Simone in Engeland

Deel 2: Veel nieuwe Zaken


Tiara

B.W. van Daalen



Inhoud:



© B.W. van Daalen

(Vanaf 27-11-’04)

Eerder werk:
2 Weken en Daarna
14 Dagen en Daarna  (Gekuiste versie van 2 Weken en Daarna)
Affaire Driehoog
Oaseliefde
Muurversiering
In en om Simone (Deel 1 t/m 3)
Simone  in Engeland (Deel 1)


Alle genoemde personen zijn fictief.

Dit verhaal mag, geheel of gedeeltelijk, zonder schriftelijke toestemming van de
schrijver, niet gereproduceerd of verspreid worden.
Niet op een ouderwetse manier, ook niet op een moderne manier.
Het mag wel, geheel of gedeeltelijk, doorverteld worden, mits met bronvermelding.


 Voorkomende personen 

Al in vorige delen:

A.B.         Jensen            Verslaggever NYT
Aimee                             Vriendin enz. van Mike
Charles                           Schoonvader van Mark Wellingten
Claire                              Engelse nicht van Mark
Dave        Cresswall        Latere eega van Renee
Emily       Wellingten       Dochter van Mike en Aimee
Jamie      Thomson          Vriend enz. van Silvia
Karen                               Latere verkering van Stefan
Kevin                                Latere eega van Karen
Leo                                   Eega van Tamara
Mark       Wellingten       O.a. chirurg
Mike        Wellingten       Zoon van Mark en Simone
Ralph                                Cafetariamedewerker
Renee                              'Verkering' van Mark op z'n 16e
Richard    Thomson          Zoon van Jamie en Silvia
Silvia        Wellingten       Dochter van Mark en Simone
Simone     Wouters          Verpleegkundige
Stefan     Westerdorp    Vanaf de boot 'vriend' van Simone
Tamara                             Eerder geëmigreerde vriendin
Thomas    Peterson          Butler in Engeland
Thomas    Peterson          Zoon van butler in Engeland
Vivian                               1e Eega van Mark Wellingten

Vanaf dit deel:

Alex P. T.  Wellingten     Zoon van Mike en Aimee
Bianca T.   Thomson        Dochter van Jamie en Silvia
Crystal      Staples         Dochter van John en Maureen
Francis                           Dienstmeisje, latere eega van Ian
                  Hammond     Kruidenier
Ian                                  Leraar, o.a.
John          Staples         Campingbeheerder
Johnny      Staples         Zoon van John en Maureen
Maureen   Staples         Egaa van John
Peter                              Eigenaar grondverzet- en afrastingfirma
Ryan                               Eigenaar telefoon- en computerwinkel
Tamara     Hillman         Verkering enz. van Thomas jr.


 Korte inhoud van het voorafgaande

In en om Simone‘ deel 1:

Simone was enig kind. Ze volgde een opleiding voor verpleegkundige, na haar slagen daarvoor nog meer cursussen en werkte ook een paar uur per week bij een consultatiebureau waar moeders met kleine kinderen kwamen voor controle en de vereiste inentingen.

Nadat haar ouders door een ongeluk omgekomen waren besloot ze, omdat de overige familieleden inmiddels ook al overleden waren, op aanraden van Tamara, een geëmigreerde, vriendin ook te emigreren, ze wilde verandering. Ze ging met een boot, om rustig over te kunnen schakelen. Op de boot ontmoette ze een leeftijdgenoot, Stefan, die ook emigreerde, maar al wat thuis was in de USA. Hij ging werken als hoogleraar aan de Universiteit van Boston, zij als verpleegkundige in het ziekenhuis daarvan. Haar vriendin en hij hielpen haar op weg in haar nieuwe omgeving. Stefan en Simone zagen niet genoeg in elkaar voor een gezamenlijke toekomst, maar gingen wel een flat en een beetje hun leven delen. Ze spraken af elkaar vrij te laten wanneer er iemand opdook waar ze wél meer in zagen voor de rest van hun leven. Voor Stefan werd dat Karen, Hoofd Opleidingen van het ziekenhuis. Daar raakte ze ook bevriend mee, ze ging met haar een flat delen nadat Stefan door een verkeersongeluk omgekomen was.

Na een tijd werd ze door een chirurg, Mark Wellingten, waar ze op haar werk wel eens contact mee had, gevraagd om bij hem te komen wonen om Charles, zijn lichamelijk licht gehandicapte schoonvader, ook weduwnaar, te verzorgen en overdag gezelschap te houden. Het huis was door Mark gekocht toen hij voor zijn schoonvader wilde gaan zorgen. De vorige eigenaren waren drie alleenstaande heren die op de eerste verdieping ieder een zitslaapkamer hadden, met eigen badkamer en kookgelegenheid. Ze zou één van die kamers krijgen en een uitstekend salaris. Ze nam de ‘baan’ aan maar maakte er een manier van leven van, ze zorgde voor beiden.

Ze praatte ook veel met Mark. Door haar vrije manier van praten vertelde hij haar al gauw alles over zijn verkeringen, waaronder één met Renee, en over zijn huwelijk met Vivian. Zij vertelde hem het meeste van haar geschiedenis. Ze kregen al gauw verkering. Af en toe vertelde hij iets over zijn afkomst. Vrij snel na het ontstaan van Boston was een voorvader vanuit Engeland gekomen. Niet helemaal geëmigreerd, hij hield zijn huis in Engeland aan. Met zijn pensioen ging hij terug naar Engeland, zijn kinderen bleven hier. Zo was dat steeds gegaan. Zijn vader was bij zijn pensioen naar Engeland gegaan om vanuit het voorvaderlijke landhuis het familiebedrijf te leiden. Mark zou bij zijn pensioen het van hem over kunnen nemen, als hij dat wilde. Hij zou dan het land wat bij het huis hoorde moeten beheren, en het familievermogen, waartoe ook de antieke meubelen en schilderijen, waaronder een Picasso, in zijn huis hoorden. Er was ook een Rolls-Royce. Hij had zelf ook geld, waar hij mee kon doen en laten wat hij wilde, van de familie-eigendommen mocht hij alleen genieten. Simone mocht in de Rolls rijden.

‘In en om Simone’ deel 2:
Binnen een jaar trouwden ze. Vlak voor hun trouwen kwam ze nog ergens achter. Mark zei dat hij iets uit Engeland over zou laten komen. Familie-eigendom, traditie voor een bruid om het te dragen, maar het hoefde niet. Het bleken twaalf eeuwenoude zijden bloemen te zijn, bewerkt met goudverf. En een tiara. De bloemen droeg ze op de grote dag in twee rijen achterin haar lange haar. Door de tiara zag ze eruit als een koningin.
Zodra het zeker was vertelden ze Charles dat er een tweeling op komst was. Charles deed ze een zwembad in de tuin cadeau, de kinderen zouden er ook van genieten.
De tweeling kwam voorspoedig op de wereld, eerst Mike, even daarna Silvia. Ze zonden en zwommen, behalve als er bezoek was dat niet mee wilde doen, allemaal bloot. Charles keek vanuit zijn rolstoel vaak glimlachend toe. Hij overleed toen de tweeling acht was.
Simone maakte een losbladig boek met verhaaltjes, tekeningen en foto’s om de kinderen seksueel op te voeden. Ieder jaar voegde ze ook een foto van de blote tweeling in.
Mike kreeg toen hij veertien was een vriendinnetje, Aimee, Silvia op haar vijftiende een vriendje, Jamie. Die twee mochten, zodra ze bij de tweeling thuis kwamen, het boek van Simone bekijken, waardoor ze zonder problemen snel mee gingen doen met bloot zonnen en zwemmen.

‘In en om Simone’ deel 3:
In het jaar dat de jeugd negentien werd gingen ze met z’n allen voor het eerst op familiebezoek bij de ouders van Mark in Engeland. Daar vielen ze, zelfs Mark, van de ene verbazing in de andere. Mark noemde nooit getallen, hij zei altijd nogal wat, ook als de kinderen een enkele keer vroegen wat ze van hun opa, de schoonvader van Mark, geërfd hadden. Op hun eenentwintigste zouden ze erachter komen. Hij wist ook niet veel van wat er in Engeland was. Hij had alleen een lijst van alle antiek, schilderijen en juwelen. Maar er stonden geen prijzen bij. Het landhuis bleek ontzettend groot. De tuinen eromheen zo groot als het stadspark in Boston. In de paardenstal konden veel paarden, maar er stonden er ‘maar’ acht. En acht koetsen. Een andere paardenstal was omgebouwd tot garage, daar stond niet één Rolls-Royce, maar een stuk of vijf. De landerijen van de familie waren verpacht, er waren twintig boerderijen. Het hele grondbezit was zo groot als een Amerikaanse county.

Na terugkomst in Boston begon de jeugd aan trouwen te denken. Er werd afgesproken, dat als de verkeringen ook hun studiebeurs af zouden dragen, en na hun huwelijk ze allemaal wat huur zouden betalen, ze in het huis mochten komen wonen. Ze gingen langzamerhand wat gaan vrijen, maar bewaarden het mooiste voor tot in de huwelijksnacht. Op hun twintigste trouwden ze, tegelijk. Omdat de familie maar één tiara bezat liet Mark twee diademen uit Engeland overkomen.

Een paar jaar later kondigden de kinderen aan dat ze zelf aan kinderen wilden beginnen. Maar dan moest er een ruimteprobleem opgelost worden, alle drie slaapkamers waren bezet. Mark kwam op het idee om met pensioen te gaan en zijn vader te vragen of hij het van hem over kon nemen. Die ging akkoord. Simone aarzelde om zo ver van haar kinderen vandaan te gaan, al wilde ze niet op hun lip zitten, maar ging overstag toen ze van de mogelijkheid van een webcam in de kinderkamer hoorde en dat ze zouden kunnen chatten, elkaar kunnen zien en horen. Pas toen alles beslist was kwamen ze op het idee om de leegstaande zolder in gebruik te nemen. Mark liet die snel ombouwen, er kwamen een logeerkamer, een badkamer en vier kinderkamers. De kinderkamers zouden ingericht worden zodra er kinderen groot genoeg waren om daar te gaan slapen. Mark en Simone namen de logeerkamer in gebruik, zodat er op de eerste etage een kinderkamer ingericht kon worden.

Het eerste kleinkind van Mark en Simone was Emily, het dochtertje van Mike en Aimee.
Het tweede, een maand later, Richard, het zoontje van Jamie en Silvia.
Twee maanden na de geboorte van Richard vertrokken Mark en Simone naar Engeland, eerder had Simone zich niet los kunnen maken. Alle heerlijke herinneringen aan de eerste maanden van de tweeling kwamen weer boven.

In Engeland:
Mark nam, samen met Simone, het beheer van de eigendommen van de Wellingtenfamilie over van zijn vader. Ze lieten de butler, Thomas, met pensioen gaan en namen zijn zoon Thomas jr. als nieuwe aan. Die vroeg of ze het leegstaande portiershuis konden laten renoveren en aan hem verhuren. Door hem en zijn verloofde Tamara kwamen ze achter de woningnood in het dorp. Mark kon, als beheerder van het familievermogen, al snel alle huizen daarin opkopen. Hij nam Tamara in dienst als troubleshooter, om klachten en wensen van de bewoners in ontvangst te nemen en die zo veel mogelijk zelf af te handelen. Ze ging ook een krantje uitgeven, met daarin nieuws over de renovatie van de huizen en de nieuwbouw die gepland werd.
Zodra het portiershuis gerenoveerd was trouwden Thomas en Tamara. Ze waren net zo oud als de tweeling van Mark en Simone, maar hadden langer op elkaar gewacht, vanaf dat ze konden lopen.




 Week  18

Een dag of drie later, toen ze met z’n vieren na wat gezwommen te hebben op de stretchers lagen, ging de deur open en kwam er iemand binnen, in badjas.
‘Hé, nicht Claire.’
‘Ja, hoogst persoonlijk. Ik moet naar Londen, maar wilde jullie even gedag zeggen. Ik blijf een nachtje hier slapen. Van je vader hoorde ik van het zwembad. Dat trok me wel. Weer eens naar lekkere blote lijven kijken en bekeken worden. Mooi, zeg.’
Ze kuste Mark en Simone en ging op een stretcher zitten.
‘Ik ben niet zo’n handengeeftype. Jij lijkt op je vader, toen hij jonger was. Thomas junior, hè?’
‘Ja, mevrouw.‘
‘Nou, een mooie jongen met vermoedelijk een halve erectie onder die handdoek mag wel Claire tegen me zeggen. En wie is dit mooie meisje?’
‘Tamara, mijn echtgenote, sinds een paar weken.’
‘Zeg ook maar Claire, Tamara. Zo, sinds een paar weken. Dat verklaart het één en ander. Is hij nog niet veel gewend, Tamara?’
‘Nee. We kennen elkaar ons hele leven al, maar tot vlak voor ons trouwen alleen aangekleed.’
‘Je maakt me nieuwsgierig. Mark, kan ik net zo vrij zijn als met jouw kinderen?’
‘Ja, maar daar was je al mee bezig.’
‘Tja, door dat lekkers wat ik zag. Zeg, jullie zijn getrouwd, is die handdoek bij Thomas nodig?’
‘Dat mag hij zelf beslissen. Vóór je binnenkwam gebruikte hij hem niet.’
‘Ik ben een keer bij Mark en Simone in Boston geweest, jongelui. Daar ben ik in een van Simone geleende bikini begonnen. Geen gezicht, natuurlijk, zo’n halfvol bovenstukje. Ik heb het maar gauw uitgedaan. Die jongens raakten er toch niet van onder de indruk, die waren aan Simone gewend. Toen ik daarna mijn broekje uitdeed werden ze amper groter. Wat heb jullie gedaan, vlak voor jullie trouwen? Zeg het maar als ik te brutaal ben.’
‘Zolang Tamara of Simone of Mark geen stop roepen zal het wel goed zijn. Tamara en ik zijn bloot wat met elkaar gaan spelen. We waren niets gewend, we dachten, dat als we elkaar pas in de huwelijksnacht bloot zouden zien, dat we dan zo onder de indruk zouden zijn, dat onze eerste keer niet goed zou verlopen.’
‘Zo’n echtgenoot heb ik ook gehad. Toen we ons uitkleedden had ik mijn broekje iets eerder uit dan hij zijn onderbroek. Hij kwam er in klaar, de zielenpoot. Ik ook zielig natuurlijk, moest ik een tijd wachten, naast zo’n kleintje. Nou ja, het was niet mijn eerste keer, ik lag dus niet trillend te wachten op mijn ontmaagding. En? Heeft het geholpen?’
‘Ja, het ging heel goed. De eerste keer dat we elkaar bloot zagen eh spoot ik tegen haar buik zogauw ik haar borsten aanraakte. In onze huwelijksnacht kon ik het langer volhouden, het kwam waar het zijn moest.’
‘Mooi. Afgezien van het feestelijke, de tweede keer zeker nog beter?’
‘Ja, die duurde natuurlijk veel langer.’
‘Ik heb toen in Boston gezwommen, en met hun en de kinderen gespeeld. Jullie hebben hier vast ook een keer met z’n vieren gespeeld.’
‘Ja, de eerste keer dat Tamara en ik hier kwamen zwemmen, een dag of vier geleden.’
‘Ben je al wat gewend aan die grote borsten van Simone?’
‘Ja, dat gaat nu goed. In het begin kreeg ik een complete erectie.’
‘Had je er een handdoek over? Of bleef je in het water?’
‘Nee, dat hoefde niet, Die handdoek moest bij hun kinderen voordat ze getrouwd waren.’
‘Ja, dat was goed bedacht. Hoe was het, om aan die grote borsten te zitten?’
‘Wel een keer lekker, maar ik speel liever met die van Tamara.’
‘Ja, ik zie het, die passen beter in je hand. Je hebt vast ook de doos van Simone in je hand gehad.’
‘Ja, maar ik heb er liever wat minder haar op, dan vind ik het eraan voelen lekkerder.’
‘Ja, ja, eraan. En, lekker, een andere hand aan je pikkie?’
‘Het verschil was, dat Simone me in één keer goed vastgreep, Tamara aarzelt nog iets.’
‘Dat kan ik me voorstellen. Nooit wat gezien en dan zo’n ding voor je neus. Zeg, als je al wat gewend was, waarom kreeg je dan een erectie, van mij, in badjas?’
‘Omdat ik vermoedde wat er onder zat. Nog een helemaal blote meid.’
‘Ja, dat is zo. Schaam je je ervoor, dat die handdoek omhoog komt?’
‘Ik vind meisjes mooi, alles verloopt zo vloeiend. Ik vind het, daarmee vergeleken, raar, zo’n geval dat zo uitsteekt. Met zo’n zakje eronder.’
‘Vindt Tamara het ook raar? En Simone?’
‘Nee.’
‘Vinden ze je mooi, groot?’
‘Ja.’
‘Nou dan. Ik vond het toen jammer, in Boston. Liepen er drie jongens rond, ik reken Mark daar ook even bij, met pikkies die net een beetje omhoog kwamen. Treurwilgjes. Ik had ze graag stijf, rechtop gezien. Dat vond ik bij mijn echtgenoten ook het mooist. In het water werden ze gelukkig wat groter. Hoe is het nu, onder die handdoek?’
‘Heel stijf.’
‘Thomas, ik kom naast je zitten. Tamara, mag ik ook delen in de feestvreugde?’
‘Als je maar ruilt.’
‘Nou, jij bent ook niet bang uitgevallen.’
‘Niet meer, na ons eerste zwemmen hier. Claire, we hadden daarvóór geen vergelijkingmateriaal. Simone heeft grotere borsten dan ik en meer haar op haar doos, maar Thomas is daar redelijk snel aan gewend. Hij heeft liever mij, ik ben in de hand te houden en hij hoeft niet zo tussen haren te zoeken.’
‘Heb jij ook kunnen vergelijken?’
‘Ja, ze zijn ongeveer even groot. Alleen is die van Mark wat dikker.’
‘Wat? Heb je die van Mark stijf gezien?’
‘Ja, dat was wel zo eerlijk.’
‘Nou, dan heb je meer gezien dan ik.’
‘Ik ben erg trots, en Thomas ook, dat hij ook zo groot is, ook dat hij wat grotere ballen heeft dan Mark. Hij kan méér produceren. Na vijf, zes keer is hij nog niet leeg.’
‘Op één dag?’
‘In vierentwintig uur. Hij blijft zich tussendoor opladen.’
‘Zo’n echtgenoot zou ik ook wel willen hebben. Mijn huidige verkering geeft het op, na drie keer. En de volgende dag doen we dan maar niets, de dag erop redt hij pas weer drie keer.’
‘Al vóórdat je getrouwd bent?’
‘Ja, hij hoeft niet bang te zijn om me te ontmaagden, en ik ben constant aan de pil, want je weet maar nooit. Ik ben hem grondig aan het uitproberen, ik ben te vaak teleurgesteld. Ik wil geen sprinter, ik wil er een die lang vol kan houden. Vorige maand kon mijn verkering het maar twee keer, dus er zit vooruitgang in. Wanneer vind jij het genoeg, Simone?’
‘Dat is erg persoonlijk. De vorige echtgenote van Mark kwam zo heftig klaar, al liet ze er zo min mogelijk van merken, dat ze niet meer dan twee keer per dag aankon. Ik ben gewend aan een keer of drie per vierentwintig uur. Als Mark een andere blote meid gezien heeft een tijdje wat vaker. Bedankt voor je komst.’
‘Ja, ik trek zo wat uit. Drie keer per dag, iedere dag, lijkt me ook wel wat. Nou, mijn verkering zal er wel geen bezwaar tegen hebben om met trouwen te wachten totdat hij dat ook kan. Nu weer over dit mooie jong. Zeg, Thomas, het is duidelijk, dat je je nergens voor hoeft te schamen. Groot, grote ballen, nooit leeg. Zou ik dat wonder ook mogen zien?’
‘Ik ben nog niet aan je gewend. Hij is nog steeds erg stijf.’
‘Nou, zo zou ik hem ook graag zien. Als je nog niet durft, ik zal om te beginnen mijn badjas boven open doen, dat went wat sneller. Zo?’
‘O. Mooie grote borsten, Claire.’
‘Ja, natuurlijk niks vergeleken bij Simone, maar wat groter dan eigenlijk bij mijn figuur hoort. Bij Tamara klopt het precies. Mag hij ermee spelen, Tamara, of moet dat in het water?’
‘In het water was ook hoofdzakelijk voor de kinderen van Simone en Mark. Als alles glad is van het water windt het niet zo op.’
‘Nou, mijn eerste echtgenoot kon me aardig opwinden als hij aan mijn borsten zat, maar daarna deed het me niet zoveel meer. Pak er eens één, Thomas.’
Thomas pakte een borst en speelde er mee. Toen hij extra aandacht aan haar tepel ging besteden haalde ze al gauw zijn hand weg.
‘Hé, man, dat is te lekker. Hoe kan je dat zo goed?’
‘Ik weet het niet. Tamara zegt dat ik snel leer.’
‘Dan houd je vast de reacties op wat je doet in de gaten.’
‘Natuurlijk. Zo leer je toch?’
‘Nou, de meeste mannen willen niet leren, maar klaarkomen. Haal je nu die handdoek weg of wil je eerst mijn doos zien?’
‘Als ik je helemaal bloot gezien heb durf ik de handdoek wel weg te halen.’
Claire deed haar badjas helemaal open.
‘Je hebt woest krulhaar. Maar niet zo veel.’
‘Ik vind het altijd leuk dat wij meiden, als we meer niet willen, alleen haar kunnen laten zien.’
‘Je wilt me toch wel alles laten zien?’
‘Wat? Zeg het eens.’
‘Ik ben praten erover aan het leren. Ik zou je doos en je gleuf wel willen zien.’
‘Goed zo. Zo?’
Ze deed haar benen ver uit elkaar.
‘Nou, je laat alles goed zien.’
‘Als je maar onthoudt dat we aan het ruilen zijn. En?’
‘Je hebt een mollige doos.’
‘Ja, dat weet ik, Als ik aankom of afval gebeurt dat daar en met mijn borsten. Ik vind dat beter dan een buikje krijgen.’
‘Een mooie gleuf. Ik vind die van Tamara na een paar keer wat snel achterelkaar vrijen zo mooi. Dan worden eh haar lipjes wat dikker, steken zo lekker uitnodigend naar voren. Alsof ze zeggen, kom erin.’
‘Dikker? Waarvan?’
‘Van het vaak in en uit bewegen van mijn stijve. Er is altijd wrijving, anders zou het niet lekker zijn.’
‘Tjonge. Alleen tijdens mijn eerste huwelijksreis waren de mijne wat gezwollen. Maar ja, als jij zo vaak kan. En niet te gauw komt.’
‘Nee, lekker langzaam. Alleen de eerste keer na het slapen duurt het niet zo lang.’
‘Je bedoelt, ‘s avonds?’
‘Nee, als we wakker worden. Na een tijdje hebben we de wekker een half uur vroeger gezet. Toen we ontdekt hadden dat ik toch amper leeg raakte.’
‘Nou zeg. Je praat ook erg lekker. Maar dan duurt het toch weer een tijd tot jullie naar bed gaan? Dan zal het wel weer niet zo lang duren.’
‘Soms lunch ik tussen de middag thuis.’
‘Welja.’
‘In het begin aten we zodra ik ‘s avonds thuis was. Nu maakt Tamara het eten zo veel mogelijk klaar, maar zet het nog niet op. Dan komen we eerst samen klaar.’
‘Tja, zo kom je wel aan vijf, zes keer. Samen klaar? Ik weet er iets van, je bedoelt, allebei klaar?’
‘Samen, meestal praktisch tegelijk. Tamara wordt erg opgewonden als ze voelt dat ik nog dikker en stijver word, als mijn sperma door mijn stijve komt. Dat ik in haar ga spuiten. Ze vindt het niet alleen prachtig om te zien, ook heerlijk om te voelen.’
‘Abnormaal, zeg.’
‘Claire, wij vinden het een beloning, omdat ze zo lang gewacht hebben. Elkaar pas bloot gezien hebben vlak voor hun trouwen. Daarna pas alles gedaan hebben.’
‘Ik volg op mijn manier jullie advies op, om niet te snel met een vent te beginnen. Onder het proberen zijn productie op een voor mij wenselijk niveau te brengen praten we ook veel. Als we liggen te wachten tot hij weer kan ook over andere dingen dan seks. Dus ik denk dat we elkaar goed genoeg kennen als we gaan trouwen. Want misschien probeer ik hem eerst op vier keer per dag te krijgen. Ik bedoel, over de hele dag, dat ‘s morgens en bij de lunch en vóór het diner is misschien beter dan alleen ‘s avonds in bed.’
‘Je moet er geen hoofdzaak van maken.’
‘Nee, het blijft een bijzaak. Als het maar vaak is. Nou, Thomas, kan je met mijn gleuf net zo goed mee omgaan als met mijn tepel?’
Ze grinnikten allemaal.
‘Tamara vindt dat ik het met mijn stijve beter doe, maar als je mijn vingers niet wilt voelen zou je misschien wat missen.’
‘Ben je daar ook al zo goed mee? Probeer maar. Ik ben benieuwd.’
Thomas naam eerst haar hele doos in zijn hand en masseerde een beetje. Daarna liet hij zijn vingers spelen, op en een beetje in haar gleuf. Tot ze overeind schoot en een eindje van hem af ging zitten.
‘Hé, je weet te veel.’
Ze grinnikten weer allemaal.
‘Hoe heb je dat zo snel geleerd?’
‘Daar heb ik vroeger over gelezen.’
‘Heb je je op die manier ook op vrijen voorbereid? Uit een boekje?’
‘Nee, veel mooier. Toen ik een jaar of veertien, vijftien was, heb ik een keer een vrijend stelletje in het bos beslopen. Ik kreeg een volledige demonstratie. Ze kleedden zich uit. Ik schrok van die paal van hem, ik had toen nog niet zo’n grote. Ik zag voor het eerst borsten en tussen de benen van een meisje haar. Ze knielde voor hem, pakte met één hand zijn ballen, met haar andere hem onderaan die grote stijve en stak de rest in haar mond. Ze ging met haar hoofd op en neer tot hij begon te kreunen. Ze haalde hem uit haar mond en draaide hem een beetje om. Ik zag hem spuiten, langs haar heen, met een steeds kleinere boog. Toen er niets meer kwam nam ze hem weer even in haar mond. Achteraf snapte ik dat ze hem schoonlikte, ze zat kennelijk nergens mee. Daarna gingen ze liggen kussen, hij zat met zijn vingers in de haren tussen haar benen. Toen ging ze op haar rug liggen, met haar benen wijd, mijn kant op. Die jongen had weer een stijve en duwde die middenin dat haar met stootjes helemaal naar binnen. Toen ging hij op haar liggen en zag ik zijn kont op en neer wippen. Na een tijdje kreunden ze allebei. Zij zei, ik kom. Hij zei, ik ook, ik spuit. Toen lag hij stil. Hij bleef nog even op haar liggen, rolde toen van haar af. Zij nam zijn pikkie weer even in haar mond. Toen ze zich begonnen aan te kleden ben ik weggeslopen. Ik heb het zo gauw mogelijk verdrongen, om van Tamara af te kunnen blijven, maar toen we begonnen elkaar bloot te zien kwam alles weer stukje bij beetje boven.’
‘Ja, het is beter als je al wat weet. Je moet veel natte dromen hebben gehad.’
‘Nee, één of twee keer per week, want ik dacht zo min mogelijk aan seks. Maar door het zien en aanraken van Tamara kwam het snel op gang.’
‘Als je zolang van haar af hebt kunnen blijven heb je wel verdiend dat je nu alles in kan halen. Nou, nog stijf?’
‘Ja, en dat blijft hij wel, zolang ik je gleuf zie.’
‘Ja, ik ben niet bang, je bent de eerste niet die er naar kijkt.’
‘Goed. Je wordt het derde meisje dat naar mijn stijve kijkt.’
Thomas haalde de handdoek weg.
‘Oei. Niet normaal, zeg. Jammer dat je getrouwd bent. Daar zou ik graag een proefrit op gemaakt hebben.’
‘Als je een beetje voorzichtig doet mag je er wel aankomen.’
‘Ik kijk eerst nog even. Hij is mooi en hij staat mooi. Net zo groot als Mark, Simone?’
‘Zo ongeveer wel, we gaan het niet precies opmeten.’
‘Ik vind het wel leuk dat ik nu weet hoe groot die van Mark is. Wat een eh paal. Niks raar, joh, prachtig.’
‘Dank je wel.’
Ze pakte zijn ballen vast.
‘Oei. Ja, twee grote ballen in dat zakje. Nou, de inhoud van een bal neemt met de diameter aardig toe, dus ik geloof wel dat je niet zo gauw leeg raakt. Maar vaak stijf kunnen worden is belangrijker. Vijf, zes keer, Tamara?’
‘Ja, direct na ons trouwen al. Maar misschien zit er nog vooruitgang in.’
Ze lachten allemaal. Claire bevoelde de stijve van Thomas.
‘Het blijft wonderlijk, dat zo’n stijve toch een beetje mee blijft geven. Ik ga hier van dromen. Gelukkig zie ik mijn verkering pas over een paar dagen weer, dan kan ik bijkomen. Hij ondertussen ook, dus de eerste avond zal het toch wel een feestje worden. Dank je wel, mooi jong.’
‘Graag gedaan, mooie meid.’
‘Oh. Tamara is toch mooier?’
‘Ja, maar jij mag er ook zijn. Net zoals bij Simone hangen je borsten ook nog niet en heb je een mooie gleuf. Ik snap, dat je verkering meewerkt om er zo vaak mogelijk van te genieten.’
Claire stond op, deed haar badjas uit en rekte zich uit.
‘Ja, dat doet hij. Hé, Mark, geen treurwilgje?’
‘Simone zei toch al, als ik een andere blote meid gezien heb wil ik een tijdje wat vaker. Andere borsten en gleuven zien doet jongens altijd wat.’
Claire ging naast hem zitten.
‘Als Simone er geen bezwaar tegen heeft, zou ik die van jou ook wel een keer helemaal stijf willen zien. Je bent toch bijna op de helft. Precies op de helft. Over de helft. Leuk.’
‘Welja, kijk maar.’
‘Ik help je ook wel even. Kijk naar mijn gleuf, ik pak je ballen. Oei, dat schiet op, met die stijve. Ja, niet zulke grote ballen als Thomas. Maar als Simone met drie keer per dag tevreden is zijn ze groot genoeg. Tjonge, inderdaad ook zo’n paal. Hé, ik bedenk me wat. Zijn jullie op het zonneterras geweest, terwijl je ouders er ook waren?’
‘Nee, we hebben ze daar nog niet gezien.’
‘Ik wel, dat heb ik je verteld. Je vader heeft ook een grote, maar iets kleiner dan die van jullie.’
‘Hoe weet je dat?’
‘Als ik bij ze zat werd hij niet zo erg stijf. Maar ik rekte me een keer uit, net als zonet, met mijn benen lekker wijd. Hij keek toevallig, schrok en keek naar mijn gezicht, natuurlijk om te kijken of ik hem betrapt had. Maar ik knipoogde en draaide mijn doos naar hem toe. Hij bleef kijken, en af en toe naar mijn gezicht. Ik zat glimlachend naar zijn steeds groter wordende paal te kijken. Zo weet ik dat. Je moeder merkte wat en keek wat er aan de hand was. Ze grinnikte. Ze zei, zo speelde je vast ook met die diensmeisjes. Hij zei, nog wel iets meer. Maar Claire kan aan genoeg jongeren komen en ik ben met jou nog lang niet uitgespeeld, omdat ik bij jou alles mag.’
‘Geen wonder dat mijn moeder iedere avond op tijd met hem naar bed wil. We zien ze niet veel, soms met het diner. Ze nemen er erg hun gemak van, laten vaak eten op hun kamer brengen.’
‘Wie weet wat ze doen, nu je vader niet meer hoeft te werken.’
‘Ik gun het ze.’
‘Ik ook, ik kan nu goed met ze opschieten. Nou, net zo stijf als die van Thomas. Gefeliciteerd, dames.’
Ze liet Mark los, stond op, liep naar het barretje, pakte wat drinken en ging op een lege stretcher zitten.
‘Het is ongelijk verdeeld in de wereld.’
‘Ik heb er geen ervaring mee, Claire, maar ze zeggen dat de maat niet veel uitmaakt, het gaat erom hoe zo’n stijve bewogen wordt.’
‘Ja, ik weet het, Simone, ik heb er wel ervaring mee. Het is meer het idee dat je vol wilt zitten. Helemaal benut wordt, niet alleen het eerste stuk.’
‘Ik voel, waarschijnlijk omdat er bij Thomas zo veel komt, vaak dat hij dikker wordt, als hij gaat eh spuiten. Dan voel ik me erg vol. Ik ben blij dat er kennelijk nog ruimte is om zijn stralen kwijt te raken, anders zou alles eruit geperst worden. Dat lijkt me niet prettig, ik ben precies vochtig genoeg om ons heerlijk te strelen.’
‘Nou, je hebt de smaak vlot te pakken. Wat fijn voor jullie. Ik ga helemaal vochtig worden, even zwemmen.’
Ze gingen allemaal mee. Na nog wat praten nam Claire afscheid.
‘Ik kom nog eens vaker langs. We hoeven niet meer te spelen, maar ik zou het fijn vinden om de jongens dan weer groot te zien. Als ze dat van mij dan niet meer worden moeten de meiden hun maar even onder hun ballen kietelen. Het is toch zonde om met een kleine te zitten als alle meiden een grote stijve mooier vinden.’
‘Ik heb geen bezwaar tegen kijken, als er alleen getrouwde stellen aanwezig zijn.’
‘Ja, Simone, ik snap het. Twee zijn mooier dan één. Tot ziens. Ik hoop dat ik kan slapen. Die Thomas toch.’
Ze trok haar badjas aan en verdween. De andere stellen gingen niet lang daarna ook naar huis.

‘Leuk, dat Claire mee kwam doen.’
‘Ja, lekker zes blote borsten en drie dozen. Waarin er bij twee goed een gleuf te zien was. Toch vind ik het fijner om me te laten verrassen als ik je haren opzij doe.’
‘Ik vind het ook mooi dat jij zoveel haar hebt, meer dan Thomas. Het staat mannelijker. ’
‘Hij is mannelijk genoeg, met zijn grote productie.’
‘Ik wed dat je weer lekker hitsig geworden bent en sinds de laatste keer weer genoeg geproduceerd hebt. Duw je met je stijve mijn haren opzij, en bezorg je helemaal binnenin me weer lekker wat?’
Hij deed het.

‘Nou, Thomas, als we nog twijfelden is het nu voorgoed over. Claire vond je ook prachtig.’
‘Wat?’
‘Grapjas. Je grote stijve en je grote ballen.’
‘Ja. Die weet er ook iets van. Ze heeft er niet zoveel gezien en gevoeld als die Renee van Mark, maar wel op oudere leeftijd.’
‘Ja. Wat vond je van haar doos?’
‘Mooier dan die van Simone. Om haar gleuf te zien moet je er moeite voor doen. Ik vind het bij jou zo mooi, dat ik, als je je benen wat van elkaar doet, je gleuf zie. Heerlijk opwindend.’
‘Waarom?’
‘Je weet het wel. O. Omdat ik dan denk hoe lekker het is om je daar te strelen. En het lekkers, het fijnst, om mijn stijve er langzaam helemaal in te duwen. En als we het redden zo een tijd te blijven liggen in elkaars armen. Zo dicht bij elkaar mogelijk.’
‘Ja. Zullen we zo gaan slapen?’
‘Dat red ik niet.’
‘Stom, natuurlijk niet. Eerst lekker wippen en klaarkomen en jij spuiten. Blijf er daarna in zitten, dan zien we wel wanneer we in slaap vallen, vast als je alweer stijf bent.’
Dat klopte.


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 6

Verzorgd door Tamara.

Deze keer, omdat er geen nieuws is, een verhaaltje wat jullie tegoed hadden.
Hoe meneer en mevrouw Wellingten op de hoogte zijn gekomen van de woningnood in het dorp en hoe ze daarop gereageerd hebben.

Ik heb eerder geschreven, dat Thomas, mijn echtgenoot, direct nadat hij aangenomen was als butler, gevraagd had of het portiershuis opgeknapt kon worden en of hij het dan mocht huren. Mevrouw vroeg of hij er alleen wilde gaan wonen. Thomas vertelde over mij, dat we al jaren verkering hadden en dat hij mij zo spoedig mogelijk ten huwelijk wilde vragen. Mevrouw spoorde hem aan om het onmiddellijk te doen. Thomas heeft mij toen met een smoes naar het grote huis laten komen en me in het rosarium achter het huis gevraagd. Ja, eindelijk. Daarna nam hij me mee naar het portiershuis en vertelde, dat we binnen een paar maanden konden trouwen en daar gaan wonen. Hij nam me mee naar meneer en mevrouw Wellingten, om me voor te stellen, daar had mevrouw om gevraagd. Ik kwam daar overstuur aan. Mevrouw vroeg waarom. Ik vertelde, om na een hele lange verkering onverwachts ten huwelijk gevraagd worden, binnen een paar maanden kunnen trouwen en een huis hebben. Ze vroeg, waarom een hele lange verkering? Wij vertelden over ons en de woningnood. Zo zijn ze op de hoogte gekomen.

Hoe het daar verder mee gegaan is.
Meneer en mevrouw Wellingten hebben kinderen die net zo oud zijn als Thomas en ik. Die waren na respectievelijk vier en vijf jaar verkering getrouwd, op hun twintigste. Het zat ze niet lekker dat er, afgezien van ons, nog meer stellen in, wat ze vonden, een gezellig dorp, erg lang met trouwen moesten wachten. Of met tegenzin uit het dorp vertrokken als ze ergens anders een huis konden vinden. Meneer vroeg Thomas een onderzoek in te stellen en hem verslag uit te brengen.
Thomas heeft het grondig aangepakt. Begonnen met het achterhalen van het ontstaan van het dorp. Dat is, eeuwen geleden, begonnen als een soort vrijplaats, tussen de beek in het Noorden van het dorp en de bijna altijd droogstaande beek aan de Zuidkant. Later zijn de grenzen gewijzigd naar de huidige, zonder de onlangs toegevoegde strook natuurlijk. De vrijplaats was voor lui waar geen land mee te bezeilen viel. Ze mochten daarbinnen huisjes bouwen, daar waren ze veilig. Anders vogelvrij.
Nu is het ‘het dorp’ gemeentelijk ingedeeld, bij de stad, maar het heeft nooit tot een landgoed behoord. Het grenst nu aan alle zijden aan landerijen van de familie Wellingten. De huizen in het dorp waren, op een paar na, eigendom van een woningbedrijf op Jersey. Thomas, zelf geen huurder maar inwonend bij zijn ouders, heeft rondgevraagd. Hij kwam erachter dat ieder jaar de huur opgeschroefd werd en wie klaagde de huur opgezegd werd. De huren lagen duidelijk boven die van de dorpen in de buurt. Thomas heeft mij meegevraagd voor een bezoek aan de beheerder van de firma in de stad. We werden netjes ontvangen. Ja, er was ruimte tekort, en waar vraag is gaan de prijzen omhoog. Toen vroeg ik, omdat ik van kopen en verkopen meer wist dan Thomas, of er geen grond aangekocht kon worden. Nee, er was contact geweest met die eigenaren, die verkochten niet. Ik vroeg of hij daar bewijzen van had. We kregen geen inzage in de boeken. Ik had in de winkel af en toe erg vervelende klanten, natuurlijk van buiten het dorp, dan werd ik soms pissig. Dat werd ik daar ook. Ik zei, ik zou een vereniging van huurders op kunnen richten, dan zouden we gezamenlijk tegen de firma, die de huren opschroeft, op kunnen treden. Hij werd toen boos en zette ons de deur uit. Thomas heeft alles opgeschreven en aan meneer overhandigd. Met de conclusie, dat de firma alleen veel huur wil vangen, zo min mogelijk repareert en helemaal niet renoveert. En niet bij wil bouwen, de woningnood en dus de huren hoog wil houden.
Meneer heeft de boeken van de familie nagekeken maar kon niets vinden over contacten met een firma over verkoop van grond. Hij heeft het ook aan zijn vader gevraagd, die wist ook van niets. Meneer is met het verslag van Thomas, en de conclusie, naar een duur advocatenkantoor in Londen gegaan en heeft opdracht gegeven voor een onderzoek naar de vermoedelijk louche firma op Jersey. Die advocaten rapporteerden de volgende dag, dat na een kort onderzoek de onfrisheid van die firma bevestigd was. Ze hadden die firma benaderd. Die bleek niet gesteld op mogelijke publicaties over hun manier van zaken doen en wilde de huizen wel verkopen, op voorwaarde van afzien van publicaties. Een dag later heeft meneer, de familie, alles van ze gekocht. Een paar dagen daarna heeft meneer in het dorpshuis verteld dat de familie de huurhuizen gekocht had, ze op ging knappen en nieuwe huizen ging bouwen. Hoe alles verder gegaan is weten jullie. Mooi, hè?

De huurhuizen.
De taxaties gaan door.
 
De renovatie van de huurhuizen.
De beheerder van de huizen en ik komen bij de getaxeerde huizen langs om een overzicht te krijgen voor de renovatie.
 
De nieuwbouw.
Geen zichtbare veranderingen.

Overige onderwerpen.
Geen.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Het bankrekeningnummer voor de huur zal niet meer vermeld worden, omdat de beheerder daar inmiddels minimaal één maal huur voor elke woning op ontvangen heeft.
Bij huurachterstand stuurt de beheerder een aanmaning. Indien daaraan geen gevolg wordt gegeven wil ik op bezoek komen om te zien of er geholpen kan worden. De betaling van de huur zal daarbij geen voorrang hebben. Vaak komen er mensen in problemen omdat ze bij tegenslagen de juiste weg om ze op te lossen niet weten. Ik kan niet beloven om alles op te lossen, maar ik weet veel wegen.
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week  19

Maandag tegen de middag kwam Tamara weer op het kantoor.
‘Twee grote nieuwsfeiten. Ik weet niet wat het mooiste is, ik begin maar ergens. Ik heb eind vorige week lang met de vereniging van huurders vergaderd, meneer. De tekening van de twee-onder-één-kap drieslaapkamerwoningen was klaar, die heb ik opgehaald. Ik dacht, dat dat de beste volgorde was, pas als die geen op- of aanmerkingen meer hadden hier te komen. We hebben ieder detail doorgenomen. Een paar keer met het architectenbureau gebeld voor een toelichting. We zijn heel tevreden, ze hebben deze keer prima werk afgeleverd. Al onze opmerkingen zijn verwerkt. Wij zijn natuurlijk geen specialisten op tekeninglezengebied, maar met logica enzovoort kom je een eind. Daar ben ik dus, met de tekening. Maak je wat plaats op het bureau? Mooi.’
‘Ben je al bij de beheerder geweest?’
‘O, ja. Dat ging snel, natuurlijk, hij weet alles van tekeningen. Hij zei, een ruime, strakke, efficiënt ingedeelde woning. Hij heeft een kopie gehouden, hij wilde alles nog een keer op zijn gemak bekijken. Maar hij dacht, in de gauwigheid, dat het architectenbureau zich aan alle technische eisen gehouden had.’
‘Mooi. Een kopie gehouden?’
‘Ik maak in principe overal direct elf kopieën van. Als ik dat later moet doen moet het van gebruikte papieren. Voor jullie, de vereniging, de beheerder en voor je weet maar nooit. Beter mee verlegen dan om verlegen.’
‘Elf?’
‘O. Ik vertel niet alles, zoiets valt bij mij onder futiliteiten. De boekhandelaar vindt dat ik voor mijn krantjes al genoeg korting krijg, en wil voor tien exemplaren geen korting geven. Anders moet hij dat voor iedereen doen. Ik zei, de eerste keer, goed, maar kijk dan de andere kant op als ik er elf meeneem. Het gaat me niet direct om een beetje korting, maar om de lol. Hij gaat expres naar buiten staan kijken als ik aan het kopiëren ben.’
Ze grinnikten.
‘Je hebt gelijk, om mij niet met futiliteiten lastig te vallen, het gaat geweldig. Maar zulke leuke dingen mag best. De beheerder is trouwens ook erg blij met je. Zo wie zo als je vrolijk binnenhuppelt, zegt hij. En omdat je, al heb je geen bouwtechnische opleiding, je alles goed in de gaten houdt. Hij vindt het heel prettig om met je samen te werken, je bespaart hem, net als ons, een hoop werk.’
‘Nou, dat was de bedoeling van mijn baantje. Ik had alleen niet gedacht dat het zo leuk zou zijn.’
‘Dat doe je toch zelf, koekenbakkertje? Door je manier van omgang vindt iedereen het leuk.’
‘Thomas vindt het ook leuk, als ik erover vertel. Hij vertelt mij ook wel eens wat. Sinds hij begon is het personeel ook gezelliger geworden. Maar ze doen hun werk erg goed. Nou, dat komt dan door zijn manier van omgang.’
‘Ja, we merken het heus wel. Jullie zijn allebei heel goed. Nou, de tekening.’
Ze bekeken met z’n drieën de tekening en bespraken alles. Mark en Simone hadden geen opmerkingen.
‘Tja, met logica kom je inderdaad een eind. Het is ook niet veel meer dan vloeren en wanden. Het gaat ons alleen om de indeling. De moeilijkheid zit natuurlijk in de berekeningen die er voor nodig zijn. Maar daar hoeven wij ons niet druk over te maken. We kunnen rustig aannemen dat het de eerste honderd jaar niet instort. Wat mij, ons betreft, akkoord. Nou, Tamara, schudt de volgende stap eens uit je mouw.’
‘Ik?’
‘Ja, jij. Ik heb natuurlijk al vooruit gedacht, maar ik heb ook aan wat anders gedacht. Lange termijnplanning. Mocht mij wat overkomen, Tamara, dan moet Simone de tent aan het draaien houden, tot ze na kortere of langere tijd wil dat iemand anders uit de familie het overneemt. Jij zou haar enorm kunnen steunen, maar dan moet je ook op de lange termijn denken. Je bent zo druk geweest, je hebt alles uitstekend gedaan, maar daar ben je nog niet aan toegekomen.’
‘Nee, ik heb omgekeerd gedelegeerd.’
‘Wat? Oh, slimmerd.’
Ze grinnikten.
‘Onbewust, hoor. Gewoon, wat meer aanpakken als ik er de tijd voor kreeg. Ik vind het zelf goed gaan. Veel eerder dan ik verwachtte kon ik bij de pachters op bezoek, om maar wat te noemen.’
‘Om maar wat te noemen? Je pakt nu alles aan waarom ik gevraagd heb. Maar je doet méér dan mijn bedoeling was. Ik zocht een coördinator, om problemen van mijn hals te houden. Troubleshooter klinkt mooier. Maar jij coördineert niet alleen, je lost de meeste problemen zelf ook nog op. Prettiger dan mannelijke beheerders kunnen doen. En je helpt veel meer dan ik verwachtte mee met de nieuwbouw en de rest.’
‘Moet ik minder gaan doen?’
‘Liever niet. We hebben afgesproken, dat jíj bepaalt hoeveel je werkt. Daar blijf ik zeker bij. Maar het zadelt me wel met een probleempje op. De beheerders krijgen niet allemaal hetzelfde betaald. Je weet, die de reserves regelt krijgt het meest, omdat dat het meest verantwoordelijke werk is. Ik zou je méér willen betalen. Maar ik denk, dat je niet meer wilt hebben dan de butler.’
‘O. Inderdaad. Wel zéér bedankt. Eh mocht Thomas iets overkomen, dan graag wél.’
‘Wat is ze weer snel, hè, Simone?’
‘Ach, we kennen haar toch, Mark. Om de andere gedachte van haar is aan Thomas.’
Tamara keek naar beneden.
‘Om de andere niet, als ik werk. Maar vast wel vaker dan één op de tien. Als ik mijn uren op de computer invul rond ik iets naar beneden af. Niet alleen daarvoor. Thomas zegt soms, je salaris is binnen. We krijgen ruim betaald voor werk wat we leuk vinden, hè?’
‘Wat zeg jij dan?’
‘Ja, zeg maar niet hoeveel. Wat wij samen gratis in bed doen is nog veel leuker.’
Ze grinnikten. Tamara keek weer op.
‘Ik wil niet weten hoeveel ik verdien. Ik ben niet zo iemand die denkt, nog zoveel minuten, dan heb ik weer een pond verdiend. Aan het eind van de maand kijk ik geeneens hoeveel uur ik gewerkt heb. Ik mail het naar de beheerder van de huizen, dan ben ik er vanaf.’
‘Mail je dat?’
‘Dat is het makkelijkst, we hebben toch allemaal breedband? Ik stuur mijn lijst, een rekenblad, als bijlage. De beheerder kan het dan verwerken zoals hij wil. In ieder geval hoeft hij niets over te schrijven of uit te rekenen. Als iemand een onderverdeling van mijn werk wil weten, er staat op mijn rekenblad een kolom met het doel van de uren. Zolang ik genoeg te doen heb ga ik me daar verder niet druk om maken. Als Thomas naar zijn werk is en thuis alles aan kant is ga ik wat doen. Er is altijd wat, thuis alle gegevens bijwerken, naar één van de beheerders, pachters, de vereniging van huurders of in het dorp rondkijken. Ik werk met plezier, mijn beloning is al dat jullie vinden dat ik het goed doe en dat het in het dorp zo goed gaat. Ik eh vraag me wel eens wat af, Mark. Maar ik heb het niet durven vragen.’
‘Schaam je.’
‘Een beetje, dan. In verband met dat omgekeerd delegeren. Heb je het druk?’
‘Stop maar met je schamen, ik begrijp je wel. Een normale werknemer vraagt dat niet aan zijn baas, dat gaat hem niets aan. Maar jij mag veel weten, jij bent niet normaal. Zakelijk heel goed, over de rest zal ik het maar niet hebben. Ik heb het zo druk als ik wil. Dat is in grote trekken te regelen door de hoogte van het bedrag te bepalen, tot waar de beheerders zelf mogen beslissen. Daarboven beslis ik. Dat is om te zorgen dat de familie de zaken runt, niet de beheerders. Maar ik teken niets ongezien, ik neem alles door. Verder, om maar wat te noemen, maak ik van de overzichten van de beheerders weer één overzicht voor mezelf, per drie maanden moet ik er één voor de familie maken. De beheerders stellen ook vragen, welke richting ze op moeten denken, om beslissingen naar wens van de familie te kunnen nemen. Dat moet ik dan ook uitzoeken. In de familiepapieren duiken of wat telefoneren. O, over die familiepapieren. Als het dorp klaar is moeten we eens uitzoeken of we die in de computer kunnen krijgen. Dat zou een hoop zoeken besparen. Verder zit ik in grote lijnen vooruit te denken, zoals je gemerkt heb. Soms wat meer in detail, maar dan denk ik meestal vrij snel, dat laat ik wel uitzoeken. Dat merken de beheerders en jij dan ook weer.’
‘Dank je wel.’
Simone grinnikte.
‘Je vraag is toch niet beantwoord, Tamara?’
‘Ik dacht het wel. Veel te doen.’
‘Hij luist je er weer in. Veel onderwerpen, méér heeft hij niet gezegd.’
‘Sorry, Tamara, dat ging weer vanzelf. Ik heb dat bedrag al een keer verhoogd. Het moet natuurlijk ook aan de inflatie aangepast worden. Mijn vader is vermoedelijk iedere werkdag de hele dag bezig geweest. Dat is niet de bedoeling, het is een baan voor een gepensioneerde. Geen salaris, alleen, nou ja, vergoeding van alle onkosten en mogen genieten van al het moois. Ik streef, en het komt aardig in de buurt eh het zit er nog iets boven, op een normale werkdag, naar maximaal driekwart van een werkdag aanwezigheid, waarvan hooguit een halve dag per werkdag echt werken. Maar we gaan er ook wel eens een dagje tussenuit, naar Londen of zo.’
‘Ik wilde geen oordeel vellen, ik weet dat je niet verondersteld wordt de hele dag te werken. Ik was alleen nieuwsgierig, want het lijkt er op dat je wel de hele dag werkt. Maar dat denken de mensen van mij ook. En dat is ook niet zo. Thomas wel.’
‘Om iets preciezer te zijn, Tamara, Thomas maakt zijn uren. Maar hij is er soms overdag niet, we raden maar niet wat hij dan doet, maar ‘s avonds soms wel. Heel sympathiek, dat hoeft hij niet, maar daardoor hebben de anderen ‘s avonds meer vrij. Dat weet je natuurlijk wel, maar wij ook.’
‘Ja, zo is hij. Hij kan dan rustig zijn administratie nog eens nalopen, want verder is er dan weinig te doen. Als alles van het diner opgeruimd is, is er behalve hem nog maar één aanwezig, in de keuken.’
‘We hebben geprobeerd iedereen naar huis te laten gaan, maar dat is niet doorgegaan. Afgezien van de extra betaling voor avond-, nacht- of weekenduren, het personeel stelt eer in zijn werk. Ze willen niet dat iemand van de familie zelf koffie zet of wat te drinken pakt. En als er iemand iets willen eten kan dat in de keuken bereid worden. En als er bezoek komt willen ze die netjes ontvangen, niet dat wij de deur opendoen. Ook al daarom weten we dat Thomas ‘s avonds soms werkt, dan brengt híj de koffie. Ze vinden twee man of vrouw echt het minimum. We hebben er wel op gestaan dat iedereen naar huis gaat als de hele familie naar bed is. De laatste zet het alarm aan.’
‘Ja, daar heeft Thomas over verteld. Ik heb ook het controlepaneel in zijn kantoor gezien. Uitgebreid, zeg.’
‘Ja, omdat er nog al wat, sorry, van waarde in het huis is. Ook de stallen en de garage zijn erop aangesloten. Die laatste moet soms ergens nog een raampje dicht gaan doen, als dat ‘s nachts dicht hoort te zijn, maar vergeten is. Zie je hier iets van de beveiliging?’
Tamara keek rond.
‘Niets.’
‘In die nette balk boven de deur zit in het midden een accu. Links, of rechts, achter dat venstertje, zit een lamp. Die gaat aan als de elektriciteit uitvalt. Noodverlichting. Achter het andere venstertje zit een cameraatje dat bewegingen meldt. Op alle vensters en deuren zitten contacten en glasbreukmelders. Het zal niet meevallen om hier ongemerkt in te breken.’
‘Ik wist er iets van, maar geen details. Thomas heeft verteld dat hij ruimte voor ruimte ondertussen bekeken heeft. Hij is niet zo goedgelovig, is graag zeker van alles. Ik eigenlijk ook. Nou, dat weten jullie, we zijn blij dat we geen twijfels meer hebben over de grootte van de spullen van Thomas.’
‘Waardoor jullie er vast nóg meer van genieten. Heel goed dat Thomas alles nog eens nagelopen is. We hebben een contract met een beveiligingsfirma, die doet het onderhoud en patrouilleert onregelmatig. Ze worden automatisch gewaarschuwd als er alarm is en zijn hier dan uiterlijk binnen tien minuten. Sneller als er een auto van hun in de buurt is. Er is wel eens loos alarm, als iemand op een verkeerd tijdstip een deur of raam opendoet, daar zitten we niet mee. Beter loos alarm dan geen alarm. Als er hulp nodig is, ieder personeelslid heeft een mobile telefoon van het huis. Net als jij mogen ze daar privé wat op bellen als er geen vaste telefoon in de buurt is. Ook weer zo’n klein puntje voor mijn activiteiten. De beheerder die de rekeningen krijgt betaalt die natuurlijk, maar hij maakt ook grafieken van het gebruik, per telefoon. Dan valt het onmiddellijk op als er iemand abnormaal veel belt. Die mag dat aan Thomas uitleggen. Ik heb er nog niet van gehoord, iedereen weet het en gedraagt zich dus netjes. Maar als je iets niet controleert vraag je om moeilijkheden. Ik krijg van het telefoongebruik, ook van de vaste telefoons, een totaaloverzicht. Niet dat ik daar lang mee bezig ben, maar zo zijn er veel dingen die ik toch wil zien.’
‘Ja, ik snap het. Jullie hebben meer in de gaten te houden dan een simpel huishoudinkje.’
‘Bevalt je dat?’
‘Ja, Simone. Thuis regelde mijn moeder alles. Niet dat ik te klagen had, ze deed het geweldig, maar ik kan nu alles zelf regelen.’
‘Vind je het niet erg als Thomas ‘s avonds weg is?’
‘Nee, ik weet het van tevoren. Dan werk ik wat, in plaats eh van overdag.’
Mark en Simone grinnikten.
‘Dat zal dus wel het antwoord zijn waarom Thomas er soms overdag niet is.’
‘Ik denk dat wij niet de enigen zijn die graag iets leuks doen als ze dat invalt, Simone. Nog een brutale vraag. Wat doe jij?’
‘Ik heb moeten wennen. In het begin miste ik de kinderen erg, keek veel via de webcam in de kinderkamer. Ik ben veel door het huis gaan lopen. Alles bekijken, en kijken hoe er gewerkt werd. Niet om het personeel te controleren, alles was heel schoon. Maar om te kijken of er efficiënt gewerkt werd. Nou, daar heb ik wat aan kunnen verbeteren. Van de bedden, matrassen en gordijnen weet je. Ik heb veel, wat ik dacht, prullen, uit alle kamers in een lege stal laten zetten. Toen ik het overal opgeruimd genoeg vond heb ik een taxateur naar die prullen laten kijken. Tja, er zaten drie antieke vazen bij. Die heb ik weer ergens in huis laten zetten. De rest mocht het personeel meenemen. Nou, na een week was er amper iets verdwenen, die vonden het dus ook prullen. De rest is naar een door de taxateur aanbevolen adres in Londen gegaan. Af en toe krijgen we een bedragje, als er wat verkocht is. Smaken verschillen. Ik loop nu nog minstens één keer in de week rond, om het personeel de gelegenheid te geven om tegen me aan te praten. Méér is niet nodig, Thomas heeft alles in de hand. Ik zit meestal bij Mark, dat is gezellig voor ons allebei. En hij praat tegen me aan, zodoende weet ik ook wat er aan de hand is. Ik pak vaak de telefoon op, de helft van de zaken kan ik zelf afdoen. Zo help ik, net als jij, dat Mark zich met grotere zaken bezig kan houden. En ik geef hem natuurlijk vrouwelijke tips.’
‘Dank jullie wel. De volgende stap. Ik had gedacht om de tekening van de twee-onder-één-kap in het krantje te zetten, maar dan moet ik hem verkleinen. Daarom hang ik hem liever op in het dorpshuis en zet in het krantje dat die daar hangt. Over een paar dagen komt de tekening voor de twee-onder-één-kap tweeslaapkamerwoningen. Die hang ik dan ook op. En de tekening van de straat. Hoelang zullen we op commentaar wachten?’
‘Doe maar tot midden volgende week. Dan kunnen we bekijken of de tekeningen gewijzigd moeten worden. Dat duurt hooguit een week. Dus, over ruim twee en een halve week kunnen de tekeningen definitief goedgekeurd worden.’
‘Prima. Dan, bouwen?’
‘Zou de bouw de week erna kunnen beginnen?’
‘Oei. Ja, in principe wel. Door het tweede grote nieuws. Ik werd gewaarschuwd dat de stad rijplaten aan het leggen was. Ja, je kan in het dorp niet veel doen of het wordt gezien. Behalve onder de dekens natuurlijk. Ik heb, een beetje pissig, de stad gebeld. Na wat doorschakelen kreeg ik een vriendelijke ambtenaar. Hij wist wie ik was. Ja, sorry, vergeten je in te lichten. Ik weet niet wie hier achter zit, maar ik moet je zoveel mogelijk voorrang geven. Er wordt grote druk op me uitgeoefend. Ik heb verder alles moeten laten vallen, want ik moet een hoop regelen op zo’n kort mogelijke termijn. Vandaar dat ik je vergeten was.’
Tamara keek Mark vragend aan.
‘Wat is er? Waarom ga je niet verder?’
‘Ik wilde je even de gelegenheid geven om te zeggen, ach ja, ik heb even gebeld.’
Mark grinnikte en Simone schoot in de lach.
‘Zoals je toen geregeld hebt dat we in het dorpshuis konden trouwen. Het drong pas later tot ons door dat ze niet zelf achter hun foutje gekomen waren.’
‘Zo, ze heeft je ook door, Mark. Tamara, wij stonden op jullie trouwdag bij jullie huizen te wachten, omdat jullie verteld hadden hoe jullie het wilden doen. De jeugd zou de straat afzetten, enzovoorts. Het viel me op dat hij om de havenklap op zijn horloge keek. Toen de politie kwam en de straat afzette snapte ik het. Ik zei toen, Mark, vertel het maar. Tja, hij had ook even met de politie gebeld.’
‘Ik heb Thomas gevraagd hoe het zat, de jeugd zou het doen. Hij wist het ook niet. Daarna zijn we het vergeten. Sorry. Dank jullie wel.’
‘Natuurlijk zijn jullie dat vergeten. Daar zal ik maar niet op doorgaan. En het was geen moeite.’
‘Ik hoor hem natuurlijk wel eens telefoneren, Tamara. Goedemorgen of middag. Met Wellingten. Als ze hem kennen gaat het gesprek gewoon verder. Anders hebben ze wel iets van hem gehoord en vult hij dat een beetje aan. Ja, van dat grote huis, en de landerijen daar omheen, aan alle kanten tot de volgende dorpen. Ja, daar stond ik ook van te kijken toen ik alles van mijn vader overnam. Dat is nog niet zo lang geleden, daarom weet ik nog lang niet hoe hier alles geregeld wordt. Maar u wilt me vast wel helpen. Tja.’
‘Ik heb inmiddels in de gaten dat hij even belt als ik ergens voor het eerst naar toe ga. Ik hoef me eigenlijk nooit voor te stellen, Hé, Tamara, is het altijd. Hoe is de beschrijving van hoe ik eruit zie?’
‘Dat gaat je niets aan. Sportief blijven, hè? Niet navragen.’
‘Goed. Je maakt het me dan wel makkelijk.’
‘Zo’n telefoontje is voor mij makkelijk. Jouw geregel zou ik niet zo goed kunnen. Ik ben ook niet gewend om kortingen te regelen. Nou, meneer, wat zal het zijn vandaag? Uw halve been eraf of driekwart?’
Ze grinnikten.
‘Het is toch wat. Als de rijplaten er liggen gaan ze geulen graven op de plek waar de trottoirs komen. Daarin komt een betonnen bak met deksel voor de riolering, de waterleiding en buizen voor kabels. Middenvoor iedere twee-onder-één-kap komt er een deksel op de bak op de latere trottoirhoogte. Dan gaat de geul weer dicht. Ik vroeg, gaat dat lang duren? Hij zei, nee, nog geen twee weken. Normaal duurt zoiets langer, omdat dan de aansluitingen van de kabels gelijk gemaakt worden. Bij ieder huis zijn ze dan uren bezig om aftakkingen in de hoofdkabels te maken. Dat kan later. Bij de riolering en het water gaat dat veel makkelijker, daar hoeven alleen T-stukken tussen. En door die bak hoeven we, behalve bij uitzondering, ook nooit meer te graven. Hoe komen ze zo slim, meneer? In het dorp moeten ze steeds graven, als er iets niet goed is.’
‘Afdelingen van ziekenhuizen moeten veranderd kunnen worden. Overal lopen kabelgoten voor de elektriciteit, de telefoon, zuurstof, enzovoort.’
‘Tja, doordenken vanaf je vroegere werk. Na die nog geen twee weken, en in verband met de tekeningen, zou de bouw over krap drie weken kunnen beginnen.’
‘Prima. Regel het maar, daar hebben we het over gehad. Het heeft voorrang op je overige werk, dat snap je wel. Dat de tekeningen nog niet definitief zijn maakt niet zo veel uit, veel zal er vast niet veranderen. Dan kunnen ze al voorbereidingen treffen. Eerst natuurlijk de echte bouwers regelen, wat later de leveranciers van de spullen in de keuken, badkamer en zo. Vast een hoop werk, voor de komende drie weken, inclusief deze. Lukt dat?’
‘Ik denk het wel. De beheerder en ik werken goed samen, regelen steeds wie wat doet. Ik ga gelijk aan de slag. Tot ziens.’


Toen ze een paar avonden later met z’n vieren in het zwembad waren kwamen vader en moeder binnen. Ze bleven bij de ingang staan.
‘O. We wisten niet dat jullie bezoek hadden.’
‘Kom er rustig bij, vader, mams.’
‘Ik weet niet of de jongelui er van gediend zijn, als er nogal ouderen bijkomen.’
‘Geen probleem, meneer, mevrouw.’
Vader en moeder kwamen bij de stretchers staan, waar de twee stellen op lagen.
‘We zijn jullie steeds misgelopen op het zonneterras. We dachten, laten we maar eens gaan zwemmen.’
‘Prima. Stretchers genoeg.’
‘Ik houd mijn badjas nog even aan. Jij, moeder?’
‘Ik niet. Ze wennen wel aan mijn hangborsten.’
Moeder deed haar badjas uit en ging op een stretcher zitten.
‘Dat valt mee, mevrouw. En we zijn gewend aan de grote van Simone.’
‘Ja, daar kan ik niet tegenop, Thomas. Daar heb je zeker problemen mee, vader?’
‘Ja, natuurlijk.’
Vader ging ook zitten.
‘We hoorden dat u met Claire ook problemen had.’
‘Claire? Oh, op het zonneterras. Ja, die gedroeg zich eerst keurig, Mark, maar ze werd een keer ondeugend.’
‘Ze rekte zich uit, hè?’
‘Ja, met haar benen wijd. Ze draaide haar eh doos expres mijn richting op. Daar kan toch geen man tegen?’
‘Gelukkig niet, vader. En aan mij kan je niet zien hoe ik geniet van twee mooie pikkies.’
‘Moeder!’
‘Mij iets verwijten?’
‘Sorry. Geniet maar. Simone toch. De eerste keer dat ik je zag schokte je me met de blote bovenste helft van je borsten. Nu met het geheel.’
‘Geniet er maar van, paps. Maar gunt u Tamara en mij niet hetzelfde uitzicht als wat Claire op u had?’
‘Hetzelfde uitzicht?’
‘U kreeg een stijve door haar en liet haar rustig kijken. We weten van haar al dat u niet zo groot bent als Mark en Thomas, maar dat u er best mag zijn. Wat ons betreft mag uw badjas uit.’
‘Ik had kunnen weten dat ze alles door zou vertellen. En dat jij ook graag wat ziet, in ieder geval er graag over praat. Nou, vooruit.’
Vader stond weer op, deed zijn badjas uit en ging weer zitten.
‘Dat praten erover, paps, is om iedereen zich op zijn gemak te laten voelen.’
‘Ja, dat helpt zeker. Vóór jullie komst had ik nooit gedacht dat ik nog eens andere vrouwen bloot zou zien en dat ik andere vrouwen naar me zou laten kijken.’
‘U stond er mooi bij. Hè, Tamara?’
‘Ja, de mooiste houding voor een man, klaar voor de strijd. Ik ben blij u te zien, meneer. Thomas en ik zijn nog niet zo lang getrouwd. We vonden elkaar hartstikke mooi, maar we wilden eigenlijk een beetje weten hoe we echt waren, we hadden niets om mee te vergelijken.’
‘Vóór jullie huwelijk nooit met anderen eh gerommeld?’
‘Nee, nooit, meneer. Thomas heeft alleen een keer een stelletje in het bos zien vrijen.’
‘Ik weet niet wat Mark en Simone jullie verteld hebben, ik wist voor mijn huwelijk al wat meer. Ik ben opgegroeid met diensmeisjes om me heen. Die hebben mij eh opgevoed. Als niemand maar wat merkte mocht ik er alles mee, behalve trouwen. Tja, tegenwoordig is er makkelijk aan condooms en de pil te komen. Als dat in mijn tijd ook zo geweest was was moeder niet mijn eerste geweest.’
‘Tja, het is natuurlijk ook een kwestie van instelling, meneer.’
‘Bij mij was het meer een kwestie van gewenning, lief. Ik vond het wel prettig om door een dienstmeisje aan- en uitgekleed te worden. Ik ben het nooit zelf gaan doen, totdat ik op mezelf ging wonen. Want van jongst af aan was ik gewend dat die meiden dan steeds even met mijn spullen speelden. Ze soms in hun mond namen. Ik protesteerde nooit, ik vond het wel lekker. Op een gegeven moment wilde ik ook met hún spullen spelen.’
‘Ik kan me wel indenken wanneer dat ongeveer geweest is.’
‘Toen een meisje bij het verschonen van mijn bed ontdekte dat ik een natte droom gehad had. Ze heeft me ‘s avonds bij het naar bed brengen alles uitgelegd en gedemonstreerd hoe het bij mij werkte. En me geleerd hoe het bij haar werkte. Ze vertelde aan de andere meisjes dat de jongeheer van de jongeheer nu méér kon dan een beetje stijf worden. Nou, die wilden daar natuurlijk ook van genieten. Regelmatig kleedde er één zich ook uit, na mij uitgekleed te hebben en aan me gevoeld te hebben, en kwam bij me in bed. Achteraf snap ik dat wel. Een man kan moeilijk een gleuf weerstaan, die meisjes natuurlijk een stijve niet, al was die niet zo groot. Dan speelden we, voor zover dat mogelijk was. Overdag verleidde ik ze ook als ik de kans kreeg. Nieuwe meisjes protesteerden soms, tot ik mijn broek liet zakken en ze mijn jongeheer zagen staan. Of ze gingen zelf bloot op mijn bed liggen als ze me in bad gedaan hadden. Dat vond ik mooier dan ‘s avonds, dan zag ik niet zo veel, onder de dekens. Ik vind het nog steeds mooi, moeder bloot bovenop bed. Ze wil het niet, maar het lekkerste vond ik een meid die zich schoor. Dan was haar gleuf zo goed zichtbaar.’
‘Daar heb je vast zo goed likken bij geleerd.’
‘Moeder! Ja, dat was het mooiste. Maar ook de moeilijkste momenten, om eruit te blijven. Nou ja, moeder heeft er voordeel bij gehad dat ik bij ons trouwen al wat meer wist. En ik heb, na die ene keer, nooit meer een natte droom gehad.’
‘U ging er dus mee door terwijl u verkering had.’
‘Ik wilde stoppen, maar die dienstmeisjes niet. Ze zeiden dat ik door moest gaan, het raakte toch niet op, en mijn verkering zou blij zijn dat ik al zo geoefend had. En het was erg prettig, als ik thuis kwam na moeder gezien te hebben, dat er een dienstmeisje me even van mijn hoge spanning onderin afhielp..’
‘Ik dacht dat Mark vroeg begonnen was, op zijn zestiende. Maar u dus nog eerder, paps.’
‘Ja, Simone, maar dat vertelde je je kinderen niet. Ik zal wel een jaar of twaalf geweest zijn, bij die eerste natte droom.’
‘Dan lijkt het erop dat het niet uitmaakt wanneer jongens aan méér dan natte dromen beginnen. Twaalf, zestien, of, zoals Thomas, nog later.’
‘Ik zou het niet weten. Van die natte droom had ik niet veel gemerkt, maar ik vond het heerlijk op een andere manier vaak wat kwijt te raken. Toen ik wat ouder werd verwachtte ik dat het moeilijker zou worden, als er een nieuw meisje kwam, om die te verleiden, omdat ze dan jonger was, meestal veertien of vijftien. Als ze aan de beurt was om me naar bed te brengen had ze kennelijk gehoord hoe dat moest. Als ze als laatste mijn onderbroek uitdeed hoefde ik ze geeneens te verleiden, ze speelden graag. Tja, ik had het niet slecht. Jij doet me aan ze herinneren, Tamara. Leuke borstjes en niet te veel haar op je doos om het zicht op je gleuf te belemmeren. Een gedeelte van mijn stijve wordt daar vast ook door veroorzaakt.’
‘Heeft u ook veel meegemaakt, mevrouw?’
‘Nee, Tamara, ik kreeg de kans niet. Toen ik met vader trouwde wist ik amper iets. Hij heeft me toen alles geleerd wat hij bij die dienstmeisjes opgestoken had. In die tijd was het normaal dat jongens wat gespeeld hadden. Of meer. En dat meisjes van goeden huize, zoals dat heette, nog nooit een blote man gezien hadden. Hij is heel voorzichtig begonnen. Eigenlijk zoals dat diensmeisje bij hem. Hoe hij eruit zag en het bij hem werkte. En me geleerd hoe het bij mij werkte. Ik denk, dat hij pas na een week mijn bloempje plukte, zoals dat toen heette. Ik moest daar lang van bijkomen. Niet van de pijn, maar van de verrassing. Mijn moeder had gezegd dat mannen zich bij de daad nogal dierlijk gedroegen. Ik had alleen honden het zien doen, maar ik nam aan dat ik op mijn rug zou liggen, hij bovenop me zou komen en dan zo zou stoten. Maar hij was heel lief en voorzichtig. Dat stoten was niet erg, dat was vreselijk lekker. En dat dierlijke viel mee. Hij kreunde wel, en schokte wat erger, op het eind, maar dat deed ik ook. Na ongeveer een uur hebben we het weer gedaan. Ik was verbaasd dat het nog beter ging. De volgende morgen vroeg hij, hoe voel je je? Ik zei, heel goed. Ik ben erg verbaasd, dat het helemaal niet vervelend is, met je te vrijen. Integendeel. Hij zei, ik ben ook verbaasd. Zo met jou is honderden keren beter dan wat voelen aan een diensmeisje. Je hebt nu vast geen bezwaren om het te doen als we zin hebben. Ik zei, nee, en eerlijk gezegd heb ik er nú zin in. Hij zei, ik ook. Maar zou je er bezwaar tegen hebben als we het doen als ik kan? Dat is misschien vaker dan jij op het idee komt om het te doen. Ik zei, als je het zo lief en lekker blijft doen, denk ik niet dat ik zal protesteren. Ik heb nooit geprotesteerd.’
‘Ik heb begrepen dat u nog niet uitgespeeld bent.’
‘Nee, zeker niet. Mijn moeder had gezegd, niet alle mannen zijn hetzelfde. Maar je moet in ieder geval rekenen op ‘s zondagsmiddags.’
‘De bekende Engelse traditie, ik weet het, mevrouw. Tja, vroeger werkten de mannen lange dagen, ook de hele zaterdag.’
‘Ja. Zes weken nadat we getrouwd waren kwam mijn moeder op bezoek. Ook zo’n traditie. Om het nieuwbakken vrouwtje te troosten, omdat ze dat dierlijke moest verdragen. Ze liet natuurlijk merken dat ze er wel meer van zou willen weten. Ik heb, toen het uitkwam in ons gesprek, gezegd, mams, sinds we getrouwd zijn is het iedere dag lekker zondag, heerlijk, in het weekend al vanaf ‘s morgens vroeg. Ze werd wat bleek. Ze zei, nou, het zal wel afzakken. Toen ze een keer, na ongeveer een jaar, weer eens op bezoek kwam, zei ze, sorry, dat ik middenin de week onaangekondigd langs kom. Ik zei, het is voor ons nog steeds iedere dag zondag. Maar bel voortaan maar eerst. ‘s Morgens. Dan is de kans niet zo groot dat hij tijdens een ritje van slag raakt omdat de telefoon gaat. Een ritje, vroeg ze. Ik zei ja, maar hij heeft dan natuurlijk geen teugels in zijn handen, hij houdt mijn handgrepen vast. Van me afvallen doet hij ook niet, als hij een beetje wild gaat rijden doe ik mijn benen om hem heen. Of mijn ritje natuurlijk, dan val ik ook niet van hem af. Geen zadelknop tegen me aan, maar zijn handgreep in me. We rijden net zo lang, de ene keer wat rustiger dan de andere, tot hij doet wat voor een eventuele voortplanting nodig is. En we maken meer dan één keer op een dag zo’n lekker ritje. Ze werd spierwit. Ze heeft een uur niets gezegd, waarschijnlijk voor het eerst in haar leven. Daarna vermeed ze het onderwerp zorgvuldig.’
‘Jammer voor haar.’
‘Ja, ik denk niet dat ze er wat van opgestoken heeft. Wij van het eerste bezoek van Mark, Simone en hun kinderen wel. We zijn toen, op hun advies, vrijer geworden. We praatten er meer bij. En ik zei overdag wel eens iets tegen vader, waardoor hij gelijk naar bed wilde. En nu hij meer tijd over heeft, geen zorgen meer heeft omdat Mark en Simone alles zo goed runnen, zijn we zo’n beetje aan een tweede huwelijksreis begonnen. Geen verre reis, we zijn nooit ver van ons bed vandaan.’
‘Fijn voor u. Maar u wandelt vast ook in de tuin.’
‘Ja, maar dat is ook niet zo ver. Maar we nemen voor de zekerheid altijd, nou, bij mooi weer, een dekentje mee. Helemaal achterin de tuin komt zelden iemand. Heerlijk, buiten.’
‘Natuurlijk. Inmiddels weten Thomas en ik méér. We hebben dienstmeisjes bloot gezien op het zonneterras en Mark, Simone en Claire. En van hun gehoord wat zíj gezien hebben. Ik kan natuurlijk niet tegen Simone op, maar ze vinden dat ik er leuk uitzie. Thomas is, net zoals Mark, aan de grote kant. En hij heeft, volgens Simone en Claire, en van wat ze gehoord hebben, eh extra grote ballen.’
‘O. Ik heb tot nu toe nooit iets met andere mannen te maken willen hebben. Totdat ik achter in de veertig was kleedden ze me met hun ogen uit. Maar ik ben nu al uitgekleed en jullie blijven zo fijn rustig. Eh ik heb ook nooit iets kunnen vergelijken. Vergeleken met mij komen er natuurlijk alleen maar jonge meiden op het zonneterras. En de jongens zijn nooit groot. Zou ik bij Thomas mogen kijken?’
‘Vast wel. Ga maar naast hem zitten.’
Moeder stond op en ging naast Thomas op zijn stretcher zitten.
‘Vind je het erg, als ik zo van dichtbij naar je kijk?’
‘Nee hoor, ik begin er aan te wennen. U bent de vierde.’
‘Tja, je bent nog niet zo groot. Zou ik naar je extra grote ballen mogen kijken? Ik heb als ruil niet veel te bieden. Om naar te kijken. Maar eh misschien wil je wel even aan me voelen. Vader heeft niets in te brengen, die heeft zelf genoeg overal aangezeten.’
‘Ik wil wel even.’
Thomas pakte een borst van moeder.
‘Hij hangt wat, maar als ik hem optil, zo, heb ik toch een handvol, dus zo erg is het niet.’
Hij speelde ook even met haar andere borst.
‘Ik denk dat ik de tweede ben, die tegen u zegt, doe je benen eens uit elkaar, ik wil je gleuf zien.’
‘Ondeugende jongen.’
Ze deed haar benen van elkaar af en schrok toen Thomas haar ging bevoelen.
‘Oei. Nou, vooruit. Je bent de tweede die eraan zit.’
‘Het voelt goed aan, mevrouw. Geen eh sprake van slijtage, geloof ik.’
‘Nee, joh, het voelt iedere keer als nieuw aan. Het past nog precies. Hé, stop! Weet je dat ook al?’
‘Ja, daar had ik ooit over gelezen. Inmiddels weet ik er natuurlijk ook in de praktijk iets van.’
‘Iets, ondeugd? Nou ja. Doe jij nu je benen eens uit elkaar, mijn beurt om te kijken.’
Thomas deed zijn benen wat van elkaar af en tilde zijn middel iets op.
‘Je hoeft je niet op te tillen, je jongeheer gaat zelf al een beetje staan. Mooi, dan zit hij niet in de weg. Nou, ik zie niets bijzonders.’
‘Nee, te zien is het niet. Het is niet meer dan eerlijk dat u ook eens wat anders voelt.’
‘Oei. Nou, als vader het vroeger geen probleem vond om aan meiden te komen wanneer hij de kans maar kreeg, wil ik wel eens een andere man vasthouden.’
Moeder pakte zijn ballen vast.
‘Ja, duidelijk groter dan van vader. Wat zijn daarvan de consequenties?’
‘Een grote productie. Veel en vaak kunnen.’
‘Zoals Mark vaak zegt, alles is relatief. Kan je wat cijfers geven?’
‘Ik ben bang dat u dan toch ook spierwit wordt.’
‘Ik ben wat meer gewend dan mijn moeder. Die zat nooit op een zonneterras. Op het strand zat ze met een hooggesloten badpak met zo’n extra rokje erover.’
Ze giechelde.
‘En beslist nooit helemaal naakt, met haar benen wijd, naast een naakte jongen met een halve erectie en met zijn ballen in haar hand.’
‘Nou, die cijfers, op een vrije dag vrijen we een keer of zes. En ik spuit dan steeds een keer of zes.’
Moeder werd toch wat bleek.
‘Oh, Tamara, red je dat?’
‘Ja. Hij past ook precies. U merkte al iets, hij is erg goed. Ik geniet zo wie zo vreselijk, maar vooral als hij zes keer achter elkaar met een kreun en een stoot een straal sperma in me spuit. Als ik nog niet gekomen ben kom ik daar zéker van. Of voor de tweede keer. Van mij mag het nog wel vaker.’
Ze grinnikten allemaal, behalve moeder, die werd nog wat bleker.
‘Tja, ik vroeg niet om er omheen te draaien.’
‘We zien het als beloning, mevrouw, omdat we tot in onze huwelijksnacht niet gevreeën hebben.’
‘Dat is niet eerlijk. Ik ook niet, maar mijn beloning is niet zo groot. Maar wel genoeg, hoor, vader.’
‘Fijn. En het aantal is bij ons toch eerder opgelopen dan afgezakt?’
‘Ja, dat is ook waar. De laatste tijd zeker, oude snoepdoos. Vast van die blote meiden op het zonneterras.’
‘Ja, jeugdherinneringen. Het zien dan.’
‘Ja, ja. Nou, het blijft daar bij kijken. Thomas, je geniet duidelijk van een hand aan je ballen. Je bent al wat groter dan vader. Zeg, ik zou ook wel eens willen weten of een jonge stijve net zo aanvoelt als een wat oudere. Mag ik?’
‘Ja hoor. Dan wordt hij wel nog groter.’
‘Kan dat? Ik bedoel, kan dat zonder problemen?’
‘Anders waarschuw ik wel.’
Moeder pakte hem voorzichtig vast.
‘Het voelt hetzelfde aan. Fijn, vader. Zeg, komt er nóg meer?’
‘Ja, natuurlijk, tot hij, net zoals bij uw man daarnet, helemaal omhoog staat.’
De ogen van moeder werden in hetzelfde tempo als de erectie van Thomas groter.
‘Zo?’
‘Ja, nog lekkerder strelen helpt niet meer.’
‘Tja, mijn hand ging vanzelf bewegen. Wat ontzettend groot. Heel mooi om te zien. Maar met die van jou zit ik vol genoeg, vader. Dank je wel, Thomas. Ik ga op mijn plek zitten, voor ik zin krijg in een ritje met je. Vader moet straks maar gelijk op de bok.’
Ze grinnikten allemaal en moeder ging op haar stretcher zitten.
‘U bent wel kleiner dan Thomas, meneer, nu zeker, u went al aardig, maar ik vind het fijn om te zien dat u op uw leeftijd nog een complete omhoogstaande erectie kunt krijgen. Die ook nog goed werkt, dus. Ik had geen idee, maar nu heb ik goede vooruitzichten. Op ritjes tot op een toch wat hoge leeftijd.’
Ze grinnikten weer.
‘Tamara, moeder was zo vrij om zonder me iets te vragen op de vergelijkingstoer te gaan. Mag ik naar jouw jonge poesje kijken?’
Tamara stond op, liep naar hem toe, en ging met haar benen van elkaar naast hem op zijn stretcher zitten.
‘Je durft.’
‘Uw vrouw ook. En Mark heeft me ook al bekeken. En vergeleken. Er schijnt bij meisjes niet veel verschil te voelen te zijn.’
‘Voor zover ik me kan herinneren was dat ook zo.’
Vader voelde voorzichtig aan haar doos en gleuf.
‘Ik moet moeder gelijk geven, het voelt hetzelfde aan. Fijn, moeder. Tja, ik begon er eigenlijk pas goed van te genieten met moeder. Veel fijner spelen, méér dan alleen komen. Dank je wel, lief.’
‘Zal ik wat jeugdherinneringen voor u ophalen?’
‘Ik heb al wat verteld.’
‘Ja, maar niets gevoeld.’
‘O. Ja, graag.’
Tamara pakte zijn ballen.
‘Net zulke grote als Mark. Tja, vast erfelijk. Alhoewel, hij is wat groter. Toch even proberen.’
Ze streelde zijn halve stijve tot die recht omhoog stond.
‘Nou, hij mag er best wezen. Lekker?’
‘Ja, dank je wel.
Tamara ging weer terug naar haar eigen stretcher.
‘Tja, ik heb heel wat genoten. Achteraf gezien, die dienstmeisjes hielden waarschijnlijk bij wanneer ik het laatst eh behandeld was. Ze moesten natuurlijk mijn bed opmaken en de kamer schoonhouden. De bedoeling was om dat te doen als ik er niet was. Maar als ik op mijn kamer was kwam er toch vaak één wat doen. Bijna altijd kreeg ik dan een stijve. Als ik dan zelf geen actie ondernam deed zij het wel. Met als resultaat dat ze me waarschijnlijk zo vaak mogelijk hebben laten lozen, op één of andere manier. Nou, ik had er geen bezwaar tegen. Ik herinner me nu, dat het niet altijd zo succesvol was, dan kwam er niet veel. Tja, met moeder wist ik al gauw dat het maar een keer of drie per dag goed lukte.’
‘Niks maar, meneer. Als hij het dan maar goed doet, hè, mevrouw?’
‘Ja, dat deed hij, van het begin af aan. Terwijl hij het nog nooit echt gedaan had.’
‘Nee, wel bijna. Sommige meisjes durfden met mijn stijve over hun gleuf te strelen, waardoor ik me de rest wel voor kon stellen. Maar niet, hoe lekker het was, toen ik bij moeder mijn stijve in haar mocht duwen. En hoe lekker het was om in haar klaar te komen. Ik bewoog eerst zo ongeveer als de meisjes mijn stijve gestreeld hadden. Maar al gauw fluisterde moeder hoe ze het graag wilde. Sneller, langzamer, duw lekker door, dieper.’
‘Nou, vader!’
‘En na de eerste keer, omdat ze toen iets meer wist, ooh, man, je komt weer, hè? Spuit maar zo veel zaad als je kan.’
‘Nou, vader!’
‘Waardoor ik nog enthousiaster werd. En moeder ook. Nog.’
‘Fijn. Thomas had nog nooit iets gedaan.
 En we hadden niet veel geoefend. Nou, hoe je ook begint, als je fijn met elkaar omgaat schijnt het niet uit te maken, hè, Simone?’

‘Nee, we genieten er allemaal van.’
Na wat gezwommen en nog wat gepraat te hebben gingen ze allemaal naar hun slaapkamers, met de wetenschap dat ze allemaal wat hitsiger waren dan op een dag zonder zwemmen.


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 7

Verzorgd door Tamara.

Deze keer geen verhaaltje, omdat er zeer verheugend nieuws is en ik het hartstikke druk heb.

De huurhuizen.
De taxaties gaan door.
 
De renovatie van de huurhuizen.
De beheerder van de huizen en ik komen VOORLOPIG NIET bij de getaxeerde huizen langs om een overzicht te krijgen voor de renovatie. We zijn vreselijk druk bezig met het volgende onderwerp.
 
De nieuwbouw.
Wél zichtbare veranderingen. Wie er nu nóg niet van overtuigd is dat er nieuwbouw komt, die eh laat maar.
De stad is begonnen om rijplaten op de vrijgemaakte strook neer te leggen. Zodra die er liggen gaan ze geulen graven op de plek waar de trottoirs komen. Daarin komt een betonnen bak met een deksel voor de riolering, de waterleiding en buizen voor kabels. Middenvoor de plekken waar twee-onder-één-kap woningen komen komt er een deksel op de bak op de latere trottoirhoogte. Daarvandaan worden later de woningen aangesloten. Dan gaat de geul weer dicht. De stad hoopt binnen een paar weken klaar te zijn met dit gedeelte van hun werk. De rijplaten worden neergelegd om het bouwverkeer niet te veel sporen te laten maken. Óók om te voorkomen dat er, vóór de definitieve aanleg van het wegdek als de huizen klaar zijn, veel geëgaliseerd moet worden.
Over de rijplaten mag gelopen worden, maar niet op werkdagen, wanneer er gewerkt wordt, om de bouw niet te storen. Jullie hebben aan mijn eerdere verzoek, om niet op de strook te komen, geweldig gevolg gegeven. Hartelijk dank. Ik reken nu ook op jullie medewerking.

De tekening voor een twee-onder-één-kap drieslaapkamerwoning is klaar. Ik heb een exemplaar in het dorpshuis opgehangen. En een tekening van de straat. Over een paar dagen verwacht ik de tekening voor een twee-onder-één-kap tweeslaapkamerwoning, die hang ik dan ook op in het dorpshuis.
Jullie kunnen tot volgende week woensdagmiddag één uur commentaar op de tekeningen inleveren bij de vereniging van huurders.

Vooruitlopend op de definitieve goedkeuring van de tekeningen zijn de beheerder van de huizen en ik begonnen om offertes voor het bouwen van de huizen te vragen. Zodra er voldoende binnengekomen zijn zullen er contracten opgesteld worden. Dat is veel werk, omdat er veel soorten firma’s nodig zijn om een huis te bouwen en af te leveren zoals wij het willen. Alle firma’s die we benaderen zullen wij om voorrang voor ons vragen, in verband met de abnormale woningnood in ons dorp. Wij hopen dat zij zo veel mogelijk werklui in gaan schakelen, zelfs van buiten het dorp.
Wij hopen dat ze na het tekenen van de contracten snel aan het werk gaan.

Overige onderwerpen.
Ik heb bijgehouden hoeveel krantjes en waar ze afgehaald werden.
Het Wellingten Nieuws is voortaan verkrijgbaar bij de ‘bakker’, in het eerste stuk van de Hoofdstraat, bij de ‘boekwinkel’ in het middelste en bij de ‘kapper’ in het laatste stuk in de Hoofdstraat.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Dorp1a

 Week  20

‘De stad is klaar, wat ons betreft. Ze moeten aan het eind van de straat de aansluitingen op de rest van het dorp nog maken, maar de betonnen bakken zitten in de grond. Het enige wat er te zien is, is een omhoogstekend putdeksel middenvoor iedere toekomstige twee-onder-één-kap woning. Ik heb die ambtenaar even gebeld, om te bedanken. Die was zelf verbaasd. Ze hadden niet gerekend op een geëgaliseerd terrein.’
‘Fijn dat je bedankt. Blijf dat iedereen maar doen. Sorry, dat zal je vast uit jezelf al doen. Wat ik steeds vergeet te vragen, hoe gaat het met de vragen en de klachten? Ik heb van de beheerders gehoord dat ze het wat dat betreft erg rustig hebben.’
‘Dat zal best. Van de pachters hoor ik weinig. Er was er één wat klagerig, maar die heb ik een beetje opgevoed. Ik heb onder andere op zijn eergevoel gespeeld, of hij het niet alleen afkon.’
‘Onder andere?’
‘En verteld, dat hij blij mocht zijn pachter te zijn met zo’n goede verpachter en dat er stonden te dringen om zijn plaats in te nemen. Ik heb het niet te bont gemaakt, hoor. Anders had ik wel gehoord dat hij zich bij je beklaagd had. Ik heb hem verteld dat hij dat kon doen, als hij niet tevreden met me was.’
‘Wat ben je toch goed. Slim en vriendelijk zakelijk, hè?’
‘Nou ja. In het begin kreeg ik veel vragen. Ik heb veel verwezen naar de vereniging van huurders en naar mijn krantje. Als ze nu een praatje met me maken is het eigenlijk om te bedanken voor alles. Bij deze geef ik het nog maar een keer door.’
‘Dank je. We zijn blij dat we het kunnen doen. Met z’n allen.’
‘Ja. Het aantal klachten is erg afgenomen. In het begin waren er veel, door de achterstand in onderhoud. Daarna is het verder afgenomen, omdat ik de klachtenregeling in het krantje heb gezet. Niet alleen de beheerders hebben het rustiger, de reparateurs ook, ik voorkom wat gebel en geloop bij ze. Ik heb nog wat leuks meegemaakt. Ik was laatst in de Hoofdstraat, ongeveer halverwege, toen ik aan het eind een vlag zag wapperen. Verder nergens, dus ik eropaf. Toen ik dichterbij kwam zag ik dat het een witte vlag was met een zwart vraagteken erop. Toen werd ik natuurlijk helemaal nieuwsgierig. Van vlakbij zag ik dat het een oud laken of zo was, de rafels hingen eraan. En die vraagteken was er duidelijk met een spuitbus opgespoten. Ik belde aan. Er deed een man van achter in de dertig open, ik kende hem niet. Hij zei, hoi, Tamara. Momentje, even de vlag binnenhalen, die heeft zijn doel bewezen. Ik zei, wat dan? Hij zei, je hebt toch aangebeld? Je hebt een vaantje met een vraagteken op je Rolls, ik vlagde omdat ik een vraag heb. Ik zei, ik snapte het niet, maar het werkte wel. Leuk, hè?’
‘Ja. Heb je al vijfhonderd of zeshonderd vlaggen besteld?’
‘Daar heb ik inderdaad aan gedacht, maar bellen is beter. Ik kom regelmatig in de Hoofdstraat, maar niet zo veel in de andere straten. Maar ze mogen rustig zelf een vlag maken en die buitenhangen, als ze geen haast hebben.’
‘Zet het maar in je krantje. Als iemand het er niet mee eens is krijg je vast commentaar, al kost een oud laken niets. Krijg je vaak commentaar op je krantje?’
‘Ja, maar zelden negatief. Die man bleek een bijna helemaal verstopte afvoer te hebben. Hij had niet willen bellen, zo’n haast had het niet. Hij wist dat ik een paar keer per week door de Hoofdstraat reed, zolang kon hij wel wachten. Ik zei, dan moet je ook maar thuis zijn, als ik langsfiets. Hij zei, sinds je baas breedband geregeld heeft werk ik veel thuis. Zeg, was dat geen toeval, dat die breedband kwam toen jullie hier net waren? Heb jij die geregeld?’
‘Die heb ik aangevraagd, omdat bij het chatten de beelden zo traag waren.’
‘Oh, natuurlijk, toen legden ze het gelijk aan.’
‘Het duurde even, ze moesten een nieuw onderstation neerzetten, net buiten onze tuin, want we zaten te ver weg van de centrale. Het dorp en de dichtstbijzijnde pachters konden dan ook aangesloten worden.’
‘En waarom is niemand uit het dorp dat gelukt? Er was al langer vraag naar.’
‘Ik heb een beetje doorgezeurd, uiteindelijk kreeg ik de directeur aan de lijn. Daar kon ik mee praten, hij heeft net zo’n functie als ik, de grote lijnen in de gaten houden. Ik heb een minimum afname gegarandeerd. Ik heb nooit bij hoeven betalen, binnen een paar maanden zaten ze erboven. Ze hadden duidelijk het gebruik in het dorp onderschat.’
‘Jij niet?’
‘Ik heb niet geschat, ik wilde breedband, om de kinderen en kleinkinderen goed te zien.’
‘En dat mocht wat kosten?’
‘Ja. Mij niet, de familie. Klein postje ergens op de balans. Telefoonkosten voor de beheerder.’
Mark en Simone grinnikten, Tamara ook, maar ze schudde haar hoofd erbij.
‘Ik wed dat dat op die balans geeneens opvalt. Er zal wel boven staan, alle getallen in miljoenen.’
‘Nee, duizenden. Maar ik kan niet alles doen wat ik wil, er zijn een paar muggenzifters in de familie. Die pluizen alles uit en schrijven of bellen om een toelichting, als ze onraad vermoeden. Maar daar ben ik altijd op voorbereid, ik heb er altijd een verklaring voor.’
‘Ja, dat geloof ik best. Zoals het zwembad, dat hadden jullie nodig om je te kunnen ontspannen en daardoor overdag beter te kunnen werken.’
‘Ach, ieder regelt zijn zaken op zijn manier. Zoals jij lijkkisten gebruikte toen je het nodig vond.’
‘Ik stop er maar mee, ik kan het toch niet winnen. Goed. De beheerder en ik zijn druk met die offertes. Normaal zet je in de contracten een clausule voor een boete bij te late levering, en eventueel een beloning voor een vroege oplevering. Maar dat gaan we niet doen. Iedereen gaat toch op z’n snelst werken, omdat het voor hun eigen dorpsgenoten is.’
‘Wat denk je aan veel dingen.’
‘Koekenbakker, meneer. Bij te late leveringen waren onze taarten niet op tijd klaar.’
Mark en Simone grinnikten.
‘Knap, hoor, dat je alles zo mooi door weet te trekken.’
‘Ja, anders kan ik er niet mee omgaan. Wat een bedragen op die offertes, zeg. En ik mag zeggen, goed, doe maar. Honderd centraleverwarmingsketels, van het nieuwste, zuinige type. Ze komen ook van ver, bij andere dealers vandaan. De fabriek kan er niet zo snel zo veel leveren, maar we krijgen de volle korting. Per stuk erg goedkoop, dus maar een hele kleine verhoging van de huur.’
‘Mooi op tijd besteld.’
‘Het mooiste vind ik, hoe de mensen verrast zullen worden. Er zit ook een warmwatervoorziening in die ketels.
Ik had verteld dat bijna niemand in het dorp een bad heeft. En die douches? Je hebt er gezien, hè, Simone, bij ons rondje door het dorp? De meeste zitten in een kast, omdat er verder nergens ruimte voor was.’
‘Ja. Onpraktisch, bekrompen, onhygiënisch.’
‘Ze zijn gewend aan een zielig straaltje warm water uit de douchekop. Volgens de leverancier spuit het hete water terug op het plafond als je de kraan boven het bad te ver opendraait. Goed. De aanrechten met wasbakken en kooktoestellen zijn ook besteld. En de vaatwassers, toiletten, mengkranen, wastafels en nog wat ook. We hebben het over de leveranciers verdeeld, verdienen ze allemaal wat. Ondanks dat we tot vijftig procent korting krijgen, door die honderd tegelijk. En twintig procent korting, als de mensen later magnetrons en zo bij ze kopen.’
‘Mooi. Dat nog wat, wat je ook besteld hebt, is dat iets waar we het niet over gehad hebben?’
‘U mist ook niet veel. Ja, maar dat zijn kleinere dingen. Die weet ik nu niet uit mijn hoofd, maar er kwam nog wat van de vereniging van huurders. En alles wat ik hoor of zie schrijf ik op en kom ik later tegen.’
‘Geweldig. Dat was de binnenkant van de huizen.’
‘Ja, die spullen moeten er op tijd zijn. We zijn nog bezig met de bouwers. Die zijn geen snelheid gewend, maar ze komen op gang. Oh, red u dat niet? Tja, dan moet ik toch eens verder kijken.’
‘Tja, net geen chantage.’
‘Ach, ze hoeven niet. Maar ze willen heel graag. Ze wennen wel aan onze snelheid.’
‘Een paar weken meer of minder zijn toch niet zo belangrijk?’
‘Nee, maar getreuzel is niet nodig. Voor een keer, dank je wel, Mark, ik vind het zulk mooi werk.’
‘Geen dank. Dat maak je er zelf van.’
‘Samen met de beheerder. Vooral de binnenkant van de huizen vind ik fijn, daar leven de mensen. Maar ik ga me nu druk maken over de buitenkant. Beton en bakstenen en zo. Dat moet soms ook van ver komen, die hoeveelheden. Maar het transport van grote hoeveelheden is ook niet duur, dus dat maakt niet uit. Tot ziens.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 8

Verzorgd door Tamara.

Deze keer een kort verhaaltje, ikke druk, druk, druk.

Ik heb nog wat leuks meegemaakt. Ik was laatst ongeveer halverwege de Hoofdstraat, toen ik aan het eind een vlag zag wapperen. Ik werd natuurlijk nieuwsgierig, want er werd verder nergens gevlagd. Dus er naar toe. Van vlakbij zag ik, dat het een oud laken was, de rafels hingen eraan. Het vraagteken was er duidelijk met een spuitbus opgespoten. Toen ik aanbelde deed de bewoner open. Hij zei, hoi, Tamara. Momentje, even de vlag binnenhalen, die heeft zijn doel bewezen. Ik zei, welk doel? Hij zei, jou aan te laten bellen. Je hebt een vaantje met een vraagteken op je Rolls, ik vlagde omdat ik een vraag heb. Leuk, hè?
Jullie mogen best voor me vlaggen, maar bellen werkt sneller, ik rijd erg onregelmatig door het dorp. En dan natuurlijk het meeste door de Hoofdstraat. Die bewoner had geen haast, zijn afvoer ging alleen steeds slechter doorlopen. Die in zijn keuken, voor de volledigheid.

De huurhuizen.
De taxaties gaan door.
 
De renovatie van de huurhuizen.
De beheerder van de huizen en ik komen VOORLOPIG NIET bij de getaxeerde huizen langs om een overzicht te krijgen voor de renovatie. We zijn vreselijk druk bezig met het volgende onderwerp.
 
De nieuwbouw.
Herhaling, over de rijplaten mag gelopen worden, maar niet op werkdagen, wanneer er gewerkt wordt, om de bouw niet te storen. Bij voorbaat dank voor jullie medewerking.

Er is heel weinig commentaar op de tekeningen ingeleverd. De inzenders worden bedankt. We zijn er een beetje trots op dat wij al gedacht hadden aan de dingen die jullie vroegen, ze zijn alleen niet op de tekeningen te zien.

De beheerder van de huizen en ik zijn verbaasd over de snelheid waarmee de offertes binnenkomen. We zijn al kunnen beginnen met het opstellen van de eerste contracten. We doen eerst die, die de buitenkant van de huizen betreffen, daarna komen die voor de binnenkant.

Overige onderwerpen.
Geen.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week  21

De kinderen kwamen zo laat aan, dat ze gelijk gingen dineren. De dienstmeisjes ontfermden zich maar al te graag over de kleinkinderen.
‘Ik had nagedacht over hoe we jullie onder zouden brengen. We hebben geen twee mooie suites naast elkaar, en ik wilde jullie niet te ver van elkaar zetten. Dus stelde ik voor om een extra tweepersoonsbed in de suite tegenover die vier eenpersoonsslaapkamers te zetten, met een schot tussen die bedden. En jullie kinderen in de eenpersoonsslaapkamer daar recht tegenover. Toen vertelde Simone me, dat er in die eenpersoonsslaapkamers inmiddels tweepersoonsbedden stonden. Toch hebben we dat extra bed en dat schot neer laten zetten. Thomas heeft wel kinderbedjes geregeld. Jullie zoeken het maar uit.’
‘Merci, paps. Dat wordt weer net zo spannend als toen we de eerste keer hier kwamen. Toen wisten we ook niet hoe we zouden slapen. Nou, het waren zo ongeveer de laatste keren dat we niet bij elkaar sliepen. Tenminste, op dezelfde kamer, soms wel op aparte bedden, als we elkaar te verleidelijk vonden.’
‘Voor we getrouwd waren had mams haar eigen kamer. Nadat we begonnen te vrijen sliep ze ook niet altijd bij me, tot we trouwden natuurlijk. Jullie koffers staan in de suite, die van de kinderen in de kinderkamer. Die zijn ongetwijfeld door de diensmeisjes gevonden. Ze hebben geen problemen met de kinderen, anders hadden ze het laten weten.’
Ze praatten na het diner verder in de suite van Mark en Simone. De kinderen gingen niet al te laat naar de andere vleugel.
Daar keken ze eerst bij de kleintjes. Die sliepen, en in een hoekje zat een diensmeisje een boekje te lezen.
‘Alles goed gegaan?’
‘Ja, mevrouw. Gevoed, gewassen, in bed gestopt. Het zijn makkelijke kinderen.’
‘Dank je wel. Je kan nu ook naar bed, hoor.’
‘O, nee, mevrouw. Als u het goed vindt blijft er een meisje bij, we lossen elkaar af. We vinden het zo leuk, er komen nooit kleine kinderen.’
‘Nou, prima. We weten nog niet waar we gaan slapen. Misschien in de suite, maar als je hiernaast wat hoort zijn we in de twee kamers hiernaast.’
Ze gingen met z’n vieren de suite in.
‘Wat doen we, Jamie?’
‘Ik vind het gezelliger dan in twee kamers. En dat schot is voor mij niet nodig.’
‘Goed. Als we onder de dekens blijven gaat het wel.’
‘Onder de dekens? We zien Mike en Aimee in de tuin toch ook vrijen?’
‘Dit is wel erg dicht bij elkaar.’
‘Dat bedoel ik, gezellig. Wat denken jullie er van?’
‘Prima. Aimee?’
‘Ik voel wel wat voor het voorstel van Jamie.’
‘O. Niet liever onder de dekens?’
‘Ik eh zou best meer willen zien dan een kont die op en neer gaat.’
‘Je weet toch wat er dan gebeurt?’
‘Ja, maar ik zie dan niets. Ook het begin niet.’
‘Je bedoelt, het naar binnen gaan?’
‘Ja, wij kijken bij onszelf ook wel eens. Dat vind ik zo mooi. Je zou zweren dat hij er niet ingaat, zo’n dik ding, in zo’n smalle gleuf. Maar die gleuf gaat zo mooi open en om hem heen. En dan gaat hij er ook nog helemaal in.’
‘O. Je bent erg eerlijk.’
‘Dat zijn we altijd. Alleen wat meer terughoudend. Nou, de rest ook maar. In de tuin houden we ons ook in met herrie maken. Ik wil graag ook alles horen. Nog meer met elkaar meegenieten. Dat kan toch wel?’
‘En andersom?’
‘Wil ik ze graag van ons mee laten genieten. We zullen wel ongeveer hetzelfde doen. Mike, in de tuin kijken we ook de andere kant niet op als ze vrijen. We vinden het leuk, dat ze genieten. Ontkennen kan je niet, je krijgt er altijd een stijve van.’
‘Ja, dan denk ik natuurlijk, zo meteen wij.’
‘Ja, we wachten altijd tot ze klaar zijn. Andersom ook. Zie je wel? Eerst meegenieten, dan pas zelf.’
‘Prima. Silvia?’
‘Ja, andersom ook. Ik kijk onder het vrijen wel eens hoe jullie toe zitten te kijken. Ik vind het altijd leuk je een stijve te zien krijgen, Mike, als de stijve van Jamie in me zit. Jamie, niet met onze neuzen er bovenop, maar wat dichterbij dan in de tuin, vanaf het andere bed, goed?’
‘Ja, prima. Net wat Aimee zei, we vinden het leuk elkaar zien genieten. En horen? Ja, een kreun bij iedere stoot, zeker op het eind, vind ik lekker.’
Hij schoof het schot aan de kant en begon zich uit te kleden.
‘Van dat gepraat heb ik natuurlijk een stijve gekregen. Nou, voor niemand iets nieuws, hè?’
De anderen kleedden zich ook uit.
‘In een slaapkamer je uitkleden is wat anders als blootzitten in de tuin, hè, Silvia?’
‘Ja, maar ik vind het wel gezellig. De jongens staan zelden tegelijk, met een stijve. Ze zitten of lopen.’
‘Ja. Moet je ze zien, ze staan te showen.’
‘Ja, mooi.’
‘Kom eens naast elkaar staan.’
De jongens deden het.
‘Prachtig. Zeg, heb jij die van Mike zo al eens vast gehad?‘
‘Nee, dan was hij altijd kleiner. In het water ook. Zo is hij voor jou.’
‘Toch zou ik wel eens uitgebreid aan Jamie willen voelen.’
‘Tja, ik vraag me ook wel eens af of er voelbaar verschil is. De laatste keer dat ik serieus aan je gezeten heb, Mike, was toen we een jaar of twaalf waren. Toen je zag dat ik borstjes kreeg heb ik je eraan laten voelen. Niks aan, zei je, zo klein. Toen ik haar op mijn doos kreeg heb ik je het ook laten voelen. Ook niks aan, zei je, op mijn hoofd heb ik meer. Ik vond aan jouw balletjes ook niet veel. En aan je pikkie ook niet, je zei dat je al een rechtvooruitstaande stijve kon krijgen, maar die had je toen niet. Een slap slangetje wat in één hand paste. Toen Jamie opdook had ik er natuurlijk helemaal geen belangstelling meer voor. Toen jullie geen handdoek meer hoefden te gebruiken vond ik het wel fijn dat jullie net zo groot waren. Maar mag ik er nog eens aanzitten?’
‘Ja hoor.’
Silvia voelde eerst uitgebreid aan zijn ballen, toen aan zijn stijve.
‘Nou, het zal niet in jullie hoofd opkomen om een geintje uit te halen, maar ik zou in het donker vast het verschil niet voelen.’
‘Nee? Ik mag bij jou ook wel even, hè, Jamie?’
‘Ja, als je niet meer doet dan Silvia bij Mike. Zijn ademhaling werd wat sneller toen ze zijn stijve streelde.’
‘Voorzichtiger kon ik niet, dan zou ik niets voelen.’
Aimee bevoelde Jamie.
‘Je hebt gelijk, het voelt hetzelfde aan. Een stevige paal, hè?’
‘Ja. Nu hoef ik me niet meer af te vragen wat jij voelt, als hij je daarmee binnenin streelt. Vast hetzelfde wat ik voel. Ik weet nu genoeg, meer wil ik daar niet mee.’
‘Nee, natuurlijk niet, wat we er verder mee kunnen doen doen we alleen bij onze eigen jongens.’
‘We mogen ook wel even grondig aan jullie komen, hè?’
‘Ja, als we maar niet komen.’
‘Natuurlijk niet, dat doen we alleen bij onze eigen meiden. We letten wel op of jullie gaan hijgen. Draaien jullie je maar om, van achteren af kunnen we het lekkerst voelen.’
De meiden draaiden zich om, de jongens pakten hun borsten vast, masseerden en schudden ze een beetje.
‘Ik zou in het donker ook het verschil niet voelen.’
‘Nee, maar vast wel het verschil beneden. Ja, geen krulletjes. Nou, lekkere doos, Silvia.’
‘De jouwe voelt net zo lekker, hoor. Die krulletjes zijn grappig, maar ik voel ze alleen met mijn handen.’
‘Met wat anders kom je er niet aan. En haal die stijve uit mijn bilnaad.’
Ze grinnikten allemaal, en de jongens lieten de meiden los.
‘Zullen wij beginnen, Silvia? Je zal wel willen komen, en ik zeker, na dat gespeel met mijn spullen.’
‘Ik ga al liggen.’
Silvia ging op bed liggen, Jamie ging voor het voeteneind staan, Mike en Aimee gingen op het andere bed zitten.
‘Prachtig. Vrouwtje op haar rug, beentjes wijd. Goed zo. Dan kunnen de anderen ook eens je mooie doos wat beter zien. Al zijn jullie allebei zo mooi, hè, Mike?’
‘Ja, net zo mooi. Ze konden wel tweelingen zijn. Ook praktisch dezelfde mooie borsten.’
‘Ja, van precies de goede grootte. Ik kom over je heen hangen, mooie blote meid. Stuur je me? Eerst even strelen, hè?’
Hij kroop op bed en liet zich op haar zakken. Nadat ze wat met zijn stijve over haar gleuf gestreeld had, liet hij zich verder zakken. Zodra hij voelde dat hij binnen kwam ging hij met kleine stootjes verder tot hij op haar lag. Ze sloeg haar benen om hem heen.
‘Mooi?’
‘Ja, Silvia. Ik voelde met je mee. Ga nu maar lekker wippen.’
Silvia begon met stoten, Jamie nam het over.
‘Het streelt weer heerlijk. Wat blijft dat fijn passen, meid.’
‘Als je het nog niet wist, ik help een beetje. Als ik vlug wil komen ga ik je stijve een beetje knijpen.’
‘Oei, ja. Het begint al.’
Hij wipte sneller.
‘Daar komt het. Ohhhh, ohhhh, ohhhh.’
‘Nog even doorwippen, schat, ik ben er bijna.’
Hij wipte door, tot ze uitgekreund was.
‘Zullen we applaudisseren?’
‘Nee, Mike, dat kunnen we zelf ook. Even wachten tot ze uitgehijgd zijn.’
‘Dat gaat snel, hoor. Door dat gespeel en de aanwezigheid van publiek is het een quickie geworden. Jij kwam ook snel, hè, schat?’
‘Ja. Ik vond het opwindend, dat ze keken. Nu jullie?’
Mike en Aimee deden ongeveer hetzelfde, Aimee kwam op de laatste stoot van Mike.
‘Mooi gezicht, hè, Jamie?’
‘Ja, zo goed kunnen we het bij onszelf niet zien. Jammer dat meisjes niet doorzichtig zijn, om het spuiten te kunnen zien.’
‘Nee, maar dat kunnen we thuis in de tuin nog wel eens doen, op de plantjes van mams, als jullie niet naar binnen kunnen. Ik heb slaap, laten we onder de dekens gaan. Als je weer stijf bent naar binnen, schat, dan val ik weer heerlijk in slaap.’
Zo deed het andere stel het ook.

De volgende dag kwam Tamara het kantoor binnen toen Mark en Simone er net waren.
‘Ik weet niet of jullie nog een keer op de strook willen kijken, voor de bouw begint. Misschien met de kinderen. Vandaag is het nog een gladde vlakte, met alleen achtenveertig putdeksels. Ik zet steeds in het krantje, alleen over de rijplaten lopen, de mensen houden zich er keurig aan.’
‘We gaan vast met z’n allen kijken. Wat is het beste, met een auto of met een koets?’
‘Met een koets. Dat zullen de mensen ook mooier vinden. Dat maakt nog meer indruk dan een Rolls. Ik weet dat het jullie niet om de indruk op de mensen gaat, maar vanuit een koets kan je alles beter zien. En gezien worden. Terugzwaaien, alsjeblieft.’
‘Natuurlijk. Is het morgen geen gladde vlakte meer?’
‘Nee, dan beginnen ze met het uitzetten van de huizen, dan komen er overal stokjes in de grond. Dan mag u natuurlijk ook kijken, dan kan je nog beter zien waar de huizen komen. Volgende week begint de echte bouw, het storten van de vloeren.’
‘Geen kelders?’
‘Nee, de mensen zijn het niet gewend. Er is ook geen vraag naar. Het zou de huizen onnodig duurder maken, extra graafwerk, grondafvoer, meer beton en stenen. En dure afdichting, het grondwater staat niet zo laag.’
‘Je hebt er dus wel over nagedacht.’
‘Ik niet, ik ben óók geen kelder gewend. De beheerder dacht eraan. We vullen elkaar mooi aan, hij weet meer dan ik van bouwen, al is dat geen kunst, maar ik van de mensen die er komen wonen. Ze zijn zo blij, in het dorp. Ik ben een paar keer bij klasgenootjes van me geweest, die nu nog bij hun ouders inwonen. Ik heb zitten janken, zo primitief. Vroeger wist ik niet beter, maar ik heb nu zo’n mooi huis. En dat krijgen zij ook.’
Simone had ook tranen in haar ogen.
‘Zo heb ik dat niet gezien. Als wij er waren, overdag, dan waren alleen de ouders thuis. Wat fijn.’
‘Ja. De ouders zijn ook blij. Als de kinderen de deur uit zijn gaat het niet zo lang meer duren voor hun huis gerenoveerd wordt. Meneer, mag het ook wat lux?’
‘Natuurlijk. Met de kortingen die jij los krijgt is dat geen probleem. We moeten tegen die tijd kijken of er hetzelfde in kan als in de nieuwbouw. Aanrecht, afwasmachine, bad, enzovoort. Dat wordt vast puzzelen, de meeste huizen zijn kleiner, hè?’
‘Ja, maar voor maar één gezin kunnen er vast ruimten samengevoegd worden. Niks mooier dan puzzelen.’
‘O nee? Komen jullie vanavond zwemmen?’
‘Graag, Simone. Komen de kinderen ook?’
‘Ja. Je bent aan de vroege kant, anders had je ze kunnen ontmoeten. Ze slapen natuurlijk uit, na de reis met dat gesjouw met de kinderen. Zeg, komen jullie eigenlijk wel eens in het zwembad als wij er niet zijn?’
‘Tot nu toe niet.’
‘Wachten jullie op onze uitnodiging? Dat hoeft niet, hoor. Kom maar als jullie zin hebben.’
‘We vinden dat niet fijn ten opzichte van het andere personeel.’
‘Dat is goed bedacht van jullie. Dat voorkomt scheve gezichten. Dat we jullie uitnodigen snappen ze wel, we zijn duidelijk ook bevriend. Lekker intiem bevriend, hè?’
‘Ja, we genieten allemaal van ons uitzicht. Eh gaan de kinderen meedoen?’
‘Natuurlijk.’
‘Eh wordt het méér dan zien?’
‘Wat is dat voor een ge eh, eh? Preuts, Tamara? Voor leeftijdgenoten?’
‘Nee, dat niet. Alleen een beetje veel tegelijk. Voor mij twee jongens erbij, voor Thomas twee meisjes.’
‘We hebben al overlegd. Om makkelijk te beginnen houden we onze badjassen aan tot we er allemaal zijn en kennisgemaakt hebben. Daarna zien we wel.’
‘Goed. Zijn er nog meer stretchers?’
‘Er staan er genoeg. Mike en Aimee gebruiken er altijd samen één, Silvia en Jamie ook. Kom maar om een uur of halfacht. Dan zijn de kleinkinderen na het diner naar bed gebracht. Een dienstmeisje past op.’
‘Prima, Simone.’

Bij de lunch doken de kinderen op.
‘Zo, uitgeslapen en uitgevreeën?’
‘Die combinatie gaat slecht, mams. We hebben goed geslapen en lekker gevreeën. Uitgevreeën zijn we natuurlijk niet, maar we hebben wel even tijd voor wat anders. En voor jullie natuurlijk.’
‘Kwamen jullie daar niet voor, ondeugende dochter?’
‘U begon over vrijen. Ja, ook. We hebben ook al met de kinderen gespeeld, hoor. Jullie dienstmeisjes zorgen goed voor ze. Er is er vannacht zelfs één bijgebleven, al is dat niet nodig. Maar wij sliepen natuurlijk rustiger. Ze vinden het prachtig, kleine kinderen. En wij hebben meer tijd voor elkaar. Wat gaan we doen?’
‘Tamara kwam vanmorgen, om even over de voortgang van de nieuwbouw te vertellen. Ze stelde voor om in het dorp te gaan kijken, ook naar de nieuwe straat in aanleg. Er is daar niet veel te zien, maar dan krijgen jullie een idee over de verhouding tussen het dorp en wat er bijkomt.’
‘Veel, paps?’
‘Er zijn ruim vijfhonderd huizen, Mike, in vijf straten, er komt een straat bij met zesennegentig huizen.’
‘Veel. Bijna twintig procent. Laat me even denken. . . . Zesennegentig huizen. Dat kost nogal wat, hè? Maar dat brengt op de lange duur vast ook nogal wat op, hè?’
Ze grinnikten allemaal.
‘Ja, dat kost nogal wat. Maar de reserves van de familie zijn nogal groot. Het rendement hoeft niet meer dan één procent te zijn, anders worden de reserves nog groter, en dat is absoluut niet nodig. Daardoor zouden de huren laag kunnen blijven, maar we gaan hetzelfde vragen als voor de oude huizen. Met het overschot kunnen we alle huren verlagen.’
‘Mooi. Een hoop werk?’
‘Ja, heel veel. Maar Tamara en de beheerder zijn vreselijk goed. Jullie zullen haar nog wel ontmoeten.’
‘Ik ben benieuwd.’
‘Ze is niet alleen slim, ook lief. Goed. We kunnen per auto of per koets naar het dorp.’
‘Weer per koets, natuurlijk.’
‘De kleintjes ook mee?’
‘Ja, ze zijn gewend om vaak buiten te zijn.’
‘Natuurlijk. Maar nu wel aangekleed. Het zullen twee koetsen moeten worden, met z’n achten.’
‘Zes, de kleintjes blijven op schoot. We lossen elkaar af.’
‘Goed. Francis?’
Francis stond in de hoek van de eetkamer te wachten of er bediening nodig was. Ze kwam vlug naar Mark toe.
‘Ja, meneer?’
‘Vraag Thomas even of hij een koets voor zes personen kan regelen. Voor een ritje door het dorp. Ze hoeven zich niet te haasten, maar we willen graag weg nadat we even bij de kleintjes gekeken hebben.’
‘Ja, meneer.’
Francis ging weer naar haar hoek en belde.
‘Zij was gisterenavond bij de kinderen, nu hier. Wat doet ze allemaal?’
‘Francis? Van alles, in huis. Bijna al het personeel heeft meerdere functies. Genoeg werk om zich niet te vervelen, maar ook niet te veel. Thomas zorgt daar goed voor. Hij is erg voorzichtig om niemand voor te trekken. Zoals Francis, die heeft bij hem in de klas gezeten, net als Tamara. De koetsier van vandaag is waarschijnlijk de garagechef. De stalmeester rijdt liever op de rug van een paard. Ook goed.’
‘Één en ander lijkt me goed georganiseerd.’
‘Ja, Mike. Ieder nieuw familiehoofd en iedere nieuwe butler loopt alles nog eens na. En houdt veranderingen bij, natuurlijk. We hoeven niet zuinig te doen, maar personeel niets laten doen is geld verkwisten.’
‘Ja, paps. Ik zal het onthouden, voor het geval mij zoiets overkomt.’
‘De eerste twintig jaar krijg je me hier niet weg. Simone en ik genieten erg van wat we hier kunnen doen. Genieten jullie in Boston maar op jullie beurt van jullie kinderen. Werk niet te veel.’
‘Er zal toch brood op de plank moeten komen.’
‘Mike, het gaat ons niets aan, maar mag ik het daar even over hebben?’
‘Natuurlijk. We willen nog steeds niet zelf het wiel uitvinden.’
‘Dat is prima, maar jullie moeten zelf bepalen hoe het draait.’
‘U heeft ons altijd goed geadviseerd en alle ruimte gegeven.’
‘Dank je wel. Over brood op de plank. Jij verdient goed, Jamie verdient goed, en, ik neem aan zolang ze willen, Silvia en Aimee verdienen met hun gedeelde baan ook aardig. Jullie onkosten weet ik natuurlijk ook zo ongeveer, wij hebben ook in het huis gewoond. Jongelui, Simone, achteraf gezien heb ik te veel gewerkt, dat wil zeggen, te veel uren in de week.’
‘Toen de kinderen klein waren ging je laat weg en was je vroeg thuis.’
‘Ja, maar ik had nog minder moeten werken, niet alleen voor de kinderen, ook om meer bij jou te zijn.’
‘Dat is lief van je, maar je weet wat er gebeurt als je thuis bent. Of er kinderen zijn of niet.’
‘Ja, dan had je me vast wat af moeten remmen. Dat was niet zo erg geweest, bij elkaar zijn is meer waard dan werken.’
‘Dan had je minder salaris gehad.’
‘Ja, maar dat had gekund. Ik had zelfs op mijn reserves in kunnen teren. Die zijn steeds groter geworden en we hebben ze hier niet nodig.’
‘Niets ervan, paps?’
‘Alleen voor echte privé-zaken. Cadeautjes, als ik die niet vergeet. Uitstapjes, af en toe gaan we naar Londen. Verder valt bijna alles onder de vergoeding voor het beheren van alles. En die vergoeding is kost, inwoning, enzovoort en genieten van de mooie spullen.’
‘Juist. Gaat u verder.’
‘Ja. Silvia en jij hebben reserves. Die zijn, afgezien van een beetje opgespaard zakgeld, begonnen met de erfenis van opa, toen jullie acht waren. Ik weet hoe groot die was, en hoe veel het geworden is tot jullie eenentwintig waren. Inmiddels zijn er weer wat jaren verstreken, en ik vermoed dat jullie er nog steeds niets van uitgegeven hebben. Ik weet dat die reserves persoonlijk zijn, Aimee en Jamie hebben daar ook niet aan willen komen. Maar jullie moeten er toch eens over nadenken. Persoonlijk of niet, jullie hebben de kans, en die moeten jullie nemen, om veel van elkaar en de kinderen te genieten. Het blijft natuurlijk lastig, je weet niet wat er komen gaat. Reserves heb je nodig, maar niet zulke grote. Daar zal ik het bij laten.’
‘Dank u wel, paps. We gaan het, als we thuis zijn, bekijken. Heel rustig, van alle kanten.’
‘Mooi. Iedereen uitgegeten? Dan op naar het grut. Dank je, Francis. O, gaat het goed op school?’
‘Ja, meneer, geweldig.’
‘Mooi. Bedank het keukenpersoneel ook even. Weer een prima lunch.’
‘Ja, meneer.’
Na een tijdje met de kleintjes gespeeld te hebben gingen ze naar de stallen. De kinderen bewonderden weer de koets en de vier paarden ervoor, voor ze instapten. Ze reden langzaam over de oprijlaan, Mark vertelde dat het portiershuis gerenoveerd was en dat Thomas en Tamara daar nu woonden. Ze hadden bij de poort bijna een botsing met een meisje op een fiets, dat de poort binnen kwam rijden.
‘Hé, rijke stinkers, links houden. Of is de weg van jullie?’
De kinderen keken verbaasd, omdat Mark en Simone grinnikten, maar begonnen het te snappen toen het meisje bij het portiershuis stopte, afstapte, haar fiets neerzette en naar binnen ging.
‘Dat is Tamara. Zoals gebruikelijk heeft ze weer een goede bui. Ze weet best hoe het zit.’
‘Alles?’
‘Nee, Silvia. Langzamerhand steeds wat meer. Ze gaat er goed mee om.’
‘Ik kan me voorstellen hoe het gegaan is. Met nogal wat, en zo.’
‘Natuurlijk. Dat slaapt rustiger.’
Ze reden in een vlot tempo verder naar het dorp en langzaam door de Hoofdstraat. Er kwamen veel mensen de huizen uit om te zwaaien. Aan het eind sloegen ze af en gingen na twee zijstraten stapvoets over de rijplaten in de richting van de plek van de nieuwbouw. Mark liet de koets stoppen zodra ze de strook af konden kijken.
‘Ik geef een korte samenvatting. Een week of tien geleden kwamen we door Thomas en Tamara achter de woningnood in het dorp. De week erop hebben we de huizen in het dorp kunnen kopen. De week daarna heb ik Tamara in dienst genomen als troubleshooter. Maar ze hield niet alleen de klagers van onze deur, ze stortte zich op woningnood. Na een week kwam ze vragen of er een strook grond vrij gemaakt kon worden, dan konden de mensen zien dat we serieus bezig waren. De week erop was deze strook afgerasterd en geëgaliseerd, daarvoor liepen de landerijen door tot de huizen. De week daarop heeft Tamara weinig gedaan, behalve trouwen en wat daarbij hoort, zoals ze zei.’
Ze grinnikten.
‘Daarna regelde ze het ontwerpen van de huizen. En zette de stad aan het werk. Onder die putdeksels zitten de aansluitingen voor de huizen. Er loopt onder de grond een betonnen bak van put naar put. Daarin zitten de riolering, de waterleiding en een paar buizen voor de elektriciteits- en de telefoonkabels en wat er in de toekomst nog verzonnen wordt. De putdeksels steken nu uit, maar die komen later vlak in de trottoirs. Als we er zo langs rijden, moet je je voorstellen, dat er bij iedere put een twee-onder-één-kap komt. Volgende week begint de bouw. Die zal snel gaan, er worden zoveel mogelijk werklieden ingeschakeld. Tamara zit, op haar lieve manier, iedereen achter de broek. Anders had dit niet in een week of tien gekund. Ze werkt samen met de vereniging van huurders, het architectenbureau en de beheerder.’
‘En u, natuurlijk. Na tien weken plannen beginnen te bouwen? Tien maanden lijkt me normaler.’
‘Ja, dat klopt. Laten we doorrijden.’
Ze reden over de rijplaten over de strook.
‘Bij iedere put een twee-onder-één-kap, paps?’
‘Ja, maar niet steeds dezelfde, Silvia. Afwisselend twee drieslaapkamerwoningen onder één kap, dan één met twee tweeslaapkamerwoningen. Van de drieslaapkamerwoningen lopen de muren door tot een meter boven de eerste verdieping, dan een schuin dak, om er kamertjes onder te kunnen maken. De tweeslaapkamerwoningen zijn bedoeld voor ouderen, daarbij hoeft dat niet, daar begint het dak gelijk boven de eerste verdieping. De tweeslaapkamerwoningen zijn een meter ondieper, de woonkamer is iets kleiner. Die komen een halve meter naar achteren. Zo krijgen we geen saaie straat, maar één met hoogte- en diepteverschillen tussen de huizen.’
‘Wat knap bedacht. Van jullie allemaal, zal ik maar zeggen.’
‘Iedereen draagt graag wat bij. De rijplaten waren toevallig mijn idee. De stad wilde een voorlopige straat van baksteentjes aanleggen, als alles klaar was asfalt. Maar ik herinnerde me de rijplaten voor onze auto’s bij jullie huwelijk. Ik heb de stad geadviseerd hun bakstenen te verkopen en rijplaten te huren. Een soort catering. En ik herinnerde me de kabelgoten in het ziekenhuis. Vandaar de betonnen bakken.’
‘Doen ze gewoon wat u zegt?’
‘Ik stelde alleen maar wat voor. En ik vroeg of ik de straat zelf aan kon laten leggen. Dan zou ik op kunnen treden als grootverbruiker en recht hebben op kortingen op de afvoer en het water en zo. Nee, zíj zouden het wel doen.’
‘Vóór je wat zegt, Silvia, zoiets heet voorstellen doen, mogelijkheden opnoemen. Geen chantage.’
‘Prima, mams. Paps, je zei dat het een rustig dorp was. Wat is dat voor opstootje, bij de volgende zijstraat?’
‘Geen opstootje, Tamara is vast aan het bellen geweest. Zo te zien staat daar iedereen uit het dorp die thuis was. En de hele school. Ik zie Ian, van de vereniging van huurders en leraar. En de vader van Tamara.’
Ian stak zijn hand in de lucht en hield hem daar, als stopteken, toen de koets bij de zijstraat was gekomen. Mark liet de koets stoppen.
‘Hartelijk welkom in de nieuwe straat in wording, meneer, mevrouw, kinderen en kleinkinderen.’
‘Dank je wel, Ian.’
‘We willen van de gelegenheid gebruik maken om u in het bijzonder te bedanken voor de snelheid waarmee u en uw hulpen alles voor elkaar krijgen. De kinderen hebben een paar tekeningen van de nieuwe straat gemaakt, zoals zij die zien worden. Misschien een beetje laat, maar mogelijk doet u daarmee nog wat ideeën op.’
‘Dank je wel. We zullen ze aandachtig bekijken.’
Ian kwam dichterbij en overhandigde de tekeningen.
‘Een persoonlijke opmerking, meneer. Het is nooit tot me doorgedrongen, maar sommige van mijn schoolkinderen wonen, met hun ouders, nog bij hun grootouders. U begrijpt wel, dat de dankbaarheid en vreugde bij iedereen weer toeneemt zodra er weer een volgende stap van de bouw te zien is.’
Hij deed weer een stap terug.
‘Wij willen u iets aanbieden.’
Hij kreeg van achteren iets aangereikt en gaf het aan Mark. Een straatnaambord, Wellingten Avenue.
‘Avenue?’
‘Ja, meneer, straat, laan, is te min. We hebben allemaal de schets in het dorpshuis gezien. Als u onze naamgeving accepteert laten we er bijmaken zoveel er nodig zijn.’
‘Ik accepteer het zeker, omdat het voorstel uit het dorp komt. Dank, ook namens de familie. Zou je het aan Tamara willen geven? Die kan dan de stad vragen, nee, op de hoogte stellen, dat de naamgeving geregeld is. En de plaatsing regelen.’
Ian grinnikte. Mark grinnikte terug, liet het bord aan de anderen zien en gaf het weer aan Ian.
‘Komt in orde, meneer. Een prettige dag verder.’
Ian boog, Mark boog terug en liet de koets weer verder rijden. Onder applaus reden ze de rest van de Avenue af, daarna richting Hoofdstraat en daarover richting huis. Net buiten het dorp stopte de koets aan de kant van de weg. De koetsier haalde een zakdoek te voorschijn, veegde over zijn ogen en snoot zijn neus.
‘Wind in je ogen?’
‘Nee, meneer. Een inwonende dochter en schoonzoon, en hun twee peuters. Wij zijn u ook zo dankbaar.’
Mark moest slikken, Simone en de meiden kregen tranen in hun ogen. De jongens keken ernstig.
‘Tja, het is fijn als je je kleinkinderen op mag zien groeien, maar zo is zeker niet ideaal. Zoveel te beter dat we zo’n haast maken. Rijden maar weer.’
Thuis gingen ze naar hun suites. Na het diner maakten ze met z’n allen een wandeling door het park.

Tamara en Thomas vonden Simone en Mark, in badjas, in het zwembad.
‘Pak een drankje, de kinderen komen zo. Eh, Tamara, voor de zekerheid?’
‘Ja, Simone, we zijn het niet vergeten. Misschien is het niet nodig, maar meer dan het verschuiven van het tijdstip is het niet. Het totale aantal blijft toch ongeveer hetzelfde, alleen de heftigheid kan veranderen.’
‘Maak me niet jaloers.’
‘Je hebt zelf gezegd, dan zou ik de hele dag in bed moeten blijven liggen.’
‘Ja, dat hebben we daarna ook wel gedaan. Oef.’
Ze grinnikten.
‘Heb je, nadat je ons bij de poort bijna te pletter reed, het dorp gealarmeerd? De helft stond halverwege de Avenue.’
‘Ja, natuurlijk, ik wist waar jullie naartoe gingen. De mensen vinden het prachtig om een koets met vier paarden in hun dorp te zien. En ze moeten af en toe de gelegenheid hebben om te bedanken. For he is a jolly good fellow, en zo. Van die straatnaam wist ik niets. Vast van de vereniging van huurders.’
‘Het was fijn, Tamara. Dank je wel. Maar niet vaker dan wat je zei, af en toe.’
‘Nee, dat weet ik wel. Ik geef ook niet alle bedankjes door, ik doe het door af en toe te zeggen dat er een feeststemming in het dorp is. Dan weten jullie genoeg. Dat ze dankbaar zijn dat de woningnood opgelost wordt. Over een aantal jaren is dat natuurlijk vergeten. Maar dan blijven ze dankbaar, omdat de huren lager zijn dan in de omliggende dorpen.’
‘Dat weet ik nog niet.’
‘Daar ga je toch je best voor doen?’
Mark en Simone grinnikten.
‘Je bent wel in mijn dienst, maar je blijft voor het dorp vechten, hè?’
‘Nou ja, ik kom er vandaan. We zijn altijd blij geweest met het huis. Het verschafte aardig wat werkgelegenheid, onder goede voorwaarden. De band is nu natuurlijk sterker geworden. Om te beginnen, de basislonen van het personeel zijn niet verhoogd, die zijn zoals de bonden eisen.’
‘Ik ben blij dat je zei, om te beginnen. Anders had ik het als klacht kunnen zien. Nu vat ik het op als een constatering. Ja, Tamara. Ik vind, dat het personeel het niet zo zwaar heeft als bijvoorbeeld in de horeca, of als een koekenbakker, dus vind ik dat voldoende.’
‘Ze klagen ook niet, dat weten ze. Ik zal het niet hebben over de gezelligere sfeer overal. Maar de vergoedingen voor avond-, nacht- en weekenduren zijn wél verhoogd, tot nogal méér dan de bonden eisen. Daar zijn ze blij mee, maar ze, en ik, begrijpen dat niet.’
‘Overdag werken is normaal. Daarbuiten vind ik het een belasting van hun sociale leven, omdat er zo weinig rekening mee gehouden wordt dat er mensen zijn die op andere uren werken dan overdag. Het verenigingsleven, enzovoorts, is ‘s avonds. Ik heb zelf ook niet alleen overdag gewerkt, ik vond de compensatie te weinig. Nu kan ik er wat aan doen. Ik heb het de butler uitgelegd, die zou het verder vertellen.’
‘Ik denk, omdat hij toen nét in dienst was, dat hij het even niet bij heeft kunnen houden. Zal ik het doorgeven?’
‘Nee, dat valt buiten jouw taak. Dat hoort ook niet privé, dus zal ik het hem zelf vertellen.’
‘Ja, heel correct. Dank je wel.’
Ze grinnikte.
‘De butler doet net of hij het niet hoort. Wat een vakman.’
Ze grinnikten alle vier.
‘En je hebt de vrije keus gegeven tussen uitbetaald worden, uren opnemen of een mix. Dat snappen ze heel goed, daar zijn ze ook blij mee.’
‘Heel sociaal, Mark.’
‘Ik had er toch ook de pest aan, Simone, als ik van huis geroepen werd voor een spoedoperatie? Vooral in het weekend. Nog meer, Tamara? Eigenlijk zouden we niet over ons werk moeten praten.’
‘Daar gaat het niet over, maar over de band tussen het huis en het dorp. Die is ook sterker geworden, omdat jullie de verhuurders van de huizen zijn geworden, enzovoort. Ik weet als weinig anderen veel over jullie eh sociale opstelling, daarom durfde ik te vragen om iets lagere huren dan in de andere dorpen.’
‘Ik zal mijn best doen, Tamara.’
‘Dank je wel.’
De kinderen kwamen binnen en begroetten de anderen. Mike en Aimee gingen daarna inderdaad samen op één stretcher zitten, Silvia en Jamie ook.
‘Ik voel me een beetje alsof ik jarig ben. Wat zou er uit de verpakking komen?’
‘Geen cadeautje om te houden, Silvia.’
‘Wel even vasthouden?’
‘Hé, niet vrijer worden dan ík altijd ben.’
‘Nee, Jamie.’
‘Die verpakking slaat vast op jou, Thomas. Je schijnt iets te hebben wat Mike en ik niet hebben. Aimee zit ook al zo naar je te kijken.’
‘Wij hebben ongeveer hetzelfde, denk ik. Bij jullie vorige bezoek waren we negentien en eh onschuldig, zoals dat heet. Inmiddels hebben jullie vast gehoord of gelezen, dat wij Engelsen vaak wat stijver  zijn dan Amerikanen.’
[Ook het Engelse ‘stiff’ heeft meerdere betekenissen]
Ze lagen allemaal in een deuk.

‘Aimee, wat denk je?’
‘Natuurlijk, Silvia, gelijk maar.’
Aimee en Silvia stonden op en gingen ieder aan een kant van Thomas op zijn stretcher zitten.
‘Je hebt misschien verhalen gehoord over hoe wij nieuwelingen behandelen. Zo niet, dan kom je er nu achter. We willen een demonstratie, Engelsman. Dat mag best, voor een keer.’
‘Jullie hebben misschien verhalen gehoord over Tamara en mij. We zijn nog niet zo lang getrouwd en hebben van tevoren weinig eh geëxperimenteerd. Ik had in het begin nogal moeite als er vrouwen naar me keken. En met Simone, natuurlijk. Daar ben ik nu aardig aan gewend.’
‘Wat is aardig?’
‘Eh, bijna op de helft. Maar twee meiden van mijn leeftijd tegelijk? En moet ik als eerste bloot?’
‘Aimee en ik zouden het eerste kunnen zijn, maar we willen voorzichtig met je beginnen. Geef je jezelf een beetje bloot of zullen wij een handje helpen?’
‘Het lijkt me het beste om het maar zelf te doen.’
Hij deed zijn badjas open.
‘Mooi, joh, daar kan je rustig naar laten kijken. Maar eh, klein Amerikaans, hè, Aimee?’
‘Ja, we moesten hem maar naar zijn vaderland laten emigreren, Silvia.’
Aimee stond op, deed haar badjas uit en ging weer zitten. Silvia deed haar na.
‘Het werkt. Het vliegtuig stijgt al op. Oh, wat gaat dat snel, hij is al halverwege de oceaan, hè?’
‘Ja, en hij gaat steeds hoger vliegen. Wat klimt hij snel, zeg. Nou, hoger kan niet. Het is kennelijk onrustig, zo hoog. Hij trilt een beetje.’
‘Dat zal vast niet aan de hoogte liggen. Hoe is het met de lading aan boord, Engelsman?’
‘Ik ben leeg vertrokken. Expres gelost vóór Tamara en ik hierheen kwamen.’
‘Handwerk, of de lading bezorgd op de gebruikelijke plek?’
‘Handwerk en zo praktisch alleen nog als de gebruikelijke plek niet beschikbaar is. Die was het nu wel.’
‘Lost hij goed, Tamara?’
‘Dat doen we samen heel goed. Nogal vaak. En nogal grote ladingen.’
‘Je lijkt paps wel, met je nog al.’
‘Simone is jaloers.’
‘Nou, dan weten we in ieder geval wát. Dan hoef je niet te klagen.’
‘Dat doe ik ook niet. Al vraag ik een enkele keer, net als een kruidenier, mag het iets meer wezen?’
‘Wat zegt hij dan?’
‘Sorry, ik wilde je niet overvoeren.’
‘Ja, dat denken die dommerd soms. Net zo groot als die van paps, hè, Aimee?’
‘Ja, de grootte is prima. Net zolang, ietsje dunner. Mooi recht omhoog. Tamara, een keer of drie, vier een keer of drie, vier?’
‘Een keer of zes een keer of zes.’
‘Ik bedoelde, per dag.’
‘Ik ook.’
Het was even stil, op een giecheltje van Simone na. Mark en Thomas grijnsden.
‘Nee toch? En dan nóg vragen om méér?’
Ze lachten allemaal.
‘Ik krijg hem toch niet leeg. We zijn er erg door verrast. Hij had vanaf zijn twaalfde één natte droom in de week. Twee, als er iets bijzonders gebeurd was. Zoals op z’n vijftiende stiekem toekijken hoe een stelletje in het bos vrijde. Van het echte werk zag hij alleen maar dat hij op haar lag en zijn blote kont omhoog en omlaag ging. Hij was veel meer onder de indruk van dat zij hem daarvoor even in haar mond gehad had en hij duidelijk kon zien dat ze toen die grote van die jongen drie, vier keer naast haar een eind weg liet spuiten.’
‘Ja, dat is indrukwekkend. Het mag van mams vast niet, slecht voor de plantjes, maar als het mooi weer is en onze losplaats niet beschikbaar is doen we het in de tuin ook wel eens.’
‘Jamie kwam het verst.’
‘Poe, Mike had het meest.’
‘Houden jullie wedstrijdjes?’
‘Nee, mams, dat kwam toevallig een keer zo uit. We waren allebei ongesteld en zaten ze te plagen. Jamie kwam onverwacht. Oh, stop, te laat. Met een grote boog van de stretcher in het gras. Nou, zei Aimee, dat doen we na. Ja, minder ver, maar wat meer.’
‘Ondeugden. Ga verder met je verhaal, Tamara. Ik geniet al, ik weet wat er gaat gebeuren.’
‘Vast wel. Maar na ons trouwen kwam hij onmiddellijk op gang, meiden. Er is een verklaring voor. Hij heeft eh nogal grote ballen.’
‘Daar is niets van te zien.’
‘We erachter toen we hier met Simone en Mark eh kennismaakten. Wij wisten zelf niet wat groot en klein was. Jullie nicht Claire en jullie grootmoeder geloofden me ook niet op mijn woord.’
‘Met andere woorden, Thomas, er wordt nogal aan je ballen gezeten, afgezien van door Tamara.’
‘Steeds maar één keer. Afgezien van spelen in het water.’
‘Een duidelijkere uitnodiging hebben we niet nodig, hè, Silvia? Nou, jij bent vandaag de brutaalste, jij mag eerst.’
Silvia nam de ballen van Thomas in haar hand.
‘Nou zeg. Ik wilde bijna zeggen, moet je eens voelen, wat een grote. Maar ik wil eerst zelf nog even. Ja, duidelijk groter dan eh andere.’
‘Genoeg om een oordeel te kunnen vellen?’
‘Nou, van Jamie natuurlijk. Mike, paps en Dave af en toe in het zwembad. Dave had de langste paal, maar normale ballen. Nou jij.’
Ze losten elkaar af.
‘Ja, duidelijk. Kan daar zoveel gemaakt worden?’
‘Vast wel, joh. We moesten op school wel eens de inhoud van iets berekenen. Wat was dat ook al weer? Iets keer pi keer straal in het kwadraat. Nee, tot de derde macht, natuurlijk. [4/3·π·r3] Nou, als de straal toeneemt, van zo’n bal bedoel ik, neemt de inhoud dus toe met de derde macht. Drie, vier keer? Drie en een half keer drie en een half is eh ruim twaalf, zes keer zes is zesendertig. Pas drie keer, nog geeneens tot de derde macht. En hij heeft er twee van. Misschien moet hij nog op gang komen.’
‘Op gang komen? Dan wordt hij zoiets als dat manneke in Brussel, daar komt de hele dag een straal uit.’
‘Stop, stop, even bijkomen.’
Aimee liet de ballen van Thomas los.
‘Even pauze voor je, Thomas. Niet zeuren, mams, je kan best ergens tegen.’
‘Thomas niet zo. En jullie gaan zó snel, dat wij ook wel even bij willen komen, voor we buikpijn krijgen van het lachen.’
‘Lachen? We zijn serieus bezig. Wat denk jij, Tamara, van onze berekening?’
‘Het aantal stralen is misschien het drievoudige, de inhoud kan wel méér dan het drievoudige zijn.’
‘Laten we daar dan maar op houden. Leg eens uit, niet leeg te krijgen?’
‘Die keer of zes is niet op een avond, maar over een hele dag. Er zit slapen en eten en werken tussen. Als we het gedaan hebben vóór het ontbijt, en dan pas ‘s avonds weer, is het niet drie keer zes maar zeven, zes, vijf, ongeveer. ‘s Morgens weer zes of zeven, zo snel is hij bijgevuld.’
‘Je werkt toch ook nog?’
‘Ja, ik lig niet alleen maar in bed. Ik werk ongeveer halve dagen. Thomas hele. Maar we lunchen en zo ook vaak samen.’
‘En zo ervóór of erna?’
‘Ervóór natuurlijk, anders gaan we te snel eten. Soms erna ook.’
‘Nou, ik gun het je. Ik heb begrepen dat je wat in te halen had.’
‘Dat zou je kunnen zeggen. Ik had op één of twee keer per dag gerekend.’
‘En nu na zes keer om nóg meer vragen?’
‘Het is zo lekker. Hij doet het zo goed.’
‘Ach, kindje.’
‘Een zevende keer gaat niet vaak, dan wil hij niet meer zo vlot omhoog komen. Meestal vallen we daarvóór in slaap.’
‘Treurig, zeg. Nou ja, hij kan niet meer dan zijn best doen.’
Silvia, Aimee en Simone giechelden.
‘Doe je je badjas uit, Thomas?’
Thomas stond op, deed zijn badjas uit en ging weer zitten.
‘Nou, zittend komt zo’n erectie niet zo mooi uit als staand, maar we doen het ermee. Zeg, op zicht klopt het, maar op gevoel? Geloven we zo’n onbekende stijve Engelsman op zijn woord?’
‘De eerste keer natuurlijk niet. Dat moet bewezen worden. Daarna geloven we het wel en beperken ons tot kijken. We hoeven elkaar nu niet af te lossen, jij pakt hem onderaan, ik bovenaan. Als we er een goed gevoel bij hebben, en hij vast ook, wisselen we om.’
‘Prima. Maar niet smokkelen, van zijn ballen afblijven, die hebben we genoeg eh bevoeld.’
‘Ja, we willen het hem niet moeilijk maken, het moet lekker blijven.’
Ze speelden met de stijve van Thomas tot hij hun handen wegduwde.
‘Dank jullie wel. Mag ik pauzeren?’
‘Pauzeren? Wil je nóg meer? Mooi niet, we stoppen ermee. We geloven je nu. Maar pas op met wat je voortaan zegt, we controleren alles. Nou ja, als het mogelijk is.’
Silvia en Aimee gingen grinnikend terug naar hun stretchers. De anderen zaten met tranen in hun ogen van het lachen.
‘Jammer dat jullie dat niet in het dorpshuis als toneelstuk kunnen brengen.’
‘Voor boven de achttien zou het kunnen, mams, met een dummy.’
‘Ja, ik zie het al voor me, Aimee. Een aangeklede dummy. Hem om de beurt wat uittrekken, hem strippen.’
‘En dan met z’n tweeën giechelen als zijn kleintje tevoorschijn komt, Silvia.’
‘En dan met een handpompje zijn pikkie en ballen opblazen, om een erectie te simuleren, Aimee.’
‘Tot de helft. Dan de één zijn ballen pakken en de andere weer vlug doorpompen, Silvia.’
‘En dan handje over om zijn erectie, Aimee.’
‘En dan hem met een ander handpompje laten spuiten, dat zou nog mooier zijn. Een keer of zes, natuurgetrouw.’
‘Stop, stop.’
‘Nou, u vroeg een toneelstuk.’
‘Jullie waren vroeger nooit zo erg. En ik ben nu aan Tamara gewend, als die wat vertelt doet ze dat heel lief.’
‘Ja, maar door haar eerlijkheid wordt het óók erg, voor ons minderbedeelden.’
Simone stond op, liet haar badjas vallen, liep met grote stappen naar de douche, ging zitten en plaste. Ze spoelde zich even af voor ze terugkwam.
‘Sorry, hoor. Ik dacht dat ik wat gewend was. Wat hebben jullie de afgelopen maanden gedaan?’
‘Niet naar heren in badjas gekeken. Kom op, jongens, strippen.’
Mark, Mike en Jamie trokken hun badjas uit. Tamara deed het ook maar.
‘Ja, van de laatste maanden zijn we nogal vrolijk geworden, mams. Een kindje krijgen. Dan borstvoeding, dat heeft u nog gezien. De jongens zuigen lekker, maar een baby is toch iets speciaals. Dan weer vrijen. Het schijnt normaal te zijn om er pas een paar maanden na een bevalling weer mee te beginnen. Wanneer begonnen jullie weer, mams?’
‘Geen idee, maar vast geen maanden. Misschien een paar weken.’
‘Een paar weken vóór de bevalling niets, ik had er totaal geen zin in. Dat kwam na de bevalling gauw terug. Wel steeds die grote zien, hem lekker laten komen en zelf niets. Ik hield het na een week niet meer.’
‘Steeds die grote zien, enzovoorts? De jongens redden het toch wel met één keer per week?’
‘Misschien wel, maar ík niet. Als we in bed lagen voelde ik hem weer dichtbij, omdat mijn dikke buik verdwenen was. Ik wilde strelen, enzovoort. En na die week voelde ik me zo goed, dat we het heel voorzichtig geprobeerd hebben. Het ging prima, en we waren vrij snel weer op ons oude tempo. We hebben een maand of drie borstvoeding gegeven. We hebben verteld dat we een verschil van tussen één en twee jaar tussen de kinderen wel mooi vonden. Als je borstvoeding geeft is er niet veel kans op een zwangerschap. Drie plus negen maanden is een jaar, dus we zijn niet meer aan de pil gegaan. Silvia heeft verteld hoe fijn het vrijt als je de bedoeling hebt om een kindje te maken. Dan zijn het geen losse flodders meer, die afgevuurd worden, maar ladingen die een doel zoeken. Dat is pas het echte werk. En nu hebben we het begin van een kindje in onze buik. Omdat het de tweede keer is zijn we niet wat ongerust, zoals bij de eerste keer. Het zal er best uitkomen, vast makkelijker dan de eerste keer. De tweede keer erin komen was ook makkelijker dan de eerste keer. Sorry, tante.’
‘Nee, zo is het. Dank je wel, dat jullie ons mee laat genieten van die mooie tijd.’
‘Mag ik wat vragen? Jullie praten soms in het meervoud. Ik bedoel, Silvia, je zei, de jongens zuigen lekker.’
‘Oh. Nee, Tamara, we houden het bij onze eigen partner, geen kruiselings gedoe. Maar toen we getrouwd waren hoefden de jongens in de tuin geen handdoek meer te gebruiken als ze problemen kregen. Dus zagen we de stijve van de andere jongen. Ja, nu praat ik weer zo. Omdat het makkelijker is dan steeds namen te noemen. Anders had ik moeten zeggen, dan zag ik de stijve van Mike en Aimee die van Jamie. Snap je?’
‘Ja. Omdat jullie al zo lang aan elkaar gewend waren ging dat natuurlijk zo.’
‘Ja. Als we op de stretchers lagen kwamen de jongens wel eens bij ons naar binnen. Weer niet kruiselings, natuurlijk. Als we stil bleven liggen vonden pas en mams het niet erg, als ze maar geen wippen zagen en klaarkomen hoorden. Toen paps en mams weg waren werd het nog mooier. De jongens liepen dan ook gewoon rond als ze een stijve hadden. En we wipten af en toe op de stretchers. Of op het gras. Wat je zei, omdat we elkaar al zo lang bloot gezien hadden, en na ons trouwen die mooie erecties, zaten we er niet mee dat het andere stel alles zag en hoorde.’
‘Dus dat schot tussen jullie bedden was overbodig?’
‘Ja, oom. Dat hebben we gelijk weggehaald. We hoeven ons niet stiekem om te kleden. Of uit te kleden. Omdat we zo goed met elkaar omgaan is het ook heel mooi om het andere stel te zien en horen vrijen, meegenieten van hoe ze genieten.’
‘Dat is wat anders dan een stelletje besluipen om te kijken hoe ze vrijen.’
‘Deed je dat, Thomas?’
‘Één keer. Toen ik ze zag lopen had hij een arm om haar heen. Erg ver, hij had zijn hand om haar borst. Ik wist de theorie van vrijen wel, ik wilde de praktijk wel eens zien, dat waren ze vast van plan. Ik keek mijn ogen uit, toen ze elkaar uitkleedden en er bij hem een grote stijve tevoorschijn kwam. Ik was ongeveer vijftien, hij ruim twintig, denk ik, ik had nog niet zo’n grote.’
‘Nu wel. Erg groot.’
‘Ja, schat, dat weten we inmiddels zeker. We kunnen er niets aan doen, maar we zijn er allebei erg trots op. En blij mee, natuurlijk. Ik heb, toen ze nog een baby was, een nichtje van me bloot gezien toen ze een schone luier omkreeg. Ik zei daar later nooit iets over, als ik haar zag, maar ik zag dan natuurlijk haar blote doos en haar gleuf voor me. In dat bos zag ik toen voor het eerst blote borsten en tussen de benen van een meisje haar. Van een afstand, natuurlijk. Ze nam zijn stijve een tijdje in haar mond en liet hem toen naast haar spuiten. Ik was onder de indruk, een straal of vier, met een grote boog. Daarna gingen ze liggen, hij ging haar vingeren, begreep ik later, hij zat met een hand in dat haar. En zij speelde met zijn ballen en zijn kleintje. Toen hij weer een stijve kreeg deed ze haar benen wijd en zag ik die stijve langzaam helemaal in dat haar verdwijnen. Daarna ging hij op haar liggen en ging zijn kont op en neer tot ze stillagen. Toen ze zich aan gingen kleden ben ik weggegaan.’
‘Je zal in dat bos vast ook een stijve gehad hebben. Als het ene stel gaat vrijen blijft het andere stel meestal niet achter. Horen of zien vrijen doet vrijen.’
‘Ja. ‘s Nachts werd ik wakker, niet van een gebruikelijke natte droom, maar met een enorme erectie, voor mijn doen. Ik eh kon het niet laten, ik wilde weten of ik ook kon spuiten. Nou, net zo veel als die jongen. Tja, Tamara en ik weten nu, dat we elkaar graag eh onze vorderingen hadden laten zien. Zij haar borstjes en haar op haar doos. Ik mijn stijve, zo gauw ik die kreeg. En toen, dat ik kon spuiten. Maar we hebben er nooit over gepraat, stilzwijgend afgesproken om niets te doen tot we getrouwd waren.’
‘Tja. Wij hebben er wél over gepraat. En elkaar bloot gezien. Maar geen gevrij. Pas na jaren aan elkaar gaan voelen. Jullie pas na jullie trouwen?’
‘Nee, Silvia. Vlak daarvoor mochten we de suite, waar jullie nu in slapen, gebruiken. Om meer ruimte te hebben dan op onze kamertjes, voor de administratie van de vereniging van huurders, die Tamara op verzoek van Mark opgericht had, en om onze bestellingen voor de inventaris van ons huis uit te kunnen zoeken. En, jullie snappen het wel, Simone zei, daar kunnen jullie ook fijner experimenteren.’
‘Gedaan?’
‘Gelukkig wel. Anders was de huwelijksnacht minder geslaagd geweest.’
‘Vertel eens? Als jullie dat niet erg vinden?’
‘Nee, we vinden erover praten erg fijn. Ook met jullie, jullie vertellen ook veel. We zijn in de douche begonnen, omdat, toen we besloten om te beginnen, ik gelijk weer net zo’n gevoel kreeg als in de nacht nadat ik dat stel in het bos gezien had. Al voordat we iets uittrokken. Ik zou haar voor het eerst bloot zien. En zij mij. En we zouden méér doen dan kijken, om een beetje aan elkaar te wennen. Ik weet nu wat voor gevoel dat is, dan zit ik vol. Ik durfde in de douche niet te beginnen. Ik moet erbij vertellen, ik vond meisjes mooi om te zien, vooral in het zwembad, in badpak, bloter zag ik ze nooit. Alles zo mooi rond. Ik vond mezelf niet mooi. Zo’n paal omhoog op mijn buik, met zo’n rimpelig zakje eronder. Maar ja. Tamara heeft haar bloes uitgedaan en haar beha afgedaan. Ze liet me kijken. Ik kon van eh bewondering niets doen. Toen ze haar rok los begon te maken ben ik me ook uit gaan kleden. We hebben lang naar elkaar gekeken, met onze handen in elkaar. Toen legde ze mijn handen op haar borsten. Ik kon er niets aan doen, ik begon gelijk te spuiten. Langzaamaan kwam ik bij ieder experiment later. We hebben maar ongeveer een maand geëxperimenteerd, geeneens iedere dag, maar in de huwelijksnacht konden we rustig aan doen, ik redde het tot eh het gewenste moment.’
‘Heel mooi. Tja, wij hebben een jaar of twee geëxperimenteerd. Daarvoor hadden we elkaar al jaren bloot gezien. Toen kwamen er die erecties bij. En dat spuiten natuurlijk. En eh vingeren. Hoe vond jij dat spuiten, Tamara?’
‘Ik wist de theorie, natuurlijk. Maar ik zag voor het eerst een erectie en ballen daaronder. Zóóóó mooi. Na een tijdje wilde ik verder gaan, ik kon wel uren blijven kijken, maar dat kon later ook nog. Toen hij ineens begon te spuiten kon ik me niet bewegen. Ongelofelijk, wat een stralen uit die grote stijve. Een stuk of zes. Ik zat van mijn borsten tot mijn navel onder. Hij heeft ons schoongemaakt en me op bed gelegd. We moesten allebei een tijd bijkomen, daarna zijn we aan elkaar gaan voelen. Het was één van die dingen die je je altijd blijft herinneren. Dat hij me zó mooi vond dat hij klaar kwam vóór ik hem aanraakte.’
‘Zoiets is heel mooi. Zeker als de jongens staan. Dus in je huwelijksnacht ging het goed?’
‘Ja, geweldig. Eh dat heb je zeker van je moeder, iets van jezelf vertellen en dan weer gewoon doorvragen.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Ja, dat zal wel, we zijn niet anders gewend.’
‘Ik neem een aanloop naar die nacht, omdat die erbij hoort en ook zo mooi is om te herinneren. Toen Thomas butler werd zei Mark dat hij mij niet in dienst kon nemen, want er was geen baan vrij. Ik zei, dat wil ik toch niet, want dan zou ik onder Thomas moeten dienen, en dat wil ik alleen thuis. Tja, ik kende Mark en Simone amper, maar ze waren zo vrij, dat dat eruit schoot.’
‘Nou, het was een mooi gezegde.’
‘Ja. Simone zei gelijk, als je onder hem maar niet stilligt, en ook andere standjes probeert. Weer zo vrij. Nou ja, langzaam wende dat.’
‘Ging je niet wat snel, mams? Je hebt ze in een paar maanden uit de kleren.’
‘En jij dan, met Jamie? De tweede dag, geloof ik. Nee, het ging vanzelf, iedere keer als ze bij ons kwamen een beetje. Ze doen me zo aan jullie denken.’
‘O. Met kleding aan ook al?’
‘Ja, ze vertelden heel netjes, maar zó lief over elkaar. En toen ze van hun langdurige verkering vertelden, door de woningnood, was ik kapot. Ze zijn net zo oud als jullie, hielden van jongst af aan van elkaar, en zijn nu nét getrouwd. Ik dacht natuurlijk hoe goed jullie het gehad hadden, jullie hebben maar zes, Silvia en Jamie maar vijf jaar hoeven wachten. Nou ja, zij seksueel vanaf hun twaalfde ongeveer.’
‘Ja, ze hebben het lang volgehouden. Als ik op mijn zestiende een stelletje had zien vrijen, een erectie gezien had en haar duidelijk had zien en horen genieten had ik dat vast ook gewild. In ieder geval de erectie van Jamie willen zien.’
‘Ja, dan hadden jullie het moeilijker gehad. Daarom vonden we het fijn dat jullie veel thuisbleven. We waren, zijn nog steeds erg blij dat we Thomas en Tamara met weinig moeite veel helpen konden. Ze dachten nog jaren te moeten wachten, maar dat werd een week of vijf.’
‘Jullie snappen wel, hoe blij we waren en hoe dankbaar. Mark en Simone willen daar niet veel over willen horen, we bedanken ze ook met veel te vertellen en hier te komen. Ik ga maar door. Mark zei na een paar dagen, over dat dienen, ik heb gelezen dat hier vroeger een maagd vóór haar huwelijk eerst een nacht onder de kasteelheer moest dienen. Wat een tijden. Ik zei, ja, maar daar stond niet bij, dat de bruidegom echt wel eerst zelf minstens één nacht met haar doorbracht, en dat zij onder de kasteelheer wat simuleerde. Au, meneer.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Waarom zijn wíj niet van adel, paps?’
‘Dat vind ik ook vreemd, dat wil ik nog uitzoeken. Niet omdat ik alle meiden zou willen ontmaagden. De herinnering van dat mooie met Simone is me meer dan genoeg. Als het dorp klaar is gaan we proberen alle familiepapieren in de computer te zetten, want ik zoek me nu vaak wezenloos. Ze liggen op volgorde, maar ik heb natuurlijk geen idee wanneer er wat gebeurde. Het heeft me al twee hele dagen gekost om erachter te komen dat er oorspronkelijk meer dan honderd boerderijen geweest zijn, met kleine stukjes grond. Er is steeds grond bijgekocht en stukken samengevoegd tot er twintig overbleven. Daarom heeft een pachter nu zoveel grond en wij, in totaal, alles om het dorp heen tot de volgende dorpen. Wat zei ik? Zo groot als een Amerikaanse county.’
‘Nou, dan zou u count moeten zijn. En countess. Past wel bij een Rolls.’
‘Je hoort de uitslag wel. Ook hoe de kinderen van een count genoemd worden.’
‘Ik ben al blij met liefje, paps. Ga door, Tamara, voor we sentimenteel worden.’
‘Ik was anders ook niet nuchter bezig. Ik heb daarna over dat dienen nagedacht. En over andere standjes. Ik vind dat dienen onder het mooiste. Op mijn rug op bed liggen, met mijn benen uit elkaar en mijn armen gespreid. Ik citeer iemand, ik weet niet wie, maar dat las ik een keer. Per ongeluk, zoiets zoek ik niet op. Maar het was wel mooi. Kom op me, mijn heer, en in me, met uw harde maar toch zachte mannelijkheid, in mijn tot strelen bereide zachte vrouwelijkheid. Ik wil u graag dienen, om met wederzijds genoegen u uw zaad diep in me te laten storten. Sorry, Thomas, dat komt nu pas boven.’
‘Dat geeft niet. Dat gevoel heb je al op andere manieren op me overgebracht.’
‘O, mams, wat zijn ze lief.’
‘Ja, hè? Die moesten we toch helpen?’
‘Ja, tot en met hulp als hij het gaatje niet kon vinden.’
Ze schaterden allemaal.
‘We wisten waar het zat, dankzij de experimenten. Hij was de eerste keer zó voorzichtig, maar ook zó goed. Ik simuleerde niets, ik moest even au zeggen. Nou, dit was erg intiem, de rest nog meer, ik stop maar.’
‘Ik denk dat wij drieën ook geluk gehad hebben, dat het meeviel. Ik heb het waarschijnlijk nog iets plezieriger gehad dan de meiden, want Mark had natuurlijk ervaring.’
‘Niet van ontmaagden, schat. Jij was mijn eerste maagd.’
‘Ja, maar na honderden keren bij Renee en duizenden keren bij Vivian wist je precies hoe je naar binnen moest.’
‘Ik blijf dat mooi vinden, je gleuf rond maken. Toch lijkt het iedere keer weer anders. Die keer zeker. Ik had verwacht dat een maagd wat nauwer zou zijn, maar eh het werd precies op maat.’
‘Zo’n gevoel had ik ook. En vol, hè, toen hij helemaal binnen was.’
‘Ja, Tamara, de eerste keer was Jamie twintig, maar, al groeide hij nog wat door, het bleef zo fijn passen.’
‘Thomas was gelukkig al uitgegroeid, ik ben bang dat er nog meer niet in zou gaan. Ik voel meestal wél dat hij nog wat dikker en harder wordt als hij gaat spuiten. Oh, zit ik toch weer op mijn praatstoel.’
‘Ja, heel gezellig. Bij onze eerste keer hebben Mark en ik het op onze zijkanten gedaan.’
‘Waarom, mams?’
‘Hij wilde alles samen doen. Dan kon ik me ook bewegen. Hij dacht niet dat hij het zou redden, we moesten het maar in tweeën delen. We hebben afgesproken, hij zou met zijn stijve mijn gleuf een tijdje strelen, en dan langzaam een stukje naar binnen komen, om alles goed te voelen. Als hij dacht dat er wat aankwam, er weer uitgaan en het samen op de handdoek tussen ons in laten komen. Dat lukte. Zo gauw hij weer kon zijn we verder gegaan, heel rustig, hij kon het lang volhouden. Langzaam dieper. Au, toen helemaal. Ik voelde me ook zo vol.’
‘Ik vond het heerlijk, onder hem. Ik had geen enkele behoefte om me zelf te bewegen, hij deed het al zo lekker. Alleen op het eind, toen ik ongeveer gelijk met hem kwam, kon ik het niet laten. In het begin heb ik me wat ingehouden, ik vond dat schokken en kreunen niet zo netjes voor een meisje. Ik heb het een keer aan Simone gevraagd. Die zei, jullie moeten je niet inhouden. Niet bij het doen en niet bij het erover praten. Jullie moeten van elkaar weten hoe lekker je het vindt. Dat heb ik Thomas ook verteld. Toen werd het nog fijner. O, vertel ik te veel, Thomas?’
‘Nee, schat, vertel maar wat je wilt. Thuis gaan we het herhalen.’
‘Één, twee, drie, vier, ja, dat zal best.’
‘Wat één, twee, drie, vier?’
‘O. Nou ja, vóór het ontbijt, bij de lunch, vóór het avondeten en vlak voordat we hierheen kwamen.’
‘Nou, ik snap dat de eerste drie keer routine voor jullie zijn, maar konden jullie na het eten niet wachten tot jullie weer thuis zou zijn?’
‘Jawel, maar dat was om leeg hier naartoe te komen. Anders zou hij het vast niet redden, twee blote meiden erbij, om naar te kijken, en die naar hem zouden kijken. Het ging goed, hè, Thomas?’
‘Ja, nét, omdat ik ze stopte. Ik ben er nu wel aardig aan gewend. Ze zien er ongeveer hetzelfde uit als jij. En omdat ze al aan me gezeten hebben vind ik het ook niet erg als ze naar me kijken.’
‘Nee, dat is te zien, hè, Silvia? Hij lijkt wel iets dikker dan de jongens.’
‘Ja, Aimee, maar hiervandaan is helemáál niet te zien dat hij zulke grote ballen heeft.’
‘Als Tamara die vijfde keer maar merkt.’
‘Tegen kijken kan hij al, tegen praten niet.’
‘Nee, het lijkt wel of dat pikkie oortjes heeft. ‘
‘Ja, als hij wat interessants hoort wordt hij weer stijf.’
‘Hij heeft geen oogjes, maar toen we bloot naast hem gingen zitten ook.’
‘Als hij een handje voelt ook.’
‘Stop, meiden, anders komt Thomas in de problemen.’
‘Jammer. We zouden zijn vijfde keer wel willen zien.’
‘Ja, dan kunnen ze het de zesde keer thuis doen en weer eens een zevende proberen. Laat je het morgen even weten, Tamara?’
‘Mooi niet. Hier geen vijfde keer. Niet dat ik bang ben dat ik tekort kom, maar om wat jullie zelf zeiden. Te erg, voor minderbedeelden. Als jullie wat willen zien, er zijn twee douches bij de suite.’
‘Ja, dat weten we. Toen we de eerste keer hier waren vertelde opa wat hij vóór zijn trouwen met de dienstmeisjes uitgespookt had. We hebben dat toen onder de douche nagespeeld. Oh, jongeheer, wat wordt uw jongeheer groot, als ik hem was. Ja, meisje, dat komt vast omdat je het met je mond doet.’
‘Ik deed het tussen mijn borsten.’
‘Ik hield hem niet in mijn mond, ik wilde zien hoe ver hij kwam.’
‘Bij mij niet ver. Knal, tegen mijn kin.’
‘Daarna moest het dienstmeisje natuurlijk bloot op bed gaan liggen.’
‘Ja, de jongeheer wilde wel eens kijken wat ze tussen haar benen had.’
‘En eraan voelen, natuurlijk.’
‘En erin voelen, natuurlijk.’
‘Vingeren, natuurlijk.’
‘En haar laten komen, natuurlijk.’
‘Nou, dat was het weer. We zijn zelf blij dat we vroeger zulke buien niet hadden. We deden soms wel wat samen, we voelden elkaar goed aan.’
‘Ook zoiets om nooit te vergeten, Tamara. Toen ik bij hun kwam nam Silvia me vóór de eerste keer zonnen en zwemmen mee naar boven, om ons op haar slaapkamer om te kleden in badpak. Ze kleedde zich niet normaal om, ze trok alles uit en wachtte in haar blootje op wat ik zou doen. Nou, ik ook maar helemaal. Zo liet ze me wennen om bloot te zijn. We hebben toen wel een bikini aangetrokken. Later ging in de tuin het één na het ander uit.’
‘Daarom hoefden we niets te zeggen toen Renee bij ons kwam. We namen haar mee naar boven en kleedden ons allebei helemaal uit. Ze keek erg verbaasd, maar deed het ook. We hebben haar toen uitgebreid bekeken en gezegd, goed, de heren mogen je wel zien.’
‘Dat gold natuurlijk voor de jongens, want oom had haar al vaak genoeg gezien, vroeger.’
‘En méér dan gezien. Opgevuld.’
‘Ja, ho maar, ondeugden.’
‘Met Claire was het ook grappig. Die kwam toen we al aan het zonnen waren. Paps liet ons eerst wat aantrekken, hij liet haar even in de hal wachten. We namen haar mee naar boven om om te kleden en trokken onze bikini’s uit. Overbodig natuurlijk, maar ze snapte de bedoeling. Hoe vinden jullie Tamara, jongens?’
‘Zo’n beetje hetzelfde als jullie. Wat Thomas over meiden bij het zwembad zei, zo mooi rond, hè, Mike?’
‘Ja, Met, als ze bloot zijn, die leuke tepels op die mooie ronde borsten, hè, Jamie?’
‘Ja, En dat leuke haar op die mollige doosjes.’
‘En, als ze niet al te voorzichtig zijn, zo’n mooie gleuf ertussen.’
‘Waar onze jongeheer zo lekker in kan spelen.’
‘Totdat hij als dank een cadeautje geeft.’
‘Nou, kunnen wij er ook wat van, of niet?’
‘Wat een kinderen, hè, Mark?’
‘Fijn dat ze zo genieten, hè, Simone?’
‘Ja, en ons mee laten genieten.’
‘Nou, Tamara, jouw beurt. Wat vind je van de jongens?’
‘Bijna net zo mooi als Thomas.’
‘Ja, daar zeg je genoeg mee.’
‘Ik kan het niet laten, Simone. Ik wil, ook namens Thomas, jou en Mark nog een keer bedanken voor alles. Dat we zo snel een huis kregen en konden trouwen. En dat jullie, en vanavond de kinderen ook, ons duidelijk gemaakt hebben dat we ons niet onnodig in moeten houden. Daar zullen we ons leven lang plezier van hebben.’
‘Prima, Tamara, al was het niet nodig. De kinderen doen het ook niet vaak rechtstreeks. We hebben het al eerder gezegd, we worden genoeg bedankt. Vanavond ook weer, omdat jullie ons mee laten genieten van jullie genieten. Al gauw na onze kennismaking vroeg ik Simone, waarom praat je zo vrij? Waardoor ik dat óók ga doen? Ze zei, praten vind ik mooi. Maar het mooiste is, over persoonlijke dingen praten met iemand die je heel aardig vindt, over wat ze zelf meegemaakt hebben, gevoeld, gedacht. We zijn heel gelukkig, dat de kinderen, en jullie inmiddels, het overgenomen hebben. Na hun huwelijk zei één van de kinderen, we zijn blij met de manier waarop jullie ons opgevoed hebben, dat eerlijke en vrije. Anders hadden we tot nu toe niet zo’n mooi leven gehad. Vast saai, zelden een leuk gesprek. En we hadden anders méér moeilijkheden gehad dan het beetje dat wij hadden. Goed. Laten we gaan zwemmen. En een beetje spelen, voor de liefhebbers.’
In het water speelde iedereen met wie hij of zij mee wilde spelen. Daarna praten ze op de kant over het dorp. En Thomas vertelde over zijn werk, Tamara over het hare. De kinderen vonden heel mooi wat hun ouders, met hulp van Tamara, konden doen.
‘Wat ze doen is uniek in de geschiedenis. Weten jullie iets van Engelse geschiedenis? Van Lady Godiva?’
‘Ja, maar vertel jij het maar, Thomas. En waarom.’
‘Ze vond de belastingen voor de onderdanen te hoog. Haar man, ik ben zijn naam kwijt, beloofde die te verlagen, als ze bloot op een paard door de stad durfde rijden. Dat had ze ervoor over, en ze kreeg haar zin. Er staat ergens een standbeeld van haar, bloot, op een paard. [In Coventry] Nu doen Mark en Simone al meer dan genoeg voor het dorp, maar als ik Simone bloot zie, moet ik wel eens denken aan wat zíj voor opschudding in het dorp zou kunnen veroorzaken.’
Ze lagen allemaal in een deuk.
‘Volgens de verhalen was er een tuinman, Tom [Peeping Tom], die te lang naar haar keek en er blind van werd.’
‘Wat zielig voor die tuinman. De huidige butler is beter af. Die krijgt van mij een enorme stijve.’
Ze lagen allemaal weer in een deuk.
‘Aimee, denk je wat ik denk?’
‘Natuurlijk, Silvia. Een standbeeld, naast de voordeur.’
‘Van een keurige butler.’
‘Met een presenteerblaadje met de krant erop.’
‘Voor meneer. Voor mevrouw een enorme stijve uit zijn broek.’
‘En zichtbaar grote ballen.’
Ze kwamen bijna niet meer bij.
Ze zwommen nog een keer, waarna de kinderen naar hun suite gingen en Thomas en Tamara met Mark en Simone meegingen naar hun slaapkamer, om zich om te kleden voor het stukje wat ze buiten moesten wandelen.
‘Wat een fijne kinderen.’
‘Ja, Tamara. Maar ze kunnen wel zeggen, jullie hebben ons fijn opgevoed, maar wat als ze niet gewild hadden?’
‘De meeste ouders houden wel van hun kinderen, maar doen niet zo veel bijzonders voor ze. Ze grijpen pas in als het niet goed met ze gaat. Dan wordt het moeilijk. Jullie zijn er direct na hun geboorte mee begonnen.’
‘Ja, met hulp van de schoonvader van Mark. Die gaf ze vóór hun geboorte het zwembad. Daarin konden ze nog fijner spelen en aan bloot wennen dan op het droge. Als je niet vrij met elkaar om kan gaan kan je ook niet vrij praten. Kleding geeft al een grens aan, daarin kan je niet praten zoals wij doen. Het is natuurlijk ontzettend fijn om buiten bed bij elkaar te zijn, samen wat te ondernemen, maar het mooiste in je leven gebeurt in bed. Er blijft maar één grens, je hoorde het van de kinderen ook, je vrijt alleen met je partner.’
‘Ja, natuurlijk. Wat hadden ze een bui, die meiden.’
‘Ze staken de jongens ook aan. En ons. En jullie gingen nog vrijer praten. Over bedanken, Tamara, er schiet me iets te binnen. Een moment wat ik nooit zal vergeten. Silvia vertelde me niet, waar verder niemand bij was, dat ze een groot meisje geworden was. Ze zei bij het ontbijt gewoon, ik ben voor de eerste keer ongesteld geworden. Toen zij en ik daarover uitgepraat waren zei Mike dat hij het vervelend voor haar vond, die paar dagen in de maand steeds. Toen Mike vertelde dat hij zijn eerste natte droom gehad had, vroeg ze hoe dat gevoeld had, of hij ook een erectie gekregen had. Hij gaf rustig antwoord, hij voelde er niet veel van en ja, hij was een beetje stijf. Dat is een indirect bedankje.’
‘Ja. Mooi. Ik ben blij dat ik nu niet ongesteld ben. Ga je mee, Thomas? Voor nummertje vijf?’
‘Nummertje, beurt, niet zo oneerbiedig over de hoogtepunten in ons leven.’
‘Nee, Thomas. Mag ik je thuis van dienst zijn?’
‘Heel graag, als je het doet zoals altijd, lekker actief. Maar, omdat ik hier nogal wat gehoord, gezien en gevoeld heb, en gezien en bevoeld ben, zal het wederzijds genoegen iets korter duren dan normaal, wel eindigen met veel meer dan normaal.’
‘Veel, weinig, kort, lang, alles is goed. Wel diep graag. Ik ren al.’

Thuis kleedden Thomas en Tamara zich uit en kropen in bed.
‘Tamara, ik vind dat het niet hoort, geen aanloop nemen. Maar mag het deze keer zonder? Ik loop bijna over.’
‘Natuurlijk, mijn productieve man. Zal het vrouwtje bovenop? Dan kan je rustig blijven liggen, terwijl je komt.’
‘Ja, heerlijk.’
Ze deed voorzichtig, om hem niet te laten komen voordat hij helemaal binnen was. Toen hij daar was bleef ze stil liggen.
‘Fijn, Thomas?’
‘Heerlijk, meisje. Je kwam zo zacht om me heen. Zo even blijven liggen, al weet ik dat je me toch wat streelt, om me goed te voelen. Ik waarschuw wel, als ik graag wil dat je me laat komen. Goed?’
‘Ja, liefste. Leg je handen op mijn achterwerk, dan kan je aangeven of je sneller of langzamer gestreeld wilt worden.’
‘Wat vrij je toch geweldig.’
‘Samen gaat het geweldig.’
‘Ja. Oh, nu, alsjeblieft, je kneep zo lekker.’
‘Dat was niet de bedoeling, maar je bent ook zo lekker. Zo?’
‘Ja, ja.’
Ze wipte zoals hij aangaf.
‘Daar komt het. Ohhhh. Veel. Ohhhh.’
Ze ging langzaam tegen zijn stoten in, en nadat hij stil lag voorzichtig door, tot hij haar strak omklemde.
‘Oh, liefste, één van de lekkerste keren.’
‘Fijn. Laat me maar een beetje los, ik blijf wel stilliggen.’
‘Wat bewoog je heerlijk.’
‘Jij doet het altijd zo lekker, ik heb je nagedaan.’
‘Nog beter dan ik, denk ik.’
‘Nee, vast niet. Ik geloof dat je zeven keer spoot.’
‘Dat weet ik niet. Iedere kramp duurde wel heerlijk lang. Ik denk dat het heel veel was.’
‘Als het maar lekker was. Hoe kwam je zo hitsig?’
‘Nou, van alles van vanavond natuurlijk. Jij toch ook? Hoeveel pikkies heb je vast gehad?’
‘Van allemaal. Ook die van Mark, om hem te plagen. Hij grinnikte, vingerde me nogal. De jongens ook, ik voelde dat ze het gewend waren. Maar ze maakten het niet te gek, hoor. Ik bij hun ook niet. Ik ben wel iets brutaler geworden, ik streel iets meer, steviger. Mike vond dat wel lekker. Jamie helemaal, hij begon zelf in mijn hand heen en weer te gaan.’
‘Tja, te voorzichtig is niet fijn, dat kietelt alleen maar. Jamie was bij Simone ook het brutaalste. Hij masseerde haar borsten duidelijk. Mike niet, hij nam eigenlijk alleen de maat.’
‘Ja, je gelooft iedere keer je ogen niet. Zelfs hun kinderen niet, na zoveel jaar. Ik blijf vast ook steeds verwonderd over jou. Hebben ze aan je gezeten?’
‘Ja, eerst Simone, tot ik een beetje stijf werd. Toen knipoogde ze en liet me los. Toen Aimee, die stopte toen ik op driekwart zat. Daarna, Silvia, tja, toen werd ik helemaal stijf. Ze wenkte Aimee, die moest nog een keer voelen, maar ze bleef zelf ook aan me zitten. Oei, vier handen die mijn ballen en stijve masseerden. Ik moest ze al gauw stoppen. Wat een meiden.’
‘Ja, een mooi stel. Ze zijn aardig op elkaar ingespeeld. Nou ja, als je ook in het zicht van het andere stel durft te vrijen. Heb je ze gevingerd?’
‘Een beetje. Ik vond het niet nodig, maar anders zouden ze misschien beledigd zijn. Ze waren net niet zo lekker mollig als jij.’
‘En Simone?’
‘Ik heb even haar borsten op en neer geschud en haar doos een beetje gemasseerd.’
‘Ja, je hebt al vaker aan haar gezeten.’
‘Zaten ze aan jouw borsten?’
‘Amper. Begrijpelijk. Zeg, ze hadden het over een wedstrijdje, bij hun in de tuin. We doen zoiets niet, maar ik zie het voor me. Mark, Mike, Jamie en jij op een rij. Simone, Aimee, Silvia en ik naast jullie. Om jullie te strelen en kijken wie het verst en het meest spuit.’
‘Droom er maar van. Ik weet niet of ik het verst zou komen, het meeste heb ik vast wel. En ik ben blij dat ik het vaakst kan. Misschien droom ik wel, dat jullie op een rij staan en ik met mijn stijve bij jullie om de beurt drie halen in jullie gleuf doe, tot ik voel dat ik ga komen en bij jou doorga om te spuiten. Oh, lieve, lekkere meid, ik wil weer. Ga je klaar liggen om mijn stijve te ontvangen?’
Tamara ging gelijk op haar rug liggen.
‘Ja, ik voel je liever dikker worden als je gaat spuiten dan het zien.’
Ze voelde het.

In hun suite kleedden de stelletjes zich uit.
‘Wat een lief stel, hè, Silvia?’
‘Ja, en zo lief voor elkaar, Aimee.’
‘Hij vertelt leuk. Je moeder zou best bloot door het dorp durven rijden.’
‘Ja, als er een goede of leuke aanleiding voor zou zijn. Tamara vertelt ook leuk, ontroerend. En ze haakte mooi bij Thomas aan. De tuinman blind, de butler een stijve.’
‘Wat een stijve stijve.’
‘Wat een grote ballen.’
‘Daar zijn ze terecht trots op.’
‘En blij mee.’
‘Hij ging met een kleintje het water in.’
‘Ja. Maar toen ik hem pakte stak hij recht vooruit. Mams was voor me.’
‘Geef haar eens ongelijk.’
‘Nee, maar hij had natuurlijk ook aan haar borsten en haar doos gezeten.’
‘Ja, vast. Onze jongens raken daar niet meer zo erg van onder de indruk.’
‘Maar hij is amper iets gewend.’
‘Toen ik hem pakte stak hij al wat omhoog. Jij was vóór mij.’
‘Ja. Niet van mijn borsten of mijn doos, Tamara is ongeveer hetzelfde als wij.’
‘Van je strelen dus. Bedankt voor het weer teruggeven.’
‘Ja, helemaal stijf moest jij hem natuurlijk ook weer even voelen.’
‘Hij vingerde amper.’
‘Beleefdheid?’
‘Of onkunde.’
‘Niet zo erg, als je hem zes keer op een dag omhoog kan krijgen.’
‘En laten spuiten.’
De jongens lagen op bed te grinniken.
‘Kijk eens, wat er op ons wacht?’
‘Één mooie paal per persoon.’
‘Met ballen eronder.’
‘Tijd voor controle.’
De meiden kropen op bed en gingen wijdbeens op de bovenbenen van de jongens zitten en pakten hun ballen vast.
‘Ja, deze kunnen niet tegen die van Thomas op.’
‘Deze ook niet. Maar gelukkig groot genoeg voor een lading of vier.’
‘Dat is genoeg, hè?’
‘Ja, vaker hoeft niet.’
‘Nu natuurlijk tijd voor controle van de paal.’
‘Grootte?’
‘Zelfde als Thomas. Ruim voldoende.’
‘Deze ook. Zo groot als Dave hoeft ook niet.’
‘Stijfheid?’
‘Zelfde als Thomas. Ruim voldoende.’
‘Deze ook. Geschikt om erop te zakken, hè?’
‘Vast wel. Gelijk maar, hè?’
‘Tegelijk maar.’
De meiden schoven iets naar boven en lieten zich op de jongens zakken.
‘Ohhhh, Aimee, heerlijk vol.’
‘Ja. Wippen? Dan worden we nog voller.’
‘Één, twee, ja, de derde lading van vandaag.’
‘Prijs de dag niet voor het avond is. Het is nog vroeg.’
‘Ja, op vakantie willen ze vast wel vier keer.’
‘Zeg, we gaan niet op de maat wippen, hoor.’
‘Nee, ze hebben recht op een persoonlijke behandeling.’
‘Door iemand die precies weet hoe ze graag gestreeld willen worden.’
‘Zodat ze heerlijk komen.’
‘En lekker spuiten.’
‘Zo is het. Dan zitten we allebei op de goede stijve. Gereed? Start.’ [Engels:  Ready? Steady. Go!]
‘Nee, wacht. Eerst uitgrinniken. Zij ook.’
‘Goed. Begin maar wanneer jullie zover zijn.’
‘Wat een meiden, hè, Jamie?’
‘Ja, geweldig. Ze hebben duidelijk ook een vakantiegevoel.’
‘Ik heb een klaarkomgevoel.’
‘Ik ook, van acht borsten en vier dozen voelen.’
‘Dat ook. Maar vooral van die lekkere gleuf om mijn stijve.’
‘De mijne wijst niet naar het Noorden, maar er zit iets in wat de gleuf van Aimee aantrekt.’
‘Ja, en dat ga ik eruit laten komen.’
Aimee begon te wippen, Silvia ook, tot ze met z’n vieren gekomen waren. Daarna doken ze allemaal onder de dekens, om af te wachten of ze nog een keer konden of in slaap zouden vallen, in elkaars armen.

‘Wat een avond, Mark. Al onze kinderen bij elkaar.’
‘Ze zijn nog wat vrijer geworden, hè?’
‘Ja, ze hoeven zich thuis nu helemaal niet meer in te houden.’
‘Net als wij, toen we pas getrouwd waren. Ik liep de helft van de dag met een stijve rond en pakte je waar en wanneer ik maar zin kreeg.’
‘Of andersom. Ze vrijen zelfs terwijl het andere stel toekijkt.’
‘Die het daarna ook gaan doen, natuurlijk.’
‘Ja, als je elkaar al zo lang en zo goed kent kan ik me dat voorstellen.’
‘Meegenieten, hè?’
‘Ja, dat hebben we vanavond ook ruimschoots kunnen doen. Thomas en Tamara hebben er vast ook weer wat van opgestoken.’
‘Hij hield het goed vol, twee meiden tegelijk aan zijn spullen.’
‘Heb je gezien wat ze in het water met hem deden?’
‘Nee, ik had mijn handen vol en mijn blik ergens anders op gericht.’
‘Dat zal best. Hij kwam eerst bij mij, voelde een beetje aan me. Ik liet hem los toen hij een beetje stijf werd. Toen Aimee, toen Silvia. Die wenkte Aimee, ze moest Thomas weer pakken. Ik denk omdat hij ondertussen weer helemaal stijf was. Ze zaten even tegelijk aan hem.’
‘Ik denk dat alle stellen nu aan het vrijen zijn.’
‘Mag ik je van dienst zijn?’
‘Wil je niet eerst even een ritje door het dorp maken?’
‘Nee, ik heb daar geen goede of leuke aanleiding voor. Rijd jij maar lekker op en in me.’
‘Ik laat jou ook genieten. De jongens zijn onderhand net zo groot als ik, maar ik heb lekker de dikste.’
‘En jij beweegt vast het lekkerst. Jij hebt veel meer ervaring. Ohhhh, jaaaah, doordouwer.’
Daarna sliepen ze in elkaars armen in.

De dagen daarna maakten ze met een auto wat rondritjes. Ze gingen twee keer, met een dag ertussen, naar Londen om daar rond te kijken.


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 9

Verzorgd door Tamara.

GROOT NIEUWS OVER DE NIEUW.

De huurhuizen en de renovatie daarvan. (Voortaan één onderwerp)
De taxaties gaan door. De beheerder van de huizen en ik komen voorlopig niet bij de getaxeerde huizen langs om een overzicht te krijgen voor de renovatie. We zijn vreselijk druk bezig met het volgende onderwerp.
 
De nieuwbouw.
Herhaling, over de rijplaten mag gelopen worden, maar niet op werkdagen, wanneer er gewerkt wordt, om de bouw niet te storen. Bij voorbaat dank voor jullie medewerking.

De tekeningen zijn door meneer en mevrouw Wellingten goedgekeurd.
Door de stad ook, al hebben ze er weinig mee te maken, de grond en de huizen zijn particulier eigendom. Maar alles voldoet aan hun voorschriften, wat wel zo prettig is.

De stad is klaar met de betonnen bakken voor de leidingen in de grond. Doordat de grond voor ze klaar lag, nog steeds heel vlak, hebben ze snel kunnen werken. Stad, bedankt. En jullie, omdat jullie er niet op gelopen of gereden hebben.
Wat er nog te zien is zijn, middenvoor de plekken waar twee-onder-één-kap woningen komen, de deksels op de bakken, die later op trottoirhoogte komen. Daarvandaan worden de woningen, zodra ze klaar zijn, aangesloten.

De tekeningen zijn ook naar de elektriciteits- en de telefoonmaatschappij gestuurd. De bouwers en de installateurs krijgen ze bij hun contracten. Ze hebben er al één gekregen bij ons vragen naar een offerte, en ze hebben aan de hand daarvan al voorbereidingen kunnen treffen.

De beheerder van de huizen en ik blijven verbaasd over de snelheid waarmee de offertes binnenkomen. Die voor de binnenkant van de huizen laten we nog even liggen, de eerste contracten voor de buitenkant zijn de deur al uit.

DAARDOOR BEGINT VOLGENDE WEEK DE BOUW met het storten van vloeren.

Herinneren jullie de oprichtingsvergadering van de vereniging van huurders nog? Meneer Wellingten kondigde toen aan, dat er huizen gebouwd zouden worden. Dat was tien weken geleden. Ik denk, dat we een wereldrecord gebroken hebben om zo snel met bouwen te kunnen beginnen.
Hoelang het gaat duren? Geen idee.
Wij hebben de plannen snel in elkaar gedraaid en vragen alle contractanten om zo snel mogelijk te werken. We zijn er van overtuigd dat ze hun best gaan doen, want het is voor hun dorpsgenoten.

Overige onderwerpen.
Mooi, hè, zo’n koets door het dorp?
Meneer en mevrouw Wellingten zijn zeer vereerd met jullie idee om de nieuwe straat Wellingten Avenue te noemen. Ik ben blij dat ik zelf niet op dat idee gekomen ben, nu komt het zeer overtuigend uit het dorp.

De beheerder van de huizen en ik zijn verbaasd over de kortingen die we los kunnen krijgen. Tja, honderd stuks tegelijk is ook niet niks. Het varieert tussen de twintig en vijftig procent. Daardoor veroorzaakt het lux bouwen ook maar een hele kleine verhoging van de huur ten opzichte van een sobere bouw.

Ik heb eerder geschreven, sommige zaken, zoals de vaatwasmachines, worden gezamenlijk aangeschaft en onderhouden. Jullie (nieuwe bewoners) krijgen daar een lijst van. Jullie krijgen ook een lijst van alle leveranciers die aan de bouw meewerken. Daar krijgen jullie twintig procent korting, om bijvoorbeeld een magnetron of verlichting aan te schaffen.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week  22

Maandagmorgen vond Tamara niemand in het kantoor. Na even geaarzeld te hebben ging ze de gang weer op en klopte op de deur van de woonkamer. Mark deed open en liet haar binnen. Simone en de kinderen waren er ook.
‘Fijn dat je komt. Ga zitten. Allereerst, weer een schitterend krantje. Simone en ik lezen het een paar keer. We genieten erg van je leuke toon. Goed. Vertel jouw nieuws maar.’
‘Ze zijn begonnen met de bekistingen voor de vloeren. Ik verwacht vanmiddag de eerste wagens met beton.’
‘Mooi. Wat vond je ambtenaar bij de stad van de straatnaam?’
‘Mijn ambtenaar? Ja, een beetje wel. Avenue vond hij wat overdreven, maar hij begreep het wel. Hij zou eventuele protesten wel smoren.’
‘Prima. Heb je de tekeningen van de schoolkinderen gezien?’
‘Nee, meneer.’
‘Ian zei, misschien een beetje laat, maar mogelijk doet u daarmee nog wat ideeën op. Dat heb ik gedaan. Kijk jij ook eens.’
Ze bekeek de tekeningen stuk voor stuk.
‘Ja. Stom van eh ons, en goed van die kinderen. Als eerste, de straatverlichting. De stad zal die vast plaatsen, maar niet zoals wij willen. Midden tussen de huizen. Om de twintig meter dus.’
‘Juist, dan heeft niemand buitenverlichting nodig voor de oprit en de voordeur.’
‘En ik laat buitenverlichting voor de achtertuin aanleggen. Kost per honderd ook niets.’
‘Mag ik even? Jullie hebben het soms over honderd, maar er komen toch maar zesennegentig huizen?’
‘Ja, de overige vier zijn reserve, Silvia. Ik bedacht, dat in een operatiezaal niet gerepareerd werd. Defecte apparatuur loskoppelen, reserve aansluiten. Dat doen we hier met veel dingen. Zoals de vaatwasser. Defect en niet snel te repareren? De installateur heeft een reserve in zijn auto en vervangt de defecte. Die kan hij in zijn werkplaats, met al zijn gereedschap en reserveonderdelen erbij, repareren. Die buitenverlichting vervangen is goedkoper dan de mensen het zelf laten doen. Alles wordt doorberekend in de huur, maar die gaat daar niet veel van omhoog.’
‘Komt er een vaatwasser in? Wat lux, voor een huurhuis.’
‘Dat is een idee van Mark. Die zei, per honderd zijn ze vast niet duur, dan hoeft de huur niet veel hoger te worden. Al had hij niet op zulke hoge kortingen gerekend. Ik weet niet hoe hoog de huur wordt, dat rekent de beheerder uit. Daarna beslist Mark, natuurlijk.’
‘Paps?’
‘De kosten van een vaatwasser moeten in een jaar of tien afgeschreven worden. Andere zaken hebben andere termijnen. Ik krijg van de beheerder een normale berekening voor de totale huur van de huizen. Maar het staat mij vrij, binnen ruime grenzen, om de huizen op een kortere of een langere termijn af te schrijven dan normaal. Met het definitief vaststellen van de huren wachten we tot de oude huizen gerenoveerd zijn. Ik wil het verschil niet te groot laten worden. Anders blijven er jongelui bij hun ouders inwonen. Waarom stel je zoveel vragen?’
‘Ik ben Mike nét voor, die zit geïnteresseerd te luisteren. En ik ben de tweede in de lijn van de opvolging.’
‘Erg ver vooruitgedacht.’
‘Huizen gaan langer mee.’
‘Ja, liefje. Nog meer, Tamara?’
‘Ja, er heeft er één vlaggen op ieder huis getekend. Overal een vlaggenstandaard? Ik schat, één pond. Nog geen penny meer huur per maand.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Nog meer?’
‘Nee. Ik zal in het krantje zetten wat we met de tekeningen gedaan hebben.’
‘Prima.’
‘Ik heb nog wat.’
‘Ja, Simone?’
‘Er heeft er één huisnummers getekend.’
‘Dat staat al op mijn lijstje.’
‘Prima, maar je moet mooie grote, duidelijke regelen. En die, zo gauw het kan, op de voorkant aan laten brengen. Dan worden ze verlicht door de straatlantaarns.’
‘Dat is slim, mams. Tamara, weet je wat Ian zei, toen we met de koets door het dorp reden? Het is nooit tot me doorgedrongen, maar sommige van mijn schoolkinderen wonen, met hun ouders, nog bij hun grootouders.’
‘O Wat erg. Dat wist ik ook niet.’
‘De koetsier had Ian ook gehoord. Op de terugweg stopte hij. Hij had tranen in zijn ogen. Paps vroeg of hij de wind in zijn ogen had gekregen. Nee, zei hij, ik heb een inwonende dochter en schoonzoon, en hun twee peuters. Wij zijn u ook zo dankbaar.’
‘Ja, het hele dorp. Grootouders, ouders, kinderen. Drie generaties.’
‘Krijg je die huizen vol?’
‘We hebben negentig voorlopige opgaven. We hadden een verhouding van één op de drie tweeslaapkamerwoningen, dus van de zesennegentig tweeëndertig, maar dat blijkt te veel te zijn. We hebben door de twee zijstraten én links én rechts drie keer acht twee-onder-één-kap. Elke acht wordt nu drie, drie, twee, drie, drie, twee, drie, drie. Heel regelmatig. Daardoor komen er vierentwintig tweeslaapkamerwoningen. Niet op een hoek, anders zou het rommelig worden.’
‘Wordt het niet te strak, te eentonig?’
‘Nee, want die tweeslaapkamerwoningen zijn iets lager en staan iets naar achteren. Het architectenbureau was het met ons eens. Ons is de vereniging en ikke.’
‘Zoals jullie willen. Voorlopige opgaven?’
‘Ja, de meeste zijn van boerenafkomst. Eerst zien en dan geloven. Daarom heb ik ook zo vroeg gevraagd of we wat konden laten zien. De strook, nu dus de Avenue.’
‘Negentig aanvragen uit een dorp van vijfhonderd huizen? Dat is bijna twintig procent. Dat is geen woningnood, dat is eh verschrikkelijk.’
‘Ja. Mark zei in het begin, het gemene is, dat zulke toestanden sluipend ontstaan. Daardoor wordt er niet zo gauw wat aan gedaan. Jullie snappen wel, dat ik mijn werk ontzettend graag doe.’
‘Ja, natuurlijk. Het is niet aan je af te zien, maar wat kan je zakelijk praten.’
‘Ik ben nooit beledigd als iemand koekenbakker tegen me zegt, ik weet meestal ook het fijne van zijn of haar beroep niet. Ik bakte meer dan één soort koek. Ook veel verschillende soorten koekjes, brood, gebakjes, taarten. Het bakken is een onderdeel van het beroep, je ook moet zorgen, zoals ik zei, dat je alles op tijd in huis hebt. En goed inkopen, natuurlijk. Daarbij heb ik geleerd om kortingen te vragen. En alles goed verkopen. Mijn vader heeft een winkel en een lunchroom, daar heb ik praten en omgaan met mensen geleerd. Volgens Thomas is het net zo’n uitgebreid vak als van een garagechef.’
‘Tja, daar staan we natuurlijk nooit bij stil. Kortingen?’
‘Ja. Mijn vader had daar nooit aan gedacht, maar er is meer dan één meelfabriek, om maar wat te noemen. Een procent of tien kreeg ik overal. Met die huizen gaat alles in honderdvoud. Dan krijg je op grote spullen, zoals een vaatwasser, tot vijftig procent korting. Ook omdat we alles af fabriek laten komen.’
‘Bij het architectenbureau kreeg je ook vijftig procent korting, zei paps.’
‘Ja, onbegrijpelijk, dat ze zo stom waren. En dat niemand daar eerder achter gekomen was. Jongelui, na vier weken kwamen ze eindelijk met een tekening. Ik heb een minuut zitten kijken en hem toen in stukken gescheurd en op de tafel laten vallen. Ik zei, er is niet om een showroom gevraagd, met hoeken, nissen, uitbouwen en inbouwen, maar om een strakke, eenvoudige woning. De keukens en de badkamers zitten geeneens tegen elkaar om de riolering eenvoudiger te maken. Heeft u een rekening? Ik bekeek hem even, zei, u rekent per vierkante meter. Deze rekening betaal ik niet, want u heeft zich niet aan de opdracht gehouden. De volgende kunt u door twee delen, want u hoeft maar de helft te doen en dan de andere helft erbij door te spiegelen. Toen konden ze in een week een goede tekening maken, voor een redelijke prijs.’
‘Wat een lef.’
‘Nee, een beetje doordenken. Ik wil niet opscheppen, maar alles voor in de keuken, het toilet en de badkamer is al besteld. Dan is dat er op tijd.’
‘Paps en mams hebben over je verteld, koekenbakker. Maar ik snap het nog niet helemaal.’
‘Het is hetzelfde, alleen op grotere schaal. Als je zesennegentig gevulde koeken wilt maken moet je alles op tijd binnen hebben, ook de pinda’s.‘
‘Dat is wel érg simpel gesteld.’
‘Mark doet ook zoiets. Ik zie gelukkig geen totaalbedragen van wat ik bestel, alles apart. Mark wel, maar hij kijkt niet naar de eerste drie cijfers voor de komma. Dan kan hij er tenminste mee rekenen, zegt hij.’
‘Paps?’
‘Meer dan zes cijfers voor de komma is lastig. Probeer zelf maar. Vijfhonderd huizen á twee ton per stuk.’
‘Vijfhonderd keer tweehonderdduizend?’
‘Tamara was slimmer, die zei gelijk, dat is duizend ton.’
‘Ja. De rest kan ik wel, dus honderd miljoen. Bah. Ja, drie cijfers korter is makkelijker. Een half keer twee ton is één ton, dat gaat nog. Heeft u die honderd miljoen?’
‘Silvia!’
‘O ja, de familie. Er is zeker nog wat over?’
‘Zo ken ik je weer. Ja, genoeg.’
‘Maar de oude huizen moeten toch ook nog gerenoveerd worden?’
‘Tamara begint, samen met de beheerder, zo gauw ze tijd hebben, met het opnemen van wat er moet gebeuren. Misschien kunnen we daarvoor ook in het groot inkopen. We willen ermee beginnen zodra de eerste werklui bij de nieuwbouw vrijkomen.'
‘Wat een planningen.’
‘Ach, zal Tamara vast zeggen, een verjaardagstaart moet je ook plannen. Een dag te laat en je kan hem zelf opeten. Je ziet hoe slank ze is, voor een koekenbakker. Altijd goed gepland.’
‘Jullie zijn twee handen op één buik.’
‘Welke, denk je?’
‘Paps! Dat was een opmerking voor mams.’
‘Ach, je neemt wel eens wat over. Simone ook van Tamara, ze hebben samen de keuken en de badkamer geregeld.’
‘Mams zakelijk?’
‘Nee, interieurdeskundige.’
‘Ook een beetje voor buiten. Straatverlichting en zo. Maar ik zie nóg wat op die tekeningen. Plantjes in de tuinen. Ik stel voor, overal graszoden neer te laten leggen en de mensen het verder zelf uit te laten zoeken.’
‘Prima. Tamara?’
‘Eh ik maak een principecontract of zo met een tuinman voor overal gras. Aan te brengen na overleg met de nieuwe bewoner, op het moment dat hij het behang uit moet zoeken. Wil die wat anders of méér, prima, tegen bijbetaling. Met als voordeel, dat het gras er niet te vroeg ligt en verdort als het niet besproeid wordt als het nodig is.’
‘Tamara, je bent verschrikkelijk. Heb je ook al verstand van gras?’
‘Nee, Silvia, maar er staat bij mijn vader een broodboompje in een pot in de etalage. Die moet op tijd water en voeding hebben en gesnoeid worden.’
‘Ja, maar om dan zover door te denken. En zo snel. Ik wilde dat ik een middelbare opleiding gehad had, in plaats van een hogere, daar heb ik behalve op mijn werk niets aan. Jij weet veel meer waar je in het dagelijks leven wat aan hebt.’
‘Het ligt niet alleen aan de opleiding, Silvia.’
‘O. Nee, paps, bezorg me maar een minderwaardigheidscomplex. Mensenkennis en zo.’
‘Jij bent niet veel mensen tegengekomen of hebt iets moeten verkopen. Zolang je je werk, waar je een opleiding voor gehad hebt, goed doet, en met de mensen die je wél tegenkomt goed omgaat, is er geen reden voor een minderwaardigheidscomplex. Je mag trots zijn op hoe je met ons omgaat, dat brengt geen cent op, maar is wel erg belangrijk in je leven, liefje.’
‘Ja, paps. Dank u wel. Ik heb me na mijn éénentwintigste ook wat meer in zaken verdiept. Om de adviezen van de adviseurs van mijn reserve beter te kunnen beoordelen. Op uw advies zullen we thuis gaan kijken naar een eventuele verantwoorde vermindering daarvan. Om bijvoorbeeld iets erg belangrijks, het opvoeden van onze kinderen, zo veel mogelijk samen te kunnen doen. Maar u, de familie, is behalve de aankoop van die huizen, die honderd miljoen, ook nog wat kwijt voor de nieuwbouw en de renovaties.’
‘Ja, wat, liefje, maar minder dan honderd miljoen. Renovaties zijn goedkoper dan een kompleet huis. En die nieuwe staan op grond van de familie. Er kon niet, zoals gebruikelijk, gespeculeerd worden op een verandering van landbouwgrond naar grond voor woningbouw. Dat scheelt aanzienlijk.’
‘Hoe komt u zo slim, dokter?’
Ze grinnikten allemaal.
‘Ik heb me na mijn éénentwintigste ook wat in zaken verdiept, in mijn reserves. Ik had een ruim zakgeld, ik was niet erg zuinig, maar ik hield toch over. En ik had toen ook al een erfenis, al was die lang niet zo groot als die van jullie. Maar er kwamen erbij, een oudste zoon vangt nogal eens wat. En van mijn salaris hield ik over, ik hoefde niet ieder jaar zonodig een nieuwe auto te kopen. Hier word ik geïnspireerd door Simone, Tamara, en vele anderen. En ik doe hetzelfde als Tamara, ervaringen omzetten om die nu te gebruiken. Zoals van die rijplaten.’
‘Ik mag wel een mooi verhaaltje over zijn al of niet zuinigheid vertellen. Je herinnert je Renee, Tamara?’
‘Ja. Ik blijf me toch verwonderen dat jullie zo open over haar praten.’
‘Ja, ook over haar. Voordeel halen uit, het positieve zien in een periode in je leven is beter dan er niets mee doen, dan is het verloren tijd. Renee vroeg aan die jongens geen geld om te vrijen. Ze zei, ik wilde alleen hun pikkie, niet hun geld. En het gezellig maken. Ze kreeg niet zoveel zakgeld, moest daar de normale dingen van kopen, kleding en zo, en van uitgaan. Af en toe, als het op was, vroeg ze een jongen of hij wat geld over had. Voor shampoo, om lekker te ruiken voor hem, en voor haar telefoonabonnement om te SMS-en als hij kon komen. Ook om condooms te kopen, maar dat zei ze niet tegen Mark, die mocht zonder, omdat hij zo’n nette, schone heer was. Hij kwam er snel achter dat er ook anderen bij haar kwamen, maar daar spraken ze niet over. Ze spraken zo wie zo niet veel, daarvoor kwam hij niet. Goed. De meeste jongens gaven wat geld, als ze het niet konden was het niet erg, dan een volgende wel. Mark was de enige die nooit zo maar wat gaf. Hij vroeg hoeveel ze wilde hebben en gaf het dubbele, dan kon ze weer even vooruit. Tja, hij gaat uit van iemands eerlijkheid, en is dan eh bescheiden gul.’
‘Hij werkt nog zo ongeveer, met die huizen. Gul, als het maar redelijk verantwoord is.’
‘Ja. Renee vertelde, toen ze veel later bij ons was, dat ze er pas achter kwam wie hij was toen er een bericht over zijn trouwen, met Vivian, in de krant stond. Ze was een beetje pissig, dat ze zo’n rijk jong gedumpt had. Méér niet, want ze betwijfelde of het ooit wat geworden zou zijn. Ze waren niet verliefd, alleen verlekkerd op elkaar.’
‘Tja. Paps, iedere keer als ik wat over u en Renee hoor, wéér een detail, ga ik het iets beter begrijpen. U snap ik eigenlijk wel helemaal. Als een jongen, onverwacht of niet, één keer in een meisje klaargekomen is, is het niet meer dan natuurlijk dat hij vaker wil. Ik durf te zeggen, waarom niet, van zijn kant. Maagd is hij dan niet meer, laat hij maar genieten, met mate natuurlijk, als hij de meisjes maar netjes behandelt. Maar, hoe lekker het ook is, en hoe lief Renee het ook deed, ik kan me niet voorstellen, dat een meisje vijf of zes avonden per week steeds jongens laat rouleren om zo vaak mogelijk klaar te komen.’
‘Tja, Silvia, dat zal je wel nooit snappen. Weinig meisjes waarschijnlijk. Seksueel gedrag wordt ook bepaald door je omgeving, als die vindt dat iets niet hoort doe je het niet gauw, al laat niet iedereen zich evenveel afremmen. Je had het bij jongens over natuurlijk. In de natuur zijn er erg kieskeurige vrouwtjes, maar ook die ieder mannetje toelaten. Bij vogels is zelfs bekend dat er vrouwtjes vreemd gaan. Je kan ze niets vragen, maar de wetenschappers vermoeden, dat zij aanvoelt dat het met zijn sperma niet goed zit en dan stiekem bij een ander mannetje een spuitje gaat halen. En dan weer terug naar hun eigen nest om haar bastaards uit te broeden. Dat is eerst gezien, inmiddels heeft DNA-onderzoek dat vreemdgaan bewezen. Wat het meest voorkomt is veel vrouwtjes, één mannetje. Schapen, koeien, leeuwen. Voor de voortplanting werkt dat. Één vrouwtje en veel mannetjes zou ik niet weten. Op één bekend verhaal na. Er komt een onderzoeker bij een sloot en ziet daar een dikke kikker. Hoi, kikker, hoe gaat het?’
‘Paps! Geen sprookjes.’
‘Het heeft in een wetenschappelijk blad gestaan. Heel goed, zegt de kikker. Plompie in en plompie uit en de hele dag in het zonnetje zitten. De onderzoeker loopt verder en ziet weer zo’n kikker. Hoi, kikker, hoe gaat het? Heel goed, meneer, plompie in en plompie uit en de hele dag in het zonnetje zitten. Zo ziet hij er nog drie. Dan ziet hij een klein, zichtbaar vermoeid kikkertje. Hoi, kikkertje, hoe gaat het? Niet zo goed, meneer. Niet zo goed? Ik sprak net vijf andere kikkers, die zeiden allemaal, heel goed, meneer, plompie in en plompie uit en de hele dag in het zonnetje zitten. Ja, zei het kikkertje, maar ik ben plompie.’
Ze grinnikten allemaal.
‘En dat stond in een wetenschappelijk blad?’
‘Ja, eerlijk waar. Als grap, sufferdje.’
Silvia kreeg tranen in haar ogen.
‘Wat is dat nou?’
‘Zo heeft u me nog nooit genoemd, al was er vaak meer aanleiding voor dan nu.’
Mark wenkte haar naar zich toe, nam haar op schoot en kuste haar.
‘Sorry, liefje. Ik weet niet waarom ik het deed. Moet je daarvan huilen?’
‘Ja. Één van de redenen waarom het bij ons altijd zo prettig was, is omdat er nooit gescholden werd. Op school raak je er aan gewend, daar gebeurt van alles. Bij klasgenoten thuis hoorde ik het nogal eens. Het stoorde me, ik vond het binnen een gezin niet horen. Ik vind het prima als je streng kijkt of afkeurend je hoofd schudt. Meestal vind ik dat terecht, u natuurlijk altijd. Maar zo vaak kwam dat niet voor. Ik ben tevreden als u niets zegt of mijn voornaam gebruikt. Maar ik word altijd gelukkig als u liefje zegt. Dat doet u tegen niemand anders en niemand anders tegen mij.’
‘Dat is dan onbewust gegaan, liefje. Tot je een groot meisje werd was jij altijd mijn kleine meisje. Je was altijd nét iets kleiner dan Mike. Voor een vader is zoiets erg vertederend. Ik vond het ook heel fijn, dat wij tweeën laatst gewandeld hebben, arm in arm, toen de anderen geen zin hadden. Al ben je groot, voor mij blijf je kennelijk nog steeds een beetje mijn kleine meisje. We houden evenveel van jullie allemaal, maar niemand zal me kwalijk nemen als dat soms weer bovenkomt. Al heb ik er nooit bij stil gestaan. Maar jij hebt het dus gevoeld.’
‘Nu pas duidelijk. Dat liefje was van ons tweeën. Terwijl ik net zo veel van mams houd als van u. Dank u wel.’
‘Niemand neemt je dat kwalijk, Mark. Zelfs niet als je het wél had laten merken. Tegen iets vertederend kan en mag je niets doen.’
‘Dank je wel. Alles goed, liefje?’
‘Ja, maar niet overdrijven.’
Ze gaf hem een kusje en ging weer op haar eigen stoel zitten.
‘Hé, er zit nog iemand met tranen. Ik zal je niet vragen om op mijn schoot te komen zitten, Tamara, maar verbieden zal ik het niet.’
‘Nee, dank je. Ik ben ontroerd over het fijne familieleven wat jullie hebben. Waar iedereen aan bijdraagt. Thomas en ik gaan ook fijn met elkaar om. Ik hoop het later met onze kinderen ook zo te krijgen.’
‘Tja, dat heb je niet in de hand. Meer dan je best doen, samen, vanaf dat ze geboren worden, kan je niet. Wij hebben het met de tweeling ontzettend goed getroffen. Dat is één. Twee, met Aimee en Jamie ook, maar dat was logisch, die waren door de tweeling uitgezocht. Misschien denken die dat het andersom was, maar dat maakt niet uit. Als ze niet bij ons gepast hadden was de tweeling niet met ze doorgegaan. Drie, met jou ook. Nadat we je de eerste keer ontmoet hadden, toen Thomas je als zijn bruid voorgesteld had, zei Simone al, dat er bij jou méér in zat. Daar bedoelde ze niet alleen iets zakelijks mee, want daar had ze amper ervaring mee. Dat heeft mij oplettend gemaakt en ik heb je zakelijk aan het werk kunnen zetten. Daaruit bleek al gauw, dat je niet alleen zakelijk goed was, maar ook fijn met mensen omgaat. Daarom was ik blij dat ik je nog dichter bij ons aan het werk kon zetten, wij je nog beter konden leren kennen, en andersom. Al zeg ik het zelf, ik ben heel goed bezig geweest. Ik heb zakelijk contact met je gezocht en gehouden, terwijl ik heel goed wist, omdat Simone steeds naast me zat als je langs kwam, dat het nooit zakelijk kon blijven. Goed. Storten jullie je verwijten maar over me uit.’
‘Natuurlijk niet, Mark. Na zulke mooie verhalen? En het is allemaal waar. We hebben het allemaal onwaarschijnlijk goed getroffen. Ik moet weer eens denken aan dat ik de morgen na onze huwelijksnacht even wakker lag. Ik dacht, onder andere natuurlijk, terug. Hoe ik in Nederland opgegroeid was, alleen kwam te staan en een beetje zielig maar geëmigreerd was. Hoe ik in een relatief korte tijd het geluk in mijn leven gevonden had, Mark en een nieuw thuis had. Ik heb nu mijn derde thuis. Het gaat me niet om het huis, maar om de mensen om me heen. Ik kwam alleen, kreeg, met ruime tussenpozen, een man, twee kinderen, nog twee kinderen, die ook schoonzoon en schoondochter werden, twee kleinkinderen, voorlopig, en hier weer twee kinderen. Dat is het belangrijkste. Dan komt een thuis hebben. Want ik zie me nog niet met de hele familie onder een brug zitten.’
‘Nee. We hadden wel met minder toegekund dan het huis in Boston. Mams, heeft u uw trouwjurk nog?’
‘Ja. De jurk van één van de mooiste dagen in mijn leven kan ik niet weggooien, Silvia. Er is ook niets anders van te maken. Met die andere mooiste dagen bedoel ik natuurlijk jullie komst en die van jullie kinderen. Één keer per jaar, op onze trouwdag, trek ik mijn trouwjurk weer aan. Ik zeg expres mijn trouwjurk, ik heb hem zelf betaald. Afgezien van dat ik salaris kreeg, tot ik trouwde, had ik nogal wat, voor mijn doen dan, uit Nederland meegebracht. Als ik hem aanheb krijgen we allebei tranen in onze ogen. Niet alleen door het terugdenken aan die dag, en nacht, ook aan wat er voor geweldigs bijgekomen is. Dat zei ik net al.’
‘Zou u hem een keer voor ons aan willen trekken?’
Simone keek bedenkelijk, na even naar Mark. Die knikte.
‘Dat we daar niet eerder aan gedacht hebben. Ze hebben alleen de foto gezien. Die is prachtig, maar de werkelijkheid is veel oogverblindender. Dat was het toen, nu vast weer. Je bent praktisch niet veranderd.’
‘Dank je. Nou, goed. Maar ik moet me daar op instellen. Het is niet zomaar van jurk wisselen voor me. Morgenochtend?’
‘Ja. Prima. U een mooi pak, paps?’
‘Als je dat wil, natuurlijk, liefje.’
‘Mag mams de tiara op?’
‘Ik zat al te denken. De bloemen zijn te ingewikkeld, daar is een kapper bij nodig. Met de jurk kan een meisje helpen. Wel de tiara, schat?’
‘Als jullie willen.’
‘Ja, mams. Die bloemen zie je op de foto toch niet zo goed. Zouden we de diademen, die Aimee en ik ophadden, ook nog een keer mogen zien?’
‘Tja. . . . Dan morgenochtend maar alles tegelijk. Om tien uur. Ik eh moet een en ander regelen. Kijk niet verbaasd als jullie morgenochtend na negenen bewaking rondom het huis zien. Zonder hun in de buurt doe ik de safe niet open. Het zal vast niet uitlekken dat dat gaat gebeuren, maar je weet maar nooit.’
‘Zit er meer in dan de tiara en de diademen? Die zijn al een vermogen waard.’
‘Ja, er zit nog wat meer in. Lach niet, jullie zien het morgen wel. Tamara, kom je ook? Thomas vraag ik zelf, die moet helpen regelen.’
‘Dank je wel, ik kom heel graag. Voor Simone in haar jurk, de rest interesseert me niet zo.’
‘Nee, maar je zal dat ook mooi vinden. Nu allemaal wegwezen. Ik zie dat Simone wat na wil praten met me.’
‘Ja, even over het aantrekken van mijn trouwjurk. Daarna over het uittrekken.’
Op Mark na kusten ze Simone allemaal en vertrokken.

De volgende morgen tegen tienen vonden Tamara en de kinderen Mark en Thomas glimlachend in de woonkamer. De bank het dichtst bij de slaapkamerdeur was wat opgeschoven, waardoor er een opvallend leeg stuk voor de slaapkamerdeur was ontstaan. En in plaats van de salontafel stond er een lange tafel met een kleed erover. Het kleed lag in hobbels, er lag duidelijk wat onder. Op de hoek van de tafel stond een doosje. Er bovenop lag een bloem.
‘Is dat één van de twaalf rozen, oom?’
‘Ja. Ik ben er hier achtergekomen dat de roos min of meer de familiebloem is. Daarom is er achter het huis ook een rosarium. Als je schone handjes hebt mag je eraan komen. Er zitten er nog elf in de doos. Simone had ze in twee rijen van zes, maar een andere opstelling kan ook. Of niet alle twaalf, als je geen lang haar hebt.’
Ze bewonderden allemaal de zijden bloem met de goudverf.
‘Oud, oom?’
‘Ja. Ik heb geen idee hoe oud. Als Tamara te weinig werk meer heeft gaat ze de familiepapieren inscannen. Dan kunnen we makkelijker gegevens opzoeken. Het is nu geen doen als je niet ongeveer weet in welk jaar je moet zijn.’
‘Is er zoveel bewaard?’
‘Ja. Jullie zullen in de zitkamer beneden die kast met banden met een w erop wel gezien hebben. Maar waarschijnlijk niet, dat er drie rijen banden achterelkaar staan op iedere plank. Ik heb er al eens in gesnuffeld. Sommige voorvaderen hebben wat geschreven, maar het meeste gaat over aan- en verkopen. En verplaatsingen van de familie en de familie-eigendommen. Maar daar kan je ook veel uit opmaken. Ik heb er in het begin uit opgedoken, dat er in de loop van de eeuwen steeds meer grond bijgekocht is, tot de huidige omvang. En steeds stukken samengevoegd, totdat er van de ongeveer honderd boerderijen de huidige twintig over zijn. Geen van die twintig is ouder dan een eeuw, bij de meeste samenvoegingen werd er een nieuwe gebouwd.’
‘Interessant. Zit de tiara nog in de doos?’
‘Nee, die is bij Simone. Thomas?’
Samen met Thomas trok Mark het kleed op de tafel iets opzij. Er werden tien openstaande cassettes met diademen zichtbaar. Ze stonden allemaal een tijdje te kijken.
‘Die Silvia en ik opgehad hebben liggen vooraan, hè?’
‘Ja. Ik had niet gedacht dat je ze zou herkennen. Ik had beter moeten weten. Meiden!’
Ze grinnikten.
‘U had zeker beter moeten weten, paps. Het zijn duidelijk de mooiste. Dank u wel.’
‘Ik moest uit foto’s kiezen, puur geluk dat je ze ook de mooiste vindt. Als één van jullie kinderen in haar eentje trouwt mag ze de tiara op. Als ze ook tegelijk willen ieder maar weer een diadeem.’
‘Ja, het was een mooie oplossing. We vonden toen al, aan de hand van jullie trouwfoto, dat diademen beter bij ons zouden staan dan de tiara. Daarvoor moet je toch een betere eh houding hebben dan wij. Ik heb die van mams niet geërfd.’
‘Nee. Je zag er op je trouwdag ook schitterend uit, maar Simone heeft wat eh koninklijks. Misschien komt het bij één van jullie meiden wat terug.’
‘Dat hoeft niet, tenzij het met normale maten kan.’
‘Misschien wel.’
Er werd op de slaapkamerdeur geklopt. Thomas liep er heen, opende de deur en ging opzij staan. Simone deed een paar stappen naar binnen, draaide langzaam rond en bleef glimlachend staan.
Ze waren allemaal even stil. De meiden hadden al gauw tranen in hun ogen.
‘Ohhhh, mams, wat móóóói!’
‘Schit-te-rend, tante.’
‘Ja. Nog bloter dan normaal, maar toch eh gekleed.’
‘Dank je, Jamie. De jurk is niet meer zoals ik hem gekocht heb. Een vriendin van me heeft het bovenstuk veranderd, zodat ik op de mooiste dag van mijn leven nog iets meer dan normaal kon laten zien. Maar zonder inkijk, waardoor het toch gekleed bleef.‘
‘Ja, knap werk. Geweldig. Geweldig mooi, bedoel ik.’
‘Ja, ik weet het, je was de eerste dag dat je bij ons was ook zo onder de indruk.’
‘Ja, van drie dingen. Die twee en Silvia. Excuses, overige toen aanwezigen.’
‘Nee, dat was zo. En terecht. En je was er toen ook zo vrij over.’
‘Ik was te geschokt om me in te houden, Silvia. Ik keek graag naar meiden, tot ze achter in de twintig waren. Maar die dag kon ik niets anders dan een uitzondering maken. En daarna steeds. Alleen om te kijken. Aangekleed of niet maakt me niet veel uit. Als ik op een rijtje moest zetten waar ik het liefst naar keek, kijk, dan komt Silvia op de eerste plaats, u op de tweede en de Mona Lisa en de Venus van Milo op een gedeelde derde.’
‘Nou, je bent erg complimenteus. Dank je wel, lieve jongen. Mike?’
‘Ik kan het niet mooier zeggen dan Jamie, mams. Ik heb er nooit over gedacht waarom iedereen in Boston u groette. Door de foto op Internet?’
‘Ja, en door de Rolls.’
‘O, ja, en door de manier waarop u loopt, zei paps ooit. Die vriend in het ziekenhuis, die de foto en het verhaal erbij op Internet gezet heeft, had gelijk. Ik heb het onthouden. Hij zou je graag zien als koningin, zodat alle dames konden leren zich leuk aan te kleden, ook zonder kroontje op hun hoofd en bloemen in hun haar. Leuk is een understatement, natuurlijk. Paps zei net ook al, Simone heeft wat koninklijks.’
‘Toch ook mooi gezegd, lieverd. Nou, Tamara is nog in shock. Thomas?’
‘Zonder de tiara zou het al koninklijk zijn, Nu minstens keizerlijk. Iets hogers is er geloof ik niet. Ik kan verder alleen wat indirects zeggen. Wat heb jij het getroffen, Mark.’
‘Dat heb ik zeker. En behalve het uiterlijk ook zo’n prachtig innerlijk.’
Hij ging naast Simone staan en hield haar hand vast. Ze kuste hem even.
‘Ja. Ik kom langzaam bij uit mijn shock. Die foto is heel goed genomen. Die vakman had een goed oog. Maar eh de werkelijkheid is nog honderd keer mooier.’
‘Dank je, Tamara. Tja, ik heb mijn houding een beetje mee, maar jullie zagen er bij jullie trouwen ook allemaal schitterend uit.’
Ze liep naar de lange tafel en pakte de bloem op.
‘Ik weet nog hoe verbaasd ik was. De eerste bloem vond ik schitterend, al vóór ik wist dat het geen gele verf was. Toen kwamen er nog elf tevoorschijn. Ik heb ze in twee rijen van zes opgehad. Met de tiara erbij was ik van het probleem af hoe ik mijn haar moest dragen. Veel meiden maken er een kustwerk van, bovenop hun hoofd. Maar ik wist dat Mark dat niet fijn zou vinden, die ziet het liever los. Een beetje wild. Overal. Ja, daarom houd ik het op mijn doos ook niet kort.’
Ze grinnikten. Simone legde de bloem midden op de doos, tilde de tiara van haar hoofd en legde die er omheen.
‘Een heel mooi sieraad, Mark. Waarom zijn er zo veel diademen?’
‘Ik denk dat er een tijd geweest is dat hier veel familie woonde en dat ze veel feesten gaven. Alle dames en oudere dochters moesten dan natuurlijk wat dragen. Ik zal de rest van de sieraden laten zien.’
Thomas hielp hem om het kleed helemaal van de tafel te halen. Die bleek helemaal vol te staan met cassettes, van verschillende afmetingen, die ook allemaal open stonden. Er zaten gouden en zilveren kettingen in, parelsnoeren, oorhangers, armbanden, ringen. De meiden zuchtten van verbazing.
‘Niet alles zal tegelijk gedragen zijn, ze hadden de keus. Dit is niet alles. Er is ook nog bij familie in het buitenland. Één familie, in het zuiden van de States, geeft wél feesten en heeft wat kleiner spul.’
‘Kan je daarom vragen?’
‘Ja, als je hem nog niet hebt vraag je om de lijst en bestelt wat je hebben wilt. In bruikleen, natuurlijk. De beheerder hier beslist wat je krijgt. Hoeveel je krijgt is ook afhankelijk van de beveiliging, alarmering. Dit huis is beveiligd, de safe extra. Hoe doet er voor jullie nu niet toe.’
‘Nee. Nou, paps, mams heeft niets nodig, en Aimee en ik ook niet. Zonder sieraden worden we al mooi genoeg gevonden. Misschien, als we ooit hier komen wonen en we een groot feest willen geven, al zou ik niet weten waarom. Een feestje met een kleine groep, zonder feestkleding, is veel fijner. We houden altijd wel onze trouwringen om, al is dat eigenlijk overbodig, we weten toch wel dat we bij elkaar horen. En mams vast haar eh. Hoe noemt u die?’
‘Mijn blootring.’
‘Ja, op die en uw trouwring na natuurlijk vaak helemaal bloot. Wij ook. Zullen we vanavond weer zwemmen?’
‘Ja, voorlopig voor het laatst, met jullie. Morgen vertrekken jullie alweer.’
‘Ja, een volgende keer proberen we langer te komen. Op bezoek, bedoel ik. Komen jullie vanavond ook, Thomas, Tamara?’
‘Wij zullen graag in het zwembad aanwezig zijn.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Ja, hier naartoe gaan, thuis komen. Beetje ingewikkeld, maar je snapt me wel.’
‘Ja, een afscheidsavondje, lieve kinderen. Nou, dat was het. Simone, ik kan helaas niet bij je omkleden zijn. Mag ik de overige aanwezigen verzoeken zich uit de suite te verdwijnen? Thomas en ik moeten alles weer opruimen.’
De overige aanwezigen verdwenen uit de suite, Thomas en Mark ruimden op.

Thomas en Tamara lunchten samen thuis.
‘Het was vast nogal wat werk, om al die sieraden uit te stallen en weer op te ruimen.’
‘Ja, maar ik heb genoten. Ik heb om negen uur de bewaking opgevangen en ze nog eens uitgelegd wat de bedoeling was, zo min mogelijk personeel en helemaal geen vreemden binnenlaten. En rondom het huis patrouilleren. Daarna ben ik naar Mark gegaan, die opende de safe.’
‘Waar zit die?’
‘Ergens in de suite, schat, verder is het dienstgeheim.’
‘Prima. Wat zag je?’
‘Allemaal cassettes, de safe zat aardig vol. Ik vroeg of hij alles al eens eerder bekeken had. Nee. Hij is opgegroeid zonder dat ze hem veel over de familie verteld hebben. Hij heeft op z’n eenentwintigste een lijst gekregen, van alles. De sieraden, schilderijen, antiek, auto’s. Daar is hij toen van geschrokken, al stonden er geeneens bedragen bij. Toen zijn vader het hier overnam schreef die hem belangrijke wijzigingen, meer niet. Hij begon wel steeds meer te vermoeden. Hij had eerst geen idee hoe groot het huis hier was, tot zijn vader schreef, dat de vertrekken voor het personeel op de tweede verdieping omgebouwd waren van vierendertig kleine naar twintig grote. Tja, dan is het geen klein landhuisje. Later kreeg hij een plattegrond. Tegen Simone en de kinderen hield hij het ook bij de familiestijl, nooit getallen, altijd, nogal wat. Toen ze hier met z’n allen voor het eerst waren, nog voor het trouwen van de tweeling, kwam hij achter meer dingen. Zoals de oppervlakte van de pachterijen. Nogal wat meer dan twintig boerderijtjes met wat grond. Omdat hij toen beter contact met zijn ouders kreeg stuurde zijn vader hem wat meer. Ook de lijst met getallen er achter. Weer schrikken. Totaal honderden miljoenen, dat weet je al. Pas toen hij het hier overnam kwam hij overal achter. Hij heeft toen ook samen met zijn vader de cassettes geteld. Niet alles opengemaakt, er kon toch niets weg zijn, op de safe zit ook alarm. Nou, zei hij, we zullen het deze keer maar allemaal uitpakken. De meiden zullen ervan genieten. Ik geniet meer van blote meiden.’
‘Alles op z’n tijd. Wij genieten meer dan mannen van sieraden, maar hun eigen sieraden zien we natuurlijk ook graag. Straks? Na je verhaal?’
‘Graag. Tijd zat, de familie is een ritje in de buurt maken, in een auto, dat zal wel uitlopen. Ik had de tafel al eerder klaar laten zetten, daar hebben we alles opgezet. Als laatste kwam er een grotere doos tevoorschijn. Die ken ik het beste, zei Mark, daar zitten de tiara en de bloemen in. Hij pakte één bloem uit, toen de tiara. Ik mocht hem ook even vasthouden. Schitterend. Alle onderdelen van een Rolls zijn mooi afgewerkt, die tiara ook. Tjonge, stond ik daar, met miljoenen ponden in mijn handen. Hij stond Simone goed, hè?’
‘Heel goed. Die diademen bij de meisjes ook. Ik heb net even geoefend, met een boek op mijn hoofd. Ik ging vanzelf nog meer rechtop staan.’
‘Laat eens zien.’
‘Jawel, meneer.’
‘Je bent mijn dienstmeisje niet, die ik vraag wat ze in haar broek heeft.’
‘Straks?’
‘Ja, leuk.’
Tamara stond op, haalde een boek, legde het op haar hoofd en liep er mee rond.
‘Nog meer je borsten vooruit. Met naaldhakken werkt dat ook, hè?’
‘Ja, maar die wil ik niet, volgens mij is dat niet goed voor je voeten. Zal ik voortaan meer rechtop lopen?’
‘Dat hoeft niet, ik vind je borsten er al lekker genoeg uitzien. Straks?’
‘Is je verhaal af?’
‘Bijna. Toen hebben we de grootste tien cassettes open gemaakt. De diademen. Allemaal kleiner dan de tiara, maar even mooi. Daarna waren we een tijd bezig met de andere cassettes. Het moeten mooie feesten geweest zijn, met al die opgesmukte dames. Het opruimen ging wat sneller. Nu is mijn verhaal af.’
‘Gretigerd. Uitgegeten? Dan naar boven.’
Op de slaapkamer bleef hij voor het bed staan, naar haar toegedraaid.
‘Je bent nieuw hier, hè, meisje? Hoe heet je?’
‘Wat? O. . . Venus, jongeheer. Ik ben van de week begonnen. Op proef.’
‘Mooi. Dat zullen we dan maar beproeven. Venus. Heb je een mooie venusheuvel, Venus?’
‘Nou, jongeheer toch!’
‘Ja, die heb ik ook. Laten we ergens anders beginnen. Je staat mooi rechtop. Je tietjes komen mooi naar voren. Pak ze eens voor me uit.’
‘Nou, jongeheer toch!’
‘Je hebt toch al wel met jongens gespeeld?’
‘Een beetje, jongeheer.’
‘Dan hebben ze vast al aan je gezeten.’
‘Eh een beetje, jongeheer.’
‘En jij aan hun gezeten?’
‘Eh een beetje, jongeheer.’
‘Ik zal wel wat ouder zijn dan die jongens, ik heb vast wat meer in mijn broek. Als ik een beetje aan jou mag komen, mag jij daaraan komen.’
‘Nou, een beetje dan.’
Ze knoopte haar bloes los en deed hem een beetje open.
‘Geen beha? Nee, niet nodig. Denk ik.’
 Hij ging op de rand van het bed zitten, wenkte haar naar hem toe. Ze kwam aarzelend voor hem staan.
‘Bang?’
‘Ik heb me nog nooit voor een jongen zo ver uitgekleed, jongeheer.’
‘Dat is hun pech. Kijken waar je aan zit is veel mooier.’
Hij pakte haar bij haar middel en ging met zijn handen omhoog tot hij haar borsten vast had.
‘Lekkere borsten, Venus.’
‘Mmmm. U houdt ze prettig vast.’
‘Fijn. Tja, ik heb wel eens vaker met meisjes gespeeld.’
‘Dat hoorde ik al van de andere dienstmeisjes. Maar u doet niet meer dan ik wil, hè?’
‘Nee, beloofd. Ik kan altijd om een meisje vragen wat net zoveel wil als ik. Doe je je bloes uit?’
‘Nou, jongeheer toch!’
‘Dan doe ik straks mijn broek uit. Eerlijk is eerlijk.’
Ze deed haar bloes uit. Hij trok haar naar zich toe, kuste en likte haar borsten, ook haar tepels uitgebreid.
‘Lekker, Venus?’
‘Ja, jongeheer. Ik krijg er kriebels in mijn buik van.’
‘Daar kan ik wel wat aan doen.’
Voor ze het in de gaten had, had hij zijn handen laten zakken, was onder haar rok gegaan en had haar broek een stuk naar beneden getrokken.
‘Oh, jongeheer.’
‘Ja, lekker snel, hè? Mag ik nu naar je venusheuvel kijken?’
‘Dan ziet u alles eh daaronder ook.’
‘Wat heb je daar?’
‘Dat weet u wel. Wat een meisje daar heeft.’
‘Ja, wat moois en lekkers. Je vindt jezelf toch wel zo mooi dat ik het mag zien?’
‘Nou, even.’
Ze tilde haar rok aan de voorkant op.
‘Mooi, Venus. Ook mooie haren op je doos. Je gleuf ziet er ook lekker uit.’
‘Nou, genoeg.’
Ze liet haar rok vallen.
‘Nu u. Oh, neemt u me niet kwalijk.’
‘Kwalijk niet. Laten we van plaats verwisselen.’
Hij stond op, zij ging op de rand van het bed zitten, hij ging voor haar staan.
‘Doe maar wat je wilt, Venus.’
Ze maakte zijn broek los en deed hem naar beneden; hij stapte eruit.
‘Zo te zien bent u inderdaad nogal groot.’
Hij deed zelf snel zijn overhemd uit.
‘Je mag best nog beter kijken als je wilt, dat heb ik beloofd.’
Hij hielp haar even om zijn onderbroek te laten zakken; ook daar stapte hij uit.
‘Oh, jongeheer, wat een grote.’
‘Ja, dat is beter speelgoed dan een kleintje, hè?’
‘Speelgoed?’
‘Ja, je kan er toch lekker mee spelen? Je hebt al een beetje aan jongens gezeten, je kan er nu vast veel beter bij. Één hand om mijn ballen, de andere onderaan om mijn stijve en de rest in je mond?’
‘Ik wil u wel even beetpakken, maar in mijn mond weet ik niet.’
‘Pak eerst maar en streel me een beetje.’
Ze deed het voorzichtig en nam hem na even even in haar mond.
‘Het viel me mee. U heeft een erg stijve. En hele grote ballen. Ze lijken wel twee keer zo groot als eh andere.’
‘Lekker, hè? Heb je jongens wel eens lang gestreeld?’
‘Eh ja.’
‘Dat hoef je nu niet te doen, hoor. Zeg, je hebt aan mijn stijve gelikt, mag ik jouw gleufje likken?’
‘Nou, jongeheer.’
‘Die komt later aan de beurt. Als ik je een keer lik kan je later de jongens zeggen hoe ze het moeten doen.’
‘Ik weet niet of ze dat durven. Ik heb ook nog niet eerder een stijve in mijn mond gehad. Maar omdat ik hem zo goed zien kon, en hij er zo lekker uitzag, durfde ik. Goed. Hoe, jongeheer?’
‘Ga maar achteroverliggen. Goed zo.’
Hij trok haar broekje verder uit, tilde de voorkant van haar rok zo ver mogelijk omhoog, ging met een hand aan de binnenkant van een been van haar omhoog en pakte haar doos in zijn hand.
‘Lekkere doos, Venus.’
‘U zou alleen even likken.’
‘Je hebt mij toch ook vastgepakt?’
‘Ja. Nou, doe dan maar.’
Hij streelde haar nog even, haalde toen zijn hand weg en deed haar benen ver van elkaar af.
‘Niet zo ver, dan ziet u alles.’
‘Ja, dat doe ik, daarnet zat je gleuf nog een beetje verstopt tussen je haren. Jij zag net ook helemaal mijn stijve en mijn ballen. Nu ik jouw gleuf. Mooi, Venus. Die durf ik best te likken.’
Hij gaf een paar kustjes op haar doos en ging toen met zijn tong op zoek.
‘Oh, jongeheer, dat is lekker.’
‘Ja, voor mij ook. Maar ik heb nog wat lekkerders. Doe je ogen maar dicht, dan zal ik je verwennen.’
Hij ging op zijn knieën voor haar zitten en wreef met zijn stijve over haar gleuf. Na even duwde hij iets en ging er een stukje in.
‘Oh, jongeheer, niet doen. Ik weet wat dat is, uw stijve.’
‘Hoe weet je dat? Van eerder spelen?’
‘Eh ja.’
‘Die van mij speelt vast fijner met je. Als je méér wilt, van mijn langere en dikkere, ik heb condooms. Of ben je aan de pil?’
‘Eh aan de pil.’
‘Heel verstandig, Venus. Dan hoef je niets te missen.’
‘Ik wil die eh lange dikke wel even proberen. Maar voorzichtig hoor.’
‘Ja, natuurlijk. Zo lekker mogelijk.’
Hij pompte voorzichtig door tot zijn stijve er helemaal in zat.
‘Wat houd je me lekker vast, je hebt een heerlijke gleuf.’
‘U bent duidelijk dikker. U eh streelde ook goed. Iedere keer een stukje meer.’
‘Iedere keer een stukje dieper. Ik zit er nu helemaal in. Niks om bang voor te zijn.’
‘Nee, maar ik heb wel het gevoel dat ik helemaal vol zit.’
‘Fijn. Zal ik nog een beetje strelen?’
‘Ja, maar eh niet komen.’
Hij pompte op z’n best.
‘Oh, wat lekker, jongeheer. Nu maar stoppen?’
Hij pompte wat vlugger.
‘Ohhhh, niet stoppen, langzamer.’
Hij pompte wat langzamer, tot ze gekomen was, daarna wat sneller tot hij zelf gekomen was. Hij hijgde een halve minuut uit, trok zijn krimpende stijve terug, deed haar rok naar beneden en ging naast haar zitten. Ze ging ook zitten.
‘U eh.’
‘Zeg het maar, Venus.’
‘U drukte zich een keer of zeven tegen me aan, kreunend. Kwam u? En zeven keer eh.’
‘Ja, jij kwam lekker, daarna ik. Ja, ik heb zeven stralen in je gespoten. Heel veel, dat komt door mijn grote ballen.’
‘Dat geloof ik best. Die jongens, met hun kleine balletjes en pikkies, maar een keer of drie een beetje. Die vulden me ook niet helemaal op, denk ik nu. Ze streelden ook lang niet zo goed. Was ik goed?’
‘Ja, geweldig. Je gleuf streelde mijn stijve heerlijk. Je paste er precies omheen.’
‘Nou ja, met zo’n dikke. Ik eh zou nog wel eens vaker willen. Hopelijk kan ik hier na mijn proeftijd blijven.’
‘Ik wil je niet omkopen, hoor, maar ik zou een goed woordje voor je kunnen doen.’
‘Hoe goed moet ik dan zijn, jongeheer?’
‘Je moet niks, je mág, als je wilt. Ik kan nogal vaak op een dag. Tussen de middag, als ik kom lunchen, is er niet altijd tijd. ‘s Avonds meestal wel. In het weekend veel meer.’
‘Dat duurt nog even.’
‘Wil je zo graag? Kom dan vanavond naar mijn slaapkamer. Verzin maar een smoes waarom je de hele nacht weg blijft, dan kan je blijven slapen.’
‘Oh. Moet ik wat meenemen? Nachtkleding?’
‘Nee, natuurlijk niet. Je durft vast wel helemaal bloot.’
‘Ja, na wat we net gedaan hebben maakt het niet meer uit. Maar dan niet steeds onder de dekens, het is net zo fijn dat ik nu wat zie. En eh weer spelen?’
‘Een paar keer. Je moet ook een keer kijken als ik mijn stijve bij je naar binnen duw. Mooi gezicht, joh. En op me zitten, dan mag jij bewegen hoe je wilt.’
‘Eh laat u meisjes altijd komen, jongeheer? Zonder vond ik er nooit veel aan.’
‘Ja, altijd. De derde keer, of bij nog vaker, duurt het langer voor ik kom, dan komen ze soms twee keer.’
‘O. Dan eh is het op één avond al meer dan tot nu toe in weken.’
‘Mooi vooruitzicht, hè?’
‘Ja. En eh de andere meisjes?’
‘Jij kan toch niet altijd? Je hebt ook niet altijd dienst. Als ik niet bij een meisje kan spuiten, na haar te hebben laten komen, loopt het er ‘s nachts uit. Dat is een slechte besteding van iets lekkers.’
‘Dat zal vast niet voorkomen. De meisjes houden een lijstje bij.’
‘Gelijk hebben ze. Kom jij vanavond?’
‘Dat zal wel mogen, omdat ik nieuw ben.’
‘Zo nieuw ook niet meer. Ben je lekker ontmaagd?’
‘Nou, jongeheer toch! Eh, ja, hij deed het heel lekker.’
‘Maar je bent nog niet goed ingereden. Dat gaan we samen doen, hè?’
‘Als u maar niemand vertelt wat we doen. De meisjes zeggen ook niet alles, denk ik. Ja, ze spelen. Met de jongeheer van de jongeheer. En hij met hun spullen. Over tegelijk hebben ze het niet.’
‘Ze willen niet altijd als ze hier nieuw zijn. Ze durven soms nog geen borst laten zien. Na een tijd worden ze toch nieuwsgierig. Dan proberen ze soms eerst een beetje. Uiteindelijk bijna allemaal alles. Dan hebben ze spijt dat ze niet wat vlotter waren. Jij was slim.’
‘Ik wilde stoppen, even nadat u er helemaal in zat. U ging door.’
‘Ik stop na drie keer stop. Maar jij vroeg, nu maar stoppen? En een paar tellen later zei je al, ohhhh, niet stoppen, langzamer.’
‘Ja, het werd te lekker om te stoppen, al was ik niet van plan om me te laten eh nemen.’
‘Ik neem niet alleen, ik geef ook.’
‘Ja, genoeg. Dat inrijden klopt wel. Die jongens na mijn eerste prutsten maar wat. Ze kwamen wel klaar, natuurlijk, maar ik meestal niet. U doet het goed, met die dikke. U ramde hem er lekker in en uit.’
‘Ik ben ook klein begonnen, hoor. Maar zo gauw ik kon kreeg ik les van de meisjes.’
‘Die waren dan ouder dan u.’
‘Ja, sommigen met veel ervaring. Ik vind het ook niet meer dan eerlijk dat ik dat doorgeef. Doe jij het maar aan de jongens in het dorp. Kies een beetje oudere dan tot nu toe, die willen vast. Dan zit je wat voller, dat streelt beter.’
‘Ja, dat heb ik gemerkt. Eh na het diner heb ik geen dienst meer, jongeheer.’
‘Fijn. O. Ik zou gaan zwemmen. Daarna heel graag.’
‘Daar wordt bloot gezwommen, hè? Ziet u dan meneer en mevrouw ook bloot?’
‘Ja, en de kinderen. Maar daar vertel ik niets over, dat hoeft verder niemand te weten.’
‘Jammer.’
‘Nou, je zal vanavond niets tekort komen. We doen het een paar keer, dan slapen, terwijl we vasthouden wat we willen. Dan morgenochtend vroeg?’
‘O. Ik heb vrij tot de lunch.’
‘Ik niet. Blijf jij dan nog maar even lekker liggen. Je kan ook in bad gaan. Een beetje spoelen, tegen die tijd komt mijn sperma anders misschien je oren uit.’
‘Thomas!’
‘O. Sorry. Ik schoot door.’
‘Dus dat denk je soms.’
‘Ja. Waar laat je het allemaal?’
‘Je spuit heel veel, maar dat is relatief. Zeven keer twee kubieke centimeter over een hele dag is nog geen borrelglaasje vol. En twee kubieke centimeter per keer is niets vergeleken bij het volume van je stijve, die ik nog geen bodem heb voelen raken. Soms wordt mijn broekje iets nat, als ik dat direct daarna aantrek. Nou, dan maar weer een nieuwe.’
‘Mooi. Dan zie ik je na het zwemmen. Doe maar geen broekje aan, dan kan ik je gelijk lekker onder je rok pakken.’
‘Nee, ik wacht wel in uw bed, dan kan u er gelijk in. Wel uitgekleed, natuurlijk, dat ben ik dan ook.’
‘Fijn, Venus. We gaan een lekkere tijd krijgen.’
Ze kleedden zich grinnikend aan. Hij ging naar Het Grote Huis en zij op de fiets een rondje in het dorp maken.

In het zwembad praatten ze gezellig op de kant en speelden twee keer in het water.

In de slaapkamer was Tamara eerder uitgekleed dan Thomas. Ze ging op haar rug op bed liggen, met haar handen onder haar hoofd.
‘Je bent een mooie meid, Venus. Stevige tieten, en net zo veel haar op je doos dat ik je lekkere gleuf goed kan zien.’
‘Uw jongeheer is ook mooi om te zien. Zo groot, dik, recht omhoog.’
‘Hoe heb je totnogtoe gevreeën? Vast staand, tegen een muur op.’
‘Ja. Niet zo vaak. De meeste jongens vond ik daar niet aardig genoeg voor.’
‘Je mag best kieskeurig zijn. Wat minder vaak lekker is fijner dan vaak met tegenzin. Zeg, vanmiddag hebben we het op de rand van het bed gedaan. Wil je nu een echte beurt, ik bovenop je? Of op z’n hondjes?’
‘Eerst maar bovenop. Neem me, jongeheer.’
‘Ach, nemen, je weet het, ook geven. Ik heb weer veel, hoor. Je mag het wel weten, als je het niet verder vertelt, in het zwembad, in het water, voelen we wat aan elkaar.’
‘Aan eh alle meiden?’
‘Ja, en zij aan mij. Ik heb veel borsten beetgehad, en een beetje in gleuven gevoeld. En er hebben veel lekkere handjes aan mijn stijve en mijn ballen gezeten.’
‘Stijf? In het water? Als eh bij een jongen in het zwembad in de stad de bobbel in zijn zwembroek te groot wordt, gaat hij juist het water in.’
‘Ja, maar als je daarin gemasseerd wordt maakt het niet uit dat het water niet zo warm is. Jij hebt me vanmiddag voorzichtig beetgepakt. Maar na een massage wil ik helemaal graag mijn stijve in een gleuf duwen, proberen het zo lang te rekken tot het meisje komt en dan heerlijk spuiten. De tweede keer duurt het langer, hoor.’
‘Voorlopig maakt me het niets uit, als ik maar kom.’
Hij kroop op haar.
‘Stuur je me naar binnen? Dan kan ik mijn gewicht wat van je afhouden. Ja, lekker. Heb je er zin in?’
‘Ja,, ik wil hem helemaal. Oh, wat zit ik vol. Op de rand van het bed schoof ik wat omhoog, als u hard ramde. Nu voel ik het beter.’
‘Te hard?’
‘Nee, te langzaam nu. Streel me, met die dikke. Ja. Ja. Ik kom al.’
‘Ik ook. Oh, niet zo hard knijpen. Oh. Oh. Oh. Oh. Oh. Oh.’
‘Oh. Nog even. Oh. Ohhhh.’
Ze hijgden uit.
‘U heeft weer zes keer gespoten, geloof ik. Ik kon niet zo goed tellen, ik kwam ook.’
Hij rolde van haar af.
‘Je had behoorlijke krampen, je kneep me een beetje af.’
‘Daar kon ik niets aan doen. Het was erg lekker.’
‘Mooi. Ja, ik kwam een keer of zes.’
‘Wat veel, jongeheer. Na vanmiddag.’
‘Ik zei toch, ik kan vaak. Vóór het zwemmen heb ik nog even in een ander meisje geloosd. Anders zou ik het in het zwembad niet redden, met al die massage door meiden die dat goed kunnen.’
‘O.’
‘Vind je het erg? Dat ik ook andere meisjes eh laat genieten?’
‘Even wennen. In het dorp is het niet de gewoonte om met meerderen tegelijk om te gaan.’
‘Ik heb nog geen meisje gevonden dat zo vaak kan als ik wil. Jij had nog dienst. Moest ik het dan in de douche tegen de muur spuiten?’
‘Nee, dan maar een ander. We moeten toch wisselen. Ik ben al blij, dat als ik weer aan de beurt ben, ik vast weer meer dan één beurt achterelkaar krijg. Als het nu lukt.’
‘Ja, de eerste een snelle, zoals net, daarna een wat langere, zoals straks. Zeg, als je na de tweede keer in slaap valt, en ik wil nog een keer, zal ik dan achter je gaan liggen en tussen je benen door in je gleuf porren?’
‘Nee.’
‘O. Jammer.’
‘Niks jammer, jongeheer. Maak me dan maar weer wakker. Half is genoeg. Als ik uw gepor maar voel, vast weer kom en merk dat u weer in me spuit.’
‘Je bent een fijne meid.’
‘Als ik maar vaak wil, hè?’
‘Nee. Ik zei net toch, jammer. Ik had het echt niet gedaan als je het niet gewild had.’
‘O. Ja. Neemt u mij niet kwalijk.’
‘Nee, als ik je zo maar wel de tweede keer mag nemen. Ik ben nog lang niet leeg. En jij komt ook vast weer.’
‘Zo vaak u wilt, de hele nacht, als ik maar een beetje wakker ben.’
‘Fijn. Jij kwam ook gauw, tot nu toe.’
‘De tweede keer weet ik niet. Daar was nooit tijd voor. Of ik had er geen zin in.’
‘Nu wel?’
‘Ik wil graag een tweede keer, die lekkere dikke. O. Jongeheer, ik denk niet dat het zal gebeuren, maar als ik er geen zin meer in heb, wat gebeurt er dan met me?’
‘Niets. Tot nu toe was er altijd een meisje wat wilde. Als ze geen twee keer op een avond wilde kwam er wel een ander. Ik neem aan, dat ze het met dat lijstje proberen het eerlijk te verdelen, en overslaan wie niet wil. Of kan. Ik vraag wel eens om een bepaald meisje. Die komt dan niet altijd, dan zeggen ze dat die niet kan. Maar ik heb nooit gemerkt dat er één helemaal niet meer wilde. Ze nemen altijd ontslag als ze een tijd verkering hebben en gaan trouwen.’
‘Dus nog wel als ze al verkering hebben?’
‘Nog een tijdje. Om te ontwennen, zeggen ze, als hun verkering het nog niet zo goed doet. Nou, ik laat ze de keus. Ik weet het niet altijd, soms zeggen ze ineens, dit was de laatste keer, ik ben van de week voor het laatst, over een paar weken trouw ik. Die jongens zijn goed af, ze krijgen een meid die het goed kan. Jij moet alleen nog masseren leren. Probeer maar, dan kan ik ook sneller weer.’
Hij verraste haar met hoe snel hij weer kon. En haar weer nam.
‘Oei, nogal woest. Thomas, je hebt ook heel fijn veel gepraat. Dat gaat nu makkelijk, hè?’
‘Ja, maar jij speelt zo fijn mee.’
‘Is het een droomwens van je, veel dienstmeisjes pakken?’
‘Nee, beslist niet. Ik wil maar één meisje vaak pakken. Mijn meisje. Jou.’
‘Fijn. Je maakt je toch geen zorgen meer dat je het alleen doet om te lozen, hè?’
‘Nee. Dat heeft wel even geduurd. Als ik voelde dat ik vol raakte dacht ik, ik wil lozen. Maar al een tijd denk ik dan, fijn, ik kan weer. Samen vrijen. Een lange aanloop, samen weer een hoogtepunt, dan heerlijk in elkaars armen liggen. Tot we aan het werk moeten, of de volgende keer, of in slaap vallen.’
‘Ja, fijn. Je weet dat ik al mijn hele leven van je houd, al vóór ik van je stijve en je grote ballen wist. Ik ben er wel hartstikke blij mee, en ik wil ook vaak. Zullen we in elkaars armen gaan liggen tot we in slaap vallen? Als je nog een keer wilt, en ik slaap al, maak me dan maar weer wakker. Voor een hoogtepunt.’
‘Mmmm. Ja. Lekker.’
Maar hij viel zelf ook in slaap voordat hij weer kon porren.

De volgende dag vertrok de tweeling met hun aanhang.


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 10

Verzorgd door Tamara.

Niet zo veel nieuws.
 
De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties gaan door. De beheerder van de huizen en ik komen voorlopig niet bij de getaxeerde huizen langs om een overzicht te krijgen voor de renovatie. We zijn vreselijk druk bezig met het volgende onderwerp.
 
De nieuwbouw.
Herhaling, over de rijplaten mag gelopen worden, maar niet op werkdagen, wanneer er gewerkt wordt, om de bouw niet te storen. Bij voorbaat dank voor jullie medewerking. Het gaat geweldig.

Volgende week, als de vloeren hard genoeg zijn, beginnen ze met de muren.

We hebben de plannen iets gewijzigd.
Uit de voorlopige opgaven voor een woning, die bij de vereniging van huurders binnen gekomen zijn, is gebleken, dat er minder vraag naar tweeslaapkamerwoningen is dan we dachten. Daarom hebben we de verhouding ten opzichte van de drie slaapkamerwoningen van één op drie veranderd naar één op vier. Dus geen tweeëndertig maar vier en twintig van de totaal zesennegentig woningen. Vanaf nu kunnen we het niet meer veranderen, hoofdzakelijk omdat de aanmaak van de prefab betonnen binnenmuren begonnen is.
De achtenveertig twee-onder-één-kap woningen worden door de twee zijstraten én links én rechts drie keer acht twee-onder-één-kap woningen. Elke acht wordt nu in het kort drie, drie, twee, drie, drie, twee, drie, drie twee-onder-één-kap slaapkamerwoningen. Heel regelmatig, maar niet te, door de lagere en iets naar achteren staande tweeslaapkamerwoningen. Zo rommelig (maar wel gezellig) als in het oude gedeelte van het dorp ga je natuurlijk niet bouwen.

Alle contracten zijn de deur uit, ze zijn allemaal naar dorpsgenoten gegaan. Op advies van meneer nemen de contractanten geen nieuw vast personeel aan, omdat ze na de nieuwbouw en de renovaties eerder minder werk dan méér zullen krijgen. Ze nemen uitzendpersoneel aan of stellen een subcontract op voor firma’s buiten het dorp.

Overige onderwerpen.
Geen.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week  23

‘Ze zijn begonnen met het metselen van de muren. De eerste gestorte vloeren zijn daar nu hard genoeg voor.’
‘Mooi.’
‘U vraagt nooit zo door.’
‘Tamara, ik heb alle vertrouwen in de beheerder en in het bijzonder in jou. Ik hoor dat van jullie beiden ook over elkaar. Ik heb zelf genoeg te doen, en ik ben blij dat alles zo goed gaat. Ik weet dat je wel hulp in zal roepen als dat nodig is. Verder, het verschil met de technieken die ík bij mijn werk gebruikte en huizen bouwen, is veel groter dan bij jou. Jij maakte, bouwde ook iets. Ik sneed mensen open.’
‘Ja, laat maar.’
Mark grinnikte.
‘Ik maakte ze ook weer dicht, hoor. Simone wilde vroeger graag wat over mijn werk horen, als er maar geen bloed vloeide. Nou, dat gebeurde praktisch altijd, dus veel meer dan dat een operatie geslaagd was kon ik zelden vertellen. Goed, vertel eens wat details.’
‘De buitenmuren worden van baksteen, om bij de oude huizen te passen. De binnenmuren zijn van beton, die komen kant en klaar, dat schiet lekker op. Ik heb gevraagd waarom de vloer ook niet kant en klaar kon komen. Dat doen ze hier in de buurt nooit. Er hoeft niet geheid te worden, maar de grond is moeilijk heel vlak te krijgen. Als ze de vloer storten, past die zich aan op de ondergrond. Die maken ze zelfs ruwer, zodat de vloer nooit kan schuiven. De muur tussen de twee woningen wordt ook van baksteen, dubbel, tegen geluidsoverlast. In het begin gaat iedere bewoner gaatjes boren om schilderijen en zo op te hangen.’
‘Ik zal maar niet vragen wie aan die geluidsoverlast gedacht heeft. Jullie delen de eer maar.’
‘De eer kan ons niet schelen, daar doen jullie het ook niet voor. Over boren. De kapper belde me.’
‘Had de kapper een idee voor de nieuwbouw? Of al over de renovatie? Over boren?’
‘Nee, het ging over een computerwinkel die plotseling naast hem geopend werd. Hij wilde over de telefoon verder niets zeggen, dus ben ik naar hem toegegaan. Hij vertelde dat het pand naast hem, een tweedehandswinkel met een woning erboven, leeggekomen was. De winkelier was tegen de zeventig en ging met pensioen, verhuisde naar een aanleunwoning in de stad. De winkelramen waren een tijd dichtgeplakt geweest en er waren veel werklui in en uit gelopen, waarschijnlijk was er verbouwd of veel opgeknapt. Hij had nooit tijd om te kijken wat er in of uit vrachtwagens geladen werd, maar er waren er meerdere geweest. Een uur voor hij me belde werden de ramen schoongemaakt en bleek het een computerwinkel te zijn. Hij had een kort praatje gemaakt met de eigenaar. Van de winkel dan, want het is natuurlijk een huurhuis. Die man komt uit de stad, daar heeft hij ook een winkel. Omdat het dorp groter werd en er zoveel nieuwe spullen op de markt kwamen zag hij er wel wat in om hier ook te beginnen.. Ik vroeg, wat is nu het probleem? De kapper zei, dat zei ik, die man komt uit de stad. Ik heb hem waarschijnlijk wazig aangekeken, dat zei me niets. Wat blijkt? De dorpelingen pikken het niet als iemand, die niet van het dorp is, in het dorp een winkel opent of een bedrijf begint. De laatste keer was meer dan vijftien jaar geleden, maar het zou vast niet veranderd zijn. De kapper vond die nieuwe een aardige vent, maar de boodschap kon ík beter overbrengen. Ik vroeg, welke boodschap? Dat niemand iets bij hem komt kopen. Ik zei, dan gaat hij failliet. Ja, zei de kapper, en dan koopt een dorpeling alles voor een schijntje op en gaat door met de winkel. Als iemand van buiten het dorp wat nieuws aandurft, durft er altijd iemand anders ook, die zelf niet op het idee gekomen is. Ik wilde bevestiging van dat verhaal, want ik had er nooit van gehoord. Ik ben naar de voorzitter van de winkeliersvereniging gefietst, dat is een oudere man. Ja, dat klopte. Misschien zou de jeugd wat gaan kopen, maar zogauw de ouders er achter kwamen was dat afgelopen. Ik vroeg wat de mogelijkheden voor die man waren. Drie. Failliet gaan, of gelijk de hele inventaris te koop zetten of alles weer inladen en de huur opzeggen. Ik vroeg nog of hij de winkel kon doorverhuren of zo. Nee, dan bleef hij baas en niemand uit het dorp zou er willen werken.’
‘Dat heb je goed uitgezocht.’
‘Het was iets voor een troubleshooter, al heb ik er eigenlijk niets mee te maken wat voor winkel ergens in zit. Ik ben ook bij de beheerder geweest. Nou, er was geen vraag naar winkelruimte uit het dorp, dus was hij blij dat hij die toch kon verhuren. Hij komt niet uit het dorp, dus wist hij ook niets van die boycotgewoonte. Ik wilde niet bij die man komen met zo’n boodschap, zonder hem verder te helpen. De enige fout die hij gemaakt heeft, is niet informeren bij de vereniging van winkeliers, dan was hij nooit gekomen. Goed, ik naar die man. Eerst een vriendelijk praatje over zijn winkel en het dorp. Hij dacht een leuke omzet te kunnen maken. Toen heb ik de bom laten vallen. Hij trok wit weg. Ik heb eerst koffie voor hem gezet, want hij was knap van slag. Toen zijn mogelijkheden geschetst. Daar was hij dankbaar voor, hij zou erover nadenken. Toen ik bijna de deur uit was riep hij me terug. Hij wilde me, als dank voor de waarschuwing, een tip geven. Om in de nieuwe huizen geen telefoonleidingen naar alle ruimten aan te leggen, draadloze telefoons zijn niet duur meer. Die leidingen waren we van plan, die ga ik dus schrappen. Hij zei ook, er komen steeds meer computers, ook meerdere in één woning. Er is hier breedband beschikbaar en draadloze netwerken zijn ook goedkoop. Dan hoeft daarvoor ook niet door muren en plafonds geboord te worden. Ik heb hem een schetsje laten maken. Met als gevolg, dat er in de meterkast een plankje komt met een paar stopcontacten. Op dat plankje, vlak bij de telefoonaansluiting, kan een draadloos telefooncentraletje en een draadloos netwerkkastje. Mooi, hè?’
‘Schitterend. Prima werk, ook van die man.’
‘Ja. Zielig voor hem, maar zoiets kan gebeuren. Verdere gevolgen van dit schokkend verhaal. Bij de huurcontracten komt, net als bij de pachters, een lijst wie wat moet betalen. Anders gaan ze misschien ook te veel zelf doen. Zoals met de tuinverlichting achter. Ze snappen wel dat ze de lamp zelf moeten vervangen, maar niet dat de behuizing centraal geregeld is, daar zijn reserves voor. Ik heb bij de schilders korting geregeld, als mensen niet zelf binnen willen schilderen. Al is dat de eerste jaren niet nodig. Bij de behangers hetzelfde, maar die moeten ook alle gaatjes in de muren dichten, anders krijgen we een zeef. En op de lijst komt ook te staan dat er niet door muren en plafonds geboord mag worden. Zolang er in het dorp niet genoeg te koop is, krijgen we in de stad bij die man korting op telefooncentrales en netwerken.’
‘Maar er moeten tijdens de bouw toch gaten geboord worden voor de centrale verwarmingsbuizen? Dan zouden ze ook al gaatjes kunnen boren voor andere leidingen.’
‘Slim bedacht, meneer, maar, helaas. Waar komen die computers? Er zouden veel gaten moeten komen, omdat je niet weet waar die komen te staan. Ergens in de woonkamer? Op een slaapkamer, die ook als werk- of studeerkamer gebruikt wordt? Draadloos is veel makkelijker. En vast goedkoper dan leidingen trekken, zeker als er later op een zolderkamer een computer voor een kind komt.’
‘Prima.’
‘Overigens, een zoon van een installateur komt net van de vakschool, die gaat later zijn vader opvolgen. Die heeft al aardig wat tips gegeven.’
‘Hoe kwam je daarmee in contact?’
‘In de winkel van zijn vader.’
‘Ja, natuurlijk. Kan je tips belonen?’
‘Oei. Later maar, ik heb ze toch genoteerd. Kunnen we dan een totaal bedrag bepalen en een verdeelsleutel?’
‘Prima. Wat ben je weer snel.’
‘Net zoiets als beloningen bepalen voor de schooljeugd die onze bezorgingen in het dorp deed, zei de koekenbakker. Over die gaten. De betonnen binnenmuren en plafonds komen af fabriek met gaten op de juiste plaatsen voor de leidingen. Die boren ze daar niet, tijdens het betonstorten zetten ze plastic buisjes op de juiste plaatsen.’
‘Wat een details. Ik ben blij dat jij ze regelt.’
‘Mark, sinds ik je vertelde dat er meer in haar stak dan een koekenbakker, waarvan ik toen nog niet wist wat daar bij komt kijken, wilde je, dat ze voor je ging werken. Omdat ze hier geen baan wilde en verteld had over die vereniging van huurders, heb je haar gevraagd om die op te richten. Ze heeft, geloof ik, nog geen week in dat bestuur gezeten. Toen kwam je met dat lange verhaal over de moeilijkheden, dat je een geschikt persoon zocht om die voor je op te lossen, en waar die aan moest voldoen. Dat was alleen maar om haar over te halen, je wist allang wat je wilde.’
‘Ja, zij kon doen wat een beheerder niet kan doen, openhartig praten met de dorpsbewoners. En met ons.’
‘Vóór het gesprek de verkeerde kant op gaat, lieverds, ik heb met de stad contact gehad over de straatverlichting. Ja, die was gepland bij de putten, dus midden voor iedere twee-onder-één-kap. Ik heb mijn ambtenaar, zoals u zegt, eerst gecomplimenteerd. Dat er niet te zuinig gedaan werd met palen. Nee, maar de lichtsterkte wordt aangepast aan de toch wat korte afstand. Prima, dacht ik, we zien wel, andere lampen erin draaien kan altijd nog. Daarna zei ik, dat de palen tússen de huizen moeten komen, voor de verlichting van de opritten, de voordeuren en de huisnummers. Toen ging ik af. Hij zei, dus je wilt een paal tussen twee opritten die vlak naast elkaar liggen? Oei, niet zo handig. Hij zei, deze keer heb ik jou verslagen. Ik weet niet of het per ongeluk of expres is, maar de huizen aan weerszijden van de straat staan versprongen. Een paal midden vóór een twee-onder-één-kap staat dus, zij het aan de overkant van de straat, midden tússen de huizen aan de overkant, heel veilig.’
‘Tja. Ik gun hem zijn revanche. Je weet vast ook al of het per ongeluk of expres is.’
‘Expres, zei het architectenbureau. Dan kijken de mensen niet rechtstreeks bij elkaar naar binnen. Met lantarenpalen bemoeien ze zich niet. Dat verschuiven kon precies, omdat wij wat vergeten hebben. We hadden uitgerekend, vijfhonderd meter min twee keer tien meter voor de zijstraten gedeeld door tien is acht en veertig twee onder één kap. Maar aan de kant van de landerijen komen geen zijstraten.’
‘Stom van ons. Maar ja, dat kon dan mooi gebruikt worden om die kant te verschuiven.’
‘Ja, een geluk bij een ongelukje. Dat heb ik de ambtenaar weer verteld. En hem nog een keer gelijk gegeven. We zullen elkaar vaker bellen, zelfs als we denken dat het futiliteiten zijn. ‘
‘Mooi. Wanneer komen die palen?’
‘Wanneer de bouw zo goed als afgelopen is, anders sneuvelen er te veel door de vrachtwagens. En er is pas verlichting nodig als er mensen wonen, ik houd hem op de hoogte van de planning. Die is er eigenlijk niet. Ze zeggen grinnikend, alles is in recordtijd klaar, want we werken als gekken. Niemand durft een schatting te maken. Ik bemoei me er maar niet mee. Ik heb wel gezien dat het beton iedere keer op tijd is. Daardoor heb ik goede hoop dat de rest ook op tijd is, stenen en zo. Als we een tijd verder zijn ga ik wel vissen wanneer er aan de binnenkant begonnen kan worden. Ik heb een voorstel voor de uitgifte van de huizen.’
‘Nou, nou, je gaat maar door. Zeg het maar.’
‘Zo gauw het kan moeten de huisnummers op de huizen. Het maakt nu nog niets uit, iedereen kan zien hoever een woning is. Maar als de muren opgetrokken worden wordt het moeilijker. Dan zijn voor iedereen de nummers handig om de vorderingen per woning bij te kunnen houden. Het is vervelend, om als er een aanrecht afgeladen wordt en de keuken ingebracht wordt, dat er al één staat.’
‘Tja, het zijn de kleine dingen die het doen.’
‘Juist. Daar ga ik maar weer eens mee verder.’
‘De grote dingen gaan ook uitstekend. Zeg, werk je nog steeds ongeveer de helft van de week?’
‘Nee, wat meer. Het huishouden loopt goed, Thomas doet ook veel. Het mooiste vind ik, dat ik alles door elkaar kan doen. Als er een telefoontje komt kan ik met de fiets binnen tien minuten aan de andere kant van het dorp zijn. En met de auto ben ik binnen twintig minuten bij de pachter die het verst weg woont. De jongens in de garage zijn snel. Als ik om de auto bel staat hij buiten vóór ik bij de garage ben. Met standaard.’
‘En claxon.’
‘Ja, die werkt ook goed. Als ze me niet zien horen ze me wel. Regelmatig word ik dan aangehouden voor een klein klachtje. Te klein om voor te bellen. Nou, soms! Tot ziens.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 11

Verzorgd door Tamara.

Weer niet zo veel nieuws, wel nieuwtjes. Het verschil? Ach, grote zaken en details.
 
De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties gaan door. De beheerder van de huizen en ik komen voorlopig niet bij de getaxeerde huizen langs om een overzicht te krijgen voor de renovatie. We zijn vreselijk druk bezig met het volgende onderwerp.
 
De nieuwbouw.
Van het tweede huis lijkt het ook al of de muren de grond uit groeien. Wat zijn er veel metselaars aan het werk, hè?
Zodra het kan kondig ik aan dat er een tweeslaapkamerwoning en een drieslaapkamerwoning bezichtigd kunnen worden. Dan zien jullie de indeling, beter dan op een tekening.
Aan de kant van de landerijen komen geen zijstraten, waardoor de huizen aan die kant versprongen konden staan ten opzichte van die aan de overkant, om niet rechtstreeks bij de overburen naar binnen te kunnen kijken. De eer daarvoor gaat naar het architectenbureau. Midden vóór elke twee-onder-één-kap komt staatverlichting te staan. Die fungeert tevens als verlichting voor de opritten aan de overkant. Ze worden aangesloten op de put waar ook de huizen op aangesloten worden. De eer daarvoor gaat naar de stadsbouwambtenaar. Met dank aan de stad, normaal staan lantarenpalen wat verder uit elkaar.
De stad gaat de palen plaatsen zodra de bouw zo goed als afgelopen is, anders sneuvelen er te veel door de vrachtwagens. En er is pas verlichting nodig als er mensen wonen.
Wanneer? Al die bouwlui grinniken, als ik het vraag. In recordtijd, Tamara, want we werken als gekken. Niemand durft een schatting te maken, met zoveel werklui tegelijk hebben ze nog nooit gewerkt. En het worden er nog meer.

Onlangs werd ik getipt dat er een computerwinkel geopend was. Fijn, hoeven we niet meer naar de stad. Maar ik kreeg erbij verteld, dat de eigenaar waarschijnlijk failliet zou gaan, omdat hij niet uit het dorp afkomstig was. Dat verhaal heb ik gecheckt, het blijkt een oude gewoonte te zijn om zo veel mogelijk bij dorpsgenoten te kopen. Ik ben het de eigenaar gaan vertellen, dat vond ik eerlijk. Natuurlijk vond hij het erg, maar hij was blij voor de waarschuwing, hij zou zich beraden. Eigenlijk een beetje raar, om niet bij hem te willen kopen, de winkel in de stad is ook van hem. Hij zag in ons dorp uitbreidingsmogelijkheden. Die zijn er zeker, ook gezien de nieuwbouw.
Als dank voor de waarschuwing bracht hij mij, niet meer dan een toetsentrommelaarster, een beetje op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op zijn vakgebied. Onder andere, de tegenwoordige draadloze tefefooncentraletjes en draadloze computernetwerkapparaatjes zijn goed en goedkoop, velen van jullie zullen dat al weten. Tegenwoordig hebben velen méér dan één telefoon en één of meer computers in huis of zijn van plan die aan te schaffen. En wie er nog geen breedband heeft is er over aan het denken.

Aan de hand van bovenstaande tip hebben we besloten om het boren van gaten DOOR muren en plafonds niet toe te staan. Dat zou trouwens niet meevallen, er komt eerste klas beton. Maar na een paar keer wisselen van bewoners zou het een zeef worden, iedereen stelt zijn spullen ergens anders op. Wat dan? In de meterkast komt een plankje met een paar stopcontacten. Op dat plankje, ook vlak bij de telefoonaansluiting, kan een draadloos telefooncentraletje en een draadloos netwerkkastje komen. Dan kan iedereen makkelijk zijn spullen plaatsen waar hij wil, tot en met op zolder, zonder gaatjes te boren en leidingen te trekken.
De computerwinkel is inmiddels overgenomen door een startende dorpsgenoot. Gefeliciteerd, Ryan. Nog geen achttien en al een eigen zaak kunnen beginnen. Hij gaat ook telefoons e.d. verkopen. Bij hem krijgen jullie op (die al goedkope) tefefooncentraletjes en computernetwerkapparaatjes ook twintig procent korting. Ook híj doet mee aan ‘dorpsgenoten helpen elkaar’.
Hebben jullie toch een gaatje DOOR een muur nodig, bel me dan. Zonodig krijgen jullie dan schriftelijk toestemming.
In de nieuwbouw is het natuurlijk wel toegestaan om gaatjes IN de muren of plafonds te boren voor het ophangen van schilderijen, portretten en dergelijke, en voor het aanbrengen van de verlichting. NB. De verlichting wordt niet gezamenlijk ingekocht en onderhouden, die is te smaakafhankelijk. Twintig procent korting bij de leveranciers die aan de bouw meewerken.

Misschien ten overvloede, als jullie het niet mee eens zijn met één van mijn beslissingen, kunnen jullie in beroep gaan bij meneer en mevrouw Wellingten. Ik ben erg tevreden over mezelf, tot nu toe heeft nog niemand dat gedaan. Dank jullie wel voor de goede samenwerking.

Overige onderwerpen.
Zodra de nieuwbouw en de renovaties klaar zijn ga ik een enquête houden. Indien er voldoende huizen breedband hebben begin ik een Wellingtensite, waar veel over de familie en alles over de huizen enzovoorts te vinden zal zijn. Ik moet toch wat te doen hebben, veel klachten zullen er dan niet meer zijn. Het krantje kan dan vervallen, alles wat daar in gestaan heeft komt ook op de site. Voor degenen die ze tot dan allemaal bewaard hebben, oude kranten bij het oud papier graag. Er blijft van alle nummers wel één exemplaar in het Wellingtenfamiliearchief, en in het mijne.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week  24

De mannen hadden via e-mail geregeld dat Renee en Dave een weekje op bezoek kwamen.
‘Fijn, Mark. We bellen en mailen wel, maar ik wil ze toch graag weer eens zien.’
‘Je wilt vast met die lange van hem spelen.’
‘Ja, maar zo lang zal hij niet worden. Ik liet hem steeds los als hij net zo groot was als jij. Jij doet vast rustig aan met Renee, hè?’
‘Ach ja, we zijn allebei wat lekkerders gewend.’
‘Ja. Zullen we Thomas en Tamara uitnodigen, als we gaan zwemmen? Ze hebben al zo veel over ze gehoord, dat ze ze vast willen zien.’
‘Dat kan hier ook.’
‘Gedeeltelijk. Nee, in het zwembad praat het makkelijker. Daar voelen Thomas en Tamara zich ook beter thuis dan in de suite.’
‘In Boston praatten we ook niet fijn als we wat aan moesten trekken omdat de kennissen niet bloot wilden.’
‘Nee. De meeste waren nogal stijf. Ik bedoel preuts. En schijnheilig, de heren keken wel steeds naar de meisjes en de dames naar de zwembroeken van de heren.’
‘Ja, zielig. Een stel is niet óm te praten, als we meer in ze geïnteresseerd waren geweest hadden we ze apart moeten nemen. Dat lukte steeds.’
‘Je bedoelt, Aimee, Jamie, Karen, Renee? Claire deed het hier al.’
‘Ja.’
‘Nou, Renee is niet zo’n best voorbeeld. Die had ook het minste problemen. Ik hoorde laatst nog wat over haar, van Silvia, toen ik een wandelingetje maakte met mijn dochter. Jullie hebben nooit verteld wat jullie voor lol hadden in de auto, toen jullie Renee in het winkelcentrum opgepikt hadden.’
‘Wij wel, zij minder. Ze was zo zenuwachtig. Toen ze zei wie ze was, en Mike floot en Silvia giechelde, zakte ze onderuit in haar stoel. Ze had wel verwacht dat ik iets van haar wist, maar dat de tweeling dus iets wist schokte haar behoorlijk. Ze vroeg, heeft hij veel over me verteld? Ik dacht, gelijk er maar doorheen. Ik vroeg, Mike, wat weten we? Die zei, Renee, ik geloof, dat het enige wat we níet van je weten, is of je krulhaar of stijl haar op je doos hebt.’
‘Ja, jullie lachen, maar zij schaamde zich waarschijnlijk dood.’
‘Nee, schamen niet. Dan had ze me vast niet aangesproken. Ze vertelde later toch dat ze een gewoon preuts gezin had? Ze was niet meer gewend vrij te praten. Toen Jamie instapte en hoorde hoe ze heette, zei die, zóóóó, interessant om kennis met je te maken. Toen kwam er vast iets van vroeger boven. Ze zei, je vraagt je zeker af, net als Mike, of ik sluik haar of krulhaar op mijn doos heb. Hij zei, op z’n lijzigst, nee, dat was het tweede. Het eerste was, ik had je in dezelfde omstandigheden ook gepakt. Al valt er minder aan je pakken dan bij tante Simone.’
Mark grinnikte.
‘Ze zal stomverbaasd geweest zijn, dat hij zo over haar praatte, maar er wel een beetje van bijgekomen zijn.’
‘Dat denk ik ook. Toen Aimee instapte voelde die de sfeer goed aan. Ze zei, je zal je vast ongemakkelijk voelen, met dit stel. Maar alles komt goed, hoor. Toen huilde ze even.’
‘Dat was erg lief van Aimee.’
‘Ja. Ze was nét weer bij, toen Silvia zei, ik weet niet of je paps zo meteen herkent, hij is vast aangekleed. Ik heb de auto even aan de kant moeten zetten om de tranen van het lachen weg te werken. Maar ze lachte voluit mee. Toch werd ze weer zenuwachtig toen ze je zag.’
‘Andersom ook. Ik kon natuurlijk niet weigeren om met haar te praten, als jij het wél wilde. Maar dan staat er een meisje voor je, waarvan mijn vrouw en kinderen weten dat ik daar bloot mee in bed gelegen heb en een paar honderd keer mee gevreeën heb. Ik was erg onder de indruk. Niet bang, vroeger was ze erg eerlijk, ze zou hetzelfde vertellen als ik, de waarheid.’
‘Dat wist ik ook wel, maar ik wilde het van haar kant horen. En wat meer over haar. Van daarvoor en daarna. Om alles nog beter te begrijpen. Sletten, hoertjes, begreep ik, maar haar, Sletje, niet helemaal. Hoe lief en eerlijk ze het deed. Jullie praatten nooit over haar andere jongens, maar ik wed, dat ze gewoon antwoord gegeven had als je haar wat gevraagd had.’
‘Dat denk ik ook. Maar een heer vraagt zoiets niet.’
‘Poe. Je wilde er gewoon niet aan denken dat ze de vorige avond door een ander volgespoten was en de avond daarop waarschijnlijk weer door een ander.’
‘Oef. Nee, inderdaad. Ik moet denken aan het verhaal van Dave, wat hij vertelde toen we in Florida waren. Over in zijn jeugd vrijen in een schuur, terwijl er ook andere stellen waren. Dat ze wel eens ruilden, van meisje. Als hij een eindje naast zich een meisje harder hoorde kreunen wilde hij die dan ook. En zij die de lange van hem. Die andere jongen zal het niet erg gevonden hebben, als hij bij die andere meid ook maar klaarkwam. Maar als Dave de tweede was deed hij een condoom om. Ik had daar geen behoefte aan, Renee was altijd net in bad geweest, net als ik.’
‘We zullen vast meer verhalen op gaan halen. Mooi dat het kan, hè? Omdat we elkaar begrijpen.’
‘Ik heb zin om je te grijpen.’
‘Volg het spoor van mijn kleding maar, Klein Duimpje. Als je groot bent als je me bloot gevonden hebt, doe je maar of het één minuut over acht is.’
Terwijl ze richting slaapkamer liep begon ze zich uit te kleden. Hij liep achter haar aan, pakte haar bloes die net voor de slaapkamer lag, liep daarmee de slaapkamer in, deed de deur achter zich dicht en kleedde zich ook uit. Hij dook op bed bovenop haar en stootte zijn stijve zo vlug mogelijk helemaal naar binnen.
‘Ik kan bij jou niet hetzelfde doen, gelijk doorgaan tot ik kom. We hebben geen haast, hè?’
‘Ik zie mezelf in die schuur liggen. Eerst de een erop, dan de ander. Dave had wel een lange, maar hij kon het toen vast nog niet goed. Kwam vast te gauw. Ik heb een beetje haast. Begin maar, heerlijk langzaam.’
Hij maakte geen haast.

Ze waren ‘s middags weer zo aan het praten dat ze het bezoek niet aan hadden horen komen.
‘Meneer, mevrouw, de heer en mevrouw Cresswall, uit de Verenigde Staten van Amerika.’
‘Dank je, Thomas.’
Ze begroetten elkaar hartelijk.
‘Wat een enorm groot huis. In een park zo groot als een woonwijk. En maar schrijven, nogal een groot huis, een grote tuin.’
‘Macht der gewoonte, Renee.’
‘Jullie hebben wel over de butler, Thomas, geschreven, maar niet dat hij zo’n vakman is. Hij vertrok geen spier, toen ik hem bovenaan de trap vroeg, voor de zekerheid, weet je mijn bijnaam? Ik weet uw erenaam, mevrouw. Dat mevrouw echt op z’n Engels. [medem, geen ‘mehm’] Toen hij vroeg of we ons op wilden frissen vroeg ik of het nodig was. Nee, mevrouw, frisser dan fris kunt u niet worden. Wat een portret.’
‘Buiten dienst is hij heel aardig.’
‘Alsof dat niet aardig was! En waardig.’
‘Ja, héél waardig, ik zal je nog wel meer over hem vertellen. Wat ik niet schrijven kon.’
‘Je maakt me nieuwsgierig.’
‘Je nieuwsgierigheid zal meer dan bevredigd worden, wacht maar af.’
Een meisje bracht koffie, thee en koek.
‘Hebben jullie je omringd met mooi personeel? Die chauffeur, Thomas, dat meisje?’
‘De meeste waren hier al. Thomas was eerste monteur, die heeft het butlerschap van zijn vader overgenomen. Jullie chauffeur is de nieuwe eerste monteur geworden. Het meisje, Francis, heeft vóór onze komst haar moeder opgevolgd. Al het personeel komt uit het dorp. Nu je het zegt, er zijn me daar nooit lelijkerds opgevallen.’
‘Dan moeten we daar ook maar eens gaan kijken.’
Ze gingen bijpraten, tot Simone op de klok keek.
‘Als jullie je nu wél wat op gaan frissen, dan kunnen we daarna dineren.’
‘Eh, hebben we een half uurtje, Simone?’
‘Wil je even in bad?’
‘Nee, in bed. We hebben weer zo openhartig gepraat dat ik me even af wil reageren.’
‘Haast je maar niet. Hieronder is het zwembad, aan de andere kant van de trap, beneden, aan het eind van de gang, de eetkamer. Wij frissen ons ook op, daarna nemen we  een aperitiefje in de eetkamer, tot jullie komen. Naar beneden, bedoel ik.’

Tijdens het diner vertelden Mark en Simone, wat uitgebreider dan ze gemaild hadden, over wat ze gedaan hadden sinds hun komst in Engeland. Daarna vertelden ze in hun suite ook het complete verhaal van Thomas en Tamara.
Ze gingen op tijd naar bed.

Tamara kwam de volgende dag redelijk vroeg, om de gasten te ontlopen.
‘Je weet niet wat je ziet, op de Wellingten Avenue. De muren vliegen de grond uit. Ahum. U beiden worden uitgenodigd om vrijdag, halfvijf, na het vertrek van de werklui, het eerste huisnummer aan te brengen.’
‘Uitgenodigd door wie?’
‘Eh door mij. Het leek me wel leuk.’
‘Ons ook, hoor. Verwacht je veel belangstelling?’
‘Nee, het halve dorp.’
‘Vijfhonderd huizen. Hoeveel wonen er eigenlijk, in het dorp?’
‘Vijfentwintighonderd.’
‘Vijf per huis?’
‘Gemiddeld. Minimaal één, maximaal acht.’
‘Acht?’
‘Ouders, twee getrouwde stellen en kinderen.’
‘Tja. Wat wordt dat, als de nieuwbouw klaar is?’
‘Vijfentwintighonderd gedeeld door zeshonderd, meneer.’
‘Ja, slimmerd. Vier gemiddeld. Maar verder?’
‘Minimaal één, maximaal vijf, denk ik. Gezinnen met drie kinderen. Ik verwacht geen inwoning meer. De aanvragen staan nog steeds op ruim negentig.’
‘Dank je. Dus maar ruim duizend man publiek. Goed. Laten we de procedure eens doornemen. Die heb je al bedacht, hè?’
‘Natuurlijk. De mensen willen jullie vast graag met een koets zien komen.’
‘Goed. Rijd je mee?’
‘O. Als de beheerder ook meerijdt.’
‘Prima.’
‘We rijden het dorp in, gelijk linksaf naar het begin van de Avenue. Het is het eerste huis aan de rechterkant, daar is de bouw begonnen, dat huis is het verst. We hebben de richting van de nummering in het dorp natuurlijk overgenomen, dat is nummer één. Tegen het huis aan komt een opstapje, anders moet je te veel omhoog reiken. Ian, als voorzitter van de vereniging van huurders, zal Simone nummer één overhandigen. We gaan niet speechen, dat komt iedere keer op hetzelfde neer, dank u wel. Het is de bedoeling, dat je het nummer tegen de muur houdt, Simone. Je zal daar vier plugjes in zien zitten, de gaatjes in het nummer moeten op die plugjes. Dan kan meneer er de eerste schroef, die hij van Ian krijgt, indraaien. Gesnapt?’
‘Ja, dat zal wel lukken. Tenminste, hoe draaien we die erin? Met een schroevendraaier?’
‘Ja, met een elektrische. Daar kun u toch wel mee omgaan?’
‘Als die niet te groot is, ik was vroeger fijn gereedschap gewend.’
‘Ik probeer overal rekening mee te houden. U kunt van de week oefenen in de garage, daar hebben ze er ook één. Waar ik ook rekening mee gehouden heb, is dat er maar vier schroeven nodig zijn. Als er vijf geweest waren, had ik graag u beiden, Ian, de beheerder en ikke er één in laten draaien.’
‘Ik zie er graag vanaf.’
‘Nee, Simone, we hebben het anders besloten, wíj zien er vanaf. Meneer twee en jij twee. Als meneer linksboven en rechtsonder doet, blijft het nummer verder wel hangen en kan jij de andere twee doen. Ian biedt iedere keer plechtig een schroef aan. Als er één valt, laten liggen, hij heeft er genoeg.’
‘Zoals jullie wensen.’
‘Mooi. Daarna drinken we champagne, aangeboden door de slijter. Daarna applaus en wegwezen, moeders moet de piepers opzetten.’
‘Jij?’
‘Nee, het halve dorp. Ik rijd graag mee terug. Ik herinner me het ritje na onze bruiloft nog. Zo mooi.’
‘Vooral het vooruitzicht.’
‘Nee, opzij was mooier, naar voren keken we tegen de rug van de koetsier aan.’
Mark en Simone grinnikten.
‘Ik bedoelde, onnozel wicht, vooral het vooruitzicht van wat er thuis zou gebeuren.’
Tamara grinnikte ook.
‘Ja, ook. Maar alles op z’n tijd, ik heb echt van die rit genoten. Het rijden op zich en al die zwaaiende mensen. Zo gauw het kan worden de andere nummers ook aangebracht. Ze zijn al klaar, tot die tijd komen ze met z’n tweeën op een paal middenvoor een blok. Begin volgende week zet ik in het krantje dat de officiële inschrijving voor de woningen geopend is. De mensen kunnen op de Avenue kijken waar ze willen wonen en bij Ian drie voorkeurnummers opgeven met de redenen. Misschien willen er stellen naast elkaar wonen. Of juist niet. Niet iedereen zal zijn zin kunnen krijgen. We willen de oudste stellen wat voorrang geven, die zitten het langst te wachten. We willen er vroeg mee beginnen, het zal vast een puzzel worden.’
‘Een betere manier weet ik ook niet.’
‘We zien wel. Ik hoop dat er een paar huizen overblijven, liefst drieslaapkamerwoningen. Voor mensen die bij de renovatie tijdelijk hun huis uit moeten. En één voor Ian en Francis, als die niet te lang wachten met trouwen. Ik denk niet dat we alleenstaanden een woning kunnen geven. Afwachten. Ik zet iedere keer in het krantje dat ze op de rijplaten moeten blijven. Dat doen ze braaf.’
‘Mooi.’
‘Mark, doordat de zoon van die installateur voor zichzelf begonnen is, herinnerde ik me, dat je ooit gevraagd hebt naar de werkgelegenheid in en om het dorp.’
‘Ik hoorde niets, ik dacht, het zal wel goed zijn.’
‘Ja, dat is het ook. Ik ben het nu nagegaan. De stad verstrekt geen uitkeringen in het dorp, wat hun betreft is de werkeloosheid nul. Daarom heb ik het verder niet precies uitgezocht. Ik heb wel een paar avonden in het dorpshuis gevraagd waar iedereen werkt, en hun ouders. In het dorp, in winkels en bedrijfjes. In de stad, veel verschillende beroepen. Hier, als jullie werknemers, en bij jullie pachters en op landerijen verder weg. Er is maar een enkeling die niet helemaal tevreden is. Er zitten er een paar te wachten tot hun vader met pensioen gaat. Zoals Ryan zat, de zoon van die installateur, maar dat is nu opgelost, hij heeft al een eigen zaak. Die anderen krijgen binnenkort ook hun zin, het probleem was de huisvesting. De ouders hopen een tweeslaapkamerwoning te krijgen, dan kan zoon, soms met vrouw, soms ook met kinderen, het hele huis bij de winkel krijgen. Ik zei al, het hele dorp is zo blij en dankbaar. Grootouders, ouders, kinderen. Drie generaties.’
‘Het wordt allemaal veel mooier dan ik gedacht had, met jouw aandacht voor details.’
‘En van de anderen.’
‘Ja, ere wie ere toekomt.’
‘Mijn vader heeft zich opgegeven voor een tweeslaapkamerwoning. Zodra hij daar in zit, met mijn moeder natuurlijk, gaat hij de bakkerij verkopen. Dat wil zeggen, de inventaris en de goodwill, het huis is een huurhuis. Van de opbrengst kunnen ze leven tot ze ouderdomspensioen krijgen, daarna is de rest een fijne aanvulling. Tot hij de zaak kan verkopen heeft hij stagiaires om hem te helpen. Daar is hij mee begonnen zodra ik voor jullie begon te werken.’
‘Is hij nog steeds tevreden?’
‘Ja, mijn moeder ook, ze hebben lang genoeg gewerkt en kijken uit naar het niet zo vroeg meer op hoeven staan. Ze vinden het niet erg dat ik de zaak niet overneem, ze zien dat ik het nu nog meer naar mijn zin heb dan in de zaak.’
‘Heel fijn. Komen jullie vanavond zwemmen?’
‘Graag, Simone. Renee en haar man zijn er, hè?’
‘Ja, zo gezellig.’
‘Gaan ze meedoen?’
‘Je gaat vooruit, je zegt geeneens, eh, meer.’
‘Nee, het ging zó fijn, met jullie kinderen, dat we ons nu erg op ons gemak voelen. Thomas ook. Hij vindt het fijn dat meiden het prettig vinden als hij een beetje stijf is. Dan hoeft hij zich daar niet druk over te maken en wordt hij ook niet zo groot. Een heel prettig gevoel, zegt hij.’
‘Ja, dat zegt Mark ook. Hij weet er natuurlijk méér van, medisch. Een complete erectie vereist nogal wat pompwerk, simpel gezegd. Maar een wat meer dan normale doorstroming van het bloed in een penis, vóór hij veel omhoog komt, maar wel bijna helemaal uit de plooi is, is gezond. En een prettig gevoel. En voor ons, meiden, inderdaad een prettig gezicht.’
Ze giechelden.
‘Dave is nogal groot, hè? Jammer dat we dat niet kunnen zien.’
‘Zullen we het er op aan sturen? Toen we voor het eerst bij hun waren, in Florida, met de kinderen, hebben de meiden gevraagd om hem te mogen zien. Omdat ze Mark ook een keer bekeken hadden. Dat heb ik verteld, hè? Voor een keer wilde hij wel, als hij hun jonge poesjes dan goed mocht zien. Nou, voor nog een keer, voor jouw poesje, wil hij ook vast wel weer.’
‘Dat mag hij zo wie zo. En méér dan zien?’
‘Zoals gebruikelijk, Tamara, één keer. Nou ja, in het zwambad een beetje friemelen is ook gezellig. Dat werkt toch het beste, om daarna rustig te kunnen zitten? Kom maar weer om een uur of halfacht. Zeg, jullie zijn nu meer gewend, maar ik ken Renee. Toch maar lozen.’
‘Nou, daar zal Thomas geen bezwaar tegen hebben. Tot vanavond.’

Renee en Dave doken bij de koffie op. Simone had gebak geregeld, want ze had van Thomas gehoord dat de gasten niet ontbeten hadden.
‘Lekker gebak, Simone.’
‘Ja. Handwerk, van de vader van Tamara.’
‘Kunnen we bij hem gaan kijken? Handwerk zien we zelden.’
‘Dan moet je het licht niet uitdoen.’
‘Hè? Oh, ondeugd. Nee, dat doe ik alleen met het licht aan. Dat is veel te mooi om te missen.’
‘Vind ik ook. Met een koets, Mark?’
‘Ja, ik bel wel even.’
‘Met een koets? O, ja, die hebben jullie ook nog, hè?’
‘Ja, een paar. Hele oude, maar goed onderhouden.’
Ze waren natuurlijk onder de indruk van de stallen, de koetsen en de paarden. En dat er vier ingespannen werden.
‘Is die koets zo zwaar?’
Mark grinnikte.
‘Nee, maar vier staat zo mooi lux.’
Ze reden naar de bakkerij, in het dorp hadden ze weer veel bekijks, de jeugd kwam dichtbij en bekeek de koets en de paarden. Binnen kregen ze een rondleiding en uitleg van de vader van Tamara. Ze sloegen koffie en gebak af, dat hadden ze net op. Daarna reden ze verder. Aan het eind van de straat sloeg de koets linksaf, reed langs twee zijstraten, daarna over rijplaten, sloeg aan het eind weer linksaf en stopte. Mark gaf een uitleg, een korte samenvatting, omdat ze al wat wisten. Dave stelde wat vragen, omdat hij niet kon geloven dat in zo’n korte tijd de bouw al zover was. Normaal zat zoiets nog in het planningsstadium. Mark gaf Tamara de meeste eer, zij zat constant overal achteraan.
‘Dave, je ziet haar vanavond, maar begin hier niet over. Ze houdt privé en zakelijk graag gescheiden. Thomas ook.’
‘Ja, ik snap het.’
Mark liet de koets doorrijden en vertelde over de putdeksels en de goten. Dave vroeg voorzichtig of er veel geïnvesteerd werd. Mark legde hem nog iets uit over het familievermogen, en dat een rendement van één procent genoeg was. De reserves waren al zo groot. Ze praatten ook over hoe druk Mark het nu had. Hij adviseerde Dave om met pensioen te gaan, zodra het financieel verantwoord was, dat zou beter voor zijn gezondheid zijn. Dave zou er over na gaan denken. Aan het eind van de Wellingten Avenue wees Mark huisnummer één aan, waar ze de komende vrijdag, helaas na hun vertrek, een beetje feestelijk het eerste huisnummer op zouden schroeven. Bijna bij het huis, bij de poort, vertelde Mark grinnikend hoe Tamara een keer op hun gescholden had, toen ze bijna botsten. Hè, rijke stinkers, links houden. Of is de weg van jullie? Renee en Dave moesten ook lachen.
Na de lunch maakten ze een rondrit met een Rolls over de landerijen en kregen koffie met koek bij één van de pachters. De boerin vertelde, dat de koek bij de vader van Tamara vandaan kwam, en dat hij eieren van hun afnam. Ze vertelde meer over de lokale economie, soms een ruilhandel, toen Mark en Simone daar weinig vanaf bleken te weten. Na het afscheid vervolgden ze de rit. Die, zoals gebruikelijk, uitliep, waardoor ze gelijk maar gingen dineren en natafelen, onder het genot van een lux drankje.

Tamara en Thomas deden bij het zwembad gelijk hun badjassen uit, toen ze de twee andere stellen in het water zagen. Die kwamen er gelijk uit. Terwijl Thomas en Dave elkaar de hand schudden omarmde Renee Tamara en kuste haar.
‘Ik heb al veel van je gehoord. En jij van mij, dat weet ik ook. Onze hartelijke dank, dat jij en Thomas zo fijn met Simone en Mark omgaan. Ze hebben er weer een zoon en dochter bij, dicht in de buurt.’
‘Ze zijn allebei heel lief. De rest weet je wel.’
Renee liet Tamara los.
‘Ja, jullie roerende jeugdliefde. Ik heb zitten janken, Tamara. Ik had een jeugdhobby, daar heb ik erg van genoten. Maar zoiets moois als jullie hadden had ik ook wel gewild. Nou, tot mijn zestiende, denk ik. Ik heb Mark toen gedumpt omdat ik te veel om hem begon te geven, maar ik had hem moeten houden. Samen met hem moeten gaan wonen, om vaker bij elkaar te zijn, om ook geestelijk goed contact te krijgen. De rest was méér dan in orde.’‘
Ze giechelden.
‘Maar ja, het gaat bij iedereen anders, hè? Nu even ruilen.’
Tamara en Dave gaven elkaar een hand. Thomas wilde Renee ook een hand geven, maar ze trok hem in haar armen en kuste hem.
‘Kom eens lekker bij me, jong. Wij hebben veel over elkaar gehoord, hè?’
‘Ja. Mijn verkering en ik hebben ons nogal anders gedragen dan jij met Mark.’
‘Zo, je durft. Dan ik ook. Jij bent niet alleen butler, ook goochelaar, hè?’
‘Ik kan geen konijntjes uit mijn hoed toveren.’
‘Wel je toverstafje uitschuiven, voel ik.’
‘O. Omdat je me zo vasthoudt. Lekker, Renee, maar nog even, dan wordt het pijnlijk, dan wil hij naar boven.’
Renee maakte even iets ruimte tussen hen, trok hem daarna met een hand op zijn achterwerk tegen haar aan.
‘Zo dan. Op mijn natte buik kan hij wel verder uitschuiven. Tja, jij en je verkering. Ik hoorde dat je nu een hoog tempo hebt, maar het zal toch even duren voor je Mark ingehaald hebt.’
‘Daar heb ik geen enkel bezwaar tegen.’
‘Dat snap ik, Tamara ziet er lekker uit. Mark zal daardoor ook wat minder zijn dochters missen. Nee, ik houd je lekker vast. Laat de rest maar gaan zitten.’
De rest ging zitten.
‘Ik heb ook gehoord dat de oorzaak van je hoge tempo niet te zien is.’
‘Eh nee. Ik snap nu waarom je me zo vasthoudt.’
‘Ja, ik weet natuurlijk alles van mogelijke standjes. Zo zou ik goed bij je ballen kunnen. Mag het?’
‘Als je er niet te geroutineerd mee omgaat.’
‘Nee, ik zal er niets uit masseren. Alleen even lekker voelen.’
Ze pakte tussen hen in zijn ballen vast.
‘Nou zeg, Simone heeft niet overdreven. Renee voelde eens ballen zitten, o, als eieren zo groot.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Hun meiden hebben een beetje zitten rekenen, hè? Genoeg voor zes keer?’
‘Het hoeft niet iedere dag zes keer, al willen we dat allebei graag, maar bij een zesde keer komt er nog steeds aardig wat uit.’
‘Dat geloof ik best. Wat een ballen. Zeg, amateur, helemaal stijf nu?’
‘Ja, natuurlijk. Je doet wel voorzichtig, dat merk ik, maar voelen blijft voelen.’
‘Ik zit toch in de buurt, mag ik ook aan je stijve voelen?’
‘Die zal niets bijzonders voor je zijn. Goed, ook voorzichtig.’
Ze ging met haar hand omhoog.
‘Nou, daar mankeert niets aan, hè, Tamara?’
‘Ik ben er erg tevreden mee, en word er heerlijk vaak en veel door bevredigd.’
‘Mooi gezegd. Ik weet niet of ik zes keer op een avond aangekund had. Dave en ik, en Simone en Mark ook, zijn heel tevreden met onze drie of vier keer op een dag. Nu even kijken.’
Ze liet Thomas los en deed een stap terug.
‘Prachtig. Zoals bekend, zo zie ik jongens graag. Ze moesten altijd zo even naast mijn bed blijven staan. Als ze in het begin, van verlegenheid of zo, nog niet zo groot waren, hielp even hun ballen vasthouden ook. Maak ik het niet te bont, Dave?’
‘Nee, meid. Leef je maar lekker uit.’
‘Ik ga niet zo ver meer als vroeger, dat weet je wel. En die stijve van Thomas is heel mooi, maar haalt het niet bij de jouwe. Kan ik ermee door, Thomas?’
‘Zeker, nog steeds. Net als Simone. Afgezien van een enkel rimpeltje alles van een jonge meid. Die verlegenheid kan ook bewondering geweest zijn, Renee, als ze je bloot zagen. Je ziet er erg lekker uit. Tja, niemand kan natuurlijk tegen Simone op.’
‘Nee, maar jongens zijn al tevreden als ze een hand vol hebben.’
‘Ja, met een borst of een doos. Inderdaad leuk krulhaar, Renee.’
‘Zelfs de details worden doorgegeven. Al zijn jouw ballen bepaald geen details. Het zou best zichtbaar mogen zijn, maar ja, je kan niet alles hebben.’
‘We hebben allemaal niets te klagen. Ik vind het ook altijd leuk, een gleuf tussen die haren te zien.’
‘Een keurige aanloop, Thomas. Even voelen?’
‘Kom dan even tegen me aan. Houd je maar vast, het kan weer even.’
Ze grinnikten allemaal, toen Renee en Thomas elkaar omhelden en ieder een hand tussen hen in staken.
‘Lekker, Renee.’
‘Lekker, Thomas. Één stijve in de hand is net zo lekker als er tien omhoog zien staan. En je streelt lief.’
Ze lieten elkaar los en gingen zitten.
‘Ik weet hoe het komt, Simone, maar ik ben toch iedere keer verbaasd hoe gezellig het in jouw buurt is.’
‘Tja. Iets aangeborens, denk ik. Maar dat kwam er pas op de boot van Nederland naar de Verenigde Staten uit. Tamara en Thomas weten daar nog niet zo veel van. Als ik, na mijn veertiende ongeveer, niets aan de hand had, begon ik na een tijdje wat te missen. Lekker kussen, natuurlijk. En dat er, door een lieve jongen, aan me gezeten werd. En ik aan hem, als ik hem wat langer kende. Het moest me wel duidelijk zijn dat hij niet alleen op mijn borsten afkwam. Ik heb wat scharrels en verkeringen gehad, maar ik zat een half jaar zonder toen mijn ouders bij een verkeersongeluk omkwamen. Ik heb het moeilijk gehad, zelfs een tijd te veel gedronken. Shit. Daarover zo meer. Op advies van een vriendin ben ik geëmigreerd. Op de boot ontmoette ik Stefan. Ik kreeg geen hartkloppingen van hem, maar het was wel een lekker jong. Méér, hij was een man. We bleven contact houden, hij werkte in hetzelfde ziekenhuis als ik. Mark ook, maar die merkte ik pas later op. Hij mij wel gelijk, maar hij kwam er al snel achter dat ik wat met Stefan had en hield afstand. Stefan en ik gingen steeds gezelliger praten, toen wat intiemer. We kwamen erachter dat we allebei al een tijd geen verkering hadden, maar wel zin in vrijen. We spraken af om te gaan vrijen tot we er geen zin meer in hadden of iemand anders tegenkwamen.’
‘Tja, ik sprak niets af met die jongens. Ik sprak ook niet veel met ze.’
‘Iedereen begint op zijn manier. Stefan praatte makkelijk, en ik kwam erachter dat ik dat ook graag deed. Overal over, het liefst natuurlijk over lekkere dingen. Zo is het ongeveer begonnen. Je hebt het vlot van me overgenomen, hè, Mark?’
‘Ja, het was erg fijn om overal over te kunnen praten. Vooral over jou, Renee, dat met jou zat me toen niet zo lekker. Ik was getrouwd geweest, dat wist Simone vanaf het begin, maar zo jong en zo vaak vrijen, compleet, is iets wat je normaal niet meebrengt in een huwelijk. Ik heb mijn eerste vrouw niet veel méér verteld dan dat ik al gevreeën had. Maar zij ook, dus was dat niet zo’n probleem. Simone heeft in het begin weinig over haar ervaringen verteld, maar ik was heel blij dat ik over de mijne kon praten. Pas later vertelde ze dat ze wel wat ervaring had, maar nog maagd was. Dat ze begreep, dat als een jongen en een meisje bloot aan het spelen zijn, hij een aangeboden gleuf niet kan weigeren. En ook, omdat ik mijn vrouw gelukkig had gemaakt, ze het niet erg vond dat ik geen maagd meer was. Als ik, in onze huwelijksnacht, van haar ontmaagding maar een feestje maakte. Dat lukte. Simone, ik kom dichter bij je zitten. Geef me je hand eens?’
‘Wat is er?’
‘Je zit ergens mee. Je moeilijke periode in Nederland.’
‘Ja. Het kwam ineens boven. Ik heb je er nooit over verteld, ik had het verdrongen. Mijn laatste verkering liep niet goed af. We zaten meestal tijdens het kussen onder elkaars kleding. Op een avond probeerde hij me uit te kleden, maar dat wilde ik niet. Hij ging toch steeds verder. Kreeg eerst mijn beha los. Nou ja, dat was toch prettiger dan het gefriemel eronder. En met mijn broekje iets naar beneden kon hij me ook lekkerder strelen. Waarschijnlijk werd hij daardoor aangemoedigd. Ik snap het wel, nee zeggen en toch toelaten. Maar toen voelde ik ineens beneden iets tegen me aan. Hij had zijn stijve uit zijn broek gehaald en probeerde hem bij me naar binnen te duwen. Ik heb gevochten, uiteindelijk kon ik hem een knietje geven. Ik wilde dat hij weg ging, maar dat wilde hij niet. Hij zei, je kan wel zeggen van niet, maar dat knietje was vast per ongeluk. Je mag best tegenstribbelen, het lekkerste komt nog, als ik bijgekomen ben. Ik was alleen thuis, maar ik heb het alarmnummer kunnen bellen. Toen was hij zo slim om zich aan te kleden en weg te gaan. Maar nét niet op tijd, voor hem, de politie stond voor de deur. Ik heb gezegd, ik dacht dat ik aangerand, verkracht werd, maar we begrepen elkaar verkeerd. Het is niet zover gekomen. Het is nu in orde, maar een volgende keer doe ik aangifte. Die jongen heb ik nog wel eens gezien, maar hij bleef uit mijn buurt. We hebben de verkering nooit uitgemaakt, maar hij snapte wel dat het voorbij was. Na een tijdje ging ik weer stappen. Maar wat ik tegenkwam was vervelend, ze kleedden me met hun ogen uit. Ik ben te veel gaan drinken, halfdronken ergerde ik me niet zo gauw ergens aan. Ik werd door mijn chef gewaarschuwd, mijn werk was er erg op achteruitgegaan. Ik wilde blijven werken, dus stopte ik met uitgaan en drinken. Ook niet plezierig. Toen overleden mijn ouders en bleef ik alleen achter. Toen mijn vriendin me adviseerde om te emigreren dacht ik, wegwezen hier, slechter kan het daar niet zijn. Dat kwam uit.’
‘Nu je er een keer over verteld hebt, nog problemen met die bijna verkrachting?’
‘Nee. Ik had toen een rottijd, maar door Stefan en jou kon ik het begrijpen. En daarom vergeten. Hem niet vergeven, hij had het niet mogen proberen. Alleen begrijpen. Meisjes zijn eh, over het algemeen, nogal kieskeurig over wat ze binnen laten. Jongens kan dat veel minder schelen, als ze wat zien willen ze lozen, tenzij ze het besef hebben dat er meer bij komt kijken. Ik denk dat ik zo snel zo goed met Stefan op kon schieten omdat hij wél een heer was, Jij ook. Al gedraag je je in bed soms een beetje beestachtig. Maar dat heb je, als heer, keurig aangekondigd.’
‘Aangekondigd? Je vroeg erom.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Ja, dat klopt. Ik wilde weten wat ik kon verwachten. Zo woest als bij jou, Renee, waar hij over verteld had, of zo voorzichtig als bij zijn eerste vrouw. Die was emotioneel zo ondersteboven na een vrijpartij, dat ze lang bij moest komen. Ze was voor hun huwelijk niet zo best door jongens behandeld en barstte iedere keer bijna van geluk hoe fijn het met Mark ging. Ik ben niet zo emotioneel als zij was, maar ik begrijp haar wel. Het is eh nee, beestachtig lekker niet.’
‘Simone, ik heb me vroeger méér dan beestachtig gedragen, met al die jongens. De meeste beesten hebben een periode in het jaar waarin ze paren. Meer is het niet. Hij klimt op haar, pompt tot hij klaarkomt en gaat uitrusten. Zij laat het toe. Méér zie ik nooit in natuurfilms. Misschien duiken ze daarna de bosjes in. Meid, nu niet voor de film, nu echt. Knijp maar lekker met je gleuf om mijn stijve, dan kom ik echt, en jij ook.’
Ze lachten hard.
‘Ja, we houden van een geintje tussendoor. Ik had geen periode in het jaar waarin ik paarde, ik had een stuk of twaalf periodes van een paar dagen waarin ik het níet deed. Ik kwam dan soms aan andere mogelijkheden toe, waardoor ik het niet zo erg vond. Die paar liter hebben me geen kwaad gedaan, Tamara. Maar paren deed ik niet voor de film, allebei klaarkomen was vereist, anders, nou ja, dumpte ik zo’n jong, dat het kunstje niet kon. Volgende. Dave weet overal van, hoor, jongelui. We zijn voorzichtig met elkaar begonnen, en alles is goed gegaan.’
‘Ja, dat hadden we begrepen.’
‘Mark en Simone zijn zo eh lief geweest om te zeggen dat Mark mij niet kon weigeren, jongelui. Maar toen ik me aanbood weigerde hij wél. Hij was op z’n zestiende al een heer.’
‘Toch staat me iets bij van een paar honderd keer.’
‘Mij ook, Tamara.’
Ze grinnikten weer allemaal.
‘Het blijft geweldig om er over te praten. Zelfs over zulke eh rare periodes. Tja, bij mijn aanbod lag hij op zijn rug en ik zat op zijn bovenbenen, met zijn stijve over mijn gleuf te strelen. Blijft lekker trouwens, hè, Dave? Jongelui, jullie hebben volgehouden tot jullie getrouwd waren. Misschien had Mark dat ook, als hij mij niet tegengekomen was. Ik wil niet dat jullie een verkeerde indruk over Mark hebben. Hij weigerde echt.’
‘In z’n situatie is dat eh bewonderenswaardig.’
‘Dank je wel. Zó moeten jullie over hem denken. Zullen we even wat drinken?’
Toen iedereen wat te drinken had ging Renee verder.
‘Mark was de enige van al die jongens die weigerde, toen ik vroeg, wil je naar binnen. Ik snapte het even niet, maar hij zei, ik wil je niet ontmaagden. Ik zei, dat hij van een meisje, wat hij binnen een paar uur mocht vingeren en wat hem liet spuiten, toch niet kon verwachten dat ze nog maagd zou zijn. Ik heb me op hem laten zakken. Boem, boem, boem, helemaal binnen.’
‘Ja, dat kan ik me voorstellen. Méér zelfs.’
‘Goed zo. Het was geweldig, hij was groter dan zijn voorgangers. En beter ook. Daarna kwamen die paar honderd keer. Je weet waarschijnlijk dat ik later bij hun op bezoek geweest ben. We ontmoetten elkaar toevallig en ik ben mee naar hun huis gegaan. Gepraat met Mark, de tweeling en Simone. Tja, dan weten jullie het wel, dan komen er nogal wat details aan bod.’
‘Je doet nét of ik zo nieuwsgierig ben.’
‘Nee, je vraagt dóór, als je iets niet begrijpt. Of als je denkt dat de ander iets niet goed begrijpt. Ik schrok me wezenloos, toen Mark zei, je hebt me toen de kans niet gegeven om te zeggen dat ik zélf maagd was. Nu jij dat verhaal verteld hebt, Simone, ik heb hem toen eigenlijk eh verkracht.’
‘Ja.’
‘O. . . . Simone, jullie hebben me toch vergeven?’
‘Ja, liefje, allang, helemaal. En jullie waren met z’n tweeën, als hij niet zo graag bloot met je had willen spelen was er niets gebeurd. Ik wilde je alleen even plagen, je net zo laten schrikken als jij Mark toen deed. Dat duurde ook niet zo lang.’
‘Nee, één wip, daarna begon hij lekker terug te stoten. Ik kwam gauw, door die grote. Hij ook, en hij genoot er duidelijk heel veel van. Wist ik veel dat het zijn eerste keer was? Maar ik had het horen vragen, ik had geen excuus, nog niet. Ik kon alleen van mijn kant uitleggen wat er gebeurd was. Dat, als ik twijfelde, ik het wél vroeg. Niet alleen omdat ik vond dat het een beslissing was die ze zelf moesten nemen, ik wilde niet te vaak een amateur. Dat is af en toe wel leuk, maar ik was geen rijschool, ik wilde wel doorrijden. Maar bij Mark was ik nooit op dat idee gekomen. Ik liet me de eerste keer door hem thuis brengen, ik was moe en een beetje dronken, zei ik. Op mijn slaapkamer begreep hij me onmiddellijk, als ik iets gebaarde. Ik bedoel, toen ik stuntelig de knoopjes van mijn bloes los begon te maken, nam hij het onmiddellijk van me over. Toen ik bleef staan trok hij mijn bloes uit. Vóór ik, langzaam natuurlijk, bij de achtersluiting van mijn beha was, had hij hem al losgemaakt en afgedaan. Niet gewoon, hoor. Nee, hij maakte de achtersluiting los, legde zijn handen op de cups, kneep een beetje en trok toen de beha eraf. Toen mijn rok uit. Ik moest wel duidelijk zeggen dat hij mijn broekje uit moest doen, want daar hielpen gebaren niet bij, dat deed hij niet zomaar. Hij keek even, deed de dekens over me heen, en de keurige heer vertrok. Keurig tussen aanhalingstekens natuurlijk. De keer daarop, dat hij bij me was, begon hij zelf nergens mee, maar snapte, als ik ergens mee begon, weer steeds onmiddellijk wat ik wilde. Hij was ontzettend goed. En productiever dan de jongens vóór hem. Daarom dacht ik dat hij veel ervaring had.’
‘Als ik niet beter wist zou ik dat van Thomas ook kunnen denken. Die leert ook zo snel.’
‘Houd je mond, anders moet ik aan zijn productie denken.’
Ze grinnikten weer.
‘De keer daarop was hij zó lief, ik wil je niet ontmaagden. Ik wed dat hij het niet gedaan zou hebben, als ik gezegd had, doe het maar.’
‘Ik weet het niet, Renee.’
‘Simone?’
‘Geen idee. Maar wedden doe ik niet. Dat zijn moeilijke momenten.’
‘Ja. Die hebben jullie ook gehad, hoorde ik, jongelui. Geen wonder, met zo’n lange verkering.’
‘Niet zo erg vaak. Thomas vaker dan ik. Zijn moeilijkste had hij toen hij vijftien was. Hij zag in het bos een stel zich uitkleden. Dat meisje nam die hele grote, vond Thomas toen, van die jongen even in haar mond en liet hem toen spuiten. Daarna duwde die jongen zo gauw hij weer kon zijn grote tussen de haren op haar buik helemaal naar binnen en ging op haar liggen wippen.‘
‘Aanstekelijk. Probeerde hij daarna wat bij jou?’
‘Nee, nooit. Die nacht wel bij hemzelf. Hij werd wakker met een grotere erectie dan ooit. Hij wilde toen weten of hij ook kon spuiten.’
‘Ja, dat kan ik me indenken. Je hoeft me het resultaat niet te vertellen, dat weet ik wel. De meeste met twaalf al, al kwam er dan nog niet zo veel uit. Er waren erbij die het zelf nog niet wisten, maar ik was toen al geroutineerd. Als ik ze er leuk uit vond zien nam ik ze op de gok mee. Dan ontdekte ik het wel voor ze. Wat genoten die. Eerst een grotere stijve krijgen dan ooit, als ze me bloot zagen en er aan hun pikkie gezeten werd, en dan hevig hijgend klaarkomen. Daarna wilden ze wat graag bij me naar binnen. En trots dat ze waren, dat ze echt gevreeën hadden. Maar het moesten wel snelle leerlingen zijn, anders bleef het bij één avond. Maar jij op je vijftiende pas? Daarna vast nog wel eens, veel jongens doen het tijdens het douchen, als ze het anders niet kwijt kunnen raken, behalve bij een natte droom. En nu zo veel?’
‘Ja, ik kwam heel snel op gang, na ons trouwen.’
‘Dat je het lang vol moge houden.’
‘Dat hopen wij ook voor ze. Simone, je wilde vrij snel nog iets van me weten.’
‘Ja. Ik vond het altijd oneerlijk dat jongens konden zien hoe groot mijn borsten ongeveer waren, en ik bij hun niets. Zogauw ze over mijn bloes aan mijn borsten zaten, en ze het dus nóg beter wisten, pakte ik ze over hun broek vast. Dan had ik tenminste ook een idee. Bij Stefan heb ik niet gewacht tot hij ín mijn broek ging, ik zat er bij hem eerder in. Oei, geen jongen, maar een man. Bij Mark heb ik het ook gedaan. Oei, oei, een hele grote man.’
Ze grinnikten weer.
‘Hoe ging dat bij jou en Dave, Renee?’
‘We zijn heel voorzichtig begonnen. Na een tijdje ging het me te langzaam. Je wilt, al heb je geen haast, toch wat meer dan kussen, als je achttien bent. Ik heb een dagje aan het strand voorgesteld. Daar lagen we dus, in badpak, naast elkaar. Dat praat heel makkelijk. Ik ben hem voorzichtig uit gaan horen, maar heb ook over mezelf verteld. Op een gegeven moment vroeg ik, om wat uit te lokken, hoe hij vond dat ik eruit zag. Hij was nooit zo complimenteus, omdat ik dan, bij een kusje om te bedanken, me te veel tegen hem aandrukte, vond hij. Toen hij zei, dat hij mijn figuur in mijn broekje leuk vond, zag ik hem in zijn broek groter worden. Toen wilde ik, net als jij, weten wat ik kon verwachten. Ik weet niet wat jij erbij dacht, ik wilde vergelijken met wat ik eerder meegemaakt had. Niet al te groot zou prima zijn, maar als hij erg klein zou zijn zou ik er toch eerst over na willen denken. Of ik me er op de lange duur niet aan zou gaan ergeren.’
‘Het kon me niet schelen, ik zou overal tevreden mee geweest zijn.’
‘Ik waarschijnlijk ook wel, Simone, maar de vraag kwam niet aan de orde. Ik heb hem over zijn broek gepakt. Ik heb aan hem zitten voelen tot ik tevreden was. Omdat hij geen stop zei vermoedde ik dat er nog meer zou komen, maar ik wilde hem niet in moeilijkheden brengen. Pas na de lunch voelde hij over mijn bikini aan mijn borsten. En al die tijd praatten we, stap voor stap, over wat we vroeger gedaan hadden. Vermoedelijk zo ongeveer als jij met Mark.’
‘Alleen had ik aanzíenlijk minder te vertellen dan jij.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Ja, grinniken jullie maar. Want ik was wel zenuwachtig. Of hij het wel zou pikken wat ik uitgevreten had. Hij had niet aan en in zo veel meisjes gezeten. Ik aanzíenlijk, dank je wel, méér aan en jongens in me. Maar hij begreep het. Vertelde toen nog wat meer over hemzelf. Hij was al op z’n twaalfde gepakt, door een meisje waarvan de ouders een kleine manege hadden. Waarschijnlijk had ze het paarden zien doen en wilde ze dat ook proberen. Er was een vriendinnetje bij, ze zullen elkaar wel opgestookt hebben. Ze hebben hem in een paardenstal gelokt. Lieten hun borstjes zien en trokken toen zijn broek uit. Misschien waren ze teleurgesteld, vergeleken met die van een paard is een stijf pikkie van een jongetje van twaalf natuurlijk niets. Maar genoeg om mee te spelen. Toen tilde die eerste haar rokje op, deed haar broekje naar beneden en liet hem kijken. Toen streelde ze met zijn stijve over haar gleufje en duwde zich erop. Ze zal wel gesnapt hebben dat ze die van een paard niet aankon. Daarna wilde dat vriendinnetje ook. Waarschijnlijk omdat ze haar vriendinnetje van genoegen had horen kreunen. Hij wist toen genoeg om op haar te gaan liggen, enzovoort. De eerste middag kon hij wel een stijve krijgen, en lang houden, maar nog niet spuiten. Hij moest terugkomen als hij het wél kon, zij zouden aan de pil gaan. Dus waarschijnlijk ook hun eerste keer. Na een paar maanden kon hij teruggaan. Pakte ze allebei. Daarna was er soms een ander vriendinnetje bij, soms pakte hij ze twee keer op een middag. Onvoorstelbaar, twaalf en dan vier keer op een middag.’
‘De derde en zeker de vierde keer zal ik wel leeg geweest zijn.’
‘Nou, bewegen deed je kennelijk goed. En wel vier keer stijf. Hij had natuurlijk ook gelijk de smaak te pakken, maar het is voor een jongen veel moeilijker om een meisje lekker te pakken te krijgen dan andersom. Vandaar dat verschil in aantallen. We pasten, wat dat betreft, dus goed bij elkaar. Op een gegeven moment vroeg hij, of ik tien minuten mijn mond kon houden. Goed, natuurlijk. Daarna draaide hij zich naar me toe en pakte een hand van me. Hij zei, we doen het langzaam aan. Maar ik begrijp dat je wat ongeduldig werd. Je hebt me vanmorgen zó lief ruim op tijd losgelaten, dat je wel wat méér mag. Hij stopte mijn hand in zijn zwembroek. Ik moest zoeken voor ik wat vond.’
‘Bij hém?’
‘Ja. Daarvoor waren die tien minuten, snapte ik toen. Ik weet niet waar hij in die tijd aan gedacht heeft, maar niet aan mij. Hij was op z’n kleinst. In afwachting van de ongetwijfelde groei heb ik zijn ballen bevoeld. Dat hielp natuurlijk, al ging het me daar niet om, z’n haast had ik niet. Ik heb hem weer losgelaten toen ik tevreden was. Pas later kwam ik erachter hoe groot hij precies was.’
‘In jullie huwelijksnacht?’
‘Nee, wat eerder. Hij wilde graag een lange kennismaking, om zeker te zijn dat het geen bevlieging was, dat het niet alleen weer ging om te vrijen. Hij wilde niet vóór mijn twintigste verjaardag trouwen, dan zouden we elkaar bijna twee jaar kennen. De kennismaking ging heel goed, en met hetzelfde tempo zijn we meer gaan spelen. Toen kwam ik er natuurlijk achter. Twee maanden vóór mijn twintigste vroeg hij me. Ik had de datum niet in de gaten gehouden, ik was zó gelukkig, ik moest janken. En al jankend heb ik me over zijn lange geschoven. Ik hield het niet meer, ik wilde dichter bij hem zijn. Méér niet. Ik dacht steeds, nog één klein stukje, dan terug. Bij ieder stukje dat ik dichter bij hem kwam smeekte hij me om te stoppen. Maar dat kon ik niet. Hij ook niet. Ik vind niet dat ik hem verkracht heb, ik deed het heel langzaam. Maar ik schaam me toch nog steeds een beetje, al weet ik dat ik dat niet hoef. Hij had verteld hoe hij vroeger gepakt was, ik deed hetzelfde.’
‘Je hoeft je niet te schamen, liefje, dat weet je. Je had je bijna twee jaar ingehouden, dat was voor jou véél moeilijker dan voor mij, want vanaf zo ongeveer een half jaar daarvoor liet je me vaak genoeg lozen. Ik kon je niet stoppen, je verlangen om zo dicht mogelijk bij me te zijn, uit liefde, niet om de seks, zoals dat eerste meisje, was zo overweldigend, dat ik me niet terug kon trekken. We hebben het samen gedaan.’
‘Ja, maar het was niet fiftyfifty. Ik jankte nog een tijdje, onder het genieten van zo dicht bij hem te zijn. Toen hield híj het niet meer. Goed, schat, toen wéér niet fiftyfifty, maar dan andersom. Het was geweldig. Omdat hij zo’n lange had en zo’n voorraad, op dat moment. Alleen duurde het niet zo lang vanaf dat hij moest bewegen totdat hij klaarkwam, door die grote voorraad. Zoals hij net zei, al een tijdje voordat hij me vroeg hielp ik hem in het begin van het weekend van zijn druk af, en eh vingerde hij me tot ik kwam. Dan konden we de rest van het weekend elkaar rustig strelen, zonder verder wat te willen. We spraken toen af, dat we aan het begin van de paar weekenden tot ons trouwen, weer zo kort zouden vrijen. En het echte lange zouden bewaren tot de tweede keer in onze huwelijksnacht en daarna. Dat wilde ik graag, dan hadden we toch nog wat bijzonders in onze huwelijksnacht. Dat was het ook. Je weet het, Mark, veel mooier dan wat we deden toen we jonger waren.’
‘Ja, niet te vergelijken. Hoe kwamen we op dit onderwerp?’
‘Deze keer door het praten over het praten van Simone. Maar ja, als je weer eens ander bloot ziet wil je daar zo wie zo graag over praten. We hebben allemaal nogal wat meegemaakt. Wat is nu ongeveer het mooiste bij jullie, Simone?’
‘Wij hebben het heerlijk in bed, maar het mooiste is eigenlijk, dat we zoveel lieve kinderen en kleinkinderen hebben. Vier plus twee in Boston, twee hier. Nee, stil maar, jongelui, jullie weten dat we dat vinden, en waarom, en dat we elkaar niet hoeven te bedanken. We genieten zo van de omgang met hun. En bij jullie, Renee?
‘Dat Dave zulke lange halen kan maken. Wat bij de jongelui nu vast ongeveer het mooiste is, is dat vaak en veel.’
‘Ja. Mag ik een andere vergelijking maken?’
‘Natuurlijk, Tamara.’
‘Ieder stel heeft een partner met iets bijzonders, de anderen niet te na gesproken. Simone hele grote borsten, dat ziet iedereen en dat hebben zeker alle jongens gevoeld. Thomas hele grote ballen, niet te zien, maar dat hebben alle meiden gevoeld. Het eerste wat je deed, toen hij binnenkwam, Renee, was dat controleren. Nu schijnen alle meiden, op mij na, gezien, sommigen ook gevoeld te hebben, dat Dave zo’n lange heeft. Daar geloof ik natuurlijk ook niets van.’
Ze grinnikten weer eens allemaal.
‘Ik zal het makkelijk voor je maken, Dave. Ik heb gehoord, dat snap je wel, wat die twee ondeugende meiden met je uitgehaald hebben, in Florida. Toen Renee Thomas controleerde mocht ze, als cadeautje, aan de door haar veroorzaakte stijve komen. Ik wil graag naar je volgens zeggen lange kijken, terwijl jij dan natuurlijk naar mijn jonge poesje mag kijken. Ik wil ook aan je lange voelen. Als cadeautje wil ik dan wel aan je ballen komen.’
Weer moesten ze allemaal grinnikten.
‘Je logica gaat niet helemaal op, Tamara. Ik wil ook even aan je borstjes en je mollige doosje voelen.’
Tamara stond op en ging naast Dave zitten.
‘Maar wacht bij mij nog even, wat groter is interessanter voor je. Ik werd in Florida overrompeld. Ik zag twee leuke poesjes, maar ik vergat te aaien. Niet dat dat nodig was, alleen al vragen om mijn erectie te mogen zien was genoeg.’
‘Ja, dat zie ik.’
Hij aaide haar poesje.
‘Lekker.’
Hij stak zijn handen naar haar uit.
‘Stop mijn handen eens vol?’
Ze leunde iets voorover en legde haar borsten in zijn handen. Hij speelde er even mee en liet haar weer los.
‘Simone wint natuurlijk, dan komt Renee, maar jij hebt ruim een handvol. Lekker.’
‘Ja, Thomas vindt ze ook groot genoeg.’
‘Ik hoorde dat jij vroeger ook een bijnaam had. Het gevulde koekje.’
‘Wat? Dat kan niet, ik heb altijd op mijn figuur gelet, amper gesnoept. Hè, Thomas?’
‘Van dat snoepen weet ik niet, maar je figuur was altijd geweldig, daar heb ik ook altijd op gelet.’
Ze grinnikten.
‘Voordat je er op kon letten, het was vóór je kon lopen.’
‘O, ja. Mijn moeder zei, dat ik toen een propje was. Gevuld koekje is leuker. Wie zei dat?’
‘Één van de boerinnen.’
‘Dan weet ik al wie het is. Ze heeft zelf geen dochters. Ze wilde mij wel, maar ik heb al vier ouders, zei ik. Al is het een beetje verwarrend, want ik werk ook voor ze. Ze is slim, hoor. Ze zei, ik weet niet of je voor hun of voor het dorp werkt. Nou, allebei. Genoeg over werken en gevulde koeken. Ik zie een lekkere staaf. Die moet nog nagebakken worden, dan zet hij nog een beetje uit. O. Veel beetjes, hè? Ik zet even de oven aan.’
Ze pakte zijn ballen.
‘Het blijft leuk, geen jongen, voor zover ik weet natuurlijk, reageert daar níet op. Nou, weer voor zover ik weet, normale ballen, Dave. Ik zal ze even lekker masseren.’
‘Nee, stop, anders gaat het te snel, dan schiet ik misschien door. Dat heb je snel geleerd, zeg.’
‘Doorschieten? Spuiten, bedoel je. Nou, daar zit ik niet op te wachten, je haalt het toch niet bij de schoten van Thomas. Dat leren ging nét zo snel als Thomas bij mij leerde wat ík lekker vond. Goed zo, nu heb je zoiets als Thomas. Ga maar door.’
‘Grapjas, alsof het te stoppen is.’
‘O. . . . Maximaal, nu?’
‘Ja, laat alsjeblieft mijn ballen los.’
Ze deed het en bleef even naar zijn stijve kijken.
‘Wat een eind, zeg. Daar zal je best lange halen mee kunnen maken. Dat komt goed uit, Renee is wat groter dan ik. We zullen het nooit weten, ik denk niet dat ik zoiets zou redden. Als Thomas, als hij het nog rustig aan kan doen, zijn langste slag maakt, lijkt er al geen eind aan te komen. Na een paar keer halen kom ik dan al. Dan pauzeert hij even, helemaal binnen, voor we verder gaan.’
‘Wat? Niet alleen iedere keer komen, ook soms twee keer?’
‘O. Is dat niet normaal?’
Ze schoten allemaal in de lach.
‘Nee, liefje. Wij zijn al gelukkig dat we praktisch altijd komen. Twee keer gebeurt niet veel.’
‘Nou, Renee, dan schrijf ik dat ook maar op ons conto van inhalen. Over die soms derde keer zeg ik dan maar niets. Ik moest nu maar gaan paalklimmen.’
Ze pakte de stijve van Dave.
‘Één, twee, drie. Als ik Thomas met twee handen vastpak blijft er een stukje over. Het lekkerste. Maar bij jou zou ik drie handen nodig hebben. Prachtig, Dave. Heel lang en lekker stijf. Nou, ik ben overtuigd. Dank je wel.’
Ze ging weer zitten.
‘Onvoorstelbaar. Een maand vóór ons trouwen wisten we bijna niets. En nu, dat we het in bed ontzettend lekker hebben. Dat ik normaal ben, we hebben kunnen vergelijken met Silvia en Aimee. Daar ben ik héél tevreden mee, en Thomas ook. Dat Thomas niet helemaal normaal is, met zijn grote ballen, dat hij zo vaak kan, en moeilijk leeg te krijgen is, daar is hij heel tevreden mee, hè, en ik ook. En ik ben blij voor de andere stellen, dat ze ook iets niet helemaal normaals hebben. Overmaat borsten en een overmaatse stijve. Wat hebben we het goed, met de seks. En allemaal ook met ons werk en de omgang met elkaar.’
‘We hebben het zeker goed. En een heerlijk zwembad. Zin in een herhaling, Dave?’
‘Zo’n uitnodiging sla ik natuurlijk niet af. Al ben ik beter af dan jij. Jouw borsten blijven groot.’
‘Jij ook, wedden?’
‘Nee, als je zo praat niet, dan weet ik wel wat je gaat doen. Lekker. Ik ben al onderweg.’
De anderen gingen achter hem aan, speelden ook met elkaar, en ruilden af en toe. Ze praatten en zwommen nog een keer met elkaar voor ze naar hun slaapkamers gingen. Thomas en Tamara via de slaapkamer van Mark en Simone, om zich om te kleden.
‘Wat een paal heeft Dave, zeg.’
‘Ja, Tamara, maar het misstaat niet. Dat wordt van mijn borsten ook gezegd.’
‘Ja, dat gaat ook nog net. Hij heeft wel minder problemen om zijn spullen op te bergen dan jij.’
‘Ach, meestal verberg ik maar de helft.’
‘Ja, dat kan ook nog net.’
‘Thomas is het stiekemst. Zijn grote spullen kan je niet zien, alleen voelen.’
‘Opschieten, Thomas, ik wil thuis voelen wat eruit komt.’
‘Dat zal best lukken, na dat gemasseer van de meiden, onderwater. Maar houd nu je mond, alsjeblieft, anders krijg ik mijn broek niet dicht.’
Ze namen grinnikend afscheid.

‘Lekker gespeeld, in het water?’
‘Ja, dat blijft leuk.’
‘Ik let dan niet op je, hoor, we vermaken ons zelf wel, maar ik zag dat je Simone lang vasthield.’
‘Ik was geeneens van plan om haar aan te raken, ik vind het niet netjes om dat steeds te doen. Maar ze wenkte me naar haar toe en stak haar borsten naar voren. Toen durfde ik wel. Deze keer zelfs heel veel, omdat ze het aanbood.’
‘Heel veel?’
‘Nou ja, anders streel ik er even over, en voel hoe zwaar ze zijn. Ik heb ze nu gewoon gemasseerd. Ik bedoel, een beetje kneden en draaien en schudden, zoals ik bij jou doe.’
‘Ja, lekker. Al kunnen de mijne natuurlijk niet zoveel schudden.’
‘Genoeg, hoor. En het blijft fijner om de jouwe helemaal vast te kunnen houden.’
‘Heeft ze jou nog vastgepakt?’
‘Ja, en nogal ook gemasseerd. Ze ging door tot en met ik helemaal stijf was. Daarom kon ik ook lang met haar doos spelen. Ik moest haar stoppen. Zo grappig, ze trok een pruillipje. Ik hoop dat je het niet erg vindt, schat, ik heb haar ondertussen nogal gevingerd.’
‘Nee, daar vroeg ze toch ook om? Wat vond je van Renee?’
‘Die heeft me ook nog te grote borsten. Wat ik niet verwacht had, ze reageerde duidelijk toen ik een beetje in haar gleuf ging.’
‘Nou, dan zal ik dat ook wel lang blijven doen. Ze hebben mij niet erg gevingerd, ik ben niet veel aan Mark geweest, maar wel zo lang mogelijk aan Dave. Hij hield het, al dacht hij dat op het droge niet, lang vol, nadat hij helemaal stijf was. Ik ben zelf gestopt toen mijn nieuwsgierigheid over was. Ik wil even wat proberen.’
Ze ging met een hand tussen hen in en pakte zijn stijve.
‘Thomas, ik vind die van jou veel fijner. Ik ben niet zolang onderweg, van boven naar beneden. Bij zo’n lange zit er een extra stuk tussen, maar dat voegt niets toe aan het van beneden naar boven strelen, en andersom.’
‘Hé, je weet dat andersom voorzichtiger moet. Dat deed je expres.’
‘Ja, je was nog niet helemaal stijf. Nu wel. Kom weer op me en laten we weer eens voelen hoe je je lange slagen maakt.’
‘Het is nog niet zo gek laat. Kom jij daarna op me liggen om me dan met je gleuf te verwennen, met jouw lekkere wipjes en kneepjes?’
‘Als jij allebei de keren aan het eind mijn hete gleuf een beetje afkoelt met een paar lekkere stralen van je.’
‘Graag, vooral de eerste keer, ik heb weer heel wat, door al dat voelen. De tweede keer masseer jij me maar lekker leeg, nou, zo veel mogelijk.’
Alles lukte.

Tijdens het verdere verblijf van Renee en Dave praatten ze veel met Simone en Mark, maakten nog een paar rondritjes en gingen met z’n vieren een paar keer een dag naar Londen.
Ze namen afscheid met de belofte dat ze wederzijds minstens één keer per jaar op bezoek zouden komen.

‘s Middags schroefden Mark en Simone het eerste huisnummer, nummer één, op het eerste huis waaraan begonnen was en waarvan de muren al tot de eerste verdieping kwamen. Ze dronken een glaasje champagne met Tamara, het bestuur van de vereniging van huurders en de beheerder. Daarna vertrokken ze, onder applaus van het halve dorp wat toegekeken had, met de koets naar weer huis.


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 12

Verzorgd door Tamara.

Zo goed als geen nieuws, één nieuwtje.

De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties gaan door. De beheerder van de huizen en ik komen voorlopig niet bij de getaxeerde huizen langs om een overzicht te krijgen voor de renovatie. We zijn vreselijk druk bezig met het volgende onderwerp.
(Sorry als het eerste stukje eentonig wordt, maar kopiëren is zo makkelijk.)
 
De nieuwbouw.
Wat hebben ze een tempo, hè, die metselaars? Er is nog een ploeg bijgekomen, die zijn met de derde twee-onder-één-kap begonnen.
Het eerste huis was al zover, dat het huisnummer aangebracht kon worden. We hebben er een kleine plechtigheid van gemaakt. Velen van jullie hebben het meegemaakt. Meneer heeft twee van de vier benodigde schroeven aangebracht, daarna mevrouw de andere twee.

Overige onderwerpen.
Zoals jullie waarschijnlijk weten, jullie hebben de bussen vast wel gezien, een reisbureau in de stad regelt rondleidingen in het grote huis en in het park daar omheen. Als het bureau genoeg aanmeldingen heeft neemt het contact op met Thomas. Die bepaalt wanneer het gelegen komt en de route in huis, om de familie niet te storen. Thomas laat de bezoekers binnen en heet ze kort welkom. In stijl. Dan neemt de meegekomen gids het over en leidt ze rond. Daarna gaan ze de stallen en de garage bezichtigen. De garagechef zorgt voor een mooie opstelling. Veel mensen hebben nog nooit méér dan één Rolls-Royce tegelijk gezien. Of paarden van dichtbij.
Afgelopen woensdagmiddag zag ik vanuit het portiershuis een jongetje bij de poort staan. Ik heb hem naar me toegewenkt en gevraagd wat hij daar deed. Hij hoopte de koets met paarden te zien, die had hij in het dorp zo mooi gevonden. Ik heb hem binnengelaten en op de tekening van het dorp aan laten wijzen waar hij woonde. Hij had wat uitleg over de tekening nodig, maar snapte het vlot. Ik heb hem wat drinken gegeven en zijn ouders gebeld. Toestemming gevraagd, en gekregen, om hem wat te laten zien. Ik kreeg een idee en heb hem als proefkonijn gebruikt. Ik heb hem ook de tekening van de Wellingten Avenue en van de twee typen huizen laten zien en uitgelegd. Hij was er erg blij mee, hij hoorde veel maar snapte weinig, niemand die hem wat uitlegde. Treurig, als je het rustig doet, niet te veel grotenmensentaal gebruikt, snapt een kind van tien het best. Daarna heb ik Thomas gebeld en mijn bezoek als gids van een jongen voor een rondleiding aangekondigd. Toen zijn we naar het grote huis gelopen en heb ik aangebeld. Overbodig, natuurlijk, maar dat hoefde hij niet te weten. Thomas deed open, boog diep en heette ons welkom. Ik heb de jongen voorgesteld (nee, ik zeg niet hoe hij heet, laat hem zelf maar opscheppen, of niet) en gevraagd of we rond mochten kijken. Thomas zei, zeker, mevrouw, jongeheer. Behalve in de suite één hoog rechts, daar verblijven meneer en mevrouw Wellingten momenteel. De jongen was diep onder de indruk van de butler, de grootte van het huis, het meubilair, de schilderijen en het zwembad, in huis, al had hij natuurlijk geen flauw idee van de waarde van één en ander. Hoeft ook niet, het is om van te genieten, en dat deed hij. Daarna zijn we naar de stallen gegaan. Wat is een paard groot, van dichtbij. En anders dan de paarden op de draaimolen bij de jaarlijkse kermis leven ze, kijken naar je met die bijzondere ogen en snuffelen voorzichtig aan je. Dat doen honden ook, maar zo’n grote kop vlakbij! En ze pakken heel voorzichtig een wortel of een appel van je hand. Koetsen, mooi. De auto’s in de garage, heel mooi, glimmend, geen vuiltje op te zien. De claxon in de auto die ik gebruik te mogen laten loeien is natuurlijk ook schitterend. Daarna weer naar de portierswoning, waar ik nog een paar vragen van hem beantwoord heb. Na afloop bedankte hij me keurig, hij had erg genoten. Nou, ik ook, om hém te zien genieten.

Jullie kunnen je voor een rondleiding melden bij het reisbureau in de stad.
Maar, ik ben een keer meegelopen, de uitleg die daarbij door de gids gegeven wordt is niet zo geschikt voor kinderen.
Ik ga weer eens iets doen waarvoor ik vooraf geen toestemming gevraagd heb. Ik ben ervan overtuigd dat meneer en mevrouw Wellingten gezegd zouden hebben, natuurlijk, dat had je toch niet hoeven vragen.
De leraren en leraressen van de school in het dorp kunnen kontact met Thomas opnemen voor een rondleiding van hun schoolkinderen. Dat proefkonijn was nodig om een schatting te kunnen maken voor de benodigde tijd. Reken op ongeveer anderhalf uur. Het lijkt mij beter om niet met te grote groepen te komen, ongeveer tien kinderen lijkt me het beste. Ik laat het aan hun over om eventueel een minimum leeftijd te bepalen, kom eerst maar met de oudsten. Ik zal een informatieblaadje maken met wat gegevens voor de rondleiding, die wil Thomas jullie best bij jullie komst uitreiken.
Het personeel leest dit ook. Jullie willen, als de eetkamer vrij is, de kinderen en hun begeleiders vast wat te drinken geven. Misschien iets te eten erbij? En een ruimte zoeken om de tekeningen te laten zien?
Onder voorbehoud dat ik niet teruggefloten word zijn er geen kosten aan een rondleiding voor kinderen uit het dorp verbonden. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst.
 
Het Wellingten Nieuws is verkrijgbaar bij de ‘bakker’, de ‘boekwinkel’ en de ‘kapper’.
Ze vonden de aanloop in het begin heel gezellig, maar er kwam toch te veel geloop, gevraag of er al weer één was. Ik heb drie rekjes laten maken. Als er een krantje uitkomt worden die rekjes buiten neergezet, met de krantjes erin en een zeiltje erover als het regent. Zo is al van afstand te zien of er weer een krantje uit is, als ze op zijn wordt het rekje naar binnen gehaald. Méér dan één per week komt er hoogstwaarschijnlijk nooit.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week  25

Aan het eind van de week erop kwam Tamara min of meer het kantoor binnenstormen.
‘Ik heb nu een schitterend verhaal! Hebben jullie er tijd voor?’
‘Als we die niet hadden maakten we het.’
‘Fijn. Als ik zo brutaal mag zijn, mag ik koffie? Daar ben ik niet aan toegekomen. En graag Thomas erbij, dat scheelt me een keer vertellen.’
Mark regelde het, telefonisch.
‘Voor die rondleidingen had je inderdaad geen toestemming hoeven vragen. Wat heb je er weer een mooi verhaal van gemaakt. Dank je wel, we hebben weer genoten.’
‘Dat vermoedde ik al, daarom was ik ook zo brutaal. Maar toch, dank jullie wel.’
‘Zou je geen schrijfster willen worden?’
‘Nou, zo goed is het ook weer niet. Maar ik zal het onthouden, voor het geval dat ik ooit niets te doen heb. Ik zal in ieder geval de krantjes bewaren.’
Thomas bracht ook weer gebak mee.
‘Die bouwlui hebben me in de boot genomen. Ik zei toch, in de week dat ze met de vloeren begonnen, dat ik zag dat het beton steeds op tijd was? Iedere keer dat er een paar bekistingen klaar waren kwam er een wagen met beton en stortte ze vol. Ik ben steeds minstens één keer per dag een tijd gaan kijken. Het hout voor de bekistingen kwam gebundeld per twee-onder-één-kap op een vrachtwagen en het beton was er ook steeds op tijd. Toen ze met de muren begonnen stonden er steeds genoeg stenen op de goede plaats. En vanaf dat de muren een meter of twee hoog waren kwam er af en toe een wagen met de binnenmuren. Die werden dan met een hijskraan tussen de muren gezet. Ik had al eerder gevraagd, waarom ze dat niet als eerste gedaan hadden. Nee, als het zou gaan stormen zouden ze omwaaien, daar was niet tegen te stutten. Ik had wel eens vaker een technische vraag en kreeg altijd keurig uitleg. Maar als ik vroeg wie de aanvoer regelde, grinnikten ze maar zeiden niets. Vanmorgen was ik het zat. Er móest iemand zijn die alles in de gaten hield, maar ik zag niemand die dat kon doen, die rondliep, iedereen was continue aan het werk. Ik heb een opperman klem gezet, tot hij me naar een andere opperman verwees, voorbij de eerste zijstraat. Die heb ik ook in de weg moeten staan tot hij toegaf. Hij zei plechtig, wij hebben hulp van boven. Ik zei, dat zal best, maar wie is op aarde zijn waarnemer? Hij grinnikte, de anderen in de buurt ook.’
‘Natuurlijk, wij ook.’
‘Het schoot er zo uit. Ik moest de zijstraat ingaan, eerste zijstraat links en bij het derde huis links aanbellen. Ik snapte het niet, maar deed het. Toen ik het naambordje naast de bel zag wist ik wie er woonde, een alleenstaande oudere dame. Onwaarschijnlijk dat die bij de bouw zou kunnen helpen. Ze liet me binnen en zei dat ik naar boven en naar de kamer aan de achterkant moest gaan. Goed, dat kwam al iets dichter in de buurt van boven. Ik zag daar binnen eerst alleen de achterkant van een groot bord, wat op een schildersezel stond. Ik ben er omheengelopen en zag een tekenaar, die ik van het architectenbureau kende, achter een tafel zitten grinniken. Hij knikte maar zei niets. Ik begon het te snappen. Hij had overzicht over de hele Avenue. Op de tafel stonden een verrekijker en een telefoon en er lagen een hoop papieren op. Het bord op de schildersezel was een whiteboard. Met een plattegrond met de huizen. Vóór ieder blok de huisnummers, erin een twee of een drie, voor het aantal slaapkamers, natuurlijk. En meer letters en cijfers bij de huizen. Toen de telefoon ging zei hij, demonstratie, tegen me, voor hij hem oppakte. Hij zei na een paar tellen, morgenochtend, één twee binnenmuur, één drie binnenmuur, rechts. Komt voor elkaar, en legde weer op. Hij keek naar het bord, naar buiten, in zijn papieren en belde een nummer. Hij zei, Wellingten, morgenochtend, één twee binnenmuur, één drie binnenmuur, rechts. Hij wachtte nog even, legde weer op en maakte wat aantekeningen. Ik vroeg, rechts? Hij zei, we hebben éénrichtingverkeer ingesteld, anders moeten de vrachtwagens van de rijplaten af, als ze elkaar tegenkomen. Rechts is de rechterkant, vanaf nummer één. Ze worden daar bij het goede huis opgevangen. Méér details zijn niet nodig. Ik vond het geweldig, een opperman belt wanneer en wat hij nodig heeft, en het wordt geregeld dat hij het krijgt, zelfs op zo’n korte termijn. In dit geval dus de binnenmuren voor een twee-onder-één-kap tweeslaapkamerwoningen en voor een twee-onder-één-kap drieslaapkamerwoningen. Kunnen jullie het volgen?’
‘Ja, dat ging. Je had dus goed in de gaten dat het gecoördineerd werd.’
‘Ja, zo goed kon dat niet per ongeluk gaan. Dat één richtingverkeer was me niet opgevallen, zo druk is het niet. De tekenaar zei dat hij me alles uit zou leggen, dat had ik verdiend. De man van de firma die de strook aangelegd heeft, had rondverteld wat hem overkomen was, en zijn personeel. Er was een meisje bij hem binnengestapt, die had hem gevraagd of hij tijd had voor een opdracht. Dat heb ik jullie geeneens verteld, in de drukte. Hij had gezegd, we doen geen tuinhekjes. Zij had gezegd, ik heb er één van een meter of vijfhonderd, die moet vernieuwd worden. En vijftig meter opzij daarvan moet er een nieuwe van een meter of vijfhonderd komen, met aan het begin en eind vijftig meter naar de andere afrastering. Totaal dus een meter of elfhonderd. En het stuk daartussen, dus vijfhonderd bij vijftig, moet geëgaliseerd worden. Op zo’n kort mogelijke termijn, maar wel voor een leuk prijsje, anders ga ik naar een ander. Hij heeft me toen niets verteld, en ik wist niet veel meer dan dat hij aan afrasteringen deed. Later wel, zulke klusjes als de strook, maar dan langs wegen die verbreed werden, deden ze soms wel over twintig kilometer. Elfhonderd meter was net de moeite, dat kon tussendoor. Goed. Dat meisje had om een offerte gevraagd en een beetje sip gekeken toen hij gezegd had dat er eerst iemand moest gaan kijken. Hij kreeg één dag uitstel. Hij vroeg om een tekening. Die had ze. Ze zei, amateuristisch, want ik begin nét met dit soort werk. Hij had gevraagd wat ze eerder gedaan had. Zei ze, ik was bakker, ik bakte koek, brood, gebakjes, enzovoort. Mijn vader heeft een bakkerij met winkel en lunchroom. Ik werk nu voor meneer Wellingten en we gaan op die strook huizen bouwen. Dat is in principe hetzelfde als taarten maken. Het belangrijkste is goede firma’s, zoals hopelijk de uwe, opzoeken om het voor elkaar te krijgen. Ik wil kwaliteit en snelheid, maar wel voor een redelijke prijs, anders worden de huren te hoog. Hij snapte er niet veel van, vroeg om referenties, iedereen kon wel met zo’n verhaal komen. Ze zei, belt u meneer Wellingten maar, het nummer staat op de tekening. Het mijne ook, met faxnummer. Stuurt u de offerte maar per fax, dat gaat sneller. Óf ik fax binnen vierentwintig uur een opdracht, óf ik bel u af. Hij had gezegd, Wellingten zegt me niets, ik bel mijn bank wel even. Ik heb me toen in moeten houden van de lol, want nadat hij gegevens over Wellingten gevraagd had werd hij steeds witter. Hij had een bevestiging van de ruime kredietwaardigheid van de heer Wellingten gekregen. En dat die vertegenwoordigd werd door zijn troubleshooter, ene Tamara, voormalig koekenbakker met ere. Had je weer zitten bellen, Mark?’
‘Mijn bank heeft de opdracht me te informeren als er navraag gedaan wordt naar mijn kredietwaardigheid. Na jouw aanstelling heb ik ze ingelicht over jouw positie en vérgaande machtigingen. En je eerdere werk toegelicht, want als ze dat niet wisten kon je het vast niet laten om het ter sprake te brengen. Dat klopte dus. Hij heeft waarschijnlijk dezelfde bank als ik. Of het is naar andere banken doorgespeeld.’
‘Goed. Ik was de volgende dag met de beheerder van de huizen op de hoek waar de strook moest beginnen, hij was er nog niet geweest, toen er een auto stopte. Er stapte er één uit, die liep naar de afrastering en de auto scheurde weer weg. Die zagen we even later aan het andere eind, daar stapte ook iemand uit. Ik zag dat de eerste man iets voor zijn buik hield tot de tweede weer instapte. Die kwam terugscheuren, pikte de eerste man op en de auto verdween. Een uur later kreeg ik per fax een offerte voor het egaliseren van een strook landbouwgrond van vijfhonderdtien meter bij vijftig meter, het vernieuwen van een afrastering aan dorpszijde en het plaatsen van een nieuwe aan de andere lange zijde en de twee korte zijden, met houten palen, normaal draad. Dus behalve even kijken hadden ze met zo’n laserding de afstand opgemeten. Ik heb binnen vierentwintig uur geen andere firma kunnen vinden die op z’n korte termijn kon, en de prijs was goed, dus heb ik de opdracht gefaxt. De afloop weet u, die heb ik verteld. Maar die man heeft rondverteld dat zijn werknemers verbaasd terugkwamen. Ze hadden zelden kijkers, er hadden die keer honderden mensen gestaan, waarvan meerderen, ook oudere jeugd, met tranen in hun ogen. Toen ze klaar waren moesten ze van een meisje achterelkaar aan de dorpskant langzaam langs de kijkers rijden. Een soort ererondje, vijfhonderdtien meter lang applaus. Hij heeft voor ze uitgezocht wat er aan de hand was en kwam toen ook pas achter de woningnood. Zijn werknemers hebben aangedrongen om wat voor dat dorp te doen. Hij is gaan en blijven bellen en heeft uiteindelijk een vergadering kunnen beleggen met iedereen die een opdracht had gekregen. Daar heeft hij zijn verhaal weer verteld. Ze besloten een coördinator aan te stellen om zo snel mogelijk te kunnen bouwen, anders zou iedereen elkaar voor de voeten lopen. Tja, ik was zelf van plan om het te doen, zodra het nodig was, maar ze waren me voor. Ze besloten mij niet in te lichten, ze waren een beetje in hun eer aangetast omdat een meisje hun vriendelijk maar eh zelfverzekerd zo bewerkt had dat ze alles uit hun handen hadden laten vallen om voor haar te gaan werken, met nogal krappe marges. Die coördinator moest verstand van zaken hebben, maar niet bij de firma’s betrokken zijn, ze wilden niemand missen. Dat werd dus die tekenaar de hulp van boven. Hij heeft vanaf de tweede vergadering, een paar dagen later, alles meegemaakt. Hij wilde een plek, waar hij alles kon zien, bereikbaar was en niet in de weg zat. Hij was in dat blok huizen om een kamer aan de achterkant gaan vragen, vanaf het midden steeds verder één naar links, dan weer één naar rechts, tot hij bij de oude dame kwam. De rest zat vol, natuurlijk. Die dame wil zo lang mogelijk thuis blijven wonen maar kan niet tegen herrie. Ze is ook een hele lichte slaper, daarom verhuurt ze niet onder. Één rustig persoon overdag kon wel. Ze bracht hem koffie.’
‘Tja, dat heb je natuurlijk ook uitgezocht, slimmerdje.’
‘Tutoyeren is prima, maar niet zo familiair tijdens een zakelijk gesprek, alsjeblieft.’
‘Nee, Tamara.’
‘Zo hoor ik het graag. Ik wilde alleen maar kijken of ik haar ergens mee kon helpen. En checken, als ik er toch was, of ze overal mee op de hoogte was. En gelijk eens vragen of ze geen probleem had met het verminderde uitzicht aan de achterkant. Nou, geen hulp nodig, ze wist alles, en alle woonkamers zitten aan de voorkant.’
‘Het is nogal complex, hè, er komen steeds dingen boven.’
‘Ja, geen wonder, in zo’n korte tijd. De tekenaar heeft alle gegevens en houdt alles bij. In het begin kon hij natuurlijk alles zien en bestelde hij het hout voor de bekistingen, het beton en de stenen zelf. Vanaf de binnenmuren wacht hij op de aanvragen van de oppermannen, hij kan niet precies zien wanneer die muren ertussen moeten. Hij wordt overal van op de hoogte gehouden en weet dus hoever het met ieder huis is. Hij weet precies de volgorde van wat er moet gebeuren, hij kan dus ook op tijd de volgende club waarschuwen dat ze in een volgend huis terechtkunnen. Hij heeft ook lijsten per artikel, zeg maar, zoals binnenmuren, hoeveel er al geleverd zijn. Ga zo maar door. Alle leveranciers zijn begonnen voorraden te maken, sommigen maken alles in één keer klaar, anderen passen hun tempo aan aan de afname. In ieder geval, zo gauw er gebeld wordt kunnen ze vrij snel weer wat leveren. Ik mocht alles bekijken. Perfect, zelfs het aanbrengen van de houders voor de vlaggenstokken stond erop. De tekenaar zegt dat ze allemaal erg trots zijn dat ze zo goed samen kunnen werken, dat alles zo goed gaat, en tot hun eigen verrassing, zo snel.’
‘Tja, wie is er nu niet verrast.’
‘Ze denken dat ík het minst verrast ben. Ik heb jullie verteld dat ik geen boeteclausules bij te late levering, of beloningen voor een vroege oplevering op zou nemen, omdat iedereen toch op z’n snelst ging werken, omdat het voor hun eigen dorpsgenoten was. Ze hebben allemaal verbaasd zitten kijken toen ze hun contracten kregen. Ik heb standaardcontracten gebruikt, dat is voor hun ook het makkelijkst. Alleen de boete- en bonusclausules daarin had ik dik doorgekruist, geparafeerd en eronder gezet, z.s.m., met mijn paraaf. Met zo spoedig mogelijk zijn ze juridisch niet aan te pakken, dat wist ik en dat weten zij, maar daarom dééd het ze wat. Met het inmiddels bekende snelle resultaat. Maar ik ben natuurlijk ook verrast, wat weet ik nou van bouwtermijnen? Zij denken kennelijk véél, maar ik heb er nooit rechtstreeks iets over gezegd.’
‘Maar wel de schijn gewekt, Tamara.’
‘Dat zou kunnen, Mark.’
Ze grinnikten alle vier.
‘Wie betaalt die coördinator? En zijn onkosten?’
‘Die betalen ze met z’n allen. Dat geld komt er dik uit. Onder ons gezegd en gezwegen, ze vinden het prima dat ik alles in de gaten houd, namens de opdrachtgever. Maar ze wilden verder alles zelf doen. Ze hopen dat er over een niet al te lange tijd nog een straat bijkomt. Dat willen ze graag voor ongeveer dezelfde prijs. Hun winst, zeggen ze, halen ze uit de opgedane ervaringen en de tevredenheid in het dorp.’
‘Mooi voor ze. Maar nóg een straat? Je had zo’n negentig aanvragen.’
‘Nu redden we het met één. Maar nog één zou ik vast ook vol kunnen krijgen. Bij de vereniging van huurders zijn al vragen gekomen van dorpelingen die moesten vertrekken, door de woningnood, die willen graag terugkomen. In de dorpen om ons heen is er geen woningnood, maar de wachttijden voor een huis zijn niet echt aan de korte kant. Zeg het maar.’
‘Zegt het maar! Je zou je er zo weer op storten, hè, met volle overgave?’
‘Ja. Het is zulk mooi werk. En het wordt een makkie, ik heb nu een hoop ervaring.’
‘Ik zal erover denken, Tamara. Na de nieuwbouw weten we beter wat het zou gaan kosten en hoe hoog de huren zouden worden, we werken nu maar wat op de gok. Dat kan gelukkig. Én de renovatie van de oude huizen moet klaar zijn, daar moeten na de nieuwbouw zoveel mogelijk lui aan gaan werken, om op te schieten. Dat lijkt me nog steeds de beste volgorde.’
‘Ja, mij ook. Ik ga ook niets zeggen over mogelijk méér nieuwbouw. Ik ga natuurlijk wel alles wat de nieuwe bewoners aan opmerkingen hebben, verzamelen voor die mogelijkheid.’
‘Ja, daar kunnen we weer van leren, voor die mogelijkheid. Terug naar nu. Weet je al termijnen? Wanneer de nieuwbouw buiten klaar is en alles binnen?’
‘Tja, dat is een verhaal op zich. Officieel niet, niemand wil wat zeggen. Ik heb het er met de coördinator over gehad. Hij zei, ik begin er niet aan. Ik heb geen zin om het iedere week opnieuw uit te moeten rekenen, omdat het dan al niet meer klopt. Het is lastig ook, omdat niet alles regelmatig doorschuift. Soms kan een ploeg nog niet terecht in het volgende huis. Als het kan gaan ze naar het daaropvolgende, om daar alvast wat voor te bereiden. Pas als ze helemaal niets kunnen doen blijven ze een paar dagen weg, om werk te doen wat ze hebben laten liggen. De bevoorrading is dan wel bij te houden, maar doorrekenen wanneer iets klaar is gekkenwerk.’
‘We kennen je langer dan vandaag. Je hebt vast doorgevraagd.’
‘Ja, omdat ik een beetje had zitten rekenen en mezelf niet geloofde, ik moest een grote denkfout maken. Hij was de goede man om me wat uit te leggen. We hebben eerst koffie gedronken. Ondertussen heb ik met een geleerd gezicht zijn papieren ingekeken. En toen, terwijl ik deed of ik aan het lezen was, begonnen. Normale bouwtijd is ruim een jaar, hè? Ja, veertien tot zestien maanden, waarvan de laatste drie de binnenafbouw. Halen we dat? Hij sprong bijna uit zijn vel. Halen we dat? In half Engeland ligt de bouw stil omdat er hier zoveel lui naar toe gehaald zijn. Goed, goed, zei ik. Dus er werken twee keer zoveel mensen aan een huis als normaal? Ja, minstens. Goed, zei ik, wat voor fout maak ik, als ik zeg dat het dan in de helft van de tijd kan? In zeven of acht maanden? Dat was te simpel, dat was, zelfs met een goede coördinatie, moeilijk te halen. Lang niet altijd konden er veel mensen tegelijk werken, dan liepen ze elkaar toch in de weg. Goed, zei ik, ik heb ook op een andere manier zitten rekenen, haal dáár de fout eens voor me uit. De vloer duurt één week. Bekisting maken, beton storten, de rest van de tijd drogen. De benedenverdieping, muren, binnenmuren, plafond en de trap, twee weken. Totaal drie. Je kan niet zeggen dat het niet klopt, zo ver waren ze eind vorige week met de eerste huizen, ze zijn deze week met de eerste etage begonnen. Hij keek in z’n papieren. Ja, dat klopt. Goed, zei ik, de eerste etage dan ook twee weken. Totaal vijf. Waarbij niemand elkaar in de weg loopt, ruimte zat. Dak één week, vensters en deuren één week, speling, één week. In acht weken, twee maanden, de buitenkant dus dicht? Hij keek heel wazig. Zei toen, normaal gaan de vensters en deuren er pas na ruim een jaar in. Alles moet drogen, tot die tijd tocht het lekker door. Nou, zei ik, zet er in die week speling maar warmtekanonnen in. Gegarandeerde tocht, vierentwintig uur per dag, op de gewenste temperatuur, want het mag vast ook niet te snel gaan. Nog meer bezwaren? Hij heeft vijf minuten in z’n papieren zitten kijken, naar buiten en naar het plafond. Toen zei hij, nee, dat zou zo ongeveer uit kunnen komen. Tja, ze hebben niet willen rekenen, hij ook niet, ze zouden wel zien, het ging vast heel snel. Nou, dat klopt dus. We hebben alles nog eens bekeken, maar de verwachting blijft, het eerste huis dicht, de buitenkant dus klaar, in twee maanden, nu dus nog één maand. Zo, nu eerst mijn gebakje, kunnen jullie bijkomen.’
Terwijl ze op haar gemak haar gebakje opat, keken de andere drie haar overdonderd aan. Mark was het eerste weer bij.
‘Waarom duurt het anders zo lang?’
‘Als voorbeeld, dan zijn er twee metselaars met een huis bezig. Nu minstens twee per korte zijkant, plus vier per lange zijkant, plus iemand voor de aanvoer van de stenen en de specie. Plus lui, die op tijd de steigers verplaatsen en verhogen. Anders moeten die twee, met een leerling, dat allemaal zelf doen. Jíj hebt de stad uit hun sleur gehaald, met je voorstel voor rijplaten. Ík die bouwers, door de manier waarop ik ze behandeld heb, bij het vragen om offertes en het gunnen daarvan. Ze daarbij heel vriendelijk opgejaagd heb om snel te beginnen en goed te werken.’
‘Ongelofelijk, in twee maanden.’
‘Ja, niemand gelooft het, maar het is wel zo, als je doorrekent. Dat was dus de buitenkant. Het volgende was natuurlijk, dat ik hem vroeg naar de binnenafwerking. Dat hoeft, met méér lui inzetten, geen drie maanden te duren. Maar omdat ze daarbij elkaar wél eerder in de weg lopen, houden we het op twee maanden. Nieuw record, koekenbakker laat, in plaats van in veertien tot zestien maanden, in vier maanden een huis bouwen. Het is wel wat duurder. Het totaal aantal werkuren is wat hoger, bijvoorbeeld door die extra steigerbouwers. En huur voor die warmtekanonnen en extra generatoren daarvoor. Maar dat is niet erg, de huur kan tien maanden eerder beginnen.’
‘Ik kan er nog niet over uit.’
‘Dat hoeft ook niet, ik zet het wel in mijn krantje. Maar ik houd nog even een maand extra speling aan. En ik ga eerst een rondje maken. De bouwers bedanken voor hun goede werk, tot nu toe, want dat is het, volgens de beheerder. En voor hun snelheid. Die is bij de beheerder ook nog niet doorgedrongen.’
‘Waarom ben jij wél aan het rekenen gegaan?’
‘Ik was bij mijn vader al gauw gewend de voorraden in het magazijntje in de gaten te houden. Hij had dat nooit gedaan, bestelde als er iets op was, of bijna, en zat dus soms zonder iets en moest nee verkopen. Ik vond die huizen snel gaan, ik wilde dus zekerheid. En ik wilde onderhand weten wie er onzichtbaar aan het regelen was. Daarna vraag ik de bouwers of ze die kwaliteit en snelheid vol kunnen houden. Waarschijnlijk wel, ik zou niet weten waarom níet. Daarna ga ik langs de lui voor het binnenwerk, vragen of ze het kunnen regelen dat ze elkaar niet in de weg zitten. Om nog eens overleg te plegen met de coördinator, want ze moeten over ongeveer een maand beginnen. Daar hebben ze vast niet op gerekend, maar dan weten ze het vast. Pas als ik er van overtuigd ben dat alles goed zal gaan breng ik de vereniging van huurders op de hoogte en komt het in het krantje. Daarna laat ik het voorlopig verder over aan de coördinator en ga met de beheerder weer op pad voor de renovaties.’
‘Wat een vrouwtje, hè, Thomas?’
‘Ja, Simone. Ze verrast me, van wat ik meekrijg, zoals nu, en van wanneer ze erover vertelt, met haar zakelijk organisatorisch vermogen. En thuis met haar huishoudelijke talenten. Perfecte bevoorrading en alles is altijd schoon en opgeruimd, tot haar bureau aan toe. Ik krijg lang niet alles mee, omdat ze haar werk en bijna heel het huishouden doet wanneer ik niet thuis ben. Wanneer ik er ben blijf ik het meest verrast, want dan is ze nog steeds hetzelfde lieve meisje waar ik al zo lang ik weet van houd.’
Tamara stond even op om hem te omhelzen en te kussen.
‘Had je dat niet verwacht, Thomas?’
‘Nee, Mark. Ik had het haar ook niet kwalijk genomen. Het is toch normaal, dat de tijd dan verdeeld wordt tussen het werk, het huishouden, eventuele kinderen en dat de rest voor de echtgenoot is?’
‘Zo gaat het meestal. Ik vind het niet normaal, maar ik ben ook bevoorrecht. Simone heeft niet buitenshuis gewerkt en praktisch ook het hele huishouden gedaan als ik naar mijn werk was. Over eventuele kinderen, ik denk, ik hoop, dat jullie hetzelfde gaan doen als Simone en ik gedaan hebben. Zo veel mogelijk samen veel met de kinderen doen, van jongst af aan. Inclusief wassen en aankleden. Tegen die tijd kunnen we er wel uitgebreider over praten. Maar veel samen met de kinderen doen is ongeveer net zo mooi als veel samendoen.’
‘Dat zullen we onthouden. Over dat samendoen wilde ik het nog hebben, ik was niet uitgesproken, Tamara onderbrak me om me te kussen. Ik zei, dan is ze nog steeds hetzelfde lieve meisje waar ik al zo lang ik weet van houd, zolang we aangekleed zijn. Daar laat ik het maar bij.’
Ze grinnikten alle vier weer.
‘Eigenlijk kan je het daar niet bij laten, dat is een open eind.’
‘Nou, vooruit. Maar ik moet nog een paar uur werken, dus ik laat het maar bij dat je in andere omstandigheden nog liéver bent.’
‘Nou, vooruit. Ik neem nu maar zelf een beurt, want mij wordt zelden gevraagd, wat een man, hè? Omdat je nog een paar uur moet werken houd ik het kort. Het huishouden wat ik wél doe als jij thuis bent, is eten koken en na het eten opruimen. En omdat jij daar altijd bij helpt heb ik nog meer tijd om je lieve meisje te zijn als je thuis bent. Voor jou, mijn lieve jongen, zolang we aangekleed zijn. In andere omstandigheden verras jij me ook nog steeds, vaak, veel. Ga nu maar weer aan je werk, lieverd.’
‘Ja, vrouw.’
Thomas vertrok grinnikend, de anderen grinnikten ook.
‘Nog steeds vaak en veel?’
‘Ja, Simone. We zijn een week of tien getrouwd. We gaan, aangekleed, nog steeds zo met elkaar om als vroeger. Het is nog fijner geworden om bij hem te zijn. Voor anderen kan hij saai lijken, hij is zo rustig, gelijkgehumeurd, consequent, betrouwbaar, enzovoort, en voor mij bijna helemaal voorspelbaar. Maar ik ben ook ongeveer zo. Daarom zochten we elkaar altijd op, denk ik. We hielden bij het met andere kinderen spelen niet van ruwe spelletjes, gemene streken of onverwacht veranderen van de spelregels, geroddel enzovoort. Uitgekleed, je weet, hij is van de ene op de andere dag op gang gekomen. Ik had verwacht dat het wel iets af zou zakken, maar nee, hij blijft bij vaak willen en zes keer per dag kunnen. Al halen we dat doordeweeks meestal niet.’
Tja, op dat punt zijn jullie de som van onze tweeling. Tamara, ik zit ergens aan te denken. Jullie zouden ook met leeftijdgenoten moeten spelen. Maar waar zou je dat moeten doen? Mark, als Francis hier niet meer werkt en getrouwd is, kunnen wij ze toch wel hier uitnodigen?’
‘En zelf een beetje meegenieten?’
‘Nou, het zou met twee stellen net lijken of onze kinderen hier zijn.’
‘Ja. Goed, dat kan best. Wat dacht je, Tamara?’
‘Dank jullie wel. Ja, dat zou voor ons allemaal gezellig zijn. Ian is ook erg aardig.’
‘Hij heeft misschien een mooi lid.’
‘Je blijft ondeugend, Simone. Francis is er kennelijk tevreden mee, maar ik weet niet of die kan vergelijken. Maar dat zien we tegen die tijd wel, ze willen vast wel. Maar er nog maar niets over zeggen, hè? Het duurt nog jaren.’
‘Nog drie jaar voor ze afgestudeerd is, maar misschien stopt ze met werken als ze met Ian trouwt. Na haar ontslag en hun huwelijk zijn ze hier welkom. Hopelijk trouwen ze vóór het laatste huis klaar is, dan hoef je niet meer voor ze te reserveren. We weten nu hoe snel het eerste huis klaar is, weet je al wanneer het laatste klaar is?’
‘Na achtenveertig keer vier maanden natuurlijk, zo’n drie en een half jaar.’
‘Nou, we zijn niet zo dom dat we daar intrappen. Toch niet één tegelijk? Dat is al te zien.’
‘Ja, en het is geeneens te zien hoe druk het gaat worden. Er komen in totaal acht ploegen voor de buitenkant en acht voor binnen. Ze zijn met de tweede buitenploeg met de tweede twee-onder-één-kap een week na de eerste begonnen. Expres, dan kon er gekeken worden of het met het eerste goed ging en eventueel wat aangepast worden. Zo blijven ze doorgaan, dan kan de bevoorrading ook regelmatig doorgaan. Nemen we voor het gemak geen vier maanden, maar zestien weken voor één twee-onder-één-kap. Dat is iets korter, maar dat redden ze wel. De buitenkant duurt acht weken, daarna kan de binnenploeg beginnen en de buitenploeg aan een volgend blok. Er werken acht ploegen tegelijk. Stel, in bouwweek één begint bouwploeg één met blok één. In bouwweek acht is blok acht buiten klaar. Dan begint bouwploeg één met blok negen, en de eerste binnenploeg met blok één. Die zijn in bouwweek zestien helemaal klaar. Tel dan maar door, zestien plus nog zevenenveertig blokken, één per week, eind bouwweek drie en zestig is het laatste huis binnen en buiten klaar. Een maand of vijftien. De coördinator heeft het nog twee keer nagerekend, hij gelooft het nóg amper. Daarom ga ik overal nog een keer langs, om het uit te leggen, om te zorgen dat de bevoorrading op tijd blijft en ze werklui genoeg hebben. Maar het moet lukken.’
‘In vijftien maanden alles klaar?’
‘Ja, de bouw. Dan moet de straat nog, dat duurt vast een paar weken. Tot die tijd moeten de bewoners over de rijplaten. Als er een vrachtwagen op staat mogen ze er even af, dat is met een personenauto niet zo erg.’
‘Geweldig, Tamara. Dus over een maand of twee kunnen de eerste twee gezinnen erin? En dan iedere week weer twee?’
‘Ja, zo grofweg, als alles goed gaat.’
‘Tamara, ik denk dat niemand anders dan jij die bouwers zo snel op gang had kunnen krijgen.’
‘Tja, als meisje kan je extra aandacht krijgen, als je het goed speelt. Anders zien de heren je niet staan. Ik vind het nog steeds jammer dat die architecten vier weken verprutst hebben. Maar ja, met de tekeningen daarna waren ze snel en goed. En goedkoop, Ik denk dat ze nog voor zich zien dat ik hun eerste tekening versnipperde.’
‘Ja, dat zal ze best heugen. Temeer, omdat je gelijk had.’
‘Ja, dat was zó makkelijk te zien, dat ik geen seconde twijfelde. Geen bluf of overdrijving nodig. Ik heb geluk gehad dat het eerste contract wat ik afsloot simpel was. Daardoor kon ik resoluut optreden. Bij de firma die de strook geëgaliseerd en de afrastering verplaatst heeft. Wij doen geen tuinhekjes, juffrouw. Ik heb vijfhonderd meter, enzovoort. Op zo’n kort mogelijke termijn, maar wel voor een leuk prijsje, anders ga ik naar een ander. En die man heeft dat rondgebazuind, waardoor alles daarna ook vlot ging. Daar zat alleen spelen op hun eergevoel bij, dat het voor hun dorpsgenoten was.’
‘Komt eergevoel ook in een bakkerij voor? Ik bedoel het niet cynisch, hoor.’
‘Nee, dat weet ik. Ja, dat komt zeker voor. Allereerst voor ons zelf, goed werk afleveren. Maar het uitspelen tegen de klanten ook. Als ze om korting vroegen bij tien gebakjes vroeg ik of ik dat bij hun ook kreeg, op één of andere manier. Meestal niet. Ik wist toch van bijna iedereen wat ze deden.’
‘Ik probeer ook kennis van vroeger te gebruiken, zoals met die rijplaten. Maar jij doet continue niets anders. Het opmerkelijke is, dat je het overal kunt gebruiken. Dat je daardoor zo veelzijdig bent.’
‘Dat was ik al. Tja, jij sneed alleen in bewusteloze mensen. Knap hoor, daar moet je heel wat voor weten, maar erg éénzijdig.’
Ze grinnikten.
‘Als troost, Mark, je bent erg goed in het grote geheel in de gaten houden. Ik ga er weer vandoor. Dag, lieverds.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 13

Verzorgd door Tamara.

GROOT NIEUWS en een paar nieuwtjes.

De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties gaan door. Verder geen nieuws.
 
De nieuwbouw.
Herhaling, over de rijplaten mag gelopen worden, maar niet op werkdagen, wanneer er gewerkt wordt, om de bouw niet te storen.

We hebben jullie een keer gevraagd om op te geven of jullie belangstelling hadden voor een huis. Dat was om er achter te komen hoeveel er nodig waren en van welk type. Daar kwam uit, ongeveer negentig, een kwart daarvan met twee slaapkamers, de overigen met drie slaapkamers. We nemen nu de volgende GROTE stap.

DE INSCHRIJVING VOOR DE WONINGEN WORDT VOLGENDE WEEK GEOPEND.

Vorige week is het eerste huisnummer aangebracht, op nummer 1. Daarna zijn de overige nummers voorlopig met z’n tweeën op een paal middenvoor een blok gezet. Dat is niet voor niets. Jullie kunnen gaan kijken waar jullie willen wonen. Vanaf volgende week kunnen jullie bij de vereniging van huurders drie voorkeurnummers opgeven. Liefst met de redenen voor die voorkeur, daar kan dan rekening mee gehouden worden. Want niet iedereen zal zijn eerste voorkeur kunnen krijgen, het zou wel erg onwaarschijnlijk zijn als alle inschrijvers een ander nummer als eerste voorkeur op zouden geven. Het wordt puzzelen om iedereen zo veel mogelijk zijn zin te geven.

Wanneer de inschrijving gesloten wordt, wordt tijdig medegedeeld.

Nieuwtjes.
Er is nog een ploeg bijgekomen, die is met de vierde twee-onder-één-kap begonnen.
Jullie kennen me onderhand, ik neus overal rond. Dus ook bij de nieuwbouw. Ik werd met de week nieuwsgieriger. Iedereen was druk aan het werk, maar vroeg me niets. En alle materialen waren ruim op tijd aanwezig. Ik begon steeds meer te vermoeden dat er iemand was die alles in de gaten hield en aan het regelen was. Maar ik zag niemand rondlopen. Vanmorgen vond ik het genoeg, ik móest weten wie, wat ik vond míjn werk, aan het doen was. Na bijna onfatsoenlijk aandringen bij grinnikende werklui kwam ik uiteindelijk bij een opperman, die zei, we hebben je lang genoeg geplaagd, iedereen vond het leuk om je zichtbaar te zien puzzelen waarom alles zo goed liep. Wie jou nog niet kende is door de anderen voorgelicht. Hij zei plechtig, wij hebben hulp van boven. Ik zei, dat zal best, maar wie is op aarde zijn waarnemer? Dat veroorzaakte natuurlijk een hoop lol bij iedereen in de buurt. Ik werd naar een huis in de dichtstbijzijnde oude straat verwezen. En ja hoor, daar zat, in een kamer één hoog aan de achterkant, dus met uitzicht over de hele strook, iemand die alles coördineerde. Hij had een verrekijker, een telefoon, een hoop papieren en op een ezel een grote plattegrond van de strook met de huizen en hun nummers erop. De bouwers vonden mij een lieve meid, ze vonden het prachtig hoe ik de contracten geregeld had, maar ze hadden toch liever iemand uit de bouwwereld die alles regelde. De baas van de firma die de strook geëgaliseerd en de afrastering daar aangebracht had, had dat georganiseerd, om zo snel mogelijk te kunnen werken. Zijn personeel had daar bij hem erg op aangedrongen, omdat die huilende mensen langs de geëgaliseerde strook hadden zien staan, de woningnood veroorzaakte kennelijk nog meer ellende dan iedereen gedacht had. Anders staan een jongen en een meisje van rond de vijfentwintig toch niet in elkaars armen te huilen?
Ik mocht in de papieren van die coördinator kijken. Hij had er één waar precies de volgorde opstond wat er aan een huis moest gebeuren. Zelfs het aanbrengen van de houders voor de vlaggenstokken stond erop. Ja, daar hadden we aan gedacht door de tekeningen van de kinderen. Oeps, vergeten. Sorry. Die hang ik zo spoedig mogelijk op in het dorpshuis. Door die tekeningen waren we ook op tijd met het bestellen van gras, voor bij de huizen.
Even tussendoor, ik heb een keer geschreven, minimaal twee weken voor de oplevering mag de nieuwe bewoner behang uitzoeken, er wordt voor hem behangen. Iets preciezer, zonder bijbetaling, op voorwaarde dat er geen duurder behang gekozen wordt dan één kwaliteit boven de middenstandaard. Op dat moment mogen ze ook met de tuinman overleggen. Normaal gras zonder bijbetaling, andere dingen, planten, struiken, enzovoort, wil hij wel planten, maar tegen bijbetaling. We kunnen alleen dingen gezamenlijk (heel voordelig) regelen, waarvan we weten dat iedereen ze wil hebben.
Die coördinator kan, doordat hij de bouwvolgorde weet en gegevens van alle firma’s heeft, ook op tijd de volgende club waarschuwen dat ze in een volgend huis terechtkunnen. Alle leveranciers zijn begonnen voorraden te maken, zodat, zodra er gebeld wordt, ze direct kunnen leveren. Zo hopen ze zonder vertragingen snel door te kunnen werken.
Hoe snel? Ik ben iets op het spoor, misschien de volgende keer wat daarover, ik wil eerst meer zekerheid.

Overige onderwerpen.
Geen.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week  26

De week erop kwam Tamara weer op het kantoor om een praatje te maken.
‘Ik ben overal langs geweest, om te vertellen dat we aan het rekenen waren geweest en verrast waren door de uitkomst, hoe snel de woningen klaar zouden zijn.. Nou, zij waren allemaal ook verrast, maar ze voorzagen geen problemen. Toch zouden ze hun leveranciers, als ze die hadden, inlichten. De ambtenaar in de stad vroeg, wat de volgorde van bouwen was. Dat moest ik navragen bij de coördinator. Die zei, eerst de oneven kant, dan willen we het eenrichtingverkeer omdraaien en de even kant doen, vanaf nummer zes en negentig naar nummer twee. De ambtenaar zei, als ze eerst het eerste stuk Avenue, tot de eerste zijstraat, aan beide zijden doen, dan kan ik in dat stuk de straat af laten maken. Dat is prettiger voor de bewoners. Ik vroeg, maar die vrachtwagens dan? Hij zei, een wegdek krijgt op zijn donder van afremmen, optrekken en draaien van zware vrachtwagens. Maar er gewoon overheen rijden is geen probleem. Ik heb de coördinator weer gebeld. Ja, dat kon wel, het eenrichtingverkeer zouden ze dan zo laten. De ambtenaar laat tijdelijke borden neerzetten, zodat de bewoners het ook weten. Als de hele bouw en de straat klaar is hoeft het niet meer.’
‘Wat een service. Is het in drieën aanleggen niet duurder dan in één keer?’
‘Ja, iets, maar bewonersgenot mag iets kosten.’
‘Ja, daar weten we alles van, hè?’
‘We doen ons best, Mark. Daarom ging ik nog even door. Ik vroeg, kunt u dan dat stuk laten doen zodra de buitenkant van de huizen klaar is? Daarna komen er alleen bestelauto’s van de leveranciers voor de binnenafbouw. Dat scheelt nog eens acht weken voor de bewoners. Hij grinnikte en zei, nu staan we wéér quitte. Ik was slim, nu jij weer. Mooi, hè?’
‘Ja, en het is geen wonder, dat je lol in je werk hebt. Je maakt er echt iets van.’
‘Ja, maar af en toe weet ik het ook niet. Ik heb iedereen geheimhouding laten beloven, want ik had nog eens nagedacht over wat in het krantje zou zetten over de snelle voortgang. Want dan gaan er vast mensen hun voorkeur veranderen om eerder aan de beurt te zijn. Maar ze helemaal onwetend laten is ook niet netjes, ze moeten toch kunnen plannen, sommigen zelfs hun huwelijk.’
‘Wanneer wordt de inschrijving geopend?’
‘Van de week.’
‘Wanneer kan de eerste bewoner erin?’
‘Over een week of twaalf. Maar uiterlijk een paar weken ervoor moet die bekend zijn, om het behang en de tuin uit te zoeken.’
‘Verdeel het in drieën. Sluit de inschrijving over drie of vier weken. Probeer dan een paar weken te bepalen wie waar komt. Daarna moet je ze oproepen om van eerste naar tweede voorkeur, of derde, te veranderen, dat zal beslist nodig zijn.’
‘Ja, dat is een goed idee. Ik zal het met Ian bespreken, ook onder geheimhouding. Tja, als enige heeft hij zelf voordeel bij die kennis. Francis en hij kennen elkaar nog niet zo lang, maar ze kennen wel elkaars achtergrond. Het is vast verleidelijk om wat snel te trouwen als je gelijk een huis kan krijgen.’
‘Dat heb jij ook gedaan.’
‘Plaag me niet, ik had al langer gewacht. Maar ze zoeken het zelf maar uit.’
‘Natuurlijk. Heb jij alles uitgezocht?’
‘De beheerder en ik gaan vaak op stap voor de renovaties. Maar vijfhonderd huizen bekijken duurt even.’
‘Rustig aan maar. Als alle planningen maar op tijd zijn om offertes en opdrachten te regelen vóór de eerste bouwploegen klaar zijn.’
‘Ja, maar af is af, je weet maar nooit wat ertussen komt. Veel kan het niet zijn. Voor de nieuwbouw liggen zeilen klaar om bij slecht weer door te kunnen werken.’
‘Hoe zit het met vakanties?’
‘Dan komen er zo veel mogelijk anderen, de bouw komt niet stil te liggen. Wel tussen Kerst en Oud en Nieuw, maar dat zullen ze ook vast proberen in te lopen. Alles blijft een planning, maar ik verwacht geen grote verschillen.’
‘Mooi.’



* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 14

Verzorgd door Tamara.

ALWEER GROOT NIEUWS

De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties gaan door.
Nu de bouwers alles zo goed in de hand hebben, hebben de beheerder van de huizen en ik weer tijd om bij de getaxeerde huizen langs om een overzicht te krijgen voor de renovatie.
 
De nieuwbouw.
DE INSCHRIJVING IS GEOPEND.

Maar lees eerst verder, vóór jullie je drie voorkeuren op gaan geven. Met dat ‘jullie’ bedoel ik natuurlijk iedereen die graag in een nieuw huis wil. De grote vraag is natuurlijk, wanneer kan ik er dan in? Wanneer is het eerste huis klaar? Wanneer het laatste?

Ik heb er met de coördinator over gesproken. Dat wilde hij eerst niet, ze zouden wel zien. Van de kant van de bouwers is dat begrijpelijk. Ze hebben nog nooit met zoveel lui tegelijk gewerkt en hebben geen idee of ze elkaar voor de voeten gaan lopen. Over een paar maanden dacht hij dat ze wel een schatting konden maken. Dat vond ik te lang duren, dus ik ben vragen gaan stellen. Ik geef jullie niet het werkelijke verhaal, het gesprek was vrij omslachtig. Ik maak er iets van, waardoor jullie kunnen begrijpen wat er aan de hand is. Voor een twee-onder-één-kap gebruik ik ‘blok’,
Er is nog een ploeg bijgekomen, die zijn met het vijfde blok begonnen. Hoelang gaat dat door, dat er ploegen bijkomen?
Er komen er in totaal acht, voor de buitenkant. Zodra de eerste ploeg met de buitenkant van een blok klaar is, begint er een ploeg voor de binnenkant. Daarvan komen er ook acht.
Ze beginnen iedere week met een nieuw blok, gaat dat zo door?
Tot alle acht ploegen aan het werk zijn. Zodra de eerste ploeg een blok af heeft, beginnen ze met het volgende.
Wat is de normale bouwtijd voor een huis?
Veertien tot zestien maanden, waarvan de laatste drie de binnenafbouw.
Laten we eerst over de buitenkant hebben. (Ik zag namelijk een verschil tussen binnen en buiten. Buiten lopen werklui elkaar niet zo gauw in de weg als binnen)
Dus elf tot dertien maanden. Laten we voor het gemak twaalf aanhouden. En voor een twee-onder-één-kap?
Ook zoiets.
Werken er in die buitenploegen twee, drie, vier of vijf keer zoveel lui als normaal?
Dat weet ik niet precies, ik moet alleen zorgen dat de ploegen aan het werk blijven en dat de materialen er op tijd zijn.
Je gebruikt een verrekijker, maar je bent vast ook gaan kijken. Het wemelt er van de metselaars.
Tja, het lijkt wel vier keer meer dan normaal.
Dan kan de buitenkant dus in drie maanden klaar zijn?
Hij schrok. Eigen schuld, wie rekent zijn werk niet van tevoren uit? Precies hoeft niet, maar je moet toch een idee hebben? Ik ging nog even verder.
Kijk eens naar het eerste blok. Lijkt het niet, alsof ze op de helft zijn? Na ruim vier weken? Dan moet de buitenkant makkelijk binnen drie maanden klaar kunnen zijn.
Hij pakte zijn verrekijker en keek. Daarna, zonder verrekijker, in zijn papieren. Daarna lang naar het plafond. Daarna weer naar mij.
Ik moet je gelijk geven. Dank je wel. Ik moet dit doorgeven, aan iedereen, om er zeker van te zijn dat alles goed blijft lopen. Maar het moet lukken. Ongelofelijk.
Ik was natuurlijk al hartstikke blij, met die drie maanden, maar we waren er nog niet.
Nu de binnenkant. Normaal drie maanden. Dat kan niet vier keer zo snel, dat snap ik best. Daar lopen ze elkaar veel eerder in de weg. Laten we het op twee maanden houden.
Dat moet kunnen.
We hebben alles nog eens bekeken, maar de verwachting blijft, het eerste huis dicht, de buitenkant dus klaar, binnen drie maanden, nu dus nog twee. Twee maanden erbij voor alles binnenin, over ongeveer vier maanden kan de eerste bewoner in zijn huis.
Ik dacht, de buitenkant van de gevulde koek is klaar, de vulling zit erin, nu nog de pinda voor er bovenop.
Corrigeer me als ik in de fout ga, meneer de coördinator. Ze zijn, vanaf het begin, iedere week met een nieuw blok begonnen. Er komt dus ook één blok per week klaar. Na de eerste dus nog zevenenveertig weken, voor alles klaar is?
Hij schrok weer.
Je rekent in principe goed, maar op zo’n lange termijn moeten we een speling aanhouden. Laten we zeggen, een jaar.
Ik was dik tevreden, omdat ik jullie nu tenminste wat kan vertellen. Hoe verder de bouw vordert, hoe nauwkeuriger de voorspellingen natuurlijk zullen worden. Maar nu kunnen jullie gaan plannen.
Dus, grofweg, over vier maanden kunnen de eerste twee huizen bewoond worden, iedere week daarna weer twee, de laatste twee over ongeveer zestien maanden.

Over de inschrijving. Wees sportief, sociaal of zoiets. Als jullie niet zo’n erge haast hebben, plan dan jullie verhuizing en of huwelijk niet te snel, de huizen zijn toch vroeger klaar dan jullie dachten. Kies dan een hoog huisnummer, dan blijven de lage nummers, die eerder klaar zijn, voor de lui die echt haast hebben, zoals stellen met kinderen die nog bij hun (schoon)ouders inwonen.

Wanneer de inschrijving gesloten wordt, wordt tijdig medegedeeld.

De oorspronkelijke volgorde van blokken bouwen was eerst de ene kant van de Avenue, de oneven nummers, daarna de andere kant, te beginnen bij nummer zesennegentig. Maar de stadsbouwambtenaar had een beter idee. Hij stelde voor, na de eerste acht blokken niet na de zijstaat door te gaan, maar aan de andere kant met nummer twee te beginnen. Dan kan de stad, wanneer die acht blokken klaar zijn, de Avenue vanaf het begin tot de eerste zijstraat afmaken. Dan hoeven de bewoners van dat eerste stuk Avenue niet over de rijplaten te blijven rijden tot alle huizen klaar zijn. Dat gaan we doen. Daarna t.z.t. het tweede en derde gedeelte. Dank u wel, stad.

Overige onderwerpen.
Geen.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week  27

‘Je zal best opschudding in het dorp veroorzaakt hebben, met je krantje. Zo snel de eerste huizen klaar.’
‘Ja, enorm. Meest gestelde vraag, is het echt waar? Tja, de situatie was uitzichtloos, tot jullie nieuwbouw aankondigden. Ze zijn natuurlijk gaan gokken. Planning vóór de bouw, een half jaar. De bouw zelf, minstens een jaar voor het eerste huis klaar is, dus in totaal over anderhalf jaar. Er is wat afgejankt toen de strook geëgaliseerd werd, na een paar weken. En weer toen de bouw begon, na een week of tien. En nu weer, de eerste twee huizen klaar binnen vijf maanden na de aankondiging. Hebben jullie gezien dat ik wat speling aangehouden heb?’
‘Ja, heel verstandig. Je kan ze van week op week nauwkeuriger informeren. Tamara, we wilden het over de renovaties hebben, en wat daarmee samenhangt.’
‘Je zegt wel eens wat van mij, maar je bent zelf ook een doordouwer. Ik heb amper verteld hoe blij ze zijn met de nieuwbouw, wil je het hebben over de renovaties, die daarna pas kunnen beginnen.’
‘Ja, het is nog lang niet zover, maar ik wil het ook niet over details hebben.’
‘Goed. Jij bent voor de grote gang van zaken. Met de eerste ronde standopnemen zijn we op de helft.’
‘Mooi. Je wilde, als het kon, toch woningen vrijhouden voor mensen die voor de renovatie hun huis uit moeten?’
‘Ja. Dat wordt weer een puzzeltje. Ik weet niet of en hoeveel er dat worden. En ik weet niet hoeveel er tegelijk hun huis uit moeten. Hoe groots pakken we de renovatie aan?’
‘Het één hangt natuurlijk af van het ander, maar in principe groots. Hoeveel werk is er voor buitenploegen?’
‘Weinig, denken we. Behalve het vervangen van de vensters is er alleen hier en daar wat reparatie aan de muren nodig. En wat nieuwe dakpannen.’
‘Dat valt dus in het niet tegen wat er binnen moet gebeuren.’
‘Ja. Het grofste werk binnen is het verwijderen van muren. Nu er in principe maar één gezin in een woning gaat wonen, zoals dat hoort, kunnen er nogal wat kleine kamertjes bij elkaar gevoegd worden. De niet-originele muren zijn natuurlijk makkelijk te slopen, de originele moeilijker, sommige zijn steunmuren, die kunnen er niet helemaal uit, anders stort de boel in. Daar moet dan een boog van gemaakt worden.’
‘Ik dacht dat je alleen rondgekeken had voor de keukens, badkamers, vensters en de CV?’
‘Ja, om de gegevens daarvan te noteren. Ik ben enig kind, ik had een redelijk kamertje. Maar ik heb pijpenlaatjes gezien waar drie kinderen in slapen, zoiets valt me natuurlijk op.’
‘Ja, treurig. Hoeveel huizen zouden we tegelijk aan kunnen laten pakken?’
‘Laten we het dan op maximaal acht houden, zoveel ploegen hebben we nu ook. Eerst de buitenploegen voor de vensters en het breek- en metselwerk binnen, daarna de binnenploegen. Het makkelijkste zou zijn als het hele huis leeg was. Dat de bewoners hun spullen meenemen naar zo’n ruilwoning. Maar dan zou ik er acht vrij moeten houden.’
‘Zou het niet makkelijker zijn, alles op te slaan in containers in de buurt?’
‘Ik zou niet weten waar ik die moet laten. Op straat? O. Ik word wakker, jullie hebben erover nagedacht.’
‘Ja, je weet wel, het grote overzicht. Heb je een tekening van het dorp bij je?’
‘Ja, die sjouw ik altijd mee. Eentje van het kadaster . Daar staan alle percelen op en de huisnummers.’
‘Je hebt ooit gezegd, er zijn stukken leeg tussen de huizen, die zijn nét te smal zijn voor een huis. Kunnen daar die containers tussen?’
Tamara had ondertussen de tekening uit haar tas gehaald.
‘Wat slim. Ja, waarschijnlijk wel. De maten van die open stukken staan er niet allemaal op, maar daar kom ik wel achter. Ik huur schoolkinderen in om ze op te meten. En ik zoek de grootte van containers uit. Binnen een week weten we daar dan genoeg over.’
‘Is dat verantwoord, jeugd zulke metingen te laten doen?’
‘Ja. De oudere jeugd is gewend aan zulke klusjes en doet precies wat er gevraagd wordt. Anders is het afgelopen met hun bijverdiensten, ons kent ons.’
‘Mooi. Nu over het onderbrengen van de mensen.’
‘Een gedeelte zal wel bij familie in huis gaan. O. Ik voel de problemen. We zouden de ruilwoningen moeten stofferen en meubileren. En dan weet ik nóg niet of ik maximaal acht gezinnen onder kan brengen. Hotels? Duur. En niet in het dorp.’
‘Stop maar, daar hebben we ook over gedacht. Stacaravans.’
‘Stacaravans? Tja. Groot zat. Over het hele dorp is er waarschijnlijk wel ruimte te vinden voor acht containers en acht stacaravans. Maar misschien moeten het zestien containers worden. En hoe sluit je die stacaravans aan?’
‘Het is heel leuk om je te horen denken, Tamara. Zo doe je altijd, hè?’
‘Ja, natuurlijk. Van het één komt het ander. Gelukkig is er zelden haast bij, dan kan ik er nachtjes over slapen. En hier en daar inlichtingen inwinnen. Stacaravans. Huren? Kopen? Nieuw of tweedehands? En wat moet er mee, na de renovaties?’
‘Stop maar weer. Inderdaad, het aansluiten is wat lastig, tussen andere huizen. Ze zouden het liefst bij elkaar moeten staan.’
‘Jullie plagen me. Jullie hebben vast al een complete oplossing.’
‘Grotendeels wel. We plagen je een beetje, maar het heeft nut. Zo zie je alle moeilijkheden en mogelijkheden en hoef je je later niet af te vragen of de oplossing die in je schoot geworpen is een goede was.’
‘Prima. Gooi maar.’
Ze grinnikten.
‘We praten het ook graag met je door, omdat jij in het dorp gewoond hebt en de mensen en de omstandigheden kent. We zijn al blij dat je wat in stacaravans ziet.’
‘Ja, daar is het wel weken in uit te houden. En zo goed als zeker de beste oplossing. Nu nog de plek en wat er later mee te doen.’
‘Ja, ja. Je weet, de kosten zijn niet het hoofdprobleem, maar geld weggooien blijft zonde. We zouden graag met die stacaravans een campinkje willen maken, niet te ver van het dorp.’
‘Een camping? Oh, wat slim. De caravans eerst als ruilwoningen, later verhuren?’
‘Juist.’
‘Vast rendabel, als het een leuke camping wordt. Misschien wel voor meer dan acht stacaravans. En tenten, campers. Zoiets?’
‘Een goed idee, maar doe nu eens rustig aan. Die acht om te beginnen, de rest is van later zorg.’
‘Nee. Sorry. Daar moet vanaf het begin rekening mee gehouden worden, anders komen we later misschien klem te zitten.’
‘Ja, slimmerd. Goed. Waar?’
‘Waar? Ohhhh, wacht even. Op jullie grond, zeker. Jullie lijken wel doorgeschoten kruideniers.’
Mark schaterde van de lach, Simone en Tamara grinnikten.
‘Ja. Je hebt vast ook een kaart van de landerijen bij je, voor als je naar de pachters moet.’
Tamara haalde nog een kaart uit haar tas.
‘Tja. Waar moet een camping aan voldoen? Niet te ver van het dorp, ruimte, rust. Oh, shit.’
Tamara schoot met haar vinger over de kaart richting dorp.
‘Hier ergens. Kijk, dit blauwe lijntje, tussen twee landerijen, is een beekje. Ik zie het hier niet staan, maar er is een eh verbreding, een meertje, van eh ongeveer twintig bij dertig meter. Nog geen kilometer van het dorp. De jongens gaan daar wel zwemmen, maar het mag niet van de beheerder, die jaagt ze weg. Tja, de oevers horen bij de landerijen, daar wordt op verbouwd, hij is bang voor vernielingen. Onterecht, verder dan een meter van het water komen ze niet. Ik herinner me nog iets. Volgens de geruchten is je vader ooit om toegang gevraagd, Mark. Nou, het is nu aan jóu.’
‘Ja. Denk eens door, over die camping.’
‘Ik ben ooit bij dat meertje geweest. Stiekem, met een vriendinnetje. Het was voor meiden verboden terrein, de jongens zwommen in hun blootje. Tja, een mooi gezicht, een stuk of tien helemaal blote jongens, maar die pikkies deden me niet veel, die zag ik bij baby’s ook wel. Al waren ze bij die jongens wat groter. Maar tjonge, wat kunnen die groeien, als eh. Oeps, ik dwaal af. Ik stel me voor, langs het beekje, aan de ene kant stacaravans, aan de andere kant plek voor tenten. Het meertje zou groter gemaakt moeten worden, anders kan je er omheen te weinig kwijt. En het zou schoongemaakt moeten worden, wie weet wat er na eeuwen allemaal in ligt. De jongens werden er niet ziek van, waarschijnlijk omdat er genoeg water van het beekje doorstroomt, het staat zelden droog, maar zekerheid eerst. Goed, beekje tijdelijk omleiden, meertje schoonmaken en vergroten. Misschien mooi werk voor de firma die de strook aangelegd heeft. Kunnen ze gelijk de afrastering tussen de camping en de landerijen aanbrengen. Niet erg, dat twee pachters een strook grond kwijt raken?’
‘Nee, dat is te regelen. Klinkt allemaal goed, Tamara.’
‘Onvoorstelbaar. Dit gevulde koekje helpt eerst een straat ontwerpen, nu een camping.’
‘Helpen is voorzichtig uitgedrukt. Je hebt maar een hint nodig en werkt het dan zover uit dat je duidelijke offertes kan vragen.’
‘Ja, verder ga ik niet, dat laat ik aan specialisten over. Zoals dat beekje omleiden. Simpel bedacht, maar er gaat meer water door dan wat er uit een kraan komt. Zal ik nog verder gaan? Of een andere keer? Of het eerst zelf uitwerken?’
‘Ga alsjeblieft door. Het is zo mooi om te horen.’
‘Goed. Maar ik heb graag eerst wat ruggensteun. Kan je Thomas bellen, hem vragen wat hij van een camping bij het meertje vindt?’
Mark pakte de telefoon al.
‘Thomas, Tamara en wij zijn ergens over aan het brainstormen. Wat denk je van een campinkje bij het meertje waar jij vast ook in je blootje in gezwommen hebt?’
‘Heel goed. Dank je wel.’
Mark legde de telefoon neer.
‘Leuk idee. Toegangsweg vanaf het dorp. Voor naaktzwemmen een oplossing zoeken.’
Ze grinnikten.
‘Lief van hem, om aan de jongens te denken. Maar zo gauw zie ik daar geen oplossing voor. Jullie?’
‘Ik niet. Simone?’
‘Ja. Wat méér graafwerk maakt ook niet uit, voor het goede doel. Maak een toegangsweg vanuit het dorp, tot de camping. Daar voorbij, een paar honderd meter, een meertje voor de jongens. Dan hoeven de campinggasten er niets van te zien. Komt er een beheerder?’
‘Ja, voor meer dan acht stacaravans en minstens zoveel tenten is dat beter. Trouwens, het kan alleen zomerverhuur worden, ‘s winters lijkt me niets.’
‘Afwachten, stadsmens, er zijn nogal wat wandelaars in Engeland. Die zullen best in een stacaravan willen.’
‘Nog beter. Die beheerder kan de mensen waarschuwen dat er verderop soms naakt gezwommen wordt.’
‘Prima, Simone. Ga verder, Tamara.’
‘Van het één komt weer het ander. Ik heb nooit gekampeerd, maar ik ben een keer op een kampeerterrein geweest. Met alleen maar tenten. Die stonden erg slordig opgesteld, dat is niets. Wij moeten het netter doen, overzichtelijker. Om te beginnen, bij de toegang, aan het eind van de toegangsweg, een gebouwtje voor de beheerder. Receptie, magazijntje voor reservespullen voor de stacaravans en gereedschap. Winkeltje voor tentspullen. Toiletten en douches voor de tentbewoners. Over de beheerder. Wie? Waar woont die?’
‘In de eerste stacaravan naast het gebouwtje?’
‘Ja, daar is vast wel iemand voor te porren. Dat worden er dus negen. Minimaal. Goed. Nu het vermaak. Ik zei al, wandelen. Stedelingen zullen ook graag het dorp bekijken. En er boodschappen halen, waardoor er niemand bezwaar zal maken tegen die camping. Zou dat anders problemen geven?’
‘We kunnen met onze grond doen wat we willen, maar zonder de instemming van het dorp doen we het niet.’
‘Als ik alles in het krantje uitleg, ruilwoningen eerst en dan extra klanten, komt dat wel goed.’
‘Is dat uitleg of manipulatie?’
‘Tja, Simone, weer zo’n grensgeval. Net zoals tussen dreigen en voorstellen doen.’
‘Ik weet nog iets voor dat naaktzwemmen. We hebben van Thomas gehoord dat er inmiddels aardig gebruik gemaakt wordt van het zonneterras. Hij hoort ook méér. Dat de dorpsjeugd die hier niet werkt er jaloers op is. En dat, wie er wél mag komen, niet jaloers is op ons zwembad. Ze hebben er begrip voor dat het alleen voor de familie en hun gasten is. Maar de meiden zouden, nu ze zo fijn bloot met elkaar omgaan, ook wel bloot willen zwemmen. In de stad kan dat niet.’
‘Ik zal het er met Ian, als voorzitter van de vereniging van huurders, eens over hebben. Tot nu toe gaan de jongens bij mooi weer spontaan naar dat meertje toe. Misschien kunnen er tijden ingesteld worden voor jongens, voor meiden en voor gemengd zwemmen en zonnen. De helft van de jeugd is vrouwelijk, er zijn er vast bij die wel wat willen. Of alleen met meiden, of gemengd. Vorig jaar had ik waarschijnlijk voor aparte tijden alleen met meiden gestemd. Nu zou ik het niet weten.’
‘Je zou meiden, die niet op het zonneterras mogen komen, uit kunnen leggen, dat, als iedereen zich, net als daar, keurig gedraagt, het te proberen is. Je zou ook het voorbeeld daar kunnen geven.’
‘Welja. In m’n blote kont tussen de jeugd zitten. Kom jij dan ook?’
‘Nou, laat ik dat maar niet doen.’
‘Nee, alhoewel er meiden zijn die net zoveel hebben als jij. En onder de achttien moet toestemming hebben, natuurlijk.’
‘Is dat te controleren?’
‘We hoeven geen pasjes uit te geven. De ouders houden, als ze van het zwemmen weten, wel in de gaten waar hun kinderen  uithangen. Ik zal ook nagaan hoe de wettelijke eisen voor een camping en een zwemgelegenheid zijn. Als ik je zo hoor, Mark, kan niemand er iets aan doen, maar die eisen aanhouden is wel zo verstandig, voor de veiligheid en de gezondheid. Net zoals met de nieuwbouw.’
‘Je bent weer geweldig.’
‘Gewone logica. Ik ga ook na, hoe het met naaktzwemmen op privé-terrein zit. Als dat mag, kan ik er open en bloot over schrijven, anders moet het stiekem. Verder over het vermaak op de camping. Het meertje moet langzaam aflopende kanten krijgen, zodat er ook kleine kinderen in kunnen spelen. Ik heb op Amerikaanse films gezien, dat ze daar op campings barbecues neerzetten en plekken maken om een vuurtje te stoken. Dan heb je minder brandgevaar dan wanneer ze het op een willekeurige plek gaan doen. De beheerder kan dat schoonhouden. En brandhout, geschikt brandhout, verkopen.’
‘Wat denk je snel door.’
‘Tja, eerder opgedane kennis inzetten, hè? Eh kano’s verhuren. Ik weet niet of dat beekje bevaarbaar is, anders is het misschien een paar kilometer stroomop en stroomaf wel te maken. Peddelen door de natuur. Misschien ook fietsen. Nou, méér weet ik zo gauw niet.’
‘Méér dan genoeg. Eens kijken. Zou die toegangsweg vanaf het eind van de Avenue kunnen komen?’
‘Ja, vandaar naar de beek, daarlangs voor zover nodig. Niet te breed, passeren moet wel mogelijk zijn. Riolering, voor het gebouwtje en de stacaravans. Bij de tenten een put om afvalwater in te storten. Elektriciteit en water voor alle plekken. Ik ga op een andere camping kijken of er nog meer nodig is. En informeren bij een overkoepelende organisatie, of ze advies kunnen geven voor de grootte. Die weten vast de bezetting van campings in de buurt. En tarieven.’
‘Je bent weer niet af te remmen. Ik wil een niet te grote, gezellige camping. Ga met de beheerder van de landerijen kijken waar de camping en de twee meertjes zouden kunnen komen. Hij kan het beste bepalen waar er stukken van landerijen af kunnen en hoe de weg moet lopen, liefst over een grens. Kan je het bijhouden?’
‘Natuurlijk, het één komt toch door het ander? Zo verzin jij het ook.’
‘Ja, dat is zo. Gaf ik te veel aanwijzingen?’
‘Nee, prima. Ik zou wat kunnen vergeten.’
‘Alles gaat nog steeds geweldig. We vergeten wel eens wat, maar dat wordt goedgemaakt doordat we iedereen inspraak gunnen.’
‘Niet zelf het wiel uit willen vinden, hè, Simone?’
‘Nee. Je verwijst naar de tweeling, hè?’
‘Ja. Wanneer gaan jullie er naar toe?’
‘Dat duurt nog even. Een maand of vijf. Zijn jullie nog van plan om dan een verlate huwelijksreis te maken?’
‘Ja, een weekje naar Londen, rondkijken, uitgaan, zo vaak zijn we er niet geweest. Overnachten in een lux hotel, ons laten verwennen. Jullie hoeven geen medelijden met ons te hebben, hoor. Onze huwelijksreis thuis was heel geslaagd. We hebben helemaal ongestoord van en met elkaar kunnen genieten. We hoeven ook de hele wereld niet te zien, dat kan op de TV. We hebben ook niet zo’n behoefte aan vakantie. We hebben het hier zó naar onze zin, met alle vrienden en bekenden om ons heen. Zouden we mogen blijven zwemmen?’
‘Ja, iedereen die anders ook mag.’
‘Fijn. We praten er af en toe over, waar we een volgende vakantie naar toe zouden willen. We komen allebei steeds met dezelfde plek als mooiste doel. We zouden graag zien hoe jullie woonden, hoe jullie kinderen wonen. En de omgeving, hoe jullie daar leefden en de kinderen nu leven. En simpele dingen doen, zoals een supermarkt bekijken. De stad een beetje, en een dorp. En een camping komt er nu bij, al zal de onze, zeg ik maar, dan misschien al klaar zijn. Want we gaan natuurlijk niet eerder dan dat de drukte van twee bevallingen ruim voorbij is. Daar zullen jullie vast van genieten, daar horen we dan wel over. O, zouden we af en toe mogen kijken en even chatten? Nou, Simone, traantjes?’
‘Ja, je bent zo hartelijk. Natuurlijk mag dat, hè, Mark?’
‘Ja. Al was het maar omdat wij júllie anders te veel zouden missen.’
‘Nou, wie is er hartelijk? Thomas had een keer een dolle bui. Hij zei, ik wil daar in de tuin gaan staan, als een stijve Engelse butler. Maar dan in mijn blote kont, met een erectie. In de wetenschap, dat ik in dat land van de vrijheid gearresteerd zou worden als ik zo één stap buiten de deur zou doen.’
Ze grinnikten.
‘Ja, vrijheid is betrekkelijk. In het verkeer mag je ook niet aan de verkeerde kant van de weg rijden, enzovoort.’
‘Ja, er zijn verschillen, zoals links en rechts rijden, maar in grote trekken zal er tussen daar en hier niet zoveel verschil zijn. Ik heb Thomas een keer een droom van me verteld. Daar kwam hij ook weer op. Hij wil dan een keer met de jongens op een rij in de tuin gaan staan. En dan met behulp van de meiden en mij een wedstrijdje spermaspuiten houden.’
‘Nou, waarom niet.’
‘Ja, je ziet het al voor je, hè, Simone? Je zou er vast bij willen zijn. Thomas zei, ik dacht eerst om dan nog twee wedstrijdjes te houden, jullie meiden te laten rouleren. Maar dan zouden Aimee en Silvia tekort komen, die dag geen beurt meer kunnen krijgen.’
‘Sympathiek van die grote producent.’
‘Ja, hij blijft lief. Hij denkt nog steeds met genoegen terug aan de keer dat wij tweeën hem verwend hebben. Hij heeft ontzettend genoten toen hij babytje mocht spelen, je aan zijn ballen en zijn stijve zat en ze zo groot vond. Maar hij was heel blij toen hij eindelijk kon lozen, omdat hij zo’n tijd met een ontzettende stijve gezeten had. Hij vond het daarna, als we met anderen zwommen, wel eh prettig als er een vreemde hand aan zijn spullen zat. Maar het blijft buiten snoepen en thuis eten. Goed, ik ga een onderzoek doen naar containers, lege plekken in het dorp, stacaravans en een camping. Weer leuk werk.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 15

Verzorgd door Tamara.

Eigenlijk geen nieuws.

De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties gaan door. De beheerder van de huizen en ik komen bij de getaxeerde huizen langs om een overzicht te krijgen voor de renovatie. We zijn over de helft.
 
De nieuwbouw.
De zesde ploeg is aan het zesde blok begonnen.
Ik heb me laten vertellen dat er geen noemenswaardige problemen zijn.

Overige onderwerpen.
Het is nog in een heel vroeg stadium, maar meneer en mevrouw hebben bepaalde plannen. Ik doe daarvoor onderzoek. Zoals gebruikelijk, ik verklik wat, zodra ik kan.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week  28

‘Daar ben ik weer, met een verslagje van afgelopen week. De bouw ligt op tempo. Dat hoge. Zevende week, als je rekent vanaf het maken van de eerste bekisting en het volstorten, dus zijn ze begonnen aan het zevende blok. Volgende week het laatste blok vóór de zijstraat, daarna begint ploeg één aan de overkant met het eerste blok, huisnummers twee en vier. En dan de eerste binnenploeg in huisnummer één. Ze zijn allemaal erg tevreden over dat één blok per week erbij, alles komt rustig op gang, per week een ploeg erbij, tot volgende week. Diverse probleempjes die in het eerste blok optraden zijn in de verdere blokken niet meer voorgekomen, ze geven alles door.’
‘Tja, massaproductie die op gang komt.’
‘Ja, bij mijn vader mislukte wel eens een hele plaat baksel, hier gaat hooguit in één blok wat fout. De andere massaproductie, het opnemen van de renovaties, loopt ook goed. We zijn al ruim over de helft. Het gaat vlot, de mensen weten dat we komen en wat de bedoeling is. Ze hebben er zelf al over gedacht en vertellen dat. Als we alle huizen gehad hebben gaan we kijken wat er in grote hoeveelheden gekocht kan worden en wat maatwerk wordt. Voor de keuken denken we nu al, dat we met een standaardkeuken heel ver komen. De ruimte die er overblijft kunnen we vullen met een apothekerskast. Daar bestaan meerdere maten van, de rest kan maatwerk worden. Of een afdeklat. Oeps, te veel details.’
‘Dat geeft niet, leuk om te horen.’
‘Het derde project noem ik de camping, al begon het met zoeken naar ruilwoningen. Voor jullie het vierde project, hè? Het kopen van de huizen zat er nog vóór. Goed. Leuk uitzoekwerk, een leuke afwisseling, vijfhonderd huizen bekijken wordt een beetje eentonig. Al zijn ze bijna allemaal anders. Ik heb contact gehad met meerdere firma’s die containers verhuren. Bij één heb ik een mooie deal kunnen sluiten. Onder de nodige voorbehouden van mijn kant, natuurlijk. Onbekend aantal, tijd nog niet te bepalen. Geen probleem. Ze komen per huis kijken wat er voor containers nodig zijn. Dat kunnen ze aardig schatten, zeggen ze. Misrekeningen betalen ze zelf. Dan komen ze die containers voor de deur zetten. Als ze vol zijn zetten ze ze op de door ons aangewezen plek ergens tussen huizen in de buurt. En andersom als een huis gerenoveerd is en het spul er weer in kan. Misschien kan je de politie even bellen, Mark, over containers op straat, bij het laden en lossen?’
‘Goed idee. Doe ik.‘
‘Ik ben naar het kantoor van de vereniging van campinghouders geweest, omdat ik te veel vragen had om het telefonisch af te doen. En ik had zin in een ritje. Met een Rolls, zoals jij in Boston rondreed, Simone. Erg?’
‘Nee, natuurlijk niet. Die onkosten vallen in het niet tegen de kortingen die je krijgt. En je verdere enorme verdiensten.’
‘Ja, goed. Dat kantoor zit in een buitenwijk van Londen, maar dat weten jullie al. Want toen ik binnenkwam zei de receptioniste, hoi, Tamara. Je hebt weer gebeld, hè?’
‘Ja, Simone heeft op Internet gekeken. Dat was het beste adres, daar zou jij vast naar toe gaan. Zo zoek jij dat toch ook uit?’
‘Ja, en in telefoongidsen, niet ieder bedrijf heeft al een website. Zeg, bemoeials in het goede, ik word steeds nieuwsgieriger naar hoe ik beschreven word, duidelijk herkenbaar, maar ik zou niet vissen. Ik kreeg alle informatie die ik wilde. Die medewerker zei eerlijk, dat hij hoopte dat wij lid van de vereniging zouden worden. Ik heb een brochure meegekregen met de voordelen, daar kijk ik later naar. Hij was erg deskundig. Hij adviseerde stacaravans met drie slaapkamers, douche en toilet. Zowel voor ruilwoning als voor verhuur. Die zijn een meter of elf lang, hij adviseerde, voor plaatsing langs het water, per stuk minimaal vijftien meter ruimte, twintig als er een kindertentje naast moet, voor gezinnen met veel kinderen. Die caravans hebben een ouderslaapkamer met een tweepersoonsbed en twee slaapkamers met ieder een stapelbed. Voor een niet te grote, gezellige camping adviseerde hij er niet meer dan twintig neer te zetten, dan wordt het al driehonderd of vierhonderd meter lang. Vóór de caravans tien meter tot het water. Dan kan er uitgebreid gezeten worden en er ook voorlangs gelopen worden. Achter de caravans een grasstrook van vier meter, twee meter om te parkeren, twee meter om te rijden of te lopen. Diepte dus vier meter pad, vier caravan, tien ervoor, totaal achttien. Ik weet je voorkeur voor mooie maten, Mark, niet alleen op technisch gebied, dus twintig meter? En hoeveel caravans?’
‘Die twintig meter diep is prima, mooi maatje, maar wat dacht hij van de verhuurmogelijkheden?’
‘Hij is optimistisch, zelfs voor in de winter. Regen weet niemand van tevoren, daar doet iedereen optimistisch over en legt zich erbij neer als ze pech hebben. Koude? Schaf geïsoleerde caravans aan. Sneeuw? Komt hier zelden voor, Geen probleem trouwens, dat vinden veel mensen mooi. We moeten met niet te lage prijzen beginnen. Pas als het niet loopt kunnen we stunten, want we kunnen dan een heel eind zakken, omdat de grond niets kost. Dat snapte hij eerst niet, veel campings zijn op landbouwgrond. Ja, maar de onze hoefde niet van een boer, die eraan wilde verdienen, gekocht te worden, die hadden we al. Tja.’
‘Tja. Dan doen we er twintig op een rij, ieder op een stuk van twintig meter. Dan is ook een beheerder rendabeler. Kleiner zouden we waarschijnlijk spijt van krijgen. En goede adviezen moet je niet in de wind slaan.’
‘Precies. Voor de mooie getallen, één voor de verhuurder, twintig voor de verhuur. Éénentwintig keer twintig meter is vierhonderdtwintig meter. Voor ruime plaatsen voor tenten adviseerde hij twaalf meter. Vierhonderdtwintig gedeeld door twaalf is plaats voor vijfendertig tenten.’
‘Zesendertig klinkt mooier.’
‘Goed, zetten we er nog één recht tegenover het gebouwtje aan de ingang.’
Ze grinnikten weer.
‘Je hebt, geloof ik, overal een antwoord op.’
‘Bijna. Voor dat gebouwtje heb ik ook adviezen en tekeningen gekregen. Zoek ik later uit. Misschien iets om te laten bouwen door de firma die de garages bouwt. Die doen dat trouwens per acht, inclusief de opritten. Aan het begin en eind een enkele garage, verder dubbele. Goed. Voor de camping denken we dus aan een strook van ruim vierhonderd bij twintig meter, aan beide zijden van een meertje. Voor de breedte van het meertje heb ik ook advies gekregen, ik heb maar een ruime maat gekozen. Ik ben met de beheerder van de landerijen gaan kijken. Hij wist dat het beekje, voor zover het over jullie landerijen loopt, helemaal bevaarbaar is voor kano’s. Het had hem al bevreemd dat daar nog niemand achtergekomen was, hij heeft nooit een kano gezien. Vanaf het dorp net vóór het meertje is er een vrij recht stuk beek van minstens vijfhonderd meter, heel geschikt voor de camping. Vandaar naar het dorp is er geen grens van twee landerijen, die ligt iets verderop. Maar, zei hij, dan verleggen we de grens gewoon. De ene pachter krijgt er wat grond bij, de ander raakt wat kwijt. Meneer heeft bij de aanleg van de extra straat voor het dorp alles zo soepel met de pachters geregeld, dat die vast geen bezwaren zullen hebben.’
Mark knikte.
‘Ze werkten graag mee. En procentueel verandert er niet veel aan hun hoeveelheid grond. De pacht wordt natuurlijk herberekend, en ze krijgen een compensatie voor het verlies aan opbrengst. Wat ik ga doen met die pachter die er grond bij krijgt weet ik nog niet. Een negatieve compensatie?’
‘De pacht verhogen, natuurlijk. Ik ben met een kladje naar het architectenbureau geweest. Daar heeft een tekenaar er een nette van gemaakt. Daarmee naar de firma van de afrasteringen. Die man deed of hij wanhopig werd, oh, nee toch, niet wéér een tuinhekje? Ik zei, nee, een zwembadje. Hij zei, wat we gedaan hebben was een klusje van niets, maar mijn mensen kwamen geschokt terug, er hadden mensen langs de kant staan huilen. En je hebt ze een ererondje laten rijden. Ik heb toen geïnformeerd naar wat er aan de hand was. We helpen je graag weer, als het voor hetzelfde doel is. Ik heb hem eerst bedankt, ook voor het alles rondvertellen, waardoor ik overal beter ontvangen werd. Toen gevraagd, waarom zijn rekening lager was dan zijn offerte. Tja, hij heeft familie in het dorp, maar hij wist niets van de woningnood. Ik heb verteld dat we een plek gezocht hadden voor de mensen die bij de renovatie hun huis uit moesten, en dat dat doorgeschoten was naar een camping. Ik heb daarna de tekening gegeven en uitgelegd. Het komt voor elkaar. Het omleiden van het beekje doen ze niet zelf, daar kent hij van de wegenbouw een deskundige firma voor. Die pompt ook het benodigde gedeelte leeg, als het niet vanzelf wegloopt. Daarna verwijderen ze vuil, knappen het meertje van de jongens op en maken het nieuwe. Daarna wordt de omleiding van de beek ongedaan gemaakt en de afrastering aangebracht. Weer voor een leuk prijsje. Relatief natuurlijk, véél voor een koekenbakker, maar erg weinig vergeleken met de aankoop van ruim vijfhonderd huizen. Wanneer ze het doen weet hij nog niet, tussen hun andere werk door. Ik had gezegd, het hoeft niet zo spoedig mogelijk, gewoon een beetje gauw.’
Ze grinnikten.
‘Ja, ja, tegen iemand die de moeilijkheden in het dorp kent en die gehoord heeft dat er mensen stonden te janken.’
‘Ja, als het daarbij gebleven was had hij het zo spoedig mogelijk gedaan, maar ik kon er niet om vragen, zo’n haast heeft het niet. Maar toen ik dacht dat we alles rond hadden zei hij, luister eens. Als we toch aan het schuiven zijn, kunnen we die toegangsweg ook wel even gladschuiven. Ik zei, prima, en de afrastering aanbrengen? Hij zei, ja, ja, je tuinhekjes. En we kunnen nog wel wat meer. Heb je gezien hoe we palen slaan en verwijderen? Ik zei, ja, dat ging lekker vlot. Hij zei, als we daar toch zijn, kunnen we op de toegangsweg in de lengterichting twee rijen paaltjes in de grond slaan. Ik heb werkend naast de wegenbouw wel wat van ze opgestoken. Ik ken daardoor ook een firmaatje van een paar jongens die in oude bouwmaterialen doen. Die kunnen oude planken tegen die paaltjes slaan. Dat regel ik wel. Dan laat ik beton komen en laat het storten vanaf de camping beginnen. Die jongens strijken het glad en rammen als het beton hard is de paaltjes en de planken de grond uit. Is je weggetje klaar. Ik heb hem over zijn bureau heen een kusje gegeven. Hij zei, wacht daar even mee, meisje. Normaal heb ik er de pest in, om zo aangesproken te worden, maar van hem vond ik het niet erg. Hij zei, achter de caravans heb je vier meter ruimte. Dat is genoeg, daar wordt niet hard gereden. Maar de toegangsweg moet iets breder, vijf meter, want daar wordt iets harder gereden, dan wordt passeren link. En de caravans van een meter of vier breed moeten erover, op een oplegger. En af en toe vast een vuilniswagen. We maken gelijk een insteek nét voor het gebouwtje, dan kan daar gekeerd worden. Verder? Als het beton hard is laat ik een graafmachientje komen. Die graaft een geultje langs de weg en gooi de grond op de weg. Het is later makkelijker om de geul vanaf de weg dicht te schuiven dan de grond met dat kraantje hap voor hap weer terug te gooien. Die geul moet doorlopen tot bij de plek van de laatste caravan. Dan zoek ik een firma voor de riool- en waterleidingbuizen en de elektriciteitskabel. Ik neem wel contact op met de stad waar het in het dorp aangesloten moet worden. Misschien moeten er pompen tussen. Hij wees op de tekening. Is dit een afvoerput? Ja, op het stuk waar tenten komen. Hij zei, één is te weinig, als ze ver moeten lopen gooien ze het in het water. De tenten staan zo te zien twaalf meter uit elkaar, dan daar ook een geultje en putjes om de twee tenten, om de vierentwintig meter. Met daarbij twee waterkranen en twee stopcontacten. Er zal een pomp tussen moeten om aan de overkant van de beek bij het riool te komen. Die rioolfirma regelt dat allemaal wel, ook voor de water- en de elektriciteitsleidingen onder de beek door. Als de leidingen er liggen maken die eerste jongens bekistingen voor de aansluitputjes en voor de vloer van je gebouwtje. Daar moet vast ook een meterkast van de stad in. Één wagentje beton, dan is dat ook klaar. Ik heb hem weer een kusje gegeven. Ik kon het niet laten, hij was zo aardig, deed zo zijn best.’
‘Dat verdiende hij zeker.’
‘Ja. Toen zei hij, met de weg en de rest erbij heb ik meer tijd nodig, meer speling, om het tussen echte klussen door te kunnen doen. Wanneer moet het klaar? Ik zei, om ook wat speling te houden, over een maand of negen hebben we acht caravans écht nodig. Als alles eerder klaar is kan de verhuur beginnen. Mark, we hebben het nooit over mijn eh volmachten gehad. Het gebeurt me wel eens vaker dat ik wat beslis zonder dat ik weet of ik dat wel mag. Ik hoop niet dat jullie dat erg vinden. Als het niet goed is maak ik het ongedaan, ik schaam me voor niemand. Tja, wat mag ik eigenlijk in het algemeen?’
‘Tot nu toe heb je uitstekend aangevoeld wat je wel en niet mag. En ons daarna altijd op de hoogte gebracht. Omdat het iedere keer andere zaken betreft heb ik geen zin om regels op te stellen. Ga gewoon zo door.’
‘Dank je wel. Ik ben in dit geval misschien een beetje ver gegaan. Ik zei, meneer en mevrouw Wellingten hebben ook veel waardering voor uw goede en snelle werk, en voor uw lage rekening voor de eerste klus. Deze keer hoeft die niet zo laag te zijn, u mag er zelfs wat opgooien, ik weet dat u redelijk zult blijven. Er kan best wat af van de verhuuropbrengst van die caravans, als ze er eerder kunnen staan dan nodig is. Hij zei, een mooie manier om me wat op te jagen. Maar dank je wel, ik zal het redelijk houden. Mocht ik dat?’
‘Ook in dit geval heb je goed beslist, Tamara. Je hebt er waarschijnlijk een vriend voor het leven bij.’
‘In ieder geval een goed contact. Hij zei, als laatste, als wij klaar zijn is alles kaal geschoven. Dan moet je vóór het onkruid opkomt gras laten leggen. Dat mag je zelf uitzoeken. Nou, bedankt, Simone, ik pak dezelfde tuinman als bij de nieuwbouw maar. Extra klus, vast extra korting.’
‘Hoe kan je dat alles onthouden en zo vertellen?’
‘Het zal niet woordelijk kloppen, maar het één volgt op het ander. Net zoals hij verzon. En ik heb het inmiddels al een keer opgeschreven, dan onthoud ik het nog beter.’
‘Toch blijft het knap. Je zit er niet helemaal ontspannen bij. Je hebt nog meer, hè?’
‘Ja, knap van je om dat te zien, Simone. Stacaravans. Ik kan er niets aan doen, al die zakenlui laten zich overbluffen door een meisje wat een beetje zakelijk doet. Voor negen stuks, het minimum, krijgen we al een aardige korting, hoe méér, hoe méér. Die twintig, eenentwintig, wist ik toen nog niet. En gratis afleveren, plaatsen en aansluiten.’
‘Wij zijn verbluft.’
‘Ja, ik ook steeds, maar dat laat ik niet merken. Wel dat ik erg tevreden ben, en een heel dorp ook. De heren proberen koel te doen, maar de meeste hebben ook kinderen of familie in het dorp, er schemert altijd wel wat door. Vrouwelijk personeel in de buurt zit vaak met tranen als ze over de woningnood horen. Wachttijden zijn niet abnormaal, zulke lange als hier wel. Dan laat ik ze maar lachen met mijn koekenbakkerverhaal. Even tussendoor. Ik hoor steeds meer, dat mensen op Internet naar Wellingten gezocht hebben. Hebben jullie dat zelf ook?’
‘Voor we hierheen kwamen. Er zijn een paar Wellingten te vinden, maar voor zover wij weten zijn die geen familie van ons. Over onszelf hebben we niet meer kunnen vinden dan twee stukjes. Over ons trouwen en over het trouwen van onze kinderen. Na ons trouwen heeft een vriend van ons in het ziekenhuis een stukje over ons op zijn website gezet, met de foto die je gezien hebt, Simone in haar mooie eh lage jurk met de tiara op haar hoofd. Een redacteur van de New York Times kwam dat toevallig tegen en zag er een mooi verhaal in. Maar hij kreeg overal weinig informatie. Uiteindelijk kwam hij bij Karen, waar Simone een tijd een flat mee gedeeld heeft. Nog meer, maar dat doet bij dit verhaal niet ter zake. Zij wilde óók niets vertellen, ze wist dat wij op onze privacy gesteld zijn. Maar hij bleek toch al zoveel te weten dat ze er van schrok. Ze heeft met hem onderhandeld, hij zou wat weglaten als zij iets leuks kon toevoegen. Dat leuke werd, dat ik rijke ouders in Engeland had, waar die kostbare tiara vandaan gekomen was, ik in een oude auto rondreed, om mijn patserige collegae te pesten, en dat Simone opzien baarde door haar uiterlijk, zie foto, en door in een Rolls boodschappen te doen. Even tussendoor, Simone heeft het zelfs geflikt om met de Rolls voor een apotheek te stoppen en binnen luidkeels om een zwangerschapstest te vragen. En een maand later weer. Pas maanden later kwamen ze erachter dat het niet voor haarzelf, maar voor haar dochter en schoondochter was geweest. De meiden hebben heel wat lol gehad over een mogelijk nakomertje bij Simone.’
Ze grinnikten.
‘Die journalist had in Engeland heel wat over de familie opgedoken, maar dat moet via journalisten bij kranten gegaan zijn. Karen heeft het tégen hem gebruikt. Als hij te veel zou schrijven zou de familie de hele New York Times op kunnen kopen, alleen al om hem te kunnen ontslaan. Dat hielp. Hij liet weg, hoeveel grond de familie in Engeland had, en dat die tiara over de miljoen pond waard was. Karen was geschokt, ze had nooit iets aan ons gemerkt. Tja, de eerste keer dat ze bij ons kwam zag ze de Picasso in de hal. Dat lijkt wel een echte, zei ze. Dat denken wel meer mensen, had Simone gezegd. Pas later kwam ze er achter dat het echt een echte was. We hebben jou toch ook langzaam een beetje op de hoogte gebracht?’
‘Ja, gelukkig wel. Een beetje.’
Ze grinnikten weer.
‘Die vriend heeft later ook een stukje geschreven over het trouwen van de kinderen. Met de foto die je gezien hebt. Jamie heeft die redacteur van de New York Times van tevoren ingelicht, hij mocht wel weer een stukje schrijven, als hij het bescheiden hield. Dat heeft hij gedaan, daarna, maar van tevoren de lokale TV, CBS4, ingelicht. Die hebben het uitgezonden, het is zelfs op de landelijke TV, CBS, geweest. De kinderen hebben er een band van. Die twee stukken kan iedereen vinden. Het is goed dat je het ons vertelt, wij hebben er niet aan gedacht. We weten nu wat iedereen hier over ons kan weten.’
‘Dat klopt, ik heb pas ook gekeken. Ik snap alles nu nog beter. Wat schrijft die vriend hartelijk. Ik denk, dat de mensen het fijn vinden om iets meer van jullie te weten. Ook jullie kinderen al gezien hebben. En nu ook die mooie foto’s kunnen zien. Jullie kunnen het dorp een plezier doen door om de paar maanden een keer met de koets door het dorp te rijden.’
‘Dan moet er wel een aanleiding voor zijn.’
‘Die verzin ik dan wel. Ik ben op het stadhuis een praatje gaan maken met die ambtenaar die ook de nieuwbouw behandeld heeft. Aan de hand van mijn vragen haalde hij er andere ambtenaren bij. De eisen voor een camping en een zwemgelegenheid zijn niet hoog, daar gaan we allemaal aan voldoen. Maar ze zaten met het geheel een beetje in hun maag. Is het nu openbaar of privé? Privé mag bijna alles, zolang de volksgezondheid niet in gevaar komt. Voor openbare gelegenheden gelden nogal wat eisen en wordt er gecontroleerd. Privé-gelegenheden controleren ze ook graag, voor weinig kosten, zonder dat er sancties mogelijk zijn. Ze adviseren om aan het begin van de weg naar de camping een bord te zetten met de waarschuwing, dat het verder privé-terrein is, dan is alles jullie probleem.’
‘Goed. Laat ze maar controleren. Het is eigenlijk net zoals op de Avenue, we houden ons vrijwillig aan de eisen, al heeft de stad er weinig te zeggen. Ik verwacht weinig problemen op de camping. En de beheerder krijgt natuurlijk een telefoon van ons. Binnen vijf minuten kan hij hulp krijgen van die stevige jongens uit de garage en de stallen. Zorg je voor dat bord?’
‘Ja, staat al op mijn lijst. Nog uitzoeken of daar een standaardwaarschuwing voor is. Op privé-terrein bemoeien ze zich ook niet met naaktzwemmen. We kunnen aan het eind van de camping dus een bord met een waarschuwing voor naaktzwemmers in het meertje daarachter neerzetten. En via het krantje de ouders waarschuwen, dat ze hun minderjarigen in de gaten moeten houden.’
‘Mooi. Heb je er al met Ian over gesproken?’
‘Ja, onder geheimhouding. Hij heeft geen idee over eventuele aparte tijden voor jongens, meiden en gemengd. We gaan over een tijdje via het krantje een enquête houden.’
‘Wordt dat veel gelezen?’
‘Ze vliegen weg. Iedereen is hartstikke nieuwsgierig. Ze waarschuwen elkaar als er één uit is of nemen er één voor anderen mee. Die rekjes, waarin ze buiten gezet worden, werken goed. De oplage is nog steeds zevenhonderdvijftig. Ik probeer het nieuws een beetje te spreiden, om iedere week wat te hebben. Ook leuk werk, op de computer. Ik schrijf het wanneer het me uitkomt, en kijk wat er beslist in moet en hoeveel ik verder kwijt kan. De rest blijft gewoon staan. Ik heb al verteld, ik kan een A vier enkel of dubbelzijdig afdrukken. Dat is meestal genoeg. Maar ik kan ook een A vijf boekje maken.’
‘Hoe doe je dat allemaal, in een halve werkweek?’
‘Iets meer dan een halve. En alles door elkaar, ik kan toch niet stilzitten. Ja, grijns maar, Simone, je denkt aan stilliggen. Nou, ook niet. Thomas is een geweldige vrijer, maar ik heb meer fantasie. Hij weet soms niet wat hem overkomt. We stonden laatst, voor we naar bed gingen, op het balkonnetje, in ons ondergoed. Ik dacht ineens aan jullie kinderen, aan hun verhaal wat ze in de tuin deden. Ik ben achter Thomas gaan staan, heb zijn broek naar beneden getrokken en met mijn armen om hem heen zijn spullen vastgepakt. Toen hij wilde dat ik stopte heb ik hem tegen het hekje geduwd en vlug doorgestreeld en gemasseerd. Wat een schoten, met een boog tot beneden in de tuin. Onder de douche vind ik het ook fijn om onze eerste keer te herhalen, om me onder te laten spuiten. Één keer per dag kan zo’n grapje makkelijk, er blijft genoeg over.’
‘Ja, dat is geweldig. Wil hij ook vaak als jij níet kan?’
‘Nee, dan mag ik het bepalen, wel graag minstens twee keer. De laatste keer nét voor we gaan slapen, anders krijgt hij een natte droom. Tja, een uur of zeven, acht niets, zoals overdag, als hij niet kan komen lunchen, gaat nét.’
‘Het blijft opmerkelijk, zo’n hoge productie. En erg fijn, natuurlijk. Wat je zei, één keer per dag een grapje kan makkelijk. Maar red jij het, die twee keer?’
‘Nee, meestal worden het er dan toch vier of vijf. Als ik zijn stijve zie of tegen me aan voel wil ik hem vasthouden, strelen. Na kortere of langere tijd wil hij dan natuurlijk lozen. Ik heb dan een stapeltje handdoeken op mijn nachtkastje en een wasmand ernaast. Als hij die ziet staan weet hij gelijk hoe laat het is, als ik hem nog niet gewaarschuwd heb.’
‘Wat vindt hij ervan?’
‘Hij had gehoopt op gemiddeld twee keer per dag, over de hele week. En af en toe een paar dagen niet. Hij had zich zelfs afgevraagd of hij wel twee keer per dag zou halen, omdat hij hooguit twee natte dromen in de week had. Hij is zo blij dat hij zo vaak kan. En ik ook zo vaak wil. En dat hij me zo duidelijk kan laten merken dat hij klaarkomt, en spuit, zo vaak, waardoor ik ook kom. Ik had aan nog minder vaak gedacht, omdat ik dat van getrouwde meiden hoorde, na een tijdje getrouwd te zijn. Nou, Thomas is hartstikke constant. En als hij wil, wil ik ook. Ik snap het niet, misschien durven ze méér niet te bekennen. Hoop ik. Jullie kinderen zijn al een tijd getrouwd, hebben zelf kinderen, doen het nog steeds drie keer op een dag en zouden nog wel vaker willen. Jullie ook. En je ouders ook méér dan één keer op een dag.’
‘Van onze generatie kan ik me voorstellen dat ze het niet zo vaak doen. Maar van jullie generatie niet. Bijna al het personeel komt wel eens op het zonneterras. En gaat er dan natuurlijk makkelijker over praten. Ik hoop ook, dat ze niet méér durven bekennen.’
‘Tja. Voor de camping heb ik al een hoop informatie over barbecues en plekken om een vuurtje te stoken. Voor de brandveiligheid adviseren ze een stuk grond kaal te maken en daar middenop de barbecue te zetten. En de velg van een vrachtwagen, om daarin fikkie te stoken. Ook voor kano’s en fietsen heb ik informatie. Ik kijk daar later naar. Ik ben op twee andere campings geweest, maar wij hebben zo’n simpele opzet, dat ik daar niets van op kon steken.’
‘Ik geloof, dat je weer niets over het hoofd gezien hebt.’
‘Ik schrijf vaak tussendoor wat op, in klad, en werk het thuis uit. Ik heb veel lijsten voor alle mogelijke zaken. En een overzicht van de lijsten, want het werden er te veel om het uit mijn hoofd te doen. Dat is ook makkelijk, af en toe, als ik naar het overzicht kijk, schiet me al wat te binnen, om op te zoeken of uit te zoeken. Ik krijg ook aardig wat reacties, rechtstreeks of via Ian, op het krantje, die verwerk ik natuurlijk ook. Beantwoorden hoef ik zelden iets, meestal staat als laatste, schrijf maar niet terug, we merken het wel of we zien je wel. Nou, jullie merken het wel wanneer jullie me weer zien. Tot dan.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 16

Verzorgd door Tamara.

Eigenlijk geen nieuws.

De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties gaan door.
De beheerder van de huizen en ik komen bij de getaxeerde huizen langs om een overzicht te krijgen voor de renovatie. We zijn ruim over de helft.
 
De nieuwbouw.
De zevende ploeg is aan het zevende blok begonnen.
Nog steeds geen noemenswaardige problemen.
Het lijkt wel of het eerste blok aan de buitenkant bijna klaar is. Als ze zo doorgaan wordt het geen drie maanden, maar twee en een halve of nog minder.

AANSTAANDE MAANDAG WORDT DE INSCHRIJVING GESLOTEN.
Dus, voor de trage beslissers, nog een weekend om na te denken. Wie zich na maandag nog op wil geven, kan dat doen, maar komt onderop de stapel. We willen namelijk beginnen met het puzzelen, wie waar moet komen.

Overige onderwerpen.
Herhaling: Het is nog in een heel vroeg stadium, maar meneer en mevrouw hebben bepaalde plannen. Ik doe daarvoor onderzoek. Zoals gebruikelijk, ik verklik wat zodra ik kan.
Het is zeer waarschijnlijk dat de plannen doorgaan. Vanaf de volgende keer komt er daarom een hoofdonderwerp bij. Titel: Het volgend plan. Waarmee ik lekker nog niets verklik.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week  29

‘De inschrijving is gesloten, vierennegentig serieuze. Er blijven dus twee woningen over, maar het duurt nog een tijd voor de laatste klaar is. Twijfelaars kunnen zich nog bedenken.’
‘Gelukkig duurt het niet lang meer, voor de eerste bewoner kan verhuizen en de woningnood iedere week afneemt. Naar nul?’
‘Ja, eigenlijk wel, Simone. Dat is net zo abnormaal als een hoge woningnood, maar wel ideaal.’
‘Je hebt op een slinkse manier de planning ingekort. Als ze zo doorgaan wordt het geen drie maanden, maar twee en een halve of nog minder.’
‘Ja, ik ga toch niet schrijven, ik heb jullie belazerd, en doe het nog, want het worden maar zestien weken voor één twee-onder-één-kap?’
‘Hè, Tamara, dat is geen belazeren, dat weet je wel. Gewoon wat speling houden, die natuurlijk steeds minder kan worden. Is Ian bij de inschrijvers?’
‘Nee. Francis was niet bij ons gesprek, maar ik wilde het Ian ook niet vragen. Dus zei ik tegen hem ook, twijfelaars kunnen zich nog bedenken. Hij grinnikte en zei, ja, het zou mooi zijn, als een stelletje wat elkaar nog niet zo lang kent en nog niet over trouwen of samenwonen durft te praten, over een jaar, als ze het wél durven en het eens worden, één van die twee woningen kon krijgen. Maar in een jaar kan er veel gebeuren. En wie weet hoeveel twijfelaars er zijn. Reserveren gaat natuurlijk niet, maar zou één van die twee woningen aan een vrijgezel verhuurd kunnen worden? Ik grinnikte ook. Ik zei, laten we het eerst duidelijk stellen. De vereniging doet de eigenaar via mij een voorstel voor het verhuren van een huis aan een bepaalde bewoner. Voorlopig alleen gehuwden. Als ik het ermee eens ben kan het huurcontract getekend worden. Zoniet, dan beslist meneer Wellingten. Dat duurt vanaf over een maand tot over een jaar, zo ongeveer. Als er dan nog woningen over zijn zien we verder. Dat snapte hij. Goed, Mark?’
‘Prima. De vereniging, onder leiding van Ian, vertrouwen we. Maar, zoals het gezegde luidt, vertrouwen is goed, controle is beter. Jij controleert en beslist in mijn naam. Jullie kennen de omstandigheden. Als jullie er niet uitkomen wordt het moeilijk, want ik ken de omstandigheden niet. Ik denk, dat we dan een gezamenlijk gesprek met alle betrokkenen moeten houden. Na advies van mijn belangrijkste adviseur, Simone, zal ik dan hopelijk een Salomonsoordeel kunnen vellen.’
‘Ik weet net zoveel als jij.’
‘Ja, maar als jij bij dat gesprek aanwezig bent, zie en merk je andere dingen dan wij. Jij snapt eerder de bedoelingen van mensen, zelfs zonder dat ze er voor uit willen of durven komen. Mensen schamen zich voor de simpelste dingen. Ik heb een patiënt voor een armoperatie op de operatietafel gehad, die zijn sokken niet uit wilde trekken. Ik heb hem wat dieper laten verdoven dan nodig was en een verpleegkundige een sok uit laten trekken. Wat bleek? Hij had vergroeide tenen. Hij was maar al te blij dat ik hem daaraan wilde opereren en alles in orde kon brengen. Tja, aan die mogelijkheid had hij niet gedacht, hij had ze altijd verstopt, zelfs voor zijn huisdokter.’
‘Mooi. Dieper laten verdoven dan nodig was?’
‘Ja. Normaal verdoven we in zo’n geval plaatselijk, de arm, om daar geen pijn te voelen. En algemeen een beetje, om de patiënt rustig te houden, vooral die arm stil te houden. Ik liet hem extra algemene verdoving geven, om hem onder zijl te laten gaan, zodat hij niet kon protesteren tegen zijn sokken uittrekken.’
‘Leuk. Ik herinner me ook gevallen uit de verpleging, waar mensen uit schaamte te weinig zeiden. Verder over Ian, Tamara.’
‘Dat zou je wel willen, maar ik houd het bij het toewijzingsbeleid. Oef, dat klinkt officieel, terwijl we aan het hobbyen zijn. Met de beste bedoelingen, natuurlijk, en de stad zou ons niet kunnen verbeteren, durf ik te zeggen. Als ik iets tegen Ian gezegd heb wat niet goed is, hoor ik het graag. Ik zei verder, tegen het eind van dat jaar kijken we verder. Er zijn ook soorten vrijgezellen. Ik vind dat iemand, die vrijgezel wil blijven, maar kamers in het dorp moet zoeken. De tweeslaapkamerwoningen zijn nodig voor stellen die geen kinderen hebben, zoals ouderen, en stellen die geen kinderen willen. Schijnt voor te komen. Er zullen best mensen in de oude huizen zijn die willen verhuren, als ze ruimte over hebben, omdat hun kinderen en kleinkinderen vertrokken zijn. Sommigen kunnen wel wat bijverdiensten gebruiken. En een vrijgezel op kamers is wat anders dan een extra inwonend gezin. Of hij moet wachten op een huisje wat vrijkomt in het oude gedeelte. Tja, als laatste, ik vind, dat een vrijgezel met vage trouwplannen uit het dorp voorgaat op een getrouwd stel uit een ander dorp. Ik zou wél een clausule in zijn of haar huurcontract opnemen, om hem eruit te kunnen gooien als hij niet binnen een paar maanden trouwt als er zich een gezin meldt. Het speelt op z’n vroegst over een jaar, maar een beetje vooruitdenken kan geen kwaad. Ian zal best in de gaten houden of er een woning overblijft. Méér kunnen we voor hem en Francis niet doen. We mogen ons niet met hun omgang bemoeien.’
‘Nee, Tamara. Zal ik niet doen, Tamara. Behalve als ze er zelf over beginnen.’
‘Goed, maar ook niet uitlokken. Ik weet, dat het moeilijk is, hoor, ik kan soms ook maar net op tijd mijn mond dichtdoen. Over de renovaties, we hebben ongeveer driekwart gehad. We zitten op de hielen van de taxateurs, dus we kunnen iets rustiger aan gaan doen. Je hebt dus al bijna driekwart van de huizen moeten betalen, hè?’
‘Ja, dat gaat mooi gespreid. De beheerder kan langzaam, onopvallend, op de beurs aandelen verkopen, waardoor ze een goede prijs opbrengen.’
‘Het gaat me ook niets aan, maar vielen de taxaties mee? Aan de hand van de eerste dacht je aan twee ton.’
‘Het viel mee. Een beetje minder, gemiddeld. Dus vijfhonderd beetjes. Maar het enige interessante is dat het een beetje minder huur wordt. Voor de familie blijft het rekenkundige rendement hetzelfde. Ik heb nogal wat positief commentaar gehad op mijn eerste kwartaalverslag voor de familie. Geen enkel negatief. In het kort, complimenten voor het moderniseren van het huis en voor het investeren in een goed doel. Een paar schreven, voor een goed doel is nul procent rendement ook goed. Nou, dat onthoud ik, voor als de huren bepaald moeten worden. De rest van de familie gaat vast ook akkoord met een rendement net boven nul.’
‘Niet precies nul?’
‘Nee, Tamara, ik wil kunnen zeggen dat het wat opbrengt.’
Ze grinnikten.
‘Tja, koekkruimels verkochten we ook voor een paar penny’s. Pure winst, want dat sloegen we niet aan op de kassa, kwam dus ook niet in de boeken. Maar het ging niet om zoveel keer een paar penny’s, maar om die kruimels niet weg te hoeven gooien.’
‘Koekkruimels?’
‘Zeker nooit in de buurt van een bakker gewoond? Alle kruimels, gebroken of beschadigde koekjes en misbaksels die eetbaar zijn gaan in zakjes. De jeugd koopt ze, afhankelijk van de verhouding tussen kruimels en stukjes koek, voor twee of vijf penny’s.’
‘Ik kwam alleen in supermarkten. Jij, Simone?’
‘Ik zat al te denken. Jeugdherinneringen. Ja, in Nederland heb ik ook koekkruimels gekocht. En stroopwafelrestjes. Stroopwafels [Treacle wafers] maakten ze in een wafelijzer [Wafer-iron], wat er uitstak werd eraf gesneden en ook in zakjes gedaan. Maar dat was wat duurder, van mijn zakgeld kon ik ze niet zo vaak kopen.’
‘Ik geef het aan Thomas door. Een volgende keer gebak en koekkruimels.’
‘Leuk. Zeg, Tamara, je moet het met de nieuwbouw, de renovaties en de camping aardig druk hebben. Afgezien van je eigen huishouding.’
‘Dat valt wel mee. Opzoeken op Internet, bellen of ergens naar toe rijden, gesprekken, administratie bijhouden. Het meeste denkwerk doe ik tijdens het huishouden. En, net zoals jij Mark helpt, helpt Thomas mij. Ik praat er niet te veel over, al is hij erg geïnteresseerd, maar hij weet van andere kanten in het dorp hoe er over één en ander gedacht wordt. Hij praat ook niet veel over zijn werk, maar hij is er, net als ik, erg blij mee.’
‘Mooi. En eindelijk heb ik je te pakken. Er zat me iets dwars, maar ik kon er niet over beginnen, omdat je het achteloos af zou doen. Je zegt dan, goed, of nou ja, en gaat door.’
‘Nou ja. O. Nou, zeg het maar, ik zal het niet achteloos afdoen.’
‘Je hebt ooit gezegd, als ik mijn uren invul rond ik iets naar beneden af, omdat ik ruim betaald word om iets te doen wat ik leuk vind. Nu zeg je, het meeste denkwerk doe ik tijdens het huishouden. Wil je nu stoppen met naar beneden afronden? Ik zal je niet vragen om naar boven af te ronden, dat zou te veel gevraagd zijn.’
‘Goed. Eh ik zal niet meer naar beneden afronden. Ik zal nog wat uitleggen, omdat jullie ons zien als kinderen van jullie. Thomas en ik zijn al wat ouder, geen pubers meer, we begrijpen dat jullie mee willen leven, zonder je op te dringen. We hebben gehoord en gezien hoe jullie met jullie kinderen omgaan. Iets mooiers is er niet. Wij hebben ons hele leven met onze ouders en andere jeugd gepraat. Toen we wat ouder werden ook serieuzer, niet alleen over wat er op TV was. Niet zo veel met onze ouders, maar met oudere jeugd, in het dorpshuis. Jullie hebben het gehoord, bij jullie eerste bezoek daar, daarom is er in het begin van de avond rustige muziek, om te kunnen praten. Maar over het mooiste in je leven praat je niet. Daarom zijn we ook zo blij dat we dat met jullie en al jullie familie en vrienden wél kunnen. Zelfs over het mooiste van ons, hoe vreselijk we genieten als Thomas in me klaarkomt. Het gaat er niet om dat hij zo vaak kan, drie keer drie zou al volmaakt zijn. Maar dat hij zich zo kan laten gaan, voor mij ook zo duidelijk zich in me leegspuit. Waardoor ik iedere keer ook zo heftig kom. Nou, traantjes drogen. Stom, hè, Mark, dat we gaan janken bij zoiets moois?’
‘Nee, lieve kind, ik zit ook op de rand. Dank je wel. Het stomme is, dat er zo weinig over gepraat wordt. Niet met iedereen evenveel, natuurlijk. Praten de meiden in het dorpshuis over wat ze met jongens uithalen?’
‘Ja, nogal vrij. De oorspronkelijke afkomst, boerenfamilie, blijft meespelen. En er werkt nog een redelijk aantal op boerderijen, en anderen gaan wel eens met ze mee. Dat heb ik ook gedaan. Dan zie je soms mannetjesdieren vrouwtjesdieren dekken. De meiden praatten er gewoon over dat ze jongens bij het scharrelen rustig houden door ze, meestal met de hand, klaar te laten komen. Ze noemden geen namen, maar meestal weet je toch over wie het gaat. Dat hij een aardige grote had, lekker stijf was en zich kreunend leegspoot. Over gevingerd worden waren ze terughoudender. Nog meer, als ik in de buurt was, ze wisten ongeveer hoe voorzichtig Thomas en ik met elkaar omgingen. Ik weet van Thomas, dat jongens het over de borsten en de rest van de meiden hadden. Je zal wel gemerkt hebben dat je op het zonneterras niet zo’n opschudding veroorzaakt, Simone. Ik zei laatst al, er zijn meiden in het dorp die net zoveel hebben als jij. De jongens weten welke meiden er niet zo moeilijk over doen, de meeste zullen wel eens van die grote beetgehad hebben. De jeugd weet dat het niet het belangrijkste in het leven is, maar ze zien het als natuurlijk. Een beetje genieten mag wel. Ik denk, dat de overgrote meerderheid toch nog maagd is als ze trouwen. Daarna praatten ze er natuurlijk niet zo veel meer over, omdat het dan duidelijk zou zijn over wie het gaat. Ik hoop dat ze in bed wel openlijk met elkaar praten, zoals Thomas en ik, maar ik heb geen idee. Ik zal het, bij gelegenheid, toch eens vragen, aan een vroegere klasgenoot. Nog meer leerlingen voor Renee.’
Ze grinnikten.
‘Terug naar het onderwerp. Thomas en ik gooien het geld ook niet over de balk. We zouden goed kunnen leven van zijn salaris. We sparen niet bewust, maar er blijft veel over. Ik kan ook niet zeggen dat we mijn salaris apart houden, we zijn er natuurlijk erg blij mee. Nu eerst, wat we er nú mee doen, daarna wat we er later mee gaan doen. We hebben aangenomen, dat jullie er geen bezwaar tegen hebben, integendeel zelfs, dat we ons laten adviseren door de beheerder van jullie beleggingen.’
‘Prima, heel goed.’
‘Dank je. Hij vindt het leuk, om iets op een kleine schaal te doen. En ons soms mee te laten liften, met één of twee aandeeltjes, als hij wat aan- of verkoopt. Het maakt voor jullie niet uit, maar dat is voor ons voordelig, we hoeven dan niet zo veel provisie te betalen. We zijn niet op nul begonnen, we hadden allebei al gespaard. Tja, jaren lang. We hebben ons huis mooi in kunnen richten, op ons gemak. En we zijn erg blij, dat we een redelijk rendement hebben en rustig kunnen slapen. Nu wat we er later mee gaan doen. We wachten, net als jullie kinderen, nog even met kinderen. Als die komen moet er, om te beginnen, een kinderkamer ingericht worden. Daarna kosten ze ook geld, natuurlijk, tot ze zelf gaan verdienen. Helemaal niet erg, dat hoort erbij, en het kan makkelijk. Verder hoeven we ons niet in te houden als we iets extra’s willen doen, zoals een week naar Londen of nog wat langer naar Boston. Daar hoeven we zelfs de lange-termijn-reserves niet voor aan te spreken. Jullie snappen wel, we hebben weinig onkosten. Geen auto, geen telefoonkosten, af en toe onze ouders bellen mag, op de bedrijfsrekening. Redelijke huur en ik weet waar ik mijn boodschappen moet halen. Er is net genoeg concurrentie in het dorp om het goedkoop te houden. Het is zo wie zo niet duur, jullie pachters leveren hun enorme hoeveelheden aan veilingen, maar ook aan de winkels in het dorp, voor een redelijke prijs. Ik haal mijn eieren bij mijn vader, de betrekt wekelijks verse van een pachter, die verder niet aan de deur verkoopt. Dat doen de meeste pachters niet, ze willen dat geloop niet.’
‘Fijn dat jullie het zo goed doen. En mooi om wat meer over het dorp te horen. Over hoe mensen, jeugd, winkeliers, pachters, met elkaar omgaan. Er zullen best af en toe probleempjes zijn, maar het grootste was waarschijnlijk de woningnood.’
‘Ja. De enige uitweg was om naar buiten het dorp te verhuizen, maar dat vond niemand fijn. Mijn verhaal was nog niet af. Plannen op een hele lange termijn is moeilijk, maar het is niet nodig dat we een enorme reserve hebben. Relatief enorm, natuurlijk, geen miljoenen. Want wat kan ons gebeuren? We hebben alles bekeken. Een huis moeten kopen, onwaarschijnlijk. Werkloos, onwaarschijnlijk, maar verzekerd, aangepast aan jullie voorzieningen daarvoor. Arbeidsongeschiktheid idem. Hoge ziektekosten, ook voor eventuele kinderen, idem. Aanvulling op ons pensioen, idem. We hebben natuurlijk de gebruikelijke inboedel- en aansprakelijkheidsverzekeringen. En alle premies kunnen we blijven betalen als ik met werken zou stoppen. Als jullie nog iets weten houden we ons aanbevolen.’
‘Wist de beheerder nog iets, of hebben jullie het daar niet over gehad?’
‘We hebben alles met hem doorgenomen, hij weet niets meer. Hij weet zo min mogelijk over ons, dat zijn we overeen gekomen, alleen wat hij nodig heeft om ons voor onze beleggingen te adviseren, de rest doen en kunnen we zelf. Onze salarissen wist hij natuurlijk wel.’
‘Geweldig, Tamara. Heel erg verstandig.’
‘Ach, je steekt hier en daar wel eens wat op. Bedankt en tot ziens.’
 
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 17

Verzorgd door Tamara.

De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties gaan door. De beheerder van de huizen en ik komen bij de getaxeerde huizen langs om een overzicht te krijgen voor de renovatie. We zijn ongeveer op driekwart.

De nieuwbouw.
De achtste ploeg is aan het achtste blok begonnen.
Het lijkt, of het eerste blok aan de buitenkant klaar is. Ik heb bij de coördinator navraag gedaan. Hij wilde niet meer zeggen dan, bijna. Er staat iets ongelofelijks te gebeuren. Ik zei, die drie maanden voor de buitenkant geloofde je niet. Ik denk, dat het minder dan twee en een half wordt. Hij zei, nog minder, meer zeg ik niet. Ik ook niet.

De inschrijving is gesloten. Vierennegentig inschrijvers. We zijn begonnen met het puzzelen, wie waar moet komen.

Het volgend plan.
Meneer en mevrouw Wellingten hebben vernomen dat er wel eens jongens, meer of minder gekleed, zwemmen in een meertje op hun landerijen niet ver van het dorp. Ze overwegen het meertje op te laten knappen en een toegangsweg vanaf het dorp aan te laten leggen. De eerlijkheid gebiedt om er dan ook meisjes te laten zwemmen. Jeugd, laat jullie mening horen, vul onderstaand strookje in en breng het bij de bakker, de boekwinkel of de kapper.

Overige onderwerpen.
Geen.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Ik ben een             O   jongen          O    meisje

Leeftijd:                . . .   jaar


Ik wil graag           O   wel            O     geen aparte tijden voor jongens     (ook graag door meisjes in te vullen)
          
          voor            O  gekleed      O     ongekleed zwemmen                       (ook graag door meisjes in te vullen)



Ik wil graag           O   wel            O     geen aparte tijden voor meisjes     (ook graag door jongens in te vullen)

           voor            O  gekleed      O     ongekleed zwemmen                     (ook graag door jongens in te vullen)

Opmerking(en):


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week  30

‘Ongelofelijk, zoals de coördinator zegt. De buitenkant van het eerste blok is klaar. De eerste binnenploeg is er begonnen, en de eerste buitenploeg is aan de overkant met nummer twee en vier begonnen.’
‘We hadden iets gehoord, maar we geloofden het maar half.’
‘Echt waar, zelf gezien. Ik ben naar de coördinator gegaan. Hij had met alle opperlieden overlegd. Ja, ze dachten dit vol te kunnen houden, één blok klaar per acht weken, als hij de bevoorrading op gang kon houden. Dat dacht hij wel, hij had, sinds ik de vorige keer met hem gesproken had, de leveranciers steeds op de hoogte gehouden hoe de bouw verliep.’
‘Nog maar een keer, ongelofelijk. Wat houdt dat in?’
‘We hebben een rooster gemaakt, niet in maanden, maar in weken. Acht weken voor de buitenkant, acht weken voor de binnenkant. Die acht weken voor de binnenkant zijn nog niet bewezen, maar dat moet lukken. Dat houdt in, dat alle ploegen steeds door kunnen werken zonder op elkaar te hoeven wachten. Dat de eerste twee huizen over acht weken klaar zijn, en het laatste blok zevenenveertig weken daarna.’
‘Heel mooi. Dan moeten jullie opschieten met de toewijzing.’
‘Ian is aan het puzzelen, de andere bestuursleden helpen hem af en toe. Hij heeft een whiteboard van het architectenbureau geleend en er dezelfde tekening op bevestigd als de coördinator. Van de straat en de huizen met de huisnummers. Hij heeft honderd magnetische labeltjes gekocht en in vierennegentig daarvan papiertjes met de namen van de aanvragers gedaan. Hij is met alle eerste voorkeuren begonnen om die op de tekening te zetten. Ik zou het met de computer niet overzichtelijker kunnen. Er was één woning waar er drie een eerste voorkeur voor opgegeven hadden. Die drie heeft hij vóór het bord uit laten vechten wie er naar een woning die niemand opgegeven had wilde gaan. Alles vrijblijvend. Dat lukte. De twee die min of meer verloren hebben, hebben een tweetje bij hun naam, om aan te geven dat het niet hun eerste voorkeur was. Die zullen we niet gauw vragen om nog een keer wat anders te kiezen. Er zijn nogal wat woningen met twee eerste voorkeuren, vooral woningen aan het begin of het eind of bij een zijstraat. Tja, daar zijn er maar twaalf van. Ian heeft al wat gevallen op kunnen lossen door te zeggen, dat dat wel mooi lijkt, op een hoek, maar dat je ook meer last van het verkeer hebt. Hij blijft zo doormodderen en hoopt zo alles op te kunnen lossen. Dat duurt even, omdat de twee voor een zelfde huis soms niet snel tegelijk bij hem kunnen komen. Dan probeert hij wel een ander stel, maar hij of één van de anderen van het bestuur hebben er natuurlijk ook niet altijd de tijd voor.’
‘Denk je, dat het uiteindelijk zonder veel problemen lukt?’
‘Vast wel, Mark. En we hebben nog minstens een maand. Ik ben gebeld door mijn tuinhekjesvriend. Hij vroeg me om langs te komen, dat heb ik natuurlijk gedaan. Hij had de tekening uitgebreid bestudeerd en had nog wat vragen. Hij vroeg tussendoor of ik hem Peter wilde noemen. Hij vertelde, dat hij drie zoons had, die allemaal bij hem in de firma werkten. Dat die firma van hem was wist ik niet, ik dacht dat hij bedrijfsleider of zo was. Hij had altijd ook een dochter willen hebben, ik zou uitstekend bij zijn doortastende zoons gepast hebben. Nou, weer een kusje. Ik heb tussendoor ook bij hem geluncht, met zijn vrouw, ons gesprek duurde vrij lang. Hij had vragen over kleinere of grotere futiliteiten, nogal technisch, maar met mijn uitleg over wat onze bedoeling is kon hij heel wat. Het resultaat zien jullie later wel, hij heeft er wat moois van gemaakt.’
‘Met jouw hulp.’
‘Nou ja, jullie weten hoe het gaat. Ik stel me voor hoe ik over de camping loop en wat ik daar doe, als beheerder, als huurder van een caravan of met mijn tent, hardop pratend. Hij pikte daaruit nogal wat op. Hij moet nog het één en ander regelen, maar hij denkt over een paar weken te kunnen beginnen. Zijn zoons, eigenlijk, met andere werknemers. Daarom heb ik, in overleg met Ian, die enquête in het krantje gezet. Gezien?’
‘Ja, natuurlijk. Hier heb ik het. Je schrijft weer mooi over ons. Ik ben benieuwd wat eruit komt.’
‘Dat was ik ook, en ik werd steeds nieuwsgieriger. Ik zal vertellen hoe we de vorige keer de antwoorden binnenkregen. Bij het afhalen van het krantje waren er al mensen die het gelijk invullen en naar binnen brachten. Daarna kwam er een gestage stroom op gang, na sluitingstijd van de winkels stopten ze het in de brievenbus. Binnen vierentwintig uur hadden we er een paar honderd binnen, binnen vier dagen zo goed als alles. Deze keer, woensdag, toen het krantje uitkwam, niets. Donderdag, vrijdag, zaterdag, niets. Ian snapte er ook niets van. Zondagmiddag sprak ik hem weer, we kwamen elkaar op een wandeling tegen.’
‘Ook op zoek naar een rustig plekje? Jullie hoeven dat toch niet meer?’
‘Nee, maar een wandeling tussendoor is ook gezond. Ian en Francis kwamen net van een rustig plekje vandaan, zeiden ze. Hij zei, in het dorpshuis wordt er heel driftig over gepraat. Ze hebben zitten vissen of ik méér wist, maar ik heb gezegd, neem de tekst letterlijk, en maak er wat van. Ik denk dat ze met een soort gezamenlijk standpunt willen komen. Maandag ben ik tussen de middag weer naar hem toegegaan.’
‘Waar?’
‘Heb ik dat nooit verteld? Sorry, futiliteit. Nee, eigenlijk niet, er zit méér aan vast. Een paar jaar geleden is de school een klas ingekrompen, omdat er volgens de veranderde eisen één te veel was. Dat lokaal wordt door de vereniging van huurders gebruikt. Wat het ministerie niet weet wat niet deert. Ian verwacht, dat als de jonge gezinnen een eigen huis krijgen, de remmen los gaan en het kindertal op gaat lopen. Ze hebben nu één klasje voor drie-, vier- en vijfjarigen, dat zouden er dan twee worden. Hopelijk net op tijd voor Francis.’
‘Gaan ze hier met drie al naar school?’
‘Vrijwillig, en school is het eigenlijk niet, meer opvang. Toen ik bij Ian was kwam er een jongen een pak strookjes brengen, een paar honderd. We waren erg nieuwsgierig, eindelijk wat, en zoveel in een halve dag, en zijn er mee begonnen. Eerst gesplitst in jongens en meiden. Toen die van de jongens bekeken, die zouden er vast het makkelijkst over denken. Nou, dat klopte. En dat gezamenlijke standpunt ook. Er was één jongen, van zeventien, die wilde aparte tijden voor jongens, niet gekleed, wanneer maakte niet uit, voor de meisjes had hij niets ingevuld. Op alle andere strookjes van de jongens stond, geen aparte tijden, niet gekleed. S.v.p. zonneweide.’
‘Tja, dat had ik vast ook ingevuld. Maar niet verwacht dat het er van zou komen. Zonneweide? Wat doe je daarmee?’
‘Al met Peter geregeld, een bredere strook om het meertje, het geheel net zo breed als de camping.’
‘Wat snel weer. Nu de meiden.’
‘Drie meiden, tussen de veertien en tweeëntwintig, wilden aparte tijden voor meiden, niet gekleed, wanneer maakte niet uit. Alle andere, houd je vast, geen aparte tijden, niet gekleed. S.v.p. zonneweide.’
‘Duidelijk een gezamenlijk standpunt. Maar een zeer opmerkelijk. Gemengd bloot? Wat denk je?’
‘Ik heb jullie verteld hoe vrij er ‘s avonds in het dorpshuis gepraat wordt. Meiden tegen meiden en jongens tegen jongens. Ik heb niet aangenomen, ook niets daarover tegen jullie gezegd, dat meiden erg vrij met jongens praten, of andersom, daar heb ik nooit iets van gemerkt. Maar dat moet nu waarschijnlijk wel gebeurd zijn. Ik heb het er met Thomas over gehad. Die zei, na wat nadenken, ik denk, dat er meer over de omgang met elkaar op het zonneterras gesproken is dan ik dacht. Ik probeer er achter te komen. Hij heeft het aan al het personeel gevraagd. Ja, die hebben er met hun vrienden en bekenden in het dorp over gesproken, zonder namen te noemen van wie ze op het zonneterras gezien hebben. Hoe gezellig en fijn het is om bloot te zonnen, als iedereen zich gedraagt. En de standaardvraag beantwoord, bij erecties een handdoek erover. Vanmorgen belde Ian. Vermoedelijk zijn alle strookjes binnen, maar hij gaat geeneens tellen. Er is maar één verlegen jongen bijgekomen, om het zo maar uit te drukken, en één verlegen meisje. We hadden verwacht nogal te moeten puzzelen om een rooster te maken, maar het was duidelijk. Geen rooster, overbodig, niet gewenst. Ik heb net Francis aangeschoten. Die bleef giechelen. Ze was ook in het dorpshuis geweest, maar ze had Ian niet verteld wat ze gehoord had, hij zou er wel achter komen. Iedereen wist hoe het er op het zonneterras aan toe ging, ook met die handdoek bij een erectie. Iedereen snapte wel dat er met zoveel mogelijkheden geen rooster te maken was. Dus, geen, en wie dat niet leuk vond bleef maar weg. Ze zouden zelf wel regelen wie waar zwom of op de kant lag, de jongens snapten wel dat er meiden zouden zijn die toch een beetje apart wilden zwemmen of zonnen, zeker in het begin.’
‘We hebben jullie, toen we hier net waren, al eens gevraagd, of de jeugd hier nu minder preuts was dan vroeger. Jullie zeiden toen ja, maar dit had je niet verwacht, hè?’
‘Nee, Simone. Wie heeft dat zonneterras verzonnen?’
‘Dat schijnt er al heel lang te zijn, lang ongebruikt, maar het is, nadat wij met de kinderen hier de eerste keer op bezoek geweest zijn, opgeknapt en weer in gebruik genomen.’
‘Wie heeft het personeel er toegang verleend?’
‘Wij, natuurlijk.’
‘Wie heeft de jeugd dan minder preuts gemaakt?’
‘Daar ging het niet om, wie van het personeel wilde mocht komen.’
‘Ja, maar ik geloof niet dat zonder dat terras de jeugd met zo’n gezamenlijk standpunt was gekomen.’
‘Hoe het ook zei, jij en wij staan er niet op om ergens de eer van op te strijken, hè? Zonder jou én Thomas was dat meertje vast opgegaan in de camping en had de jeugd het kunnen vergeten.’
‘Thomas en jij eigenlijk. Thomas zei, voor naaktzwemmen een oplossing zoeken. Jij zei, wat meer graafwerk maakt niet uit, voor het goede doel. Zo is het gekomen.’
‘Ja, Tamara.’
‘De jeugd wil nog overleggen, en te zijner tijd uitproberen, tot hoe laat ze ‘s avonds doorgaan. De campinggasten moeten natuurlijk niet gestoord worden.’
‘Tot zonsondergang?‘
‘Dat is ‘s zomers misschien te laat.’
‘Komt er verlichting op de camping?’
‘Een lamp boven de deur van het kantoor in het gebouwtje, verder niet. Anders is het net of je in een straat met straatverlichting bent. Op de caravans zit één buitenverlichtinglamp, de mensen kunnen kiezen of ze die aan of uit willen. Gezellig in het donker buiten zitten is leuk. En dan zijn kampvuurtjes ook leuk. Hé, een paar plekken voor een kampvuur maken bij het meertje voor de jeugd. Die willen dat vast wel. Als het mooi weer is zullen er vast een paar stelletjes na zonsondergang blijven, dan kunnen ze wat meer doen dan bij daglicht. Maar meer herrie dan wat gekreun maken ze dan niet.’
‘Als de jongens die maagd willen blijven dan maar niet de boel onderspuiten. Ze kunnen in het vuur lozen.’
‘Nee, dan zien de anderen het ook, als er meer dan één stel is. Maar ze zullen het wel schoon houden. Ik zal het er toch eens met Thomas en Ian en Francis over hebben.’
‘Prima. Als jullie daar met z’n vieren naar toe gaan kunnen jullie met leeftijdgenoten spelen.’
‘Tja, daar hadden we het een keer over. Maar het spelen wat we toen bedoelden was in het zwembad even aan elkaar zitten. In het meertje kan dat ook wel, maar het hoeft niet, het gaat om de gezelligheid, net zoals op het zonneterras.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 18

Verzorgd door Tamara.

De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties gaan door. De beheerder van de huizen en ik komen bij de getaxeerde huizen langs om een overzicht te krijgen voor de renovatie. We hebben al meer dan driekwart gedaan.

De nieuwbouw.
Wat bouwen die lui snel. De buitenkant van het eerste blok is klaar. De eerste binnenploeg is er begonnen, en de eerste buitenploeg is aan de overkant met nummer twee en vier begonnen. Ze denken dit tempo vol te kunnen houden.
Nu afwachten of de binnenkant in twee maanden klaar is.
Het zou vast een record zijn, een twee-onder-één-kap binnen vier maanden.

Het volgend plan.
De uitslag van de enquête over het medegebruik door meisjes van het meertje nét buiten het dorp.
Jullie hebben ons in spanning laten zitten. Dáááágenlang kwam er geen enkel ingevuld strookje terug.
Stiekemerds, jullie hebben overleg gepleegd.
Het stembureau, bestaande uit het bestuur van de vereniging van huurders en ondergetekende, had zich voorbereid op een langdurige puzzel. In de enquête waren nogal wat mogelijkheden aangegeven, en het zou vast niet makkelijk worden om aan de hand van alle wensen een rooster op te stellen. In plaats van, zoals gebruikelijk, een continue stroom ingevulde strookjes direct na verschijning van de enquête, kwam er van woensdag tot en met zondag geen enkel strookje binnen. Daarom stortte het stembureau zich maandagmiddag op de paar honderd strookjes die rond de middag bij de drie bezorgadressen verzameld waren en in één keer binnenkwamen. Er werd eerst een splitsing gemaakt tussen de strookjes van de jongens en de meiden. Toen werden de strookjes van de jongens bekeken, daarna die van de meiden. De leden van het stembureau hebben, bij wijze van spreke, tot donderdag, toen de stroom strookjes opdroogde, met hun mond open gezeten. Ze wisten van maandagmiddag al dat een splitsing maken tussen de strookjes van de jongens en de meiden overbodig was. Ze hebben ook niet geteld, zo gelijkluidend waren de antwoorden. De leeftijden maakten ook niet uit. Op een paar na had iedereen vijf kruisjes gezet.

Bij jongen of meisje (gelukkig wist iedereen dat)
Bij geen aparte tijden voor jongens
Bij ongekleed zwemmen voor jongens
Bij geen aparte tijden voor meisjes
Bij ongekleed zwemmen voor meisjes

En erbij geschreven, s.v.p. zonneweide.

Het stembureau weet niet hoeveel strookjes er ingeleverd zijn, er was gezien de duidelijke uitslag geen behoefte om ze te tellen, en de deelname was duidelijk vér boven de negentig procent. Het stembureau bedankt allen die meegedaan hebben. Niet alleen voor hun deelname, vooral voor hun inzet, tussen woensdag en zondagavond, om tot een gezamenlijk standpunt te komen.
Dat de jongens geen bezwaar hadden tegen de aanwezigheid van meiden was verbazend, gezien hun gedrag in het verleden. Maar dat de meiden niet om aparte tijden vroegen was erg onverwacht.
Het stembureau was gauw klaar, een rooster was overbodig, want niet gewenst. De paar jongens en meiden die aparte tijden wensten hebben pech gehad, zo’n klein aantal zal zich bij de overigen aan moeten sluiten of wegblijven.

Nu over de gevolgen. Tja, afwachten.

Overige onderwerpen.
Geen.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week  31

‘Ian en Francis zijn een avond bij ons op bezoek geweest. Heel gezellig. Ze hebben natuurlijk ons huis bekeken. Mooi, ruim. Ik kon het niet laten, ik zei, de indeling is anders, maar het is net zo groot als een drieslaapkamerwoning waarvan er nog twee vrij zijn. Ze grinnikten. Ze hebben geen haast, maar ze houden in de gaten of ze vrij blijven. Ik heb, onder geheimhouding, wat verteld over hoe het met de bouw verder zou gaan. En over de renovaties. En over de camping, natuurlijk. Ik vroeg om een oplossing voor als stelletjes daar in het donker zouden gaan vrijen en hij het niet droog kon houden, als ze begrepen wat ik bedoelde. Ja, natuurlijk, zei Ian. Hij vertelde dat ze wisten hoe Thomas en ik ons voor ons trouwen gedragen hadden, maar dat Francis en hij gedaan hadden wat de meeste in het dorp gedaan hadden. Hij had bij meiden onder hun kleren gezeten, helemaal uitkleden ging nooit. Hij was natuurlijk ook afgegaan op een paar meiden met hele grote borsten, waarvan bekend was, dat die er best jongens mee wilden laten spelen. Hij zei, die van mevrouw Wellingten zijn vast net zo groot, ze laat gewoon de helft zien, dat durven die meiden niet. Ze willen ook niet allemaal erg intiem gestreeld worden, eraan komen mag meestal wel. Ze zijn ook niet bang om aan een jongen te komen en hem te strelen zoveel hij wil. Op een slaapkamertje is er altijd wel een handdoek of zo in de buurt om het op te vangen. Buiten zorg je dat het uit de loop terechtkomt. Francis vertelde dat zij natuurlijk ook achter jongens aangegaan was die een hele grote zouden hebben. Maar veel scheelden die jongens niet. Het verschil zat meer in hoe lief ze deden, alleen maar willen lozen was niet de bedoeling. Ze vertelde, zonder te blozen, dat Ian en zij erg tevreden met elkaar waren, dat ze regelmatig met elkaar speelden. Dat hadden ze ook net gedaan toen we ze laatst bij een wandeling tegenkwamen. Bij het meertje zou Ian in het water kunnen lozen, de natuur zou het dan wel opruimen. Maar voor op de kant zouden ze wat mee moeten nemen. Papieren zakdoekjes of zo, al waren die wat klein. Er kwamen toch wel afvalbakken? Ja, natuurlijk. Ze vroeg, wél blozend, of wij het vaak deden, ze hoorde zoveel verhalen, maar had geen idee wat daar allemaal waar van was. Ik heb verteld, dat een paar keer per dag wel normaal was. Nou, dat verwachten zij ook. Ian had in ieder geval al een paar keer op een zondagmiddag en -avond drie keer geloosd. Zíj wilde niet zo vaak, ze wilde dan méér, maar dat moest wachten. Ik heb verteld, dat ik dat al gauw ook kreeg toen wij met experimenteren begonnen waren. Dat we gelukkig snel konden trouwen. Dat het in de huwelijksnacht heel fijn gegaan was. Twee keer. De eerste keer was natuurlijk bijzonder, maar ze hoefde er niet bang voor te zijn. Dat was ze niet, ze had nog nooit gehoord dat er iemand aan dood gegaan was, en dat als het pijn deed het toch maar één keer was. Ze vroeg gelijk naar de tweede keer. Ik zei, omdat we het natuurlijk zo gauw mogelijk weer deden, duurde het heerlijk lang voordat Thomas weer kwam. Daardoor kwam ik twee keer. En dat dat veel fijner was dan handwerk. Ik vertelde, dat we de dagen erna vrij hadden en het heel vaak gedaan hadden. Door een speling in de natuur had Thomas hele grote ballen, waardoor hij wel zes keer op een dag nogal veel kon spuiten. Maar zij moesten daar maar niet op rekenen. Met een keer of vier over een hele dag moesten ze blij zijn. Francis kon het natuurlijk niet laten om naar het kruis van Thomas te kijken. Thomas zei, Francis, kijk niet zo, ik krijg er een stijve van. Als we naar het meertje gaan mag je in het water wel een keer aan mijn ballen voelen, want te zien is het niet. Anders had je dat op het zonneterras al gezien. Goed? Ze zei, ja, dat wil ik wel. Aan je pikkie hoeft niet, dat heb ik vroeger genoeg gedaan bij andere jongens. En nu heerlijk aan die grote van Ian, al vaker dan alle vorige bij elkaar. Maar wil jíj dan ook aan míj komen? Hij zei, ik ben hartstikke tevreden met Tamara. Je weet, ik heb je altijd graag gemogen, je kwam bij mij direct na Tamara. Ik heb je al bloot gezien, ik hoef niet zonodig aan je te komen. En misschien wil je het nu bij Ian houden. Ze zei, een beetje spelen met goede vrienden, zoals jullie, in het water, kan wel. Op de kant kan het beter bij kijken blijven. Ze vroeg me, vind jij het ook jammer, dat er dan alleen kleine pikkies te zien zijn? We vrijen thuis sinds een tijdje bloot, bij daglicht of met het licht aan, ik vind het schitterend, zo’n omhoog staande stijve. Ik zei, ja, maar als er ongetrouwde meiden bij zijn kan dat niet, je weet, te verleidelijk. Maar, over niet al te lange tijd, wie weet? We hebben heerlijk zitten grinniken.’
‘Wat een verschil voor je, vroeger nooit een woord over seks en nu zo openhartig.’
‘Ja. Maar ik heb geen spijt over vroeger. Ik ben nog steeds hartstikke blij dat Thomas en ik allebei gloednieuw waren.’
‘Tot in de suite.’
‘Ik ben ook blij dat we in de suite konden experimenteren. Anders was onze huwelijksnacht niet zo mooi verlopen. Ik vond het fijn dat ik Francis en Ian wat kon vertellen over die nacht, misschien hebben ze er iets aan gehad. Goed. Ik vroeg ze mee te denken hoe het er aan toe zou gaan. Ik heb ze de tekening laten zien. Het eerste waar we opkwamen, was parkeerplaatsen vóór de camping. De meeste jeugd zal wel lopend of met de fiets komen, maar we willen niet dat ze met auto’s over de camping rijden, achter de caravans of de tenten langs, ze lopen dat stukje maar. Ik heb Peter al gebeld, hij laat de afrastering vóór de camping over honderd meter vijf meter van de weg zetten, dan kan er daar naast de weg geparkeerd worden. Bij het meertje komt een fietsenstalling. Verder, waar laat de jeugd hun kleding. Ze kunnen alles bij zich houden, maar ik laat toch roestvrij stalen kluisjes maken. Die komen bij de fietsenstalling, met de opening richting meertje, zodat iedereen kan zien wie er bij de kluisjes staat, tegen het jatten. Dat verwachten we niet, daarom komen er ook geen sloten op, het is zo’n gedoe om een sleutel te bewaren als je in je blote kont zit.’
‘Mooi. Dan kan je ook zien hoe ze zich uitkleden, bij die kluisjes.’
‘Ja, leuk. Maar ze hoeven zich daar natuurlijk niet helemaal uit te kleden, het laatste kan ook als ze op de zonneweide zijn. In het begin zullen ze waarschijnlijk niet daarvandaan al bloot gaan lopen. In één van die kluisjes komen wegwerphanddoeken. Met daarbij een soort collectebus, voor vrijwillige bijdragen. Ik verwacht ongeveer quitte te spelen, als het méér of minder wordt geef ik in het krantje wel op één of andere manier een hint, dan passen ze hun bijdragen vast aan. Papieren zakdoekjes zijn te klein, en als je die gebruikt zie je niet wat er gebeurt.’
‘In het donker?’
‘Helemaal donker wordt het nooit, en misschien kan het eerder, als het niet druk is. Volgens Thomas en Ian is het voor de jongens prettiger als ze, zonder dat er een zakdoekje in de weg zit, vrijuit, open en bloot, kunnen spuiten. Alleen niet met een boog, de meiden moeten daar wel op de handdoek mikken. Een beetje ernaast is niet erg, maar niet alles op het gras. En volgens Francis en mij is het voor meiden ook fijner om te zien dan wanneer er een zakdoekje overheen moet, om het op te vangen.’
‘Goed bedacht. Waar ervaring al niet goed voor is. Dat zal een leuk gesprek geweest zijn.’
‘Ja, heerlijk. Erg vrij, dat hoorde je wel. Ik heb een ontwerp voor een stukje in het volgend krantje. Alsjeblieft.’
Mark pakte het aan, las het en gaf het daarna aan Simone. Die gaf het, na het gelezen te hebben, weer aan Tamara terug.
‘Wat ben je weer volledig. En grappig. Mark, hadden we dat meertje op kunnen knappen, als er geen camping min of meer nodig geweest zou zijn?’
‘Je weet maar nooit hoe alles loopt. Toen we van de woningnood hoorden wist ik al gauw dat het rendabel zou zijn om die op te lossen. Als we gewoon van dat meertje gehoord hadden, denk ik, dat we het op hadden laten knappen, een smalle toegangsweg aan hadden laten leggen, en het als onkosten bij de zeshonderd huizen zouden rekenen. Misschien met een hele kleine huurverhoging. Hoe dan ook, het is heel fijn om wat voor de jeugd te kunnen doen.’
‘Ja, en voor hun nog gratis ook. Dank jullie wel. Ik ga weer aan het werk. Tot ziens.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 19

Verzorgd door Tamara.

NIEUWS OVER HET VOLGEND PLAN.

De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties gaan door. De beheerder van de huizen en ik komen bij de getaxeerde huizen langs om een overzicht te krijgen voor de renovatie. We hebben al veel meer dan driekwart gedaan.

De nieuwbouw.
Wat blijven die lui snel bouwen.
De firma die de garages bouwt zal spoedig beginnen. Ze doen steeds die per acht blokken achterelkaar door, inclusief de opritten. Aan het begin en eind een enkele garage, tussen de blokken in dubbele.
Daarna kan de tuinman aan het werk.

Het volgend plan.
Meneer en mevrouw Wellingten hebben met verbazing en genoegen de uitslag van de enquête vernomen. Door de grootte van de deelname, de bijna unanimiteit van de uitslag en vooral door de inzet om tot een gezamenlijk standpunt te komen, hebben zij besloten om inderdaad het meertje op te laten knappen en een toegangsweg vanaf het dorp aan te laten leggen. De opdracht is al verstrekt.

Over het meertje, het beekje wordt tijdelijk omgeleid. Na het droogvallen, desnoods het leegpompen, van het meertje wordt de bodem schoongemaakt. Ook de omgeving wordt opgeknapt en er wordt een zonneweide aangelegd. Verdere details blijven een verrassing.

Vanaf het meertje richting dorp komt er nóg een verrassing. Vanaf daar komt er een verharde toegangsweg naar het dorp, naar het eind van de Wellingten Avenue, aan de kant van de hoge huisnummers, aansluitend op de dwarsstraat naar de Hoofdstraat.

Meneer en mevrouw Wellingten, de vereniging van huurders en ondergetekende hebben enkele verwachtingen c.q. verzoeken.

We verwachten bij het meertje een zelfde gedrag als op het zonneterras in het grote huis. Voor wie dat nog niet weet, ieder lid van het daar werkend personeel is graag bereid daar inlichtingen over te verstrekken. Er zal geen toezicht uitgeoefend worden. Maar het bestuur van voornoemde vereniging en ondergetekende behouden zich namens meneer en mevrouw Wellingten het recht voor, wanneer zij daar zijn, om even de gang van zaken te bekijken of om mee te doen, om op- of aanmerkingen te maken. Er wordt niet verwacht dat dat nodig zal zijn, er wordt vertrouwd op onderlinge controle. Andersom nemen zij dan graag klachten of wensen in ontvangst.

Verder wordt iedereen verzocht daar vanaf nu weg te blijven tot in dit krantje het eind van de werkzaamheden aangekondigd is. Daarna zal er niemand verjaagd worden, zoals voorheen, zolang er binnen de afrastering gebleven wordt. Het blijft privé-terrein, zoals een bord aan het begin van de toegangsweg ook aan zal geven. Verblijf is op eigen verantwoordelijkheid, al zal schade, veroorzaakt door het personeel of de uitrusting van het terrein vergoed worden.

Tot slot, enige uitleg over de financiën. Meneer en mevrouw Wellingten zijn wel goed, maar niet gek. De aankoop van de huizen in het dorp en de renovatie, waarmee begonnen wordt zodra de nieuwbouw klaar is, zijn investeringen. Zij nemen, in tegenstelling tot de vorige eigenaren, genoegen met een minimaal rendement. Daardoor kunnen de huren laag blijven, naar verwachting zelfs iets lager dan in de dorpen in de buurt.
De nieuwbouw is een verhaal apart. Dat is natuurlijk ook een investering, maar minder groot dan bij normale nieuwbouw, omdat de familie Wellingten de grond om niet heeft afgestaan. (Is dat goed of toch gek?)
Daardoor, en door ook daar genoegen te nemen met een minimaal rendement, worden de huren naar verwachting ongeveer even hoog als in de rest van het dorp. (Niet eerlijk, een nieuw huis is mooier? Wacht maar tot na de renovatie.)
De toegang tot het meertje blijft gratis. Voor degenen die zich afvragen hoe dat kan, na een opknapbeurt die iedereen zal verrassen, en de aanleg van een verharde toegangsweg, de verrassing die vóór het meertje komt maakt dat financieel mogelijk. Onthulling binnenkort, niet alles tegelijk.

Overige onderwerpen.
Geen.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *


 Week  32

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 20

Verzorgd door Tamara.

Alleen een aankondiging.

Vanaf vanmiddag kunnen de komende twee weken, na het vertrek van de werklui, en in de weekeinden de hele dag, een twee- en een drieslaapkamerwoning bekeken worden. Nummer zeven en negen.
Voor het bekijken van de indeling in het echt, de tekeningen hebben al in het dorpshuis gehangen. Of nog?
Ik vraag geeneens om niets te beschadigen. Er komt een dorpsgenoot wonen, misschien jullie zelf wel.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *


‘Hebben jullie het krantje van vanmorgen al gezien?’
‘Ja, de kortste tot nu toe. Maar je kon het weer niet laten om het luchtig te houden.’
‘Ach, kost niets meer. Ik heb een dubbel voorstel. Zullen we vanmiddag vast gaan kijken?’
‘Voordat de werklui weg zijn?’
‘Ja, dat kan wel met een paar man, Mark, niet met hele hordes.’
‘Prima. Houd er iemand toezicht?’
‘Ian gaat af en toe kijken, maar toezicht is niet nodig. De woningen zijn voor mensen in het dorp, daar is iedereen voorzichtig mee. Net zoals iedereen nog steeds braaf alleen over de rijplaten loopt.’
‘Tja. En het tweede voorstel?’
‘Kijken hoever de camping is. Peter heeft gebeld, of het zo goed was, voor hij beton laat storten.’
‘Graag. Met een koets?’
‘Nee, dit wordt een werkbezoek. We gaan in mijn autootje, met de troubleshooterstandaard. Jullie moeten schoenen aan om over kale grond, aarde, te lopen. Ongeveer een kilometer heen, en weer terug, natuurlijk. Hebben jullie wel geschikt schoeisel?’
‘Je hebt lekker niet goed opgelet. Toen we het eerste huisnummer erop kwamen schroeven hadden we overschoenen aan. De beheerder van de landerijen heeft die, in meerdere maten, en ook laarzen.’
‘Handig. Om een uur of twee?’
‘Prima, dan staan we bij de voordeur.’

Ze bekeken eerst de woningen. Ze kwamen overeen met wat ze in gedachten hadden, van de tekeningen. Daarna reed Tamara met ze de rijplaten verder af en parkeerde er aan het eind naast. Ze stapten uit en liepen naar de afrastering.
‘Ik heb nog niets gezien, ik wilde niet in de weg lopen of storen. Ik had genoeg te doen en ik vertrouw Peter. Ik weet ongeveer hoe alles eruit moet zien, omdat ik dat met hem besproken heb. Ik zal jullie vertellen wat ik zie. Dus niet te snel vragen stellen, pas als we ergens voorbij zijn en ik niets gezegd heb.’
‘Ja, juffrouw. Had je geen leraar willen worden?’
‘Daar heb ik nooit aan gedacht. Aan deze baan ook niet, maar hij bevalt me uitstekend. Nou, let op, kindertjes. Allereerst, een bord. Privé-terrein. Verboden toegang zonder toestemming van de eigenaar.’
‘Is dat genoeg? Wat als er iemand op wil die niet weet wie de eigenaar is?’
‘Die heeft hier niets te zoeken. Het is genoeg om te zorgen dat de stad achter het bord niet aansprakelijk is. Verder, twee afrasteringen het land in, zes meter uit elkaar. Daartussen, vijf meter uit elkaar, twee rijen paaltjes. Daar komen planken tegenaan, dan beton ertussen, voor het weggetje. Ik zie dat hier aan het begin wat palen weggehaald zijn in de bestaande afrastering en de drie draden vervangen zijn door één. Peter heeft gezegd dat ik die draad aan de linkerkant los kan maken en dan aan de rechterkant moet leggen. Hij dient als afsluiting als er niet gewerkt wordt. Klopt, we kunnen erin.’
Ze liepen tot een bocht in de weg, die daarna langs het beekje verder liep.
‘Water genoeg in de beek om te kanoën. Peter heeft de juiste bocht voor de weg uitgerekend, niet te haaks, omdat er trekkers met opleggers met daarop een stacaravan over moeten. Nu nog een paar honderd meter tot de camping.’
‘Het ziet er mooi strak uit. Komt er gras naast de weg?’
‘Ja, en ik heb van Peter een paar folders voor grasmaaiers. Die voorop uitklapmaaiers hebben, groot genoeg om van het weggetje af in één keer één zijkant te kunnen maaien. Dus hoeft de beheerder maar één keer op en neer om het netjes te houden. Verder worden met die maaier natuurlijk de hele camping en de zonneweide gedaan. Het huisje wordt iets groter dan de eerste planning, om de maaier droog te kunnen parkeren.’
‘Tja, het één hangt aan het ander.’
‘Daarom ben ik ook zo blij met Peter, Mark. Hij heeft er vrijwillig een hoop tijd in gestoken, om te proberen alles te voorzien. Hier links gaat de afrastering verder van de weg af lopen, hier kunnen er auto’s geparkeerd worden. Achter de caravans en de tenten is er voldoende parkeerruimte, dit is voor bezoekers en de jeugd die komt zwemmen. De auto’s daarvan willen we niet op de camping, dat wordt te onrustig. We moeten wat voor Peter doen, als de camping klaar is.’
‘Verzin maar wat. Ik kan jammer genoeg geen ridderordes uitreiken.’
‘Nee, jij niet. Maar een oorkonde is wel het minste. We zijn nu bij de ingang. Links eerst de paaltjes voor een insteek, om vrachtauto’s te kunnen laten keren. Dan een rechthoek van paaltjes voor het gebouwtje voor de beheerder. De insteek loopt achter het gebouwtje nog een stukje door. Peter zei, je moet auto’s geen scherpe bocht op gras laten maken, maar op beton. Daarachter komen de stacaravans op een rij. Peter en ik hebben gebrainstormd over de bereikbaarheid van de overkant van de beek, waar de tenten komen. Het zou een stevige brug moeten worden, voor volgeladen auto’s, vast ook met aanhangwagentjes, en campers zijn nog zwaarder. Om een lang verhaal kort te maken, Peter heeft wat lichtbeschadigde rioolbuizen opgedoken, groot genoeg om er door te kunnen kanoën. Er zijn er hier twee in de beek gelegd, daarna is er grond overheen gestort. Zelfs een camper kan zo naar de overkant.’
‘Tamara toch. Slim en goedkoop.’
‘En iemand is van een paar buizen af, die hij moeilijk kon verkopen. Zo helpt de één de ander. Nu het nieuwe meertje. Peter heeft geruild, de grond, aarde, die eruit kwam, tegen zand. Minder zand dan aarde natuurlijk. Er is een halve meter aarde méér weggehaald dan nodig was, ook vijf meter aan de kant, en vervangen door een deklaag zand. Alsof je aan het strand bent.’
‘Ik had al moeite om mijn mond te houden toen ik dat strand zag. Geweldig, Tamara.’
‘Ik geef het door. Aan het eind van het meertje is dezelfde truc als hier uitgehaald, alleen met méér rioolbuizen. Er liggen er een stuk of vier achter elkaar, met een geknikt koppelstuk halverwege. Leuk voor de kanoërs, maar het is eigenlijk om van deze kant niet in het meertje aan de andere kant te kunnen kijken, waar er blote lui rondlopen en zwemmen. Verdere uitleg straks, als we daar zijn. Lopen, kindertjes.’
‘Je vermaakt je, hè?’
‘Ja, Mark, het is nog mooier dan ik dacht. Groot, strak, schoon. Ik had Peter om wat zand voor langs de kant gevraagd, Thomas had gezegd dat het soms wat modderig was. Maar met die ruil kon hij alle zijkanten en de bodem van beide meertjes helemaal doen. De kinderen kunnen nu ook met zand spelen, de beheerder moet het maar af en toe egaliseren.’
‘Het enige verschil met een echt strand, denk ik, is dat er hier geen eb en vloed is.’
‘Nee, het water staat alleen in het voorjaar wat hoger dan in het najaar, omdat het ‘s winters meer regent.’
‘Als ik het goed zie, Tamara, aan de hand van de zonnestand, staan de voorkanten van de caravans ongeveer op het zuiden. Heel mooi, zo kunnen de mensen de hele dag voor hun caravan in de zon zitten.’
‘Bij de tenten ook, die zijn niet zo hoog als caravans. Het was eerst niet zo, maar we hebben wat aan de zonnestand gedaan. Nee hoor, gelukkig toeval. We hebben ook voorbij het meertje van de jongens gekeken, maar daar zitten nogal wat bochten in het beekje. Dit was het mooiste stuk, en op een mooie afstand van het dorp. Zo, het eind van de camping. Hier kan je ook van de ene kant naar de andere, al zou ik niet direct weten waarvoor. Hooguit voor de grasmaaier. De overgang is eigenlijk alleen gemaakt om een afscheiding te kunnen maken met het andere meertje. Met die rioolbuizen met een knik erin, en hier, doordat je door een zigzag in twee rijen coniferen moet. Ik laat maar geen bordje met een waarschuwing voor de naaktzwemmers neerzetten. Ik wil de beheerder de mensen die komen kamperen een briefje met de uitleg laten geven, misschien willen ze wel meedoen. Iedereen in het dorp weet het dan al uit het krantje. Ik zet het er nu nog niet in, ik wil hier nog geen aanloop, tot de beheerder hier woont. Er zullen best jongens hier gekeken hebben, die zullen wel gezien hebben dat er méér aan de hand is dan hun meertje opknappen. En dat doorvertellen. Oh, dit ziet er ook prachtig uit. Het meertje is iets groter geworden, eromheen ook eerst zand, dan gras, tot de afrastering. De zonneweide. Mark, Simone, dank jullie wel. Ik weet wel, het geld is er vrij gauw uit, met de verhuur, maar ik, wij, hebben het zóóóó mooi mogen maken.’

Camping1

‘Tamara, wij zijn blij dat je zo’n goed gebruik gemaakt hebt van je volmachten. Dat je, behalve je eigen inbreng, ook zo veel andere mensen in hebt kunnen zetten en die vrij liet om hún kennis in te kunnen zetten. Als er iemand is die een ridderorde verdient, dan ben jij het.’
‘Goed, ik geef mezelf ook een oorkonde. Dank jullie wel. Nog wat uitleg. Aan het andere eind van dit meertje is een tijdelijk dammetje geweest. Daar heeft een pomp gestaan, met een grote dieseltank ernaast. Die heeft dag en nacht gedraaid, om het water vóór het dammetje uit de beek te pompen en door een buis naar het begin van de camping, waar nu die overgang is, bij het gebouwtje. Dat was makkelijker en netter dan een geul graven en weer dicht gooien. Toen het daartussen drooggevallen was hebben ze het meertje van de jongens zover uitgediept, dat al de bagger van eeuwen weg was. Plus een fiets en een zak met stenen en een dood dier erin. Vermoedelijk heeft iemand ooit een kat verdronken. Dat moet een vals beest geweest zijn, als er katten te veel komen worden die normaal over de beek gezet. Op de landerijen lopen een paar vossen, die weten er wel raad mee. Ondertussen houden die verwilderde katten de muizenstand laag.’
‘Hoe weet je dat allemaal?’
‘Gehoord in het dorpshuis, toen er weer eens zo’n discussie was voor of tegen de vossenjacht. Hier in de buurt is die langgeleden afgeschaft en gaat de natuur zijn gang. Vossen hebben een territorium, die houden zelf hun stand op peil. Die paar katten als bijvoer beïnvloedt die niet. De boeren die kippen hebben hebben goede voorzieningen tegen vossen, die hebben geen behoefte om ze af te schieten. Mark, we zijn lid van de vereniging van campinghouders geworden. Om hun voorlichting, hun maandelijkse krantje en hun gezamenlijke aansprakelijkheidsverzekering. De premie die we anders zouden moeten betalen is meer dan de contributie. Stond in hun brochure, dus geen dank nodig. Ik wil in hun blaadje een advertentie zetten voor een beheerder. Als ik die van de week instuur, komt die in de volgende, volgende week. Maar het enige wat ik niet weet, is zijn salaris. Kan je dat uitrekenen, bepalen, of laten doen?’
‘Je hebt vast al een idee. Wat is het landelijk?’
‘Afhankelijk van de grootte, de werkzaamheden en de werkuren. Ik heb wat zitten rekenen en denken. Ik zou zeggen, ongeveer hetzelfde als de beheerder van de landerijen. Die heeft twintig pachters. Op de camping komen twintig caravans en zesendertig plekken voor tenten voor de verhuur. Ik denk, dat daaraan méér werk is. En dan het onderhoud nog. De beheerder maakt ook vast meer uren, onregelmatig, ook in de weekenden. Maar, in plaats van toeslagen voor onregelmatige uren, gratis wonen in een stacaravan en redelijk gebruik van een telefoon.’
‘Je bent weer verschrikkelijk. Wat blijft er voor mij te rekenen over?’
‘Nou ja. Bepaal dan maar.’
‘Dan zit ik weer in de problemen. Jij hebt hetzelfde salaris als de butler, maar je doet méér. Kan ik je niet hetzelfde betalen als de beheerder van het familiekapitaal?’
‘Nee, dat gaat niet, dat weet je. Ik doe misschien te veel, maar ik kan het niet laten.’
‘Goed, dan wacht ik een volgende gelegenheid af.’
‘Ik zal in de oproep zetten dat het een heel makkelijke camping is, alles keurig op een rijtje, weinig onderhoudswerk. Als daar niemand op af komt kunnen we met het salaris altijd nog de hoogte in. Maar het lijkt me redelijk.’
‘Prima, we wachten af.’
‘Ik denk aan ons zwembad. Daar is net genoeg ruimte om er stretchers neer te zetten, méér kon niet, anders zou het zwembad te klein worden. Je moet wel meerdere slagen kunnen maken vóór je om moet draaien. Ons zwembad in Boston was ongeveer net zo groot, het stuk om op te zitten ook. Maar er was nog een grasveld bij. Dit meertje is stukken groter. Er zal denk ik geeneens vaak in gezwommen worden, wel gespeeld. Ruimte zat. En op het strandje en de zonneweide kan heel wat jeugd. Tjonge, ik zie het voor me, niet zoals thuis een paar stelletjes, maar tientallen blote jongens en meiden.’
‘Ik denk dat het langzaam op gang komt, Simone, net zoals op het zonneterras. De moedigsten komen eerst, als het fijn gaat komt de rest door mond op mond reclame.’
‘Moedigsten?’
‘Ja, het wordt hier anders dan op het zonneterras, denk ik. Daar leggen ze de laatste kleding of een handdoek pas opzij als ze zitten of liggen. Hier gaan ze ook lopen. In het begin alleen van en naar het water, al gauw overal, denk ik. Nou, dat moet je durven. Als jongen, om alle meiden naar je zwaaiende pikkie en je ballen te laten kijken. En meiden kunnen niet gaan lopen met hun benen strak tegen elkaar. Als ze niet veel haar op hun doos hebben zien de jongens hun gleuf.’
‘Tja. Ze moeten het zelf maar uitzoeken, hè?’
‘Ja, alleen wat ik in het krantje heb gezet, indirect, de jongens moeten niet te veel laten zien. Waar en wanneer ze aan elkaar gaan zitten zoeken ze ook maar uit. Ze houden elkaar vast in toom. Ouderen snappen best dat ze niet veel kunnen doen in bijzijn van twaalf- of dertienjarigen. Er hoeft eigenlijk niet gecontroleerd te worden. De jeugd groet me overal vriendelijk, ik denk, dat als ze klachten hebben me wel aanschieten. Maar zeer waarschijnlijk lossen ze moeilijkheden zelf op, ze zullen niet willen dat het meertje gesloten wordt.’
‘Heb je dit allemaal al bedacht?’
‘Ja, wat ik zei, ik bedenk wat ik hier zelf zou willen doen.’
‘Ja. Naar veel blote pikkies kijken.’
‘Ach, kleintjes. Ik zie thuis meer.’
‘Ja, en daar mag je vast onbeperkt aankomen. Wat zie jij voor je, Mark?’
‘Één en al borstjes en bosjes haar met meer of minder zichtbare gleufjes en jongetjes met een beetje stijf pikkie. Dat kan haast niet anders, of ze zouden van steen moeten zijn.’
‘Het voelt anders aan. Ik heb nooit gedacht er ooit meer dan één aan te raken. Nou, ook al een paar eh normale, jong en wat ouder, een dikke en een lange.’
‘Je had ook wat in te halen.’
‘Nee, dat hoefde ik niet. Maar ik weet niet hoe het gegaan zou zijn al dit er al vanaf mijn jeugd geweest was. Ik zal wel mee hebben moeten doen. Nee, ik had er waarschijnlijk niet mee gezeten als het dan normaal was. Ik vind het wel fijn hoe het gegaan is. Thomas was de eerste die me bloot zag en aan me kwam. En andersom.’
‘Anders had Thomas vast een bijnaam gehad. Grote ballenjongen.’
Ze grinnikten. Ze liepen langzaam terug en gingen naar huis.


 Week  33

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 21

Verzorgd door Tamara.

WEER NIEUWS OVER HET VOLGEND PLAN.

De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De taxaties zijn voltooid. De beheerder van de huizen en ik zijn in alle getaxeerde huizen langs geweest om een overzicht te krijgen voor de renovatie. We gaan nu bepalen wat er gezamenlijk aangeschaft kan worden. Daarna gaan we alle huizen weer langs, om op te nemen hoe de renovatie uitgevoerd zal moeten worden. De bewoners hebben beperkt inspraak, de huizen moeten na hun vertrek, om wat voor reden of wanneer dan ook, zonder verbouwing door anderen bewoond kunnen worden.

De nieuwbouw.
Wat blijven die lui snel bouwen.
De firma die de garages bouwt is begonnen met de garages en de opritten bij de eerste acht blokken.

Het volgend plan.
Tja, soms is het amper bij te houden. Twee weken terug schreef ik, de opdracht voor het opknappen van het meertje is al verstrekt. De opdracht was naar dezelfde firma gegaan die de strook voor de nieuwe huizen geëgaliseerd en afgerasterd heeft. En wéér hebben ze zo snel gewerkt.

HET MEERTJE IS OPGEKNAPT.
TOEGANG VRIJ (Voorlopig alleen te voet)
MINIMALE KLEDING: GEEN (Ouders, let op uw jonge kinderen)

Ga er niet naartoe voordat je het volgende gelezen hebt.
Voor de laatste keer de fatsoenswaarschuwing.
We verwachten bij het meertje een zelfde gedrag als op het zonneterras in het grote huis. Ieder lid van het daar werkende personeel is graag bereid daar inlichtingen over te verstrekken. Er zal geen toezicht uitgeoefend worden. Maar het bestuur van de vereniging van huurders en ondergetekende behouden zich namens meneer en mevrouw Wellingten het recht voor, wanneer zij daar zijn, hetzij om even de gang van zaken te bekijken of om mee te doen, om op- of aanmerkingen te maken. Er wordt niet verwacht dat dat nodig zal zijn, er wordt vertrouwd op onderlinge controle. Andersom nemen zij dan graag klachten of wensen in ontvangst.

Aanwijzingen voor de toegang.
Ga naar het eind van de Wellingten Avenue, aan de kant van de hoge huisnummers, aansluitend op de dwarsstraat naar de Hoofdstraat. Kom je met de auto, parkeer dan daar naast de rijplaten.
De weg naar het meertje is nog niet helemaal klaar. Het beton van het wegdek moet het nog uitharden. En naast het wegdek moet er nog een geul gegraven worden voor de leidingen. Daarom mogen er nog geen auto’s richting meertje. Maar we wilden jullie niet langer laten wachten, zo ver lopen is het niet.
Blijf binnen de afrastering. Het is privé-terrein, dat staat ook op een bord aan het begin van de toegangsweg.
Verblijf is op eigen verantwoordelijkheid, al zal schade, veroorzaakt door het personeel of de uitrusting van het terrein, vergoed worden.
De weg maakt bij de beek een bochtje. Een stukje verder zie je dat de afrastering wat verder van de weg gaat lopen. Dat is de toekomstige parkeerplaats, een honderd meter lang.
Aan het eind van de weg komt de al eerder genoemde verrassing. Onthulling in het volgende krantje.
Net voor het eind van de weg kan je linksaf, vlak daarna zit een bochtje naar rechts en eindigt de weg.
Ga ruim vierhonderd meter rechtuit. Nu over kale grond, later over gras. Zigzag door de openingen in de rijen coniferen. Vóór je: het opgeknapte meertje.
Rondom het water een strook zand, verder ligt er gras. Samen: de gevraagde zonneweide.

Gelijk links na de coniferen komen nog kledingkluisjes en een fietsenstallingstalling.
Jullie kunnen veel of weinig of geen kleding bij jullie houden, er komen in ieder geval roestvrij stalen kluisjes, kastjes. Zonder sloten, want, ten eerste, er wordt natuurlijk niet gejat en jullie laten dure spullen thuis. Ten tweede, waar laat je een sleutel als je op de zonneweide geen kleding bij je hebt?
Naast die kluisjes komt een afvalbak met deksel. In één van die kluisjes komen wegwerphanddoeken. Met daarbij een soort collectebus, voor vrijwillige bijdragen. Ik verwacht ongeveer quitte te spelen, als het méér of minder wordt geef ik op één of andere manier wel een hint. Ik neem aan dat jullie badhanddoeken meenemen om op te liggen en om jullie af te drogen. Die wegwerphanddoeken zijn voor doeleinden waarvoor papieren zakdoekjes eigenlijk te klein zijn, en dan bedoel ik niet je neus snuiten. Ja, ik speel (bijna) geen verstoppertje. Ik ken de zeden en gebruiken in het dorp, al hebben Thomas en ik niet overal aan meegedaan. Ik verwacht natuurlijk wel, dat die wegwerphanddoeken niet al te openlijk gebruikt worden. Ik wil niet zeggen dat het gebruik het daglicht niet kan verdragen, maar wacht toch maar tot de zon onder is gegaan.

Doe een beetje voorzichtig op het gras, het ligt er nét. We hopen, niet voor jullie, maar voor het gras, dat het de komende weken voldoende regent om het gras niet dood te laten gaan. (Anders ga ik vragen of de brandweer er een oefening kan houden.) Zodra de waterleiding klaar is kan er gesproeid worden, door de toekomstige beheerder. Door jullie, vooral na zonsondergang, liever niet op het gras of op het zand. In het water kan het wel, als dat niet te veel krimp veroorzaakt.
Wij wensen jullie veel plezier.

Overige onderwerpen.
Geen.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *


‘We hebben de taxateurs al een week niet meer gezien, we hebben aangenomen dat ze klaar zijn.’
‘Ik denk het ook. Simone heeft de huisnummers en de prijzen bijgehouden, ze mist nog een paar huizen. Die taxatierapporten zullen wel onderweg zijn.’
‘Misschien een brutale vraag, maar waarom heeft de beheerder dat niet bijgehouden? Hij weet het niet, maar hij durft het niet te vragen, omdat het om zoveel geld gaat.’
‘Onder andere daarom, het is boven zijn limiet. Maar hoofdzakelijk omdat ik zonder vertraging wilde weten of er abnormale prijzen tussen zaten, dan kon ik daar gelijk op reageren. Dat kwam één keer voor, maar dat bleek een tikfout te zijn. De gemiddelde prijs zit zo’n tien procent onder de twee ton, Tamara, dus heb ik geen probleem om de huren laag te houden.’
‘Heel fijn. Je kijkt niet bezorgd, dus neem ik aan dat de betaling van al die huizen ook geen probleem was.’
‘Nee, het heeft zo’n vier maanden geduurd, mooi gespreid.’
‘Goed. De beheerder van de huizen en ik zijn ook klaar met ons eerste rondje, daar hebben we ook ongeveer zo lang over gedaan. We gaan nu bekijken wat er gezamenlijk aangeschaft kan worden. Voor de keukens worden dat in ieder geval honderden standaardkeukens, al of niet met een apothekerskast ernaast of een afdeklat. De rest is maatwerk. Bijna overal kunnen dezelfde centrale verwarmingsketels en toiletten. We gaan overal keurige lijsten van maken, om offertes te kunnen vragen. Maar daar wachten we nog mee, de nieuwbouw gaat wel snel, maar is nog lang niet af. Herinneren jullie je die hele kleine huisjes, die de firma in Jersey heeft laten bouwen? Die hoeven we niet af te breken. Als we die ook renoveren zijn die geschikt voor één of twee personen. Met een heel lage huur, want het grondoppervlak is erg klein. We gaan nu alle huizen weer langs, om op te nemen hoe de renovatie uitgevoerd moet worden. En om te vragen of er mensen willen ruilen met die in een heel klein huisje. Vast wel.  Dat zal ook wel weer een maand of vier duren, dan zijn we ruim op tijd klaar om daar offertes voor te vragen.’
‘Jullie tweeën doen het geweldig.’
‘Het wordt niet saai, waar ik eerst bang voor was, door de gesprekjes met de bewoners blijft het leuk.’
‘Je krantje was ook leuk. Slim, om zonodig de brandweer te vragen. Je was ook erg vrij.’
‘Ja, er zullen best oudere mensen zijn die er zich aan storen, maar negenennegentig van de honderd hebben het vroeger zelf ook gedaan. Ik heb mijn vader gevraagd, heeft u het krantje gelezen? Ja, zei hij, je durft, nogal openlijk over de zeden en gebruiken in het dorp schrijven. Zelfs dat jij en Thomas niet overal aan meegedaan hebben. Ik weet dat je er over nagedacht hebt, of je het kon schrijven. Je komt overal, je kan dat beter beoordelen dan ik, dus heb ik geen kritiek. Ik vroeg, heeft u vroeger meegedaan? Hij grinnikte. Nou, je bent getrouwd, je mag het nu wel weten. Ja, nogal. Ik was op mijn zestiende geen maagd meer. Ik schrok. Paps toch! Hij vertelde gewoon, dat er toen al jongens bloot in dat meertje zwommen. En dat er wel eens meisjes meegingen, natuurlijk niet de schuchterste typen. Vanaf dertien, veertien, was het normaal dat je bij het scharrelen bij elkaar onder de kleding ging. Bij het meertje kon je heerlijk bloot tegen elkaar liggen en overal makkelijk bij. Al gauw liet zo’n meisje je lekker eh lozen. En leerde je hoe je haar een plezier kon doen. Hij zei, ik zal mijn eerste keer nooit vergeten. Haar ook niet, we grinniken naar elkaar, als we elkaar zien. Ik heb een jaar verkering met haar gehad, toen vonden we allebei een ander leuker. We lagen bij het meertje bloot in elkaars armen te kussen, ze had me laten lozen, ik haar gestreeld. Méér had ik nog nooit gedaan. Ik vroeg er wel eens om, ook al vóór haar bij andere meiden, maar kreeg altijd nee te horen. Aandringen, of, nog erger, opdringen, indringen, hoorde niet. Dat deed je ook niet, je had zo een slechte naam. Maar toen voelde ik haar hand tussen ons in gaan. Ik vond het best, ik wilde nog wel een keer lozen. Maar ze stuurde me naar binnen. Heerlijk. Ik zei, dat zal best, op uw zestiende. Maar was u niet benauwd om haar zwanger te maken? Nee, zei hij, meisjes hoorden daarvoor te zorgen. Na haar moest ik soms een condoom om, helaas. Maar beter mét dan niets. Sommigen waren aan de pil, de dokter houdt zijn mond. Ze gingen wél voor condooms naar de stad. Zij zei daarna, ik doe het al een tijdje, als ik een jongen leuk vind. Ik had geen zin om tot mijn vijfentwintigste of zo te moeten wachten. Ik zei, ik denk, dat de meeste toch nog maagd zijn, als ze trouwen. Hij zei, ik weet het niet. Maar waarschijnlijk zijn het er minder dan je denkt, zoiets vertel je niet gauw. Ik vroeg, en mams? Hij schrok even. Dat zou ik eigenlijk haar moeten vragen, maar hij wilde het me wel vertellen, zij zou toch hetzelfde vertellen. Hij had al eens verteld, dat hij haar ontmoet had toen ze achttien waren. Ze kwam uit een ander dorp, om hier in het dorpshuis te dansen. Ze viel gelijk op me, zei hij, maar ik niet direct op haar. Ze heeft me langzaam en heel voorzichtig, voor mij ongemerkt, verleid. Ik ging van haar houden, wilde haar toen niet meer missen. Ze heeft mij om verkering gevraagd, vóór ik het zelf durfde. Je kan het nog zien, ze was één van de knapste. Daarom heb jij ook niet te klagen. Toen mocht ik méér, bij het scharrelen, maar ik bleef ik voorzichtig. Ik dacht dat ik haar langzaam verleidde, maar ja. Ik denk dat ze na een jaar bij het meertje vroeg, ben je nog maagd? Ik zei, nee, sorry. Ze zei, dat verwachtte ik al niet, als een meisje één keer je lekkers gevoeld heeft wil ze vast gauw meer. Ik had geen haast, maar ik wil je nu helemaal. Je kan het vast al goed. Ik nog niet. Als je belooft met me te trouwen mag je me nu ontmaagden. Ik ben aan de pil, je mag er bloot in. Wip lekker, ook voor mij, en spuit maar lekker. Ik heb het beloofd, ben er bloot ingegaan, heb haar ontmaagd, lekker gewipt en heerlijk gespoten. Zij kwam gelukkig ook klaar, ze vond me heel goed. Ik haar ook, zo hoefde niet veel bij te leren. We hebben allebei geen spijt dat we voor ons huwelijk al heel vaak gevreeën hebben. We hebben goede herinneringen aan het meertje. Als alles klaar is gaan we een keer kijken.’
‘Wat een mooi verhaal. Jammer dat het niet in het krantje kan.’
‘Nee, maar ik heb het wel in de computer gezet, zonder namen te noemen. Misschien kan ik er later iets mee doen. Ik heb wel meer stukjes, al zijn de meeste ook niet geschikt voor het krantje.’
‘Heb je daar allemaal wel tijd voor?’
‘Ja, doordat ik min of meer kan doen en laten wat ik wil, zolang Thomas niet thuis is. De beheerder en ik overleggen steeds hoe lang en wanneer we de volgende keer op pad gaan. Ik denk, dat ik tussen een halve en driekwart week per week werk, maar dat interesseert me niet, ik heb het heerlijk druk, maar niet te.’
‘Dan zullen we je niet langer ophouden.’
‘Dit is geen ophouden. Maar ik ga er toch vandoor. Tot ziens.’


 Week  34

‘Ik heb wat telefoontjes om inlichtingen en dertig reacties op onze advertentie voor een beheerder gekregen. Ik heb er zevenentwintig al teruggeschreven en bedankt, ik vond ze niet enthousiast genoeg. Als er nog brieven binnenkomen zet ik erop, te laat, retour afzender. Slome duikelaars hoeven we niet.’
‘Misschien willen ze er eerst over nadenken.’
‘In de oproep staat, zo spoedig mogelijk. Als ze om uitstel zouden bellen was er nog een mouw aan te passen, Simone. Maar zo spoedig mogelijk is voor mij binnen een week.’
‘Waarom zo’n haast?’
‘Omdat ze vast niet gelijk aan het werk kunnen, met een opzegtermijn zitten. Mark zal daar deze keer niets aan kunnen doen.’
‘Je hebt goed onthouden dat hij dat bij mij wel geregeld heeft.’
‘Zoiets vind ik leuk, dat onthoud ik. Van die drie overige zijn er twee die wel verstand van zaken hebben, redelijk enthousiast zijn, de derde is een bijzondere. Alsjeblieft.’
Mark pakte ze niet aan.
‘Nee, dank je. Je hebt vast een voorkeur.’
‘Ja. Voor die derde. Ene John Staples. Hij geeft toe dat hij weinig van campings weet. Hij is boekhouder in een stadje, hij zou de verhuur en de administratie aan moeten kunnen. Hij is heel handig, hij zou het onderhoud ook goed kunnen doen, schrijft hij. Hij woont in een klein huurhuisje. Zijn vrouw en hij hebben sinds drie maanden een dochtertje, en zijn vrouw vindt het niet fijn dat hij in zijn vrije tijd zoveel uren op zijn volkstuintje, een kwartier fietsen van huis, door moet brengen, om die niet te laten verwilderen. Ze willen graag op het platteland wonen, ze hebben geen behoefte aan luxe en zouden van het wonen in een stacaravan in de natuur genieten. Als alles wat in de oproep stond klopte, zoals niet te ver van goede voorzieningen en een school, wilde hij de baan graag tegen de genoemde voorwaarden. Hij had één eis. Een stukje grond voor een volkstuintje, niet te ver van de stacaravan.’
‘Dat sprak je aan, natuurlijk.’
‘Ja, een beetje zielige boekhouder, die van de natuur, zijn tuintje en zijn vrouw en dochtertje houdt. Ik heb gebeld, ik kreeg eerst zijn vrouw aan de lijn, toen hem. Ze klonken heel sympathiek. Hij zou er in salaris iets op achteruitgaan, maar geen huur en minder onkosten hebben, dus netto erop vooruitgaan. Maar daar ging het ze niet om, fijn wonen was meer waard.’
‘Tja. En die andere twee?’
‘Beetje saaie brieven.’
‘Je wilt die John, hè?’
‘Ja. We kunnen hem toch een proeftijd van twee maanden geven? Die twee maanden zijn huis aan laten houden en de huur betalen?’
‘Twee maanden de plek van Thomas in de garage openhouden kostte me niets.’
‘Dat weet ik, maar anders had je het ook gedaan, je wilde Thomas.’
‘Je bent weer veel te slim. Goed. Laat hem maar opdraven voor een gesprek, als je hem zo graag wilt. Je snapt wel, dat ik Simone daar bij wil hebben.’
‘Ja, graag zelfs. Ik kan me ook vergissen. Ik baseer me op één brief en één telefoontje.’


Twee dagen later stapte Tamara het kantoor binnen, op de voet gevolgd door een jongeman.
‘Goedemorgen, meneer, mevrouw. Dit is John Staples. Hij kon een snipperdag nemen.’
‘Goedemorgen, meneer, mevrouw.’
Mark en Simone knikten.
‘Ga zitten, alsjeblieft. Even kijken, ik heb me nog niet in je personalia verdiept. Eh, twee jaar ouder dan Tamara, zie ik. Mogen we John zeggen?’
‘Graag, meneer.’
‘Meneer, hij is wat overbluft. Hij wist niet veel meer dan wat er in de oproep stond en werd van het station in de stad afgehaald met een Rolls. En in dit grote huis binnengelaten door een butler.’
‘Geen auto, John?’
‘Nee, meneer. We kunnen zonder en sparen liever. Mijn vrouw en ik zijn allebei eh van eenvoudige afkomst en willen dat onze kinderen het wat beter krijgen.’
‘Een goed streven. Laten we het ook eenvoudig houden en het over de baan hebben. Alles daaromheen zal Tamara je wel vertellen, voor zover dat nodig is. Heeft ze je al haar functie uitgelegd?’
‘Ja, meneer. En dat er andere beheerders zijn, ieder met een eigen taak. En ik heb onderweg van het station hierheen een tekening van de camping kunnen bekijken.’
‘Mooi. Het onderhoud van de camping is hoofdzakelijk het onderhouden van éénentwintig stacaravans en het terrein, hoofdzakelijk gras. Zou dat lukken?’
‘Ja, meneer. Ik klus in huis veel, want ik vind het zonde om een loodgieter of een andere vakman te laten komen. Voor wat die vragen aan voorrijkosten kan ik meestal driekwart van het materiaal betalen. Grasmaaien kan iedereen, maar ik ben vrij netjes, al zeg ik het zelf. Met klussen ook, ik ruim alles gelijk op en maak ook schoon. Mijn vrouw mankeert niets, maar ze is niet zo sterk, dus doe ik wat meer thuis dan normaal. Denk ik.’
‘Mag ik even? John, mag ik een beetje persoonlijk worden?’
‘Ja, mevrouw.’
‘Kan je me iets uitleggen? De combinatie van niets mankeren en niet sterk zijn snap ik niet.’
‘U heeft gelijk, neemt u me niet kwalijk. Mijn vrouw is geboren met een minder dan normale longcapaciteit. Dat geeft geen problemen, zolang ze niet hardloopt, veel moet bukken en opstaan of veel trap moet lopen binnen korte tijd. Ik leg het nog verder uit, als u wilt.’
‘Graag, John.’
‘We hebben thuis een trap, ze kan één keer op en neer, daarna is het beter als ze vijf minuten wacht met een volgende keer. Met bukken net zo, een paar keer gaat, daarna liever even rust.’
‘Gaat dat, met een baby?’
‘Ja, ze denkt vooruit, dat heeft ze altijd gedaan. Daarmee voorkomt ze veel bukken of traplopen binnen korte tijd, ze spreidt het.’
‘Zou ze gebaat zijn met een verandering van lucht?’
‘De lucht bij ons is niet erg vuil, maar elke verbetering is meegenomen.’
‘Als je een foto van ze bij je hebt zou ik die graag zien.’
John haalde twee foto’s tevoorschijn en gaf ze aan Simone.
‘Mijn vrouw, Maureen, en ons dochtertje, Crystal.’
‘Je dochter lijkt op je vrouw. Dezelfde heldere ogen.’
‘Ja, mevrouw. Ik ben ooit door haar mooie ogen voor mijn vrouw gevallen. Daarom hebben we onze dochter Crystal genoemd.’
‘Mooi.’
Simone gaf de foto’s aan Tamara.
‘Leuk stel.’
Tamara gaf ze aan Mark.
‘Leuk stel? Geef me maar een dozijn.’
Mark gaf de foto’s aan John terug.
‘Goed, John. Ik neem aan, dat je met de administratie van de camping geen probleem zal hebben. Het gaat hoofdzakelijk om het verhuren en het afrekenen daarvan. Verder alleen het bijhouden van de kosten die je moet maken, denk ik.’
‘Dat moet ik makkelijk aankunnen, meneer. Ik heb iets niet geschreven, in de haast, mijn vrouw en ik moesten eerst overleggen. Ze is secretaresse geweest, ze wil me graag helpen, zeker als er mensen bellen of schrijven om te reserveren. Ze denkt, ook als er meer kinderen komen, dat willen we graag, dat ze daarvoor toch aardig wat tijd heeft. Een stacaravan is minder bewerkelijk dan een huisje met een verdieping.’
‘Dat zou prettig zijn. Onder jouw verantwoordelijkheid, natuurlijk. En het salaris zal je verhoudingsgewijs moeten delen.’
‘Ja, meneer. We delen alles al.’
‘Prima. In verband met méér kinderen, de stacaravans hebben een slaapkamer met een ouderslaapkamer en twee slaapkamers met ieder een stapelbed.’
‘Ja, meneer, daar hebben we ook over gesproken. Méér dan drie is niet de bedoeling. Als de kinderen groter worden zouden er problemen kunnen komen. Als ze huiswerk moeten maken of als ze meer ruimte nodig hebben, bijvoorbeeld bij langere periodes met slecht weer, als ze er niet uit kunnen. Tot die tijd hopen we er fijn te wonen. Voor daarna denken we aan het huren van de stacaravan ernaast of van een huis in het dorp. Volgens de tekening en wat ik bij het doorrijden van het dorp gezien heb, kan ik op de fiets vanuit het dorp makkelijk binnen tien minuten op de camping zijn. Maar ik weet niet of het een eis of een mogelijkheid is, om op de camping te wonen.’
‘Eerlijk gezegd, geen idee. We zijn ervan uitgegaan om de beheerder daar te laten wonen. Tamara?’
‘Op andere campings is de beheerder ‘s nachts ook niet altijd aanwezig. Maar zal ik op de buitenkant van het gebouwtje een telefoon onder een kap aan laten brengen? Zo’n telefoon om munten in te doen? Niet iedereen heeft een mobiele telefoon.’
‘Is er dan een kabel voor de telefoon?’
‘Wij hadden hem inderdaad glad vergeten, gingen van de mobiele telefoon van het huis uit. Maar hij komt, dankzij Peter. Die belde, of er geen telefoon in het kantoortje moest komen, mensen bellen liever niet naar een mobiel nummer. Ik zal voor de zekerheid vragen of er meer telefoons over die kabel kunnen. Vast wel. Anders kan er een dikkere kabel komen. Net op tijd, de toegangsweg is klaar en van de week zouden de geulen gegraven worden. Waarschijnlijk gaan de kabels en zo volgende week de grond in.’
‘Die Peter toch, zijn gewicht in goud waard. Goed. Nu over jouw eis, John.’
‘Eis is een zwaar woord, meneer, achteraf. Ik heb altijd genoten van wat verbouwen, in de stad toch met de natuur bezig te zijn. En daardoor hoefden we ook minder groente en zo te kopen. Mijn vrouw vond het niet erg, ze vermaakte zichzelf wel, als ik op mijn tuintje zat. Soms ging ze mee. Maar ik moet er, afhankelijk van het seizoen, per dag gemiddeld een uur naar toe, en er komt een kwartier heen en een kwartier terug bij. Minder kan niet, anders wordt het wildgroei. Ik heb moeite om er mee te stoppen, maar het zou moeten, mijn vrouw vindt het te veel, eigenlijk al sinds ze een halfjaar in verwachting was. Dan maar wat duurder uit voor de groenten. Ik werd door een vriend getipt over uw oproep. Ik zag mogelijkheden, een uitweg. Maar ik had niet veel hoop dat u een boekhouder aan zou nemen. Na het telefoontje van Tamara méér, ik hoopte haar duidelijk gemaakt te hebben dat ik het aan zou kunnen. Dat denk ik nóg. Ik hoef geen grote tuin, meneer, die heb ik nu ook niet. Een meter of vijf bij een meter of vijf.’
‘Meer niet? Tamara?’
‘Tussen het gebouwtje en de eerste caravan is er méér vrij.’
‘Mooi. Geregeld, John. Verder nog wat, Tamara?’
‘Nee, meneer. Graag, meneer.’
Mark grinnikte.
‘Ja, ja. Simone?’
‘Graag, Mark.’
‘Twee handen op één buik. Maar jullie zullen geduld moeten hebben, zakelijkheid komt eerst. Tamara, neem John mee naar het dorp, wijs hem de school en de winkels en ga bij je vader lunchen, op onze kosten. Daarvoor of daarna of tussendoor kijk je met hem op de camping. Kom dan terug, dan hebben wij ook geluncht. Zoveel tijd heb je toch wel, John?’
‘Tot de laatste trein, meneer. Ik zou mijn vrouw bellen als ik met het avondeten niet thuis zou zijn.’
‘Prima. Tamara, leg hem ondertussen ook één en ander uit. Tot straks.’
Tamara en John vertrokken.
‘Wat denk je, Simone?’
‘Tamara heeft een goede neus. Ze zei begin van de week, een beetje zielige boekhouder, die van zijn vrouw, kindje, de natuur en zijn tuintje houdt. Ik vind hem niet zielig, hij heeft het alleen als boekhouder niet naar zijn zin. Ik vind hem ook sympathiek, er zit niets kwaads bij. Hij is wat terughoudend, maar dat gaat wel over. Hij was ook eerlijk over de gezondheid van zijn vrouw. Ik zou hem, én zijn vrouw, graag een kans geven. Bij Thomas was een proeftijd eigenlijk niet nodig, bij hem wél, het is een grote verandering voor ze. Maar ze redden het vast.’
‘Dank je wel. Ik moest wel grinniken om Tamara, met haar gemeneer en gemevrouw. Thomas zal ook wel lol gehad hebben, ze heeft hem vast stijfjes bedankt, toen ze met John aankwam. Dank je, Thomas, ik vind de weg verder zelf wel. Als ze terugkomt kent ze John alweer wat beter. Als ze niet laat merken dat ze van mening veranderd is nemen we hem aan. Akkoord?’
‘Akkoord. Lunchtijd.’
 
Niet lang nadat Mark en Simone weer in het kantoor zaten kwamen Tamara en John weer binnen.
‘Zeg het eens, John.’
‘Tamara heeft me eerst meegenomen naar haar kantoortje. Daar heb ik een folder van de stacaravans gezien. Groter dan ik dacht. Daar eh zouden we prima in redden. Verder heeft ze me tekeningen van het dorp en de landerijen laten zien. Het dorp ziet er leuk uit, maar Tamara heeft me gewezen op slecht onderhoud en me de renovaties uitgelegd. Ik snap nu beter waarom er stacaravans nodig zijn. Soms méér dan acht, meneer, anders moeten de werklui wachten totdat de ene bewoner zijn huis weer ingericht heeft en hij uit een caravan vertrokken is en de volgende daarin kan en zijn inrichting opgeslagen is.’
‘Tamara?’
‘Hij heeft gelijk. Daar hebben we niet aan gedacht, aan die overlap. Nou, met twintig zal het wel lukken.’
‘Ik vind het wel grappig, dat jíj dingen regelt en wíj dingen vergeten.’
‘O. Nou ja, wíj bedenken dingen die ík dan regel. Zodoende.’
‘Goed. Verder, John?’
‘De camping ligt mooi, niet te dichtbij en niet te ver van het dorp. De camping zelf is schitterend. Eenvoudig, strak. Ze zijn nu geulen aan het graven, met een machine, maar ik zag voor me hoe het zou worden. Overal gras behalve stroken langs het water. Heel geschikt als familiecamping, al zullen de ouders op moeten letten dat kleine kinderen niet te ver het water ingaan. Dat is vanaf iedere caravan en tent te zien, maar ik heb Tamara voorgesteld om voor voldoende reddingsmiddelen te zorgen.'
‘Hebben wíj dat vergeten, Tamara?’
Ze grinnikten.
‘Nee, ik heb de voorstellen van de vereniging van campinghouders aangehouden. Maar die zijn wat zuinigjes, ik zal voor méér zorgen.’
‘Prima. Je hebt goede ideeën, John. Mocht je niet aangenomen worden of er vanafzien, Tamara zet je in ieder geval op de lijst van ideeënaandragers. Die worden later beloond.’
‘Dank u, meneer. Tamara heeft me ook een folder van maaimachines laten zien. Ik zou daar heel goed de camping en de toegangsweg er mooi strak bij kunnen laten liggen. Tamara wil verdere details van het onderhoud en zaken zoals vuilafvoer aan de beheerder overlaten. Dat zou ik ook redden.’
‘Zou je vrouw het redden?’
‘Daar ben ik honderd procent van overtuigd, meneer. Het is ook een mooie, rustige plek voor kinderen om op te groeien. Als ons dochtertje wat ouder is zullen er vast wel meer kinderen op de camping zijn, zeker ‘s zomers, om mee te spelen. Als ze dan geen broertjes of zusjes heeft. Ik eh zou er heel graag beheerder worden, meneer, mevrouw.’
‘Laat ik je eerst nog wat uitleggen. Tamara heeft je haar functie uitgelegd, maar vast, uit bescheidenheid, niet volledig. Er zijn andere beheerders, jij zou er ook één worden. Allemaal zijn ze aan mij verantwoording schuldig. Ze hebben allemaal een limiet, waaronder ze zonder iets te vragen mogen handelen. Alles komt natuurlijk in de boeken, die zie ik later, daar kan ik dan opmerkingen over maken. Dat komt zelden voor, bij twijfel bellen de beheerders even. Voor de camping heb ik die limiet nog niet bepaald, ik heb nog geen idee wat daar om zal gaan. In het begin zal er gereedschap aangeschaft moeten worden, maar de limiet zal hoger liggen. Je zou je moeten laten adviseren door een vakman, want goedkoop is duurkoop.’
‘Ik zou kunnen beginnen met mijn eigen gereedschap, meneer. Dat is ook degelijk.’
‘Prima, dat is te verrekenen. Is je de positie van beheerder duidelijk?’
‘Ja, meneer. Alleen die van Tamara niet. Troubleshooter, manusje van alles, maar hoever reikt dat? Ik wil wel zeggen, al zit ze erbij, dat ik haar eh opmerkelijk vind, erg veelzijdig en van veel op de hoogte.’
‘Goed gezien, John. Officieel is Tamara niet mijn plaatsvervanger, dat is mijn vrouw. Maar ze functioneert wel als zodanig. Ze heeft vrije toegang bij alle beheerders, al zijn die haar officieel geen verantwoording schuldig, alleen mij. Maar, de beheerders worden verondersteld haar vragen te beantwoorden en haar suggesties uit te voeren. De pachters en huurders moeten met problemen bij haar aankloppen, om de beheerders en mij te ontlasten. Heeft Tamara je verteld wat voor opleiding en werkervaring ze had, vóór ze bij me kwam werken?’
‘Nee, meneer. Gezien haar veelzijdigheid durf ik er ook niet naar te raden.’
‘Dan staat je nog een verrassing te wachten, dat hoor je nog wel. In ieder geval, om kort te gaan, jij zou haar officieel geen verantwoording schuldig zijn, maar je zou voor je eigen bestwil, zeker in het begin, bij het minste of geringste probleempje of vraagje haar maar beter kunnen bellen. Ze zal je graag helpen. Mochten jullie er niet uitkomen, dan hoor ik dat van één van tweeën.’
‘Het is me nog niet honderd procent duidelijk, maar het voldoet. We zullen er vast uitkomen.’
‘Goed. Heeft Tamara je verteld over de proeftijd en dat we zolang je huishuur zouden betalen?’
‘Ja, meneer, dat zou erg prettig zijn.’
‘Wanneer zou je kunnen beginnen?’
‘Ik heb een opzegtermijn van een maand, omdat ik nog niet zo lang bij mijn huidige werkgever werk. Ik heb nog een paar vakantiedagen. Eind komende maand zou ik kunnen beginnen.’
‘Tamara?’
‘Eh volgende week de kabels en zo. De week erop het gras, de week daarop zouden de eerste caravans geplaatst kunnen worden. Ik eh kom er graag straks op terug, meneer.’
‘Goed. John, waarom werk je nog niet zo lang bij je huidige werkgever?’
‘Ik ben bij die daarvoor niet ontslagen, meneer. Ik ben een paar keer van baan veranderd omdat ik ergens anders méér kon verdienen. Bij één bedrijf klim je als beginnend boekhouder erg langzaam op, zo ging het wat sneller. Geld is lang niet het belangrijkste in het leven, maar een zeker minimum, wat méér dan een beginnend boekhouder krijgt, is wel zo prettig.’
‘Boekhouden is, geloof ik, niet je lust en je leven.’
‘Nee, meneer, ik ben daar door mijn vader in terechtgekomen. Wat ik wél wilde is me pas de laatste tijd wat duidelijker geworden, meer richting natuur. Ik wist alleen niet wat. Als campingbeheerder zou ik me uit kunnen leven. In de natuur, die op de camping onderhouden. Ik miste ook kontact met mensen. Het werk is niet zo veelzijdig als dat van Tamara, maar mijn vrouw en ik zouden er erg gelukkig zijn.’
‘John, wat zou je met je huisraad doen?’
‘Bijna alles zou teruggaan waar het vandaan kwam, een tweedehandswinkel.’
‘Zijn jullie zo zuinig?’
‘Nee, mijn vrouw en ik geven niet om materiele dingen. We eten liever goed, een beetje lux. Het enige wat we nieuw gekocht hebben is ons matras en alles voor onze dochter. Ik zou voor de verhuizing een auto met een aanhanger kunnen lenen, één keer heen en weer zou genoeg zijn.’
‘Goed. Ik ben uitgevraagd. Simone?’
‘Geen vragen.’
‘Van mening veranderd, Tamara?’
‘Nee, zeker niet.’
‘Goed. We nemen je graag aan, John.’
‘O. Dank u wel.’
‘Waar wilde je op terugkomen, Tamara?’
‘Ik heb wat adviezen voor John. Leen of huur komend weekend een auto, en kom met je vrouw hier kijken. Autohuur of benzine vergoeden we. Je bent er van overtuigd dat je vrouw het hier zal bevallen, maar ik zou het toch prettiger vinden als zij het hier ook even kan zien. Ik geef je wel alvast een folder van de caravans mee. Zeg ná het weekend pas je huidige baan op, als je vrouw hier ook iets in ziet. Zo niet, dan doen we alsof je hier niet geweest bent.’
‘Ja, dat is mooier. Dank je wel.’
‘Je hebt mijn telefoonnummer, bel even als je komt. Ik leid jullie graag rond en ik kan sommige vragen van je vrouw beter beantwoorden dan jij.’
‘Ja, vast. Ik bel hoe laat we komen. Waar?’
‘Bij mij thuis, dan gaan we hetzelfde doen als vandaag.’
‘Heel fijn. Dank je wel.’
‘Verder, je kan eind volgende maand beginnen. Maar je caravan is de week daarvoor, zelfs misschien al iets eerder, aangesloten. Ik houd je op de hoogte, geef je steeds nauwkeuriger de juiste dag op. Ik had graag, dat je er zo spoedig mogelijk introk. Of er minstens overdag zou zijn. Dan kan je toezicht houden op het plaatsen van de overige caravans. Ik vertrouw het bedrijf dat ze levert, plaatst en aansluit wel, maar die zullen het ook prettig vinden als er dan al een beheerder woont. Zou je één of twee weken onbetaald vrij kunnen nemen? Onbetaald door je huidige werkgever bedoel ik, wíj betalen je dan, je aannamedatum wordt dan vervroegd.’
‘O. Misschien wel, als hij toch al weet dat ik weg ga.’
‘Goed. Dat was het, meneer.’
‘Dank je wel. Voortreffelijk. John, dat was een demonstratie hoe Tamara vooruitdenkt en wat ze mag regelen. Dat laatste ligt niet precies vast, bij twijfel vraag ze het me. Zo moet jij ook te werk gaan, over het beheer van de camping vooruitdenken, beslissingen nemen en bij twijfel Tamara raadplegen. Je zal vast moeten wennen hoe we hier met elkaar omgaan. Nog één ding. Kom komend weekend ook even bij ons langs, met je vrouw, met of zonder Crystal, ik weet niet of je haar mee kan nemen. Ik wil graag dat je vrouw kennis maakt met mijn vrouw, omdat die als vraagbaak op het persoonlijke vlak fungeert voor al het personeel. Je weet maar nooit wat er op dat vlak voor probleempjes optreden, en zij kan door haar ervaring en huidige mogelijkheden veel hulp verlenen. Als ze dan al kennisgemaakt heeft wordt dat makkelijker.’
‘Graag, meneer.’
‘Goed. De rest is voor jou, Tamara. Misschien wat eten in de keuken, reiskosten vergoeden en naar de trein brengen. Blijf in contact met Tamara, John. Wij zien je graag komend weekend weer. Ik hoop dat je aan de slag kunt de dag zodra de eerste caravan aangesloten is.’
‘Dank u wel, meneer, mevrouw. Tot ziens.’
‘Dag, Simone, Mark.’
‘Maak dat je wegkomt, ondeugd.’

Nog voor het weekend kwam Tamara weer langs.
‘Vóór John en ik weggingen, na ons gesprek hier, heeft hij naar huis gebeld. Maureen was ook vreselijk blij. Ze vertrouwde John wel, maar vond het ook fijn om zelf te mogen kijken voor hij zijn baan op zou zeggen.’
‘Dat had je goed verzonnen.’
‘Tja, ik stelde me voor dat ik haar was. Ik vertrouw Thomas ook volledig, maar belangrijke zaken zoals banen en verhuizingen moet je toch samen doen. Goed. Ik ben een keer, vroeg op de avond, bij het meertje gaan kijken. Er stonden een paar auto’s keurig geparkeerd aan het eind van de Avenue, dus ik wist dat er lui waren. Er waren geen werklui, maar de geulen schieten al op. Er waren vanaf het eind van de weg fietssporen te zien, meer niet. Ook keurig. Die fietsen lagen op de plek waar de fietsenstalling komt. Er waren ongeveer twaalf jongens en twaalf meiden. Ik schat, tussen de achttien en de vijfentwintig. Ik ben bij de ingang gebleven, ze zwaaiden, maar kwamen niet naar me toe.’
‘Ga verder, je weet dat ik nieuwsgierig ben.’
‘Ik heb genoten, Simone. Er waren er een paar in het water, er liepen er een paar van en naar het water, de rest lag, meestal met z’n tweeën, naast elkaar op het gras.’
‘Ga nou verder.’
‘Een heel mooi gezicht, tien pikkies, één onder een handdoek, één onder water, vierentwintig borsten en elf behaarde dozen, één doos onder water. Zo goed?’
‘Een beetje kort.’
‘Die in het water deden volgens mij wat wij ook in het water doen. Die van en naar het water liepen, liepen hand in hand, hij met een slingerend pikkie, zij met schuddende borsten. Van de rest op het gras zaten er een paar een beetje aan elkaar. Maar ze waren allemaal heel rustig. Het is een paradijsje.’
‘Fijn. Jammer dat wij niet mee kunnen doen, hè, Mark? We moeten het maar bij het zonneterras en het zwembad houden.’
‘Ik denk, dat als de nieuwbouw en de renovaties achter de rug zijn, en alles z’n normale gang gaat, wij er ook naar toe kunnen. Wat denk je, Tamara?’
‘Jullie kunnen natuurlijk wel een kijkje gaan nemen, net als ik gedaan heb. Met meedoen zou ik inderdaad wachten. Anders voorzie ik, Mark, dat hordes blote meiden zich op je zullen storten om je te bedanken. En dat alle jongens je willen omhelzen, Simone, je borsten tegen zich aan willen drukken en hun pikkie tegen jou, met de smoes je te willen bedanken. Ik waarschuw wel, als ik denk dat de gemoederen qua dankbaarheid wat bedaard zijn. Jammer, hè? Droom er maar van. Tot ziens.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 22

Verzorgd door Tamara.

WEER NIEUWS OVER HET VOLGEND PLAN.

De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De beheerder van de huizen en ik gaan alle huizen weer langs, om op te nemen hoe de renovatie uitgevoerd zal moeten worden. De bewoners hebben beperkt inspraak, de huizen moeten na hun vertrek, om wat voor reden of wanneer dan ook, zonder verbouwing door anderen bewoond kunnen worden.

De nieuwbouw.
Wat blijven die lui snel bouwen.
De toekomstige bewoners van de Wellingten Avenue nummers één en drie zijn benaderd om het behang en de tuin uit te gaan zoeken. Want hun huis is, als het goed is, over ruim drie weken klaar.
Zolang we de puzzel wie waar nog niet helemaal opgelost hebben blijven we er twee per week benaderen. Daarna maken we de volledige lijst openbaar, zodat jullie niet alleen weten wie waar, maar ook ongeveer wanneer.

Het volgend plan.
Ik heb gehoord dat jullie je keurig aan de toegangsregeling en de andere verzoeken houden.
Ik heb het ook zelf gezien, ik ben een keer gaan kijken. Ik had geen tijd om mee te doen, maar ik heb genoten. Niet alleen van hoe jullie eruit zagen, ook van hoe jullie kennelijk met veel genoegen gebruik maken van de zonneweide en het meertje.

Nu de onthulling van de verrassing die vóór het meertje komt. Als jullie het al niet geraden hebben.

ER KOMT EEN CAMPING.

Ik zal eerst de aanleiding vertellen. We zijn natuurlijk de renovatie van de ‘oude’ huizen aan het voorbereiden, al kan daar pas mee begonnen worden als de nieuwbouw klaar is. Één onderdeel van de voorbereidingen is het onderzoek door de beheerder van de huizen en mij.
Een ander onderdeel is, tijdens de renovatie van hun huis zullen de bewoners eruit moeten. We weten nog niet hoelang, dat zal ook niet overal hetzelfde zijn. We moeten jullie dus gedurende die tijd ergens onderbrengen. We dachten eerst, in de nieuwbouwwoningen die overbleven. Totdat we op het idee kwamen, om én die acht buitenploegen én die acht binnenploegen aan het renoveren te zetten. Maar er bleven geen acht huizen vrij. En we zouden al jullie spullen twee keer moeten verhuizen, want die moeten ook het huis uit, anders zouden ze vies of beschadigd kunnen worden en kunnen de werklui niet opschieten.
Meneer en of mevrouw bedachten om in het dorp acht containers voor jullie spullen en acht stacaravans voor jullie verblijf neer te zetten. Tja, containers kan, er zijn voldoende open plekken in het dorp. Vóór de verhuizing en als jullie weer in jullie huis kunnen, kunnen die containers voor de deur gezet worden. Maar stacaravans op open plekken zijn moeilijk aan te sluiten. Ze waren op het idee gekomen om die acht caravans bij elkaar te zetten, een campinkje te maken. En die caravans na de renovatie te gaan verhuren, dan brachten ze hun geld op, en dat van de aanleg en de aansluitingen, in plaats van onkosten te veroorzaken. Volgende stap, als er toch een campinkje moest komen, dan gelijk maar een wat grotere. Ook met plaats voor tenten en campers. Dan loonde het ook om een beheerder aan te stellen.
Maar waar? Het liefst binnen het gebied van de familie, anders moest er huur betaald worden. (Logisch toch, meneer Hammond?) Toen dacht ik aan het meertje waar de jongens onge . . . stoord zwemmen. Ik heb Thomas telefonisch om advies bevraagd. Die zei, een goed idee. Maak een toegangsweg vanaf het dorp. Zoek wel een oplossing voor ons zwemmen.
Die oplossing vond mevrouw. Ze zei, wat meer graafwerk kan best. Zoek voor of voorbij dat meertje een plek voor de camping. Niet te dichtbij het meertje, de campinggasten hoeven er niets van te zien. Ze moeten wel weten wat er aan de hand is, misschien willen ze meedoen. En meiden willen misschien ook in dat meertje zwemmen.
Dat laatste hebben we jullie dus al gevraagd, met de bekende afloop.

Wat komt er op de camping?
Bij de toegang, aan het eind van de toegangsweg, komt een gebouwtje voor de beheerder. Met een receptie, een magazijntje voor reservespullen voor de stacaravans en gereedschap. Een winkeltje voor tentspullen en douches voor de tentbewoners.
Daarnaast, met de deuren naar het water, de stacaravan voor de beheerder. Daarnaast, verder langs het tot meertje vergrote beekje, nog twintig caravans, acht voor de mensen die bij de renovatie hun huis uitmoeten, de rest voor de verhuur. Die acht, voor en na de renovatie, óók voor de verhuur.
Aan de overkant komen zesendertig plaatsen voor tenten of campers.
De geulen, die nu gegraven worden, zijn voor de aansluitingen. Het gebouwtje voor de beheerder en de caravans worden aangesloten op de riolering, de waterleiding en de elektriciteit. Bij de tentplaatsen komen om de twee plaatsen een put om afvalwater in te storten, twee waterkranen en twee stopcontacten. In en op het gebouwtje voor de beheerder komt ook telefoon.

Nog een verzoek.
Ik heb aanwijzingen gegeven hoe jullie bij het meertje kunnen komen.
Ik heb een aanvulling op het gedeelte, ‘nét voor het eind van de weg kan je linksaf, vlak daarna zit een bochtje naar rechts en eindigt de weg. Ga ruim vierhonderd meter rechtuit. Nu over kale grond, later over gras.’
Die kale grond wordt een grasstrook van vier meter breed, twee meter om te parkeren, twee meter om te rijden, voor de gebruikers van de caravans, om hun boodschappen uit te laden en hun auto te parkeren.
Ter bevordering van de rust op de camping dienen bezoekers hun auto’s op de parkeerstrook vóór de ingang te zetten. De meeste van jullie zullen wel lopend of met de fiets komen, maar willen jullie auto’s ook op de parkeerstrook zetten en het laatste stukje lopen? En het, bij het achter de caravans langslopen of -fietsen, een beetje rustig houden, zeker op de late avond? Alvast weer bedankt voor de prettige en sociale samenwerking.

Overige onderwerpen.
Geen.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *






Zie voor het vervolg  ‘Simone in Engeland ’ deel 3

Klik hier om een ander verhaal te kiezen en/of een email met commentaar te sturen.