Simone in Engeland
Deel 2: Veel nieuwe Zaken
B.W. van Daalen
Inhoud:
© B.W. van Daalen
(Vanaf 27-11-’04)
Eerder werk:
2 Weken en Daarna
14 Dagen en Daarna (Gekuiste versie van 2 Weken en Daarna)
Affaire Driehoog
Oaseliefde
Muurversiering
In en om Simone (Deel 1 t/m 3)
Simone in Engeland (Deel 1)
Alle genoemde personen zijn fictief.
Dit verhaal mag, geheel of gedeeltelijk, zonder schriftelijke toestemming van de
schrijver, niet gereproduceerd of verspreid worden.
Niet op een ouderwetse manier, ook niet op een moderne manier.
Het mag wel, geheel of gedeeltelijk, doorverteld worden, mits met bronvermelding.
Voorkomende personen
Al in vorige delen:
A.B. Jensen Verslaggever NYT
Aimee
Vriendin enz. van Mike
Charles
Schoonvader van Mark Wellingten
Claire
Engelse nicht van Mark
Dave Cresswall Latere eega van Renee
Emily Wellingten Dochter van Mike en Aimee
Jamie Thomson Vriend enz. van Silvia
Karen
Latere verkering van Stefan
Kevin
Latere eega van Karen
Leo
Eega van Tamara
Mark Wellingten O.a. chirurg
Mike Wellingten Zoon van Mark en Simone
Ralph
Cafetariamedewerker
Renee
'Verkering' van Mark op z'n 16e
Richard Thomson Zoon van Jamie en Silvia
Silvia Wellingten Dochter van Mark en Simone
Simone Wouters Verpleegkundige
Stefan Westerdorp Vanaf de boot 'vriend' van Simone
Tamara
Eerder geëmigreerde vriendin
Thomas Peterson Butler in Engeland
Thomas Peterson Zoon van butler in Engeland
Vivian
1e Eega van Mark Wellingten
Vanaf dit deel:
Alex P. T. Wellingten Zoon van Mike en Aimee
Bianca T. Thomson Dochter van Jamie en Silvia
Crystal Staples Dochter van John en Maureen
Francis
Dienstmeisje, latere eega van Ian
Hammond Kruidenier
Ian
Leraar, o.a.
John Staples Campingbeheerder
Johnny Staples Zoon van John en Maureen
Maureen Staples Egaa van John
Peter
Eigenaar grondverzet- en
afrastingfirma
Ryan
Eigenaar telefoon- en
computerwinkel
Tamara Hillman Verkering enz. van Thomas jr.
Korte inhoud van het voorafgaande
In en om Simone‘ deel 1:
Simone was enig kind. Ze
volgde een opleiding voor verpleegkundige, na haar slagen daarvoor nog
meer cursussen en werkte ook een paar uur per week bij een
consultatiebureau waar moeders met kleine kinderen kwamen voor controle
en de vereiste inentingen.
Nadat haar ouders door een
ongeluk omgekomen waren besloot ze, omdat de overige familieleden
inmiddels ook al overleden waren, op aanraden van Tamara, een
geëmigreerde, vriendin ook te emigreren, ze wilde verandering. Ze
ging met een boot, om rustig over te kunnen schakelen. Op de boot
ontmoette ze een leeftijdgenoot, Stefan, die ook emigreerde, maar al
wat thuis was in de USA. Hij ging werken als hoogleraar aan de
Universiteit van Boston, zij als verpleegkundige in het ziekenhuis
daarvan. Haar vriendin en hij hielpen haar op weg in haar nieuwe
omgeving. Stefan en Simone zagen niet genoeg in elkaar voor een
gezamenlijke toekomst, maar gingen wel een flat en een beetje hun leven
delen. Ze spraken af elkaar vrij te laten wanneer er iemand opdook waar
ze wél meer in zagen voor de rest van hun leven. Voor Stefan
werd dat Karen, Hoofd Opleidingen van het ziekenhuis. Daar raakte ze
ook bevriend mee, ze ging met haar een flat delen nadat Stefan door een
verkeersongeluk omgekomen was.
Na een tijd werd ze door een
chirurg, Mark Wellingten, waar ze op haar werk wel eens contact mee
had, gevraagd om bij hem te komen wonen om Charles, zijn lichamelijk
licht gehandicapte schoonvader, ook weduwnaar, te verzorgen en overdag
gezelschap te houden. Het huis was door Mark gekocht toen hij voor zijn
schoonvader wilde gaan zorgen. De vorige eigenaren waren drie
alleenstaande heren die op de eerste verdieping ieder een zitslaapkamer
hadden, met eigen badkamer en kookgelegenheid. Ze zou één
van die kamers krijgen en een uitstekend salaris. Ze nam de
‘baan’ aan maar maakte er een manier van leven van, ze
zorgde voor beiden.
Ze praatte ook veel met Mark.
Door haar vrije manier van praten vertelde hij haar al gauw alles over
zijn verkeringen, waaronder één met Renee, en over zijn
huwelijk met Vivian. Zij vertelde hem het meeste van haar geschiedenis.
Ze kregen al gauw verkering. Af en toe vertelde hij iets over zijn
afkomst. Vrij snel na het ontstaan van Boston was een voorvader vanuit
Engeland gekomen. Niet helemaal geëmigreerd, hij hield zijn huis
in Engeland aan. Met zijn pensioen ging hij terug naar Engeland, zijn
kinderen bleven hier. Zo was dat steeds gegaan. Zijn vader was bij zijn
pensioen naar Engeland gegaan om vanuit het voorvaderlijke landhuis het
familiebedrijf te leiden. Mark zou bij zijn pensioen het van hem over
kunnen nemen, als hij dat wilde. Hij zou dan het land wat bij het huis
hoorde moeten beheren, en het familievermogen, waartoe ook de antieke
meubelen en schilderijen, waaronder een Picasso, in zijn huis hoorden.
Er was ook een Rolls-Royce. Hij had zelf ook geld, waar hij mee kon
doen en laten wat hij wilde, van de familie-eigendommen mocht hij
alleen genieten. Simone mocht in de Rolls rijden.
‘In en om Simone’ deel 2:
Binnen een jaar trouwden ze.
Vlak voor hun trouwen kwam ze nog ergens achter. Mark zei dat hij iets
uit Engeland over zou laten komen. Familie-eigendom, traditie voor een
bruid om het te dragen, maar het hoefde niet. Het bleken twaalf
eeuwenoude zijden bloemen te zijn, bewerkt met goudverf. En een tiara.
De bloemen droeg ze op de grote dag in twee rijen achterin haar lange
haar. Door de tiara zag ze eruit als een koningin.
Zodra het zeker was vertelden
ze Charles dat er een tweeling op komst was. Charles deed ze een
zwembad in de tuin cadeau, de kinderen zouden er ook van genieten.
De tweeling kwam voorspoedig
op de wereld, eerst Mike, even daarna Silvia. Ze zonden en zwommen,
behalve als er bezoek was dat niet mee wilde doen, allemaal bloot.
Charles keek vanuit zijn rolstoel vaak glimlachend toe. Hij overleed
toen de tweeling acht was.
Simone maakte een losbladig
boek met verhaaltjes, tekeningen en foto’s om de kinderen
seksueel op te voeden. Ieder jaar voegde ze ook een foto van de blote
tweeling in.
Mike kreeg toen hij veertien
was een vriendinnetje, Aimee, Silvia op haar vijftiende een vriendje,
Jamie. Die twee mochten, zodra ze bij de tweeling thuis kwamen, het
boek van Simone bekijken, waardoor ze zonder problemen snel mee gingen
doen met bloot zonnen en zwemmen.
‘In en om Simone’ deel 3:
In het jaar dat de jeugd
negentien werd gingen ze met z’n allen voor het eerst op
familiebezoek bij de ouders van Mark in Engeland. Daar vielen ze, zelfs
Mark, van de ene verbazing in de andere. Mark noemde nooit getallen,
hij zei altijd nogal wat, ook als de kinderen een enkele keer vroegen
wat ze van hun opa, de schoonvader van Mark, geërfd hadden. Op hun
eenentwintigste zouden ze erachter komen. Hij wist ook niet veel van
wat er in Engeland was. Hij had alleen een lijst van alle antiek,
schilderijen en juwelen. Maar er stonden geen prijzen bij. Het landhuis
bleek ontzettend groot. De tuinen eromheen zo groot als het stadspark
in Boston. In de paardenstal konden veel paarden, maar er stonden er
‘maar’ acht. En acht koetsen. Een andere paardenstal was
omgebouwd tot garage, daar stond niet één Rolls-Royce,
maar een stuk of vijf. De landerijen van de familie waren verpacht, er
waren twintig boerderijen. Het hele grondbezit was zo groot als een
Amerikaanse county.
Na terugkomst in Boston begon
de jeugd aan trouwen te denken. Er werd afgesproken, dat als de
verkeringen ook hun studiebeurs af zouden dragen, en na hun huwelijk ze
allemaal wat huur zouden betalen, ze in het huis mochten komen wonen.
Ze gingen langzamerhand wat gaan vrijen, maar bewaarden het mooiste
voor tot in de huwelijksnacht. Op hun twintigste trouwden ze, tegelijk.
Omdat de familie maar één tiara bezat liet Mark twee
diademen uit Engeland overkomen.
Een paar jaar later kondigden
de kinderen aan dat ze zelf aan kinderen wilden beginnen. Maar dan
moest er een ruimteprobleem opgelost worden, alle drie slaapkamers
waren bezet. Mark kwam op het idee om met pensioen te gaan en zijn
vader te vragen of hij het van hem over kon nemen. Die ging akkoord.
Simone aarzelde om zo ver van haar kinderen vandaan te gaan, al wilde
ze niet op hun lip zitten, maar ging overstag toen ze van de
mogelijkheid van een webcam in de kinderkamer hoorde en dat ze zouden
kunnen chatten, elkaar kunnen zien en horen. Pas toen alles beslist was
kwamen ze op het idee om de leegstaande zolder in gebruik te nemen.
Mark liet die snel ombouwen, er kwamen een logeerkamer, een badkamer en
vier kinderkamers. De kinderkamers zouden ingericht worden zodra er
kinderen groot genoeg waren om daar te gaan slapen. Mark en Simone
namen de logeerkamer in gebruik, zodat er op de eerste etage een
kinderkamer ingericht kon worden.
Het eerste kleinkind van Mark en Simone was Emily, het dochtertje van Mike en Aimee.
Het tweede, een maand later, Richard, het zoontje van Jamie en Silvia.
Twee maanden na de geboorte
van Richard vertrokken Mark en Simone naar Engeland, eerder had Simone
zich niet los kunnen maken. Alle heerlijke herinneringen aan de eerste
maanden van de tweeling kwamen weer boven.
In Engeland:
Mark nam, samen met Simone,
het beheer van de eigendommen van de Wellingtenfamilie over van zijn
vader. Ze lieten de butler, Thomas, met pensioen gaan en namen zijn
zoon Thomas jr. als nieuwe aan. Die vroeg of ze het leegstaande
portiershuis konden laten renoveren en aan hem verhuren. Door hem en
zijn verloofde Tamara kwamen ze achter de woningnood in het dorp. Mark
kon, als beheerder van het familievermogen, al snel alle huizen daarin
opkopen. Hij nam Tamara in dienst als troubleshooter, om klachten en
wensen van de bewoners in ontvangst te nemen en die zo veel mogelijk
zelf af te handelen. Ze ging ook een krantje uitgeven, met daarin
nieuws over de renovatie van de huizen en de nieuwbouw die gepland
werd.
Zodra het portiershuis
gerenoveerd was trouwden Thomas en Tamara. Ze waren net zo oud als de
tweeling van Mark en Simone, maar hadden langer op elkaar gewacht,
vanaf dat ze konden lopen.
Week 18
Een dag of drie later,
toen ze met z’n vieren na wat gezwommen te hebben op de
stretchers lagen, ging de deur open en kwam er iemand binnen, in badjas.
‘Hé, nicht Claire.’
‘Ja, hoogst
persoonlijk. Ik moet naar Londen, maar wilde jullie even gedag zeggen.
Ik blijf een nachtje hier slapen. Van je vader hoorde ik van het
zwembad. Dat trok me wel. Weer eens naar lekkere blote lijven kijken en
bekeken worden. Mooi, zeg.’
Ze kuste Mark en Simone en ging op een stretcher zitten.
‘Ik ben niet zo’n handengeeftype. Jij lijkt op je vader, toen hij jonger was. Thomas junior, hè?’
‘Ja, mevrouw.‘
‘Nou, een mooie jongen
met vermoedelijk een halve erectie onder die handdoek mag wel Claire
tegen me zeggen. En wie is dit mooie meisje?’
‘Tamara, mijn echtgenote, sinds een paar weken.’
‘Zeg ook maar Claire,
Tamara. Zo, sinds een paar weken. Dat verklaart het één
en ander. Is hij nog niet veel gewend, Tamara?’
‘Nee. We kennen elkaar ons hele leven al, maar tot vlak voor ons trouwen alleen aangekleed.’
‘Je maakt me nieuwsgierig. Mark, kan ik net zo vrij zijn als met jouw kinderen?’
‘Ja, maar daar was je al mee bezig.’
‘Tja, door dat lekkers wat ik zag. Zeg, jullie zijn getrouwd, is die handdoek bij Thomas nodig?’
‘Dat mag hij zelf beslissen. Vóór je binnenkwam gebruikte hij hem niet.’
‘Ik ben een keer bij
Mark en Simone in Boston geweest, jongelui. Daar ben ik in een van
Simone geleende bikini begonnen. Geen gezicht, natuurlijk, zo’n
halfvol bovenstukje. Ik heb het maar gauw uitgedaan. Die jongens
raakten er toch niet van onder de indruk, die waren aan Simone gewend.
Toen ik daarna mijn broekje uitdeed werden ze amper groter. Wat heb
jullie gedaan, vlak voor jullie trouwen? Zeg het maar als ik te brutaal
ben.’
‘Zolang Tamara of
Simone of Mark geen stop roepen zal het wel goed zijn. Tamara en ik
zijn bloot wat met elkaar gaan spelen. We waren niets gewend, we
dachten, dat als we elkaar pas in de huwelijksnacht bloot zouden zien,
dat we dan zo onder de indruk zouden zijn, dat onze eerste keer niet
goed zou verlopen.’
‘Zo’n echtgenoot
heb ik ook gehad. Toen we ons uitkleedden had ik mijn broekje iets
eerder uit dan hij zijn onderbroek. Hij kwam er in klaar, de
zielenpoot. Ik ook zielig natuurlijk, moest ik een tijd wachten, naast
zo’n kleintje. Nou ja, het was niet mijn eerste keer, ik lag dus
niet trillend te wachten op mijn ontmaagding. En? Heeft het
geholpen?’
‘Ja, het ging heel
goed. De eerste keer dat we elkaar bloot zagen eh spoot ik tegen haar
buik zogauw ik haar borsten aanraakte. In onze huwelijksnacht kon ik
het langer volhouden, het kwam waar het zijn moest.’
‘Mooi. Afgezien van het feestelijke, de tweede keer zeker nog beter?’
‘Ja, die duurde natuurlijk veel langer.’
‘Ik heb toen in Boston
gezwommen, en met hun en de kinderen gespeeld. Jullie hebben hier vast
ook een keer met z’n vieren gespeeld.’
‘Ja, de eerste keer dat Tamara en ik hier kwamen zwemmen, een dag of vier geleden.’
‘Ben je al wat gewend aan die grote borsten van Simone?’
‘Ja, dat gaat nu goed. In het begin kreeg ik een complete erectie.’
‘Had je er een handdoek over? Of bleef je in het water?’
‘Nee, dat hoefde niet, Die handdoek moest bij hun kinderen voordat ze getrouwd waren.’
‘Ja, dat was goed bedacht. Hoe was het, om aan die grote borsten te zitten?’
‘Wel een keer lekker, maar ik speel liever met die van Tamara.’
‘Ja, ik zie het, die passen beter in je hand. Je hebt vast ook de doos van Simone in je hand gehad.’
‘Ja, maar ik heb er liever wat minder haar op, dan vind ik het eraan voelen lekkerder.’
‘Ja, ja, eraan. En, lekker, een andere hand aan je pikkie?’
‘Het verschil was, dat Simone me in één keer goed vastgreep, Tamara aarzelt nog iets.’
‘Dat kan ik me
voorstellen. Nooit wat gezien en dan zo’n ding voor je neus. Zeg,
als je al wat gewend was, waarom kreeg je dan een erectie, van mij, in
badjas?’
‘Omdat ik vermoedde wat er onder zat. Nog een helemaal blote meid.’
‘Ja, dat is zo. Schaam je je ervoor, dat die handdoek omhoog komt?’
‘Ik vind meisjes mooi,
alles verloopt zo vloeiend. Ik vind het, daarmee vergeleken, raar,
zo’n geval dat zo uitsteekt. Met zo’n zakje eronder.’
‘Vindt Tamara het ook raar? En Simone?’
‘Nee.’
‘Vinden ze je mooi, groot?’
‘Ja.’
‘Nou dan. Ik vond het
toen jammer, in Boston. Liepen er drie jongens rond, ik reken Mark daar
ook even bij, met pikkies die net een beetje omhoog kwamen.
Treurwilgjes. Ik had ze graag stijf, rechtop gezien. Dat vond ik bij
mijn echtgenoten ook het mooist. In het water werden ze gelukkig wat
groter. Hoe is het nu, onder die handdoek?’
‘Heel stijf.’
‘Thomas, ik kom naast je zitten. Tamara, mag ik ook delen in de feestvreugde?’
‘Als je maar ruilt.’
‘Nou, jij bent ook niet bang uitgevallen.’
‘Niet meer, na ons
eerste zwemmen hier. Claire, we hadden daarvóór geen
vergelijkingmateriaal. Simone heeft grotere borsten dan ik en meer haar
op haar doos, maar Thomas is daar redelijk snel aan gewend. Hij heeft
liever mij, ik ben in de hand te houden en hij hoeft niet zo tussen
haren te zoeken.’
‘Heb jij ook kunnen vergelijken?’
‘Ja, ze zijn ongeveer even groot. Alleen is die van Mark wat dikker.’
‘Wat? Heb je die van Mark stijf gezien?’
‘Ja, dat was wel zo eerlijk.’
‘Nou, dan heb je meer gezien dan ik.’
‘Ik ben erg trots, en
Thomas ook, dat hij ook zo groot is, ook dat hij wat grotere ballen
heeft dan Mark. Hij kan méér produceren. Na vijf, zes
keer is hij nog niet leeg.’
‘Op één dag?’
‘In vierentwintig uur. Hij blijft zich tussendoor opladen.’
‘Zo’n echtgenoot
zou ik ook wel willen hebben. Mijn huidige verkering geeft het op, na
drie keer. En de volgende dag doen we dan maar niets, de dag erop redt
hij pas weer drie keer.’
‘Al vóórdat je getrouwd bent?’
‘Ja, hij hoeft niet
bang te zijn om me te ontmaagden, en ik ben constant aan de pil, want
je weet maar nooit. Ik ben hem grondig aan het uitproberen, ik ben te
vaak teleurgesteld. Ik wil geen sprinter, ik wil er een die lang vol
kan houden. Vorige maand kon mijn verkering het maar twee keer, dus er
zit vooruitgang in. Wanneer vind jij het genoeg, Simone?’
‘Dat is erg
persoonlijk. De vorige echtgenote van Mark kwam zo heftig klaar, al
liet ze er zo min mogelijk van merken, dat ze niet meer dan twee keer
per dag aankon. Ik ben gewend aan een keer of drie per vierentwintig
uur. Als Mark een andere blote meid gezien heeft een tijdje wat vaker.
Bedankt voor je komst.’
‘Ja, ik trek zo wat
uit. Drie keer per dag, iedere dag, lijkt me ook wel wat. Nou, mijn
verkering zal er wel geen bezwaar tegen hebben om met trouwen te
wachten totdat hij dat ook kan. Nu weer over dit mooie jong. Zeg,
Thomas, het is duidelijk, dat je je nergens voor hoeft te schamen.
Groot, grote ballen, nooit leeg. Zou ik dat wonder ook mogen
zien?’
‘Ik ben nog niet aan je gewend. Hij is nog steeds erg stijf.’
‘Nou, zo zou ik hem ook
graag zien. Als je nog niet durft, ik zal om te beginnen mijn badjas
boven open doen, dat went wat sneller. Zo?’
‘O. Mooie grote borsten, Claire.’
‘Ja, natuurlijk niks
vergeleken bij Simone, maar wat groter dan eigenlijk bij mijn figuur
hoort. Bij Tamara klopt het precies. Mag hij ermee spelen, Tamara, of
moet dat in het water?’
‘In het water was ook
hoofdzakelijk voor de kinderen van Simone en Mark. Als alles glad is
van het water windt het niet zo op.’
‘Nou, mijn eerste
echtgenoot kon me aardig opwinden als hij aan mijn borsten zat, maar
daarna deed het me niet zoveel meer. Pak er eens één,
Thomas.’
Thomas pakte een borst en speelde er mee. Toen hij extra aandacht aan haar tepel ging besteden haalde ze al gauw zijn hand weg.
‘Hé, man, dat is te lekker. Hoe kan je dat zo goed?’
‘Ik weet het niet. Tamara zegt dat ik snel leer.’
‘Dan houd je vast de reacties op wat je doet in de gaten.’
‘Natuurlijk. Zo leer je toch?’
‘Nou, de meeste mannen
willen niet leren, maar klaarkomen. Haal je nu die handdoek weg of wil
je eerst mijn doos zien?’
‘Als ik je helemaal bloot gezien heb durf ik de handdoek wel weg te halen.’
Claire deed haar badjas helemaal open.
‘Je hebt woest krulhaar. Maar niet zo veel.’
‘Ik vind het altijd leuk dat wij meiden, als we meer niet willen, alleen haar kunnen laten zien.’
‘Je wilt me toch wel alles laten zien?’
‘Wat? Zeg het eens.’
‘Ik ben praten erover aan het leren. Ik zou je doos en je gleuf wel willen zien.’
‘Goed zo. Zo?’
Ze deed haar benen ver uit elkaar.
‘Nou, je laat alles goed zien.’
‘Als je maar onthoudt dat we aan het ruilen zijn. En?’
‘Je hebt een mollige doos.’
‘Ja, dat weet ik, Als
ik aankom of afval gebeurt dat daar en met mijn borsten. Ik vind dat
beter dan een buikje krijgen.’
‘Een mooie gleuf. Ik
vind die van Tamara na een paar keer wat snel achterelkaar vrijen zo
mooi. Dan worden eh haar lipjes wat dikker, steken zo lekker
uitnodigend naar voren. Alsof ze zeggen, kom erin.’
‘Dikker? Waarvan?’
‘Van het vaak in en uit bewegen van mijn stijve. Er is altijd wrijving, anders zou het niet lekker zijn.’
‘Tjonge. Alleen tijdens
mijn eerste huwelijksreis waren de mijne wat gezwollen. Maar ja, als
jij zo vaak kan. En niet te gauw komt.’
‘Nee, lekker langzaam. Alleen de eerste keer na het slapen duurt het niet zo lang.’
‘Je bedoelt, ‘s avonds?’
‘Nee, als we wakker
worden. Na een tijdje hebben we de wekker een half uur vroeger gezet.
Toen we ontdekt hadden dat ik toch amper leeg raakte.’
‘Nou zeg. Je praat ook
erg lekker. Maar dan duurt het toch weer een tijd tot jullie naar bed
gaan? Dan zal het wel weer niet zo lang duren.’
‘Soms lunch ik tussen de middag thuis.’
‘Welja.’
‘In het begin aten we
zodra ik ‘s avonds thuis was. Nu maakt Tamara het eten zo veel
mogelijk klaar, maar zet het nog niet op. Dan komen we eerst samen
klaar.’
‘Tja, zo kom je wel aan vijf, zes keer. Samen klaar? Ik weet er iets van, je bedoelt, allebei klaar?’
‘Samen, meestal
praktisch tegelijk. Tamara wordt erg opgewonden als ze voelt dat ik nog
dikker en stijver word, als mijn sperma door mijn stijve komt. Dat ik
in haar ga spuiten. Ze vindt het niet alleen prachtig om te zien, ook
heerlijk om te voelen.’
‘Abnormaal, zeg.’
‘Claire, wij vinden het
een beloning, omdat ze zo lang gewacht hebben. Elkaar pas bloot gezien
hebben vlak voor hun trouwen. Daarna pas alles gedaan hebben.’
‘Ik volg op mijn manier
jullie advies op, om niet te snel met een vent te beginnen. Onder het
proberen zijn productie op een voor mij wenselijk niveau te brengen
praten we ook veel. Als we liggen te wachten tot hij weer kan ook over
andere dingen dan seks. Dus ik denk dat we elkaar goed genoeg kennen
als we gaan trouwen. Want misschien probeer ik hem eerst op vier keer
per dag te krijgen. Ik bedoel, over de hele dag, dat ‘s morgens
en bij de lunch en vóór het diner is misschien beter dan
alleen ‘s avonds in bed.’
‘Je moet er geen hoofdzaak van maken.’
‘Nee, het blijft een
bijzaak. Als het maar vaak is. Nou, Thomas, kan je met mijn gleuf net
zo goed mee omgaan als met mijn tepel?’
Ze grinnikten allemaal.
‘Tamara vindt dat ik
het met mijn stijve beter doe, maar als je mijn vingers niet wilt
voelen zou je misschien wat missen.’
‘Ben je daar ook al zo goed mee? Probeer maar. Ik ben benieuwd.’
Thomas naam eerst haar hele
doos in zijn hand en masseerde een beetje. Daarna liet hij zijn vingers
spelen, op en een beetje in haar gleuf. Tot ze overeind schoot en een
eindje van hem af ging zitten.
‘Hé, je weet te veel.’
Ze grinnikten weer allemaal.
‘Hoe heb je dat zo snel geleerd?’
‘Daar heb ik vroeger over gelezen.’
‘Heb je je op die manier ook op vrijen voorbereid? Uit een boekje?’
‘Nee, veel mooier. Toen
ik een jaar of veertien, vijftien was, heb ik een keer een vrijend
stelletje in het bos beslopen. Ik kreeg een volledige demonstratie. Ze
kleedden zich uit. Ik schrok van die paal van hem, ik had toen nog niet
zo’n grote. Ik zag voor het eerst borsten en tussen de benen van
een meisje haar. Ze knielde voor hem, pakte met één hand
zijn ballen, met haar andere hem onderaan die grote stijve en stak de
rest in haar mond. Ze ging met haar hoofd op en neer tot hij begon te
kreunen. Ze haalde hem uit haar mond en draaide hem een beetje om. Ik
zag hem spuiten, langs haar heen, met een steeds kleinere boog. Toen er
niets meer kwam nam ze hem weer even in haar mond. Achteraf snapte ik
dat ze hem schoonlikte, ze zat kennelijk nergens mee. Daarna gingen ze
liggen kussen, hij zat met zijn vingers in de haren tussen haar benen.
Toen ging ze op haar rug liggen, met haar benen wijd, mijn kant op. Die
jongen had weer een stijve en duwde die middenin dat haar met stootjes
helemaal naar binnen. Toen ging hij op haar liggen en zag ik zijn kont
op en neer wippen. Na een tijdje kreunden ze allebei. Zij zei, ik kom.
Hij zei, ik ook, ik spuit. Toen lag hij stil. Hij bleef nog even op
haar liggen, rolde toen van haar af. Zij nam zijn pikkie weer even in
haar mond. Toen ze zich begonnen aan te kleden ben ik weggeslopen. Ik
heb het zo gauw mogelijk verdrongen, om van Tamara af te kunnen
blijven, maar toen we begonnen elkaar bloot te zien kwam alles weer
stukje bij beetje boven.’
‘Ja, het is beter als je al wat weet. Je moet veel natte dromen hebben gehad.’
‘Nee, één
of twee keer per week, want ik dacht zo min mogelijk aan seks. Maar
door het zien en aanraken van Tamara kwam het snel op gang.’
‘Als je zolang van haar af hebt kunnen blijven heb je wel verdiend dat je nu alles in kan halen. Nou, nog stijf?’
‘Ja, en dat blijft hij wel, zolang ik je gleuf zie.’
‘Ja, ik ben niet bang, je bent de eerste niet die er naar kijkt.’
‘Goed. Je wordt het derde meisje dat naar mijn stijve kijkt.’
Thomas haalde de handdoek weg.
‘Oei. Niet normaal, zeg. Jammer dat je getrouwd bent. Daar zou ik graag een proefrit op gemaakt hebben.’
‘Als je een beetje voorzichtig doet mag je er wel aankomen.’
‘Ik kijk eerst nog even. Hij is mooi en hij staat mooi. Net zo groot als Mark, Simone?’
‘Zo ongeveer wel, we gaan het niet precies opmeten.’
‘Ik vind het wel leuk dat ik nu weet hoe groot die van Mark is. Wat een eh paal. Niks raar, joh, prachtig.’
‘Dank je wel.’
Ze pakte zijn ballen vast.
‘Oei. Ja, twee grote
ballen in dat zakje. Nou, de inhoud van een bal neemt met de diameter
aardig toe, dus ik geloof wel dat je niet zo gauw leeg raakt. Maar vaak
stijf kunnen worden is belangrijker. Vijf, zes keer, Tamara?’
‘Ja, direct na ons trouwen al. Maar misschien zit er nog vooruitgang in.’
Ze lachten allemaal. Claire bevoelde de stijve van Thomas.
‘Het blijft wonderlijk,
dat zo’n stijve toch een beetje mee blijft geven. Ik ga hier van
dromen. Gelukkig zie ik mijn verkering pas over een paar dagen weer,
dan kan ik bijkomen. Hij ondertussen ook, dus de eerste avond zal het
toch wel een feestje worden. Dank je wel, mooi jong.’
‘Graag gedaan, mooie meid.’
‘Oh. Tamara is toch mooier?’
‘Ja, maar jij mag er
ook zijn. Net zoals bij Simone hangen je borsten ook nog niet en heb je
een mooie gleuf. Ik snap, dat je verkering meewerkt om er zo vaak
mogelijk van te genieten.’
Claire stond op, deed haar badjas uit en rekte zich uit.
‘Ja, dat doet hij. Hé, Mark, geen treurwilgje?’
‘Simone zei toch al,
als ik een andere blote meid gezien heb wil ik een tijdje wat vaker.
Andere borsten en gleuven zien doet jongens altijd wat.’
Claire ging naast hem zitten.
‘Als Simone er geen
bezwaar tegen heeft, zou ik die van jou ook wel een keer helemaal stijf
willen zien. Je bent toch bijna op de helft. Precies op de helft. Over
de helft. Leuk.’
‘Welja, kijk maar.’
‘Ik help je ook wel
even. Kijk naar mijn gleuf, ik pak je ballen. Oei, dat schiet op, met
die stijve. Ja, niet zulke grote ballen als Thomas. Maar als Simone met
drie keer per dag tevreden is zijn ze groot genoeg. Tjonge, inderdaad
ook zo’n paal. Hé, ik bedenk me wat. Zijn jullie op het
zonneterras geweest, terwijl je ouders er ook waren?’
‘Nee, we hebben ze daar nog niet gezien.’
‘Ik wel, dat heb ik je verteld. Je vader heeft ook een grote, maar iets kleiner dan die van jullie.’
‘Hoe weet je dat?’
‘Als ik bij ze zat werd
hij niet zo erg stijf. Maar ik rekte me een keer uit, net als zonet,
met mijn benen lekker wijd. Hij keek toevallig, schrok en keek naar
mijn gezicht, natuurlijk om te kijken of ik hem betrapt had. Maar ik
knipoogde en draaide mijn doos naar hem toe. Hij bleef kijken, en af en
toe naar mijn gezicht. Ik zat glimlachend naar zijn steeds groter
wordende paal te kijken. Zo weet ik dat. Je moeder merkte wat en keek
wat er aan de hand was. Ze grinnikte. Ze zei, zo speelde je vast ook
met die diensmeisjes. Hij zei, nog wel iets meer. Maar Claire kan aan
genoeg jongeren komen en ik ben met jou nog lang niet uitgespeeld,
omdat ik bij jou alles mag.’
‘Geen wonder dat mijn
moeder iedere avond op tijd met hem naar bed wil. We zien ze niet veel,
soms met het diner. Ze nemen er erg hun gemak van, laten vaak eten op
hun kamer brengen.’
‘Wie weet wat ze doen, nu je vader niet meer hoeft te werken.’
‘Ik gun het ze.’
‘Ik ook, ik kan nu goed met ze opschieten. Nou, net zo stijf als die van Thomas. Gefeliciteerd, dames.’
Ze liet Mark los, stond op, liep naar het barretje, pakte wat drinken en ging op een lege stretcher zitten.
‘Het is ongelijk verdeeld in de wereld.’
‘Ik heb er geen
ervaring mee, Claire, maar ze zeggen dat de maat niet veel uitmaakt,
het gaat erom hoe zo’n stijve bewogen wordt.’
‘Ja, ik weet het,
Simone, ik heb er wel ervaring mee. Het is meer het idee dat je vol
wilt zitten. Helemaal benut wordt, niet alleen het eerste stuk.’
‘Ik voel,
waarschijnlijk omdat er bij Thomas zo veel komt, vaak dat hij dikker
wordt, als hij gaat eh spuiten. Dan voel ik me erg vol. Ik ben blij dat
er kennelijk nog ruimte is om zijn stralen kwijt te raken, anders zou
alles eruit geperst worden. Dat lijkt me niet prettig, ik ben precies vochtig
genoeg om ons heerlijk te strelen.’
‘Nou, je hebt de smaak vlot te pakken. Wat fijn voor jullie. Ik ga helemaal vochtig worden, even zwemmen.’
Ze gingen allemaal mee. Na nog wat praten nam Claire afscheid.
‘Ik kom nog eens vaker
langs. We hoeven niet meer te spelen, maar ik zou het fijn vinden om de
jongens dan weer groot te zien. Als ze dat van mij dan niet meer worden
moeten de meiden hun maar even onder hun ballen kietelen. Het is toch
zonde om met een kleine te zitten als alle meiden een grote stijve
mooier vinden.’
‘Ik heb geen bezwaar tegen kijken, als er alleen getrouwde stellen aanwezig zijn.’
‘Ja, Simone, ik snap
het. Twee zijn mooier dan één. Tot ziens. Ik hoop dat ik
kan slapen. Die Thomas toch.’
Ze trok haar badjas aan en verdween. De andere stellen gingen niet lang daarna ook naar huis.
‘Leuk, dat Claire mee kwam doen.’
‘Ja, lekker zes blote
borsten en drie dozen. Waarin er bij twee goed een gleuf te zien was.
Toch vind ik het fijner om me te laten verrassen als ik je haren opzij
doe.’
‘Ik vind het ook mooi dat jij zoveel haar hebt, meer dan Thomas. Het staat mannelijker. ’
‘Hij is mannelijk genoeg, met zijn grote productie.’
‘Ik wed dat je weer
lekker hitsig geworden bent en sinds de laatste keer weer genoeg
geproduceerd hebt. Duw je met je stijve mijn haren opzij, en bezorg je
helemaal binnenin me weer lekker wat?’
Hij deed het.
‘Nou, Thomas, als we nog twijfelden is het nu voorgoed over. Claire vond je ook prachtig.’
‘Wat?’
‘Grapjas. Je grote stijve en je grote ballen.’
‘Ja. Die weet er ook
iets van. Ze heeft er niet zoveel gezien en gevoeld als die Renee van
Mark, maar wel op oudere leeftijd.’
‘Ja. Wat vond je van haar doos?’
‘Mooier dan die van
Simone. Om haar gleuf te zien moet je er moeite voor doen. Ik vind het
bij jou zo mooi, dat ik, als je je benen wat van elkaar doet, je gleuf
zie. Heerlijk opwindend.’
‘Waarom?’
‘Je weet het wel. O.
Omdat ik dan denk hoe lekker het is om je daar te strelen. En het
lekkers, het fijnst, om mijn stijve er langzaam helemaal in te duwen.
En als we het redden zo een tijd te blijven liggen in elkaars armen. Zo
dicht bij elkaar mogelijk.’
‘Ja. Zullen we zo gaan slapen?’
‘Dat red ik niet.’
‘Stom, natuurlijk niet.
Eerst lekker wippen en klaarkomen en jij spuiten. Blijf er daarna in
zitten, dan zien we wel wanneer we in slaap vallen, vast als je alweer
stijf bent.’
Dat klopte.
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 6
Verzorgd door Tamara.
Deze keer, omdat er geen nieuws is, een verhaaltje wat jullie tegoed hadden.
Hoe meneer en mevrouw Wellingten op de hoogte zijn gekomen van de woningnood in het dorp en hoe ze daarop gereageerd hebben.
Ik heb eerder geschreven, dat
Thomas, mijn echtgenoot, direct nadat hij aangenomen was als butler,
gevraagd had of het portiershuis opgeknapt kon worden en of hij het dan
mocht huren. Mevrouw vroeg of hij er alleen wilde gaan wonen. Thomas
vertelde over mij, dat we al jaren verkering hadden en dat hij mij zo
spoedig mogelijk ten huwelijk wilde vragen. Mevrouw spoorde hem aan om
het onmiddellijk te doen. Thomas heeft mij toen met een smoes naar het
grote huis laten komen en me in het rosarium achter het huis gevraagd.
Ja, eindelijk. Daarna nam hij me mee naar het portiershuis en vertelde,
dat we binnen een paar maanden konden trouwen en daar gaan wonen. Hij
nam me mee naar meneer en mevrouw Wellingten, om me voor te stellen,
daar had mevrouw om gevraagd. Ik kwam daar overstuur aan. Mevrouw vroeg
waarom. Ik vertelde, om na een hele lange verkering onverwachts ten
huwelijk gevraagd worden, binnen een paar maanden kunnen trouwen en een
huis hebben. Ze vroeg, waarom een hele lange verkering? Wij vertelden
over ons en de woningnood. Zo zijn ze op de hoogte gekomen.
Hoe het daar verder mee gegaan is.
Meneer en mevrouw Wellingten
hebben kinderen die net zo oud zijn als Thomas en ik. Die waren na
respectievelijk vier en vijf jaar verkering getrouwd, op hun
twintigste. Het zat ze niet lekker dat er, afgezien van ons, nog meer
stellen in, wat ze vonden, een gezellig dorp, erg lang met trouwen
moesten wachten. Of met tegenzin uit het dorp vertrokken als ze ergens
anders een huis konden vinden. Meneer vroeg Thomas een onderzoek in te
stellen en hem verslag uit te brengen.
Thomas heeft het grondig
aangepakt. Begonnen met het achterhalen van het ontstaan van het dorp.
Dat is, eeuwen geleden, begonnen als een soort vrijplaats, tussen de
beek in het Noorden van het dorp en de bijna altijd droogstaande beek
aan de Zuidkant. Later zijn de grenzen gewijzigd naar de huidige,
zonder de onlangs toegevoegde strook natuurlijk. De vrijplaats was voor
lui waar geen land mee te bezeilen viel. Ze mochten daarbinnen huisjes
bouwen, daar waren ze veilig. Anders vogelvrij.
Nu is het ‘het
dorp’ gemeentelijk ingedeeld, bij de stad, maar het heeft nooit
tot een landgoed behoord. Het grenst nu aan alle zijden aan landerijen
van de familie Wellingten. De huizen in het dorp waren, op een paar na,
eigendom van een woningbedrijf op Jersey. Thomas, zelf geen huurder
maar inwonend bij zijn ouders, heeft rondgevraagd. Hij kwam erachter
dat ieder jaar de huur opgeschroefd werd en wie klaagde de huur
opgezegd werd. De huren lagen duidelijk boven die van de dorpen in de
buurt. Thomas heeft mij meegevraagd voor een bezoek aan de beheerder
van de firma in de stad. We werden netjes ontvangen. Ja, er was ruimte
tekort, en waar vraag is gaan de prijzen omhoog. Toen vroeg ik, omdat
ik van kopen en verkopen meer wist dan Thomas, of er geen grond
aangekocht kon worden. Nee, er was contact geweest met die eigenaren,
die verkochten niet. Ik vroeg of hij daar bewijzen van had. We kregen
geen inzage in de boeken. Ik had in de winkel af en toe erg vervelende
klanten, natuurlijk van buiten het dorp, dan werd ik soms pissig. Dat
werd ik daar ook. Ik zei, ik zou een vereniging van huurders op kunnen
richten, dan zouden we gezamenlijk tegen de firma, die de huren
opschroeft, op kunnen treden. Hij werd toen boos en zette ons de deur
uit. Thomas heeft alles opgeschreven en aan meneer overhandigd. Met de
conclusie, dat de firma alleen veel huur wil vangen, zo min mogelijk
repareert en helemaal niet renoveert. En niet bij wil bouwen, de
woningnood en dus de huren hoog wil houden.
Meneer heeft de boeken van de
familie nagekeken maar kon niets vinden over contacten met een firma
over verkoop van grond. Hij heeft het ook aan zijn vader gevraagd, die
wist ook van niets. Meneer is met het verslag van Thomas, en de
conclusie, naar een duur advocatenkantoor in Londen gegaan en heeft
opdracht gegeven voor een onderzoek naar de vermoedelijk louche firma
op Jersey. Die advocaten rapporteerden de volgende dag, dat na een kort
onderzoek de onfrisheid van die firma bevestigd was. Ze hadden die
firma benaderd. Die bleek niet gesteld op mogelijke publicaties over
hun manier van zaken doen en wilde de huizen wel verkopen, op
voorwaarde van afzien van publicaties. Een dag later heeft meneer, de
familie, alles van ze gekocht. Een paar dagen daarna heeft meneer in
het dorpshuis verteld dat de familie de huurhuizen gekocht had, ze op
ging knappen en nieuwe huizen ging bouwen. Hoe alles verder gegaan is
weten jullie. Mooi, hè?
De huurhuizen.
De taxaties gaan door.
De renovatie van de huurhuizen.
De beheerder van de huizen en ik komen bij de getaxeerde huizen langs om een overzicht te krijgen voor de renovatie.
De nieuwbouw.
Geen zichtbare veranderingen.
Overige onderwerpen.
Geen.
Dat was het weer, voor deze keer.
Tamara
Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Het bankrekeningnummer voor
de huur zal niet meer vermeld worden, omdat de beheerder daar inmiddels
minimaal één maal huur voor elke woning op ontvangen
heeft.
Bij huurachterstand stuurt de
beheerder een aanmaning. Indien daaraan geen gevolg wordt gegeven wil
ik op bezoek komen om te zien of er geholpen kan worden. De betaling
van de huur zal daarbij geen voorrang hebben. Vaak komen er mensen in
problemen omdat ze bij tegenslagen de juiste weg om ze op te lossen
niet weten. Ik kan niet beloven om alles op te lossen, maar ik weet
veel wegen.
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Week 19
Maandag tegen de middag kwam Tamara weer op het kantoor.
‘Twee grote
nieuwsfeiten. Ik weet niet wat het mooiste is, ik begin maar ergens. Ik
heb eind vorige week lang met de vereniging van huurders vergaderd,
meneer. De tekening van de twee-onder-één-kap
drieslaapkamerwoningen was klaar, die heb ik opgehaald. Ik dacht, dat
dat de beste volgorde was, pas als die geen op- of aanmerkingen meer
hadden hier te komen. We hebben ieder detail doorgenomen. Een paar keer
met het architectenbureau gebeld voor een toelichting. We zijn heel
tevreden, ze hebben deze keer prima werk afgeleverd. Al onze
opmerkingen zijn verwerkt. Wij zijn natuurlijk geen specialisten op
tekeninglezengebied, maar met logica enzovoort kom je een eind. Daar
ben ik dus, met de tekening. Maak je wat plaats op het bureau?
Mooi.’
‘Ben je al bij de beheerder geweest?’
‘O, ja. Dat ging snel,
natuurlijk, hij weet alles van tekeningen. Hij zei, een ruime, strakke,
efficiënt ingedeelde woning. Hij heeft een kopie gehouden, hij
wilde alles nog een keer op zijn gemak bekijken. Maar hij dacht, in de
gauwigheid, dat het architectenbureau zich aan alle technische eisen
gehouden had.’
‘Mooi. Een kopie gehouden?’
‘Ik maak in principe
overal direct elf kopieën van. Als ik dat later moet doen moet het
van gebruikte papieren. Voor jullie, de vereniging, de beheerder en
voor je weet maar nooit. Beter mee verlegen dan om verlegen.’
‘Elf?’
‘O. Ik vertel niet
alles, zoiets valt bij mij onder futiliteiten. De boekhandelaar vindt
dat ik voor mijn krantjes al genoeg korting krijg, en wil voor tien
exemplaren geen korting geven. Anders moet hij dat voor iedereen doen.
Ik zei, de eerste keer, goed, maar kijk dan de andere kant op als ik er
elf meeneem. Het gaat me niet direct om een beetje korting, maar om de
lol. Hij gaat expres naar buiten staan kijken als ik aan het
kopiëren ben.’
Ze grinnikten.
‘Je hebt gelijk, om mij
niet met futiliteiten lastig te vallen, het gaat geweldig. Maar zulke
leuke dingen mag best. De beheerder is trouwens ook erg blij met je. Zo
wie zo als je vrolijk binnenhuppelt, zegt hij. En omdat je, al heb je
geen bouwtechnische opleiding, je alles goed in de gaten houdt. Hij
vindt het heel prettig om met je samen te werken, je bespaart hem, net
als ons, een hoop werk.’
‘Nou, dat was de bedoeling van mijn baantje. Ik had alleen niet gedacht dat het zo leuk zou zijn.’
‘Dat doe je toch zelf, koekenbakkertje? Door je manier van omgang vindt iedereen het leuk.’
‘Thomas vindt het ook
leuk, als ik erover vertel. Hij vertelt mij ook wel eens wat. Sinds hij
begon is het personeel ook gezelliger geworden. Maar ze doen hun werk
erg goed. Nou, dat komt dan door zijn manier van omgang.’
‘Ja, we merken het heus wel. Jullie zijn allebei heel goed. Nou, de tekening.’
Ze bekeken met z’n drieën de tekening en bespraken alles. Mark en Simone hadden geen opmerkingen.
‘Tja, met logica kom je
inderdaad een eind. Het is ook niet veel meer dan vloeren en wanden.
Het gaat ons alleen om de indeling. De moeilijkheid zit natuurlijk in
de berekeningen die er voor nodig zijn. Maar daar hoeven wij ons niet
druk over te maken. We kunnen rustig aannemen dat het de eerste honderd
jaar niet instort. Wat mij, ons betreft, akkoord. Nou, Tamara, schudt
de volgende stap eens uit je mouw.’
‘Ik?’
‘Ja, jij. Ik heb
natuurlijk al vooruit gedacht, maar ik heb ook aan wat anders gedacht.
Lange termijnplanning. Mocht mij wat overkomen, Tamara, dan moet Simone
de tent aan het draaien houden, tot ze na kortere of langere tijd wil
dat iemand anders uit de familie het overneemt. Jij zou haar enorm
kunnen steunen, maar dan moet je ook op de lange termijn denken. Je
bent zo druk geweest, je hebt alles uitstekend gedaan, maar daar ben je
nog niet aan toegekomen.’
‘Nee, ik heb omgekeerd gedelegeerd.’
‘Wat? Oh, slimmerd.’
Ze grinnikten.
‘Onbewust, hoor.
Gewoon, wat meer aanpakken als ik er de tijd voor kreeg. Ik vind het
zelf goed gaan. Veel eerder dan ik verwachtte kon ik bij de pachters op
bezoek, om maar wat te noemen.’
‘Om maar wat te noemen?
Je pakt nu alles aan waarom ik gevraagd heb. Maar je doet
méér dan mijn bedoeling was. Ik zocht een
coördinator, om problemen van mijn hals te houden. Troubleshooter
klinkt mooier. Maar jij coördineert niet alleen, je lost de meeste
problemen zelf ook nog op. Prettiger dan mannelijke beheerders kunnen
doen. En je helpt veel meer dan ik verwachtte mee met de nieuwbouw en
de rest.’
‘Moet ik minder gaan doen?’
‘Liever niet. We hebben
afgesproken, dat jíj bepaalt hoeveel je werkt. Daar blijf ik
zeker bij. Maar het zadelt me wel met een probleempje op. De beheerders
krijgen niet allemaal hetzelfde betaald. Je weet, die de reserves
regelt krijgt het meest, omdat dat het meest verantwoordelijke werk is.
Ik zou je méér willen betalen. Maar ik denk, dat je niet
meer wilt hebben dan de butler.’
‘O. Inderdaad. Wel zéér bedankt. Eh mocht Thomas iets overkomen, dan graag wél.’
‘Wat is ze weer snel, hè, Simone?’
‘Ach, we kennen haar toch, Mark. Om de andere gedachte van haar is aan Thomas.’
Tamara keek naar beneden.
‘Om de andere niet, als
ik werk. Maar vast wel vaker dan één op de tien. Als ik
mijn uren op de computer invul rond ik iets naar beneden af. Niet
alleen daarvoor. Thomas zegt soms, je salaris is binnen. We krijgen
ruim betaald voor werk wat we leuk vinden, hè?’
‘Wat zeg jij dan?’
‘Ja, zeg maar niet hoeveel. Wat wij samen gratis in bed doen is nog veel leuker.’
Ze grinnikten. Tamara keek weer op.
‘Ik wil niet weten
hoeveel ik verdien. Ik ben niet zo iemand die denkt, nog zoveel
minuten, dan heb ik weer een pond verdiend. Aan het eind van de maand
kijk ik geeneens hoeveel uur ik gewerkt heb. Ik mail het naar de
beheerder van de huizen, dan ben ik er vanaf.’
‘Mail je dat?’
‘Dat is het
makkelijkst, we hebben toch allemaal breedband? Ik stuur mijn lijst,
een rekenblad, als bijlage. De beheerder kan het dan verwerken zoals
hij wil. In ieder geval hoeft hij niets over te schrijven of uit te
rekenen. Als iemand een onderverdeling van mijn werk wil weten, er
staat op mijn rekenblad een kolom met het doel van de uren. Zolang ik
genoeg te doen heb ga ik me daar verder niet druk om maken. Als Thomas
naar zijn werk is en thuis alles aan kant is ga ik wat doen. Er is
altijd wat, thuis alle gegevens bijwerken, naar één van
de beheerders, pachters, de vereniging van huurders of in het dorp
rondkijken. Ik werk met plezier, mijn beloning is al dat jullie vinden
dat ik het goed doe en dat het in het dorp zo goed gaat. Ik eh vraag me
wel eens wat af, Mark. Maar ik heb het niet durven vragen.’
‘Schaam je.’
‘Een beetje, dan. In verband met dat omgekeerd delegeren. Heb je het druk?’
‘Stop maar met je
schamen, ik begrijp je wel. Een normale werknemer vraagt dat niet aan
zijn baas, dat gaat hem niets aan. Maar jij mag veel weten, jij bent
niet normaal. Zakelijk heel goed, over de rest zal ik het maar niet
hebben. Ik heb het zo druk als ik wil. Dat is in grote trekken te
regelen door de hoogte van het bedrag te bepalen, tot waar de
beheerders zelf mogen beslissen. Daarboven beslis ik. Dat is om te
zorgen dat de familie de zaken runt, niet de beheerders. Maar ik teken
niets ongezien, ik neem alles door. Verder, om maar wat te noemen, maak
ik van de overzichten van de beheerders weer één
overzicht voor mezelf, per drie maanden moet ik er één
voor de familie maken. De beheerders stellen ook vragen, welke richting
ze op moeten denken, om beslissingen naar wens van de familie te kunnen
nemen. Dat moet ik dan ook uitzoeken. In de familiepapieren duiken of
wat telefoneren. O, over die familiepapieren. Als het dorp klaar is
moeten we eens uitzoeken of we die in de computer kunnen krijgen. Dat
zou een hoop zoeken besparen. Verder zit ik in grote lijnen vooruit te
denken, zoals je gemerkt heb. Soms wat meer in detail, maar dan denk ik
meestal vrij snel, dat laat ik wel uitzoeken. Dat merken de beheerders
en jij dan ook weer.’
‘Dank je wel.’
Simone grinnikte.
‘Je vraag is toch niet beantwoord, Tamara?’
‘Ik dacht het wel. Veel te doen.’
‘Hij luist je er weer in. Veel onderwerpen, méér heeft hij niet gezegd.’
‘Sorry, Tamara, dat
ging weer vanzelf. Ik heb dat bedrag al een keer verhoogd. Het moet
natuurlijk ook aan de inflatie aangepast worden. Mijn vader is
vermoedelijk iedere werkdag de hele dag bezig geweest. Dat is niet de
bedoeling, het is een baan voor een gepensioneerde. Geen salaris,
alleen, nou ja, vergoeding van alle onkosten en mogen genieten van al
het moois. Ik streef, en het komt aardig in de buurt eh het zit er nog
iets boven, op een normale werkdag, naar maximaal driekwart van een
werkdag aanwezigheid, waarvan hooguit een halve dag per werkdag echt
werken. Maar we gaan er ook wel eens een dagje tussenuit, naar Londen
of zo.’
‘Ik wilde geen oordeel
vellen, ik weet dat je niet verondersteld wordt de hele dag te werken.
Ik was alleen nieuwsgierig, want het lijkt er op dat je wel de hele dag
werkt. Maar dat denken de mensen van mij ook. En dat is ook niet zo.
Thomas wel.’
‘Om iets preciezer te
zijn, Tamara, Thomas maakt zijn uren. Maar hij is er soms overdag niet,
we raden maar niet wat hij dan doet, maar ‘s avonds soms wel.
Heel sympathiek, dat hoeft hij niet, maar daardoor hebben de anderen
‘s avonds meer vrij. Dat weet je natuurlijk wel, maar wij
ook.’
‘Ja, zo is hij. Hij kan
dan rustig zijn administratie nog eens nalopen, want verder is er dan
weinig te doen. Als alles van het diner opgeruimd is, is er behalve hem
nog maar één aanwezig, in de keuken.’
‘We hebben geprobeerd
iedereen naar huis te laten gaan, maar dat is niet doorgegaan. Afgezien
van de extra betaling voor avond-, nacht- of weekenduren, het personeel
stelt eer in zijn werk. Ze willen niet dat iemand van de familie zelf
koffie zet of wat te drinken pakt. En als er iemand iets willen eten
kan dat in de keuken bereid worden. En als er bezoek komt willen ze die
netjes ontvangen, niet dat wij de deur opendoen. Ook al daarom weten we
dat Thomas ‘s avonds soms werkt, dan brengt híj de koffie.
Ze vinden twee man of vrouw echt het minimum. We hebben er wel op
gestaan dat iedereen naar huis gaat als de hele familie naar bed is. De
laatste zet het alarm aan.’
‘Ja, daar heeft Thomas over verteld. Ik heb ook het controlepaneel in zijn kantoor gezien. Uitgebreid, zeg.’
‘Ja, omdat er nog al
wat, sorry, van waarde in het huis is. Ook de stallen en de garage zijn
erop aangesloten. Die laatste moet soms ergens nog een raampje dicht
gaan doen, als dat ‘s nachts dicht hoort te zijn, maar vergeten
is. Zie je hier iets van de beveiliging?’
Tamara keek rond.
‘Niets.’
‘In die nette balk
boven de deur zit in het midden een accu. Links, of rechts, achter dat
venstertje, zit een lamp. Die gaat aan als de elektriciteit uitvalt.
Noodverlichting. Achter het andere venstertje zit een cameraatje dat
bewegingen meldt. Op alle vensters en deuren zitten contacten en
glasbreukmelders. Het zal niet meevallen om hier ongemerkt in te
breken.’
‘Ik wist er iets van,
maar geen details. Thomas heeft verteld dat hij ruimte voor ruimte
ondertussen bekeken heeft. Hij is niet zo goedgelovig, is graag zeker
van alles. Ik eigenlijk ook. Nou, dat weten jullie, we zijn blij dat we
geen twijfels meer hebben over de grootte van de spullen van
Thomas.’
‘Waardoor jullie er
vast nóg meer van genieten. Heel goed dat Thomas alles nog eens
nagelopen is. We hebben een contract met een beveiligingsfirma, die
doet het onderhoud en patrouilleert onregelmatig. Ze worden automatisch
gewaarschuwd als er alarm is en zijn hier dan uiterlijk binnen tien
minuten. Sneller als er een auto van hun in de buurt is. Er is wel eens
loos alarm, als iemand op een verkeerd tijdstip een deur of raam
opendoet, daar zitten we niet mee. Beter loos alarm dan geen alarm. Als
er hulp nodig is, ieder personeelslid heeft een mobile telefoon van het
huis. Net als jij mogen ze daar privé wat op bellen als er geen
vaste telefoon in de buurt is. Ook weer zo’n klein puntje voor
mijn activiteiten. De beheerder die de rekeningen krijgt betaalt die
natuurlijk, maar hij maakt ook grafieken van het gebruik, per telefoon.
Dan valt het onmiddellijk op als er iemand abnormaal veel belt. Die mag
dat aan Thomas uitleggen. Ik heb er nog niet van gehoord, iedereen weet
het en gedraagt zich dus netjes. Maar als je iets niet controleert
vraag je om moeilijkheden. Ik krijg van het telefoongebruik, ook van de
vaste telefoons, een totaaloverzicht. Niet dat ik daar lang mee bezig
ben, maar zo zijn er veel dingen die ik toch wil zien.’
‘Ja, ik snap het. Jullie hebben meer in de gaten te houden dan een simpel huishoudinkje.’
‘Bevalt je dat?’
‘Ja, Simone. Thuis
regelde mijn moeder alles. Niet dat ik te klagen had, ze deed het
geweldig, maar ik kan nu alles zelf regelen.’
‘Vind je het niet erg als Thomas ‘s avonds weg is?’
‘Nee, ik weet het van tevoren. Dan werk ik wat, in plaats eh van overdag.’
Mark en Simone grinnikten.
‘Dat zal dus wel het antwoord zijn waarom Thomas er soms overdag niet is.’
‘Ik denk dat wij niet
de enigen zijn die graag iets leuks doen als ze dat invalt, Simone. Nog
een brutale vraag. Wat doe jij?’
‘Ik heb moeten wennen.
In het begin miste ik de kinderen erg, keek veel via de webcam in de
kinderkamer. Ik ben veel door het huis gaan lopen. Alles bekijken, en
kijken hoe er gewerkt werd. Niet om het personeel te controleren, alles
was heel schoon. Maar om te kijken of er efficiënt gewerkt werd.
Nou, daar heb ik wat aan kunnen verbeteren. Van de bedden, matrassen en
gordijnen weet je. Ik heb veel, wat ik dacht, prullen, uit alle kamers
in een lege stal laten zetten. Toen ik het overal opgeruimd genoeg vond
heb ik een taxateur naar die prullen laten kijken. Tja, er zaten drie
antieke vazen bij. Die heb ik weer ergens in huis laten zetten. De rest
mocht het personeel meenemen. Nou, na een week was er amper iets
verdwenen, die vonden het dus ook prullen. De rest is naar een door de
taxateur aanbevolen adres in Londen gegaan. Af en toe krijgen we een
bedragje, als er wat verkocht is. Smaken verschillen. Ik loop nu nog
minstens één keer in de week rond, om het personeel de
gelegenheid te geven om tegen me aan te praten. Méér is
niet nodig, Thomas heeft alles in de hand. Ik zit meestal bij Mark, dat
is gezellig voor ons allebei. En hij praat tegen me aan, zodoende weet
ik ook wat er aan de hand is. Ik pak vaak de telefoon op, de helft van
de zaken kan ik zelf afdoen. Zo help ik, net als jij, dat Mark zich met
grotere zaken bezig kan houden. En ik geef hem natuurlijk vrouwelijke
tips.’
‘Dank jullie wel. De
volgende stap. Ik had gedacht om de tekening van de
twee-onder-één-kap in het krantje te zetten, maar dan
moet ik hem verkleinen. Daarom hang ik hem liever op in het dorpshuis
en zet in het krantje dat die daar hangt. Over een paar dagen komt de
tekening voor de twee-onder-één-kap
tweeslaapkamerwoningen. Die hang ik dan ook op. En de tekening van de
straat. Hoelang zullen we op commentaar wachten?’
‘Doe maar tot midden
volgende week. Dan kunnen we bekijken of de tekeningen gewijzigd moeten
worden. Dat duurt hooguit een week. Dus, over ruim twee en een halve
week kunnen de tekeningen definitief goedgekeurd worden.’
‘Prima. Dan, bouwen?’
‘Zou de bouw de week erna kunnen beginnen?’
‘Oei. Ja, in principe
wel. Door het tweede grote nieuws. Ik werd gewaarschuwd dat de stad
rijplaten aan het leggen was. Ja, je kan in het dorp niet veel doen of
het wordt gezien. Behalve onder de dekens natuurlijk. Ik heb, een
beetje pissig, de stad gebeld. Na wat doorschakelen kreeg ik een
vriendelijke ambtenaar. Hij wist wie ik was. Ja, sorry, vergeten je in
te lichten. Ik weet niet wie hier achter zit, maar ik moet je zoveel
mogelijk voorrang geven. Er wordt grote druk op me uitgeoefend. Ik heb
verder alles moeten laten vallen, want ik moet een hoop regelen op
zo’n kort mogelijke termijn. Vandaar dat ik je vergeten
was.’
Tamara keek Mark vragend aan.
‘Wat is er? Waarom ga je niet verder?’
‘Ik wilde je even de gelegenheid geven om te zeggen, ach ja, ik heb even gebeld.’
Mark grinnikte en Simone schoot in de lach.
‘Zoals je toen geregeld
hebt dat we in het dorpshuis konden trouwen. Het drong pas later tot
ons door dat ze niet zelf achter hun foutje gekomen waren.’
‘Zo, ze heeft je ook
door, Mark. Tamara, wij stonden op jullie trouwdag bij jullie huizen te
wachten, omdat jullie verteld hadden hoe jullie het wilden doen. De
jeugd zou de straat afzetten, enzovoorts. Het viel me op dat hij om de
havenklap op zijn horloge keek. Toen de politie kwam en de straat
afzette snapte ik het. Ik zei toen, Mark, vertel het maar. Tja, hij had
ook even met de politie gebeld.’
‘Ik heb Thomas gevraagd
hoe het zat, de jeugd zou het doen. Hij wist het ook niet. Daarna zijn
we het vergeten. Sorry. Dank jullie wel.’
‘Natuurlijk zijn jullie dat vergeten. Daar zal ik maar niet op doorgaan. En het was geen moeite.’
‘Ik hoor hem natuurlijk
wel eens telefoneren, Tamara. Goedemorgen of middag. Met Wellingten.
Als ze hem kennen gaat het gesprek gewoon verder. Anders hebben ze wel
iets van hem gehoord en vult hij dat een beetje aan. Ja, van dat grote
huis, en de landerijen daar omheen, aan alle kanten tot de volgende
dorpen. Ja, daar stond ik ook van te kijken toen ik alles van mijn
vader overnam. Dat is nog niet zo lang geleden, daarom weet ik nog lang
niet hoe hier alles geregeld wordt. Maar u wilt me vast wel helpen.
Tja.’
‘Ik heb inmiddels in de
gaten dat hij even belt als ik ergens voor het eerst naar toe ga. Ik
hoef me eigenlijk nooit voor te stellen, Hé, Tamara, is het
altijd. Hoe is de beschrijving van hoe ik eruit zie?’
‘Dat gaat je niets aan. Sportief blijven, hè? Niet navragen.’
‘Goed. Je maakt het me dan wel makkelijk.’
‘Zo’n telefoontje
is voor mij makkelijk. Jouw geregel zou ik niet zo goed kunnen. Ik ben
ook niet gewend om kortingen te regelen. Nou, meneer, wat zal het zijn
vandaag? Uw halve been eraf of driekwart?’
Ze grinnikten.
‘Het is toch wat. Als
de rijplaten er liggen gaan ze geulen graven op de plek waar de
trottoirs komen. Daarin komt een betonnen bak met deksel voor de
riolering, de waterleiding en buizen voor kabels. Middenvoor iedere
twee-onder-één-kap komt er een deksel op de bak op de
latere trottoirhoogte. Dan gaat de geul weer dicht. Ik vroeg, gaat dat
lang duren? Hij zei, nee, nog geen twee weken. Normaal duurt zoiets
langer, omdat dan de aansluitingen van de kabels gelijk gemaakt worden.
Bij ieder huis zijn ze dan uren bezig om aftakkingen in de hoofdkabels
te maken. Dat kan later. Bij de riolering en het water gaat dat veel
makkelijker, daar hoeven alleen T-stukken tussen. En door die bak
hoeven we, behalve bij uitzondering, ook nooit meer te graven. Hoe
komen ze zo slim, meneer? In het dorp moeten ze steeds graven, als er
iets niet goed is.’
‘Afdelingen van
ziekenhuizen moeten veranderd kunnen worden. Overal lopen kabelgoten
voor de elektriciteit, de telefoon, zuurstof, enzovoort.’
‘Tja, doordenken vanaf
je vroegere werk. Na die nog geen twee weken, en in verband met de
tekeningen, zou de bouw over krap drie weken kunnen beginnen.’
‘Prima. Regel het maar,
daar hebben we het over gehad. Het heeft voorrang op je overige werk,
dat snap je wel. Dat de tekeningen nog niet definitief zijn maakt niet
zo veel uit, veel zal er vast niet veranderen. Dan kunnen ze al
voorbereidingen treffen. Eerst natuurlijk de echte bouwers regelen, wat
later de leveranciers van de spullen in de keuken, badkamer en zo. Vast
een hoop werk, voor de komende drie weken, inclusief deze. Lukt
dat?’
‘Ik denk het wel. De
beheerder en ik werken goed samen, regelen steeds wie wat doet. Ik ga
gelijk aan de slag. Tot ziens.’
Toen ze een paar avonden
later met z’n vieren in het zwembad waren kwamen vader en moeder
binnen. Ze bleven bij de ingang staan.
‘O. We wisten niet dat jullie bezoek hadden.’
‘Kom er rustig bij, vader, mams.’
‘Ik weet niet of de jongelui er van gediend zijn, als er nogal ouderen bijkomen.’
‘Geen probleem, meneer, mevrouw.’
Vader en moeder kwamen bij de stretchers staan, waar de twee stellen op lagen.
‘We zijn jullie steeds misgelopen op het zonneterras. We dachten, laten we maar eens gaan zwemmen.’
‘Prima. Stretchers genoeg.’
‘Ik houd mijn badjas nog even aan. Jij, moeder?’
‘Ik niet. Ze wennen wel aan mijn hangborsten.’
Moeder deed haar badjas uit en ging op een stretcher zitten.
‘Dat valt mee, mevrouw. En we zijn gewend aan de grote van Simone.’
‘Ja, daar kan ik niet tegenop, Thomas. Daar heb je zeker problemen mee, vader?’
‘Ja, natuurlijk.’
Vader ging ook zitten.
‘We hoorden dat u met Claire ook problemen had.’
‘Claire? Oh, op het zonneterras. Ja, die gedroeg zich eerst keurig, Mark, maar ze werd een keer ondeugend.’
‘Ze rekte zich uit, hè?’
‘Ja, met haar benen wijd. Ze draaide haar eh doos expres mijn richting op. Daar kan toch geen man tegen?’
‘Gelukkig niet, vader. En aan mij kan je niet zien hoe ik geniet van twee mooie pikkies.’
‘Moeder!’
‘Mij iets verwijten?’
‘Sorry. Geniet maar.
Simone toch. De eerste keer dat ik je zag schokte je me met de blote
bovenste helft van je borsten. Nu met het geheel.’
‘Geniet er maar van, paps. Maar gunt u Tamara en mij niet hetzelfde uitzicht als wat Claire op u had?’
‘Hetzelfde uitzicht?’
‘U kreeg een stijve
door haar en liet haar rustig kijken. We weten van haar al dat u niet
zo groot bent als Mark en Thomas, maar dat u er best mag zijn. Wat ons
betreft mag uw badjas uit.’
‘Ik had kunnen weten
dat ze alles door zou vertellen. En dat jij ook graag wat ziet, in
ieder geval er graag over praat. Nou, vooruit.’
Vader stond weer op, deed zijn badjas uit en ging weer zitten.
‘Dat praten erover, paps, is om iedereen zich op zijn gemak te laten voelen.’
‘Ja, dat helpt zeker.
Vóór jullie komst had ik nooit gedacht dat ik nog eens
andere vrouwen bloot zou zien en dat ik andere vrouwen naar me zou
laten kijken.’
‘U stond er mooi bij. Hè, Tamara?’
‘Ja, de mooiste houding
voor een man, klaar voor de strijd. Ik ben blij u te zien, meneer.
Thomas en ik zijn nog niet zo lang getrouwd. We vonden elkaar
hartstikke mooi, maar we wilden eigenlijk een beetje weten hoe we echt
waren, we hadden niets om mee te vergelijken.’
‘Vóór jullie huwelijk nooit met anderen eh gerommeld?’
‘Nee, nooit, meneer. Thomas heeft alleen een keer een stelletje in het bos zien vrijen.’
‘Ik weet niet wat Mark
en Simone jullie verteld hebben, ik wist voor mijn huwelijk al wat
meer. Ik ben opgegroeid met diensmeisjes om me heen. Die hebben mij eh
opgevoed. Als niemand maar wat merkte mocht ik er alles mee, behalve
trouwen. Tja, tegenwoordig is er makkelijk aan condooms en de pil te
komen. Als dat in mijn tijd ook zo geweest was was moeder niet mijn
eerste geweest.’
‘Tja, het is natuurlijk ook een kwestie van instelling, meneer.’
‘Bij mij was het meer
een kwestie van gewenning, lief. Ik vond het wel prettig om door een
dienstmeisje aan- en uitgekleed te worden. Ik ben het nooit zelf gaan
doen, totdat ik op mezelf ging wonen. Want van jongst af aan was ik
gewend dat die meiden dan steeds even met mijn spullen speelden. Ze
soms in hun mond namen. Ik protesteerde nooit, ik vond het wel lekker.
Op een gegeven moment wilde ik ook met hún spullen spelen.’
‘Ik kan me wel indenken wanneer dat ongeveer geweest is.’
‘Toen een meisje bij
het verschonen van mijn bed ontdekte dat ik een natte droom gehad had.
Ze heeft me ‘s avonds bij het naar bed brengen alles uitgelegd en
gedemonstreerd hoe het bij mij werkte. En me geleerd hoe het bij haar
werkte. Ze vertelde aan de andere meisjes dat de jongeheer van de
jongeheer nu méér kon dan een beetje stijf worden. Nou,
die wilden daar natuurlijk ook van genieten. Regelmatig kleedde er
één zich ook uit, na mij uitgekleed te hebben en aan me
gevoeld te hebben, en kwam bij me in bed. Achteraf snap ik dat wel. Een
man kan moeilijk een gleuf weerstaan, die meisjes natuurlijk een stijve
niet, al was die niet zo groot. Dan speelden we, voor zover dat
mogelijk was. Overdag verleidde ik ze ook als ik de kans kreeg. Nieuwe
meisjes protesteerden soms, tot ik mijn broek liet zakken en ze mijn
jongeheer zagen staan. Of ze gingen zelf bloot op mijn bed liggen als
ze me in bad gedaan hadden. Dat vond ik mooier dan ‘s avonds, dan
zag ik niet zo veel, onder de dekens. Ik vind het nog steeds mooi,
moeder bloot bovenop bed. Ze wil het niet, maar het lekkerste vond ik
een meid die zich schoor. Dan was haar gleuf zo goed zichtbaar.’
‘Daar heb je vast zo goed likken bij geleerd.’
‘Moeder! Ja, dat was
het mooiste. Maar ook de moeilijkste momenten, om eruit te blijven. Nou
ja, moeder heeft er voordeel bij gehad dat ik bij ons trouwen al wat
meer wist. En ik heb, na die ene keer, nooit meer een natte droom
gehad.’
‘U ging er dus mee door terwijl u verkering had.’
‘Ik wilde stoppen, maar
die dienstmeisjes niet. Ze zeiden dat ik door moest gaan, het raakte
toch niet op, en mijn verkering zou blij zijn dat ik al zo geoefend
had. En het was erg prettig, als ik thuis kwam na moeder gezien te
hebben, dat er een dienstmeisje me even van mijn hoge spanning onderin
afhielp..’
‘Ik dacht dat Mark vroeg begonnen was, op zijn zestiende. Maar u dus nog eerder, paps.’
‘Ja, Simone, maar dat
vertelde je je kinderen niet. Ik zal wel een jaar of twaalf geweest
zijn, bij die eerste natte droom.’
‘Dan lijkt het erop dat
het niet uitmaakt wanneer jongens aan méér dan natte
dromen beginnen. Twaalf, zestien, of, zoals Thomas, nog later.’
‘Ik zou het niet weten.
Van die natte droom had ik niet veel gemerkt, maar ik vond het heerlijk
op een andere manier vaak wat kwijt te raken. Toen ik wat ouder werd
verwachtte ik dat het moeilijker zou worden, als er een nieuw meisje
kwam, om die te verleiden, omdat ze dan jonger was, meestal veertien of
vijftien. Als ze aan de beurt was om me naar bed te brengen had ze
kennelijk gehoord hoe dat moest. Als ze als laatste mijn onderbroek
uitdeed hoefde ik ze geeneens te verleiden, ze speelden graag. Tja, ik
had het niet slecht. Jij doet me aan ze herinneren, Tamara. Leuke
borstjes en niet te veel haar op je doos om het zicht op je gleuf te
belemmeren. Een gedeelte van mijn stijve wordt daar vast ook door
veroorzaakt.’
‘Heeft u ook veel meegemaakt, mevrouw?’
‘Nee, Tamara, ik kreeg
de kans niet. Toen ik met vader trouwde wist ik amper iets. Hij heeft
me toen alles geleerd wat hij bij die dienstmeisjes opgestoken had. In
die tijd was het normaal dat jongens wat gespeeld hadden. Of meer. En
dat meisjes van goeden huize, zoals dat heette, nog nooit een blote man
gezien hadden. Hij is heel voorzichtig begonnen. Eigenlijk zoals dat
diensmeisje bij hem. Hoe hij eruit zag en het bij hem werkte. En me
geleerd hoe het bij mij werkte. Ik denk, dat hij pas na een week mijn
bloempje plukte, zoals dat toen heette. Ik moest daar lang van
bijkomen. Niet van de pijn, maar van de verrassing. Mijn moeder had
gezegd dat mannen zich bij de daad nogal dierlijk gedroegen. Ik had
alleen honden het zien doen, maar ik nam aan dat ik op mijn rug zou
liggen, hij bovenop me zou komen en dan zo zou stoten. Maar hij was
heel lief en voorzichtig. Dat stoten was niet erg, dat was vreselijk
lekker. En dat dierlijke viel mee. Hij kreunde wel, en schokte wat
erger, op het eind, maar dat deed ik ook. Na ongeveer een uur hebben we
het weer gedaan. Ik was verbaasd dat het nog beter ging. De volgende
morgen vroeg hij, hoe voel je je? Ik zei, heel goed. Ik ben erg
verbaasd, dat het helemaal niet vervelend is, met je te vrijen.
Integendeel. Hij zei, ik ben ook verbaasd. Zo met jou is honderden
keren beter dan wat voelen aan een diensmeisje. Je hebt nu vast geen
bezwaren om het te doen als we zin hebben. Ik zei, nee, en eerlijk
gezegd heb ik er nú zin in. Hij zei, ik ook. Maar zou je er
bezwaar tegen hebben als we het doen als ik kan? Dat is misschien vaker
dan jij op het idee komt om het te doen. Ik zei, als je het zo lief en
lekker blijft doen, denk ik niet dat ik zal protesteren. Ik heb nooit
geprotesteerd.’
‘Ik heb begrepen dat u nog niet uitgespeeld bent.’
‘Nee, zeker niet. Mijn
moeder had gezegd, niet alle mannen zijn hetzelfde. Maar je moet in
ieder geval rekenen op ‘s zondagsmiddags.’
‘De bekende Engelse
traditie, ik weet het, mevrouw. Tja, vroeger werkten de mannen lange
dagen, ook de hele zaterdag.’
‘Ja. Zes weken nadat we
getrouwd waren kwam mijn moeder op bezoek. Ook zo’n traditie. Om
het nieuwbakken vrouwtje te troosten, omdat ze dat dierlijke moest
verdragen. Ze liet natuurlijk merken dat ze er wel meer van zou willen
weten. Ik heb, toen het uitkwam in ons gesprek, gezegd, mams, sinds we
getrouwd zijn is het iedere dag lekker zondag, heerlijk, in het weekend
al vanaf ‘s morgens vroeg. Ze werd wat bleek. Ze zei, nou, het
zal wel afzakken. Toen ze een keer, na ongeveer een jaar, weer eens op
bezoek kwam, zei ze, sorry, dat ik middenin de week onaangekondigd
langs kom. Ik zei, het is voor ons nog steeds iedere dag zondag. Maar
bel voortaan maar eerst. ‘s Morgens. Dan is de kans niet zo groot
dat hij tijdens een ritje van slag raakt omdat de telefoon gaat. Een
ritje, vroeg ze. Ik zei ja, maar hij heeft dan natuurlijk geen teugels
in zijn handen, hij houdt mijn handgrepen vast. Van me afvallen doet
hij ook niet, als hij een beetje wild gaat rijden doe ik mijn benen om
hem heen. Of mijn ritje natuurlijk, dan val ik ook niet van hem af.
Geen zadelknop tegen me aan, maar zijn handgreep in me. We rijden net
zo lang, de ene keer wat rustiger dan de andere, tot hij doet wat voor
een eventuele voortplanting nodig is. En we maken meer dan
één keer op een dag zo’n lekker ritje. Ze werd
spierwit. Ze heeft een uur niets gezegd, waarschijnlijk voor het eerst
in haar leven. Daarna vermeed ze het onderwerp zorgvuldig.’
‘Jammer voor haar.’
‘Ja, ik denk niet dat
ze er wat van opgestoken heeft. Wij van het eerste bezoek van Mark,
Simone en hun kinderen wel. We zijn toen, op hun advies, vrijer
geworden. We praatten er meer bij. En ik zei overdag wel eens iets
tegen vader, waardoor hij gelijk naar bed wilde. En nu hij meer tijd
over heeft, geen zorgen meer heeft omdat Mark en Simone alles zo goed
runnen, zijn we zo’n beetje aan een tweede huwelijksreis
begonnen. Geen verre reis, we zijn nooit ver van ons bed vandaan.’
‘Fijn voor u. Maar u wandelt vast ook in de tuin.’
‘Ja, maar dat is ook
niet zo ver. Maar we nemen voor de zekerheid altijd, nou, bij mooi
weer, een dekentje mee. Helemaal achterin de tuin komt zelden iemand.
Heerlijk, buiten.’
‘Natuurlijk. Inmiddels
weten Thomas en ik méér. We hebben dienstmeisjes bloot
gezien op het zonneterras en Mark, Simone en Claire. En van hun gehoord
wat zíj gezien hebben. Ik kan natuurlijk niet tegen Simone op,
maar ze vinden dat ik er leuk uitzie. Thomas is, net zoals Mark, aan de
grote kant. En hij heeft, volgens Simone en Claire, en van wat ze
gehoord hebben, eh extra grote ballen.’
‘O. Ik heb tot nu toe
nooit iets met andere mannen te maken willen hebben. Totdat ik achter
in de veertig was kleedden ze me met hun ogen uit. Maar ik ben nu al
uitgekleed en jullie blijven zo fijn rustig. Eh ik heb ook nooit iets
kunnen vergelijken. Vergeleken met mij komen er natuurlijk alleen maar
jonge meiden op het zonneterras. En de jongens zijn nooit groot. Zou ik
bij Thomas mogen kijken?’
‘Vast wel. Ga maar naast hem zitten.’
Moeder stond op en ging naast Thomas op zijn stretcher zitten.
‘Vind je het erg, als ik zo van dichtbij naar je kijk?’
‘Nee hoor, ik begin er aan te wennen. U bent de vierde.’
‘Tja, je bent nog niet
zo groot. Zou ik naar je extra grote ballen mogen kijken? Ik heb als
ruil niet veel te bieden. Om naar te kijken. Maar eh misschien wil je
wel even aan me voelen. Vader heeft niets in te brengen, die heeft zelf
genoeg overal aangezeten.’
‘Ik wil wel even.’
Thomas pakte een borst van moeder.
‘Hij hangt wat, maar als ik hem optil, zo, heb ik toch een handvol, dus zo erg is het niet.’
Hij speelde ook even met haar andere borst.
‘Ik denk dat ik de tweede ben, die tegen u zegt, doe je benen eens uit elkaar, ik wil je gleuf zien.’
‘Ondeugende jongen.’
Ze deed haar benen van elkaar af en schrok toen Thomas haar ging bevoelen.
‘Oei. Nou, vooruit. Je bent de tweede die eraan zit.’
‘Het voelt goed aan, mevrouw. Geen eh sprake van slijtage, geloof ik.’
‘Nee, joh, het voelt iedere keer als nieuw aan. Het past nog precies. Hé, stop! Weet je dat ook al?’
‘Ja, daar had ik ooit over gelezen. Inmiddels weet ik er natuurlijk ook in de praktijk iets van.’
‘Iets, ondeugd? Nou ja. Doe jij nu je benen eens uit elkaar, mijn beurt om te kijken.’
Thomas deed zijn benen wat van elkaar af en tilde zijn middel iets op.
‘Je hoeft je niet op te
tillen, je jongeheer gaat zelf al een beetje staan. Mooi, dan zit hij
niet in de weg. Nou, ik zie niets bijzonders.’
‘Nee, te zien is het niet. Het is niet meer dan eerlijk dat u ook eens wat anders voelt.’
‘Oei. Nou, als vader
het vroeger geen probleem vond om aan meiden te komen wanneer hij de
kans maar kreeg, wil ik wel eens een andere man vasthouden.’
Moeder pakte zijn ballen vast.
‘Ja, duidelijk groter dan van vader. Wat zijn daarvan de consequenties?’
‘Een grote productie. Veel en vaak kunnen.’
‘Zoals Mark vaak zegt, alles is relatief. Kan je wat cijfers geven?’
‘Ik ben bang dat u dan toch ook spierwit wordt.’
‘Ik ben wat meer gewend
dan mijn moeder. Die zat nooit op een zonneterras. Op het strand zat ze
met een hooggesloten badpak met zo’n extra rokje erover.’
Ze giechelde.
‘En beslist nooit
helemaal naakt, met haar benen wijd, naast een naakte jongen met een
halve erectie en met zijn ballen in haar hand.’
‘Nou, die cijfers, op een vrije dag vrijen we een keer of zes. En ik spuit dan steeds een keer of zes.’
Moeder werd toch wat bleek.
‘Oh, Tamara, red je dat?’
‘Ja. Hij past ook
precies. U merkte al iets, hij is erg goed. Ik geniet zo wie zo
vreselijk, maar vooral als hij zes keer achter elkaar met een kreun en
een stoot een straal sperma in me spuit. Als ik nog niet gekomen ben
kom ik daar zéker van. Of voor de tweede keer. Van mij mag het
nog wel vaker.’
Ze grinnikten allemaal, behalve moeder, die werd nog wat bleker.
‘Tja, ik vroeg niet om er omheen te draaien.’
‘We zien het als beloning, mevrouw, omdat we tot in onze huwelijksnacht niet gevreeën hebben.’
‘Dat is niet eerlijk. Ik ook niet, maar mijn beloning is niet zo groot. Maar wel genoeg, hoor, vader.’
‘Fijn. En het aantal is bij ons toch eerder opgelopen dan afgezakt?’
‘Ja, dat is ook waar. De laatste tijd zeker, oude snoepdoos. Vast van die blote meiden op het zonneterras.’
‘Ja, jeugdherinneringen. Het zien dan.’
‘Ja, ja. Nou, het
blijft daar bij kijken. Thomas, je geniet duidelijk van een hand aan je
ballen. Je bent al wat groter dan vader. Zeg, ik zou ook wel eens
willen weten of een jonge stijve net zo aanvoelt als een wat oudere.
Mag ik?’
‘Ja hoor. Dan wordt hij wel nog groter.’
‘Kan dat? Ik bedoel, kan dat zonder problemen?’
‘Anders waarschuw ik wel.’
Moeder pakte hem voorzichtig vast.
‘Het voelt hetzelfde aan. Fijn, vader. Zeg, komt er nóg meer?’
‘Ja, natuurlijk, tot hij, net zoals bij uw man daarnet, helemaal omhoog staat.’
De ogen van moeder werden in hetzelfde tempo als de erectie van Thomas groter.
‘Zo?’
‘Ja, nog lekkerder strelen helpt niet meer.’
‘Tja, mijn hand ging
vanzelf bewegen. Wat ontzettend groot. Heel mooi om te zien. Maar met
die van jou zit ik vol genoeg, vader. Dank je wel, Thomas. Ik ga op
mijn plek zitten, voor ik zin krijg in een ritje met je. Vader moet
straks maar gelijk op de bok.’
Ze grinnikten allemaal en moeder ging op haar stretcher zitten.
‘U bent wel kleiner dan
Thomas, meneer, nu zeker, u went al aardig, maar ik vind het fijn om te
zien dat u op uw leeftijd nog een complete omhoogstaande erectie kunt
krijgen. Die ook nog goed werkt, dus. Ik had geen idee, maar nu heb ik
goede vooruitzichten. Op ritjes tot op een toch wat hoge
leeftijd.’
Ze grinnikten weer.
‘Tamara, moeder was zo
vrij om zonder me iets te vragen op de vergelijkingstoer te gaan. Mag
ik naar jouw jonge poesje kijken?’
Tamara stond op, liep naar hem toe, en ging met haar benen van elkaar naast hem op zijn stretcher zitten.
‘Je durft.’
‘Uw vrouw ook. En Mark
heeft me ook al bekeken. En vergeleken. Er schijnt bij meisjes niet
veel verschil te voelen te zijn.’
‘Voor zover ik me kan herinneren was dat ook zo.’
Vader voelde voorzichtig aan haar doos en gleuf.
‘Ik moet moeder gelijk
geven, het voelt hetzelfde aan. Fijn, moeder. Tja, ik begon er
eigenlijk pas goed van te genieten met moeder. Veel fijner spelen,
méér dan alleen komen. Dank je wel, lief.’
‘Zal ik wat jeugdherinneringen voor u ophalen?’
‘Ik heb al wat verteld.’
‘Ja, maar niets gevoeld.’
‘O. Ja, graag.’
Tamara pakte zijn ballen.
‘Net zulke grote als Mark. Tja, vast erfelijk. Alhoewel, hij is wat groter. Toch even proberen.’
Ze streelde zijn halve stijve tot die recht omhoog stond.
‘Nou, hij mag er best wezen. Lekker?’
‘Ja, dank je wel.
Tamara ging weer terug naar haar eigen stretcher.
‘Tja, ik heb heel wat
genoten. Achteraf gezien, die dienstmeisjes hielden waarschijnlijk bij
wanneer ik het laatst eh behandeld was. Ze moesten natuurlijk mijn bed
opmaken en de kamer schoonhouden. De bedoeling was om dat te doen als
ik er niet was. Maar als ik op mijn kamer was kwam er toch vaak
één wat doen. Bijna altijd kreeg ik dan een stijve. Als
ik dan zelf geen actie ondernam deed zij het wel. Met als resultaat dat
ze me waarschijnlijk zo vaak mogelijk hebben laten lozen, op
één of andere manier. Nou, ik had er geen bezwaar tegen.
Ik herinner me nu, dat het niet altijd zo succesvol was, dan kwam er
niet veel. Tja, met moeder wist ik al gauw dat het maar een keer of
drie per dag goed lukte.’
‘Niks maar, meneer. Als hij het dan maar goed doet, hè, mevrouw?’
‘Ja, dat deed hij, van het begin af aan. Terwijl hij het nog nooit echt gedaan had.’
‘Nee,
wel bijna. Sommige meisjes durfden met mijn stijve over hun gleuf te
strelen, waardoor ik me de rest wel voor kon stellen. Maar niet, hoe
lekker het was, toen ik bij moeder mijn stijve in haar mocht duwen. En
hoe lekker het was om in haar klaar te komen. Ik bewoog eerst zo
ongeveer als de meisjes mijn stijve gestreeld hadden. Maar al gauw
fluisterde moeder hoe ze het graag wilde. Sneller, langzamer, duw
lekker door, dieper.’
‘Nou, vader!’
‘En na de eerste keer, omdat ze toen iets meer wist, ooh, man, je
komt weer, hè? Spuit maar zo veel zaad als je kan.’
‘Nou, vader!’
‘Waardoor ik nog enthousiaster werd. En moeder ook. Nog.’
‘Fijn. Thomas had nog nooit iets gedaan.
En we
hadden niet veel geoefend. Nou, hoe je ook begint, als je fijn met
elkaar omgaat schijnt het niet uit te maken, hè, Simone?’
‘Nee, we genieten er allemaal van.’
Na wat gezwommen en nog wat
gepraat te hebben gingen ze allemaal naar hun slaapkamers, met de
wetenschap dat ze allemaal wat hitsiger waren dan op een dag zonder
zwemmen.
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 7
Verzorgd door Tamara.
Deze keer geen verhaaltje, omdat er zeer verheugend nieuws is en ik het hartstikke druk heb.
De huurhuizen.
De taxaties gaan door.
De renovatie van de huurhuizen.
De beheerder van de huizen en
ik komen VOORLOPIG NIET bij de getaxeerde huizen langs om een overzicht
te krijgen voor de renovatie. We zijn vreselijk druk bezig met het
volgende onderwerp.
De nieuwbouw.
Wél zichtbare veranderingen. Wie er nu nóg niet van overtuigd is dat er nieuwbouw komt, die eh laat maar.
De stad is begonnen om
rijplaten op de vrijgemaakte strook neer te leggen. Zodra die er liggen
gaan ze geulen graven op de plek waar de trottoirs komen. Daarin komt
een betonnen bak met een deksel voor de riolering, de waterleiding en
buizen voor kabels. Middenvoor de plekken waar
twee-onder-één-kap woningen komen komt er een deksel op
de bak op de latere trottoirhoogte. Daarvandaan worden later de
woningen aangesloten. Dan gaat de geul weer dicht. De stad hoopt binnen
een paar weken klaar te zijn met dit gedeelte van hun werk. De
rijplaten worden neergelegd om het bouwverkeer niet te veel sporen te
laten maken. Óók om te voorkomen dat er,
vóór de definitieve aanleg van het wegdek als de huizen
klaar zijn, veel geëgaliseerd moet worden.
Over de rijplaten mag gelopen
worden, maar niet op werkdagen, wanneer er gewerkt wordt, om de bouw
niet te storen. Jullie hebben aan mijn eerdere verzoek, om niet op de
strook te komen, geweldig gevolg gegeven. Hartelijk dank. Ik reken nu
ook op jullie medewerking.
De tekening voor een
twee-onder-één-kap drieslaapkamerwoning is klaar. Ik heb
een exemplaar in het dorpshuis opgehangen. En een tekening van de
straat. Over een paar dagen verwacht ik de tekening voor een
twee-onder-één-kap tweeslaapkamerwoning, die hang ik dan
ook op in het dorpshuis.
Jullie kunnen tot volgende
week woensdagmiddag één uur commentaar op de tekeningen
inleveren bij de vereniging van huurders.
Vooruitlopend op de
definitieve goedkeuring van de tekeningen zijn de beheerder van de
huizen en ik begonnen om offertes voor het bouwen van de huizen te
vragen. Zodra er voldoende binnengekomen zijn zullen er contracten
opgesteld worden. Dat is veel werk, omdat er veel soorten firma’s
nodig zijn om een huis te bouwen en af te leveren zoals wij het willen.
Alle firma’s die we benaderen zullen wij om voorrang voor ons
vragen, in verband met de abnormale woningnood in ons dorp. Wij hopen
dat zij zo veel mogelijk werklui in gaan schakelen, zelfs van buiten
het dorp.
Wij hopen dat ze na het tekenen van de contracten snel aan het werk gaan.
Overige onderwerpen.
Ik heb bijgehouden hoeveel krantjes en waar ze afgehaald werden.
Het Wellingten Nieuws is
voortaan verkrijgbaar bij de ‘bakker’, in het eerste stuk
van de Hoofdstraat, bij de ‘boekwinkel’ in het middelste en
bij de ‘kapper’ in het laatste stuk in de Hoofdstraat.
Dat was het weer, voor deze keer.
Tamara
Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Week 20
‘De
stad is klaar, wat ons betreft. Ze moeten aan het eind van de straat de
aansluitingen op de rest van het dorp nog maken, maar de betonnen
bakken zitten in de grond. Het enige wat er te zien is, is een
omhoogstekend putdeksel middenvoor iedere toekomstige
twee-onder-één-kap woning. Ik heb die ambtenaar even
gebeld, om te bedanken. Die was zelf verbaasd. Ze hadden niet gerekend
op een geëgaliseerd terrein.’
‘Fijn dat je bedankt.
Blijf dat iedereen maar doen. Sorry, dat zal je vast uit jezelf al
doen. Wat ik steeds vergeet te vragen, hoe gaat het met de vragen en de
klachten? Ik heb van de beheerders gehoord dat ze het wat dat betreft
erg rustig hebben.’
‘Dat zal best. Van de
pachters hoor ik weinig. Er was er één wat klagerig, maar
die heb ik een beetje opgevoed. Ik heb onder andere op zijn eergevoel
gespeeld, of hij het niet alleen afkon.’
‘Onder andere?’
‘En verteld, dat hij
blij mocht zijn pachter te zijn met zo’n goede verpachter en dat
er stonden te dringen om zijn plaats in te nemen. Ik heb het niet te
bont gemaakt, hoor. Anders had ik wel gehoord dat hij zich bij je
beklaagd had. Ik heb hem verteld dat hij dat kon doen, als hij niet
tevreden met me was.’
‘Wat ben je toch goed. Slim en vriendelijk zakelijk, hè?’
‘Nou ja. In het begin
kreeg ik veel vragen. Ik heb veel verwezen naar de vereniging van
huurders en naar mijn krantje. Als ze nu een praatje met me maken is
het eigenlijk om te bedanken voor alles. Bij deze geef ik het nog maar
een keer door.’
‘Dank je. We zijn blij dat we het kunnen doen. Met z’n allen.’
‘Ja. Het aantal
klachten is erg afgenomen. In het begin waren er veel, door de
achterstand in onderhoud. Daarna is het verder afgenomen, omdat ik de
klachtenregeling in het krantje heb gezet. Niet alleen de beheerders
hebben het rustiger, de reparateurs ook, ik voorkom wat gebel en geloop
bij ze. Ik heb nog wat leuks meegemaakt. Ik was laatst in de Hoofdstraat, ongeveer halverwege, toen ik aan het eind een vlag zag
wapperen. Verder nergens, dus ik eropaf. Toen ik dichterbij kwam zag ik
dat het een witte vlag was met een zwart vraagteken erop. Toen werd ik
natuurlijk helemaal nieuwsgierig. Van vlakbij zag ik dat het een oud
laken of zo was, de rafels hingen eraan. En die vraagteken was er
duidelijk met een spuitbus opgespoten. Ik belde aan. Er deed een man
van achter in de dertig open, ik kende hem niet. Hij zei, hoi, Tamara.
Momentje, even de vlag binnenhalen, die heeft zijn doel bewezen. Ik
zei, wat dan? Hij zei, je hebt toch aangebeld? Je hebt een vaantje met
een vraagteken op je Rolls, ik vlagde omdat ik een vraag heb. Ik zei,
ik snapte het niet, maar het werkte wel. Leuk, hè?’
‘Ja. Heb je al vijfhonderd of zeshonderd vlaggen besteld?’
‘Daar heb ik inderdaad
aan gedacht, maar bellen is beter. Ik kom regelmatig in de Hoofdstraat,
maar niet zo veel in de andere straten. Maar ze mogen rustig zelf een
vlag maken en die buitenhangen, als ze geen haast hebben.’
‘Zet het maar in je
krantje. Als iemand het er niet mee eens is krijg je vast commentaar,
al kost een oud laken niets. Krijg je vaak commentaar op je
krantje?’
‘Ja, maar zelden
negatief. Die man bleek een bijna helemaal verstopte afvoer te hebben.
Hij had niet willen bellen, zo’n haast had het niet. Hij wist dat
ik een paar keer per week door de Hoofdstraat reed, zolang kon hij wel
wachten. Ik zei, dan moet je ook maar thuis zijn, als ik langsfiets.
Hij zei, sinds je baas breedband geregeld heeft werk ik veel thuis.
Zeg, was dat geen toeval, dat die breedband kwam toen jullie hier net
waren? Heb jij die geregeld?’
‘Die heb ik aangevraagd, omdat bij het chatten de beelden zo traag waren.’
‘Oh, natuurlijk, toen legden ze het gelijk aan.’
‘Het duurde even, ze
moesten een nieuw onderstation neerzetten, net buiten onze tuin, want
we zaten te ver weg van de centrale. Het dorp en de dichtstbijzijnde
pachters konden dan ook aangesloten worden.’
‘En waarom is niemand uit het dorp dat gelukt? Er was al langer vraag naar.’
‘Ik heb een beetje
doorgezeurd, uiteindelijk kreeg ik de directeur aan de lijn. Daar kon
ik mee praten, hij heeft net zo’n functie als ik, de grote lijnen
in de gaten houden. Ik heb een minimum afname gegarandeerd. Ik heb
nooit bij hoeven betalen, binnen een paar maanden zaten ze erboven. Ze
hadden duidelijk het gebruik in het dorp onderschat.’
‘Jij niet?’
‘Ik heb niet geschat, ik wilde breedband, om de kinderen en kleinkinderen goed te zien.’
‘En dat mocht wat kosten?’
‘Ja. Mij niet, de familie. Klein postje ergens op de balans. Telefoonkosten voor de beheerder.’
Mark en Simone grinnikten, Tamara ook, maar ze schudde haar hoofd erbij.
‘Ik wed dat dat op die balans geeneens opvalt. Er zal wel boven staan, alle getallen in miljoenen.’
‘Nee, duizenden. Maar
ik kan niet alles doen wat ik wil, er zijn een paar muggenzifters in de
familie. Die pluizen alles uit en schrijven of bellen om een
toelichting, als ze onraad vermoeden. Maar daar ben ik altijd op
voorbereid, ik heb er altijd een verklaring voor.’
‘Ja, dat geloof ik
best. Zoals het zwembad, dat hadden jullie nodig om je te kunnen
ontspannen en daardoor overdag beter te kunnen werken.’
‘Ach, ieder regelt zijn zaken op zijn manier. Zoals jij lijkkisten gebruikte toen je het nodig vond.’
‘Ik stop er maar mee,
ik kan het toch niet winnen. Goed. De beheerder en ik zijn druk met die
offertes. Normaal zet je in de contracten een clausule voor een boete
bij te late levering, en eventueel een beloning voor een vroege
oplevering. Maar dat gaan we niet doen. Iedereen gaat toch op z’n
snelst werken, omdat het voor hun eigen dorpsgenoten is.’
‘Wat denk je aan veel dingen.’
‘Koekenbakker, meneer. Bij te late leveringen waren onze taarten niet op tijd klaar.’
Mark en Simone grinnikten.
‘Knap, hoor, dat je alles zo mooi door weet te trekken.’
‘Ja, anders kan ik er
niet mee omgaan. Wat een bedragen op die offertes, zeg. En ik mag
zeggen, goed, doe maar. Honderd centraleverwarmingsketels, van het
nieuwste, zuinige type. Ze komen ook van ver, bij andere dealers
vandaan. De fabriek kan er niet zo snel zo veel leveren, maar we
krijgen de volle korting. Per stuk erg goedkoop, dus maar een hele
kleine verhoging van de huur.’
‘Mooi op tijd besteld.’
‘Het mooiste vind ik, hoe de mensen verrast zullen worden. Er zit ook een warmwatervoorziening in die ketels.
Ik had verteld dat bijna
niemand in het dorp een bad heeft. En die douches? Je hebt er gezien,
hè, Simone, bij ons rondje door het dorp? De meeste zitten in
een kast, omdat er verder nergens ruimte voor was.’
‘Ja. Onpraktisch, bekrompen, onhygiënisch.’
‘Ze zijn gewend aan een
zielig straaltje warm water uit de douchekop. Volgens de leverancier
spuit het hete water terug op het plafond als je de kraan boven het bad
te ver opendraait. Goed. De aanrechten met wasbakken en kooktoestellen
zijn ook besteld. En de vaatwassers, toiletten, mengkranen, wastafels
en nog wat ook. We hebben het over de leveranciers verdeeld, verdienen
ze allemaal wat. Ondanks dat we tot vijftig procent korting krijgen,
door die honderd tegelijk. En twintig procent korting, als de mensen
later magnetrons en zo bij ze kopen.’
‘Mooi. Dat nog wat, wat je ook besteld hebt, is dat iets waar we het niet over gehad hebben?’
‘U mist ook niet veel.
Ja, maar dat zijn kleinere dingen. Die weet ik nu niet uit mijn hoofd,
maar er kwam nog wat van de vereniging van huurders. En alles wat ik
hoor of zie schrijf ik op en kom ik later tegen.’
‘Geweldig. Dat was de binnenkant van de huizen.’
‘Ja, die spullen moeten
er op tijd zijn. We zijn nog bezig met de bouwers. Die zijn geen
snelheid gewend, maar ze komen op gang. Oh, red u dat niet? Tja, dan
moet ik toch eens verder kijken.’
‘Tja, net geen chantage.’
‘Ach, ze hoeven niet. Maar ze willen heel graag. Ze wennen wel aan onze snelheid.’
‘Een paar weken meer of minder zijn toch niet zo belangrijk?’
‘Nee, maar getreuzel is niet nodig. Voor een keer, dank je wel, Mark, ik vind het zulk mooi werk.’
‘Geen dank. Dat maak je er zelf van.’
‘Samen met de
beheerder. Vooral de binnenkant van de huizen vind ik fijn, daar leven
de mensen. Maar ik ga me nu druk maken over de buitenkant. Beton en
bakstenen en zo. Dat moet soms ook van ver komen, die hoeveelheden.
Maar het transport van grote hoeveelheden is ook niet duur, dus dat
maakt niet uit. Tot ziens.’
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
* *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 8
Verzorgd door Tamara.
Deze keer een kort verhaaltje, ikke druk, druk, druk.
Ik heb nog wat leuks
meegemaakt. Ik was laatst ongeveer halverwege de Hoofdstraat, toen ik
aan het eind een vlag zag wapperen. Ik werd natuurlijk nieuwsgierig,
want er werd verder nergens gevlagd. Dus er naar toe. Van vlakbij zag
ik, dat het een oud laken was, de rafels hingen eraan. Het vraagteken
was er duidelijk met een spuitbus opgespoten. Toen ik aanbelde deed de
bewoner open. Hij zei, hoi, Tamara. Momentje, even de vlag binnenhalen,
die heeft zijn doel bewezen. Ik zei, welk doel? Hij zei, jou aan te
laten bellen. Je hebt een vaantje met een vraagteken op je Rolls, ik
vlagde omdat ik een vraag heb. Leuk, hè?
Jullie mogen best voor me
vlaggen, maar bellen werkt sneller, ik rijd erg onregelmatig door het
dorp. En dan natuurlijk het meeste door de Hoofdstraat. Die bewoner had
geen haast, zijn afvoer ging alleen steeds slechter doorlopen. Die in
zijn keuken, voor de volledigheid.
De huurhuizen.
De taxaties gaan door.
De renovatie van de huurhuizen.
De beheerder van de huizen en
ik komen VOORLOPIG NIET bij de getaxeerde huizen langs om een overzicht
te krijgen voor de renovatie. We zijn vreselijk druk bezig met het
volgende onderwerp.
De nieuwbouw.
Herhaling, over de rijplaten
mag gelopen worden, maar niet op werkdagen, wanneer er gewerkt wordt,
om de bouw niet te storen. Bij voorbaat dank voor jullie medewerking.
Er is heel weinig commentaar
op de tekeningen ingeleverd. De inzenders worden bedankt. We zijn er
een beetje trots op dat wij al gedacht hadden aan de dingen die jullie
vroegen, ze zijn alleen niet op de tekeningen te zien.
De beheerder van de huizen en
ik zijn verbaasd over de snelheid waarmee de offertes binnenkomen. We
zijn al kunnen beginnen met het opstellen van de eerste contracten. We
doen eerst die, die de buitenkant van de huizen betreffen, daarna komen
die voor de binnenkant.
Overige onderwerpen.
Geen.
Dat was het weer, voor deze keer.
Tamara
Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
* *
Week 21
De kinderen kwamen zo
laat aan, dat ze gelijk gingen dineren. De dienstmeisjes ontfermden
zich maar al te graag over de kleinkinderen.
‘Ik had nagedacht over
hoe we jullie onder zouden brengen. We hebben geen twee mooie suites
naast elkaar, en ik wilde jullie niet te ver van elkaar zetten. Dus
stelde ik voor om een extra tweepersoonsbed in de suite tegenover die
vier eenpersoonsslaapkamers te zetten, met een schot tussen die bedden.
En jullie kinderen in de eenpersoonsslaapkamer daar recht tegenover.
Toen vertelde Simone me, dat er in die eenpersoonsslaapkamers inmiddels
tweepersoonsbedden stonden. Toch hebben we dat extra bed en dat schot
neer laten zetten. Thomas heeft wel kinderbedjes geregeld. Jullie
zoeken het maar uit.’
‘Merci, paps. Dat wordt
weer net zo spannend als toen we de eerste keer hier kwamen. Toen
wisten we ook niet hoe we zouden slapen. Nou, het waren zo ongeveer de
laatste keren dat we niet bij elkaar sliepen. Tenminste, op dezelfde
kamer, soms wel op aparte bedden, als we elkaar te verleidelijk
vonden.’
‘Voor we getrouwd waren
had mams haar eigen kamer. Nadat we begonnen te vrijen sliep ze ook
niet altijd bij me, tot we trouwden natuurlijk. Jullie koffers staan in
de suite, die van de kinderen in de kinderkamer. Die zijn ongetwijfeld
door de diensmeisjes gevonden. Ze hebben geen problemen met de
kinderen, anders hadden ze het laten weten.’
Ze praatten na het diner verder in de suite van Mark en Simone. De kinderen gingen niet al te laat naar de andere vleugel.
Daar keken ze eerst bij de kleintjes. Die sliepen, en in een hoekje zat een diensmeisje een boekje te lezen.
‘Alles goed gegaan?’
‘Ja, mevrouw. Gevoed, gewassen, in bed gestopt. Het zijn makkelijke kinderen.’
‘Dank je wel. Je kan nu ook naar bed, hoor.’
‘O, nee, mevrouw. Als u
het goed vindt blijft er een meisje bij, we lossen elkaar af. We vinden
het zo leuk, er komen nooit kleine kinderen.’
‘Nou, prima. We weten
nog niet waar we gaan slapen. Misschien in de suite, maar als je
hiernaast wat hoort zijn we in de twee kamers hiernaast.’
Ze gingen met z’n vieren de suite in.
‘Wat doen we, Jamie?’
‘Ik vind het gezelliger dan in twee kamers. En dat schot is voor mij niet nodig.’
‘Goed. Als we onder de dekens blijven gaat het wel.’
‘Onder de dekens? We zien Mike en Aimee in de tuin toch ook vrijen?’
‘Dit is wel erg dicht bij elkaar.’
‘Dat bedoel ik, gezellig. Wat denken jullie er van?’
‘Prima. Aimee?’
‘Ik voel wel wat voor het voorstel van Jamie.’
‘O. Niet liever onder de dekens?’
‘Ik eh zou best meer willen zien dan een kont die op en neer gaat.’
‘Je weet toch wat er dan gebeurt?’
‘Ja, maar ik zie dan niets. Ook het begin niet.’
‘Je bedoelt, het naar binnen gaan?’
‘Ja, wij kijken bij
onszelf ook wel eens. Dat vind ik zo mooi. Je zou zweren dat hij er
niet ingaat, zo’n dik ding, in zo’n smalle gleuf. Maar die
gleuf gaat zo mooi open en om hem heen. En dan gaat hij er ook nog
helemaal in.’
‘O. Je bent erg eerlijk.’
‘Dat zijn we altijd.
Alleen wat meer terughoudend. Nou, de rest ook maar. In de tuin houden
we ons ook in met herrie maken. Ik wil graag ook alles horen. Nog meer
met elkaar meegenieten. Dat kan toch wel?’
‘En andersom?’
‘Wil ik ze graag van
ons mee laten genieten. We zullen wel ongeveer hetzelfde doen. Mike, in
de tuin kijken we ook de andere kant niet op als ze vrijen. We vinden
het leuk, dat ze genieten. Ontkennen kan je niet, je krijgt er altijd
een stijve van.’
‘Ja, dan denk ik natuurlijk, zo meteen wij.’
‘Ja, we wachten altijd tot ze klaar zijn. Andersom ook. Zie je wel? Eerst meegenieten, dan pas zelf.’
‘Prima. Silvia?’
‘Ja, andersom ook. Ik
kijk onder het vrijen wel eens hoe jullie toe zitten te kijken. Ik vind
het altijd leuk je een stijve te zien krijgen, Mike, als de stijve van
Jamie in me zit. Jamie, niet met onze neuzen er bovenop, maar wat
dichterbij dan in de tuin, vanaf het andere bed, goed?’
‘Ja, prima. Net wat
Aimee zei, we vinden het leuk elkaar zien genieten. En horen? Ja, een
kreun bij iedere stoot, zeker op het eind, vind ik lekker.’
Hij schoof het schot aan de kant en begon zich uit te kleden.
‘Van dat gepraat heb ik natuurlijk een stijve gekregen. Nou, voor niemand iets nieuws, hè?’
De anderen kleedden zich ook uit.
‘In een slaapkamer je uitkleden is wat anders als blootzitten in de tuin, hè, Silvia?’
‘Ja, maar ik vind het wel gezellig. De jongens staan zelden tegelijk, met een stijve. Ze zitten of lopen.’
‘Ja. Moet je ze zien, ze staan te showen.’
‘Ja, mooi.’
‘Kom eens naast elkaar staan.’
De jongens deden het.
‘Prachtig. Zeg, heb jij die van Mike zo al eens vast gehad?‘
‘Nee, dan was hij altijd kleiner. In het water ook. Zo is hij voor jou.’
‘Toch zou ik wel eens uitgebreid aan Jamie willen voelen.’
‘Tja, ik vraag me ook
wel eens af of er voelbaar verschil is. De laatste keer dat ik serieus
aan je gezeten heb, Mike, was toen we een jaar of twaalf waren. Toen je
zag dat ik borstjes kreeg heb ik je eraan laten voelen. Niks aan, zei
je, zo klein. Toen ik haar op mijn doos kreeg heb ik je het ook laten
voelen. Ook niks aan, zei je, op mijn hoofd heb ik meer. Ik vond aan
jouw balletjes ook niet veel. En aan je pikkie ook niet, je zei dat je
al een rechtvooruitstaande stijve kon krijgen, maar die had je toen
niet. Een slap slangetje wat in één hand paste. Toen Jamie
opdook had ik er natuurlijk helemaal geen belangstelling meer voor.
Toen jullie geen handdoek meer hoefden te gebruiken vond ik het wel
fijn dat jullie net zo groot waren. Maar mag ik er nog eens
aanzitten?’
‘Ja hoor.’
Silvia voelde eerst uitgebreid aan zijn ballen, toen aan zijn stijve.
‘Nou, het zal niet in
jullie hoofd opkomen om een geintje uit te halen, maar ik zou in het
donker vast het verschil niet voelen.’
‘Nee? Ik mag bij jou ook wel even, hè, Jamie?’
‘Ja, als je niet meer doet dan Silvia bij Mike. Zijn ademhaling werd wat sneller toen ze zijn stijve streelde.’
‘Voorzichtiger kon ik niet, dan zou ik niets voelen.’
Aimee bevoelde Jamie.
‘Je hebt gelijk, het voelt hetzelfde aan. Een stevige paal, hè?’
‘Ja. Nu hoef ik me niet
meer af te vragen wat jij voelt, als hij je daarmee binnenin streelt.
Vast hetzelfde wat ik voel. Ik weet nu genoeg, meer wil ik daar niet
mee.’
‘Nee, natuurlijk niet, wat we er verder mee kunnen doen doen we alleen bij onze eigen jongens.’
‘We mogen ook wel even grondig aan jullie komen, hè?’
‘Ja, als we maar niet komen.’
‘Natuurlijk niet, dat
doen we alleen bij onze eigen meiden. We letten wel op of jullie gaan
hijgen. Draaien jullie je maar om, van achteren af kunnen we het
lekkerst voelen.’
De meiden draaiden zich om, de jongens pakten hun borsten vast, masseerden en schudden ze een beetje.
‘Ik zou in het donker ook het verschil niet voelen.’
‘Nee, maar vast wel het verschil beneden. Ja, geen krulletjes. Nou, lekkere doos, Silvia.’
‘De jouwe voelt net zo lekker, hoor. Die krulletjes zijn grappig, maar ik voel ze alleen met mijn handen.’
‘Met wat anders kom je er niet aan. En haal die stijve uit mijn bilnaad.’
Ze grinnikten allemaal, en de jongens lieten de meiden los.
‘Zullen wij beginnen, Silvia? Je zal wel willen komen, en ik zeker, na dat gespeel met mijn spullen.’
‘Ik ga al liggen.’
Silvia ging op bed liggen, Jamie ging voor het voeteneind staan, Mike en Aimee gingen op het andere bed zitten.
‘Prachtig. Vrouwtje op
haar rug, beentjes wijd. Goed zo. Dan kunnen de anderen ook eens je
mooie doos wat beter zien. Al zijn jullie allebei zo mooi, hè,
Mike?’
‘Ja, net zo mooi. Ze konden wel tweelingen zijn. Ook praktisch dezelfde mooie borsten.’
‘Ja, van precies de
goede grootte. Ik kom over je heen hangen, mooie blote meid. Stuur je
me? Eerst even strelen, hè?’
Hij kroop op bed en liet zich
op haar zakken. Nadat ze wat met zijn stijve over haar gleuf gestreeld
had, liet hij zich verder zakken. Zodra hij voelde dat hij binnen kwam
ging hij met kleine stootjes verder tot hij op haar lag. Ze sloeg haar
benen om hem heen.
‘Mooi?’
‘Ja, Silvia. Ik voelde met je mee. Ga nu maar lekker wippen.’
Silvia begon met stoten, Jamie nam het over.
‘Het streelt weer heerlijk. Wat blijft dat fijn passen, meid.’
‘Als je het nog niet wist, ik help een beetje. Als ik vlug wil komen ga ik je stijve een beetje knijpen.’
‘Oei, ja. Het begint al.’
Hij wipte sneller.
‘Daar komt het. Ohhhh, ohhhh, ohhhh.’
‘Nog even doorwippen, schat, ik ben er bijna.’
Hij wipte door, tot ze uitgekreund was.
‘Zullen we applaudisseren?’
‘Nee, Mike, dat kunnen we zelf ook. Even wachten tot ze uitgehijgd zijn.’
‘Dat gaat snel, hoor.
Door dat gespeel en de aanwezigheid van publiek is het een quickie
geworden. Jij kwam ook snel, hè, schat?’
‘Ja. Ik vond het opwindend, dat ze keken. Nu jullie?’
Mike en Aimee deden ongeveer hetzelfde, Aimee kwam op de laatste stoot van Mike.
‘Mooi gezicht, hè, Jamie?’
‘Ja, zo goed kunnen we
het bij onszelf niet zien. Jammer dat meisjes niet doorzichtig zijn, om
het spuiten te kunnen zien.’
‘Nee, maar dat kunnen
we thuis in de tuin nog wel eens doen, op de plantjes van mams, als
jullie niet naar binnen kunnen. Ik heb slaap, laten we onder de dekens
gaan. Als je weer stijf bent naar binnen, schat, dan val ik weer
heerlijk in slaap.’
Zo deed het andere stel het ook.
De volgende dag kwam Tamara het kantoor binnen toen Mark en Simone er net waren.
‘Ik weet niet of jullie
nog een keer op de strook willen kijken, voor de bouw begint. Misschien
met de kinderen. Vandaag is het nog een gladde vlakte, met alleen
achtenveertig putdeksels. Ik zet steeds in het krantje, alleen over de
rijplaten lopen, de mensen houden zich er keurig aan.’
‘We gaan vast met z’n allen kijken. Wat is het beste, met een auto of met een koets?’
‘Met een koets. Dat
zullen de mensen ook mooier vinden. Dat maakt nog meer indruk dan een
Rolls. Ik weet dat het jullie niet om de indruk op de mensen gaat, maar
vanuit een koets kan je alles beter zien. En gezien worden.
Terugzwaaien, alsjeblieft.’
‘Natuurlijk. Is het morgen geen gladde vlakte meer?’
‘Nee, dan beginnen ze
met het uitzetten van de huizen, dan komen er overal stokjes in de
grond. Dan mag u natuurlijk ook kijken, dan kan je nog beter zien waar
de huizen komen. Volgende week begint de echte bouw, het storten van de
vloeren.’
‘Geen kelders?’
‘Nee, de mensen zijn
het niet gewend. Er is ook geen vraag naar. Het zou de huizen onnodig
duurder maken, extra graafwerk, grondafvoer, meer beton en stenen. En
dure afdichting, het grondwater staat niet zo laag.’
‘Je hebt er dus wel over nagedacht.’
‘Ik niet, ik ben
óók geen kelder gewend. De beheerder dacht eraan. We
vullen elkaar mooi aan, hij weet meer dan ik van bouwen, al is dat geen
kunst, maar ik van de mensen die er komen wonen. Ze zijn zo blij, in
het dorp. Ik ben een paar keer bij klasgenootjes van me geweest, die nu
nog bij hun ouders inwonen. Ik heb zitten janken, zo primitief. Vroeger
wist ik niet beter, maar ik heb nu zo’n mooi huis. En dat krijgen
zij ook.’
Simone had ook tranen in haar ogen.
‘Zo heb ik dat niet gezien. Als wij er waren, overdag, dan waren alleen de ouders thuis. Wat fijn.’
‘Ja. De ouders zijn ook
blij. Als de kinderen de deur uit zijn gaat het niet zo lang meer duren
voor hun huis gerenoveerd wordt. Meneer, mag het ook wat lux?’
‘Natuurlijk. Met de
kortingen die jij los krijgt is dat geen probleem. We moeten tegen die
tijd kijken of er hetzelfde in kan als in de nieuwbouw. Aanrecht,
afwasmachine, bad, enzovoort. Dat wordt vast puzzelen, de meeste huizen
zijn kleiner, hè?’
‘Ja, maar voor maar één gezin kunnen er vast ruimten samengevoegd worden. Niks mooier dan puzzelen.’
‘O nee? Komen jullie vanavond zwemmen?’
‘Graag, Simone. Komen de kinderen ook?’
‘Ja. Je bent aan de
vroege kant, anders had je ze kunnen ontmoeten. Ze slapen natuurlijk
uit, na de reis met dat gesjouw met de kinderen. Zeg, komen jullie
eigenlijk wel eens in het zwembad als wij er niet zijn?’
‘Tot nu toe niet.’
‘Wachten jullie op onze uitnodiging? Dat hoeft niet, hoor. Kom maar als jullie zin hebben.’
‘We vinden dat niet fijn ten opzichte van het andere personeel.’
‘Dat is goed bedacht
van jullie. Dat voorkomt scheve gezichten. Dat we jullie uitnodigen
snappen ze wel, we zijn duidelijk ook bevriend. Lekker intiem bevriend,
hè?’
‘Ja, we genieten allemaal van ons uitzicht. Eh gaan de kinderen meedoen?’
‘Natuurlijk.’
‘Eh wordt het méér dan zien?’
‘Wat is dat voor een ge eh, eh? Preuts, Tamara? Voor leeftijdgenoten?’
‘Nee, dat niet. Alleen een beetje veel tegelijk. Voor mij twee jongens erbij, voor Thomas twee meisjes.’
‘We hebben al overlegd.
Om makkelijk te beginnen houden we onze badjassen aan tot we er
allemaal zijn en kennisgemaakt hebben. Daarna zien we wel.’
‘Goed. Zijn er nog meer stretchers?’
‘Er staan er genoeg.
Mike en Aimee gebruiken er altijd samen één, Silvia en
Jamie ook. Kom maar om een uur of halfacht. Dan zijn de kleinkinderen
na het diner naar bed gebracht. Een dienstmeisje past op.’
‘Prima, Simone.’
Bij de lunch doken de kinderen op.
‘Zo, uitgeslapen en uitgevreeën?’
‘Die combinatie gaat
slecht, mams. We hebben goed geslapen en lekker gevreeën.
Uitgevreeën zijn we natuurlijk niet, maar we hebben wel even tijd
voor wat anders. En voor jullie natuurlijk.’
‘Kwamen jullie daar niet voor, ondeugende dochter?’
‘U begon over vrijen.
Ja, ook. We hebben ook al met de kinderen gespeeld, hoor. Jullie
dienstmeisjes zorgen goed voor ze. Er is er vannacht zelfs
één bijgebleven, al is dat niet nodig. Maar wij sliepen
natuurlijk rustiger. Ze vinden het prachtig, kleine kinderen. En wij
hebben meer tijd voor elkaar. Wat gaan we doen?’
‘Tamara kwam vanmorgen,
om even over de voortgang van de nieuwbouw te vertellen. Ze stelde voor
om in het dorp te gaan kijken, ook naar de nieuwe straat in aanleg. Er
is daar niet veel te zien, maar dan krijgen jullie een idee over de
verhouding tussen het dorp en wat er bijkomt.’
‘Veel, paps?’
‘Er zijn ruim vijfhonderd huizen, Mike, in vijf straten, er komt een straat bij met zesennegentig huizen.’
‘Veel. Bijna twintig
procent. Laat me even denken. . . . Zesennegentig huizen. Dat kost
nogal wat, hè? Maar dat brengt op de lange duur vast ook nogal
wat op, hè?’
Ze grinnikten allemaal.
‘Ja, dat kost nogal
wat. Maar de reserves van de familie zijn nogal groot. Het rendement
hoeft niet meer dan één procent te zijn, anders worden de
reserves nog groter, en dat is absoluut niet nodig. Daardoor zouden de
huren laag kunnen blijven, maar we gaan hetzelfde vragen als voor de
oude huizen. Met het overschot kunnen we alle huren verlagen.’
‘Mooi. Een hoop werk?’
‘Ja, heel veel. Maar Tamara en de beheerder zijn vreselijk goed. Jullie zullen haar nog wel ontmoeten.’
‘Ik ben benieuwd.’
‘Ze is niet alleen slim, ook lief. Goed. We kunnen per auto of per koets naar het dorp.’
‘Weer per koets, natuurlijk.’
‘De kleintjes ook mee?’
‘Ja, ze zijn gewend om vaak buiten te zijn.’
‘Natuurlijk. Maar nu wel aangekleed. Het zullen twee koetsen moeten worden, met z’n achten.’
‘Zes, de kleintjes blijven op schoot. We lossen elkaar af.’
‘Goed. Francis?’
Francis stond in de hoek van de eetkamer te wachten of er bediening nodig was. Ze kwam vlug naar Mark toe.
‘Ja, meneer?’
‘Vraag Thomas even of
hij een koets voor zes personen kan regelen. Voor een ritje door het
dorp. Ze hoeven zich niet te haasten, maar we willen graag weg nadat we
even bij de kleintjes gekeken hebben.’
‘Ja, meneer.’
Francis ging weer naar haar hoek en belde.
‘Zij was gisterenavond bij de kinderen, nu hier. Wat doet ze allemaal?’
‘Francis? Van alles, in
huis. Bijna al het personeel heeft meerdere functies. Genoeg werk om
zich niet te vervelen, maar ook niet te veel. Thomas zorgt daar goed
voor. Hij is erg voorzichtig om niemand voor te trekken. Zoals Francis,
die heeft bij hem in de klas gezeten, net als Tamara. De koetsier van
vandaag is waarschijnlijk de garagechef. De stalmeester rijdt liever op
de rug van een paard. Ook goed.’
‘Één en ander lijkt me goed georganiseerd.’
‘Ja, Mike. Ieder nieuw
familiehoofd en iedere nieuwe butler loopt alles nog eens na. En houdt
veranderingen bij, natuurlijk. We hoeven niet zuinig te doen, maar
personeel niets laten doen is geld verkwisten.’
‘Ja, paps. Ik zal het onthouden, voor het geval mij zoiets overkomt.’
‘De eerste twintig jaar
krijg je me hier niet weg. Simone en ik genieten erg van wat we hier
kunnen doen. Genieten jullie in Boston maar op jullie beurt van jullie
kinderen. Werk niet te veel.’
‘Er zal toch brood op de plank moeten komen.’
‘Mike, het gaat ons niets aan, maar mag ik het daar even over hebben?’
‘Natuurlijk. We willen nog steeds niet zelf het wiel uitvinden.’
‘Dat is prima, maar jullie moeten zelf bepalen hoe het draait.’
‘U heeft ons altijd goed geadviseerd en alle ruimte gegeven.’
‘Dank je wel. Over
brood op de plank. Jij verdient goed, Jamie verdient goed, en, ik neem
aan zolang ze willen, Silvia en Aimee verdienen met hun gedeelde baan
ook aardig. Jullie onkosten weet ik natuurlijk ook zo ongeveer, wij
hebben ook in het huis gewoond. Jongelui, Simone, achteraf gezien heb
ik te veel gewerkt, dat wil zeggen, te veel uren in de week.’
‘Toen de kinderen klein waren ging je laat weg en was je vroeg thuis.’
‘Ja, maar ik had nog minder moeten werken, niet alleen voor de kinderen, ook om meer bij jou te zijn.’
‘Dat is lief van je, maar je weet wat er gebeurt als je thuis bent. Of er kinderen zijn of niet.’
‘Ja, dan had je me vast
wat af moeten remmen. Dat was niet zo erg geweest, bij elkaar zijn is
meer waard dan werken.’
‘Dan had je minder salaris gehad.’
‘Ja, maar dat had
gekund. Ik had zelfs op mijn reserves in kunnen teren. Die zijn steeds
groter geworden en we hebben ze hier niet nodig.’
‘Niets ervan, paps?’
‘Alleen voor echte
privé-zaken. Cadeautjes, als ik die niet vergeet. Uitstapjes, af
en toe gaan we naar Londen. Verder valt bijna alles onder de vergoeding
voor het beheren van alles. En die vergoeding is kost, inwoning,
enzovoort en genieten van de mooie spullen.’
‘Juist. Gaat u verder.’
‘Ja. Silvia en jij
hebben reserves. Die zijn, afgezien van een beetje opgespaard zakgeld,
begonnen met de erfenis van opa, toen jullie acht waren. Ik weet hoe
groot die was, en hoe veel het geworden is tot jullie eenentwintig
waren. Inmiddels zijn er weer wat jaren verstreken, en ik vermoed dat
jullie er nog steeds niets van uitgegeven hebben. Ik weet dat die
reserves persoonlijk zijn, Aimee en Jamie hebben daar ook niet aan
willen komen. Maar jullie moeten er toch eens over nadenken.
Persoonlijk of niet, jullie hebben de kans, en die moeten jullie nemen,
om veel van elkaar en de kinderen te genieten. Het blijft natuurlijk
lastig, je weet niet wat er komen gaat. Reserves heb je nodig, maar
niet zulke grote. Daar zal ik het bij laten.’
‘Dank u wel, paps. We gaan het, als we thuis zijn, bekijken. Heel rustig, van alle kanten.’
‘Mooi. Iedereen uitgegeten? Dan op naar het grut. Dank je, Francis. O, gaat het goed op school?’
‘Ja, meneer, geweldig.’
‘Mooi. Bedank het keukenpersoneel ook even. Weer een prima lunch.’
‘Ja, meneer.’
Na een tijdje met de
kleintjes gespeeld te hebben gingen ze naar de stallen. De kinderen
bewonderden weer de koets en de vier paarden ervoor, voor ze instapten.
Ze reden langzaam over de oprijlaan, Mark vertelde dat het portiershuis
gerenoveerd was en dat Thomas en Tamara daar nu woonden. Ze hadden bij
de poort bijna een botsing met een meisje op een fiets, dat de poort
binnen kwam rijden.
‘Hé, rijke stinkers, links houden. Of is de weg van jullie?’
De kinderen keken verbaasd,
omdat Mark en Simone grinnikten, maar begonnen het te snappen toen het
meisje bij het portiershuis stopte, afstapte, haar fiets neerzette en
naar binnen ging.
‘Dat is Tamara. Zoals gebruikelijk heeft ze weer een goede bui. Ze weet best hoe het zit.’
‘Alles?’
‘Nee, Silvia. Langzamerhand steeds wat meer. Ze gaat er goed mee om.’
‘Ik kan me voorstellen hoe het gegaan is. Met nogal wat, en zo.’
‘Natuurlijk. Dat slaapt rustiger.’
Ze reden in een vlot tempo
verder naar het dorp en langzaam door de Hoofdstraat. Er kwamen veel
mensen de huizen uit om te zwaaien. Aan het eind sloegen ze af en
gingen na twee zijstraten stapvoets over de rijplaten in de richting
van de plek van de nieuwbouw. Mark liet de koets stoppen zodra ze de
strook af konden kijken.
‘Ik geef een korte
samenvatting. Een week of tien geleden kwamen we door Thomas en Tamara
achter de woningnood in het dorp. De week erop hebben we de huizen in
het dorp kunnen kopen. De week daarna heb ik Tamara in dienst genomen
als troubleshooter. Maar ze hield niet alleen de klagers van onze deur,
ze stortte zich op woningnood. Na een week kwam ze vragen of er een
strook grond vrij gemaakt kon worden, dan konden de mensen zien dat we
serieus bezig waren. De week erop was deze strook afgerasterd en
geëgaliseerd, daarvoor liepen de landerijen door tot de huizen. De
week daarop heeft Tamara weinig gedaan, behalve trouwen en wat daarbij
hoort, zoals ze zei.’
Ze grinnikten.
‘Daarna regelde ze het
ontwerpen van de huizen. En zette de stad aan het werk. Onder die
putdeksels zitten de aansluitingen voor de huizen. Er loopt onder de
grond een betonnen bak van put naar put. Daarin zitten de riolering, de
waterleiding en een paar buizen voor de elektriciteits- en de
telefoonkabels en wat er in de toekomst nog verzonnen wordt. De
putdeksels steken nu uit, maar die komen later vlak in de trottoirs.
Als we er zo langs rijden, moet je je voorstellen, dat er bij iedere
put een twee-onder-één-kap komt. Volgende week begint de
bouw. Die zal snel gaan, er worden zoveel mogelijk werklieden
ingeschakeld. Tamara zit, op haar lieve manier, iedereen achter de
broek. Anders had dit niet in een week of tien gekund. Ze werkt samen
met de vereniging van huurders, het architectenbureau en de
beheerder.’
‘En u, natuurlijk. Na tien weken plannen beginnen te bouwen? Tien maanden lijkt me normaler.’
‘Ja, dat klopt. Laten we doorrijden.’
Ze reden over de rijplaten over de strook.
‘Bij iedere put een twee-onder-één-kap, paps?’
‘Ja, maar niet steeds
dezelfde, Silvia. Afwisselend twee drieslaapkamerwoningen onder
één kap, dan één met twee
tweeslaapkamerwoningen. Van de drieslaapkamerwoningen lopen de muren
door tot een meter boven de eerste verdieping, dan een schuin dak, om
er kamertjes onder te kunnen maken. De tweeslaapkamerwoningen zijn
bedoeld voor ouderen, daarbij hoeft dat niet, daar begint het dak
gelijk boven de eerste verdieping. De tweeslaapkamerwoningen zijn een
meter ondieper, de woonkamer is iets kleiner. Die komen een halve meter
naar achteren. Zo krijgen we geen saaie straat, maar één
met hoogte- en diepteverschillen tussen de huizen.’
‘Wat knap bedacht. Van jullie allemaal, zal ik maar zeggen.’
‘Iedereen draagt graag
wat bij. De rijplaten waren toevallig mijn idee. De stad wilde een
voorlopige straat van baksteentjes aanleggen, als alles klaar was
asfalt. Maar ik herinnerde me de rijplaten voor onze auto’s bij
jullie huwelijk. Ik heb de stad geadviseerd hun bakstenen te verkopen
en rijplaten te huren. Een soort catering. En ik herinnerde me de
kabelgoten in het ziekenhuis. Vandaar de betonnen bakken.’
‘Doen ze gewoon wat u zegt?’
‘Ik stelde alleen maar
wat voor. En ik vroeg of ik de straat zelf aan kon laten leggen. Dan
zou ik op kunnen treden als grootverbruiker en recht hebben op
kortingen op de afvoer en het water en zo. Nee, zíj zouden het
wel doen.’
‘Vóór je wat zegt, Silvia, zoiets heet voorstellen doen, mogelijkheden opnoemen. Geen chantage.’
‘Prima, mams. Paps, je zei dat het een rustig dorp was. Wat is dat voor opstootje, bij de volgende zijstraat?’
‘Geen opstootje, Tamara
is vast aan het bellen geweest. Zo te zien staat daar iedereen uit het
dorp die thuis was. En de hele school. Ik zie Ian, van de vereniging
van huurders en leraar. En de vader van Tamara.’
Ian stak zijn hand in de
lucht en hield hem daar, als stopteken, toen de koets bij de zijstraat
was gekomen. Mark liet de koets stoppen.
‘Hartelijk welkom in de nieuwe straat in wording, meneer, mevrouw, kinderen en kleinkinderen.’
‘Dank je wel, Ian.’
‘We willen van de
gelegenheid gebruik maken om u in het bijzonder te bedanken voor de
snelheid waarmee u en uw hulpen alles voor elkaar krijgen. De kinderen
hebben een paar tekeningen van de nieuwe straat gemaakt, zoals zij die
zien worden. Misschien een beetje laat, maar mogelijk doet u daarmee
nog wat ideeën op.’
‘Dank je wel. We zullen ze aandachtig bekijken.’
Ian kwam dichterbij en overhandigde de tekeningen.
‘Een persoonlijke
opmerking, meneer. Het is nooit tot me doorgedrongen, maar sommige van
mijn schoolkinderen wonen, met hun ouders, nog bij hun grootouders. U
begrijpt wel, dat de dankbaarheid en vreugde bij iedereen weer toeneemt
zodra er weer een volgende stap van de bouw te zien is.’
Hij deed weer een stap terug.
‘Wij willen u iets aanbieden.’
Hij kreeg van achteren iets aangereikt en gaf het aan Mark. Een straatnaambord, Wellingten Avenue.
‘Avenue?’
‘Ja, meneer, straat,
laan, is te min. We hebben allemaal de schets in het dorpshuis gezien.
Als u onze naamgeving accepteert laten we er bijmaken zoveel er nodig
zijn.’
‘Ik accepteer het
zeker, omdat het voorstel uit het dorp komt. Dank, ook namens de
familie. Zou je het aan Tamara willen geven? Die kan dan de stad
vragen, nee, op de hoogte stellen, dat de naamgeving geregeld is. En de
plaatsing regelen.’
Ian grinnikte. Mark grinnikte terug, liet het bord aan de anderen zien en gaf het weer aan Ian.
‘Komt in orde, meneer. Een prettige dag verder.’
Ian boog, Mark boog terug en
liet de koets weer verder rijden. Onder applaus reden ze de rest van de
Avenue af, daarna richting Hoofdstraat en daarover richting huis. Net
buiten het dorp stopte de koets aan de kant van de weg. De koetsier
haalde een zakdoek te voorschijn, veegde over zijn ogen en snoot zijn
neus.
‘Wind in je ogen?’
‘Nee, meneer. Een inwonende dochter en schoonzoon, en hun twee peuters. Wij zijn u ook zo dankbaar.’
Mark moest slikken, Simone en de meiden kregen tranen in hun ogen. De jongens keken ernstig.
‘Tja, het is fijn als
je je kleinkinderen op mag zien groeien, maar zo is zeker niet ideaal.
Zoveel te beter dat we zo’n haast maken. Rijden maar weer.’
Thuis gingen ze naar hun suites. Na het diner maakten ze met z’n allen een wandeling door het park.
Tamara en Thomas vonden Simone en Mark, in badjas, in het zwembad.
‘Pak een drankje, de kinderen komen zo. Eh, Tamara, voor de zekerheid?’
‘Ja, Simone, we zijn
het niet vergeten. Misschien is het niet nodig, maar meer dan het
verschuiven van het tijdstip is het niet. Het totale aantal blijft toch
ongeveer hetzelfde, alleen de heftigheid kan veranderen.’
‘Maak me niet jaloers.’
‘Je hebt zelf gezegd, dan zou ik de hele dag in bed moeten blijven liggen.’
‘Ja, dat hebben we daarna ook wel gedaan. Oef.’
Ze grinnikten.
‘Heb je, nadat je ons
bij de poort bijna te pletter reed, het dorp gealarmeerd? De helft
stond halverwege de Avenue.’
‘Ja, natuurlijk, ik
wist waar jullie naartoe gingen. De mensen vinden het prachtig om een
koets met vier paarden in hun dorp te zien. En ze moeten af en toe de
gelegenheid hebben om te bedanken. For he is a jolly good fellow, en
zo. Van die straatnaam wist ik niets. Vast van de vereniging van
huurders.’
‘Het was fijn, Tamara. Dank je wel. Maar niet vaker dan wat je zei, af en toe.’
‘Nee, dat weet ik wel.
Ik geef ook niet alle bedankjes door, ik doe het door af en toe te
zeggen dat er een feeststemming in het dorp is. Dan weten jullie
genoeg. Dat ze dankbaar zijn dat de woningnood opgelost wordt. Over een
aantal jaren is dat natuurlijk vergeten. Maar dan blijven ze dankbaar,
omdat de huren lager zijn dan in de omliggende dorpen.’
‘Dat weet ik nog niet.’
‘Daar ga je toch je best voor doen?’
Mark en Simone grinnikten.
‘Je bent wel in mijn dienst, maar je blijft voor het dorp vechten, hè?’
‘Nou ja, ik kom er
vandaan. We zijn altijd blij geweest met het huis. Het verschafte
aardig wat werkgelegenheid, onder goede voorwaarden. De band is nu
natuurlijk sterker geworden. Om te beginnen, de basislonen van het
personeel zijn niet verhoogd, die zijn zoals de bonden eisen.’
‘Ik ben blij dat je
zei, om te beginnen. Anders had ik het als klacht kunnen zien. Nu vat
ik het op als een constatering. Ja, Tamara. Ik vind, dat het personeel
het niet zo zwaar heeft als bijvoorbeeld in de horeca, of als een
koekenbakker, dus vind ik dat voldoende.’
‘Ze klagen ook niet,
dat weten ze. Ik zal het niet hebben over de gezelligere sfeer overal.
Maar de vergoedingen voor avond-, nacht- en weekenduren zijn wél
verhoogd, tot nogal méér dan de bonden eisen. Daar zijn
ze blij mee, maar ze, en ik, begrijpen dat niet.’
‘Overdag werken is
normaal. Daarbuiten vind ik het een belasting van hun sociale leven,
omdat er zo weinig rekening mee gehouden wordt dat er mensen zijn die
op andere uren werken dan overdag. Het verenigingsleven, enzovoorts, is
‘s avonds. Ik heb zelf ook niet alleen overdag gewerkt, ik vond
de compensatie te weinig. Nu kan ik er wat aan doen. Ik heb het de
butler uitgelegd, die zou het verder vertellen.’
‘Ik denk, omdat hij
toen nét in dienst was, dat hij het even niet bij heeft kunnen
houden. Zal ik het doorgeven?’
‘Nee, dat valt buiten jouw taak. Dat hoort ook niet privé, dus zal ik het hem zelf vertellen.’
‘Ja, heel correct. Dank je wel.’
Ze grinnikte.
‘De butler doet net of hij het niet hoort. Wat een vakman.’
Ze grinnikten alle vier.
‘En je hebt de vrije
keus gegeven tussen uitbetaald worden, uren opnemen of een mix. Dat
snappen ze heel goed, daar zijn ze ook blij mee.’
‘Heel sociaal, Mark.’
‘Ik had er toch ook de
pest aan, Simone, als ik van huis geroepen werd voor een spoedoperatie?
Vooral in het weekend. Nog meer, Tamara? Eigenlijk zouden we niet over
ons werk moeten praten.’
‘Daar gaat het niet
over, maar over de band tussen het huis en het dorp. Die is ook sterker
geworden, omdat jullie de verhuurders van de huizen zijn geworden,
enzovoort. Ik weet als weinig anderen veel over jullie eh sociale
opstelling, daarom durfde ik te vragen om iets lagere huren dan in de
andere dorpen.’
‘Ik zal mijn best doen, Tamara.’
‘Dank je wel.’
De kinderen kwamen binnen en
begroetten de anderen. Mike en Aimee gingen daarna inderdaad samen op
één stretcher zitten, Silvia en Jamie ook.
‘Ik voel me een beetje alsof ik jarig ben. Wat zou er uit de verpakking komen?’
‘Geen cadeautje om te houden, Silvia.’
‘Wel even vasthouden?’
‘Hé, niet vrijer worden dan ík altijd ben.’
‘Nee, Jamie.’
‘Die verpakking slaat
vast op jou, Thomas. Je schijnt iets te hebben wat Mike en ik niet
hebben. Aimee zit ook al zo naar je te kijken.’
‘Wij hebben ongeveer
hetzelfde, denk ik. Bij jullie vorige bezoek waren we negentien en eh
onschuldig, zoals dat heet. Inmiddels hebben jullie vast gehoord of
gelezen, dat wij Engelsen vaak wat stijver zijn dan
Amerikanen.’
[Ook het Engelse ‘stiff’ heeft meerdere betekenissen]
Ze lagen allemaal in een deuk.
‘Aimee, wat denk je?’
‘Natuurlijk, Silvia, gelijk maar.’
Aimee en Silvia stonden op en gingen ieder aan een kant van Thomas op zijn stretcher zitten.
‘Je hebt misschien
verhalen gehoord over hoe wij nieuwelingen behandelen. Zo niet, dan kom
je er nu achter. We willen een demonstratie, Engelsman. Dat mag best,
voor een keer.’
‘Jullie hebben
misschien verhalen gehoord over Tamara en mij. We zijn nog niet zo lang
getrouwd en hebben van tevoren weinig eh geëxperimenteerd. Ik had
in het begin nogal moeite als er vrouwen naar me keken. En met Simone,
natuurlijk. Daar ben ik nu aardig aan gewend.’
‘Wat is aardig?’
‘Eh, bijna op de helft. Maar twee meiden van mijn leeftijd tegelijk? En moet ik als eerste bloot?’
‘Aimee en ik zouden het
eerste kunnen zijn, maar we willen voorzichtig met je beginnen. Geef je
jezelf een beetje bloot of zullen wij een handje helpen?’
‘Het lijkt me het beste om het maar zelf te doen.’
Hij deed zijn badjas open.
‘Mooi, joh, daar kan je rustig naar laten kijken. Maar eh, klein Amerikaans, hè, Aimee?’
‘Ja, we moesten hem maar naar zijn vaderland laten emigreren, Silvia.’
Aimee stond op, deed haar badjas uit en ging weer zitten. Silvia deed haar na.
‘Het werkt. Het vliegtuig stijgt al op. Oh, wat gaat dat snel, hij is al halverwege de oceaan, hè?’
‘Ja, en hij gaat steeds
hoger vliegen. Wat klimt hij snel, zeg. Nou, hoger kan niet. Het is
kennelijk onrustig, zo hoog. Hij trilt een beetje.’
‘Dat zal vast niet aan de hoogte liggen. Hoe is het met de lading aan boord, Engelsman?’
‘Ik ben leeg vertrokken. Expres gelost vóór Tamara en ik hierheen kwamen.’
‘Handwerk, of de lading bezorgd op de gebruikelijke plek?’
‘Handwerk en zo praktisch alleen nog als de gebruikelijke plek niet beschikbaar is. Die was het nu wel.’
‘Lost hij goed, Tamara?’
‘Dat doen we samen heel goed. Nogal vaak. En nogal grote ladingen.’
‘Je lijkt paps wel, met je nog al.’
‘Simone is jaloers.’
‘Nou, dan weten we in ieder geval wát. Dan hoef je niet te klagen.’
‘Dat doe ik ook niet. Al vraag ik een enkele keer, net als een kruidenier, mag het iets meer wezen?’
‘Wat zegt hij dan?’
‘Sorry, ik wilde je niet overvoeren.’
‘Ja, dat denken die dommerd soms. Net zo groot als die van paps, hè, Aimee?’
‘Ja, de grootte is
prima. Net zolang, ietsje dunner. Mooi recht omhoog. Tamara, een keer
of drie, vier een keer of drie, vier?’
‘Een keer of zes een keer of zes.’
‘Ik bedoelde, per dag.’
‘Ik ook.’
Het was even stil, op een giecheltje van Simone na. Mark en Thomas grijnsden.
‘Nee toch? En dan nóg vragen om méér?’
Ze lachten allemaal.
‘Ik krijg hem toch niet
leeg. We zijn er erg door verrast. Hij had vanaf zijn twaalfde
één natte droom in de week. Twee, als er iets bijzonders
gebeurd was. Zoals op z’n vijftiende stiekem toekijken hoe een
stelletje in het bos vrijde. Van het echte werk zag hij alleen maar dat
hij op haar lag en zijn blote kont omhoog en omlaag ging. Hij was veel
meer onder de indruk van dat zij hem daarvoor even in haar mond gehad
had en hij duidelijk kon zien dat ze toen die grote van die jongen
drie, vier keer naast haar een eind weg liet spuiten.’
‘Ja, dat is
indrukwekkend. Het mag van mams vast niet, slecht voor de plantjes,
maar als het mooi weer is en onze losplaats niet beschikbaar is doen we
het in de tuin ook wel eens.’
‘Jamie kwam het verst.’
‘Poe, Mike had het meest.’
‘Houden jullie wedstrijdjes?’
‘Nee, mams, dat kwam
toevallig een keer zo uit. We waren allebei ongesteld en zaten ze te
plagen. Jamie kwam onverwacht. Oh, stop, te laat. Met een grote boog
van de stretcher in het gras. Nou, zei Aimee, dat doen we na. Ja,
minder ver, maar wat meer.’
‘Ondeugden. Ga verder met je verhaal, Tamara. Ik geniet al, ik weet wat er gaat gebeuren.’
‘Vast wel. Maar na ons
trouwen kwam hij onmiddellijk op gang, meiden. Er is een verklaring
voor. Hij heeft eh nogal grote ballen.’
‘Daar is niets van te zien.’
‘We erachter toen we
hier met Simone en Mark eh kennismaakten. Wij wisten zelf niet wat
groot en klein was. Jullie nicht Claire en jullie grootmoeder geloofden
me ook niet op mijn woord.’
‘Met andere woorden, Thomas, er wordt nogal aan je ballen gezeten, afgezien van door Tamara.’
‘Steeds maar één keer. Afgezien van spelen in het water.’
‘Een duidelijkere
uitnodiging hebben we niet nodig, hè, Silvia? Nou, jij bent
vandaag de brutaalste, jij mag eerst.’
Silvia nam de ballen van Thomas in haar hand.
‘Nou zeg. Ik wilde
bijna zeggen, moet je eens voelen, wat een grote. Maar ik wil eerst
zelf nog even. Ja, duidelijk groter dan eh andere.’
‘Genoeg om een oordeel te kunnen vellen?’
‘Nou, van Jamie
natuurlijk. Mike, paps en Dave af en toe in het zwembad. Dave had de
langste paal, maar normale ballen. Nou jij.’
Ze losten elkaar af.
‘Ja, duidelijk. Kan daar zoveel gemaakt worden?’
‘Vast wel, joh. We
moesten op school wel eens de inhoud van iets berekenen. Wat was dat
ook al weer? Iets keer pi keer straal in het kwadraat. Nee, tot de
derde macht, natuurlijk. [4/3·π·r3] Nou, als de straal toeneemt, van zo’n
bal bedoel ik, neemt de inhoud dus toe met de derde macht. Drie, vier
keer? Drie en een half keer drie en een half is eh ruim twaalf, zes
keer zes is zesendertig. Pas drie keer, nog geeneens tot de derde
macht. En hij heeft er twee van. Misschien moet hij nog op gang
komen.’
‘Op gang komen? Dan wordt hij zoiets als dat manneke in Brussel, daar komt de hele dag een straal uit.’
‘Stop, stop, even bijkomen.’
Aimee liet de ballen van Thomas los.
‘Even pauze voor je, Thomas. Niet zeuren, mams, je kan best ergens tegen.’
‘Thomas niet zo. En
jullie gaan zó snel, dat wij ook wel even bij willen komen, voor
we buikpijn krijgen van het lachen.’
‘Lachen? We zijn serieus bezig. Wat denk jij, Tamara, van onze berekening?’
‘Het aantal stralen is misschien het drievoudige, de inhoud kan wel méér dan het drievoudige zijn.’
‘Laten we daar dan maar op houden. Leg eens uit, niet leeg te krijgen?’
‘Die keer of zes is
niet op een avond, maar over een hele dag. Er zit slapen en eten en
werken tussen. Als we het gedaan hebben vóór het ontbijt,
en dan pas ‘s avonds weer, is het niet drie keer zes maar zeven,
zes, vijf, ongeveer. ‘s Morgens weer zes of zeven, zo snel is hij
bijgevuld.’
‘Je werkt toch ook nog?’
‘Ja, ik lig niet alleen
maar in bed. Ik werk ongeveer halve dagen. Thomas hele. Maar we lunchen
en zo ook vaak samen.’
‘En zo ervóór of erna?’
‘Ervóór natuurlijk, anders gaan we te snel eten. Soms erna ook.’
‘Nou, ik gun het je. Ik heb begrepen dat je wat in te halen had.’
‘Dat zou je kunnen zeggen. Ik had op één of twee keer per dag gerekend.’
‘En nu na zes keer om nóg meer vragen?’
‘Het is zo lekker. Hij doet het zo goed.’
‘Ach, kindje.’
‘Een zevende keer gaat
niet vaak, dan wil hij niet meer zo vlot omhoog komen. Meestal vallen
we daarvóór in slaap.’
‘Treurig, zeg. Nou ja, hij kan niet meer dan zijn best doen.’
Silvia, Aimee en Simone giechelden.
‘Doe je je badjas uit, Thomas?’
Thomas stond op, deed zijn badjas uit en ging weer zitten.
‘Nou, zittend komt
zo’n erectie niet zo mooi uit als staand, maar we doen het ermee.
Zeg, op zicht klopt het, maar op gevoel? Geloven we zo’n
onbekende stijve Engelsman op zijn woord?’
‘De eerste keer
natuurlijk niet. Dat moet bewezen worden. Daarna geloven we het wel en
beperken ons tot kijken. We hoeven elkaar nu niet af te lossen, jij
pakt hem onderaan, ik bovenaan. Als we er een goed gevoel bij hebben,
en hij vast ook, wisselen we om.’
‘Prima. Maar niet smokkelen, van zijn ballen afblijven, die hebben we genoeg eh bevoeld.’
‘Ja, we willen het hem niet moeilijk maken, het moet lekker blijven.’
Ze speelden met de stijve van Thomas tot hij hun handen wegduwde.
‘Dank jullie wel. Mag ik pauzeren?’
‘Pauzeren? Wil je
nóg meer? Mooi niet, we stoppen ermee. We geloven je nu. Maar
pas op met wat je voortaan zegt, we controleren alles. Nou ja, als het
mogelijk is.’
Silvia en Aimee gingen grinnikend terug naar hun stretchers. De anderen zaten met tranen in hun ogen van het lachen.
‘Jammer dat jullie dat niet in het dorpshuis als toneelstuk kunnen brengen.’
‘Voor boven de achttien zou het kunnen, mams, met een dummy.’
‘Ja, ik zie het al voor me, Aimee. Een aangeklede dummy. Hem om de beurt wat uittrekken, hem strippen.’
‘En dan met z’n tweeën giechelen als zijn kleintje tevoorschijn komt, Silvia.’
‘En dan met een handpompje zijn pikkie en ballen opblazen, om een erectie te simuleren, Aimee.’
‘Tot de helft. Dan de één zijn ballen pakken en de andere weer vlug doorpompen, Silvia.’
‘En dan handje over om zijn erectie, Aimee.’
‘En dan hem met een ander handpompje laten spuiten, dat zou nog mooier zijn. Een keer of zes, natuurgetrouw.’
‘Stop, stop.’
‘Nou, u vroeg een toneelstuk.’
‘Jullie waren vroeger nooit zo erg. En ik ben nu aan Tamara gewend, als die wat vertelt doet ze dat heel lief.’
‘Ja, maar door haar eerlijkheid wordt het óók erg, voor ons minderbedeelden.’
Simone stond op, liet haar
badjas vallen, liep met grote stappen naar de douche, ging zitten en
plaste. Ze spoelde zich even af voor ze terugkwam.
‘Sorry, hoor. Ik dacht dat ik wat gewend was. Wat hebben jullie de afgelopen maanden gedaan?’
‘Niet naar heren in badjas gekeken. Kom op, jongens, strippen.’
Mark, Mike en Jamie trokken hun badjas uit. Tamara deed het ook maar.
‘Ja, van de laatste
maanden zijn we nogal vrolijk geworden, mams. Een kindje krijgen. Dan
borstvoeding, dat heeft u nog gezien. De jongens zuigen lekker, maar
een baby is toch iets speciaals. Dan weer vrijen. Het schijnt normaal
te zijn om er pas een paar maanden na een bevalling weer mee te
beginnen. Wanneer begonnen jullie weer, mams?’
‘Geen idee, maar vast geen maanden. Misschien een paar weken.’
‘Een paar weken
vóór de bevalling niets, ik had er totaal geen zin in.
Dat kwam na de bevalling gauw terug. Wel steeds die grote zien, hem
lekker laten komen en zelf niets. Ik hield het na een week niet
meer.’
‘Steeds die grote zien, enzovoorts? De jongens redden het toch wel met één keer per week?’
‘Misschien wel, maar
ík niet. Als we in bed lagen voelde ik hem weer dichtbij, omdat
mijn dikke buik verdwenen was. Ik wilde strelen, enzovoort. En na die
week voelde ik me zo goed, dat we het heel voorzichtig geprobeerd
hebben. Het ging prima, en we waren vrij snel weer op ons oude tempo.
We hebben een maand of drie borstvoeding gegeven. We hebben verteld dat
we een verschil van tussen één en twee jaar tussen de
kinderen wel mooi vonden. Als je borstvoeding geeft is er niet veel
kans op een zwangerschap. Drie plus negen maanden is een jaar, dus we
zijn niet meer aan de pil gegaan. Silvia heeft verteld hoe fijn het
vrijt als je de bedoeling hebt om een kindje te maken. Dan zijn het
geen losse flodders meer, die afgevuurd worden, maar ladingen die een
doel zoeken. Dat is pas het echte werk. En nu hebben we het begin van
een kindje in onze buik. Omdat het de tweede keer is zijn we niet wat
ongerust, zoals bij de eerste keer. Het zal er best uitkomen, vast
makkelijker dan de eerste keer. De tweede keer erin komen was ook
makkelijker dan de eerste keer. Sorry, tante.’
‘Nee, zo is het. Dank je wel, dat jullie ons mee laat genieten van die mooie tijd.’
‘Mag ik wat vragen? Jullie praten soms in het meervoud. Ik bedoel, Silvia, je zei, de jongens zuigen lekker.’
‘Oh. Nee, Tamara, we
houden het bij onze eigen partner, geen kruiselings gedoe. Maar toen we
getrouwd waren hoefden de jongens in de tuin geen handdoek meer te
gebruiken als ze problemen kregen. Dus zagen we de stijve van de andere
jongen. Ja, nu praat ik weer zo. Omdat het makkelijker is dan steeds
namen te noemen. Anders had ik moeten zeggen, dan zag ik de stijve van
Mike en Aimee die van Jamie. Snap je?’
‘Ja. Omdat jullie al zo lang aan elkaar gewend waren ging dat natuurlijk zo.’
‘Ja. Als we op de
stretchers lagen kwamen de jongens wel eens bij ons naar binnen. Weer
niet kruiselings, natuurlijk. Als we stil bleven liggen vonden pas en
mams het niet erg, als ze maar geen wippen zagen en klaarkomen hoorden.
Toen paps en mams weg waren werd het nog mooier. De jongens liepen dan
ook gewoon rond als ze een stijve hadden. En we wipten af en toe op de
stretchers. Of op het gras. Wat je zei, omdat we elkaar al zo lang
bloot gezien hadden, en na ons trouwen die mooie erecties, zaten we er
niet mee dat het andere stel alles zag en hoorde.’
‘Dus dat schot tussen jullie bedden was overbodig?’
‘Ja, oom. Dat hebben we
gelijk weggehaald. We hoeven ons niet stiekem om te kleden. Of uit te
kleden. Omdat we zo goed met elkaar omgaan is het ook heel mooi om het
andere stel te zien en horen vrijen, meegenieten van hoe ze
genieten.’
‘Dat is wat anders dan een stelletje besluipen om te kijken hoe ze vrijen.’
‘Deed je dat, Thomas?’
‘Één
keer. Toen ik ze zag lopen had hij een arm om haar heen. Erg ver, hij
had zijn hand om haar borst. Ik wist de theorie van vrijen wel, ik
wilde de praktijk wel eens zien, dat waren ze vast van plan. Ik keek
mijn ogen uit, toen ze elkaar uitkleedden en er bij hem een grote
stijve tevoorschijn kwam. Ik was ongeveer vijftien, hij ruim twintig,
denk ik, ik had nog niet zo’n grote.’
‘Nu wel. Erg groot.’
‘Ja, schat, dat weten
we inmiddels zeker. We kunnen er niets aan doen, maar we zijn er
allebei erg trots op. En blij mee, natuurlijk. Ik heb, toen ze nog een
baby was, een nichtje van me bloot gezien toen ze een schone luier
omkreeg. Ik zei daar later nooit iets over, als ik haar zag, maar ik
zag dan natuurlijk haar blote doos en haar gleuf voor me. In dat bos
zag ik toen voor het eerst blote borsten en tussen de benen van een
meisje haar. Van een afstand, natuurlijk. Ze nam zijn stijve een tijdje
in haar mond en liet hem toen naast haar spuiten. Ik was onder de
indruk, een straal of vier, met een grote boog. Daarna gingen ze
liggen, hij ging haar vingeren, begreep ik later, hij zat met een hand
in dat haar. En zij speelde met zijn ballen en zijn kleintje. Toen hij
weer een stijve kreeg deed ze haar benen wijd en zag ik die stijve
langzaam helemaal in dat haar verdwijnen. Daarna ging hij op haar
liggen en ging zijn kont op en neer tot ze stillagen. Toen ze zich aan
gingen kleden ben ik weggegaan.’
‘Je zal in dat bos vast
ook een stijve gehad hebben. Als het ene stel gaat vrijen blijft het
andere stel meestal niet achter. Horen of zien vrijen doet
vrijen.’
‘Ja. ‘s Nachts
werd ik wakker, niet van een gebruikelijke natte droom, maar met een
enorme erectie, voor mijn doen. Ik eh kon het niet laten, ik wilde
weten of ik ook kon spuiten. Nou, net zo veel als die jongen. Tja,
Tamara en ik weten nu, dat we elkaar graag eh onze vorderingen hadden
laten zien. Zij haar borstjes en haar op haar doos. Ik mijn stijve, zo
gauw ik die kreeg. En toen, dat ik kon spuiten. Maar we hebben er nooit
over gepraat, stilzwijgend afgesproken om niets te doen tot we getrouwd
waren.’
‘Tja. Wij hebben er
wél over gepraat. En elkaar bloot gezien. Maar geen gevrij. Pas
na jaren aan elkaar gaan voelen. Jullie pas na jullie trouwen?’
‘Nee, Silvia. Vlak
daarvoor mochten we de suite, waar jullie nu in slapen, gebruiken. Om
meer ruimte te hebben dan op onze kamertjes, voor de administratie van
de vereniging van huurders, die Tamara op verzoek van Mark opgericht
had, en om onze bestellingen voor de inventaris van ons huis uit te
kunnen zoeken. En, jullie snappen het wel, Simone zei, daar kunnen
jullie ook fijner experimenteren.’
‘Gedaan?’
‘Gelukkig wel. Anders was de huwelijksnacht minder geslaagd geweest.’
‘Vertel eens? Als jullie dat niet erg vinden?’
‘Nee, we vinden erover
praten erg fijn. Ook met jullie, jullie vertellen ook veel. We zijn in
de douche begonnen, omdat, toen we besloten om te beginnen, ik gelijk
weer net zo’n gevoel kreeg als in de nacht nadat ik dat stel in
het bos gezien had. Al voordat we iets uittrokken. Ik zou haar voor het
eerst bloot zien. En zij mij. En we zouden méér doen dan
kijken, om een beetje aan elkaar te wennen. Ik weet nu wat voor gevoel
dat is, dan zit ik vol. Ik durfde in de douche niet te beginnen. Ik
moet erbij vertellen, ik vond meisjes mooi om te zien, vooral in het
zwembad, in badpak, bloter zag ik ze nooit. Alles zo mooi rond. Ik vond
mezelf niet mooi. Zo’n paal omhoog op mijn buik, met zo’n
rimpelig zakje eronder. Maar ja. Tamara heeft haar bloes uitgedaan en
haar beha afgedaan. Ze liet me kijken. Ik kon van eh bewondering niets
doen. Toen ze haar rok los begon te maken ben ik me ook uit gaan
kleden. We hebben lang naar elkaar gekeken, met onze handen in elkaar.
Toen legde ze mijn handen op haar borsten. Ik kon er niets aan doen, ik
begon gelijk te spuiten. Langzaamaan kwam ik bij ieder experiment
later. We hebben maar ongeveer een maand geëxperimenteerd,
geeneens iedere dag, maar in de huwelijksnacht konden we rustig aan
doen, ik redde het tot eh het gewenste moment.’
‘Heel mooi. Tja, wij
hebben een jaar of twee geëxperimenteerd. Daarvoor hadden we
elkaar al jaren bloot gezien. Toen kwamen er die erecties bij. En dat
spuiten natuurlijk. En eh vingeren. Hoe vond jij dat spuiten,
Tamara?’
‘Ik wist de theorie,
natuurlijk. Maar ik zag voor het eerst een erectie en ballen daaronder.
Zóóóó mooi. Na een tijdje wilde ik verder
gaan, ik kon wel uren blijven kijken, maar dat kon later ook nog. Toen
hij ineens begon te spuiten kon ik me niet bewegen. Ongelofelijk, wat
een stralen uit die grote stijve. Een stuk of zes. Ik zat van mijn
borsten tot mijn navel onder. Hij heeft ons schoongemaakt en me op bed
gelegd. We moesten allebei een tijd bijkomen, daarna zijn we aan elkaar
gaan voelen. Het was één van die dingen die je je altijd
blijft herinneren. Dat hij me zó mooi vond dat hij klaar kwam
vóór ik hem aanraakte.’
‘Zoiets is heel mooi. Zeker als de jongens staan. Dus in je huwelijksnacht ging het goed?’
‘Ja, geweldig. Eh dat heb je zeker van je moeder, iets van jezelf vertellen en dan weer gewoon doorvragen.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Ja, dat zal wel, we zijn niet anders gewend.’
‘Ik neem een aanloop
naar die nacht, omdat die erbij hoort en ook zo mooi is om te
herinneren. Toen Thomas butler werd zei Mark dat hij mij niet in dienst
kon nemen, want er was geen baan vrij. Ik zei, dat wil ik toch niet,
want dan zou ik onder Thomas moeten dienen, en dat wil ik alleen thuis.
Tja, ik kende Mark en Simone amper, maar ze waren zo vrij, dat dat
eruit schoot.’
‘Nou, het was een mooi gezegde.’
‘Ja. Simone zei gelijk,
als je onder hem maar niet stilligt, en ook andere standjes probeert.
Weer zo vrij. Nou ja, langzaam wende dat.’
‘Ging je niet wat snel, mams? Je hebt ze in een paar maanden uit de kleren.’
‘En jij dan, met Jamie?
De tweede dag, geloof ik. Nee, het ging vanzelf, iedere keer als ze bij
ons kwamen een beetje. Ze doen me zo aan jullie denken.’
‘O. Met kleding aan ook al?’
‘Ja, ze vertelden heel
netjes, maar zó lief over elkaar. En toen ze van hun langdurige
verkering vertelden, door de woningnood, was ik kapot. Ze zijn net zo
oud als jullie, hielden van jongst af aan van elkaar, en zijn nu
nét getrouwd. Ik dacht natuurlijk hoe goed jullie het gehad
hadden, jullie hebben maar zes, Silvia en Jamie maar vijf jaar hoeven
wachten. Nou ja, zij seksueel vanaf hun twaalfde ongeveer.’
‘Ja, ze hebben het lang
volgehouden. Als ik op mijn zestiende een stelletje had zien vrijen,
een erectie gezien had en haar duidelijk had zien en horen genieten had
ik dat vast ook gewild. In ieder geval de erectie van Jamie willen
zien.’
‘Ja, dan hadden jullie
het moeilijker gehad. Daarom vonden we het fijn dat jullie veel
thuisbleven. We waren, zijn nog steeds erg blij dat we Thomas en Tamara
met weinig moeite veel helpen konden. Ze dachten nog jaren te moeten
wachten, maar dat werd een week of vijf.’
‘Jullie snappen wel,
hoe blij we waren en hoe dankbaar. Mark en Simone willen daar niet veel
over willen horen, we bedanken ze ook met veel te vertellen en hier te
komen. Ik ga maar door. Mark zei na een paar dagen, over dat dienen, ik
heb gelezen dat hier vroeger een maagd vóór haar huwelijk
eerst een nacht onder de kasteelheer moest dienen. Wat een tijden. Ik
zei, ja, maar daar stond niet bij, dat de bruidegom echt wel eerst zelf
minstens één nacht met haar doorbracht, en dat zij onder
de kasteelheer wat simuleerde. Au, meneer.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Waarom zijn wíj niet van adel, paps?’
‘Dat vind ik ook
vreemd, dat wil ik nog uitzoeken. Niet omdat ik alle meiden zou willen
ontmaagden. De herinnering van dat mooie met Simone is me meer dan
genoeg. Als het dorp klaar is gaan we proberen alle familiepapieren in
de computer te zetten, want ik zoek me nu vaak wezenloos. Ze liggen op
volgorde, maar ik heb natuurlijk geen idee wanneer er wat gebeurde. Het
heeft me al twee hele dagen gekost om erachter te komen dat er
oorspronkelijk meer dan honderd boerderijen geweest zijn, met kleine
stukjes grond. Er is steeds grond bijgekocht en stukken samengevoegd
tot er twintig overbleven. Daarom heeft een pachter nu zoveel grond en
wij, in totaal, alles om het dorp heen tot de volgende dorpen. Wat zei
ik? Zo groot als een Amerikaanse county.’
‘Nou, dan zou u count moeten zijn. En countess. Past wel bij een Rolls.’
‘Je hoort de uitslag wel. Ook hoe de kinderen van een count genoemd worden.’
‘Ik ben al blij met liefje, paps. Ga door, Tamara, voor we sentimenteel worden.’
‘Ik was anders ook niet
nuchter bezig. Ik heb daarna over dat dienen nagedacht. En over andere
standjes. Ik vind dat dienen onder het mooiste. Op mijn rug op bed
liggen, met mijn benen uit elkaar en mijn armen gespreid. Ik citeer
iemand, ik weet niet wie, maar dat las ik een keer. Per ongeluk, zoiets
zoek ik niet op. Maar het was wel mooi. Kom op me, mijn heer, en in me,
met uw harde maar toch zachte mannelijkheid, in mijn tot strelen
bereide zachte vrouwelijkheid. Ik wil u graag dienen, om met wederzijds
genoegen u uw zaad diep in me te laten storten. Sorry, Thomas, dat komt
nu pas boven.’
‘Dat geeft niet. Dat gevoel heb je al op andere manieren op me overgebracht.’
‘O, mams, wat zijn ze lief.’
‘Ja, hè? Die moesten we toch helpen?’
‘Ja, tot en met hulp als hij het gaatje niet kon vinden.’
Ze schaterden allemaal.
‘We wisten waar het
zat, dankzij de experimenten. Hij was de eerste keer zó
voorzichtig, maar ook zó goed. Ik simuleerde niets, ik moest
even au zeggen. Nou, dit was erg intiem, de rest nog meer, ik stop
maar.’
‘Ik denk dat wij
drieën ook geluk gehad hebben, dat het meeviel. Ik heb het
waarschijnlijk nog iets plezieriger gehad dan de meiden, want Mark had
natuurlijk ervaring.’
‘Niet van ontmaagden, schat. Jij was mijn eerste maagd.’
‘Ja, maar na honderden keren bij Renee en duizenden keren bij Vivian wist je precies hoe je naar binnen moest.’
‘Ik blijf dat mooi
vinden, je gleuf rond maken. Toch lijkt het iedere keer weer anders.
Die keer zeker. Ik had verwacht dat een maagd wat nauwer zou zijn, maar
eh het werd precies op maat.’
‘Zo’n gevoel had ik ook. En vol, hè, toen hij helemaal binnen was.’
‘Ja, Tamara, de eerste keer was Jamie twintig, maar, al groeide hij nog wat door, het bleef zo fijn passen.’
‘Thomas was gelukkig al
uitgegroeid, ik ben bang dat er nog meer niet in zou gaan. Ik voel
meestal wél dat hij nog wat dikker en harder wordt als hij gaat
spuiten. Oh, zit ik toch weer op mijn praatstoel.’
‘Ja, heel gezellig. Bij onze eerste keer hebben Mark en ik het op onze zijkanten gedaan.’
‘Waarom, mams?’
‘Hij wilde alles samen
doen. Dan kon ik me ook bewegen. Hij dacht niet dat hij het zou redden,
we moesten het maar in tweeën delen. We hebben afgesproken, hij
zou met zijn stijve mijn gleuf een tijdje strelen, en dan langzaam een
stukje naar binnen komen, om alles goed te voelen. Als hij dacht dat er
wat aankwam, er weer uitgaan en het samen op de handdoek tussen ons in
laten komen. Dat lukte. Zo gauw hij weer kon zijn we verder gegaan,
heel rustig, hij kon het lang volhouden. Langzaam dieper. Au, toen
helemaal. Ik voelde me ook zo vol.’
‘Ik vond het heerlijk,
onder hem. Ik had geen enkele behoefte om me zelf te bewegen, hij deed
het al zo lekker. Alleen op het eind, toen ik ongeveer gelijk met hem
kwam, kon ik het niet laten. In het begin heb ik me wat ingehouden, ik
vond dat schokken en kreunen niet zo netjes voor een meisje. Ik heb het
een keer aan Simone gevraagd. Die zei, jullie moeten je niet inhouden.
Niet bij het doen en niet bij het erover praten. Jullie moeten van
elkaar weten hoe lekker je het vindt. Dat heb ik Thomas ook verteld.
Toen werd het nog fijner. O, vertel ik te veel, Thomas?’
‘Nee, schat, vertel maar wat je wilt. Thuis gaan we het herhalen.’
‘Één, twee, drie, vier, ja, dat zal best.’
‘Wat één, twee, drie, vier?’
‘O. Nou ja,
vóór het ontbijt, bij de lunch, vóór het
avondeten en vlak voordat we hierheen kwamen.’
‘Nou, ik snap dat de
eerste drie keer routine voor jullie zijn, maar konden jullie na het
eten niet wachten tot jullie weer thuis zou zijn?’
‘Jawel, maar dat was om
leeg hier naartoe te komen. Anders zou hij het vast niet redden, twee
blote meiden erbij, om naar te kijken, en die naar hem zouden kijken.
Het ging goed, hè, Thomas?’
‘Ja, nét, omdat
ik ze stopte. Ik ben er nu wel aardig aan gewend. Ze zien er ongeveer
hetzelfde uit als jij. En omdat ze al aan me gezeten hebben vind ik het
ook niet erg als ze naar me kijken.’
‘Nee, dat is te zien, hè, Silvia? Hij lijkt wel iets dikker dan de jongens.’
‘Ja, Aimee, maar hiervandaan is helemáál niet te zien dat hij zulke grote ballen heeft.’
‘Als Tamara die vijfde keer maar merkt.’
‘Tegen kijken kan hij al, tegen praten niet.’
‘Nee, het lijkt wel of dat pikkie oortjes heeft. ‘
‘Ja, als hij wat interessants hoort wordt hij weer stijf.’
‘Hij heeft geen oogjes, maar toen we bloot naast hem gingen zitten ook.’
‘Als hij een handje voelt ook.’
‘Stop, meiden, anders komt Thomas in de problemen.’
‘Jammer. We zouden zijn vijfde keer wel willen zien.’
‘Ja, dan kunnen ze het
de zesde keer thuis doen en weer eens een zevende proberen. Laat je het
morgen even weten, Tamara?’
‘Mooi niet. Hier geen
vijfde keer. Niet dat ik bang ben dat ik tekort kom, maar om wat jullie
zelf zeiden. Te erg, voor minderbedeelden. Als jullie wat willen zien,
er zijn twee douches bij de suite.’
‘Ja, dat weten we. Toen
we de eerste keer hier waren vertelde opa wat hij vóór
zijn trouwen met de dienstmeisjes uitgespookt had. We hebben dat toen
onder de douche nagespeeld. Oh, jongeheer, wat wordt uw jongeheer
groot, als ik hem was. Ja, meisje, dat komt vast omdat je het met je
mond doet.’
‘Ik deed het tussen mijn borsten.’
‘Ik hield hem niet in mijn mond, ik wilde zien hoe ver hij kwam.’
‘Bij mij niet ver. Knal, tegen mijn kin.’
‘Daarna moest het dienstmeisje natuurlijk bloot op bed gaan liggen.’
‘Ja, de jongeheer wilde wel eens kijken wat ze tussen haar benen had.’
‘En eraan voelen, natuurlijk.’
‘En erin voelen, natuurlijk.’
‘Vingeren, natuurlijk.’
‘En haar laten komen, natuurlijk.’
‘Nou, dat was het weer.
We zijn zelf blij dat we vroeger zulke buien niet hadden. We deden soms
wel wat samen, we voelden elkaar goed aan.’
‘Ook zoiets om nooit te
vergeten, Tamara. Toen ik bij hun kwam nam Silvia me vóór
de eerste keer zonnen en zwemmen mee naar boven, om ons op haar
slaapkamer om te kleden in badpak. Ze kleedde zich niet normaal om, ze
trok alles uit en wachtte in haar blootje op wat ik zou doen. Nou, ik
ook maar helemaal. Zo liet ze me wennen om bloot te zijn. We hebben
toen wel een bikini aangetrokken. Later ging in de tuin het
één na het ander uit.’
‘Daarom hoefden we
niets te zeggen toen Renee bij ons kwam. We namen haar mee naar boven
en kleedden ons allebei helemaal uit. Ze keek erg verbaasd, maar deed
het ook. We hebben haar toen uitgebreid bekeken en gezegd, goed, de
heren mogen je wel zien.’
‘Dat gold natuurlijk voor de jongens, want oom had haar al vaak genoeg gezien, vroeger.’
‘En méér dan gezien. Opgevuld.’
‘Ja, ho maar, ondeugden.’
‘Met Claire was het ook
grappig. Die kwam toen we al aan het zonnen waren. Paps liet ons eerst
wat aantrekken, hij liet haar even in de hal wachten. We namen haar mee
naar boven om om te kleden en trokken onze bikini’s uit.
Overbodig natuurlijk, maar ze snapte de bedoeling. Hoe vinden jullie
Tamara, jongens?’
‘Zo’n beetje hetzelfde als jullie. Wat Thomas over meiden bij het zwembad zei, zo mooi rond, hè, Mike?’
‘Ja, Met, als ze bloot zijn, die leuke tepels op die mooie ronde borsten, hè, Jamie?’
‘Ja, En dat leuke haar op die mollige doosjes.’
‘En, als ze niet al te voorzichtig zijn, zo’n mooie gleuf ertussen.’
‘Waar onze jongeheer zo lekker in kan spelen.’
‘Totdat hij als dank een cadeautje geeft.’
‘Nou, kunnen wij er ook wat van, of niet?’
‘Wat een kinderen, hè, Mark?’
‘Fijn dat ze zo genieten, hè, Simone?’
‘Ja, en ons mee laten genieten.’
‘Nou, Tamara, jouw beurt. Wat vind je van de jongens?’
‘Bijna net zo mooi als Thomas.’
‘Ja, daar zeg je genoeg mee.’
‘Ik kan het niet laten,
Simone. Ik wil, ook namens Thomas, jou en Mark nog een keer bedanken
voor alles. Dat we zo snel een huis kregen en konden trouwen. En dat
jullie, en vanavond de kinderen ook, ons duidelijk gemaakt hebben dat
we ons niet onnodig in moeten houden. Daar zullen we ons leven lang
plezier van hebben.’
‘Prima, Tamara, al was
het niet nodig. De kinderen doen het ook niet vaak rechtstreeks. We
hebben het al eerder gezegd, we worden genoeg bedankt. Vanavond ook
weer, omdat jullie ons mee laten genieten van jullie genieten. Al gauw
na onze kennismaking vroeg ik Simone, waarom praat je zo vrij? Waardoor
ik dat óók ga doen? Ze zei, praten vind ik mooi. Maar het
mooiste is, over persoonlijke dingen praten met iemand die je heel
aardig vindt, over wat ze zelf meegemaakt hebben, gevoeld, gedacht. We
zijn heel gelukkig, dat de kinderen, en jullie inmiddels, het
overgenomen hebben. Na hun huwelijk zei één van de
kinderen, we zijn blij met de manier waarop jullie ons opgevoed hebben,
dat eerlijke en vrije. Anders hadden we tot nu toe niet zo’n mooi
leven gehad. Vast saai, zelden een leuk gesprek. En we hadden anders
méér moeilijkheden gehad dan het beetje dat wij hadden.
Goed. Laten we gaan zwemmen. En een beetje spelen, voor de
liefhebbers.’
In het water speelde iedereen
met wie hij of zij mee wilde spelen. Daarna praten ze op de kant over
het dorp. En Thomas vertelde over zijn werk, Tamara over het hare. De
kinderen vonden heel mooi wat hun ouders, met hulp van Tamara, konden
doen.
‘Wat ze doen is uniek in de geschiedenis. Weten jullie iets van Engelse geschiedenis? Van Lady Godiva?’
‘Ja, maar vertel jij het maar, Thomas. En waarom.’
‘Ze vond de belastingen
voor de onderdanen te hoog. Haar man, ik ben zijn naam kwijt, beloofde
die te verlagen, als ze bloot op een paard door de stad durfde rijden.
Dat had ze ervoor over, en ze kreeg haar zin. Er staat ergens een
standbeeld van haar, bloot, op een paard. [In Coventry] Nu doen Mark en Simone al
meer dan genoeg voor het dorp, maar als ik Simone bloot zie, moet ik
wel eens denken aan wat zíj voor opschudding in het dorp zou
kunnen veroorzaken.’
Ze lagen allemaal in een deuk.
‘Volgens de verhalen was er een tuinman, Tom [Peeping Tom], die te lang naar haar keek en er blind van werd.’
‘Wat zielig voor die tuinman. De huidige butler is beter af. Die krijgt van mij een enorme stijve.’
Ze lagen allemaal weer in een deuk.
‘Aimee, denk je wat ik denk?’
‘Natuurlijk, Silvia. Een standbeeld, naast de voordeur.’
‘Van een keurige butler.’
‘Met een presenteerblaadje met de krant erop.’
‘Voor meneer. Voor mevrouw een enorme stijve uit zijn broek.’
‘En zichtbaar grote ballen.’
Ze kwamen bijna niet meer bij.
Ze zwommen nog een keer,
waarna de kinderen naar hun suite gingen en Thomas en Tamara met Mark
en Simone meegingen naar hun slaapkamer, om zich om te kleden voor het
stukje wat ze buiten moesten wandelen.
‘Wat een fijne kinderen.’
‘Ja, Tamara. Maar ze kunnen wel zeggen, jullie hebben ons fijn opgevoed, maar wat als ze niet gewild hadden?’
‘De meeste ouders
houden wel van hun kinderen, maar doen niet zo veel bijzonders voor ze.
Ze grijpen pas in als het niet goed met ze gaat. Dan wordt het
moeilijk. Jullie zijn er direct na hun geboorte mee begonnen.’
‘Ja, met hulp van de
schoonvader van Mark. Die gaf ze vóór hun geboorte het
zwembad. Daarin konden ze nog fijner spelen en aan bloot wennen dan op
het droge. Als je niet vrij met elkaar om kan gaan kan je ook niet vrij
praten. Kleding geeft al een grens aan, daarin kan je niet praten zoals
wij doen. Het is natuurlijk ontzettend fijn om buiten bed bij elkaar te
zijn, samen wat te ondernemen, maar het mooiste in je leven gebeurt in
bed. Er blijft maar één grens, je hoorde het van de
kinderen ook, je vrijt alleen met je partner.’
‘Ja, natuurlijk. Wat hadden ze een bui, die meiden.’
‘Ze staken de jongens
ook aan. En ons. En jullie gingen nog vrijer praten. Over bedanken,
Tamara, er schiet me iets te binnen. Een moment wat ik nooit zal
vergeten. Silvia vertelde me niet, waar verder niemand bij was, dat ze
een groot meisje geworden was. Ze zei bij het ontbijt gewoon, ik ben
voor de eerste keer ongesteld geworden. Toen zij en ik daarover
uitgepraat waren zei Mike dat hij het vervelend voor haar vond, die
paar dagen in de maand steeds. Toen Mike vertelde dat hij zijn eerste
natte droom gehad had, vroeg ze hoe dat gevoeld had, of hij ook een
erectie gekregen had. Hij gaf rustig antwoord, hij voelde er niet veel
van en ja, hij was een beetje stijf. Dat is een indirect
bedankje.’
‘Ja. Mooi. Ik ben blij dat ik nu niet ongesteld ben. Ga je mee, Thomas? Voor nummertje vijf?’
‘Nummertje, beurt, niet zo oneerbiedig over de hoogtepunten in ons leven.’
‘Nee, Thomas. Mag ik je thuis van dienst zijn?’
‘Heel graag, als je het
doet zoals altijd, lekker actief. Maar, omdat ik hier nogal wat
gehoord, gezien en gevoeld heb, en gezien en bevoeld ben, zal het
wederzijds genoegen iets korter duren dan normaal, wel eindigen met
veel meer dan normaal.’
‘Veel, weinig, kort, lang, alles is goed. Wel diep graag. Ik ren al.’
Thuis kleedden Thomas en Tamara zich uit en kropen in bed.
‘Tamara, ik vind dat het niet hoort, geen aanloop nemen. Maar mag het deze keer zonder? Ik loop bijna over.’
‘Natuurlijk, mijn productieve man. Zal het vrouwtje bovenop? Dan kan je rustig blijven liggen, terwijl je komt.’
‘Ja, heerlijk.’
Ze deed voorzichtig, om hem niet te laten komen voordat hij helemaal binnen was. Toen hij daar was bleef ze stil liggen.
‘Fijn, Thomas?’
‘Heerlijk, meisje. Je
kwam zo zacht om me heen. Zo even blijven liggen, al weet ik dat je me
toch wat streelt, om me goed te voelen. Ik waarschuw wel, als ik graag
wil dat je me laat komen. Goed?’
‘Ja, liefste. Leg je
handen op mijn achterwerk, dan kan je aangeven of je sneller of
langzamer gestreeld wilt worden.’
‘Wat vrij je toch geweldig.’
‘Samen gaat het geweldig.’
‘Ja. Oh, nu, alsjeblieft, je kneep zo lekker.’
‘Dat was niet de bedoeling, maar je bent ook zo lekker. Zo?’
‘Ja, ja.’
Ze wipte zoals hij aangaf.
‘Daar komt het. Ohhhh. Veel. Ohhhh.’
Ze ging langzaam tegen zijn stoten in, en nadat hij stil lag voorzichtig door, tot hij haar strak omklemde.
‘Oh, liefste, één van de lekkerste keren.’
‘Fijn. Laat me maar een beetje los, ik blijf wel stilliggen.’
‘Wat bewoog je heerlijk.’
‘Jij doet het altijd zo lekker, ik heb je nagedaan.’
‘Nog beter dan ik, denk ik.’
‘Nee, vast niet. Ik geloof dat je zeven keer spoot.’
‘Dat weet ik niet. Iedere kramp duurde wel heerlijk lang. Ik denk dat het heel veel was.’
‘Als het maar lekker was. Hoe kwam je zo hitsig?’
‘Nou, van alles van vanavond natuurlijk. Jij toch ook? Hoeveel pikkies heb je vast gehad?’
‘Van allemaal. Ook die
van Mark, om hem te plagen. Hij grinnikte, vingerde me nogal. De
jongens ook, ik voelde dat ze het gewend waren. Maar ze maakten het
niet te gek, hoor. Ik bij hun ook niet. Ik ben wel iets brutaler
geworden, ik streel iets meer, steviger. Mike vond dat wel lekker.
Jamie helemaal, hij begon zelf in mijn hand heen en weer te gaan.’
‘Tja, te voorzichtig is
niet fijn, dat kietelt alleen maar. Jamie was bij Simone ook het
brutaalste. Hij masseerde haar borsten duidelijk. Mike niet, hij nam
eigenlijk alleen de maat.’
‘Ja, je gelooft iedere
keer je ogen niet. Zelfs hun kinderen niet, na zoveel jaar. Ik blijf
vast ook steeds verwonderd over jou. Hebben ze aan je gezeten?’
‘Ja, eerst Simone, tot
ik een beetje stijf werd. Toen knipoogde ze en liet me los. Toen Aimee,
die stopte toen ik op driekwart zat. Daarna, Silvia, tja, toen werd ik
helemaal stijf. Ze wenkte Aimee, die moest nog een keer voelen, maar ze
bleef zelf ook aan me zitten. Oei, vier handen die mijn ballen en
stijve masseerden. Ik moest ze al gauw stoppen. Wat een meiden.’
‘Ja, een mooi stel. Ze
zijn aardig op elkaar ingespeeld. Nou ja, als je ook in het zicht van
het andere stel durft te vrijen. Heb je ze gevingerd?’
‘Een beetje. Ik vond
het niet nodig, maar anders zouden ze misschien beledigd zijn. Ze waren
net niet zo lekker mollig als jij.’
‘En Simone?’
‘Ik heb even haar borsten op en neer geschud en haar doos een beetje gemasseerd.’
‘Ja, je hebt al vaker aan haar gezeten.’
‘Zaten ze aan jouw borsten?’
‘Amper. Begrijpelijk.
Zeg, ze hadden het over een wedstrijdje, bij hun in de tuin. We doen
zoiets niet, maar ik zie het voor me. Mark, Mike, Jamie en jij op een
rij. Simone, Aimee, Silvia en ik naast jullie. Om jullie te strelen en
kijken wie het verst en het meest spuit.’
‘Droom er maar van. Ik
weet niet of ik het verst zou komen, het meeste heb ik vast wel. En ik
ben blij dat ik het vaakst kan. Misschien droom ik wel, dat jullie op
een rij staan en ik met mijn stijve bij jullie om de beurt drie halen
in jullie gleuf doe, tot ik voel dat ik ga komen en bij jou doorga om
te spuiten. Oh, lieve, lekkere meid, ik wil weer. Ga je klaar liggen om
mijn stijve te ontvangen?’
Tamara ging gelijk op haar rug liggen.
‘Ja, ik voel je liever dikker worden als je gaat spuiten dan het zien.’
Ze voelde het.
In hun suite kleedden de stelletjes zich uit.
‘Wat een lief stel, hè, Silvia?’
‘Ja, en zo lief voor elkaar, Aimee.’
‘Hij vertelt leuk. Je moeder zou best bloot door het dorp durven rijden.’
‘Ja, als er een goede
of leuke aanleiding voor zou zijn. Tamara vertelt ook leuk, ontroerend.
En ze haakte mooi bij Thomas aan. De tuinman blind, de butler een
stijve.’
‘Wat een stijve stijve.’
‘Wat een grote ballen.’
‘Daar zijn ze terecht trots op.’
‘En blij mee.’
‘Hij ging met een kleintje het water in.’
‘Ja. Maar toen ik hem pakte stak hij recht vooruit. Mams was voor me.’
‘Geef haar eens ongelijk.’
‘Nee, maar hij had natuurlijk ook aan haar borsten en haar doos gezeten.’
‘Ja, vast. Onze jongens raken daar niet meer zo erg van onder de indruk.’
‘Maar hij is amper iets gewend.’
‘Toen ik hem pakte stak hij al wat omhoog. Jij was vóór mij.’
‘Ja. Niet van mijn borsten of mijn doos, Tamara is ongeveer hetzelfde als wij.’
‘Van je strelen dus. Bedankt voor het weer teruggeven.’
‘Ja, helemaal stijf moest jij hem natuurlijk ook weer even voelen.’
‘Hij vingerde amper.’
‘Beleefdheid?’
‘Of onkunde.’
‘Niet zo erg, als je hem zes keer op een dag omhoog kan krijgen.’
‘En laten spuiten.’
De jongens lagen op bed te grinniken.
‘Kijk eens, wat er op ons wacht?’
‘Één mooie paal per persoon.’
‘Met ballen eronder.’
‘Tijd voor controle.’
De meiden kropen op bed en gingen wijdbeens op de bovenbenen van de jongens zitten en pakten hun ballen vast.
‘Ja, deze kunnen niet tegen die van Thomas op.’
‘Deze ook niet. Maar gelukkig groot genoeg voor een lading of vier.’
‘Dat is genoeg, hè?’
‘Ja, vaker hoeft niet.’
‘Nu natuurlijk tijd voor controle van de paal.’
‘Grootte?’
‘Zelfde als Thomas. Ruim voldoende.’
‘Deze ook. Zo groot als Dave hoeft ook niet.’
‘Stijfheid?’
‘Zelfde als Thomas. Ruim voldoende.’
‘Deze ook. Geschikt om erop te zakken, hè?’
‘Vast wel. Gelijk maar, hè?’
‘Tegelijk maar.’
De meiden schoven iets naar boven en lieten zich op de jongens zakken.
‘Ohhhh, Aimee, heerlijk vol.’
‘Ja. Wippen? Dan worden we nog voller.’
‘Één, twee, ja, de derde lading van vandaag.’
‘Prijs de dag niet voor het avond is. Het is nog vroeg.’
‘Ja, op vakantie willen ze vast wel vier keer.’
‘Zeg, we gaan niet op de maat wippen, hoor.’
‘Nee, ze hebben recht op een persoonlijke behandeling.’
‘Door iemand die precies weet hoe ze graag gestreeld willen worden.’
‘Zodat ze heerlijk komen.’
‘En lekker spuiten.’
‘Zo is het. Dan zitten we allebei op de goede stijve. Gereed? Start.’ [Engels: Ready? Steady. Go!]
‘Nee, wacht. Eerst uitgrinniken. Zij ook.’
‘Goed. Begin maar wanneer jullie zover zijn.’
‘Wat een meiden, hè, Jamie?’
‘Ja, geweldig. Ze hebben duidelijk ook een vakantiegevoel.’
‘Ik heb een klaarkomgevoel.’
‘Ik ook, van acht borsten en vier dozen voelen.’
‘Dat ook. Maar vooral van die lekkere gleuf om mijn stijve.’
‘De mijne wijst niet naar het Noorden, maar er zit iets in wat de gleuf van Aimee aantrekt.’
‘Ja, en dat ga ik eruit laten komen.’
Aimee begon te wippen, Silvia
ook, tot ze met z’n vieren gekomen waren. Daarna doken ze
allemaal onder de dekens, om af te wachten of ze nog een keer konden of
in slaap zouden vallen, in elkaars armen.
‘Wat een avond, Mark. Al onze kinderen bij elkaar.’
‘Ze zijn nog wat vrijer geworden, hè?’
‘Ja, ze hoeven zich thuis nu helemaal niet meer in te houden.’
‘Net als wij, toen we
pas getrouwd waren. Ik liep de helft van de dag met een stijve rond en
pakte je waar en wanneer ik maar zin kreeg.’
‘Of andersom. Ze vrijen zelfs terwijl het andere stel toekijkt.’
‘Die het daarna ook gaan doen, natuurlijk.’
‘Ja, als je elkaar al zo lang en zo goed kent kan ik me dat voorstellen.’
‘Meegenieten, hè?’
‘Ja, dat hebben we
vanavond ook ruimschoots kunnen doen. Thomas en Tamara hebben er vast
ook weer wat van opgestoken.’
‘Hij hield het goed vol, twee meiden tegelijk aan zijn spullen.’
‘Heb je gezien wat ze in het water met hem deden?’
‘Nee, ik had mijn handen vol en mijn blik ergens anders op gericht.’
‘Dat zal best. Hij kwam
eerst bij mij, voelde een beetje aan me. Ik liet hem los toen hij een
beetje stijf werd. Toen Aimee, toen Silvia. Die wenkte Aimee, ze moest
Thomas weer pakken. Ik denk omdat hij ondertussen weer helemaal stijf
was. Ze zaten even tegelijk aan hem.’
‘Ik denk dat alle stellen nu aan het vrijen zijn.’
‘Mag ik je van dienst zijn?’
‘Wil je niet eerst even een ritje door het dorp maken?’
‘Nee, ik heb daar geen goede of leuke aanleiding voor. Rijd jij maar lekker op en in me.’
‘Ik laat jou ook genieten. De jongens zijn onderhand net zo groot als ik, maar ik heb lekker de dikste.’
‘En jij beweegt vast het lekkerst. Jij hebt veel meer ervaring. Ohhhh, jaaaah, doordouwer.’
Daarna sliepen ze in elkaars armen in.
De dagen daarna maakten ze
met een auto wat rondritjes. Ze gingen twee keer, met een dag ertussen,
naar Londen om daar rond te kijken.
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 9
Verzorgd door Tamara.
GROOT NIEUWS OVER DE NIEUW.
De huurhuizen en de renovatie daarvan. (Voortaan één onderwerp)
De taxaties gaan door. De
beheerder van de huizen en ik komen voorlopig niet bij de getaxeerde
huizen langs om een overzicht te krijgen voor de renovatie. We zijn
vreselijk druk bezig met het volgende onderwerp.
De nieuwbouw.
Herhaling, over de rijplaten
mag gelopen worden, maar niet op werkdagen, wanneer er gewerkt wordt,
om de bouw niet te storen. Bij voorbaat dank voor jullie medewerking.
De tekeningen zijn door meneer en mevrouw Wellingten goedgekeurd.
Door de stad ook, al hebben
ze er weinig mee te maken, de grond en de huizen zijn particulier
eigendom. Maar alles voldoet aan hun voorschriften, wat wel zo prettig
is.
De stad is klaar met de
betonnen bakken voor de leidingen in de grond. Doordat de grond voor ze
klaar lag, nog steeds heel vlak, hebben ze snel kunnen werken. Stad,
bedankt. En jullie, omdat jullie er niet op gelopen of gereden hebben.
Wat er nog te zien is zijn,
middenvoor de plekken waar twee-onder-één-kap woningen
komen, de deksels op de bakken, die later op trottoirhoogte komen.
Daarvandaan worden de woningen, zodra ze klaar zijn, aangesloten.
De tekeningen zijn ook naar
de elektriciteits- en de telefoonmaatschappij gestuurd. De bouwers en
de installateurs krijgen ze bij hun contracten. Ze hebben er al
één gekregen bij ons vragen naar een offerte, en ze
hebben aan de hand daarvan al voorbereidingen kunnen treffen.
De beheerder van de huizen en
ik blijven verbaasd over de snelheid waarmee de offertes binnenkomen.
Die voor de binnenkant van de huizen laten we nog even liggen, de
eerste contracten voor de buitenkant zijn de deur al uit.
DAARDOOR BEGINT VOLGENDE WEEK DE BOUW met het storten van vloeren.
Herinneren jullie de
oprichtingsvergadering van de vereniging van huurders nog? Meneer
Wellingten kondigde toen aan, dat er huizen gebouwd zouden worden. Dat
was tien weken geleden. Ik denk, dat we een wereldrecord gebroken
hebben om zo snel met bouwen te kunnen beginnen.
Hoelang het gaat duren? Geen idee.
Wij hebben de plannen snel in
elkaar gedraaid en vragen alle contractanten om zo snel mogelijk te
werken. We zijn er van overtuigd dat ze hun best gaan doen, want het is
voor hun dorpsgenoten.
Overige onderwerpen.
Mooi, hè, zo’n koets door het dorp?
Meneer en mevrouw Wellingten
zijn zeer vereerd met jullie idee om de nieuwe straat Wellingten Avenue
te noemen. Ik ben blij dat ik zelf niet op dat idee gekomen ben, nu
komt het zeer overtuigend uit het dorp.
De beheerder van de huizen en
ik zijn verbaasd over de kortingen die we los kunnen krijgen. Tja,
honderd stuks tegelijk is ook niet niks. Het varieert tussen de twintig
en vijftig procent. Daardoor veroorzaakt het lux bouwen ook maar een
hele kleine verhoging van de huur ten opzichte van een sobere bouw.
Ik heb eerder geschreven,
sommige zaken, zoals de vaatwasmachines, worden gezamenlijk aangeschaft
en onderhouden. Jullie (nieuwe bewoners) krijgen daar een lijst van.
Jullie krijgen ook een lijst van alle leveranciers die aan de bouw
meewerken. Daar krijgen jullie twintig procent korting, om bijvoorbeeld
een magnetron of verlichting aan te schaffen.
Dat was het weer, voor deze keer.
Tamara
Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Week 22
Maandagmorgen vond
Tamara niemand in het kantoor. Na even geaarzeld te hebben ging ze de
gang weer op en klopte op de deur van de woonkamer. Mark deed open en
liet haar binnen. Simone en de kinderen waren er ook.
‘Fijn dat je komt. Ga
zitten. Allereerst, weer een schitterend krantje. Simone en ik lezen
het een paar keer. We genieten erg van je leuke toon. Goed. Vertel jouw
nieuws maar.’
‘Ze zijn begonnen met de bekistingen voor de vloeren. Ik verwacht vanmiddag de eerste wagens met beton.’
‘Mooi. Wat vond je ambtenaar bij de stad van de straatnaam?’
‘Mijn ambtenaar? Ja,
een beetje wel. Avenue vond hij wat overdreven, maar hij begreep het
wel. Hij zou eventuele protesten wel smoren.’
‘Prima. Heb je de tekeningen van de schoolkinderen gezien?’
‘Nee, meneer.’
‘Ian zei, misschien een
beetje laat, maar mogelijk doet u daarmee nog wat ideeën op. Dat
heb ik gedaan. Kijk jij ook eens.’
Ze bekeek de tekeningen stuk voor stuk.
‘Ja. Stom van eh ons,
en goed van die kinderen. Als eerste, de straatverlichting. De stad zal
die vast plaatsen, maar niet zoals wij willen. Midden tussen de huizen.
Om de twintig meter dus.’
‘Juist, dan heeft niemand buitenverlichting nodig voor de oprit en de voordeur.’
‘En ik laat buitenverlichting voor de achtertuin aanleggen. Kost per honderd ook niets.’
‘Mag ik even? Jullie hebben het soms over honderd, maar er komen toch maar zesennegentig huizen?’
‘Ja, de overige vier
zijn reserve, Silvia. Ik bedacht, dat in een operatiezaal niet
gerepareerd werd. Defecte apparatuur loskoppelen, reserve aansluiten.
Dat doen we hier met veel dingen. Zoals de vaatwasser. Defect en niet
snel te repareren? De installateur heeft een reserve in zijn auto en
vervangt de defecte. Die kan hij in zijn werkplaats, met al zijn
gereedschap en reserveonderdelen erbij, repareren. Die
buitenverlichting vervangen is goedkoper dan de mensen het zelf laten
doen. Alles wordt doorberekend in de huur, maar die gaat daar niet veel
van omhoog.’
‘Komt er een vaatwasser in? Wat lux, voor een huurhuis.’
‘Dat is een idee van
Mark. Die zei, per honderd zijn ze vast niet duur, dan hoeft de huur
niet veel hoger te worden. Al had hij niet op zulke hoge kortingen
gerekend. Ik weet niet hoe hoog de huur wordt, dat rekent de beheerder
uit. Daarna beslist Mark, natuurlijk.’
‘Paps?’
‘De kosten van een
vaatwasser moeten in een jaar of tien afgeschreven worden. Andere zaken
hebben andere termijnen. Ik krijg van de beheerder een normale
berekening voor de totale huur van de huizen. Maar het staat mij vrij,
binnen ruime grenzen, om de huizen op een kortere of een langere
termijn af te schrijven dan normaal. Met het definitief vaststellen van
de huren wachten we tot de oude huizen gerenoveerd zijn. Ik wil het
verschil niet te groot laten worden. Anders blijven er jongelui bij hun
ouders inwonen. Waarom stel je zoveel vragen?’
‘Ik ben Mike nét
voor, die zit geïnteresseerd te luisteren. En ik ben de tweede in
de lijn van de opvolging.’
‘Erg ver vooruitgedacht.’
‘Huizen gaan langer mee.’
‘Ja, liefje. Nog meer, Tamara?’
‘Ja, er heeft er
één vlaggen op ieder huis getekend. Overal een
vlaggenstandaard? Ik schat, één pond. Nog geen penny meer
huur per maand.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Nog meer?’
‘Nee. Ik zal in het krantje zetten wat we met de tekeningen gedaan hebben.’
‘Prima.’
‘Ik heb nog wat.’
‘Ja, Simone?’
‘Er heeft er één huisnummers getekend.’
‘Dat staat al op mijn lijstje.’
‘Prima, maar je moet
mooie grote, duidelijke regelen. En die, zo gauw het kan, op de
voorkant aan laten brengen. Dan worden ze verlicht door de
straatlantaarns.’
‘Dat is slim, mams.
Tamara, weet je wat Ian zei, toen we met de koets door het dorp reden?
Het is nooit tot me doorgedrongen, maar sommige van mijn schoolkinderen
wonen, met hun ouders, nog bij hun grootouders.’
‘O Wat erg. Dat wist ik ook niet.’
‘De koetsier had Ian
ook gehoord. Op de terugweg stopte hij. Hij had tranen in zijn ogen.
Paps vroeg of hij de wind in zijn ogen had gekregen. Nee, zei hij, ik
heb een inwonende dochter en schoonzoon, en hun twee peuters. Wij zijn
u ook zo dankbaar.’
‘Ja, het hele dorp. Grootouders, ouders, kinderen. Drie generaties.’
‘Krijg je die huizen vol?’
‘We hebben negentig
voorlopige opgaven. We hadden een verhouding van één op
de drie tweeslaapkamerwoningen, dus van de zesennegentig
tweeëndertig, maar dat blijkt te veel te zijn. We hebben door de
twee zijstraten én links én rechts drie keer acht
twee-onder-één-kap. Elke acht wordt nu drie, drie, twee,
drie, drie, twee, drie, drie. Heel regelmatig. Daardoor komen er
vierentwintig tweeslaapkamerwoningen. Niet op een hoek, anders zou het
rommelig worden.’
‘Wordt het niet te strak, te eentonig?’
‘Nee, want die
tweeslaapkamerwoningen zijn iets lager en staan iets naar achteren. Het
architectenbureau was het met ons eens. Ons is de vereniging en
ikke.’
‘Zoals jullie willen. Voorlopige opgaven?’
‘Ja, de meeste zijn van
boerenafkomst. Eerst zien en dan geloven. Daarom heb ik ook zo vroeg
gevraagd of we wat konden laten zien. De strook, nu dus de
Avenue.’
‘Negentig aanvragen uit
een dorp van vijfhonderd huizen? Dat is bijna twintig procent. Dat is
geen woningnood, dat is eh verschrikkelijk.’
‘Ja. Mark zei in het
begin, het gemene is, dat zulke toestanden sluipend ontstaan. Daardoor
wordt er niet zo gauw wat aan gedaan. Jullie snappen wel, dat ik mijn
werk ontzettend graag doe.’
‘Ja, natuurlijk. Het is niet aan je af te zien, maar wat kan je zakelijk praten.’
‘Ik ben nooit beledigd
als iemand koekenbakker tegen me zegt, ik weet meestal ook het fijne
van zijn of haar beroep niet. Ik bakte meer dan één soort
koek. Ook veel verschillende soorten koekjes, brood, gebakjes, taarten.
Het bakken is een onderdeel van het beroep, je ook moet zorgen, zoals
ik zei, dat je alles op tijd in huis hebt. En goed inkopen, natuurlijk.
Daarbij heb ik geleerd om kortingen te vragen. En alles goed verkopen.
Mijn vader heeft een winkel en een lunchroom, daar heb ik praten en
omgaan met mensen geleerd. Volgens Thomas is het net zo’n
uitgebreid vak als van een garagechef.’
‘Tja, daar staan we natuurlijk nooit bij stil. Kortingen?’
‘Ja. Mijn vader had
daar nooit aan gedacht, maar er is meer dan één
meelfabriek, om maar wat te noemen. Een procent of tien kreeg ik
overal. Met die huizen gaat alles in honderdvoud. Dan krijg je op grote
spullen, zoals een vaatwasser, tot vijftig procent korting. Ook omdat
we alles af fabriek laten komen.’
‘Bij het architectenbureau kreeg je ook vijftig procent korting, zei paps.’
‘Ja, onbegrijpelijk,
dat ze zo stom waren. En dat niemand daar eerder achter gekomen was.
Jongelui, na vier weken kwamen ze eindelijk met een tekening. Ik heb
een minuut zitten kijken en hem toen in stukken gescheurd en op de
tafel laten vallen. Ik zei, er is niet om een showroom gevraagd, met
hoeken, nissen, uitbouwen en inbouwen, maar om een strakke, eenvoudige
woning. De keukens en de badkamers zitten geeneens tegen elkaar om de
riolering eenvoudiger te maken. Heeft u een rekening? Ik bekeek hem
even, zei, u rekent per vierkante meter. Deze rekening betaal ik niet,
want u heeft zich niet aan de opdracht gehouden. De volgende kunt u
door twee delen, want u hoeft maar de helft te doen en dan de andere
helft erbij door te spiegelen. Toen konden ze in een week een goede
tekening maken, voor een redelijke prijs.’
‘Wat een lef.’
‘Nee, een beetje
doordenken. Ik wil niet opscheppen, maar alles voor in de keuken, het
toilet en de badkamer is al besteld. Dan is dat er op tijd.’
‘Paps en mams hebben over je verteld, koekenbakker. Maar ik snap het nog niet helemaal.’
‘Het is hetzelfde,
alleen op grotere schaal. Als je zesennegentig gevulde koeken wilt
maken moet je alles op tijd binnen hebben, ook de pinda’s.‘
‘Dat is wel érg simpel gesteld.’
‘Mark doet ook zoiets.
Ik zie gelukkig geen totaalbedragen van wat ik bestel, alles apart.
Mark wel, maar hij kijkt niet naar de eerste drie cijfers voor de
komma. Dan kan hij er tenminste mee rekenen, zegt hij.’
‘Paps?’
‘Meer dan zes cijfers voor de komma is lastig. Probeer zelf maar. Vijfhonderd huizen á twee ton per stuk.’
‘Vijfhonderd keer tweehonderdduizend?’
‘Tamara was slimmer, die zei gelijk, dat is duizend ton.’
‘Ja. De rest kan ik
wel, dus honderd miljoen. Bah. Ja, drie cijfers korter is makkelijker.
Een half keer twee ton is één ton, dat gaat nog. Heeft u
die honderd miljoen?’
‘Silvia!’
‘O ja, de familie. Er is zeker nog wat over?’
‘Zo ken ik je weer. Ja, genoeg.’
‘Maar de oude huizen moeten toch ook nog gerenoveerd worden?’
‘Tamara begint, samen
met de beheerder, zo gauw ze tijd hebben, met het opnemen van wat er
moet gebeuren. Misschien kunnen we daarvoor ook in het groot inkopen.
We willen ermee beginnen zodra de eerste werklui bij de nieuwbouw
vrijkomen.'
‘Wat een planningen.’
‘Ach, zal Tamara vast
zeggen, een verjaardagstaart moet je ook plannen. Een dag te laat en je
kan hem zelf opeten. Je ziet hoe slank ze is, voor een koekenbakker.
Altijd goed gepland.’
‘Jullie zijn twee handen op één buik.’
‘Welke, denk je?’
‘Paps! Dat was een opmerking voor mams.’
‘Ach, je neemt wel eens wat over. Simone ook van Tamara, ze hebben samen de keuken en de badkamer geregeld.’
‘Mams zakelijk?’
‘Nee, interieurdeskundige.’
‘Ook een beetje voor
buiten. Straatverlichting en zo. Maar ik zie nóg wat op die
tekeningen. Plantjes in de tuinen. Ik stel voor, overal graszoden neer
te laten leggen en de mensen het verder zelf uit te laten zoeken.’
‘Prima. Tamara?’
‘Eh ik maak een
principecontract of zo met een tuinman voor overal gras. Aan te brengen
na overleg met de nieuwe bewoner, op het moment dat hij het behang uit
moet zoeken. Wil die wat anders of méér, prima, tegen
bijbetaling. Met als voordeel, dat het gras er niet te vroeg ligt en
verdort als het niet besproeid wordt als het nodig is.’
‘Tamara, je bent verschrikkelijk. Heb je ook al verstand van gras?’
‘Nee, Silvia, maar er
staat bij mijn vader een broodboompje in een pot in de etalage. Die
moet op tijd water en voeding hebben en gesnoeid worden.’
‘Ja, maar om dan zover
door te denken. En zo snel. Ik wilde dat ik een middelbare opleiding
gehad had, in plaats van een hogere, daar heb ik behalve op mijn werk
niets aan. Jij weet veel meer waar je in het dagelijks leven wat aan
hebt.’
‘Het ligt niet alleen aan de opleiding, Silvia.’
‘O. Nee, paps, bezorg me maar een minderwaardigheidscomplex. Mensenkennis en zo.’
‘Jij bent niet veel
mensen tegengekomen of hebt iets moeten verkopen. Zolang je je werk,
waar je een opleiding voor gehad hebt, goed doet, en met de mensen die
je wél tegenkomt goed omgaat, is er geen reden voor een
minderwaardigheidscomplex. Je mag trots zijn op hoe je met ons omgaat,
dat brengt geen cent op, maar is wel erg belangrijk in je leven,
liefje.’
‘Ja, paps. Dank u wel.
Ik heb me na mijn éénentwintigste ook wat meer in zaken
verdiept. Om de adviezen van de adviseurs van mijn reserve beter te
kunnen beoordelen. Op uw advies zullen we thuis gaan kijken naar een
eventuele verantwoorde vermindering daarvan. Om bijvoorbeeld iets erg
belangrijks, het opvoeden van onze kinderen, zo veel mogelijk samen te
kunnen doen. Maar u, de familie, is behalve de aankoop van die huizen,
die honderd miljoen, ook nog wat kwijt voor de nieuwbouw en de
renovaties.’
‘Ja, wat, liefje, maar
minder dan honderd miljoen. Renovaties zijn goedkoper dan een kompleet
huis. En die nieuwe staan op grond van de familie. Er kon niet, zoals
gebruikelijk, gespeculeerd worden op een verandering van landbouwgrond
naar grond voor woningbouw. Dat scheelt aanzienlijk.’
‘Hoe komt u zo slim, dokter?’
Ze grinnikten allemaal.
‘Ik heb me na mijn
éénentwintigste ook wat in zaken verdiept, in mijn
reserves. Ik had een ruim zakgeld, ik was niet erg zuinig, maar ik
hield toch over. En ik had toen ook al een erfenis, al was die lang
niet zo groot als die van jullie. Maar er kwamen erbij, een oudste zoon
vangt nogal eens wat. En van mijn salaris hield ik over, ik hoefde niet
ieder jaar zonodig een nieuwe auto te kopen. Hier word ik
geïnspireerd door Simone, Tamara, en vele anderen. En ik doe
hetzelfde als Tamara, ervaringen omzetten om die nu te gebruiken. Zoals
van die rijplaten.’
‘Ik mag wel een mooi verhaaltje over zijn al of niet zuinigheid vertellen. Je herinnert je Renee, Tamara?’
‘Ja. Ik blijf me toch verwonderen dat jullie zo open over haar praten.’
‘Ja, ook over haar.
Voordeel halen uit, het positieve zien in een periode in je leven is
beter dan er niets mee doen, dan is het verloren tijd. Renee vroeg aan
die jongens geen geld om te vrijen. Ze zei, ik wilde alleen hun pikkie,
niet hun geld. En het gezellig maken. Ze kreeg niet zoveel zakgeld,
moest daar de normale dingen van kopen, kleding en zo, en van uitgaan.
Af en toe, als het op was, vroeg ze een jongen of hij wat geld over
had. Voor shampoo, om lekker te ruiken voor hem, en voor haar
telefoonabonnement om te SMS-en als hij kon komen. Ook om condooms te
kopen, maar dat zei ze niet tegen Mark, die mocht zonder, omdat hij
zo’n nette, schone heer was. Hij kwam er snel achter dat er ook
anderen bij haar kwamen, maar daar spraken ze niet over. Ze spraken zo
wie zo niet veel, daarvoor kwam hij niet. Goed. De meeste jongens gaven
wat geld, als ze het niet konden was het niet erg, dan een volgende
wel. Mark was de enige die nooit zo maar wat gaf. Hij vroeg hoeveel ze
wilde hebben en gaf het dubbele, dan kon ze weer even vooruit. Tja, hij
gaat uit van iemands eerlijkheid, en is dan eh bescheiden gul.’
‘Hij werkt nog zo ongeveer, met die huizen. Gul, als het maar redelijk verantwoord is.’
‘Ja. Renee vertelde,
toen ze veel later bij ons was, dat ze er pas achter kwam wie hij was
toen er een bericht over zijn trouwen, met Vivian, in de krant stond.
Ze was een beetje pissig, dat ze zo’n rijk jong gedumpt had.
Méér niet, want ze betwijfelde of het ooit wat geworden
zou zijn. Ze waren niet verliefd, alleen verlekkerd op elkaar.’
‘Tja. Paps, iedere keer
als ik wat over u en Renee hoor, wéér een detail, ga ik
het iets beter begrijpen. U snap ik eigenlijk wel helemaal. Als een
jongen, onverwacht of niet, één keer in een meisje
klaargekomen is, is het niet meer dan natuurlijk dat hij vaker wil. Ik
durf te zeggen, waarom niet, van zijn kant. Maagd is hij dan niet meer,
laat hij maar genieten, met mate natuurlijk, als hij de meisjes maar
netjes behandelt. Maar, hoe lekker het ook is, en hoe lief Renee het
ook deed, ik kan me niet voorstellen, dat een meisje vijf of zes
avonden per week steeds jongens laat rouleren om zo vaak mogelijk klaar
te komen.’
‘Tja, Silvia, dat zal
je wel nooit snappen. Weinig meisjes waarschijnlijk. Seksueel gedrag
wordt ook bepaald door je omgeving, als die vindt dat iets niet hoort
doe je het niet gauw, al laat niet iedereen zich evenveel afremmen. Je
had het bij jongens over natuurlijk. In de natuur zijn er erg
kieskeurige vrouwtjes, maar ook die ieder mannetje toelaten. Bij vogels
is zelfs bekend dat er vrouwtjes vreemd gaan. Je kan ze niets vragen,
maar de wetenschappers vermoeden, dat zij aanvoelt dat het met zijn
sperma niet goed zit en dan stiekem bij een ander mannetje een spuitje
gaat halen. En dan weer terug naar hun eigen nest om haar bastaards uit
te broeden. Dat is eerst gezien, inmiddels heeft DNA-onderzoek dat
vreemdgaan bewezen. Wat het meest voorkomt is veel vrouwtjes,
één mannetje. Schapen, koeien, leeuwen. Voor de
voortplanting werkt dat. Één vrouwtje en veel mannetjes
zou ik niet weten. Op één bekend verhaal na. Er komt een
onderzoeker bij een sloot en ziet daar een dikke kikker. Hoi, kikker,
hoe gaat het?’
‘Paps! Geen sprookjes.’
‘Het heeft in een
wetenschappelijk blad gestaan. Heel goed, zegt de kikker. Plompie in en
plompie uit en de hele dag in het zonnetje zitten. De onderzoeker loopt
verder en ziet weer zo’n kikker. Hoi, kikker, hoe gaat het? Heel
goed, meneer, plompie in en plompie uit en de hele dag in het zonnetje
zitten. Zo ziet hij er nog drie. Dan ziet hij een klein, zichtbaar
vermoeid kikkertje. Hoi, kikkertje, hoe gaat het? Niet zo goed, meneer.
Niet zo goed? Ik sprak net vijf andere kikkers, die zeiden allemaal,
heel goed, meneer, plompie in en plompie uit en de hele dag in het
zonnetje zitten. Ja, zei het kikkertje, maar ik ben plompie.’
Ze grinnikten allemaal.
‘En dat stond in een wetenschappelijk blad?’
‘Ja, eerlijk waar. Als grap, sufferdje.’
Silvia kreeg tranen in haar ogen.
‘Wat is dat nou?’
‘Zo heeft u me nog nooit genoemd, al was er vaak meer aanleiding voor dan nu.’
Mark wenkte haar naar zich toe, nam haar op schoot en kuste haar.
‘Sorry, liefje. Ik weet niet waarom ik het deed. Moet je daarvan huilen?’
‘Ja. Één
van de redenen waarom het bij ons altijd zo prettig was, is omdat er
nooit gescholden werd. Op school raak je er aan gewend, daar gebeurt
van alles. Bij klasgenoten thuis hoorde ik het nogal eens. Het stoorde
me, ik vond het binnen een gezin niet horen. Ik vind het prima als je
streng kijkt of afkeurend je hoofd schudt. Meestal vind ik dat terecht,
u natuurlijk altijd. Maar zo vaak kwam dat niet voor. Ik ben tevreden
als u niets zegt of mijn voornaam gebruikt. Maar ik word altijd
gelukkig als u liefje zegt. Dat doet u tegen niemand anders en niemand
anders tegen mij.’
‘Dat is dan onbewust
gegaan, liefje. Tot je een groot meisje werd was jij altijd mijn kleine
meisje. Je was altijd nét iets kleiner dan Mike. Voor een vader
is zoiets erg vertederend. Ik vond het ook heel fijn, dat wij
tweeën laatst gewandeld hebben, arm in arm, toen de anderen geen
zin hadden. Al ben je groot, voor mij blijf je kennelijk nog steeds een
beetje mijn kleine meisje. We houden evenveel van jullie allemaal, maar
niemand zal me kwalijk nemen als dat soms weer bovenkomt. Al heb ik er
nooit bij stil gestaan. Maar jij hebt het dus gevoeld.’
‘Nu pas duidelijk. Dat liefje was van ons tweeën. Terwijl ik net zo veel van mams houd als van u. Dank u wel.’
‘Niemand neemt je dat
kwalijk, Mark. Zelfs niet als je het wél had laten merken. Tegen
iets vertederend kan en mag je niets doen.’
‘Dank je wel. Alles goed, liefje?’
‘Ja, maar niet overdrijven.’
Ze gaf hem een kusje en ging weer op haar eigen stoel zitten.
‘Hé, er zit nog
iemand met tranen. Ik zal je niet vragen om op mijn schoot te komen
zitten, Tamara, maar verbieden zal ik het niet.’
‘Nee, dank je. Ik ben
ontroerd over het fijne familieleven wat jullie hebben. Waar iedereen
aan bijdraagt. Thomas en ik gaan ook fijn met elkaar om. Ik hoop het
later met onze kinderen ook zo te krijgen.’
‘Tja, dat heb je niet
in de hand. Meer dan je best doen, samen, vanaf dat ze geboren worden,
kan je niet. Wij hebben het met de tweeling ontzettend goed getroffen.
Dat is één. Twee, met Aimee en Jamie ook, maar dat was
logisch, die waren door de tweeling uitgezocht. Misschien denken die
dat het andersom was, maar dat maakt niet uit. Als ze niet bij ons
gepast hadden was de tweeling niet met ze doorgegaan. Drie, met jou
ook. Nadat we je de eerste keer ontmoet hadden, toen Thomas je als zijn
bruid voorgesteld had, zei Simone al, dat er bij jou méér
in zat. Daar bedoelde ze niet alleen iets zakelijks mee, want daar had
ze amper ervaring mee. Dat heeft mij oplettend gemaakt en ik heb je
zakelijk aan het werk kunnen zetten. Daaruit bleek al gauw, dat je niet
alleen zakelijk goed was, maar ook fijn met mensen omgaat. Daarom was
ik blij dat ik je nog dichter bij ons aan het werk kon zetten, wij je
nog beter konden leren kennen, en andersom. Al zeg ik het zelf, ik ben
heel goed bezig geweest. Ik heb zakelijk contact met je gezocht en
gehouden, terwijl ik heel goed wist, omdat Simone steeds naast me zat
als je langs kwam, dat het nooit zakelijk kon blijven. Goed. Storten
jullie je verwijten maar over me uit.’
‘Natuurlijk niet, Mark.
Na zulke mooie verhalen? En het is allemaal waar. We hebben het
allemaal onwaarschijnlijk goed getroffen. Ik moet weer eens denken aan
dat ik de morgen na onze huwelijksnacht even wakker lag. Ik dacht,
onder andere natuurlijk, terug. Hoe ik in Nederland opgegroeid was,
alleen kwam te staan en een beetje zielig maar geëmigreerd was.
Hoe ik in een relatief korte tijd het geluk in mijn leven gevonden had,
Mark en een nieuw thuis had. Ik heb nu mijn derde thuis. Het gaat me
niet om het huis, maar om de mensen om me heen. Ik kwam alleen, kreeg,
met ruime tussenpozen, een man, twee kinderen, nog twee kinderen, die
ook schoonzoon en schoondochter werden, twee kleinkinderen, voorlopig,
en hier weer twee kinderen. Dat is het belangrijkste. Dan komt een
thuis hebben. Want ik zie me nog niet met de hele familie onder een
brug zitten.’
‘Nee. We hadden wel met minder toegekund dan het huis in Boston. Mams, heeft u uw trouwjurk nog?’
‘Ja. De jurk van
één van de mooiste dagen in mijn leven kan ik niet
weggooien, Silvia. Er is ook niets anders van te maken. Met die andere
mooiste dagen bedoel ik natuurlijk jullie komst en die van jullie
kinderen. Één keer per jaar, op onze trouwdag, trek ik
mijn trouwjurk weer aan. Ik zeg expres mijn trouwjurk, ik heb hem zelf
betaald. Afgezien van dat ik salaris kreeg, tot ik trouwde, had ik
nogal wat, voor mijn doen dan, uit Nederland meegebracht. Als ik hem
aanheb krijgen we allebei tranen in onze ogen. Niet alleen door het
terugdenken aan die dag, en nacht, ook aan wat er voor geweldigs
bijgekomen is. Dat zei ik net al.’
‘Zou u hem een keer voor ons aan willen trekken?’
Simone keek bedenkelijk, na even naar Mark. Die knikte.
‘Dat we daar niet
eerder aan gedacht hebben. Ze hebben alleen de foto gezien. Die is
prachtig, maar de werkelijkheid is veel oogverblindender. Dat was het
toen, nu vast weer. Je bent praktisch niet veranderd.’
‘Dank je. Nou, goed.
Maar ik moet me daar op instellen. Het is niet zomaar van jurk wisselen
voor me. Morgenochtend?’
‘Ja. Prima. U een mooi pak, paps?’
‘Als je dat wil, natuurlijk, liefje.’
‘Mag mams de tiara op?’
‘Ik zat al te denken.
De bloemen zijn te ingewikkeld, daar is een kapper bij nodig. Met de
jurk kan een meisje helpen. Wel de tiara, schat?’
‘Als jullie willen.’
‘Ja, mams. Die bloemen
zie je op de foto toch niet zo goed. Zouden we de diademen, die Aimee
en ik ophadden, ook nog een keer mogen zien?’
‘Tja. . . . Dan
morgenochtend maar alles tegelijk. Om tien uur. Ik eh moet een en ander
regelen. Kijk niet verbaasd als jullie morgenochtend na negenen
bewaking rondom het huis zien. Zonder hun in de buurt doe ik de safe
niet open. Het zal vast niet uitlekken dat dat gaat gebeuren, maar je
weet maar nooit.’
‘Zit er meer in dan de tiara en de diademen? Die zijn al een vermogen waard.’
‘Ja, er zit nog wat
meer in. Lach niet, jullie zien het morgen wel. Tamara, kom je ook?
Thomas vraag ik zelf, die moet helpen regelen.’
‘Dank je wel, ik kom heel graag. Voor Simone in haar jurk, de rest interesseert me niet zo.’
‘Nee, maar je zal dat ook mooi vinden. Nu allemaal wegwezen. Ik zie dat Simone wat na wil praten met me.’
‘Ja, even over het aantrekken van mijn trouwjurk. Daarna over het uittrekken.’
Op Mark na kusten ze Simone allemaal en vertrokken.
De volgende morgen tegen
tienen vonden Tamara en de kinderen Mark en Thomas glimlachend in de
woonkamer. De bank het dichtst bij de slaapkamerdeur was wat
opgeschoven, waardoor er een opvallend leeg stuk voor de slaapkamerdeur
was ontstaan. En in plaats van de salontafel stond er een lange tafel
met een kleed erover. Het kleed lag in hobbels, er lag duidelijk wat
onder. Op de hoek van de tafel stond een doosje. Er bovenop lag een
bloem.
‘Is dat één van de twaalf rozen, oom?’
‘Ja. Ik ben er hier
achtergekomen dat de roos min of meer de familiebloem is. Daarom is er
achter het huis ook een rosarium. Als je schone handjes hebt mag je
eraan komen. Er zitten er nog elf in de doos. Simone had ze in twee
rijen van zes, maar een andere opstelling kan ook. Of niet alle twaalf,
als je geen lang haar hebt.’
Ze bewonderden allemaal de zijden bloem met de goudverf.
‘Oud, oom?’
‘Ja. Ik heb geen idee
hoe oud. Als Tamara te weinig werk meer heeft gaat ze de
familiepapieren inscannen. Dan kunnen we makkelijker gegevens opzoeken.
Het is nu geen doen als je niet ongeveer weet in welk jaar je moet
zijn.’
‘Is er zoveel bewaard?’
‘Ja. Jullie zullen in
de zitkamer beneden die kast met banden met een w erop wel gezien
hebben. Maar waarschijnlijk niet, dat er drie rijen banden achterelkaar
staan op iedere plank. Ik heb er al eens in gesnuffeld. Sommige
voorvaderen hebben wat geschreven, maar het meeste gaat over aan- en
verkopen. En verplaatsingen van de familie en de familie-eigendommen.
Maar daar kan je ook veel uit opmaken. Ik heb er in het begin uit
opgedoken, dat er in de loop van de eeuwen steeds meer grond bijgekocht
is, tot de huidige omvang. En steeds stukken samengevoegd, totdat er
van de ongeveer honderd boerderijen de huidige twintig over zijn. Geen
van die twintig is ouder dan een eeuw, bij de meeste samenvoegingen
werd er een nieuwe gebouwd.’
‘Interessant. Zit de tiara nog in de doos?’
‘Nee, die is bij Simone. Thomas?’
Samen met Thomas trok Mark
het kleed op de tafel iets opzij. Er werden tien openstaande cassettes
met diademen zichtbaar. Ze stonden allemaal een tijdje te kijken.
‘Die Silvia en ik opgehad hebben liggen vooraan, hè?’
‘Ja. Ik had niet gedacht dat je ze zou herkennen. Ik had beter moeten weten. Meiden!’
Ze grinnikten.
‘U had zeker beter moeten weten, paps. Het zijn duidelijk de mooiste. Dank u wel.’
‘Ik moest uit
foto’s kiezen, puur geluk dat je ze ook de mooiste vindt. Als
één van jullie kinderen in haar eentje trouwt mag ze de
tiara op. Als ze ook tegelijk willen ieder maar weer een diadeem.’
‘Ja, het was een mooie
oplossing. We vonden toen al, aan de hand van jullie trouwfoto, dat
diademen beter bij ons zouden staan dan de tiara. Daarvoor moet je toch
een betere eh houding hebben dan wij. Ik heb die van mams niet
geërfd.’
‘Nee. Je zag er op je
trouwdag ook schitterend uit, maar Simone heeft wat eh koninklijks.
Misschien komt het bij één van jullie meiden wat
terug.’
‘Dat hoeft niet, tenzij het met normale maten kan.’
‘Misschien wel.’
Er werd op de slaapkamerdeur
geklopt. Thomas liep er heen, opende de deur en ging opzij staan.
Simone deed een paar stappen naar binnen, draaide langzaam rond en
bleef glimlachend staan.
Ze waren allemaal even stil. De meiden hadden al gauw tranen in hun ogen.
‘Ohhhh, mams, wat móóóói!’
‘Schit-te-rend, tante.’
‘Ja. Nog bloter dan normaal, maar toch eh gekleed.’
‘Dank je, Jamie. De
jurk is niet meer zoals ik hem gekocht heb. Een vriendin van me heeft
het bovenstuk veranderd, zodat ik op de mooiste dag van mijn leven nog
iets meer dan normaal kon laten zien. Maar zonder inkijk, waardoor het
toch gekleed bleef.‘
‘Ja, knap werk. Geweldig. Geweldig mooi, bedoel ik.’
‘Ja, ik weet het, je was de eerste dag dat je bij ons was ook zo onder de indruk.’
‘Ja, van drie dingen. Die twee en Silvia. Excuses, overige toen aanwezigen.’
‘Nee, dat was zo. En terecht. En je was er toen ook zo vrij over.’
‘Ik was te geschokt om
me in te houden, Silvia. Ik keek graag naar meiden, tot ze achter in de
twintig waren. Maar die dag kon ik niets anders dan een uitzondering
maken. En daarna steeds. Alleen om te kijken. Aangekleed of niet maakt
me niet veel uit. Als ik op een rijtje moest zetten waar ik het liefst
naar keek, kijk, dan komt Silvia op de eerste plaats, u op de tweede en
de Mona Lisa en de Venus van Milo op een gedeelde derde.’
‘Nou, je bent erg complimenteus. Dank je wel, lieve jongen. Mike?’
‘Ik kan het niet mooier
zeggen dan Jamie, mams. Ik heb er nooit over gedacht waarom iedereen in
Boston u groette. Door de foto op Internet?’
‘Ja, en door de Rolls.’
‘O, ja, en door de
manier waarop u loopt, zei paps ooit. Die vriend in het ziekenhuis, die
de foto en het verhaal erbij op Internet gezet heeft, had gelijk. Ik
heb het onthouden. Hij zou je graag zien als koningin, zodat alle dames
konden leren zich leuk aan te kleden, ook zonder kroontje op hun hoofd
en bloemen in hun haar. Leuk is een understatement, natuurlijk. Paps
zei net ook al, Simone heeft wat koninklijks.’
‘Toch ook mooi gezegd, lieverd. Nou, Tamara is nog in shock. Thomas?’
‘Zonder de tiara zou
het al koninklijk zijn, Nu minstens keizerlijk. Iets hogers is er
geloof ik niet. Ik kan verder alleen wat indirects zeggen. Wat heb jij
het getroffen, Mark.’
‘Dat heb ik zeker. En behalve het uiterlijk ook zo’n prachtig innerlijk.’
Hij ging naast Simone staan en hield haar hand vast. Ze kuste hem even.
‘Ja. Ik kom langzaam
bij uit mijn shock. Die foto is heel goed genomen. Die vakman had een
goed oog. Maar eh de werkelijkheid is nog honderd keer mooier.’
‘Dank je, Tamara. Tja,
ik heb mijn houding een beetje mee, maar jullie zagen er bij jullie
trouwen ook allemaal schitterend uit.’
Ze liep naar de lange tafel en pakte de bloem op.
‘Ik weet nog hoe
verbaasd ik was. De eerste bloem vond ik schitterend, al
vóór ik wist dat het geen gele verf was. Toen kwamen er
nog elf tevoorschijn. Ik heb ze in twee rijen van zes opgehad. Met de
tiara erbij was ik van het probleem af hoe ik mijn haar moest dragen.
Veel meiden maken er een kustwerk van, bovenop hun hoofd. Maar ik wist
dat Mark dat niet fijn zou vinden, die ziet het liever los. Een beetje
wild. Overal. Ja, daarom houd ik het op mijn doos ook niet kort.’
Ze grinnikten. Simone legde de bloem midden op de doos, tilde de tiara van haar hoofd en legde die er omheen.
‘Een heel mooi sieraad, Mark. Waarom zijn er zo veel diademen?’
‘Ik denk dat er een
tijd geweest is dat hier veel familie woonde en dat ze veel feesten
gaven. Alle dames en oudere dochters moesten dan natuurlijk wat dragen.
Ik zal de rest van de sieraden laten zien.’
Thomas hielp hem om het kleed
helemaal van de tafel te halen. Die bleek helemaal vol te staan met
cassettes, van verschillende afmetingen, die ook allemaal open stonden.
Er zaten gouden en zilveren kettingen in, parelsnoeren, oorhangers,
armbanden, ringen. De meiden zuchtten van verbazing.
‘Niet alles zal
tegelijk gedragen zijn, ze hadden de keus. Dit is niet alles. Er is ook
nog bij familie in het buitenland. Één familie, in het
zuiden van de States, geeft wél feesten en heeft wat kleiner
spul.’
‘Kan je daarom vragen?’
‘Ja, als je hem nog
niet hebt vraag je om de lijst en bestelt wat je hebben wilt. In
bruikleen, natuurlijk. De beheerder hier beslist wat je krijgt. Hoeveel
je krijgt is ook afhankelijk van de beveiliging, alarmering. Dit huis
is beveiligd, de safe extra. Hoe doet er voor jullie nu niet toe.’
‘Nee. Nou, paps, mams
heeft niets nodig, en Aimee en ik ook niet. Zonder sieraden worden we
al mooi genoeg gevonden. Misschien, als we ooit hier komen wonen en we
een groot feest willen geven, al zou ik niet weten waarom. Een feestje
met een kleine groep, zonder feestkleding, is veel fijner. We houden
altijd wel onze trouwringen om, al is dat eigenlijk overbodig, we weten
toch wel dat we bij elkaar horen. En mams vast haar eh. Hoe noemt u
die?’
‘Mijn blootring.’
‘Ja, op die en uw trouwring na natuurlijk vaak helemaal bloot. Wij ook. Zullen we vanavond weer zwemmen?’
‘Ja, voorlopig voor het laatst, met jullie. Morgen vertrekken jullie alweer.’
‘Ja, een volgende keer
proberen we langer te komen. Op bezoek, bedoel ik. Komen jullie
vanavond ook, Thomas, Tamara?’
‘Wij zullen graag in het zwembad aanwezig zijn.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Ja, hier naartoe gaan, thuis komen. Beetje ingewikkeld, maar je snapt me wel.’
‘Ja, een
afscheidsavondje, lieve kinderen. Nou, dat was het. Simone, ik kan
helaas niet bij je omkleden zijn. Mag ik de overige aanwezigen
verzoeken zich uit de suite te verdwijnen? Thomas en ik moeten alles
weer opruimen.’
De overige aanwezigen verdwenen uit de suite, Thomas en Mark ruimden op.
Thomas en Tamara lunchten samen thuis.
‘Het was vast nogal wat werk, om al die sieraden uit te stallen en weer op te ruimen.’
‘Ja, maar ik heb
genoten. Ik heb om negen uur de bewaking opgevangen en ze nog eens
uitgelegd wat de bedoeling was, zo min mogelijk personeel en helemaal
geen vreemden binnenlaten. En rondom het huis patrouilleren. Daarna ben
ik naar Mark gegaan, die opende de safe.’
‘Waar zit die?’
‘Ergens in de suite, schat, verder is het dienstgeheim.’
‘Prima. Wat zag je?’
‘Allemaal cassettes, de
safe zat aardig vol. Ik vroeg of hij alles al eens eerder bekeken had.
Nee. Hij is opgegroeid zonder dat ze hem veel over de familie verteld
hebben. Hij heeft op z’n eenentwintigste een lijst gekregen, van
alles. De sieraden, schilderijen, antiek, auto’s. Daar is hij
toen van geschrokken, al stonden er geeneens bedragen bij. Toen zijn
vader het hier overnam schreef die hem belangrijke wijzigingen, meer
niet. Hij begon wel steeds meer te vermoeden. Hij had eerst geen idee
hoe groot het huis hier was, tot zijn vader schreef, dat de vertrekken
voor het personeel op de tweede verdieping omgebouwd waren van
vierendertig kleine naar twintig grote. Tja, dan is het geen klein
landhuisje. Later kreeg hij een plattegrond. Tegen Simone en de
kinderen hield hij het ook bij de familiestijl, nooit getallen, altijd,
nogal wat. Toen ze hier met z’n allen voor het eerst waren, nog
voor het trouwen van de tweeling, kwam hij achter meer dingen. Zoals de
oppervlakte van de pachterijen. Nogal wat meer dan twintig
boerderijtjes met wat grond. Omdat hij toen beter contact met zijn
ouders kreeg stuurde zijn vader hem wat meer. Ook de lijst met getallen
er achter. Weer schrikken. Totaal honderden miljoenen, dat weet je al.
Pas toen hij het hier overnam kwam hij overal achter. Hij heeft toen
ook samen met zijn vader de cassettes geteld. Niet alles opengemaakt,
er kon toch niets weg zijn, op de safe zit ook alarm. Nou, zei hij, we
zullen het deze keer maar allemaal uitpakken. De meiden zullen ervan
genieten. Ik geniet meer van blote meiden.’
‘Alles op z’n
tijd. Wij genieten meer dan mannen van sieraden, maar hun eigen
sieraden zien we natuurlijk ook graag. Straks? Na je verhaal?’
‘Graag. Tijd zat, de
familie is een ritje in de buurt maken, in een auto, dat zal wel
uitlopen. Ik had de tafel al eerder klaar laten zetten, daar hebben we
alles opgezet. Als laatste kwam er een grotere doos tevoorschijn. Die
ken ik het beste, zei Mark, daar zitten de tiara en de bloemen in. Hij
pakte één bloem uit, toen de tiara. Ik mocht hem ook even
vasthouden. Schitterend. Alle onderdelen van een Rolls zijn mooi
afgewerkt, die tiara ook. Tjonge, stond ik daar, met miljoenen ponden
in mijn handen. Hij stond Simone goed, hè?’
‘Heel goed. Die
diademen bij de meisjes ook. Ik heb net even geoefend, met een boek op
mijn hoofd. Ik ging vanzelf nog meer rechtop staan.’
‘Laat eens zien.’
‘Jawel, meneer.’
‘Je bent mijn dienstmeisje niet, die ik vraag wat ze in haar broek heeft.’
‘Straks?’
‘Ja, leuk.’
Tamara stond op, haalde een boek, legde het op haar hoofd en liep er mee rond.
‘Nog meer je borsten vooruit. Met naaldhakken werkt dat ook, hè?’
‘Ja, maar die wil ik niet, volgens mij is dat niet goed voor je voeten. Zal ik voortaan meer rechtop lopen?’
‘Dat hoeft niet, ik vind je borsten er al lekker genoeg uitzien. Straks?’
‘Is je verhaal af?’
‘Bijna. Toen hebben we
de grootste tien cassettes open gemaakt. De diademen. Allemaal kleiner
dan de tiara, maar even mooi. Daarna waren we een tijd bezig met de
andere cassettes. Het moeten mooie feesten geweest zijn, met al die
opgesmukte dames. Het opruimen ging wat sneller. Nu is mijn verhaal
af.’
‘Gretigerd. Uitgegeten? Dan naar boven.’
Op de slaapkamer bleef hij voor het bed staan, naar haar toegedraaid.
‘Je bent nieuw hier, hè, meisje? Hoe heet je?’
‘Wat? O. . . Venus, jongeheer. Ik ben van de week begonnen. Op proef.’
‘Mooi. Dat zullen we dan maar beproeven. Venus. Heb je een mooie venusheuvel, Venus?’
‘Nou, jongeheer toch!’
‘Ja, die heb ik ook.
Laten we ergens anders beginnen. Je staat mooi rechtop. Je tietjes
komen mooi naar voren. Pak ze eens voor me uit.’
‘Nou, jongeheer toch!’
‘Je hebt toch al wel met jongens gespeeld?’
‘Een beetje, jongeheer.’
‘Dan hebben ze vast al aan je gezeten.’
‘Eh een beetje, jongeheer.’
‘En jij aan hun gezeten?’
‘Eh een beetje, jongeheer.’
‘Ik zal wel wat ouder
zijn dan die jongens, ik heb vast wat meer in mijn broek. Als ik een
beetje aan jou mag komen, mag jij daaraan komen.’
‘Nou, een beetje dan.’
Ze knoopte haar bloes los en deed hem een beetje open.
‘Geen beha? Nee, niet nodig. Denk ik.’
Hij ging op de rand van het bed zitten, wenkte haar naar hem toe. Ze kwam aarzelend voor hem staan.
‘Bang?’
‘Ik heb me nog nooit voor een jongen zo ver uitgekleed, jongeheer.’
‘Dat is hun pech. Kijken waar je aan zit is veel mooier.’
Hij pakte haar bij haar middel en ging met zijn handen omhoog tot hij haar borsten vast had.
‘Lekkere borsten, Venus.’
‘Mmmm. U houdt ze prettig vast.’
‘Fijn. Tja, ik heb wel eens vaker met meisjes gespeeld.’
‘Dat hoorde ik al van de andere dienstmeisjes. Maar u doet niet meer dan ik wil, hè?’
‘Nee, beloofd. Ik kan altijd om een meisje vragen wat net zoveel wil als ik. Doe je je bloes uit?’
‘Nou, jongeheer toch!’
‘Dan doe ik straks mijn broek uit. Eerlijk is eerlijk.’
Ze deed haar bloes uit. Hij trok haar naar zich toe, kuste en likte haar borsten, ook haar tepels uitgebreid.
‘Lekker, Venus?’
‘Ja, jongeheer. Ik krijg er kriebels in mijn buik van.’
‘Daar kan ik wel wat aan doen.’
Voor ze het in de gaten had,
had hij zijn handen laten zakken, was onder haar rok gegaan en had haar
broek een stuk naar beneden getrokken.
‘Oh, jongeheer.’
‘Ja, lekker snel, hè? Mag ik nu naar je venusheuvel kijken?’
‘Dan ziet u alles eh daaronder ook.’
‘Wat heb je daar?’
‘Dat weet u wel. Wat een meisje daar heeft.’
‘Ja, wat moois en lekkers. Je vindt jezelf toch wel zo mooi dat ik het mag zien?’
‘Nou, even.’
Ze tilde haar rok aan de voorkant op.
‘Mooi, Venus. Ook mooie haren op je doos. Je gleuf ziet er ook lekker uit.’
‘Nou, genoeg.’
Ze liet haar rok vallen.
‘Nu u. Oh, neemt u me niet kwalijk.’
‘Kwalijk niet. Laten we van plaats verwisselen.’
Hij stond op, zij ging op de rand van het bed zitten, hij ging voor haar staan.
‘Doe maar wat je wilt, Venus.’
Ze maakte zijn broek los en deed hem naar beneden; hij stapte eruit.
‘Zo te zien bent u inderdaad nogal groot.’
Hij deed zelf snel zijn overhemd uit.
‘Je mag best nog beter kijken als je wilt, dat heb ik beloofd.’
Hij hielp haar even om zijn onderbroek te laten zakken; ook daar stapte hij uit.
‘Oh, jongeheer, wat een grote.’
‘Ja, dat is beter speelgoed dan een kleintje, hè?’
‘Speelgoed?’
‘Ja, je kan er toch
lekker mee spelen? Je hebt al een beetje aan jongens gezeten, je kan er
nu vast veel beter bij. Één hand om mijn ballen, de
andere onderaan om mijn stijve en de rest in je mond?’
‘Ik wil u wel even beetpakken, maar in mijn mond weet ik niet.’
‘Pak eerst maar en streel me een beetje.’
Ze deed het voorzichtig en nam hem na even even in haar mond.
‘Het viel me mee. U heeft een erg stijve. En hele grote ballen. Ze lijken wel twee keer zo groot als eh andere.’
‘Lekker, hè? Heb je jongens wel eens lang gestreeld?’
‘Eh ja.’
‘Dat hoef je nu niet te doen, hoor. Zeg, je hebt aan mijn stijve gelikt, mag ik jouw gleufje likken?’
‘Nou, jongeheer.’
‘Die komt later aan de beurt. Als ik je een keer lik kan je later de jongens zeggen hoe ze het moeten doen.’
‘Ik weet niet of ze dat
durven. Ik heb ook nog niet eerder een stijve in mijn mond gehad. Maar
omdat ik hem zo goed zien kon, en hij er zo lekker uitzag, durfde ik.
Goed. Hoe, jongeheer?’
‘Ga maar achteroverliggen. Goed zo.’
Hij trok haar broekje verder
uit, tilde de voorkant van haar rok zo ver mogelijk omhoog, ging met
een hand aan de binnenkant van een been van haar omhoog en pakte haar
doos in zijn hand.
‘Lekkere doos, Venus.’
‘U zou alleen even likken.’
‘Je hebt mij toch ook vastgepakt?’
‘Ja. Nou, doe dan maar.’
Hij streelde haar nog even, haalde toen zijn hand weg en deed haar benen ver van elkaar af.
‘Niet zo ver, dan ziet u alles.’
‘Ja, dat doe ik,
daarnet zat je gleuf nog een beetje verstopt tussen je haren. Jij zag
net ook helemaal mijn stijve en mijn ballen. Nu ik jouw gleuf. Mooi,
Venus. Die durf ik best te likken.’
Hij gaf een paar kustjes op haar doos en ging toen met zijn tong op zoek.
‘Oh, jongeheer, dat is lekker.’
‘Ja, voor mij ook. Maar ik heb nog wat lekkerders. Doe je ogen maar dicht, dan zal ik je verwennen.’
Hij ging op zijn knieën
voor haar zitten en wreef met zijn stijve over haar gleuf. Na even
duwde hij iets en ging er een stukje in.
‘Oh, jongeheer, niet doen. Ik weet wat dat is, uw stijve.’
‘Hoe weet je dat? Van eerder spelen?’
‘Eh ja.’
‘Die van mij speelt
vast fijner met je. Als je méér wilt, van mijn langere en
dikkere, ik heb condooms. Of ben je aan de pil?’
‘Eh aan de pil.’
‘Heel verstandig, Venus. Dan hoef je niets te missen.’
‘Ik wil die eh lange dikke wel even proberen. Maar voorzichtig hoor.’
‘Ja, natuurlijk. Zo lekker mogelijk.’
Hij pompte voorzichtig door tot zijn stijve er helemaal in zat.
‘Wat houd je me lekker vast, je hebt een heerlijke gleuf.’
‘U bent duidelijk dikker. U eh streelde ook goed. Iedere keer een stukje meer.’
‘Iedere keer een stukje dieper. Ik zit er nu helemaal in. Niks om bang voor te zijn.’
‘Nee, maar ik heb wel het gevoel dat ik helemaal vol zit.’
‘Fijn. Zal ik nog een beetje strelen?’
‘Ja, maar eh niet komen.’
Hij pompte op z’n best.
‘Oh, wat lekker, jongeheer. Nu maar stoppen?’
Hij pompte wat vlugger.
‘Ohhhh, niet stoppen, langzamer.’
Hij pompte wat langzamer, tot
ze gekomen was, daarna wat sneller tot hij zelf gekomen was. Hij hijgde
een halve minuut uit, trok zijn krimpende stijve terug, deed haar rok
naar beneden en ging naast haar zitten. Ze ging ook zitten.
‘U eh.’
‘Zeg het maar, Venus.’
‘U drukte zich een keer of zeven tegen me aan, kreunend. Kwam u? En zeven keer eh.’
‘Ja, jij kwam lekker,
daarna ik. Ja, ik heb zeven stralen in je gespoten. Heel veel, dat komt
door mijn grote ballen.’
‘Dat geloof ik best.
Die jongens, met hun kleine balletjes en pikkies, maar een keer of drie
een beetje. Die vulden me ook niet helemaal op, denk ik nu. Ze
streelden ook lang niet zo goed. Was ik goed?’
‘Ja, geweldig. Je gleuf streelde mijn stijve heerlijk. Je paste er precies omheen.’
‘Nou ja, met zo’n dikke. Ik eh zou nog wel eens vaker willen. Hopelijk kan ik hier na mijn proeftijd blijven.’
‘Ik wil je niet omkopen, hoor, maar ik zou een goed woordje voor je kunnen doen.’
‘Hoe goed moet ik dan zijn, jongeheer?’
‘Je moet niks, je
mág, als je wilt. Ik kan nogal vaak op een dag. Tussen de
middag, als ik kom lunchen, is er niet altijd tijd. ‘s Avonds
meestal wel. In het weekend veel meer.’
‘Dat duurt nog even.’
‘Wil je zo graag? Kom
dan vanavond naar mijn slaapkamer. Verzin maar een smoes waarom je de
hele nacht weg blijft, dan kan je blijven slapen.’
‘Oh. Moet ik wat meenemen? Nachtkleding?’
‘Nee, natuurlijk niet. Je durft vast wel helemaal bloot.’
‘Ja, na wat we net
gedaan hebben maakt het niet meer uit. Maar dan niet steeds onder de
dekens, het is net zo fijn dat ik nu wat zie. En eh weer spelen?’
‘Een paar keer. Je moet
ook een keer kijken als ik mijn stijve bij je naar binnen duw. Mooi
gezicht, joh. En op me zitten, dan mag jij bewegen hoe je wilt.’
‘Eh laat u meisjes altijd komen, jongeheer? Zonder vond ik er nooit veel aan.’
‘Ja, altijd. De derde keer, of bij nog vaker, duurt het langer voor ik kom, dan komen ze soms twee keer.’
‘O. Dan eh is het op één avond al meer dan tot nu toe in weken.’
‘Mooi vooruitzicht, hè?’
‘Ja. En eh de andere meisjes?’
‘Jij kan toch niet
altijd? Je hebt ook niet altijd dienst. Als ik niet bij een meisje kan
spuiten, na haar te hebben laten komen, loopt het er ‘s nachts
uit. Dat is een slechte besteding van iets lekkers.’
‘Dat zal vast niet voorkomen. De meisjes houden een lijstje bij.’
‘Gelijk hebben ze. Kom jij vanavond?’
‘Dat zal wel mogen, omdat ik nieuw ben.’
‘Zo nieuw ook niet meer. Ben je lekker ontmaagd?’
‘Nou, jongeheer toch! Eh, ja, hij deed het heel lekker.’
‘Maar je bent nog niet goed ingereden. Dat gaan we samen doen, hè?’
‘Als u maar niemand
vertelt wat we doen. De meisjes zeggen ook niet alles, denk ik. Ja, ze
spelen. Met de jongeheer van de jongeheer. En hij met hun spullen. Over
tegelijk hebben ze het niet.’
‘Ze willen niet altijd
als ze hier nieuw zijn. Ze durven soms nog geen borst laten zien. Na
een tijd worden ze toch nieuwsgierig. Dan proberen ze soms eerst een
beetje. Uiteindelijk bijna allemaal alles. Dan hebben ze spijt dat ze
niet wat vlotter waren. Jij was slim.’
‘Ik wilde stoppen, even nadat u er helemaal in zat. U ging door.’
‘Ik stop na drie keer
stop. Maar jij vroeg, nu maar stoppen? En een paar tellen later zei je
al, ohhhh, niet stoppen, langzamer.’
‘Ja, het werd te lekker om te stoppen, al was ik niet van plan om me te laten eh nemen.’
‘Ik neem niet alleen, ik geef ook.’
‘Ja, genoeg. Dat
inrijden klopt wel. Die jongens na mijn eerste prutsten maar wat. Ze
kwamen wel klaar, natuurlijk, maar ik meestal niet. U doet het goed,
met die dikke. U ramde hem er lekker in en uit.’
‘Ik ben ook klein begonnen, hoor. Maar zo gauw ik kon kreeg ik les van de meisjes.’
‘Die waren dan ouder dan u.’
‘Ja, sommigen met veel
ervaring. Ik vind het ook niet meer dan eerlijk dat ik dat doorgeef.
Doe jij het maar aan de jongens in het dorp. Kies een beetje oudere dan
tot nu toe, die willen vast. Dan zit je wat voller, dat streelt
beter.’
‘Ja, dat heb ik gemerkt. Eh na het diner heb ik geen dienst meer, jongeheer.’
‘Fijn. O. Ik zou gaan zwemmen. Daarna heel graag.’
‘Daar wordt bloot gezwommen, hè? Ziet u dan meneer en mevrouw ook bloot?’
‘Ja, en de kinderen. Maar daar vertel ik niets over, dat hoeft verder niemand te weten.’
‘Jammer.’
‘Nou, je zal vanavond
niets tekort komen. We doen het een paar keer, dan slapen, terwijl we
vasthouden wat we willen. Dan morgenochtend vroeg?’
‘O. Ik heb vrij tot de lunch.’
‘Ik niet. Blijf jij dan
nog maar even lekker liggen. Je kan ook in bad gaan. Een beetje
spoelen, tegen die tijd komt mijn sperma anders misschien je oren
uit.’
‘Thomas!’
‘O. Sorry. Ik schoot door.’
‘Dus dat denk je soms.’
‘Ja. Waar laat je het allemaal?’
‘Je spuit heel veel,
maar dat is relatief. Zeven keer twee kubieke centimeter over een hele
dag is nog geen borrelglaasje vol. En twee kubieke centimeter per keer
is niets vergeleken bij het volume van je stijve, die ik nog geen bodem
heb voelen raken. Soms wordt mijn broekje iets nat, als ik dat direct
daarna aantrek. Nou, dan maar weer een nieuwe.’
‘Mooi. Dan zie ik je na het zwemmen. Doe maar geen broekje aan, dan kan ik je gelijk lekker onder je rok pakken.’
‘Nee, ik wacht wel in uw bed, dan kan u er gelijk in. Wel uitgekleed, natuurlijk, dat ben ik dan ook.’
‘Fijn, Venus. We gaan een lekkere tijd krijgen.’
Ze kleedden zich grinnikend aan. Hij ging naar Het Grote Huis en zij op de fiets een rondje in het dorp maken.
In het zwembad praatten ze gezellig op de kant en speelden twee keer in het water.
In de slaapkamer was Tamara eerder uitgekleed dan Thomas. Ze ging op haar rug op bed liggen, met haar handen onder haar hoofd.
‘Je bent een mooie
meid, Venus. Stevige tieten, en net zo veel haar op je doos dat ik je
lekkere gleuf goed kan zien.’
‘Uw jongeheer is ook mooi om te zien. Zo groot, dik, recht omhoog.’
‘Hoe heb je totnogtoe gevreeën? Vast staand, tegen een muur op.’
‘Ja. Niet zo vaak. De meeste jongens vond ik daar niet aardig genoeg voor.’
‘Je mag best kieskeurig
zijn. Wat minder vaak lekker is fijner dan vaak met tegenzin. Zeg,
vanmiddag hebben we het op de rand van het bed gedaan. Wil je nu een
echte beurt, ik bovenop je? Of op z’n hondjes?’
‘Eerst maar bovenop. Neem me, jongeheer.’
‘Ach, nemen, je weet
het, ook geven. Ik heb weer veel, hoor. Je mag het wel weten, als je
het niet verder vertelt, in het zwembad, in het water, voelen we wat
aan elkaar.’
‘Aan eh alle meiden?’
‘Ja, en zij aan mij. Ik
heb veel borsten beetgehad, en een beetje in gleuven gevoeld. En er
hebben veel lekkere handjes aan mijn stijve en mijn ballen
gezeten.’
‘Stijf? In het water?
Als eh bij een jongen in het zwembad in de stad de bobbel in zijn
zwembroek te groot wordt, gaat hij juist het water in.’
‘Ja, maar als je daarin
gemasseerd wordt maakt het niet uit dat het water niet zo warm is. Jij
hebt me vanmiddag voorzichtig beetgepakt. Maar na een massage wil ik
helemaal graag mijn stijve in een gleuf duwen, proberen het zo lang te
rekken tot het meisje komt en dan heerlijk spuiten. De tweede keer
duurt het langer, hoor.’
‘Voorlopig maakt me het niets uit, als ik maar kom.’
Hij kroop op haar.
‘Stuur je me naar binnen? Dan kan ik mijn gewicht wat van je afhouden. Ja, lekker. Heb je er zin in?’
‘Ja,, ik wil hem
helemaal. Oh, wat zit ik vol. Op de rand van het bed schoof ik wat
omhoog, als u hard ramde. Nu voel ik het beter.’
‘Te hard?’
‘Nee, te langzaam nu. Streel me, met die dikke. Ja. Ja. Ik kom al.’
‘Ik ook. Oh, niet zo hard knijpen. Oh. Oh. Oh. Oh. Oh. Oh.’
‘Oh. Nog even. Oh. Ohhhh.’
Ze hijgden uit.
‘U heeft weer zes keer gespoten, geloof ik. Ik kon niet zo goed tellen, ik kwam ook.’
Hij rolde van haar af.
‘Je had behoorlijke krampen, je kneep me een beetje af.’
‘Daar kon ik niets aan doen. Het was erg lekker.’
‘Mooi. Ja, ik kwam een keer of zes.’
‘Wat veel, jongeheer. Na vanmiddag.’
‘Ik zei toch, ik kan
vaak. Vóór het zwemmen heb ik nog even in een ander
meisje geloosd. Anders zou ik het in het zwembad niet redden, met al
die massage door meiden die dat goed kunnen.’
‘O.’
‘Vind je het erg? Dat ik ook andere meisjes eh laat genieten?’
‘Even wennen. In het dorp is het niet de gewoonte om met meerderen tegelijk om te gaan.’
‘Ik heb nog geen meisje
gevonden dat zo vaak kan als ik wil. Jij had nog dienst. Moest ik het
dan in de douche tegen de muur spuiten?’
‘Nee, dan maar een
ander. We moeten toch wisselen. Ik ben al blij, dat als ik weer aan de
beurt ben, ik vast weer meer dan één beurt achterelkaar
krijg. Als het nu lukt.’
‘Ja, de eerste een
snelle, zoals net, daarna een wat langere, zoals straks. Zeg, als je na
de tweede keer in slaap valt, en ik wil nog een keer, zal ik dan achter
je gaan liggen en tussen je benen door in je gleuf porren?’
‘Nee.’
‘O. Jammer.’
‘Niks jammer,
jongeheer. Maak me dan maar weer wakker. Half is genoeg. Als ik uw
gepor maar voel, vast weer kom en merk dat u weer in me spuit.’
‘Je bent een fijne meid.’
‘Als ik maar vaak wil, hè?’
‘Nee. Ik zei net toch, jammer. Ik had het echt niet gedaan als je het niet gewild had.’
‘O. Ja. Neemt u mij niet kwalijk.’
‘Nee, als ik je zo maar wel de tweede keer mag nemen. Ik ben nog lang niet leeg. En jij komt ook vast weer.’
‘Zo vaak u wilt, de hele nacht, als ik maar een beetje wakker ben.’
‘Fijn. Jij kwam ook gauw, tot nu toe.’
‘De tweede keer weet ik niet. Daar was nooit tijd voor. Of ik had er geen zin in.’
‘Nu wel?’
‘Ik wil graag een
tweede keer, die lekkere dikke. O. Jongeheer, ik denk niet dat het zal
gebeuren, maar als ik er geen zin meer in heb, wat gebeurt er dan met
me?’
‘Niets. Tot nu toe was
er altijd een meisje wat wilde. Als ze geen twee keer op een avond
wilde kwam er wel een ander. Ik neem aan, dat ze het met dat lijstje
proberen het eerlijk te verdelen, en overslaan wie niet wil. Of kan. Ik
vraag wel eens om een bepaald meisje. Die komt dan niet altijd, dan
zeggen ze dat die niet kan. Maar ik heb nooit gemerkt dat er
één helemaal niet meer wilde. Ze nemen altijd ontslag als
ze een tijd verkering hebben en gaan trouwen.’
‘Dus nog wel als ze al verkering hebben?’
‘Nog een tijdje. Om te
ontwennen, zeggen ze, als hun verkering het nog niet zo goed doet. Nou,
ik laat ze de keus. Ik weet het niet altijd, soms zeggen ze ineens, dit
was de laatste keer, ik ben van de week voor het laatst, over een paar
weken trouw ik. Die jongens zijn goed af, ze krijgen een meid die het
goed kan. Jij moet alleen nog masseren leren. Probeer maar, dan kan ik
ook sneller weer.’
Hij verraste haar met hoe snel hij weer kon. En haar weer nam.
‘Oei, nogal woest. Thomas, je hebt ook heel fijn veel gepraat. Dat gaat nu makkelijk, hè?’
‘Ja, maar jij speelt zo fijn mee.’
‘Is het een droomwens van je, veel dienstmeisjes pakken?’
‘Nee, beslist niet. Ik wil maar één meisje vaak pakken. Mijn meisje. Jou.’
‘Fijn. Je maakt je toch geen zorgen meer dat je het alleen doet om te lozen, hè?’
‘Nee. Dat heeft wel
even geduurd. Als ik voelde dat ik vol raakte dacht ik, ik wil lozen.
Maar al een tijd denk ik dan, fijn, ik kan weer. Samen vrijen. Een
lange aanloop, samen weer een hoogtepunt, dan heerlijk in elkaars armen
liggen. Tot we aan het werk moeten, of de volgende keer, of in slaap
vallen.’
‘Ja, fijn. Je weet dat
ik al mijn hele leven van je houd, al vóór ik van je
stijve en je grote ballen wist. Ik ben er wel hartstikke blij mee, en
ik wil ook vaak. Zullen we in elkaars armen gaan liggen tot we in slaap
vallen? Als je nog een keer wilt, en ik slaap al, maak me dan maar weer
wakker. Voor een hoogtepunt.’
‘Mmmm. Ja. Lekker.’
Maar hij viel zelf ook in slaap voordat hij weer kon porren.
De volgende dag vertrok de tweeling met hun aanhang.
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 10
Verzorgd door Tamara.
Niet zo veel nieuws.
De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties gaan door. De
beheerder van de huizen en ik komen voorlopig niet bij de getaxeerde
huizen langs om een overzicht te krijgen voor de renovatie. We zijn
vreselijk druk bezig met het volgende onderwerp.
De nieuwbouw.
Herhaling, over de rijplaten
mag gelopen worden, maar niet op werkdagen, wanneer er gewerkt wordt,
om de bouw niet te storen. Bij voorbaat dank voor jullie medewerking.
Het gaat geweldig.
Volgende week, als de vloeren hard genoeg zijn, beginnen ze met de muren.
We hebben de plannen iets gewijzigd.
Uit de voorlopige opgaven
voor een woning, die bij de vereniging van huurders binnen gekomen
zijn, is gebleken, dat er minder vraag naar tweeslaapkamerwoningen is
dan we dachten. Daarom hebben we de verhouding ten opzichte van de drie
slaapkamerwoningen van één op drie veranderd naar
één op vier. Dus geen tweeëndertig maar vier en
twintig van de totaal zesennegentig woningen. Vanaf nu kunnen we het
niet meer veranderen, hoofdzakelijk omdat de aanmaak van de prefab
betonnen binnenmuren begonnen is.
De achtenveertig
twee-onder-één-kap woningen worden door de twee
zijstraten én links én rechts drie keer acht
twee-onder-één-kap woningen. Elke acht wordt nu in het
kort drie, drie, twee, drie, drie, twee, drie, drie
twee-onder-één-kap slaapkamerwoningen. Heel regelmatig,
maar niet te, door de lagere en iets naar achteren staande
tweeslaapkamerwoningen. Zo rommelig (maar wel gezellig) als in het oude
gedeelte van het dorp ga je natuurlijk niet bouwen.
Alle contracten zijn de deur
uit, ze zijn allemaal naar dorpsgenoten gegaan. Op advies van meneer
nemen de contractanten geen nieuw vast personeel aan, omdat ze na de
nieuwbouw en de renovaties eerder minder werk dan méér
zullen krijgen. Ze nemen uitzendpersoneel aan of stellen een
subcontract op voor firma’s buiten het dorp.
Overige onderwerpen.
Geen.
Dat was het weer, voor deze keer.
Tamara
Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Week 23
‘Ze zijn begonnen met het metselen van de muren. De eerste gestorte vloeren zijn daar nu hard genoeg voor.’
‘Mooi.’
‘U vraagt nooit zo door.’
‘Tamara, ik heb alle
vertrouwen in de beheerder en in het bijzonder in jou. Ik hoor dat van
jullie beiden ook over elkaar. Ik heb zelf genoeg te doen, en ik ben
blij dat alles zo goed gaat. Ik weet dat je wel hulp in zal roepen als
dat nodig is. Verder, het verschil met de technieken die ík bij
mijn werk gebruikte en huizen bouwen, is veel groter dan bij jou. Jij
maakte, bouwde ook iets. Ik sneed mensen open.’
‘Ja, laat maar.’
Mark grinnikte.
‘Ik maakte ze ook weer
dicht, hoor. Simone wilde vroeger graag wat over mijn werk horen, als
er maar geen bloed vloeide. Nou, dat gebeurde praktisch altijd, dus
veel meer dan dat een operatie geslaagd was kon ik zelden vertellen.
Goed, vertel eens wat details.’
‘De buitenmuren worden
van baksteen, om bij de oude huizen te passen. De binnenmuren zijn van
beton, die komen kant en klaar, dat schiet lekker op. Ik heb gevraagd
waarom de vloer ook niet kant en klaar kon komen. Dat doen ze hier in
de buurt nooit. Er hoeft niet geheid te worden, maar de grond is
moeilijk heel vlak te krijgen. Als ze de vloer storten, past die zich
aan op de ondergrond. Die maken ze zelfs ruwer, zodat de vloer nooit
kan schuiven. De muur tussen de twee woningen wordt ook van baksteen,
dubbel, tegen geluidsoverlast. In het begin gaat iedere bewoner gaatjes
boren om schilderijen en zo op te hangen.’
‘Ik zal maar niet vragen wie aan die geluidsoverlast gedacht heeft. Jullie delen de eer maar.’
‘De eer kan ons niet schelen, daar doen jullie het ook niet voor. Over boren. De kapper belde me.’
‘Had de kapper een idee voor de nieuwbouw? Of al over de renovatie? Over boren?’
‘Nee, het ging over een
computerwinkel die plotseling naast hem geopend werd. Hij wilde over de
telefoon verder niets zeggen, dus ben ik naar hem toegegaan. Hij
vertelde dat het pand naast hem, een tweedehandswinkel met een woning
erboven, leeggekomen was. De winkelier was tegen de zeventig en ging
met pensioen, verhuisde naar een aanleunwoning in de stad. De
winkelramen waren een tijd dichtgeplakt geweest en er waren veel
werklui in en uit gelopen, waarschijnlijk was er verbouwd of veel
opgeknapt. Hij had nooit tijd om te kijken wat er in of uit
vrachtwagens geladen werd, maar er waren er meerdere geweest. Een uur
voor hij me belde werden de ramen schoongemaakt en bleek het een
computerwinkel te zijn. Hij had een kort praatje gemaakt met de
eigenaar. Van de winkel dan, want het is natuurlijk een huurhuis. Die
man komt uit de stad, daar heeft hij ook een winkel. Omdat het dorp
groter werd en er zoveel nieuwe spullen op de markt kwamen zag hij er
wel wat in om hier ook te beginnen.. Ik vroeg, wat is nu het probleem?
De kapper zei, dat zei ik, die man komt uit de stad. Ik heb hem
waarschijnlijk wazig aangekeken, dat zei me niets. Wat blijkt? De
dorpelingen pikken het niet als iemand, die niet van het dorp is, in
het dorp een winkel opent of een bedrijf begint. De laatste keer was
meer dan vijftien jaar geleden, maar het zou vast niet veranderd zijn.
De kapper vond die nieuwe een aardige vent, maar de boodschap kon
ík beter overbrengen. Ik vroeg, welke boodschap? Dat niemand
iets bij hem komt kopen. Ik zei, dan gaat hij failliet. Ja, zei de
kapper, en dan koopt een dorpeling alles voor een schijntje op en gaat
door met de winkel. Als iemand van buiten het dorp wat nieuws aandurft,
durft er altijd iemand anders ook, die zelf niet op het idee gekomen
is. Ik wilde bevestiging van dat verhaal, want ik had er nooit van
gehoord. Ik ben naar de voorzitter van de winkeliersvereniging
gefietst, dat is een oudere man. Ja, dat klopte. Misschien zou de jeugd
wat gaan kopen, maar zogauw de ouders er achter kwamen was dat
afgelopen. Ik vroeg wat de mogelijkheden voor die man waren. Drie.
Failliet gaan, of gelijk de hele inventaris te koop zetten of alles
weer inladen en de huur opzeggen. Ik vroeg nog of hij de winkel kon
doorverhuren of zo. Nee, dan bleef hij baas en niemand uit het dorp zou
er willen werken.’
‘Dat heb je goed uitgezocht.’
‘Het was iets voor een
troubleshooter, al heb ik er eigenlijk niets mee te maken wat voor
winkel ergens in zit. Ik ben ook bij de beheerder geweest. Nou, er was
geen vraag naar winkelruimte uit het dorp, dus was hij blij dat hij die
toch kon verhuren. Hij komt niet uit het dorp, dus wist hij ook niets
van die boycotgewoonte. Ik wilde niet bij die man komen met zo’n
boodschap, zonder hem verder te helpen. De enige fout die hij gemaakt
heeft, is niet informeren bij de vereniging van winkeliers, dan was hij
nooit gekomen. Goed, ik naar die man. Eerst een vriendelijk praatje
over zijn winkel en het dorp. Hij dacht een leuke omzet te kunnen
maken. Toen heb ik de bom laten vallen. Hij trok wit weg. Ik heb eerst
koffie voor hem gezet, want hij was knap van slag. Toen zijn
mogelijkheden geschetst. Daar was hij dankbaar voor, hij zou erover
nadenken. Toen ik bijna de deur uit was riep hij me terug. Hij wilde
me, als dank voor de waarschuwing, een tip geven. Om in de nieuwe
huizen geen telefoonleidingen naar alle ruimten aan te leggen,
draadloze telefoons zijn niet duur meer. Die leidingen waren we van
plan, die ga ik dus schrappen. Hij zei ook, er komen steeds meer
computers, ook meerdere in één woning. Er is hier
breedband beschikbaar en draadloze netwerken zijn ook goedkoop. Dan
hoeft daarvoor ook niet door muren en plafonds geboord te worden. Ik
heb hem een schetsje laten maken. Met als gevolg, dat er in de
meterkast een plankje komt met een paar stopcontacten. Op dat plankje,
vlak bij de telefoonaansluiting, kan een draadloos telefooncentraletje
en een draadloos netwerkkastje. Mooi, hè?’
‘Schitterend. Prima werk, ook van die man.’
‘Ja. Zielig voor hem,
maar zoiets kan gebeuren. Verdere gevolgen van dit schokkend verhaal.
Bij de huurcontracten komt, net als bij de pachters, een lijst wie wat
moet betalen. Anders gaan ze misschien ook te veel zelf doen. Zoals met
de tuinverlichting achter. Ze snappen wel dat ze de lamp zelf moeten
vervangen, maar niet dat de behuizing centraal geregeld is, daar zijn
reserves voor. Ik heb bij de schilders korting geregeld, als mensen
niet zelf binnen willen schilderen. Al is dat de eerste jaren niet
nodig. Bij de behangers hetzelfde, maar die moeten ook alle gaatjes in
de muren dichten, anders krijgen we een zeef. En op de lijst komt ook
te staan dat er niet door muren en plafonds geboord mag worden. Zolang
er in het dorp niet genoeg te koop is, krijgen we in de stad bij die
man korting op telefooncentrales en netwerken.’
‘Maar er moeten tijdens
de bouw toch gaten geboord worden voor de centrale verwarmingsbuizen?
Dan zouden ze ook al gaatjes kunnen boren voor andere leidingen.’
‘Slim bedacht, meneer,
maar, helaas. Waar komen die computers? Er zouden veel gaten moeten
komen, omdat je niet weet waar die komen te staan. Ergens in de
woonkamer? Op een slaapkamer, die ook als werk- of studeerkamer
gebruikt wordt? Draadloos is veel makkelijker. En vast goedkoper dan
leidingen trekken, zeker als er later op een zolderkamer een computer
voor een kind komt.’
‘Prima.’
‘Overigens, een zoon
van een installateur komt net van de vakschool, die gaat later zijn
vader opvolgen. Die heeft al aardig wat tips gegeven.’
‘Hoe kwam je daarmee in contact?’
‘In de winkel van zijn vader.’
‘Ja, natuurlijk. Kan je tips belonen?’
‘Oei. Later maar, ik heb ze toch genoteerd. Kunnen we dan een totaal bedrag bepalen en een verdeelsleutel?’
‘Prima. Wat ben je weer snel.’
‘Net zoiets als
beloningen bepalen voor de schooljeugd die onze bezorgingen in het dorp
deed, zei de koekenbakker. Over die gaten. De betonnen binnenmuren en
plafonds komen af fabriek met gaten op de juiste plaatsen voor de
leidingen. Die boren ze daar niet, tijdens het betonstorten zetten ze
plastic buisjes op de juiste plaatsen.’
‘Wat een details. Ik ben blij dat jij ze regelt.’
‘Mark, sinds ik je
vertelde dat er meer in haar stak dan een koekenbakker, waarvan ik toen
nog niet wist wat daar bij komt kijken, wilde je, dat ze voor je ging
werken. Omdat ze hier geen baan wilde en verteld had over die
vereniging van huurders, heb je haar gevraagd om die op te richten. Ze
heeft, geloof ik, nog geen week in dat bestuur gezeten. Toen kwam je
met dat lange verhaal over de moeilijkheden, dat je een geschikt
persoon zocht om die voor je op te lossen, en waar die aan moest
voldoen. Dat was alleen maar om haar over te halen, je wist allang wat
je wilde.’
‘Ja, zij kon doen wat een beheerder niet kan doen, openhartig praten met de dorpsbewoners. En met ons.’
‘Vóór het
gesprek de verkeerde kant op gaat, lieverds, ik heb met de stad contact
gehad over de straatverlichting. Ja, die was gepland bij de putten, dus
midden voor iedere twee-onder-één-kap. Ik heb mijn
ambtenaar, zoals u zegt, eerst gecomplimenteerd. Dat er niet te zuinig
gedaan werd met palen. Nee, maar de lichtsterkte wordt aangepast aan de
toch wat korte afstand. Prima, dacht ik, we zien wel, andere lampen
erin draaien kan altijd nog. Daarna zei ik, dat de palen tússen
de huizen moeten komen, voor de verlichting van de opritten, de
voordeuren en de huisnummers. Toen ging ik af. Hij zei, dus je wilt een
paal tussen twee opritten die vlak naast elkaar liggen? Oei, niet zo
handig. Hij zei, deze keer heb ik jou verslagen. Ik weet niet of het
per ongeluk of expres is, maar de huizen aan weerszijden van de straat
staan versprongen. Een paal midden vóór een
twee-onder-één-kap staat dus, zij het aan de overkant van
de straat, midden tússen de huizen aan de overkant, heel
veilig.’
‘Tja. Ik gun hem zijn revanche. Je weet vast ook al of het per ongeluk of expres is.’
‘Expres, zei het
architectenbureau. Dan kijken de mensen niet rechtstreeks bij elkaar
naar binnen. Met lantarenpalen bemoeien ze zich niet. Dat verschuiven
kon precies, omdat wij wat vergeten hebben. We hadden uitgerekend,
vijfhonderd meter min twee keer tien meter voor de zijstraten gedeeld
door tien is acht en veertig twee onder één kap. Maar aan
de kant van de landerijen komen geen zijstraten.’
‘Stom van ons. Maar ja, dat kon dan mooi gebruikt worden om die kant te verschuiven.’
‘Ja, een geluk bij een
ongelukje. Dat heb ik de ambtenaar weer verteld. En hem nog een keer
gelijk gegeven. We zullen elkaar vaker bellen, zelfs als we denken dat
het futiliteiten zijn. ‘
‘Mooi. Wanneer komen die palen?’
‘Wanneer de bouw zo
goed als afgelopen is, anders sneuvelen er te veel door de
vrachtwagens. En er is pas verlichting nodig als er mensen wonen, ik
houd hem op de hoogte van de planning. Die is er eigenlijk niet. Ze
zeggen grinnikend, alles is in recordtijd klaar, want we werken als
gekken. Niemand durft een schatting te maken. Ik bemoei me er maar niet
mee. Ik heb wel gezien dat het beton iedere keer op tijd is. Daardoor
heb ik goede hoop dat de rest ook op tijd is, stenen en zo. Als we een
tijd verder zijn ga ik wel vissen wanneer er aan de binnenkant begonnen
kan worden. Ik heb een voorstel voor de uitgifte van de huizen.’
‘Nou, nou, je gaat maar door. Zeg het maar.’
‘Zo gauw het kan moeten
de huisnummers op de huizen. Het maakt nu nog niets uit, iedereen kan
zien hoever een woning is. Maar als de muren opgetrokken worden wordt
het moeilijker. Dan zijn voor iedereen de nummers handig om de
vorderingen per woning bij te kunnen houden. Het is vervelend, om als
er een aanrecht afgeladen wordt en de keuken ingebracht wordt, dat er
al één staat.’
‘Tja, het zijn de kleine dingen die het doen.’
‘Juist. Daar ga ik maar weer eens mee verder.’
‘De grote dingen gaan ook uitstekend. Zeg, werk je nog steeds ongeveer de helft van de week?’
‘Nee, wat meer. Het
huishouden loopt goed, Thomas doet ook veel. Het mooiste vind ik, dat
ik alles door elkaar kan doen. Als er een telefoontje komt kan ik met
de fiets binnen tien minuten aan de andere kant van het dorp zijn. En
met de auto ben ik binnen twintig minuten bij de pachter die het verst
weg woont. De jongens in de garage zijn snel. Als ik om de auto bel
staat hij buiten vóór ik bij de garage ben. Met
standaard.’
‘En claxon.’
‘Ja, die werkt ook
goed. Als ze me niet zien horen ze me wel. Regelmatig word ik dan
aangehouden voor een klein klachtje. Te klein om voor te bellen. Nou,
soms! Tot ziens.’
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 11
Verzorgd door Tamara.
Weer niet zo veel nieuws, wel nieuwtjes. Het verschil? Ach, grote zaken en details.
De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties gaan door. De
beheerder van de huizen en ik komen voorlopig niet bij de getaxeerde
huizen langs om een overzicht te krijgen voor de renovatie. We zijn
vreselijk druk bezig met het volgende onderwerp.
De nieuwbouw.
Van het tweede huis lijkt het ook al of de muren de grond uit groeien. Wat zijn er veel metselaars aan het werk, hè?
Zodra het kan kondig ik aan
dat er een tweeslaapkamerwoning en een drieslaapkamerwoning bezichtigd
kunnen worden. Dan zien jullie de indeling, beter dan op een tekening.
Aan de kant van de landerijen
komen geen zijstraten, waardoor de huizen aan die kant versprongen
konden staan ten opzichte van die aan de overkant, om niet rechtstreeks
bij de overburen naar binnen te kunnen kijken. De eer daarvoor gaat
naar het architectenbureau. Midden vóór elke
twee-onder-één-kap komt staatverlichting te staan. Die
fungeert tevens als verlichting voor de opritten aan de overkant. Ze
worden aangesloten op de put waar ook de huizen op aangesloten worden.
De eer daarvoor gaat naar de stadsbouwambtenaar. Met dank aan de stad,
normaal staan lantarenpalen wat verder uit elkaar.
De stad gaat de palen
plaatsen zodra de bouw zo goed als afgelopen is, anders sneuvelen er te
veel door de vrachtwagens. En er is pas verlichting nodig als er mensen
wonen.
Wanneer? Al die bouwlui
grinniken, als ik het vraag. In recordtijd, Tamara, want we werken als
gekken. Niemand durft een schatting te maken, met zoveel werklui
tegelijk hebben ze nog nooit gewerkt. En het worden er nog meer.
Onlangs werd ik getipt dat er
een computerwinkel geopend was. Fijn, hoeven we niet meer naar de stad.
Maar ik kreeg erbij verteld, dat de eigenaar waarschijnlijk failliet
zou gaan, omdat hij niet uit het dorp afkomstig was. Dat verhaal heb ik
gecheckt, het blijkt een oude gewoonte te zijn om zo veel mogelijk bij
dorpsgenoten te kopen. Ik ben het de eigenaar gaan vertellen, dat vond
ik eerlijk. Natuurlijk vond hij het erg, maar hij was blij voor de
waarschuwing, hij zou zich beraden. Eigenlijk een beetje raar, om niet
bij hem te willen kopen, de winkel in de stad is ook van hem. Hij zag
in ons dorp uitbreidingsmogelijkheden. Die zijn er zeker, ook gezien de
nieuwbouw.
Als dank voor de waarschuwing bracht hij mij, niet meer dan
een toetsentrommelaarster, een beetje op de hoogte van de laatste
ontwikkelingen op zijn vakgebied. Onder andere, de tegenwoordige
draadloze tefefooncentraletjes en draadloze computernetwerkapparaatjes
zijn goed en goedkoop, velen van jullie zullen dat al weten.
Tegenwoordig hebben velen méér dan één
telefoon en één of meer computers in huis of zijn van
plan die aan te schaffen. En wie er nog geen breedband heeft is er over
aan het denken.
Aan de hand van bovenstaande
tip hebben we besloten om het boren van gaten DOOR muren en plafonds
niet toe te staan. Dat zou trouwens niet meevallen, er komt eerste klas
beton. Maar na een paar keer wisselen van bewoners zou het een zeef
worden, iedereen stelt zijn spullen ergens anders op. Wat dan? In de
meterkast komt een plankje met een paar stopcontacten. Op dat plankje,
ook vlak bij de telefoonaansluiting, kan een draadloos
telefooncentraletje en een draadloos netwerkkastje komen. Dan kan
iedereen makkelijk zijn spullen plaatsen waar hij wil, tot en met op
zolder, zonder gaatjes te boren en leidingen te trekken.
De computerwinkel is
inmiddels overgenomen door een startende dorpsgenoot. Gefeliciteerd,
Ryan. Nog geen achttien en al een eigen zaak kunnen beginnen. Hij gaat ook
telefoons e.d. verkopen. Bij hem krijgen jullie op (die al goedkope)
tefefooncentraletjes en computernetwerkapparaatjes ook twintig procent
korting. Ook híj doet mee aan ‘dorpsgenoten helpen
elkaar’.
Hebben jullie toch een gaatje DOOR een muur nodig, bel me dan. Zonodig krijgen jullie dan schriftelijk toestemming.
In de nieuwbouw is het
natuurlijk wel toegestaan om gaatjes IN de muren of plafonds te boren
voor het ophangen van schilderijen, portretten en dergelijke, en voor
het aanbrengen van de verlichting. NB. De verlichting wordt niet
gezamenlijk ingekocht en onderhouden, die is te smaakafhankelijk.
Twintig procent korting bij de leveranciers die aan de bouw meewerken.
Misschien ten overvloede, als
jullie het niet mee eens zijn met één van mijn
beslissingen, kunnen jullie in beroep gaan bij meneer en mevrouw
Wellingten. Ik ben erg tevreden over mezelf, tot nu toe heeft nog
niemand dat gedaan. Dank jullie wel voor de goede samenwerking.
Overige onderwerpen.
Zodra de nieuwbouw en de
renovaties klaar zijn ga ik een enquête houden. Indien er
voldoende huizen breedband hebben begin ik een Wellingtensite, waar
veel over de familie en alles over de huizen enzovoorts te vinden zal
zijn. Ik moet toch wat te doen hebben, veel klachten zullen er dan niet
meer zijn. Het krantje kan dan vervallen, alles wat daar in gestaan
heeft komt ook op de site. Voor degenen die ze tot dan allemaal bewaard
hebben, oude kranten bij het oud papier graag. Er blijft van alle
nummers wel één exemplaar in het
Wellingtenfamiliearchief, en in het mijne.
Dat was het weer, voor deze keer.
Tamara
Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Week 24
De mannen hadden via e-mail geregeld dat Renee en Dave een weekje op bezoek kwamen.
‘Fijn, Mark. We bellen en mailen wel, maar ik wil ze toch graag weer eens zien.’
‘Je wilt vast met die lange van hem spelen.’
‘Ja, maar zo lang zal
hij niet worden. Ik liet hem steeds los als hij net zo groot was als
jij. Jij doet vast rustig aan met Renee, hè?’
‘Ach ja, we zijn allebei wat lekkerders gewend.’
‘Ja. Zullen we Thomas
en Tamara uitnodigen, als we gaan zwemmen? Ze hebben al zo veel over ze
gehoord, dat ze ze vast willen zien.’
‘Dat kan hier ook.’
‘Gedeeltelijk. Nee, in
het zwembad praat het makkelijker. Daar voelen Thomas en Tamara zich
ook beter thuis dan in de suite.’
‘In Boston praatten we ook niet fijn als we wat aan moesten trekken omdat de kennissen niet bloot wilden.’
‘Nee. De meeste waren
nogal stijf. Ik bedoel preuts. En schijnheilig, de heren keken wel
steeds naar de meisjes en de dames naar de zwembroeken van de
heren.’
‘Ja, zielig. Een stel
is niet óm te praten, als we meer in ze geïnteresseerd
waren geweest hadden we ze apart moeten nemen. Dat lukte steeds.’
‘Je bedoelt, Aimee, Jamie, Karen, Renee? Claire deed het hier al.’
‘Ja.’
‘Nou, Renee is niet
zo’n best voorbeeld. Die had ook het minste problemen. Ik hoorde
laatst nog wat over haar, van Silvia, toen ik een wandelingetje maakte
met mijn dochter. Jullie hebben nooit verteld wat jullie voor lol
hadden in de auto, toen jullie Renee in het winkelcentrum opgepikt
hadden.’
‘Wij wel, zij minder.
Ze was zo zenuwachtig. Toen ze zei wie ze was, en Mike floot en Silvia
giechelde, zakte ze onderuit in haar stoel. Ze had wel verwacht dat ik
iets van haar wist, maar dat de tweeling dus iets wist schokte haar
behoorlijk. Ze vroeg, heeft hij veel over me verteld? Ik dacht, gelijk
er maar doorheen. Ik vroeg, Mike, wat weten we? Die zei, Renee, ik
geloof, dat het enige wat we níet van je weten, is of je
krulhaar of stijl haar op je doos hebt.’
‘Ja, jullie lachen, maar zij schaamde zich waarschijnlijk dood.’
‘Nee, schamen niet. Dan
had ze me vast niet aangesproken. Ze vertelde later toch dat ze een
gewoon preuts gezin had? Ze was niet meer gewend vrij te praten. Toen
Jamie instapte en hoorde hoe ze heette, zei die,
zóóóó, interessant om kennis met je te
maken. Toen kwam er vast iets van vroeger boven. Ze zei, je vraagt je
zeker af, net als Mike, of ik sluik haar of krulhaar op mijn doos heb.
Hij zei, op z’n lijzigst, nee, dat was het tweede. Het eerste
was, ik had je in dezelfde omstandigheden ook gepakt. Al valt er minder
aan je pakken dan bij tante Simone.’
Mark grinnikte.
‘Ze zal stomverbaasd geweest zijn, dat hij zo over haar praatte, maar er wel een beetje van bijgekomen zijn.’
‘Dat denk ik ook. Toen
Aimee instapte voelde die de sfeer goed aan. Ze zei, je zal je vast
ongemakkelijk voelen, met dit stel. Maar alles komt goed, hoor. Toen
huilde ze even.’
‘Dat was erg lief van Aimee.’
‘Ja. Ze was nét
weer bij, toen Silvia zei, ik weet niet of je paps zo meteen herkent,
hij is vast aangekleed. Ik heb de auto even aan de kant moeten zetten
om de tranen van het lachen weg te werken. Maar ze lachte voluit mee.
Toch werd ze weer zenuwachtig toen ze je zag.’
‘Andersom ook. Ik kon
natuurlijk niet weigeren om met haar te praten, als jij het wél
wilde. Maar dan staat er een meisje voor je, waarvan mijn vrouw en
kinderen weten dat ik daar bloot mee in bed gelegen heb en een paar
honderd keer mee gevreeën heb. Ik was erg onder de indruk. Niet
bang, vroeger was ze erg eerlijk, ze zou hetzelfde vertellen als ik, de
waarheid.’
‘Dat wist ik ook wel,
maar ik wilde het van haar kant horen. En wat meer over haar. Van
daarvoor en daarna. Om alles nog beter te begrijpen. Sletten, hoertjes,
begreep ik, maar haar, Sletje, niet helemaal. Hoe lief en eerlijk ze
het deed. Jullie praatten nooit over haar andere jongens, maar ik wed,
dat ze gewoon antwoord gegeven had als je haar wat gevraagd had.’
‘Dat denk ik ook. Maar een heer vraagt zoiets niet.’
‘Poe. Je wilde er
gewoon niet aan denken dat ze de vorige avond door een ander
volgespoten was en de avond daarop waarschijnlijk weer door een
ander.’
‘Oef. Nee, inderdaad.
Ik moet denken aan het verhaal van Dave, wat hij vertelde toen we in
Florida waren. Over in zijn jeugd vrijen in een schuur, terwijl er ook
andere stellen waren. Dat ze wel eens ruilden, van meisje. Als hij een
eindje naast zich een meisje harder hoorde kreunen wilde hij die dan
ook. En zij die de lange van hem. Die andere jongen zal het niet erg
gevonden hebben, als hij bij die andere meid ook maar klaarkwam. Maar
als Dave de tweede was deed hij een condoom om. Ik had daar geen
behoefte aan, Renee was altijd net in bad geweest, net als ik.’
‘We zullen vast meer verhalen op gaan halen. Mooi dat het kan, hè? Omdat we elkaar begrijpen.’
‘Ik heb zin om je te grijpen.’
‘Volg het spoor van
mijn kleding maar, Klein Duimpje. Als je groot bent als je me bloot
gevonden hebt, doe je maar of het één minuut over acht
is.’
Terwijl ze richting
slaapkamer liep begon ze zich uit te kleden. Hij liep achter haar aan,
pakte haar bloes die net voor de slaapkamer lag, liep daarmee de
slaapkamer in, deed de deur achter zich dicht en kleedde zich ook uit.
Hij dook op bed bovenop haar en stootte zijn stijve zo vlug mogelijk
helemaal naar binnen.
‘Ik kan bij jou niet hetzelfde doen, gelijk doorgaan tot ik kom. We hebben geen haast, hè?’
‘Ik zie mezelf in die
schuur liggen. Eerst de een erop, dan de ander. Dave had wel een lange,
maar hij kon het toen vast nog niet goed. Kwam vast te gauw. Ik heb een
beetje haast. Begin maar, heerlijk langzaam.’
Hij maakte geen haast.
Ze waren ‘s middags weer zo aan het praten dat ze het bezoek niet aan hadden horen komen.
‘Meneer, mevrouw, de heer en mevrouw Cresswall, uit de Verenigde Staten van Amerika.’
‘Dank je, Thomas.’
Ze begroetten elkaar hartelijk.
‘Wat een enorm groot
huis. In een park zo groot als een woonwijk. En maar schrijven, nogal
een groot huis, een grote tuin.’
‘Macht der gewoonte, Renee.’
‘Jullie hebben wel over
de butler, Thomas, geschreven, maar niet dat hij zo’n vakman is.
Hij vertrok geen spier, toen ik hem bovenaan de trap vroeg, voor de
zekerheid, weet je mijn bijnaam? Ik weet uw erenaam, mevrouw. Dat
mevrouw echt op z’n Engels. [medem, geen ‘mehm’] Toen hij vroeg of we ons op wilden
frissen vroeg ik of het nodig was. Nee, mevrouw, frisser dan fris kunt
u niet worden. Wat een portret.’
‘Buiten dienst is hij heel aardig.’
‘Alsof dat niet aardig was! En waardig.’
‘Ja, héél waardig, ik zal je nog wel meer over hem vertellen. Wat ik niet schrijven kon.’
‘Je maakt me nieuwsgierig.’
‘Je nieuwsgierigheid zal meer dan bevredigd worden, wacht maar af.’
Een meisje bracht koffie, thee en koek.
‘Hebben jullie je omringd met mooi personeel? Die chauffeur, Thomas, dat meisje?’
‘De meeste waren hier
al. Thomas was eerste monteur, die heeft het butlerschap van zijn vader
overgenomen. Jullie chauffeur is de nieuwe eerste monteur geworden. Het
meisje, Francis, heeft vóór onze komst haar moeder
opgevolgd. Al het personeel komt uit het dorp. Nu je het zegt, er zijn
me daar nooit lelijkerds opgevallen.’
‘Dan moeten we daar ook maar eens gaan kijken.’
Ze gingen bijpraten, tot Simone op de klok keek.
‘Als jullie je nu wél wat op gaan frissen, dan kunnen we daarna dineren.’
‘Eh, hebben we een half uurtje, Simone?’
‘Wil je even in bad?’
‘Nee, in bed. We hebben weer zo openhartig gepraat dat ik me even af wil reageren.’
‘Haast je maar niet.
Hieronder is het zwembad, aan de andere kant van de trap, beneden, aan
het eind van de gang, de eetkamer. Wij frissen ons ook op, daarna nemen
we een aperitiefje in de eetkamer, tot jullie komen. Naar beneden,
bedoel ik.’
Tijdens het diner vertelden
Mark en Simone, wat uitgebreider dan ze gemaild hadden, over wat ze
gedaan hadden sinds hun komst in Engeland. Daarna vertelden ze in hun
suite ook het complete verhaal van Thomas en Tamara.
Ze gingen op tijd naar bed.
Tamara kwam de volgende dag redelijk vroeg, om de gasten te ontlopen.
‘Je weet niet wat je
ziet, op de Wellingten Avenue. De muren vliegen de grond uit. Ahum. U
beiden worden uitgenodigd om vrijdag, halfvijf, na het vertrek van de
werklui, het eerste huisnummer aan te brengen.’
‘Uitgenodigd door wie?’
‘Eh door mij. Het leek me wel leuk.’
‘Ons ook, hoor. Verwacht je veel belangstelling?’
‘Nee, het halve dorp.’
‘Vijfhonderd huizen. Hoeveel wonen er eigenlijk, in het dorp?’
‘Vijfentwintighonderd.’
‘Vijf per huis?’
‘Gemiddeld. Minimaal één, maximaal acht.’
‘Acht?’
‘Ouders, twee getrouwde stellen en kinderen.’
‘Tja. Wat wordt dat, als de nieuwbouw klaar is?’
‘Vijfentwintighonderd gedeeld door zeshonderd, meneer.’
‘Ja, slimmerd. Vier gemiddeld. Maar verder?’
‘Minimaal
één, maximaal vijf, denk ik. Gezinnen met drie kinderen.
Ik verwacht geen inwoning meer. De aanvragen staan nog steeds op ruim
negentig.’
‘Dank je. Dus maar ruim
duizend man publiek. Goed. Laten we de procedure eens doornemen. Die
heb je al bedacht, hè?’
‘Natuurlijk. De mensen willen jullie vast graag met een koets zien komen.’
‘Goed. Rijd je mee?’
‘O. Als de beheerder ook meerijdt.’
‘Prima.’
‘We rijden het dorp in,
gelijk linksaf naar het begin van de Avenue. Het is het eerste huis aan
de rechterkant, daar is de bouw begonnen, dat huis is het verst. We
hebben de richting van de nummering in het dorp natuurlijk overgenomen,
dat is nummer één. Tegen het huis aan komt een opstapje,
anders moet je te veel omhoog reiken. Ian, als voorzitter van de
vereniging van huurders, zal Simone nummer één
overhandigen. We gaan niet speechen, dat komt iedere keer op hetzelfde
neer, dank u wel. Het is de bedoeling, dat je het nummer tegen de muur
houdt, Simone. Je zal daar vier plugjes in zien zitten, de gaatjes in
het nummer moeten op die plugjes. Dan kan meneer er de eerste schroef,
die hij van Ian krijgt, indraaien. Gesnapt?’
‘Ja, dat zal wel lukken. Tenminste, hoe draaien we die erin? Met een schroevendraaier?’
‘Ja, met een elektrische. Daar kun u toch wel mee omgaan?’
‘Als die niet te groot is, ik was vroeger fijn gereedschap gewend.’
‘Ik probeer overal
rekening mee te houden. U kunt van de week oefenen in de garage, daar
hebben ze er ook één. Waar ik ook rekening mee gehouden
heb, is dat er maar vier schroeven nodig zijn. Als er vijf geweest
waren, had ik graag u beiden, Ian, de beheerder en ikke er
één in laten draaien.’
‘Ik zie er graag vanaf.’
‘Nee, Simone, we hebben
het anders besloten, wíj zien er vanaf. Meneer twee en jij twee.
Als meneer linksboven en rechtsonder doet, blijft het nummer verder wel
hangen en kan jij de andere twee doen. Ian biedt iedere keer plechtig
een schroef aan. Als er één valt, laten liggen, hij heeft
er genoeg.’
‘Zoals jullie wensen.’
‘Mooi. Daarna drinken
we champagne, aangeboden door de slijter. Daarna applaus en wegwezen,
moeders moet de piepers opzetten.’
‘Jij?’
‘Nee, het halve dorp. Ik rijd graag mee terug. Ik herinner me het ritje na onze bruiloft nog. Zo mooi.’
‘Vooral het vooruitzicht.’
‘Nee, opzij was mooier, naar voren keken we tegen de rug van de koetsier aan.’
Mark en Simone grinnikten.
‘Ik bedoelde, onnozel wicht, vooral het vooruitzicht van wat er thuis zou gebeuren.’
Tamara grinnikte ook.
‘Ja, ook. Maar alles op
z’n tijd, ik heb echt van die rit genoten. Het rijden op zich en
al die zwaaiende mensen. Zo gauw het kan worden de andere nummers ook
aangebracht. Ze zijn al klaar, tot die tijd komen ze met z’n
tweeën op een paal middenvoor een blok. Begin volgende week zet ik
in het krantje dat de officiële inschrijving voor de woningen
geopend is. De mensen kunnen op de Avenue kijken waar ze willen wonen
en bij Ian drie voorkeurnummers opgeven met de redenen. Misschien
willen er stellen naast elkaar wonen. Of juist niet. Niet iedereen zal
zijn zin kunnen krijgen. We willen de oudste stellen wat voorrang
geven, die zitten het langst te wachten. We willen er vroeg mee
beginnen, het zal vast een puzzel worden.’
‘Een betere manier weet ik ook niet.’
‘We zien wel. Ik hoop
dat er een paar huizen overblijven, liefst drieslaapkamerwoningen. Voor
mensen die bij de renovatie tijdelijk hun huis uit moeten. En
één voor Ian en Francis, als die niet te lang wachten met
trouwen. Ik denk niet dat we alleenstaanden een woning kunnen geven.
Afwachten. Ik zet iedere keer in het krantje dat ze op de rijplaten
moeten blijven. Dat doen ze braaf.’
‘Mooi.’
‘Mark, doordat de zoon
van die installateur voor zichzelf begonnen is, herinnerde ik me, dat
je ooit gevraagd hebt naar de werkgelegenheid in en om het dorp.’
‘Ik hoorde niets, ik dacht, het zal wel goed zijn.’
‘Ja, dat is het ook. Ik
ben het nu nagegaan. De stad verstrekt geen uitkeringen in het dorp,
wat hun betreft is de werkeloosheid nul. Daarom heb ik het verder niet
precies uitgezocht. Ik heb wel een paar avonden in het dorpshuis
gevraagd waar iedereen werkt, en hun ouders. In het dorp, in winkels en
bedrijfjes. In de stad, veel verschillende beroepen. Hier, als jullie
werknemers, en bij jullie pachters en op landerijen verder weg. Er is
maar een enkeling die niet helemaal tevreden is. Er zitten er een paar
te wachten tot hun vader met pensioen gaat. Zoals Ryan zat, de zoon van
die installateur, maar dat is nu opgelost, hij heeft al een eigen
zaak. Die anderen krijgen binnenkort ook hun zin, het probleem was de
huisvesting. De ouders hopen een tweeslaapkamerwoning te krijgen, dan
kan zoon, soms met vrouw, soms ook met kinderen, het hele huis bij de
winkel krijgen. Ik zei al, het hele dorp is zo blij en dankbaar.
Grootouders, ouders, kinderen. Drie generaties.’
‘Het wordt allemaal veel mooier dan ik gedacht had, met jouw aandacht voor details.’
‘En van de anderen.’
‘Ja, ere wie ere toekomt.’
‘Mijn vader heeft zich
opgegeven voor een tweeslaapkamerwoning. Zodra hij daar in zit, met
mijn moeder natuurlijk, gaat hij de bakkerij verkopen. Dat wil zeggen,
de inventaris en de goodwill, het huis is een huurhuis. Van de
opbrengst kunnen ze leven tot ze ouderdomspensioen krijgen, daarna is
de rest een fijne aanvulling. Tot hij de zaak kan verkopen heeft hij
stagiaires om hem te helpen. Daar is hij mee begonnen zodra ik voor
jullie begon te werken.’
‘Is hij nog steeds tevreden?’
‘Ja, mijn moeder ook,
ze hebben lang genoeg gewerkt en kijken uit naar het niet zo vroeg meer
op hoeven staan. Ze vinden het niet erg dat ik de zaak niet overneem,
ze zien dat ik het nu nog meer naar mijn zin heb dan in de zaak.’
‘Heel fijn. Komen jullie vanavond zwemmen?’
‘Graag, Simone. Renee en haar man zijn er, hè?’
‘Ja, zo gezellig.’
‘Gaan ze meedoen?’
‘Je gaat vooruit, je zegt geeneens, eh, meer.’
‘Nee, het ging
zó fijn, met jullie kinderen, dat we ons nu erg op ons gemak
voelen. Thomas ook. Hij vindt het fijn dat meiden het prettig vinden
als hij een beetje stijf is. Dan hoeft hij zich daar niet druk over te
maken en wordt hij ook niet zo groot. Een heel prettig gevoel, zegt
hij.’
‘Ja, dat zegt Mark ook.
Hij weet er natuurlijk méér van, medisch. Een complete
erectie vereist nogal wat pompwerk, simpel gezegd. Maar een wat meer
dan normale doorstroming van het bloed in een penis, vóór
hij veel omhoog komt, maar wel bijna helemaal uit de plooi is, is
gezond. En een prettig gevoel. En voor ons, meiden, inderdaad een
prettig gezicht.’
Ze giechelden.
‘Dave is nogal groot, hè? Jammer dat we dat niet kunnen zien.’
‘Zullen we het er op
aan sturen? Toen we voor het eerst bij hun waren, in Florida, met de
kinderen, hebben de meiden gevraagd om hem te mogen zien. Omdat ze Mark
ook een keer bekeken hadden. Dat heb ik verteld, hè? Voor een
keer wilde hij wel, als hij hun jonge poesjes dan goed mocht zien. Nou,
voor nog een keer, voor jouw poesje, wil hij ook vast wel weer.’
‘Dat mag hij zo wie zo. En méér dan zien?’
‘Zoals gebruikelijk,
Tamara, één keer. Nou ja, in het zwambad een beetje
friemelen is ook gezellig. Dat werkt toch het beste, om daarna rustig
te kunnen zitten? Kom maar weer om een uur of halfacht. Zeg, jullie
zijn nu meer gewend, maar ik ken Renee. Toch maar lozen.’
‘Nou, daar zal Thomas geen bezwaar tegen hebben. Tot vanavond.’
Renee en Dave doken bij de
koffie op. Simone had gebak geregeld, want ze had van Thomas gehoord
dat de gasten niet ontbeten hadden.
‘Lekker gebak, Simone.’
‘Ja. Handwerk, van de vader van Tamara.’
‘Kunnen we bij hem gaan kijken? Handwerk zien we zelden.’
‘Dan moet je het licht niet uitdoen.’
‘Hè? Oh, ondeugd. Nee, dat doe ik alleen met het licht aan. Dat is veel te mooi om te missen.’
‘Vind ik ook. Met een koets, Mark?’
‘Ja, ik bel wel even.’
‘Met een koets? O, ja, die hebben jullie ook nog, hè?’
‘Ja, een paar. Hele oude, maar goed onderhouden.’
Ze waren natuurlijk onder de indruk van de stallen, de koetsen en de paarden. En dat er vier ingespannen werden.
‘Is die koets zo zwaar?’
Mark grinnikte.
‘Nee, maar vier staat zo mooi lux.’
Ze reden naar de bakkerij, in
het dorp hadden ze weer veel bekijks, de jeugd kwam dichtbij en bekeek
de koets en de paarden. Binnen kregen ze een rondleiding en uitleg van
de vader van Tamara. Ze sloegen koffie en gebak af, dat hadden ze net
op. Daarna reden ze verder. Aan het eind van de straat sloeg de koets
linksaf, reed langs twee zijstraten, daarna over rijplaten, sloeg aan
het eind weer linksaf en stopte. Mark gaf een uitleg, een korte
samenvatting, omdat ze al wat wisten. Dave stelde wat vragen, omdat hij
niet kon geloven dat in zo’n korte tijd de bouw al zover was.
Normaal zat zoiets nog in het planningsstadium. Mark gaf Tamara de
meeste eer, zij zat constant overal achteraan.
‘Dave, je ziet haar
vanavond, maar begin hier niet over. Ze houdt privé en zakelijk
graag gescheiden. Thomas ook.’
‘Ja, ik snap het.’
Mark liet de koets doorrijden
en vertelde over de putdeksels en de goten. Dave vroeg voorzichtig of
er veel geïnvesteerd werd. Mark legde hem nog iets uit over het
familievermogen, en dat een rendement van één procent
genoeg was. De reserves waren al zo groot. Ze praatten ook over hoe
druk Mark het nu had. Hij adviseerde Dave om met pensioen te gaan,
zodra het financieel verantwoord was, dat zou beter voor zijn
gezondheid zijn. Dave zou er over na gaan denken. Aan het eind van de
Wellingten Avenue wees Mark huisnummer één aan, waar ze
de komende vrijdag, helaas na hun vertrek, een beetje feestelijk het
eerste huisnummer op zouden schroeven. Bijna bij het huis, bij de
poort, vertelde Mark grinnikend hoe Tamara een keer op hun gescholden
had, toen ze bijna botsten. Hè, rijke stinkers, links houden. Of
is de weg van jullie? Renee en Dave moesten ook lachen.
Na de lunch maakten ze een
rondrit met een Rolls over de landerijen en kregen koffie met koek bij
één van de pachters. De boerin vertelde, dat de koek bij
de vader van Tamara vandaan kwam, en dat hij eieren van hun afnam. Ze
vertelde meer over de lokale economie, soms een ruilhandel, toen Mark
en Simone daar weinig vanaf bleken te weten. Na het afscheid vervolgden
ze de rit. Die, zoals gebruikelijk, uitliep, waardoor ze gelijk maar
gingen dineren en natafelen, onder het genot van een lux drankje.
Tamara en Thomas deden bij
het zwembad gelijk hun badjassen uit, toen ze de twee andere stellen in
het water zagen. Die kwamen er gelijk uit. Terwijl Thomas en Dave
elkaar de hand schudden omarmde Renee Tamara en kuste haar.
‘Ik heb al veel van je
gehoord. En jij van mij, dat weet ik ook. Onze hartelijke dank, dat jij
en Thomas zo fijn met Simone en Mark omgaan. Ze hebben er weer een zoon
en dochter bij, dicht in de buurt.’
‘Ze zijn allebei heel lief. De rest weet je wel.’
Renee liet Tamara los.
‘Ja, jullie roerende
jeugdliefde. Ik heb zitten janken, Tamara. Ik had een jeugdhobby, daar
heb ik erg van genoten. Maar zoiets moois als jullie hadden had ik ook
wel gewild. Nou, tot mijn zestiende, denk ik. Ik heb Mark toen gedumpt
omdat ik te veel om hem begon te geven, maar ik had hem moeten houden.
Samen met hem moeten gaan wonen, om vaker bij elkaar te zijn, om ook
geestelijk goed contact te krijgen. De rest was méér dan
in orde.’‘
Ze giechelden.
‘Maar ja, het gaat bij iedereen anders, hè? Nu even ruilen.’
Tamara en Dave gaven elkaar een hand. Thomas wilde Renee ook een hand geven, maar ze trok hem in haar armen en kuste hem.
‘Kom eens lekker bij me, jong. Wij hebben veel over elkaar gehoord, hè?’
‘Ja. Mijn verkering en ik hebben ons nogal anders gedragen dan jij met Mark.’
‘Zo, je durft. Dan ik ook. Jij bent niet alleen butler, ook goochelaar, hè?’
‘Ik kan geen konijntjes uit mijn hoed toveren.’
‘Wel je toverstafje uitschuiven, voel ik.’
‘O. Omdat je me zo vasthoudt. Lekker, Renee, maar nog even, dan wordt het pijnlijk, dan wil hij naar boven.’
Renee maakte even iets ruimte tussen hen, trok hem daarna met een hand op zijn achterwerk tegen haar aan.
‘Zo dan. Op mijn natte
buik kan hij wel verder uitschuiven. Tja, jij en je verkering. Ik
hoorde dat je nu een hoog tempo hebt, maar het zal toch even duren voor
je Mark ingehaald hebt.’
‘Daar heb ik geen enkel bezwaar tegen.’
‘Dat snap ik, Tamara
ziet er lekker uit. Mark zal daardoor ook wat minder zijn dochters
missen. Nee, ik houd je lekker vast. Laat de rest maar gaan
zitten.’
De rest ging zitten.
‘Ik heb ook gehoord dat de oorzaak van je hoge tempo niet te zien is.’
‘Eh nee. Ik snap nu waarom je me zo vasthoudt.’
‘Ja, ik weet natuurlijk alles van mogelijke standjes. Zo zou ik goed bij je ballen kunnen. Mag het?’
‘Als je er niet te geroutineerd mee omgaat.’
‘Nee, ik zal er niets uit masseren. Alleen even lekker voelen.’
Ze pakte tussen hen in zijn ballen vast.
‘Nou zeg, Simone heeft niet overdreven. Renee voelde eens ballen zitten, o, als eieren zo groot.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Hun meiden hebben een beetje zitten rekenen, hè? Genoeg voor zes keer?’
‘Het hoeft niet iedere
dag zes keer, al willen we dat allebei graag, maar bij een zesde keer
komt er nog steeds aardig wat uit.’
‘Dat geloof ik best. Wat een ballen. Zeg, amateur, helemaal stijf nu?’
‘Ja, natuurlijk. Je doet wel voorzichtig, dat merk ik, maar voelen blijft voelen.’
‘Ik zit toch in de buurt, mag ik ook aan je stijve voelen?’
‘Die zal niets bijzonders voor je zijn. Goed, ook voorzichtig.’
Ze ging met haar hand omhoog.
‘Nou, daar mankeert niets aan, hè, Tamara?’
‘Ik ben er erg tevreden mee, en word er heerlijk vaak en veel door bevredigd.’
‘Mooi gezegd. Ik weet
niet of ik zes keer op een avond aangekund had. Dave en ik, en Simone
en Mark ook, zijn heel tevreden met onze drie of vier keer op een dag.
Nu even kijken.’
Ze liet Thomas los en deed een stap terug.
‘Prachtig. Zoals
bekend, zo zie ik jongens graag. Ze moesten altijd zo even naast mijn
bed blijven staan. Als ze in het begin, van verlegenheid of zo, nog
niet zo groot waren, hielp even hun ballen vasthouden ook. Maak ik het
niet te bont, Dave?’
‘Nee, meid. Leef je maar lekker uit.’
‘Ik ga niet zo ver meer
als vroeger, dat weet je wel. En die stijve van Thomas is heel mooi,
maar haalt het niet bij de jouwe. Kan ik ermee door, Thomas?’
‘Zeker, nog steeds. Net
als Simone. Afgezien van een enkel rimpeltje alles van een jonge meid.
Die verlegenheid kan ook bewondering geweest zijn, Renee, als ze je
bloot zagen. Je ziet er erg lekker uit. Tja, niemand kan natuurlijk
tegen Simone op.’
‘Nee, maar jongens zijn al tevreden als ze een hand vol hebben.’
‘Ja, met een borst of een doos. Inderdaad leuk krulhaar, Renee.’
‘Zelfs de details
worden doorgegeven. Al zijn jouw ballen bepaald geen details. Het zou
best zichtbaar mogen zijn, maar ja, je kan niet alles hebben.’
‘We hebben allemaal niets te klagen. Ik vind het ook altijd leuk, een gleuf tussen die haren te zien.’
‘Een keurige aanloop, Thomas. Even voelen?’
‘Kom dan even tegen me aan. Houd je maar vast, het kan weer even.’
Ze grinnikten allemaal, toen Renee en Thomas elkaar omhelden en ieder een hand tussen hen in staken.
‘Lekker, Renee.’
‘Lekker, Thomas.
Één stijve in de hand is net zo lekker als er tien omhoog
zien staan. En je streelt lief.’
Ze lieten elkaar los en gingen zitten.
‘Ik weet hoe het komt, Simone, maar ik ben toch iedere keer verbaasd hoe gezellig het in jouw buurt is.’
‘Tja. Iets aangeborens,
denk ik. Maar dat kwam er pas op de boot van Nederland naar de
Verenigde Staten uit. Tamara en Thomas weten daar nog niet zo veel van.
Als ik, na mijn veertiende ongeveer, niets aan de hand had, begon ik na
een tijdje wat te missen. Lekker kussen, natuurlijk. En dat er, door
een lieve jongen, aan me gezeten werd. En ik aan hem, als ik hem wat
langer kende. Het moest me wel duidelijk zijn dat hij niet alleen op
mijn borsten afkwam. Ik heb wat scharrels en verkeringen gehad, maar ik
zat een half jaar zonder toen mijn ouders bij een verkeersongeluk
omkwamen. Ik heb het moeilijk gehad, zelfs een tijd te veel gedronken.
Shit. Daarover zo meer. Op advies van een vriendin ben ik
geëmigreerd. Op de boot ontmoette ik Stefan. Ik kreeg geen
hartkloppingen van hem, maar het was wel een lekker jong.
Méér, hij was een man. We bleven contact houden, hij
werkte in hetzelfde ziekenhuis als ik. Mark ook, maar die merkte ik pas
later op. Hij mij wel gelijk, maar hij kwam er al snel achter dat ik
wat met Stefan had en hield afstand. Stefan en ik gingen steeds
gezelliger praten, toen wat intiemer. We kwamen erachter dat we allebei
al een tijd geen verkering hadden, maar wel zin in vrijen. We spraken
af om te gaan vrijen tot we er geen zin meer in hadden of iemand anders
tegenkwamen.’
‘Tja, ik sprak niets af met die jongens. Ik sprak ook niet veel met ze.’
‘Iedereen begint op
zijn manier. Stefan praatte makkelijk, en ik kwam erachter dat ik dat
ook graag deed. Overal over, het liefst natuurlijk over lekkere dingen.
Zo is het ongeveer begonnen. Je hebt het vlot van me overgenomen,
hè, Mark?’
‘Ja, het was erg fijn
om overal over te kunnen praten. Vooral over jou, Renee, dat met jou
zat me toen niet zo lekker. Ik was getrouwd geweest, dat wist Simone
vanaf het begin, maar zo jong en zo vaak vrijen, compleet, is iets wat
je normaal niet meebrengt in een huwelijk. Ik heb mijn eerste vrouw
niet veel méér verteld dan dat ik al gevreeën had.
Maar zij ook, dus was dat niet zo’n probleem. Simone heeft in het
begin weinig over haar ervaringen verteld, maar ik was heel blij dat ik
over de mijne kon praten. Pas later vertelde ze dat ze wel wat ervaring
had, maar nog maagd was. Dat ze begreep, dat als een jongen en een
meisje bloot aan het spelen zijn, hij een aangeboden gleuf niet kan
weigeren. En ook, omdat ik mijn vrouw gelukkig had gemaakt, ze het niet
erg vond dat ik geen maagd meer was. Als ik, in onze huwelijksnacht,
van haar ontmaagding maar een feestje maakte. Dat lukte. Simone, ik kom
dichter bij je zitten. Geef me je hand eens?’
‘Wat is er?’
‘Je zit ergens mee. Je moeilijke periode in Nederland.’
‘Ja. Het kwam ineens
boven. Ik heb je er nooit over verteld, ik had het verdrongen. Mijn
laatste verkering liep niet goed af. We zaten meestal tijdens het
kussen onder elkaars kleding. Op een avond probeerde hij me uit te
kleden, maar dat wilde ik niet. Hij ging toch steeds verder. Kreeg
eerst mijn beha los. Nou ja, dat was toch prettiger dan het gefriemel
eronder. En met mijn broekje iets naar beneden kon hij me ook lekkerder
strelen. Waarschijnlijk werd hij daardoor aangemoedigd. Ik snap het
wel, nee zeggen en toch toelaten. Maar toen voelde ik ineens beneden
iets tegen me aan. Hij had zijn stijve uit zijn broek gehaald en
probeerde hem bij me naar binnen te duwen. Ik heb gevochten,
uiteindelijk kon ik hem een knietje geven. Ik wilde dat hij weg ging,
maar dat wilde hij niet. Hij zei, je kan wel zeggen van niet, maar dat
knietje was vast per ongeluk. Je mag best tegenstribbelen, het
lekkerste komt nog, als ik bijgekomen ben. Ik was alleen thuis, maar ik
heb het alarmnummer kunnen bellen. Toen was hij zo slim om zich aan te
kleden en weg te gaan. Maar nét niet op tijd, voor hem, de
politie stond voor de deur. Ik heb gezegd, ik dacht dat ik aangerand,
verkracht werd, maar we begrepen elkaar verkeerd. Het is niet zover
gekomen. Het is nu in orde, maar een volgende keer doe ik aangifte. Die
jongen heb ik nog wel eens gezien, maar hij bleef uit mijn buurt. We
hebben de verkering nooit uitgemaakt, maar hij snapte wel dat het
voorbij was. Na een tijdje ging ik weer stappen. Maar wat ik tegenkwam
was vervelend, ze kleedden me met hun ogen uit. Ik ben te veel gaan
drinken, halfdronken ergerde ik me niet zo gauw ergens aan. Ik werd
door mijn chef gewaarschuwd, mijn werk was er erg op achteruitgegaan.
Ik wilde blijven werken, dus stopte ik met uitgaan en drinken. Ook niet
plezierig. Toen overleden mijn ouders en bleef ik alleen achter. Toen
mijn vriendin me adviseerde om te emigreren dacht ik, wegwezen hier,
slechter kan het daar niet zijn. Dat kwam uit.’
‘Nu je er een keer over verteld hebt, nog problemen met die bijna verkrachting?’
‘Nee. Ik had toen een
rottijd, maar door Stefan en jou kon ik het begrijpen. En daarom
vergeten. Hem niet vergeven, hij had het niet mogen proberen. Alleen
begrijpen. Meisjes zijn eh, over het algemeen, nogal kieskeurig over
wat ze binnen laten. Jongens kan dat veel minder schelen, als ze wat
zien willen ze lozen, tenzij ze het besef hebben dat er meer bij komt
kijken. Ik denk dat ik zo snel zo goed met Stefan op kon schieten omdat
hij wél een heer was, Jij ook. Al gedraag je je in bed soms een
beetje beestachtig. Maar dat heb je, als heer, keurig
aangekondigd.’
‘Aangekondigd? Je vroeg erom.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Ja, dat klopt. Ik
wilde weten wat ik kon verwachten. Zo woest als bij jou, Renee, waar
hij over verteld had, of zo voorzichtig als bij zijn eerste vrouw. Die
was emotioneel zo ondersteboven na een vrijpartij, dat ze lang bij
moest komen. Ze was voor hun huwelijk niet zo best door jongens
behandeld en barstte iedere keer bijna van geluk hoe fijn het met Mark
ging. Ik ben niet zo emotioneel als zij was, maar ik begrijp haar wel.
Het is eh nee, beestachtig lekker niet.’
‘Simone, ik heb me
vroeger méér dan beestachtig gedragen, met al die
jongens. De meeste beesten hebben een periode in het jaar waarin ze
paren. Meer is het niet. Hij klimt op haar, pompt tot hij klaarkomt en
gaat uitrusten. Zij laat het toe. Méér zie ik nooit in
natuurfilms. Misschien duiken ze daarna de bosjes in. Meid, nu niet
voor de film, nu echt. Knijp maar lekker met je gleuf om mijn stijve,
dan kom ik echt, en jij ook.’
Ze lachten hard.
‘Ja, we houden van een
geintje tussendoor. Ik had geen periode in het jaar waarin ik paarde,
ik had een stuk of twaalf periodes van een paar dagen waarin ik het
níet deed. Ik kwam dan soms aan andere mogelijkheden toe,
waardoor ik het niet zo erg vond. Die paar liter hebben me geen kwaad
gedaan, Tamara. Maar paren deed ik niet voor de film, allebei
klaarkomen was vereist, anders, nou ja, dumpte ik zo’n jong, dat
het kunstje niet kon. Volgende. Dave weet overal van, hoor, jongelui.
We zijn voorzichtig met elkaar begonnen, en alles is goed gegaan.’
‘Ja, dat hadden we begrepen.’
‘Mark en Simone zijn zo
eh lief geweest om te zeggen dat Mark mij niet kon weigeren, jongelui.
Maar toen ik me aanbood weigerde hij wél. Hij was op z’n
zestiende al een heer.’
‘Toch staat me iets bij van een paar honderd keer.’
‘Mij ook, Tamara.’
Ze grinnikten weer allemaal.
‘Het blijft geweldig om
er over te praten. Zelfs over zulke eh rare periodes. Tja, bij mijn
aanbod lag hij op zijn rug en ik zat op zijn bovenbenen, met zijn
stijve over mijn gleuf te strelen. Blijft lekker trouwens, hè,
Dave? Jongelui, jullie hebben volgehouden tot jullie getrouwd waren.
Misschien had Mark dat ook, als hij mij niet tegengekomen was. Ik wil
niet dat jullie een verkeerde indruk over Mark hebben. Hij weigerde
echt.’
‘In z’n situatie is dat eh bewonderenswaardig.’
‘Dank je wel. Zó moeten jullie over hem denken. Zullen we even wat drinken?’
Toen iedereen wat te drinken had ging Renee verder.
‘Mark was de enige van
al die jongens die weigerde, toen ik vroeg, wil je naar binnen. Ik
snapte het even niet, maar hij zei, ik wil je niet ontmaagden. Ik zei,
dat hij van een meisje, wat hij binnen een paar uur mocht vingeren en
wat hem liet spuiten, toch niet kon verwachten dat ze nog maagd zou
zijn. Ik heb me op hem laten zakken. Boem, boem, boem, helemaal
binnen.’
‘Ja, dat kan ik me voorstellen. Méér zelfs.’
‘Goed zo. Het was
geweldig, hij was groter dan zijn voorgangers. En beter ook. Daarna
kwamen die paar honderd keer. Je weet waarschijnlijk dat ik later bij
hun op bezoek geweest ben. We ontmoetten elkaar toevallig en ik ben mee
naar hun huis gegaan. Gepraat met Mark, de tweeling en Simone. Tja, dan
weten jullie het wel, dan komen er nogal wat details aan bod.’
‘Je doet nét of ik zo nieuwsgierig ben.’
‘Nee, je vraagt
dóór, als je iets niet begrijpt. Of als je denkt dat de
ander iets niet goed begrijpt. Ik schrok me wezenloos, toen Mark zei,
je hebt me toen de kans niet gegeven om te zeggen dat ik zélf
maagd was. Nu jij dat verhaal verteld hebt, Simone, ik heb hem toen
eigenlijk eh verkracht.’
‘Ja.’
‘O. . . . Simone, jullie hebben me toch vergeven?’
‘Ja, liefje, allang,
helemaal. En jullie waren met z’n tweeën, als hij niet zo
graag bloot met je had willen spelen was er niets gebeurd. Ik wilde je
alleen even plagen, je net zo laten schrikken als jij Mark toen deed.
Dat duurde ook niet zo lang.’
‘Nee, één
wip, daarna begon hij lekker terug te stoten. Ik kwam gauw, door die
grote. Hij ook, en hij genoot er duidelijk heel veel van. Wist ik veel
dat het zijn eerste keer was? Maar ik had het horen vragen, ik had geen
excuus, nog niet. Ik kon alleen van mijn kant uitleggen wat er gebeurd
was. Dat, als ik twijfelde, ik het wél vroeg. Niet alleen omdat
ik vond dat het een beslissing was die ze zelf moesten nemen, ik wilde
niet te vaak een amateur. Dat is af en toe wel leuk, maar ik was geen
rijschool, ik wilde wel doorrijden. Maar bij Mark was ik nooit op dat
idee gekomen. Ik liet me de eerste keer door hem thuis brengen, ik was
moe en een beetje dronken, zei ik. Op mijn slaapkamer begreep hij me
onmiddellijk, als ik iets gebaarde. Ik bedoel, toen ik stuntelig de
knoopjes van mijn bloes los begon te maken, nam hij het onmiddellijk
van me over. Toen ik bleef staan trok hij mijn bloes uit.
Vóór ik, langzaam natuurlijk, bij de achtersluiting van
mijn beha was, had hij hem al losgemaakt en afgedaan. Niet gewoon,
hoor. Nee, hij maakte de achtersluiting los, legde zijn handen op de
cups, kneep een beetje en trok toen de beha eraf. Toen mijn rok uit. Ik
moest wel duidelijk zeggen dat hij mijn broekje uit moest doen, want
daar hielpen gebaren niet bij, dat deed hij niet zomaar. Hij keek even,
deed de dekens over me heen, en de keurige heer vertrok. Keurig tussen
aanhalingstekens natuurlijk. De keer daarop, dat hij bij me was, begon
hij zelf nergens mee, maar snapte, als ik ergens mee begon, weer steeds
onmiddellijk wat ik wilde. Hij was ontzettend goed. En productiever dan
de jongens vóór hem. Daarom dacht ik dat hij veel
ervaring had.’
‘Als ik niet beter wist zou ik dat van Thomas ook kunnen denken. Die leert ook zo snel.’
‘Houd je mond, anders moet ik aan zijn productie denken.’
Ze grinnikten weer.
‘De keer daarop was hij
zó lief, ik wil je niet ontmaagden. Ik wed dat hij het niet
gedaan zou hebben, als ik gezegd had, doe het maar.’
‘Ik weet het niet, Renee.’
‘Simone?’
‘Geen idee. Maar wedden doe ik niet. Dat zijn moeilijke momenten.’
‘Ja. Die hebben jullie ook gehad, hoorde ik, jongelui. Geen wonder, met zo’n lange verkering.’
‘Niet zo erg vaak.
Thomas vaker dan ik. Zijn moeilijkste had hij toen hij vijftien was.
Hij zag in het bos een stel zich uitkleden. Dat meisje nam die hele
grote, vond Thomas toen, van die jongen even in haar mond en liet hem
toen spuiten. Daarna duwde die jongen zo gauw hij weer kon zijn grote
tussen de haren op haar buik helemaal naar binnen en ging op haar
liggen wippen.‘
‘Aanstekelijk. Probeerde hij daarna wat bij jou?’
‘Nee, nooit. Die nacht
wel bij hemzelf. Hij werd wakker met een grotere erectie dan ooit. Hij
wilde toen weten of hij ook kon spuiten.’
‘Ja, dat kan ik me
indenken. Je hoeft me het resultaat niet te vertellen, dat weet ik wel.
De meeste met twaalf al, al kwam er dan nog niet zo veel uit. Er waren
erbij die het zelf nog niet wisten, maar ik was toen al geroutineerd.
Als ik ze er leuk uit vond zien nam ik ze op de gok mee. Dan ontdekte
ik het wel voor ze. Wat genoten die. Eerst een grotere stijve krijgen
dan ooit, als ze me bloot zagen en er aan hun pikkie gezeten werd, en
dan hevig hijgend klaarkomen. Daarna wilden ze wat graag bij me naar
binnen. En trots dat ze waren, dat ze echt gevreeën hadden. Maar
het moesten wel snelle leerlingen zijn, anders bleef het bij
één avond. Maar jij op je vijftiende pas? Daarna vast nog
wel eens, veel jongens doen het tijdens het douchen, als ze het anders
niet kwijt kunnen raken, behalve bij een natte droom. En nu zo
veel?’
‘Ja, ik kwam heel snel op gang, na ons trouwen.’
‘Dat je het lang vol moge houden.’
‘Dat hopen wij ook voor ze. Simone, je wilde vrij snel nog iets van me weten.’
‘Ja. Ik vond het altijd
oneerlijk dat jongens konden zien hoe groot mijn borsten ongeveer
waren, en ik bij hun niets. Zogauw ze over mijn bloes aan mijn borsten
zaten, en ze het dus nóg beter wisten, pakte ik ze over hun
broek vast. Dan had ik tenminste ook een idee. Bij Stefan heb ik niet
gewacht tot hij ín mijn broek ging, ik zat er bij hem eerder in.
Oei, geen jongen, maar een man. Bij Mark heb ik het ook gedaan. Oei,
oei, een hele grote man.’
Ze grinnikten weer.
‘Hoe ging dat bij jou en Dave, Renee?’
‘We zijn heel
voorzichtig begonnen. Na een tijdje ging het me te langzaam. Je wilt,
al heb je geen haast, toch wat meer dan kussen, als je achttien bent.
Ik heb een dagje aan het strand voorgesteld. Daar lagen we dus, in
badpak, naast elkaar. Dat praat heel makkelijk. Ik ben hem voorzichtig
uit gaan horen, maar heb ook over mezelf verteld. Op een gegeven moment
vroeg ik, om wat uit te lokken, hoe hij vond dat ik eruit zag. Hij was
nooit zo complimenteus, omdat ik dan, bij een kusje om te bedanken, me
te veel tegen hem aandrukte, vond hij. Toen hij zei, dat hij mijn
figuur in mijn broekje leuk vond, zag ik hem in zijn broek groter
worden. Toen wilde ik, net als jij, weten wat ik kon verwachten. Ik
weet niet wat jij erbij dacht, ik wilde vergelijken met wat ik eerder
meegemaakt had. Niet al te groot zou prima zijn, maar als hij erg klein
zou zijn zou ik er toch eerst over na willen denken. Of ik me er op de
lange duur niet aan zou gaan ergeren.’
‘Het kon me niet schelen, ik zou overal tevreden mee geweest zijn.’
‘Ik waarschijnlijk ook
wel, Simone, maar de vraag kwam niet aan de orde. Ik heb hem over zijn
broek gepakt. Ik heb aan hem zitten voelen tot ik tevreden was. Omdat
hij geen stop zei vermoedde ik dat er nog meer zou komen, maar ik wilde
hem niet in moeilijkheden brengen. Pas na de lunch voelde hij over mijn
bikini aan mijn borsten. En al die tijd praatten we, stap voor stap,
over wat we vroeger gedaan hadden. Vermoedelijk zo ongeveer als jij met
Mark.’
‘Alleen had ik aanzíenlijk minder te vertellen dan jij.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Ja, grinniken jullie
maar. Want ik was wel zenuwachtig. Of hij het wel zou pikken wat ik
uitgevreten had. Hij had niet aan en in zo veel meisjes gezeten. Ik
aanzíenlijk, dank je wel, méér aan en jongens in
me. Maar hij begreep het. Vertelde toen nog wat meer over hemzelf. Hij
was al op z’n twaalfde gepakt, door een meisje waarvan de ouders
een kleine manege hadden. Waarschijnlijk had ze het paarden zien doen
en wilde ze dat ook proberen. Er was een vriendinnetje bij, ze zullen
elkaar wel opgestookt hebben. Ze hebben hem in een paardenstal gelokt.
Lieten hun borstjes zien en trokken toen zijn broek uit. Misschien
waren ze teleurgesteld, vergeleken met die van een paard is een stijf
pikkie van een jongetje van twaalf natuurlijk niets. Maar genoeg om mee
te spelen. Toen tilde die eerste haar rokje op, deed haar broekje naar
beneden en liet hem kijken. Toen streelde ze met zijn stijve over haar
gleufje en duwde zich erop. Ze zal wel gesnapt hebben dat ze die van
een paard niet aankon. Daarna wilde dat vriendinnetje ook.
Waarschijnlijk omdat ze haar vriendinnetje van genoegen had horen
kreunen. Hij wist toen genoeg om op haar te gaan liggen, enzovoort. De
eerste middag kon hij wel een stijve krijgen, en lang houden, maar nog
niet spuiten. Hij moest terugkomen als hij het wél kon, zij
zouden aan de pil gaan. Dus waarschijnlijk ook hun eerste keer. Na een
paar maanden kon hij teruggaan. Pakte ze allebei. Daarna was er soms
een ander vriendinnetje bij, soms pakte hij ze twee keer op een middag.
Onvoorstelbaar, twaalf en dan vier keer op een middag.’
‘De derde en zeker de vierde keer zal ik wel leeg geweest zijn.’
‘Nou, bewegen deed je
kennelijk goed. En wel vier keer stijf. Hij had natuurlijk ook gelijk
de smaak te pakken, maar het is voor een jongen veel moeilijker om een
meisje lekker te pakken te krijgen dan andersom. Vandaar dat verschil
in aantallen. We pasten, wat dat betreft, dus goed bij elkaar. Op een
gegeven moment vroeg hij, of ik tien minuten mijn mond kon houden.
Goed, natuurlijk. Daarna draaide hij zich naar me toe en pakte een hand
van me. Hij zei, we doen het langzaam aan. Maar ik begrijp dat je wat
ongeduldig werd. Je hebt me vanmorgen zó lief ruim op tijd
losgelaten, dat je wel wat méér mag. Hij stopte mijn hand
in zijn zwembroek. Ik moest zoeken voor ik wat vond.’
‘Bij hém?’
‘Ja. Daarvoor waren die
tien minuten, snapte ik toen. Ik weet niet waar hij in die tijd aan
gedacht heeft, maar niet aan mij. Hij was op z’n kleinst. In
afwachting van de ongetwijfelde groei heb ik zijn ballen bevoeld. Dat
hielp natuurlijk, al ging het me daar niet om, z’n haast had ik
niet. Ik heb hem weer losgelaten toen ik tevreden was. Pas later kwam
ik erachter hoe groot hij precies was.’
‘In jullie huwelijksnacht?’
‘Nee, wat eerder. Hij
wilde graag een lange kennismaking, om zeker te zijn dat het geen
bevlieging was, dat het niet alleen weer ging om te vrijen. Hij wilde
niet vóór mijn twintigste verjaardag trouwen, dan zouden
we elkaar bijna twee jaar kennen. De kennismaking ging heel goed, en
met hetzelfde tempo zijn we meer gaan spelen. Toen kwam ik er
natuurlijk achter. Twee maanden vóór mijn twintigste
vroeg hij me. Ik had de datum niet in de gaten gehouden, ik was
zó gelukkig, ik moest janken. En al jankend heb ik me over zijn
lange geschoven. Ik hield het niet meer, ik wilde dichter bij hem zijn.
Méér niet. Ik dacht steeds, nog één klein
stukje, dan terug. Bij ieder stukje dat ik dichter bij hem kwam smeekte
hij me om te stoppen. Maar dat kon ik niet. Hij ook niet. Ik vind niet
dat ik hem verkracht heb, ik deed het heel langzaam. Maar ik schaam me
toch nog steeds een beetje, al weet ik dat ik dat niet hoef. Hij had
verteld hoe hij vroeger gepakt was, ik deed hetzelfde.’
‘Je hoeft je niet te
schamen, liefje, dat weet je. Je had je bijna twee jaar ingehouden, dat
was voor jou véél moeilijker dan voor mij, want vanaf zo
ongeveer een half jaar daarvoor liet je me vaak genoeg lozen. Ik kon je
niet stoppen, je verlangen om zo dicht mogelijk bij me te zijn, uit
liefde, niet om de seks, zoals dat eerste meisje, was zo overweldigend,
dat ik me niet terug kon trekken. We hebben het samen gedaan.’
‘Ja, maar het was niet
fiftyfifty. Ik jankte nog een tijdje, onder het genieten van zo dicht
bij hem te zijn. Toen hield híj het niet meer. Goed, schat, toen
wéér niet fiftyfifty, maar dan andersom. Het was
geweldig. Omdat hij zo’n lange had en zo’n voorraad, op dat
moment. Alleen duurde het niet zo lang vanaf dat hij moest bewegen
totdat hij klaarkwam, door die grote voorraad. Zoals hij net zei, al
een tijdje voordat hij me vroeg hielp ik hem in het begin van het
weekend van zijn druk af, en eh vingerde hij me tot ik kwam. Dan konden
we de rest van het weekend elkaar rustig strelen, zonder verder wat te
willen. We spraken toen af, dat we aan het begin van de paar weekenden
tot ons trouwen, weer zo kort zouden vrijen. En het echte lange zouden
bewaren tot de tweede keer in onze huwelijksnacht en daarna. Dat wilde
ik graag, dan hadden we toch nog wat bijzonders in onze huwelijksnacht.
Dat was het ook. Je weet het, Mark, veel mooier dan wat we deden toen
we jonger waren.’
‘Ja, niet te vergelijken. Hoe kwamen we op dit onderwerp?’
‘Deze keer door het
praten over het praten van Simone. Maar ja, als je weer eens ander
bloot ziet wil je daar zo wie zo graag over praten. We hebben allemaal
nogal wat meegemaakt. Wat is nu ongeveer het mooiste bij jullie,
Simone?’
‘Wij hebben het
heerlijk in bed, maar het mooiste is eigenlijk, dat we zoveel lieve
kinderen en kleinkinderen hebben. Vier plus twee in Boston, twee hier.
Nee, stil maar, jongelui, jullie weten dat we dat vinden, en waarom, en
dat we elkaar niet hoeven te bedanken. We genieten zo van de omgang met
hun. En bij jullie, Renee?
‘Dat Dave zulke lange halen kan maken. Wat bij de jongelui nu vast ongeveer het mooiste is, is dat vaak en veel.’
‘Ja. Mag ik een andere vergelijking maken?’
‘Natuurlijk, Tamara.’
‘Ieder stel heeft een
partner met iets bijzonders, de anderen niet te na gesproken. Simone
hele grote borsten, dat ziet iedereen en dat hebben zeker alle jongens
gevoeld. Thomas hele grote ballen, niet te zien, maar dat hebben alle
meiden gevoeld. Het eerste wat je deed, toen hij binnenkwam, Renee, was
dat controleren. Nu schijnen alle meiden, op mij na, gezien, sommigen
ook gevoeld te hebben, dat Dave zo’n lange heeft. Daar geloof ik
natuurlijk ook niets van.’
Ze grinnikten weer eens allemaal.
‘Ik zal het makkelijk
voor je maken, Dave. Ik heb gehoord, dat snap je wel, wat die twee
ondeugende meiden met je uitgehaald hebben, in Florida. Toen Renee
Thomas controleerde mocht ze, als cadeautje, aan de door haar
veroorzaakte stijve komen. Ik wil graag naar je volgens zeggen lange
kijken, terwijl jij dan natuurlijk naar mijn jonge poesje mag kijken.
Ik wil ook aan je lange voelen. Als cadeautje wil ik dan wel aan je
ballen komen.’
Weer moesten ze allemaal grinnikten.
‘Je logica gaat niet helemaal op, Tamara. Ik wil ook even aan je borstjes en je mollige doosje voelen.’
Tamara stond op en ging naast Dave zitten.
‘Maar wacht bij mij nog
even, wat groter is interessanter voor je. Ik werd in Florida
overrompeld. Ik zag twee leuke poesjes, maar ik vergat te aaien. Niet
dat dat nodig was, alleen al vragen om mijn erectie te mogen zien was
genoeg.’
‘Ja, dat zie ik.’
Hij aaide haar poesje.
‘Lekker.’
Hij stak zijn handen naar haar uit.
‘Stop mijn handen eens vol?’
Ze leunde iets voorover en legde haar borsten in zijn handen. Hij speelde er even mee en liet haar weer los.
‘Simone wint natuurlijk, dan komt Renee, maar jij hebt ruim een handvol. Lekker.’
‘Ja, Thomas vindt ze ook groot genoeg.’
‘Ik hoorde dat jij vroeger ook een bijnaam had. Het gevulde koekje.’
‘Wat? Dat kan niet, ik heb altijd op mijn figuur gelet, amper gesnoept. Hè, Thomas?’
‘Van dat snoepen weet ik niet, maar je figuur was altijd geweldig, daar heb ik ook altijd op gelet.’
Ze grinnikten.
‘Voordat je er op kon letten, het was vóór je kon lopen.’
‘O, ja. Mijn moeder zei, dat ik toen een propje was. Gevuld koekje is leuker. Wie zei dat?’
‘Één van de boerinnen.’
‘Dan weet ik al wie het
is. Ze heeft zelf geen dochters. Ze wilde mij wel, maar ik heb al vier
ouders, zei ik. Al is het een beetje verwarrend, want ik werk ook voor
ze. Ze is slim, hoor. Ze zei, ik weet niet of je voor hun of voor het
dorp werkt. Nou, allebei. Genoeg over werken en gevulde koeken. Ik zie
een lekkere staaf. Die moet nog nagebakken worden, dan zet hij nog een
beetje uit. O. Veel beetjes, hè? Ik zet even de oven aan.’
Ze pakte zijn ballen.
‘Het blijft leuk, geen
jongen, voor zover ik weet natuurlijk, reageert daar níet op.
Nou, weer voor zover ik weet, normale ballen, Dave. Ik zal ze even
lekker masseren.’
‘Nee, stop, anders gaat het te snel, dan schiet ik misschien door. Dat heb je snel geleerd, zeg.’
‘Doorschieten? Spuiten,
bedoel je. Nou, daar zit ik niet op te wachten, je haalt het toch niet
bij de schoten van Thomas. Dat leren ging nét zo snel als Thomas
bij mij leerde wat ík lekker vond. Goed zo, nu heb je zoiets als
Thomas. Ga maar door.’
‘Grapjas, alsof het te stoppen is.’
‘O. . . . Maximaal, nu?’
‘Ja, laat alsjeblieft mijn ballen los.’
Ze deed het en bleef even naar zijn stijve kijken.
‘Wat een eind, zeg.
Daar zal je best lange halen mee kunnen maken. Dat komt goed uit, Renee
is wat groter dan ik. We zullen het nooit weten, ik denk niet dat ik
zoiets zou redden. Als Thomas, als hij het nog rustig aan kan doen,
zijn langste slag maakt, lijkt er al geen eind aan te komen. Na een
paar keer halen kom ik dan al. Dan pauzeert hij even, helemaal binnen,
voor we verder gaan.’
‘Wat? Niet alleen iedere keer komen, ook soms twee keer?’
‘O. Is dat niet normaal?’
Ze schoten allemaal in de lach.
‘Nee, liefje. Wij zijn al gelukkig dat we praktisch altijd komen. Twee keer gebeurt niet veel.’
‘Nou, Renee, dan
schrijf ik dat ook maar op ons conto van inhalen. Over die soms derde
keer zeg ik dan maar niets. Ik moest nu maar gaan paalklimmen.’
Ze pakte de stijve van Dave.
‘Één,
twee, drie. Als ik Thomas met twee handen vastpak blijft er een stukje
over. Het lekkerste. Maar bij jou zou ik drie handen nodig hebben.
Prachtig, Dave. Heel lang en lekker stijf. Nou, ik ben overtuigd. Dank
je wel.’
Ze ging weer zitten.
‘Onvoorstelbaar. Een
maand vóór ons trouwen wisten we bijna niets. En nu, dat
we het in bed ontzettend lekker hebben. Dat ik normaal ben, we hebben
kunnen vergelijken met Silvia en Aimee. Daar ben ik héél
tevreden mee, en Thomas ook. Dat Thomas niet helemaal normaal is, met
zijn grote ballen, dat hij zo vaak kan, en moeilijk leeg te krijgen is,
daar is hij heel tevreden mee, hè, en ik ook. En ik ben blij
voor de andere stellen, dat ze ook iets niet helemaal normaals hebben.
Overmaat borsten en een overmaatse stijve. Wat hebben we het goed, met
de seks. En allemaal ook met ons werk en de omgang met elkaar.’
‘We hebben het zeker goed. En een heerlijk zwembad. Zin in een herhaling, Dave?’
‘Zo’n uitnodiging sla ik natuurlijk niet af. Al ben ik beter af dan jij. Jouw borsten blijven groot.’
‘Jij ook, wedden?’
‘Nee, als je zo praat niet, dan weet ik wel wat je gaat doen. Lekker. Ik ben al onderweg.’
De anderen gingen achter hem
aan, speelden ook met elkaar, en ruilden af en toe. Ze praatten en
zwommen nog een keer met elkaar voor ze naar hun slaapkamers gingen.
Thomas en Tamara via de slaapkamer van Mark en Simone, om zich om te
kleden.
‘Wat een paal heeft Dave, zeg.’
‘Ja, Tamara, maar het misstaat niet. Dat wordt van mijn borsten ook gezegd.’
‘Ja, dat gaat ook nog net. Hij heeft wel minder problemen om zijn spullen op te bergen dan jij.’
‘Ach, meestal verberg ik maar de helft.’
‘Ja, dat kan ook nog net.’
‘Thomas is het stiekemst. Zijn grote spullen kan je niet zien, alleen voelen.’
‘Opschieten, Thomas, ik wil thuis voelen wat eruit komt.’
‘Dat zal best lukken,
na dat gemasseer van de meiden, onderwater. Maar houd nu je mond,
alsjeblieft, anders krijg ik mijn broek niet dicht.’
Ze namen grinnikend afscheid.
‘Lekker gespeeld, in het water?’
‘Ja, dat blijft leuk.’
‘Ik let dan niet op je, hoor, we vermaken ons zelf wel, maar ik zag dat je Simone lang vasthield.’
‘Ik was geeneens van
plan om haar aan te raken, ik vind het niet netjes om dat steeds te
doen. Maar ze wenkte me naar haar toe en stak haar borsten naar voren.
Toen durfde ik wel. Deze keer zelfs heel veel, omdat ze het
aanbood.’
‘Heel veel?’
‘Nou ja, anders streel
ik er even over, en voel hoe zwaar ze zijn. Ik heb ze nu gewoon
gemasseerd. Ik bedoel, een beetje kneden en draaien en schudden, zoals
ik bij jou doe.’
‘Ja, lekker. Al kunnen de mijne natuurlijk niet zoveel schudden.’
‘Genoeg, hoor. En het blijft fijner om de jouwe helemaal vast te kunnen houden.’
‘Heeft ze jou nog vastgepakt?’
‘Ja, en nogal ook
gemasseerd. Ze ging door tot en met ik helemaal stijf was. Daarom kon
ik ook lang met haar doos spelen. Ik moest haar stoppen. Zo grappig, ze
trok een pruillipje. Ik hoop dat je het niet erg vindt, schat, ik heb
haar ondertussen nogal gevingerd.’
‘Nee, daar vroeg ze toch ook om? Wat vond je van Renee?’
‘Die heeft me ook nog
te grote borsten. Wat ik niet verwacht had, ze reageerde duidelijk toen
ik een beetje in haar gleuf ging.’
‘Nou, dan zal ik dat
ook wel lang blijven doen. Ze hebben mij niet erg gevingerd, ik ben
niet veel aan Mark geweest, maar wel zo lang mogelijk aan Dave. Hij
hield het, al dacht hij dat op het droge niet, lang vol, nadat hij
helemaal stijf was. Ik ben zelf gestopt toen mijn nieuwsgierigheid over
was. Ik wil even wat proberen.’
Ze ging met een hand tussen hen in en pakte zijn stijve.
‘Thomas, ik vind die
van jou veel fijner. Ik ben niet zolang onderweg, van boven naar
beneden. Bij zo’n lange zit er een extra stuk tussen, maar dat
voegt niets toe aan het van beneden naar boven strelen, en
andersom.’
‘Hé, je weet dat andersom voorzichtiger moet. Dat deed je expres.’
‘Ja, je was nog niet
helemaal stijf. Nu wel. Kom weer op me en laten we weer eens voelen hoe
je je lange slagen maakt.’
‘Het is nog niet zo gek
laat. Kom jij daarna op me liggen om me dan met je gleuf te verwennen,
met jouw lekkere wipjes en kneepjes?’
‘Als jij allebei de keren aan het eind mijn hete gleuf een beetje afkoelt met een paar lekkere stralen van je.’
‘Graag, vooral de
eerste keer, ik heb weer heel wat, door al dat voelen. De tweede keer
masseer jij me maar lekker leeg, nou, zo veel mogelijk.’
Alles lukte.
Tijdens het verdere verblijf
van Renee en Dave praatten ze veel met Simone en Mark, maakten nog een
paar rondritjes en gingen met z’n vieren een paar keer een dag
naar Londen.
Ze namen afscheid met de belofte dat ze wederzijds minstens één keer per jaar op bezoek zouden komen.
‘s Middags schroefden
Mark en Simone het eerste huisnummer, nummer één, op het
eerste huis waaraan begonnen was en waarvan de muren al tot de eerste
verdieping kwamen. Ze dronken een glaasje champagne met Tamara, het
bestuur van de vereniging van huurders en de beheerder. Daarna
vertrokken ze, onder applaus van het halve dorp wat toegekeken had, met
de koets naar weer huis.
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 12
Verzorgd door Tamara.
Zo goed als geen nieuws, één nieuwtje.
De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties gaan door. De
beheerder van de huizen en ik komen voorlopig niet bij de getaxeerde
huizen langs om een overzicht te krijgen voor de renovatie. We zijn
vreselijk druk bezig met het volgende onderwerp.
(Sorry als het eerste stukje eentonig wordt, maar kopiëren is zo makkelijk.)
De nieuwbouw.
Wat hebben ze een tempo,
hè, die metselaars? Er is nog een ploeg bijgekomen, die zijn met
de derde twee-onder-één-kap begonnen.
Het eerste huis was al zover,
dat het huisnummer aangebracht kon worden. We hebben er een kleine
plechtigheid van gemaakt. Velen van jullie hebben het meegemaakt.
Meneer heeft twee van de vier benodigde schroeven aangebracht, daarna
mevrouw de andere twee.
Overige onderwerpen.
Zoals jullie waarschijnlijk
weten, jullie hebben de bussen vast wel gezien, een reisbureau in de
stad regelt rondleidingen in het grote huis en in het park daar omheen.
Als het bureau genoeg aanmeldingen heeft neemt het contact op met
Thomas. Die bepaalt wanneer het gelegen komt en de route in huis, om de
familie niet te storen. Thomas laat de bezoekers binnen en heet ze kort
welkom. In stijl. Dan neemt de meegekomen gids het over en leidt ze
rond. Daarna gaan ze de stallen en de garage bezichtigen. De garagechef
zorgt voor een mooie opstelling. Veel mensen hebben nog nooit
méér dan één Rolls-Royce tegelijk gezien.
Of paarden van dichtbij.
Afgelopen woensdagmiddag zag
ik vanuit het portiershuis een jongetje bij de poort staan. Ik heb hem
naar me toegewenkt en gevraagd wat hij daar deed. Hij hoopte de koets
met paarden te zien, die had hij in het dorp zo mooi gevonden. Ik heb
hem binnengelaten en op de tekening van het dorp aan laten wijzen waar
hij woonde. Hij had wat uitleg over de tekening nodig, maar snapte het
vlot. Ik heb hem wat drinken gegeven en zijn ouders gebeld. Toestemming
gevraagd, en gekregen, om hem wat te laten zien. Ik kreeg een idee en
heb hem als proefkonijn gebruikt. Ik heb hem ook de tekening van de
Wellingten Avenue en van de twee typen huizen laten zien en uitgelegd.
Hij was er erg blij mee, hij hoorde veel maar snapte weinig, niemand
die hem wat uitlegde. Treurig, als je het rustig doet, niet te veel
grotenmensentaal gebruikt, snapt een kind van tien het best. Daarna heb
ik Thomas gebeld en mijn bezoek als gids van een jongen voor een
rondleiding aangekondigd. Toen zijn we naar het grote huis gelopen en
heb ik aangebeld. Overbodig, natuurlijk, maar dat hoefde hij niet te
weten. Thomas deed open, boog diep en heette ons welkom. Ik heb de
jongen voorgesteld (nee, ik zeg niet hoe hij heet, laat hem zelf maar
opscheppen, of niet) en gevraagd of we rond mochten kijken. Thomas zei,
zeker, mevrouw, jongeheer. Behalve in de suite één hoog
rechts, daar verblijven meneer en mevrouw Wellingten momenteel. De
jongen was diep onder de indruk van de butler, de grootte van het huis,
het meubilair, de schilderijen en het zwembad, in huis, al had hij
natuurlijk geen flauw idee van de waarde van één en
ander. Hoeft ook niet, het is om van te genieten, en dat deed hij.
Daarna zijn we naar de stallen gegaan. Wat is een paard groot, van
dichtbij. En anders dan de paarden op de draaimolen bij de jaarlijkse
kermis leven ze, kijken naar je met die bijzondere ogen en snuffelen
voorzichtig aan je. Dat doen honden ook, maar zo’n grote kop
vlakbij! En ze pakken heel voorzichtig een wortel of een appel van je
hand. Koetsen, mooi. De auto’s in de garage, heel mooi, glimmend,
geen vuiltje op te zien. De claxon in de auto die ik gebruik te mogen
laten loeien is natuurlijk ook schitterend. Daarna weer naar de
portierswoning, waar ik nog een paar vragen van hem beantwoord heb. Na
afloop bedankte hij me keurig, hij had erg genoten. Nou, ik ook, om
hém te zien genieten.
Jullie kunnen je voor een rondleiding melden bij het reisbureau in de stad.
Maar, ik ben een keer meegelopen, de uitleg die daarbij door de gids gegeven wordt is niet zo geschikt voor kinderen.
Ik ga weer eens iets doen
waarvoor ik vooraf geen toestemming gevraagd heb. Ik ben ervan
overtuigd dat meneer en mevrouw Wellingten gezegd zouden hebben,
natuurlijk, dat had je toch niet hoeven vragen.
De leraren en leraressen van
de school in het dorp kunnen kontact met Thomas opnemen voor een
rondleiding van hun schoolkinderen. Dat proefkonijn was nodig om een
schatting te kunnen maken voor de benodigde tijd. Reken op ongeveer
anderhalf uur. Het lijkt mij beter om niet met te grote groepen te
komen, ongeveer tien kinderen lijkt me het beste. Ik laat het aan hun
over om eventueel een minimum leeftijd te bepalen, kom eerst maar met
de oudsten. Ik zal een informatieblaadje maken met wat gegevens voor de
rondleiding, die wil Thomas jullie best bij jullie komst uitreiken.
Het personeel leest dit ook.
Jullie willen, als de eetkamer vrij is, de kinderen en hun begeleiders
vast wat te drinken geven. Misschien iets te eten erbij? En een ruimte
zoeken om de tekeningen te laten zien?
Onder voorbehoud dat ik niet
teruggefloten word zijn er geen kosten aan een rondleiding voor
kinderen uit het dorp verbonden. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst.
Het Wellingten Nieuws is verkrijgbaar bij de ‘bakker’, de ‘boekwinkel’ en de ‘kapper’.
Ze vonden de aanloop in het
begin heel gezellig, maar er kwam toch te veel geloop, gevraag of er al
weer één was. Ik heb drie rekjes laten maken. Als er een
krantje uitkomt worden die rekjes buiten neergezet, met de krantjes
erin en een zeiltje erover als het regent. Zo is al van afstand te zien
of er weer een krantje uit is, als ze op zijn wordt het rekje naar
binnen gehaald. Méér dan één per week komt
er hoogstwaarschijnlijk nooit.
Dat was het weer, voor deze keer.
Tamara
Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Week 25
Aan het eind van de week erop kwam Tamara min of meer het kantoor binnenstormen.
‘Ik heb nu een schitterend verhaal! Hebben jullie er tijd voor?’
‘Als we die niet hadden maakten we het.’
‘Fijn. Als ik zo
brutaal mag zijn, mag ik koffie? Daar ben ik niet aan toegekomen. En
graag Thomas erbij, dat scheelt me een keer vertellen.’
Mark regelde het, telefonisch.
‘Voor die rondleidingen
had je inderdaad geen toestemming hoeven vragen. Wat heb je er weer een
mooi verhaal van gemaakt. Dank je wel, we hebben weer genoten.’
‘Dat vermoedde ik al, daarom was ik ook zo brutaal. Maar toch, dank jullie wel.’
‘Zou je geen schrijfster willen worden?’
‘Nou, zo goed is het
ook weer niet. Maar ik zal het onthouden, voor het geval dat ik ooit
niets te doen heb. Ik zal in ieder geval de krantjes bewaren.’
Thomas bracht ook weer gebak mee.
‘Die bouwlui hebben me
in de boot genomen. Ik zei toch, in de week dat ze met de vloeren
begonnen, dat ik zag dat het beton steeds op tijd was? Iedere keer dat
er een paar bekistingen klaar waren kwam er een wagen met beton en
stortte ze vol. Ik ben steeds minstens één keer per dag
een tijd gaan kijken. Het hout voor de bekistingen kwam gebundeld per
twee-onder-één-kap op een vrachtwagen en het beton was er
ook steeds op tijd. Toen ze met de muren begonnen stonden er steeds
genoeg stenen op de goede plaats. En vanaf dat de muren een meter of
twee hoog waren kwam er af en toe een wagen met de binnenmuren. Die
werden dan met een hijskraan tussen de muren gezet. Ik had al eerder
gevraagd, waarom ze dat niet als eerste gedaan hadden. Nee, als het zou
gaan stormen zouden ze omwaaien, daar was niet tegen te stutten. Ik had
wel eens vaker een technische vraag en kreeg altijd keurig uitleg. Maar
als ik vroeg wie de aanvoer regelde, grinnikten ze maar zeiden niets.
Vanmorgen was ik het zat. Er móest iemand zijn die alles in de
gaten hield, maar ik zag niemand die dat kon doen, die rondliep,
iedereen was continue aan het werk. Ik heb een opperman klem gezet, tot
hij me naar een andere opperman verwees, voorbij de eerste zijstraat.
Die heb ik ook in de weg moeten staan tot hij toegaf. Hij zei plechtig,
wij hebben hulp van boven. Ik zei, dat zal best, maar wie is op aarde
zijn waarnemer? Hij grinnikte, de anderen in de buurt ook.’
‘Natuurlijk, wij ook.’
‘Het schoot er zo uit.
Ik moest de zijstraat ingaan, eerste zijstraat links en bij het derde
huis links aanbellen. Ik snapte het niet, maar deed het. Toen ik het
naambordje naast de bel zag wist ik wie er woonde, een alleenstaande
oudere dame. Onwaarschijnlijk dat die bij de bouw zou kunnen helpen. Ze
liet me binnen en zei dat ik naar boven en naar de kamer aan de
achterkant moest gaan. Goed, dat kwam al iets dichter in de buurt van
boven. Ik zag daar binnen eerst alleen de achterkant van een groot
bord, wat op een schildersezel stond. Ik ben er omheengelopen en zag
een tekenaar, die ik van het architectenbureau kende, achter een tafel
zitten grinniken. Hij knikte maar zei niets. Ik begon het te snappen.
Hij had overzicht over de hele Avenue. Op de tafel stonden een
verrekijker en een telefoon en er lagen een hoop papieren op. Het bord
op de schildersezel was een whiteboard. Met een plattegrond met de
huizen. Vóór ieder blok de huisnummers, erin een twee of
een drie, voor het aantal slaapkamers, natuurlijk. En meer letters en
cijfers bij de huizen. Toen de telefoon ging zei hij, demonstratie,
tegen me, voor hij hem oppakte. Hij zei na een paar tellen,
morgenochtend, één twee binnenmuur, één
drie binnenmuur, rechts. Komt voor elkaar, en legde weer op. Hij keek
naar het bord, naar buiten, in zijn papieren en belde een nummer. Hij
zei, Wellingten, morgenochtend, één twee binnenmuur,
één drie binnenmuur, rechts. Hij wachtte nog even, legde
weer op en maakte wat aantekeningen. Ik vroeg, rechts? Hij zei, we
hebben éénrichtingverkeer ingesteld, anders moeten de
vrachtwagens van de rijplaten af, als ze elkaar tegenkomen. Rechts is
de rechterkant, vanaf nummer één. Ze worden daar bij het
goede huis opgevangen. Méér details zijn niet nodig. Ik
vond het geweldig, een opperman belt wanneer en wat hij nodig heeft, en
het wordt geregeld dat hij het krijgt, zelfs op zo’n korte
termijn. In dit geval dus de binnenmuren voor een
twee-onder-één-kap tweeslaapkamerwoningen en voor een
twee-onder-één-kap drieslaapkamerwoningen. Kunnen jullie
het volgen?’
‘Ja, dat ging. Je had dus goed in de gaten dat het gecoördineerd werd.’
‘Ja, zo goed kon dat
niet per ongeluk gaan. Dat één richtingverkeer was me
niet opgevallen, zo druk is het niet. De tekenaar zei dat hij me alles
uit zou leggen, dat had ik verdiend. De man van de firma die de strook
aangelegd heeft, had rondverteld wat hem overkomen was, en zijn
personeel. Er was een meisje bij hem binnengestapt, die had hem
gevraagd of hij tijd had voor een opdracht. Dat heb ik jullie geeneens
verteld, in de drukte. Hij had gezegd, we doen geen tuinhekjes. Zij had
gezegd, ik heb er één van een meter of vijfhonderd, die
moet vernieuwd worden. En vijftig meter opzij daarvan moet er een
nieuwe van een meter of vijfhonderd komen, met aan het begin en eind
vijftig meter naar de andere afrastering. Totaal dus een meter of
elfhonderd. En het stuk daartussen, dus vijfhonderd bij vijftig, moet
geëgaliseerd worden. Op zo’n kort mogelijke termijn, maar
wel voor een leuk prijsje, anders ga ik naar een ander. Hij heeft me
toen niets verteld, en ik wist niet veel meer dan dat hij aan
afrasteringen deed. Later wel, zulke klusjes als de strook, maar dan
langs wegen die verbreed werden, deden ze soms wel over twintig
kilometer. Elfhonderd meter was net de moeite, dat kon tussendoor.
Goed. Dat meisje had om een offerte gevraagd en een beetje sip gekeken
toen hij gezegd had dat er eerst iemand moest gaan kijken. Hij kreeg
één dag uitstel. Hij vroeg om een tekening. Die had ze.
Ze zei, amateuristisch, want ik begin nét met dit soort werk.
Hij had gevraagd wat ze eerder gedaan had. Zei ze, ik was bakker, ik
bakte koek, brood, gebakjes, enzovoort. Mijn vader heeft een bakkerij
met winkel en lunchroom. Ik werk nu voor meneer Wellingten en we gaan
op die strook huizen bouwen. Dat is in principe hetzelfde als taarten
maken. Het belangrijkste is goede firma’s, zoals hopelijk de uwe,
opzoeken om het voor elkaar te krijgen. Ik wil kwaliteit en snelheid,
maar wel voor een redelijke prijs, anders worden de huren te hoog. Hij
snapte er niet veel van, vroeg om referenties, iedereen kon wel met
zo’n verhaal komen. Ze zei, belt u meneer Wellingten maar, het
nummer staat op de tekening. Het mijne ook, met faxnummer. Stuurt u de
offerte maar per fax, dat gaat sneller. Óf ik fax binnen
vierentwintig uur een opdracht, óf ik bel u af. Hij had gezegd,
Wellingten zegt me niets, ik bel mijn bank wel even. Ik heb me toen in
moeten houden van de lol, want nadat hij gegevens over Wellingten
gevraagd had werd hij steeds witter. Hij had een bevestiging van de
ruime kredietwaardigheid van de heer Wellingten gekregen. En dat die
vertegenwoordigd werd door zijn troubleshooter, ene Tamara, voormalig
koekenbakker met ere. Had je weer zitten bellen, Mark?’
‘Mijn bank heeft de
opdracht me te informeren als er navraag gedaan wordt naar mijn
kredietwaardigheid. Na jouw aanstelling heb ik ze ingelicht over jouw
positie en vérgaande machtigingen. En je eerdere werk
toegelicht, want als ze dat niet wisten kon je het vast niet laten om
het ter sprake te brengen. Dat klopte dus. Hij heeft waarschijnlijk
dezelfde bank als ik. Of het is naar andere banken doorgespeeld.’
‘Goed. Ik was de
volgende dag met de beheerder van de huizen op de hoek waar de strook
moest beginnen, hij was er nog niet geweest, toen er een auto stopte.
Er stapte er één uit, die liep naar de afrastering en de
auto scheurde weer weg. Die zagen we even later aan het andere eind,
daar stapte ook iemand uit. Ik zag dat de eerste man iets voor zijn
buik hield tot de tweede weer instapte. Die kwam terugscheuren, pikte
de eerste man op en de auto verdween. Een uur later kreeg ik per fax
een offerte voor het egaliseren van een strook landbouwgrond van
vijfhonderdtien meter bij vijftig meter, het vernieuwen van een
afrastering aan dorpszijde en het plaatsen van een nieuwe aan de andere
lange zijde en de twee korte zijden, met houten palen, normaal draad.
Dus behalve even kijken hadden ze met zo’n laserding de afstand
opgemeten. Ik heb binnen vierentwintig uur geen andere firma kunnen
vinden die op z’n korte termijn kon, en de prijs was goed, dus
heb ik de opdracht gefaxt. De afloop weet u, die heb ik verteld. Maar
die man heeft rondverteld dat zijn werknemers verbaasd terugkwamen. Ze
hadden zelden kijkers, er hadden die keer honderden mensen gestaan,
waarvan meerderen, ook oudere jeugd, met tranen in hun ogen. Toen ze
klaar waren moesten ze van een meisje achterelkaar aan de dorpskant
langzaam langs de kijkers rijden. Een soort ererondje, vijfhonderdtien
meter lang applaus. Hij heeft voor ze uitgezocht wat er aan de hand was
en kwam toen ook pas achter de woningnood. Zijn werknemers hebben
aangedrongen om wat voor dat dorp te doen. Hij is gaan en blijven
bellen en heeft uiteindelijk een vergadering kunnen beleggen met
iedereen die een opdracht had gekregen. Daar heeft hij zijn verhaal
weer verteld. Ze besloten een coördinator aan te stellen om zo
snel mogelijk te kunnen bouwen, anders zou iedereen elkaar voor de
voeten lopen. Tja, ik was zelf van plan om het te doen, zodra het nodig
was, maar ze waren me voor. Ze besloten mij niet in te lichten, ze
waren een beetje in hun eer aangetast omdat een meisje hun vriendelijk
maar eh zelfverzekerd zo bewerkt had dat ze alles uit hun handen hadden
laten vallen om voor haar te gaan werken, met nogal krappe marges. Die
coördinator moest verstand van zaken hebben, maar niet bij de
firma’s betrokken zijn, ze wilden niemand missen. Dat werd dus
die tekenaar de hulp van boven. Hij heeft vanaf de tweede vergadering,
een paar dagen later, alles meegemaakt. Hij wilde een plek, waar hij
alles kon zien, bereikbaar was en niet in de weg zat. Hij was in dat
blok huizen om een kamer aan de achterkant gaan vragen, vanaf het
midden steeds verder één naar links, dan weer
één naar rechts, tot hij bij de oude dame kwam. De rest
zat vol, natuurlijk. Die dame wil zo lang mogelijk thuis blijven wonen
maar kan niet tegen herrie. Ze is ook een hele lichte slaper, daarom
verhuurt ze niet onder. Één rustig persoon overdag kon
wel. Ze bracht hem koffie.’
‘Tja, dat heb je natuurlijk ook uitgezocht, slimmerdje.’
‘Tutoyeren is prima, maar niet zo familiair tijdens een zakelijk gesprek, alsjeblieft.’
‘Nee, Tamara.’
‘Zo hoor ik het graag.
Ik wilde alleen maar kijken of ik haar ergens mee kon helpen. En
checken, als ik er toch was, of ze overal mee op de hoogte was. En
gelijk eens vragen of ze geen probleem had met het verminderde uitzicht
aan de achterkant. Nou, geen hulp nodig, ze wist alles, en alle
woonkamers zitten aan de voorkant.’
‘Het is nogal complex, hè, er komen steeds dingen boven.’
‘Ja, geen wonder, in
zo’n korte tijd. De tekenaar heeft alle gegevens en houdt alles
bij. In het begin kon hij natuurlijk alles zien en bestelde hij het
hout voor de bekistingen, het beton en de stenen zelf. Vanaf de
binnenmuren wacht hij op de aanvragen van de oppermannen, hij kan niet
precies zien wanneer die muren ertussen moeten. Hij wordt overal van op
de hoogte gehouden en weet dus hoever het met ieder huis is. Hij weet
precies de volgorde van wat er moet gebeuren, hij kan dus ook op tijd
de volgende club waarschuwen dat ze in een volgend huis terechtkunnen.
Hij heeft ook lijsten per artikel, zeg maar, zoals binnenmuren, hoeveel
er al geleverd zijn. Ga zo maar door. Alle leveranciers zijn begonnen
voorraden te maken, sommigen maken alles in één keer
klaar, anderen passen hun tempo aan aan de afname. In ieder geval, zo
gauw er gebeld wordt kunnen ze vrij snel weer wat leveren. Ik mocht
alles bekijken. Perfect, zelfs het aanbrengen van de houders voor de
vlaggenstokken stond erop. De tekenaar zegt dat ze allemaal erg trots
zijn dat ze zo goed samen kunnen werken, dat alles zo goed gaat, en tot
hun eigen verrassing, zo snel.’
‘Tja, wie is er nu niet verrast.’
‘Ze denken dat
ík het minst verrast ben. Ik heb jullie verteld dat ik geen
boeteclausules bij te late levering, of beloningen voor een vroege
oplevering op zou nemen, omdat iedereen toch op z’n snelst ging
werken, omdat het voor hun eigen dorpsgenoten was. Ze hebben allemaal
verbaasd zitten kijken toen ze hun contracten kregen. Ik heb
standaardcontracten gebruikt, dat is voor hun ook het makkelijkst.
Alleen de boete- en bonusclausules daarin had ik dik doorgekruist,
geparafeerd en eronder gezet, z.s.m., met mijn paraaf. Met zo spoedig
mogelijk zijn ze juridisch niet aan te pakken, dat wist ik en dat weten
zij, maar daarom dééd het ze wat. Met het inmiddels
bekende snelle resultaat. Maar ik ben natuurlijk ook verrast, wat weet
ik nou van bouwtermijnen? Zij denken kennelijk véél, maar
ik heb er nooit rechtstreeks iets over gezegd.’
‘Maar wel de schijn gewekt, Tamara.’
‘Dat zou kunnen, Mark.’
Ze grinnikten alle vier.
‘Wie betaalt die coördinator? En zijn onkosten?’
‘Die betalen ze met
z’n allen. Dat geld komt er dik uit. Onder ons gezegd en
gezwegen, ze vinden het prima dat ik alles in de gaten houd, namens de
opdrachtgever. Maar ze wilden verder alles zelf doen. Ze hopen dat er
over een niet al te lange tijd nog een straat bijkomt. Dat willen ze
graag voor ongeveer dezelfde prijs. Hun winst, zeggen ze, halen ze uit
de opgedane ervaringen en de tevredenheid in het dorp.’
‘Mooi voor ze. Maar nóg een straat? Je had zo’n negentig aanvragen.’
‘Nu redden we het met
één. Maar nog één zou ik vast ook vol
kunnen krijgen. Bij de vereniging van huurders zijn al vragen gekomen
van dorpelingen die moesten vertrekken, door de woningnood, die willen
graag terugkomen. In de dorpen om ons heen is er geen woningnood, maar
de wachttijden voor een huis zijn niet echt aan de korte kant. Zeg het
maar.’
‘Zegt het maar! Je zou je er zo weer op storten, hè, met volle overgave?’
‘Ja. Het is zulk mooi werk. En het wordt een makkie, ik heb nu een hoop ervaring.’
‘Ik zal erover denken,
Tamara. Na de nieuwbouw weten we beter wat het zou gaan kosten en hoe
hoog de huren zouden worden, we werken nu maar wat op de gok. Dat kan
gelukkig. Én de renovatie van de oude huizen moet klaar zijn,
daar moeten na de nieuwbouw zoveel mogelijk lui aan gaan werken, om op
te schieten. Dat lijkt me nog steeds de beste volgorde.’
‘Ja, mij ook. Ik ga ook
niets zeggen over mogelijk méér nieuwbouw. Ik ga
natuurlijk wel alles wat de nieuwe bewoners aan opmerkingen hebben,
verzamelen voor die mogelijkheid.’
‘Ja, daar kunnen we
weer van leren, voor die mogelijkheid. Terug naar nu. Weet je al
termijnen? Wanneer de nieuwbouw buiten klaar is en alles binnen?’
‘Tja, dat is een
verhaal op zich. Officieel niet, niemand wil wat zeggen. Ik heb het er
met de coördinator over gehad. Hij zei, ik begin er niet aan. Ik
heb geen zin om het iedere week opnieuw uit te moeten rekenen, omdat
het dan al niet meer klopt. Het is lastig ook, omdat niet alles
regelmatig doorschuift. Soms kan een ploeg nog niet terecht in het
volgende huis. Als het kan gaan ze naar het daaropvolgende, om daar
alvast wat voor te bereiden. Pas als ze helemaal niets kunnen doen
blijven ze een paar dagen weg, om werk te doen wat ze hebben laten
liggen. De bevoorrading is dan wel bij te houden, maar doorrekenen
wanneer iets klaar is gekkenwerk.’
‘We kennen je langer dan vandaag. Je hebt vast doorgevraagd.’
‘Ja, omdat ik een
beetje had zitten rekenen en mezelf niet geloofde, ik moest een grote
denkfout maken. Hij was de goede man om me wat uit te leggen. We hebben
eerst koffie gedronken. Ondertussen heb ik met een geleerd gezicht zijn
papieren ingekeken. En toen, terwijl ik deed of ik aan het lezen was,
begonnen. Normale bouwtijd is ruim een jaar, hè? Ja, veertien
tot zestien maanden, waarvan de laatste drie de binnenafbouw. Halen we
dat? Hij sprong bijna uit zijn vel. Halen we dat? In half Engeland ligt
de bouw stil omdat er hier zoveel lui naar toe gehaald zijn. Goed,
goed, zei ik. Dus er werken twee keer zoveel mensen aan een huis als
normaal? Ja, minstens. Goed, zei ik, wat voor fout maak ik, als ik zeg
dat het dan in de helft van de tijd kan? In zeven of acht maanden? Dat
was te simpel, dat was, zelfs met een goede coördinatie, moeilijk
te halen. Lang niet altijd konden er veel mensen tegelijk werken, dan
liepen ze elkaar toch in de weg. Goed, zei ik, ik heb ook op een andere
manier zitten rekenen, haal dáár de fout eens voor me
uit. De vloer duurt één week. Bekisting maken, beton
storten, de rest van de tijd drogen. De benedenverdieping, muren,
binnenmuren, plafond en de trap, twee weken. Totaal drie. Je kan niet
zeggen dat het niet klopt, zo ver waren ze eind vorige week met de
eerste huizen, ze zijn deze week met de eerste etage begonnen. Hij keek
in z’n papieren. Ja, dat klopt. Goed, zei ik, de eerste etage dan
ook twee weken. Totaal vijf. Waarbij niemand elkaar in de weg loopt,
ruimte zat. Dak één week, vensters en deuren
één week, speling, één week. In acht weken,
twee maanden, de buitenkant dus dicht? Hij keek heel wazig. Zei toen,
normaal gaan de vensters en deuren er pas na ruim een jaar in. Alles
moet drogen, tot die tijd tocht het lekker door. Nou, zei ik, zet er in
die week speling maar warmtekanonnen in. Gegarandeerde tocht,
vierentwintig uur per dag, op de gewenste temperatuur, want het mag
vast ook niet te snel gaan. Nog meer bezwaren? Hij heeft vijf minuten
in z’n papieren zitten kijken, naar buiten en naar het plafond.
Toen zei hij, nee, dat zou zo ongeveer uit kunnen komen. Tja, ze hebben
niet willen rekenen, hij ook niet, ze zouden wel zien, het ging vast
heel snel. Nou, dat klopt dus. We hebben alles nog eens bekeken, maar
de verwachting blijft, het eerste huis dicht, de buitenkant dus klaar,
in twee maanden, nu dus nog één maand. Zo, nu eerst mijn
gebakje, kunnen jullie bijkomen.’
Terwijl ze op haar gemak haar gebakje opat, keken de andere drie haar overdonderd aan. Mark was het eerste weer bij.
‘Waarom duurt het anders zo lang?’
‘Als voorbeeld, dan
zijn er twee metselaars met een huis bezig. Nu minstens twee per korte
zijkant, plus vier per lange zijkant, plus iemand voor de aanvoer van
de stenen en de specie. Plus lui, die op tijd de steigers verplaatsen
en verhogen. Anders moeten die twee, met een leerling, dat allemaal
zelf doen. Jíj hebt de stad uit hun sleur gehaald, met je
voorstel voor rijplaten. Ík die bouwers, door de manier waarop
ik ze behandeld heb, bij het vragen om offertes en het gunnen daarvan.
Ze daarbij heel vriendelijk opgejaagd heb om snel te beginnen en goed
te werken.’
‘Ongelofelijk, in twee maanden.’
‘Ja, niemand gelooft
het, maar het is wel zo, als je doorrekent. Dat was dus de buitenkant.
Het volgende was natuurlijk, dat ik hem vroeg naar de binnenafwerking.
Dat hoeft, met méér lui inzetten, geen drie maanden te
duren. Maar omdat ze daarbij elkaar wél eerder in de weg lopen,
houden we het op twee maanden. Nieuw record, koekenbakker laat, in
plaats van in veertien tot zestien maanden, in vier maanden een huis
bouwen. Het is wel wat duurder. Het totaal aantal werkuren is wat
hoger, bijvoorbeeld door die extra steigerbouwers. En huur voor die
warmtekanonnen en extra generatoren daarvoor. Maar dat is niet erg, de
huur kan tien maanden eerder beginnen.’
‘Ik kan er nog niet over uit.’
‘Dat hoeft ook niet, ik
zet het wel in mijn krantje. Maar ik houd nog even een maand extra
speling aan. En ik ga eerst een rondje maken. De bouwers bedanken voor
hun goede werk, tot nu toe, want dat is het, volgens de beheerder. En
voor hun snelheid. Die is bij de beheerder ook nog niet
doorgedrongen.’
‘Waarom ben jij wél aan het rekenen gegaan?’
‘Ik was bij mijn vader
al gauw gewend de voorraden in het magazijntje in de gaten te houden.
Hij had dat nooit gedaan, bestelde als er iets op was, of bijna, en zat
dus soms zonder iets en moest nee verkopen. Ik vond die huizen snel
gaan, ik wilde dus zekerheid. En ik wilde onderhand weten wie er
onzichtbaar aan het regelen was. Daarna vraag ik de bouwers of ze die
kwaliteit en snelheid vol kunnen houden. Waarschijnlijk wel, ik zou
niet weten waarom níet. Daarna ga ik langs de lui voor het
binnenwerk, vragen of ze het kunnen regelen dat ze elkaar niet in de
weg zitten. Om nog eens overleg te plegen met de coördinator, want
ze moeten over ongeveer een maand beginnen. Daar hebben ze vast niet op
gerekend, maar dan weten ze het vast. Pas als ik er van overtuigd ben
dat alles goed zal gaan breng ik de vereniging van huurders op de
hoogte en komt het in het krantje. Daarna laat ik het voorlopig verder
over aan de coördinator en ga met de beheerder weer op pad voor de
renovaties.’
‘Wat een vrouwtje, hè, Thomas?’
‘Ja, Simone. Ze verrast
me, van wat ik meekrijg, zoals nu, en van wanneer ze erover vertelt,
met haar zakelijk organisatorisch vermogen. En thuis met haar
huishoudelijke talenten. Perfecte bevoorrading en alles is altijd
schoon en opgeruimd, tot haar bureau aan toe. Ik krijg lang niet alles
mee, omdat ze haar werk en bijna heel het huishouden doet wanneer ik
niet thuis ben. Wanneer ik er ben blijf ik het meest verrast, want dan
is ze nog steeds hetzelfde lieve meisje waar ik al zo lang ik weet van
houd.’
Tamara stond even op om hem te omhelzen en te kussen.
‘Had je dat niet verwacht, Thomas?’
‘Nee, Mark. Ik had het
haar ook niet kwalijk genomen. Het is toch normaal, dat de tijd dan
verdeeld wordt tussen het werk, het huishouden, eventuele kinderen en
dat de rest voor de echtgenoot is?’
‘Zo gaat het meestal.
Ik vind het niet normaal, maar ik ben ook bevoorrecht. Simone heeft
niet buitenshuis gewerkt en praktisch ook het hele huishouden gedaan
als ik naar mijn werk was. Over eventuele kinderen, ik denk, ik hoop,
dat jullie hetzelfde gaan doen als Simone en ik gedaan hebben. Zo veel
mogelijk samen veel met de kinderen doen, van jongst af aan. Inclusief
wassen en aankleden. Tegen die tijd kunnen we er wel uitgebreider over
praten. Maar veel samen met de kinderen doen is ongeveer net zo mooi
als veel samendoen.’
‘Dat zullen we
onthouden. Over dat samendoen wilde ik het nog hebben, ik was niet
uitgesproken, Tamara onderbrak me om me te kussen. Ik zei, dan is ze
nog steeds hetzelfde lieve meisje waar ik al zo lang ik weet van houd,
zolang we aangekleed zijn. Daar laat ik het maar bij.’
Ze grinnikten alle vier weer.
‘Eigenlijk kan je het daar niet bij laten, dat is een open eind.’
‘Nou, vooruit. Maar ik
moet nog een paar uur werken, dus ik laat het maar bij dat je in andere
omstandigheden nog liéver bent.’
‘Nou, vooruit. Ik neem
nu maar zelf een beurt, want mij wordt zelden gevraagd, wat een man,
hè? Omdat je nog een paar uur moet werken houd ik het kort. Het
huishouden wat ik wél doe als jij thuis bent, is eten koken en
na het eten opruimen. En omdat jij daar altijd bij helpt heb ik nog
meer tijd om je lieve meisje te zijn als je thuis bent. Voor jou, mijn
lieve jongen, zolang we aangekleed zijn. In andere omstandigheden
verras jij me ook nog steeds, vaak, veel. Ga nu maar weer aan je werk,
lieverd.’
‘Ja, vrouw.’
Thomas vertrok grinnikend, de anderen grinnikten ook.
‘Nog steeds vaak en veel?’
‘Ja, Simone. We zijn
een week of tien getrouwd. We gaan, aangekleed, nog steeds zo met
elkaar om als vroeger. Het is nog fijner geworden om bij hem te zijn.
Voor anderen kan hij saai lijken, hij is zo rustig, gelijkgehumeurd,
consequent, betrouwbaar, enzovoort, en voor mij bijna helemaal
voorspelbaar. Maar ik ben ook ongeveer zo. Daarom zochten we elkaar
altijd op, denk ik. We hielden bij het met andere kinderen spelen niet
van ruwe spelletjes, gemene streken of onverwacht veranderen van de
spelregels, geroddel enzovoort. Uitgekleed, je weet, hij is van de ene
op de andere dag op gang gekomen. Ik had verwacht dat het wel iets af
zou zakken, maar nee, hij blijft bij vaak willen en zes keer per dag
kunnen. Al halen we dat doordeweeks meestal niet.’
Tja, op dat punt zijn jullie
de som van onze tweeling. Tamara, ik zit ergens aan te denken. Jullie
zouden ook met leeftijdgenoten moeten spelen. Maar waar zou je dat
moeten doen? Mark, als Francis hier niet meer werkt en getrouwd is,
kunnen wij ze toch wel hier uitnodigen?’
‘En zelf een beetje meegenieten?’
‘Nou, het zou met twee stellen net lijken of onze kinderen hier zijn.’
‘Ja. Goed, dat kan best. Wat dacht je, Tamara?’
‘Dank jullie wel. Ja, dat zou voor ons allemaal gezellig zijn. Ian is ook erg aardig.’
‘Hij heeft misschien een mooi lid.’
‘Je blijft ondeugend,
Simone. Francis is er kennelijk tevreden mee, maar ik weet niet of die
kan vergelijken. Maar dat zien we tegen die tijd wel, ze willen vast
wel. Maar er nog maar niets over zeggen, hè? Het duurt nog
jaren.’
‘Nog drie jaar voor ze
afgestudeerd is, maar misschien stopt ze met werken als ze met Ian
trouwt. Na haar ontslag en hun huwelijk zijn ze hier welkom. Hopelijk
trouwen ze vóór het laatste huis klaar is, dan hoef je
niet meer voor ze te reserveren. We weten nu hoe snel het eerste huis
klaar is, weet je al wanneer het laatste klaar is?’
‘Na achtenveertig keer vier maanden natuurlijk, zo’n drie en een half jaar.’
‘Nou, we zijn niet zo dom dat we daar intrappen. Toch niet één tegelijk? Dat is al te zien.’
‘Ja, en het is geeneens
te zien hoe druk het gaat worden. Er komen in totaal acht ploegen voor
de buitenkant en acht voor binnen. Ze zijn met de tweede buitenploeg
met de tweede twee-onder-één-kap een week na de eerste
begonnen. Expres, dan kon er gekeken worden of het met het eerste goed
ging en eventueel wat aangepast worden. Zo blijven ze doorgaan, dan kan
de bevoorrading ook regelmatig doorgaan. Nemen we voor het gemak geen
vier maanden, maar zestien weken voor één
twee-onder-één-kap. Dat is iets korter, maar dat redden
ze wel. De buitenkant duurt acht weken, daarna kan de binnenploeg
beginnen en de buitenploeg aan een volgend blok. Er werken acht ploegen
tegelijk. Stel, in bouwweek één begint bouwploeg
één met blok één. In bouwweek acht is blok
acht buiten klaar. Dan begint bouwploeg één met blok
negen, en de eerste binnenploeg met blok één. Die zijn in
bouwweek zestien helemaal klaar. Tel dan maar door, zestien plus nog
zevenenveertig blokken, één per week, eind bouwweek drie
en zestig is het laatste huis binnen en buiten klaar. Een maand of
vijftien. De coördinator heeft het nog twee keer nagerekend, hij
gelooft het nóg amper. Daarom ga ik overal nog een keer langs,
om het uit te leggen, om te zorgen dat de bevoorrading op tijd blijft
en ze werklui genoeg hebben. Maar het moet lukken.’
‘In vijftien maanden alles klaar?’
‘Ja, de bouw. Dan moet
de straat nog, dat duurt vast een paar weken. Tot die tijd moeten de
bewoners over de rijplaten. Als er een vrachtwagen op staat mogen ze er
even af, dat is met een personenauto niet zo erg.’
‘Geweldig, Tamara. Dus over een maand of twee kunnen de eerste twee gezinnen erin? En dan iedere week weer twee?’
‘Ja, zo grofweg, als alles goed gaat.’
‘Tamara, ik denk dat niemand anders dan jij die bouwers zo snel op gang had kunnen krijgen.’
‘Tja, als meisje kan je
extra aandacht krijgen, als je het goed speelt. Anders zien de heren je
niet staan. Ik vind het nog steeds jammer dat die architecten vier
weken verprutst hebben. Maar ja, met de tekeningen daarna waren ze snel
en goed. En goedkoop, Ik denk dat ze nog voor zich zien dat ik hun
eerste tekening versnipperde.’
‘Ja, dat zal ze best heugen. Temeer, omdat je gelijk had.’
‘Ja, dat was zó
makkelijk te zien, dat ik geen seconde twijfelde. Geen bluf of
overdrijving nodig. Ik heb geluk gehad dat het eerste contract wat ik
afsloot simpel was. Daardoor kon ik resoluut optreden. Bij de firma die
de strook geëgaliseerd en de afrastering verplaatst heeft. Wij
doen geen tuinhekjes, juffrouw. Ik heb vijfhonderd meter, enzovoort. Op
zo’n kort mogelijke termijn, maar wel voor een leuk prijsje,
anders ga ik naar een ander. En die man heeft dat rondgebazuind,
waardoor alles daarna ook vlot ging. Daar zat alleen spelen op hun
eergevoel bij, dat het voor hun dorpsgenoten was.’
‘Komt eergevoel ook in een bakkerij voor? Ik bedoel het niet cynisch, hoor.’
‘Nee, dat weet ik. Ja,
dat komt zeker voor. Allereerst voor ons zelf, goed werk afleveren.
Maar het uitspelen tegen de klanten ook. Als ze om korting vroegen bij
tien gebakjes vroeg ik of ik dat bij hun ook kreeg, op
één of andere manier. Meestal niet. Ik wist toch van
bijna iedereen wat ze deden.’
‘Ik probeer ook kennis
van vroeger te gebruiken, zoals met die rijplaten. Maar jij doet
continue niets anders. Het opmerkelijke is, dat je het overal kunt
gebruiken. Dat je daardoor zo veelzijdig bent.’
‘Dat was ik al. Tja,
jij sneed alleen in bewusteloze mensen. Knap hoor, daar moet je heel
wat voor weten, maar erg éénzijdig.’
Ze grinnikten.
‘Als troost, Mark, je bent erg goed in het grote geheel in de gaten houden. Ik ga er weer vandoor. Dag, lieverds.’
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 13
Verzorgd door Tamara.
GROOT NIEUWS en een paar nieuwtjes.
De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties gaan door. Verder geen nieuws.
De nieuwbouw.
Herhaling, over de rijplaten mag gelopen worden, maar niet op werkdagen, wanneer er gewerkt wordt, om de bouw niet te storen.
We hebben jullie een keer
gevraagd om op te geven of jullie belangstelling hadden voor een huis.
Dat was om er achter te komen hoeveel er nodig waren en van welk type.
Daar kwam uit, ongeveer negentig, een kwart daarvan met twee
slaapkamers, de overigen met drie slaapkamers. We nemen nu de volgende
GROTE stap.
DE INSCHRIJVING VOOR DE WONINGEN WORDT VOLGENDE WEEK GEOPEND.
Vorige week is het eerste
huisnummer aangebracht, op nummer 1. Daarna zijn de overige nummers
voorlopig met z’n tweeën op een paal middenvoor een blok
gezet. Dat is niet voor niets. Jullie kunnen gaan kijken waar jullie
willen wonen. Vanaf volgende week kunnen jullie bij de vereniging van
huurders drie voorkeurnummers opgeven. Liefst met de redenen voor die
voorkeur, daar kan dan rekening mee gehouden worden. Want niet iedereen
zal zijn eerste voorkeur kunnen krijgen, het zou wel erg
onwaarschijnlijk zijn als alle inschrijvers een ander nummer als eerste
voorkeur op zouden geven. Het wordt puzzelen om iedereen zo veel
mogelijk zijn zin te geven.
Wanneer de inschrijving gesloten wordt, wordt tijdig medegedeeld.
Nieuwtjes.
Er is nog een ploeg bijgekomen, die is met de vierde twee-onder-één-kap begonnen.
Jullie kennen me onderhand,
ik neus overal rond. Dus ook bij de nieuwbouw. Ik werd met de week
nieuwsgieriger. Iedereen was druk aan het werk, maar vroeg me niets. En
alle materialen waren ruim op tijd aanwezig. Ik begon steeds meer te
vermoeden dat er iemand was die alles in de gaten hield en aan het
regelen was. Maar ik zag niemand rondlopen. Vanmorgen vond ik het
genoeg, ik móest weten wie, wat ik vond míjn werk, aan
het doen was. Na bijna onfatsoenlijk aandringen bij grinnikende werklui
kwam ik uiteindelijk bij een opperman, die zei, we hebben je lang
genoeg geplaagd, iedereen vond het leuk om je zichtbaar te zien
puzzelen waarom alles zo goed liep. Wie jou nog niet kende is door de
anderen voorgelicht. Hij zei plechtig, wij hebben hulp van boven. Ik
zei, dat zal best, maar wie is op aarde zijn waarnemer? Dat
veroorzaakte natuurlijk een hoop lol bij iedereen in de buurt. Ik werd
naar een huis in de dichtstbijzijnde oude straat verwezen. En ja hoor,
daar zat, in een kamer één hoog aan de achterkant, dus
met uitzicht over de hele strook, iemand die alles coördineerde.
Hij had een verrekijker, een telefoon, een hoop papieren en op een ezel
een grote plattegrond van de strook met de huizen en hun nummers erop.
De bouwers vonden mij een lieve meid, ze vonden het prachtig hoe ik de
contracten geregeld had, maar ze hadden toch liever iemand uit de
bouwwereld die alles regelde. De baas van de firma die de strook
geëgaliseerd en de afrastering daar aangebracht had, had dat
georganiseerd, om zo snel mogelijk te kunnen werken. Zijn personeel had
daar bij hem erg op aangedrongen, omdat die huilende mensen langs de
geëgaliseerde strook hadden zien staan, de woningnood veroorzaakte
kennelijk nog meer ellende dan iedereen gedacht had. Anders staan een
jongen en een meisje van rond de vijfentwintig toch niet in elkaars
armen te huilen?
Ik mocht in de papieren van
die coördinator kijken. Hij had er één waar precies
de volgorde opstond wat er aan een huis moest gebeuren. Zelfs het
aanbrengen van de houders voor de vlaggenstokken stond erop. Ja, daar
hadden we aan gedacht door de tekeningen van de kinderen. Oeps,
vergeten. Sorry. Die hang ik zo spoedig mogelijk op in het dorpshuis.
Door die tekeningen waren we ook op tijd met het bestellen van gras,
voor bij de huizen.
Even tussendoor, ik heb een
keer geschreven, minimaal twee weken voor de oplevering mag de nieuwe
bewoner behang uitzoeken, er wordt voor hem behangen. Iets preciezer,
zonder bijbetaling, op voorwaarde dat er geen duurder behang gekozen
wordt dan één kwaliteit boven de middenstandaard. Op dat
moment mogen ze ook met de tuinman overleggen. Normaal gras zonder
bijbetaling, andere dingen, planten, struiken, enzovoort, wil hij wel
planten, maar tegen bijbetaling. We kunnen alleen dingen gezamenlijk
(heel voordelig) regelen, waarvan we weten dat iedereen ze wil hebben.
Die coördinator kan,
doordat hij de bouwvolgorde weet en gegevens van alle firma’s
heeft, ook op tijd de volgende club waarschuwen dat ze in een volgend
huis terechtkunnen. Alle leveranciers zijn begonnen voorraden te maken,
zodat, zodra er gebeld wordt, ze direct kunnen leveren. Zo hopen ze
zonder vertragingen snel door te kunnen werken.
Hoe snel? Ik ben iets op het spoor, misschien de volgende keer wat daarover, ik wil eerst meer zekerheid.
Overige onderwerpen.
Geen.
Dat was het weer, voor deze keer.
Tamara
Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Week 26
De week erop kwam Tamara weer op het kantoor om een praatje te maken.
‘Ik ben overal langs
geweest, om te vertellen dat we aan het rekenen waren geweest en
verrast waren door de uitkomst, hoe snel de woningen klaar zouden
zijn.. Nou, zij waren allemaal ook verrast, maar ze voorzagen geen
problemen. Toch zouden ze hun leveranciers, als ze die hadden,
inlichten. De ambtenaar in de stad vroeg, wat de volgorde van bouwen
was. Dat moest ik navragen bij de coördinator. Die zei, eerst de
oneven kant, dan willen we het eenrichtingverkeer omdraaien en de even
kant doen, vanaf nummer zes en negentig naar nummer twee. De ambtenaar
zei, als ze eerst het eerste stuk Avenue, tot de eerste zijstraat, aan
beide zijden doen, dan kan ik in dat stuk de straat af laten maken. Dat
is prettiger voor de bewoners. Ik vroeg, maar die vrachtwagens dan? Hij
zei, een wegdek krijgt op zijn donder van afremmen, optrekken en
draaien van zware vrachtwagens. Maar er gewoon overheen rijden is geen
probleem. Ik heb de coördinator weer gebeld. Ja, dat kon wel, het
eenrichtingverkeer zouden ze dan zo laten. De ambtenaar laat tijdelijke
borden neerzetten, zodat de bewoners het ook weten. Als de hele bouw en
de straat klaar is hoeft het niet meer.’
‘Wat een service. Is het in drieën aanleggen niet duurder dan in één keer?’
‘Ja, iets, maar bewonersgenot mag iets kosten.’
‘Ja, daar weten we alles van, hè?’
‘We doen ons best,
Mark. Daarom ging ik nog even door. Ik vroeg, kunt u dan dat stuk laten
doen zodra de buitenkant van de huizen klaar is? Daarna komen er alleen
bestelauto’s van de leveranciers voor de binnenafbouw. Dat
scheelt nog eens acht weken voor de bewoners. Hij grinnikte en zei, nu
staan we wéér quitte. Ik was slim, nu jij weer. Mooi,
hè?’
‘Ja, en het is geen wonder, dat je lol in je werk hebt. Je maakt er echt iets van.’
‘Ja, maar af en toe
weet ik het ook niet. Ik heb iedereen geheimhouding laten beloven, want
ik had nog eens nagedacht over wat in het krantje zou zetten over de
snelle voortgang. Want dan gaan er vast mensen hun voorkeur veranderen
om eerder aan de beurt te zijn. Maar ze helemaal onwetend laten is ook
niet netjes, ze moeten toch kunnen plannen, sommigen zelfs hun
huwelijk.’
‘Wanneer wordt de inschrijving geopend?’
‘Van de week.’
‘Wanneer kan de eerste bewoner erin?’
‘Over een week of
twaalf. Maar uiterlijk een paar weken ervoor moet die bekend zijn, om
het behang en de tuin uit te zoeken.’
‘Verdeel het in
drieën. Sluit de inschrijving over drie of vier weken. Probeer dan
een paar weken te bepalen wie waar komt. Daarna moet je ze oproepen om
van eerste naar tweede voorkeur, of derde, te veranderen, dat zal
beslist nodig zijn.’
‘Ja, dat is een goed
idee. Ik zal het met Ian bespreken, ook onder geheimhouding. Tja, als
enige heeft hij zelf voordeel bij die kennis. Francis en hij kennen
elkaar nog niet zo lang, maar ze kennen wel elkaars achtergrond. Het is
vast verleidelijk om wat snel te trouwen als je gelijk een huis kan
krijgen.’
‘Dat heb jij ook gedaan.’
‘Plaag me niet, ik had al langer gewacht. Maar ze zoeken het zelf maar uit.’
‘Natuurlijk. Heb jij alles uitgezocht?’
‘De beheerder en ik gaan vaak op stap voor de renovaties. Maar vijfhonderd huizen bekijken duurt even.’
‘Rustig aan maar. Als
alle planningen maar op tijd zijn om offertes en opdrachten te regelen
vóór de eerste bouwploegen klaar zijn.’
‘Ja, maar af is af, je
weet maar nooit wat ertussen komt. Veel kan het niet zijn. Voor de
nieuwbouw liggen zeilen klaar om bij slecht weer door te kunnen
werken.’
‘Hoe zit het met vakanties?’
‘Dan komen er zo veel
mogelijk anderen, de bouw komt niet stil te liggen. Wel tussen Kerst en
Oud en Nieuw, maar dat zullen ze ook vast proberen in te lopen. Alles
blijft een planning, maar ik verwacht geen grote verschillen.’
‘Mooi.’
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 14
Verzorgd door Tamara.
ALWEER GROOT NIEUWS
De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties gaan door.
Nu de bouwers alles zo goed
in de hand hebben, hebben de beheerder van de huizen en ik weer tijd om
bij de getaxeerde huizen langs om een overzicht te krijgen voor de
renovatie.
De nieuwbouw.
DE INSCHRIJVING IS GEOPEND.
Maar lees eerst verder,
vóór jullie je drie voorkeuren op gaan geven. Met dat
‘jullie’ bedoel ik natuurlijk iedereen die graag in een
nieuw huis wil. De grote vraag is natuurlijk, wanneer kan ik er dan in?
Wanneer is het eerste huis klaar? Wanneer het laatste?
Ik heb er met de
coördinator over gesproken. Dat wilde hij eerst niet, ze zouden
wel zien. Van de kant van de bouwers is dat begrijpelijk. Ze hebben nog
nooit met zoveel lui tegelijk gewerkt en hebben geen idee of ze elkaar
voor de voeten gaan lopen. Over een paar maanden dacht hij dat ze wel
een schatting konden maken. Dat vond ik te lang duren, dus ik ben
vragen gaan stellen. Ik geef jullie niet het werkelijke verhaal, het
gesprek was vrij omslachtig. Ik maak er iets van, waardoor jullie
kunnen begrijpen wat er aan de hand is. Voor een
twee-onder-één-kap gebruik ik ‘blok’,
Er is nog een ploeg bijgekomen, die zijn met het vijfde blok begonnen. Hoelang gaat dat door, dat er ploegen bijkomen?
Er komen er in totaal acht,
voor de buitenkant. Zodra de eerste ploeg met de buitenkant van een
blok klaar is, begint er een ploeg voor de binnenkant. Daarvan komen er
ook acht.
Ze beginnen iedere week met een nieuw blok, gaat dat zo door?
Tot alle acht ploegen aan het werk zijn. Zodra de eerste ploeg een blok af heeft, beginnen ze met het volgende.
Wat is de normale bouwtijd voor een huis?
Veertien tot zestien maanden, waarvan de laatste drie de binnenafbouw.
Laten we eerst over de
buitenkant hebben. (Ik zag namelijk een verschil tussen binnen en
buiten. Buiten lopen werklui elkaar niet zo gauw in de weg als binnen)
Dus elf tot dertien maanden. Laten we voor het gemak twaalf aanhouden. En voor een twee-onder-één-kap?
Ook zoiets.
Werken er in die buitenploegen twee, drie, vier of vijf keer zoveel lui als normaal?
Dat weet ik niet precies, ik moet alleen zorgen dat de ploegen aan het werk blijven en dat de materialen er op tijd zijn.
Je gebruikt een verrekijker, maar je bent vast ook gaan kijken. Het wemelt er van de metselaars.
Tja, het lijkt wel vier keer meer dan normaal.
Dan kan de buitenkant dus in drie maanden klaar zijn?
Hij schrok. Eigen schuld, wie
rekent zijn werk niet van tevoren uit? Precies hoeft niet, maar je moet
toch een idee hebben? Ik ging nog even verder.
Kijk eens naar het eerste
blok. Lijkt het niet, alsof ze op de helft zijn? Na ruim vier weken?
Dan moet de buitenkant makkelijk binnen drie maanden klaar kunnen zijn.
Hij pakte zijn verrekijker en
keek. Daarna, zonder verrekijker, in zijn papieren. Daarna lang naar
het plafond. Daarna weer naar mij.
Ik moet je gelijk geven. Dank
je wel. Ik moet dit doorgeven, aan iedereen, om er zeker van te zijn
dat alles goed blijft lopen. Maar het moet lukken. Ongelofelijk.
Ik was natuurlijk al hartstikke blij, met die drie maanden, maar we waren er nog niet.
Nu de binnenkant. Normaal
drie maanden. Dat kan niet vier keer zo snel, dat snap ik best. Daar
lopen ze elkaar veel eerder in de weg. Laten we het op twee maanden
houden.
Dat moet kunnen.
We hebben alles nog eens
bekeken, maar de verwachting blijft, het eerste huis dicht, de
buitenkant dus klaar, binnen drie maanden, nu dus nog twee. Twee
maanden erbij voor alles binnenin, over ongeveer vier maanden kan de
eerste bewoner in zijn huis.
Ik dacht, de buitenkant van de gevulde koek is klaar, de vulling zit erin, nu nog de pinda voor er bovenop.
Corrigeer me als ik in de
fout ga, meneer de coördinator. Ze zijn, vanaf het begin, iedere
week met een nieuw blok begonnen. Er komt dus ook één
blok per week klaar. Na de eerste dus nog zevenenveertig weken, voor
alles klaar is?
Hij schrok weer.
Je rekent in principe goed, maar op zo’n lange termijn moeten we een speling aanhouden. Laten we zeggen, een jaar.
Ik was dik tevreden, omdat ik
jullie nu tenminste wat kan vertellen. Hoe verder de bouw vordert, hoe
nauwkeuriger de voorspellingen natuurlijk zullen worden. Maar nu kunnen
jullie gaan plannen.
Dus, grofweg, over vier
maanden kunnen de eerste twee huizen bewoond worden, iedere week daarna
weer twee, de laatste twee over ongeveer zestien maanden.
Over de inschrijving. Wees
sportief, sociaal of zoiets. Als jullie niet zo’n erge haast
hebben, plan dan jullie verhuizing en of huwelijk niet te snel, de
huizen zijn toch vroeger klaar dan jullie dachten. Kies dan een hoog
huisnummer, dan blijven de lage nummers, die eerder klaar zijn, voor de
lui die echt haast hebben, zoals stellen met kinderen die nog bij hun
(schoon)ouders inwonen.
Wanneer de inschrijving gesloten wordt, wordt tijdig medegedeeld.
De oorspronkelijke volgorde
van blokken bouwen was eerst de ene kant van de Avenue, de oneven
nummers, daarna de andere kant, te beginnen bij nummer zesennegentig.
Maar de stadsbouwambtenaar had een beter idee. Hij stelde voor, na de
eerste acht blokken niet na de zijstaat door te gaan, maar aan de
andere kant met nummer twee te beginnen. Dan kan de stad, wanneer die
acht blokken klaar zijn, de Avenue vanaf het begin tot de eerste
zijstraat afmaken. Dan hoeven de bewoners van dat eerste stuk Avenue
niet over de rijplaten te blijven rijden tot alle huizen klaar zijn.
Dat gaan we doen. Daarna t.z.t. het tweede en derde gedeelte. Dank u
wel, stad.
Overige onderwerpen.
Geen.
Dat was het weer, voor deze keer.
Tamara
Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Week 27
‘Je zal best opschudding in het dorp veroorzaakt hebben, met je krantje. Zo snel de eerste huizen klaar.’
‘Ja, enorm. Meest
gestelde vraag, is het echt waar? Tja, de situatie was uitzichtloos,
tot jullie nieuwbouw aankondigden. Ze zijn natuurlijk gaan gokken.
Planning vóór de bouw, een half jaar. De bouw zelf,
minstens een jaar voor het eerste huis klaar is, dus in totaal over
anderhalf jaar. Er is wat afgejankt toen de strook geëgaliseerd
werd, na een paar weken. En weer toen de bouw begon, na een week of
tien. En nu weer, de eerste twee huizen klaar binnen vijf maanden na de
aankondiging. Hebben jullie gezien dat ik wat speling aangehouden
heb?’
‘Ja, heel verstandig.
Je kan ze van week op week nauwkeuriger informeren. Tamara, we wilden
het over de renovaties hebben, en wat daarmee samenhangt.’
‘Je zegt wel eens wat
van mij, maar je bent zelf ook een doordouwer. Ik heb amper verteld hoe
blij ze zijn met de nieuwbouw, wil je het hebben over de renovaties,
die daarna pas kunnen beginnen.’
‘Ja, het is nog lang niet zover, maar ik wil het ook niet over details hebben.’
‘Goed. Jij bent voor de grote gang van zaken. Met de eerste ronde standopnemen zijn we op de helft.’
‘Mooi. Je wilde, als het kon, toch woningen vrijhouden voor mensen die voor de renovatie hun huis uit moeten?’
‘Ja. Dat wordt weer een
puzzeltje. Ik weet niet of en hoeveel er dat worden. En ik weet niet
hoeveel er tegelijk hun huis uit moeten. Hoe groots pakken we de
renovatie aan?’
‘Het één
hangt natuurlijk af van het ander, maar in principe groots. Hoeveel
werk is er voor buitenploegen?’
‘Weinig, denken we.
Behalve het vervangen van de vensters is er alleen hier en daar wat
reparatie aan de muren nodig. En wat nieuwe dakpannen.’
‘Dat valt dus in het niet tegen wat er binnen moet gebeuren.’
‘Ja. Het grofste werk
binnen is het verwijderen van muren. Nu er in principe maar
één gezin in een woning gaat wonen, zoals dat hoort,
kunnen er nogal wat kleine kamertjes bij elkaar gevoegd worden. De
niet-originele muren zijn natuurlijk makkelijk te slopen, de originele
moeilijker, sommige zijn steunmuren, die kunnen er niet helemaal uit,
anders stort de boel in. Daar moet dan een boog van gemaakt
worden.’
‘Ik dacht dat je alleen rondgekeken had voor de keukens, badkamers, vensters en de CV?’
‘Ja, om de gegevens
daarvan te noteren. Ik ben enig kind, ik had een redelijk kamertje.
Maar ik heb pijpenlaatjes gezien waar drie kinderen in slapen, zoiets
valt me natuurlijk op.’
‘Ja, treurig. Hoeveel huizen zouden we tegelijk aan kunnen laten pakken?’
‘Laten we het dan op
maximaal acht houden, zoveel ploegen hebben we nu ook. Eerst de
buitenploegen voor de vensters en het breek- en metselwerk binnen,
daarna de binnenploegen. Het makkelijkste zou zijn als het hele huis
leeg was. Dat de bewoners hun spullen meenemen naar zo’n
ruilwoning. Maar dan zou ik er acht vrij moeten houden.’
‘Zou het niet makkelijker zijn, alles op te slaan in containers in de buurt?’
‘Ik zou niet weten waar ik die moet laten. Op straat? O. Ik word wakker, jullie hebben erover nagedacht.’
‘Ja, je weet wel, het grote overzicht. Heb je een tekening van het dorp bij je?’
‘Ja, die sjouw ik altijd mee. Eentje van het kadaster . Daar staan alle percelen op en de huisnummers.’
‘Je hebt ooit gezegd,
er zijn stukken leeg tussen de huizen, die zijn nét te smal zijn
voor een huis. Kunnen daar die containers tussen?’
Tamara had ondertussen de tekening uit haar tas gehaald.
‘Wat slim. Ja,
waarschijnlijk wel. De maten van die open stukken staan er niet
allemaal op, maar daar kom ik wel achter. Ik huur schoolkinderen in om
ze op te meten. En ik zoek de grootte van containers uit. Binnen een
week weten we daar dan genoeg over.’
‘Is dat verantwoord, jeugd zulke metingen te laten doen?’
‘Ja. De oudere jeugd is
gewend aan zulke klusjes en doet precies wat er gevraagd wordt. Anders
is het afgelopen met hun bijverdiensten, ons kent ons.’
‘Mooi. Nu over het onderbrengen van de mensen.’
‘Een gedeelte zal wel
bij familie in huis gaan. O. Ik voel de problemen. We zouden de
ruilwoningen moeten stofferen en meubileren. En dan weet ik nóg
niet of ik maximaal acht gezinnen onder kan brengen. Hotels? Duur. En
niet in het dorp.’
‘Stop maar, daar hebben we ook over gedacht. Stacaravans.’
‘Stacaravans? Tja.
Groot zat. Over het hele dorp is er waarschijnlijk wel ruimte te vinden
voor acht containers en acht stacaravans. Maar misschien moeten het
zestien containers worden. En hoe sluit je die stacaravans aan?’
‘Het is heel leuk om je te horen denken, Tamara. Zo doe je altijd, hè?’
‘Ja, natuurlijk. Van
het één komt het ander. Gelukkig is er zelden haast bij,
dan kan ik er nachtjes over slapen. En hier en daar inlichtingen
inwinnen. Stacaravans. Huren? Kopen? Nieuw of tweedehands? En wat moet
er mee, na de renovaties?’
‘Stop maar weer.
Inderdaad, het aansluiten is wat lastig, tussen andere huizen. Ze
zouden het liefst bij elkaar moeten staan.’
‘Jullie plagen me. Jullie hebben vast al een complete oplossing.’
‘Grotendeels wel. We
plagen je een beetje, maar het heeft nut. Zo zie je alle moeilijkheden
en mogelijkheden en hoef je je later niet af te vragen of de oplossing
die in je schoot geworpen is een goede was.’
‘Prima. Gooi maar.’
Ze grinnikten.
‘We praten het ook
graag met je door, omdat jij in het dorp gewoond hebt en de mensen en
de omstandigheden kent. We zijn al blij dat je wat in stacaravans
ziet.’
‘Ja, daar is het wel
weken in uit te houden. En zo goed als zeker de beste oplossing. Nu nog
de plek en wat er later mee te doen.’
‘Ja, ja. Je weet, de
kosten zijn niet het hoofdprobleem, maar geld weggooien blijft zonde.
We zouden graag met die stacaravans een campinkje willen maken, niet te
ver van het dorp.’
‘Een camping? Oh, wat slim. De caravans eerst als ruilwoningen, later verhuren?’
‘Juist.’
‘Vast rendabel, als het
een leuke camping wordt. Misschien wel voor meer dan acht stacaravans.
En tenten, campers. Zoiets?’
‘Een goed idee, maar doe nu eens rustig aan. Die acht om te beginnen, de rest is van later zorg.’
‘Nee. Sorry. Daar moet
vanaf het begin rekening mee gehouden worden, anders komen we later
misschien klem te zitten.’
‘Ja, slimmerd. Goed. Waar?’
‘Waar? Ohhhh, wacht even. Op jullie grond, zeker. Jullie lijken wel doorgeschoten kruideniers.’
Mark schaterde van de lach, Simone en Tamara grinnikten.
‘Ja. Je hebt vast ook een kaart van de landerijen bij je, voor als je naar de pachters moet.’
Tamara haalde nog een kaart uit haar tas.
‘Tja. Waar moet een camping aan voldoen? Niet te ver van het dorp, ruimte, rust. Oh, shit.’
Tamara schoot met haar vinger over de kaart richting dorp.
‘Hier ergens. Kijk, dit
blauwe lijntje, tussen twee landerijen, is een beekje. Ik zie het hier
niet staan, maar er is een eh verbreding, een meertje, van eh ongeveer
twintig bij dertig meter. Nog geen kilometer van het dorp. De jongens
gaan daar wel zwemmen, maar het mag niet van de beheerder, die jaagt ze
weg. Tja, de oevers horen bij de landerijen, daar wordt op verbouwd,
hij is bang voor vernielingen. Onterecht, verder dan een meter van het
water komen ze niet. Ik herinner me nog iets. Volgens de geruchten is
je vader ooit om toegang gevraagd, Mark. Nou, het is nu aan
jóu.’
‘Ja. Denk eens door, over die camping.’
‘Ik ben ooit bij dat
meertje geweest. Stiekem, met een vriendinnetje. Het was voor meiden
verboden terrein, de jongens zwommen in hun blootje. Tja, een mooi
gezicht, een stuk of tien helemaal blote jongens, maar die pikkies
deden me niet veel, die zag ik bij baby’s ook wel. Al waren ze
bij die jongens wat groter. Maar tjonge, wat kunnen die groeien, als
eh. Oeps, ik dwaal af. Ik stel me voor, langs het beekje, aan de ene
kant stacaravans, aan de andere kant plek voor tenten. Het meertje zou
groter gemaakt moeten worden, anders kan je er omheen te weinig kwijt.
En het zou schoongemaakt moeten worden, wie weet wat er na eeuwen
allemaal in ligt. De jongens werden er niet ziek van, waarschijnlijk
omdat er genoeg water van het beekje doorstroomt, het staat zelden
droog, maar zekerheid eerst. Goed, beekje tijdelijk omleiden, meertje
schoonmaken en vergroten. Misschien mooi werk voor de firma die de
strook aangelegd heeft. Kunnen ze gelijk de afrastering tussen de
camping en de landerijen aanbrengen. Niet erg, dat twee pachters een
strook grond kwijt raken?’
‘Nee, dat is te regelen. Klinkt allemaal goed, Tamara.’
‘Onvoorstelbaar. Dit gevulde koekje helpt eerst een straat ontwerpen, nu een camping.’
‘Helpen is voorzichtig
uitgedrukt. Je hebt maar een hint nodig en werkt het dan zover uit dat
je duidelijke offertes kan vragen.’
‘Ja, verder ga ik niet,
dat laat ik aan specialisten over. Zoals dat beekje omleiden. Simpel
bedacht, maar er gaat meer water door dan wat er uit een kraan komt.
Zal ik nog verder gaan? Of een andere keer? Of het eerst zelf
uitwerken?’
‘Ga alsjeblieft door. Het is zo mooi om te horen.’
‘Goed. Maar ik heb
graag eerst wat ruggensteun. Kan je Thomas bellen, hem vragen wat hij
van een camping bij het meertje vindt?’
Mark pakte de telefoon al.
‘Thomas, Tamara en wij
zijn ergens over aan het brainstormen. Wat denk je van een campinkje
bij het meertje waar jij vast ook in je blootje in gezwommen
hebt?’
‘Heel goed. Dank je wel.’
Mark legde de telefoon neer.
‘Leuk idee. Toegangsweg vanaf het dorp. Voor naaktzwemmen een oplossing zoeken.’
Ze grinnikten.
‘Lief van hem, om aan de jongens te denken. Maar zo gauw zie ik daar geen oplossing voor. Jullie?’
‘Ik niet. Simone?’
‘Ja. Wat
méér graafwerk maakt ook niet uit, voor het goede doel.
Maak een toegangsweg vanuit het dorp, tot de camping. Daar voorbij, een
paar honderd meter, een meertje voor de jongens. Dan hoeven de
campinggasten er niets van te zien. Komt er een beheerder?’
‘Ja, voor meer dan acht
stacaravans en minstens zoveel tenten is dat beter. Trouwens, het kan
alleen zomerverhuur worden, ‘s winters lijkt me niets.’
‘Afwachten, stadsmens, er zijn nogal wat wandelaars in Engeland. Die zullen best in een stacaravan willen.’
‘Nog beter. Die beheerder kan de mensen waarschuwen dat er verderop soms naakt gezwommen wordt.’
‘Prima, Simone. Ga verder, Tamara.’
‘Van het
één komt weer het ander. Ik heb nooit gekampeerd, maar ik
ben een keer op een kampeerterrein geweest. Met alleen maar tenten. Die
stonden erg slordig opgesteld, dat is niets. Wij moeten het netter
doen, overzichtelijker. Om te beginnen, bij de toegang, aan het eind
van de toegangsweg, een gebouwtje voor de beheerder. Receptie,
magazijntje voor reservespullen voor de stacaravans en gereedschap.
Winkeltje voor tentspullen. Toiletten en douches voor de tentbewoners.
Over de beheerder. Wie? Waar woont die?’
‘In de eerste stacaravan naast het gebouwtje?’
‘Ja, daar is vast wel
iemand voor te porren. Dat worden er dus negen. Minimaal. Goed. Nu het
vermaak. Ik zei al, wandelen. Stedelingen zullen ook graag het dorp
bekijken. En er boodschappen halen, waardoor er niemand bezwaar zal
maken tegen die camping. Zou dat anders problemen geven?’
‘We kunnen met onze grond doen wat we willen, maar zonder de instemming van het dorp doen we het niet.’
‘Als ik alles in het krantje uitleg, ruilwoningen eerst en dan extra klanten, komt dat wel goed.’
‘Is dat uitleg of manipulatie?’
‘Tja, Simone, weer zo’n grensgeval. Net zoals tussen dreigen en voorstellen doen.’
‘Ik weet nog iets voor
dat naaktzwemmen. We hebben van Thomas gehoord dat er inmiddels aardig
gebruik gemaakt wordt van het zonneterras. Hij hoort ook
méér. Dat de dorpsjeugd die hier niet werkt er jaloers op
is. En dat, wie er wél mag komen, niet jaloers is op ons
zwembad. Ze hebben er begrip voor dat het alleen voor de familie en hun
gasten is. Maar de meiden zouden, nu ze zo fijn bloot met elkaar
omgaan, ook wel bloot willen zwemmen. In de stad kan dat niet.’
‘Ik zal het er met Ian,
als voorzitter van de vereniging van huurders, eens over hebben. Tot nu
toe gaan de jongens bij mooi weer spontaan naar dat meertje toe.
Misschien kunnen er tijden ingesteld worden voor jongens, voor meiden
en voor gemengd zwemmen en zonnen. De helft van de jeugd is vrouwelijk,
er zijn er vast bij die wel wat willen. Of alleen met meiden, of
gemengd. Vorig jaar had ik waarschijnlijk voor aparte tijden alleen met
meiden gestemd. Nu zou ik het niet weten.’
‘Je zou meiden, die
niet op het zonneterras mogen komen, uit kunnen leggen, dat, als
iedereen zich, net als daar, keurig gedraagt, het te proberen is. Je
zou ook het voorbeeld daar kunnen geven.’
‘Welja. In m’n blote kont tussen de jeugd zitten. Kom jij dan ook?’
‘Nou, laat ik dat maar niet doen.’
‘Nee, alhoewel er
meiden zijn die net zoveel hebben als jij. En onder de achttien moet
toestemming hebben, natuurlijk.’
‘Is dat te controleren?’
‘We hoeven geen pasjes
uit te geven. De ouders houden, als ze van het zwemmen weten, wel in de
gaten waar hun kinderen uithangen. Ik zal ook nagaan hoe
de wettelijke eisen voor een camping en een zwemgelegenheid zijn. Als
ik je zo hoor, Mark, kan niemand er iets aan doen, maar die eisen
aanhouden is wel zo verstandig, voor de veiligheid en de gezondheid.
Net zoals met de nieuwbouw.’
‘Je bent weer geweldig.’
‘Gewone logica. Ik ga
ook na, hoe het met naaktzwemmen op privé-terrein zit. Als dat
mag, kan ik er open en bloot over schrijven, anders moet het stiekem.
Verder over het vermaak op de camping. Het meertje moet langzaam
aflopende kanten krijgen, zodat er ook kleine kinderen in kunnen
spelen. Ik heb op Amerikaanse films gezien, dat ze daar op campings
barbecues neerzetten en plekken maken om een vuurtje te stoken. Dan heb
je minder brandgevaar dan wanneer ze het op een willekeurige plek gaan
doen. De beheerder kan dat schoonhouden. En brandhout, geschikt
brandhout, verkopen.’
‘Wat denk je snel door.’
‘Tja, eerder opgedane
kennis inzetten, hè? Eh kano’s verhuren. Ik weet niet of
dat beekje bevaarbaar is, anders is het misschien een paar kilometer
stroomop en stroomaf wel te maken. Peddelen door de natuur. Misschien
ook fietsen. Nou, méér weet ik zo gauw niet.’
‘Méér dan genoeg. Eens kijken. Zou die toegangsweg vanaf het eind van de Avenue kunnen komen?’
‘Ja, vandaar naar de
beek, daarlangs voor zover nodig. Niet te breed, passeren moet wel
mogelijk zijn. Riolering, voor het gebouwtje en de stacaravans. Bij de
tenten een put om afvalwater in te storten. Elektriciteit en water voor
alle plekken. Ik ga op een andere camping kijken of er nog meer nodig
is. En informeren bij een overkoepelende organisatie, of ze advies
kunnen geven voor de grootte. Die weten vast de bezetting van campings
in de buurt. En tarieven.’
‘Je bent weer niet af
te remmen. Ik wil een niet te grote, gezellige camping. Ga met de
beheerder van de landerijen kijken waar de camping en de twee meertjes
zouden kunnen komen. Hij kan het beste bepalen waar er stukken van
landerijen af kunnen en hoe de weg moet lopen, liefst over een grens.
Kan je het bijhouden?’
‘Natuurlijk, het één komt toch door het ander? Zo verzin jij het ook.’
‘Ja, dat is zo. Gaf ik te veel aanwijzingen?’
‘Nee, prima. Ik zou wat kunnen vergeten.’
‘Alles gaat nog steeds
geweldig. We vergeten wel eens wat, maar dat wordt goedgemaakt doordat
we iedereen inspraak gunnen.’
‘Niet zelf het wiel uit willen vinden, hè, Simone?’
‘Nee. Je verwijst naar de tweeling, hè?’
‘Ja. Wanneer gaan jullie er naar toe?’
‘Dat duurt nog even. Een maand of vijf. Zijn jullie nog van plan om dan een verlate huwelijksreis te maken?’
‘Ja, een weekje naar
Londen, rondkijken, uitgaan, zo vaak zijn we er niet geweest.
Overnachten in een lux hotel, ons laten verwennen. Jullie hoeven geen
medelijden met ons te hebben, hoor. Onze huwelijksreis thuis was heel
geslaagd. We hebben helemaal ongestoord van en met elkaar kunnen
genieten. We hoeven ook de hele wereld niet te zien, dat kan op de TV.
We hebben ook niet zo’n behoefte aan vakantie. We hebben het hier
zó naar onze zin, met alle vrienden en bekenden om ons heen.
Zouden we mogen blijven zwemmen?’
‘Ja, iedereen die anders ook mag.’
‘Fijn. We praten er af
en toe over, waar we een volgende vakantie naar toe zouden willen. We
komen allebei steeds met dezelfde plek als mooiste doel. We zouden
graag zien hoe jullie woonden, hoe jullie kinderen wonen. En de
omgeving, hoe jullie daar leefden en de kinderen nu leven. En simpele
dingen doen, zoals een supermarkt bekijken. De stad een beetje, en een
dorp. En een camping komt er nu bij, al zal de onze, zeg ik maar, dan
misschien al klaar zijn. Want we gaan natuurlijk niet eerder dan dat de
drukte van twee bevallingen ruim voorbij is. Daar zullen jullie vast
van genieten, daar horen we dan wel over. O, zouden we af en toe mogen
kijken en even chatten? Nou, Simone, traantjes?’
‘Ja, je bent zo hartelijk. Natuurlijk mag dat, hè, Mark?’
‘Ja. Al was het maar omdat wij júllie anders te veel zouden missen.’
‘Nou, wie is er
hartelijk? Thomas had een keer een dolle bui. Hij zei, ik wil daar in
de tuin gaan staan, als een stijve Engelse butler. Maar dan in mijn
blote kont, met een erectie. In de wetenschap, dat ik in dat land van
de vrijheid gearresteerd zou worden als ik zo één stap
buiten de deur zou doen.’
Ze grinnikten.
‘Ja, vrijheid is betrekkelijk. In het verkeer mag je ook niet aan de verkeerde kant van de weg rijden, enzovoort.’
‘Ja, er zijn
verschillen, zoals links en rechts rijden, maar in grote trekken zal er
tussen daar en hier niet zoveel verschil zijn. Ik heb Thomas een keer
een droom van me verteld. Daar kwam hij ook weer op. Hij wil dan een
keer met de jongens op een rij in de tuin gaan staan. En dan met behulp
van de meiden en mij een wedstrijdje spermaspuiten houden.’
‘Nou, waarom niet.’
‘Ja, je ziet het al
voor je, hè, Simone? Je zou er vast bij willen zijn. Thomas zei,
ik dacht eerst om dan nog twee wedstrijdjes te houden, jullie meiden te
laten rouleren. Maar dan zouden Aimee en Silvia tekort komen, die dag
geen beurt meer kunnen krijgen.’
‘Sympathiek van die grote producent.’
‘Ja, hij blijft lief.
Hij denkt nog steeds met genoegen terug aan de keer dat wij tweeën
hem verwend hebben. Hij heeft ontzettend genoten toen hij babytje mocht
spelen, je aan zijn ballen en zijn stijve zat en ze zo groot vond. Maar
hij was heel blij toen hij eindelijk kon lozen, omdat hij zo’n
tijd met een ontzettende stijve gezeten had. Hij vond het daarna, als
we met anderen zwommen, wel eh prettig als er een vreemde hand aan zijn
spullen zat. Maar het blijft buiten snoepen en thuis eten. Goed, ik ga
een onderzoek doen naar containers, lege plekken in het dorp,
stacaravans en een camping. Weer leuk werk.’
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 15
Verzorgd door Tamara.
Eigenlijk geen nieuws.
De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties gaan door. De
beheerder van de huizen en ik komen bij de getaxeerde huizen langs om
een overzicht te krijgen voor de renovatie. We zijn over de helft.
De nieuwbouw.
De zesde ploeg is aan het zesde blok begonnen.
Ik heb me laten vertellen dat er geen noemenswaardige problemen zijn.
Overige onderwerpen.
Het is nog in een heel vroeg
stadium, maar meneer en mevrouw hebben bepaalde plannen. Ik doe
daarvoor onderzoek. Zoals gebruikelijk, ik verklik wat, zodra ik kan.
Dat was het weer, voor deze keer.
Tamara
Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Week 28
‘Daar
ben ik weer, met een verslagje van afgelopen week. De bouw ligt op
tempo. Dat hoge. Zevende week, als je rekent vanaf het maken van de
eerste bekisting en het volstorten, dus zijn ze begonnen aan het
zevende blok. Volgende week het laatste blok vóór de
zijstraat, daarna begint ploeg één aan de overkant met
het eerste blok, huisnummers twee en vier. En dan de eerste binnenploeg
in huisnummer één. Ze zijn allemaal erg tevreden over dat
één blok per week erbij, alles komt rustig op gang, per
week een ploeg erbij, tot volgende week. Diverse probleempjes die in
het eerste blok optraden zijn in de verdere blokken niet meer
voorgekomen, ze geven alles door.’
‘Tja, massaproductie die op gang komt.’
‘Ja, bij mijn vader
mislukte wel eens een hele plaat baksel, hier gaat hooguit in
één blok wat fout. De andere massaproductie, het opnemen
van de renovaties, loopt ook goed. We zijn al ruim over de helft. Het
gaat vlot, de mensen weten dat we komen en wat de bedoeling is. Ze
hebben er zelf al over gedacht en vertellen dat. Als we alle huizen
gehad hebben gaan we kijken wat er in grote hoeveelheden gekocht kan
worden en wat maatwerk wordt. Voor de keuken denken we nu al, dat we
met een standaardkeuken heel ver komen. De ruimte die er overblijft
kunnen we vullen met een apothekerskast. Daar bestaan meerdere maten
van, de rest kan maatwerk worden. Of een afdeklat. Oeps, te veel
details.’
‘Dat geeft niet, leuk om te horen.’
‘Het derde project noem
ik de camping, al begon het met zoeken naar ruilwoningen. Voor jullie
het vierde project, hè? Het kopen van de huizen zat er nog
vóór. Goed. Leuk uitzoekwerk, een leuke afwisseling,
vijfhonderd huizen bekijken wordt een beetje eentonig. Al zijn ze bijna
allemaal anders. Ik heb contact gehad met meerdere firma’s die
containers verhuren. Bij één heb ik een mooie deal kunnen
sluiten. Onder de nodige voorbehouden van mijn kant, natuurlijk.
Onbekend aantal, tijd nog niet te bepalen. Geen probleem. Ze komen per
huis kijken wat er voor containers nodig zijn. Dat kunnen ze aardig
schatten, zeggen ze. Misrekeningen betalen ze zelf. Dan komen ze die
containers voor de deur zetten. Als ze vol zijn zetten ze ze op de door
ons aangewezen plek ergens tussen huizen in de buurt. En andersom als
een huis gerenoveerd is en het spul er weer in kan. Misschien kan je de
politie even bellen, Mark, over containers op straat, bij het laden en
lossen?’
‘Goed idee. Doe ik.‘
‘Ik ben naar het
kantoor van de vereniging van campinghouders geweest, omdat ik te veel
vragen had om het telefonisch af te doen. En ik had zin in een ritje.
Met een Rolls, zoals jij in Boston rondreed, Simone. Erg?’
‘Nee, natuurlijk niet.
Die onkosten vallen in het niet tegen de kortingen die je krijgt. En je
verdere enorme verdiensten.’
‘Ja, goed. Dat kantoor
zit in een buitenwijk van Londen, maar dat weten jullie al. Want toen
ik binnenkwam zei de receptioniste, hoi, Tamara. Je hebt weer gebeld,
hè?’
‘Ja, Simone heeft op
Internet gekeken. Dat was het beste adres, daar zou jij vast naar toe
gaan. Zo zoek jij dat toch ook uit?’
‘Ja, en in
telefoongidsen, niet ieder bedrijf heeft al een website. Zeg, bemoeials
in het goede, ik word steeds nieuwsgieriger naar hoe ik beschreven
word, duidelijk herkenbaar, maar ik zou niet vissen. Ik kreeg alle
informatie die ik wilde. Die medewerker zei eerlijk, dat hij hoopte dat
wij lid van de vereniging zouden worden. Ik heb een brochure
meegekregen met de voordelen, daar kijk ik later naar. Hij was erg
deskundig. Hij adviseerde stacaravans met drie slaapkamers, douche en
toilet. Zowel voor ruilwoning als voor verhuur. Die zijn een meter of
elf lang, hij adviseerde, voor plaatsing langs het water, per stuk
minimaal vijftien meter ruimte, twintig als er een kindertentje naast
moet, voor gezinnen met veel kinderen. Die caravans hebben een
ouderslaapkamer met een tweepersoonsbed en twee slaapkamers met ieder
een stapelbed. Voor een niet te grote, gezellige camping adviseerde hij
er niet meer dan twintig neer te zetten, dan wordt het al driehonderd
of vierhonderd meter lang. Vóór de caravans tien meter
tot het water. Dan kan er uitgebreid gezeten worden en er ook voorlangs
gelopen worden. Achter de caravans een grasstrook van vier meter, twee
meter om te parkeren, twee meter om te rijden of te lopen. Diepte dus
vier meter pad, vier caravan, tien ervoor, totaal achttien. Ik weet je
voorkeur voor mooie maten, Mark, niet alleen op technisch gebied, dus
twintig meter? En hoeveel caravans?’
‘Die twintig meter diep is prima, mooi maatje, maar wat dacht hij van de verhuurmogelijkheden?’
‘Hij is optimistisch,
zelfs voor in de winter. Regen weet niemand van tevoren, daar doet
iedereen optimistisch over en legt zich erbij neer als ze pech hebben.
Koude? Schaf geïsoleerde caravans aan. Sneeuw? Komt hier zelden
voor, Geen probleem trouwens, dat vinden veel mensen mooi. We moeten
met niet te lage prijzen beginnen. Pas als het niet loopt kunnen we
stunten, want we kunnen dan een heel eind zakken, omdat de grond niets
kost. Dat snapte hij eerst niet, veel campings zijn op landbouwgrond.
Ja, maar de onze hoefde niet van een boer, die eraan wilde verdienen,
gekocht te worden, die hadden we al. Tja.’
‘Tja. Dan doen we er
twintig op een rij, ieder op een stuk van twintig meter. Dan is ook een
beheerder rendabeler. Kleiner zouden we waarschijnlijk spijt van
krijgen. En goede adviezen moet je niet in de wind slaan.’
‘Precies. Voor de mooie
getallen, één voor de verhuurder, twintig voor de
verhuur. Éénentwintig keer twintig meter is
vierhonderdtwintig meter. Voor ruime plaatsen voor tenten adviseerde
hij twaalf meter. Vierhonderdtwintig gedeeld door twaalf is plaats voor
vijfendertig tenten.’
‘Zesendertig klinkt mooier.’
‘Goed, zetten we er nog één recht tegenover het gebouwtje aan de ingang.’
Ze grinnikten weer.
‘Je hebt, geloof ik, overal een antwoord op.’
‘Bijna. Voor dat
gebouwtje heb ik ook adviezen en tekeningen gekregen. Zoek ik later
uit. Misschien iets om te laten bouwen door de firma die de garages
bouwt. Die doen dat trouwens per acht, inclusief de opritten. Aan het
begin en eind een enkele garage, verder dubbele. Goed. Voor de camping
denken we dus aan een strook van ruim vierhonderd bij twintig meter,
aan beide zijden van een meertje. Voor de breedte van het meertje heb
ik ook advies gekregen, ik heb maar een ruime maat gekozen. Ik ben met
de beheerder van de landerijen gaan kijken. Hij wist dat het beekje,
voor zover het over jullie landerijen loopt, helemaal bevaarbaar is
voor kano’s. Het had hem al bevreemd dat daar nog niemand
achtergekomen was, hij heeft nooit een kano gezien. Vanaf het dorp net
vóór het meertje is er een vrij recht stuk beek van
minstens vijfhonderd meter, heel geschikt voor de camping. Vandaar naar
het dorp is er geen grens van twee landerijen, die ligt iets verderop.
Maar, zei hij, dan verleggen we de grens gewoon. De ene pachter krijgt
er wat grond bij, de ander raakt wat kwijt. Meneer heeft bij de aanleg
van de extra straat voor het dorp alles zo soepel met de pachters
geregeld, dat die vast geen bezwaren zullen hebben.’
Mark knikte.
‘Ze werkten graag mee.
En procentueel verandert er niet veel aan hun hoeveelheid grond. De
pacht wordt natuurlijk herberekend, en ze krijgen een compensatie voor
het verlies aan opbrengst. Wat ik ga doen met die pachter die er grond
bij krijgt weet ik nog niet. Een negatieve compensatie?’
‘De pacht verhogen,
natuurlijk. Ik ben met een kladje naar het architectenbureau geweest.
Daar heeft een tekenaar er een nette van gemaakt. Daarmee naar de firma
van de afrasteringen. Die man deed of hij wanhopig werd, oh, nee toch,
niet wéér een tuinhekje? Ik zei, nee, een zwembadje. Hij
zei, wat we gedaan hebben was een klusje van niets, maar mijn mensen
kwamen geschokt terug, er hadden mensen langs de kant staan huilen. En
je hebt ze een ererondje laten rijden. Ik heb toen geïnformeerd
naar wat er aan de hand was. We helpen je graag weer, als het voor
hetzelfde doel is. Ik heb hem eerst bedankt, ook voor het alles
rondvertellen, waardoor ik overal beter ontvangen werd. Toen gevraagd,
waarom zijn rekening lager was dan zijn offerte. Tja, hij heeft familie
in het dorp, maar hij wist niets van de woningnood. Ik heb verteld dat
we een plek gezocht hadden voor de mensen die bij de renovatie hun huis
uit moesten, en dat dat doorgeschoten was naar een camping. Ik heb
daarna de tekening gegeven en uitgelegd. Het komt voor elkaar. Het
omleiden van het beekje doen ze niet zelf, daar kent hij van de
wegenbouw een deskundige firma voor. Die pompt ook het benodigde
gedeelte leeg, als het niet vanzelf wegloopt. Daarna verwijderen ze
vuil, knappen het meertje van de jongens op en maken het nieuwe. Daarna
wordt de omleiding van de beek ongedaan gemaakt en de afrastering
aangebracht. Weer voor een leuk prijsje. Relatief natuurlijk,
véél voor een koekenbakker, maar erg weinig vergeleken
met de aankoop van ruim vijfhonderd huizen. Wanneer ze het doen weet
hij nog niet, tussen hun andere werk door. Ik had gezegd, het hoeft
niet zo spoedig mogelijk, gewoon een beetje gauw.’
Ze grinnikten.
‘Ja, ja, tegen iemand die de moeilijkheden in het dorp kent en die gehoord heeft dat er mensen stonden te janken.’
‘Ja, als het daarbij
gebleven was had hij het zo spoedig mogelijk gedaan, maar ik kon er
niet om vragen, zo’n haast heeft het niet. Maar toen ik dacht dat
we alles rond hadden zei hij, luister eens. Als we toch aan het
schuiven zijn, kunnen we die toegangsweg ook wel even gladschuiven. Ik
zei, prima, en de afrastering aanbrengen? Hij zei, ja, ja, je
tuinhekjes. En we kunnen nog wel wat meer. Heb je gezien hoe we palen
slaan en verwijderen? Ik zei, ja, dat ging lekker vlot. Hij zei, als we
daar toch zijn, kunnen we op de toegangsweg in de lengterichting twee
rijen paaltjes in de grond slaan. Ik heb werkend naast de wegenbouw wel
wat van ze opgestoken. Ik ken daardoor ook een firmaatje van een paar
jongens die in oude bouwmaterialen doen. Die kunnen oude planken tegen
die paaltjes slaan. Dat regel ik wel. Dan laat ik beton komen en laat
het storten vanaf de camping beginnen. Die jongens strijken het glad en
rammen als het beton hard is de paaltjes en de planken de grond uit. Is
je weggetje klaar. Ik heb hem over zijn bureau heen een kusje gegeven.
Hij zei, wacht daar even mee, meisje. Normaal heb ik er de pest in, om
zo aangesproken te worden, maar van hem vond ik het niet erg. Hij zei,
achter de caravans heb je vier meter ruimte. Dat is genoeg, daar wordt
niet hard gereden. Maar de toegangsweg moet iets breder, vijf meter,
want daar wordt iets harder gereden, dan wordt passeren link. En de
caravans van een meter of vier breed moeten erover, op een oplegger. En
af en toe vast een vuilniswagen. We maken gelijk een insteek nét
voor het gebouwtje, dan kan daar gekeerd worden. Verder? Als het beton
hard is laat ik een graafmachientje komen. Die graaft een geultje langs
de weg en gooi de grond op de weg. Het is later makkelijker om de geul
vanaf de weg dicht te schuiven dan de grond met dat kraantje hap voor
hap weer terug te gooien. Die geul moet doorlopen tot bij de plek van
de laatste caravan. Dan zoek ik een firma voor de riool- en
waterleidingbuizen en de elektriciteitskabel. Ik neem wel contact op
met de stad waar het in het dorp aangesloten moet worden. Misschien
moeten er pompen tussen. Hij wees op de tekening. Is dit een afvoerput?
Ja, op het stuk waar tenten komen. Hij zei, één is te
weinig, als ze ver moeten lopen gooien ze het in het water. De tenten
staan zo te zien twaalf meter uit elkaar, dan daar ook een geultje en
putjes om de twee tenten, om de vierentwintig meter. Met daarbij twee
waterkranen en twee stopcontacten. Er zal een pomp tussen moeten om aan
de overkant van de beek bij het riool te komen. Die rioolfirma regelt
dat allemaal wel, ook voor de water- en de elektriciteitsleidingen
onder de beek door. Als de leidingen er liggen maken die eerste jongens
bekistingen voor de aansluitputjes en voor de vloer van je gebouwtje.
Daar moet vast ook een meterkast van de stad in. Één
wagentje beton, dan is dat ook klaar. Ik heb hem weer een kusje
gegeven. Ik kon het niet laten, hij was zo aardig, deed zo zijn
best.’
‘Dat verdiende hij zeker.’
‘Ja. Toen zei hij, met
de weg en de rest erbij heb ik meer tijd nodig, meer speling, om het
tussen echte klussen door te kunnen doen. Wanneer moet het klaar? Ik
zei, om ook wat speling te houden, over een maand of negen hebben we
acht caravans écht nodig. Als alles eerder klaar is kan de
verhuur beginnen. Mark, we hebben het nooit over mijn eh volmachten
gehad. Het gebeurt me wel eens vaker dat ik wat beslis zonder dat ik
weet of ik dat wel mag. Ik hoop niet dat jullie dat erg vinden. Als het
niet goed is maak ik het ongedaan, ik schaam me voor niemand. Tja, wat
mag ik eigenlijk in het algemeen?’
‘Tot nu toe heb je
uitstekend aangevoeld wat je wel en niet mag. En ons daarna altijd op
de hoogte gebracht. Omdat het iedere keer andere zaken betreft heb ik
geen zin om regels op te stellen. Ga gewoon zo door.’
‘Dank je wel. Ik ben in
dit geval misschien een beetje ver gegaan. Ik zei, meneer en mevrouw
Wellingten hebben ook veel waardering voor uw goede en snelle werk, en
voor uw lage rekening voor de eerste klus. Deze keer hoeft die niet zo
laag te zijn, u mag er zelfs wat opgooien, ik weet dat u redelijk zult
blijven. Er kan best wat af van de verhuuropbrengst van die caravans,
als ze er eerder kunnen staan dan nodig is. Hij zei, een mooie manier
om me wat op te jagen. Maar dank je wel, ik zal het redelijk houden.
Mocht ik dat?’
‘Ook in dit geval heb je goed beslist, Tamara. Je hebt er waarschijnlijk een vriend voor het leven bij.’
‘In ieder geval een
goed contact. Hij zei, als laatste, als wij klaar zijn is alles kaal
geschoven. Dan moet je vóór het onkruid opkomt gras laten
leggen. Dat mag je zelf uitzoeken. Nou, bedankt, Simone, ik pak
dezelfde tuinman als bij de nieuwbouw maar. Extra klus, vast extra
korting.’
‘Hoe kan je dat alles onthouden en zo vertellen?’
‘Het zal niet
woordelijk kloppen, maar het één volgt op het ander. Net zoals hij
verzon. En ik heb het inmiddels al een keer opgeschreven, dan onthoud
ik het nog beter.’
‘Toch blijft het knap. Je zit er niet helemaal ontspannen bij. Je hebt nog meer, hè?’
‘Ja, knap van je om dat
te zien, Simone. Stacaravans. Ik kan er niets aan doen, al die zakenlui
laten zich overbluffen door een meisje wat een beetje zakelijk doet.
Voor negen stuks, het minimum, krijgen we al een aardige korting, hoe
méér, hoe méér. Die twintig, eenentwintig,
wist ik toen nog niet. En gratis afleveren, plaatsen en
aansluiten.’
‘Wij zijn verbluft.’
‘Ja, ik ook steeds,
maar dat laat ik niet merken. Wel dat ik erg tevreden ben, en een heel
dorp ook. De heren proberen koel te doen, maar de meeste hebben ook
kinderen of familie in het dorp, er schemert altijd wel wat door.
Vrouwelijk personeel in de buurt zit vaak met tranen als ze over de
woningnood horen. Wachttijden zijn niet abnormaal, zulke lange als hier
wel. Dan laat ik ze maar lachen met mijn koekenbakkerverhaal. Even
tussendoor. Ik hoor steeds meer, dat mensen op Internet naar Wellingten
gezocht hebben. Hebben jullie dat zelf ook?’
‘Voor we hierheen
kwamen. Er zijn een paar Wellingten te vinden, maar voor zover wij
weten zijn die geen familie van ons. Over onszelf hebben we niet meer
kunnen vinden dan twee stukjes. Over ons trouwen en over het trouwen
van onze kinderen. Na ons trouwen heeft een vriend van ons in het
ziekenhuis een stukje over ons op zijn website gezet, met de foto die
je gezien hebt, Simone in haar mooie eh lage jurk met de tiara op haar
hoofd. Een redacteur van de New York Times kwam dat toevallig tegen en
zag er een mooi verhaal in. Maar hij kreeg overal weinig informatie.
Uiteindelijk kwam hij bij Karen, waar Simone een tijd een flat mee
gedeeld heeft. Nog meer, maar dat doet bij dit verhaal niet ter zake.
Zij wilde óók niets vertellen, ze wist dat wij op onze
privacy gesteld zijn. Maar hij bleek toch al zoveel te weten dat ze er
van schrok. Ze heeft met hem onderhandeld, hij zou wat weglaten als zij
iets leuks kon toevoegen. Dat leuke werd, dat ik rijke ouders in
Engeland had, waar die kostbare tiara vandaan gekomen was, ik in een
oude auto rondreed, om mijn patserige collegae te pesten, en dat Simone
opzien baarde door haar uiterlijk, zie foto, en door in een Rolls
boodschappen te doen. Even tussendoor, Simone heeft het zelfs geflikt
om met de Rolls voor een apotheek te stoppen en binnen luidkeels om een
zwangerschapstest te vragen. En een maand later weer. Pas maanden later
kwamen ze erachter dat het niet voor haarzelf, maar voor haar dochter
en schoondochter was geweest. De meiden hebben heel wat lol gehad over
een mogelijk nakomertje bij Simone.’
Ze grinnikten.
‘Die journalist had in
Engeland heel wat over de familie opgedoken, maar dat moet via
journalisten bij kranten gegaan zijn. Karen heeft het tégen hem
gebruikt. Als hij te veel zou schrijven zou de familie de hele New York
Times op kunnen kopen, alleen al om hem te kunnen ontslaan. Dat hielp.
Hij liet weg, hoeveel grond de familie in Engeland had, en dat die
tiara over de miljoen pond waard was. Karen was geschokt, ze had nooit
iets aan ons gemerkt. Tja, de eerste keer dat ze bij ons kwam zag ze de
Picasso in de hal. Dat lijkt wel een echte, zei ze. Dat denken wel meer
mensen, had Simone gezegd. Pas later kwam ze er achter dat het echt een
echte was. We hebben jou toch ook langzaam een beetje op de hoogte
gebracht?’
‘Ja, gelukkig wel. Een beetje.’
Ze grinnikten weer.
‘Die vriend heeft later
ook een stukje geschreven over het trouwen van de kinderen. Met de foto
die je gezien hebt. Jamie heeft die redacteur van de New York Times van
tevoren ingelicht, hij mocht wel weer een stukje schrijven, als hij het
bescheiden hield. Dat heeft hij gedaan, daarna, maar van tevoren de
lokale TV, CBS4, ingelicht. Die hebben het uitgezonden, het is zelfs op
de landelijke TV, CBS, geweest. De kinderen hebben er een band van. Die
twee stukken kan iedereen vinden. Het is goed dat je het ons vertelt,
wij hebben er niet aan gedacht. We weten nu wat iedereen hier over ons
kan weten.’
‘Dat klopt, ik heb pas
ook gekeken. Ik snap alles nu nog beter. Wat schrijft die vriend
hartelijk. Ik denk, dat de mensen het fijn vinden om iets meer van
jullie te weten. Ook jullie kinderen al gezien hebben. En nu ook die
mooie foto’s kunnen zien. Jullie kunnen het dorp een plezier doen
door om de paar maanden een keer met de koets door het dorp te
rijden.’
‘Dan moet er wel een aanleiding voor zijn.’
‘Die verzin ik dan wel.
Ik ben op het stadhuis een praatje gaan maken met die ambtenaar die ook
de nieuwbouw behandeld heeft. Aan de hand van mijn vragen haalde hij er
andere ambtenaren bij. De eisen voor een camping en een zwemgelegenheid
zijn niet hoog, daar gaan we allemaal aan voldoen. Maar ze zaten met
het geheel een beetje in hun maag. Is het nu openbaar of privé?
Privé mag bijna alles, zolang de volksgezondheid niet in gevaar
komt. Voor openbare gelegenheden gelden nogal wat eisen en wordt er
gecontroleerd. Privé-gelegenheden controleren ze ook graag, voor
weinig kosten, zonder dat er sancties mogelijk zijn. Ze adviseren om
aan het begin van de weg naar de camping een bord te zetten met de
waarschuwing, dat het verder privé-terrein is, dan is alles
jullie probleem.’
‘Goed. Laat ze maar
controleren. Het is eigenlijk net zoals op de Avenue, we houden ons
vrijwillig aan de eisen, al heeft de stad er weinig te zeggen. Ik
verwacht weinig problemen op de camping. En de beheerder krijgt
natuurlijk een telefoon van ons. Binnen vijf minuten kan hij hulp
krijgen van die stevige jongens uit de garage en de stallen. Zorg je
voor dat bord?’
‘Ja, staat al op mijn
lijst. Nog uitzoeken of daar een standaardwaarschuwing voor is. Op
privé-terrein bemoeien ze zich ook niet met naaktzwemmen. We
kunnen aan het eind van de camping dus een bord met een waarschuwing
voor naaktzwemmers in het meertje daarachter neerzetten. En via het
krantje de ouders waarschuwen, dat ze hun minderjarigen in de gaten
moeten houden.’
‘Mooi. Heb je er al met Ian over gesproken?’
‘Ja, onder
geheimhouding. Hij heeft geen idee over eventuele aparte tijden voor
jongens, meiden en gemengd. We gaan over een tijdje via het krantje een
enquête houden.’
‘Wordt dat veel gelezen?’
‘Ze vliegen weg.
Iedereen is hartstikke nieuwsgierig. Ze waarschuwen elkaar als er
één uit is of nemen er één voor anderen
mee. Die rekjes, waarin ze buiten gezet worden, werken goed. De oplage
is nog steeds zevenhonderdvijftig. Ik probeer het nieuws een beetje te
spreiden, om iedere week wat te hebben. Ook leuk werk, op de computer.
Ik schrijf het wanneer het me uitkomt, en kijk wat er beslist in moet
en hoeveel ik verder kwijt kan. De rest blijft gewoon staan. Ik heb al
verteld, ik kan een A vier enkel of dubbelzijdig afdrukken. Dat is
meestal genoeg. Maar ik kan ook een A vijf boekje maken.’
‘Hoe doe je dat allemaal, in een halve werkweek?’
‘Iets meer dan een
halve. En alles door elkaar, ik kan toch niet stilzitten. Ja, grijns
maar, Simone, je denkt aan stilliggen. Nou, ook niet. Thomas is een
geweldige vrijer, maar ik heb meer fantasie. Hij weet soms niet wat hem
overkomt. We stonden laatst, voor we naar bed gingen, op het
balkonnetje, in ons ondergoed. Ik dacht ineens aan jullie kinderen, aan
hun verhaal wat ze in de tuin deden. Ik ben achter Thomas gaan staan,
heb zijn broek naar beneden getrokken en met mijn armen om hem heen
zijn spullen vastgepakt. Toen hij wilde dat ik stopte heb ik hem tegen
het hekje geduwd en vlug doorgestreeld en gemasseerd. Wat een schoten,
met een boog tot beneden in de tuin. Onder de douche vind ik het ook
fijn om onze eerste keer te herhalen, om me onder te laten spuiten.
Één keer per dag kan zo’n grapje makkelijk, er
blijft genoeg over.’
‘Ja, dat is geweldig. Wil hij ook vaak als jij níet kan?’
‘Nee, dan mag ik het
bepalen, wel graag minstens twee keer. De laatste keer nét voor
we gaan slapen, anders krijgt hij een natte droom. Tja, een uur of
zeven, acht niets, zoals overdag, als hij niet kan komen lunchen, gaat
nét.’
‘Het blijft
opmerkelijk, zo’n hoge productie. En erg fijn, natuurlijk. Wat je
zei, één keer per dag een grapje kan makkelijk. Maar red
jij het, die twee keer?’
‘Nee, meestal worden
het er dan toch vier of vijf. Als ik zijn stijve zie of tegen me aan
voel wil ik hem vasthouden, strelen. Na kortere of langere tijd wil hij
dan natuurlijk lozen. Ik heb dan een stapeltje handdoeken op mijn
nachtkastje en een wasmand ernaast. Als hij die ziet staan weet hij
gelijk hoe laat het is, als ik hem nog niet gewaarschuwd heb.’
‘Wat vindt hij ervan?’
‘Hij had gehoopt op
gemiddeld twee keer per dag, over de hele week. En af en toe een paar
dagen niet. Hij had zich zelfs afgevraagd of hij wel twee keer per dag
zou halen, omdat hij hooguit twee natte dromen in de week had. Hij is
zo blij dat hij zo vaak kan. En ik ook zo vaak wil. En dat hij me zo
duidelijk kan laten merken dat hij klaarkomt, en spuit, zo vaak,
waardoor ik ook kom. Ik had aan nog minder vaak gedacht, omdat ik dat
van getrouwde meiden hoorde, na een tijdje getrouwd te zijn. Nou,
Thomas is hartstikke constant. En als hij wil, wil ik ook. Ik snap het
niet, misschien durven ze méér niet te bekennen. Hoop ik.
Jullie kinderen zijn al een tijd getrouwd, hebben zelf kinderen, doen
het nog steeds drie keer op een dag en zouden nog wel vaker willen.
Jullie ook. En je ouders ook méér dan één
keer op een dag.’
‘Van onze generatie kan
ik me voorstellen dat ze het niet zo vaak doen. Maar van jullie
generatie niet. Bijna al het personeel komt wel eens op het
zonneterras. En gaat er dan natuurlijk makkelijker over praten. Ik hoop
ook, dat ze niet méér durven bekennen.’
‘Tja. Voor de camping
heb ik al een hoop informatie over barbecues en plekken om een vuurtje
te stoken. Voor de brandveiligheid adviseren ze een stuk grond kaal te
maken en daar middenop de barbecue te zetten. En de velg van een
vrachtwagen, om daarin fikkie te stoken. Ook voor kano’s en
fietsen heb ik informatie. Ik kijk daar later naar. Ik ben op twee
andere campings geweest, maar wij hebben zo’n simpele opzet, dat
ik daar niets van op kon steken.’
‘Ik geloof, dat je weer niets over het hoofd gezien hebt.’
‘Ik schrijf vaak
tussendoor wat op, in klad, en werk het thuis uit. Ik heb veel lijsten
voor alle mogelijke zaken. En een overzicht van de lijsten, want het
werden er te veel om het uit mijn hoofd te doen. Dat is ook makkelijk,
af en toe, als ik naar het overzicht kijk, schiet me al wat te binnen,
om op te zoeken of uit te zoeken. Ik krijg ook aardig wat reacties,
rechtstreeks of via Ian, op het krantje, die verwerk ik natuurlijk ook.
Beantwoorden hoef ik zelden iets, meestal staat als laatste, schrijf
maar niet terug, we merken het wel of we zien je wel. Nou, jullie
merken het wel wanneer jullie me weer zien. Tot dan.’
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 16
Verzorgd door Tamara.
Eigenlijk geen nieuws.
De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties gaan door.
De beheerder van de huizen en
ik komen bij de getaxeerde huizen langs om een overzicht te krijgen
voor de renovatie. We zijn ruim over de helft.
De nieuwbouw.
De zevende ploeg is aan het zevende blok begonnen.
Nog steeds geen noemenswaardige problemen.
Het lijkt wel of het eerste
blok aan de buitenkant bijna klaar is. Als ze zo doorgaan wordt het
geen drie maanden, maar twee en een halve of nog minder.
AANSTAANDE MAANDAG WORDT DE INSCHRIJVING GESLOTEN.
Dus, voor de trage
beslissers, nog een weekend om na te denken. Wie zich na maandag nog op
wil geven, kan dat doen, maar komt onderop de stapel. We willen
namelijk beginnen met het puzzelen, wie waar moet komen.
Overige onderwerpen.
Herhaling: Het is nog in een
heel vroeg stadium, maar meneer en mevrouw hebben bepaalde plannen. Ik
doe daarvoor onderzoek. Zoals gebruikelijk, ik verklik wat zodra ik
kan.
Het is zeer waarschijnlijk
dat de plannen doorgaan. Vanaf de volgende keer komt er daarom een
hoofdonderwerp bij. Titel: Het volgend plan. Waarmee ik lekker nog
niets verklik.
Dat was het weer, voor deze keer.
Tamara
Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Week 29
‘De
inschrijving is gesloten, vierennegentig serieuze. Er blijven dus twee
woningen over, maar het duurt nog een tijd voor de laatste klaar is.
Twijfelaars kunnen zich nog bedenken.’
‘Gelukkig duurt het
niet lang meer, voor de eerste bewoner kan verhuizen en de woningnood
iedere week afneemt. Naar nul?’
‘Ja, eigenlijk wel, Simone. Dat is net zo abnormaal als een hoge woningnood, maar wel ideaal.’
‘Je hebt op een slinkse
manier de planning ingekort. Als ze zo doorgaan wordt het geen drie
maanden, maar twee en een halve of nog minder.’
‘Ja, ik ga toch niet
schrijven, ik heb jullie belazerd, en doe het nog, want het worden maar
zestien weken voor één
twee-onder-één-kap?’
‘Hè, Tamara, dat
is geen belazeren, dat weet je wel. Gewoon wat speling houden, die
natuurlijk steeds minder kan worden. Is Ian bij de inschrijvers?’
‘Nee. Francis was niet
bij ons gesprek, maar ik wilde het Ian ook niet vragen. Dus zei ik
tegen hem ook, twijfelaars kunnen zich nog bedenken. Hij grinnikte en
zei, ja, het zou mooi zijn, als een stelletje wat elkaar nog niet zo
lang kent en nog niet over trouwen of samenwonen durft te praten, over
een jaar, als ze het wél durven en het eens worden,
één van die twee woningen kon krijgen. Maar in een jaar
kan er veel gebeuren. En wie weet hoeveel twijfelaars er zijn.
Reserveren gaat natuurlijk niet, maar zou één van die
twee woningen aan een vrijgezel verhuurd kunnen worden? Ik grinnikte
ook. Ik zei, laten we het eerst duidelijk stellen. De vereniging doet
de eigenaar via mij een voorstel voor het verhuren van een huis aan een
bepaalde bewoner. Voorlopig alleen gehuwden. Als ik het ermee eens ben
kan het huurcontract getekend worden. Zoniet, dan beslist meneer
Wellingten. Dat duurt vanaf over een maand tot over een jaar, zo
ongeveer. Als er dan nog woningen over zijn zien we verder. Dat snapte
hij. Goed, Mark?’
‘Prima. De vereniging,
onder leiding van Ian, vertrouwen we. Maar, zoals het gezegde luidt,
vertrouwen is goed, controle is beter. Jij controleert en beslist in
mijn naam. Jullie kennen de omstandigheden. Als jullie er niet uitkomen
wordt het moeilijk, want ik ken de omstandigheden niet. Ik denk, dat we
dan een gezamenlijk gesprek met alle betrokkenen moeten houden. Na
advies van mijn belangrijkste adviseur, Simone, zal ik dan hopelijk een
Salomonsoordeel kunnen vellen.’
‘Ik weet net zoveel als jij.’
‘Ja, maar als jij bij
dat gesprek aanwezig bent, zie en merk je andere dingen dan wij. Jij
snapt eerder de bedoelingen van mensen, zelfs zonder dat ze er voor uit
willen of durven komen. Mensen schamen zich voor de simpelste dingen.
Ik heb een patiënt voor een armoperatie op de operatietafel gehad,
die zijn sokken niet uit wilde trekken. Ik heb hem wat dieper laten
verdoven dan nodig was en een verpleegkundige een sok uit laten
trekken. Wat bleek? Hij had vergroeide tenen. Hij was maar al te blij
dat ik hem daaraan wilde opereren en alles in orde kon brengen. Tja,
aan die mogelijkheid had hij niet gedacht, hij had ze altijd verstopt,
zelfs voor zijn huisdokter.’
‘Mooi. Dieper laten verdoven dan nodig was?’
‘Ja. Normaal verdoven
we in zo’n geval plaatselijk, de arm, om daar geen pijn te
voelen. En algemeen een beetje, om de patiënt rustig te houden,
vooral die arm stil te houden. Ik liet hem extra algemene verdoving
geven, om hem onder zijl te laten gaan, zodat hij niet kon protesteren
tegen zijn sokken uittrekken.’
‘Leuk. Ik herinner me
ook gevallen uit de verpleging, waar mensen uit schaamte te weinig
zeiden. Verder over Ian, Tamara.’
‘Dat zou je wel willen,
maar ik houd het bij het toewijzingsbeleid. Oef, dat klinkt officieel,
terwijl we aan het hobbyen zijn. Met de beste bedoelingen, natuurlijk,
en de stad zou ons niet kunnen verbeteren, durf ik te zeggen. Als ik
iets tegen Ian gezegd heb wat niet goed is, hoor ik het graag. Ik zei
verder, tegen het eind van dat jaar kijken we verder. Er zijn ook
soorten vrijgezellen. Ik vind dat iemand, die vrijgezel wil blijven,
maar kamers in het dorp moet zoeken. De tweeslaapkamerwoningen zijn
nodig voor stellen die geen kinderen hebben, zoals ouderen, en stellen
die geen kinderen willen. Schijnt voor te komen. Er zullen best mensen
in de oude huizen zijn die willen verhuren, als ze ruimte over hebben,
omdat hun kinderen en kleinkinderen vertrokken zijn. Sommigen kunnen
wel wat bijverdiensten gebruiken. En een vrijgezel op kamers is wat
anders dan een extra inwonend gezin. Of hij moet wachten op een huisje
wat vrijkomt in het oude gedeelte. Tja, als laatste, ik vind, dat een
vrijgezel met vage trouwplannen uit het dorp voorgaat op een getrouwd
stel uit een ander dorp. Ik zou wél een clausule in zijn of haar
huurcontract opnemen, om hem eruit te kunnen gooien als hij niet binnen
een paar maanden trouwt als er zich een gezin meldt. Het speelt op
z’n vroegst over een jaar, maar een beetje vooruitdenken kan geen
kwaad. Ian zal best in de gaten houden of er een woning overblijft.
Méér kunnen we voor hem en Francis niet doen. We mogen
ons niet met hun omgang bemoeien.’
‘Nee, Tamara. Zal ik niet doen, Tamara. Behalve als ze er zelf over beginnen.’
‘Goed, maar ook niet
uitlokken. Ik weet, dat het moeilijk is, hoor, ik kan soms ook maar net
op tijd mijn mond dichtdoen. Over de renovaties, we hebben ongeveer
driekwart gehad. We zitten op de hielen van de taxateurs, dus we kunnen
iets rustiger aan gaan doen. Je hebt dus al bijna driekwart van de
huizen moeten betalen, hè?’
‘Ja, dat gaat mooi
gespreid. De beheerder kan langzaam, onopvallend, op de beurs aandelen
verkopen, waardoor ze een goede prijs opbrengen.’
‘Het gaat me ook niets aan, maar vielen de taxaties mee? Aan de hand van de eerste dacht je aan twee ton.’
‘Het viel mee. Een
beetje minder, gemiddeld. Dus vijfhonderd beetjes. Maar het enige
interessante is dat het een beetje minder huur wordt. Voor de familie
blijft het rekenkundige rendement hetzelfde. Ik heb nogal wat positief
commentaar gehad op mijn eerste kwartaalverslag voor de familie. Geen
enkel negatief. In het kort, complimenten voor het moderniseren van het
huis en voor het investeren in een goed doel. Een paar schreven, voor
een goed doel is nul procent rendement ook goed. Nou, dat onthoud ik,
voor als de huren bepaald moeten worden. De rest van de familie gaat
vast ook akkoord met een rendement net boven nul.’
‘Niet precies nul?’
‘Nee, Tamara, ik wil kunnen zeggen dat het wat opbrengt.’
Ze grinnikten.
‘Tja, koekkruimels
verkochten we ook voor een paar penny’s. Pure winst, want dat
sloegen we niet aan op de kassa, kwam dus ook niet in de boeken. Maar
het ging niet om zoveel keer een paar penny’s, maar om die
kruimels niet weg te hoeven gooien.’
‘Koekkruimels?’
‘Zeker nooit in de
buurt van een bakker gewoond? Alle kruimels, gebroken of beschadigde
koekjes en misbaksels die eetbaar zijn gaan in zakjes. De jeugd koopt
ze, afhankelijk van de verhouding tussen kruimels en stukjes koek, voor
twee of vijf penny’s.’
‘Ik kwam alleen in supermarkten. Jij, Simone?’
‘Ik zat al te denken.
Jeugdherinneringen. Ja, in Nederland heb ik ook koekkruimels gekocht.
En stroopwafelrestjes. Stroopwafels [Treacle wafers] maakten ze in een wafelijzer
[Wafer-iron], wat er uitstak werd eraf gesneden en ook in zakjes gedaan. Maar dat
was wat duurder, van mijn zakgeld kon ik ze niet zo vaak kopen.’
‘Ik geef het aan Thomas door. Een volgende keer gebak en koekkruimels.’
‘Leuk. Zeg, Tamara, je
moet het met de nieuwbouw, de renovaties en de camping aardig druk
hebben. Afgezien van je eigen huishouding.’
‘Dat valt wel mee.
Opzoeken op Internet, bellen of ergens naar toe rijden, gesprekken,
administratie bijhouden. Het meeste denkwerk doe ik tijdens het
huishouden. En, net zoals jij Mark helpt, helpt Thomas mij. Ik praat er
niet te veel over, al is hij erg geïnteresseerd, maar hij weet van
andere kanten in het dorp hoe er over één en ander
gedacht wordt. Hij praat ook niet veel over zijn werk, maar hij is er,
net als ik, erg blij mee.’
‘Mooi. En eindelijk heb
ik je te pakken. Er zat me iets dwars, maar ik kon er niet over
beginnen, omdat je het achteloos af zou doen. Je zegt dan, goed, of nou
ja, en gaat door.’
‘Nou ja. O. Nou, zeg het maar, ik zal het niet achteloos afdoen.’
‘Je hebt ooit gezegd,
als ik mijn uren invul rond ik iets naar beneden af, omdat ik ruim
betaald word om iets te doen wat ik leuk vind. Nu zeg je, het meeste
denkwerk doe ik tijdens het huishouden. Wil je nu stoppen met naar
beneden afronden? Ik zal je niet vragen om naar boven af te ronden, dat
zou te veel gevraagd zijn.’
‘Goed. Eh ik zal niet
meer naar beneden afronden. Ik zal nog wat uitleggen, omdat jullie ons
zien als kinderen van jullie. Thomas en ik zijn al wat ouder, geen
pubers meer, we begrijpen dat jullie mee willen leven, zonder je op te
dringen. We hebben gehoord en gezien hoe jullie met jullie kinderen
omgaan. Iets mooiers is er niet. Wij hebben ons hele leven met onze
ouders en andere jeugd gepraat. Toen we wat ouder werden ook serieuzer,
niet alleen over wat er op TV was. Niet zo veel met onze ouders, maar
met oudere jeugd, in het dorpshuis. Jullie hebben het gehoord, bij
jullie eerste bezoek daar, daarom is er in het begin van de avond
rustige muziek, om te kunnen praten. Maar over het mooiste in je leven
praat je niet. Daarom zijn we ook zo blij dat we dat met jullie en al
jullie familie en vrienden wél kunnen. Zelfs over het mooiste
van ons, hoe vreselijk we genieten als Thomas in me klaarkomt. Het gaat
er niet om dat hij zo vaak kan, drie keer drie zou al volmaakt zijn.
Maar dat hij zich zo kan laten gaan, voor mij ook zo duidelijk zich in
me leegspuit. Waardoor ik iedere keer ook zo heftig kom. Nou, traantjes
drogen. Stom, hè, Mark, dat we gaan janken bij zoiets
moois?’
‘Nee, lieve kind, ik
zit ook op de rand. Dank je wel. Het stomme is, dat er zo weinig over
gepraat wordt. Niet met iedereen evenveel, natuurlijk. Praten de meiden
in het dorpshuis over wat ze met jongens uithalen?’
‘Ja, nogal vrij. De
oorspronkelijke afkomst, boerenfamilie, blijft meespelen. En er werkt
nog een redelijk aantal op boerderijen, en anderen gaan wel eens met ze
mee. Dat heb ik ook gedaan. Dan zie je soms mannetjesdieren
vrouwtjesdieren dekken. De meiden praatten er gewoon over dat ze
jongens bij het scharrelen rustig houden door ze, meestal met de hand,
klaar te laten komen. Ze noemden geen namen, maar meestal weet je toch
over wie het gaat. Dat hij een aardige grote had, lekker stijf was en
zich kreunend leegspoot. Over gevingerd worden waren ze terughoudender.
Nog meer, als ik in de buurt was, ze wisten ongeveer hoe voorzichtig
Thomas en ik met elkaar omgingen. Ik weet van Thomas, dat jongens het
over de borsten en de rest van de meiden hadden. Je zal wel gemerkt
hebben dat je op het zonneterras niet zo’n opschudding
veroorzaakt, Simone. Ik zei laatst al, er zijn meiden in het dorp die
net zoveel hebben als jij. De jongens weten welke meiden er niet zo
moeilijk over doen, de meeste zullen wel eens van die grote beetgehad
hebben. De jeugd weet dat het niet het belangrijkste in het leven is,
maar ze zien het als natuurlijk. Een beetje genieten mag wel. Ik denk,
dat de overgrote meerderheid toch nog maagd is als ze trouwen. Daarna
praatten ze er natuurlijk niet zo veel meer over, omdat het dan
duidelijk zou zijn over wie het gaat. Ik hoop dat ze in bed wel
openlijk met elkaar praten, zoals Thomas en ik, maar ik heb geen idee.
Ik zal het, bij gelegenheid, toch eens vragen, aan een vroegere
klasgenoot. Nog meer leerlingen voor Renee.’
Ze grinnikten.
‘Terug naar het
onderwerp. Thomas en ik gooien het geld ook niet over de balk. We
zouden goed kunnen leven van zijn salaris. We sparen niet bewust, maar
er blijft veel over. Ik kan ook niet zeggen dat we mijn salaris apart
houden, we zijn er natuurlijk erg blij mee. Nu eerst, wat we er
nú mee doen, daarna wat we er later mee gaan doen. We hebben
aangenomen, dat jullie er geen bezwaar tegen hebben, integendeel zelfs,
dat we ons laten adviseren door de beheerder van jullie
beleggingen.’
‘Prima, heel goed.’
‘Dank je. Hij vindt het
leuk, om iets op een kleine schaal te doen. En ons soms mee te laten
liften, met één of twee aandeeltjes, als hij wat aan- of
verkoopt. Het maakt voor jullie niet uit, maar dat is voor ons
voordelig, we hoeven dan niet zo veel provisie te betalen. We zijn niet
op nul begonnen, we hadden allebei al gespaard. Tja, jaren lang. We
hebben ons huis mooi in kunnen richten, op ons gemak. En we zijn erg
blij, dat we een redelijk rendement hebben en rustig kunnen slapen. Nu
wat we er later mee gaan doen. We wachten, net als jullie kinderen, nog
even met kinderen. Als die komen moet er, om te beginnen, een
kinderkamer ingericht worden. Daarna kosten ze ook geld, natuurlijk,
tot ze zelf gaan verdienen. Helemaal niet erg, dat hoort erbij, en het
kan makkelijk. Verder hoeven we ons niet in te houden als we iets
extra’s willen doen, zoals een week naar Londen of nog wat langer
naar Boston. Daar hoeven we zelfs de lange-termijn-reserves niet voor
aan te spreken. Jullie snappen wel, we hebben weinig onkosten. Geen
auto, geen telefoonkosten, af en toe onze ouders bellen mag, op de
bedrijfsrekening. Redelijke huur en ik weet waar ik mijn boodschappen
moet halen. Er is net genoeg concurrentie in het dorp om het goedkoop
te houden. Het is zo wie zo niet duur, jullie pachters leveren hun
enorme hoeveelheden aan veilingen, maar ook aan de winkels in het dorp,
voor een redelijke prijs. Ik haal mijn eieren bij mijn vader, de
betrekt wekelijks verse van een pachter, die verder niet aan de deur
verkoopt. Dat doen de meeste pachters niet, ze willen dat geloop
niet.’
‘Fijn dat jullie het zo
goed doen. En mooi om wat meer over het dorp te horen. Over hoe mensen,
jeugd, winkeliers, pachters, met elkaar omgaan. Er zullen best af en
toe probleempjes zijn, maar het grootste was waarschijnlijk de
woningnood.’
‘Ja. De enige uitweg
was om naar buiten het dorp te verhuizen, maar dat vond niemand fijn.
Mijn verhaal was nog niet af. Plannen op een hele lange termijn is
moeilijk, maar het is niet nodig dat we een enorme reserve hebben.
Relatief enorm, natuurlijk, geen miljoenen. Want wat kan ons gebeuren?
We hebben alles bekeken. Een huis moeten kopen, onwaarschijnlijk.
Werkloos, onwaarschijnlijk, maar verzekerd, aangepast aan jullie
voorzieningen daarvoor. Arbeidsongeschiktheid idem. Hoge ziektekosten,
ook voor eventuele kinderen, idem. Aanvulling op ons pensioen, idem. We
hebben natuurlijk de gebruikelijke inboedel- en
aansprakelijkheidsverzekeringen. En alle premies kunnen we blijven
betalen als ik met werken zou stoppen. Als jullie nog iets weten houden
we ons aanbevolen.’
‘Wist de beheerder nog iets, of hebben jullie het daar niet over gehad?’
‘We hebben alles met
hem doorgenomen, hij weet niets meer. Hij weet zo min mogelijk over
ons, dat zijn we overeen gekomen, alleen wat hij nodig heeft om ons
voor onze beleggingen te adviseren, de rest doen en kunnen we zelf.
Onze salarissen wist hij natuurlijk wel.’
‘Geweldig, Tamara. Heel erg verstandig.’
‘Ach, je steekt hier en daar wel eens wat op. Bedankt en tot ziens.’
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 17
Verzorgd door Tamara.
De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties gaan door. De
beheerder van de huizen en ik komen bij de getaxeerde huizen langs om
een overzicht te krijgen voor de renovatie. We zijn ongeveer op
driekwart.
De nieuwbouw.
De achtste ploeg is aan het achtste blok begonnen.
Het lijkt, of het eerste blok
aan de buitenkant klaar is. Ik heb bij de coördinator navraag
gedaan. Hij wilde niet meer zeggen dan, bijna. Er staat iets
ongelofelijks te gebeuren. Ik zei, die drie maanden voor de buitenkant
geloofde je niet. Ik denk, dat het minder dan twee en een half wordt.
Hij zei, nog minder, meer zeg ik niet. Ik ook niet.
De inschrijving is gesloten. Vierennegentig inschrijvers. We zijn begonnen met het puzzelen, wie waar moet komen.
Het volgend plan.
Meneer en mevrouw Wellingten
hebben vernomen dat er wel eens jongens, meer of minder gekleed,
zwemmen in een meertje op hun landerijen niet ver van het dorp. Ze
overwegen het meertje op te laten knappen en een toegangsweg vanaf het
dorp aan te laten leggen. De eerlijkheid gebiedt om er dan ook meisjes
te laten zwemmen. Jeugd, laat jullie mening horen, vul onderstaand
strookje in en breng het bij de bakker, de boekwinkel of de kapper.
Overige onderwerpen.
Geen.
Dat was het weer, voor deze keer.
Tamara
Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Ik ben
een
O
jongen
O meisje
Leeftijd: . . . jaar
Ik wil
graag
O
wel
O geen aparte tijden voor
jongens (ook graag door meisjes in te vullen)
voor
O gekleed O
ongekleed
zwemmen
(ook graag door meisjes in te vullen)
Ik wil
graag
O
wel
O geen aparte tijden voor
meisjes (ook graag door jongens in te vullen)
voor
O gekleed O
ongekleed
zwemmen
(ook graag door jongens in te vullen)
Opmerking(en):
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Week 30
‘Ongelofelijk,
zoals de coördinator zegt. De buitenkant van het eerste blok is
klaar. De eerste binnenploeg is er begonnen, en de eerste buitenploeg
is aan de overkant met nummer twee en vier begonnen.’
‘We hadden iets gehoord, maar we geloofden het maar half.’
‘Echt waar, zelf
gezien. Ik ben naar de coördinator gegaan. Hij had met alle
opperlieden overlegd. Ja, ze dachten dit vol te kunnen houden,
één blok klaar per acht weken, als hij de bevoorrading op
gang kon houden. Dat dacht hij wel, hij had, sinds ik de vorige keer
met hem gesproken had, de leveranciers steeds op de hoogte gehouden hoe
de bouw verliep.’
‘Nog maar een keer, ongelofelijk. Wat houdt dat in?’
‘We hebben een rooster
gemaakt, niet in maanden, maar in weken. Acht weken voor de buitenkant,
acht weken voor de binnenkant. Die acht weken voor de binnenkant zijn
nog niet bewezen, maar dat moet lukken. Dat houdt in, dat alle ploegen
steeds door kunnen werken zonder op elkaar te hoeven wachten. Dat de
eerste twee huizen over acht weken klaar zijn, en het laatste blok
zevenenveertig weken daarna.’
‘Heel mooi. Dan moeten jullie opschieten met de toewijzing.’
‘Ian is aan het
puzzelen, de andere bestuursleden helpen hem af en toe. Hij heeft een
whiteboard van het architectenbureau geleend en er dezelfde tekening op
bevestigd als de coördinator. Van de straat en de huizen met de
huisnummers. Hij heeft honderd magnetische labeltjes gekocht en in
vierennegentig daarvan papiertjes met de namen van de aanvragers
gedaan. Hij is met alle eerste voorkeuren begonnen om die op de
tekening te zetten. Ik zou het met de computer niet overzichtelijker
kunnen. Er was één woning waar er drie een eerste
voorkeur voor opgegeven hadden. Die drie heeft hij vóór
het bord uit laten vechten wie er naar een woning die niemand opgegeven
had wilde gaan. Alles vrijblijvend. Dat lukte. De twee die min of meer
verloren hebben, hebben een tweetje bij hun naam, om aan te geven dat
het niet hun eerste voorkeur was. Die zullen we niet gauw vragen om nog
een keer wat anders te kiezen. Er zijn nogal wat woningen met twee
eerste voorkeuren, vooral woningen aan het begin of het eind of bij een
zijstraat. Tja, daar zijn er maar twaalf van. Ian heeft al wat gevallen
op kunnen lossen door te zeggen, dat dat wel mooi lijkt, op een hoek,
maar dat je ook meer last van het verkeer hebt. Hij blijft zo
doormodderen en hoopt zo alles op te kunnen lossen. Dat duurt even,
omdat de twee voor een zelfde huis soms niet snel tegelijk bij hem
kunnen komen. Dan probeert hij wel een ander stel, maar hij of
één van de anderen van het bestuur hebben er natuurlijk
ook niet altijd de tijd voor.’
‘Denk je, dat het uiteindelijk zonder veel problemen lukt?’
‘Vast wel, Mark. En we
hebben nog minstens een maand. Ik ben gebeld door mijn
tuinhekjesvriend. Hij vroeg me om langs te komen, dat heb ik natuurlijk
gedaan. Hij had de tekening uitgebreid bestudeerd en had nog wat
vragen. Hij vroeg tussendoor of ik hem Peter wilde noemen. Hij
vertelde, dat hij drie zoons had, die allemaal bij hem in de firma
werkten. Dat die firma van hem was wist ik niet, ik dacht dat hij
bedrijfsleider of zo was. Hij had altijd ook een dochter willen hebben,
ik zou uitstekend bij zijn doortastende zoons gepast hebben. Nou, weer
een kusje. Ik heb tussendoor ook bij hem geluncht, met zijn vrouw, ons
gesprek duurde vrij lang. Hij had vragen over kleinere of grotere
futiliteiten, nogal technisch, maar met mijn uitleg over wat onze
bedoeling is kon hij heel wat. Het resultaat zien jullie later wel, hij
heeft er wat moois van gemaakt.’
‘Met jouw hulp.’
‘Nou ja, jullie weten
hoe het gaat. Ik stel me voor hoe ik over de camping loop en wat ik
daar doe, als beheerder, als huurder van een caravan of met mijn tent,
hardop pratend. Hij pikte daaruit nogal wat op. Hij moet nog het
één en ander regelen, maar hij denkt over een paar weken
te kunnen beginnen. Zijn zoons, eigenlijk, met andere werknemers.
Daarom heb ik, in overleg met Ian, die enquête in het krantje
gezet. Gezien?’
‘Ja, natuurlijk. Hier heb ik het. Je schrijft weer mooi over ons. Ik ben benieuwd wat eruit komt.’
‘Dat was ik ook, en ik
werd steeds nieuwsgieriger. Ik zal vertellen hoe we de vorige keer de
antwoorden binnenkregen. Bij het afhalen van het krantje waren er al
mensen die het gelijk invullen en naar binnen brachten. Daarna kwam er
een gestage stroom op gang, na sluitingstijd van de winkels stopten ze
het in de brievenbus. Binnen vierentwintig uur hadden we er een paar
honderd binnen, binnen vier dagen zo goed als alles. Deze keer,
woensdag, toen het krantje uitkwam, niets. Donderdag, vrijdag,
zaterdag, niets. Ian snapte er ook niets van. Zondagmiddag sprak ik hem
weer, we kwamen elkaar op een wandeling tegen.’
‘Ook op zoek naar een rustig plekje? Jullie hoeven dat toch niet meer?’
‘Nee, maar een
wandeling tussendoor is ook gezond. Ian en Francis kwamen net van een
rustig plekje vandaan, zeiden ze. Hij zei, in het dorpshuis wordt er
heel driftig over gepraat. Ze hebben zitten vissen of ik
méér wist, maar ik heb gezegd, neem de tekst letterlijk,
en maak er wat van. Ik denk dat ze met een soort gezamenlijk standpunt
willen komen. Maandag ben ik tussen de middag weer naar hem
toegegaan.’
‘Waar?’
‘Heb ik dat nooit
verteld? Sorry, futiliteit. Nee, eigenlijk niet, er zit
méér aan vast. Een paar jaar geleden is de school een
klas ingekrompen, omdat er volgens de veranderde eisen
één te veel was. Dat lokaal wordt door de vereniging van
huurders gebruikt. Wat het ministerie niet weet wat niet deert. Ian
verwacht, dat als de jonge gezinnen een eigen huis krijgen, de remmen
los gaan en het kindertal op gaat lopen. Ze hebben nu één
klasje voor drie-, vier- en vijfjarigen, dat zouden er dan twee worden.
Hopelijk net op tijd voor Francis.’
‘Gaan ze hier met drie al naar school?’
‘Vrijwillig, en school
is het eigenlijk niet, meer opvang. Toen ik bij Ian was kwam er een
jongen een pak strookjes brengen, een paar honderd. We waren erg
nieuwsgierig, eindelijk wat, en zoveel in een halve dag, en zijn er mee
begonnen. Eerst gesplitst in jongens en meiden. Toen die van de jongens
bekeken, die zouden er vast het makkelijkst over denken. Nou, dat
klopte. En dat gezamenlijke standpunt ook. Er was één
jongen, van zeventien, die wilde aparte tijden voor jongens, niet
gekleed, wanneer maakte niet uit, voor de meisjes had hij niets
ingevuld. Op alle andere strookjes van de jongens stond, geen aparte
tijden, niet gekleed. S.v.p. zonneweide.’
‘Tja, dat had ik vast ook ingevuld. Maar niet verwacht dat het er van zou komen. Zonneweide? Wat doe je daarmee?’
‘Al met Peter geregeld, een bredere strook om het meertje, het geheel net zo breed als de camping.’
‘Wat snel weer. Nu de meiden.’
‘Drie meiden, tussen de
veertien en tweeëntwintig, wilden aparte tijden voor meiden, niet
gekleed, wanneer maakte niet uit. Alle andere, houd je vast, geen
aparte tijden, niet gekleed. S.v.p. zonneweide.’
‘Duidelijk een gezamenlijk standpunt. Maar een zeer opmerkelijk. Gemengd bloot? Wat denk je?’
‘Ik heb jullie verteld
hoe vrij er ‘s avonds in het dorpshuis gepraat wordt. Meiden
tegen meiden en jongens tegen jongens. Ik heb niet aangenomen, ook
niets daarover tegen jullie gezegd, dat meiden erg vrij met jongens
praten, of andersom, daar heb ik nooit iets van gemerkt. Maar dat moet
nu waarschijnlijk wel gebeurd zijn. Ik heb het er met Thomas over
gehad. Die zei, na wat nadenken, ik denk, dat er meer over de omgang
met elkaar op het zonneterras gesproken is dan ik dacht. Ik probeer er
achter te komen. Hij heeft het aan al het personeel gevraagd. Ja, die
hebben er met hun vrienden en bekenden in het dorp over gesproken,
zonder namen te noemen van wie ze op het zonneterras gezien hebben. Hoe
gezellig en fijn het is om bloot te zonnen, als iedereen zich gedraagt.
En de standaardvraag beantwoord, bij erecties een handdoek erover.
Vanmorgen belde Ian. Vermoedelijk zijn alle strookjes binnen, maar hij
gaat geeneens tellen. Er is maar één verlegen jongen
bijgekomen, om het zo maar uit te drukken, en één
verlegen meisje. We hadden verwacht nogal te moeten puzzelen om een
rooster te maken, maar het was duidelijk. Geen rooster, overbodig, niet
gewenst. Ik heb net Francis aangeschoten. Die bleef giechelen. Ze was
ook in het dorpshuis geweest, maar ze had Ian niet verteld wat ze
gehoord had, hij zou er wel achter komen. Iedereen wist hoe het er op
het zonneterras aan toe ging, ook met die handdoek bij een erectie.
Iedereen snapte wel dat er met zoveel mogelijkheden geen rooster te
maken was. Dus, geen, en wie dat niet leuk vond bleef maar weg. Ze
zouden zelf wel regelen wie waar zwom of op de kant lag, de jongens
snapten wel dat er meiden zouden zijn die toch een beetje apart wilden
zwemmen of zonnen, zeker in het begin.’
‘We hebben jullie, toen
we hier net waren, al eens gevraagd, of de jeugd hier nu minder preuts
was dan vroeger. Jullie zeiden toen ja, maar dit had je niet verwacht,
hè?’
‘Nee, Simone. Wie heeft dat zonneterras verzonnen?’
‘Dat schijnt er al heel
lang te zijn, lang ongebruikt, maar het is, nadat wij met de kinderen
hier de eerste keer op bezoek geweest zijn, opgeknapt en weer in
gebruik genomen.’
‘Wie heeft het personeel er toegang verleend?’
‘Wij, natuurlijk.’
‘Wie heeft de jeugd dan minder preuts gemaakt?’
‘Daar ging het niet om, wie van het personeel wilde mocht komen.’
‘Ja, maar ik geloof niet dat zonder dat terras de jeugd met zo’n gezamenlijk standpunt was gekomen.’
‘Hoe het ook zei, jij
en wij staan er niet op om ergens de eer van op te strijken, hè?
Zonder jou én Thomas was dat meertje vast opgegaan in de camping
en had de jeugd het kunnen vergeten.’
‘Thomas en jij
eigenlijk. Thomas zei, voor naaktzwemmen een oplossing zoeken. Jij zei,
wat meer graafwerk maakt niet uit, voor het goede doel. Zo is het
gekomen.’
‘Ja, Tamara.’
‘De jeugd wil nog
overleggen, en te zijner tijd uitproberen, tot hoe laat ze ‘s
avonds doorgaan. De campinggasten moeten natuurlijk niet gestoord
worden.’
‘Tot zonsondergang?‘
‘Dat is ‘s zomers misschien te laat.’
‘Komt er verlichting op de camping?’
‘Een lamp boven de deur
van het kantoor in het gebouwtje, verder niet. Anders is het net of je
in een straat met straatverlichting bent. Op de caravans zit
één buitenverlichtinglamp, de mensen kunnen kiezen of ze
die aan of uit willen. Gezellig in het donker buiten zitten is leuk. En
dan zijn kampvuurtjes ook leuk. Hé, een paar plekken voor een
kampvuur maken bij het meertje voor de jeugd. Die willen dat vast wel.
Als het mooi weer is zullen er vast een paar stelletjes na
zonsondergang blijven, dan kunnen ze wat meer doen dan bij daglicht.
Maar meer herrie dan wat gekreun maken ze dan niet.’
‘Als de jongens die maagd willen blijven dan maar niet de boel onderspuiten. Ze kunnen in het vuur lozen.’
‘Nee, dan zien de
anderen het ook, als er meer dan één stel is. Maar ze
zullen het wel schoon houden. Ik zal het er toch eens met Thomas en Ian
en Francis over hebben.’
‘Prima. Als jullie daar met z’n vieren naar toe gaan kunnen jullie met leeftijdgenoten spelen.’
‘Tja, daar hadden we
het een keer over. Maar het spelen wat we toen bedoelden was in het
zwembad even aan elkaar zitten. In het meertje kan dat ook wel, maar
het hoeft niet, het gaat om de gezelligheid, net zoals op het
zonneterras.’
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 18
Verzorgd door Tamara.
De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties gaan door. De
beheerder van de huizen en ik komen bij de getaxeerde huizen langs om
een overzicht te krijgen voor de renovatie. We hebben al meer dan
driekwart gedaan.
De nieuwbouw.
Wat bouwen die lui snel. De
buitenkant van het eerste blok is klaar. De eerste binnenploeg is er
begonnen, en de eerste buitenploeg is aan de overkant met nummer twee
en vier begonnen. Ze denken dit tempo vol te kunnen houden.
Nu afwachten of de binnenkant in twee maanden klaar is.
Het zou vast een record zijn, een twee-onder-één-kap binnen vier maanden.
Het volgend plan.
De uitslag van de enquête over het medegebruik door meisjes van het meertje nét buiten het dorp.
Jullie hebben ons in spanning
laten zitten. Dáááágenlang kwam er geen
enkel ingevuld strookje terug.
Stiekemerds, jullie hebben overleg gepleegd.
Het stembureau, bestaande uit
het bestuur van de vereniging van huurders en ondergetekende, had zich
voorbereid op een langdurige puzzel. In de enquête waren nogal
wat mogelijkheden aangegeven, en het zou vast niet makkelijk worden om
aan de hand van alle wensen een rooster op te stellen. In plaats van,
zoals gebruikelijk, een continue stroom ingevulde strookjes direct na
verschijning van de enquête, kwam er van woensdag tot en met
zondag geen enkel strookje binnen. Daarom stortte het stembureau zich
maandagmiddag op de paar honderd strookjes die rond de middag bij de
drie bezorgadressen verzameld waren en in één keer
binnenkwamen. Er werd eerst een splitsing gemaakt tussen de strookjes
van de jongens en de meiden. Toen werden de strookjes van de jongens
bekeken, daarna die van de meiden. De leden van het stembureau hebben,
bij wijze van spreke, tot donderdag, toen de stroom strookjes
opdroogde, met hun mond open gezeten. Ze wisten van maandagmiddag al
dat een splitsing maken tussen de strookjes van de jongens en de meiden
overbodig was. Ze hebben ook niet geteld, zo gelijkluidend waren de
antwoorden. De leeftijden maakten ook niet uit. Op een paar na had
iedereen vijf kruisjes gezet.
Bij jongen of meisje (gelukkig wist iedereen dat)
Bij geen aparte tijden voor jongens
Bij ongekleed zwemmen voor jongens
Bij geen aparte tijden voor meisjes
Bij ongekleed zwemmen voor meisjes
En erbij geschreven, s.v.p. zonneweide.
Het stembureau weet niet
hoeveel strookjes er ingeleverd zijn, er was gezien de duidelijke
uitslag geen behoefte om ze te tellen, en de deelname was duidelijk
vér boven de negentig procent. Het stembureau bedankt allen die
meegedaan hebben. Niet alleen voor hun deelname, vooral voor hun inzet,
tussen woensdag en zondagavond, om tot een gezamenlijk standpunt te
komen.
Dat de jongens geen bezwaar
hadden tegen de aanwezigheid van meiden was verbazend, gezien hun
gedrag in het verleden. Maar dat de meiden niet om aparte tijden
vroegen was erg onverwacht.
Het stembureau was gauw
klaar, een rooster was overbodig, want niet gewenst. De paar jongens en
meiden die aparte tijden wensten hebben pech gehad, zo’n klein
aantal zal zich bij de overigen aan moeten sluiten of wegblijven.
Nu over de gevolgen. Tja, afwachten.
Overige onderwerpen.
Geen.
Dat was het weer, voor deze keer.
Tamara
Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Week 31
‘Ian
en Francis zijn een avond bij ons op bezoek geweest. Heel gezellig. Ze
hebben natuurlijk ons huis bekeken. Mooi, ruim. Ik kon het niet laten,
ik zei, de indeling is anders, maar het is net zo groot als een
drieslaapkamerwoning waarvan er nog twee vrij zijn. Ze grinnikten. Ze
hebben geen haast, maar ze houden in de gaten of ze vrij blijven. Ik
heb, onder geheimhouding, wat verteld over hoe het met de bouw verder
zou gaan. En over de renovaties. En over de camping, natuurlijk. Ik
vroeg om een oplossing voor als stelletjes daar in het donker zouden
gaan vrijen en hij het niet droog kon houden, als ze begrepen wat ik
bedoelde. Ja, natuurlijk, zei Ian. Hij vertelde dat ze wisten hoe
Thomas en ik ons voor ons trouwen gedragen hadden, maar dat Francis en
hij gedaan hadden wat de meeste in het dorp gedaan hadden. Hij had bij
meiden onder hun kleren gezeten, helemaal uitkleden ging nooit. Hij was
natuurlijk ook afgegaan op een paar meiden met hele grote borsten,
waarvan bekend was, dat die er best jongens mee wilden laten spelen.
Hij zei, die van mevrouw Wellingten zijn vast net zo groot, ze laat
gewoon de helft zien, dat durven die meiden niet. Ze willen ook niet
allemaal erg intiem gestreeld worden, eraan komen mag meestal wel. Ze
zijn ook niet bang om aan een jongen te komen en hem te strelen zoveel
hij wil. Op een slaapkamertje is er altijd wel een handdoek of zo in de
buurt om het op te vangen. Buiten zorg je dat het uit de loop
terechtkomt. Francis vertelde dat zij natuurlijk ook achter jongens
aangegaan was die een hele grote zouden hebben. Maar veel scheelden die
jongens niet. Het verschil zat meer in hoe lief ze deden, alleen maar
willen lozen was niet de bedoeling. Ze vertelde, zonder te blozen, dat
Ian en zij erg tevreden met elkaar waren, dat ze regelmatig met elkaar
speelden. Dat hadden ze ook net gedaan toen we ze laatst bij een
wandeling tegenkwamen. Bij het meertje zou Ian in het water kunnen
lozen, de natuur zou het dan wel opruimen. Maar voor op de kant zouden
ze wat mee moeten nemen. Papieren zakdoekjes of zo, al waren die wat
klein. Er kwamen toch wel afvalbakken? Ja, natuurlijk. Ze vroeg,
wél blozend, of wij het vaak deden, ze hoorde zoveel verhalen,
maar had geen idee wat daar allemaal waar van was. Ik heb verteld, dat
een paar keer per dag wel normaal was. Nou, dat verwachten zij ook. Ian
had in ieder geval al een paar keer op een zondagmiddag en -avond drie
keer geloosd. Zíj wilde niet zo vaak, ze wilde dan
méér, maar dat moest wachten. Ik heb verteld, dat ik dat
al gauw ook kreeg toen wij met experimenteren begonnen waren. Dat we
gelukkig snel konden trouwen. Dat het in de huwelijksnacht heel fijn
gegaan was. Twee keer. De eerste keer was natuurlijk bijzonder, maar ze
hoefde er niet bang voor te zijn. Dat was ze niet, ze had nog nooit
gehoord dat er iemand aan dood gegaan was, en dat als het pijn deed het
toch maar één keer was. Ze vroeg gelijk naar de tweede
keer. Ik zei, omdat we het natuurlijk zo gauw mogelijk weer deden,
duurde het heerlijk lang voordat Thomas weer kwam. Daardoor kwam ik
twee keer. En dat dat veel fijner was dan handwerk. Ik vertelde, dat we
de dagen erna vrij hadden en het heel vaak gedaan hadden. Door een
speling in de natuur had Thomas hele grote ballen, waardoor hij wel zes
keer op een dag nogal veel kon spuiten. Maar zij moesten daar maar niet
op rekenen. Met een keer of vier over een hele dag moesten ze blij
zijn. Francis kon het natuurlijk niet laten om naar het kruis van
Thomas te kijken. Thomas zei, Francis, kijk niet zo, ik krijg er een
stijve van. Als we naar het meertje gaan mag je in het water wel een
keer aan mijn ballen voelen, want te zien is het niet. Anders had je
dat op het zonneterras al gezien. Goed? Ze zei, ja, dat wil ik wel. Aan
je pikkie hoeft niet, dat heb ik vroeger genoeg gedaan bij andere
jongens. En nu heerlijk aan die grote van Ian, al vaker dan alle vorige
bij elkaar. Maar wil jíj dan ook aan míj komen? Hij zei,
ik ben hartstikke tevreden met Tamara. Je weet, ik heb je altijd graag
gemogen, je kwam bij mij direct na Tamara. Ik heb je al bloot gezien,
ik hoef niet zonodig aan je te komen. En misschien wil je het nu bij
Ian houden. Ze zei, een beetje spelen met goede vrienden, zoals jullie,
in het water, kan wel. Op de kant kan het beter bij kijken blijven. Ze
vroeg me, vind jij het ook jammer, dat er dan alleen kleine pikkies te
zien zijn? We vrijen thuis sinds een tijdje bloot, bij daglicht of met
het licht aan, ik vind het schitterend, zo’n omhoog staande
stijve. Ik zei, ja, maar als er ongetrouwde meiden bij zijn kan dat
niet, je weet, te verleidelijk. Maar, over niet al te lange tijd, wie
weet? We hebben heerlijk zitten grinniken.’
‘Wat een verschil voor je, vroeger nooit een woord over seks en nu zo openhartig.’
‘Ja. Maar ik heb geen
spijt over vroeger. Ik ben nog steeds hartstikke blij dat Thomas en ik
allebei gloednieuw waren.’
‘Tot in de suite.’
‘Ik ben ook blij dat we
in de suite konden experimenteren. Anders was onze huwelijksnacht niet
zo mooi verlopen. Ik vond het fijn dat ik Francis en Ian wat kon
vertellen over die nacht, misschien hebben ze er iets aan gehad. Goed.
Ik vroeg ze mee te denken hoe het er aan toe zou gaan. Ik heb ze de
tekening laten zien. Het eerste waar we opkwamen, was parkeerplaatsen
vóór de camping. De meeste jeugd zal wel lopend of met de
fiets komen, maar we willen niet dat ze met auto’s over de
camping rijden, achter de caravans of de tenten langs, ze lopen dat
stukje maar. Ik heb Peter al gebeld, hij laat de afrastering
vóór de camping over honderd meter vijf meter van de weg
zetten, dan kan er daar naast de weg geparkeerd worden. Bij het meertje
komt een fietsenstalling. Verder, waar laat de jeugd hun kleding. Ze
kunnen alles bij zich houden, maar ik laat toch roestvrij stalen
kluisjes maken. Die komen bij de fietsenstalling, met de opening
richting meertje, zodat iedereen kan zien wie er bij de kluisjes staat,
tegen het jatten. Dat verwachten we niet, daarom komen er ook geen
sloten op, het is zo’n gedoe om een sleutel te bewaren als je in
je blote kont zit.’
‘Mooi. Dan kan je ook zien hoe ze zich uitkleden, bij die kluisjes.’
‘Ja, leuk. Maar ze
hoeven zich daar natuurlijk niet helemaal uit te kleden, het laatste
kan ook als ze op de zonneweide zijn. In het begin zullen ze
waarschijnlijk niet daarvandaan al bloot gaan lopen. In
één van die kluisjes komen wegwerphanddoeken. Met daarbij
een soort collectebus, voor vrijwillige bijdragen. Ik verwacht ongeveer
quitte te spelen, als het méér of minder wordt geef ik in
het krantje wel op één of andere manier een hint, dan
passen ze hun bijdragen vast aan. Papieren zakdoekjes zijn te klein, en
als je die gebruikt zie je niet wat er gebeurt.’
‘In het donker?’
‘Helemaal donker wordt
het nooit, en misschien kan het eerder, als het niet druk is. Volgens
Thomas en Ian is het voor de jongens prettiger als ze, zonder dat er
een zakdoekje in de weg zit, vrijuit, open en bloot, kunnen spuiten.
Alleen niet met een boog, de meiden moeten daar wel op de handdoek
mikken. Een beetje ernaast is niet erg, maar niet alles op het gras. En
volgens Francis en mij is het voor meiden ook fijner om te zien dan
wanneer er een zakdoekje overheen moet, om het op te vangen.’
‘Goed bedacht. Waar ervaring al niet goed voor is. Dat zal een leuk gesprek geweest zijn.’
‘Ja, heerlijk. Erg vrij, dat hoorde je wel. Ik heb een ontwerp voor een stukje in het volgend krantje. Alsjeblieft.’
Mark pakte het aan, las het en gaf het daarna aan Simone. Die gaf het, na het gelezen te hebben, weer aan Tamara terug.
‘Wat ben je weer
volledig. En grappig. Mark, hadden we dat meertje op kunnen knappen,
als er geen camping min of meer nodig geweest zou zijn?’
‘Je weet maar nooit hoe
alles loopt. Toen we van de woningnood hoorden wist ik al gauw dat het
rendabel zou zijn om die op te lossen. Als we gewoon van dat meertje
gehoord hadden, denk ik, dat we het op hadden laten knappen, een smalle
toegangsweg aan hadden laten leggen, en het als onkosten bij de
zeshonderd huizen zouden rekenen. Misschien met een hele kleine
huurverhoging. Hoe dan ook, het is heel fijn om wat voor de jeugd te
kunnen doen.’
‘Ja, en voor hun nog gratis ook. Dank jullie wel. Ik ga weer aan het werk. Tot ziens.’
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 19
Verzorgd door Tamara.
NIEUWS OVER HET VOLGEND PLAN.
De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties gaan door. De
beheerder van de huizen en ik komen bij de getaxeerde huizen langs om
een overzicht te krijgen voor de renovatie. We hebben al veel meer dan
driekwart gedaan.
De nieuwbouw.
Wat blijven die lui snel bouwen.
De firma die de garages bouwt
zal spoedig beginnen. Ze doen steeds die per acht blokken achterelkaar
door, inclusief de opritten. Aan het begin en eind een enkele garage,
tussen de blokken in dubbele.
Daarna kan de tuinman aan het werk.
Het volgend plan.
Meneer en mevrouw Wellingten
hebben met verbazing en genoegen de uitslag van de enquête
vernomen. Door de grootte van de deelname, de bijna unanimiteit van de
uitslag en vooral door de inzet om tot een gezamenlijk standpunt te
komen, hebben zij besloten om inderdaad het meertje op te laten knappen
en een toegangsweg vanaf het dorp aan te laten leggen. De opdracht is
al verstrekt.
Over het meertje, het beekje
wordt tijdelijk omgeleid. Na het droogvallen, desnoods het leegpompen,
van het meertje wordt de bodem schoongemaakt. Ook de omgeving wordt
opgeknapt en er wordt een zonneweide aangelegd. Verdere details blijven
een verrassing.
Vanaf het meertje richting
dorp komt er nóg een verrassing. Vanaf daar komt er een verharde
toegangsweg naar het dorp, naar het eind van de Wellingten Avenue, aan
de kant van de hoge huisnummers, aansluitend op de dwarsstraat naar de
Hoofdstraat.
Meneer en mevrouw Wellingten, de vereniging van huurders en ondergetekende hebben enkele verwachtingen c.q. verzoeken.
We verwachten bij het meertje
een zelfde gedrag als op het zonneterras in het grote huis. Voor wie
dat nog niet weet, ieder lid van het daar werkend personeel is graag
bereid daar inlichtingen over te verstrekken. Er zal geen toezicht
uitgeoefend worden. Maar het bestuur van voornoemde vereniging en
ondergetekende behouden zich namens meneer en mevrouw Wellingten het
recht voor, wanneer zij daar zijn, om even de gang van zaken te
bekijken of om mee te doen, om op- of aanmerkingen te maken. Er wordt
niet verwacht dat dat nodig zal zijn, er wordt vertrouwd op onderlinge
controle. Andersom nemen zij dan graag klachten of wensen in ontvangst.
Verder wordt iedereen
verzocht daar vanaf nu weg te blijven tot in dit krantje het eind van
de werkzaamheden aangekondigd is. Daarna zal er niemand verjaagd
worden, zoals voorheen, zolang er binnen de afrastering gebleven wordt.
Het blijft privé-terrein, zoals een bord aan het begin van de
toegangsweg ook aan zal geven. Verblijf is op eigen
verantwoordelijkheid, al zal schade, veroorzaakt door het personeel of
de uitrusting van het terrein vergoed worden.
Tot slot, enige uitleg over
de financiën. Meneer en mevrouw Wellingten zijn wel goed, maar
niet gek. De aankoop van de huizen in het dorp en de renovatie, waarmee
begonnen wordt zodra de nieuwbouw klaar is, zijn investeringen. Zij
nemen, in tegenstelling tot de vorige eigenaren, genoegen met een
minimaal rendement. Daardoor kunnen de huren laag blijven, naar
verwachting zelfs iets lager dan in de dorpen in de buurt.
De nieuwbouw is een verhaal
apart. Dat is natuurlijk ook een investering, maar minder groot dan bij
normale nieuwbouw, omdat de familie Wellingten de grond om niet heeft
afgestaan. (Is dat goed of toch gek?)
Daardoor, en door ook daar
genoegen te nemen met een minimaal rendement, worden de huren naar
verwachting ongeveer even hoog als in de rest van het dorp. (Niet
eerlijk, een nieuw huis is mooier? Wacht maar tot na de renovatie.)
De toegang tot het meertje
blijft gratis. Voor degenen die zich afvragen hoe dat kan, na een
opknapbeurt die iedereen zal verrassen, en de aanleg van een verharde
toegangsweg, de verrassing die vóór het meertje komt
maakt dat financieel mogelijk. Onthulling binnenkort, niet alles
tegelijk.
Overige onderwerpen.
Geen.
Dat was het weer, voor deze keer.
Tamara
Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Week 32
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 20
Verzorgd door Tamara.
Alleen een aankondiging.
Vanaf vanmiddag kunnen de
komende twee weken, na het vertrek van de werklui, en in de weekeinden
de hele dag, een twee- en een drieslaapkamerwoning bekeken worden.
Nummer zeven en negen.
Voor het bekijken van de indeling in het echt, de tekeningen hebben al in het dorpshuis gehangen. Of nog?
Ik vraag geeneens om niets te beschadigen. Er komt een dorpsgenoot wonen, misschien jullie zelf wel.
Tamara
Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
‘Hebben jullie het krantje van vanmorgen al gezien?’
‘Ja, de kortste tot nu toe. Maar je kon het weer niet laten om het luchtig te houden.’
‘Ach, kost niets meer. Ik heb een dubbel voorstel. Zullen we vanmiddag vast gaan kijken?’
‘Voordat de werklui weg zijn?’
‘Ja, dat kan wel met een paar man, Mark, niet met hele hordes.’
‘Prima. Houd er iemand toezicht?’
‘Ian gaat af en toe
kijken, maar toezicht is niet nodig. De woningen zijn voor mensen in
het dorp, daar is iedereen voorzichtig mee. Net zoals iedereen nog
steeds braaf alleen over de rijplaten loopt.’
‘Tja. En het tweede voorstel?’
‘Kijken hoever de camping is. Peter heeft gebeld, of het zo goed was, voor hij beton laat storten.’
‘Graag. Met een koets?’
‘Nee, dit wordt een
werkbezoek. We gaan in mijn autootje, met de troubleshooterstandaard.
Jullie moeten schoenen aan om over kale grond, aarde, te lopen.
Ongeveer een kilometer heen, en weer terug, natuurlijk. Hebben jullie
wel geschikt schoeisel?’
‘Je hebt lekker niet
goed opgelet. Toen we het eerste huisnummer erop kwamen schroeven
hadden we overschoenen aan. De beheerder van de landerijen heeft die,
in meerdere maten, en ook laarzen.’
‘Handig. Om een uur of twee?’
‘Prima, dan staan we bij de voordeur.’
Ze bekeken eerst de woningen.
Ze kwamen overeen met wat ze in gedachten hadden, van de tekeningen.
Daarna reed Tamara met ze de rijplaten verder af en parkeerde er aan
het eind naast. Ze stapten uit en liepen naar de afrastering.
‘Ik heb nog niets
gezien, ik wilde niet in de weg lopen of storen. Ik had genoeg te doen
en ik vertrouw Peter. Ik weet ongeveer hoe alles eruit moet zien, omdat
ik dat met hem besproken heb. Ik zal jullie vertellen wat ik zie. Dus
niet te snel vragen stellen, pas als we ergens voorbij zijn en ik niets
gezegd heb.’
‘Ja, juffrouw. Had je geen leraar willen worden?’
‘Daar heb ik nooit aan
gedacht. Aan deze baan ook niet, maar hij bevalt me uitstekend. Nou,
let op, kindertjes. Allereerst, een bord. Privé-terrein.
Verboden toegang zonder toestemming van de eigenaar.’
‘Is dat genoeg? Wat als er iemand op wil die niet weet wie de eigenaar is?’
‘Die heeft hier niets
te zoeken. Het is genoeg om te zorgen dat de stad achter het bord niet
aansprakelijk is. Verder, twee afrasteringen het land in, zes meter uit
elkaar. Daartussen, vijf meter uit elkaar, twee rijen paaltjes. Daar
komen planken tegenaan, dan beton ertussen, voor het weggetje. Ik zie
dat hier aan het begin wat palen weggehaald zijn in de bestaande
afrastering en de drie draden vervangen zijn door één.
Peter heeft gezegd dat ik die draad aan de linkerkant los kan maken en
dan aan de rechterkant moet leggen. Hij dient als afsluiting als er
niet gewerkt wordt. Klopt, we kunnen erin.’
Ze liepen tot een bocht in de weg, die daarna langs het beekje verder liep.
‘Water genoeg in de
beek om te kanoën. Peter heeft de juiste bocht voor de weg
uitgerekend, niet te haaks, omdat er trekkers met opleggers met daarop
een stacaravan over moeten. Nu nog een paar honderd meter tot de
camping.’
‘Het ziet er mooi strak uit. Komt er gras naast de weg?’
‘Ja, en ik heb van
Peter een paar folders voor grasmaaiers. Die voorop uitklapmaaiers
hebben, groot genoeg om van het weggetje af in één keer
één zijkant te kunnen maaien. Dus hoeft de beheerder maar
één keer op en neer om het netjes te houden. Verder
worden met die maaier natuurlijk de hele camping en de zonneweide
gedaan. Het huisje wordt iets groter dan de eerste planning, om de
maaier droog te kunnen parkeren.’
‘Tja, het één hangt aan het ander.’
‘Daarom ben ik ook zo
blij met Peter, Mark. Hij heeft er vrijwillig een hoop tijd in
gestoken, om te proberen alles te voorzien. Hier links gaat de
afrastering verder van de weg af lopen, hier kunnen er auto’s
geparkeerd worden. Achter de caravans en de tenten is er voldoende
parkeerruimte, dit is voor bezoekers en de jeugd die komt zwemmen. De
auto’s daarvan willen we niet op de camping, dat wordt te
onrustig. We moeten wat voor Peter doen, als de camping klaar is.’
‘Verzin maar wat. Ik kan jammer genoeg geen ridderordes uitreiken.’
‘Nee, jij niet. Maar
een oorkonde is wel het minste. We zijn nu bij de ingang. Links eerst
de paaltjes voor een insteek, om vrachtauto’s te kunnen laten
keren. Dan een rechthoek van paaltjes voor het gebouwtje voor de
beheerder. De insteek loopt achter het gebouwtje nog een stukje door.
Peter zei, je moet auto’s geen scherpe bocht op gras laten maken,
maar op beton. Daarachter komen de stacaravans op een rij. Peter en ik
hebben gebrainstormd over de bereikbaarheid van de overkant van de
beek, waar de tenten komen. Het zou een stevige brug moeten worden,
voor volgeladen auto’s, vast ook met aanhangwagentjes, en campers
zijn nog zwaarder. Om een lang verhaal kort te maken, Peter heeft wat
lichtbeschadigde rioolbuizen opgedoken, groot genoeg om er door te
kunnen kanoën. Er zijn er hier twee in de beek gelegd, daarna is
er grond overheen gestort. Zelfs een camper kan zo naar de
overkant.’
‘Tamara toch. Slim en goedkoop.’
‘En iemand is van een
paar buizen af, die hij moeilijk kon verkopen. Zo helpt de
één de ander. Nu het nieuwe meertje. Peter heeft geruild,
de grond, aarde, die eruit kwam, tegen zand. Minder zand dan aarde
natuurlijk. Er is een halve meter aarde méér weggehaald
dan nodig was, ook vijf meter aan de kant, en vervangen door een
deklaag zand. Alsof je aan het strand bent.’
‘Ik had al moeite om mijn mond te houden toen ik dat strand zag. Geweldig, Tamara.’
‘Ik geef het door. Aan
het eind van het meertje is dezelfde truc als hier uitgehaald, alleen
met méér rioolbuizen. Er liggen er een stuk of vier
achter elkaar, met een geknikt koppelstuk halverwege. Leuk voor de
kanoërs, maar het is eigenlijk om van deze kant niet in het
meertje aan de andere kant te kunnen kijken, waar er blote lui
rondlopen en zwemmen. Verdere uitleg straks, als we daar zijn. Lopen,
kindertjes.’
‘Je vermaakt je, hè?’
‘Ja, Mark, het is nog
mooier dan ik dacht. Groot, strak, schoon. Ik had Peter om wat zand
voor langs de kant gevraagd, Thomas had gezegd dat het soms wat
modderig was. Maar met die ruil kon hij alle zijkanten en de bodem van
beide meertjes helemaal doen. De kinderen kunnen nu ook met zand
spelen, de beheerder moet het maar af en toe egaliseren.’
‘Het enige verschil met een echt strand, denk ik, is dat er hier geen eb en vloed is.’
‘Nee, het water staat alleen in het voorjaar wat hoger dan in het najaar, omdat het ‘s winters meer regent.’
‘Als ik het goed zie,
Tamara, aan de hand van de zonnestand, staan de voorkanten van de
caravans ongeveer op het zuiden. Heel mooi, zo kunnen de mensen de hele
dag voor hun caravan in de zon zitten.’
‘Bij de tenten ook, die
zijn niet zo hoog als caravans. Het was eerst niet zo, maar we hebben
wat aan de zonnestand gedaan. Nee hoor, gelukkig toeval. We hebben ook
voorbij het meertje van de jongens gekeken, maar daar zitten nogal wat
bochten in het beekje. Dit was het mooiste stuk, en op een mooie
afstand van het dorp. Zo, het eind van de camping. Hier kan je ook van
de ene kant naar de andere, al zou ik niet direct weten waarvoor.
Hooguit voor de grasmaaier. De overgang is eigenlijk alleen gemaakt om
een afscheiding te kunnen maken met het andere meertje. Met die
rioolbuizen met een knik erin, en hier, doordat je door een zigzag in
twee rijen coniferen moet. Ik laat maar geen bordje met een
waarschuwing voor de naaktzwemmers neerzetten. Ik wil de beheerder de
mensen die komen kamperen een briefje met de uitleg laten geven,
misschien willen ze wel meedoen. Iedereen in het dorp weet het dan al
uit het krantje. Ik zet het er nu nog niet in, ik wil hier nog geen
aanloop, tot de beheerder hier woont. Er zullen best jongens hier
gekeken hebben, die zullen wel gezien hebben dat er méér
aan de hand is dan hun meertje opknappen. En dat doorvertellen. Oh, dit
ziet er ook prachtig uit. Het meertje is iets groter geworden, eromheen
ook eerst zand, dan gras, tot de afrastering. De zonneweide. Mark,
Simone, dank jullie wel. Ik weet wel, het geld is er vrij gauw uit, met
de verhuur, maar ik, wij, hebben het zóóóó
mooi mogen maken.’
‘Tamara, wij zijn blij
dat je zo’n goed gebruik gemaakt hebt van je volmachten. Dat je,
behalve je eigen inbreng, ook zo veel andere mensen in hebt kunnen
zetten en die vrij liet om hún kennis in te kunnen zetten. Als
er iemand is die een ridderorde verdient, dan ben jij het.’
‘Goed, ik geef mezelf
ook een oorkonde. Dank jullie wel. Nog wat uitleg. Aan het andere eind
van dit meertje is een tijdelijk dammetje geweest. Daar heeft een pomp
gestaan, met een grote dieseltank ernaast. Die heeft dag en nacht
gedraaid, om het water vóór het dammetje uit de beek te
pompen en door een buis naar het begin van de camping, waar nu die
overgang is, bij het gebouwtje. Dat was makkelijker en netter dan een
geul graven en weer dicht gooien. Toen het daartussen drooggevallen was
hebben ze het meertje van de jongens zover uitgediept, dat al de bagger
van eeuwen weg was. Plus een fiets en een zak met stenen en een dood
dier erin. Vermoedelijk heeft iemand ooit een kat verdronken. Dat moet
een vals beest geweest zijn, als er katten te veel komen worden die
normaal over de beek gezet. Op de landerijen lopen een paar vossen, die
weten er wel raad mee. Ondertussen houden die verwilderde katten de
muizenstand laag.’
‘Hoe weet je dat allemaal?’
‘Gehoord in het
dorpshuis, toen er weer eens zo’n discussie was voor of tegen de
vossenjacht. Hier in de buurt is die langgeleden afgeschaft en gaat de
natuur zijn gang. Vossen hebben een territorium, die houden zelf hun
stand op peil. Die paar katten als bijvoer beïnvloedt die niet. De
boeren die kippen hebben hebben goede voorzieningen tegen vossen, die
hebben geen behoefte om ze af te schieten. Mark, we zijn lid van de
vereniging van campinghouders geworden. Om hun voorlichting, hun
maandelijkse krantje en hun gezamenlijke aansprakelijkheidsverzekering.
De premie die we anders zouden moeten betalen is meer dan de
contributie. Stond in hun brochure, dus geen dank nodig. Ik wil in hun
blaadje een advertentie zetten voor een beheerder. Als ik die van de
week instuur, komt die in de volgende, volgende week. Maar het enige
wat ik niet weet, is zijn salaris. Kan je dat uitrekenen, bepalen, of
laten doen?’
‘Je hebt vast al een idee. Wat is het landelijk?’
‘Afhankelijk van de
grootte, de werkzaamheden en de werkuren. Ik heb wat zitten rekenen en
denken. Ik zou zeggen, ongeveer hetzelfde als de beheerder van de
landerijen. Die heeft twintig pachters. Op de camping komen twintig
caravans en zesendertig plekken voor tenten voor de verhuur. Ik denk,
dat daaraan méér werk is. En dan het onderhoud nog. De
beheerder maakt ook vast meer uren, onregelmatig, ook in de weekenden.
Maar, in plaats van toeslagen voor onregelmatige uren, gratis wonen in
een stacaravan en redelijk gebruik van een telefoon.’
‘Je bent weer verschrikkelijk. Wat blijft er voor mij te rekenen over?’
‘Nou ja. Bepaal dan maar.’
‘Dan zit ik weer in de
problemen. Jij hebt hetzelfde salaris als de butler, maar je doet
méér. Kan ik je niet hetzelfde betalen als de beheerder
van het familiekapitaal?’
‘Nee, dat gaat niet, dat weet je. Ik doe misschien te veel, maar ik kan het niet laten.’
‘Goed, dan wacht ik een volgende gelegenheid af.’
‘Ik zal in de oproep
zetten dat het een heel makkelijke camping is, alles keurig op een
rijtje, weinig onderhoudswerk. Als daar niemand op af komt kunnen we
met het salaris altijd nog de hoogte in. Maar het lijkt me
redelijk.’
‘Prima, we wachten af.’
‘Ik denk aan ons
zwembad. Daar is net genoeg ruimte om er stretchers neer te zetten,
méér kon niet, anders zou het zwembad te klein worden. Je
moet wel meerdere slagen kunnen maken vóór je om moet
draaien. Ons zwembad in Boston was ongeveer net zo groot, het stuk om
op te zitten ook. Maar er was nog een grasveld bij. Dit meertje is
stukken groter. Er zal denk ik geeneens vaak in gezwommen worden, wel
gespeeld. Ruimte zat. En op het strandje en de zonneweide kan heel wat
jeugd. Tjonge, ik zie het voor me, niet zoals thuis een paar
stelletjes, maar tientallen blote jongens en meiden.’
‘Ik denk dat het
langzaam op gang komt, Simone, net zoals op het zonneterras. De
moedigsten komen eerst, als het fijn gaat komt de rest door mond op
mond reclame.’
‘Moedigsten?’
‘Ja, het wordt hier
anders dan op het zonneterras, denk ik. Daar leggen ze de laatste
kleding of een handdoek pas opzij als ze zitten of liggen. Hier gaan ze
ook lopen. In het begin alleen van en naar het water, al gauw overal,
denk ik. Nou, dat moet je durven. Als jongen, om alle meiden naar je
zwaaiende pikkie en je ballen te laten kijken. En meiden kunnen niet
gaan lopen met hun benen strak tegen elkaar. Als ze niet veel haar op
hun doos hebben zien de jongens hun gleuf.’
‘Tja. Ze moeten het zelf maar uitzoeken, hè?’
‘Ja, alleen wat ik in
het krantje heb gezet, indirect, de jongens moeten niet te veel laten
zien. Waar en wanneer ze aan elkaar gaan zitten zoeken ze ook maar uit.
Ze houden elkaar vast in toom. Ouderen snappen best dat ze niet veel
kunnen doen in bijzijn van twaalf- of dertienjarigen. Er hoeft
eigenlijk niet gecontroleerd te worden. De jeugd groet me overal
vriendelijk, ik denk, dat als ze klachten hebben me wel aanschieten.
Maar zeer waarschijnlijk lossen ze moeilijkheden zelf op, ze zullen
niet willen dat het meertje gesloten wordt.’
‘Heb je dit allemaal al bedacht?’
‘Ja, wat ik zei, ik bedenk wat ik hier zelf zou willen doen.’
‘Ja. Naar veel blote pikkies kijken.’
‘Ach, kleintjes. Ik zie thuis meer.’
‘Ja, en daar mag je vast onbeperkt aankomen. Wat zie jij voor je, Mark?’
‘Één en
al borstjes en bosjes haar met meer of minder zichtbare gleufjes en
jongetjes met een beetje stijf pikkie. Dat kan haast niet anders, of ze
zouden van steen moeten zijn.’
‘Het voelt anders aan.
Ik heb nooit gedacht er ooit meer dan één aan te raken.
Nou, ook al een paar eh normale, jong en wat ouder, een dikke en een
lange.’
‘Je had ook wat in te halen.’
‘Nee, dat hoefde ik
niet. Maar ik weet niet hoe het gegaan zou zijn al dit er al vanaf mijn
jeugd geweest was. Ik zal wel mee hebben moeten doen. Nee, ik had er
waarschijnlijk niet mee gezeten als het dan normaal was. Ik vind het
wel fijn hoe het gegaan is. Thomas was de eerste die me bloot zag en
aan me kwam. En andersom.’
‘Anders had Thomas vast een bijnaam gehad. Grote ballenjongen.’
Ze grinnikten. Ze liepen langzaam terug en gingen naar huis.
Week 33
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 21
Verzorgd door Tamara.
WEER NIEUWS OVER HET VOLGEND PLAN.
De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties zijn voltooid. De
beheerder van de huizen en ik zijn in alle getaxeerde huizen langs
geweest om een overzicht te krijgen voor de renovatie. We gaan nu
bepalen wat er gezamenlijk aangeschaft kan worden. Daarna gaan we alle
huizen weer langs, om op te nemen hoe de renovatie uitgevoerd zal
moeten worden. De bewoners hebben beperkt inspraak, de huizen moeten na
hun vertrek, om wat voor reden of wanneer dan ook, zonder verbouwing
door anderen bewoond kunnen worden.
De nieuwbouw.
Wat blijven die lui snel bouwen.
De firma die de garages bouwt is begonnen met de garages en de opritten bij de eerste acht blokken.
Het volgend plan.
Tja, soms is het amper bij te
houden. Twee weken terug schreef ik, de opdracht voor het opknappen van
het meertje is al verstrekt. De opdracht was naar dezelfde firma gegaan
die de strook voor de nieuwe huizen geëgaliseerd en afgerasterd
heeft. En wéér hebben ze zo snel gewerkt.
HET MEERTJE IS OPGEKNAPT.
TOEGANG VRIJ (Voorlopig alleen te voet)
MINIMALE KLEDING: GEEN (Ouders, let op uw jonge kinderen)
Ga er niet naartoe voordat je het volgende gelezen hebt.
Voor de laatste keer de fatsoenswaarschuwing.
We verwachten bij het meertje
een zelfde gedrag als op het zonneterras in het grote huis. Ieder lid
van het daar werkende personeel is graag bereid daar inlichtingen over
te verstrekken. Er zal geen toezicht uitgeoefend worden. Maar het
bestuur van de vereniging van huurders en ondergetekende behouden zich
namens meneer en mevrouw Wellingten het recht voor, wanneer zij daar
zijn, hetzij om even de gang van zaken te bekijken of om mee te doen,
om op- of aanmerkingen te maken. Er wordt niet verwacht dat dat nodig
zal zijn, er wordt vertrouwd op onderlinge controle. Andersom nemen zij
dan graag klachten of wensen in ontvangst.
Aanwijzingen voor de toegang.
Ga naar het eind van de
Wellingten Avenue, aan de kant van de hoge huisnummers, aansluitend op
de dwarsstraat naar de Hoofdstraat. Kom je met de auto, parkeer dan
daar naast de rijplaten.
De weg naar het meertje is
nog niet helemaal klaar. Het beton van het wegdek moet het nog
uitharden. En naast het wegdek moet er nog een geul gegraven worden
voor de leidingen. Daarom mogen er nog geen auto’s richting
meertje. Maar we wilden jullie niet langer laten wachten, zo ver lopen
is het niet.
Blijf binnen de afrastering. Het is privé-terrein, dat staat ook op een bord aan het begin van de toegangsweg.
Verblijf is op eigen
verantwoordelijkheid, al zal schade, veroorzaakt door het personeel of
de uitrusting van het terrein, vergoed worden.
De weg maakt bij de beek een
bochtje. Een stukje verder zie je dat de afrastering wat verder van de
weg gaat lopen. Dat is de toekomstige parkeerplaats, een honderd meter
lang.
Aan het eind van de weg komt de al eerder genoemde verrassing. Onthulling in het volgende krantje.
Net voor het eind van de weg kan je linksaf, vlak daarna zit een bochtje naar rechts en eindigt de weg.
Ga ruim vierhonderd meter
rechtuit. Nu over kale grond, later over gras. Zigzag door de openingen
in de rijen coniferen. Vóór je: het opgeknapte meertje.
Rondom het water een strook zand, verder ligt er gras. Samen: de gevraagde zonneweide.
Gelijk links na de coniferen komen nog kledingkluisjes en een fietsenstallingstalling.
Jullie kunnen veel of weinig
of geen kleding bij jullie houden, er komen in ieder geval roestvrij
stalen kluisjes, kastjes. Zonder sloten, want, ten eerste, er wordt
natuurlijk niet gejat en jullie laten dure spullen thuis. Ten tweede,
waar laat je een sleutel als je op de zonneweide geen kleding bij je
hebt?
Naast die kluisjes komt een
afvalbak met deksel. In één van die kluisjes komen
wegwerphanddoeken. Met daarbij een soort collectebus, voor vrijwillige
bijdragen. Ik verwacht ongeveer quitte te spelen, als het
méér of minder wordt geef ik op één of
andere manier wel een hint. Ik neem aan dat jullie badhanddoeken
meenemen om op te liggen en om jullie af te drogen. Die
wegwerphanddoeken zijn voor doeleinden waarvoor papieren zakdoekjes
eigenlijk te klein zijn, en dan bedoel ik niet je neus snuiten. Ja, ik
speel (bijna) geen verstoppertje. Ik ken de zeden en gebruiken in het
dorp, al hebben Thomas en ik niet overal aan meegedaan. Ik verwacht
natuurlijk wel, dat die wegwerphanddoeken niet al te openlijk gebruikt
worden. Ik wil niet zeggen dat het gebruik het daglicht niet kan
verdragen, maar wacht toch maar tot de zon onder is gegaan.
Doe een beetje voorzichtig op
het gras, het ligt er nét. We hopen, niet voor jullie, maar voor
het gras, dat het de komende weken voldoende regent om het gras niet
dood te laten gaan. (Anders ga ik vragen of de brandweer er een
oefening kan houden.) Zodra de waterleiding klaar is kan er gesproeid
worden, door de toekomstige beheerder. Door jullie, vooral na
zonsondergang, liever niet op het gras of op het zand. In het water kan
het wel, als dat niet te veel krimp veroorzaakt.
Wij wensen jullie veel plezier.
Overige onderwerpen.
Geen.
Dat was het weer, voor deze keer.
Tamara
Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
‘We hebben de taxateurs al een week niet meer gezien, we hebben aangenomen dat ze klaar zijn.’
‘Ik denk het ook.
Simone heeft de huisnummers en de prijzen bijgehouden, ze mist nog een
paar huizen. Die taxatierapporten zullen wel onderweg zijn.’
‘Misschien een brutale
vraag, maar waarom heeft de beheerder dat niet bijgehouden? Hij weet
het niet, maar hij durft het niet te vragen, omdat het om zoveel geld
gaat.’
‘Onder andere daarom,
het is boven zijn limiet. Maar hoofdzakelijk omdat ik zonder vertraging
wilde weten of er abnormale prijzen tussen zaten, dan kon ik daar
gelijk op reageren. Dat kwam één keer voor, maar dat
bleek een tikfout te zijn. De gemiddelde prijs zit zo’n tien
procent onder de twee ton, Tamara, dus heb ik geen probleem om de huren
laag te houden.’
‘Heel fijn. Je kijkt niet bezorgd, dus neem ik aan dat de betaling van al die huizen ook geen probleem was.’
‘Nee, het heeft zo’n vier maanden geduurd, mooi gespreid.’
‘Goed. De beheerder van
de huizen en ik zijn ook klaar met ons eerste rondje, daar hebben we
ook ongeveer zo lang over gedaan. We gaan nu bekijken wat er
gezamenlijk aangeschaft kan worden. Voor de keukens worden dat in ieder
geval honderden standaardkeukens, al of niet met een apothekerskast
ernaast of een afdeklat. De rest is maatwerk. Bijna overal kunnen
dezelfde centrale verwarmingsketels en toiletten. We gaan overal
keurige lijsten van maken, om offertes te kunnen vragen. Maar daar
wachten we nog mee, de nieuwbouw gaat wel snel, maar is nog lang niet
af. Herinneren jullie je die hele kleine huisjes, die de firma in
Jersey heeft laten bouwen? Die hoeven we niet af te breken. Als we die
ook renoveren zijn die geschikt voor één of twee
personen. Met een heel lage huur, want het grondoppervlak is erg klein.
We gaan nu alle huizen weer langs, om op te nemen hoe de renovatie
uitgevoerd moet worden. En om te vragen of er mensen willen ruilen met
die in een heel klein huisje. Vast wel. Dat zal ook wel weer een
maand of vier duren,
dan zijn we ruim op tijd klaar om daar offertes voor te vragen.’
‘Jullie tweeën doen het geweldig.’
‘Het wordt niet saai, waar ik eerst bang voor was, door de gesprekjes met de bewoners blijft het leuk.’
‘Je krantje was ook leuk. Slim, om zonodig de brandweer te vragen. Je was ook erg vrij.’
‘Ja, er zullen best
oudere mensen zijn die er zich aan storen, maar negenennegentig van de
honderd hebben het vroeger zelf ook gedaan. Ik heb mijn vader gevraagd,
heeft u het krantje gelezen? Ja, zei hij, je durft, nogal openlijk over
de zeden en gebruiken in het dorp schrijven. Zelfs dat jij en Thomas
niet overal aan meegedaan hebben. Ik weet dat je er over nagedacht
hebt, of je het kon schrijven. Je komt overal, je kan dat beter
beoordelen dan ik, dus heb ik geen kritiek. Ik vroeg, heeft u vroeger
meegedaan? Hij grinnikte. Nou, je bent getrouwd, je mag het nu wel
weten. Ja, nogal. Ik was op mijn zestiende geen maagd meer. Ik schrok.
Paps toch! Hij vertelde gewoon, dat er toen al jongens bloot in dat
meertje zwommen. En dat er wel eens meisjes meegingen, natuurlijk niet
de schuchterste typen. Vanaf dertien, veertien, was het normaal dat je
bij het scharrelen bij elkaar onder de kleding ging. Bij het meertje
kon je heerlijk bloot tegen elkaar liggen en overal makkelijk bij. Al
gauw liet zo’n meisje je lekker eh lozen. En leerde je hoe je
haar een plezier kon doen. Hij zei, ik zal mijn eerste keer nooit
vergeten. Haar ook niet, we grinniken naar elkaar, als we elkaar zien.
Ik heb een jaar verkering met haar gehad, toen vonden we allebei een
ander leuker. We lagen bij het meertje bloot in elkaars armen te
kussen, ze had me laten lozen, ik haar gestreeld. Méér
had ik nog nooit gedaan. Ik vroeg er wel eens om, ook al
vóór haar bij andere meiden, maar kreeg altijd nee te
horen. Aandringen, of, nog erger, opdringen, indringen, hoorde niet.
Dat deed je ook niet, je had zo een slechte naam. Maar toen voelde ik
haar hand tussen ons in gaan. Ik vond het best, ik wilde nog wel een
keer lozen. Maar ze stuurde me naar binnen. Heerlijk. Ik zei, dat zal
best, op uw zestiende. Maar was u niet benauwd om haar zwanger te
maken? Nee, zei hij, meisjes hoorden daarvoor te zorgen. Na haar moest
ik soms een condoom om, helaas. Maar beter mét dan niets.
Sommigen waren aan de pil, de dokter houdt zijn mond. Ze gingen
wél voor condooms naar de stad. Zij zei daarna, ik doe het al
een tijdje, als ik een jongen leuk vind. Ik had geen zin om tot mijn
vijfentwintigste of zo te moeten wachten. Ik zei, ik denk, dat de
meeste toch nog maagd zijn, als ze trouwen. Hij zei, ik weet het niet.
Maar waarschijnlijk zijn het er minder dan je denkt, zoiets vertel je
niet gauw. Ik vroeg, en mams? Hij schrok even. Dat zou ik eigenlijk
haar moeten vragen, maar hij wilde het me wel vertellen, zij zou toch
hetzelfde vertellen. Hij had al eens verteld, dat hij haar ontmoet had
toen ze achttien waren. Ze kwam uit een ander dorp, om hier in het
dorpshuis te dansen. Ze viel gelijk op me, zei hij, maar ik niet direct
op haar. Ze heeft me langzaam en heel voorzichtig, voor mij ongemerkt,
verleid. Ik ging van haar houden, wilde haar toen niet meer missen. Ze
heeft mij om verkering gevraagd, vóór ik het zelf durfde.
Je kan het nog zien, ze was één van de knapste. Daarom
heb jij ook niet te klagen. Toen mocht ik méér, bij het
scharrelen, maar ik bleef ik voorzichtig. Ik dacht dat ik haar langzaam
verleidde, maar ja. Ik denk dat ze na een jaar bij het meertje vroeg,
ben je nog maagd? Ik zei, nee, sorry. Ze zei, dat verwachtte ik al
niet, als een meisje één keer je lekkers gevoeld heeft
wil ze vast gauw meer. Ik had geen haast, maar ik wil je nu helemaal.
Je kan het vast al goed. Ik nog niet. Als je belooft met me te trouwen
mag je me nu ontmaagden. Ik ben aan de pil, je mag er bloot in. Wip
lekker, ook voor mij, en spuit maar lekker. Ik heb het beloofd, ben er
bloot ingegaan, heb haar ontmaagd, lekker gewipt en heerlijk gespoten.
Zij kwam gelukkig ook klaar, ze vond me heel goed. Ik haar ook, zo
hoefde niet veel bij te leren. We hebben allebei geen spijt dat we voor
ons huwelijk al heel vaak gevreeën hebben. We hebben goede
herinneringen aan het meertje. Als alles klaar is gaan we een keer
kijken.’
‘Wat een mooi verhaal. Jammer dat het niet in het krantje kan.’
‘Nee, maar ik heb het
wel in de computer gezet, zonder namen te noemen. Misschien kan ik er
later iets mee doen. Ik heb wel meer stukjes, al zijn de meeste ook
niet geschikt voor het krantje.’
‘Heb je daar allemaal wel tijd voor?’
‘Ja, doordat ik min of
meer kan doen en laten wat ik wil, zolang Thomas niet thuis is. De
beheerder en ik overleggen steeds hoe lang en wanneer we de volgende
keer op pad gaan. Ik denk, dat ik tussen een halve en driekwart week
per week werk, maar dat interesseert me niet, ik heb het heerlijk druk,
maar niet te.’
‘Dan zullen we je niet langer ophouden.’
‘Dit is geen ophouden. Maar ik ga er toch vandoor. Tot ziens.’
Week 34
‘Ik
heb wat telefoontjes om inlichtingen en dertig reacties op onze
advertentie voor een beheerder gekregen. Ik heb er zevenentwintig al
teruggeschreven en bedankt, ik vond ze niet enthousiast genoeg. Als er
nog brieven binnenkomen zet ik erop, te laat, retour afzender. Slome
duikelaars hoeven we niet.’
‘Misschien willen ze er eerst over nadenken.’
‘In de oproep staat, zo
spoedig mogelijk. Als ze om uitstel zouden bellen was er nog een mouw
aan te passen, Simone. Maar zo spoedig mogelijk is voor mij binnen een
week.’
‘Waarom zo’n haast?’
‘Omdat ze vast niet
gelijk aan het werk kunnen, met een opzegtermijn zitten. Mark zal daar
deze keer niets aan kunnen doen.’
‘Je hebt goed onthouden dat hij dat bij mij wel geregeld heeft.’
‘Zoiets vind ik leuk,
dat onthoud ik. Van die drie overige zijn er twee die wel verstand van
zaken hebben, redelijk enthousiast zijn, de derde is een bijzondere.
Alsjeblieft.’
Mark pakte ze niet aan.
‘Nee, dank je. Je hebt vast een voorkeur.’
‘Ja. Voor die derde.
Ene John Staples. Hij geeft toe dat hij weinig van campings weet. Hij
is boekhouder in een stadje, hij zou de verhuur en de administratie aan
moeten kunnen. Hij is heel handig, hij zou het onderhoud ook goed
kunnen doen, schrijft hij. Hij woont in een klein huurhuisje. Zijn
vrouw en hij hebben sinds drie maanden een dochtertje, en zijn vrouw
vindt het niet fijn dat hij in zijn vrije tijd zoveel uren op zijn
volkstuintje, een kwartier fietsen van huis, door moet brengen, om die
niet te laten verwilderen. Ze willen graag op het platteland wonen, ze
hebben geen behoefte aan luxe en zouden van het wonen in een stacaravan
in de natuur genieten. Als alles wat in de oproep stond klopte, zoals
niet te ver van goede voorzieningen en een school, wilde hij de baan
graag tegen de genoemde voorwaarden. Hij had één eis. Een
stukje grond voor een volkstuintje, niet te ver van de
stacaravan.’
‘Dat sprak je aan, natuurlijk.’
‘Ja, een beetje zielige
boekhouder, die van de natuur, zijn tuintje en zijn vrouw en dochtertje
houdt. Ik heb gebeld, ik kreeg eerst zijn vrouw aan de lijn, toen hem.
Ze klonken heel sympathiek. Hij zou er in salaris iets op
achteruitgaan, maar geen huur en minder onkosten hebben, dus netto erop
vooruitgaan. Maar daar ging het ze niet om, fijn wonen was meer
waard.’
‘Tja. En die andere twee?’
‘Beetje saaie brieven.’
‘Je wilt die John, hè?’
‘Ja. We kunnen hem toch
een proeftijd van twee maanden geven? Die twee maanden zijn huis aan
laten houden en de huur betalen?’
‘Twee maanden de plek van Thomas in de garage openhouden kostte me niets.’
‘Dat weet ik, maar anders had je het ook gedaan, je wilde Thomas.’
‘Je bent weer veel te
slim. Goed. Laat hem maar opdraven voor een gesprek, als je hem zo
graag wilt. Je snapt wel, dat ik Simone daar bij wil hebben.’
‘Ja, graag zelfs. Ik
kan me ook vergissen. Ik baseer me op één brief en
één telefoontje.’
Twee dagen later stapte Tamara het kantoor binnen, op de voet gevolgd door een jongeman.
‘Goedemorgen, meneer, mevrouw. Dit is John Staples. Hij kon een snipperdag nemen.’
‘Goedemorgen, meneer, mevrouw.’
Mark en Simone knikten.
‘Ga zitten,
alsjeblieft. Even kijken, ik heb me nog niet in je personalia verdiept.
Eh, twee jaar ouder dan Tamara, zie ik. Mogen we John zeggen?’
‘Graag, meneer.’
‘Meneer, hij is wat
overbluft. Hij wist niet veel meer dan wat er in de oproep stond en
werd van het station in de stad afgehaald met een Rolls. En in dit
grote huis binnengelaten door een butler.’
‘Geen auto, John?’
‘Nee, meneer. We kunnen
zonder en sparen liever. Mijn vrouw en ik zijn allebei eh van
eenvoudige afkomst en willen dat onze kinderen het wat beter
krijgen.’
‘Een goed streven.
Laten we het ook eenvoudig houden en het over de baan hebben. Alles
daaromheen zal Tamara je wel vertellen, voor zover dat nodig is. Heeft
ze je al haar functie uitgelegd?’
‘Ja, meneer. En dat er
andere beheerders zijn, ieder met een eigen taak. En ik heb onderweg
van het station hierheen een tekening van de camping kunnen
bekijken.’
‘Mooi. Het onderhoud
van de camping is hoofdzakelijk het onderhouden van
éénentwintig stacaravans en het terrein, hoofdzakelijk
gras. Zou dat lukken?’
‘Ja, meneer. Ik klus in
huis veel, want ik vind het zonde om een loodgieter of een andere
vakman te laten komen. Voor wat die vragen aan voorrijkosten kan ik
meestal driekwart van het materiaal betalen. Grasmaaien kan iedereen,
maar ik ben vrij netjes, al zeg ik het zelf. Met klussen ook, ik ruim
alles gelijk op en maak ook schoon. Mijn vrouw mankeert niets, maar ze
is niet zo sterk, dus doe ik wat meer thuis dan normaal. Denk ik.’
‘Mag ik even? John, mag ik een beetje persoonlijk worden?’
‘Ja, mevrouw.’
‘Kan je me iets uitleggen? De combinatie van niets mankeren en niet sterk zijn snap ik niet.’
‘U heeft gelijk, neemt
u me niet kwalijk. Mijn vrouw is geboren met een minder dan normale
longcapaciteit. Dat geeft geen problemen, zolang ze niet hardloopt,
veel moet bukken en opstaan of veel trap moet lopen binnen korte tijd.
Ik leg het nog verder uit, als u wilt.’
‘Graag, John.’
‘We hebben thuis een
trap, ze kan één keer op en neer, daarna is het beter als
ze vijf minuten wacht met een volgende keer. Met bukken net zo, een
paar keer gaat, daarna liever even rust.’
‘Gaat dat, met een baby?’
‘Ja, ze denkt vooruit,
dat heeft ze altijd gedaan. Daarmee voorkomt ze veel bukken of
traplopen binnen korte tijd, ze spreidt het.’
‘Zou ze gebaat zijn met een verandering van lucht?’
‘De lucht bij ons is niet erg vuil, maar elke verbetering is meegenomen.’
‘Als je een foto van ze bij je hebt zou ik die graag zien.’
John haalde twee foto’s tevoorschijn en gaf ze aan Simone.
‘Mijn vrouw, Maureen, en ons dochtertje, Crystal.’
‘Je dochter lijkt op je vrouw. Dezelfde heldere ogen.’
‘Ja, mevrouw. Ik ben
ooit door haar mooie ogen voor mijn vrouw gevallen. Daarom hebben we
onze dochter Crystal genoemd.’
‘Mooi.’
Simone gaf de foto’s aan Tamara.
‘Leuk stel.’
Tamara gaf ze aan Mark.
‘Leuk stel? Geef me maar een dozijn.’
Mark gaf de foto’s aan John terug.
‘Goed, John. Ik neem
aan, dat je met de administratie van de camping geen probleem zal
hebben. Het gaat hoofdzakelijk om het verhuren en het afrekenen
daarvan. Verder alleen het bijhouden van de kosten die je moet maken,
denk ik.’
‘Dat moet ik makkelijk
aankunnen, meneer. Ik heb iets niet geschreven, in de haast, mijn vrouw
en ik moesten eerst overleggen. Ze is secretaresse geweest, ze wil me
graag helpen, zeker als er mensen bellen of schrijven om te reserveren.
Ze denkt, ook als er meer kinderen komen, dat willen we graag, dat ze
daarvoor toch aardig wat tijd heeft. Een stacaravan is minder
bewerkelijk dan een huisje met een verdieping.’
‘Dat zou prettig zijn.
Onder jouw verantwoordelijkheid, natuurlijk. En het salaris zal je
verhoudingsgewijs moeten delen.’
‘Ja, meneer. We delen alles al.’
‘Prima. In verband met
méér kinderen, de stacaravans hebben een slaapkamer met
een ouderslaapkamer en twee slaapkamers met ieder een stapelbed.’
‘Ja, meneer, daar
hebben we ook over gesproken. Méér dan drie is niet de
bedoeling. Als de kinderen groter worden zouden er problemen kunnen
komen. Als ze huiswerk moeten maken of als ze meer ruimte nodig hebben,
bijvoorbeeld bij langere periodes met slecht weer, als ze er niet uit
kunnen. Tot die tijd hopen we er fijn te wonen. Voor daarna denken we
aan het huren van de stacaravan ernaast of van een huis in het dorp.
Volgens de tekening en wat ik bij het doorrijden van het dorp gezien
heb, kan ik op de fiets vanuit het dorp makkelijk binnen tien minuten
op de camping zijn. Maar ik weet niet of het een eis of een
mogelijkheid is, om op de camping te wonen.’
‘Eerlijk gezegd, geen idee. We zijn ervan uitgegaan om de beheerder daar te laten wonen. Tamara?’
‘Op andere campings is
de beheerder ‘s nachts ook niet altijd aanwezig. Maar zal ik op
de buitenkant van het gebouwtje een telefoon onder een kap aan laten
brengen? Zo’n telefoon om munten in te doen? Niet iedereen heeft
een mobiele telefoon.’
‘Is er dan een kabel voor de telefoon?’
‘Wij hadden hem
inderdaad glad vergeten, gingen van de mobiele telefoon van het huis
uit. Maar hij komt, dankzij Peter. Die belde, of er geen telefoon in
het kantoortje moest komen, mensen bellen liever niet naar een mobiel
nummer. Ik zal voor de zekerheid vragen of er meer telefoons over die
kabel kunnen. Vast wel. Anders kan er een dikkere kabel komen. Net op
tijd, de toegangsweg is klaar en van de week zouden de geulen gegraven
worden. Waarschijnlijk gaan de kabels en zo volgende week de grond
in.’
‘Die Peter toch, zijn gewicht in goud waard. Goed. Nu over jouw eis, John.’
‘Eis is een zwaar
woord, meneer, achteraf. Ik heb altijd genoten van wat verbouwen, in de
stad toch met de natuur bezig te zijn. En daardoor hoefden we ook
minder groente en zo te kopen. Mijn vrouw vond het niet erg, ze
vermaakte zichzelf wel, als ik op mijn tuintje zat. Soms ging ze mee.
Maar ik moet er, afhankelijk van het seizoen, per dag gemiddeld een uur
naar toe, en er komt een kwartier heen en een kwartier terug bij.
Minder kan niet, anders wordt het wildgroei. Ik heb moeite om er mee te
stoppen, maar het zou moeten, mijn vrouw vindt het te veel, eigenlijk
al sinds ze een halfjaar in verwachting was. Dan maar wat duurder uit
voor de groenten. Ik werd door een vriend getipt over uw oproep. Ik zag
mogelijkheden, een uitweg. Maar ik had niet veel hoop dat u een
boekhouder aan zou nemen. Na het telefoontje van Tamara
méér, ik hoopte haar duidelijk gemaakt te hebben dat ik
het aan zou kunnen. Dat denk ik nóg. Ik hoef geen grote tuin,
meneer, die heb ik nu ook niet. Een meter of vijf bij een meter of
vijf.’
‘Meer niet? Tamara?’
‘Tussen het gebouwtje en de eerste caravan is er méér vrij.’
‘Mooi. Geregeld, John. Verder nog wat, Tamara?’
‘Nee, meneer. Graag, meneer.’
Mark grinnikte.
‘Ja, ja. Simone?’
‘Graag, Mark.’
‘Twee handen op
één buik. Maar jullie zullen geduld moeten hebben,
zakelijkheid komt eerst. Tamara, neem John mee naar het dorp, wijs hem
de school en de winkels en ga bij je vader lunchen, op onze kosten.
Daarvoor of daarna of tussendoor kijk je met hem op de camping. Kom dan
terug, dan hebben wij ook geluncht. Zoveel tijd heb je toch wel,
John?’
‘Tot de laatste trein, meneer. Ik zou mijn vrouw bellen als ik met het avondeten niet thuis zou zijn.’
‘Prima. Tamara, leg hem ondertussen ook één en ander uit. Tot straks.’
Tamara en John vertrokken.
‘Wat denk je, Simone?’
‘Tamara heeft een goede
neus. Ze zei begin van de week, een beetje zielige boekhouder, die van
zijn vrouw, kindje, de natuur en zijn tuintje houdt. Ik vind hem niet
zielig, hij heeft het alleen als boekhouder niet naar zijn zin. Ik vind
hem ook sympathiek, er zit niets kwaads bij. Hij is wat terughoudend,
maar dat gaat wel over. Hij was ook eerlijk over de gezondheid van zijn
vrouw. Ik zou hem, én zijn vrouw, graag een kans geven. Bij
Thomas was een proeftijd eigenlijk niet nodig, bij hem wél, het
is een grote verandering voor ze. Maar ze redden het vast.’
‘Dank je wel. Ik moest
wel grinniken om Tamara, met haar gemeneer en gemevrouw. Thomas zal ook
wel lol gehad hebben, ze heeft hem vast stijfjes bedankt, toen ze met
John aankwam. Dank je, Thomas, ik vind de weg verder zelf wel. Als ze
terugkomt kent ze John alweer wat beter. Als ze niet laat merken dat ze
van mening veranderd is nemen we hem aan. Akkoord?’
‘Akkoord. Lunchtijd.’
Niet lang nadat Mark en Simone weer in het kantoor zaten kwamen Tamara en John weer binnen.
‘Zeg het eens, John.’
‘Tamara heeft me eerst
meegenomen naar haar kantoortje. Daar heb ik een folder van de
stacaravans gezien. Groter dan ik dacht. Daar eh zouden we prima in
redden. Verder heeft ze me tekeningen van het dorp en de landerijen
laten zien. Het dorp ziet er leuk uit, maar Tamara heeft me gewezen op
slecht onderhoud en me de renovaties uitgelegd. Ik snap nu beter waarom
er stacaravans nodig zijn. Soms méér dan acht, meneer,
anders moeten de werklui wachten totdat de ene bewoner zijn huis weer
ingericht heeft en hij uit een caravan vertrokken is en de volgende
daarin kan en zijn inrichting opgeslagen is.’
‘Tamara?’
‘Hij heeft gelijk. Daar hebben we niet aan gedacht, aan die overlap. Nou, met twintig zal het wel lukken.’
‘Ik vind het wel grappig, dat jíj dingen regelt en wíj dingen vergeten.’
‘O. Nou ja, wíj bedenken dingen die ík dan regel. Zodoende.’
‘Goed. Verder, John?’
‘De camping ligt mooi,
niet te dichtbij en niet te ver van het dorp. De camping zelf is
schitterend. Eenvoudig, strak. Ze zijn nu geulen aan het graven, met
een machine, maar ik zag voor me hoe het zou worden. Overal gras
behalve stroken langs het water. Heel geschikt als familiecamping, al
zullen de ouders op moeten letten dat kleine kinderen niet te ver het
water ingaan. Dat is vanaf iedere caravan en tent te zien, maar ik heb
Tamara voorgesteld om voor voldoende reddingsmiddelen te zorgen.'
‘Hebben wíj dat vergeten, Tamara?’
Ze grinnikten.
‘Nee, ik heb de
voorstellen van de vereniging van campinghouders aangehouden. Maar die
zijn wat zuinigjes, ik zal voor méér zorgen.’
‘Prima. Je hebt goede
ideeën, John. Mocht je niet aangenomen worden of er vanafzien,
Tamara zet je in ieder geval op de lijst van ideeënaandragers. Die
worden later beloond.’
‘Dank u, meneer. Tamara
heeft me ook een folder van maaimachines laten zien. Ik zou daar heel
goed de camping en de toegangsweg er mooi strak bij kunnen laten
liggen. Tamara wil verdere details van het onderhoud en zaken zoals
vuilafvoer aan de beheerder overlaten. Dat zou ik ook redden.’
‘Zou je vrouw het redden?’
‘Daar ben ik honderd
procent van overtuigd, meneer. Het is ook een mooie, rustige plek voor
kinderen om op te groeien. Als ons dochtertje wat ouder is zullen er
vast wel meer kinderen op de camping zijn, zeker ‘s zomers, om
mee te spelen. Als ze dan geen broertjes of zusjes heeft. Ik eh zou er
heel graag beheerder worden, meneer, mevrouw.’
‘Laat ik je eerst nog
wat uitleggen. Tamara heeft je haar functie uitgelegd, maar vast, uit
bescheidenheid, niet volledig. Er zijn andere beheerders, jij zou er
ook één worden. Allemaal zijn ze aan mij verantwoording
schuldig. Ze hebben allemaal een limiet, waaronder ze zonder iets te
vragen mogen handelen. Alles komt natuurlijk in de boeken, die zie ik
later, daar kan ik dan opmerkingen over maken. Dat komt zelden voor,
bij twijfel bellen de beheerders even. Voor de camping heb ik die
limiet nog niet bepaald, ik heb nog geen idee wat daar om zal gaan. In
het begin zal er gereedschap aangeschaft moeten worden, maar de limiet
zal hoger liggen. Je zou je moeten laten adviseren door een vakman,
want goedkoop is duurkoop.’
‘Ik zou kunnen beginnen met mijn eigen gereedschap, meneer. Dat is ook degelijk.’
‘Prima, dat is te verrekenen. Is je de positie van beheerder duidelijk?’
‘Ja, meneer. Alleen die
van Tamara niet. Troubleshooter, manusje van alles, maar hoever reikt
dat? Ik wil wel zeggen, al zit ze erbij, dat ik haar eh opmerkelijk
vind, erg veelzijdig en van veel op de hoogte.’
‘Goed gezien, John.
Officieel is Tamara niet mijn plaatsvervanger, dat is mijn vrouw. Maar
ze functioneert wel als zodanig. Ze heeft vrije toegang bij alle
beheerders, al zijn die haar officieel geen verantwoording schuldig,
alleen mij. Maar, de beheerders worden verondersteld haar vragen te
beantwoorden en haar suggesties uit te voeren. De pachters en huurders
moeten met problemen bij haar aankloppen, om de beheerders en mij te
ontlasten. Heeft Tamara je verteld wat voor opleiding en werkervaring
ze had, vóór ze bij me kwam werken?’
‘Nee, meneer. Gezien haar veelzijdigheid durf ik er ook niet naar te raden.’
‘Dan staat je nog een
verrassing te wachten, dat hoor je nog wel. In ieder geval, om kort te
gaan, jij zou haar officieel geen verantwoording schuldig zijn, maar je
zou voor je eigen bestwil, zeker in het begin, bij het minste of
geringste probleempje of vraagje haar maar beter kunnen bellen. Ze zal
je graag helpen. Mochten jullie er niet uitkomen, dan hoor ik dat van
één van tweeën.’
‘Het is me nog niet honderd procent duidelijk, maar het voldoet. We zullen er vast uitkomen.’
‘Goed. Heeft Tamara je verteld over de proeftijd en dat we zolang je huishuur zouden betalen?’
‘Ja, meneer, dat zou erg prettig zijn.’
‘Wanneer zou je kunnen beginnen?’
‘Ik heb een
opzegtermijn van een maand, omdat ik nog niet zo lang bij mijn huidige
werkgever werk. Ik heb nog een paar vakantiedagen. Eind komende maand
zou ik kunnen beginnen.’
‘Tamara?’
‘Eh volgende week de
kabels en zo. De week erop het gras, de week daarop zouden de eerste
caravans geplaatst kunnen worden. Ik eh kom er graag straks op terug,
meneer.’
‘Goed. John, waarom werk je nog niet zo lang bij je huidige werkgever?’
‘Ik ben bij die
daarvoor niet ontslagen, meneer. Ik ben een paar keer van baan
veranderd omdat ik ergens anders méér kon verdienen. Bij
één bedrijf klim je als beginnend boekhouder erg langzaam
op, zo ging het wat sneller. Geld is lang niet het belangrijkste in het
leven, maar een zeker minimum, wat méér dan een beginnend
boekhouder krijgt, is wel zo prettig.’
‘Boekhouden is, geloof ik, niet je lust en je leven.’
‘Nee, meneer, ik ben
daar door mijn vader in terechtgekomen. Wat ik wél wilde is me
pas de laatste tijd wat duidelijker geworden, meer richting natuur. Ik
wist alleen niet wat. Als campingbeheerder zou ik me uit kunnen leven.
In de natuur, die op de camping onderhouden. Ik miste ook kontact met
mensen. Het werk is niet zo veelzijdig als dat van Tamara, maar mijn
vrouw en ik zouden er erg gelukkig zijn.’
‘John, wat zou je met je huisraad doen?’
‘Bijna alles zou teruggaan waar het vandaan kwam, een tweedehandswinkel.’
‘Zijn jullie zo zuinig?’
‘Nee, mijn vrouw en ik
geven niet om materiele dingen. We eten liever goed, een beetje lux.
Het enige wat we nieuw gekocht hebben is ons matras en alles voor onze
dochter. Ik zou voor de verhuizing een auto met een aanhanger kunnen
lenen, één keer heen en weer zou genoeg zijn.’
‘Goed. Ik ben uitgevraagd. Simone?’
‘Geen vragen.’
‘Van mening veranderd, Tamara?’
‘Nee, zeker niet.’
‘Goed. We nemen je graag aan, John.’
‘O. Dank u wel.’
‘Waar wilde je op terugkomen, Tamara?’
‘Ik heb wat adviezen
voor John. Leen of huur komend weekend een auto, en kom met je vrouw
hier kijken. Autohuur of benzine vergoeden we. Je bent er van overtuigd
dat je vrouw het hier zal bevallen, maar ik zou het toch prettiger
vinden als zij het hier ook even kan zien. Ik geef je wel alvast een
folder van de caravans mee. Zeg ná het weekend pas je huidige
baan op, als je vrouw hier ook iets in ziet. Zo niet, dan doen we alsof
je hier niet geweest bent.’
‘Ja, dat is mooier. Dank je wel.’
‘Je hebt mijn
telefoonnummer, bel even als je komt. Ik leid jullie graag rond en ik
kan sommige vragen van je vrouw beter beantwoorden dan jij.’
‘Ja, vast. Ik bel hoe laat we komen. Waar?’
‘Bij mij thuis, dan gaan we hetzelfde doen als vandaag.’
‘Heel fijn. Dank je wel.’
‘Verder, je kan eind
volgende maand beginnen. Maar je caravan is de week daarvoor, zelfs
misschien al iets eerder, aangesloten. Ik houd je op de hoogte, geef je
steeds nauwkeuriger de juiste dag op. Ik had graag, dat je er zo
spoedig mogelijk introk. Of er minstens overdag zou zijn. Dan kan je
toezicht houden op het plaatsen van de overige caravans. Ik vertrouw
het bedrijf dat ze levert, plaatst en aansluit wel, maar die zullen het
ook prettig vinden als er dan al een beheerder woont. Zou je
één of twee weken onbetaald vrij kunnen nemen? Onbetaald
door je huidige werkgever bedoel ik, wíj betalen je dan, je
aannamedatum wordt dan vervroegd.’
‘O. Misschien wel, als hij toch al weet dat ik weg ga.’
‘Goed. Dat was het, meneer.’
‘Dank je wel.
Voortreffelijk. John, dat was een demonstratie hoe Tamara vooruitdenkt
en wat ze mag regelen. Dat laatste ligt niet precies vast, bij twijfel
vraag ze het me. Zo moet jij ook te werk gaan, over het beheer van de
camping vooruitdenken, beslissingen nemen en bij twijfel Tamara
raadplegen. Je zal vast moeten wennen hoe we hier met elkaar omgaan.
Nog één ding. Kom komend weekend ook even bij ons langs,
met je vrouw, met of zonder Crystal, ik weet niet of je haar mee kan
nemen. Ik wil graag dat je vrouw kennis maakt met mijn vrouw, omdat die
als vraagbaak op het persoonlijke vlak fungeert voor al het personeel.
Je weet maar nooit wat er op dat vlak voor probleempjes optreden, en
zij kan door haar ervaring en huidige mogelijkheden veel hulp verlenen.
Als ze dan al kennisgemaakt heeft wordt dat makkelijker.’
‘Graag, meneer.’
‘Goed. De rest is voor
jou, Tamara. Misschien wat eten in de keuken, reiskosten vergoeden en
naar de trein brengen. Blijf in contact met Tamara, John. Wij zien je
graag komend weekend weer. Ik hoop dat je aan de slag kunt de dag zodra
de eerste caravan aangesloten is.’
‘Dank u wel, meneer, mevrouw. Tot ziens.’
‘Dag, Simone, Mark.’
‘Maak dat je wegkomt, ondeugd.’
Nog voor het weekend kwam Tamara weer langs.
‘Vóór
John en ik weggingen, na ons gesprek hier, heeft hij naar huis gebeld.
Maureen was ook vreselijk blij. Ze vertrouwde John wel, maar vond het
ook fijn om zelf te mogen kijken voor hij zijn baan op zou
zeggen.’
‘Dat had je goed verzonnen.’
‘Tja, ik stelde me voor
dat ik haar was. Ik vertrouw Thomas ook volledig, maar belangrijke
zaken zoals banen en verhuizingen moet je toch samen doen. Goed. Ik ben
een keer, vroeg op de avond, bij het meertje gaan kijken. Er stonden
een paar auto’s keurig geparkeerd aan het eind van de Avenue, dus
ik wist dat er lui waren. Er waren geen werklui, maar de geulen
schieten al op. Er waren vanaf het eind van de weg fietssporen te zien,
meer niet. Ook keurig. Die fietsen lagen op de plek waar de
fietsenstalling komt. Er waren ongeveer twaalf jongens en twaalf
meiden. Ik schat, tussen de achttien en de vijfentwintig. Ik ben bij de
ingang gebleven, ze zwaaiden, maar kwamen niet naar me toe.’
‘Ga verder, je weet dat ik nieuwsgierig ben.’
‘Ik heb genoten,
Simone. Er waren er een paar in het water, er liepen er een paar van en
naar het water, de rest lag, meestal met z’n tweeën, naast
elkaar op het gras.’
‘Ga nou verder.’
‘Een heel mooi gezicht,
tien pikkies, één onder een handdoek, één
onder water, vierentwintig borsten en elf behaarde dozen,
één doos onder water. Zo goed?’
‘Een beetje kort.’
‘Die in het water deden
volgens mij wat wij ook in het water doen. Die van en naar het water
liepen, liepen hand in hand, hij met een slingerend pikkie, zij met
schuddende borsten. Van de rest op het gras zaten er een paar een
beetje aan elkaar. Maar ze waren allemaal heel rustig. Het is een
paradijsje.’
‘Fijn. Jammer dat wij
niet mee kunnen doen, hè, Mark? We moeten het maar bij het
zonneterras en het zwembad houden.’
‘Ik denk, dat als de
nieuwbouw en de renovaties achter de rug zijn, en alles z’n
normale gang gaat, wij er ook naar toe kunnen. Wat denk je,
Tamara?’
‘Jullie kunnen
natuurlijk wel een kijkje gaan nemen, net als ik gedaan heb. Met
meedoen zou ik inderdaad wachten. Anders voorzie ik, Mark, dat hordes
blote meiden zich op je zullen storten om je te bedanken. En dat alle
jongens je willen omhelzen, Simone, je borsten tegen zich aan willen
drukken en hun pikkie tegen jou, met de smoes je te willen bedanken. Ik
waarschuw wel, als ik denk dat de gemoederen qua dankbaarheid wat
bedaard zijn. Jammer, hè? Droom er maar van. Tot ziens.’
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 22
Verzorgd door Tamara.
WEER NIEUWS OVER HET VOLGEND PLAN.
De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De beheerder van de huizen en
ik gaan alle huizen weer langs, om op te nemen hoe de renovatie
uitgevoerd zal moeten worden. De bewoners hebben beperkt inspraak, de
huizen moeten na hun vertrek, om wat voor reden of wanneer dan ook,
zonder verbouwing door anderen bewoond kunnen worden.
De nieuwbouw.
Wat blijven die lui snel bouwen.
De toekomstige bewoners van
de Wellingten Avenue nummers één en drie zijn benaderd om
het behang en de tuin uit te gaan zoeken. Want hun huis is, als het
goed is, over ruim drie weken klaar.
Zolang we de puzzel wie waar
nog niet helemaal opgelost hebben blijven we er twee per week
benaderen. Daarna maken we de volledige lijst openbaar, zodat jullie
niet alleen weten wie waar, maar ook ongeveer wanneer.
Het volgend plan.
Ik heb gehoord dat jullie je keurig aan de toegangsregeling en de andere verzoeken houden.
Ik heb het ook zelf gezien,
ik ben een keer gaan kijken. Ik had geen tijd om mee te doen, maar ik
heb genoten. Niet alleen van hoe jullie eruit zagen, ook van hoe jullie
kennelijk met veel genoegen gebruik maken van de zonneweide en het
meertje.
Nu de onthulling van de verrassing die vóór het meertje komt. Als jullie het al niet geraden hebben.
ER KOMT EEN CAMPING.
Ik zal eerst de aanleiding
vertellen. We zijn natuurlijk de renovatie van de ‘oude’
huizen aan het voorbereiden, al kan daar pas mee begonnen worden als de
nieuwbouw klaar is. Één onderdeel van de voorbereidingen
is het onderzoek door de beheerder van de huizen en mij.
Een ander onderdeel is,
tijdens de renovatie van hun huis zullen de bewoners eruit moeten. We
weten nog niet hoelang, dat zal ook niet overal hetzelfde zijn. We
moeten jullie dus gedurende die tijd ergens onderbrengen. We dachten
eerst, in de nieuwbouwwoningen die overbleven. Totdat we op het idee
kwamen, om én die acht buitenploegen én die acht
binnenploegen aan het renoveren te zetten. Maar er bleven geen acht
huizen vrij. En we zouden al jullie spullen twee keer moeten verhuizen,
want die moeten ook het huis uit, anders zouden ze vies of beschadigd
kunnen worden en kunnen de werklui niet opschieten.
Meneer en of mevrouw
bedachten om in het dorp acht containers voor jullie spullen en acht
stacaravans voor jullie verblijf neer te zetten. Tja, containers kan,
er zijn voldoende open plekken in het dorp. Vóór de
verhuizing en als jullie weer in jullie huis kunnen, kunnen die
containers voor de deur gezet worden. Maar stacaravans op open plekken
zijn moeilijk aan te sluiten. Ze waren op het idee gekomen om die acht
caravans bij elkaar te zetten, een campinkje te maken. En die caravans
na de renovatie te gaan verhuren, dan brachten ze hun geld op, en dat
van de aanleg en de aansluitingen, in plaats van onkosten te
veroorzaken. Volgende stap, als er toch een campinkje moest komen, dan
gelijk maar een wat grotere. Ook met plaats voor tenten en campers. Dan
loonde het ook om een beheerder aan te stellen.
Maar waar? Het liefst binnen
het gebied van de familie, anders moest er huur betaald worden.
(Logisch toch, meneer Hammond?) Toen dacht ik aan het meertje waar de
jongens onge . . . stoord zwemmen. Ik heb Thomas telefonisch om advies
bevraagd. Die zei, een goed idee. Maak een toegangsweg vanaf het dorp.
Zoek wel een oplossing voor ons zwemmen.
Die oplossing vond mevrouw.
Ze zei, wat meer graafwerk kan best. Zoek voor of voorbij dat meertje
een plek voor de camping. Niet te dichtbij het meertje, de
campinggasten hoeven er niets van te zien. Ze moeten wel weten wat er
aan de hand is, misschien willen ze meedoen. En meiden willen misschien
ook in dat meertje zwemmen.
Dat laatste hebben we jullie dus al gevraagd, met de bekende afloop.
Wat komt er op de camping?
Bij de toegang, aan het eind
van de toegangsweg, komt een gebouwtje voor de beheerder. Met een
receptie, een magazijntje voor reservespullen voor de stacaravans en
gereedschap. Een winkeltje voor tentspullen en douches voor de
tentbewoners.
Daarnaast, met de deuren naar
het water, de stacaravan voor de beheerder. Daarnaast, verder langs het
tot meertje vergrote beekje, nog twintig caravans, acht voor de mensen
die bij de renovatie hun huis uitmoeten, de rest voor de verhuur. Die
acht, voor en na de renovatie, óók voor de verhuur.
Aan de overkant komen zesendertig plaatsen voor tenten of campers.
De geulen, die nu gegraven
worden, zijn voor de aansluitingen. Het gebouwtje voor de beheerder en
de caravans worden aangesloten op de riolering, de waterleiding en de
elektriciteit. Bij de tentplaatsen komen om de twee plaatsen een put om
afvalwater in te storten, twee waterkranen en twee stopcontacten. In en
op het gebouwtje voor de beheerder komt ook telefoon.
Nog een verzoek.
Ik heb aanwijzingen gegeven hoe jullie bij het meertje kunnen komen.
Ik heb een aanvulling op het
gedeelte, ‘nét voor het eind van de weg kan je linksaf,
vlak daarna zit een bochtje naar rechts en eindigt de weg. Ga ruim
vierhonderd meter rechtuit. Nu over kale grond, later over gras.’
Die kale grond wordt een
grasstrook van vier meter breed, twee meter om te parkeren, twee meter
om te rijden, voor de gebruikers van de caravans, om hun boodschappen
uit te laden en hun auto te parkeren.
Ter bevordering van de rust
op de camping dienen bezoekers hun auto’s op de parkeerstrook
vóór de ingang te zetten. De meeste van jullie zullen wel
lopend of met de fiets komen, maar willen jullie auto’s ook op de
parkeerstrook zetten en het laatste stukje lopen? En het, bij het
achter de caravans langslopen of -fietsen, een beetje rustig houden,
zeker op de late avond? Alvast weer bedankt voor de prettige en sociale
samenwerking.
Overige onderwerpen.
Geen.
Dat was het weer, voor deze keer.
Tamara
Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Zie voor het vervolg ‘Simone in Engeland ’ deel 3
Klik hier om een ander verhaal te kiezen en/of een email met commentaar te sturen.