan te denken.’
<Dennis> ‘Ja, en om gelijk een pauze te houden, ontzettend lekker ding. Stop even.’
<Rieke> ‘Nou, ik had niet gedacht dat ik ooit een jongen klaar kon praten. Fijn. Je moet het een ontzettend lekker vooruitzicht vinden. Nou, ik ook. Dennis, nog maar heel even, hoor. We kunnen beter gaan slapen. Maar kus me eerst.’
 Ze kusten even, maar hij kreeg toch gauw problemen.
<Dennis> ‘Niet zo woest, alsjeblieft. Het is hartstikke lekker, vooral met wat ik er bij denk, maar zo houd ik het niet lang vol.’
<Rieke> ‘Dat was ook de bedoeling niet. Je kust heerlijk en ik voel je grote fijn tegen me aan, maar ik heb slaap. Nog één keer lekker omhelzen en kussen, ik vind het zóóóó lekker. Dan gaan we slapen.’
Ze deed het nu wat kalmer aan, waardoor het kussen ook iets langer duurde.
<Rieke> ‘Ik doe nog even stout.’
 Ze pakte, door zijn broek heen, zijn grote, streelde hem even en kroop daarna tegen hem aan.
<Rieke> ‘Ik denk, dat ik vast ga dromen dat je bij me binnenkomt.’
<Dennis> ‘Ik ook. Ik hoop dat ik het droog houd.’
<Rieke> ‘Lukte je dat bij Titia?’
<Dennis> ‘Ze had van tevoren gezegd dat ze het niet erg zou vinden, als ik het niet zou redden. Ik moest maar een handdoek bij de hand houden. Daar schrok ik wel van. Maar ze begon er gewoon over te praten, ze vond het niet meer dan normaal als een jongen naast een meisje in bed lag. Na een paar nachten eh.’
<Rieke> ‘Hielden jullie het expres niet droog, waardoor je geen natte dromen meer kreeg. Ik snap het.’
<Dennis> ‘Expres is niet het goede woord. Van het één komt gewoon het ander. Ook als je voor de gezelligheid samen gaat douchen. Dan wordt het vanzelf strelen. Te lekker om dan stop te zeggen. Maar jij bepaalt je eigen tempo. Voor eh alles.’
<Rieke> ‘Ik had slaap, maar ik vind dat we zó fijn praten, dat ik nog even wakker blijf. Mag ik nog even verder gaan over dit onderwerp?’
<Dennis> ‘Welk onderwerp? Mijn grote?’
<Rieke> ‘Onder andere. Ik weet dat je het voorzichtig aan wilt doen, om me niet weg te jagen. Nou, dat zal wel niet gebeuren, ik vind je al veel te lief. Als ik het goed begrijp wil je het liever aan mij overlaten wanneer er begonnen wordt met eh wat intiemer contact.’
<Dennis> ‘Liever wel. Ik vind dit ook zo fijn praten dat ik nog even doorga. Als je het niet goed vind hoor ik het wel. Waar wilde je, wanneer dan ook, mee beginnen? Met mijn grote strelen?’
<Rieke> ‘Dat weet ik niet. Net hoe het uitkomt. Dat ik jou zo snel helemaal bloot gezien heb was ook min of meer toeval, het liep gewoon zo.’
<Dennis> ‘Ja, alles loopt fijn. Rieke, mag ik, over je broek, je even tussen je benen vasthouden?’
<Rieke> ‘Oei. . . . Ik ben blij dat je het vraagt, anders zou ik toch geschrokken zijn. Ja, lieverd, doe maar.’
 Hij ging voorzichtig op verkenning.
<Dennis> ‘Oh, heerlijk om je zo vast te houden. Mag ik ook een beetje strelen?’
<Rieke> ‘Ja, als je maar niet duidelijk op zoek gaat naar mijn gleuf.’
 Hij liet haar los en ging op zijn rug naast haar liggen.
<Rieke> ‘Ging je dat te snel?’
<Dennis> ‘Ja, schat. Dat was ik niet van plan. Ik wilde alleen even iets beter voelen dat ik een heerlijk meisje vast had. Meer niet.’
<Rieke> ‘Wat een lief idee. Maar het mag best langer dan even. Als ik dan, tegelijk, ook maar net zo lang mag voelen dat ik een heerlijke jongen beet heb.’
<Dennis> ‘Natuurlijk. Over mijn broek. Doe je wel voorzichtig?’
<Rieke> ‘Ja, jij ook. Laten we het droog houden.’
 Hij omhelsde haar weer, ging met zijn hand tussen haar benen en bewoog hem heel voorzichtig. Zij deed hetzelfde bij hem. Zo vielen ze in slaap.

De volgende morgen werden ze ver van elkaar wakker, met hun gezichten naar elkaar. Hij het eerst. Hij bleef naar haar kijken tot ze wakker werd en hem aankeek.
<Dennis> ‘Boem, alsjeblieft, lieve en lekkere verkering.’
Ze was er razendsnel. Maar sloeg haar armen niet om hem heen, gaf hem alleen een lange kus. Hij voelde dat ze het daarbij wilde laten.
<Hij> ‘Blijf je, de rest van de dag?’
<Zij> ‘Je hebt een bedoeling met die vraag. Ik wacht wel af. Ik wil heel graag de rest van de dag blijven. Ik ga niet al te laat weg, ik wil thuis op tijd naar bed. Morgen werken.’
<Hij> ‘Fijn dat je blijft. Dus, ik heb me netjes gedragen?’
<Zij> ‘O, is het zó laat! Ik heb niet gezegd dat ik bleef als je je nétjes zou gedragen, ik kijk wel uit. Alleen dat je je moest gedrágen, alle mogelijkheden open. Je hebt je heel lief en lekker gedragen.’
<Hij> ‘Het is ook niet tegengevallen?’
<Zij> ‘Je wilt het nogal precies weten. Dat was ook een uitdrukking, Dennis. Het is voor geen cent tegengevallen. We praten constant fijn, net als nu, en we vrijen een beetje, heel lekker. Zo, kan je het mee doen.’
<Dennis> ‘Je bent hartstikke lief. Wil jij eerst douchen?’
<Rieke> ‘Ga jij maar eerst. Ik blijf nog even nagenieten van het gevoel van gisteravond, van je handen en je mond op mijn borsten en zo. Ik kom je niet verrassen. We gaan een beetje rustig aan doen, je stookt me te hard op. Je mag me wat snel vinden, eigen schuld, maar als het zo door zou gaan zou ik, denk ik, je volgend weekend in me willen hebben. Nou, eerlijk gezegd nu al, gisterenavond al, de eerste keer al, dat mag je best weten, maar zo wil ik later onze beginperiode niet herinneren. Niet binnen de kortste keren alles, maar rustig aan elkaar wennen.’
<Dennis> ‘Dat ben ik helemaal met je eens.’
Onder het koffiedrinken ging de deurbel.
<Dennis> ‘Ik woon hier nét. Ik ken alleen een paar man op mijn werk. Het zullen wel Jehova's Getuigen zijn.’
<Rieke> ‘Het kan niet voor mij zijn, niemand weet dat ik hier ben. Alleen Titia. O, shit, die is het natuurlijk.’
 Ze rende weg. Hij liep er rustig achteraan, zag dat ze de voordeur open deed en Titia huilend in de armen vloog. Na een minuut trok hij ze de hal verder in, schopte met een voet de deur dicht en duwde ze de kamer in, op de bank. Hij ging maar in een stoel zitten. Na een paar minuten werden de traantjes gedroogd en keken ze hem aan.
<Titia> ‘Kom eens tussen ons in zitten, Dennis.’
 Dat deed hij maar al te graag.
<Titia> ‘Ik wilde jullie zíen, horen was niet genoeg. Lieve Dennis, hoe is het met je?’
<Dennis> ‘Ik heb de tijd gehad, tijdens jullie bedroefde ontmoeting, om na te denken. Jij bent dat lieve en lekkere stuk, waar ik ooit een affaire mee gehad heb, hè? Ik was je bijna vergeten.’
<Titia> ‘Zou je hem niet, Rieke? Hij met z’n mooie zinnen. Kus me eerst eens.’
Hij trok haar in zijn armen, kuste haar, niet te kort, op haar mond.
<Dennis> ‘Ja, je bent het. Ik voel het weer. En ik ruik het weer. Ken je mijn nieuwste schattige verkering?’
<Rieke> ‘Nou, Dennis, zo kan die wel weer. Vertel haar nu maar gewoon wat.’
<Dennis> ‘Het gaat geweldig, Titia, we kunnen héééél goed met elkaar opschieten. Dankzij je goede voorbereiding. En we hebben fijn met elkaar geslapen. We zijn stout geweest. We hebben tegen elkaar aangelegen met blote bovenlijven. En ik heb daar aan haar gezeten. Ze heeft die heerlijke familieborstjes. Hebben jullie nog meer zusjes? Nee, grapje. Het gaat ontzettend fijn, we zien het helemaal zitten. Het moet wel heel erg gek lopen als het niets tussen ons gaat worden. Eigenlijk is het al wat. Heel wat. Ze wil, voorlopig, de weekeinden bij me komen, zo zeker is ze al. Titia, ze weet van niets, maar als het vandaag en aanstaande zaterdag, en nacht, weer zo ontzettend fijn is, beter kan haast niet, dan ga ik haar ’s zondags, om ongeveer deze tijd, vragen of ze zo gauw mogelijk met me samen wil wonen. Ik wil haar ook doordeweeks zien, enzovoorts. Verder zien we daarna wel weer. Zo zeker ben ík. Even genoeg verteld, hè?’
 Rieke omhelsde hem en kuste hem hartstochtelijk.
<Rieke> ‘Ik heb niets gehoord. Titia, je hebt geen woord gelogen. Wat een toeval dat je hem, of andersom, of tegelijk, zonder dat je het wist, voor mij aan de haak geslagen hebt.’
<Titia> ‘Het was toeval, het moest zo zijn. . . . Ik was wat aan het rondrijden, je weet dat ik me af en toe verveel. Op mooie plekjes stoppen en kijken. En soms roken, dat doe ik liever niet onder het rijden. Ik ging een winkel in om sigaretten te kopen, ze waren bijna op. Kom bij de kassa achter een . . . jongen, iets ouder dan ik, te staan. Die draait zich onmiddellijk om, snuift hoorbaar, en knikt en glimlacht naar me. Ik knik en glimlach terug, ik vond dat snuiven wel grappig. Nou, je weet het wel, dan doe je een snelle inspectie. Leuke kop, schitterende glimlach, lekker lijf. Normaal knik ik alleen terug. Maar door die mooie glimlach, en dat hij mijn luchtje zo waardeerde, wilde ik wat terugzeggen. Het viel me op dat hij typische vrijgezellenboodschappen had, kleine blikjes groenten, één pakje boter en zo. Had ik een mooi punt. Vraag, vrijgezel? Zegt hij niet ja of nee, maar, dat zou je kunnen concluderen. We hebben goed Nederlands geleerd op die ouderwetse scholen van ons, dus doet dat je wat. Ik speel mee, en? Hij zei, het is ook zo. Vond ik weer mooi. Kijkt hij wat ik heb en zegt, je rookt? Dus ik alles retourneren. Dat zou je kunnen concluderen. Hij weer, en? Ik weer, het is ook zo. Toen vroeg hij of ik na het afrekenen nog wat wilde praten. Nou, natuurlijk, zoiets maak je niet iedere dag mee. Hij zette z’n boodschappen in z’n auto en was stomverbaasd dat ik het wagentje wegbracht. Nou, gewoonte. Toen zei hij dat ik lekker rook en vroeg of ik wilde roken. Wéér zo’n mooie zin. Ik wilde niet midden op het parkeerterrein gaan staan roken. Omdat het er al zo huiselijk en leuk aan toeging vroeg ik of ik zijn vrijgezellenflat mocht bekijken en daar roken en nog wat praten. Achteraf kan je dat wel begrijpen, hè, Rieke?’
<Rieke> ‘Ja, Titia. Ik had het ook gedaan. Met hém wel.’
<Titia> ‘Gelukkig, ik zat er nog steeds een beetje mee. Een getrouwde vrouw die met een onbekende vent meegaat naar zijn flat. Onderweg in de auto dacht ik, dit kan niet. Maar toen, hij zou teleurgesteld zijn en het kan geen kwaad. Dat is zo gebleven, Rieke, ik dacht steeds, ietsje méér kan geen kwaad. Maar te veel wilde ik niet, ik trok een grens, je weet waar. Toen hij moest verhuizen wilde hij dat ik mee ging. Ik kon op een of andere manier niet bij mijn man weg. Dus, omdat het zo ver weg was, besloot ik, besloten we, er een eind aan te maken. Ook omdat ik steeds meer problemen kreeg om zelf niet over mijn grens te gaan. Ik vertelde hem voor het eerst iets over mezelf, dat ik getrouwd was. Hij was natuurlijk ontzettend geschokt, maar het wél met me eens dat we moesten stoppen. Alleen niet in één keer, dat was niet nodig. Afbouwen, pas stoppen met zijn verhuizing. Hij heeft geaarzeld, een week of zo, toen snel zijn verhuizing geregeld. Het afbouwen moest niet te lang duren, dat zou te pijnlijk zijn. Dat was het toch wél, tot ik aan jou dacht. Nu is alles goed.’
 Hij hielp de traantjes drogen.
<Rieke> ‘Titia, ik wil je iets vragen. Iets . . . theoretisch. . . . Even zonder rekening te houden met wat Dennis zou willen. Zou je hem willen hebben? Ik zou kunnen kijken of die van jou wat voor me is.’
<Titia> ‘Nee, beslist niet. Ik blijf bij hem. Bovendien, wat ik de laatste tijd van je gehoord hebt, daar kan hij niet tegen. Hij staat erop altijd het initiatief te nemen, anders vindt hij het minder prettig. Hij is altijd zo geweest, ik heb hem altijd de indruk gegeven dat ik nooit iets begon. Nou ja, je weet het, we verzinnen wel listen. Maar jullie zouden er allebei niet tegen kunnen. Zou je Dennis eventueel willen afstaan?’
<Rieke> ‘Nee, ook beslist niet. Maar ik moest het vragen, om zeker te weten dat je geen problemen meer hebt. Dank je wel.’
Weer traantjes drogen.
<Rieke> ‘We gaan toch méér verhalen vertellen, ik weet een mooie, om je in een betere stemming te brengen.’
<Dennis> ‘Rieke, Titia heeft vast nog niets gegeten.’
<Titia> ‘Dank je, Dennis. Nee, ik ben zo weggegaan, ik hield het niet langer, ik móest jullie zien. En als het kon even méégenieten.’
<Dennis> ‘Dan weet ik wat moois. Zou je, al lijkt het even vreemd, voor de lunch kunnen zorgen? Je weet alles te staan, ik heb dat van je geleerd en <Rieke> doet het net zo.’
<Titia> ‘Ja, dat kan. Ga verder.’
<Dennis> ‘Dan gaan <Rieke> en ik op de bank zitten vrijen, het is al weer een tijd geleden, ze wil vast. Dan mag je, onder het voor de lunch zorgen, meegenieten.’
<Rieke> ‘Ja, leuk. En lekker. Goed hè, Titia?’
<Titia> ‘Ja, dat zou ik heel fijn vinden. Ik zal niet al te veel kijken, af en toe.’
<Rieke> ‘Je kijkt maar wat je wil. Ik zal méér genieten als ik weet dat je kijkt, af en toe, en meegeniet.’
<Dennis> ‘Heerlijk. Aan het werk. Of zo.’
 <Rieke> ging op de bank liggen, Dennis half over haar. Ze begonnen met kussen. Titia liep rustig heen en weer van de keuken naar de eettafel.
<Rieke> ‘Dennis, waarom zei je net, op de bank vríjen, niet kússen?’
<Dennis> ‘Leuk, je voelt me goed aan. Ik wil wat méér dan kussen. Zou Titia het vervelend vinden als ze je borsten zag?’
<Rieke> ‘Nou, ze heeft ze vroeger vaak genoeg gezien. Hoezo?’
Hij zei niets, maar knoopte haar bloes een stukje open. Onder het kussen streelde hij haar borsten. Het mocht niet lang.
<Rieke> ‘Stop.’
 Dennis stopte en maakte van schrik wat ruimte tussen hen. Titia was halverwege de kamer gestopt.
<Titia> ‘Eh, jullie hoeven voor mij niet te stoppen. Jullie liggen maar half op elkaar en maar een beetje aan elkaar.’
<Rieke> ‘Dat stoppen was ook niet omdat jíj kijkt, dat was voor míj. Hij zit te wéinig aan me.’
 Ze ging rechtop zitten, deed haar bloes uit en ging weer liggen.
<Rieke> ‘Nou, Dennis, lieverd, doe je best. Ze zijn sinds gisteravond helemaal afgekoeld. Goed, Titia?’
<Titia> ‘O. . . . Je bent vrij geworden, zeg. En je bent er snel achter wat lekker is.’
<Rieke> ‘Titia, je weet het, bij dit jong gaat het vanzelf. Ik denk af en toe, waarom zou ik niet méér doen? Hij is zo lief en lekker. We hadden vanmorgen net wel afgesproken om het een beetje rustiger aan te doen. Een tijdje niet veel verder dan dit.’
<Titia> ‘Geniet maar.’
 Het stel vergat de tijd, tot ze Titia hoorden. Die stond vlakbij, te kijken. Ze keken op, haar aan.
<Titia> ‘Ik heb honger. . . . Rieke, het is wat anders dan vroeger op het strand, in het donker. Daar zagen we van elkaar niet zo goed wat we uitspookten. Pas thuis vertelden we er wat over. Ik vind het nogal bijzonder, mijn kleine zusje zo te zien liggen, met blote borsten. Met een jongen, die één borst vasthoudt, en een beetje masseert, en met zijn mond net op die andere zat. Lekker?’
<Rieke> ‘O, zo lekker, Titia.’
<Dennis> ‘<Rieke> heeft laatst een tijd naar me gekeken, je weet wel. Ik zou hier ook uren mee door kunnen gaan. Want ik ben hier niet de enige die wat doet, al lijkt het misschien zo. Je zusje kust terug, duwt haar heerlijke borsten in mijn hand heen en weer, alsof ze vraagt, méér, méér. En als ik een borstje kus, dan doet ze er ook van alles mee. En met mijn tong met een tepeltje spelen vinden we allebei ook lekker.’
<Titia> ‘Dank jullie wel. Het kan me niet schelen wat jullie doen of hoe jullie er bij liggen. Het is heel fijn dat jullie het lief doen en lekker vinden. Nu eten. Aangekleed. Anders zit Dennis vast te morsen, kijkt hij niet wat hij doet.’
Na de lunch gingen ze op de bank zitten.
<Rieke> ‘Titia, je blijft toch nog? Blijf je eten? Is goed hè, Dennis?’
<Dennis> ‘Ja, alsjeblieft. Als het je niet stoort dat we vóór het eten nog een potje vrijen. Ik bedoel natuurlijk <Rieke> en ik. Ik zag je wenkbrauwen omhoog gaan. Trouwens, lieve Titia, wat kan je hebben? Ik wil niet dat je je ergert of zoiets. We, eh, alweer mis, <Rieke> en ik kunnen ook naar de slaapkamer gaan. Dan weet je in ieder geval dat we inderdaad binnen de kortste keren niet van elkaar af kunnen blijven.’
<Titia> ‘Heel lief van je, Dennis. Maar ik kan alles hebben, nu ik gezien heb hoe jullie vrijen, en praten. Zo mooi. Toen ik jouw borst in de hand van Dennis zag, Rieke, dacht ik, hij vindt het lekker, dat weet ik zeker. En hij doet het goed, dat weet ik ook zeker, uit eigen ervaring. Leuk hè? En zij vindt het ook lekker, ze vroeg erom, en af en toe kreunt ze een beetje. Dat heb ik op het strand nooit gehoord. En nu doen ze het samen, ze vinden het samen fijn en lekker, ze schamen zich ook nergens voor. Zo hoort het ook. Fijn. Het mooiste vind ik eigenlijk hoe jullie naar elkaar kijken. We kunnen vrijuit praten over de affaire van Dennis en mij, over alles. Ook grapjes maken. Ik ben totaal niet jaloers of zo, ik gun het jullie zo. Ik ben niet bedroefd meer. Thuis gaat het sinds kort beter dan in járen, omdat ik van Dennis geleerd heb iets beter met mannen om te gaan. Wat het precies is weet ik niet, mijn man snapt natuurlijk niet hoe dat ineens gekomen is, maar het werkt. Hij is naar zijn baas gestapt. Hij heeft fatsoenlijke werktijden gevraagd. Hij heeft genoeg van dat gereis, vooral omdat hij de laatste tijd zelfs in het weekend vaak weg moest. Ze gaan werk verschuiven, hij krijgt een toezichtfunctie, nog beter betaald ook. Kan je nagaan hoe goed hij zich voelt, met dat er ook nog bij. Waar een affaire al niet goed voor is. Liefjes, ik blijf graag tot na het eten en één koffie, dan ben ik op tijd weer thuis. En doe straks alsjeblieft op de bank alles waar jullie zin in hebben. Ik vond het zo’n mooi gezicht, mijn half blote, kleine, lieve zusje, aan het vrijen met een jongen, waarvan ze weet, waarvan wij weten, dat hij nog meer lekkers voor haar heeft. Ik heb er een klein beetje van genoten, jullie doen er later samen vast alles mee. En wat jij voor hém hebt, Rieke.’
<Rieke> ‘Dat weet hij niet, maar hij weet wel dat ik op je lijk.’
<Titia> ‘Dan heeft hij vast al een hoop voorpret. Ik kom gauw weer eens. Of jullie komen naar ons, dat kan gewoon. Alleen die affaire niet noemen natuurlijk. O, Rieke, ik weet wat leuks, voor je hele leven. Vertel iedereen dat je hem ontmoet hebt zoals ík hem ontmoet heb, hij nieuw in de stad. Je hoeft bijna niets te veranderen.’
<Rieke> ‘Ja, leuk. Dat doen we, hè, Dennis? Ter ere van jou, Titia, omdat je ons bij elkaar gebracht hebt. Iedere keer dat we het vertellen weten we alledrie wat er wérkelijk gebeurd is.’
 De meisjes kusten elkaar, vóór hem langs, tot hij zijn hoofd ertussen duwde. Kreeg hij heerlijke stereokusjes.
<Rieke> ‘Je zei net, het mooiste vind ik eigenlijk hoe jullie naar elkaar kijken. Dat deed me weer denken aan wat ik al wilde vertellen, om je in een betere stemming te brengen. Niet dat het daarvoor nog nodig is, dat is al gelukt door ons vrijen. Als je een keer bedroefd bent kom je maar langs, we willen altijd wel. We willen eerst meer aan elkaar wennen, voor we wat verder gaan, het gaat al snel genoeg. Zogauw hij me gevraagd heeft om samen te gaan wonen kom ik hier, deze flat is er beter geschikt voor dan mijn huisje. Ja hè, Dennis? Dan kunnen we ook doordeweeks aan elkaar wennen. We zien dan verder wel. Het gaat beslist goed.’
<Titia> ‘Wat kijkt Dennis weer lief naar je. Maar ik ben benieuw naar je verhaal.’
<Rieke> ‘Als je naar elkaar wilt kijken heb je wel een beetje licht nodig. De eerste keer dat ik bleef slapen, zei hij dat hij zou wachten tot ik in bed lag en riep. O, dacht ik, zus was een beetje preuts. Toen vertelde hij ook nog dat hij in het donker naast je kroop.’
<Titia> ‘Ja, want we hadden alleen nog maar gekust. Ik ben nooit op het idee gekomen om het te veranderen.’
<Rieke> ‘Ja, je hebt gelijk, wij hadden al wat méér gedaan. Nou, heb je wat gemist. Ik wilde tegelijk naar de slaapkamer, en me wat van hem afdraaien bij het pyjama-aantrekken. Daarna wilde ik, in plaats van de plafondlamp, een schemerlampje aan hebben. Dat bleef daarna aan, tot net vóór het laatste kusje. De eerste keer keek hij af en toe, niks stiekem. Zei gewoon, lekker kontje, joh. Dat vond ik niet erg, ik had hem al helemaal bekeken. We kunnen, als we in bed wat doen, precies genoeg zien.’
<Titia> ‘Nou, ik zag in de badkamer ook genoeg. Hij ook, alles.’
<Rieke> ‘Alles? In dat felle licht? Van . . . vlakbij?’
<Titia> ‘Ja, alles, met z’n neus er bovenop.’
<Rieke> ‘Nou, dan weet hij al meer dan een beetje wat hij van mij kan verwachten. Later.’
<Titia> ‘Zusje, je moet ook weten wat jíj kan verwachten. Op een gegeven moment met z’n tong erin. Zo, wie is hier preuts?’
<Rieke> ‘O. . . . Titia toch. . . . Nou ja, moet je zelf weten, als je dat lekker vindt. Ik weet het nog niet.’
<Titia> ‘Ik vond het zéker lekker, hij likte me klaar.’
<Rieke> ‘Titia! . . . Stom, zo heb ik nooit aan je gedacht. Ik denk, omdat we op het strand nooit zo ver gingen.’
<Titia> ‘O nee? Hoe weet je dat?’
<Rieke> ‘Ik heb het nooit gedaan en jij hebt me zoiets nooit verteld.’
<Titia> ‘Natuurlijk niet, daar was je te jong voor.’
<Rieke> ‘Poe, net ruim één jaar jonger.’
<Titia> ‘Nee hoor, daarom niet. Ik vond dat toch té intiem om je het te vertellen. Het gebeurde ook niet zo vaak. Alleen als ik al een tijd met ze ging en ze heel lief en niet opdringerig waren. Je weet nu in ieder geval ook, dat je een jongen steeds meer toe gaat staan, en dat je zelf ook meer gaat doen, als hij zo is. Je kan niet anders.’
<Rieke> Ja. . . . Dennis, je hebt niets gehoord.’
<Dennis> ‘Wat? . . . O, mijn gedachten dwaalden even af. Ik zat ergens anders aan te denken. Rieke, zal ik, in plaats van een verhaal, wat over mezelf vertellen, dat wat Titia ook al weet?’
<Rieke> ‘Ja, goed idee.’
 Hij vertelde ook over zijn project, waar hij nu gauw mee door wilde gaan. Hij had zijn computer na de verhuizing weer opgesteld en er grote schoonmaak in gehouden. Maar op zijn werk werden ze een beetje ongeduldig.
<Dennis> ‘Nou, dat was het zo’n beetje. Voorlopig. Vragen staat vrij. Anders mag jíj wat vertellen, Rieke.’
<Rieke> ‘Ik krijg een beetje het gevoel alsof ik mijn verkering voor ga stellen aan zijn toekomstige schoonmoeder.’
<Titia> ‘Nou, ik helemaal níet. Ik heb, zeker op bepaalde plekken, geen schoonmoedergevoel. Eerder een schoon- zusjesgevoel. Jullie weten dat het nogal eens fout gaat met schoonzusjes. Bijvoorbeeld na de bevalling van zus, als ze komt helpen. Schoonzusje is dan in een wat gevoelige, begrijpende stemming, en meneer staat al een tijd droog. Rieke, Dennis en ik hebben afgesproken, dat als we elkaar ooit zagen, bijvoorbeeld bij jou, dat het dan bij een kusje zou blijven, wel op mijn mond. Jij zou méér weten, maar voor de rest zouden we heel goede kennissen zijn.’
<Rieke> ‘Ja, netjes. Maar als ik er alléén bij ben kus je maar een end weg, hoor.’
<Titia> ‘Rieke, ik zou, nu ik Dennis weer zie, eerlijk gezegd graag nog ietsje méér willen dan een kusje op mijn mond. Jij krijgt hem helemaal, daar ga ik maar vanuit. Als we met z’n drieën zijn, dat zal vast wel af en toe gebeuren, mag hij me dan, als het heel gezellig is, zoals nu, af en toe eens omhelzen en een beetje kussen? Niet als schoonmoeder, maar als iets méér dan een schoonzusje?’
<Rieke> ‘Nou, wat is daar méér aan dan op je mond kussen? Dat doe je toch niet op een meter afstand? Omhelzen hoort erbij.’
<Titia> ‘Ja, maar er zit verschil tussen een kusje op mijn mond en een beetje kussen. Dat zijn er méér dan één, wat langer en . . . wat anders.’
<Rieke> ‘Meid, ik vind het prima. Je knuffelt en kust maar lekker een tijdje. Hij is bij jouw nummer twee en jij bij hem. Dan hoef je het toch niet bij één kusje te laten? Ik zou het zelfs leuk vinden om te zien, gezellig, en eerlijk. Jullie blijven toch iets speciaals voor elkaar voelen, dat weten we alledrie, en daar is niets mis mee. Dat mag zeker. Wacht, al dat praten erover, ik moet hem nu toch even pakken.’
 Ze omhelde hem en kuste hem even een beetje wild.
<Rieke> ‘Lekker. Maar Dennis, wat denk je van Titia’s voorstel?’
<Dennis> ‘Heel fijn, Rieke. Heel fijn, Titia. We blijven elkaars nummer twee, zo zie ik dat ook. Ik wil graag hetzelfde als Titia, zo’n gevoel had ik ook al vanaf dat ze vanmorgen binnenkwam. Toen wilde ik haar ook gelijk even stevig omhelzen, omdat ze zo lief is en omdat ze zo goed voor ons gezorgd heeft. Méér niet, dat is alleen voor jou, Rieke. O, Titia, ik heb je alleen maar één kusje gegeven sinds je hier bent. Rieke, we gaan nu even oefenen, kijk maar of we het goed doen.’
 Ze kusten en knuffelden elkaar even.
<Rieke> ‘Nou, dat was leuk om te zien. Oefening wat mij betreft geslaagd. Kan best, als zo goed als zeker schoonzusje.’
<Dennis> ‘Wat mij betreft ook. Alles heel fijn en reuze gezellig. Dit hoort gewoon zo, met ons drieën, niet méér, maar ook niet minder.’
<Titia> ‘Ik krijg bijna tranen in m’n ogen, wat heb je het weer mooi gezegd. En lekker welkom geheten.’
 Ze praatten verder, om de beurt, over hun drieën. Titia vond het prima om voor het eten te zorgen, dan konden <Rieke> en <Dennis> weer even knuffelen op de bank. Ze trokken niets uit, ze deden het rustig aan. Na de koffie vertrok Titia. Ze zou vaker dan vroeger bij haar zus op bezoek komen. Ze had nu een dubbele reden.
<Rieke> ‘Dennis, ga je mee naar de slaapkamer?’
<Dennis> ‘Als ik een keer nee zeg moet je gelijk de dokter bellen, dan moet ik doodziek zijn.’
<Rieke> ‘Mis, zelfs dan zou je nog meegaan. Kom!’
 In de slaapkamer bleef ze voor het bed staan.
<Rieke> ‘Liefje, kleed me eens uit, boven de gordel. Jezelf ook. Dan ga ik op bed liggen en mag je je heerlijk, voor jou en mij, uitleven op mijn borsten. Strelen, likken, kussen, alles.’
<Dennis> ‘Fijn, joh. Dan kan ik er nog beter bij dan vanmorgen.’
 Haar bloesje was snel uit, meer had ze boven de gordel niet aan. Hij trok haar tegen zich aan, kuste haar even en streelde daarna haar borsten en kuste ze.
<Rieke> ‘Dennis, ik wil tegen je aanliggen.’
Hij gooide haar met een judoworp op bed. Ze lag verbaasd te kijken terwijl hij, op zijn onderboek na, zijn kleren uittrok.
<Rieke> ‘Nou zeg, heb jíj even profijt van je judo. Moeiteloos een meisje plat op haar rug in bed krijgen. Ja, daar kan ik niet tegen op. Zeg, eigenlijk trek je iets te veel uit.’
<Dennis> ‘Zeg je nu stop? Zal ik mijn broek weer aantrekken?’
<Rieke> ‘Nee, stouterd, kom gauw naast me, pak me.’
Ze vrijden een uur, daarna ging ze naar huis. Ze deed niet alle knoopjes van haar bloes dicht, dan konden haar borsten, vooral haar tepels, onderweg wat afkoelen, zei ze.

 4e Keer. Zaterdag en Zondag

‘s Avonds, bij het naar bed gaan, keek hij niet naar haar. Ze had het snel in de gaten.
<Rieke> ‘Je kijkt niet naar me. Heb je geen belangstelling meer?’
Hij keek op. Ze stond aan haar kant van het bed, met alleen een klein broekje aan, naar hem te kijken. Ze glimlachte, toen ze hem zag schrikken.
<Dennis> ‘O, meid, wat mooi. . . . Ik dacht, ik zie toch niets méér dan de vorige keer, en misschien vindt ze mijn kijken vervelend.’
<Rieke> ‘Helemaal niet. Dan had ik het wel gezegd, toen je wat over mijn kontje zei. Ik ben ook niet ontevreden over mezelf. Zeg, ik zie niets in je broek. Windt het je niet op?’
<Dennis> ‘Nog niet, ik ben je alleen aan het bewonderen. Wat een mooi figuur, en mooie borsten heb je toch.’
<Rieke> ‘Je mag er ons zó weer van laten genieten. Ja, ons. Leuk hè? Verder nog wat interessants te zien?’
<Dennis> ‘Er reageert nu wél wat in mijn broek, omdat ik nu ga denken aan wat voor lekkers je erin hebt zitten. Ik ben zo benieuwd, joh.’
<Rieke> ‘Alles op z’n tijd. Leuk, zoals jouw lekkers nu naar voren komt.’
<Dennis> ‘Blijf even zo staan. Het is voor mij een erg prettig gevoel, wat er bij mij gebeurt, als ik zo naar je kijk en aan iets denk wat ik niet zie.’
<Rieke> ‘Nou, graag, als je daar al zoveel van geniet. Ik vind het bij jou ook een leuk gezicht, zelfs met je broek aan.‘
<Dennis> ‘Zal ik hem uitdoen?’
<Rieke> ‘Nee, ik heb dat al bloot in werking gezien. Even wachten, je bent nog niet uitgenoten. Dat gaat wel vlug, zeg. Ik zie, dat je aangenomen hebt dat je je pyjamajas uit mocht laten?’
<Dennis> ‘Ja, ik had aangenomen dat je geen stap terug wilde doen.’
<Rieke> ‘Je hebt helemaal gelijk. Zelfs één vérder, Dennis. Één van ons tweeën doet zijn broek uit. Wie?’
<Dennis> ‘O. . . . Fijn, joh. . . . Ik zou al blij zijn als ik, zonder broek, je in plaats van in een pyjamabroek, in dat kleine, dunne, iets doorschijnende broekje tegen me aan kon voelen.’
<Rieke> ‘Dat is ook een mogelijkheid. Maar afgekeurd, te kleine stap.’
<Dennis> ‘O. . . . Zal ik dan mijn broek aanhouden, en jij uit?’
<Rieke> ‘Ja, Dennis, je bent zo lief, je dringt nooit aan, ik heb zo van jou grote genoten, jij mag nu van mij genieten. Als jouw lekkers maar in je broek blijft. Ook niet stiekem door je gulp naar buiten laten kijken.’
<Dennis> ‘Hij ziet toch niets. Hij zou ook niets verklikken. Mag ik je ook strelen?’
<Rieke> ‘Hetzelfde als ik bij jou gedaan heb. Helemaal alles lekker voelen. En voorzichtig strelen. Niet té veel, je snapt het wel.’
<Dennis> ‘Ja, ik snap het. Ik wil heel graag, Rieke.’
<Rieke> ‘Nou, je hoeft niet te smeken. Goed, broekje uit. . . . Ik blijf even staan, dan heb je wat vóórpret.’
<Dennis> ‘O. . . . Dat heb ik zeker. . . . Ik zag net al een donkere plek door je broek schijnen. . . . Nu je haren.’
<Rieke> ‘Nou, ik heb er op mijn hoofd méér.’
<Dennis> ‘Ja, ook heel mooi, maar daar kan ik de hele dag naar kijken. Dat zou ik hier ook graag naar doen. Zien we nog wel eens. Nu, . . . ik zie nog wat méér, een beetje, tussen je haren.’
<Rieke> ‘Mooi?’
<Dennis> ‘Dat is heel zwak uitgedrukt. Ik . . . heb wat gescharreld, maar ze waren nooit zo vrij als jij, dat ik mocht kijken. Óf ik mocht onder de kleding voelen, óf het was in het donker. Stomme meiden. Alleen Titia was . . . slimmer.’
<Rieke> ‘Ja, zonder wat te zien is voelen en strelen lekker, maar als die meiden jou ook nooit goed gezien hebben, hebben ze heel wat gemist. En nu eindelijk in bed, eerst omhelzen en kussen.’
 In bed omhelsden ze elkaar, en hij streelde haar borsten.
<Rieke> ‘Dennis, er zit iets met smart op je lekkere handen te wachten.’
<Dennis> ‘Ja, ik weet het, liefste. Maar ik heb zo’n voorpret, ik moet het langzaamaan doen.’
<Rieke> ‘Kom je van het denken aan mijn gleuf strelen al bijna?’
<Dennis> ‘Maak het nog maar even erger. Moet je nog langer wachten. Ja, van het denken aan mijn hand langzaam tussen je benen, dat je zo graag wil dat ik je daar streel, je haren voel, en dan voorzichtig je helemaal vastpak en kan voelen, en dan met een vinger je . . . gleuf voelen. En er een klein beetje ín, als je het kan hebben. Nou, doe ik het mezelf aan. Even geduld, hoor.’
 Na even gleed zijn hand naar beneden.
<Dennis> ‘Je buik doe ik later wel.’
<Rieke> ‘Dat zat ik ook net te denken. Doe ik later ook bij jou. Je hebt er precies genoeg haar, niet te weinig, niet te veel.’
<Dennis> ‘Jouw haren zijn ook geweldig.’
<Rieke> ‘Ja, schiet op, joh. Óók voor later. Pak me vast, alsjeblieft.’
 Hij streelde haar doos en na een tijdje met een vinger haar gleuf. Toen ze zachtjes kreunde ook er iets in. Tot ze zachtjes stop zei. Hij kuste haar even, verplaatste zijn hand naar een borst en bleef wang aan wang liggen.
<Rieke> ‘Verschrikkelijk lekker jong. Ik zat de hele tijd op het randje van klaarkomen.’
<Dennis> ‘Ik ook.’
<Rieke> ‘Dat geloof ik best. Maar alles op zijn tijd. Nou, we hoeven dus niet te zeggen hoe lekker we het vonden. Onbeschrijfelijk. Als je dit vaker wilt doen, blijf ik.’
<Dennis> ‘Als je blijft, doe ik het vaker. En nog méér, lief en lekker stuk.’
<Rieke> ‘Wat leuk weer. Afgesproken. . . . Dennis, we mochten overal over praten, hè? Je hebt dit nog niet zo lang geleden bij Titia ook gedaan. Vergelijk eens.’
<Dennis> ‘Nou, daar was ik niet mee bezig. Ik genoot zo. Eh, . . . jouw haren zijn ietsje stugger, denk ik.’
<Rieke> ‘Titia en ik hebben op ons hoofd altijd hetzelfde haar gehad, beneden ook ongeveer hetzelfde. Je mag wel een keer, of vaker, net zoals bij Titia, in de badkamer, daar naar me kijken. Goed?’
<Dennis> ‘Dat zou ik hartstikke fijn vinden. Ik vind meisjes daar zo mooi. Maar ik wil alleen naar ze kijken als ik ze goed genoeg ken, zoals jou nu, anders is het niet fijn.’
<Rieke> ‘Nee, een willekeurige grote vind ik ook niets aan. Hij moet aan een lieve jongen, zoals jij, vastzitten.’
<Dennis> ‘Rieke, wat gaat het fijn, hè?’
<Rieke> ‘Ja, joh, ik lig hier in m’n nakie ook bijna te janken, zo fijn gaat het. . . . Titia en ik hebben wel aan elkaars borsten gezeten, vóór we met jongens begonnen, we wilden wel eens weten hoe het zou voelen als er iemand aan zat. Nou, we zagen er wel wat in, strelen zou best lekker kunnen zijn. Maar we hebben beneden nooit aan elkaar gevoeld. Dat stuggere haar kan door andere shampoo komen.’
<Dennis> ‘Zou kunnen. Ik vind het prettig, ik voel graag haren, zoiets liefs op je buik. Vind je het niet erg, als ik ook over andere meisjes praat?’
<Rieke> ‘Nee, leuk. Zolang ik er maar niet slechter afkom.’
<Dennis> ‘Titia niet meegerekend, heb ik, vergeleken met jou, aan duizend jaar oude dooie etalagepoppen zitten voelen.’
<Rieke> ‘O. Dank je wel.’
<Dennis> ‘Eigenlijk jammer, dat die meiden er niet van durfden genieten. Eentje had heel . . . sluik haar, daar voelde ik bijna niets van. Eentje helemaal geen, die schoor zich om één of andere reden, daar heb ik niet naar gevraagd. Ik vond het toch wat minder prettig, meisjes horen daar haar te hebben. Kleine blote meisjes, zoals ze op het strand wel rondlopen, vind ik wel schattig, met zo’n leuke blote gleuf. Een buurmeisje van me liep zomers, als het warm was, er net zo bij als de jongens, alleen een korte broek aan. Sommige buren vonden dat niet gepast, maar haar ouders en zij wel. Ze zei, wat is het verschil, ik heb ook alleen maar tepeltjes. Ze bleef er zo bijlopen tot ze duidelijk borstjes kreeg. Dat vonden we leuk, die kleine heuveltjes, zij ook. Zei ze, die hebben jullie lekker niet, maar alleen kíjken, niet áánkomen, of je moet verkering met me vragen. Dat deden we, omstebeurt, ik ook, we wilden ze wel eens voelen. Maar ze vond niemand lief genoeg. Haar ouders hebben er een eind aan gemaakt toen ze te groot werden. Jammer vond ik dat. Maar bij borstjes boven horen haartjes beneden. Het was wel lekker om een keer een blote te . . .’
<Rieke> ‘Likken?’
<Dennis> ‘Ja. Ik vind het fijn als een meisje wijdbeens voor me durft te liggen. Ik hoef niet wijdbeens om mijn blote stijve en mijn ballen te laten zien. Nou, dat weet je.’
<Rieke> ‘Ja. Je bent niet bang uitgevallen, je bent duidelijk een genieter, als je de kans krijgt. Nou, die heb je weer. Ontlopen kan je het trouwens niet, ik laat je niet gaan. Veel te blij dat ik een jongen gevonden heb, nou ja, gevonden, die lekker met mijn spullen omgaat. Heb je veel . . . geoefend?’
<Dennis> ‘Nee, ik had wel vaker gewild, met dat mooie spul. Ik denk ongeveer net zo vaak, of weinig, als jullie. Dezelfde problemen, geen geschikte plek.’
<Rieke> ‘Hoe vond Titia het, jouw strelen? Ze is natuurlijk wel wat gewend.’
<Dennis> ‘Over wat ze gewend is hebben we het nooit gehad. Ik ben er niet slecht afgekomen. Als ze vergeleken heeft, dat kan eigenlijk niet anders, heeft ze er niets over gezegd. Ze genoot. Ze . . . kwam klaar.’
<Rieke> ‘O. Ja. Dat geloof ik nu wel. Fijn voor jullie. En voor mij. Goede vooruitzichten, op iets langere termijn. Trouwens, ik dram even door, nog verschil in gleuven gevoeld?’
<Dennis> ‘Dat weet ik niet. Kan me niet schelen. Het gaat om het gevoel dat ik eráán mag zitten, dat een meisje dat ook fijn vindt, en er zo van kan genieten. En dat als ik naar binnen zou mogen, hoe lekker dat wel niet zou zijn. Dacht ik bij jou ook. Ik kijk er erg naar uit, op de iets langere, maar liever korte termijn. Liefste, zullen we gaan slapen? Ik kan je niet verder strelen, ik moet bijkomen van dit lekkere.’
Ze zei niets, kroop tegen hem aan en was binnen de minuut in slaap. Hij iets later.

 ‘s Morgens vrijden ze weer even, hij streelde haar weer.
<Dennis> ‘Zullen we samen douchen?’
<Rieke> ‘Nee, wat jij in badkamers met meisjes uitspookt, daar ben ik nog niet aan toe. Ga maar.’

Ze ontbeten, zetten de vaat in de vaatwasser en dronken koffie op de bank.
<Dennis> ‘Rieke?’
<Rieke> ‘Dennis?’
<Dennis> ‘Ik wil je wat vragen.’
<Rieke> ‘O, wat onverwacht.’
<Dennis> ‘Wat kijk je ontdeugend. En een beetje smekend. Ik heb eigenlijk méér dan één vraag. En wat te zeggen. Misschien wordt het een heel gesprek.’
<Rieke> ‘Dat is niet erg. We praten toch zo graag met elkaar?’
<Dennis> ‘Ja, maar dit is niet zomaar een gesprekje. We kennen elkaar pas, hè? Dit is ons derde weekend. Het tweede dat je bent blijven slapen. Maar ik heb het gevoel dat we elkaar al veel langer kennen, omdat we zo goed met elkaar op kunnen schieten. Alles gaat zo makkelijk. En zo fijn. Als één van ons iets wil, vraagt hij, of zij, er gewoon om. En dan gaat het meestal, omdat bij de vraag al zoveel rekening is gehouden met de ander. Ik . . . houd van je, Rieke. Al vind ik het wel erg snel. Nou ja, eigenlijk was het liefde op het tweede gezicht. Dus kan het, vind ik. Ik wil je zo graag vaker bij me hebben. Altijd, eigenlijk.’
<Rieke> ‘In bed?’
<Dennis> ‘Ook. Maar niet alleen daar. Voorlopig veel samen doen, later alles, overdag en ‘s avonds. En, zeker in het begin, ook vaak in bed. ‘s Avonds, vroeg of laat, tot de volgende morgen. En overdag, als we er zin in hebben. Eh ik wil je graag iets uitleggen, maar dat is nogal eh ik weet het niet. Eh intiem.’
<Rieke> ‘Als het over dat vaak in bed gaat hoor ik het graag. Ik zal het vast ook vaak willen.’
<Dennis> ‘Fijn. Ik was bij Titia afwachtend, omdat ze niets over zichzelf vertelde. Ik was steeds blij als we iets meer gingen doen, maar ik keek eigenlijk nergens naar uit, omdat we niet over een gezamenlijke toekomst praatten. Al was ik natuurlijk niet van plan om het af te slaan als ik wél in haar zou mogen komen. Afgezien wat ik voor haar gedaan heb, ze heeft me verwend tot en met wat ze voor zichzelf kon verantwoorden. Ik heb daar vreselijk van genoten. En ik was van natte dromen af. Titia en ik hebben het op het eind rustiger aan gedaan, ik heb sinds die tijd weer natte dromen. Niet zo fijn. Rieke, ik ben bij jou minder afwachtend, ik hoop op een fijne gezamenlijke toekomst. Afgezien wat ik voor jou kan doen, ik hoop ook van mijn natte dromen af te raken, dat je me gaat verwennen, dat zal je op een gegeven moment best willen, denk ik. Uiteindelijk hoop ik bij jou wél in je te mogen komen en samen eh heerlijk klaar te komen. Het is niet het belangrijkste in een eh samenleven, maar wel een heerlijk besluit van een dag. Al kan het ook op andere tijden. Ik hoop dat dit goed bij je overkomt.’
<Rieke> ‘Dank je wel voor je openheid. Eerst over het lichamelijke. Ik weet natuurlijk hoe het bij jongetjes werkt. Ze maken continue zaadjes, en als ze zich vol voelen willen ze daar op een prettige manier vanaf. Het is ook niet meer dan natuurlijk, dat jongetjes van hun zaadjes af willen als ze een bloot meisje zien, al zitten ze nog níet vol. Je zal daar bij Titia best van genoten hebben. Je zal wel denken dat je een egoistisch verhaal afgestoken hebt, maar je hebt ook gezegd, afgezien van wat ik voor jou kan doen. Tja, van vol raken hebben meisjes geen last. Maar als ze een blote jongen zien, met een mooie erectie, is het ook niet meer dan natuurlijk dat ze die willen voelen op de plek die daarvoor gemaakt is, zelfs vóór ze dat een keer meegemaakt hebben. Behalve het lichamelijke, als een jongen en een meisje elkaar erg lief vinden, om het simpel te zeggen, willen ze natuurlijk graag zo dicht mogelijk bij elkaar zijn. Dat wordt dan vanzelf eh vrijen. Ik hoop dat bij ons het laatste meestal het geval zal zijn. Het was lief van je om me je probleempje te vertellen, maar ik wist natuurlijk al dat je af en toe een andere aandrang zal hebben. Als jij me daarbij ook zo veel mogelijk verwent zal ik daar vast geen problemen mee hebben.’
<Dennis> ‘Fijn. Dank je wel. Liefste, wil je, alsjeblieft, bij me intrekken, met me samen gaan wonen? En een tijdje daarna verder zien wat we doen?’
<Rieke> ‘Wat bedoel je met verder zien wat we doen?
<Dennis> ‘Met onze vorm van samenwonen. Het kan mij niet schelen hoe het heet. Jíj mag kiezen. Trouwen, wat administratief het makkelijkste is, wat ik ook het liefste wil, weet je dat vast. Of hokken, een samenlevingscontract of wat dan ook.’
<Rieke> ‘O. . . . Kiezen. . . . Nou, dit wordt een heel gesprek. Ik had gedacht dat je gewoon zou vragen, liefste, zullen we samen gaan wonen? Ik had beter moeten weten. . . . Dennis, ik houd van je. Ik wil graag, in een paar stapjes, hier bij je komen wonen. Zo vaak mogelijk bij je zijn. En alles, alle dagen en nachten, met je samen doen. En nu eerst kussen.’
 Ze kuste hem woest, wrong zich tegen hem aan alsof ze hem nooit meer los wilde laten. Maar dat deed ze toch, hijgend.
<Dennis> ‘Wat ben je lekker woest.’
<Rieke> ‘Ik hoor nu te zeggen, ik dacht dat je het nooit zou vragen. Nee, ik wist dat het eraan kwam, je had het vorige week al gezegd. Waar Titia bijzat. Ik werd . . . woest door de manier waarop je het deed. Weer zo mooi. Maar ben ik nu aan de beurt?’
<Dennis> ‘Je mag praten. Over een beurt krijgen hebben we het later wel. Nou, word ik . . . ontdeugend. Omdat ik zo blij ben dat we gaan samenwonen.’
<Rieke> ‘Dennis toch, had je anders verwacht?’
<Dennis> ‘Ik kan er niets aan doen, Rieke, ik weet nooit precies wat ik aan meiden heb. Zelfs bij jou niet. Ik weet ook wel, en dat is geen hoge dunk van mezelf, het is gewoon zo met ons, dat je toch niet weg kan blijven. Maar, zekerder weten dat je nu heel vaak bij me zal zijn, daar word ik toch hartstikke blij van.’
<Rieke> ‘Fijn. Over die stapjes. Ik blijf de weekeinden komen. Ik kom doordeweeks een paar keer zonder te blijven slapen. Dan mét. Dan vaker, tot helemaal. Goed?’
<Dennis> ‘Prima. . . . Rieke, ik moest even denken aan Titia. Dat we onze relatie in stapjes niet opmaar afgebouwd hebben.’
<Rieke> ‘Ja, dat zal een moeilijke tijd geweest zijn. Voor jullie allebei.’
<Dennis> ‘Ja, nogal. Daarom heb ik al vrij snel mijn verhuizing bespoedigd, om het niet te lang te laten duren.’
<Rieke> ‘Ik moet er niet aan denken dat wij dat zouden moeten doen.’
<Dennis> ‘Nooit aan denken. Dat zal niet gebeuren. Maar je stapjes, doe maar wat je wilt, hoe je het aanvoelt. Als je te vaak komt gil ik wel.’
<Rieke> ‘O. . . . Ben je daar bang voor?’
<Dennis> ‘Weet jij ook niet altijd wat je aan jongens hebt? Nee, helemaal niet, liefste. Grapje. Je mag ook gelijk blijven. Ik kan me niet voorstellen dat je eh aanwezigheid me zou gaan vervelen of storen. Ik ben zo gelukkig als je er bent. Of ik je zie of niet. Ruiken doe ik je toch. Je hoeft geeneens wat te doen, dan vind ik het al zo fijn dat je er bent.’
<Rieke> ‘O, Dennis, je brengt me erg in verleiding. Maar ik blijf bij mijn stapjes. Een meisje kan niet voorzichtig genoeg zijn, al slaat dat meestal ergens anders op. Het komt goed uit dat net al jouw spullen op hun plek staan. Er moet door mijn spullen wel iets veranderen, maar niet veel. Ik denk dat ik er al rekening mee gehouden heb dat ik bij je in zou kunnen trekken. De helft van je linnenkasten is nog leeg. Volgende keer breng ik wat kleding en zo mee. Maar nu even op de bank vrijen, straks verder met opruimen. Lig! Met je handen onder je hoofd.’
 Ze knoopte zijn shirt los en trok het uit zijn broek.
<Rieke> ‘Beetje minnetjes hoor. Een beetje haar en twee kleine tepeltjes. Jullie jongens komen er maar zielig van af. Nou, ik doe het er maar mee.’
 Ze gaf hem een heleboel kleine kusjes, eerst op zijn mond, toen over zijn hele borst.
<Rieke> ‘Kan je je voorstellen dat ik dit prettig vind?’
<Dennis> ‘Ja, zo zou ik ook een tijd je buik of je achterwerk kunnen kussen.’
<Rieke> ‘Ik had het kunnen weten. Dat zal je dan een keer moeten doen ook. Wil je nu je handen onder je hoofd vandaan halen en ze op je borst leggen . . . met de rug van je handen op je tepeltjes? . . . Goed zo. Ik trek even mijn bloes uit. . . . Nu mijn borsten in je handen. . . . Je mag me onder het kussen lekker strelen. Ik ben toch zo blij, samenwoonfiguur.’
 Ze kusten, niet te lang, terwijl zijn handen deden waarom gevraagd was.
<Rieke> ‘Dat was weer lekker. Maar de rest van de dag een beetje rustig aan, alsjeblieft.’
<Dennis> ‘Dat was ik al van plan, maar ik werd uitgekleed en kreeg van alles in mijn handen gestopt.’
<Rieke> ‘Ik heb je niet horen klagen, dus kan je voorlopig je gemak houden.’
 De rest van de dag verliep rustig. Af en toe, als ze langs elkaar liepen, pakte hij haar even vast om een kusje te geven. Ze zeiden dan niets, glimlachten alleen.
 Na de koffie, ‘s avonds, stond ze op.
<Rieke> ‘Ik wil nog een beetje vieren dat we gaan samenwonen. Ga je mee naar de slaapkamer?’
Hij glimlachte en stond op. Ze was al weg. In de slaapkamer bleef ze voor het bed staan.
<Rieke> ‘Dennis, mijn eerste jou strelen was anders dan hoe jij mij streelt, ik keek en voelde hoofdzakelijk of je wel eh prettig gereedschap had. Jíj streelt me om ons te laten genieten. Zou je het erg vinden als ik toch nog even wacht met jou zo te gaan strelen? Ik wil graag er eerst wat meer aan gewend zijn dat ik me helemaal uitkleed en overal aan me laat zitten.’
<Dennis> ‘Prima. Zal ik je dan langzaam uitkleden en overal lekker aan je gaan zitten? Nu ik weet dat je dat graag wilt, kan ik het extra lekker voor je doen. Dan geniet ik zelf ook extra.’
<Rieke> ‘Wat ben je toch lief. Doe je eerst zelf alles uit, behalve je onderbroek? Ik wil niet aan me laten friemelen door een helemaal aangeklede vent.’
 Hij kleedde zich, op zijn onderbroek na, snel uit en ging voor haar staan.
<Rieke> ‘Ja, zó, deze keer in je onderbroek, waarin zo grappig al aardig wat naar voren steekt, mag je overal aan me zitten.’
 Hij kleedde haar langzaam uit, op haar broekje na, en streelde haar borsten, met iedere hand één, kuste ze daarna, één voor één.
<Dennis> ‘Lekker, tot zo ver, liefste?’
<Rieke> ‘Ja, dit is beter, zo is het een beter begin om te vrijen, fijner dan dat ik mezelf uitkleed. Alleen, als ik erg veel zin heb om je te grijpen, of snel je handen aan me te voelen, is het te langzaam. Maar nú? Heerlijk, joh.’
 Hij draaide haar een halve slag om, sloeg een arm om haar middel, trok haar tegen zich aan en streelde met zijn vrije hand één voor één haar borsten even. Daarna liet hij haar los, trok haar broekje naar beneden en liet haar eruit stappen. Hij trok haar weer tegen zich aan, kronkelde even met zijn onderlijf tegen haar kontje en streelde haar borsten weer even. Met één been duwde hij haar benen wat uit elkaar, ze moest giechelen toen ze even wankelden, maar ze werkte mee, ze snapte de bedoeling. Hij liet zijn hand strelend over haar buik naar beneden gaan tot hij haar tussen haar benen vast had.
<Dennis> ‘Voel je een beetje verschil? Ik kan je nu helemaal beetpakken, al het heerlijke spul tussen je benen, zonder een arm of een pols te hoeven verdraaien.’
<Rieke> ‘Ja, heerlijk. Alsjeblieft, afwisselend me zo helemaal in je hand houden, me zo een beetje masseren, met je hand alles strelen, en een beetje met je vingers, je weet wel.’
 Hij wisselde alles meerdere keren af, tot ze zich losrukte en naar hem omdraaide. Ze keek boos.
<Rieke> ‘Niet normaal man, wat jij met een meisje doet. Nog geen minuut en ik had de broek van je kont getrokken en je grote bij me naar binnen geduwd.’
 Ze omhelsde hem, wang tegen wang, en begon te snikken. Hij hield haar vast, tot hij niet meer hoorde of voelde dat ze snikte, tilde haar op en legde haar op bed. Hij pakte een zakdoek, ging naast haar zitten en depte haar traantjes weg. Toen ze weer bijgekomen was keek ze hem aan, iets minder boos.
<Rieke> ‘Zit daar niet niks te doen, kom naast me liggen, ik wil je grote door je broek tegen me aan voelen, aan de goede kant, niet zoals net tegen mijn kontje. En kus me en streel me.’
 Ze vrijden lang, af en toe duwde hij zijn hand tussen hen in om haar beneden ook te kunnen strelen.
<Rieke> ‘Dennis, Dennis, je bent zo lief, het is zo lekker, en het gaat later nog lekkerder worden. Ik was wel behoorlijk vrij met je, maar ik ben er nu echt goed aan gewend, ik kan voortaan heel rustig me helemaal bloot laten zien en je overal aan me laat zitten. Dank je wel. Maar je deed het bijna té lekker.’
<Dennis> ‘Liefste, ik heb me een beetje laten gaan, ik had je zo lekker vast, ik dacht, je zegt wel stop. Deed je ook, op jouw manier. Je doet zo lief terug, kussen en je tegen me aan drukken.’
<Rieke> ‘Ik verheug me geweldig op alle keren vrijen die we in ons leven nog gaan doen. Maar nu moet ik je loslaten. Ik moet naar huis. Dennis, ik wil je . . . toch heel even strelen. Goed?’
<Dennis> ‘Graag. Wen maar eventjes.’
<Rieke> ‘Ja, joh, dat bedoelde ik ook.’
 Ze ging met een hand in zijn onderbroek, voelde overal aan en streelde hem. Het ging niet zo lang.
<Dennis> ‘Stop, liefste. Je doet het te lekker. En goed. Bij mij komt die ene minuut er ook aan.’
<Rieke> ‘Dat is lang genoeg om nog even iets anders te doen.’
Ze trok zijn onderbroek naar beneden en pakte zijn stijve vast.
<Rieke> ‘Ik wil er even lekker over praten. Ik zal je nu niet strelen, alleen vasthouden. Was het zo lekker, net zoals bij mij, dat je bijna ging komen?’
<Dennis> ‘Ja, maar dat was niet het enige. Het was geen keuring. Je wilde me strelen, omdat je dat fijn voor ons vindt.’
<Rieke> ‘Ja, het was heel anders. Nu is het echt fijn om je vast te houden, net zoals jij je hand tussen mijn benen legt en me vasthoudt. Dan voelen we dat we bij elkaar horen, hè?’
<Dennis> ‘Helemaal. En ik praat er ook graag lekker over. Toen je me net zo lekker streelde, verheugde ik me geweldig op de keer, keren, dat ik mijn grote bij je naar binnen duw, zover als het kan, die hele achttien centimeter, dan jou en mezelf klaar laat komen en ik je mijn zaadjes geef.’
 Ze schoot uit bed, kleedde zich snel aan, gaf hem een kort kusje en verdween.

 5e Keer. Dinsdagavond

 Ze kwam toen hij net thuis was.
<Rieke> ‘Je bent mooi op tijd. Hebben we de hele avond, al maak ik het niet te laat. Kunnen we eens kijken wat we op een doordeweekse avond doen. Loop je even mee naar mijn auto? Ik heb twee verhuisdozen met wat kleine spullen. We vinden er wel een plekje voor, je hebt toch niet veel.’
 Hij liep mee, bracht de zwaarste doos boven. Ze maakten het eten klaar en aten het op. Ze pakten alle spulletjes uit, gaven ze een plek en dronken wat laat koffie op de bank.
<Dennis> ‘Dit is dus geen normale doordeweekse avond. Wel gezellig, ik zag een beetje al je spullen die je leuk vindt. Ik neem aan, dat je gelijk opruiming houdt, de rest wegdoet.’
<Rieke> ‘Klopt. Ik heb in jaren niet opgeruimd. Niet dat ik er een hekel aan had, helemaal niet. Maar ik had genoeg ruimte. Dennis, nu nog lekker kussen. Niet zoals zondagavond, we houden alles aan en geen lekkere praatjes, anders weet ik nog niet wat er gebeurt.’
<Dennis> ‘Ik wel. Een andere keer dan maar. Ik zal me nu heel netjes gedragen. Ik wil je alleen nog wat vragen. Vluchtte je, de vorige keer?’
<Rieke> ‘Ja. Door je lekkere praatjes en je lekkere . . . lijf wilde ik het nog doen ook, waar je het over had. Daarom ben ik gauw gevlucht. Alles op z’n tijd, toen niet, nu ook nog niet. En nu je gedragen.’
 Ze gedroegen zich. Hij vond wél, dat ze nog lekkerder kuste dan anders, nog vrijer.
 

 6e Keer. Donderdagavond en Vrijdagmorgen

 Ze was er iets eerder dan hij, ze was al met het eten bezig.
<Rieke> ‘Loop je gelijk even mee? Ik heb weer twee verhuisdozen.’
 De avond verliep ongeveer hetzelfde als de keer ervoor. Alleen stopte ze de kuspartij vrij snel. Hij liep verbaasd achter haar aan richting voordeur. Maar ze liep door, de slaapkamer in, stopte daar en omhelsde hem.
<Rieke> ‘Ik blijf slapen, Dennis. Dinsdagavond was hartstikke gezellig. Maar toen ik in bed lag, dacht ik, stom, ligt hij vast met een grote aan me te denken, en ik kan er niet aankomen. Waarom ben ik niet gebleven? Ik hoef helemaal niet zo voorzichtig te wennen. Het kan best sneller, en steeds blijven slapen. Dat . . . slapen is zo wie zo geen probleem, alleen om het daarvóór een beetje in de hand te houden. Eh, ik bedoel natuurlijk om niet te snel te gaan. Het gaat meer om het overdag wennen.’
Ze maakte zich los en liep naar haar kant van het bed. Hij bleef naar haar kijken, benieuwd wat ze nu weer zou doen. Ze trok alles uit, op haar kleine broekje na.
<Rieke> ‘Ik zó, jij alles uit?’
 Hij kleedde zich snel uit.
<Dennis> ‘Wil je een beetje voorpret?’
<Rieke> ‘Niet nodig, ik heb je al een uur gezien. Lig!’
 Hij stapte in bed, ze kwam tegen hem aan liggen.
<Dennis> ‘Ga je me ook strelen, liefste?’
<Rieke> ‘Dacht je dat ik van je af kon blijven? Eventjes wel, ik wil je eerst voelen, door m’n broekje heen, lekker dun.‘
<Dennis> ‘Beetje voorzichtig, hoor.’
<Rieke> ‘Je roept maar stop.’
 Ze sloeg haar benen om hem heen en wreef voorzichtig met haar doos tegen zijn grote.
<Rieke> ‘Lekker zo? Voel je wat van me?’
<Dennis> ‘Heel lekker, erg fijn dat je het voorzichtig doet. Ik voel niet precies wat je tegen me aan drukt, dat kan eigenlijk ook niet, hè? Maar dat geeft niet. En jij?’
<Rieke> ‘Heerlijk, ik kan duidelijk voelen hoe stevig je bent. Zo fijn, dat je dat zo lang vol kan houden, als we het rustig aan doen. Ik moet er niet aan denken dat je steeds zo’n heel klein pikkie zou hebben. Nog erger dan dat ik geen borsten zou hebben, ik heb nog méér in de aanbieding, jij niet. Maar nu gaan we kussen, ik ga je tegelijkertijd strelen, zachtjes.’
 Ze nam zijn grote in haar hand en streelde hem zachtjes.
 Na een behoorlijk lange tijd moest hij haar stoppen.
<Rieke> ‘Wat doen we het fijn samen, hè? Zo lang. Ik vind het heel fijn, zo intiem, om je vast te houden. Ik vond het wel grappig, als ik iets te veel bewoog, denk ik, schokte je even. Dan deed ik wat rustiger aan. Fijn zo.’
<Dennis> ‘Je bent heel lief en voorzichtig. Dank je wel. Je laat me meer genieten dan ik ooit gedaan heb. En zo vaak, en zo lang.’
<Rieke> ‘Liefste, je doet voor mij hetzelfde. En nu wil ik slapen.’
Ze kroop weer tegen hem aan. Zo sliepen ze weer in.
 
‘s Morgens vertrok ze gelijk met hem.

 7e Keer. Zaterdag en Zondag

 Ze kwam ‘s morgens met weer twee verhuisdozen vol.
‘s Ochtends hielp hij haar, ‘s middags werkte hij aan zijn project op zijn computer en deed zij het alleen verder.
 Ze was weer de snelste in de slaapkamer. Ze stond aan haar kant van het bed, helemaal bloot.
<Dennis> ‘Móóói, joh. . . . O, ja, mijn beurt voor een broek.’
<Rieke> ‘Wie zegt dat?’
<Dennis> ‘Nou, vorige keer hield jij dat heel kleine dunne dingetje aan.’
<Rieke> ‘Heb jij ook een heel klein dun broekje?’
<Dennis> ‘Nee. Jammer.’
<Rieke> ‘Niks jammer. Doe je maar niets aan.’
<Dennis> ‘Rieke, dan ga ik mijn blote tegen jouw blote duwen, hoor.’
<Rieke> ‘Dat zal tijd worden. Nog even wachten. Je bent . . . nog te vooruitstrevend, dan schiet je te gauw naar binnen. O, dat helpt. Kruip in bed!’
 Hij lag al. Ze ging naast hem liggen.
<Dennis> ‘Rieke, met kleren aan lig ik ook graag met je in bed, hoor.’
<Rieke> ‘Laat ik niet merken dat dat gebeurt. Dat doen we niet meer. Dat hoeft niet meer. Tenzij. . . Nee, doe je niet.’
<Dennis> ‘Ik vind het niet erg dat je bijna wat zei. Dat ging natuurlijk automatisch. Dat je stopte vond ik heel fijn. Ik ben zo blij dat je me vertrouwt. Ik ga beslist niet verder, voordat je gezegd heb, kom d’r in.’
Ze omhelsden en kusten eerst. Toen trok hij haar heel langzaam tegen zich aan.
<Dennis> ‘Nu voel ik je wel. O, heerlijk, liefste. Je haren. En dat heuveltje waar je gleuf in zit. Lekker, Rieke?’
<Rieke> ‘Ja, veel beter dan met dat broekje ertussen. Ik voel precies waar je zit. Lekker. Eh, bijna goed.’
<Dennis> ‘Dat dacht ik al. Liefste, ik ga mijn grote even met m’n hand recht omhoog leggen. . . . O, je doet het al. Nu gauw loslaten. . . . Oh, heerlijk. Eerst weer kussen.’
Vóór ze in slaap vielen bewogen ze een beetje, omstebeurt, tussen het kussen door. Soms kuste of streelde hij haar borsten. Af en toe streelden ze elkaar, omstebeurt, daarna legde ze zijn grote steeds weer voorzichtig op het goede plekje tegen haar aan.

‘s Morgens liep ze zonder iets te zeggen achter hem aan de badkamer in. Onder de douche zeepten ze elkaar om de beurt in, spoelden elkaar af en droogden elkaar af. Héél voorzichtig.


‘s Middags trok ze hem op de bank, begon hem te kussen. Na een paar minuten stopte hij haar.

<Dennis> ‘Rieke, het was zo fijn gisterenavond. Zullen we nu wéér? Op bed?’
<Rieke> ‘Óp bed of ín bed?’
<Dennis> ‘Óp bed. Lekker helemaal bloot. Als ik tenminste bij daglicht naar je mag kijken.’
<Rieke> ‘O. . . . Dennis, liever nog niet van heel vlakbij. Zoals je tot nu toe in de badkamer gekeken hebt. Misschien een beetje meer. Goed?’
<Dennis> ‘Natuurlijk. Wil jij soms eerst naar de slaapkamer, of zal ik?’
<Rieke> ‘Eh . . . Ik ga eerst.’
 Toen hij in de slaapkamer kwam, nadat ze geroepen had, lag ze bloot op bed, met haar benen tegen elkaar.
<Dennis> ‘Waarom wil je eigenlijk niet dat ik naar je kijk?’
<Rieke> ‘Ik weet niet wat het is. Nog te intiem, denk ik.’
<Dennis> ‘Intiemer dan naar mij kijken, me strelen of als ik jou daar streel?’
<Rieke> ‘O. . . . Je hebt gelijk. Nou, een beetje dan.’
 Ze deed haar benen een beetje van elkaar.
<Dennis> ‘Fijn, joh. . . . Nog mooier dan ik dacht toen ik je streelde. Ik kom nu naast je, ik zal niet overdrijven.’
Hij kleedde zich uit, ging naast haar liggen, omhelsde en kuste haar.
<Rieke> ‘Het viel me mee. Je kijkt zo lief. Dank je wel. . . . Volgende keer weer een beetje meer, misschien.’
Hij trok hij haar heel langzaam vaster tegen zich aan.
<Dennis> ‘Leg je me weer op een lekker plekje tegen je aan? Of heb je nu liever even een beetje ruimte?’
<Rieke> ‘Helemaal niet. Dat kijken went wel. Jij leert ook snel. Je zit al op de goede plek.’
 Ze streelden elkaar weer, omstebeurt, tussen het kussen door. Minder voorzichtig dan eerder, ze wisten nu dat ze iets méér konden hebben voordat er gestopt moest worden.

 ‘s Avonds stond ze na de koffie op.
<Rieke> ‘Liefje, zo meteen show bij schemerlicht.’
 Ze lag er weer net zo bij als ‘s middags. Hij kleedde zich eerst uit, ging daarna aan het voeteneind van het bed staan.
<Dennis> ‘Jij kijken, ik kijken?’
<Rieke> ‘Grapjas. Ik weet dat je het lief bedoelt. Ik ben nog niet zo op m’n gemak als jij. Dat was je de eerste keer al, in de badkamer. Gewoon voor me staan, met die grote paal recht omhoog. Ik durf toch wel wat meer. Doe mijn benen maar zo ver van elkaar als je wilt. Ik overleef het wel.’
 Hij ging naast haar knieën zitten en streelde haar venusheuvel. Langzaam ging hij strelend met zijn hand naar beneden. Even langzaam deed zij haar benen van elkaar, tot hij overal goed bij kon. Hij bleef haar even strelen, haalde toen zijn hand weg en keek, rechtop zittend, niet te lang, naar waar zijn hand vandaan kwam. Daarna naar haar gezicht, en glimlachte.
<Rieke> ‘Lach maar, grote verleider, ik weet het, ik heb het zelf gedaan, je steeds meer laten zien. Ik moet een beetje met je oppassen. Kom gauw weer naast me.’
 Hij ging naast haar liggen en trok haar tegen zich aan.
<Dennis> ‘Je hebt een mooie gleuf, liefje.’
<Rieke> ‘Mooi? Of lekker?’
<Dennis> ‘Dat lekkere heb ik al een beetje gevoeld. Nu konden mijn ogen ook een beetje genieten. ’
<Rieke> ‘Een beetje? Voelen, ja. Maar zien kon je alles.’
<Dennis> ‘Weet je nog wat Titia zei?’
<Rieke> ‘Ja, je hebt er met je neus bovenop gezeten.’
<Dennis> ‘Ze zei nog meer.’
<Rieke> ‘Ja, ik weet het. Wil je dat bij mij ook?’
<Dennis> ‘Ja, heel graag. Dat is één van de dingen waarmee ik je kan verwennen. Andersom weet je vast ook genoeg. Maar ik dring niet aan, hoor. Niet om iets bij jou te doen, meer dan tot nu toe, of andersom.’
<Rieke> ‘Ik wil niet zo snel, we genieten al aardig. Dennis, je had het net, al zei je het niet letterlijk, over likken en zo. Mag ik je wat heel intiems te vragen?’
<Dennis> ‘Intiemer dan je gleuf kussen, likken, ook erin en je klaar laten komen?’
<Rieke> ‘Nou, Dennis.’
<Dennis> ‘Heb je liever niet dat ik er zo over praat?’
<Rieke> ‘Niet zo veel tegelijk. Een beetje mag wel, dat wil ik jou ook vragen. Ik zag net je ballen weer heel goed. Ik wil je daar nu iets meer over vragen. Heb je vaak natte dromen?’
<Dennis> ‘Ik ben blij dat je het durft vragen.’
<Rieke> ‘Ook eigenbelang, natuurlijk. Als je geen zaadjes kan maken kan je vast niet lekker klaarkomen en kunnen we nooit kinderen maken.’
<Dennis> ‘Over kinderen hebben we het later wel. Ik vind het niet zo’n intieme vraag, hoor. Je weet dat ik van je scharrelen op het strand gehoord heb. Ik heb ongeveer één keer in de week een natte droom, als ik geen lief gezelschap heb wat er vóór zorgt dat ik voor die tijd zaadjes loos. Op het zand, of in een zakdoek of handdoek, of eh laat maar.’
<Rieke> ‘Ja, laat maar, ik weet, denk ik, alle manieren wel.’
<Dennis> ‘Fijn. Dat belooft wat. Ik zal je niet overhoren, dat zou weer te veel tegelijk zijn. Rieke, in de tijd tussen dat Titia voor het eerst bij me thuis kwam en dat ze eh erg lief voor me was, had ik meer natte dromen dan normaal. Tja, zo’n mooie meid zien, ruiken en dan er een beetje aan mogen komen, is nogal bevorderend voor mijn zaadproductie. Ik heb er nu natuurlijk ook meer dan eh tussen verkeringen in, door jou. Daar hoef je je niets van aan te trekken, hoor, je bepaalt zelf je tempo. Maar daarom kan je me steeds niet zo lang vasthouden of zo. En blijf ik bij jou ook voorzichtig, anders red ik het niet. Ik blijf bij jou natuurlijk ook voorzichtig, omdat je dat nog wilt.’
<Rieke> ‘Ik snap het. Tja, je dringt niet aan, maar evengoed laat je wel merken wat je graag wilt. Genoeg gepraat. Beweeg weer lekker tegen me aan, zo lang je het hebben kan. Maar misschien zeg ik wel eerder stop.’
 Ze vrijden tot ze naar huis moest.

 8e Keer. Maandagavond en Dinsdagmorgen

Het werd een herhaling van de donderdagavond en de vrijdagmorgen ervoor. Weer twee verhuisdozen vol, eten, opruimen, kussen tijdens het koffiedrinken op de bank, en in bed helemaal bloot vrijen.

 9e Keer. Woensdagavond en Donderdagmorgen

Alles ging weer hetzelfde. Verhuisdozen, eten, opruimen, koffie met kussen en vrijen, niet te lang, in bed.
<Dennis> ‘Rieke, ik ben zo blij, dat je zo vaak komt. Het is zo gezellig.’
‘<Rieke> ‘Meer niet?’
<Dennis> ‘Ik dacht wel dat je zoiets zou vragen. Ja, nog veel meer, maar ik wil het nu niet over het slaapkamergebeuren hebben. Daar zijn we genoeg aan elkaar gewend. Ik tenminste wel, om voor de rest van m’n leven zo te vrijen en te slapen. Ik verwacht dat het binnen afzienbare tijd nog fijner wordt, dan is het helemaal volmaakt.’
<Rieke> ‘Je hebt weer een heel mooi verhaal over iets waar je het niet over wilde hebben.’
<Dennis> ‘Tja, waar de mond vol van is. . .’
<Rieke> ‘Dat was niet meer dan een stukje van een borstje van me.’
<Dennis> ‘Ja, lekker. Nu kijk ik je vragend aan.’
<Rieke> ‘Dat hoeft niet. Als je me niet onderbroken had, had ik het ook gezegd. Ik probeer nog wel eens een stukje van jou. Geduld.’
<Dennis> ‘Dat heb ik. Rieke, ‘s avonds en in het weekend overdag gaat het ook al heel goed, hè?’
<Rieke> ‘Je zit te vissen, maar ik bijt niet. Geduld.’

10e Keer. Vanaf Vrijdagavond

 Vrijdagavond

 Het begon zoals de andere avonden. Uitladen, eten, opruimen. Toen hij haar, tijdens de koffie, wilde kussen, hield ze hem tegen.
<Rieke> ‘Dennis, ik heb gisterenavond uren zitten denken of ik in mijn huis nog iets te zoeken had. Als je begrijpt wat ik bedoel. Ik heb niets kunnen bedenken. Weet jíj wat?’
<Dennis> ‘Rieke, al weken niet meer.’
<Rieke> ‘Goed. Toen heb ik Titia gebeld. We hebben eerst een hele tijd over jou gepraat. Ze wilde weten of je alles wel lekker bij me deed en zo. En wat we deden. Ik heb haar niet alles verteld, wel genoeg om haar behoorlijk mee te laten genieten. Dat gedeelte was hartstikke gezellig. Twee meisjes die zich weer zitten te verlekkeren over één jongen.’
<Dennis> ‘Jammer dat ik het niet gehoord heb. Jullie praten zo mooi tegen elkaar.’
<Rieke> ‘Het was soms iets intiemer dan je aangaat. Maar toen werd het serieus. Ze vroeg, heel aarzelend, of ik haar, als we een paar keer alles gedaan hadden, wilde vertellen of je het goed kan. Ze had het zo graag zelf met je gedaan, maar dat kon niet. Ze houdt niet van raden, of gokken, ze wil het zo graag wéten. Ook om zeker te weten dat ze gelijk had met het doorgeven van mij aan jou. Daarom kwam ze ook al zo snel een keer op bezoek. Ze vroeg het heel voorzichtig, maar ik hoorde haar bijna huilen. Mag ik het haar dan vertellen?’
<Dennis> ‘Je moet. Anders doe ik het zelf. Ik begrijp haar wel. En jou ook. Je gaat er dus al vanuit dat we alles gaan doen.’
<Rieke> ‘Je begrijpt weer te veel. Even kussen, dan verder.’
 Hij maakte het niet te lang.
<Dennis> ‘Je hebt me een beetje nieuwsgierig gemaakt. Ga verder.’
<Rieke> ‘Ze is ook nog steeds zo dankbaar dat jij je zo netjes gedragen hebt.’
<Dennis> ‘Zíj heeft zich netjes gedragen. Ik wilde wel meer.’
<Rieke> ‘Ja, maar je hebt het niet gedaan.’
<Dennis> ‘Toch niet zonder haar toestemming? Nooit van m’n leven.’
<Rieke> ‘Je had haar makkelijk om kunnen praten. Dat weten we alle drie. Daarom is ze je dankbaar.’
<Dennis> ‘O. Nou, goed. Ik ben dankbaar voor het me aan jou doorgeven. Staan we quitte.’
<Rieke> ‘Goed. Voorlopig. We hebben het er nog wel eens over. Titia komt er ook vast nog wel op terug. Je hebt zo’n diepe indruk op haar gemaakt.’
<Dennis> ‘Behalve dat laatste stuk van een centimeter of achttien.’
<Rieke> ‘Ja, brutale jongen, dat is precies wat ze graag wil weten, of dat stukje zich kan gedragen.’
<Dennis> ‘Gauw? Nu? Zo meteen?’
<Rieke> ‘Nou zeg, houd op. Je bent nu trouwens wél aan het proberen me om te praten.’
<Dennis> ‘Ik zeg niets meer. Ga door.’
<Rieke> ‘Zeg niet dat het je bedoeling niet is. Je hebt me nooit rechtstreeks gevraagd, ga je met me naar bed, of zo. Nee, heel rustig praat je me naar een volgend stapje. Ik dacht steeds dat ik alles zelf besliste, en dat dacht jij ook, want je schrok vaak als ik weer een stapje deed, maar het kwam door je praten. En je glimlach natuurlijk. En je lekkere vrijen, stapje voor stapje. Je bent me aan het ompraten. Nu wéér, met je gauw? Nu? Zo meteen?’
<Dennis> ‘Ik heb maar één excuus. Ik doe het alleen met bijzondere, ongetrouwde meisjes, die lekker ruiken, er leuk uitzien, ook fijn met me willen praten, en zalig vrijen.’
<Rieke> ‘Ja, je zal geen antwoord hebben wat ook weer ompratend werkt. Je bent verschrikkelijk.’
<Dennis> ‘Lekker? Nou ja, laat maar. Ga verder.’
<Rieke> ‘Ik heb haar verteld, dat ik steeds vaker bij je ben gebleven, en op het punt stond om met je samen te gaan wonen. Ze had een advies. Later moet ik kunnen vertellen, ook aan eventuele kinderen, van, nee, ik ben niet gelijk met hem in bed gedoken, ik ben ook niet gelijk gaan hokken, ik ben steeds wat vaker en langer naar hem toegegaan, toen pas samen gaan wonen. Maar ik heb nog een tijd mijn huis aangehouden. Zonder te vertellen hoe lang of kort alles duurde, dat gaat niemand wat aan.’
<Dennis> ‘Heel mooi. Ze is heel verstandig. Je kan dan, hopelijk heel lang, terugdenken hoe fijn alles is gegaan.’
<Rieke> ‘Ja. En zo doe ik het dus ook. Ik heb voorlopig de laatste spullen meegenomen, de rest heb ik hier niet nodig. Ik houd mijn huis nog even aan, voor noodgevallen, maar ik blijf bij je. Heb je nu antwoord, meneer de hengelaar?’
<Dennis> ‘Ik vind het zó fijn, dat ik je hier niet wil kussen. Wil je met me naar bed?’
<Rieke> ‘Hè, hè, eindelijk vraag je het. Behalve bij me erin, wil ik heel graag lekker met je vrijen. Maar ik zal onthouden dat je het zonder omwegen gevraagd hebt. Je wist, dat je door een directe vraag me niet zou ompraten. En je wist wat ik deze keer zou antwoorden. Toch vind ik het lief en eerlijk. Ik ben blij dat we door zulke dingen elkaar ook beter leren kennen. Genoeg gepraat. Kom!’
 Ze was in bed weer wat woester, maar het ging goed.

 Zaterdag

‘s Morgens kreeg hij maar één kusje, ze wilde gelijk douchen. Ze zeepten elkaar weer om de beurt in, en spoelden en droogden elkaar weer af. In plaats van de handdoek op het rek te hangen hing ze hem ineens over zijn grote. Ze schoten in de lach. Ze pakte de handdoek weer, maar in plaats van hem nu wel op te hangen streelde ze hem door de handdoek heen.
<Dennis> ‘Liefje, alsjeblieft, zonder handdoek?’
<Rieke> ‘Ja, dat was ik al van plan, lekker jong. Dit was even plagen.’
 Ze hing de handdoek op, pakte zijn ballen vast en bevoelde ze.
<Rieke> ‘Fijner dan ik me kan herinneren.’
<Dennis> ‘Is het zo lang geleden?’
<Rieke> ‘Langer dan voor jou, slofferd. Ze zijn, zo te voelen, nog geeneens afgekoeld van de behandeling van mijn zus.’
<Dennis> ‘Nee, die hitte komt door de verwachte behandeling door jou.’
<Rieke> ‘Meer kan ik er niet mee doen, ik weet dat het gauw pijnlijk voor je wordt.
Ze liet zijn ballen los, pakte zijn stijve, streelde hem voorzichtig even, liet hem los en deed een stapje terug.
<Rieke> ‘Dennis, even zonder handjes?’
Toen hij knikte zakte ze op haar knieën, nam zijn grote in haar mond en streelde hem. Na niet al te lang kreunde hij even. Ze liet hem los en keek naar hem op.
<Rieke> ‘Één hand er omheen en één hand om je ballen? En dan doorgaan? Helemaal?’
<Dennis> ‘O, ja, alsjeblieft, helemaal.’
 Ze streelde hem tot hij, vrij snel, klaargekomen was. Hij omhelsde haar.
<Dennis> ‘Heerlijk, liefste. Zo onverwacht.’
<Rieke> ‘Ik was iets eerder dan jij wakker. Ik heb na liggen denken. Ik wilde, wat ik zo lekker tegen me aanvoelde, nu ook wel eens uitgebreid vastpakken. Ik dacht, maar in de badkamer, we zullen het wel niet droog houden. Je voelde zo heerlijk aan dat ik aan het happen dacht, wat ik van Titia moest doen. Dat was ook lekker. Jij vond het ook lekker, je begon een beetje te hijgen. Toen wilde ik je helemaal verwennen, je zou vast op barsten staan. Dennis, dat vond ik ook heel fijn.’
<Dennis> ‘Dat was het. Je schrok een beetje, hè?’
<Rieke> ‘Ja. Je eh spoot harder en veel meer dan ik me van vroeger herinner, je weet wel, op het strand,. Je zaadproductie is wel in orde.’
<Dennis> ‘Heb ik jou genoeg afgedroogd?’
<Rieke> ‘Ja, schurk, voor vandaag wel. Nu aankleden, kleintje, anders blijf je de hele dag niet van me af.’
 De rest van de dag kwam ze er niet op terug, ook in bed niet. Hij ook niet, hij voelde dat ze aan het nadenken was.

 Zondag

‘s Morgens in de badkamer hield ze hem tegen, toen hij na het afdrogen weg wilde lopen.
<Rieke> ‘Eh, Dennis, hoe heeft Titia . . . je laten kijken?’
<Dennis> ‘Schatje, staand zie ik niet veel, zo van bovenaf. Ik ben op de grond gaan zitten, ze is vóór me komen staan. Ik vond het héél mooi, lief zusje wat vast héél veel op haar lijkt.’
<Rieke> ‘Dennis, rustig even. . . . Ja, dan zie je het vast goed. . . . Ik word daar niet zo graag bekeken. Ik bedoel, jij zal het best graag willen, maar om daar naar me te laten kijken, met zo veel licht aan, nou, ik weet het niet.’
<Dennis> ‘Ik zou graag daar naar je kijken, liefje, maar het hoeft nú niet. Wacht in ieder geval tot het je niet meer tégenstaat. Al denk ik, dat je het al gauw niet zal kunnen laten, zelfs graag wíl dat ik naar je mooiste plekje kijk, wat al zo fijn aanvoelt, om te strelen. Ik snap je wel, ík kan me niet zo goed voorstellen waarom je een uur naar mij hebt zitten kijken, jíj kan je niet voorstellen dat ík het mooi zou kunnen vinden. Maar dat doe ik wel, omdat het van jou is, bij jou hoort, bij ons.
<Rieke> ‘O, wat ben jij een verleider. Je hebt gelijk. Je bent zo lief, nu móet je kijken. Zít!’
 Hij ging gauw zitten, ze kwam vóór hem staan.
<Dennis> ‘Heel lieve haartjes. Doe je nu je benen wat van elkaar?’
Aarzelend deed ze het. Hij keek even, keek haar toen smekend aan.
<Rieke> ‘Nou, ik vind het maar niks. Dit is toch geen houding voor een meisje. Wacht even, ik pak dat krukje, daar kan ik wijdbeens op gaan zitten, op de rand. . . . Ja, dit is beter. Toen ik zo lang bij jou keek zat je er ook zo bij. . . . Zo goed?’
<Dennis> ‘Ja. . . . Zo mooi, Rieke, zo mooi. . . . Ik kijk geen uur, hoor.’
‘<Rieke> ‘Dat vind ik niet erg, bij meisjes is er daar minder te zien dan bij jongens. Ik vind het toch nog een beetje raar, zo.’
<Dennis> ‘Raar? Hartstikke mooi. Ik blijf alleen niet zo lang kijken, omdat ik er niet af kan blijven.’
 Zonder te vragen streelde hij haar gleuf een tijdje, keek toen naar haar op.
<Dennis> ‘Kusje?’
 Ze knikte. Hij gaf haar een heleboel kleine kusjes. Keek toen weer naar haar op.
<Dennis> ‘We hadden het laatst over likken. Ik wil liever vragen, mag ik je met mijn tong strelen?’
 Ze glimlachte eerst, knikte toen. Binnen de kortste keren zat ze op de vloer vóór hem, hijgend.
<Rieke> ‘Oh, Dennis. . . . Over snel gesproken, zeg. . . . Ging het bij Titia ook zo snel?’
<Dennis> ‘Nee, maar ik wist nu beter de weg. Lekker hè?’
<Rieke> ‘Ja, dat was zeker lekker, schatje. Maar véél en véél te snel, secondewerk. Langzamer moet nog lekkerder zijn. Het kwam ook zo onverwacht. Ik had maar héél even de tijd om te denken, dat wordt klaarkomen, ga ik door of niet. Ik had ook niet meer tijd nodig, ik dacht, waarom niet. Niet omdat ik het bij hem ook gedaan heb, maar omdat híj het is, die lieve jongen.’
<Dennis> ‘Nou, die jongen was knap verrast. Vóór ik op het idee kwam om het iets rustiger aan te doen, toen ik merkte dat je ging komen, was je er al helemaal. Verheug je maar op de volgende, langzame keer. Ik leer snel.’
<Rieke> ‘Ja, ik heb Titia ook niet horen klagen. . . . Trouwens leuk, dat we zo over haar kunnen praten, we genieten extra. Nu weg! Aankleden.’
 ‘s Avonds in bed begon hij haar niet gelijk te kussen, maar bleef wang aan wang liggen.
<Rieke> ‘Dennis? Is er wat?’
<Dennis> ‘Rieke, ik lig te janken. We zijn zo lief voor elkaar geweest. En nu is het zondagavond. En je bent er nog. Het dringt nu pas goed tot me door dat je niet meer weggaat.’
<Rieke> ‘Ik doe even met je mee. Daarna lekker vrijen.’
Dat deden ze, tot ze erbij in slaap vielen.

 Van maandag tot en met donderdag

 De hele week deden ze rustig aan. Ze genoten van elkaars aanwezigheid, en speelden met hun activiteiten op elkaar in. Zij werkte de achterstand in haar administratie bij, hij werkte aan zijn computerproject.


 Vrijdag

‘s Avonds, in bed, hield ze hem tegen toen hij haar wilde kussen.
<Dennis> ‘Vertel het maar, liefje.’
<Rieke> ‘Ben je moe, liefje?’
<Dennis> ‘Nee, hoezo?’
<Rieke> ‘Ik heb lang geaarzeld met het één en ander, je snapt me wel. Maar het ging zo snel. Alles ging zo onwaarschijnlijk goed. Deze week hebben we rustig aan gedaan. Ik heb rustig na kunnen denken. Ook ‘s avonds. Zo prettig, op de bank, terwijl jij hobbyt. Als je af en toe naar me keek glimlachte je al-tijd zo fijn, zo rustgevend. Ik hoorde je in gedachten zeggen, meid, fijn, hè? Doe rustig aan, doe maar wat en wanneer je wilt.’
<Dennis> ‘Dat dacht ik ook.’
<Rieke> ‘Houd op. Dennis, wat we vorig weekend in de badkamer uitgespookt hebben vind ik toch meer in de slaapkamer horen. Ik ben wel blij dat je naar me gekeken hebt. Hoe was het ook weer? Alles. In fel licht. Van vlakbij. Met je neus er bovenop. Met je tong erin. Tot ik klaarkwam.’
<Dennis> ‘Geweldig. Ik bedoel niet alleen dat kijken en zo, maar ook dat je het zo goed onthouden hebt. Dan moet je het fijn gevonden hebben.’
<Rieke> ‘Ja, je doet alles zo lief. Niet in één keer door. Kijken, strelen. Dan, kusje? Dan, mag ik je met mijn tong strelen? O, ik wil weer, maar nu in bed. Ik wil eerst bij jou, je weer lekker pakken. O.K.?’
<Dennis> ‘Liefste, als je zorgt dat je een handdoek of zo bij de hand hebt, want dat vergeet ik vast, mag je het altijd doen, zonder te vragen.’
<Rieke> ‘Fijn. Ook leuker, als ik het niet hoef te vragen, dan kan ik je af en toe lekker verrassen. Die handdoek heb ik natuurlijk al. Ik wist dat je het goed zou vinden. Niet om je daarmee vast te houden hoor, alleen om het op te vangen. Ik ben erg optimistisch, ik heb er hier drie liggen.’
<Dennis> ‘O. Erg optimistisch. Nou, dat kon toch best wel eens lukken, zoals jij het doet.’
<Rieke> ‘Vleier. Ik pak je. . . . O, groter kon weer niet, hè? Je had zeker weer vóórpret. Nou, met twee handen lukt het wel.’
 Ze kreeg gelijk.
<Dennis> ‘Wat doe je het toch lekker. Twee handen overal aan me. En even je mondje als hulp. Ik wil nog even bijkomen. Krijg maar vast vóórpret, ik ga zo meteen weer tussen je benen voelen tot je niet meer stil kan liggen van genot.’
 Hij kreeg ook gelijk.
<Rieke> ‘Dennis, je doet het iedere keer lekkerder. Maar ik ben nu wel bekaf. Eerst dat duwen trekwerk bij jou, waarbij ik op moet letten dat ik het niet te langzaam of te snel doe, dan dat kusen likwerk van jou aan en in mijn gleuf. Slapen.’
 Ze kroop in zijn armen. Ze was het eerst in slaap.

 Zaterdag

 ‘s Morgens werd hij wakker toen ze het bed uitstapte.
<Rieke> ‘Blijf nog maar even liggen, ik wil even goed douchen, alleen.’
 Bij de koffie wilde ze maar kort kussen.
<Rieke> ‘Ik ben over andere dingen aan het nadenken. We halen het later in.’
 ‘s Middags gingen ze samen boodschappen doen. Daarna hield ze een kuspartij ook weer kort. Ze drukte haar vinger tegen zijn mond, schudde haar hoofd en glimlachte.
‘s Avonds, tijdens de koffie, hield ze hem weer tegen toen hij haar wilde kussen.
<Dennis> ‘Vertel het maar, liefje. Je zit de hele dag al ergens over na te denken.’
<Rieke> ‘Ja. Ben je moe, liefje?’
<Dennis> ‘Nee, helemaal niet, hoezo?’
<Rieke> ‘Ik heb nieuws.’
<Dennis> ‘Vast leuk nieuws. Vertel eens.’
<Rieke> ‘Ik had je het gisterenavond kunnen vertellen, maar ik wilde dat je het zou horen als je héééél goed uitgerust was. En niet te lang of te kort van tevoren met me gevreeën had.’
<Dennis> ‘Je weet nu ook wel dat ik hier geen barst van snap. Vrouwen, af en toe!’
<Rieke> ‘Af en toe vind je ze best lekker.’
<Dennis> ‘Zachtjes uitgedrukt. Maar vertel het, alsjeblieft.
<Rieke> ‘Ik had gisteren vrij. Ik heb mijn laatste spullen meegebracht en opgeruimd. De rest is door de Kringloopwinkel opgehaald, het was toch allemaal minstens tweedehands. Jouw spullen zijn mooier.’
<Dennis> ‘O. . . . Dus je huisje is leeg?’
<Rieke> ‘Helemaal. Ik ken de eigenaar heel goed, ik heb persoonlijk de huur opgezegd en ik hoef maar tot het eind van de maand huur te betalen. Hij wist al een ander, die er dan ingaat.’
<Dennis> ‘Heel fijn nieuws, Rieke. Dus je blijft definitief?’
<Rieke> ‘Ja, we weten allang dat we bij elkaar horen, maar voor het theoretische geval dat het toch nog mis zou gaan, was het makkelijker geweest als ik terugkon. Hoeft nooit meer, liefste.’
<Dennis> ‘Wat geweldig. En vlug. Mag ik mijn definitief vaste samenwoonster kussen?’
<Rieke> ‘Daar neem ik geen genoegen mee. Ik wil het fijn vieren, net zoals we onze verkering en ons voorlopig samenwonen gevierd hebben. Zullen we naar bed gaan?’
<Dennis> ‘Wat? Het is net acht uur geweest.’
<Rieke> ‘Ja, ik weet het. . . . Ik wil met je naar bed, liefste.’
<Dennis> ‘Dat klinkt nogal speciaal. Ik zou bijna wat gaan denken.’
<Rieke> ‘Je denkt maar. Kom nou maar.’
 In bed knuffelden en kusten ze even. Toen duwde ze hem iets van haar af en keek hem aan.
<Rieke> ‘Dennis, kennen we elkaar al goed genoeg, om zo zeker over ons te zijn?’
<Dennis> ‘Ja, Rieke. Ik weet het in ieder geval heel zeker. Méér dan goed genoeg om samen te wonen, alles samen te doen, ook helemaal bloot fijn te spelen. We zijn het altijd overal over eens, omdat we overal over praten, ook over wat we voelen. Ik vind het geweldig. Overdag ben je zo lief, in bed ook, en dan extra lekker. Ik kijk zo graag naar je, je hebt een heerlijk lijf, aangekleed en bloot.’
<Rieke> ‘Jij ook. Gisterenavond was ook lekker, hè? Het hoeft geeneens, maar we doen alles eerlijk om en om.’
<Dennis> Ja, precies om en om, zelfs ongeveer om en om, hoeft helemaal niet. Alles is toch even fijn.’
<Rieke> ‘Was het in de badkamer niet het lekkerste? Tot nu toe, bedoel ik.’
<Dennis> ‘Dat was heel lekker. Dat ik je mocht bekijken en bevoelen. En dat je me zo lekker liet lozen. Maar het is niet het belangrijkste. Dat is het bij elkaar zijn, wat we ook doen.’
<Rieke> ‘Nou, ik zeg eerlijk dat klaarkomen wel één van de lekkerste dingen is die we samen doen. Alleen tegelijk elkaar beneden strelen is wat minder, dat doe ik liever om en om. Ik weet nog wat voor tegelijk. Liefste, zullen we nu . . . heel erg lekker gaan vrijen?’
<Dennis> ‘Dat doen we toch steeds al?’
<Rieke> ‘Jawel. . . . Maar wat dacht je van nu . . . alles?’
<Dennis> ‘O. . . . Je bedoelt, met alles erop en eraan?’
<Rieke> ‘Ik bedoel, erin, liefste. Jij bij mij.’
<Dennis> ‘O, wat fijn. . . . Je zei het al, ik wil met je naar bed. Ja, ik wil héééél graag ook met jou naar bed, alles doen. Het is goed dat ik altijd zo’n harde stijve heb, door jou, anders was ik, als we daar lekker tegen elkaar wreven, allang een keer per ongeluk naar binnen geschoten. O, shit, schatje, we moeten even wachten, anders kom ik nu al. Ik wil het zo graag nu sámen met je doen.’
<Rieke> ‘Dat wachten komt goed uit. Dat niet te lang of te kort van tevoren gevreeën hebben was om te zorgen dat je niet te veel maar ook niet te weinig voorraad had. Nou, een dag is dus veel te lang. Weet ik dat ook weer. Maar ik wil je toch eerst iets vragen en zeggen.’
<Dennis> ‘Prima, kan ik even bijkomen van de schok. En ik moet je ook wat vragen. . . . O, wat fijn, Rieke, alles!’
<Rieke> ‘Ja hè? Maar bereid je voor op nóg een schok.’
<Dennis> ‘Nóg een schok? Nou, ik kan me niet voorstellen waar ik nu nog van zou schrikken. Zeg het maar.’
<Rieke> ‘Liefste . . . doe je het zo meteen . . . voorzichtig . . . langzaam?’
<Dennis> ‘Vind je dat . . . het prettigst?’
<Rieke> ‘Dat weet ik niet.’
<Dennis> ‘Dat weet je niet? . . . Ooooh.’
 Hij liet haar los en ging op zijn rug naast haar liggen. Het bleef een tijdje stil.
<Dennis> ‘Even, hoor. . . . Dat is een schok, zeg. . . . Ben je nog maagd?’
<Rieke> ‘Ja. En ik ben héééél gelukkig, dat ik het gebleven ben tot jij kwam.’
<Dennis> ‘Ik ook, Rieke. . . . Ik ook.’
<Rieke> ‘Hoezo twee keer ik ook? Je zegt nooit wat dubbel.’
<Dennis> ‘Het eerste is, dat ik ook héééél gelukkig ben dat je nog maagd bent. . . . En het tweede . . .’
 Ze draaide zich snel naar hem toe om hem aan te kijken.
<Rieke> ‘WAT? Jij ook nog maagd?’
<Hij> ‘Ja.’
<Rieke> ‘O, wat fijn, Dennis, allebei nog. . . . Nou, ook een behoorlijke schok voor míj. Dat had ik nooit verwacht. Met Titia heb je het niet gedaan, dat weet ik. Maar je bent zo’n verleider. Dat daar nooit een meisje ingestonken is. Stom zeg, we hebben het nogal uitgebreid over ons scharrelen gehad, tot en met klaarkomen, maar daar niet over. . . . Weet Titia het, van jou?’
<Dennis> ‘Eh . . . nee.’
<Rieke> ‘Mag ik het een keer vertellen?’
<Dennis> ‘Je weet het, je móet, anders doe ik het zelf.’
<Rieke> ‘Fijn. . . . Dus je bent nooit verder gegaan dan . . . wat je met m’n zus uitgespookt hebt? En met mij?’
<Hij> ‘Nooit verder, meestal minder. Jij? Ik heb er in het begin een keer even over nagedacht. Zo’n mooie meid moest vast al eens eh gepakt zijn, tussen haar twaalfde, zo ongeveer, en haar bijna vijfentwintigste, ongeveer. Maar het kon me niet schelen, ik wilde je.’
<Rieke> ‘Nou, jíj was eerlijk, ík nu natuurlijk ook. Altijd minder. Jongens soms klaar laten komen. Je hebt er over gehoord, meestal op het strand. Ik vind het helemaal niet erg dat Titia me bij jou daarmee vóór was. Dat ze er vast ook van genoten heeft. Je hebt genoeg en je kan vaak genoeg, denk ik. Alles, bedoel ik.’
<Hij> ‘Ik hoop het. Mag ik vragen, wil je het vertellen, wat die jongens bij jou gedaan hebben?’
<Rieke> ‘Jij bent die eerste waarvan ik het goedvond dat die eh niet alleen áán me, ook een klein beetje ín me zat.’
<Hij> ‘Ik vond het heel fijn, alleen al dat het mocht.’
<Rieke> ‘Ik was niet uitgesproken. Ere wie ere toekomt. Jij bent dus ook de eerste die me klaar liet komen.’
<Hij> ‘O, Rieke, dank je wel. Wat fijn.’
<Rieke> ‘Je stopte, toen je erachter kwam dat ik maagd was. Heb je daar problemen mee?’
<Hij> ‘Ik schrok me rot. Ik dacht, ik mag haar ontmaagden. En dan gaat zij mij ontmaagden. O, wat fijn. Maar weet ze het wel zeker? Het is nooit meer terug te draaien. Liefste, als je niets gezegd had was ik vast doorgegaan. Nou ja, begonnen. Ik kon even niet meer denken. Ik weet niet of ik iets gemerkt zou hebben. Als ik niets gemerkt zou hebben, en er later achtergekomen was, had ik dat niet zo fijn gevonden. Zoiets moet je weten. Je moet er toch allebei van genieten? Als ik wél wat gemerkt zou hebben was ik me dood geschrokken, dat zou je niet leuk gevonden hebben. Daarom ben ik blij dat je het zei. Voorzichtig, langzaam. Ik vergeet dat nooit meer. Dat je wilde dat ik het wist. Ik kan nu, omdat ik vind dat je meisjes netjes moet behandelen, aan je vragen of je het heel zeker weet, dat je het wilt, dat eenmalig gebeuren, nu, met mij? Ik wil ontzettend graag, jouw eerste zijn, en jij mijn eerste.’
<Rieke> ‘Ik weet het zeker en ik wil ook ontzettend graag. Ik ben blij dat ik je het liet weten. Dennis, als het een beetje geklungel wordt, onze eerste keer, hoeven we het niet erg te vinden. Ik weet niet wat ik doen moet, jij ook niet. Ja, je grote bij me naar binnen doen. Maar hoe? Het maakt niet uit, hè? We praten toch altijd onder het vrijen. Dat gaan we weer doen, proberen elkaar het te leren, om het voor elkaar zo lekker mogelijk te laten zijn. Ja?’
<Dennis> ‘Heel graag. Maar eh . . .’
<Rieke> ‘Ben je bang dat je me pijn gaat doen?’
<Dennis> ‘Ja, nogal. Ik ben wel blij dat je er niet zo tegenop ziet. En niet tegen klungelen, want dat doe ik vast. Ik weet waar ik zijn moet, maar daarmee houdt het wel zo’n beetje op.’
<Rieke> ‘Nou, dan weet je genoeg, denk ik. Als je dan je grote voorzichtig en langzaam naar binnen duwt zal het verder wel lukken.’
<Dennis> ‘Ik ben zo blij, dat je niet zenuwachtig bent. Ik durf het nu best met je aan.’
<Rieke> ‘Ik heb van vriendinnen het één en ander gehoord, ze zijn allemaal al getrouwd. Op verjaardagen sturen we altijd de mannen een tijdje weg, dan kunnen we over jongens praten. We noemen nooit namen. We vertellen altijd, ik heb een meisje gekend, die deed dit of dat. Soms verspreekt er één zich, ik heb toen, enzovoort. Lachen dan, joh, om haar rode kop. Ze hebben allemaal spijt dat ze er, meer of minder, wat bang voor waren. Twee hebben totaal geen pijn gehad, de rest een beetje, niet de moeite waard. Ze waren het er over eens, dat, als het iedere keer zou gebeuren, maar liever niet, dan zouden ze er nog mee doorgaan.’
<Dennis> ‘Nou, dat scheelt ook alweer. Om dat te weten. Voor ons allebei.’
<Rieke> ‘We nemen er nu toch de tijd voor, goed dat we vroeg begonnen zijn. Ik vertel je nóg wat, om je gerust te stellen. De jongens die het nog nooit gedaan hadden, waren inderdaad nogal klungelig. Bang om het meisje pijn te doen, bang om als amateur af te gaan, bang om te snel te komen, of helemaal niet. De meiden zijn het er over eens, dat je jongens gewoon moet vertellen, lief natuurlijk, wat ze moeten doen. Dan gaat het een stuk beter. De twee die voor de tweede keer getrouwd zijn, hebben dat ook gedaan, bij hun toevallig nog maagdelijke man, het ging inderdaad stukken beter. Alhoewel het geklungel van een jongen ook wel lief is. De stakkerds, ze willen zo graag, maar komen er dan achter dat het niet zo simpel is. Vaak komen ze de eerste keren te snel. Door de vóórpret. Maar daar weet ik nog wat voor, behalve dat proberen dat je niet te vol zit. Dennis, als je te snel komt, doen we het daarna wéér. Met daarna bedoel ik, zo gauw je weer wilt, en kunt. Door te veel voorpret loop je bijna over, na de eerste keer dus niet meer, niveau behoorlijk gedaald. Het komt dan niet zo snel meer, duurt het vast lekker langer. Voor mij ook fijner. Denk ik. Fijn joh, dat we allebei maagd zijn.’
<Dennis> ‘Hartstikke fijn. Maar Rieke, ik moet nog wat vragen, hoe zit het met . . . kindjes krijgen?’
<Rieke> ‘Zal ik je vertellen hoe je dat moet doen? Vanaf de bloemetjes en de bijtjes?’
<Dennis> ‘Grapjas. Ik bedoelde, ik ga in dezelfde stijl door, hoe zit het met géén kindjes krijgen? Moeten we een condoom gebruiken? Heb jij die? Ik niet.’
<Rieke> ‘Oh, bedoel je dat. . . . Ik snapte je wel hoor, ik wilde je even plagen. Ik vind het heel fijn dat je er naar vraagt. Heel . . . verantwoordelijk of zo. Net zo veel als ik, alleen wat later. Ik ben, ik zeg nu niet hoe lang of kort al, aan de pil. O.K.?’
<Dennis> ‘Heel lief van je. Stom van mij. Nu kunnen we doorgaan, anders hadden we moeten wachten. Of een condoom gebruiken.’
<Rieke> ‘Je weet het, de mannen zijn de baas, de vrouwen laten ze in die waan en regelen gewoon alles. Een condoom gebruiken lijkt me niets. Die lekkere paal inpakken. Ik vind al het prettig om je met mijn mond te verwennen. Dan natuurlijk ook bloot eh zeg jij het maar.’
<Dennis> ‘Met mijn blote stijve in je gleuf. Eh, voor zo ver ik weet, gelezen of gehoord heb, met stootjes, tot hij er helemaal bij je inzit. Onderweg streel ik je gleuf en jij mijn grote. Dan verder eh duwtjes, tot ik door het strelen klaarkom. Ik hoop, jij ook.’
<Rieke> ‘Ja. Verder. Ik praat er zelf niet zo graag over, maar ik vind het fijn als jij het doet.’
<Dennis> ‘Verder? Verder gaat het niet.’
<Rieke> ‘Ik bedoel eigenlijk, net daarvoor. Eh bij je klaarkomen.’
<Dennis> ‘O. . . . Ik snap je. Dan, liefste, doe ik het mannelijkste wat er is. Ik spuit mijn zaadjes diep in je. Als je de pil niet zou gebruiken zou ik je zwanger kunnen maken.’
<Rieke> ‘Ja. Ik vind het daarvoor al zo mannelijk, zo’n stijve kunnen krijgen en die in eh mijn gleuf duwen. Wanneer had je willen vragen of je erin mocht?’
<Dennis> ‘Toen ik je de eerste keer rook en daarna zag.’
<Rieke> ‘Wat? Toen ik nog geeneens binnen was, bij de voordeur?’
<Dennis> ‘Ja, na twee seconden. Is daar wat mis mee?’
<Rieke> ‘Wou je toen al?’
<Dennis> ‘Dat was de eerste ingeving, Rieke, zo van, geweldig, het zusje. Ruikt net zo lekker, is net zo’n geweldig stuk, maar geen duplicaat, iets anders. En ze is niet getrouwd, met haar mag het, als ze wil. Daarna dacht ik, maar eerst elkaar leren kennen, rustig aan. Maar later hopelijk wel, ze is vast ook zo lief. Alles klopt dus.’
<Rieke> ‘Nou, erg eerlijk. Dank je wel. Loop ik een kwartiertje op je achter.’
<Dennis> ‘Wilde je toen ook al?’
<Rieke> ‘Ja, door de verhalen van Titia, je mooie praatjes, je mooie glimlach en de rest ben ik gelijk voor je gevallen. . . . En daar lig ik dan, liefste, klaar om door je ontmaagd te worden, jou te ontmaagden en, misschien een beetje klungelig maar vast zalig, te . . . vrijen. Liefste, ben je nu genoeg . . . afgekoeld, om niet te snel te komen?’
<Dennis> ‘Ik hoop het.’
 <Rieke> ‘Daar komen dan, na een heel lange aanloop, de magische woorden. Kom d’r in, liefste, voorzichtig en langzaam.’
 Het gebeurde voorzichtig en langzaam. Het duurde niet al te lang.
<Dennis> ‘Rieke, liefste, deed het pijn? Niet zo heel veel hè? Je zei niets, ik ben maar doorgegaan.’
<Rieke> ‘Ongeveer net zoveel als wanneer je met je tandenborstel uitschiet en tegen de binnenkant van je wang knalt. Eigenlijk geen pijn, ik voelde het alleen goed. Dat komt vast, omdat je het zo lief, zo voorzichtig en langzaam deed. Heb jij er iets van gevoeld?’
<Dennis> ‘Ja, ik zal het nooit vergeten. Eerst al dat eerste stukje bij je naar binnen. Zo’n fijn gevoel, zoals je ooit zei, tussen je haren door mijn grote bij je naar binnen duwen, in je gleuf. Ik móest wel langzaam, ook om mezelf. Ik voelde aan dat het inderdaad met stootjes moest, niet in één keer, boem. Jij boemt maar eens een keer, als je denkt dat het kan. Even later, eh er verder in, ging het iets moeilijker, ik voelde even een schokje bij je. Ik dacht, aan de ene kant, fijn, ze voelt het ook, het gaat zó gebeuren. Aan de andere kant, als het maar niet te pijnlijk is. Ik heb een klein aanloopje genomen, daarna schoot ik weer een stukje door. Ik voelde weer even een schokje bij je, méér niet. Dat vond ik heel fijn, ik dacht, gelukkig, niet te pijnlijk, het gaat goed, en nu helemaal.’
<Rieke> ‘Dennis, je was zo lief. En zo goed. Nog nooit in een meisje geweest, nog nooit één ontmaagd, en nu, alles in één keer goed. Dank je wel, liefste.’
<Dennis> ‘Ik bedank jou ook. Als je me van tevoren niet zo gerustgesteld had was het vast anders gegaan. Was het echt niet zo pijnlijk?’
<Rieke> ‘Nee, ik denk dat je aanloopje precies goed was. Knap hoor. En net wat ze zeiden, als het iedere keer zou gebeuren, maar liever niet, dan zou ik er nog mee door gaan. Jij ook?’
<Dennis> ‘Ja, als je er niet méér last van gehad hebt. Je hield me heerlijk vast, en toen het bewegen, oh. En het klaarkomen. Alleen veel te snel, hè? Maar ik dacht gemerkt te hebben dat jij ook kwam.’
<Rieke> ‘Ja, ik dacht eerst van niet, omdat je wat snel begon te komen, maar net op tijd toch nog. Heerlijk. Ik heb nu een beetje raar gevoel van binnen, maar wel lekker. Alleen, ik ben nogal nat, heb jij dat soms gedaan?’
<Dennis> ‘Jij hoort voor de smering te zorgen, maar ik heb, voor mijn gevoel, vaker en meer dan ooit eh zaadjes gespoten.’
<Rieke> ‘Dat dacht ik ook al te voelen. Dank je wel, al doe ik er verder niets mee. Geef je me straks nog wat? Het hoeft niet zo veel, het zal toch wel minder zijn, maar je schokt er zo lekker bij. En voor het zover is kom je vast weer zo heerlijk binnen, langzaam, zonder mijn schokjes. Ik voelde je zo lekker in me, je streelde me zo lekker.’
<Dennis> ‘Ik kom heel graag weer in je zo gauw ik weer kan. Weer voorzichtig, dat kan ik niet laten, maar niet zo erg langzaam meer. We gaan er echt lekker van genieten, hè? Allebei niet meer bang voor pijn, veel minder geklungel en veel langer.’
<Rieke> ‘Welk geklungel? Als ik van niets had geweten had had ik het ook geweldig gevonden.’
<Dennis> ‘Eigenlijk alleen even om bij je binnen te komen. Ik was blij dat je gezegd had geklungel niet erg te vinden, nu werd ik er niet zenuwachtig van. Het leek eerst niet te kunnen, maar na even ging het ineens vanzelf, schoot ik een stukje naar binnen. Lekker, joh.’
<Rieke> ‘O. . . . Ik dacht dat je me eerst even met je grote wilde strelen. Het was de eerste keer dat je ermee tussen mijn haren mocht komen. Ik vond het lekker.’
<Dennis> ‘Zo zie je maar, goed dat we er over praten. Voortaan ga ik je eerst langer strelen.
<Rieke> ‘Graag. Nog meer geklungel?’
<Dennis> ‘Verder weet ik het niet. Alles ging verder vanzelf. Jij streelde mij ook heerlijk, je had me goed vast. Beter dan met je handen, nu helemaal rondom. En ook beter dan met je mond, ik eh kon helemaal in je.’
<Rieke> ‘Gelukkig wel. Dat vasthouden ging vanzelf, ja. Maar de rest niet, je moest er aardig voor bewegen. Ik heb ook meegedaan, hoor, als ik dacht, een klein stootje tussendoor zou net even lekkerder zijn. Of, een beetje naar die kant, of de andere.’
<Dennis> ‘Ja, je lag niet bepaald stil. Stom, dat had ik eigenlijk verwacht. Je hebt je niet zomaar laten . . . nemen. Je deed méé. Het werd lekkerder. Ik dacht bij ieder stootje van je, oef, dat was een goeie. Fijn, joh. Je hebt zelfs een keer een rondje proberen te draaien.’
<Rieke> ‘Ja, leuk hè? Dennis, wat me opviel, was dat je een paar keer aarzelde. Natuurlijk nét voor je me ontmaagde, voor je aanloopje. Maar waarom toen je er helemaal in zat, en ik denk toen je voelde dat je ging komen? Gelukkig steeds niet te lang. Ik wist wat er ging gebeuren, ik wilde graag verder.’
<Dennis> ‘Ja.’
<Rieke> ‘Is er wat? . . . Huil je?’
<Dennis> ‘Ja.’
<Rieke> ‘O, schatje. . . . Dan doe ik weer met je mee.’
 Ze huilden even. Toen ze elkaar aankeken schoten ze in de lach.
<Rieke> ‘Ja, dat was emotioneel, al praten we er een beetje raar bij. Hoe voel je je nu, ontmaagd stuk?’
<Dennis> ‘Heerlijk. Lichamelijk een beetje raar gevoel, net als jij. Geestelijk ook een beetje raar gevoel, het idee dat ik mijn zaadjes in een meisje gespoten heb.’
<Rieke> ‘Dat mocht je, dat wilde ik graag, zonder is niet compleet vrijen. Maar waarom stopte je die twee keer even?’
<Dennis> ‘Je vergeet weinig. De eerste keer, toen ik helemaal binnen was, om dat even tot me door te laten dringen en ervan te genieten. Eigenlijk had ik iets moeten zeggen. Onze eerste keer zo dicht mogelijk bij elkaar.’
<Rieke> ‘Ja, dat was heerlijk. Zo dicht mogelijk bij elkaar? Min achttien centimeter! Ik voelde me heerlijk opgevuld. Toen begon je zo lekker te bewegen. Toen stopte je weer even.’
<Dennis> ‘Ja. Ik voelde dat ik begon te komen. Ik wilde voelen of jij ook kwam, maar ik hield het niet meer, ik moest doorgaan. Ik had toen ook wat moeten zeggen.’
<Rieke> ‘Ik zei toch ook niets? Ik was te druk bezig om te genieten. Toen je weer begon kwam het bij mij ook. Oh, Dennis, kan je alweer? Ik heb er weer zo’n zin in.’
 Ze deden er deze keer heel wat langer over.
<Dennis> ‘Rieke, ik had nooit gedacht dat het zo lekker kon zijn. Als je me streelde was het al zo lekker, maar dit? Inderdaad lekkerder dan de eerste keer, iets minder emotioneel, iets meer puur genieten, er kon toch niets meer fout gaan. Eh wat ook fijn was, anders moeten we een beetje oppassen waar mijn zaadjes blijven. Nu kon ik alles heerlijk laten gaan. Voor jou ook lekker?’
<Rieke> ‘Wil je een korte of een lange beschrijving?’
<Dennis> ‘Doe de lange maar. Ik denk, dat ik die leuker zal vinden.
<Rieke> ‘Dat denk ik ook. Houd je vast. Ik had ook nooit gedacht dat een grote daar binnenin zo lekker zou zijn. De eerste keer zelfs al, vanaf het begin, het eerste stukje, omdat je mijn gleuf open duwde. Heerlijk, spannend gevoel, zo van, zou het lukken, krijgt hij hem erin? Stom, ik wist wel dat het moest lukken, maar het was leuk om het erbij te denken. Ik dacht, nu doen we het echt, we gaan elkaar ontmaagden, zo fijn. Toen langzaam steeds verder naar binnen, even iets moeilijk, en toen helemaal. Had ik je helemaal vast. Zat je helemaal binnenin me. Je had me heel lief ontmaagd, en helemaal . . . genomen zoals dat heet. En ik had jou ontmaagd, je zat voor het eerst met je grote helemaal in de gleuf van een meisje. Toen heerlijk bewegen, je streelde me van binnen heel lekker, ik jou vast ook lekker. Toen voelde ik dat je ging komen. Dat vond ik fijn, ik kon je bevredigen, klaar laten komen in me, je je zaadjes laten spuiten. Geweldig. Ik ben blij dat ik het in de badkamer goed gezien heb, ik kon me nu goed voorstellen wat je deed. Een straal zaadjes per schok, hè? En toen kwam ik ook, lekkerder dan met je vinger of je tong. O zo fijn. Nou, geen taal voor een meisje, maar dat kan me niet schelen. Heerlijk met je gevreeën, dat doen we anders ook, maar nu ook compleet geneukt. Zo.’
<Dennis> ‘Heel mooie taal voor een net ontmaagd, tevreden meisje. We gaan het vaker doen, hè?’
<Rieke> ‘Dennis, niet zo vaak doordeweeks, als we het kunnen laten. We werken allebei. Laten we het het meeste in het weekend doen, dan hebben we alle tijd. Kunnen we vroeg naar bed, of gewoon overdag.’
<Dennis> ‘Ja. Rieke, ik zou nu graag nóg een keer willen, maar ik denk dat het beter is van niet. Ik weet niet hoe het bij jou is met het lichamelijke beetje raar gevoel, het is nogal gevoelig, merk ik, als ik ermee tegen je aankom. We hebben het twee keer gedaan, vind je het erg om het vanavond niet nóg een keer te doen?’
<Rieke> ‘Geestelijk verschrikkelijk. Maar ik heb ook zo’n gevoel van, beter even pauze. Kan makkelijk, door die geweldige twee keer zal ik toch al goed slapen. Ik zal proberen beneden niet tegen je aan te komen. Laten we nog een tijd kussen. En wil je mijn borsten strelen, die zijn vanavond wat te kort gekomen.’
<Dennis> ‘Arme borsten. Als ik teveel aan ze kom lopen ze rood aan, en nu weer te weinig aandacht. Ja, het vrouwtje heeft zo’n lekkere gleuf, dat ging vóór. Vooral omdat ik vanavond moest verkennen hoe diepgaan het wel niet was.’
<Rieke> ‘Dennis toch.’
<Dennis> ‘Rieke toch, in ieder geval was het ruim achttien centimeter. Ik heb, vooral de tweede keer, geprobeerd mijn grote zo diep mogelijk in je gleuf te rammen, maar mijn buik kwam tegen de jouwe, verder ging dus niet. Was het fijn, ik zo diep in je?’
<Rieke> ‘Ik moest je eigenlijk geen antwoord geven na zo’n taalgebruik. Je drukt je altijd zo netjes uit, maar op dit gebied? Ja, Dennis, geweldig fijn dat ik je helemaal vast kon houden. Ik had, vóór je binnen kwam, m’n benen natuurlijk wat uit elkaar gedaan. Toen je mijn gleuf open begon te duwen, deed ik ze nog verder uit elkaar, je voelde zo groot aan. Toen je helemaal binnen en even uitgeramd was, en even aarzelde, heb ik m’n benen wat meer tegen elkaar gedaan, zodat ik je heel goed voelde. Zalig. Helemaal opgevuld. Met jou. Nou, ja, iets later vulde je me nog verder op. Vast meer dan één kubieke centimeter. Heerlijk. Je deed het goed. Niks geklungel. Wat dacht je, toen je aarzelde?’
<Dennis> ‘Nu ben ik helemaal bij haar binnen, wat zacht, wat warm, en ze vindt het fijn, dat kan ik voelen aan hoe ze me vast houdt, zo van, als je maar niet denkt dat je er vandoor kan gaan, je maakt je werk af, en mij klaar. Toen voelde ik ook dat je me extra vastklemde, zo van, die is van mij, die hoort bij mij. Ik dacht, precies goed, knap van haar, gaan we elkaar lekker strelen, tot we klaarkomen. Dat klopte ook. Fijn joh.’
<Rieke> ‘Nou. . . . Toch wel heel fijn dat je het vertelt. Weten we van elkaar wat we voelen. Nu lekker kussen en strelen. En dan welterusten.’

 Zondag

Ze maakte hem wakker.
<Dennis> ‘Wat zie je er lekker uit, met je heerlijke borsten zo boven me. Ik heb het er niet over gehad, je hebt inderdaad geen beha nodig. Mooi joh, ze hangen helemaal niet, zelfs zo niet, het blijven halve bollen. Stop er eens één in mijn mond.’
 Ze deed het, maar niet zo lang.
<Rieke> ‘Wat wil je nu?’
<Dennis> ‘Die andere lekkere zachte prachtige halve bol.’
 Dat deed ze ook even, glimlachend.
<Rieke> ‘Was dat alles wat je wilt vandaag?’
<Dennis> ‘O. . . . Nee, dat is niet alles wat ik wil vandaag. Ik wil vandaag, nu, alles.’
<Rieke> ‘Ik dacht dat je het nooit zou vragen.’
<Dennis> ‘Nou, mocht ik even wakker worden? Ik dacht, met mijn mond vol, ik heb een beetje raar gevoel beneden. O, ja, we hebben alles gedaan. Elkaar ontmaagd, en daarna nog een keer alles. Ik wil weer, nu, ik houd zo van haar, het was zo fijn samen. We blijven bij elkaar, gaan alles samen doen, vrijen, met alles erop en eraan en helemaal erin, ook vaak. Zo heerlijk.’
<Rieke> ‘Je praat heel lief, maar te lang. Laat me eens voelen aan dat ding waar je zo’n raar gevoel in hebt. . . . Oh, wat wordt hij snel stijf. Nog even. . . . Ja, genoeg. Liefste, ik wil je weer voelen, weer langzaam erin, van het begin tot het eind. Daarna weet je het wel. Nu.’
 Hij begon, maar al te graag. Zij werkte enthousiast mee, tot en met het eind.
<Rieke> ‘Dennis, ik schaam me dood. Gisteravond ging het heel fijn. Maar nu ging ik zo te keer, omdat het iets langzamer kwam, wat langer duurde. Vind je het erg?’
<Dennis> ‘Ja, erg fijn. Dat je er zo van geniet. Ik dacht dat meisjes het eigenlijk alleen maar toelieten, omdat het voor jongens zo lekker is. Nou, jij doet meer dan me in je toelaten. Je maakt me er voor wakker en geniet verschrikkelijk als je klaarkomt. Ik had het eigenlijk al kunnen weten toen Titia me in haar mond nam. Ik dacht, nee maar, ze vindt dat fijn. Jij hebt het ook gedaan. Meisjes kunnen zeggen wat ze willen, en toelaten wat ze willen, maar zoiets doen vind ik toch het duide-lijkst. Dan willen ze de rest ook. Nou hoef je niet gelijk de hele dag te proberen je mond vol te krijgen, héél af en toe is lekker genoeg.’
<Rieke> ‘O. . . . Dat je het zo bekijkt. Ik ben blij dat ik het weet. Goed, ik zal af en toe een hapje nemen.’
<Dennis> ‘Alleen doen als je er echt zin in hebt, hoor. Wat gaan we vandaag doen? We moeten er een paar keer uit om te eten en wat te drinken en te roken. Verder nog ergens voor?’
<Rieke> ‘In ieder geval om te douchen. Doe je mee?’
 Ze douchten samen.
<Dennis> ‘Liefste, mag ik nog een keer naar je haren op je doos kijken? Misschien is er iets veranderd.’
<Rieke> ‘Nou, kijk maar.’
<Dennis> ‘Heel mooi, grapjasje. Goed, mag ik tussen je benen kijken, naar je mooiste plekje? Wat nu voor ons allebei is?’
<Rieke> ‘Ja, zolang je wilt. Zo dichtbij als je wilt. Ik heb er nu geen moeite meer mee. Ik pak even het krukje. Ik denk niet dat je veranderingen ziet. Het verschil zit binnenin.’
<Dennis> ‘Wat? . . . O, ja, dat is waar. Het was ook maar een smoes, een grapje, om bij je te mogen kijken.’
<Rieke> ‘Je mag voortaan altijd, overal, kijken, eraan komen, erin komen.’
<Dennis> ‘Fijn, liefste. Maar ik blijf soms iets vragen. Het ligt me niet om je plotseling te grijpen, je broek van je kont te trekken en mijn neus of wat anders in één keer tussen je benen te steken.’
 Hij keek, niet zo lang.
<Dennis> ‘Ik vind je daar nog steeds heel mooi, Rieke. We zullen het hier maar bij laten, hè? Voelt het anders aan?’
<Rieke> ‘Dát verschil voel ik niet, denk ik. Ik voel alleen, dat ik net met een lekkere vent naar bed ben geweest en gevreeën heb, heel lekker.’
<Dennis> ‘Fijn. Ik voel ook zoiets, het valt nu best mee. Hoe voelt het, geestelijk, ontmaagd te zijn?’
<Rieke> ‘Ik vind het niet erg dat het nooit meer ongedaan kan worden, omdat jíj het gedaan hebt. Ik wist niet dat jij in mijn leven zou komen, dus ik hang geen flauwe smoes op van, ik heb het voor jou bewaard. Ik ben wel ontzettend blij dat jij het was. Je deed alles zo lief, terwijl het voor jou ook de eerste keer was. Nou, ik vind ons allebei heel knap. Weer fijn om Titia iets van te vertellen, hè?’
<Dennis> ‘Doe jij dat maar. Als ik zo tegen haar ga praten schrikt ze zich misschien een ongeluk.’
<Rieke> ‘Dat zal wel meevallen. Maar dan wil ik wel dat je erbij bent, het is hartstikke leuk hoe je dan vast ook weer meegeniet. Nu eruit! Gelijk maar eten.’

 ‘s Middags gingen ze weer naar de slaapkamer en kleedden zich uit.
<Dennis> ‘Rieke, wil je op me komen zitten?’
<Rieke> ‘Ik heb wel eens met Titia over standjes gepraat, maar ik ben heel tevreden met hoe je op me komt liggen en we dan zo vrijen. Ben je er nu te lui voor?’
<Dennis> ‘Nee, de eerste honderd jaar vast niet, maar dan kan jíj bewegen hoe je wilt.’
<Rieke> ‘Goed. Ik wil best wat proberen.’
 Hij ging op zijn rug op bed liggen. Ze ging wijdbeens over hem zitten en schoof tot ze dacht dat haar gleuf op de goede hoogte zat.
<Rieke> ‘En nu? Hij gaat er niet vanzelf in.’
<Dennis> ‘Nee. Ik zal hem omhoog houden, dan kan je je erop laten zakken. Niet te vlug, ik wil graag zien hoe je gleuf open gaat om mijn grote erin te laten.’
<Rieke> ‘Dan kijk ik mee. En dan?’
<Dennis> ‘Je zal wel gevoeld hebben hoe ik mijn grote bij je naar binnen duwde. Nu kan jij het zo doen als jij lekker vindt.’
<Rieke> ‘Nou, je deed het lekker genoeg. Daar kom ik.’
 Ze had gauw door hoe het het lekkerst ging. Ze bleef zachtjes hijgend stilzitten toen ze niet meer zakken kon.
<Rieke> ‘Oh, fijn om er een keer bij te kijken. Om te zien hoe mijn gleuf rond wordt, om je grote. Dat voel ik niet, wel dat er iets diks en zachts in me gestopt wordt. Dat me binnenin streelt. Laat me even denken.’
<Dennis> ‘Ik blijf wel genieten van je gleuf helemaal om mijn grote te zien en te voelen. Het eerste stukje erin zien gaan was ook fijn. En je liet je heel lekker er verder over zakken. Was het fijner dan wanneer ik het doe?’
<Rieke> ‘Het ging lekker, maar ik laat me liever verrassen hoe jij het doet. Dat was steeds iets anders, maar iedere keer opwindend lekker. Dennis, ik heb wat bedacht. Ik ga zo eh wippen om ons te strelen. Als ik voel dat ik ga komen wil ik pauzeren tot het weer gezakt is, want ik wil voelen hoe jij klaarkomt. Daarna blijf je lang genoeg een stijve houden om mij te laten komen, als ik nog even lekker doorwip. Goed?’
<Dennis> ‘Ja, maar als ik kom kan ik niet stilliggen, dan kom je misschien toch al.’
<Rieke> ‘Niet erg, dan proberen we het een andere keer weer. We hebben toch honderd jaar, hè? Het is bij jou toch iedere keer anders, afhankelijk van hoe vol je zit.’
<Dennis> ‘Ja, een goede conclusie. Begin je? Ik heb er zo’n zin in.’
Ze begon en kreeg haar zin.
<Rieke> ‘Hè, lekker. Kreeg je een dikkere, toen je begon te spuiten?’
<Dennis> ‘Zoiets voel ik ook. Tja, een beetje extra ruimte voor die klodders. Wat vrij je fijn.’
<Rieke> ‘Dat heb ik van jou geleerd. Hoe was het, de andere kant op spuiten? Ik bedoel, naar boven, in plaats van naar beneden?’
<Dennis> ‘Geen verschil, denk ik. Allebei heerlijk om het te voelen gaan. Ik voelde nu beter, toen jij klaarkwam, dat je met je gleuf in mijn grote knijpt, als je een krampje krijgt. Alsof je er nog meer uit wilt hebben.’
<Rieke> ‘Onbewust, dan. Ik wil er wel zo veel uit hebben als voor jou lekker is. Drie ladingen, op z’n minst, hè?’
<Dennis> ‘Ja, twee is erg weinig, dan is het helemaal zo snel voorbij. Oh, schat, wat vrijen we heerlijk. Je bent enthousiaster dan ik verwachtte.’
<Rieke> ‘En jij komt eh heftiger dan ik verwachtte. Je wipt er nogal bij. Soms schiet je er bijna uit. Die lange halen strelen nogal. Oh, daar komen we vast allebei van.’
<Dennis> ‘Laten we maar opstaan, vóór ik weer kan.’
<Rieke> ‘Ja, even pauze, en afkoelen, daar onderin.’
<Dennis> ‘Jij moet helemaal even afkoelen, hete meid.’
<Rieke> ‘Jij hebt anders van het begin af aan laten merken dat je heet bent, me dag en nacht wil hebben. Het is maar goed dat je na je klaarkomen een tijd niks kan, anders vloog ik nog in brand.’
<Dennis> ‘Ja, ik wil je dag en nacht. Als ik niet in je kan toch graag in mijn armen hebben. En bijvoorbeeld je lekkere borsten strelen.’
<Rieke> ‘Blijf af, anders vliegen die ook nog in de fik.’
 Ze stapte uit bed en kleedde zich aan. Hij deed het ook maar.
Toen ze in de woonkamer terugkwamen en hij naar zijn computer liep hield ze hem tegen.
<Rieke> ‘Zullen we Titia bellen?’
<Dennis> ‘Ja, maak haar maar weer blij.’
<Rieke> ‘Dan wil ik bij je op schoot zitten, je snapt wel waarom.’
<Dennis> ‘Ja hoor, maak het maar weer leuk ook.’
<Rieke> ‘Titia, met Rieke . . .
 Ja, ik ben bij hem. Jij kon toch ook niet wegblijven? . . .
 Hij zit naast me, ja. Hij mag alles horen. . . .
 Ja, leuk hè? Weer bijna hetzelfde. . . .
Nee, niet in z’n blote kont. . . .
 Nee, gewoon, op zijn schoot. . . .
 Ja, want we wonen nu helemaal samen. . . .
 Nee, ik kan niet meer terug. Het is leeg en ik heb de huur opgezegd. . . .
Ik ben nergens bang voor. Alles wat je gezegd hebt is uitgekomen. . . .
Hij zou wat voor míj zijn, ik zou hem lief vinden en binnen de kortste keren niet van hem af kunnen blijven. . . .
Ja, tamelijk snel, je weet het, na een dag naar zijn grote kijken en na een week hem strelen. En hij de volgende dag mijn borsten. . . .
Verder weet je wel zo’n beetje wat we gedaan hebben, ik heb je op de hoogte gehouden. . . .
Ja, het gaat geweldig. Bij jou? . . . . . .
O. . . . Dennis, het lijkt wel of ze opnieuw begonnen zijn. Titia, vertel eens iets meer. . . . . . .
O. . . . Dennis, samenvatting, hij is weer net zo lief als vroeger, wat makkelijker, ze deden het niet al te vaak meer, nu weer bijna iedere dag. Titia, wat fijn voor je. We zitten allebei een beetje met tranen in onze ogen. . . .
We komen gauw eens bij jullie een dag op bezoek. Kunnen de mannen kennismaken en wij kletsen. . . .
Ik bel je omdat je me iets gevraagd had. . . .
Vergeten? Had je zeker wat anders toe doen de laatste tijd. . .
Nou, over ook zoiets. . . .
Of ik je, als Dennis en ik een paar keer alles gedaan hadden, wilde vertellen of hij het goed kan. . . .
Nou, niet janken, joh. Alles is geweldig goed gegaan. . . .
Ik had beloofd je het te laten weten. . . .
Ja, we hebben het gedaan, hij aan me, op me, onder me en héééélemaal in me. Die hele achttien centimeter. . . .
Nee, ik ken hem lang en goed genoeg. Ik mag ook jouw tijd erbij optellen, vind ik. . . .
Ja, anders had het nooit zo snel en goed kunnen gaan. . . .
Hij maakte me af en toe helemaal gek. Hij heeft mij ook een keer verrast. Hij trok me met m’n rug tegen zijn voorkant. . .
Nee, ik niks, hij alleen een onderbroek. . . .
Ja, die voelde ik natuurlijk. Stevig als altijd, je weet het, je moet hem verrassen als je hem klein wilt zien. Hij sloeg één arm om me heen en met zijn andere hand streelde hij me tussen mijn benen zó, dat ik binnen de kortste keren bijna kwam. . . .
Nee, toen nog niet. Hij kon er zo heel goed bij. . . .
Ja, ik mag je alles vertellen. . . .
Nee, niet een paar keer. . . .
Vier keer. . . .
Gisterenavond voor het eerst. . . .
Nou, twee keer natuurlijk. . . .
Vandaag pas twee keer. Toen we wakker werden natuurlijk, en zonet. . . .
Pas? Nou, de dag is nog niet om. . . .
Vind je vier keer genoeg voor me om te beoordelen of hij het goed kan? . . .
Hij kan het goed. Héél goed, Titia. . . .
Momentje. Eerst wil ik vertellen dat hij vindt dat ik het ook heel goed kan. . . .
Natuurlijk lig ik het niet stil toe te laten. Ik werk mee. . . .
Nou, omdat ik daar trots op ben, als amateur. . . .
A-ma-teur. . . .
Je snapt ook niets, zus. Kan je spellen? M a a g d. . . .
Ja, echt waar. . . .
Ja, ik weet het, van het strand. . . .
Nee, zo ver ben ik nooit gegaan. Dennis zit weer zo lief te glimlachen. . . .
Ja, alles goed met hem, alleen een beetje gevoelig in zijn kruis. . . .
Ja, bij mij ook. We moeten wennen aan het tempo. Daarna kunnen we het opvoeren. . . .
Ik weet dat het later af gaat zakken, maar dat houd ik zo lang mogelijk tegen. . . .
Ik kan het me nu niet voorstellen, ik denk alleen maar aan tempo opvoeren. . . .
Ja, ik kan het nog even uithouden, we komen net uit de slaapkamer. Toen dacht ik aan jou. . . .
Nou, zo wie zo hebben we het vaak over je. . . .
Nee, meestal in bed. . . .
Als we iets lekkers doen zeg één van ons tweeën dat we dat jou moeten vertellen. . . .
Hij ook, omdat hij vindt dat je hem zo netjes behandeld hebt. . . .
Ook lekker, ja. Maar niet zo lekker als ik natuurlijk. . . .
Momentje. Ja, Dennis?’
<Dennis> ‘Over dat lekkere, je hebt haar snel ingehaald. Al gauw een voorsprong en nu nooit meer in te halen.’
<Rieke> ‘O, Dennis. . . . Hoorde je dat, Titia? . . .
Ja, hij is zo verschrikkelijk lief. . . .
Hij gaat maar door, op de gekste momenten komt er weer zo’n volzin waar jij voor vluchten moest. . . .
Nee, alleen een hartstilstand, zoals net. . . .
Nee, in bed gelukkig niet, daar staat niets stil. . . .
Nou, we bewegen nogal wat. . . .
Titia, hij is geweldig, zo lief, de eerste keer ook. . . .
Bijna niet, hij moest lachen toen ik zei, dat het ongeveer net zoveel was als wanneer je met je tandenborstel uitschiet en tegen de binnenkant van je wang knalt. . . .
Nou, ik was het binnen een paar seconden vergeten, want toen zat hij er helemaal in. . . .
Ja, de rest was ook geweldig, vier keer al. . . .
Titia, je weet er alles van, het zit nog vers in je geheugen zelfs. . . .
Nou, je zei dat je het bijna iedere dag weer doet. . . .
Ik had nooit gedacht dat zo’n grote helemaal erin zo lekker zou zijn. . . .
Ja, inclusief bewegen. . . .
Ja, iedere keer, bijna of helemaal gelijk met hem. . . .
Nou, mooi wél. . . .
Hij weet ook niet hoe hem dat lukt, hij is ook maar een amateur. . . .
Ja, zus, ook m a a g d. . . .
Nee, niet geweten, ook niet verwacht. Hij was eerst verbaasd dat ik het nog was, toen ik stomverbaasd dat híj het nog was. . . .
Ja, heel fijn, Titia. We hebben allebei even gejankt. . . .
Jullie toen ook? Dennis, fijn hè? . . . Hij knikt, en glimlacht natuurlijk weer. . . .
Nee, nooit verder dan met jou. Als je het geweten had, had je hem dan gepakt? . . .
Weet ik ook wel, was maar een grapje. . . .
Nee, ik kan niet vergelijken, maar lekkerder kan niet. . . .
Nou, iedere keer bijna of helemaal gelijk met hem zegt ook wel wat. . . .
Nou, ik zei, hij kan het heel goed, maar dat was alleen in het kort. Zóóóó goed en lekker. . . .
We praten er een beetje bij. . . .
Zoals . . . toen ik zei dat ik nogal nat was, zei hij dat hij bij de smering wat geholpen had. Er kwam meer dan ooit, dacht hij. . . 
Ja, fijn hè, zo’n jong. . . .
Ja, bij fel licht, in de badkamer, we aapten je na. . . .
Ja, ik ga het vaker doen, omdat hij het zo mooi vindt. . . .
Ja, hij geniet overal van. Ik snap alleen niet, dat jij het prettig vindt er zo bij te staan. . . .
Ik ben op een krukje gaan zitten, wijdbeens, hij eh stalles. . . .
Nee, geen uur, hij kon er niet afblijven. . . .
Ja, fijn hè, dat we zo met z’n drieën kunnen praten. Dennis, mag ik van het klungelen vertellen? . . . Titia, wat een vent, hè, ik mag ook alles. Zus, net vóór de eerste keer zei ik, dat het niet erg zou zijn als het wat klungelen werd, omdat het voor ons allebei de eerste keer was. . . .
Ja, ik zei toch, we praten er een beetje bij. Ook over wat we voelen. Kan je er mee rekening houden om het nog lekkerder te maken. . . .
Nee, vroeger niet, deden ze ook nog alles in het donker en onder de dekens. Na de eerste keer zei ik dat ik het geen geklungel had gevonden. . . .
Nee, het ging gewoon gelijk goed. Nou, hij vond dat hij geklungeld had omdat hij niet gelijk op de goede plek zat. . . .
Nee, ik dacht dat hij me daar streelde, omdat hij voor de eerste keer met zijn grote tussen mijn haren mocht. . . .
Ja, lachen. . . .
Ik heb meebewogen, als ik dacht dat het nog lekkerder kon, maar op zich bewoog hij geweldig. Hij duwde ook zo goed door, toen het even iets moeilijker ging. En daarna, een heerlijk tempo, tot en met het eind. . . .
Nee, niet zo lang. En ik had het nog wel zo goed voorbereid, georganiseerd, je weet wel. De avond ervoor hem heel lekker gestreeld. . . .
Nee, daarvoor al in de badkamer, je kent dat. Daarna ook op bed. Ik eerst bij hem, toen hij bij mij. Zalig. . . .
Ja, toch wat snel. Niet erg, de tweede keer was geweldig. Allebei nergens bang meer voor. . . .
Nou, voor ontmaagding, pijn doen, hij te snel komen, ik helemaal niet komen. . . .
Nee, het had niets geholpen. Alhoewel, anders was hij misschien al gekomen vóór hij erin zat. . . .
Nou, ik heb hem anders al een keer bijna klaargepraat. En hij mij. . . .
Moet je eens precies, langzaam en uitgebreid vertellen wat je met hem wilt gaan doen, samen wilt doen, en waarmee. . . .
Nee, bij jou niet, ik denk wél dat je hem goed op weg hebt geholpen. . . .
Ja, leuk hè? Twee amateurs die na twee keer volkomen tevreden zijn. En dan vanmorgen in bed gelijk weer, en net weer. . . .
Nee, ik heb hem wakker gemaakt. Ik wilde gelijk weer toen ik wakker werd. Dacht je dat ik gek ben, hij lekker slapen terwijl ik om zijn grote zit te springen? Lig te springen? . . .
Hij wilde eerst weer zo lief praten, maar dat heb ik gestopt. Vond hij helemaal niet erg. Het was weer net zo lekker als de tweede keer. . . .
Nee, de eerste keer was . . . anders. Het was een stereo-ontmaagding, dat is lichamelijk net niet zo fijn als de tweede keer en verder, geestelijk wel verschrikkelijk mooi. Eenmalig. Nou zus, ik scheid ermee uit, anders wil ik gelijk weer. . . .
Nee, als we het redden vanavond pas, het is nog steeds, of eigenlijk alweer, een beetje gevoelig. . . .
Ja, zonet. Hij vroeg of ik bovenop wilde zitten. Ik heb geprobeerd hem eerst te laten komen, om dat eens goed te voelen. . . .
Dan kom ik gelijk, dan weet ik niet of de schokken van mij of van hem zijn. . . .
Ja, ik voelde zijn grote dikker worden, toen spoot hij vast, met een kreun. Vier keer. . . .
Ja, hij blijft nog lang genoeg een stijve houden om op klaar te komen. Maar hij doet het fijner. Het lijkt wel of hij weet wat meisjes voelen. . . .
Ja, eraan voelen doet hij ook goed. En erin, met die grote. . .
Nooit meer dan drie keer op een dag? Momentje. Dennis, niet genoeg, hè? . . . Hij grinnikt, maar zegt niets. O, hij steekt twee handen op. . . . Tien? Nou, ik denk niet dat we dat ooit zullen redden, maar we kunnen het proberen. . . .
Dank je, lieve zus. . . .
Graag gedaan. Veel plezier, zo meteen. Tot ziens.’
Hij nam haar in zijn armen en knuffelde haar even.
<Rieke> ‘Waar was dat voor?’
<Dennis> ‘Omdat je zo lief was voor je zus.’
<Rieke> ‘Nou, ik heb het nu niet tegen haar gezegd, maar ze snapt best dat ik haar hartstikke dankbaar ben.’
<Dennis> ‘Ik ook. Zullen we een tijdje heel voorzichtig elkaar omarmen en lief kusjes geven? Anders geloof ik niet dat we het uithouden tot vanavond.’
<Rieke> ‘Ik had het zelf niet beter kunnen verzinnen.’

‘s Avonds gingen ze vroeg naar bed. Ieder aan een kant van het bed kleedden ze zich uit, naar elkaar kijkend. Ze schoven gelijk in bed, kwamen elkaar in het midden tegen.

<Dennis> ‘Gelijk weer, liefste?’
<Rieke> ‘Ik hoef niet meer opgewarmd te worden. Zoals je net naar me keek! Je ogen brandden bijna de haren van mijn doos, helemaal toen ik mijn benen even voor je van elkaar deed. Jij ook niet, ik heb je nog nooit zo snel hartstikke snel een grote zien krijgen. Je weet wat eraan komt, hè?’
<Dennis> ‘Ja, vast weer een stereo-orgasme.’
<Rieke> ‘Kom op me, kom in me, ex-amateur.’
De stereomuziek erbij klonk ook goed. Al was het meer gekreun. Het duurde lekker lang.
<Dennis> ‘Rieke, wat ben je lief. Ik zei al een keer, ik dacht dat meisjes het eigenlijk alleen maar toelieten. Maar jij doet méé, en je vraagt wat je wilt. Ik ben zo gelukkig dat jij ook zo geniet. En vandaag hebben we samen al drie keer gevreeën. Vaker dan ik ooit gedacht had. Ik wil je nu lekker gaan kussen, vrij-doosje van me.’
<Rieke> ‘Wat klinkt dat lief. Ik weet zo gauw niet iets voor jou te verzinnen wat ik hardop kan zeggen.’
<Dennis> ‘En zachtop?’
<Rieke> ‘Wat me inviel, was dekhengst, maar dat klopt niet, je dekt me niet, je vrijt met me, en ik met jou. Als ik wat anders bedenk, voor hardop of zachtop, hoor je het wel.’
 Ze kusten en streelden elkaar.
<Rieke> ‘Dennis, ik heb eventjes met je piemeltje kunnen spelen, toen werd hij weer wat groter. Ik weet daar weinig over, alleen dat het kan. Doe je dat zelf, of gaat het vanzelf?’
<Dennis> ‘Als ik je zie, of voel, of aan je denk, of denk aan wat we samen in bed kunnen doen, dan gaat het vanzelf. Nu voel ik je, en denk hoe lekker het net weer was, en dat het zo fijn is dat je altijd wilt, graag zelfs, en misschien nog meer. Ik houd van je. Niet alleen in bed, ook overdag. Ik heb het al vaker gezegd, ik ben altijd zo blij als je in mijn buurt bent. Ik hoef je niet altijd aan te raken, als je af en toe naar me kijkt, zo lief, is het al genoeg.’
<Rieke> ‘Één naampje voor hardop weet ik al, verleider. Grote verleider. Met praatjes heetmaker. Nou, dat was voor zachtop. Alsjeblieft, stook me met die alweer grote van je nog eens op, ik wil nog een keer, de tweede keer vanavond, de vierde keer vandaag. O, in één keer tot de helft. Kan je toch nog even terug, mijn haren strelen? Dat is zo lekker, en dan denk ik, ja, nog even, en dan komt hij binnen spelen, ga ik hem weer lekker verwennen. Nou, ik klets teveel. Ja, zo, heerlijk, beter dan met je vingers. Die grote, stevige, is er ook voor. Ohhhh.’
 Ze sliepen, zoals bijna altijd, daarna in elkaars armen in.

 Twee weken later

Na een zaterdagse lunch rekte Rieke zich even uit, voor ze haar armen op zijn nek sloeg.
<Rieke> ‘Dennis?’
<Dennis> ‘Rieke? Je kijkt alsof je met me naar bed wilt. Een beetje slaperig en verlangend. En je duwt je buik tegen me aan. Hier, in de slaapkamer, of nog ergens anders, op het strand? O nee, daar kunnen we niet alles doen.’
<Rieke> ‘Heb je nog een los matras of een luchtbed of zo?’
<Dennis> ‘Ik heb een campingmatras, dunner dan een gewone. Je ligt er goed op, maar het veert niet zoveel als een luchtbed.’
<Rieke> ‘Dat veren doe ík wel. Zullen we dat op het balkon leggen en lekker bloot in de zon gaan vrijen? Niemand die ons ziet.’
<Dennis> ‘Goed idee. Ik heb best zin zo een potje te vrijen, buiten.’
<Rieke> ‘Op elke andere manier ook. Vanmorgen naast bed, omdat ik je onverwacht eruit duwde, maar jij me meetrok, bovenop je. Heb ik jou genomen.’
<Dennis> ‘Dat was lekker, en leuk. Met jou wil ik overal. Weet je waar ik aan dacht, toen je zei, niemand die ons ziet?’
<Rieke> ‘Eh . . . ik wed, Titia zou best mogen kijken.’
<Dennis> ‘Ja, zij wel. Hoe we genieten van haar hulp om ons bij elkaar te brengen. Maar ze zal wel niet willen.’
<Rieke> ‘Ik denk het ook niet. Jij wel?’
<Dennis> ‘Als ze graag zou willen mag het van mij. Maar het hoeft niet.’
<Rieke> ‘Van mij ook niet. Alhoewel, ik zou het wel eens leuk vinden dat ze kon zien en horen hoe ik tekeer ga met je. Gauw, haal dat matras, uitkleden en naar buiten. Ik neem drinken mee, voor in de pauze.’
 Ze kusten, bloot tegen elkaar op het matrasje, een tijdje.
<Rieke> ‘Het ligt best lekker, zo. Vóór ik je laat voelen hoe ik hier op veer, wil ik even praten. Goed?’
<Dennis> ‘Ja, ik wist dat je wat van plan was, je deed zo rustig, om me niet te veel op te warmen. Ik vind dat zo leuk, dat ik steeds gauw merk waar je zin in hebt.’
<Rieke> ‘O, protesteer je daarom nooit. Slim. En fijn. Zeg, Dennis, we zijn nu een hele tijd samen, hè? Dag en lekkere nachten. We wonen samen. We blijven bij elkaar. Na een tijd zouden we verder zien. Dat wil ik nú, jij vast ook wel.’
<Dennis> ‘Je hoeft je niet te haasten.’
<Rieke> ‘Dat doe ik ook niet. We doen waar we zin in hebben, en ik heb nu zin om het daar over te hebben, over de toekomst. Over onze vorm van samenwonen. Ik mocht kiezen, hokken, een samenlevingscontract, trouwen, of wat dan ook. Je hebt al gezegd wat jouw voorkeur zou zijn, trouwen, en ik ben het natuurlijk met je eens. Voor de geschiedschrijving, vraag me maar.’
 Hij schoot overeind.
<Dennis> ‘O, meisje, wat fijn. . . . Er mag bij komen staan, dat ik op m’n knieën vóór je zat, maar niet dat we open en bloot op het balkon aan het vrijen waren en ik tussen je benen zat, klaar om mijn grote je gleuf in te duwen.’
<Rieke> ‘Het lijkt me wel een passend moment. Net vóór het zoveelste hoogtepunt. We gaan het zo meteen vieren, wordt het vast extra lekker. Ga je gang. Nee, niet naar binnen. Vragen!’
<Dennis> ‘De tekst zal ook gekuist moeten worden. Rieke, liefste, ik vraag je, met één hand je heerlijke borsten strelend, en met mijn andere mijn grote tegen je zalige gleuf wrijvend, klaar voor de sprint, wil je met me trouwen, heel alsjeblieft?’
<Rieke> ‘Dennis, liefste, ik wil heel graag met je trouwen. En nu, onze verloving vieren, maak me klaar, af.’
 Hij begon zijn sprint, niet te snel. Ze moedigde hem aan, met praten en bewegen.
<Rieke> ‘O, schat, wat zalig weer. Welkom bij de finish. Onder het uitrusten kunnen we wat verder praten over de toekomst. Onze vorm van samenwonen interesseerde je niet zo, de manier van trouwen denk ik ook niet. Als we het maar doen. Vind je het goed dat ik alles regel, je natuurlijk wel wat vraag als het nodig is, en je op tijd vertel waar en hoe je op moet draven?’
<Dennis> ‘Heel graag.’
<Rieke> ‘Prima. Ik word nog brutaler, mag ik ook, in overleg met jou, onze huwelijksreis regelen?’
<Dennis> ‘Moet dat? Ik vermaak me hier best.’
<Rieke> ‘Dat kan op reis gewoon doorgaan. Ja, je moet. Ik wil graag samen met jou iets leuks doen of iets moois zien.’
<Dennis> ‘Dat kan hier ook. Zal ik wat leuks doen in je moois?’
<Rieke> ‘Onverzadigbaar stuk! Ik wil niet te lang weg, hooguit twee weken, en daarna ieder jaar een paar van die vakanties. Ik hoef geen vier weken aan het strand te liggen, in badpak, en vier keer per dag weer naar binnen moeten lopen en het uittrekken omdat we weer willen vrijen.’
<Dennis> ‘Vier keer maar?’
<Rieke> ‘Ik noemde maar wat. Alleen die van overdag. Tijdens onze huwelijksreis doen we het vast wel vaak. Omdat we dan bijna nergens voor hoeven zorgen. Alleen lekker voor elkaar. We zien wel. Goed?’
<Dennis> ‘Prima. Ik hoef niet altijd wat te zien, ik wil wel altijd lekker wat voelen. Jou.’
<Rieke> ‘Houd op. Het volgende. Wil je kinderen? Je vond kleine meisjes zo schattig, op het strand. Nou, ík jongetjes, met die kleine pikkies en die balletjes. Grapje, daar gaat het natuurlijk niet om, je snapt me wel. Ik streel liever dat grote spul van jou, die grote, binnen. Nee, nu even niet.’
<Dennis> ‘Dan moet je er ook niet om vragen, verleidster. Ja, ik wil graag kinderen. Waarschuw even, als er één gebouwd moet worden, de rest mag jij doen. Wel natuurlijk met zoveel mogelijk hulp van mij.’
<Rieke> ‘Geinig, en lief. We hebben het er nog wel eens over. Maar deze flat is te klein voor kinderen, dan hebben we een groter huis nodig, dan heb ik graag een heleboel ruimte voor dat jonge spul. Kan dat? Tegen die tijd?’
<Dennis> ‘Kan dat? Tegen die tijd?’
Hij liet haar los, duwde haar iets van zich af om haar aan te kunnen kijken.
<Dennis> ‘Rieke, herinner je mijn bonus? Onze financiën hebben we tot nu toe gescheiden gehouden, we zien nog wel, maar die bonus zie ik als familiekapitaal. Titia en jij hebben geholpen om die te krijgen, zo zie ik dat nog steeds. We kunnen er een behoorlijk huis mee kopen, morgen al, als je wilt. Of laten bouwen. Ik denk alles wat je zou willen. Je overdrijft tóch niet, daar ben je veel te praktisch voor.’
<Rieke> ‘O. . . . Alles? . . . Lief van je. Dat moet ik Titia vertellen. . . . Wat geweldig. . . . O ja, het was een behoorlijk bedrag, maar ik denk daar nooit aan. Nou, dan ga ik op mijn gemak op zoek, of er wat fijns is, vóór aan bouwen te denken. Die kinderen komen ook niet van de ene dag op de andere. Je hoort het ook nog wel. Ik doe het meeste zoekwerk wel, er vallen er toch een hoop af.’
<Dennis> ‘Die bonus is zo belegd, dat er wel direct geld vrij kan komen om een huis te kopen. Rieke, laat me nu even uitpraken over iets waar ik over nagedacht heb. O.K?’
<Rieke> ‘Ja, ik zal er deze keer niet tussendoor kleppen.’
<Dennis> ‘Prima. Rieke, ik wil blijven werken, eventueel iets minder uren in de week. Of een gedeelte thuis, dat is vast wel te regelen. Jij doet waar je zin in hebt. Maar, punt één, je hoeft niet te werken, financieel. Punt twee, als er kinderen zijn, wil ik graag dat je thuis bent als zij dat zijn, zolang dat nodig is. Dat kan tot en met de pubertijd duren. Punt drie, je kan, in een groter huis, hulp nemen. Huishoudelijk, kinderjuffrouw, oppas en dergelijke. Financieel geen probleem. Dat was het zo ongeveer.’
<Rieke> ‘Zoiets had ik, zogauw dat grotere huis kon, ook gedacht. Fijn, dank je wel. Punt één, ik wil voorlopig blijven werken. Als ik gestopt ben met werken en ik kan en wil weer beginnen, onder schooltijd of zo, dan vind ik altijd wel een baan, met mijn soort werk. Ik hoef geen carrière te maken. Voor een paar onnodige centen méér hoef ik geen stress. Een andere keer regelen we dat verder. Punt twee, thuis zijn voor de kinderen, dat is het mooiste en het beste, dat ben ik helemaal met je eens. Punt drie, hulp zien we dan wel, ik ben niet zo lui uitgevallen, ik wil ook genoeg te doen hebben. Ik wil niet de hele dag romannetjes zitten lezen, dat soort ontspanning doe ik wel in bed met jou.’
<Dennis> ‘Ja, liefst de hele dag, hè? Onwaarschijnlijk, hè, Rieke, we kennen elkaar wat kort, maar we zijn het weer hélemaal eens. In en buiten bed.’
<Rieke> ‘Af en toe helemaal één in bed is net zo fijn als altijd helemaal eens. Zo. Ik zal een lijstje maken met de dingen waar we het nog over moeten hebben. En af en toe kijken of er iets aan de beurt is. Ik zet mezelf er ook op, in ieder geval wil ik in de weekenden genoeg beurten hebben.’
<Dennis> ‘Schaam je, dat je denkt dat je dat op moet schrijven. Alsof jij of ik dat vergeten.’
<Rieke> ‘Dat was maar een grapje, omdat ik er nu weer aan toe ben. Of hebben we nog meer te regelen?’
<Dennis> ‘Ik heb nog wat te vragen. Waarom wilde je, toen je vertelde dat je aan de pil was, me niet vertellen wanneer je er mee begonnen was?’
<Rieke> ‘O. . . . Nou ja, typisch meisjesgedoe. Je mocht niet weten wanneer ik aan . . . serieus bedgebeuren was gaan denken. Ik heb je verteld dat ik na een kwartiertje voor je gevallen ben. Maar toen dacht ik nog niet aan praktische zaken, zoals samenwonen of zo. Alleen, het is een heerlijk jong, zus had gelijk, die moet ik hebben, zo prettig om bij te zijn, hij is vast in bed, ooit, ook lief. De week erna heb ik er wel over nagedacht. Toen besloten om, als het volgende weekend weer zo fijn zou zijn, dat ik dan aan de pil zou beginnen. Ik wist niet hoe snel het zou gaan, maar als het zover was wilde ik ook geen minuut wachten. Nou, het volgende weekend was wéér zo fijn. De week daarna kon ik gelijk met de pil beginnen, kwam toevallig zo uit, als je snapt wat ik bedoel. Weet je wat er ook een voordeel van is? Ik kan nu regelen dat ik één keer in de vier weken doordeweeks . . . rust moet hebben. Niet onverwachts, niet in het weekend. Zo fijn.’
<Dennis> ‘Nou, zeker. Dat vond ik ook steeds, maar ik dacht gewoon dat je heel regelmatig was. Zoveel verstand heb ik ook niet van dat soort zaken. Rieke, ik weet wél, dat het een paar bijzondere dagen zijn voor een meisje. Allereerst denken ze, jammer, of gelukkig, weer geen kindje. Maar ook, ik ben trots dat ik ze eventueel kan krijgen. Volkomen terecht. Je hebt het een keer over een kubieke centimeter van mij gehad, ik ben ook trots dat ik je op een erg prettige manier liters mag geven.’
<Rieke> ‘Ook volkomen terecht. Ik vind het een mooi gezicht, als ik je in de badkamer streel. Je spuit dan zo mooi. Hard en veel. Graag zo meteen de volgende aflevering, onzichtbaar. Nog meer te regelen?’
<Dennis> ‘Ik zou het niet weten. Ik ben niet bij de organisatie. Ik zorg alleen af en toe voor een orgasme.’
<Rieke> ‘Wat slof ik met je, je kan zo vaak. Dat wordt op huwelijksreis wel méér dan vijf keer overdag. Ik wil best heel vaak, je bent zo lief. Maar ik hoop dat mijn spullen ertegen kunnen. Wat denk je?’
<Dennis> ‘Ik heb geen idee, Rieke. Ik weet niet precies wat je daar voelt, als ik wat te keer gegaan ben. Of jij. Of allebei. Ik denk ongeveer hetzelfde als wat ík voel. Mechanisch gesproken, er treed nogal wat wrijving op. Dat maakt het ook zo lekker natuurlijk. Maar daarna denk je, nou, dat kan beter even bijkomen vóór de volgende ronde. Bij mij begint het al wat te wennen. Bij jou?’
<Rieke> ‘Ja, bij mij ook. Nou, dat is hoopgevend. We praten weer heel fijn, liefste, maar doen we nu nog een rondje, alsjeblieft? Ohhhh . . . schurk, in één keer helemaal naar binnen. Een apart gevoel zeg. Maar het is niet eerlijk, dat mocht ik als eerste doen.’
<Dennis> ‘Dat mag je nog steeds, dit telt eigenlijk niet. Ik ben nog niet op m’n grootst.’
<Rieke> ‘Maar goed ook, anders was het, denk ik, omdat het zo onverwachts was, niet goed gegaan.’
<Dennis> ‘Daarom deed ik het expres. Kwam toevallig zo uit. Ik dacht, nu in één keer erin, nu gaat dat wel, op m’n grootst weet ik niet. Stel je voor dat dat pijn bij haar doet. Gauw, lekker proberen.’
<Rieke> ‘Lief van je. Gelukt. Weet ik een beetje hoe het gaat voelen. Als ík het doe is het voor mij in ieder geval niet onverwachts. O, ik voel je groter worden. Ik ga nu een beetje bewegen. Doe je zo méé?’
 Hij hoefde niet te denken of hij wilde of niet, bij haar ging het vanzelf.
<Rieke> ‘Dennis toch, wat doe je, nee, wat doen we het toch lekker. Ik kwam wéér, nu helemaal tegelijk met je. Je schokte wat anders, was het wel lekker?’
<Dennis> ‘Je doet het zeker lekker, mij zo heerlijk binnenin vasthouden en strelen. Het ging iets anders, het kwam wat moeilijker. Net of je het onderste uit een fles moet halen. Dan moet je ook meer schudden. Wel erg lekker. Het duurde ook lekker lang, hè? Maar ik heb nu toch duidelijk het gevoel dat mijn spullen wat langer bij moeten komen. Ik denk dat we vaker moeten oefenen, vóór we op huwelijksreis gaan. Bezwaren?’
<Rieke> ‘Alleen praktische. Ik heb ook zo’n gevoel. Ik zou er niet graag mee naar mijn werk gaan, het zou me teveel afleiden. Dus op een avond vóór een werkdag lijkt me één of twee keer wel genoeg. Anders heb ik geen limiet, als we allebei kunnen. Dat je zo vaak en zo gauw weer een grote hebt en weer klaar kunt komen, onbegrijpelijk. Bij mij is dat makkelijker, je past er altijd in. Tot nu toe kom ik ook steeds klaar, net vóór of na je, of tegelijk. Dat heb ik van mijn vriendinnen wel anders gehoord, die mannen kunnen niet zo vaak, en die meiden komen lang niet iedere keer . . . aan hun gerief, zoals ze netjes zeggen. Wat hebben we een geluk, hè?’
<Dennis> ‘Ontzettend. Als ik wat van andere mannen hoor, is dat ze te weinig mogen. En jij hebt nu wel even genoeg van, maar ik wed dat je vanavond weer wilt.’
<Rieke> ‘Ik wed niet, ik houd niet van verliezen. Óf ik wil uit mezelf, óf je streelt me zo dat ik gelijk weer wil, een beetje gevoelig of niet, dat kan me dan niet schelen. Óf jij wilt. Het is bij mij geen kwestie van, als jij wilt, doen we het. Nee, als jij wilt, wil ik ook. Omdat ik het zo fijn vind dat je het zo graag met me doet, en steeds zo lekker. Als ík wíl hoef ik het maar te vragen of je even te strelen, dan ben in een noodgang groot en pakt me. Ik ga wat aan het eten doen, ik heb er honger van gekregen. Ik doe alleen een schort om, aankleden heeft vandaag geen zin.’
 Ze had, na het eten, net de laatste afwas in de machine gezet toen hij haar vastpakte, tussen hen in haar schort omhoog trok en haar strak tegen zich aantrok.
<Dennis> ‘Rieke, toen je net die vork pakte, die gevallen was, keek ik van achteren tussen je benen. Je gleuf was zóóó uitnodigend. Voel je hoe groot ik ben? Hoe hard? Ik houd het niet meer, ik wil weer met je vrijen.’
 Hij pakte haar op, liep naar de slaapkamer, legde haar op bed en was binnen voor ze het wist. Hij deed niet voorzichtig of langzaam aan, hij leefde zich helemaal uit, praktisch zonder rekening met haar te houden. Het duurde niet zo lang, maar hij had wel lang nodig om bij te komen.
<Rieke> ‘Dennis toch. Wond je dat zo op, wat je bij me zag?’
<Dennis> ‘Ja, ontzettend. Zo had ik je nog niet gezien, van die kant af. Het was zo mooi, helemaal goed te zien, en zo uitnodigend.’
<Rieke> ‘Nou, anders ben je ook altijd meer dan welkom. Het was heel fijn dat je zo genoot, maar niet altijd zo woest doen, hoor. Dat red ik niet vaak genoeg op een dag. Jij vast ook niet.’
<Dennis> ‘Nee. En ik ben het ook niet van plan. Maar ik zag je moois, kreeg onmiddellijk een erge stijve, en wilde er gelijk in. Pompen, klaarkomen, en een liter zaad lozen. Al was het pas geleden, het mocht vast wel. Dank je wel dat ik mocht doen wat ik wilde. Ik hoopte het, ik dacht, je zegt wel stop als het je te gek wordt. Je hebt vast niet zo erg genoten.’
<Rieke> ‘Mooi wel. Omdat je zo graag wilde, het niet meer kon houden. Ik kwam ook nog, maar dat heb je vast niet gevoeld, je was zo aan het rammen. Nét niet te gek.’
<Dennis> ‘Rieke, je weet het, hè? Als je wat wilt vraag je het. Ik heb net niets gevraagd, ik stond op springen, ik móest je gewoon gelijk pakken.’
<Rieke> ‘Alweer op springen? Na een dag of langer zou ik dat kunnen begrijpen, maar na ruim een uur?’
<Dennis> ‘Ja. Omdat het er zo geweldig lekker uitzag. Normaal krijg ik op een gegeven moment zin om met je te vrijen. Omdat je zo lief bent, ook overdag. En omdat ik weet dat we het allebei lekker vinden. Nu had het eigenlijk niets met lief te maken, alleen met lekker.’
<Rieke> ‘Nou, van mijn kant ook. Dacht je eigenlijk niet, waarom bukt ze zó, waarom zakt ze niet, net als altijd, door haar knieën?’
<Dennis> ‘O. . . . Je wilt toch niet zeggen dat je dat expres deed?’
<Rieke> ‘Mooi wel. Je liep zo lekker rond, pik vooruit. Ik wilde je hebben. Toen viel me in, als hij me van achteren ziet, als ik voorover buk, met mijn benen een beetje wijd, dan wil hij vast ook gelijk. Ik heb al eens voor de spiegel geoefend. Die laatste vork viel niet per ongeluk. Ik had alleen de uitwerking nogal onderschat. Ik had gedacht dat je hem er gelijk van achteraf in zou stoppen. Niet dat je me op bed bijna door het matras heen zou rammen.’
 Hij kuste haar, eerst even woest, toen ze tegen begon te spartelen voorzichtiger.
<Dennis> ‘Zal ik je een volgende keer van achteren af pakken? Ik heb het niet gedaan, omdat ik dacht dat je het op bed lekkerder zo vinden. Tegen het aanrecht op had ik je waarschijnlijk pijn gedaan, ik had zo’n woest gevoel. Het enige wat ik wilde was je eh neuken.’
<Rieke> ‘Nou, je bui is nog niet helemaal over. Ik begrijp je wel, hoor. Ik dacht waarschijnlijk ongeveer hetzelfde als jij, toen ik je zo bloot rond zag lopen, alleen word ik er niet zo woest bij. Wel erg . . . verlangend. Je was heerlijk snel. Tamelijk snel klaar ook, inderdaad op springen.’
<Dennis> ‘Ik kreeg in één keer zo’n geweldige zin. Niet te vaak zo bukken, hoor.’
<Rieke> ‘Nét zoveel als ik wil. Ik wil nog wel eens een woeste beurt in schort. Je nam geeneens de tijd om het af te doen. Nu wil ik koffie drinken. Ik buk niet meer en ik houd het schort maar om, anders begin je misschien weer.’

 ‘s Avonds, in bed, trok hij haar dicht tegen zich aan.

<Dennis> ‘Zeg, lekker stuk zonder schort om, wat ga je je vriendinnen de volgende keer vertellen?’
<Rieke> ‘O. . . . Dat wordt moeilijk. Als ik zeg, ik ken een meisje, beginnen ze allemaal te lachen, dat weet ik nu al. Dat gebeurde iedere keer als er één pas getrouwd was. Kregen ze een rode kop, durfden ze het eerste jaar niets te vertellen. Nou, ik wel. Ik ga zeggen, ik ben pas getrouwd, dus ik zou wat kunnen vertellen, maar dat doe ik maar niet. Als ze dan genoeg gesmeekt hebben, zeg ik, jullie geloven me toch niet, en ik wil jullie niet jaloers maken. Kan je je voorstellen hoe nieuwsgierig ze dan zijn?’
<Dennis> ‘Een beetje wel.’
<Rieke> ‘Dan zeg ik, de eerste dag, avond, deden we het twee keer. Dat geloven ze wel. Dan, de tweede dag, vier keer. Kletsen ze weer even, dat geloven ze ook nog. Dan, daarna op maandag tot en met donderdagavond, omdat we de volgende dag moeten werken, meestal maar één keer. Soms twee keer, als we een keer overgeslagen hebben. Zijn ze weer even zoet. En ik maar inwendig lachen. Dennis, ik overdrijf niet, hè?’
<Dennis> ‘Geen keer.’
<Rieke> ‘O. Leuk. Dan vraagt er vast één, en vrijdagavond, en in het weekend? Dan zeg ik, nou, we liggen niet te turven, vrijdagavond minstens twee keer, ‘s zaterdags beginnen we ‘s morgens op tijd, als we niet weg moeten, over de hele dag een keer of, en dan noem ik ons maximum, tegen die tijd beslist een keer of vijf, zes. Maar ‘s zondags wat minder, want ‘s maandags moeten we weer werken. Nou, daar zijn ze een flinke tijd zoet mee, en ik maar ernstig kijken. Dan vragen ze vast, kom je ook wel . . . aan je gerief? Zeg ik, natuurlijk, iedere keer, jullie dan niet? Dan moeten jullie echtgenoten maar eens een praatje komen maken met mijn man. Ik weet niet of ze me dan nog aardig vinden.’
<Dennis> ‘Rieke toch, ik lach me dood. Jammer dat ik daar niet bij kan zijn.’
<Rieke> ‘Nee, maar ik vertel het je later wel. Titia ook.’
<Dennis> ‘Titia noemde het nogal vaak doen op een dag, erg wellustig.’
<Rieke> ‘Dan zal ze ook vast gelijk gezegd hebben, ik lust hem wel.’
<Dennis> ‘Bijna goed, ik lust jou wel, zei ze. Hem wel is ook leuk.’
<Rieke> ‘Eh, Dennis? Kwam dat erg wellustig van Titia zomaar uit de lucht vallen?’
<Dennis> ‘Eh . . . Nou, je let wel op. Nee, dat had een reden. Toen we besloten hadden om onze relatie af te bouwen heb ik, de volgende dag dat ze kwam, gevraagd of we zo veel mogelijk konden vrijen. Ik wilde nog zo veel mogelijk van en met haar genieten. Ik zei wel gelijk, dat ik het wel wat egoïstisch vond. Maar ze zei, dat als zij ook . . . aan haar gerief kwam, het hoogstens erg wellustig was. En we konden dan later herinneren, dat we het heel gezellig gehad hadden en behoorlijk veel gevreeën hadden.’
<Rieke> ‘Nou, als jullie het eens waren en het ook gedaan hebben, vind ik het fijn voor jullie. En, prettige herinneringen?’
<Dennis> ‘Grapjas, je bedoelt of we veel gevreeën hebben. Ja, zodra ze de deur binnen kwam, en dan om de paar uur. We bleven ook veel met elkaar praten.’
<Rieke> ‘Om de paar uur? . . . O, wacht even. Ik schrok, maar ik was vergeten waar jullie grens lag. Nou, om de paar uur een tijdje strelen is lang vol te houden.’
<Dennis> ‘Vergeten dat we het niet droog hielden?’
<Rieke> ‘Ja. . . . Dennis, ben je bang dat ik het niet goed zou vinden?’
<Dennis> ‘Een beetje wel. Ik ging heel erg wellustig met je zus om. We lagen de halve dag bloot in bed.’
<Rieke> ‘Heeft Titia ervan genoten?’
<Dennis> ‘Ja. Als ik vroeg om te vrijen weigerde ze nooit. En als ik dacht, nog maar even wachten, anders wordt het wel héél erg vaak, dan vroeg zíj er om.’
<Rieke> ‘Heb jíj ervan genoten?’
<Dennis> ‘Ja. Iedere keer, niet alleen omdat het, nat of droog, lekker was, maar ook omdat ze zo lief was.’
<Rieke> ‘Ik zal je vertellen wat ik ervan denk. Als het mijn tweelingzus was geweest had ik me misschien een duplicaat gevoeld. Nu niet, we verschillen genoeg, en jij weet het ook. Het zou jammer geweest zijn als jullie het niet gedaan hadden. Ook omdat Titia er wat van opgestoken heeft, het gaat thuis stukken beter. En jij hebt je vrijervaring wat opgehaald, daar hebben wíj voordeel bij. Als je me van het begin af niet zo goed en lekker gestreeld had was ik er misschien mee opgehouden. Duidelijk genoeg, overbodig bang figuur?’
<Dennis> ‘Ja. Ik heb, vóór ik jou ontmoette, tegen Titia gezegd dat ik hoopte dat jij mijn rare overstap, van haar naar jou, zou begrijpen. Nou, je begrijpt het nog beter dan Titia en ik. Erg fijn. Dank je wel.’
<Rieke> ‘Je weet best wie we het meeste moeten bedanken. Ik zal het nooit vergeten, zeker niet omdat ze het moeilijk gehad moet hebben. Met jou niet verder kunnen en mogen. Ik moet er niet aan denken. Ik hoop dat ik ooit wat voor haar terug kan doen. We hebben door haar zo’n snelle start kunnen maken. Anders had je me vast de badkamer uitgegooid toen ik kwam kijken.’
<Dennis> ‘Ja, dat is heel waarschijnlijk, brutaaltje. Ze heeft me heel goed op gang geholpen.’
<Rieke> ‘Daarom zijn we ook nog lang niet toe aan tempo-vermindering. Nog steeds langzaam aan het opvoeren. Jij geniet nu natuurlijk extra, omdat je alles mag. Ik snap er alleen nog steeds niets van. Je gaat maar door, of er nog wat uitkomt of niet, je komt iedere keer klaar. Al zeg je dat het iets pijnlijk wordt als er niets meer uitkomt. Tja, vandaar dat maximum. En dat ik iedere keer klaar kom snap ik ook niet, dat is ook helemaal niet volgens de boekjes. Ik heb het de dokter een keer gevraagd, bij een pilcontrole. Die was toch mijn spullen aan het controleren. Zegt die, mevrouwtje, ik wil me best druk maken voor mensen met seksuele problemen, maar alleen bij te weinig, niet bij veel. Het ziet er gezond uit, niet gezwollen, niet versleten, niet te wijd, niet te nauw. Alles in orde. Kleed je maar weer aan, als je dat nog kan. Zo te horen doe je dat thuis ook niet veel. Leuk, hè?’
<Dennis> ‘Die dokter had vast een plezierige dag. Rieke, Rieke, heerlijke grote meid.’
<Rieke> ‘Dennis, Dennis, heerlijke vent met je grote. Neem me nog een keer. Geef me nog een keer wat. Wel voorzichtig deze keer, woesteling.’
<Dennis> ‘Ja, dat zal ik wel moeten. Laatste keer vandaag, hoor, onverzadigbaar schatje.’
<Rieke> ‘Nou, het moet dan maar. Jammer. Wie is hier onverzadigbaar? Vijf keer op een dag is toch wel mooi. Voorlopig.‘

 Weer twee weken later

 ‘s Zaterdags, na de lunch, ging de deurbel. Dennis deed open. Voor hij zijn mond open kon doen hing Titia om zijn nek en kuste ze hem. Hij trok haar, omhelzend en kussend, de hal in en schopte de deur dicht. Toen ze elkaar eindelijk los lieten stond <Rieke> grinnikend te kijken. De zussen omhelsden en kusten elkaar.
<Rieke> ‘Dat was een leuk gezicht, zo lief, zo hartelijk. Jullie namen ruim de tijd.’
<Titia> ‘Ik vind het zo lief van je, dat we elkaar zo mogen begroeten. Ja, het duurde even, ik was mijn verstand even kwijt. Wat kust en knuffelt dat jong toch vreselijk lekker, Rieke.’
<Rieke> ‘Ja, ik weet het. Kwam je weer eens naar ons kijken?’
<Titia> ‘Ja, het is zo gezellig bij jullie. We kunnen overal over praten en ik vind het zo’n fijn gezicht, dat jullie af en toe elkaar lekker pakken.’
<Rieke> ‘En wij vinden het fijn dat we dat weten en gewoon kunnen doen waar we zin in hebben. Laten we maar op de bank met wat drinken beginnen.’
<Dennis> ‘Als jij daar even voor zorgt, dan knuffel ik Titia nog even. Ik vind het zo fijn dat ze er is.’
 Daarna vrijden Rieke en Dennis een beetje op de bank. Titia zorgde voor het eten. ‘s Avonds na de koffie stond Titia op.
<Titia> ‘Het was weer hartstikke gezellig, vrijdozen. Ik ga er weer vandoor, ik vind het niet fijn erg laat thuis te komen. Jullie hebben nog geen bed in de logeerkamer, zag ik, anders zou ik graag blijven slapen, en morgenmiddag terugrijden. Mannetje is toch druk van het weekend, hij werkt thuis ook wat, om zich op zijn werk sneller in te kunnen werken. Hij zou niet ongerust zijn, hij weet waar ik zit.’
Riekekeek glimlachend naar Dennis en knipoogde. Hij keek even verbaasd, begon toen ook te glimlachen en knipoogde terug. <Rieke> trok Titia terug op de bank, tussen Dennis en haar in.
<Rieke> ‘Titia, doe niet zo gek, wij sliepen vroeger wel eens bij elkaar en je hebt ook met Dennis geslapen. We kunnen makkelijk in één bed, Dennis en ik nemen toch meestal maar één plek in beslag.’
<Titia> ‘O. . . . Ja, qua ruimte zal het geen probleem zijn. . . . Er is vast nog wel een pyjama voor me.’
<Rieke> ‘Wat mankeert je? Als je er op staat mag je er natuurlijk wel één aantrekken. Maar dat doen wij niet, hoor. Durf je niet meer bloot naast Dennis te liggen? Ik ga aan de andere kant van hem, dat lijkt me het gezelligst.’
<Titia> ‘Ja, mij ook. Maar dan . . . kunnen jullie niet doen wat jullie anders doen.’
<Rieke> ‘Waarom niet? Zou je dat zo erg vinden? Titia, Dennis en ik hebben het er pas nog over gehad, als je zou willen, zou je bij ons vrijen mogen kijken, omdat je ons bij elkaar gebracht hebt, en omdat je zo graag weet of het goed met ons gaat. Het lijkt wel, of je je nog steeds een beetje zorgen maakt over de garantie die je op Dennis gegeven hebt. Daar is geen enkele reden voor. Hij heeft genoeg kilometers op me en in me gedraaid, en alles was heel . . . bevredigend.’
<Titia> ‘Nou, Rieke, ik weet het nu wel. Tja, weten is één ding, dat kan ik thuis ook, zien is inderdaad nog veel mooier. Daarom kom ik zo graag op bezoek. Maar zouden jullie gewoon vrijen, terwijl ik er naast lig?’
<Rieke> ‘Ik ben bang dat we het niet kunnen laten, zusje. Maar ik denk niet gewoon vrijen, vast extra lekker omdat jij vlak naast ons mee ligt te genieten. Er is geen fel licht, zoveel zou je niet zien, maar je zou wel onze bewegingen merken, en horen hoe we, dankzij jou, genieten.’
<Titia> ‘O. . . . Wat zijn jullie lief. Ik heb daar wel eens aan gedacht, maar ik vond dat veel te intiem. Zoals jullie al op de bank vrijen, jij met je blote borsten, Rieke, dat vond ik al fijn genoeg. Ik zou het wel heel gezellig vinden.’
<Rieke> ‘Nou, geregeld dan. Ik vind je wel een beetje preuts, hoor. Wij hebben elkaar vaak genoeg bloot gezien en ook wel eens elkaars tietjes gestreeld. En wat jij en Dennis gedaan hebben weet je ook. Een pyjama aantrekken, ik moet er niet aan dénken.’
<Titia> ‘Nou, goed dan. Maar eh. Zoals Dennis en ik knuffelen vind ik heel fijn. Daar zou het bij blijven. Maar als we met z’n drieën bloot in bed liggen, ik vlak naast hem, dan krijg ik daar vast moeite mee. Dan zou ik . . . wat meer willen. Snappen jullie?’
<Dennis> ‘Ja, maar vertel eens.’
<Titia> ‘Schurk, je praat er graag bij, hè? Nou, ik zou je dan graag omhelzen en tegen me aan voelen.’
<Dennis> ‘En andersom?’
<Titia> ‘Nou, je zal er niet om zitten te springen om mijn borsten tegen je aan te voelen. Het valt me mee dat je daar nog niet ingedeukt bent. Of Rieke afgeplat. Mag het, een beetje, Rieke?’
<Rieke> ‘Een beetje? Jullie omhelzen maar een eind weg en je duwt je maar tegen hem aan. Ik weet hoe lekker dat is. Ik kom toch niets tekort. Ik zou het zo kinderachtig vinden als jullie steeds deden alsof jullie alleen maar goede bekenden waren. Ik ben blij dat je er gewoon om durft te vragen, Titia.’
<Dennis> ‘Ik ook. Ik had er nog niet over nagedacht, omdat Rieke alles zo snel regelde, maar, als je het niet gevraagd had, Titia, dan had ik er géén moeite mee gehad. Ik had je in bed gewoon omhelsd en gekust en geknuffeld, ook lekker met mijn grote tegen je doos, voor het slapen gaan. Net zoals bij de voordeur, maar dan helemaal bloot. Alleen een welterustenkusje had ik geen genoegen me genomen bij een lekkere blote meid, bij jou zeker niet. Ik wist dat jullie het allebei goed zouden vinden.’
<Rieke> ‘Prima. Hè, hè, weten we hoe we lekker kunnen gaan knuffelen. Nog een keer koffie, dan lekker vroeg naar bed. Anders heeft Dennis te lang voorpret.’

 Ze kleedden zich tegelijk uit in de slaapkamer, keken even naar elkaar en gingen toen op een rijtje, op hun rug, met Dennis in het midden, op bed liggen. Dennis trok ze, met zijn armen om hun schouders, tegen zich aan.
<Dennis> ‘Nou, het toppunt van gezelligheid. Schemerlampje aan, twee prachtige helemaal blote meiden naast me in bed. Heerlijk. Jullie zagen er net ook zo mooi uit. Met al jullie heerlijke spullen. Toen jullie bewogen, bij het uitkleden en in bed stappen, schudden jullie borsten zo mooi. En af en toe zag ik ook wat leuks tussen de haren zitten. Jullie zijn duidelijk geen tweelingzusjes, ik zie verschillen. Maar kom niet op het idee om een keer stiekem te ruilen, in het donker blijf ik het verschil tussen jullie ruiken.’
<Rieke> ‘En als we eerst goed douchen?‘
<Dennis> ‘<Rieke> toch. . . . Dan kom ik er wel achter als ik naar binnen wil. Titia zegt dan stop, dat weet ik zeker. Als ik niets hoor ben jij het, Rieke, jij zegt nooit stop.’
<Titia> ‘Ik zou zeker stop zeggen.’
<Rieke> ‘Titia, Dennis en ik hebben het er pas nog over gehad, dat we je zo dankbaar zijn. We zullen het nooit vergeten, ook niet omdat je het moeilijk gehad moet hebben. Met het niet verder kunnen en mogen gaan. We hoopten ooit wat voor je terug te kunnen doen. We hebben door jou zo’n snelle start kunnen maken. Je hebt Dennis goed voor me op gang geholpen. Ik kom niets tekort, daar ben ik helemaal niet bang voor. Integendeel, als Dennis een beetje aan jou gefrunnikt heeft ligt hij vast te springen om verder alles met mij te doen. En je man komt ook niets tekort, je hebt van Dennis een hoop opgestoken waar hij voordeel bij heeft. Daarom mag je met ons meegenieten, zoveel je wilt. Nou, genoeg gepraat. Dennis, knuffel en streel haar maar lekker, dan kan ze daarna bijkomen terwijl wij ons druk maken.’
Dennis trok Titia tegen zich aan en knuffelde haar. Hij streelde haar ook overal, uitgebreid, en zij hem.
<Titia> 
Rieke, hoe vind je het, zo lang je wilt met zijn ballen en grote te kunnen spelen?
<Rieke> ‘Het mooiste en lekkerste speelgoed wat er is. Maar het kan niet zolang ik wil, na een tijdje wil Dennis wat. Of ik.
<Titia> Ik heb het thuis niet slecht, maar Dennis heeft een iets langere. Lekker, om die helemaal binnen te voelen komen?
<Rieke> Geweldig. En hij beweegt dan zo lekker.’
<Titia> Ik heb geen problemen, graag zelfs, om een grote binnen te voelen komen en er mee gestreeld te worden en klaar te komen. Ik weet dat het natuurlijk is, maar ik blijf het een beetje raar vinden dat er dan in me gespoten wordt.’
<Rieke> Ik niet. Ik vind het al mooi om te zien. En als ik het niet zie merk ik hoe hij ervan geniet. Een kreun bij iedere straal. Zeg, ik word een beetje ongeduldig.
<Titia> Sorry. Tja, die ballen en die grote stijve zijn heerlijk om vast te houden. En hij weet nog steeds hoe hij mij kan verwennen, hij ging nét niet te ver. Nou, Dennis, er is elders werk voor je lekkere stijve achttien centimeter. Dank je wel.
Rieke had ondertussen Dennis’ kontje gestreeld. Zogauw hij zich naar haar toedraaide verplaatste ze haar hand naar zijn voorkant en stuurde hem waar ze hem wilde hebben. Ze deed de helft van het werk, dus duurde het niet zo lang.
<Dennis> ‘Tja, nogal gauw klaar, hè, Titia? We waren allebei nogal door je opgewonden. Ik voelde de hele tijd je hand op mijn achterwerk. Zeker om méé te voelen wat we deden, hè? Ik vond het leuk.’
<Titia> ‘Dank jullie wel, dat ik jullie eh vrijen mee mocht maken. Van zo dichtbij. Als ik nog niet overtuigd was dat het goed met jullie gaat, tjonge, wat genoten jullie van elkaar. Ik merkte ook dat jullie je tempo aan elkaar aanpasten, om gelijk te komen. Zo mooi. Dank jullie wel.’
<Rieke> ‘Je weet het, hè? Als je bedroefd bent, of mee wilt genieten, of zomaar, je bent altijd welkom. Zoals je gemerkt heb stoor je ons toch niet.’
<Titia> ‘Ja, ontzettende vrijdozen, dank jullie wel. Als jullie de logeerkamer ingericht hebben kom ik ook soms met mijn man. Maar de andere keren, al is er een logeerbed, dan kom ik weer bij jullie in bed, beloofd is beloofd. Zo fijn, dat meegenieten. Nou ja, alles.’

 Dennis werd wakker van een kriebel in zijn kruis. Hij lag op zijn rug, Rieke tegen hem aangekropen en Titia tussen zijn benen, met zijn kleine helemaal in haar mond. Titia knipoogde naar hem en ging gewoon door, tot hij kreunde. Ze liet zijn inmiddels grote even los, legde haar wijsvinger tegen haar mond om hem niet te laten praten en keek hem vragend aan. Hij knikte. Ze ging weer door, helemaal, tot hij weer klein was. Ze legde haar wijsvinger weer tegen haar mond en kroop, als een spiegelbeeld van Rieke, tegen hem aan. Ze pakte Dennis’ hand en legde die tussen Riekes benen. Hij snapte het en streelde Rieke tot ze wakker werd. Rieke kuste Dennis, glimlachte naar Titia en keek eens hoe ze erbij lagen.
<Rieke> ‘Dennis, wat is er? Je ligt tussen twee blote meiden en je hebt geeneens een grote?’
<Titia> ‘Rieke, ik ben stout geweest. Je zei, dat je toch niets tekort kwam, en je lag nog te slapen, dus heb ik een kubieke centimeter van je gejat.’
<Rieke> ‘Een kubieke centimeter? . . . Oh, van Dennis. Prima hoor, die heeft toch genoeg. Normaal vrijen we in het weekend gelijk als we wakker worden, maar ik kan best even wachten. Maar eh, Titia, waar is die kubieke centimeter gebleven?’
<Titia> ‘Had je het willen hebben?’
<Rieke> ‘Nou, nee, dat is water naar de zee dragen. Maar ik zie geen handdoek of zo liggen.’
<Titia> ‘Al had je het willen hebben, dan had je het toch niet gekregen. Ik houd het nog een tijdje. Ik neem het mee naar huis.’
<Rieke> ‘Ik snap er niets van. Ik zie niets. Hoe kan je het dan mee naar huis nemen?’
<Titia> ‘Makkelijk zat, ik heb het doorgeslikt.’
<Rieke> ‘Oh, Titia. . . . Kan dat geen kwaad? Waar smaakt het naar?’
<Titia> ‘Eigenlijk zou ik moeten zeggen, je zoekt het zelf maar uit. Nee hoor, geen probleem, het kan geen kwaad en het smaakt nergens naar. Ik denk, dat er bij de fabricage vergeten wordt op de smaak te letten.’
<Rieke> ‘O. Nou, ik zal er eens over nadenken. Dennis, is dat fijn?’
<Dennis> ‘Fijner dan hem net voor het eind uit je mond halen, de kou in. Ik neem je niets kwalijk hoor, wij zijn het gewoon vergeten te doen. Probeer het maar eens.’
<Rieke> ‘Goed. Nu niet, ik neem geen genoegen met een halve kubieke centimeter. Als ik het doe wil ik ook de volle lading. Zullen we gaan douchen? Ik ben een beetje klam en Titia wil vast haar mond spoelen.’
<Titia> ‘Ja, het plakt een beetje, maar dat geeft niet. Als je het ooit in je handen hebt gehad weet je dat.’
 Na de lunch begon Dennis naar Rieke te knipogen.
<Rieke> ‘Titia, ga je mee naar bed? We hoeven niets te doen hoor, maar ik vind het daar veel gezelliger, met z’n drieën naast elkaar. Het praat daar ook veel makkelijker.’
<Titia> ‘Eh. . . alles uit?’
<Rieke> ‘Natuurlijk, lekker tegen elkaar aan liggen. Veel fijner dan dat Dennis en ik half uitgekleed wat op de bank rommelen. Je trekt je maar weer wat tegen Dennis aan.’
<Titia> ‘Maar . . . dan kan ik veel meer zien, bij daglicht. Of doen jullie de gordijnen dicht?’
<Dennis> ‘Nee, zeg, we willen zelf ook wel wat zien. Ik jou ook wel weer eens goed.’
<Rieke> ‘Ik ben al weg.’
 Vóór de andere twee het doorhadden was ze al weg. Ze gingen haar snel achterna, naar de slaapkamer. Toen ze daar aankwamen lag ze niet onder de dekens, maar er bovenop, in haar blootje. Titia ging, na zich ook uitgekleed te hebben, aan de andere kant van het bed liggen. Dennis kleedde zich ook uit.
<Dennis> ‘Wat fijn, liefjes, dat ik bij daglicht kan vergelijken.’
<Titia> ‘We durven allebei, hè, zus? Bij hem wel. Maar niet te lang, Dennis, je bent in staat om ons met je ogen te laten komen.’
<Dennis> ‘Nee, tot ik jullie goed gezien heb, geen uur lang. . . . Wat zijn jullie toch mooi. . . . En wat liggen jullie er uitnodigend bij, met jullie benen wijd, helemaal niet bang meer om me naar jullie mooiste plekje te laten kijken. Nou, jullie zien ook wat ík er van vind.’
<Titia> ‘Ja, duidelijk. Rieke, ik was nooit op het idee gekomen om eens rustig naar hem te kijken. Mooi hè?’
<Rieke> ‘Ja, ik ben zó blij dat ik dat toen gedaan heb. Het was een opwelling, om het hem te vragen. Het was mijn tweede opwelling. De dag ervoor, we kenden elkaar net, was ik al in de badkamer naar hem gaan kijken. Toen deed hij de handdoek op z’n dooie gemak af en liet me zijn spullen zien. En de dag erna kwam hij op z’n dooie gemak helemaal bloot de kamer inlopen en ging naast me zitten. Zo mooi, die grote paal, en daaronder die ballen, waar vandaan komt waar hij me mee volspuit. Ik kan nu het geen vijf minuten meer, want ik weet nu niet alleen theoretisch, maar ook praktisch wat hij ermee doen kan. Dennis, lig! Tussen ons in.’
<Dennis> ‘We kenden elkaar net, zei je. Ja, bij je tweede bezoek wilde je me al helemaal bloot zien. En bij je derde bezoek lang naar mijn grote kijken. Ik zat er niet mee, je was het zusje van Titia, die nogal wat meer gedaan had dan er naar kijken. Zeg, Titia, hoe gaat het thuis? Vertel eens wat.’
<Titia> ‘O. . . . Steeds beter. Ik heb er laatst over de telefoon al van verteld.’
<Rieke> ‘Nou, Titia, niet zo flauw, verder praten we overal over. Praat je wel met hem, of ga je alleen met je benen wijd liggen om je te laten . . . nemen?’
<Titia> ‘Nee, we gaan ook steeds meer praten. En ik leer hem, zonder dat hij het merkt, het steeds lekkerder te doen. Wat ik van Dennis, en jou, opgestoken heb. Ik weet waarom Dennis het zo lekker doet, hij denkt niet alleen aan zichzelf, hij wil het voor allebei lekker maken. Ik ga ook steeds meer bewegen. Hij gaat er ook steeds meer van genieten, nog meer dan in het begin. En hij is zo trots, hij denkt dat hij zelf steeds nieuwe ideeën krijgt. Nou, dat mag hij best denken. Hij wil ook langzaam aan vaker. Hij heeft een paar keer gevraagd of ik het niet te vaak vond. Niet dus. De derde keer kon ik me niet meer inhouden. Heb ik hem verteld dat jullie maximum, wat ik het laatst gehoord had, op zes keer per dag stond. Nou, daar schrok hij van. En helemaal toen ik ook nog zei, dat hij dat niet binnen de kortste keren hoefde, langzaamaan steeds vaker was ook goed, ik kon nog wel een weekje, hooguit twee, met minder toe. Hij vluchtte. Ik heb liggen gieren van het lachen, tot hij terugkwam. Hij heeft zijn excuses aangeboden, hij had véél eerder moeten vragen wat ik wilde. Achteraf zag hij in, dat hij het alleen deed als hij zin had, of als ik het uitdrukkelijk vroeg. Nou, dat doe je niet zo gauw. Stom, voortaan wel. Alhoewel, ik hoef het, denk ik, nooit meer te vragen. Hij ziet nu, als hij naar me kijkt, aan mijn terugkijken, of ik kan of niet. Willen doe ik nu ook altijd wel. Je hebt me aardig op gang gebracht, Dennis. Ik kon er niet eerder zo over praten. Maar nu jullie me overal zo lief bij betrekken mogen jullie het weten. Ik ben jullie dus net zo dankbaar als jullie mij. En nu even janken.’
Riekedook over Dennis heen, om haar zus te omarmen.
<Rieke> ‘Liefje, gefeliciteerd. Je nooit meer inhouden, hoor. Dat doe ik ook niet. Ik ga Dennis pakken, ik kan die grote niet voor niets naar boven zien wijzen. Ik ga op hem zitten. Je mag best kijken, Titia. Je ligt eerste rang.’

Na afloop lagen ze met z’n drieën weer gezellig naast elkaar, Rieke en Dennis langzaam bijkomend.
<Titia> ‘Wat mooi om te zien, liefjes. Hoe die grote helemaal naar binnen schoof. En hoe je er omheen kronkelde en wipte. Kwam het moeilijk, Dennis? Je kreunde nogal. Ik dacht, vijf keer, toen je kwam. Je weet het, Rieke, ik heb hem zien spuiten. Meer kon niet, jammer genoeg. Ik vind het geweldig dat hij jou nu verwent, op de beste manier.
<Rieke> ‘En andersom, hè, Dennis?’
<Dennis> ‘Ja, je kneep me nogal. Het gaat iedere keer anders, maar steeds geweldig. Het was wel lekker, vijf harde spuiten.’
<Titia> Al zou het de laatste keer zijn dat ik het zag, ik zal me voortaan geen seconde meer zorgen maken over mijn garantie. Voor een aanstaand schoonzusje is dit allemaal eigenlijk véél te intiem, maar we hebben er wel een bijzondere aanleiding voor. Zoals alles gegaan is met ons drieën. Dennis, je hebt een keer, bij ons afscheid, gezegd, ik ben monogaam, ik kan zoiets als wij doen, en ik hopelijk niet binnen al te lange tijd met je zus, niet met twee tegelijk, ik bedoel, door elkaar. Dit is anders, hè?’
<Dennis> ‘Ja, dit is geen bigamie, ik vrij niet met je. Jij bent mijn heel bijzondere schoonzusje, waar ik heel hartelijk en lief mee om mag gaan. En jij met mij. Elkaars blote lijf bekijken en een beetje aanraken, maar meer niet. Niemand komt wat tekort. We worden er allemaal extra gelukkig door.’
<Rieke> ‘Ja, heel fijn, Dennis.’
<Titia> ‘Jullie zijn hartstikke lief, maar gaan we wat drinken? En daarna met z’n drieën douchen? Ik weet niet wat er in de toekomst gaat gebeuren, ik wil dat graag ook nog een keer beleven.’
<Dennis> ‘Wie was er preuts, Rieke? Weet jíj het? Toch niet je zus, die hier nu helemaal bloot, boven op de dekens, met haar benen wijd ligt. Ik ga je nog even strelen, hoor, Titia, tot je vlucht. Het ziet er zo uitnodigend uit.’
<Titia> ‘Streel maar. Maar niet te lekker, laat me niet komen. Dat wil ik jou ook niet, dat vind ik nu te ver gaan. En we komen allebei niet tekort. Jij niet bij Rieke, ik niet bij mijn man. Ik hoop dat hij het nog lang volhoudt, want het is vermoeiender voor hem dan vroeger, ik ben niet zo gauw meer tevreden. En nu ik jullie heb zien vrijen helemaal niet meer. Oh, Dennis, stop. Anders kan ik het niet uithouden tot ik thuis ben. Ik grijp mannetje meteen.’

 Ze dronken wat op de bank, in hun blootje, grinnikend. Onder de douche hielden ze het bij overal wat strelen. Rieke wilde wel wat méér, maar Dennis beloofde haar een gezellige, intieme avond in bed, met alles wat zíj zou willen. Ze moest alvast maar wat bedenken. Ze ging, onder protest, akkoord. Ze liet Titia nog zien hoe ze voor haar man moest bukken, het zou bij hem wel dezelfde uitwerking hebben als bij Dennis. Ze vertelde het hele verhaal, en Titia geloofde het graag.
Titia nam, in tranen, afscheid van haar zus. Ze kwam weer bij toen Dennis afscheid van haar nam, haar voor de grap woest kuste. Daardoor ging ze toch lachend weg.

 ‘s Avonds kreeg <Rieke> de speciale behandeling van Dennis die ze voor zichzelf verzonnen had. Omdat hij niet zo vol zat kon hij haar in nogal wat standjes laten komen, voordat hij zelf kwam, van achteren af in haar rammend. Zo gauw hij weer kon streelde hij haar lang, langzaam en voorzichtig, met z’n handen steunend op het bed en haar benen over zijn schouders. Hij kreunde op het eind ontzettend, want de krampen die hij kreeg probeerden tevergeefs hem zaadjes te laten spuiten. In een pauze belde ze een collega op, om te zeggen dat ze de volgende dag niet zou komen. Ze had iets meegemaakt waar ze een dag van bij moest komen. Dennis moest van haar wél naar zijn werk, hij moest daar maar uitrusten. Als hij ook thuisbleef zou er van haar uitrusten weer niets komen.

 Daarna

Vier maanden later trouwden ze. Tijdens de huwelijksreis turfden ze niet. De vriendinnen moesten het doen met, iedere dag héél vaak, méér dan ‘s zaterdags thuis.
Rieke ging op haar gemak een huis zoeken. In de kranten en bij een paar makelaars vond ze niets naar haar zin. Ze ging in een wijk, waar ze graag wilde wonen, rondrijden en zag een geschikt huis, wat te koop stond buiten makelaars om. Ze kwam snel tot een voorlopige overeenstemming met de eigenaar, ze had hem met haar charme en haar luchtje bedwelmd, zoals hij zelf lachend zei. Samen met Dennis ging ze weer terug, en alles was vlot geregeld. Vóór het huis was drie meter tuin, aan de zijkanten vijf en aan de achterkant vijftien meter. Beneden was er een grote woonkamer met een erker vóór en een serre achter, op het zuiden. Verder de keuken, een bijkeuken, een toilet en een hal. Boven een badkamer en drie slaapkamers. Op zolder was er ruimte om later nog twee kamers te maken, als die nodig waren.
Er hoefde niet veel opgeknapt te worden, alleen behangen en wat schilderwerk. Vier maanden na hun trouwen trokken ze erin.

Dennis verbeterde nog een paar programma’s. Iedere keer kreeg hij promotie, opslag en een grote bonus. Op een zaterdag lagen ze bloot in de zon in de serre te zonnen en te vrijen.
<Dennis> ‘Rieke, wanneer krijgen we er genoeg van, zo vaak vrijen?’
<Rieke> ‘Geen idee. Als jíj wilt, denk ik nooit, nou even niet. Maar, ja, lekker, hij is me net vóór. En als ik het vraag, zie ik je altijd gelijk nog blijer gaan kijken.’
<Dennis> ‘Ja, dan was jíj me net voor. Het is gelukkig nooit meer zo erg gevoelig als in het begin.’
<Rieke> ‘Nee, als we het erg bont maken doen we gewoon een beetje rustig aan. Niet minder vaak.’
<Dennis> ‘Ja. Alles draait nu goed, hè? Met ons, het huis, ons werk.’
<Rieke> ‘Al een hele tijd. Wil je aan kinderen beginnen?’
<Dennis> ‘Hoe kom je daarbij?’
<Rieke> ‘Door je aanloopje.’
<Dennis> ‘Ja, je zal me niet doorhebben. Je past wel eens op de buurkindertjes, ik heb laatst zitten kijken, je doet het heel lief, je hebt alle aandacht voor ze. Ik vroeg me af, zou je ze zélf al willen, wanneer, hoeveel. Er zit nogal wat aan vast, zwangerschap, stoppen met werken, bevalling, opvoeding.’
<Rieke> ‘Als ik er aan denk zie ik maar één nadeel, verder zit ik nergens mee.’
<Dennis> ‘O. Fijn. Als dat nadeel maar niet te groot is.’
<Rieke> ‘Tja. Dennis, we zullen niet zo vaak meer kunnen vrijen, met kleine kinderen in de buurt.’
<Dennis> ‘Daar heb ik al eens over nagedacht. Dat valt wel mee. We kunnen de kinderen, van jongst af aan, zodat ze al gauw niet beter weten, vaak bij de grootouders en je zus laten logeren. Die vinden het vast leuk. We moeten af en toe een paar dagen zonder de kinderen kunnen, en dan een hoop vrijen inhalen. En tussendoor zo vaak we willen een oppas nemen, en wij dan de slaapkamer in. Of op het balkon, als het warm genoeg is.’
<Rieke> ‘Slim van je. Ik heb nog nooit gehoord dat iemand dat deed, alleen dat ze amper konden vrijen, tot de kinderen groot waren.’
<Dennis> ‘Nou, ik moet er niet aan denken, maar één keer, misschien twee keer in de week.’
<Rieke> ‘Oei. Nee, zeg. Dennis, ik zal er nog eens over nadenken. O, pak jij de telefoon even?’
<Dennis> ‘Met Dennis. . . .
Ja, die is hier. Alles goed met je, Titia? . . .
Bijzonder goed? . . .
Ja, ja, rustig, hier komt ze al.’
<Rieke> ‘Ja, zusjelief? Wat heb je voor bijzonders? . . .
Wát krijg je? Gil niet zo. . . .
Ja, ik kan spellen. . . .
B a b y. Baby? O, Titia, wat fijn. Hoor je, Dennis? Wanneer? . . .
Weet je niet? . . . . . .
O.’
<Dennis> ‘Wat is er?’
<Rieke> ‘Ze gooide de hoorn erop. Nou, dat is ook wat. Ze was overtijd. Ze heeft net zo’n test gedaan, en die is positief. Ze is zwanger. Ze heeft nog niets uitgerekend, ze wilde me eerst bellen. En toen zei ze dat haar man thuis kwam. Weg was ze. Feest vieren, denk ik. Wat fijn, hè?’
<Dennis> ‘Ontzettend fijn. Wist je, dat ze kinderen wilde?’
<Rieke> ‘Nu dolgraag, zo te horen. Ik kon er eerder nooit wijs uit. Ze zei altijd alleen maar, we zien nog wel. Nou, nog een maand of acht, dan zal ze het zien, dan ligt het in de wieg. Als ze vanavond nog niet opnieuw gebeld heeft, bel ik háár. Ik mag er best iets meer van weten.’
<Dennis> ‘Hoeveel keer ze het gedaan hebben vóór het lukte?’
<Rieke> ‘Zo gedetailleerd ook weer niet. Maar het is wel duidelijk dat ze het eerder veel te weinig gedaan hebben, anders was het vast eerder raak geweest. Toen ze pas getrouwd waren durfde hij vast niet zo vaak, daarna is het natuurlijk nog minder geworden. Sinds ze met jou is gaan spelen weer volop. Ze zal hem vast zo aangemoedigd hebben dat hij ook liters in haar gespoten heeft, neem me niet kwalijk. Ik zal ook je tip over dat logeren van de kinderen doorgeven. Ze moet nog zo veel inhalen van de tijd dat haar man zo vaak weg was. En het te weinig met haar deed. Zonde. Wat ontzettend fijn. Dennis, ze vindt het vast goed dat we het al vieren.’
<Dennis> ‘Je hebt ook altijd een andere smoes. Maar ik kom al. Eerst even haar met hem strelen?’
<Rieke> ‘Je weet best hoe ik graag feestjes wil vieren. Ohhhh, ja, zó.’

Vier weken later lagen ze weer eens in de serre te zonnen en te vrijen.
<Rieke> ‘Dennis, ik heb over kinderen krijgen nog eens rustig nagedacht. We willen ze graag. We zijn een behoorlijke tijd met z’n tweeën geweest, we hebben alles kunnen doen en laten wat we wilden. Nadat de kinderen het huis uit zijn, misschien als de jongste een jaar of achttien, twintig is, kunnen we daar weer verder mee gaan. Hoe eerder we beginnen, hoe jonger we dan zijn. Wanneer kun je trouwens met pensioen?’
<Dennis> ‘Heel vroeg.’
<Rieke> ‘Lekker vaag, zeg. Zestig?’
<Dennis> ‘Veel eerder.’
<Rieke> ‘Hoeveel eerder, pestkop?’
<Dennis> ‘Ik weet het niet precies, ik zou het uit moeten laten zoeken, omdat het nog meer dan twintig jaar duurt. Maar, schrik niet, ik denk op de dag, of eerder, dat de jongste de deur uitgaat.’
<Rieke> ‘Zo vroeg? Dat kan toch niet? Zo vroeg kan je toch niet in de VUT of zo? Zonder salaris? En vast niet genoeg pensioenopbouw? Het zou wel heel mooi zijn.’
<Dennis> ‘Het is ook heel mooi. Rieke, we hebben het geld nooit over de balk gegooid, al leefden we wat ruim. Dat kon ook, alleen al van mijn salaris. Maar nog twintig jaar lang rente over rente over al mijn bonussen, waar we niets mee gedaan hebben, behalve het huis kopen, levert geen appeltje voor de dorst op, maar hele boomgaarden vol appels. Rieke, ik bespaar steeds meer voor het bedrijf, mijn salaris is steeds hoger geworden en de bonussen ook steeds groter. Zolang we geen gekke dingen doen, zoals een duur jacht of onnodig dure auto’s kopen, kan alles.’
<Rieke> ‘Onvoorstelbaar. Ik vond je salaris al mooi hoog. Allemaal van je gepuzzel? Wat knap van je.’
<Dennis> ‘Je hebt me geholpen.’
<Rieke> ‘Dat zeg je vaker, maar ik heb je computer niet aangeraakt. Ik heb zelf een computer, voor alles wat ik bij wil houden.’
<Dennis> ‘Rieke, je hebt me de rust gegeven, en vermaak en zo, om goed werk af te kunnen leveren.’
<Rieke> ‘Nou, lief van je. Mooi meegenomen, ik wilde hoofdzakelijk dat je ons in bed heel vaak vermaakte en daar goed werk afleverde. Dat heb je uitstekend gedaan. Ik weet geen bonus voor je, helaas. Ik kan wel zeggen, dan doen we het een keer extra, maar dat is voor ons allebei, en we doen het al zo vaak. Heb je soms een stiekeme hartenwens?’
<Dennis> ‘Rieke, liefste, al niet meer sinds je met me samenwoont, sinds je iedere dag en nacht bij me bent. Daar kan het bedrijf met geen miljoenen tegen op. . . . Ja, huil maar even.’
 Na eventjes droogde hij haar traantjes.
<Dennis> ‘Wat mooi allemaal, hè? . . . Dus we beginnen aan kinderen?’
<Rieke> ‘Ja, fijn, Dennis. Het begon bij mij, zoals dat heet, steeds meer te kriebelen, maar nét niet genoeg om er over te praten. Toen deed jíj het. Je hebt toch niets aan me gemerkt?’
<Dennis> ‘Natuurlijk wel. Je weet, dat ik altijd naar je kijk als je in de buurt bent. Je ging steeds geïnteresseerder naar kleine kinderen kijken. Ik dacht, ze moet er zo langzamerhand aan toe zijn. We zijn al een tijd overal aan gewend, als ze nu gaan komen, komen ze in een rustig huis, kunnen ze alle aandacht krijgen. Laat ík er maar over beginnen, ik wil ze ook graag.’
<Rieke> ‘Lief van je. Zijn we het wéér eens.’
<Dennis> ‘Ik zou niet weten wanneer niet. Heb je nagedacht over wanneer, hoeveel?’
<Rieke> ‘Ja, als je het er mee eens bent, nu beginnen, tot het lukt, de volgende twee jaar daarna. Enig kind zijn is niet fijn, dat weet je zelf, en na de tweede zien we dan wel weer.’
<Dennis> ‘Dat lijkt me ook mooi, goed bedacht. Schatje, moet er nog iets voorbereid worden?’
<Rieke> ‘Daar heb ik de laatste weken ook over nagedacht. Voorlopig niet. Ik stop met werken ruim vóór de eerste komt, dan heb ik tijd genoeg om spullen te kopen en een kinderkamer in te richten. Verder hoeven we niets te doen wat we al niet deden, alleen iets laten.’
<Dennis> ‘Iets laten?’
<Rieke> ‘Ja, oen. Ik moet met de pil stoppen, anders blijft het bij proberen.’
<Dennis> ‘O, ja. Dat proberen is ons anders tot nu toe uitstekend bevallen. Goed, stoppen met de pil, onder grote dankzegging aan de fabrikant.’
<Rieke> ‘Hoezo?’
<Dennis> ‘Nou, oen, had je het jarenlang met condooms willen doen?’
<Rieke> ‘O, nee, ik schrik me bijna dood zeg. Voor zover ik weet, gehoord heb, is dat niet zo leuk, iedere keer dat inpakken en uitpakken. En dan had ik je nooit zo lekker gevoeld. O, Dennis, ik wil je nu een keer alleen maar voelen, binnenin, heel voorzichtig, jij niet bewegen, zo lang mogelijk. Ik wil je niet strelen, alleen maar . . . voelen, héééél lang. Begrijp je?’
<Dennis> ‘Ja, schatje, ik zal m’n best doen.’
 Hij deed zijn best, wat niet meeviel, omdat ze heel langzaam zachtjes haar onderlijf bewoog, alle kanten op. Na een heel lange tijd, voor zijn gevoel, kreunde ze even, en begon te bewegen zoals ze altijd deed. Hij kon niet anders dan gelijk mee gaan doen.
<Rieke> ‘Heerlijk, liefste, dat had ik eerder zo uitgebreid moeten doen. Net als in het begin een uur naar je grote kijken. Maar het kwam er nooit van, want dan kwam één van ons. Ja, leuk hè? Dank je wel, dat je het zo lang uithield. Geen wonder dat je eindsprint zo snel was. Maar we haalden weer gelijk de finish.’
<Dennis> ‘Ja, en ik zweette niet normaal, het spoot uit mijn speciale opening. Heerlijk.’
<Rieke> ‘Je genoot er overduidelijk van. Ik ook. Dennis, nog een paar dagen, dan een paar dagen niet, dan gaan we het ook doen voor een kindje. Fijn idee. De eerste maand zal het wel niet lukken, we wachten gewoon af. Nou, wachten? Zoals je zei, het proberen is ons tot nu toe uitstekend bevallen. Ik wil nu even roken, daar ga ik wel mee stoppen. Wil jij voortaan op het balkon of zo roken? Dan is het huis genoeg gelucht vóór er een baby is.’
<Dennis> ‘Natuurlijk, geen probleem. Dan ga ik jou vast beter ruiken. Mag ik na het roken even bij je snuffelen? Om te kijken waar mijn zaadjes om de baby te maken naar binnen moeten? Dan ga ik daarna mijn neus achterna. Nou ja, ik niet helemaal, een klein stukje van me.’
<Rieke> ‘Je praatjes vullen geen gaatjes, maar dat niet te kleine stukje van je vult me wel precies. Doe je een beetje rustig, dan kunnen we vanavond weer.’
 Hij deed het, waardoor het ‘s avonds weer en weer kon.

 Na een paar maanden belde Rieke Dennis op zijn werk op.
<Rieke> ‘Dennis, kom je nu naar huis? Neem je de rest van de dag vrij?’
<Dennis> ‘Ik ben er nét.’
<Rieke> ‘Ik weet het nét.’
<Dennis> ‘O.’
<Rieke> ‘Ja, je hebt raak geschoten. Ik wil het vieren. Tot zo, aanstaande papa.’

 Weer na een paar maanden belde Rieke Dennis weer op zijn werk op.
<Rieke> ‘Dennis, kom je nu naar huis? Neem je de rest van de dag vrij?’
<Dennis> ‘Toch niet ernstigs? Alles goed met je? En met het kindje?’
<Rieke> ‘Alles is bijzonder goed. Ik wil weer wat vieren. Tot zo.’
 Zo gauw hij de deur binnen kwam nam ze hem mee naar de slaapkamer. Ze kleedde zich uit. Hij deed haar maar na en kroop naast haar in bed. Ze kwam heel dicht tegen hem aan liggen.
<Rieke> ‘Houd me eens goed vast, Dennis, dat praat zo fijn.’
<Dennis> ‘Wat is er? Wat is er te vieren?’
<Rieke> ‘We zouden aan kinderen beginnen, hè? Nou, dat is gelukt. De volgende hadden we twee jaar daarna gepland, en daarna zouden we wel zien.’
<Dennis> ‘Ja, dat klopt. Maar wat is er nou?’
<Rieke> ‘Nou, de hele planning is in de war. De tweede komt gelijk met de eerste.’
<Dennis> ‘Wat? Een tweeling?’
<Rieke> ‘Ja oen, zo heet dat wanneer er twee tegelijk, nee, bijna tegelijk, komen. Wat vind je ervan?’
<Dennis> ‘Het overvalt me behoorlijk, vraag het volgende week nog maar eens, als ik bijgekomen ben. Wat een verrassing. Hoe vind jíj het?’
<Rieke> ‘Ik vind het steeds mooier worden. Ik was vanmorgen op controle, en daar kwamen ze erachter. Het was nogal een opschudding. Ik was, geloof ik, de enige die niet doordraaide. Dat merkten ze na een tijdje, en toen vroegen ze hoe ik het vond. Nou, het enige waar ik tot dan aan gedacht had, was dat het lekker opschoot, twee tegelijk, erg effectief. Ik wilde niet nadenken, ik wilde naar huis, jou bellen, en in bed met je praten. En dan pas denken wat er gaat gebeuren.’
 Ze praatten erg lang.
<Dennis> ‘Wat een toestand. Rieke, je wilde het vieren. Kan dat wel?’
<Rieke> ‘Ja, alleen niet te woest en niet bovenop me, voor de zekerheid. Dennis, ik heb een andere kijk op kinderen dan de meeste vrouwen, in ieder geval dan mijn vriendinnen. Daar komen de kinderen eerst. Nou, bij mij niet. Jij blijft mijn nummer één, ik wilde jóu hebben, ik ben met jóu getrouwd. Kinderen zijn extraatjes, dan wordt het nog mooier. Maar ze gaan beslist niet vóór je, behalve voor hun noodzakelijke dingen. Ik wil met jou samen blijven, kinderen gaan de deur weer uit. Ik ga jou niet twintig jaar een beetje verwaarlozen om dan ineens te zeggen, o, ja, jij bent er ook nog, de kinderen zijn weg, wat zullen we gaan doen? Vind je dat raar?’
<Dennis> ‘Ja, je bent niet normaal. Zo gaat dat meestal wél, ik hoor het wel vaker. Ik had er niet over nagedacht, maar ik ben heel blij dat je zo raar bent. Heel erg fijn, Rieke.’
<Rieke> ‘Dan ben ik ook blij, dat ik wat raar ben. Jij ook. We liggen uitgebreid te praten, terwijl we het ook zo graag willen vieren. Dennis, nu d’r in!’
<Dennis> ‘Eh . . Rieke . . liefste . . mag het . . voorzichtig . . langzaam?’
<Rieke> ‘Vind je dat . . . het prettigst?’
<Dennis> ‘Dat weet ik niet.’
<Rieke> ‘Wat? . . . O, we zijn aan het herhalen wat we . . . vóór de eerste keer zeiden, maar dan omgedraaid. Wat leuk, joh. . . . Laten we nu weer doen alsof het de eerste keer is.’
<Dennis> ‘Wat snappen we elkaar weer snel. Ik ga weer beginnen met geklungel, hoor.’
 Dat lukte, en de rest van het feestje ook.

Zodra haar toestand zichtbaar werd stopte Rieke met werken. Ze richtte op haar dooie gemak de kinderkamer in. Weer een paar maanden later belde ze hem wéér op, toen hij net op zijn werk was.
<Rieke> ‘Je zal het wel vervelend vinden dat ik je alwéér van je werk afhaal, maar breng je me naar het ziekenhuis? Halen we onze baby’s op.’
<Dennis> ‘Die liggen daar nu toch niet op ons te wachten?’
<Rieke> ‘Nee, oen, ik heb weeën, dat zijn minder prettige krampen dan bij klaarkomen. In het ziekenhuis mogen de kinderen eruit komen, en dan gaan we hopelijk na een paar uur met z’n vieren weer naar huis. Je had met je werk toch alles geregeld, voor de eerste tijd na de bevalling? Nou, beloof ze twee beschuiten met muisjes, en kom gauw, maar rustig, naar huis. Alles gaat goed. Ik denk steeds, als ik die dikke buik kwijt ben kunnen we weer lekkerder vrijen. Dan houd ik het wel vol.’

<Dokter> ‘Nou, mevrouw, meneer, een mooie zoon en een mooie dochter. Die kwamen snel en makkelijk, dat maak ik niet vaak mee.’
<Rieke> ‘Geen wonder, ik ben daar jarenlang iedere dag ontzettend goed gesmeerd.’
<Dokter> ‘O. . . . Nou, gefeliciteerd. Daarmee en met jullie tweeling. Even de smeerolie van ze afhalen, dan krijg je ze.’

 Twee jaar later kwam er een zoontje bij, weer twee jaar later weer een dochtertje.

 Titiaen haar man kregen een zoon en een dochter.
 De kleintjes logeerden over en weer, en bij de grootouders, waardoor de groten vaak konden vrijen.

<Rieke> ‘Dennis, vier is genoeg, hè?’

<Dennis> ‘Voor mij wel. Twee jongens, twee meiden. Geweldig. Het zijn heel lieve, spontane kinderen. Ook door hoe je met ze omgaat, zo lief, je hoeft geeneens streng te zijn.’
<Rieke> ‘Jij helpt toch ook mee?’
<Dennis> ‘Ja, maar jij ziet ze veel meer. Je leert ze alles precies op tijd. Nooit problemen. Dank je wel.’
<Rieke> ‘Niks dank je wel. Zo hoort dat. Dat hoort ook bij je bonus en je stiekeme hartenwens. Dennis, ik ben blij dat ik je dat weer eens vertel. We hoeven elkaar niet constant te bedanken, maar ik jou nu weer wel even, voor alles wat je voor me deed en doet. En aan me en op me en in me. En voor de kinderen alles over hebt. Zo, straks verder. Ik vind het opvoeden trouwens niet zo moeilijk, ze hebben veel van jou.’
<Dennis> ‘O. . . . Nou, gemiddeld de helft, de andere helft van jou.’
<Rieke> ‘Ja, daarom gaan jullie ook zo goed met elkaar om. En omdat je zoveel thuis werkt. Nou ja, werken, soms denk ik dat je bijna nooit werkt. Je helpt heel vaak mee, doet met alles mee, en je brengt de kinderen vaak weg of haalt ze op. Heb je daar op je werk nooit problemen mee gekregen?’
<Dennis> ‘Nee, ik had alles steeds ruim op tijd klaar. Rieke, mijn meeste werk is denkwerk, dat kan ik overal. Nou ja, behalve in bed, dan heb ik wel wat beters te doen.’
<Rieke> ‘En dat betere doe je ook goed. Allebei op tijd klaar. Dank je wel. Grapje. Wat een geluk hebben we, hè? En behalve de eerste keer kwam de planning nog mooi uit ook.’
<Dennis> ‘Heel veel geluk. Maar iedere keer als je zei, Dennis, tijd voor de volgende, ik stop met de pil, deed ik erg mijn best.’
<Rieke> ‘Poe. Dat deed je altijd al. Maar je bent daarna altijd heel lief, als we een tijdje kunnen niet vrijen.’
<Dennis> ‘En jij dan? Ik kan dan voor jou weinig doen, maar jij blijft mij wel fijn . . . verwennen. Het scheelt niet veel of je stopt zelfs in het ziekenhuis je hand nog in mijn broek.’
<Rieke> ‘Dat wil ik eigenlijk ook. Ik heb je zo graag vast, dan weet ik dat je bij me hoort, alles voor me doet. En dan voel ik dat je aan me denkt, me lief vindt, lief voor me wil zijn, en met me wil vrijen, wanneer dan ook, waar dan ook. Ik voel je trillen, laten we maar lekker een potje janken van geluk, over ons zessen.’



 Klik hier om een ander verhaal te kiezen en/of een e-mail met commentaar te sturen.