Simone in Engeland

Deel 3: Eerbetoon


Tiara

B.W. van Daalen



Inhoud:




© B.W. van Daalen

(Nov. 2005; 1e Herziening Mrt. 2008)


Eerder werk:
2 Weken en Daarna
14 Dagen en Daarna  (Gekuiste versie van 2 Weken en Daarna)
Affaire Driehoog
Oaseliefde
Muurversiering
In en om Simone (Deel 1 t/m 4)
Simone in Engeland (Deel 1 en 2)

Alle genoemde personen zijn fictief.

Dit verhaal mag, geheel of gedeeltelijk,
zonder schriftelijke toestemming van de
schrijver,
niet gereproduceerd of verspreid worden.

Niet op een ouderwetse manier, ook niet op een moderne manier.
Het mag wel, geheel of gedeeltelijk, doorverteld worden, mits met bronvermelding.


 Voorkomende personen 

Al in vorige delen:

A.B.         Jensen             Verslaggever NYT
Aimee                             Vriendin enz. van Mike
Charles                            Schoonvader van Mark Wellingten
Claire                              Engelse nicht van Mark
Dave        Cresswall        Latere eega van Renee
Emily       Wellingten      Dochter van Mike en Aimee
Jamie       Thomson        Vriend enz. van Silvia
Karen                              Latere verkering van Stefan
Kevin                              Latere eega van Karen
Leo                                 Eega van Tamara
Mark        Wellingten      O.a. chirurg
Mike        Wellingten       Zoon van Mark en Simone
Ralph                              Cafetariamedewerker
Renee                              'Verkering' van Mark op z'n 16e
Richard    Thomson        Zoon van Jamie en Silvia
Silvia        Wellingten      Dochter van Mark en Simone
Simone     Wouters         Verpleegkundige
Stefan       Westerdorp    Vanaf de boot 'vriend' van Simone
Tamara                           Eerder geëmigreerde vriendin
Thomas    Peterson        Butler in Engeland
Thomas    Peterson        Zoon van butler in Engeland
Vivian                             1e Eega van Mark Wellingten

Vanaf dit deel:

Alex P. T.  Wellingten     Zoon van Mike en Aimee
Bianca T.   Thomson      Dochter van Jamie en Silvia
Crystal      Staples           Dochter van John en Maureen
Francis                           Dienstmeisje, latere eega van Ian
                 Hammond     Kruidenier
Ian                                  Leraar, o.a.
John          Staples           Campingbeheerder
Johnny      Staples           Zoon van John en Maureen
Maureen   Staples           Egaa van John
Peter                              Eigenaar grondverzet- en afrastingfirma
Ryan                              Eigenaar telefoon- en computerwinkel
Tamara     Hillman        Verkering enz. van Thomas jr.



 Korte inhoud van het voorafgaande

In en om Simone‘ deel 1:

Simone was enig kind. Ze volgde een opleiding voor verpleegkundige, na haar slagen daarvoor nog meer cursussen en werkte ook een paar uur per week bij een consultatiebureau waar moeders met kleine kinderen kwamen voor controle en de vereiste inentingen.

Nadat haar ouders door een ongeluk omgekomen waren besloot ze, omdat de overige familieleden inmiddels ook al overleden waren, op aanraden van Tamara, een geëmigreerde, vriendin ook te emigreren, ze wilde verandering. Ze ging met een boot, om rustig over te kunnen schakelen. Op de boot ontmoette ze een leeftijdgenoot, Stefan, die ook emigreerde, maar al wat thuis was in de USA. Hij ging werken als hoogleraar aan de Universiteit van Boston, zij als verpleegkundige in het ziekenhuis daarvan. Haar vriendin en hij hielpen haar op weg in haar nieuwe omgeving. Stefan en Simone zagen niet genoeg in elkaar voor een gezamenlijke toekomst, maar gingen wel een flat en een beetje hun leven delen. Ze spraken af elkaar vrij te laten wanneer er iemand opdook waar ze wél meer in zagen voor de rest van hun leven. Voor Stefan werd dat Karen, Hoofd Opleidingen van het ziekenhuis. Daar raakte ze ook bevriend mee, ze ging met haar een flat delen nadat Stefan door een verkeersongeluk omgekomen was.

Na een tijd werd ze door een chirurg, Mark Wellingten, waar ze op haar werk wel eens contact mee had, gevraagd om bij hem te komen wonen om Charles, zijn lichamelijk licht gehandicapte schoonvader, ook weduwnaar, te verzorgen en overdag gezelschap te houden. Het huis was door Mark gekocht toen hij voor zijn schoonvader wilde gaan zorgen. De vorige eigenaren waren drie alleenstaande heren die op de eerste verdieping ieder een zitslaapkamer hadden, met eigen badkamer en kookgelegenheid. Ze zou één van die kamers krijgen en een uitstekend salaris. Ze nam de ‘baan’ aan maar maakte er een manier van leven van, ze zorgde voor beiden.

Ze praatte ook veel met Mark. Door haar vrije manier van praten vertelde hij haar al gauw alles over zijn verkeringen, waaronder één met Renee, en over zijn huwelijk met Vivian. Zij vertelde hem het meeste van haar geschiedenis. Ze kregen al gauw verkering. Af en toe vertelde hij iets over zijn afkomst. Vrij snel na het ontstaan van Boston was een voorvader vanuit Engeland gekomen. Niet helemaal geëmigreerd, hij hield zijn huis in Engeland aan. Met zijn pensioen ging hij terug naar Engeland, zijn kinderen bleven hier. Zo was dat steeds gegaan. Zijn vader was bij zijn pensioen naar Engeland gegaan om vanuit het voorvaderlijke landhuis het familiebedrijf te leiden. Mark zou bij zijn pensioen het van hem over kunnen nemen, als hij dat wilde. Hij zou dan het land wat bij het huis hoorde moeten beheren, en het familievermogen, waartoe ook de antieke meubelen en schilderijen, waaronder een Picasso, in zijn huis hoorden. Er was ook een Rolls-Royce. Hij had zelf ook geld, waar hij mee kon doen en laten wat hij wilde, van de familie-eigendommen mocht hij alleen genieten. Simone mocht in de Rolls rijden.

‘In en om Simone’ deel 2:
Binnen een jaar trouwden ze. Vlak voor hun trouwen kwam ze nog ergens achter. Mark zei dat hij iets uit Engeland over zou laten komen. Familie-eigendom, traditie voor een bruid om het te dragen, maar het hoefde niet. Het bleken twaalf eeuwenoude zijden bloemen te zijn, bewerkt met goudverf. En een tiara. De bloemen droeg ze op de grote dag in twee rijen achterin haar lange haar. Door de tiara zag ze eruit als een koningin.
Zodra het zeker was vertelden ze Charles dat er een tweeling op komst was. Charles deed ze een zwembad in de tuin cadeau, de kinderen zouden er ook van genieten.
De tweeling kwam voorspoedig op de wereld, eerst Mike, even daarna Silvia. Ze zonden en zwommen, behalve als er bezoek was dat niet mee wilde doen, allemaal bloot. Charles keek vanuit zijn rolstoel vaak glimlachend toe. Hij overleed toen de tweeling acht was.
Simone maakte een losbladig boek met verhaaltjes, tekeningen en foto’s om de kinderen seksueel op te voeden. Ieder jaar voegde ze ook een foto van de blote tweeling in.
Mike kreeg toen hij veertien was een vriendinnetje, Aimee, Silvia op haar vijftiende een vriendje, Jamie. Die twee mochten, zodra ze bij de tweeling thuis kwamen, het boek van Simone bekijken, waardoor ze zonder problemen snel mee gingen doen met bloot zonnen en zwemmen.

‘In en om Simone’ deel 3:
In het jaar dat de jeugd negentien werd gingen ze met z’n allen voor het eerst op familiebezoek bij de ouders van Mark in Engeland. Daar vielen ze, zelfs Mark, van de ene verbazing in de andere. Mark noemde nooit getallen, hij zei altijd nogal wat, ook als de kinderen een enkele keer vroegen wat ze van hun opa, de schoonvader van Mark, geërfd hadden. Op hun eenentwintigste zouden ze erachter komen. Hij wist ook niet veel van wat er in Engeland was. Hij had alleen een lijst van alle antiek, schilderijen en juwelen. Maar er stonden geen prijzen bij. Het landhuis bleek ontzettend groot. De tuinen eromheen zo groot als het stadspark in Boston. In de paardenstal konden veel paarden, maar er stonden er ‘maar’ acht. En acht koetsen. Een andere paardenstal was omgebouwd tot garage, daar stond niet één Rolls-Royce, maar een stuk of vijf. De landerijen van de familie waren verpacht, er waren twintig boerderijen. Het hele grondbezit was zo groot als een Amerikaanse county.

Na terugkomst in Boston begon de jeugd aan trouwen te denken. Er werd afgesproken, dat als de verkeringen ook hun studiebeurs af zouden dragen, en na hun huwelijk ze allemaal wat huur zouden betalen, ze in het huis mochten komen wonen. Ze gingen langzamerhand wat gaan vrijen, maar bewaarden het mooiste voor tot in de huwelijksnacht. Op hun twintigste trouwden ze, tegelijk. Omdat de familie maar één tiara bezat liet Mark twee diademen uit Engeland overkomen.

Een paar jaar later kondigden de kinderen aan dat ze zelf aan kinderen wilden beginnen. Maar dan moest er een ruimteprobleem opgelost worden, alle drie slaapkamers waren bezet. Mark kwam op het idee om met pensioen te gaan en zijn vader te vragen of hij het van hem over kon nemen. Die ging akkoord. Simone aarzelde om zo ver van haar kinderen vandaan te gaan, al wilde ze niet op hun lip zitten, maar ging overstag toen ze van de mogelijkheid van een webcam in de kinderkamer hoorde en dat ze zouden kunnen chatten, elkaar kunnen zien en horen. Pas toen alles beslist was kwamen ze op het idee om de leegstaande zolder in gebruik te nemen. Mark liet die snel ombouwen, er kwamen een logeerkamer, een badkamer en vier kinderkamers. De kinderkamers zouden ingericht worden zodra er kinderen groot genoeg waren om daar te gaan slapen. Mark en Simone namen de logeerkamer in gebruik, zodat er op de eerste etage een kinderkamer ingericht kon worden.

Het eerste kleinkind van Mark en Simone was Emily, het dochtertje van Mike en Aimee.
Het tweede, een maand later, Richard, het zoontje van Jamie en Silvia.
Twee maanden na de geboorte van Richard vertrokken Mark en Simone naar Engeland, eerder had Simone zich niet los kunnen maken. Alle heerlijke herinneringen aan de eerste maanden van de tweeling kwamen weer boven.

In Engeland:
Mark nam, samen met Simone, het beheer van de eigendommen van de Wellingtenfamilie over van zijn vader. Ze lieten de butler, Thomas, met pensioen gaan en namen zijn zoon Thomas jr. als nieuwe aan. Die vroeg of ze het leegstaande portiershuis konden laten renoveren en aan hem verhuren. Door hem en zijn verloofde Tamara kwamen ze achter de woningnood in het dorp. Mark kon, als beheerder van het familievermogen, al snel alle huizen daarin opkopen. Hij nam Tamara in dienst als troubleshooter, om klachten en wensen van de bewoners in ontvangst te nemen en die zo veel mogelijk zelf af te handelen. Ze ging ook een krantje uitgeven, met daarin nieuws over de renovatie van de huizen en de nieuwbouw die gepland werd.
Zodra het portiershuis gerenoveerd was trouwden Thomas en Tamara. Ze waren net zo oud als de tweeling van Mark en Simone, maar hadden langer op elkaar gewacht, vanaf dat ze konden lopen.
Zodra de tekeningen van de nieuwbouwwoningen door het architectenbureau afgeleverd werden begon Tamara met het vragen om offertes aan bouwers en leveranciers. Al snel daarna begon het bouwen van een nieuwe straat, de Wellingten Avenue, met zesennegentig woningen. En de planning voor een camping met stacaravans begon, een gedeelte was bestemd voor bewoners die tijdens de renovatie van hun huis eruit zouden moeten.




 Week 35

Zondagmiddag kwamen Tamara en Thomas langs met John, Maureen en Crystal. Mark en Simone begroetten het stel en bewonderden Crystal.
‘John zei al, ze heeft jouw ogen, Maureen.’
‘Ja, mevrouw. We hadden het erover gehad wat voor ogen ons kindje zou krijgen. John vindt de mijne zo mooi. Na haar geboorte lag ze een tijdje rustig in mijn armen, toen ze ineens haar ogen wijd open deed. We schrokken allebei, zo helder. En al heel gauw keek ze ons aan. John moet nog vaak even slikken van ontroering, als ze hem aankijkt. En nu lacht ze er nu ook bij. We zijn zo gelukkig met haar.’
‘Natuurlijk. Het kan eigenlijk niet, maar mijn man en ik waren dubbel gelukkig, we kregen een tweeling.’
‘Dat kan ik me voorstellen. Wij gelukkig niet, één kan ik aan, twee zou lastig worden.’
‘We hebben van John al iets over je gehoord. Gaat het goed met je? Dit is toch een drukke tijd.’
‘Geestelijke inspanning is geen probleem, ik moet me alleen lichamelijk niet te lang achter elkaar druk maken. Ik kan onbeperkt lopen, wandelen, maar ik moet niet gaan rennen.’
‘Nou, rennen doe ik ook zelden. Wat denk je van alles, Maureen?’
‘Een grote verandering, mevrouw. We hadden een redelijk rustig leventje, eerst met ons tweeën, nu met ons drieën. John is een paar keer van baan veranderd om het financieel wat makkelijker voor ons te maken. Maar sinds halverwege mijn zwangerschap wilde ik graag dat hij wat vaker thuis was. Zijn tuintje was fijn, bracht ook veel op, maar het had achter ons huis moeten liggen, maar daar hebben we amper plek om te zitten. We kregen hoop na het telefoontje van Tamara. Ik pakte toevallig de telefoon op, ze klonk zo aardig. En ze vroeg John de oren van zijn hoofd, dat zou misschien niet voor niets zijn. Maar ja, een boekhouder aannemen als campingbeheerder verwacht je niet direct, al was hij uit dertig kandidaten één van de drie geselecteerden. Hij kwam hiervandaan bijna overstuur thuis, hij was aangenomen. In een heel groot huis, en hij had heen en weer naar het station en naar het dorp in een Rolls meegereden. Hij heeft uren zitten praten, over wat hij gezien en gehoord had. O, ik praat vast te veel.’
‘Nee, ga maar door, we zijn wel wat gewend.’
‘We hebben eerst in het dorp rondgekeken. Daar zou ik zo wie zo al willen wonen, heerlijk rustig, vergeleken bij de stad, en toch alles bij de hand. En de prijzen die ik zag waren lager dan bij ons. Toen zijn we naar de camping gegaan. Wat mooi aangelegd. En wat krijgen we een mooie plek. Vlak naast het kantoortje en een tuintje. John heeft het verteld, ik kan hem helpen. Als hij achteraan op de camping aan het werk is de telefoon aannemen en reserveren. Het is niet ver van het gebouwtje naar onze caravan. Met die twee treden om de caravan binnen te komen heb ik geen moeite.’
‘Nee, tien keer erop en eraf is waarschijnlijk net zo vermoeiend als kinderen maken, en dat kan je ook. O. Laat ik je schrikken?’
‘Eh ja.’
‘We gaan hier erg vrij met elkaar om. De jeugd in het dorp ook. Je weet dat er achter de camping een meertje is waar de dorpsjeugd komt zwemmen? Jongens en meiden tegelijk, bloot?’
‘Ja, mevrouw. Tamara heeft gelukkig uitgelegd hoe dat gekomen is, anders had ik dat niet kunnen begrijpen. Als het daar zo gezellig wordt als ze zegt gaan we misschien wel meedoen.’
‘Goed zo. John hoeft daar geen toezicht te houden, maar af en toe zijn neus laten zien kan geen kwaad. Dat kan jij ook doen. Heeft Tamara ook over het zonneterras verteld? Daar zou je kunnen wennen, omdat daar hoofdzakelijk gezeten en gelegen wordt. Bij dat meertje lopen de jongens ook rond, zwaaiend met hun pikkies.’
‘Ik eh heb me voor ons huwelijk netjes gedragen, maar ik ben niet vies van bloot. Van mij mogen ze ook eh we zien wel.’
‘Met een erectie rondlopen? Ja, van Tamara en mij ook, maar dat is niet de bedoeling. Dan zou het voor de meeste te moeilijk worden om, zoals je zei, zich voor hun huwelijk netjes te blijven gedragen. Jammer voor ons, hè?’
‘Een beetje wel. Maar buiten snoepen, thuis eten.’
‘Eet je genoeg?’
‘Eh mijn tafel staat altijd gedekt.’
‘Mooi gezegd, Maureen.’
‘Tja. Over dat snoepen. Hoe oud zijn ze bij het meertje, Tamara?’
‘Wat ik tot nu toe gezien heb, achttien tot vijfentwintig. Die hebben er natuurlijk de minste moeite mee. Ik verwacht dat er langzaamaan steeds jongeren komen. Tot hoe jong weet ik niet, dat ligt aan de ouders. Die hebben niets van zich laten horen, ik ga ze ook niets vragen. We zien wel hoe het loopt.’
‘Of staat. Ik heb nog een paar vragen, die ondertussen bij me opgekomen zijn. Mogen we bij de caravan een stukje afzetten, met een hekje, van nog geen meter hoog, om te voorkomen dat Crystal het water inloopt vóór ze kan zwemmen?’
‘Ja, natuurlijk, combineer het maar met een hekje rond het tuintje.’
‘Dank u. Waar kan ik de was doen?’
‘Geen idee. Tamara?’
‘Daar heb ik over nagedacht. Een wasserette in het gebouwtje. Of in een ander gebouwtje. Maar ik zag er niets in. Zit je weer met onderhoud van wasmachines en centrifuges en troep van gemorst waspoeder. Als je de camping afloopt en rechtdoor loopt naar de Hoofdstraat is daar op de hoek een goede en goedkope wasserij. Ik weet dat de was van Het Grote Huis daar ook naartoe gaat. Veel mensen in het dorp hebben geen wasmachine, hebben daar geen plaats voor. Ze geven hun was af bij de wasserij als ze boodschappen gaan doen. Als je één keer in de week je boodschappen doet ben je lang genoeg bezig om na afloop je was weer op te halen, zo snel zijn ze meestal wel. En anders hangen er altijd een paar jongens met hun fietsen rond die het graag tegen een kleine beloning bij je thuis brengen. Er zijn er een paar die op hun fiets een bordje hebben waar was op staat. Ze fietsen, op tijden dat er veel mensen komen winkelen, de Hoofdstraat op en neer, pakken was aan en brengen die naar de wasserij. Dan hoef je niet eerst daar naartoe.’
‘Kleine zakenlui, leuk. Weet je ook of er ergens babyzwemmen is, en hoe ik daar kan komen? Crystal moet zo vroeg mogelijk leren zwemmen.’
‘In de stad, er gaan er meer heen. Zodra je hier woont moet je in het dorpshuis een briefje ophangen. Ik kan het ook in het krantje zetten, gratis. Gevraagd, voor mijn dochtertje van zoveel maanden en mij, een lift naar het babyzwemmen in de stad, tegen vergoeding. Maureen Staples, Wellingten Camping nummer 1, telefoonnummer.’
‘O. Hoe vaak is dat?’
‘Ik weet aardig wat, maar dát niet, dat hoor je dan wel.’
‘Tamara, wie heeft die camping zo gedoopt?’
‘Nog niemand, Mark, dat mag je doen bij de officiële opening. Als je een betere naam weet hoor ik het graag binnen een paar weken, vóór ik de borden laat maken.’
‘Jullie zien het, Tamara regelt van alles. Dus, vragen, haar bellen.’
‘Ik heb een vraag, meneer. Maureen zei dat ze me kan helpen, als ik achteraan op de camping aan het werk ben de telefoon aannemen. Maar dat kan ze vast niet altijd, bijvoorbeeld als ze Crystal aan het wassen is. Mag ik dan de telefoon in het kantoortje in het gebouwtje doorschakelen naar de mobiele telefoon? Dan bellen de mensen tegen normale kosten, de rest is voor rekening van de camping.’
‘Goed bedacht, John. Prima. Jullie zien het wel zitten, hè? Jullie zitten al vooruit te denken.’
John en Maureen knikten.
‘Mark, Maureen moet een eigen mobiele telefoon. Als er iets is en John is uit het zicht bij het meertje moet ze hem overal vandaan kunnen bellen. Of hier naartoe, naar het nummer van de butler, voor hulp. Hier wordt altijd opgenomen. Ook voor jou, John, de telefoon van de butler wordt doorgeschakeld naar degene die dienst heeft. Wie hem aanpakt heeft een lijst van al het personeel met hun adressen en telefoonnummers. Als jullie ‘s nachts hulp nodig zouden hebben belt hij naar die het dichts bij jullie woont, en zo verder.’
‘Ja, goed idee, Simone. Thomas regelt dat wel.’
‘Simone heeft gelijk, ze zitten daar een beetje afgelegen. Het enige voordeel is dat er maar één toegangsweg is, en de hulp daar in een paar minuten kan zijn. Maar ik wil het nog iets veiliger maken. Mark, je hebt vast één of meer creditcards.’
‘Ééntje, Simone ook. Maar die gebruiken we eigenlijk alleen in Londen, hier in de buurt gaan de rekeningen naar de beheerders, en die doen alles per bank.’
‘Wil je voor de camping zakelijke creditcardrekeningen aanvragen? Bij de grootste drie? Jij krijgt dat vast sneller voor elkaar dan ik. Dan kan ik in de advertenties zetten, betalingen alleen per creditcard. Één van de grootste drie heeft praktisch iedereen. Dan hoeft er op de camping niet veel contant geld aanwezig te zijn. Je weet maar nooit wie er denkt daar gratis geld af te kunnen halen.’
‘Heel goed. Maak je even een notitie, Simone? John, ben je bekend met creditcards?’
‘Ja, wij hebben er allebei ook één. Elke winkel accepteert ze, het is makkelijker dan contant geld. Wij zouden daar goed mee om kunnen gaan.’
‘Mooi. Worden ze in het dorp ook geaccepteerd, Tamara?’
‘Amper. Bijna iedereen koopt op rekening, en rekent om de zoveel tijd per bank af. Ik zal de voorzitter van de winkeliersvereniging eens vragen of ze niet met de tijd mee moeten gaan. Dat zou voor de campinggasten ook makkelijker zijn.’
‘Welja, denk gelijk maar weer een eind verder. Mooi. We willen jullie niet langer ophouden. Kom een andere keer hier maar verder rondkijken, ook in de stallen en de garage. En op het zonneterras.’
‘Komt er niet genoeg vrouwvolk naar je zin, Mark?’
‘Ik vraag het natuurlijk niet voor mezelf, Tamara, maar voor Simone.’
‘Ja, ja, ik vraag me af wie er het meest geniet. We gaan er weer vandoor. Tot ziens.’
Ze namen afscheid. Mark en Simone bleven nog even op het kantoor.
‘Die redden het wel, Mark. Maureen is vlot, zelfs Tamara knipperde een keer met haar ogen. Toen ze zei, over de jeugd bij het meertje, we zien wel hoe het loopt, zei Maureen, of staat. John komt ook wel los.’
‘Ja, een fijn echtpaar om gasten op de camping op te vangen. Zeg, die van mij gaat staan. Mag ik hem in je doos stoppen?’
‘Zal ik op het bureau gaan liggen?’
‘Nee, op de rand van het bed. Ik heb zin om voor je te komen staan en te kijken hoe ik hem naar binnen duw.’
‘Als je er ook maar veel terugtrekkende bewegingen bij maakt.’
‘Net zo veel als erin duwende, lekker pompen.’
‘En niet verzuipen, maar spuiten.’
‘Vast, omdat je doos zo lekker streelt. Naar de slaapkamer. Rennen!’

Aan het eind van de week kwam Tamara weer langs.
‘Begin van de week hebben we de laatste stukjes van de puzzel, wie, waarin, op kunnen lossen. Het werd op het eind wat moeilijker, maar wie lang aarzelde kreeg in de gaten dat ze steeds minder keus kregen. We hebben er niet aan gedacht, maar de woningen aan de kant van de landerijen waren het eerst vol, vanwege het uitzicht. Maar we hebben niet gegarandeerd dat er nooit vóór gebouwd zal worden. We hebben niet verteld dat er eerder aan de andere kant van het dorp een straat bij zou komen dan daar. Er is vraag naar van buiten het dorp, maar die vragen we om over een paar jaar nog maar eens te informeren.’
‘Ja, dat is me te ver weg. Eerst kijken hoe dit allemaal gaat lopen.’
‘Prima. De kabels op de camping zitten in de grond, de geulen zijn bijna dicht en er is een man of zes bezig om bij de plaatsen van de caravans en de tenten de aansluitingen in orde te maken.’
‘Dat schiet op.’
‘Zeker. Ik heb de tuinman gewaarschuwd, hij gaat iedere dag even kijken. Zodra het kan gaat hij grasleggen.’
‘Veel werk?’
‘Het is een aardig oppervlak, maar niet bewerkelijk, weinig hoekjes. Hij denkt het in een week te redden.’
‘En dan?’
‘Wie is hier ongeduldig? Ik heb de leverancier van de caravans gebeld, dat de eerste zo goed als zeker de week daarop geplaatst kan worden. Prima, als ik bel komt de eerste de volgende dag. Ze staan klaar, en hij wil er één per dag plaatsen.’
‘Misschien gaan we een keer kijken. Hoe gaat dat?’
‘Dat hebben we doorgesproken. Ze komen met een truck met oplegger. Die draait aan het begin van de camping rechtsaf, richting tentplaatsen, omdat de weg aan die kant wat langer is voor er weer een bocht komt. De eerste keer staat er achterop de oplegger een tractor, die blijft op de camping tot de laatste caravan er staat, dan nemen ze hem weer mee. Na de tractor, de caravan eraf, de tractor zet hem op zijn plaats. Ze brengen luchtkussens, een compressor en balken mee. En waterpassen. De luchtkussens gaan onder de caravan, worden opgepompt tot de caravan van de grond is. Dan gaan de balken op de juiste plekken onder de caravan en laten ze de caravan zakken. Met behulp van plankjes zetten ze de caravan waterpas. Gesnapt?’
‘Ja, zo dom zijn we ook weer niet. Dan?’
‘Dan sluiten ze de caravan aan. Ze weten de aansluitingen op de caravan en die in het putje, ze hebben alles bij zich om die te verbinden. De truck met oplegger draait achteruit, vóór het gebouwtje langs. Als het goed is blijven de achterste wielen op het wegdek, anders moeten we misschien een paar meter gras repareren.’
‘En als hij niet kan draaien?’
‘Dan doen we wat ik heel in het begin gedacht had, vóór ik wist hoe de weg zou lopen. Dan hadden ze de toegangsweg achteruit af moeten rijden. Dat duurt geeneens veel langer.’
‘Gaat er wel eens iets mis bij je?’
‘Bijna, omdat ik natuurlijk niet alles weet. Maar tot nu toe heeft dan steeds een specialist me gewaarschuwd. Meegedacht, zoals Peter.’
‘Mooi. Eenentwintig gedeeld door vijf, vier weken en een dag. Mooi. Wanneer zou er verhuurd kunnen worden?’
‘Ho, ho, niet zo snel. Alles moet nagekeken worden. Dan moet het woonkamermeubilair, de keukenuitrusting en het beddengoed er nog in. Dat heb ik ook op afroep.’
‘Daar heb ik nooit aan gedacht.’
‘Daar ben je ook niet voor.’
‘Nee, Tamara.’
‘Dat zijn allemaal dingen die mijn baantje zo leuk maken. Van alles één kwaliteit beter dan normaal zoeken. Méér is niet nodig. En als een caravan er een beetje lux uitziet houden ze hem ook eerder netjes. Maar dat is verder voor John. Die belde iedere dag. Maandag, dat hij zijn baan opgezegd had en dat hij eerder weg kan, als hij waar hij mee bezig is maar netjes overdraagt. Ik heb hem van de vermoedelijke komst van de caravans verteld. Dinsdag, of ik die grasmaaier kon regelen, de levering zou even kunnen duren. Hij was me vóór, ik was er bijna aan toe. Ik denk dat hij aan niets anders dan de camping denkt. Ik heb jullie verteld over een grasmaaimachine, die, behalve aan de onderkant, ook voorop links en rechts uitklapbare maaiers heeft, allemaal apart in- en uitschakelbaar. Ik heb een elektrisch type besteld, anders zitten we weer met brandstof. Met hele grote accu’s, anders moet John te vaak stoppen met maaien om die op te laden. Volgens de gegevens van de fabrikant zou de hele camping in één keer gemaaid kunnen worden, maar daar twijfel ik natuurlijk aan. Maar John zal het wel uitproberen. Hij gaat vast niet een hele dag op dat ding zitten. Hij kan bij de caravans doen, een volgende dag bij de tenten, dan bij het meertje, en dan de toegangsweg. Tussendoor steeds de accu’s op laten laden.’
‘Ga je hem dat zo vertellen?’
‘Nee, alleen als hij zelf niet op het idee komt. Dat doe ik met andere dingen ook. Ik ben troubleshooter, geen beheerder. Maar ik denk vooruit. Ik zal een voorbeeld geven. John moet de vuilafvoer regelen. Als ik merk dat hij dat niet op tijd doet, begin ik om voorzichtig wat te suggereren. Als dat niet helpt wat minder voorzichtig. Als uiterste geef ik hem min of meer een opdracht. Maar ik denk dat het wel goed gaat, zo werken, als het nodig is, die voorzichtige suggesties bij anderen ook. Andersom ben ik er ook gevoelig voor, ik zei al, ik weet ook niet alles.’
‘En maar genieten, van alles, hè?’
‘Enorm. John zei ook nog, zo’n maaier is vast duur, vast boven mijn limiet. Dat denk ik ook.’
‘Dat denk ik ook. Mooi, dat hij zo zorgvuldig is. Dat is een voordeel, als je een boekhouder aanneemt als campingbeheerder.’
‘Ik strijk de eer op, om hem te pikken uit die dertig sollicitanten. Ik heb van jullie geleerd, jullie kozen een koekenbakker als troubleshooter.’
Ze grinnikten.
‘Woensdag, hij kan, van iemand die met vakantie gaat, de auto lenen. Hij begint hier graag de dag van de komst van de eerste caravan. Hij vroeg het niet, maar we hebben beloofd hem dan al in dienst te nemen.’
‘We?’
‘Ik heb het voorgesteld, jij vond het goed.’
‘Ik plaag je maar.’
‘Goed. Zodra zijn caravan ingericht is leent hij een aanhangwagen en verhuizen ze naar de caravan. Hun paparassen, beddengoed, kleding, veel meer komt er deze kant niet op. Dan levert hij die auto weer in. Zodra zijn proeftijd voorbij is wil hij een dag vrij, om weer een auto met aanhangwagentje te lenen om de spullen uit zijn huis weg te brengen. Maar dat zien we tegen die tijd wel, de caravans staan er dan allemaal.’
‘Prima. Fijn, dat hij zou snel kan komen.’
‘Ja. Donderdag belde hij, of er breedband op de camping kon komen. Hij heeft een laptop en een draadloos netwerkkastje. Daarmee wil hij de administratie gaan doen, op de receptie, in de caravan of buiten. Hij had van mij gehoord, dat ik behalve op Internet zoeken ook bestanden naar de beheerder stuur.’
‘Alle beheerders hebben breedband, dus waarom hij niet? Eerst even over die laptop. Weet je de afschrijvingstermijn van zo’n ding?’
‘Ja, van de eerste eigenaar van de computerwinkel, computers in drie jaar van honderd tot tien procent.’
‘Vraag John wat die laptop gekost heeft en hoe oud die is. Laat hem maandelijks bij zijn salaris die afschrijving uitbetalen. En als die laptop drie jaar oud is een nieuwe op onze kosten aanschaffen. Hetzelfde met dat draadloze netwerkkastje, dat gaat ook niet eeuwig mee.’
‘Zal ik regelen. Je wilde terugkomen op die breedband. Ik heb de telefoonmaatschappij gebeld. Ze konden niets vinden van een aansluiting op een camping. Na nogal wat keren doorverbinden kreeg ik een juffrouw van de aanvragen. Die zei, u bent een probleem. Er is een brief naar u onderweg, op de gok, want op de aanvraag staan geen straat en huisnummer, alleen camping Wellingten. Daar kunnen we niets mee. Ik ben er niet opingegaan, Peter heeft die aanvraag gedaan, en wist het niet of is dat vergeten. Ik zei braaf, Wellingten Avenue achtennegentig.’
‘Achtennegentig?’
‘Ja, het huis naast de toegangsweg is het laatste even nummer, zesennegentig. Het zou overdreven zijn om de toegangsweg een naam te geven, er komt toch verder niets langs te staan. Ze zou de aanvraag verder behandelen. Ik zei, hoelang gaat het duren? Een paar weken. Ik vroeg om breedband. Ze moest even wat opzoeken. Ja, dat was mogelijk. Ik vroeg weer, hoelang gaat het duren? Één of twee weken langer. Dat pikte ik natuurlijk niet. Ik zei, dat zal mijn werkgever, meneer Wellingten, niet appreciëren, hij verwacht binnen twee weken. Ze zei, Wellingten, de eigenaar van de camping? Ik zei, ja, en van de vijfhonderd huizen in het dorp, en van de honderd die hij bij laat bouwen, en van verschrikkelijk veel landerijen in de buurt. Dat maakte geen indruk, ze zei, fijn voor hem. Toen zei ik, ik herinnerde me je verhaal, Mark, belt u de secretaresse van de directeur even, hij en meneer Wellingten kennen elkaar. Na even stilte zei ze, blijft u even aan de lijn. Na een paar minuten kwam ze weer op de lijn. Ze zei, ik wist niet dat er een categorie economisch noodzakelijk, of zoiets, was. Midden volgende week kunnen de voorbereidingen bij ons klaar zijn. Belt u even, wanneer aan uw kant alles aangesloten is? Dan doen we binnen een paar uur hier de laatste handelingen en heeft u én telefoon én breedband. Bel je die directeur even, Mark, om te bedanken?’
‘Dat zal ik zeker doen. Jij ook bedankt.’
‘Ik vond het eigenlijk niet leuk, maar ze werken zo traag. Schandalig, eigenlijk, als het voor ons zo snel kan kan het vast voor anderen ook veel sneller dan in een paar weken. Vanmorgen belde John weer. Of hij een tekening van de camping kon krijgen. Die heb ik natuurlijk gemaild.’
‘Heb je die ook in de computer staan?’
‘Ja, ik heb bij het architectenbureau steeds gevraagd of ik de tekening ook op een schijfje mee kan krijgen. Geen probleem, natuurlijk, die maken ze op een computer. Maar ik zet ze niet in het krantje, dan moet ik ze te veel verkleinen. In het dorpshuis kunnen ze op de originele grootte opgehangen worden. Ik ga weer verder, tot ziens.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 23

Verzorgd door Tamara.

Geen erg groot nieuws.

De huurhuizen en de renovatie daarvan.
De beheerder van de huizen en ik gaan alle huizen langs, om op te nemen hoe de renovatie uitgevoerd zal moeten worden. De bewoners hebben beperkt inspraak, de huizen moeten na hun vertrek, om wat voor reden of wanneer dan ook, zonder verbouwing door anderen bewoond kunnen worden.

De nieuwbouw.
De toekomstige bewoners van de Wellingten Avenue nummers vijf en zeven zijn benaderd om het behang en de tuin uit te gaan zoeken. Want hun huis is, als het goed is, over ruim drie weken klaar.
We hopen, na een laatste controle, volgende week de lijst wie, waar, ongeveer wanneer, bekend te kunnen maken. Het was een lastige puzzel, we hadden graag een paar weken eerder klaar willen zijn, maar we wilden zo veel mogelijk mensen in hun wensen tegemoet komen.
De twee hoofdproblemen waren, dat er wat meer vraag naar hoekwoningen was dan de twaalf die er gebouwd kunnen worden. En voor de huizen aan de kant van de landerijen, vanwege het uitzicht vanuit de achtertuin.
Hartelijk dank voor jullie medewerking. Voor het begrip, dat niet iedereen zijn eerste voorkeur heeft kunnen krijgen. Voor de bereidheid van sommigen, om hun tweede keus te veranderen, wat naar links of naar rechts te schuiven. Hierdoor heeft maar een enkeling zijn derde keus gekregen.

Het volgend plan = De camping en het meertje.
Het gebouwtje voor de beheerder is bijna klaar. De aansluitingen zijn bijna klaar, daarna komt het gras.
Met het leggen van het gras wordt aan de kant voor de caravans begonnen, vanaf de afrastering. Juist, waar jullie naar het meertje lopen.
We verwachten over ruim een week de eerste stacaravan, iedere werkdag daarna een volgende.

In de eerste stacaravan gaat de beheerder wonen. Uit veel sollicitanten is een enthousiaste jongeman (ongeveer van mijn leeftijd) gekozen, John Staples. Hij is getrouwd met Maureen, ze hebben een dochtertje van ruim drie maanden, Crystal. Ik stel ze hiermee vooral aan de jeugd die komt zwemmen voor, omdat die ze vaak zullen zien. John en Maureen gaan samenwerken, John zal het meeste doen aan het onderhoud van de camping, inclusief de stacaravans, en Maureen het meeste aan de verhuur. Maar hoe ze het precies verdelen is hun zaak. Als het weer het toelaat is Crystal natuurlijk ook buiten. Laat merken, als jullie er langs lopen, of ze in het dorp zien, dat ze welkom zijn. Zij zullen ook hun best doen voor de bewoners van de huizen die vanwege de renovatie tijdelijk hun huis uitmoeten en zolang in een caravan gaan huizen. N.B. Het staat die bewoners natuurlijk vrij om dan elders onderdag te zoeken, b.v. bij familie. Of om met vakantie te gaan, als het eraf kan. (Van die minder huur?)

John komt vanzelfsprekend bij het meertje om het gras te maaien, zonodig de zandstrook te egaliseren of ander onderhoud te plegen. Net zoals het bestuur van de vereniging van huurders en ondergetekende hebben hij en Maureen, namens meneer en mevrouw Wellingten, het recht om op- of aanmerkingen te maken. Andersom nemen zij dan graag klachten of wensen in ontvangst. (Hoe hoog moet het gras van de zonneweide worden?)
Wij weten dat veel ouders er op gesteld zijn dat er in ieder geval enig toezicht is. Maar ja, het is net zoiets als je fiets op slot zetten, je maakt het een dief moeilijker om je fiets te jatten, maar niet onmogelijk.
Ik blijf van mening dat jullie het onderling prima zullen regelen. Ik heb er nooit zo over nagedacht, zo veel vertrouwen had ik daarin, maar ik heb al gezien dat jullie ook je gedrag aanpassen aan de leeftijd van de aanwezigen. Geweldig.

Overige onderwerpen.
Geen.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week 36

‘Je maakt er nogal wat van, in je krantje. We moeten steeds lachen om de opmerkingen, die je er tussendoor gooit. Zoals, hoe hoog moet het gras worden.’
‘Dat komt dan in me op, Mark, als het even kan zet ik het dan ook daar neer. Net zoals dat op vakantie kunnen gaan omdat ze minder huur betalen. Ik moet af en toe serieus zijn, zoals over het toezicht bij het meertje, maar dat probeer ik minimaal te houden. Ik wil niet opscheppen, maar daarom wordt het krantje door alle leeftijdscategorieën graag gelezen. Van de meeste mag ik hem best langer maken. Nou, voorlopig geen tijd. De tuinman is ongeveer op de helft met grasleggen. Het ziet er hartstikke mooi uit.’
‘En mooi op tijd, dus. Maar er komt dus ook gras onder de caravans?’
‘Ja. Dat gaat wel dood, maar precies de plekken voor de caravans kaal laten of het gras er later omheen leggen kost meer aan arbeidsloon dan aan gras.’
‘Wie heeft dat verzonnen?’
‘Eh de tuinman en ik samen.’
‘Wat een details. Ik ben blij dat jij dat allemaal uitzoekt, ander had alles minstens vier keer zo lang geduurd.’
‘Ja, minstens. Mark, alleen een meisje wat overal nét genoeg van af weet kan bij kerels iets snel voor elkaar krijgen.’
‘Hebben we het nog over je werk?’
‘Hé, frivole opmerkingen zijn mijn terrein.’
‘Nou ja, goed. Sorry, Tamara, maar soms overweldigt het geweldige tempo me even. Gelukkig lig ik er niet van wakker, omdat ik mijn beheerders, en jou zeker, voor meer dan honderd procent vertrouw.’
‘Goed. Dank je. Ik zal vertellen wat ik in het krantje bedoelde met het gedrag aanpassen aan de leeftijd van de aanwezigen. Toen ik even naar het gras kwam kijken keek ik natuurlijk ook even bij het meertje. Het was druk, dat had ik niet verwacht, want er stonden weinig auto’s geparkeerd. Ik zag al gauw de oorzaak, het was kennelijk een schoolvrije middag, er was een hoop jongere jeugd. Er stonden veel fietsen. En er waren wat stellen van in de twintig, waarschijnlijk die van de auto’s. Ze lagen ongeveer op leeftijd bij elkaar. Hoe jonger, hoe minder gemengd. Dat wil zeggen, die van een jaar of dertien zaten niet twee aan twee, eerder vijf bij vijf. Te praten, en duidelijk te genieten van elkaar bloot te zien. Maar een paar jongens hadden een handdoek op schoot. In het water waren er een stuk of zes met een bal aan het spelen, maar duidelijk ook aan elkaar aan het voelen. Niet té opzichtig, ik zie dat vast eerder dan anderen, ik heb daar een beetje ervaring mee.’
‘Vooral met ballen.’
‘Ja, Simone, en met grotere of kleinere producties en met wat lange of minder lange erecties. Die zag ik niet, maar als een meisje achter een jongen staat, en hij duikt ineens wat in elkaar, weet ik dat zij hem beetgrijpt.’
‘Een meisje van dertien, dat een jongen van dertien bij zijn ballen pakt?’
‘Ja. En die jongens omarmden die meiden ook van achteren af, met hun handen op de borsten. En ik wed dat ze hun pikkies ook tegen het achterwerk van die meisjes wreven. Wat er níet gebeurde, was voorkanten tegen elkaar. Het verschil met vroeger is dat ze nu kunnen zien wat ze doen, scharrelen en grijpen deden ze toch al. Dit is misschien wel beter, er is ook meer controle. Toen een jongen van een jaar of vijftien zich op de kant op een meisje rolde werd er gekucht, door één van een ouder stel. Die jongen ging gelijk weer zitten. Ik ben langzaam rond gaan lopen. Ten eerste, niet in volgorde van belangrijkheid, om naar pikkies te kijken, dat blijft toch leuk? Ten tweede, om te kijken hoe de meiden erbij zaten. Nou, er waren er weinig die hun benen strak tegen elkaar aanhielden. Ik heb er twee gezien die zich geschoren hadden. Wat een lef. Tja, die hadden wat meer belangstelling dan de rest. Daar zaten ook die jongens bij die een handdoek op schoot hadden. Ten derde, ik wilde ze de kans geven om wat te zeggen, zonder dat ze naar me toe hoefden komen. De meeste zeiden vriendelijk gedag, de rest knikte vriendelijk. Alles was kennelijk naar hun zin, ze vroegen niets. Ik heb hier en daar op de gok gevraagd hoe oud ze waren. Ja, van dertien tot en met zeventien. Ze zaten in de stad op school en hadden een vrije middag.’
‘Zijn ze geen twaalf jaar, als ze van de basisschool afkomen?’
‘Dat begon ik me toen ook af te vragen. Ik heb het uiteindelijk aan een meisje gevraagd. Ze zei, ja, de meeste wel. Ze horen gauw genoeg, of ze weten het al, hoe het er hier aan toe gaat. Het duurt bijna het hele jaar voor alle meisjes durven. En de jongens mogen pas komen als ze genoeg kunnen laten zien, anders is het voor ons niet leuk. De lengte en dikte maakt niet uit, als hij maar hoger dan recht vooruit kan. We controleren het, als hij voor het eerst komt. Dan moet even de handdoek opzij, die hebben ze in het begin altijd nodig.’
‘Durven ze dat?’
‘Vast wel, anders zullen ze wel wegblijven. En het is wel zo eerlijk, de jongens zien veel borsten, of borstjes, en op z’n minst haar tussen de benen van de meiden. Ze zei ook nog, binnen een paar keer probeert er wel een meisje in het water of hij al spuiten kan.’
‘Erg vroeg.’
‘Vond ik ook. Maar ze moeten weten hoe het voelt, om later op tijd te kunnen waarschuwen of te stoppen. Spontane spuiters zijn niet prettig, zei ze.’
‘Nee, je weet maar nooit waar het terechtkomt.’
‘Dat wisten Thomas en ik de eerste keer ook niet, maar het gaf niet, in de douche. Ik vroeg daarna aan het oudere stel, waarvan hij gekucht had, hoe het ging. Hij zei, heel goed, heel leuk. Ik had je nog niet gezien, anders had ik misschien niet gekucht. We zijn hier een uur of twee, om het half uur gebeurt er wel zoiets. Maar het was de eerste keer dat er niet gelijk een leeftijdgenoot ingreep. Zelfs op die leeftijd controleren ze elkaar. Ik heb hem bedankt. Hij zei, het is leuk om dat jonge spul te zien, ik gun ze hun plezier, maar het heeft wel het nadeel dat wij nu niet veel kunnen doen. Pas als er alleen boven de zeventien, achttien is, kan er wel wat, hè? Ik zei, dat lijkt me ook, tot het een beetje donker is. Ik verwacht die kluisjes gauw, dan kunnen die wegwerphanddoeken komen. Fijn, zei hij, tot dan doen we het in het water, dat is net zo lekker als onder de douche. Ik vroeg, geen krimp in het koude water? Hij zei, eventjes, tot mijn liefje de zaak ter hand neemt. Toen moest hij zijn handdoek pakken en heb ik ze met rust gelaten, het was nog lang niet donker.’
‘Zeer meelevend.’
‘Zo ben ik. Ik heb de leverancier van de caravans en John ingelicht. John is er maandagmorgen ook, om de eerste caravan op te vangen. Figuurlijk. Die voor hem. Hij heeft in het weekend die auto ook al, zondag komt hij met Maureen even kijken. Meer niet, ze gaan inpakken. Maureen wil ook zo gauw mogelijk komen om er te wonen.’
‘Wat verheugen ze zich, hè?’
‘John zei, we dachten dat we leefden, maar het gaat nu pas goed beginnen.’
‘Ach, de zielige boekhouder. Ik hoop, dat hij gauw loskomt, niet zo terughoudend blijft.’
‘Ik ga regelmatig een praatje maken, ook met Maureen. Die zei hier al, als het daar zo gezellig wordt als Tamara zegt, gaan we misschien wel meedoen. Ze haalt John vast over, want gezellig is het zeker.’
‘Hoe donkerder, hoe gezelliger.’
‘Nee, hoe lekkerder. Met die jongere jeugd, overdag, was het ook gezellig. Eh, Thomas en ik hadden zo’n contact, dat we niet zo’n behoefte hadden aan lichamelijk contact. Maar het lijkt me wel fijn vanaf je twaalfde blote jongens te zien en naar je te laten kijken. En na een tijd af en toe een jongen te laten genieten, en andersom. Tot je de ware vindt. En dan hopelijk niet al te lang hoeven wachten om te trouwen en dan eh. Zeg, ik heb nog wat bedacht. Ik heb het er al eens over gehad om voor de familie Wellingten een website te beginnen. Met veel over de familie en alles over de huizen enzovoorts. Om dan uit te zoeken of er genoeg mensen Internet hebben om het krantje te laten vervallen. Voor zo’n site moet je iemand betalen, want die staat ergens op een grote computer. Je krijgt er e-mailadressen bij. En daar gaat me het nu om. Ik heb geen haast met die website, maar ik heb een e-mailadres nodig voor John. Als beheerder van de camping kan hij geen mail versturen als John apenstaartje Compuserve of zoiets. Ik wil campingbeheerder apenstaartje wellingten nog wat. Ik kan mailen en wat op Internet opzoeken, maar ik heb geen flauw idee hoe je zo’n site moet beginnen en bijhouden. Jij hebt ooit Ralph geholpen om zijn site op te zetten. Wat denk je ervan?’
‘Ooit! Ja, vóór ik Simone leerde kennen. Daarna heb ik alleen van Internet gebruik gemaakt. Ik wist toen net genoeg om een simpele site op te zetten. Die van Ralph is inmiddels veel mooier en ingewikkelder geworden. Ik heb geen zin om me in dat soort zaken te verdiepen, Tamara.’
‘Het is mij ook te ingewikkeld. Goed. Voor het geval jij het niet zou doen had ik al wat achter de hand. Ik heb drie voorstellen. Één, ik huur een bureau in die dat voor ons regelt. Twee, ik vraag in het krantje of iemand me kan helpen bij het opzetten van die site enzovoorts. Drie, ik schrijf een prijsvraag uit voor hulp.’
‘Waarom vraag je het eigenlijk? Je wilt voorstel drie.’
‘Nou ja, één is de duurste, twee de goedkoopste, maar drie de leukste. Er is vast wel een slimmerd, een whizzkid, in het dorp. Maar mag het iets kosten?’
‘Als je op die site ook de gegevens van de camping zet en daar in je advertenties naar verwijst, levert dat vast extra boekingen op. Dus mag het best wat kosten.’
‘Mooi. Goed. Ik ga er vandoor, Thomas komt lunchen. Tot ziens.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 24

Verzorgd door Tamara.

De huurhuizen en de renovatie daarvan.
Geen nieuws.

De nieuwbouw.
De lijst, wie, waar, ongeveer, is klaar.
De vereniging van huurders is blij dat het puzzelen voorbij is, en iedereen van redelijk tot zeer tevreden is. De lijst hangt in het Dorpshuis. Vanaf nu kan er, met onderlinge en mijn toestemming, nog geruild worden.

De camping en het meertje.
Het gebouwtje voor de beheerder is klaar.
De aansluitingen zijn klaar, er ligt al veel gras. Mooi, hè?
De eerste stacaravan komt a.s. maandag, iedere werkdag daarna een volgende, tot ze er alle éénentwintig staan.

Overige onderwerpen.
PRIJSVRAAG
Ik zoek hulp bij het starten van een Wellingtensite op Internet.
Ik kan mailen en wat opzoeken, maar verder reikt mijn kennis niet.
Ik heb gekeken, wellingten.co.uk is nog vrij, maar ik weet niet of ik dat kan krijgen.
Ik wil ook e-mailadressen@wellingten.co.uk.
Ik zou op kunnen sommen wat ik op die site wil hebben, maar onder jullie zijn er vast die slim genoeg zijn om dat zelf te bedenken. En die méér mogelijkheden aan kunnen dragen dan ik kan verzinnen.
Stuur z.s.m. een e-mailtje met een voorstel naar tamaraph@[om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Serieuze voorstellen worden beloond met een tegoedbon van de computer- en telefoonwinkel.
Over wie de winnaar wordt is geen correspondentie mogelijk. Ik bepaal die hoogst persoonlijk. Hij moet namelijk niet alleen kundig zijn, ook aardig, niet té schoolmeesterachtig, en geen nerdse manieren hebben. Leeftijd onbelangrijk, liefst woonachtig in het dorp.
De winnaar krijgt een tegoedbon voor een hoger bedrag en een zeer redelijke betaling van zijn uren.
Die uren en de plaats, bij hem of bij mij, mag hij zelf bepalen, ik maak me wel vrij.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week 37

‘De eerste stacaravans staan op hun plek. De kluisjes en de fietsenstalling zijn ook gekomen. Het gras ligt er allemaal, alleen nog niet langs de oprijlaan, dat komt van de week. De tuinman moet ook grasleggen bij de nieuwe huizen in het dorp, dat gaat voor. Ik was er maandagmorgen, voor de zekerheid, maar John was er ook. Voor de goede orde, dat wordt dus de datum van zijn indiensttreding, hè?’
‘Ja. Je hebt het vast al aan de beheerder doorgegeven.’
‘Ja, onder voorbehoud van jullie goedkeuring. Ik kom straks op de camping terug. Ik heb twee aanleidingen voor jullie, om met een koets door het dorp te rijden.’
‘Twee nog wel.’
‘Ja. De eerste volgende week maandag, de tweede moeten we bespreken. Willen jullie maandag de eerste bewoner van de Wellingten Avenue zijn huissleutel overhandigen?’
‘Ja, leuk. Hè, Simone?’
‘Heb je daar zelf niet aan gedacht?’
‘Ja, maar ik heb het aan Tamara overgelaten. Die weet het beste wat wel en niet gewenst is.’
‘Juist. Even uitleg. De woning is uiterlijk vrijdagmiddag klaar, maar de coördinator adviseerde om een paar dagen te luchten. Er blijven in het weekend zo veel mogelijk raampjes openstaan. De dienstregeling. Vertrek hiervandaan maandagmorgen tegen tienen. Mogen de beheerder van de huizen en ik mee?’
‘Natuurlijk.’
‘We rijden naar de Hoofdstraat, dan links, aan het eind rechts. Daar is gelijk nummer één.’
‘Ja, daar hebben we het huisnummer opgeschroefd. Als we hier tegen tienen vertrekken, zijn we daar ná tienen.’
‘Iets, maar dat moet ook, jullie horen iets te laat te komen. Dan lopen we naar de voordeur, daar staan de nieuwe bewoner en zijn vrouw. De beheerder overhandigt je de sleutels, jij sjouwt daar natuurlijk niet zelf mee rond. Je houdt een kort praatje en geeft de sleutel aan de bewoner. Die doet de deur open en vraagt jullie mee naar binnen. Jullie bewonderen gezamenlijk de woning. Kijk zelf maar of je ook naar boven wilt. De beheerder en ik hebben het natuurlijk al bekeken. Schitterend. Daarna gaan we naar nummer drie.’
‘Ja, natuurlijk, die is ook klaar.’
‘Ja. Sleutel van de beheerder krijgen, kort praatje, sleutel aan bewoner overhandigen. Simone mag het natuurlijk ook doen, dat regelen jullie zelf maar. Niet mee naar binnen, al gezien. Daarna de koets weer in, de hele Avenue af, dan rechts, dan via de Hoofdstraat terug naar huis.’
Mark en Simone grinnikten.
‘Dat kunnen we vast onthouden.’
Tamara grinnikte ook.
‘Daar ging het niet om, maar twee keer het hele verhaal is niet nodig. Verder regelt de beheerder alles voor de volgende bewoners. Ik houd alleen in de gaten of de bouw verder goed gaat.’
‘Heel goed. Je vond het schitterend?’
‘Ja. Ik ken natuurlijk alleen huizen in het dorp. En jullie huisje van de voordeur tot hier. En het zwembad. We hebben nummer één uitvoerig bekeken. De beheerder was er al vaker geweest, ik heb niet in de weg willen lopen, één controleur vond ik genoeg. Het portiershuis is heel mooi, maar de indeling is natuurlijk ouderwets. De nieuwbouw is strakker, makkelijker schoon te houden. De kleurencombinaties zijn ook goed uitgevallen. En het is zo lux, de keuken, de badkamer. Ik moest bijna janken, ik dacht aan de mensen die uit een oud huis komen. Veel daarvan zullen vast ook moeten huilen. Ik kan het verder niet omschrijven, jullie zullen het wel zien. Vooral Simone, jij bent ook in een paar oude huizen geweest.’
‘Ja. Gaan die na de renovatie op de nieuwbouw lijken?’
‘Zo veel mogelijk. We kunnen de indeling natuurlijk niet onbeperkt veranderen. Nu over de camping. John heeft de eerste caravans nagekeken, ze zijn in orde. Wat er in moet zijn is er, en alles werkt. Ik doe met John hetzelfde als met de beheerder van de huizen, ik help ze op gang, daarna doen ze het routinewerk. Ik ben vanmorgen nog even geweest. John heeft bij de stad twee afvalcontainers geregeld. Die komen tegen de zijkant van het gebouwtje, waar je tegenaan kijkt als je bij de camping komt. Niet het allerfraaiste gezicht, maar ze moeten ergens staan en daar kan de vuilnisauto naast komen. John heeft bedacht, hij wil er één op slot houden. Als de andere vol is de stad bellen, dan komen ze de volle binnen een paar dagen legen. Ondertussen is het slot van die andere af. Dat komt weer op de pasgeleegde. Dat voorkomt, dat twee driekwart volle containers geleegd moeten worden, er moet per container legen betaald worden, vol of niet. De huur van de containers zit in het tarief van het legen. Er is daarom een minimumtarief, maar met alle caravans en tenten zitten we daar dik boven. Hij vroeg of hij dat had mogen doen. Natuurlijk. Zijn budget moet nog bepaald worden, maar noodzakelijke aanschaffingen kan hij gewoon doen.’
‘Ja, natuurlijk. Goed bedacht van hem, er één op slot te houden.’
‘Hij had nog meer. Hij heeft vijftig vuilnisbakken besteld. Eenentwintig voor de caravans, achttien voor bij de aansluitputjes van de tenten, de rest voor bij het meertje en reserve. Hij zei, per stuk zijn ze niet duur, maar ik schrok van het totaalbedrag. Hij vroeg weer of hij dat had mogen doen. Natuurlijk.’
‘Erg voorzichtig.’
‘Bang om fouten te maken, denk ik, Simone. Terwijl hij uit zichzelf begonnen is om de vuilafvoer te regelen, ik heb geeneens wat hoeven suggereren. Daar heb ik hem ook mee gecomplimenteerd. En daar was hij duidelijk blij mee. Toen vroeg hij, of ik een aanhangwagentje aan kon schaffen, voor de maaier, er zit al een trekhaak op. Don kon hij daarmee de vuilnisbakken ophalen om te legen.’
‘Slim. Waarom vroeg hij het aan jou?’
‘De stad had vaste tarieven voor vuilafvoer. Bij de vuilnisbakken kreeg hij twintig procent korting, omdat het er vijftig tegelijk waren. Maar voor één aanhangwagen moest er onderhandeld worden, dat kon ik vast beter.’
‘Hij denkt overal goed over na.’
‘Ja. Hij was er nog niet. Hij vroeg, of er naast die containers een afvoerputje naar het riool kon komen en een buitenkraan op het gebouwtje. Dan kon hij de vuilnisbakken na het legen schoonmaken, anders gingen ze stinken. Dat idee was van Maureen, zei hij.’
‘Wat een stel.’
‘Ja, een boekhouder klusjesman en een huisvrouw, voormalig secretaresse. We hadden het niet beter kunnen treffen. Ik denk, dat ze dag en nacht bedenken wat ze kunnen doen, en hoe. Ze willen heel graag blijven. Ze vroegen wanneer de verhuur zou beginnen. Tja, daar hebben we het niet over gehad.’
‘Er is toch nog tijd genoeg? Er kan toch niet verhuurd worden als er iedere dag een caravan komt, en ze er uren mee aan het werk zijn?’
‘Dat zal ik dan onbewust ook gedacht hebben. Goed. Maandag over vier weken komt de laatste. Op z’n vroegst, als alles mee zit. Om wat speling te houden, zullen we de week erna met de verhuur beginnen?’
‘Prima, als je denkt dat het dan kan.’
‘Ja, dan is er ook tijd genoeg om het woonkamermeubilair, de keukenuitrusting en het beddengoed erin te doen. Dat heb ik op afroep. Ik vraag wel voor hoeveel caravans tegelijk ze het liefst brengen. En ik ga de advertenties voorbereiden, uitzoeken hoe ver van tevoren die opgegeven moeten worden. Ik heb van de vereniging van campingeigenaren een lijst met kampeerbladen gekregen, en van elk blad een exemplaar. Ik ga kijken waar we in moeten adverteren. Nu een moeilijk punt. We moeten de tarieven vaststellen. Er wordt overal verhuurd, en dat moeten wij ook maar doen, van vrijdagmiddag tot en met de volgende vrijdagmorgen, of tot maandagmorgen, en van maandagmiddag tot en met vrijdagmorgen. Combinaties zijn mogelijk. Oftewel, per week, per weekend of per midweek. Om jullie een indruk van de tarieven te geven heb ik een grafiekje gemaakt van wat gebruikelijk is. Ik leg eerst deze dikke lijn uit. Begin januari zijn de tarieven op een bepaalde hoogte, hoe hoog precies komt later, daar gaat het nu niet om. Dan lopen ze langzaam op, tot het begin van de zomervakantie. Vanaf het eind daarvan gaan ze weer naar beneden, tot ze in december op dezelfde hoogte zijn als in januari. Ik vraag me of wij dat ook moeten doen. Die stippellijnen geven de hogere tarieven in de vakanties aan. De zomervakantie, kerst, oud en nieuw, en een paar schoolvakanties. Daarvan vraag me ook af of we dat moeten doen.’
‘Waarom niet? Als iedereen dat doet?’
‘Ik weet, het is een kwestie van vraag en aanbod. Maar moeten we zo commercieel zijn?’
‘Je weet, we kunnen onder de tarieven van de anderen blijven. De grond kostte niets, en we hoeven geen hoog rendement.’
‘Ja, maar over dat omhoog en weer naar beneden, de camping blijft het hele jaar hetzelfde, alleen het weer verandert.’
‘Tja. Daar heb ik zo gauw geen antwoord op.’
‘Over die verhoogde tarieven in de vakanties, ik vind het niet eerlijk, mensen met schoolgaande kinderen zijn de dupe. Daar heb ik wél een antwoord op. In de vakanties geen verhoogde tarieven, alleen verhuren aan mensen met schoolgaande kinderen. De rest kan er net voor of na. Als we de tarieven over het hele jaar ietsje verhogen vangen we hetzelfde. We kunnen de hele wereld niet verbeteren, maar met twintig caravans en zesendertig plaatsen voor tenten doen we tenminste iets.’
‘Mark, Tamara, als ik me indenk, dat ik een man en een paar kinderen heb, waar ik graag mee wil kamperen, zou ik blij zijn, als ik een camping vond die een procent of tien onder de andere campings zat, het hele jaar door. En als ik schoolgaande kinderen had, zonder verhoogde tarieven in de vakanties. Dat komt vast sympathiek over. Lager moeten we niet gaan, dan worden de aanvragen vast te veel. Zou dat kunnen?’
‘We kunnen het een jaar proberen. Het hele jaar hetzelfde tarief. Zo’n tien procent onder het laagste van de anderen in de buurt. Akkoord, Tamara?’
‘Natuurlijk. Hè, fijn. Ik zoek het uit en geeft het aan John door. Ik leg het hem uit, want hij zal daar wel vragen over krijgen. En vertellen, dat er in de vakanties alleen gezinnen met kinderen mogen komen. Ik zal voorlopig zelf de advertenties blijven doen. John moet me op de hoogte houden hoe het met de toeloop gaat, dan kan ik de advertenties erop aanpassen. Misschien zelfs ermee stoppen als de camping constant vol zit en er aanvragen binnen blijven komen. Ik wil die niet verminderen door de tarieven te verhogen. Maar John en Maureen moeten niet de hele dag aan de telefoon moeten zitten. Voor de reserveringen heb ik al een reserveringsprogramma van de vereniging van campingeigenaren gekocht. En een abonnement op wijzigingen en verbeteringen. Geeneens duur, en we hoeven het wiel niet uit te vinden. Ik heb er al mee gespeeld. Je kan daar alles in bijhouden. Als er iemand belt of bij het gebouwtje op de camping komt kan je de achternaam beginnen in te tikken. Na twee letters komt er dan een venstertje van bekende namen. Als het er veel zijn tik je verder. Als je de goede naam ziet kan je die aanklikken, krijg je gelijk al zijn gegevens. Ook of hij er al eerder gestaan heeft of heeft geprobeerd te reserveren, of een voorkeur heeft voor een bepaalde caravan, als je dat bijhoudt. Als de naam er niet bijzit klik je op nieuwe klant, dan krijg je een venster, met de naam al ingevuld. Daar kun je dan de rest invullen, al is het alleen maar een mislukte poging om te reserveren. Dan kan hij de volgende keer misschien wat voorrang krijgen. Je kan alle mogelijke overzichten krijgen, zowel van de reserveringen als financiële. Ik verwacht dat John daar goed mee om kan gaan. Maureen vast ook, ze is secretaresse geweest. Deze koekenbakker kan het al, dat zegt genoeg.’
‘Wat doe je toch veel.’
‘Heerlijk.’
‘We genieten erg mee.’
‘Dat is de bedoeling. Nog meer genieten? De prijsvraag was een succes. Maar vóór het eerste e-mailtje binnen was belde Ryan van de telefoon- en computerwinkel. Hij had geen tegoedbonnen. Ik moest zo lachen, ik zei, oen, die kan je toch zo printen? Of heb je geen computer en een kleurenprinter?’
Mark en Simone moesten ook lachen.
‘Ik heb zes e-mailtjes gehad. Allemaal van scholieren, ze hadden keurig hun opleiding, leeftijd en adres vermeld. Vijf waren er van stuntelig tot netjes. Maar de zesde, van een David, stak er met kop en schouders bovenuit. Hij schreef, de computeraars in het dorp kennen elkaar, ik word aardig gevonden en ben het beste bekend met wat jij nodig hebt. Aan mijn e-mailadres kan je zien dat ik zelf ook een site heb. Er staat niet veel op, zo veel heb ik niet te vermelden. Kijk er maar eens naar. En tik op een zoekmachine mijn voor- en achternaam aan elkaar in, dan word je verwezen naar de sites die ik voor een paar winkeliers in het dorp gemaakt heb. Ik ben aan nog een paar bezig. Ik heb alvast, voordat iemand anders het kaapt, op jouw naam www punt wellingten punt co punt uk gereserveerd, met voorlopig vijf bijbehorende e-mailadressen. Die tegoedbon sla ik niet af, maar van verdere betaling kan geen sprake zijn. Ik verhuis namelijk met mijn ouders over een paar maanden naar een nieuwbouwwoning, daar krijg ik een hele grote kamer, dat zegt genoeg. Tot die tijd kan ik je thuis niet ontvangen, maar ik weet dat jij een eigen kantoortje thuis hebt. Ik weet niet of het lastig voor je is, ik heb alleen in het weekend tijd, doordeweeks moet ik naar school en huiswerk maken.’
‘Dat klinkt goed. Beschaafde reclame voor hemzelf. En al vooruit gewerkt, hij was er kennelijk van overtuigd dat hij zou winnen.’
‘Ja, zeer overtuigend. Zijn site was netjes. Die van die winkeliers ook. Strak, duidelijk, niets overdadigs. Hij is zondagavond op bezoek geweest, om kennis te maken. Hij is nog niet officieel winnaar, ik wil nog een week wachten of er zich nog iemand anders meldt, maar dat vond hij geen probleem. Die komt niet, zei hij, niet uit het dorp. Nou, van buiten het dorp hoef ik niemand, hij is heel goed. Hij heeft laten zien hoe hij die reserveringen gedaan had, al vond ik dat niet zo interessant, dat was toch maar eenmalig. Hij had een briefje bij zich, waarop stap voor stap stond hoe ik een e-mailadres moest maken, veranderen of laten vervallen. Hij had dus nog meer vooruitgewerkt. Hij deed niets voor, ik moest zelf mijn e-mailadres maken, tamara apenstaartje wellingten punt co punt uk. Dat ging zonder problemen. Volgend papiertje, wat ik op mijn computer moest veranderen om gelijk met de mail van mijn oude adres de mail van het nieuwe adres op te halen. Toen moest ik, om te kijken of alles werkte, van mijn oude adres een e-mailtje naar het nieuwe sturen, en andersom. Dat werkte. Daar wilde hij het voor de eerste keer bij laten. Maar ik vroeg hem om nog even te blijven. Ik heb het adres gemaakt voor de campingbeheerder, want daar ging het me om. En dat adres naar het oude adres van John gemaild, dan weet hij dat vast. David vroeg hoeveel adressen ik eigenlijk wilde. Hij had er vijf gereserveerd, voor iets meer per maand kon het verhoogd worden naar vijfentwintig, voor nog iets meer naar onbeperkt.’
‘Zeg het maar, je hebt natuurlijk weer een voorstel.’
‘Ja, dat was niet zo moeilijk om te verzinnen. Met onbeperkt zouden we iedereen van het personeel een adres kunnen geven. Secundaire arbeidsvoorwaarde. Als ze willen kunnen ze hun oude adres opzeggen. Dat ga ik ook doen, in de hoop dat ik nog lang voor jullie mag blijven werken.’
‘Ach, lieve meid, natuurlijk. Als het dorp klaar is en je er ander werk bij wilt zijn er in ieder geval de familiepapieren die de computer in moeten. Je blijft vrij om te bepalen hoeveel je per week wilt werken.’
‘Dank jullie wel.’
‘Ik vind wel, dat bij werken als bibliothecaris een toelage hoort.’
‘Probeer je het weer? De enige manier om mij meer te betalen is door eerst het salaris van de butler te verhogen.’
‘Tja, daar zal ik tegen die tijd dan toch aan moeten. Zeg, kan het personeel zijn eigen adres aanmaken?’
‘Nee, daarvoor heb je een wachtwoord nodig. Ook om iets op de site te veranderen. Ik ben nu de enige die dat heeft, David heeft me dat laten veranderen zonder dat hij keek, hij wil er niet meer bij kunnen.’
‘Erg netjes.’
‘Zeker. Ik wil het wachtwoord ook aan Thomas geven. Dan kan hij voor het personeel de adressen maken, dat past beter bij zijn taak. En de adressen wijzigen, bijvoorbeeld als een meisje trouwt en de naam van haar echtgenoot wil voeren. En adressen laten vervallen, als het personeel stopt met werken.’
‘Prima. Je hebt ook vooruit gewerkt.’
‘Natuurlijk. Ik kijk uit naar mijn volgende les. David bereidt die vast van de week al voor. Ik houd jullie op de hoogte. Tot ziens maar weer.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 25

Verzorgd door Tamara.

De huurhuizen en de renovatie daarvan.
Geen nieuws.

De nieuwbouw.
Aanstaande maandagmorgen om tien uur zal meneer (of mevrouw) Wellingten bij de Wellingten Avenue nummer één de sleutels van nummer één aan de nieuwe bewoners overhandigen. Ze zullen gezamenlijk de nieuwe woning bezichtigen. Daarna zal mevrouw (of meneer) bij nummer drie de sleutels overhandigen. Meneer en mevrouw zullen die woning niet bezichtigen, het is een spiegelbeeld van nummer één. Toeschouwers welkom.

HET BEGIN VAN HET EIND VAN DE WONINGNOOD. HOERA!
Iedere week zal de beheerder van de huizen twee nieuwe bewoners begeleiden bij het betrekken van hun nieuwe woning.

De camping en het meertje.
De eerste stacaravans staan op hun plek. De kluisjes en de fietsenstalling zijn ook gekomen. Het gras ligt er allemaal, behalve langs de oprijlaan. Dat komt zo spoedig mogelijk, de tuinman moet ook grasleggen bij de nieuwe huizen in het dorp.
Iedere werkdag komt er een caravan bij, tot ze er alle éénentwintig staan. De week daarna begint de verhuur. Vanaf volgende week is reserveren mogelijk, we verwachten geen dorpsbewoners, maar die zijn natuurlijk ook zeer welkom. Binnenkort komen er advertenties in diverse kampeerbladen. En één in het dorpshuis, natuurlijk.

Overige onderwerpen.
UITSLAG PRIJSVRAAG
Ik heb zes voorstellen ontvangen. Bedankt, jongens, jullie tegoedbonnen heb ik in jullie brievenbussen gedaan.
En de winnaar is: David. Ik heb mijn eerste (zeer prettige) les van hem gehad. Voorlopig is het enige zichtbare resultaat mijn e-mailadres (zie onder), waar jullie voortaan ook jullie klachten en vragen kwijt kunnen.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
E-mail     tamara@wellingten.co.uk
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week 38

Het halve dorp was uitgelopen om de eerste bewoners van de Wellingten Avenue hun huis te zien betrekken. De open vierpersoonskoets met de vier paarden ervoor reed na het plechtigheidje de Avenue af tot aan het eind en reed door de Hoofdstraat terug. Wie er thuis was gebleven kwam naar buiten om te zwaaien.

‘John was blij met het reserveringsprogramma, ze gaan er mee oefenen. John heeft nog meer geoefend. Hij heeft met de grasmaaier rondgereden om de maairoute te bepalen. Nou, ik had maar wat gedaan. Nee, het moest economisch. Daarbij had hij ook gemerkt, dat de onderste draad van de afrastering niet overal even hoog zat. Of dat het gras daar wat dikker was. Maureen heeft lintjes geknipt, die heeft hij op de palen gedaan waar het draad iets omhoog moet. Dat gaat hij de komende tijd tussendoor doen. Dan kan hij er met zo’n uitgeklapte maaier net onderdoor.’
‘Wat een precisie. Dat staat natuurlijk wel mooier. Is dat veel werk?’
‘Dat wist hij niet, hij had niet geteld. Maar per paal een krammetje eruit trekken, de draad iets omhoog doen en het krammetje over de draad er weer inslaan. Hij wilde nog iets, maar dat heb ik geweigerd. Dat zou te veel werk voor hem zijn.’
‘Zoekt hij werk op?’
‘Nee, dat is niet de bedoeling. Hij zegt, elke kleinigheid die ik nu verbeter bespaart later werk of het gaat er mooier uitzien. Hij wilde de onderkant van de caravans dichtmaken. Dat zou netter staan. En als de wind er niet meer onderdoor kon blazen scheelde het vast stookkosten.’
‘Dat is ook vast zo.’
‘Ja, maar we hebben bij zijn caravan gekeken wat dat inhield, dat dichtmaken. Het is twee keer elf plus twee keer vier meter één of ander materiaal aan de onderkant vastmaken. John is best handig, maar hij heeft geen idee van welk materiaal en hoe. Ik vind het ook te veel werk voor hem. Fijn, dat hij graag wat doet, maar hij neemt nu te weinig vrije tijd, denk ik. Zal ik informaties inwinnen om het te laten doen?’
‘Als het niet boven je budget uitgaat weet je wat je kan doen.’
‘Welk budget? Goed, dus net zoals tot nu toe, als ik wat moois, duurzaams en niet te duurs vind mag het.’
‘Natuurlijk. Zo hebben we mooie huizen en een mooie camping gekregen. Niet overdadig, maar ook niet te simpel.’
‘Zeg maar rustig, aan de luxe kant. De vorige keer vergat ik de tweede aanleiding voor jullie, om met een koets door het dorp te rijden.’
‘Nog een feestje?’
‘Ja, over drie weken. De officiële opening van de camping. Jullie hebben nu de laatste kans om een betere naam dan de Wellingten Camping op te geven, ik wil morgen de borden bestellen.’
‘Ach, de mensen gaan het waarschijnlijk toch zo noemen, hoe het ook heet. Noem alles maar naar ons.’
‘Dat was ik al van plan. Ik wilde jullie een rondje over de camping laten rijden. Niet vóór de caravans langs, ik weet niet op het gras tegen paardenhoeven en koetswielen kan. Achterlangs, langs de omheining, is wat beschadiging niet zo erg. En omdat er nog geen tenten staan hebben jullie van die kant zicht op alle caravans. Een probleem daarbij is, de bochten om het gebouwtje. Ik heb een zespersoonskoets gezien, toen jullie met jullie kinderen een ritje maakten. Van de week was het een vierpersoons. Hebben jullie een nog kleinere?’
‘Ja, een tweepersoons. Van alle drie hebben we ook nog een dichte versie. En een open en een dichte een-assige tweepersoons. Voor één paard.’
‘Die laatste is vast zoiets als een ouderwets dokterskoetsje.’
‘Ja, die je in oude films ziet. Amerikaanse films.’
‘Poe, alles daar komt hier vandaan.’
Ze grinnikten.
‘Dat is een echt Engelse opmerking. Ze hebben daar ook wel eens wat nieuws uitgevonden, hoor. Ik zal de stalmeester vragen, of we met een één- of een twee-asser moeten. Liefst met twee, die hobbelt niet zo met het paard mee op en neer.’
‘Hebben jullie iets tegen hobbelen?’
‘Wel in het openbaar. Vertel verder. Over de camping.’
‘Goed. John en ik wachten jullie op, met een kussentje met een schaar erop, om het lint over de weg door te knippen. Daarna het rondje rijden, daarna bij John en Maureen in of voor de caravan wat drinken. Met twee genodigden, de voorzitter van de vereniging van campingeigenaren, en Peter, die zo fijn meegedacht heeft.’
‘Prima.’
‘Noteer dan maar, vrijdagmorgen over drie weken om tien uur. Nou, dat was het. Jullie nog wat?’
‘Vanavond zwemmen?’
‘Prima. Ik ga gauw naar huis, want daar heb ik nog wat te doen. Misschien wel twee keer.’
Ze grinnikten.


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 26

Verzorgd door Tamara.

Ik kopieer natuurlijk veel, het viel me bij het aanpassen van het nummer op, dat het 26 moest worden. Dus al een half jaar lang iedere week een krantje. Met veel of weinig nieuws, deze keer heel weinig.

De huurhuizen en de renovatie daarvan.
Geen nieuws. De beheerder niet, maar ik ben blij dat we overal onaangekondigd komen. Het is niet nodig om ons aan te kondigen, als er niemand thuis is, of als het niet gelegen komt, gaan we naar een ander huis en komen later terug. Maar het eerste wat we meestal horen is, als we geweten hadden dat jullie kwamen hadden we gebak gehaald. Toen ik bij mijn vader werkte moest ik op mijn lijn passen. Ik kan nu gelukkig wat meer eten, want ik loop en fiets veel meer. En ik doe nog aan een andere sport, ik heb nog wat in te halen.

De nieuwbouw.
Dat was weer een mooie show, maandagmorgen, hè? De beheerder en ik hadden de huizen natuurlijk al bekeken, meneer en mevrouw Wellingten en de nieuwe bewoners vonden ze schitterend. Het streven was één kwaliteit beter dan standaard, maar soms werden het er twee. Tja, leveranciers geven soms extra korting om een beetje doorstroom in hun mooiere spullen te krijgen.

De camping en het meertje.
Iedere werkdag komt er een caravan bij, tot ze er alle éénentwintig staan. Aan het eind van die week, over drie weken, wordt de camping officieel geopend. Nader bericht volgt.
 
Overige onderwerpen.
Geen.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
E-mail     tamara@wellingten.co.uk
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week 39

‘John blijft een beetje een boekhouder, hij heeft graag alles op orde. Hij heeft in het dorp plakcijfers gekocht, om op de caravans te plakken, één tot en met éénentwintig. En via Peter bij die jongens die in oude bouwmaterialen doen zesendertig houten paaltjes en een stuk aluminium geregeld. Hij is bezig die plaat in stukjes van tien bij tien centimeter te zagen, die op de paaltjes te schroeven en daar de nummers voor de tenten, één tot en met zesendertig, op te plakken en de paaltjes naast de aansluitputjes in de grond te slaan.’
‘Hij is erg ijverig.’
‘Ja. De nummering was één van de dingen waar ik het met hem in het begin over gehad heb, hij heeft dat onthouden. Voor de kampvuurplaatsen heeft hij een schoolvriend van hem gebeld, die doet in oude metalen. Voor een schijntje heeft hij oude vrachtwagenvelgen aan kunnen schaffen.’
‘Mist er verder nog iets?’
‘Geen idee, ik ga er ook niet naar op zoek, John komt zelf op genoeg ideeën.’
‘Ja, iedere week een paar, hè? Hoe gaat het met de reserveringen?’
‘Dezelfde dag dat de eerste van de campingbladen, waar een advertentie van ons instond, uitkwam, belden er al een paar, één reserveerde al een caravan voor de eerste week. Daarna werd het steeds drukker. Ik weet de laatste stand niet, maar de eerste week zijn driekwart van de caravans en de helft van de tentplaatsen verhuurd.’
‘Dat klink goed.’
‘Ja, heel goed, en het gaat maar door, ook voor daarna natuurlijk. Er zijn ook al aardig wat reserveringen voor de komende schoolvakantie. Die mensen vragen allemaal hoe dat kan, zulke lage tarieven. Ik heb op de website nog niet genoeg over de camping staan om daar naar te verwijzen. Ik heb voor John een e-mailtje gemaakt, met daarin de verklaring. Die kan hij de mensen toesturen.’
‘Mooi. Een uitvoerige?’
‘Nee, ze hoeven niet alles te weten. In het kort, dat de eigenaar de grond al in eigendom had, hij een minimaal rendement genoeg vindt en niet zo sociaal is om mensen met kinderen, die alleen maar in de schoolvakanties op pad kunnen, op kosten te jagen.’
‘Dat kunnen John en Maureen toch ook over de telefoon zeggen?’
‘Nee, zo kort samengevat komt dat niet over. En er staat gelijk iets over het dorp en de omgangsvormen in. Dat men hier gemoedelijk met elkaar omgaat en nogal vrij is. En heel vrij bij een meertje, niet zo ver van de camping. Dan zijn ze een beetje voorbereid als ze hier komen.’
‘Heel mooi. Zijn Thomas en jij er al geweest?’
‘Ja, één keer. Wat ik zei, iedereen gaat gemoedelijk met elkaar om en is daar natuurlijk heel vrij. We vroegen Maureen en John mee, maar die willen het nog even aankijken. Het was er heel gezellig. Thomas had daar geen problemen, maar hij pakte me wel toen we thuis amper over de drempel waren. Kort en hevig.’
‘Kort?’
‘Hij kwam al na een korte tijd, maar heel hevig. Hij heeft het een tijdje daarna heel lief en zachtjes gedaan. Hij wil beslist niet dat ik ga denken dat ik er alleen maar ben om in te lozen. Nou, ik weet wel beter, dat merk ik genoeg tussen vrijpartijen in. En dat merkt hij van mij ook, ik grijp hem soms, maar niet alleen om klaar gestreeld te worden, dat is heerlijk, maar dat duurt niet zo lang. Als ik in zijn armen lig en we ons stilhouden geniet ik al genoeg.’
‘Lukt dat wel eens?’
‘Ja, echt wel. Nou, langer dan een uur niet, behalve direct nadat hij gekomen is. Zo snel na die zeven keer waren het er maar vier. Nou ja, maar vier. Veel mensen zouden daar heel tevreden mee zijn.’
‘Ja, genieten jullie er maar van. Ik zeg gelijk maar, tot ziens, het is zo lunchtijd.’
‘Ja, heerlijk. Tot ziens.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 27

Verzorgd door Tamara.

Weer weinig nieuws.
Ik heb wat rondgevraagd: al is er geen nieuws, toch graag een krantje. Eigenlijk is dat niet de bedoeling, dit is geen Journaal, (zie de titel van alle nummers behalve het eerste) maar ook geen weekblad. Het zou alleen verschijnen als er nieuws was over iets wat in verband stond met de familie Wellingten. Daarom heet het ook zo. Maar zolang niemand anders in het dorp iets uit wil geven en ik dus niemand beconcurreer kan er wel een A 4 in de week af, per huis kost het ongeveer één penny in de maand.

De huurhuizen en de renovatie daarvan.
Geen nieuws.

Welke andere sport, waarbij ik iets in kan halen, ik beoefen? Ik draag daar niets bij, ook geen sluier, dus kan ik er geen tipje van oplichten.

De nieuwbouw.
Ik heb wat vragen over de hoogte van de toekomstige huren gekregen. Meneer wil die pas vaststellen nadat de nieuwbouw klaar is én alle huizen gerenoveerd zijn. Er kan dan zonodig op papier met kosten geschoven worden, om voor alle huizen een redelijke huur te kunnen bepalen. Tot dan blijft het op de vijftien procent lager dan bij de vorige (lelijk woord) eigenaren. We kunnen geen garanties geven, maar hopen nog iets lager uit te komen.

De camping en het meertje.
De vuilcontainers en de vuilnisbakken zijn gearriveerd. De bedoeling daarvan is duidelijk.
Wij bedanken de gebruikers van het meertje voor hun tot nu toe consequent mee naar huis nemen van mogelijk afval. Er is nog geen peuk gevonden! De beheerder heeft de beloofde wegwerphanddoeken in een kluisje gelegd. Hij zal de voorraad bijhouden en de collectebus en vuilnisbak zeer regelmatig legen. Ik voeg hier verder niets aan toe, er heeft in krantje 21 genoeg over gestaan. Alles bij het meertje gaat geweldig, het blijft vast ook zo.
 
Overige onderwerpen.
Ik ben al weer wat verder met de website, dankzij de uitstekende lesmethode van David. Ik kan er nu wat opzetten. Ik kan ook al wat laten zien. Op de hoofdpagina staat een welkom en de inhoud. Ik heb gekozen om te beginnen met mijn krantjes. Je kan in de inhoud kiezen uit het laatste krantje (dit), of alle vorige.
Kijk maar eens, op www.wellingten.co.uk.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
E-mail     tamara@wellingten.co.uk
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week 40

Tamara vond Mark en Simone in een ernstige stemming.
‘Ik heb niets bijzonders, maar jullie zo te zien wel. Waar zijn jullie glimlachen?’
‘Die komen misschien later. Tamara, je hebt in één van je eerste krantjes wat over Simone en mij geschreven, ter kennismaking. Ook over de familie. Ik heb het opgezocht, ik lees een stukje voor. Sinds eeuwen wonen er Wellingtens in het grote huis. Misschien moet ik schrijven, Het Grote Huis met hoofdletters. Er is geen andere naam in gebruik, zou de Wellingten Mansion iets zijn? Nog beter, de Wellingten Manor? Vermoedelijk, maar wat weet ik van geschiedenis, is de familie Wellingten titelloos gebleven omdat ze zich altijd bescheiden opgesteld heeft. Einde citaat.’
‘Ja?’
‘Ik weet van mijn vader, dat de familie ooit het huis van een adellijk figuur gekocht heeft. Er zijn toen kennelijk geen adellijke rechten overgegaan. De tuin was toen kleiner en er hoorden minder landerijen bij. In de loop van de eeuwen heeft de familie bijgekocht. Ik heb daar op de oprichtingsvergadering van de vereniging van huurders al wat over gezegd. Je weet hoeveel we nu hebben.’
‘Ja, veel.’
‘Vanmorgen zat deze stapel papieren in een envelop bij de post. Ze komen van Buckingham Palace.’
‘Heb je daar kennissen?’
‘Grapjas. Nee, wij niet, maar iemand anders kennelijk wel. Alles moet voorlopig geheim blijven, maar jij mag het meeste al weten. Alle bladen zijn genummerd, er is zelfs een inhoud bij.’
‘Netjes. Maar dat mag je van haar verwachten. Ze schrijft nogal wat.’
‘Niet persoonlijk, een opperhoofd van één van haar bureaus, een lord.’
‘Je maakt er een potje van. Opperhoofd is Amerikaans, lord is Engels.’
‘Ze hoort het toch niet. Alhoewel, er schijnt hier een verklikker rond te lopen, ze weet te veel. Hij schrijft, alle bladen zijn in populair Engels, mocht u ingaan op het voorstel van Hare Majesteit, dan krijgt u de officiële op een nader door haar te bepalen datum op het paleis.’
‘Ze nodigt je uit? Een voorstel? En je mag dat afslaan? Dat doe je toch niet? Dat zou niet zo beleefd zijn.’
‘Één van mijn voorvaderen heeft dat bij een voorvader van haar gedaan, dus waarom ik niet.’
‘O ja? Nou, de tijden zijn veranderd. Het valt me mee dat je voorvader die weigering overleefd heeft. Het ging er toen iets anders aan toe dan nu. Zoals het inrijden van een meisje door de kasteelheer.’
‘Inrijden! Tja. Mijn voorvader heeft zich toen inderdaad bescheiden opgesteld en geweigerd, want die lord schrijft, door een omissie is het voorstel een paar eeuwen lang niet herhaald. Dus bij deze.’
‘Bij deze stapel papieren.’
‘Ja. Blad twee is het belangrijkst, de rest volgt daaruit, bij aanname van het voorstel. Er kan niets gewijzigd worden, gezien de tradities, al zijn veel zaken aangepast aan de tegenwoordige omstandigheden. Het is alles of niets. Goed. Ze wil me in de adelstand verheffen. Ze wil me graaf [Earl] maken.’ 
‘Terecht. Het brengt waarschijnlijk geen penny op, maar wel leuk.’
‘Vind je?’
‘Ja. Heeft ze een reden?’
‘Voor het eeuwenlang uitzonderlijk sociale gedrag tegenover een uitgebreide staf aan personeel, zonder aanzien des persoons. Zou dat inrijden daar ook onder vallen?’
‘Ze weet vast van dat vroegere gebruik. Verder. Voor het zorgvuldig beheren van de landerijen. En, sinds kort, uitzonderlijk sociale en onbaatzuchtig gedrag tegenover een heel dorp.’
‘Ze weet nogal wat. Het klopt wel.’
‘Uitzonderlijk betwijfel ik, er zullen vast meer goede landheren zijn. Maar zij kan het weten. En het lijkt onbaatzuchtig, maar het levert wel wat op.’
‘Een minimaal rendement is onbaatzuchtig. En persoonlijk schiet je er ook niets mee op.’
‘Financieel niet, maar het geeft natuurlijk wel een goed gevoel. Al kan ik alles natuurlijk alleen maar doen omdat ik daar door de familie toe in staat gesteld word.’
‘Juist, de familie die al eeuwenlang zich zo sociaal gedragen heeft. Cirkeltje rond.’
‘Ja, Tamara. Zal ik het doen?’
‘Waarom vraag je mij dat? Adel is boven mijn stand.’
‘Tot nu toe ook boven de mijne. Jij bent mijn troubleshooter. Ik zie misschien wat over het hoofd. Ik wil niet in de problemen komen, alles loopt nu goed.’
‘Tja. Simone ook een titel?’
‘De bijbehorende.’
‘Is de titel erfelijk?’
‘Ruimer dan erfelijk, hij is gebonden aan de functie van beheerder van het familiebedrijf van de Wellingtens. Als onze zoon of dochter niet willen zullen er voortaan zeker genoeg familieleden zijn die beheerder willen worden. Ze moeten natuurlijk afwachten tot wij er genoeg van hebben. Dan hier komen en Engels staatsburger worden.’
‘Zijn jullie dat?’
‘Ja, dat ben ik al begonnen te regelen zodra het zeker was dat we hier gingen wonen. Dat was altijd al familietraditie. Voor Simone is het trouwens haar derde nationaliteit. Anders had ik een ander voorstel gekregen, de benaming voor een niet Engelse graaf [Count], zonder verdere rechten of plichten.’  
‘Zitting in het Hogerhuis?’
‘Dat wordt nog uitgezocht. Er zijn daar wat veranderingen aan de gang die het wat lastig maken.’
‘Je hebt het al druk zat. Mark, je moet het doen. Je zit er persoonlijk vast niet om zitten te springen, je hebt al een titel, als gepromoveerd medicus. Maar de familie heeft er recht op, vind ik. En voor de omgeving. Het personeel in en om het huis is trots dat ze hier mogen werken. Ze krijgen nog meer aanzien als het bij een graaf zou zijn. En, om maar wat te noemen, in het dorp zouden ze het fijner vinden om in die mooie koets een graaf en een gravin te zien dan een meneer en een mevrouw. Je moet niet zo kortzichtig zijn als die voorvader. Bescheidenheid kan ook te ver gaan.’
‘Ja, daar weet ik alles van. Ik heb een personeelslid dat niet bedankt wil worden.’
‘Au. Ben je bij dat uitgebreide voorstel op nadelen gestuit? Of plichten, die je vervelend vindt?’
‘Nee, nadelig of vervelend is er niets.’
‘Doe het dan.’
‘We zullen erover nadenken. En, omdat het erfelijk zou zijn, moet ik de hele familie faxen, of ze bezwaren hebben.’
‘Vast niet. Wat is er voordelig of leuk aan?’
‘Ik mag de oude rechtspraak weer invoeren. De aanpassing is, partijen onderwerpen zich daar vrijwillig aan, en de uitspraak heeft geen rechtsgeldigheid. Alleen show dus.’
‘Nee, niet alleen. Je zou zittingen in het dorpshuis kunnen houden. Als je dat goed doet, en een verstandige uitspraak doet, houden de mensen zich er vast aan, vrijwillig. Ook al, omdat het ze tijd en onkosten bespaart als ze daarvoor niet naar de stad hoeven.’
‘Ik ben geen jurist.’
‘Dat hoeft ook niet. Je kan best een zaak goed onderzoeken of laten onderzoeken. Als je twijfelt, zeg je, uitspraak over veertien dagen. Dan heb je tijd om advies in te winnen. Moeilijke zaken kan je vast afwijzen. Zeker als er iets van buiten het gebied van de familie bij betrokken is.’
‘Je bent weer snel om iets op te zetten. Het lijkt wel of je er op gestudeerd hebt.’
‘Ik heb, net als jij, er genoeg van op TV gezien. Je zou het best redden.’
‘Dank je voor je vertrouwen. Verder krijg ik het recht om belasting te heffen. Met als aanpassing, niemand is verplicht om te betalen.’
‘Ik zou het maar niet doen, zelf voor de schijn niet. Anders heeft Simone misschien de reden waarop ze zit te wachten, om in haar blote kont door het dorp te gaan rijden.’
‘Lady Godiva, ik weet het. Gravin Simone laat haar blote kont en de rest al op het zonneterras zien. Er is nog niemand blind van geworden, en eventuele stijven verdwijnen onder een handdoek. Verder krijg ik het advies om het grote huis Wellingten Manor te noemen. Het recht had ik natuurlijk al.’
‘Dat zei ik toch maanden geleden al. Hoor je het ook eens van een ander, die er meer verstand van heeft. Ze heeft meer huisjes. Paleizen en zo.’
‘Ja, ja. Ik krijg het recht, om mijn grondgebied Wellingtenshire te noemen. Het zal dan aan de cartografische instanties doorgegeven worden, om dat op kaarten te vermelden.’
‘Leuk.’
‘Ja. Ik heb het leukst, tussen aanhalingstekens, voor het laatst bewaard.’
‘Ik vind het leukst, dat je graaf kan worden. Excuus, gravin, als ik u vergeet.’
‘Dat geeft niet. Ik geniet weer van jullie gesprek. Ga maar door.’
‘De stadsraad heeft er zich ook mee bemoeid. Waar is dat stuk? Ja. Het voorstel is mede tot stand gekomen door een aanvraag van de stadsraad. Op dat, mede, kom ik zo terug. De stadsraad verzoekt een titel voor de familie, waar die eigenlijk al lang recht op heeft, de huidige vertegenwoordiger daarvan in het bijzonder. Volgt uitleg, ook over het dorp. Verder, de stadsraad weet niet hoe ze ooit aan de grond in het dorp gekomen is, nadat het ophield een vrijplaats te zijn. Er is daar geen juridische grondslag daarvoor gevonden. De raad stelt voor, de grond in het dorp om niet over te dragen aan de familie Wellingten, zodat de grond in het dorp geen enclave binnen het eigendom van de familie meer vormt.’
‘Dan heb je écht het dorp gekocht, niet alleen de huurhuizen. Op een paar koophuizen na.’
‘Zou kan je dat zien, ja. De raad stelt verder voor, het beheer wat ze nu over het dorp voert, voort te zetten. Het betreft hoofdzakelijk de bevolkingsadministratie en het onderhoud van de wegen en de straatverlichting. De kosten daarvoor kunnen geïnd blijven worden via het rioolrecht en de waterkosten. Dat zou slim zijn, hè?’
‘Zeker, dan krijgen wij geen extra werk. Het zou voor niemand verschil uitmaken, behalve dat de grond dan van jou is.’
‘Goed. Tot slot, de stad stelt voor, het dorp om te dopen in Wellingten. Administratief is dat niet zo moeilijk, omdat de postcode hetzelfde kan blijven.’
‘Wellingten Manor, Wellingten, Wellingtenshire. Lux.’
‘Dat was het zo’n beetje. Hoe heeft de stadsraad dit kunnen regelen, zonder dat het uitgelekt is? Anders had je het vast gehoord en het ons verteld.’
‘Ze houden af en toe een geheime vergadering. Het is dan geen geheim, dat er een geheime vergadering is, alleen wat ze bespreken blijft geheim. Uiteindelijk moet er toch in het openbaar over gesproken worden. Zoals over de naamsverandering van het dorp. Daar was kennelijk een meerderheid voor. Maar als je het voorstel aanneemt en bij haar geweest bent moet er toch in het openbaar over gestemd worden. Tja, dan wil vast niemand haar op de tenen trappen en nee zeggen.’
‘Die stadsraad, hoe is die samengesteld?’
‘De zetelverdeling gaat naar het inwoneraantal van de stad, ons dorp en de andere dorpen die bij de stad horen. Wij hebben twee zetels. Om de vier jaar zijn er verkiezingen.’
‘Ken je die twee lui?’
‘Natuurlijk. Die hebben beslist ingestemd.’
‘Misschien de aanvraag ingediend?’
‘Misschien.’
‘Goed. Al die voorstellen zijn op meerdere bladzijden uitgewerkt, vandaar die stapel. Ik vatte ze simpel samen. Er zijn een paar bladzijden over de ontvangst op het paleis. Ik mag met een Rolls komen. Dat weten ze dus ook al. Simone en ik zullen niet de enigen zijn die in de adelstand verheven worden. Ze doet er meerdere op dezelfde dag. Daarbij mag, eigenlijk moet, ik verder maar één persoon meenemen. De hoffotograaf regelt video-opnamen, die krijgen we daarna thuisgestuurd. En mogelijk komt er iets van op TV.’
‘Mag die video dan in het dorpshuis vertoond worden?’
‘Natuurlijk, als alles dan Wellingten heet.’
‘En mag ik dat pak papier een keer mee naar huis? Dan kan ik stukjes voor in het krantje voorbereiden. Thomas houdt zijn mond wel, net als ik.’
‘Ja, prima. Die ene persoon, die ik mee moet nemen, moet als paladijn fungeren. Onder andere de papieren die ik van haar krijg van me aanpakken. Anders kan ik haar geen handje geven, na afloop. Zij krijgt ze natuurlijk ook aangereikt. Om te voorkomen dat ze de verkeerde riddert, krijgt die persoon een muts op, met een veer. Ik denk zoiets als Robin Hood gehad zou hebben. Als teken van die functie. De paladijn mag de muts houden, als aandenken.’
‘Moet je knielen en krijg je dan ergens mee een dreun op je schouder?’
‘Dat weet ik niet. Ze dreunt ook niet, natuurlijk. Slecht een koninklijke aanraking. Je ziet het wel.’
‘Ik ga natuurlijk naar de TV kijken, voor het geval dat. En later ook in het dorpshuis.’
‘Nee, eerder, in het echt.’
‘Wat echt?’
‘Jij paladijnt, of hoe dat heet.’
‘Ik? Ik mee? Mooi niet, ik zou die papieren van de zenuwen laten vallen. Zo dicht bij haar.’
‘Tamara, waar je aan begint moet je afmaken.’
‘Wat bedoel je?’
‘Ik kom terug op dat mede. Het voorstel is méde tot stand gekomen door een aanvraag van de stadsraad. Iemand anders moet dus de zaak op gang gebracht hebben. Op het idee om een titel voor ons te vragen kunnen er veel komen. De rechtspraak en belastingen mogen heffen horen bij die titel. Maar wat er verder bij zit, die naamsveranderingen, van het huis, het dorp, de shire, en de grondoverdracht terwijl de hele administratieve rompslomp bij de gemeente blijft, die aanvraag is me te compleet. Ik ken er maar één die dat verzonnen kan hebben. In één van je eerste krantjes schreef je al over Wellingten Manor en een titel. Je hebt ook al Wellingten Avenue en Wellingten Camping verzonnen. Heb je met de stadsraad gesproken?’
‘Nee. Wellingten Avenue heb ik niet verzonnen, dat kwam van de vereniging van huurders, nadat ik uit het bestuur gestapt ben.’
‘Heb je met die twee die namens het dorp in de stadsraad zitten gesproken?’
‘Als ik die in het dorpshuis zie praat ik wel eens met ze, sinds ik voor je werk. Daarvoor maakte ik me niet druk over het bestuur van het dorp.’
‘Tamara, alsjeblieft. Niet er omheen draaien, zo gaan we niet met elkaar om.’
‘Nou, jij belt ook wel eens. Dan is het voor mij makkelijker om ergens binnen te komen.’
‘Waarom vertel je het hele verhaal niet? Dan weten wij tenminste ook hoe zoiets werkt. We krijgen vast vragen van de kinderen. En van de rest van de familie. Het is geen schande wat je gedaan hebt. Ik zei verklikken, maar om zoiets te bereiken moet er natuurlijk iets verteld worden. En alles is juist, dus heb je het heel goed gedaan.’
‘Ik heb Haar een briefje geschreven, waarin ik speciale aandacht vroeg voor een aanvraag die van de stadsraad zou komen. Dan kon ze een eeuwenlang foutje goed maken. Nou, dat heeft ze toegegeven. Een omissie heet dat kennelijk in die kringen.’
‘Heb je de stadsraad ook een briefje gestuurd?’
‘Een briefje aan één van de twee dorpelingen die erin zitten gegeven.’
‘Met al die punten?’
‘Ja. Zo moeilijk om die te verzinnen was het niet. Voor mij.’
‘Daarom dachten Simone en ik al dat jij erachter zat. Ik zei al, het was te compleet. Daarom vinden we dat je mee moet, het resultaat van je aanzet zelf zien.’
‘Ik zou wel mee willen, als ik op de achtergrond kon blijven. Niet vlak voor haar neus.’
‘Stel je niet zo aan. Ze is, net als Simone, moeder en grootmoeder en beheerder. Meer niet.’
‘Jij kijkt daar, als voormalig Amerikaan, anders tegenaan dan wij hier. Simone zei, toen ik jullie trouwfoto zag, Mark is in staat om tegen de koningin, als die met een kroon op haar hoofd zit, te zeggen, hé, Liz, wat heb je een leuke versiering in je haar.’
‘Ik zal me inhouden. Tenzij ze wat uitlokt. We willen er nog even over denken, maar als het doorgaat moet ik het aanbod schriftelijk accepteren. Ik overleg natuurlijk met Simone. Ik zal dan ook jouw aandeel in alles beschrijven. Mogelijk kan Liz dan ook wat tegen jou zeggen, dat heb je verdiend.’
‘Dan ga ik helemaal niet mee. Ik zou flauwvallen.’
‘Dan gaat het hele feest niet door.’
‘Wat? Natuurlijk wel. Je kan om mij toch niet weigeren?’
‘Simone en ik hebben dat uitgebreid besproken. Dat gaan we wél doen. Je gaat mee, als paladijn, of het gaat niet door.’
‘Dat is geen voorstel of een mogelijkheid. Dat is regelrechte chantage.’
‘Ja.’
‘Toe nou. Ik wil niet.’
‘Tamara, we hebben het meeste met z’n drieën gedaan. Ik citeer een personeelslid, bescheidenheid kan ook te ver gaan.’
‘Je zet me klem.’
‘Ja, met je eigen woorden.’
‘Mag ik erover nadenken?’
‘Eigenlijk niet. Als we het accepteren verwachten we dat je meegaat, als paladijn. Wij gunnen je ook een titel, maar dat zit er natuurlijk niet in. Je weet hoe het gaat, hoge bomen vangen veel wind. We halen er het maximum uit als je daar bij ons bent. Tamara, je hebt het verdiend. Niet protesteren, we weten dat je het daarvoor niet gedaan hebt.’
‘Nee. Nou. Ik zou niet weten wat ik aanmoet.’
‘Ha, eindelijk een normale vrouwelijke opmerking. Er zijn een paar bladzijden bij over de kleding. Ik moet een jacquet aan. Simone helpt je bij het aanschaffen van je kleding, op onze kosten natuurlijk, dan kunnen jullie wat bij elkaar passends uitzoeken.’
‘Dan moet je natuurlijk een hoog decolleté hebben, Simone.’
‘Nee zeg. Misschien een pietsje hoger dan normaal, ik wil wel mezelf blijven. Ze gaat ook naar balletvoorstellingen, daar springen ze bijna bloot rond.’
‘Zoek dat samen maar uit. Jij nog iets, Tamara?’
‘Ach. Vijf stacaravans erbij, van de week. Twee nieuwbouwwoningen klaar. Verder gaat alles z’n gangetje.’
‘En bij het meertje?’
‘Ik kijk er een paar keer in de week, overdag. Als de schooljeugd vrij heeft vind ik het toch bijzonder, zo veel blote jeugd. Ze worden iets vrijer, ze lopen meer rond. Ik heb nog niet gezien dat ze aan elkaar zitten. Als er geen schooljeugd is liggen er vaak stellen. Sinds de handdoeken er zijn zijn ze ook vrijer, die zitten wel aan elkaar, die jongens zitten er ook niet mee om een half stijve te laten zien. Ook leuk. Ga maar eens kijken.’
‘Voorlopig maar niet. Nou, tot ziens maar weer. En bedankt, Tamara.’
‘Ja, goed. Tot ziens.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 28
Zie ook www.wellingten.co.uk

Verzorgd door Tamara.

De huurhuizen en de renovatie van de huurhuizen.
Geen nieuws.

De nieuwbouw.
Nummer negen en elf zijn nu bewoond.

De camping en het meertje.
Stacaravan zestien tot en met twintig arriveren deze week.
De reserveringen ervoor lopen goed. Ook die voor de tentplaatsen.

Overige onderwerpen.
Tja, er hangt wat in de lucht.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
E-mail     tamara@wellingten.co.uk
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week 41

Dinsdags belde John Tamara, of ze langs kon komen. Ze ging gelijk, zijn stem klonk raar. Hij en Maureen zaten in hun caravan aan tafel, ze ging er bij zitten.
‘Wat is er? Je klonk zo raar.’
‘Ik heb een brief gehad. Die werd met een Rolls gebracht. Ik, wij snappen het niet. Iets over proeftijd. Misschien staat het in verband met het plaatsen van de laatste caravan, gisteren. Ik weet niet of jij hem mag lezen. Ik wil je hem graag voorlezen, en je mening horen.’
‘Slim, hoor. Van Het Grote Huis?’
‘Ja, ondertekend door én meneer én mevrouw. Twee handtekeningen.’
‘Nogal officieel. Lees maar voor.’
‘Beste John. We zijn van mening dat je nogal hecht aan zekerheden in je leven. Niet alleen voor jezelf, ook voor Maureen en Crystal. Daarom zien wij, mede op grond van de berichten die we over je ontvangen hebben, af van onze rechten voor wat betreft ontslag op staande voet in de tweede maand van je proeftijd. Jij behoudt vanzelfsprekend jouw rechten. Met vriendelijke groeten.’
‘Ik moet ze nog leren om een goede brief te schrijven. Maar gefeliciteerd.’
‘Hoezo?’
‘Allereerst, er is geen verband met de laatste caravan. Tja, laat ik achteraan beginnen. Als ik het goed heb, heb je na je proeftijd een opzegtermijn van twee maanden, na een half jaar wordt dat drie, na een jaar vier en nog verder weg zes maanden. Correct?’
‘Ik weet alleen die twee maanden zeker, na de proeftijd wilde ik het nog eens lezen.’
‘Goed. Die opzegtermijn is van twee kanten. Of jij zegt op, of je wordt opgezegd, dan verdwijn je na twee maanden aan het eind van die maand. Dat snap je wel. Hoe deed je dat vroeger? Je bent een paar keer van baan veranderd.’
‘Dan zegde ik op en kreeg te horen wanneer ik weg kon. De volgende werkgevers vonden het goed om daarop te wachten, als ik dat tijdens een sollicitatiegesprek zei.’
‘Nou ja. Goed. Nu je proeftijd. Het was zo, dat jij op staande voet ontslag kon nemen, en zij je op staande voet konden ontslaan. Dan zou je niet aan het eind van de maand verdwijnen, maar zo spoedig mogelijk. Ja?’
‘Ja. Het was zo?’
Ja. Jij kan nog steeds op staande voet ontslag nemen, maar zij zien af van dat recht. Met andere woorden, zij kunnen je deze maand niet meer op staande voet ontslaan, je hebt nu al een opzegtermijn van twee maanden. Lees nu die brief nog maar eens.’
John snoot eerst zijn neus. Maureen veegde haar tranen weg. Nadat John de brief weer gelezen had, gaf hij hem aan Tamara. Die las hem en gaf hem terug.
‘Juist. Juridisch vast heel duidelijk. Er staat niets geheims in, maar officieel heb ik er natuurlijk niets mee te maken. Dat is tussen je werkgever en jou.’
‘Ik snap hem nu. Dank je wel. Snap je het, Maureen?’
‘Ja. Fijn.’
‘Nou, droog je tranen en geef me een bak koffie, ik ben achter de vorige weggerend.’
‘Zo’n haast had het nu ook weer niet.’
‘Dan had je de paniek uit je stem weg moeten laten. Ik ben heel blij dat jullie me gebeld hebben. Vooral blijven doen. En ik ben blij dat jullie mijn hulp ingeroepen hebben, voor iets op privé-gebied.’
‘Dat leek ons het beste. Jij weet zo veel.’
‘Ik doe hetzelfde als jullie, als ik iets niet weet hulp zoeken. Bijna dagelijks. Ik kan zelf geen huizen bouwen en ik heb nog nooit gekampeerd. Maar met goede hulp kan er veel. Hebben jullie wel eens gekampeerd?’
‘Nee.’
‘Nou, zie je wel. Met een beetje hulp van mij om op gang te komen doen jullie het prima. Nog vragen, privé of niet?’
‘Ja. Ik snapte het officiële gedeelte niet. De rest wel, alleen weet ik niet hoe ze daarbij komen. Zoals, we zijn van mening, dat je nogal hecht aan zekerheden in je leven.’
‘Tja. Ik houd meneer en mevrouw op de hoogte van de gang van zaken. Zij kunnen niet zo rondrennen zoals ik kan. En in hun bijzijn gedragen de mensen zich anders. Ik hoor veel, maar vertel niet alles door. Ik heb ze verteld dat je steeds erg zorgvuldig bent, waarschijnlijk bang wat fout te doen. Dat bedoelde ik als gunstig voorteken, John, dat je het hier wel zou redden. Verder heb ik daar niet zo over nagedacht, het zou wel goed komen. Maar zij vinden het kennelijk beter dat je je meer op je gemak gaat voelen. Daarom hebben ze je vast meer zekerheid willen geven.’
‘Onbegrijpelijk, dat een werkgever zich zo druk maakt om zijn personeel.’
‘Voor jou misschien. Maar wat heb je aan een werknemer die het niet naar zijn zin heeft en al gauw weer opstapt? Je kent er misschien zo één.’
John keek haar even verbaasd aan, begon toen te glimlachen.
‘Ja, ik ken er één. Die had al veel eerder van baan moeten veranderen. Maar waar ik nu terechtgekomen ben? En eh, mede op grond van de berichten die we over je ontvangen hebben?’
‘De meeste berichten zijn natuurlijk van mij. Ik leg eerst wat anders uit. Mijn man, Thomas, is ook aangenomen met een proeftijd van twee maanden. Hij volgde zijn vader op, daarom wist hij al heel veel van de taken van een butler. Iedereen wist dat hij het zou redden, ook al omdat het vanaf de eerste dag zonder problemen ging. Daarom heeft al gauw niemand meer aan die proeftijd gedacht. Maar bij jou zit het anders. Jij bent onbekend en je doet hier totaal wat anders dan je vroeger deed. Als jij het hier niet naar je zin hebt kan je vóór het eind van je proeftijd zo opstappen. Als je blijft moet meneer je vóór het eind van je proeftijd kunnen beoordelen. Thomas is meestal in het grote huis, die ziet hij bijna dagelijks. Maar jij zit te ver weg. Dus doet hij het voornamelijk op grond van berichten van mij, dat gaat niet anders. Ik zit in een wat rare positie, als troubleshooter, maar ik probeer er het beste van te maken, naar eer en geweten. Snap je?’
‘Ja. Jouw positie wordt me steeds duidelijker, maar nog niet helemaal.’
‘Dat kan ook niet, ik weet het zelf geeneens. Bij twijfel vraag ik het aan meneer. Ik ben er om klachten en vragen op te vangen. Het meeste regel ik zelf. Verder kijk ik rond, in het hele gebied van de Wellingtens. Ik heb over niemand iets te zeggen, maar als ik denk dat het ergens beter kan suggereer ik dat. Tot nu toe werkt dat, alles loopt soepel. Ik vertel meneer en mevrouw de grote gang van zaken, zij zijn de baas, en moeten weten wat er aan de hand is. En ik vertel, als ik denk dat het nuttig is, details. Zoals over jou. Je snapt toch wel, dat die berichten allemaal gunstig waren? Hoe je je inzet, zaken goed regelt, met goede ideeën? Die had je al voordat je begon. Zoals dat er, in verband met overlappingen, méér dan acht caravans nodig konden zijn. Ik heb je ideeën allemaal verteld, over de vuilnisbakken, de nummers op de plaatsen, de kampvuurplekken, enzovoort. En hoe jullie hier verder aan het werk zijn, omdat ik denk dat jullie het hier naar je zin hebben. Ik ben ook egoïstisch, ik wil jullie houden, jullie zijn zo aardig. John, je bent van af het begin ook wat voorzichtig tegen me geweest. Dat snapte ik wel, maar ik vond het niet prettig. Neem er nu alsjeblieft je gemak van. Vertel wat je wilt, vraag wat je wilt. Je hebt nog geen fout gemaakt. Dat mag je best, je bent nieuw op dit gebied.’
‘Ik zal het proberen.’
‘Goed. Praat er nog maar eens over met Maureen, laat het tot jullie doordringen. Meneer en mevrouw zijn erg tevreden met jullie.’
‘Omdat jij dat bent.’
‘Ik ben blij dat je het durft te zeggen. Ja, dat is zo. Daar hoef ik gelukkig geen woord over te liegen, want dat zou mevrouw in de gaten hebben. Zij heeft óók wat in je gezien, anders was je niet aangenomen. Zij heeft het zeer gewaardeerd dat je zo eerlijk was over de gezondheid van Maureen. Als je er omheen gedraaid had had ze het doorgehad. Ze had maar met haar hoofd hoeven schudden en ik had je gelijk naar de trein kunnen brengen. Ik zou niet geprotesteerd hebben, meneer ook niet, ze heeft veel mensenkennis.’
‘Heeft zij jou soms aangenomen?’
‘Ja, min of meer. Ze zag wat in me.’
‘Je lijkt nu wel hun personeelschef.’
‘Thomas is de personeelschef. Maar ik ben troubleshooter, ik lijk van alles.’
‘Ik heb het al eens gevraagd, ik kreeg toen geen antwoord, dat kwam nog wel. Ik word steeds nieuwsgieriger. Wat deed je hiervoor? Ik kan het nog steeds niet raden.’
‘Jullie hebben nu al een fijne dag, met jullie vaste baan. Ga er vandaag maar extra van genieten.’
‘Hè, Tamara, vertel het nou. Ik snap het ook niet.’
‘Ik zal je het antwoord geven, Maureen, maar geen uitleg. Die komt een andere keer, want dat is een heel verhaal, omdat jullie hier nog niet zo bekend zijn. Ik was een tevreden koekenbakker. Tot ziens.’

Donderdags ging Tamara weer een kijkje nemen op de camping. Het was een warme dag. John was in zijn tuintje bezig, zonder shirt, in een korte broek. Hij schrok, toen hij haar zag.
‘Hallo. Mag ik me zo kleden?’
‘Natuurlijk, voorzichtig figuur, wat denk je dat je gasten gaan doen? Minimum kleding hier is natuurlijk voor heren een zwembroek, voor dames een badpak of een bikini. Ik denk niet dat je topless zal zien. Laat ze dan maar, tenzij er geklaagd wordt.’
‘Moet ik er dan wat van zeggen?’
‘Je kan je er toch op voorbereiden? Mevrouw, bij dit meertje is de minimum kleding een badkostuum. Bij het meertje hiernaast niets. Voor iets er tussenin moet nog aangelegd worden.’
‘Hoe verzin je dat zo snel?’
‘Je moet proberen overal iets van te maken, dat klinkt leuker. Of wil je zeggen, hè, berg die tieten op. Overleg maar met Maureen. Misschien wil die het dan wel doen.’
‘Ja, merci. Tamara, ik wil zaterdag en zondag overdag naar ons oude huis. Ik heb de huur al telefonisch opgezegd, ik moet het nog wel schriftelijk bevestigen. Mag ik de garage om vervoer naar het station vragen? Zaterdagmorgen heen, zondagmiddag terug? Of zal ik een taxi bellen?’
‘Wat moet je gaan doen?’
‘Een auto met aanhanger lenen en de laatste spullen hiernaartoe brengen. Zondag het laatste daar schoonmaken en de sleutel aan de buren geven, die zorgen voor de rest.’
‘Zouden al jullie spullen in een Rolls passen?’
‘Een Rolls? Je kan een Rolls toch niet als verhuiswagen gebruiken?’
‘John, herinner je wat meneer over mij gezegd heeft? De beheerders worden verondersteld haar vragen te beantwoorden en haar suggesties uit te voeren. Ik suggereer niet iets wat ik niet waar kan maken.’
‘Ja, Tamara. Het zou er makkelijk inpassen.’
‘Mooi. Ik regel die met de meeste bagageruimte en vraag wie van de jongens er mee willen. Dan kunnen ze je een handje helpen, dan red je het vast zaterdag al. Als er niemand mee kan rijd ik zelf, maar er zullen er best voor een uitstapje te vinden zijn.’
‘Heel graag. Dank je wel. Ongelofelijk, hoe snel jij iets kan verzinnen.’
‘Daar wen je wel aan. Ik weet nu eenmaal veel van alles in de buurt. En ik mag veel. Goed. Waar is Maureen? Jij bent druk met je tuintje, ik zal je verder niet storen.’
‘Ik wil nog even dit stukje afmaken, dan ga ik naar haar toe. Ze is met Crystal bij het meertje, ze wil haar bloot laten zwemmen.’
‘Leuk, ik ga even kijken.’
Bij het meertje zag ze een paar stellen van rond de twintig. En Maureen, in haar blootje, in het meertje, aan de kant, tot haar middel in het water, met Crystal op schoot. Maureen schrok, en bloosde, toen ze Tamara zag. Die trok gelijk haar kleding uit en ging naast haar zitten.
‘Lekker, hè, zonder badpak?’
‘Ja. Tot nu toe hebben we hier alleen af en toe even gekeken, we waren druk met de komst van de caravans en de reserveringen. En John durfde nog niet. Maar het is nu zo’n lekker weer, ik wilde het proberen. Ik had eerst mijn badpak aangehouden, en was met Crystal aan het spelen, ze vindt het heerlijk. Toen kwam een meisje, van één van die stellen daar, naar me toe. Dat was even wennen, een blote meid zo vlak naast me. Met jou gaat het beter, ik ken je al wat langer. Ze zei, we vinden het leuk dat je je dochtertje aan het water laat wennen, in haar blootje. We praatten even over Crystal. Toen zei ze, het hoeft niet, hoor, maar jij kan ook rustig je badpak uittrekken. Probeer het in ieder geval een keer, er is nu toch bijna niemand. Ik zei, dank je wel. Ze liep weer weg. Toen heb ik het gelijk gedaan. Het moet even wennen. Ik bedoel, dat zand op mijn blote kont. Ze kunnen me van daaraf toch niet goed bekijken. Het is een heerlijk vrij gevoel.’
‘Mooi. Dat is het op het zonneterras ook. Zeg, John komt zo. Gaat hij meedoen?’
‘Ik weet het niet. O, daar is hij. Kom er bij, John.’
John trok zijn korte broek uit en kwam er in zwembroek bijzitten.
‘Trek je zwembroek toch uit. Wij zijn ook heerlijk bloot. Zo fijn, dat het hier kan.’
‘Dat gaat toch niet. Dat zie je.’
‘Je hoeft je voor je pikkie niet te schamen, Tamara weet al hoe zoiets eruit ziet. En zij durft ook alles te laten zien.’
‘Ja, ook daarom geen pikkie. Ik ga eerst even zwemmen.’
Hij liep tot zijn middel het water in, trok daar, met zijn rug naar hun toe, zijn zwembroek uit, gooide die op de kant en zwom weg.
‘Tja, dat dacht ik al. Nog steeds een probleempje.’
‘Probleempjé? Zo klein leek me dat niet, die bobbel in zijn zwembroek.’
‘O, nee, groot genoeg. Maar eh.’
‘Hij heeft een erectie, Maureen. Dat zal wel overgaan, in het water.’
‘Dat weet ik niet. Hij eh kan zo heel lang rondlopen.’
‘Fijn toch?’
‘Ja, maar hier gaat dat toch niet. Nou, hij komt terug.’
John bleef, tot ruim boven zijn middel in het water, een eindje van hun afstaan. Tamara besloot hem maar te helpen.
‘John, kom erbij zitten. Als je een stijve hebt, ik heb er meer gezien. En die stelletjes vast ook.’
John kwam er aarzelend bijzitten, aan de andere kant van Maureen dan waar Tamara zat.
‘Maureen zei, toen je het water inging, hij heeft een probleempje. Ik zei, zo klein leek me dat niet, die bobbel in zijn zwembroek. Je hebt een mooie grote. Nou, schrik niet zo. Meestal krimpen die in het water. Waarom de jouwe niet?’
‘Maureen ben ik wel gewend, natuurlijk. Maar het moet erg wennen, helemaal bloot zo buiten. Jij ook, zo vlakbij. En die andere stellen daar. Bovendien eh.’
‘Tamara, we hadden er vanmiddag zin in. We lagen net bloot op bed toen Crystal wakker werd, een half uur vroeger dan normaal. Toen ging het niet meer. Maar John is nu natuurlijk nogal eh opgeladen.’
‘Dan ontlaad je hem toch?’
‘Zou je ondertussen op Crystal willen passen?’
‘Als je alleen John wilt ontladen hoef je niet naar de caravan. Jullie zullen het voor een keer vast leuk vinden om het hier te doen.’
‘Tamara! Hier?’
‘Je zou niet de eerste zijn, hoor, die hier haar liefje verwende. Die handdoeken worden toch al veel gebruikt? Dat kan nu niet, laat John lekker in het water spuiten.’
‘O. Zou je willen, John?’
‘Ik barst bijna, ik denk dat ik de caravan geeneens zou halen. Laat Tamara maar vertellen, hoe.’
‘Hoe? Dat zal Maureen toch wel weten? Of doen jullie niets, als zij niet kan?’
‘Jawel. Ik bedoel, kan het, met die stelletjes daar?’
‘Die zijn ver genoeg weg. Geef Crystal maar aan mij. Hoi, lekkere bloterd. Maureen, een beetje draaien, met je rug naar die stelletjes. Benen wijd. John, ertussen, met je rug naar Maureen. Verder snappen jullie het wel. Als je niet hard kreunt valt het niet op.’
‘Bij die stelletjes waarschijnlijk niet. Maar eh waar ga jij zitten?’
‘John, van mij mag ze kijken. Of durf je dan niet?’
‘Als je niet gezegd had dat het mocht had ik mijn zwembroek aangehouden. Tja, ik wil geen spelbreker zijn, we willen hier vaker komen, eens moet de eerste keer zijn. Ik wilde eerst niet dichterbij komen, je wist dat ik een stijve had. Maar je hield me niet tegen.’
‘Natuurlijk niet. Ik zei, je hoeft je voor je pikkie niet te schamen, nou, voor je stijve ook niet. Tamara zei, je hebt een mooie grote. We kennen haar lang genoeg om te weten dat ze het meent.’
‘Jawel. Ik eh vind het wel fijn, dat zij hem het eerst ziet. Het is wennen, maar ik mag van haar ook alles zien.’
‘En?’
‘Eh jullie schelen niet veel. Mooi.’
‘Ik zal je niet plagen door te vragen om een betere beschrijving. Ik zou het heel mooi om je te zien spuiten, zó mannelijk. Durf je?‘
‘Alles? Hoe Maureen me eh verwent, tot ik kom?’
‘Tamara doet dat vast bij Thomas ook. Ik snap haar wel, John. Ze is nog niet zo lang getrouwd. Ze wil vast vergelijken, en kijken of ze nog wat kan leren. Hè, Tamara?’
‘Eigenlijk wel. Thomas en ik hebben tot een maand vóór ons trouwen nooit aan elkaar gezeten, elkaar ook niet bloot gezien, hooguit in badpak. Die laatste maand kon het wél. De eerste keer allebei helemaal bloot hebben we een hele tijd naar elkaar staan kijken. Thomas vertelde later, méér durfde hij toen niet. Ik had daarvoor wel pikkies, maar nog nooit een erectie gezien. Toen ik eindelijk mijn ogen van die mooie grote stijve paal af kon halen heb ik zijn handen gepakt en op mijn borsten gelegd. Hij spoot me gelijk onder, vijf of zes stralen. Vóórdat ik hem aanraakte. Straks verder, je staat nu vast helemáál op knappen, hè?’
‘Ja. Goed dan. Alsjeblieft, Maureen, laat me komen.’
Tamara keek glimlachend toe. Zodra Maureen hem beetpakte begon hij te hijgen, na een seconde of tien te kreunen. Tamara zich niet inhouden, toen ze de lozing van John in het water weg zag drijven.
‘Hé, Crystal, zie je dat? Daar gaat je broertje of zusje.’
John en Maureen grinnikten, Maureen bloosde ook.
‘Maureen, gok ik goed, als ik denk, dat jullie bezig zijn er één te maken? Of is er al één onderweg?’
‘Waarom denk je dat?’
‘Je bloosde.’
‘We waren erover aan het praten, toen John van de baan hier hoorde. We hebben toen gewacht. Maar omdat hij nu een vaste baan heeft kan er één komen. We zijn gelijk begonnen. Hopelijk wordt het een broertje voor Crystal.’
‘Hé, wacht even. John, je hád toch al een vaste baan? Of dacht je dat je er vóór het eind van je proeftijd uit zou vliegen, als het niet helemaal goed ging? Dat je geen tweede en derde kans zou krijgen? Nou, zo onvriendelijk zijn we hier niet.’
‘Dat wist ik niet. Ik kan er niet bij hoe jullie hier met elkaar omgaan. Zakelijk niet, die brief snapte ik toch ook niet? En qua omgangsvormen zo vrij. Maar het is kennelijk aanstekelijk. Ik heb je zelfs laten kijken.’
‘Ik heb jou ook laten kijken. Thomas vindt het ook het op één na fijnste, onder de douche, of buiten. Dan hoeft er niet op een handdoek gemikt te worden, hij kan het gewoon laten gaan, net als binnen in me. Hoe was het, onder water?’
‘Het eh spoot inderdaad heerlijk. Het lucht heerlijk op. Nu durf ik ook iets meer te kijken.’
‘Waarnaar?’
‘Naar jou. En die blote stellen.’
‘Ga je gang, geniet maar. Hoe vond je het, dat ik meekeek?’
‘Daar dacht ik niet aan, ik kwam bijna gelijk. Maar eh, je wilde vergelijken.’
‘Ik heb niet gezien dat Maureen het anders deed dan ik doe. Dat geeft niet, ik weet nu dat ik het zo slecht nog niet doe. Jij ook niet, je genoot duidelijk van je klaarkomen. En vier stralen is een aardige productie. Misschien ga ik daar later nog eens op in. Ik kom eerst nóg ergens op terug. Maureen, je zei, we zijn gelijk begonnen. Als je aan de pil was kan dat niet gelijk, dat zou wel erg toevallig zijn. Crystal is een maand of vijf, vertel me niet dat jullie sinds haar geboorte niet gevreeën hebben.’
‘Met eh condooms.’
‘O. Waarom niet de pil, als ik zo brutaal mag zijn?’
‘Daar ben ik een paar maanden voor ons trouwen mee begonnen. Maar ik kon er niet tegen.’
‘Al die tijd, behalve toen Crystal mocht komen, met condoom?’
‘Bijna. Toen ze mocht komen, een hij was ook goed geweest, was ik al de tweede maand daarna zwanger. Daarna kon het zonder tot vlak voor de bevalling. Daarna heb ik bijna drie maanden borstvoeding gegeven, maar voor de zekerheid zijn we na twee maanden weer mét gaan doen. Dat waren heerlijke maanden om te vrijen.’
‘Is het verschil groot?’
‘Dat valt wel mee, al doen we het steeds zo gauw mogelijk nadat ik niet meer ongesteld ben, of vlak ervoor, graag een paar keer zonder. Dat kan wel, het ging ook steeds goed. Die twee maanden voordat ik zwanger werd waren speciaal. Zijn Thomas en jij van plan om ooit aan kinderen te beginnen?’
‘Ja, ooit. Hoe speciaal?’
‘Het is een beetje eh wild. Ik dacht steeds, vooruit, John, spuit me vol, maak me zwanger.’
‘Wild? Heerlijk primitief. En heel mooi, dat je daar bewust bezig mee kan zijn. Heb je dat toen alleen gedacht, of ook tegen hem gezegd?’
‘Meestal alleen gedacht. Een paar keer, als ik wilde dat John wat woester werd, zei ik het. Dat hielp steeds, hè, John?’
‘Ja, dan probeerde ik je nog meer te geven. Ook nog eh dieper, al ging dat niet.’
‘Thomas vond het begin niet zo prettig, iets in me te spuiten wat ik niet op kon ruimen. Totdat ik hem duidelijk maakte zijn sperma graag te wilden hebben, door hem in mijn mond te laten komen. Daarna vond hij het heerlijk om me, zoals hij zei, iedere keer de volle laag te kunnen geven. Hij probeert ook altijd zo diep mogelijk te komen, al gaat hij er natuurlijk altijd helemaal in.’
‘Die volle laag is nu vast geen vijf of zes stralen meer.’
‘Jawel, maar daar vertel ik misschien een andere keer over. Die negen maanden waren natuurlijk ook speciaal, afgezien van het lekker bloot kunnen vrijen.’
‘Ja, een kindje, wat in je buik groeit. Dat gevoel is niet uit te leggen. Je komt er hopelijk ooit achter.’
‘Ja. Hoelang zijn jullie getrouwd?’
‘Ruim vier jaar.’
‘Vier jaar? Verschrikkelijk. Ik bedoel, bijna al die tijd een condoom moeten gebruiken. Waar ben je onder behandeling geweest?’
‘Onder behandeling? Bij de huisarts.’
‘Sorry dat ik doordram. Om de pil te vragen?’
‘Ja. Waarom vraag je dat allemaal?’
‘Vertrouw me maar. Hoeveel verschillende pillen heb je geprobeerd?’
‘Drie.’
‘Wanneer ben je voor het laatst onderzocht?’
‘Onderzocht? Vanaf dat ik wist dat ik in verwachting was heb ik alle onderzoeken gehad die bij een zwangerschap horen.’
‘En onderzoeken in verband met je verdere gezondheid?’
‘Ze hadden na mijn geboorte niet gelijk in de gaten dat er iets niet helemaal goed was. Dat snap ik, zolang ik normaal beweeg is er niets aan de hand. De huisarts zei, je hebt niet zo’n grote longcapaciteit. Doe maar rustig aan. Ik weet, dat toen ik naar school ging, ik bij de gymles niet mee kon komen. Ik moest een briefje van de dokter halen. Daar stond weer hetzelfde op. Bij het begin van de middelbare school weer. Ik weet niet hoe goed hij me onderzocht heeft. Twijfel je daar soms aan?’
‘Ja, daar twijfel ik zéker aan. Maureen, John, ik wil jullie geen hoop geven. Maar haal zekerheid. Ga hier naar de huisarts. Vertelt, dat ik je gestuurd heb, voor een spoedbehandeling. Dat doet hij vast. Je vertelt je verhaal, van je gezondheid en dat je niet tegen de pil kon. Hij stuurt je vast onmiddellijk naar het ziekenhuis in de stad voor onderzoek. Wat er over je gezondheid uitkomt weet ik niet, ik ben geen arts, ook geen specialist. Over de pil, er zijn er méér dan drie. En we zijn weer vier jaar verder, ze worden nog steeds verbeterd. Als het nodig is maken ze er één speciaal voor jou. Nogmaals, ik wil jullie geen hoop geven. Maar haal zekerheid.’
‘We zullen erover nadenken.’
‘Nádenken? Helemáál niet. Maak me niet giftiger dan ik al ben, over die kwakzalver van een huisarts. Ik suggereer nu niets, Maureen, ik geef je een opdracht. Je gaat morgenochtend naar de huisarts, halverwege de Hoofdstraat, aan deze kant. Dat kan je lopend. Bel me wanneer je naar een specialist moet. Ik rijd je, ik wil ook in de buurt zijn voor het geval ze moeilijkheden maken. Dat verwacht ik niet, maar je weet maar nooit. Als je niet tevreden bent over een onderzoek, of iets niet snapt, vertel je het me. Als ík het niet kan regelen haal ik meneer erbij. Die koopt, als het nodig is, een ziekenhuis voor je. Heb ik ook weer wat te doen. Nee, dat was een grapje. Ik bedoel, je moet alle onderzoeken krijgen die je nodig hebt. En een beetje gauw. Als je langer dan veertien dagen op een afspraak moet wachten laat ik meneer bellen. Gesnapt?’
‘Ja, Tamara. Maar meneer gaat toch geen ziekenhuis voor me kopen?’
‘Als het voor jouw gezondheid nodig is wel.’
‘Ik ben geeneens bij hem in dienst.’
‘Indirect wel. Hoe beter het met jou gaat, hoe beter John kan werken. Dat is zakelijk gezien. Verder weet je al, dat hij het dorp niet voor het profijt gekocht heeft, enzovoort, maar om gelukkige mensen in zijn buurt te hebben.’
‘Ja, maar een ziekenhuis is misschien duurder dan een dorp met oude huizen.’
‘Ik weet ongeveer wat het gekost heeft. Ik zou uit kunnen zoeken wat een ziekenhuis kost, dat kan hij vast ook betalen. Als we het niet willen houden kunnen we het een beetje opknappen en weer verkopen. Ik zei al, heb ik ook weer wat te doen. Maar maak je niet zo druk, meid, het zal vast niet nodig zijn. Je wordt toch alleen wat eerder moe dan anderen?’
‘Ja.’
‘En je vrijt vaak niet zo lekker als anderen?’
‘Dat weet ik niet. Ik ben helemaal niet zo slecht af als anderen.’
‘Nee, dat klopt. Maar er is heel misschien iets aan te doen. Dat je jezelf in de gaten moet houden om vermoeidheid te voorkomen, dat is het ergste niet. Maar om die lekkere grote van John in te moeten pakken? Bah, wat een toestand. Misschien valt het mee, ik weet het niet, ik kan tegen de pil. De eerste al, ik heb nergens last van, kom er ook niet van aan en val er niet van af. Ik vind condooms zo onnatuurlijk. Als het absoluut niet zonder kan zal het wel moeten. Maar in jullie geval ben ik er niet van overtuigd. Ik hoop zo, dat ze een pil voor je kunnen vinden waar je wél tegen kan.’
‘Dat zou heel fijn zijn.’
‘Ik ga het proberen, met condoom, ik wil het verschil weten. Één of een paar keer wat minder genieten kan wel. Hebben jullie er een paar voor me?’
‘Ja, als we straks terug gaan krijg je ze.’
‘Ik weet van niets, zijn ze er in verschillende maten?’
‘Ja, net als kleding, small, medium, large, extra large, groter weet ik niet. En in kleuren.’
‘Kleuren? Als ik moest kiezen nam ik vleeskleurig.’
‘Ja, die hebben wíj ook. John is large. Is Thomas groter of kleiner? Als je het vertellen wilt?’
‘Wat dacht je, nadat ik jullie zo bezig gezien heb? Ongeveer hetzelfde. Nou, fijn dat ik nu officieel weet dat Thomas een grotere heeft dan gemiddeld. Ik heb een keer een hele lange gezien, minstens extra large. Vind jij het nog steeds zo’n mooi gezicht, zo’n paal?’
‘Ja. Soms eh.’
‘Moet je hem in je mond nemen, hè?’
‘Ja.’
‘Ik heb uit betrouwbare bron dat doorslikken geen kwaad kan. Thomas vindt het het op één na lekkerst.’
‘O. Dat stelt me gerust.’
‘Als je wat wilt vragen, Maureen, al ben je veel langer getrouwd dan ik, als ik het niet weet kan ik er achter komen. Ik kan niet alles over mijn bronnen vertellen, maar meneer is chirurg geweest. Wat hij niet weet kan hij makkelijk aan de weet komen, hij kan iedere specialist zo bellen. Daarom zou hij jou ook makkelijk kunnen helpen om de goede onderzoeken voor elkaar te krijgen.’
‘Chirurg? Dat wist ik niet.’
‘Je zal nog achter meer dingen komen. Mevrouw was verpleegkundige. En ze komt uit Nederland, daarom is ze niet preuts. Zeg, John, lig je lekker?’
‘Ja, heerlijk. Tegen mijn heerlijk vrouwtje, een borst tegen ieder oor. En lekker leeg.’
‘Ja, natuurlijk. Zeg, ik wil graag van de gelegenheid gebruik maken om nog eens te vergelijken. Ik zal je het daarna uitleggen. Ik wil niet aan je pikkie, maar mag ik even aan je ballen voelen?’
‘O. Ja. Ik vertrouw je, omdat je Maureen wilt helpen.’
‘Jou ook.’
Tamara schoof wat dichterbij en voelde onder water aan zijn ballen.
‘Dank je wel. Ik leg het uit. Thomas heeft grotere. Je ziet het niet, maar het is duidelijk voelbaar.’
‘Maakt dat iets uit?’
‘Ja, nogal. Misschien weten jullie het nog van school, oppervlakte is een kwadraat, eigenlijk een macht van twee. De inhoud van een bol is een derde macht. Dus als een bal iets groter is gaat er veel meer in. Kan er veel meer uitkomen. En het zijn er twee. Thomas spuit per keer meestal zes flinke stralen. Die eerste keer ook. Daar zou ik meer over vertellen. We stonden onder de douche, omdat Thomas had gezegd, als we elkaar voor het eerst bloot zien kan ik niet garanderen dat ik niet overloop. Dat kwam ook uit, ik zei het al. Vijf of zes stralen. Die laatste maand voor we trouwden deden we wat jullie net ook deden bijna iedere dag een keer. In onze huwelijksnacht vrijden we twee keer, vóór we in slaap vielen. We waren daar allebei blij mee, op twee keer per dag hadden we eigenlijk gerekend. De volgende morgen begonnen we natuurlijk gelijk weer. Voor de lunch weer. Voor het avondeten zei hij, ik heb weer een gevoel of ik vol zit. Zullen we? Natuurlijk. ‘s Avonds in bed weer twee keer. Vijf keer die dag. En iedere keer spoot hij vijf of zes keer. De volgende dag hebben we zes keer gevrijd. Heerlijk.’
‘Ja, natuurlijk. Je bedoelt, zes keer geprobeerd. Dat hebben wij toen ook gedaan. Maar de laatste paar keer kwam er bij John niet mee.’
‘Bij Thomas wel. We snapten het allebei niet. Hij had daarvoor altijd één, soms twee keer in de week een natte droom. De laatste maand voor ons trouwen verwende ik hem hooguit één keer per dag. En onmiddellijk na ons trouwen kon hij zo vaak en kwam er zo veel. En het bleef zo, blijft zo, al komen we niet iedere dag aan zes keer toe. Inmiddels zijn we erachter dat hij grotere ballen heeft dan normaal. Die kennelijk pas goed op gang kwamen toen er méér dan één keer per dag wat nodig was. En toen dag en nacht aan de gang bleven, of er vraag naar zaadjes was of niet. Als we het nu niet vlak voor het slapen doen krijgt hij soms een natte droom. We zijn het al gauw gaan doen als we wakker worden, dan heeft hij overdag minder problemen. Als hij kan komt hij thuis lunchen en gaan we even naar bed. Als hij niet komt lunchen maak ik ‘s avonds het eten wel klaar, maar zet het nog niet op. Ik wil hiermee niet opscheppen, hoor. Drie, hooguit vier keer op een dag schijnt al veel te zijn. Niets aan te doen. Maar toen ik hoorde dat jullie er niet zo veel van kunnen genieten als misschien zou kunnen, tja, toen wilde ik wat doen. Helpen, als het mogelijk is.’
‘Ja, dank je wel. Wil jij dat ook, zes keer op een dag?’
‘Ja, ik vind het heerlijk. Vooral omdat ik voel en merk dat Thomas zo van dat spuiten geniet. Als hij komt, kom ik daardoor ook.’
‘Mag ik wat vertellen, John?’
‘Alles wat je wilt. Ik heb een beetje hoop, Maureen. Omdat het minste of geringste wat de dokters voor je zouden kunnen doen het fijner voor ons zouden maken. Het is heel goed mogelijk dat je nooit goed genoeg onderzocht bent. En er wordt ieder jaar méér mogelijk. En anders, we zijn al veel gelukkiger dan eerder, hè?’
‘Ja, John. Heel veel.’
Maureen grinnikte even.
‘Had je nooit gedacht, hè, je stijve aan een andere vrouw laten zien. En extra opgehitst door haar gleuf klaarkomen in de openlucht bij twee blote vrouwen. En door allebei aan je ballen gezeten worden.’
‘Nee. Het is goed dat ik leeg was en een kleintje had toen Tamara er aan kwam. Anders was ik vast gekomen. Of had je niet aan mijn ballen willen komen als ik een stijve had gehad?’
‘Jawel. Maar het ging me niet om je stijve, anders had ik daar wel om gevraagd. Ik wilde weten of je geen erg kleine ballen had. Maar volgens mij ben je normaal. Je kan dat vier keer spuiten vast een keer of drie, vier per dag. Je hoeft het niet te vertellen, hoor.’
‘We zijn blij met drie keer op een dag. En meestal komt het daar alleen in een weekend van.’
‘Fijn.’
‘Zeg, Maureen, zullen we van plek wisselen? En dan eh. Daar geniet ik ook van. Kan dat, Tamara?’
‘Ja, dat kan best. En het is wel zo eerlijk.’
Ze keek weer glimlachend toe, met een tevreden Crystal op schoot. Maureen ging tussen de benen van John zitten, hij streelde eerst haar borsten en ging toen met één hand onder water. Maureen kreunde zachtjes toen ze klaar kwam.
‘Hè, lekker. Het doet je wat, in de buitenlucht, hè? Ik voel een stijve tegen mijn rug.’
‘Ja, dat is snel. Maar er zou nu amper wat uitkomen, zo snel weer, met mijn normale ballen.’
Ze grinnikten.
‘John, als jullie hier zouden komen om lekker bloot te zonnen, en je zou allemaal blote meiden om je heen zien, zou je dat redden?’
‘Ik ben bang van niet. Zelfs in het water hield ik een stijve omdat ik jou bloot zag.’
‘Dan heb ik een tip voor je. Zorg, dat vlak voordat je hierheen komt je op één of andere manier geloosd hebt. Als je dan ook niet te veel rondkijkt red je het vast een tijd.’
‘Dat zou best kunnen. Nu komt het van Maureen verwennen, denk ik. Ze hijgt zo opwindend.’
‘Nou, het is nogal wat, gevingerd te worden met een toeschouwer naast je. Al vergat ik dat op het eind ook. Zeg, hoe kon je moeilijkheden vermoeden, alleen omdat ik zei, we zijn gelijk begonnen?’
‘Ik kan goed luisteren. Dat komt door mijn vroegere werk, Maureen.’
‘Koekenbakker?’
‘Ja. Ik heb méér gedaan, maar koekenbakker klinkt zo leuk, niet?’
‘Ja, maar we snappen het niet. Ik bak ook wel eens koekjes.’
‘Goed zo. Maar jullie hebben ook nu weer genoeg om te overdenken. Andere keer.’
‘Goed. Het wordt ook tijd om Crystal af te drogen, voor ze te koud wordt. Ik ben blij dat ze al tevreden is als ze met haar voetjes in het water kan spartelen.’
‘Misschien alleen al omdat ze hier in haar blootje mee mag doen. Ze is de jongste die ik hier gezien heb.’
‘John en ik begrijpen het eigenlijk niet, dat het met die van een jaar of dertien zo goed gaat.’
‘Leuk, hè? Waarom vertel ik ook later wel. Dat valt onder de uitleg van het dorp.’
Ze droogden zich af, Tamara leende de badhanddoek van Maureen even, en kleedden zich aan, John met zijn rug naar de stelletjes. Crystal spartelde tegen en trok een pruillipje toen ze een luierbroekje om kreeg.
‘Zie je wel, je dochter wil in haar blootje.’
‘Zou ik dat bij de caravan kunnen doen?’
‘Jij niet, Crystal wel.’
‘Ja, dat bedoel ik, grapjas.’
‘Ik ben een keer met mijn ouders in Brighton geweest. Ik moest de zee gezien hebben en de pier. De meeste kleintjes onder ongeveer drie jaar waren in hun blootje. Daarboven in een broekje, de meisjes soms in bikini. Die bikini’s vond ik zo’n onzin, voor meisjes zonder borstjes, ze hebben alleen maar last van het bovenstukje.’
Ze zwaaiden de stelletjes gedag. Ze zwaaiden terug, één meisje stak haar duim omhoog.
‘Zag je dat, Tamara? Hetzelfde meisje dat me kwam vertellen dat ik me ook uit kon kleden stak nu haar duim omhoog.’
Tamara grinnikte.
‘Ze hebben niet kunnen zien wat jullie deden, maar ze zullen het vast geraden hebben.’
‘O.’
‘En ze zijn zo aardig geweest om jullie niet te storen. Kijk, ze gaan nu naar het water. Zie je, die jongens krijgen een stijve, ze steken al recht vooruit.’
‘Ja, mooi. Omdat ze daar gewoon mee durven lopen vind ik het niet erg dat ze het geraden hebben.’
‘Laten we even kijken wat ze gaan doen. Dat vinden ze vast ook niet erg, anders hadden ze wel gewacht tot we uit zicht waren. Oh, inderdaad, zie je?’
Nadat de twee stelletjes een meter het water in waren gelopen knielden de meisjes voor de jongens. Ze konden even later zien dat eerst de ene jongen, daarna de andere, met een boog in het water spoot. Daarna liepen de stelletjes het water in totdat dat boven hun middel kwam. Ze omhelsden en kusten.
‘Laten we doorlopen. Nou, je kan je voorstellen wat daar onderwater gebeurt. Lekker tegen elkaar aanwrijven, met die kleine pikkies kan het toch geen kwaad. Toen Thomas een jaar of vijftien was zag hij ook zoiets, nog méér zelfs. Een stelletje van een jaar of twintig, bloot in het bos. Hij was diep onder de indruk van de grote stijve van die jongen en dat het meisje die liet spuiten. Daarna gingen ze liggen en zat die jongen met zijn vingers in het haar tussen de benen van dat meisje. Thomas moet dichterbij geweest zijn dan wij net, wij zagen alleen donkere plekken bij die meiden. Die jongen was haar natuurlijk aan het vingeren. Thomas was ook onder de indruk toen die jongen weer een stijve kreeg, die tegen dat haar van dat meisje drukte en hem pompend helemaal bij haar naar binnen duwde. Daarna ging die jongen op het meisje liggen en wippen. Thomas werd de nacht daarna wakker met een grotere stijve dan hij ooit gehad had en een erge aandrang. Hij moest gewoon lozen en spoot toen voor het eerst in zijn leven. Hij heeft me dat toen niet verteld, we praatten niet over seks. We hebben tot die maand voor ons trouwen alleen gekust. Tja. Ik denk, dat die stelletjes nog niet echt gevreeën hebben, anders waren ze nu vast op de kant bezig geweest. Oh, ik weet wie het zijn.’
‘Herken je die pikkies? Die halve stijve?’
‘Maureen toch. Nee, ik ken veel mensen, maar weinig pikkies. Dat zijn de stellen die op de Wellingten Avenue tweeënnegentig en vierennegentig gaan wonen. Ze gaan trouwen als die huizen klaar zijn.’
‘Je kan toch niet precies uit je hoofd weten wie waar komt wonen?’
‘Nee, ik heb met ze gepraat. Allebei die stellen hadden als voorkeur opgegeven, aan de kant van de landerijen, voor het uitzicht, en naast dat andere stel, aan weerszijden van een dubbele oprit. We wilden weten waarom ze niet in één twee-onder-één-kap wilden, dus we hebben ze laten komen. Nee, ze deden de laatste jaren veel samen, ze wilden dichtbij elkaar gaan wonen, maar niet te. Als ze in één twee-onder-één-kap gingen zouden de achtertuinen aan elkaar grenzen, dat was te dicht op elkaars lip. Twee opritten ertussen was beter. En dezelfde afstand tussen de voordeuren, dan hoefden ze niet om te lopen. Als ze dat konden krijgen hadden ze geen haast. We hebben ze gelijk bijna helemaal aan het eind van de Avenue gepland. Zesennegentig is het laatste huis, het hoekhuis. En achtennegentig is hier.’
‘Ja. We zagen dus vier maagden spelen.’
‘Die meisjes vast wel, die jongens weet ik niet. Dat vertel ik ook later wel, dat valt ook onder de uitleg van het dorp.’
Bij de caravan kreeg Tamara vier condooms.
‘Nou, ik weet niet of Thomas het zo vaak wil proberen. Ik hoop ook niet dat het nodig is.’
‘Nu kan ik jóu wat leren, denk ik. Gebruik er eerst één op een bezemsteel, om te oefenen hoe je hem af moet rollen. Je moet ruim een centimeter bovenaan vrij houden, daar moet het in terechtkomen. O, doe maar twee, voor die grote productie.’
Ze grinnikten.
‘Dank je wel. Maureen, morgen naar de dokter, hè?’
‘Ja, ik zal het doen.’
‘Wacht. Ik bel hem morgenochtend op en leg vast wat uit. Dan maakt hij meer tijd voor je vrij. Ik bel je hoe laat je dan kan komen. Nog wat, wat leuks. Hij zal vragen hoe het je hier bevalt. Dat interesseert hem niet zo heel veel, hij wil zijn verhaal kwijt. Wat jij ook zegt, daarna zegt hij, het is een fijn dorp, fijne mensen. Goed gezond, alleen zijn er nogal wat meisjes erg onregelmatig. Die geef ik dan de pil, daarmee kunnen ze het precies regelen, binnen grenzen. Dan zeg jij natuurlijk, dan kunnen ze ook niet zwanger worden. Dan zegt hij, nee, maar die bijwerking nemen ze graag voor lief. En dan lacht hij keihard.’
John en Maureen grinnikten.
‘Nou, toch leuk verzonnen?’
‘Ja. Tot mijn trouwen dacht ik dat de meeste in het dorp maagd bleven tot hun trouwen, maar ik twijfel daar steeds meer aan. Nou, tot ziens.’


‘Thomas, ik heb van een meisje gehoord, dat ze niet tegen de pil kan. Ik heb haar geadviseerd om naar de dokter te gaan, want de laatste keer dat ze het probeerde was vier jaar geleden. Er zijn nu meer, andere, betere pillen, er is er vast wel één bij waar ze wél tegen kan.’
‘Ja, goed advies. O. Heeft ze condooms gebruikt?’
‘Ja, zielig, hè?’
‘Ik denk het wel. Wíj hebben het gelukkig nooit hoeven doen. Lekker met mijn blote stijve in je warme gleuf.’
‘Nee, wacht even. Zou je het verschil willen weten?’
‘Ik weet niet aan wie ik dat zou moeten vragen. Er werd wel gepraat over jongens die het al deden, en dan soms condooms moesten gebruiken, maar niet over het verschil. Ik weet ook geen namen.’
‘Dat hoeft ook niet. En dan zou het nog van horen zeggen zijn. Ik heb er een paar gekregen. Zullen we het een keer proberen?’
‘Ja, goed. Als het niet lekker is is het geen ramp, dan doen we het zo gauw mogelijk daarna weer, hè? Mmmm, lekker bloot.’
‘Wacht nou even. Ik heb een keer op een bezemsteel geoefend, omdat we allebei niet weten hoe je zo’n ding om moet doen. Dat ging niet helemaal goed, maar nu weet ik hoe het moet. Als je op je rug gaat liggen, doe ik je er één om.’
‘Niet eerst een keer zonder?’
‘Nee, dan blijven we het misschien uitstellen.’
‘Goed. Kleed me maar aan.’
Na het omdoen liet ze zich op hem zakken, ze was toch in de buurt, ze was wijdbeens over hem gaan zitten.
‘Oh, heerlijk weer. Je bent wel wat gladder.’
‘Het streelde iets minder dan anders. En ik dacht dat het ietsje langer duurder voor mijn stijve zo lekker warm van je werd. Blijf je zitten?’
‘Nee, ik kom liggen, dan omrollen. Ik wil af en toe wel boven, maar ik voel beter dat je komt als jij boven ligt. Bij iedere keer spuiten je hard tegen me aandrukt.’
‘Ja, heerlijk. Gelukkig hoeft er niets over je borsten.’
‘Nee, streel maar lekker. En begin je aanloop maar.’
Na afloop bleef hij op haar liggen.
‘En nu?’
‘O. Er is me alleen verteld dat ik hem bij het omdoen af moest rollen, en ruimte over moest laten voor je sperma. Kom maar naast me, als je stijve kleiner wordt is hij er vast makkelijk af te halen.’
Dat klopte.
‘Ik heb gehoord, meestal is het nog geen kubieke centimeter. Maar dit zijn er wel twee, denk ik. Zeg, als ik het nooit zonder gedaan had had ik het waarschijnlijk een lekkere beurt gevonden. Je streelde me niet zo lekker als anders, maar omdat je weer zo duidelijk klaar kwam, je zes keer tegen me aandrukte en kreunde, kwam ik toch.’
‘Ja, maar niet zo heftig. Bloot vind ik ook lekkerder strelen, maar ja, wat langer en jouw masseren laten me toch wel komen. Je weet, in het begin vond ik het niet prettig, iets in je te spuiten wat je niet op kon ruimen. Tot je me duidelijk maakte dat je mijn sperma graag wilde hebben. Daarna vond ik het heerlijk, je iedere keer zo veel te geven. Nu miste ik dat, na afloop zou het in de vuilnisbak verdwijnen. En we waren niet zo dicht mogelijk bij elkaar, er zat iets tussen. Wat je zei, als ik niet beter zou weten zou ik niet klagen. Straks weer lekker bloot?’
‘Ja, al spuit je maar een beetje. Ik weet nu genoeg. Dank je wel voor het meewerken aan dit experiment.’
Hij grinnikte.
‘Dat zo dicht mogelijk bij elkaar willen zijn gaat, denk ik, pas spelen bij een vaste partner. Daarvóór kan ik me voorstellen, dat jongens, als ze bij het scharrelen de keus krijgen tussen niet of met condoom, dat ze mét kiezen. Het is lekkerder dan met de hand of in een mondje te lozen.’
‘Thomas, we gaan ooit aan kinderen beginnen, hè?’
‘Ja, maar zullen we het daar een andere keer over hebben? Niet tussen een matige en een goede beurt in?’
‘Wordt het een goede?’
‘Vast. Kunnen denken, niets tussen ons, je krijgt al het sperma wat ik eruit kan krijgen.’
‘Het schijnt het fijnst te zijn als je de bedoeling hebt om een kindje te maken. Heerlijk primitief. Kunnen denken, door deze lading maak ik haar misschien zwanger. Dan wordt je sperma niet weggegooid, krijg ik het niet alleen, wordt het samen met een eitje van me een kindje.’
‘Zeg, weet je dat allemaal van dat meisje dat niet tegen de pil kan? Heb je daar ook die condooms van?’
‘Laten we zeggen, ik hoor en zie als troubleshooter veel.’
‘Goed. Vertel je Simone en Mark dat je zulke problemen ook tegenkomt en probeert op te lossen?’
‘Normaal gesproken zou ik het tussendoor vertellen, als komisch, wat ik al niet meemaak. Maar dit moet ik vertellen, omdat ik misschien de hulp, de invloed van Mark nodig heb, om dat meisje te helpen. Het is iemand van het personeel.’
‘Ja, goed. Ik weet dat je niet meer vertelt dan nodig is. Je lijkt Simone wel, omdat je achter zo’n geheim gekomen bent.’
‘Ik kon altijd al goed luisteren, maar van haar heb ik opgestoken dat je vragen moet stellen als je iets niet snapt. Daardoor weet ik nu tenminste het verschil, niet van horen zeggen.’
‘Niet uit de eerste hand, uit je eigen gleuf.’
‘Thomas! Ja, door jouw grote productieve stijve. Zeg, er zijn voor condooms dezelfde maten als voor kleding. Small, medium, large, extra large, misschien nog groter. Deze zijn large, dus je hebt officieel een grote. Ik denk dat Dave extra large of nog groter nodig zou hebben.’
‘Of heeft.’
‘Vast niet, Renee was een liefhebster van blote stijven, die lange mag vast altijd bloot naar binnen. Mark mocht er ook zonder condoom in, ze vond hem een nette heer. Omdat hij haar netjes behandelde. Hij is nog steeds een nette heer. En hij spuit nog steeds, heel netjes, minstens drie keer drie keer. Niks bij jou vergeleken natuurlijk, ik ben hartstikke blij met je afwijking. Laat me nog eens voelen. Oh, alweer op de helft?’
‘Ja, al dat gepraat over sperma. Zullen we er een hele lange beurt van maken?’
‘Graag. Hoe?’
‘Nu al naar binnen, heerlijk lang strelen met mijn blote.’
‘Laat me even aan je ballen voelen. Ja, geweldig. Kom gauw. Erin, bedoel ik. Ja, ik voel net iets. Eentje van een jaar of vijftien?’
‘Ja, toen ik erachter kwam dat ik ook kon spuiten. Toen ik je dat vertelde, zei je, dat als je het geweten had me wel had willen helpen. Op het balkon laatst vond ik ook leuk. Zullen we een keer laat naar het meertje gaan? Ik wil de visjes wel eens voeren.’
‘En in de open lucht op het gras vrijen?’
‘Dan mag jij kiezen wat eerst, want dan spuit ik het meest. Zullen we gras op het balkon laten leggen? Dan kan het daar ook. En weer met zo’n grote boog naar beneden in de tuin spuiten.’
‘Nu eerst bij mij. Je stijve is al twintig. Laat me eens beter voelen.’
Ze gingen door tot en met die op de juiste leeftijd was en hij niet zo lang daarna zijn inmiddels aangemaakte voorraad loosde.


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 29
Zie ook www.wellingten.co.uk

Verzorgd door Tamara.

De huurhuizen en de renovatie van de huurhuizen.
Geen nieuws.

De nieuwbouw.
Nummer dertien en vijftien zijn nu bewoond.

De camping en het meertje.
De laatste stacaravan staat op z’n plek, is aangesloten, gecontroleerd en ingericht.
Zoals eerder medegedeeld begint volgende week de verhuur, er zijn al veel reserveringen.
Maar eerst, de opening.

Meneer en/of mevrouw Wellingten zullen vrijdagmorgen om tien uur de Wellingten Camping officieel openen.

Toeschouwers welkom. Maar willen die hun auto’s op de hoek van de Wellingten Avenue achterlaten, naast de rijplaten? Natuurlijk ruimte voor de toegangsweg naar de camping vrijlaten.

Overige onderwerpen.
Wat er in de lucht hangt? Tja, iets plezierigs voor een paar mensen, waar het hele dorp van mee mag genieten. Nee, niet de zoveelste bruiloft sinds er elke week twee huizen in het dorp bijkomen.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
E-mail     tamara@wellingten.co.uk
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *


Vrijdagmiddag ging Tamara bij Mark en Simone langs.
‘Als ik zo brutaal mag zijn, jullie hebben je weer geweldig gedragen. Heel vriendelijk en stijlvol. Iedereen heeft genoten.’
‘Dank je wel. Het zag er schitterend uit, al die caravans op dat mooie terrein. De stalmeester had gelijk, het ging precies, met een tweeasser met één paard ervoor. Ik heb achterom gekeken, weinig sporen, hè?’
‘Ja, dat komt vanzelf weer goed. Nu wat belangrijkers. Jullie hebben mij als troubleshooter aangesteld, om jullie zo veel mogelijk vragen en klachten te besparen. Ik ben méér gaan doen, niet omdat ik daarnaar zocht, maar omdat dat zo uitkwam. Ik ben pas ergens toevallig achtergekomen wat denk ik ook niet van een troubleshooter verwacht wordt. Ik moet iets vertellen over de gezondheid van een personeelslid.’
‘Die aanloop was niet nodig, we vertrouwen je oordeel dat het nodig is erover te vertellen. Normaal is dat natuurlijk een privé-aangelegenheid.’
‘Ja, dit is op het randje. Het is niet helemaal een personeelslid. Het gaat om Maureen.’
‘Officieel is ze inderdaad geen personeelslid, maar ze werkt wel met John mee. We willen haar graag als personeelslid behandelen. We weten van Johns sollicitatiegesprek dat Maureen een minder dan normale longcapaciteit heeft. John vertelde dat toen eerlijk. Vertel maar wat je nodig vindt, halve dokter.’
‘Nou. Ja, John had dat niet hoeven vertellen, maar hij is erg eerlijk. Dat zijn ze allebei, ze geven mij overal antwoord op. Al ben ik zelfs geen halve dokter. Het werkte nu ook weer, Simone, iets van jezelf vertellen en dan weer gewoon doorvragen.’
‘Was daar aanleiding voor? Ho! Ik heb niets gezegd. Ik wil niets uitlokken. Vertel wat je kwijt wilt.’
‘Bij haar zwangerschap heeft ze alle onderzoeken gehad die er nodig waren. Denkt ze. In ieder geval, alles is zonder problemen gegaan en Crystal is gezond. Maar voor haar longen is ze alleen onderzocht door haar huisarts. Vanaf dat haar ouders er achter kwamen dat ze soms niet mee kon komen. Hij heeft haar nooit doorgestuurd, haar hele leven lang niet. Dat vertrouw ik niet. Ik heb geeneens wat gesuggereerd, ik heb haar opdracht gegeven om hier naar de huisarts te gaan. Ik heb er wel bijgezegd dat ik ze geen hoop kon geven dat er iets aan te doen was, maar ze moesten zekerheid halen. Dat was donderdag. Ik heb vrijdagmorgen de dokter gebeld om een afspraak voor haar te regelen. Ik heb de dokter ook verteld waarom. Ik had me tegen Maureen en John nog ingehouden, maar de dokter werd gelijk net zo giftig als ik op die vermoedelijke kwakzalver van een huisarts. Ze kon gelijk komen. Een half uur na haar afspraak belde de dokter me. Hij hoorde me niets over zijn patiënten te vertellen, maar ik wist toch al wat. Hij was nog steeds giftig. Aan longcapaciteit op zich was niet veel te doen, maar ze moest minstens een keer onderzocht worden. En tegenwoordig waren er medicijnen om te zorgen dat er meer zuurstof opgenomen kon worden. Hij had daar over gelezen, maar er zich niet in verdiept, daar zijn longartsen voor. Hij had voor volgende week een afspraak in het ziekenhuis in de stad voor haar gemaakt, bij een longarts. Om te beginnen, want ze moet helemaal goed nagekeken worden. Hij had haar uitgehoord over de onderzoeken rond haar bevalling, die vond hij ook minimaal. Hij gaat haar in de gaten houden, ze heeft beter verdiend.’
‘Goed gedaan.’
‘Nog geen kwartier later belde Maureen me. Ze had John net alles verteld. Een heel aardige dokter, al zat hij tussendoor te grommen. Hij had haar longen beluisterd, op zich klonk het goed, had hij gezegd, geen reden voor ongerustheid. Hij had haar uitgehoord, wilde weten wat voor dokters er aan haar lijf gezeten hadden. Hij had over de telefoon een afspraak in het ziekenhuis in de stad gemaakt. Spoed. Maandag al. Ik heb die zielenrust nog een keer benadrukt, ze moesten zekerheid krijgen, naar de laatste stand van de medische mogelijkheden. En dat grommen doet de dokter altijd als hij niet op slag en stoot een patiënt kan genezen.’
‘Zullen ze toch niet bezorg zijn?’
‘Een beetje, vast niet meer. Anders hadden ze er vast zelf eerder wat aan gedaan. Maar Maureen klaagt niet, ze is beter af dan anderen, zegt ze. Ik heb aangeboden om haar naar het ziekenhuis te brengen. Ik wil ook graag bij haar in de buurt blijven, bij alle onderzoeken die ze gaat krijgen. Ze is te goedgelovig, ik wil niet dat ze haar ergens afschepen. Ik weet dat ik voor hulp op de dokter kan rekenen. Ik reken ook op de jouwe, Mark, je kennis en je invloed, als het nodig is. Ik heb Maureen verteld dat je zonodig een ziekenhuis voor haar koopt.’
‘Minstens.’
‘Dank je wel. Dat zal ik haar vertellen, dat geloofde ze ook niet.’
‘Vertel haar maar niet te veel. Alleen wat nodig is om hun zorgen te verminderen. Afgezien van haar gezondheid zijn het er niet veel, hè?’
‘Niet meer dan iedereen heeft, sinds van jullie kant de proeftijd van John voorbij is. Wat een stunt, zeg.’
‘Een stunt?’
‘Ja, Mark, als je nog eens wat weet, zo’n juridisch correcte brief schrijven aan een boekhouder. Ik geef je niet gauw op je kop, ik heb het, geloof ik, ook nog nooit gedaan, maar had je geen normale taal kunnen gebruiken?’
‘Het moest een beetje officieel.’
‘Een beetje? Ze snapten er niets van, John belde me, half in paniek. Ik ben er gelijk heengegaan. Iets over proeftijd. Of het misschien te maken had met dat de laatste caravan gekomen was. Ik heb maar niet gevraagd of hij bang was dat hij kon vertrekken. Wel gezegd, dat hij niet bij het eerste foutje op staande voet ontslagen zou worden, minstens een tweede kans en een derde zou krijgen. En dat hij nog niets fout gedaan had, integendeel. Toen een proeftijd uitgelegd, en dat die wat jullie betreft over was, dat hij dus een vast contract had. Tja, traantjes. Hoe kwamen jullie er bij, om die brief te sturen?’
‘Idee van Simone. Door wat jij over hem vertelde. Aan de ene kant, dat hij zo voorzichtig was, aan de andere kant, dat hij alles zo goed deed. Simone en ik hebben ook over de proeftijd van Thomas gepraat. Dat we al gauw vergaten dat hij die had. Hebben jullie het er wel eens over gehad?’
‘Nee, nooit. We hadden het druk genoeg met andere dingen. Ik heb dat ook tegen John en Maureen gezegd. Dat het met Thomas anders gegaan is, omdat hij al heel veel wist en bekend was.’
‘Ja. Het leek ons goed, om John ook te laten vergeten dat hij een proeftijd had. Jij bent er van overtuigd, dat het goed blijft gaan, anders, ach, wat is twee maanden. Is hij er blij mee?’
‘Ja, Maureen ook. Ze eh nee. Sorry, geheimpje. Misschien horen jullie het later. Toen ze het snapten wilde ik gelijk mijn baantje nog eens uitleggen, daar snappen ze niet veel van. Ik vroeg John de brief nog eens te lezen. Toen vroeg hij natuurlijk hoe jullie zo veel van hem wisten, daar had hij in de paniek overheen gelezen. Tja, wordt er door een Rolls een brief gebracht met twee handtekeningen eronder, slimmerds. Ze weten nu wat meer over mijn werk. John zei, jouw positie wordt me steeds duidelijker, maar nog niet helemaal. Ik zei, dat kan ook niet, ik weet het zelf geeneens. Bij twijfel vraag ik het aan meneer.’
‘O ja?’
‘Ja, natuurlijk. O. Grapje?’
‘Ja, natuurlijk. We zijn zo blij met je. Als je iets vraagt doe je dat altijd op een bijzondere manier. Ik weet zo gauw geen voorbeeld, wel hoe dat komt. Als je hier komt vertel je de grote gang van zaken, met details als je ze nodig vindt. Dan schiet je te binnen dat je wat wilt vragen en zeg je gewoon wat bij je opkomt. Je denkt van tevoren niet zo over een vraag na, het één volgt uit het ander.’
‘Ja, zoiets. Ik hoef ook niet vaak wat te vragen, omdat jullie me steeds vertellen waarom jullie iets willen, hoe jullie er over denken. Zodat ik al gauw wist dat de nieuwbouw wat lux mocht zijn. Dan ga ik niet vragen of er een vlaggenstandaard op mag. O. Mag ik voor alle huizen een vlag kopen?’
Ze grinnikten alle drie.
‘Ja, dat kwam zo bij me op. Anders krijgen we er niet zo veel te zien, verschillende maten, verkleurde en zo. Niet dat dat erg is, maar op die mooie Avenue zou dat niet zo netjes staan.’
‘Doe maar. Ook voor de oude huizen, per zeshonderd krijg je ze misschien bijna voor niets. Laat ze maar overhandigen als ze hun nieuwe huizen betrekken of hun oude na de renovatie. Extra feestelijk tintje. We hebben net de afrekening van de eerste twee-onder-één-kap gezien. Ik wil hem nog bestuderen, maar per woning komt het op nogal wat minder dan die ene ton waar we op rekenden.’
‘Fijn.’
‘Fijn? Dat komt door jouw kortingen.’
‘En de grond was voor niets.’
‘Nee, niet proberen de eer af te schuiven, bij die geschatte ton zat de grond ook niet bij.’
‘Goed. Doordat er zesennegentig gelijk gebouwd mochten worden.’
‘Ja, dat scheelt natuurlijk, per honderd krijg je overal korting. Maar niet minimaal twintig tot maximaal vijftig procent. Ontkennen helpt niet, het staat op de rekeningen, dat heb ik al wel gezien.’
‘Oude truc, eerst de prijs verhogen, dan korting geven.’
‘Tamara!’
‘Nou, ik hoef geen eer. Ik geniet overal vreselijk van. En mijn dorpsgenoten krijgen het beter. Ik zei laatst tegen John en Maureen, ik werk eigenlijk niet alleen voor meneer, ook voor mijn dorpsgenoten. Ik vraag me wel eens af, voor wie het meest.’
‘We weten dat je zo werkt. De verhouding maakt ons niet uit. Het is een ideale combinatie. Juist daardoor doe je het zo goed.’
‘Nou, scheid uit, anders ga ik janken.’
‘Goed, gaan we een andere keer verder.’
‘Waarom?’
‘Omdat ik ongeveer weet wat iedere beheerder doet. Omdat het me dwars zit dat je geen hoger salaris wilt. We begrijpen je wel, maar toch. Simone snapt je beter dan ik. Die zegt, sinds ik met je getrouwd ben word ik nergens financieel voor beloond. Nee, niet voor haar verzorging van mij, voor het kinderen krijgen, voor het opvoeden daarvan, en wat ze hier, bijna onopgemerkt, voor goeds doet. Tja, vrouwen vinden het een goede beloning als dat allemaal goed gaat, voor zover ik dat snap. En zo vaak ze willen een goede beurt, natuurlijk.’
‘Mark!’
‘Mannen willen voor hun werk beloond worden. Mijn beloning hier is ook niet financieel, ik moet het dus ook uit dezelfde dingen als Simone halen, genieten van het moois om ons heen. En gelukkig van zoveel beurten als ik wil, Simone wil toevallig net zo vaak.’
‘Nou, Mark!’
Tamara grinnikte.
‘Thomas is erg tevreden met zijn werk en met zijn salaris. Daarmee kunnen we alles doen wat we willen. Het zou niet zo opvallen als ik wat meer kreeg, omdat ik minder uren maak blijft het dan nog onder dat van hem. Maar ik wil niet meer, hetzelfde vind ik heel fijn. En we willen allebei ook hetzelfde aantal beurten. Thomas zegt wel eens, het lijkt wel of ik je constant gebruik om te lozen, maar als ik je zie wil ik je in mijn armen hebben, je strelen, overal, en heel dicht bij je zijn. Tja, dan komt de rest vanzelf, als ík niet begin, begint híj. Hij vond het, toen hij ooit dat stelletje in het bos bespiedde, opmerkelijk, dat het meisje kennelijk zo graag die stijve helemaal bij haar naar binnen wilde hebben. Hij had lijdzaam gedrag verwacht, zoals bij dieren, maar ze duwde een paar keer haar buik omhoog, naar die jongen toe. Thomas vindt het heel fijn dat ik het ook zo graag en vaak wil, en meewerk om hem zo lekker mogelijk te laten komen. Als ik niet kan gaan we onder andere meestal één keer per dag onder de douche, daar maakt het niet uit waar het terechtkomt. Tegen me aan, zoals de eerste keer, of hij rijdt tegen me op, met zijn stijve tussen mijn benen. Als het ‘s avonds buiten nog lekker is gaan we op het balkon. We hebben in de tuin het terras op laten knappen, om gezellig op te kunnen zitten. In ons blootje, als we willen, niemand die het ziet. In de rest van de tuin hebben we langzaam groeiend gras laten leggen. Ik heb geen zin om in mijn eentje wat in de tuin te doen, ik ben liever onder de mensen. Figuurlijk, letterlijk vaak onder Thomas. Op het balkon laat ik hem dan de tuin in spuiten, het gras schijnt er tegen te kunnen. Tja, ik ben niet lijdzaam, als ik Thomas zie wil ik ook dat hij me vasthoudt, enzovoorts. Als ik niet kan wil ik hem verwennen, met mijn handen of mijn mond, het is zo mooi om hem te zien genieten als hij komt. Ik kom zelf ook heerlijk, nog steeds vaak net iets anders. Eerder of later, meer of minder heftig. Dus zeg ik hem vaak dat hij me niet gebruikt om te lozen, maar me verwent, met zo dicht bij me te zijn. Dat ik erg blij ben dat hij zo vaak een stijve kan krijgen en me mee laat genieten van zijn grote productie, hoe dan ook. We hebben het vreselijk goed, financieel en seksueel kan het niet op.’
‘Dat had je niet gedacht, hè, voor je trouwen?’
‘Nee. Thomas en ik waren heel tevreden. Nadat we met experimenteren begonnen was het maar goed dat we snel konden trouwen. Niet wat Thomas betreft, die had het nog een tijd uit kunnen houden. Hij had genoeg aan naar me te kijken en me te strelen, en gestreeld te worden tot hij loosde. Ik wilde al gauw niet zo vaak intiem gestreeld worden, dan kreeg ik problemen, dan wilde ik hem naar binnen. Goed. Het ging over beloning voor werk. We hebben ook extra’s. Zoals op het zonneterras mogen komen. John wilde zaterdag en zondag overdag naar zijn oude huis, om de laatste spullen op te halen en er voor het laatst schoon te maken. Hij vroeg, of hij van en naar het station gebracht kon worden of dat hij een taxi moest bellen.’
‘Ja, hij kan zijn huis nu opzeggen. Maar je had vast een beter plan.’
‘Ja, met een grote Rolls en een paar man zaterdag alles regelen. Hij schrok van het idee om een Rolls als verhuiswagen te gebruiken. Ik heb hem nog maar eens verteld, dat van hem verwacht wordt dat hij mijn suggesties uitvoert. Hij zei braaf, ja, Tamara. Ik heb hem verteld, dat als er niemand mee kon ik zelf zou rijden, maar er waren meer liefhebbers dan dat er in een Rolls passen. Eh, ik heb niet getwijfeld of het mocht, dus jullie niets gevraagd. Maar omdat ik het toevallig van tevoren vertel is het nog ongedaan te maken.’
‘Jouw manier van wel of niet vragen blijft bijzonder. Natuurlijk mag het, jouw manier is veel efficiënter. Een Rolls als verhuiswagen, waarom niet. De familie heeft in Boston ook een Rolls staan, daar hebben we over verteld, Simone reed daarin. Ze vertelde een keer dat ze nooit met een jongen op de achterbank van een auto had gelegen. Achterin de Rolls zou het makkelijk kunnen. We zijn een keer naar de kust gereden. Er is een stuk waar ‘s avonds nét voor het donker stelletjes naar toe komen. Om vanuit de auto naar de mooi gekleurde wolken, omdat de zon dan heel laag staat, te kijken. Onder het scharrelen door. Als het helemaal donker is gaan ze vaak op de achterbank wat doen. Dat hebben wij ook gedaan. Simone was verrast, ze had verwacht hooguit kleding los te kunnen maken, niets uit te kunnen doen. Maar in die Rolls kon je een ondoorzichtige wand tussen de voorbank en achter omhoog doen en achterin zaten gordijntjes. Sinds die tijd weet ze dat een Rolls overal voor te gebruiken is. Ook om helemaal bloot in te kunnen vrijen tussen andere auto’s in.’
‘Zolang je maar niet te hard kreunt. Ik ga naar huis, het eten voorbereiden. Ik zet nog niets op, ik heb zin om zodra Thomas thuis komt een duetje te gaan kreunen. Tot ziens.’


 Week 42

‘Ik blijf niet zo lang, ik wil naar de camping, erbij zijn als de eerste gasten komen. Het wordt druk, vijftien caravans en twintig tentplaatsen.’
‘Heel mooi voor een eerste week.’
‘Ja, volgende week nog iets meer. Verder weet ik het niet, ik ga dat niets steeds vragen, dat lijkt te veel op controle. John gaat me iedere week een overzichtje sturen, zodat ik kan kijken hoe er geadverteerd moet worden. Als er een week veel leeg blijft mag ik wel een last-minute aanbieding doen, hè, voor nog goedkoper?’
‘Natuurlijk. Waar je al niet aan denkt.’
‘Ach, dat kwam zo bij me op, bij vliegreizen doen ze dat ook. Goed. Nu het mooiste. Ik heb net Maureen uit het ziekenhuis thuisgebracht. Het heeft bijna drie uur geduurd. We begonnen natuurlijk bij de longarts. Die zei, vertel je verhaal maar, voor het laatst, het gaat nu op papier, er wordt een dossier over je aangelegd. Een kopie gaat naar je huisarts. Je vorige had bijna niets, dus willen we je helemaal nakijken. Akkoord? Maureen knikte. Ze vroeg, hoe weet u dat, van mijn vorige huisarts? Hij zei, dat heeft je huidige huisarts uitgezocht. Toen zei hij, je treft het. We beginnen vandaag met een experiment. Normaal had je hierna een afspraak moeten maken voor het volgende onderzoek, enzovoort, enzovoort. Ben je maanden bezig. We hebben het nu omgedraaid. We zetten in iedere onderzoekkamer die we hebben een patiënt. Dan gaan de doctoren rondjes lopen. En we hebben verrijdbare apparatuur, waarmee we bij allemaal langsgaan. Dat duurt een paar uur. Daarna moet het bloed nog onderzocht worden en de röntgenfoto’s bekeken worden en nog overleg gepleegd worden tussen de doctoren, dus de totale uitslag komt na een paar dagen, maximaal een week. Had je al gebeld, Mark?’
‘Voor informatie, naar een chirurg in dat ziekenhuis, vakgenoten onder elkaar. Maar het werd een heel gesprek, omdat hij niet snapte hoe een Amerikaanse chirurg hier grootgrondbezitter met veel personeel kon worden. Uiteindelijk wilde hij natuurlijk weten over wie ik belde. Ik heb hem het zielige geval uitgelegd. En gevraagd of de onderzoeken snel achterelkaar gedaan konden worden. Als gunst voor een collega, en om dat meisje zo gauw mogelijk zekerheid te geven. Dat heeft hij kennelijk voor elkaar gekregen.’
‘Ja, dank je wel. Maar ik weet niet of zijn verhaal helemaal klopte, of er wel meer patiënten zo behandeld werden, of dat het alleen voor Maureen was. Maar goed. Hij zei, in plaats van voor ieder onderzoek hier te moeten komen en je aan- en uit te moeten kleden is het nu het makkelijkst, als je de komende uren alleen een broekje aanhoudt. Dat moet natuurlijk soms ook uit, maar dan kunnen we opschieten. Akkoord? Maureen zei, goed, maar mag mijn vriendin erbij blijven? Anders voel ik me zo alleen, zo lang in mijn blootje, met steeds andere mensen in de buurt en aan me. Dat mocht, als ik niet in de weg liep. Nou, toen begon het circus. De één na de ander kwam aan haar lijf friemelen. Een paar keer moest haar broekje naar beneden, voor een uroloog en een gynicoloog. Om de vijf minuten keek ze naar me, dan knikte en glimlachte ik. Ze kreeg ook een ogentest en een orentest. Een paar keer moesten we naar niet verrijdbare apparatuur. Een röntgenapparaat voor longfoto’s, een mamagrafieapparaat, om te kijken of ze knobbeltjes in haar borsten had. Ze is twee keer door een scanner gegaan, en lang aan een longcontroleapparaat gezeten. Ze moest in een buis ademen en hijgen en er ermee op een fiets fietsen tot ze bekaf was. Met constant controle van haar bloeddruk, temperatuur en hartslag. Haar hele huid is door een dermatoloog bevoeld en bekeken. Misschien ben ik nog wat vergeten. Wat een circus. Het leek me aardig volledig.’
‘Mooi. De huisarts zal het wel controleren, op z’n gemak.’
‘Ik ga hem niet bellen, ik loop hem wel een keer tegen het lijf. Het fijne was, al die dokters zeiden steeds, ziet er goed uit, mevrouwtje. We hebben een paar keer koffie en broodjes gekregen. Na afloop bij de longarts weer. Die keek een stapel papieren door. Zei toen, we moeten nog op de uitslag van diverse onderzoeken wachten voor een volledige uitslag. Maar geen van de doctoren, behalve ik, denkt dat er iets abnormaals met je aan de hand is. Als die dat nú al durven zeggen zit het wel goed. Maureen, als ik dat zeggen mag, je bent zeer gezond voor een vrouw met een kind. Er zijn geen vooruitziebare problemen om er méér te krijgen. Enige foutje, je longetjes. Nee, dat is niet juist, die zijn niet fout, gewoon gezond. Alleen wat aan de kleine kant, ja. Hoe gaat het met je, en wat denk je er nu van? Maureen zei, er is in die paar uur meer aan me gefriemeld dan door al mijn verkeringen vóór mijn trouwen. Mijn man komt niet overal, die heeft niet uitgebreid in mijn achterwerk gekeken. Meestal ben ik blij als ik mijn kleren uit mag trekken, nu was ik blij dat ik ze weer aan mocht, bleven ze tenminste van me af. Maar ik heb het overleefd. Alleen mijn longen aan de kleine kant? Echt niet meer? Nee, zei hij, als er enige verdenking geweest was hadden we op de volledige uitslag gewacht. Die krijg je toch, maar daar hoef je je geen zorgen over te maken. Over je longen ook niet. Ik schat je capaciteit op tachtig procent, maar ik kan er iets naast zitten. Ze zei, ik maakte me al geen zorgen, ik kan er mee leven, een hoop mensen zijn slechter af. Maar mijn vriendin stond erop dat ik me liet onderzoeken. Terecht, zei hij, maar ik ga niet in op het verleden. Maureen, zei hij, er is nu, simpel gezegd, een pilletje voor. In te nemen op het moment dat je denkt, nu kalm aan gaan doen. Maximaal twee per dag, méér zal ook niet nodig zijn, tenzij je aan de marathon mee wilt doen. Je hoeft het dan niet meer kalm aan te doen, je kan dan net zoveel als anderen. Maureen had al tranen in haar ogen, ik kreeg ze ook. Ze vroeg, wat is dat voor pilletje? Hij zei, het is eigenlijk geen pilletje, het is een inhaler, zo’n snuifding wat sommige astmapatiënten ook gebruiken. Alleen zit er voor jou wat anders in. Ze zijn er nu één in de apotheek van het ziekenhuis voor je aan het maken, die krijg je zo meteen mee. Na de volledige uitslag krijg je het recept thuisgestuurd en kan je bij je eigen apotheek terecht. Het zal verder wel een halfjaarlijkse controle bij je huisarts worden. Die moet je ook onmiddellijk bellen als je bijverschijnselen krijgt. Die verwacht ik niet, je moet normaal kunnen gaan leven. Dus, als je een hele dag gewerkt hebt en daar normaal moe van bent, niets innemen. Maar als je in de loop van de dag denkt, nu een beetje op de rem, dan één snuifje en gas geven. Ik weet niet hoe we bij de auto gekomen zijn, ik heb Maureen moeten sturen, die zag niets van de tranen. Ik maar net genoeg. Na een kwartier waren we weer een beetje bij, ze kreeg weer wat praatjes. Ik ben nog teruggegaan om haar snuifapparaatje op te halen, dat hadden we vergeten mee te nemen. Pas daarna kon ik haar thuisbrengen.’
‘Fijn, dat je bij haar gebleven bent. En dat er medicijnen voor haar zijn. Snap je de manier van innemen? Geen vast aantal per dag, alleen als het nodig is?’
‘Om niet onnodig veel te gebruiken, hè?’
‘Ja, iets te weinig is beter dan iets te veel. Dat nodig is niet het juiste woord, ze kan zonder, dat heeft ze lang genoeg, te lang, bewezen. Maar mét, ik denk maar één keer per dag, het werkt vast uren lang, kan ze doen wat ze wil, behalve de marathon.’
‘Dat zou heel fijn zijn.’
‘Dat wordt het ook. Misschien wordt, aan de hand van het juiste percentage capaciteit, het medicijn nog iets voor haar aangepast. Ze zal, als ze het recept thuis krijgt, ook zien of ze het eerste op mag maken of niet. Ik verwacht van wel, veel verschil zal er niet zijn.’
‘Dank je wel. Vooral voor je bellen. Ik ga nu gauw naar ze toe, om te kijken of ze ondanks de blijdschap de gasten goed kunnen ontvangen. Tot ziens weer.’



De volgende morgen trof Tamara Maureen en John in hun caravan.
‘Ik heb je gisteren geeneens bedankt.’
Maureen omhelsde en kuste haar. Daarna deed John hetzelfde, een beetje schuchter.
‘Ik ben er stiekem vandoorgegaan. Ik kwam alleen kijken of jullie niet te veel in een feeststemming waren om de gasten te ontvangen. Jullie redden het prima, het ging heel vlot.’
‘Ik had tegen John gezegd, ik krijg medicijnen, die gaan helpen. Vanavond de rest. Heb ik het goed begrepen, kunnen we doorgaan voor een kindje en daarna gewoon naar de huisarts voor de pil?’
‘Ja, die laat je net zo lang pillen proberen tot je er één vindt waar je tegen kan.’
‘Fijn. Tamara, ik ben een beetje stout geweest, gisterenavond.’
‘Dat mocht je best, je had wat te vieren.’
‘Dat hebben we op een bijzondere manier gedaan. Als ik bij het vrijen bovenop lig haal ik amper het eind. Ik was zo nieuwsgierig, ik heb vóór het vrijen een half snuifje genomen. Ik haalde het met gemak. Heerlijk. Het werkte, zo snel al.’
Ze kreeg weer tranen in haar ogen.
‘Wat fijn. En dubbel lekker, zonder condoom. Ik ben gisteren nog even bij meneer en mevrouw geweest, om de uitslag te vertellen. Ik heb niets over de pil gezegd, ze weten alleen dat je een verminderde longcapaciteit hebt. Ze zijn erg blij dat je er zo snel medicijnen voor gekregen hebt. Meneer zei, aan de hand van de volledige uitslag kan het medicijn iets veranderen, maar dat zal niet te merken zijn. Ik moest je zeggen, dat je er alleen gebruik van moet maken als het nodig is, niet domweg één of twee keer per dag, om niet onnodig veel te gebruiken. Dat zei die longarts ook, hè?’
‘Ja, niet als ik normaal moe ben, alleen als ik denk, nu een beetje op de rem, dan één snuifje en gas geven.’
‘Precies. Meneer zei, één keer per dag zal wel genoeg zijn, het werkt vast uren lang.’
Maureen grinnikte.
‘Dat weet ik nog niet. Gisterenavond had ik zonder dat halve snuifje die eindsprint niet gehaald, maar ik was natuurlijk moe, na zo’n dag. Dat hele onderzoek en dan voor het eerst gasten ontvangen.’
‘Die longarts en meneer hebben niets over een half snuifje gezegd, maar als dat werkt is het prima. Ik heb meneer natuurlijk ook bedankt.’
‘Hij heeft geen ziekenhuis voor me hoeven kopen.’
‘Nee, dat was niet nodig om je te helpen, maar anders had hij het vast ook gedaan.’
Me te helpen? Heeft hij geholpen?’
‘Die longarts zei, je treft het. We beginnen vandaag met een experiment. Vond je dat niet erg toevallig?’
‘Ik geloofde hem gewoon.’
‘Ik niet, het was mij te toevallig. We zijn een paar keer naar een andere ruimte gegaan, naar een ander apparaat. Heb jij andere patiënten gezien? Heb je dokters andere kamers in en uit zien lopen?’
‘Nee, het was erg rustig.’
‘Ik ken meneer langer dan vandaag. Zolang ik bij hem in dienst ben heeft hij, als ik ergens voor het eerst naar toe ging, van tevoren gebeld. Ik had het niet in de gaten, tot ik voor het eerst naar het kantoor van de vereniging van campinghouders ging. Toen ik binnenkwam zei de receptioniste, hoi, Tamara. Toen had ik het door. Afgelopen vrijdagmorgen was hier de opening. ‘s Middags ben ik bij ze langs geweest, om over jou te vertellen en te vragen of ze zo nodig konden helpen, als je geen goede onderzoeken zou krijgen. Meneer heeft, nadat ik weg was, het ziekenhuis gebeld en naar een chirurg gevraagd. Daar heeft hij, als voormalig chirurg, een praatje mee gehouden. Ook verteld wat hij nu deed. En gevraagd, of een personeelslid van hem zo snel mogelijk volledig onderzocht kon worden. Als gunst voor een collega, en om dat meisje zo gauw mogelijk zekerheid te geven. Nou, die chirurg heeft dat dus voor elkaar gekregen. Tja, dokters onder elkaar.’
‘Heeft hij dat voor mij gedaan? Wat ontzettend lief. Hoe kan ik hem bedanken?’
‘Niet hem, ze. Ze werken samen, meneer het meest aan de zakelijke kant, mevrouw houdt de persoonlijke kant in de gaten. Zij heeft het verzonnen, hij heeft het geregeld. Zodra je zeker weet dat je snuifjes helpen schrijf je maar een bedankbriefje. Eerst een verslagje wat er gebeurd is, al weten ze het meeste al, dan bedank je voor hun goede zorgen, waardoor je zo snel geholpen bent.’
‘Ja, dat zal ik doen. Aan dat verslagje kan ik al beginnen. Dank je wel.’
‘Goed. Even intiem. Als jullie zin hebben, de deur op slot doen. De gasten hebben vakantie, die kunnen wel even wachten. Het is veel fijner om het ook overdag te doen, in plaats van alleen ‘s avonds..’
‘Wat vaker doen, John?’
‘Graag.’
‘Zie je wel? Hij denkt vast dat hij het overdag beter niet kan vragen. Hij is te voorzichtig.’
‘Ja, totdat hij weet dat ik ook wil, dan durft hij zich te laten gaan.’
‘Dat zal voortaan nog wel beter gaan, sinds hij mij zijn stijve en zijn spuiten heeft laten zien.’
‘In bed, ‘s avonds, lag hij zich daar nog over te verwonderen. Vier wonderen. Één, hij had zijn pikkie laten zien. Twee, geeneens klein, helemaal stijf. Drie, hij had laten zien hoe hij klaar kwam, hoe het eruit spoot. Vier, aan zijn ballen laten voelen. En niet voorzichtig het één na het ander, nee, allemaal in een korte tijd. Maar jij was zo rustig, praatte zo makkelijk, deed ook zo makkelijk, ook in je blootje.’
‘Dat makkelijke heb ik van mevrouw geleerd. Die is gelijk toen ze kwam het zonneterras in het grote huis gaan gebruiken. Moet je voorstellen, met haar cupmaat. Maar Thomas zei, er zijn boerenmeiden met grotere, dus veroorzaakt ze geen opschudding.’
‘Bij John wel, hij had het er na zijn eerste bezoek al over.’
‘Bij Thomas ook, hoor, hij had nog nooit een boerenmeid in haar blootje gezien. Jullie mogen ook op het zonneterras komen, dus kom ze maar eens bekijken. Als jullie je door de rest van het personeel durven laten bekijken. Mevrouw en meneer zijn natuurlijk niet altijd op het zonneterras. Voor de familie is er ook nog een zwembad in huis.’
‘We snappen dat daar niet iedereen mag komen, dan hebben ze helemaal geen privacy.’
‘Zo is dat. Ik breng minstens één keer per week op hun kantoor verslag uit. Na het zakelijke worden we vaak wat persoonlijker. Mevrouw praat zo makkelijk, dat ik, voor ik het weet, wat intiems over Thomas en mij vertel. Zij vertelt ook veel, over meneer en hun kinderen. In Boston, waar ze woonden vóór hier kwamen, hadden ze een afgeschermde achtertuin met een zwembad, daar konden ze bloot zonnen en zwemmen. Met hun kinderen, die waren er van jongst af aan aan gewend. Toen die verkering kregen gingen die ook meedoen. Mevrouw komt oorspronkelijk uit Nederland, waar ze niet zo preuts zijn. Daarom heeft zij ervoor gezorgd dat het personeel op het zonneterras mag komen. En meisjes bij het meertje, wat die vroeger van de jongens niet mochten. Misschien hoor je ooit het complete verhaal, maar door haar ben ik ook, zeg maar, makkelijker geworden. Normaal vertel je niet hoe vaak op een dag je klaarkomt en hoeveel je echtgenoot spuit. Daarom ging het met jullie ook zo fijn, bij het meertje. En met de rest van mijn ervaringen en omdat ik de pil gebruik vermoedde ik vorige week gelijk moeilijkheden, alleen omdat je zei, we zijn gelijk begonnen om een kindje te maken toen John een vaste baan had.’
‘Ja. Ga je ons eindelijk over je vorige werk vertellen? We hebben het er pas nog over gehad. We zijn het erover eens, je hebt geen hogere opleiding gehad, die lui laten dat te graag merken.’
‘Klopt.’
‘Je moet een middelbare gehad hebben. We kunnen niet verzinnen welke, je bent op zo veel terreinen aardig thuis. Maar géén, waarvan we kunnen zeggen, dat heeft ze vroeger gedaan.’
‘Dat klopt ook, dat werk doe ik niet meer.’
‘Maar koekenbakker is toch geen beroep?’
‘Ik denk het ook niet, er zal wel niemand zijn die alleen koeken bakt. Maar ik vind het leuk klinken. Goed. Weten jullie de bakker, hiervandaan in het laatste stuk van de Hoofdstraat?’
‘We weten alle winkels in de Hoofdstraat, al moeten we soms spieken. Toen we hier nog niet zo lang waren hebben we een keer een wandeling gemaakt. Heen aan de ene kant, terug aan de andere. En alle winkels opgeschreven.’
‘Mail mij dat lijstje een keer, John. Ik kijk of ik er een verhaaltje voor in het krantje van kan maken en geef het ook aan de beheerder. Die kan het aan nieuwe huurders geven. Als die ooit van buiten het dorp komen.’
‘Hoe verzin je dat weer zo snel?’
‘Weer dezelfde oorzaak, John, mijn vorige werk. Een beetje doordenken.’
‘Ja, dat doe je zeker. Ik heb je nog niet bedankt, ik krijg je krantje met de post. En van de laatste kreeg ik er tien.’
‘Ik moet er twintig naar de pachters sturen, maar vanaf vijfentwintig krijg ik korting. Vanaf het begin heb ik de overige vijf zomaar ergens naar toe gestuurd, dat was goedkoper dan twintig normale postzegels. Één van die vijf heb jij gekregen, dan zal je hem eerder krijgen dan wanneer je hem zelf haalt, je zal niet iedere dag in het dorp komen. En nu tien, voor de gasten. Laat me maar weten of het genoeg is.’
‘Ja, dank je wel, dat zal ik doen.’
‘Ik zal vertellen wat ik tot ongeveer een half jaar geleden gedaan heb. Ik was bakker.’
‘Bakker? Broodbakker?’
‘Veel meer dan alleen brood. Die bakkerij in de Hoofdstraat is van mijn vader. Ik ben in dat huis geboren, ik ben in het dorp naar de lagere school gegaan, daarna heb ik in de stad voor bakker geleerd, daarna bij mijn vader gewerkt, tot ik voor meneer ging werken.’
‘Je vader verkoopt van alles. Kan jij dat ook allemaal maken?’
‘Ja, alles. Sommige dingen heeft mijn vader van mij geleerd, omdat ik op school natuurlijk de nieuwste technieken geleerd heb.’
‘Bakker. Daarop waren we nooit gekomen. Ik geloof je, maar dat verklaart niet dat je in staat bent om te doen wat je nu doet. Klachten afhandelen, vragen op elk gebied beantwoorden, renovaties voorbereiden, huizen bouwen, een camping maken.’
‘Toch wel. Een bakker doet méér dan bakken. Aan de ene kant heb je grondstoffen en zo nodig, dus moet hij inkopen. Daarbij heb ik geleerd om voorraden te beheren, met levertijden om te gaan en om kortingen te vragen. Aan de andere kant, liefst alles moet verkocht worden. Mijn vader heeft een winkel en een lunchroom, daar heb het verkopen én omgaan met mensen geleerd. Begin je al iets te snappen?’
‘Ja, iets. Ik heb ook een vak geleerd, boekhouden. Maar ik hoefde daarbij niets te kopen of te verkopen. En met weinig mensen te praten.’
‘Juist. Ik zal een paar voorbeelden geven, om het duidelijker te maken. Als ik zesennegentig gevulde koeken wilde maken moest ik zorgen dat ik daar de spullen voor had, inclusief zesennegentig halve pinda’s. Die zesennegentig huizen heb ik zelf niet gebouwd, dat kon ik niet. Ik hoefde alleen maar, nou ja, iets meer, firma’s op te zoeken die wél konden bouwen, snel, niet te duur. De rest heb ik aan hun overgelaten, iedereen zijn vak.’
‘Tja, organiseren.’
‘Dat is een goede benaming. Ik organiseerde vroeger ook van alles, om de verkoop te bevorderen. Voor feestdagen en bijzondere gelegenheden probeerde ik iets bijzonders te maken. Niet alleen paasbroodjes en kerststollen, bijvoorbeeld ook diploma’s van marsepein vlak voor de zomervakantie. De gewenste naam er nog even opspuiten, wéér wat verkocht. Als je goed oplet zie je een hoop mogelijkheden. Zoals nét, met dat lijstje van de winkels. En omdat ik al zo lang goed oplet en goed luister weet ik van veel dingen iets. In de winkel en lunchroom praatten de mensen graag over hun beroep, dat lokte ik ook uit, dat is interessanter dan over het weer praten. Ik gebruik mijn oren en mijn ogen en alles wat ik bij mijn vorige werk ook deed.’
‘Op die manier ook een camping maken?’
‘Ja. Niet zelf maken. Een plek zoeken voor een camping, ik ken natuurlijk de omgeving, zoals in de winkel een plaats voor een taart zoeken. Er zijn méér campings, dus méér eigenaren, dus een vereniging daarvan. Die weet alles over de inrichting en de tarieven. Dan in gedachten over een camping lopen. Wat moet er zijn, wat zou ik er willen doen, als ik er gast was. Dan leveranciers zoeken, die na laten denken. Enzovoort.’
‘Ja. Dank je wel. Ik snap nu dat je het kan. Theoretisch. Maar je moet het ook maar willen.’
‘Ik ben er niet zelf opgekomen. Ik had het in de bakkerij naar mijn zin. Maar toen Thomas butler werd heeft hij me aan mevrouw en meneer voorgesteld. Dat is een verhaal apart, misschien een andere keer. Maar na dat gesprek heeft mevrouw tegen meneer gezegd dat ze wat in me zag, dat ik veel meer zou kunnen dan koekenbakken. Dat heeft meneer onthouden, en me kort daarna gevraagd om een vereniging van huurders op te richten. De huizen in het dorp waren toen nog niet van hem. Maar hij had van ons over de woningnood gehoord, zo’n vereniging zou beter met de eigenaren kunnen onderhandelen dan de huurders apart. Kort daarna kon hij de huizen kopen. Weer kort daarna, ik was net tot voorzitter van die vereniging benoemd, vroeg hij me om voor hem te komen werken. Dat alles binnen twee weken vanaf dat Thomas butler werd. Tja, als meneer wat wil dan moet het ook zo snel mogelijk, niet zeuren, maar doen. Hij is niet dom, gepromoveerd chirurg. En hij kan natuurlijk nogal wat bereiken, met het vermogen van de familie achter de hand. Ik werk graag voor hem, omdat hij zich niet inzet om er beter van te worden, maar om een aanzet te geven dat de mensen in zijn buurt een prettig leven kunnen hebben.’
‘Hoe bedoel je, een aanzet?’
‘Hij zou ze ook gewoon geld kunnen geven. Maar dat maakt niet gelukkig. Hij maakt het mogelijk dat ze mooie huizen kunnen huren, dat er ook genoeg zijn, met een redelijke huur. De rest moeten ze zelf doen. Waarom de camping er gekomen is weet je. Een uitschieter van een plek nodig hebben voor mensen die tijdelijk hun huis uit moeten. Op de camping moet ook iedereen het naar zijn zin hebben, daarom is die ook niet al te primitief.’
‘Door jou. Je hebt je in veel details verdiept.’
‘In het begin wel. Met de nieuwbouw ook. Tot iets goed loopt. Aan de nieuwbouw doe ik niet veel meer. De bouwers bouwen vrolijk verder, de beheerder begeleidt de nieuwe bewoners en klachten zijn er nog niet. Aan de camping doe ik ook amper meer wat, dat is nu voor de beheerder. Je hebt het goed opgepikt, John. Ik blijf af en toe langs komen als troubleshooter, om te kijken hoe het gaat, en om je de gelegenheid te geven om met me te praten. In onze functies, op de plek waar het om gaat. Maar ik kom nu al vaker puur voor de gezelligheid. Ik kan het niet honderd procent scheiden, ik zie of hoor vaak wat, waardoor ik aan verbeteringen ga denken.’
‘Je doet veel. Als ik zo brutaal mag zijn, verdien je goed? Je weet vast ook wat ik verdien.’
Tamara grinnikte.
‘Óf ik dat weet. Ik heb het zelf min of meer bepaald.’
‘Jij? Ook dat nog! Hoe kan je dat?’
‘Niet echt bepaald, natuurlijk, dat doet meneer. Maar ik heb de hoogte voorgesteld. Ik heb inlichtingen over salarissen van campingbeheerders ingewonnen bij de vereniging van campingeigenaren. En die vergeleken met die van de beheerders hier. En vergeleken hoeveel werk die hebben en hoeveel werk jij gaat doen. En hoe ingewikkeld dat is en hoeveel tijd eraan besteed moet worden. Jouw werk komt het dichtst bij dat van de beheerder van de landerijen, met daarop twintig verpachte boerderijen. Hij werkt alleen overdag op werkdagen, bijna alleen achter zijn bureau. Jij hebt een terrein wat onderhouden moet worden, en eenentwintig caravans. Maar je werkt ook op onregelmatige uren, mensen komen vast soms laat aan. Ik heb dus hetzelfde salaris als dat van die beheerder voorgesteld, plus gratis wonen. Dat vond meneer ook redelijk. Ik verdien hetzelfde als de butler, als ik de hele week zou werken. Ik mag zelf bepalen hoeveel ik werk. Ik ben met ongeveer halve dagen begonnen, ik wil Thomas goed verzorgen en ons huishouden in orde houden. Het is nu wat méér dan halve dagen. Als Thomas aan het werk is en het huishouden op orde kan ik toch niet stilzitten, dan ga ik aan het werk. Meneer wil me méér betalen dan de butler, omdat ik me op de terreinen van alle beheerders behalve die van de butler en de financieel deskundige beweeg, maar ik wil niet meer verdienen dan Thomas. Ik word al genoeg betaald, omdat ik eigenlijk niet alleen voor meneer werk, maar ook voor mijn dorpsgenoten. Ik ben in het dorp geboren en getogen, ze kennen me. Ze zijn mij net zo dankbaar als ze het meneer zijn, dat is betaling genoeg. Ik had het goed, als koekenbakker, maar ik ben nu gelukkiger.’
‘Dat kan ik me voorstellen. Wij zijn hier ook gelukkiger. Ook gelukkig met het salaris, inclusief het vrij wonen. Dank je wel voor je uitleg. Ik ben niet zo complimenteus uitgevallen, maar ik blijf je uniek vinden.’
‘Ach, van het één kwam het ander, ik kreeg er de ruimte voor. En ik blijf van iedereen leren. Toen ik met die dertig sollicitatiebrieven voor campingbeheerder voor me zat, viel me die van jou, boekhouder, natuurlijk op. Ik moest denken aan dat mevrouw wat in me gezien had. Ik heb ze allemaal nog een keer gelezen en gelijk zevenentwintig sollicitanten geschreven en bedankt voor de moeite. Met de overige drie brieven ben ik naar meneer en mevrouw gegaan.’
‘Dus heb je als personeelschef gewerkt.’
‘Met toestemming van Thomas, omdat het over personeel op de camping ging, waar ik het meest van af wist.’
‘Ik was natuurlijk één van die drie. Wat waren die andere twee?’
‘Zeer geschikte campingbeheerders. Dat heb ik ook tegen mevrouw en meneer gezegd.’
‘En toch ben ik het geworden? Een boekhouder met maar een heel klein beetje groen aan zijn vingers en wat knutselervaring?’
‘Die andere twee waren al campingbeheerder, ik weet niet waarom ze wilden veranderen, dat kon ik eventueel later vragen. Ik zag wat in je, John, ik vond dat je een kans moest krijgen. Je hele verhaal telde mee, vooral waarom je wilde veranderen. En Maureen praatte prettig, al had ik haar maar kort gesproken. Dus heb ik meneer en mevrouw gezegd dat ik jou wilde hebben, omdat ik wat in je zag. Dat was voor hun genoeg om je op te laten draven. Door jouw optreden wilden ze je óók graag een kans geven. Door je optreden daarna is het er zelfs van gekomen dat je proeftijd verkort is. Je hoeft me niet te bedanken voor het beetje wat ik geholpen heb, je eerlijkheid en openheid waren het belangrijkst. Net zoals met het dorp, ik word al genoeg bedankt doordat ik zie en hoor, dat ze het beter hebben of krijgen dan vroeger. En ik geniet met jullie mee, jullie hebben het ook beter dan vroeger. En nog bedankt, dat ik mocht kijken toen Maureen je streelde, enzovoort.’
‘Een maand geleden zouden we daar niet over gepiekerd hebben. Zo vrij, er keken ook nog twee andere stellen. Je zou nog een keer uitleggen waarom het met de jeugd, ook die van een jaar of dertien, zo goed gaat. De jongens hebben weinig problemen.’
‘Mijn gleuf is net zo normaal als jouw stijve, John, ook zonde om te verstoppen. Over de jeugd een andere keer maar. Hoe gaat het met de gasten?’
‘Heel goed. Zodra ze ingeboekt zijn geef ik ze de envelop met informatie. En een plattegrond van de camping. Ik geef daarop met een kruisje hun plek aan en met een pijl hoe ze moeten rijden. Voor de caravangasten om het gebouwtje heen, voor de tentbewoners de dam over. En waar ze mogen parkeren, achter de caravan of tent. Ze houden zich er keurig aan.’
‘Goed geregeld.’
‘Vanaf het gebouwtje heb je een geweldig overzicht. Het was een mooi gezicht om ze de caravan in gebruik te zien nemen of om hun tent op te zien zetten. De meeste aten daarna buiten of dronken koffie of zo. Er zijn al meerderen een praatje komen maken. Ze zijn heel tevreden. Op andere campings zitten ze nogal opgesloten, op kleine veldjes, met kleine plekken. De opzet hier vinden ze goed doordacht, grote plekken en een mooi uitzicht over de hele camping en de omgeving. Alles is schoon, netjes, geen onkruid te zien. Ze snappen dat het komt omdat alles nieuw is, maar ze zien dat het met weinig moeite ook zo te houden is.’
‘Ja, dat is de bedoeling. Bij de nieuwbouw heb ik daar ook op gelet. Hoe minder tijd je nodig hebt om je huis schoon te houden, hoe meer vrije tijd je hebt. Is er al iets over het meertje gezegd?’
‘Ja, door bijna allemaal. Heel aarzelend. Sommigen vroegen een toelichting op de informatie die bij hun papieren zat. Dan zeiden we, meer is er niet te vertellen, als u meer wilt weten moet u er een kijkje nemen. Wie er al gekeken had snapte niet wat ze zagen. Allemaal blote jeugd, die met elkaar zat te praten of in het water aan het spelen was. Nou, wij snappen het ook niet. We konden alleen maar zeggen, tja, dat kan, in dit dorp.’
‘Dat klopt. Waren ze geschokt?’
‘Nee, verbaasd. Ik ben benieuwd of er gasten méé gaan doen.’
‘Vast wel. Als ik het van hun kant bekijk, niemand die ze hier kent, dus kunnen ze er rustig bloot bij gaan zitten. Vaders zal best naar blote meiden willen kijken en moeders naar pikkies. Om daarna in hun caravan of tent met hun eigen spullen te gaan genieten. Zo werkt dat toch?’
‘Bij de meeste vast wel. Daarom worden er toch zoveel pornofilms verhuurd?’
‘Dat zou ik niet weten.’
Maureen giechelde.
‘Ik weet het alleen maar van de jongen van de videotheek, twee huizen naast ons vorige. Wij hadden ze zelf niet nodig, we haalden er alleen kinderfilms voor logeetjes. Hier hebben we ze ook niet nodig, we zien geen porno, maar wel heel veel bloot. En laatst, waar jij bij was, wat extra’s.’
‘Ja, zien spuiten doet spuiten, hè?’
‘Dat deed het bij die stelletjes ook. Maar ik geef eerlijk toe, als ik zo’n bos kleine pikkies gezien heb krijg ik zin in een grote erectie. John wil dan ook graag wat met die van hem doen.’
‘Wat vaker dan vroeger?’
‘Ja, heerlijk.’
‘Dan verdwijn ik maar.’
‘Tamara, hij krijgt nu van jou, aanggekleed, geen stijve. Hij is je wel dankbaar dat je hem over een drempel geholpen hebt, door je bloot te laten zien en zo fijn te praten.’
‘Hij heeft me al bedankt door me naar hem te laten kijken. Nu ik daar aan denk, ik ga naar huis, daar krijg ik vast ook wat te zien.’
‘Tja, met zes keer op een dag kan dat niet missen.’
‘Nou, maximaal zes keer, vaker is een uitzondering. Door de weeks meestal minder, maar méér dan de twee keer waar we vóór ons trouwen op gerekend hadden. Tot ziens.’


Vrijdagmiddag ging Tamara weer naar de camping. John en Maureen zaten voor de caravan wat te drinken, John pakte een stoel voor Tamara.
‘Hadden jullie genoeg tijd om tussen vertrek en aankomst schoon te maken?’
‘Ja, omdat niet elke caravan of tentplek van bevolking veranderde. We hebben ons mooi in kunnen werken. Nog een paar keer zo en we kunnen ze allemaal aan. Zo gauw de eerste vertrok, uit een caravan, ben ik met de schoonmaak begonnen. Maureen bleef in het gebouwtje om de volgenden uit te boeken. Zodra ik klaar was belde ik naar Maureen en vroeg welke daarna moest. Aan de tentplekken hoefde niets te gebeuren, behalve het legen van de vuilnisbakken, iedereen had keurig opgeruimd. Zodra de laatste weg was is Maureen ook schoon gaan maken. We hebben zelfs rustig kunnen lunchen voordat de eerste nieuwe gasten kwamen.’
‘Goed zo. En hoe zagen de caravans er uit?’
‘Op het oog schoon, maar ik heb toch stofgezogen, gedweild en een stofdoek gehanteerd. Geen probleem, dat deed ik thuis ook vaak.’
‘Geweldig.’
‘Nee, zo moet dat toch? Als ze niet schoon zijn krijg ik van de nieuwkomers gelijk klachten, dat moeten we niet hebben. Eh, Tamara, ik heb een vraag gekregen die ik niet kon beantwoorden.’
‘Je kan ook niet alles weten.’
‘Nee. Er is geen TV. Er staat niets over in de advertenties, dus zeiden ze dat ze niet konden klagen, maar ze hadden eigenlijk wel TV verwacht. Is dat per ongeluk of expres vergeten? Wij zelf hadden het nog niet gemist, we hadden het lekker druk en thuis keken we ook niet veel.’
Tamara zat even met gebogen hoofd.
‘Niet expres. Waarom heb je na de eerste vraag niet gebeld?’
‘Voor het geval het per ongeluk was vonden we het pijnlijk.’
‘Ja, dat is het, maar daar kunnen jullie niets aan doen. Ik kan ook fouten maken. Hoe eerder ik ze weet hoe eerder ik er wat aan kan doen. Momentje.’
Ze pakte haar telefoon.
‘Ryan moet in mijn telefoonboek staan. Ja, hebbes.’
‘Ryan?’
‘Van de telefoon- en computerwinkel. Ja, Ryan, met Tamara. Heb je een half uurtje? Ik had graag je advies. Ik zit op de camping.’
‘Dank je.’
‘Komt hij?’
‘Ja. Iedereen schijnt te weten dat ik niet onnodig bel. Ik sla het meestal af, maar mag ik nu wat te drinken? En een stoel erbij voor Ryan? Het gaat misschien wat langer dan een half uurtje duren. Laat jullie niet van het werk houden.’
‘Bijna alle nieuwelingen zijn al binnen, we wachten op de rest. Ik zie een stofwolk op de Avenue. Ryan rijdt niet langzaam. En hij moet gelijk in zijn auto gesprongen zijn.’
‘Een zogenaamde snelle jongen. Hij is erg gewild bij de meiden. Tja, hij heeft een eigen zaak, al zal hij daar voor hebben moeten lenen. Dank je wel, even de keel smeren voor de onderhandelingen.’
‘Ga je onderhandelen?’
‘Als Ryan een oplossing kan bieden wel. Als jullie mijn onderhandeltechniek maar niet verraden.’
‘Nee, maar we zijn wel benieuwd.’
‘Goedemiddag, Tamara, Maureen, John. Tamara zal wel verteld hebben wie ik ben.’
‘Ja. Hoi. Bedankt voor je snelle komst. Ik heb ze ook verteld dat je een snelle jongen bent. In trek bij de meiden, door je eigen zaak.’
‘Ja, door mijn schoonheid kan het niet zijn.’
‘Daar wordt niet zo naar gekeken. Als het gevoel maar goed is.’
‘Tamara! Dat wilde je bij mij vroeger geeneens. Ik hoop dat je bij Thomas niet tekort komt.’
‘Nee, hij is niet te kort en zeer productief.’
‘Je praat anders dan vroeger. Nee, dank je, Ryan. Aardig aangeboden, Ryan, maar Thomas en ik wachten met zulke dingen.’
‘Ja, zoiets. Ik hoop dat je me nu iets anders aan kan bieden. Eerst even, we zagen je de Avenue af komen scheuren. Je winkel is toch aan deze kant van de Hoofdstraat?’
‘Ja, maar ik was net klaar met een klusje aan het begin van de Avenue. Als ik niet in de winkel ben staat de telefoon doorgeschakeld op mijn mobieltje.’
‘Mooi. Klusje?’
‘Probleempje met het netwerkje.’
‘Gaan de zaken goed?’
‘Prima. Zulke klusjes als daarnet helpen ook. Geen rekening, contante betaling.’
‘Is dat niet zwart?’
‘Ach, ik mag bekenden toch helpen en me iets toe laten stoppen?’
‘Handig.’
‘Ach, een beetje belastingontduiking is hier normaal. We krijgen er niets van terug, het dorp bedruipt zichzelf. Zonder dat zou ik er ook komen hoor, ik heb weinig onkosten, een lage huur.’
‘Ja, die vijftien procent helpt natuurlijk ook.’
‘Ook, maar de opslag is zo laag.’
‘Opslag?’
‘Je weet toch ook alles van de huren?’
‘Nee, daar bemoei ik me niet mee. Meneer heeft ze op de gok met vijftien procent verlaagd, ik doe mijn best om de nieuwbouw en de renovaties zo goedkoop mogelijk voor elkaar te krijgen.’
‘Dat zal je wel lukken. Om het kort uit te leggen, er staan drie bedragen op mijn huurrekening. De huur, de opslag en die vijftien procent die er weer afgaat.’
‘Wat is die opslag?’
‘Nou. Je vader huurt toch ook?’
‘Ja, maar ik wist alleen het totale bedrag, uit de boeken.’
‘Goed. Op de huur komt voor winkelpanden een opslag voor het zakelijk gebruik.’
‘Waarom?’
‘Omdat er met de winkelruimte verdiend wordt. De winkelier rekent het natuurlijk door.’
‘En moet daardoor meer vragen.’
‘Ja, maar dat is overal. Maar ik betaal maar honderd procent opslag, winkels op mooie plekken in de stad zitten op meer dan duizend procent. Sommigen redden het daarmee niet, die gaan failliet of stoppen ermee. Volgende.’
‘Toch raar. Een soort meesnoepen.’
‘Ja, maar normaal, zakelijk.’
‘Goed. Fijn voor je dat die opslag zo laag is. Waarvoor ik je gevraagd heb om te komen, doe je in TV’s?’
‘Ja, daar ben ik nét voor de eerste nieuwbouwwoning af was mee begonnen. Loopt goed.’
‘Mooi. Ik heb vergeten de stacaravans te voorzien van radio en TV. Heb je een oplossing?’
‘Voor gisteren zeker?’
‘Nee, morgen is vroeg genoeg.’
‘Tja. Even denken.’
‘Bier, Ryan?’
‘Nee, dank je, John, ik moet nog rijden. Wat fris graag. Geeft niet wat.’
‘Heel verstandig dat je niet drinkt als je nog moet rijden. Je rijdt al woest genoeg.’
‘In een auto wel, verder geen klachten. O, sorry, Maureen. Dat moet van dat praatje van Tamara komen.’
‘Het geeft niet. Ik begrijp je teleurstelling, ze is niet de lelijkste in het dorp.’
‘Ach, haar bedankje had ik toen wel verwacht. Maar niet geprobeerd is misgeschoten. Twee mogelijkheden, Tamara. Per caravan een schotel en een satellietontvanger, of een installatie in het gebouwtje en kabels naar elke caravan. Misschien ook naar elke tentplek. Vóór je het vraagt, ik ken je langer dan vandaag, leg ik het uit. Een centrale installatie heeft het voordeel dat er maar één schotel te zien is. Verder eigenlijk alleen maar nadelen. Per zender moet er een versterker in de installatie. En er moeten kabels getrokken worden. Met per caravan een schotel en een satellietontvanger zijn er honderden zenders te ontvangen.’
‘En radio?’
‘In de centrale installatie zou er een extra versterker moeten. Met een eigen satellietontvanger krijg je ook gratis honderden radiokanalen.’
‘Verschil in prijs?’
‘Dat weet ik zo niet. Die versterkers zijn duur. Nog een nadeel, als er één of meer uitvallen heeft gelijk niemand die zenders meer.’
‘Ik hoor het al. Per caravan, hè? Ongeacht de prijs?’
‘Ja, dat zou ik maar doen. Met één of twee reserveontvangers zit je helemaal goed. Alleen zitten de tenten dan zonder.’
‘Dat is niet zo erg. Er zijn er nu een stuk of vijf met eigen spullen. Je kan het hiervandaan niet zien, ze hebben de schotels achter de tent staan.’
‘Ja, die kant moeten ze opkijken. Goed dat je dat gezien hebt, John. Mag ik even rond de caravan lopen en binnen kijken?’
‘Ga je gang. Graag zachtjes, ons dochtertje slaapt.’
‘Crystal, hè?’
‘Hoe weet je dat?’
‘Je hebt een keer voor mijn winkel met haar in de wandelwagen met iemand staan praten, Maureen. Toen hoorde ik het. Ook dat John zo blij was dat ze dezelfde mooie ogen had als jij. Zou ik ook zijn.’
‘Ga maar gauw rondkijken.’
Ryan verdween grinnikend in de caravan.
‘Kan je niet tegen complimentjes?’
‘Dat moet jij zeggen, Tamara. Iedereen bij de vergadering grinnikte omdat je zo snel van het toneel verdween.’
‘Ik was al weer lang genoeg op de voorgrond getreden.’
‘Zo lang was dat niet, je handelde alles snel af. Ik geloof dat ik Ryan wel eens bij het meertje gezien heb, maar ik kan hem nu natuurlijk niet aan zijn kleding herkennen.’
‘Zal ik vragen of hij zijn broek wil laten zakken? Misschien herken je hem dan.’
‘Misschien. Jij dus niet.’
Maureen en Tamara giechelden, John schudde zijn hoofd.
Ryan kwam er weer bijzitten.
‘Laat me eens meegenieten van jullie vrolijke bui?’
‘Ik stelde voor om te vragen of je je broek even wilde laten zakken, want Maureen herkent je gekleed niet. Ze zei, jij dan ook niet.’
Ryan grinnikte.
‘Broeken laten zakken doen we niet meer. Kom maar naar het meertje, dan zal ik jullie ook graag bekijken.’
‘Houd je het niet liever bij leeftijdgenoten?’
‘Zo ongeveer, maar met uitzonderingen zit ik niet. Zeg, Tamara, graaf eens in je geheugen. Naar de gegevens van de caravans. Stond er iets bij over TV?’
‘Eh . . . ja. Stom, daar heb ik geen actie op ondernomen. Voorzieningen voor TV. Maar ik weet niet wat dat inhoudt.’
‘Ik heb een vermoeden. John, jij hebt vast een schroevendraaier. Kan je kijken wat er achter het afdekplaatje naast het stopcontact boven de plank op de kachel zit?’
‘Een plank op een kachel heet een schouw. Als is deze maar klein. Maar er kan een TV op.’
‘Ja, met een satellietontvanger er onder. Ik ga ondertussen even rondlopen.’
John ging de caravan in en Ryan liep eromheen.
‘Zet je zo iedereen aan het werk?’
‘Je ziet het, Maureen, ik hoef maar iets te vragen en ze rennen al.’
‘Dat je daar vroeger geen gebruik van gemaakt hebt. Ryan wilde toen ook al.’
‘Hij was niet de enige. Ik had er geen behoefte aan, Maureen. Ik was volkomen gelukkig met Thomas en hoe we met elkaar omgingen. Misschien onbegrijpelijk, zo lang seksloos. We dachten er natuurlijk wel eens aan.’
‘Ach, iedereen moet het zelf weten. Maar je was vast een uitzondering. Zouden er nu nog zijn die niet naar het meertje komen?’
‘Toen we een enquête hielden over het gebruik van het meertje waren er twee jongens niet voor gemengd ongekleed zwemmen en zonnen. En ongeveer vier meiden. Ik denk dat ze toch komen, ze zullen vast door anderen overgehaald zijn.’
‘Ja, vast. Ik hoor het ze zeggen. Je moet ook komen, joh. Het is helemaal niet erg om naar je te laten kijken, dat went snel. In het water zitten de jongens aan je, als je wilt, maar ze doen hun best om het lekker voor je te doen, in de hoop dat het vaker en langer mag. En de jongens zitten er niet mee om hun pikkie en ballen te laten bekijken. Als ze een stijve krijgen moet er een handdoek overheen, maar in het water kan je doen wat je wilt.’
‘Ja, en voor de jongens ook zoiets. Allemaal borsten en je kan de meiden tussen hun benen bekijken. Soms zijn er die zich geschoren hebben, dan zie je hun gleuf heel goed. En in het water laten ze zich bevoelen. En ze voelen terug. Als je in het water een stijve kan krijgen gaan ze net zo lang door als je wilt. En voor de ouderen, als ‘s avonds de schooljeugd verdwenen is willen de meiden je wel op een wegwerphanddoek laten spuiten. Of meer. O, daar komen de jongens weer.’
John en Ryan kwamen gelijk terug.
‘Jij eerst, John.’
‘Achter het afdekplaatje zit een inbouwdoos. Met een pijpje naar beneden.’
‘Er komt een pijpje onder de vloer uit ter hoogte van de woonkamer, vast hetzelfde. Dat voldoet aan de beschrijving van voorzieningen voor TV. Tamara, in een hoek van het aansluitputje kan een stalen pijp bevestigd worden. Bovengronds de schotel erop. Hij hoeft niet hoog, niet boven de caravan, hij kan er langs kijken. Ondergronds kan de kabel door de pijp met de andere leidingen naar onder de caravan. De rest snap je wel.’
‘Ja. Wat zou jij kunnen leveren?’
‘Schotel, bevestigingsmateriaal voor die pijpen in de putjes, kabel, inbouw-aansluitdoos, ontvanger, TV. Dus alles, behalve pijp.’
‘Leuk prijsje? Voor eenentwintig caravans?’
‘Drieëntwintig ontvangers en TV’s? Twee reserve is wel handig.’
‘O. Meneer heeft een voorkeur voor mooie getallen. Toen we de camping ontworpen kwamen we op één caravan voor de beheerder en twintig voor de verhuur. Keer twintig meter is vierhonderdtwintig meter. Voor de tenten gedeeld door twaalf meter, dan konden er vijfendertig staan. Nee, zei meneer, zesendertig klinkt mooier. Vandaar dat er voor het gebouwtje ook één kan staan. Dus vierentwintig ontvangers. Drie reserve lijkt veel, maar niet als er één of twee bij de reparateur staan. Wie dan ook.’
‘De hint is duidelijk. Ik kan aan goedkope, heel simpele ontvangers komen. Er zit alles op en in, maar geen lux display. Bij vierentwintig krijg ik een hoop korting, die geef ik door. TV’s, idem. Het hoeven ook geen grote te zijn, zo ver zit je er in een caravan niet vanaf. Alles bij elkaar, door die vierentwintig, tussen de vijftig en de zestig procent van wat je in een normaal huis kwijt bent. Zou jij kunnen regelen dat er pijpen gemonteerd worden, de schotels erop gezet worden en de kabels getrokken worden? Dat zou mij te veel tijd kosten. Ik kan de ontvangers van tevoren in mijn werkplaats instellen. Daarna plaatsen, met de TV’s, aansluiten en de schotel richten. En eenentwintig geplastificeerde gebruiksaanwijzingen maken, die van de fabriek zijn onbruikbaar voor de meeste mensen. Morgen gaat niet. De schotels, ontvangers en TV’s moet ik bestellen. Dinsdag of woensdag, Tamara. En alleen omdat ik je krantjes naar mijn leveranciers stuur, daardoor krijg ik voorrang voor het dorp.’
‘Dank je wel, Ryan. Momentje.’
Tamara pakte haar telefoon en belde.
‘Mevrouw, Tamara. Ik zit op de camping. Er hebben caravangasten naar TV gevraagd. Die hebben we vergeten. Hoofdzakelijk mijn schuld, ik heb over de voorzieningen voor TV in de folder heen gelezen.’
‘Per caravan aan materiaal nog geen zestig procent van een normale huisinstallatie. Plus arbeidsloon voor de aanleg, zeg totaal zeventig procent.’
‘Fijn, dank u. Tot ziens.’
‘Mag het? Gaat dat zo makkelijk?’
‘Ja, Ryan. Ze heeft vast geen idee van de prijs, maar als het goedkoper is dan een normale huisinstallatie is dat voldoende. En dat ik er om vraag, natuurlijk. Je mag het leveren. Kan je vandaag nog bestellen?’
‘Dan moet ik terug, ik weet de telefoonnummers van de leveranciers niet uit mijn hoofd. Ik kan vast al een gedeelte van de spullen vandaag nog in de stad ophalen.’
‘Ryan, schatje, het was heel gezellig, maar we zullen je niet langer ophouden.’
‘Wanneer ben je bij het meertje? Ik heb nog wat in te halen, vind ik.’
‘Als je de spullen op tijd levert bel ik je wanneer je míjn spullen mag bekijken. Als ik dan ten minste, nee, hoogstens, jouw schoonheid alsnog mag bekijken.’
‘In het begin zal ik die vast onder een handdoek moeten verbergen, als ik de jouwe zie, maar je mag er dan wel even onder spieken. Of ben je nog steeds zo eenkennig?’
‘Nee, ik ken er nu wat meer. Ik heb op school nooit gespiekt, maar voor een hoge korting wil ik wel even een handdoek optillen, als je zo graag wilt showen.’
‘Nou, dat dank je wel van vroeger was netjes. Dit lijkt op chantage.’
‘Wel nee, je hebt mij toch niet nodig om aan je trekken te komen? Daar zijn vast genoeg vrijwilligsters voor.’
‘Je vindt míj snel en handig, maar ik kan nog steeds niet tegen je op. Tot ziens, allemaal.’
Ryan verdween, en al gauw hoorden ze een auto snel wegrijden.
‘Wat een ondeugende onderhandelingen, Tamara.’
‘Ja, maar zo doe ik niet tegen iedereen, Maureen. Hij was vroeger al ondeugend.’
‘Wat vroeg hij toen?’
‘Tamara, ik kan een stijve krijgen. Wil je hem zien en even vasthouden? En mag ik jouw poesje aaien? Hij is een paar jaar jonger dan ik, maar daar zat hij niet mee. Als een meisje hem langer dan twee seconden aankeek stoof hij er op af en begon te sjansen. Hij zal toen twaalf of dertien geweest zijn, en erg trots dat hij een stijve kon krijgen.’
‘Geen abnormale vraag dus, voor in dit dorp.’
‘Niet alle jongens maakten zo veel reclame voor zichzelf, maar hij deed het lief. En hij deed verder zoals het hoort. Niet doorzeuren. En hooguit één keer per jaar er weer op zinspelen. Maar laat ik mijn werk afmaken.’
Ze belde weer. 
‘Peter, met Tamara. Alles goed?’
‘Mooi. Nee, geen tuinhekjes deze keer. Ik heb eenentwintig stalen pijpen nodig, van een meter of twee. Om satellietschotels op te monteren. Ik heb vergeten om TV voor de caravans te regelen.’
‘Nee, verder is alles geweldig. Kan jij wat regelen bij die jongens van de oude bouwmaterialen? Ik heb hun nummer niet. Jij hebt toen alles zo geweldig geregeld.’
‘Steigerpijp? Daar had ik niet aan gedacht. Ja, prima. Hoe lang zijn die?’
‘Dan graag elf, al of niet al in tweeën gezaagd.’
‘Nee, ik gun iedereen een vrij weekend. Maandag is vroeg genoeg.’
‘Zouden ze die ook in de aansluitputjes vast kunnen zetten?’
‘Ja, ik zorg voor de klemmen. En de schotels op die pijpen vastzetten?’
‘Graag. Alvast bedankt. En de groeten aan je vrouw.’
‘Dat was Peter van het grondwerk en de afrasteringen. Hij wist zeker dat die jongens steigerpijp hebben. Een meevaller, dat gaat niet veel kosten. Hij belt ze, of ze volgende week tijd hebben. John, als ik Ryan die aansluitdozen en kabel laat brengen, heb jij dan tijd om de kabels te trekken?’
‘Ja, dat lukt wel, zoveel werk is dat niet, van het putje naar de woonkamer. Ik kan er vast meerdere per dag doen. Ryan kan me wel vertellen hoe het moet. En hoe ik ze onder de caravan en aan de paal moet bevestigen. ‘Doe maar het eerst bij de lui die er naar gevraagd hebben. Al zal het wel donderdag worden voor de eerste werkt. Dus maar het eerst bij de lui die nog blijven, de anderen moeten het die ene avond ook maar missen. Ik zal de advertenties aanpassen. In de stacaravans TV en radio via een satellietontvanger. Bij de tenten goede ontvangstmogelijkheden voor zelf meegebrachte installaties.’
‘Dat verzin je weer vlug. Je maakt mooie advertenties. Een plaatje met links caravans, rechts tenten en de tekst ertussen in het water.’
‘Dat was een beetje goochelen op de computer.’
De telefoon van Tamara ging over.
‘Tamara.’
‘Geweldig, Peter. Kom na volgende week nog een keer kijken naar ons kunstwerk. En met ons bedoel ik ook jouw kunstwerk. En je mag natuurlijk ook naar de bewegende kunstwerken bij het meertje komen kijken. Misschien wil je vrouw dan ook meekomen.’
‘Je gunt haar toch ook wel wat? Al hebben de jongens alleen kleintjes.’
‘Tot in het begin van de avond schooljeugd. Steigerpijpen ‘s avonds laat, als er alleen van boven de achttien zijn. Dan mogen jullie natuurlijk ook komen, het heeft wel wat, in de open lucht, al of niet met wat bekijks.’
‘Geef maar gewoon toe aan je stiekeme wensen. Hartelijk dank, Peter, tot ziens.’
‘Steigerpijpen! We hebben niets te klagen, Tamara, twee meter kunnen we niet kwijt.’
‘Ik zou het van twintig centimeter al niet weten, en daar wil ik ook niet achterkomen. Thomas stopt me voor mijn gevoel al helemaal vol. Je kan niet verwachten dat Peter over stijven of erecties met me praat, hij is heel netjes. En lief, hij heeft drie zoons, die allemaal bij hem in de firma werken, maar hij had mij wel als dochter willen hebben.’
‘Ja, welke vader niet. De jouwe zal best trots op je zijn.’
‘Hij zegt, misschien word ik een keer trots op je, maar dan moet eerst mijn verbazing over zijn. O, Ryan nog even bellen.’
‘Ryan, Tamara nog even. Kan je van het weekend alle materialen die je al hebt vast bij John brengen? Ik heb twee man kunnen charteren om dinsdag te beginnen met de palen vast te schroeven en de schotels erop te zetten.’
‘Ja, ze zorgen voor de palen, stukken steigerpijp. Heb je, als je de spullen brengt, ook even tijd om John voor te doen hoe hij de kabels moet trekken en vastbinden aan de caravans en de palen?’
‘Dank je wel. Tot ziens, Ryan, waar dan ook.’
‘Oh, dat was weer een hint naar hoge kortingen. Wat slim en snel, om dat zo te brengen.’
‘Het gaat me steeds makkelijker af, Maureen. Heb je nog wat te drinken voor me? Het werk zit er weer op.’
‘Ja, je hebt alles geregeld. Indrukwekkend, Tamara. Zo uit je hoofd een complete installatie onthouden en ieder stukje uitbesteden.’
‘Zo ingewikkeld was dit niet, daar had ik geen lijstje voor nodig.’
‘En steeds meer of minder openlijk om kortingen vragen. Terwijl, als ik zo brutaal mag zijn, meneer niet bepaald arm is.’
‘Nee, maar hij kan niet zomaar geld weggeven. Hij is voor zijn familie verplicht om naar een zo hoog mogelijk rendement te streven, dat hebben zijn voorouders ook steeds gedaan. Daarom heeft de familie zo’n grote reserve, waarmee hij het dorp kon kopen, enzovoort. Voor het dorp, een goed doel, is het voldoende als hij er geen verlies op lijdt. En met die hoge kortingen voor de nieuwbouw en vast ook weer voor de renovaties kunnen we de huren onder die van de dorpen in de buurt houden. Dat is voor mij de hoofdzaak.’
‘Dat begin ik te snappen. En de camping?’
‘Dat is een geval apart. Je weet, we zochten eigenlijk alleen huisvesting voor de mensen die voor de renovatie tijdelijk hun huis uit moeten. Maar ja, zelfs al zitten we onder de huren van andere campings, onder andere omdat de grond voor niets was, we gaan hier toch een behoorlijk rendement maken.’
‘En onder andere omdat jij vast de aanleg goedkoop geregeld hebt en een behoorlijke korting op de caravans gekregen hebt.’
‘Ook dat. Ik denk dat meneer en mevrouw al over een besteding daarvan aan het nadenken zijn, ze willen vast dat de meeste winst ten goede van het dorp komt. Ik zou niet weten hoe, de nieuwbouw is prachtig, na de renovatie zijn de oude huizen ook lux, en de huren zijn laag. Wat wil je nog meer?’
‘Ik zou het ook niet weten. De gezelligheidsvereniging biedt genoeg vermaak. En dan is er het meertje nog.’
‘Eigenlijk grappig. Ik geef niet alle details aan meneer en mevrouw door, je hoorde het daarnet ook, dat is niet nodig. Maar over één detail weten ze meer dan ik. Zij zien de boeken van de camping. Hoe gaat het met het potje voor de wegwerphanddoeken?’
‘Je kent je dorpsgenoten goed, we spelen ongeveer quitte.’
‘Mooi. Is de omzet groot?’
‘Je vraagt het netjes. Nogal, Tamara, er wordt vast aardig wat gespoten door de jongens.’
‘Ach, misschien iets meer dan vroeger. Maar vast veel lekkerder, in hun blootje. Ik moet er niet aan denken om bij Thomas met een zakdoek in zijn broek te gaan om hem te laten lozen.’
‘Ik heb het, vóór John, wel gedaan om zo’n jong rustig te houden. Niet te vergelijken, ik vind het nog steeds heel mooi om John goed te kunnen bekijken, hem vast te houden en te laten komen, als er niets anders kan.’
‘Ik ga weer naar huis. Vast wat anders doen. John, Maureen, tot ziens. En ook veel plezier gewenst.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 30
Zie ook www.wellingten.co.uk

Verzorgd door Tamara.

De huurhuizen en de renovatie van de huurhuizen.
Geen nieuws.

De nieuwbouw.
Nummer zeventien en negentien zijn nu bewoond. De tweede met twee slaapkamers. Afgezien van de overige vertrekken, natuurlijk. Ook de andere bewoners van de tweeslaapkamerwoningen zijn erg tevreden over de nette inrichting.

De camping.
De verhuur loopt bijzonder goed.

Het meertje.
Alles gaat daar bijzonder goed.

Overige onderwerpen.
Geen.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
E-mail     tamara@wellingten.co.uk
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * *

 Week 43

‘Ik voel me zo stom, dat ik TV’s voor de caravans vergeten heb.’
‘Wij hebben er ook niet aan gedacht. Werd er geklaagd?’
‘Nee, ze zeiden dat ze niet konden klagen, want er stond niets over in de advertentie. Nog stommer van me, voor onze advertenties heb ik gespiekt bij andere, zelfs daardoor is er geen belletje gaan rinkelen.’
‘Vast omdat je waarschijnlijk zelf zelden TV kijkt. Of heb jullie er één in jullie slaapkamer?’
‘Nee, daar hebben we genoeg vermaak. Beneden kijken we inderdaad zelden. We hebben zelfs getwijfeld of we er één aan moesten schaffen, Thomas en ik keken thuis ook al heel weinig TV. Tja, als het maar even kon waren we buiten. Bij slecht weer in het dorpshuis. Ik vind het ook vervelend dat ik het niet onmiddellijk op kon lossen. Woensdag is waarschijnlijk de eerste caravan voorzien, de laatste hopelijk vrijdag vóór de nieuwe gasten komen.’
‘Als er niets over in de advertentie stond is dat snel genoeg, Tamara. Niet willen toveren.’
‘Nou ja. Ryan van de telefoon- en computerwinkel en Peter van het grondwerk en de afrasteringen hebben enorm geholpen, anders had het veel langer geduurd.’
‘Is er wel eens iemand die jou niet snel helpt?’
‘Die had ik door vóór ik ze een opdracht gaf. Die zullen nu wel spijt hebben, ze hebben een grote opdracht gemist. Ik had nog geen zaken gedaan met Ryan, maar hij was de eerste aan wie ik aan dacht, zodra ik van John en Maureen van het probleem hoorde. Ik heb hem gebeld om voor advies naar de camping te komen. Hij was er heel snel. En hij gaf snel en goed advies. Hij wilde ook graag snel spullen leveren. Peter heeft heel snel pijpen geregeld en monteurs om die te bevestigen en de satellietschotels erop te monteren. John legt de kabels aan, Ryan doet de rest, de TV’s en de satellietontvangers plaatsen en aansluiten.’
‘Hoelang heb je er over gedaan om dat alles te regelen?’
‘Waarom wil je dat weten?’
‘Niet om je te controleren. Gewoon uit nieuwsgierigheid, ik heb geen idee hoe je zoiets aanpakt.’
‘Dit is geen goed voorbeeld. Ryan heb ik een paar keer eerder om advies gevraagd, voor mensen in de nieuwbouw. Peter ken ik al van de aanleg van de strook voor de nieuwbouw. De installatie was niet moeilijk, toen Ryan het vertelde kon ik het uit mijn hoofd onthouden. Pijpen, bevestigingsmateriaal daarvoor, schotels, kabel, inbouwdoos, ontvanger, TV. Één of eenentwintig maakt niet uit. Dus met een half uurtje was alles rond.’
‘Tja, voor iemand die hele huizen laat bouwen was dat natuurlijk makkelijk. Maar niet iedereen kan het zo snel én het zo snel voor elkaar krijgen.’
‘Nou ja, toeval dat ik erin gerold ben. Al moet ik toegeven dat een goed geheugen helpt. Heb je een papiertje voor me en een pen of zo?’
Mark gaf haar een blad papier en een ballpoint.
‘Ik dacht dat je een goed geheugen had.’
‘Daarom juist.’
Tamara schreef wat op en vouwde het papier dicht.
‘Ryan adviseerde twee extra versterkers, als reserve.’
‘Totaal drieëntwintig. Bah, vijfendertig plaatsen voor tenten vond ik geen mooi aantal, maak er hier maar vierentwintig van.’
Tamara gooide het papier voor Mark op zijn bureau, hij vouwde het open.
‘Vierentwintig. Hoe wist je dat?’
‘Dankzij mijn geheugen, over die zesendertig in plaats van vijfendertig. En ik vond twee reserve te weinig, reparaties kunnen weken duren. Niet bij Ryan, maar als ze naar de fabrikant of importeur moeten. Al krijgt Ryan daar ook voorrang, omdat hij zijn leveranciers mijn krantjes stuurt.’
‘Drie reserve lijkt me ook beter. Weer goed bedacht, Tamara. Als iedereen jouw krantjes door gaat sturen, moet je dan niet je oplage verhogen?’
‘Eigenlijk zat ik af te wachten om die te verlagen. Ik ging er vanuit dat de jongelui die na hun trouwen in een nieuwbouwwoning trokken nog maar één in plaats van twee krantjes zouden nemen. En dat mensen met Internet ze daarop zouden lezen. Maar het één compenseert waarschijnlijk het ander.’
‘Ik had kunnen verwachten dat je dat ook nauwkeurig in de gaten hield.’
‘Natuurlijk, nog steeds, al gaat het niet om de kosten, zo duur is het niet. Ik kijk, als ik nieuwe rondbreng, wat er van de vorige over is. Ik ben altijd trots op mezelf als dat er een paar zijn. Als er niets meer is doe ik er vijf meer, al ga ik er vanuit dat ze dan op een ander adres een krantje gehaald hebben. Als er meer over zijn wat minder. Het blijft schommelen, kennelijk haalt niet iedereen iedere keer een krantje bij hetzelfde adres. Maar het gaat leuk, ik krijg ook nooit klachten over de verspreiding.’
‘Wat een perfectie.’
‘Ach, dat is één van de dingen die mijn werk zo leuk maken. Verder heb ik geen nieuws. Alles loopt goed.’
‘Mooi. Dan hebben wij wat. Een vooraankondiging. We waren van plan om een paar maanden vóór de komst van de volgende kleinkinderen tot een paar maanden daarna naar de kinderen te gaan. Je weet, ze worden een maand na elkaar verwacht. Maar we vinden dat toch te lang, dat zou een maand of vijf worden. Te lang voor hun om met ons te zitten, dan hebben ze geen normaal leven. En te lang voor ons, wij zijn dan ook minder vrij. We gaan nu op afroep, kort voor de eerste komt. Als die onverwacht te vroeg komt hebben we pech gehad, maar dan zijn we er een dag later vast wel.’
‘Er zijn toch niet altijd vliegtuigstoelen vrij?’
‘Eerste klas meestal wel. En we hoeven niet rechtstreeks, via New York of zo is ook goed. De vorige keer zijn we hier naartoe gekomen toen ons tweede kleinkind een maand of twee was. Maar we komen nu eerder terug, we weten nu hoe fijn chatten is, dan zijn we ook vlak bij elkaar. De planning is dus, dat we over een maand of twee hooguit twee maanden weg zijn, naar Boston.’
‘We zullen jullie missen.’
‘Dank je wel. Wij jullie ook. Maar wij kunnen af en toe ook chatten. Dat is wat anders als je praatjes hier, maar beter dan niets. We gaan je krantjes op Internet lezen, daar genieten we ook zo van.’
‘Goed. Over genieten, we zullen jullie ook in het zwembad missen. Maar we komen allemaal niets tekort. In Boston zitten jullie vast weer met z’n allen bloot in de tuin en hier hebben we het meertje.’
‘Gaat het daar nog steeds goed?’
‘Ja, ongeacht de leeftijd. Het aantal gebruikte wegwerphanddoeken is na een piek wat teruggelopen, rekening houdend met het weer. Hoeveel precies weet ik niet, dat houd ik niet bij. Als jullie het willen weten, op de afrekeningen van John staat de aankoop van de nieuwe en de opbrengst van het potje wel.’
‘Nee, dat hoeven we niet te weten. We vinden het natuurlijk wel fijn dat het zo goed gaat. Vooral voor de meisjes, die er eerst niet mochten komen.’
‘Er komen er meer dan ik verwachtte. Met John en Maureen gaat het ook heel goed.’
‘We kregen een heel lief briefje van Maureen. Ze schreef wat er gebeurd was, ook dat ze wist dat we al veel van jou gehoord hadden.’
‘Ja, dat heb ik natuurlijk verteld, ik wil niks stiekem doen.’
‘Nee, maar je hebt niet alles verteld. Ze schreef, dat wij ook haar verhaal over de pil mochten weten.’
‘Tja, ik vond dat ik jullie over haar gezondheid mocht vertellen, maar over de pil vond ik te privé. Bovendien was het niet aan de orde.’
‘Je hebt het goed gedaan, alleen verteld wat nodig was om haar te helpen. Een goede pil vinden lukt vast wel.’
‘Toevallig kwam ik achter haar moeilijkheden en kon het natuurlijk niet laten om te proberen er iets aan te doen. Als ze hier in huis gewerkt had, Simone, had jij het waarschijnlijk ook een keer gemerkt.’
‘Nou, achter dat Francis niet had mogen doorleren is Ian gekomen, ik niet, terwijl ik haar vaak genoeg zag.’
‘Ja, maar Francis dacht er zelf amper aan. Ik heb nog wat anders, Mark. Laat ik eerst vragen hoe je zo snel de creditcardrekeningen voor de camping hebt kunnen regelen.’
‘Ik heb de directeur van de bank gebeld. Die zei, normaal moet een bedrijf minstens een jaar goed draaien voor je zo’n rekening krijgt. Ik heb weer een oude truc uit de doos gehaald, en gevraagd hoelang het zou duren als ik een bankgarantie van een paar miljoen zou geven. Hij grinnikte, zei, dat hij me terug zou bellen. Dat deed hij de volgende dag. Drie keer één miljoen garantie, de drie rekeningen kwamen eraan. Tja, simpel.’
‘Ja, als je een jaartje van die drie miljoen geen gebruik hoeft te maken, omdat je er nog een paar hebt, wel. Goed. Ik had met de beheerder van de huizen afgesproken dat ik een kijkje zou nemen bij mensen die op zijn aanmaning om de huur te betalen niet reageerden. Dat is nog niet gebeurd, maar ik ben wel om hulp gevraagd bij mensen die in de problemen zijn geraakt, maar nog geen huurachterstand hebben. Dat willen ze liever niet, om de verstandhouding goed te houden. Hun creditcardmaatschappij heeft een fout gemaakt en denkt daardoor dat ze een grote schuld hebben. Niet alleen hun creditcard, ook hun bankrekening is geblokkeerd. Alles wat ze hebben is wat ze contant hadden. Ze moeten nu alles in het dorp op rekening kopen, maar dat loopt op. Ik mocht hun rekeningen bekijken. Ik was er al gauw achter dat de fout niet bij hun zit en dat ze helemaal geen schuld hebben. Maar schrijven of bellen naar de creditcardmaatschappij helpt niet, ze houden vol dat ze een grote schuld hebben. Zou je een beetje kunnen bellen? Hier zijn de gegevens.’
Mark pakte het briefje van haar aan en las het.
‘Overzichtelijk. Ik bel wel.’
‘Dank je wel. O, nog wat. Ik hoorde van Ralph, van de computerwinkel, dat er op zijn huur een opslag zit voor het zakelijk gebruik van zijn huurwoning.’
‘O?’
‘Weet je dat niet?’
‘Nee. Leg eens uit?’
‘Hij zegt dat hij niet veel betaalt, maar honderd procent extra, in de stad komt boven de duizend procent voor. Het schijnt normaal te zijn, maar ik vind het een meesnoepen, sorry, van de eigenaar met het geld verdienen in een huurwoning.’
‘Niks sorry, ik weet van niets. Tja, ik begrijp het principe.’
‘Ja, ik ook. Als je een winkelpand laat bouwen kan je uitrekenen wat alles gaat kosten, hoe je dat door moet berekenen. Dat doet Ralph natuurlijk ook, maar ik vind het raar, het blijft een woonhuis. De eigenaar vangt er meer voor omdat er in verdiend wordt, terwijl het er niet voor gebouwd is. De verbouwing van de benedenverdiepingen van woonruimte naar winkel heeft hij vast niet betaald. Hij heeft een extra rendement. Oneerlijk, hij vangt ook niets van onderverhuur.’
‘Tja. Je hebt je vast verder geïnformeerd.’
‘Ja, mijn vader betaalt honderdtien procent extra. Dat wist ik niet, ik wist alleen de totale huur. De voorzitter van de winkeliersvereniging betaalt negentig procent extra en denkt dat het schommelt tussen de negentig en honderdtwintig. Hij ziet er niets abnormaals in, wel aan de lage kant. Dat vond de beheerder ook. Hij moest het nakijken. Ja, het varieert van negentig tot honderdveertig procent. Vermoedelijk is het nooit hoger geworden omdat het niet kon. De winkeliers doen het goed, maar het is maar een klein dorp, niet zo veel omzet.’
‘Dat begrijp ik ook. Hoeveel winkels zijn er? Ik weet het niet uit mijn hoofd.’
‘Ik ook niet. De Hoofdstaat lijkt er mee vol te zitten, maar tussen de winkels zitten vaak één of meer woonhuizen. Vijfhonderd huizen gedeeld door vijf is honderd huizen in de Hoofdstraat, grofweg. Reken één op drie, ik kom op dertig winkels. Er is hier van alles. In de stad zijn veel winkeltjes opgegaan in warenhuizen of supermarkten, hier is alles nog apart. We hebben ook nog, behalve een schoenwinkel, een schoenhersteller. De minst leuke etalage is van de begrafenisondernemer, met grafzerkjes.’
‘Tja, die moet er natuurlijk ook zijn. Is er een begraafplaats?’
‘U kent uw dorp slecht, meneer.’
‘Ik krijg de kans niet. Ik zie wel wat vanuit de auto, maar veel méér lukt niet, vast in jaren niet. Ik wandel graag, om in de frisse lucht na te denken. Meestal in de tuin of een stukje door het bos. Vaak gaat Simone mee. Ik wilde een keer in het dorp kijken. Zonder Simone, want dat zag ik niet zitten, die zou te veel opzien baren, dat snap je wel. Ik had uitgerekend, zo’n tweehonderd meter naar de poort, een have kilometer naar het dorp, de Hoofdstraat is vijfhonderd meter lang. Bij elkaar ruim een kilometer, heen en terug nog geen tweeënhalve kilometer. Dus een half uurtje, zonder stoppen. Ja?’
‘Ja, zoiets.’
‘Nou, na een uur was ik bij de bakkerij, dus amper honderd meter het dorp in. Iedereen wilde een praatje met me maken, overal werd ik uitgenodigd om binnen te komen, in woonhuizen en in winkels. Het leek of iedereen in de gaten had dat ik daar wandelde.’
Tamara grinnikte.
‘Natuurlijk. Ten eerste, je bent wat langer dan de meeste dorpsbewoners. Ten tweede, ik neem aan dat je met je handen op je rug liep.’
‘Zeer waarschijnlijk.’
‘Bijna iedereen loopt met tassen te schouwen. Ten derde, wat ik zelf vanuit de bakkerij ook deed, is naar de huizen aan de overkant kijken. Door de weerspiegeling in de ramen kan je een veel groter stuk straat overzien dan dat vlak voor je eigen huis of winkel.’
‘Tja. Ik heb bij de bakker om een auto gebeld, ik wilde niet teruglopen, wéér een uur, anders zou Simone ongerust worden. Ik heb het een week later nog een keer geprobeerd, aan de andere kant van de straat. Weer hetzelfde.’
‘Tja. Had je je mobieltje niet bij je?’
‘Mijn mobieltje? Heb ik die?’
‘Natuurlijk.’
Hij pakte de telefoon en koos en nummer.
‘Thomas, heb ik een mobieltje?’
‘Laat me eraan herinneren als ik de deur uitga, dat lukt me toch niet ongemerkt. Dank je.’
‘Ja, er is er één voor mij. En voor Simone. Die staan op het kantoor van Thomas. Daar heb ik nooit aan gedacht. In huis weten ze altijd waar ik zit. In de tuin is er wel eens iemand met een telefoon naar me toe komen rennen. Dat mag alleen voor spoed, anders moeten ze later terugbellen. Ze krijgen de vermoedelijke tijd door dat ik te spreken ben.’
‘Goed georganiseerd.’
‘Natuurlijk, tijdens een operatie wilde ik ook niet gestoord worden.’
‘Ja, dokter. Nu in vogelvlucht over het dorp. Behalve de huizen zijn er verenigingsgebouwen, het grootste is het Dorpshuis, een kerk en wat werkplaatsen. Net buiten het dorp, richting stad, aan de rechterkant, nee, het hoort bij het dorp, is de begraafplaats. Hij valt niet op. Er ligt een parkeerplaats voor en er staat een twee meter hoge heg omheen. Hij wordt onderhouden door de begrafenisondernemer. Ik heb er een keer gekeken. Hij ziet er keurig uit, strakke rijen graven, maar het is er natuurlijk een dooie boel.’
‘Tamara!’
‘Nou, dat is begrafenisondernemerstaal, Simone. Hij zegt, de één zijn dood is de ander zijn brood, maar ik was altijd mijn handen voor ik ga eten.’
‘Nou ja!’
‘Terwijl hij nergens aanzit. Hij heeft een lijst van vrouwen die afleggen. Hij brengt de bestelde kist en komt hem later dichtschroeven. Nog zoiets. Dichtschroeven, niet dichttimmeren, zegt hij, dat is een rotgehoor als je er in ligt.’
Mark en Simone grinnikten.
‘Hij verzorgt het vervoer van de kist. Soms via de kerk, voor een rouwdienst of een afscheidsbijeenkomst. Er is op de begraafplaats geen gebouwtje. De grafkosten zijn laag, de eigenaar van de grond, een bekende familie, heeft kennelijk nooit in de gaten gehad dat je er huur of pacht voor kon vangen.’
‘Of niet gewild, Tamara, uit piëteit.’
‘Ja, sorry. Dat is waarschijnlijker.’
‘Ik kom het misschien ooit tegen in de familiepapieren. Het blijft in ieder geval zo. Een grote begraafplaats?’
‘De rijen beginnen aan de kant van het dorp. Vanaf de heg bij de parkeerplaats tot het eind van de tweede straat achter de Hoofdstraat. Er is ruimte voor meer rijen, daarna zou de heg verplaatst moeten worden. In overleg met eigenaar van de grond, natuurlijk. Maar dat zal lang duren, ruimte zat. Niet alle dorpsbewoners worden er begraven en van buitenaf komt er niemand op. Die zoeken maar een andere stortplaats, heet dat.’
‘Heeft hij wel genoeg werk?’
‘Tegen betaling houdt hij ook graven bij. En hij klust bij. Iedereen die haast heeft maar niet snel een vakman kan krijgen belt hem, hij is erg handig. Iedereen heeft haast, zegt hij, zelfs die dooien, die willen binnen een paar dagen de grond in.’
‘Tja. Dan moet hij snel graven.’
‘Nee. Na een begrafenis begint hij al aan een volgende kuil. Zodra die af is gaat er een schot overheen, want wie een kuil graaft voor een ander, enzovoorts. Soms moet hij een oud graf gedeeltelijk uitgraven, als er een tweede op dezelfde plek moet, een echtgenoot. Meer dan twee gaat niet, dan kom je op het grondwater en na je dood is je zwemdiploma ongeldig.’
‘Nou, ho maar. Wat weet je eigenlijk niet van het dorp?’
‘Dat weet ik niet. Ik weet ook niet wat ik wél weet. Maar als iemand me iets vraag blijk ik meestal wel iets te weten.’
‘Iets. Hoe weet je, bijvoorbeeld, zo veel van die begrafenisondernemer.’
‘Die moest ook brood kopen, dus sprak ik met hem.’
‘Met wie niet?’
‘Tja. Bij de winkeliers die niet bij ons kwamen zal ik vast zelf wel eens geweest zijn, van brood en gebak alleen kan je niet leven. Van de gezinnen doet er meestal maar één boodschappen. Maar daar hoorde ik dan over de rest van het gezin. Ik deed niets bijzonders, hoor, zo gaat het overal. Misschien onthoud ik iets meer dan anderen.’
‘Ja, vast iets. En als je iets niet weet en wilt weten weet je hoe je het uit moet zoeken.’
‘Dat is niet zo moeilijk, ik weet hoe alles aan elkaar hangt. Zeg, Mark, zal ik in het krantje zetten dat ze je in het dorp met rust moeten laten?’
‘Graag. Je zal het wel tactisch doen.’
‘Natuurlijk, met een beetje uitleg.’
‘Prima. Ik zoek die opslag uit.’
‘Graag. Nou, ik ben bij met mijn administratie, ik ga een rondje door het dorp fietsen, als laatste over de Avenue, daarna bij Maureen buurten.’
‘Wil je haar vragen, of als ze een wandeling maakt, ze ook eens bij ons langs komt? Als ze het te ver vindt kan ze ook gehaald worden.’
‘Ik geef het door. Tot ziens.’
 Nadat ze verdwenen was keken Mark en Simone elkaar aan.
‘Ongelofelijk, hè, wat die niet weet.’
‘En wél weet, ja. Een gouden keus.’
‘Jij hebt me een voorzet gegeven, door te zeggen dat er méér in dat koekenbakkertje zat, maar ik heb jaren geleden zelf een platina keus gedaan, door jou te kiezen.’
‘Dank je. Ja, ongeveer op dezelfde manier als bij Tamara. Meerdere voorwaarden. Geschikt zijn voor het werk, met aanpassingsvermogen. En goed kunnen praten. En er goed uitzien.’
‘Juist. Dat laatste wil ik graag nog een keer controleren. Wil je bloot op bed gaan liggen?’
‘En dan?’
‘Ga ik overal aan voelen, met mijn handen en mijn mond en als laatste met mijn dieptemeter je warme grotje in om dat uitgebreid te verkennen.’
‘Je zal je niet bijlichten, maar het vast binnenin lekker bevochtigen.’
‘Ja, niks wegwerphanddoeken, vrijen tot we komen en ik je vol spuit.’
‘Meneer!’
‘Ik neem aan dat dat een schijnprotest is.’
‘Ja, meneer, ik ga al klaar voor u liggen.’
Ze liep vlug richting slaapkamer.
‘Niet zo snel lopen, anders hijg je al vóór je me in je grotje bijstuurt.’
‘Dat is dan ook schijn, je weet de weg. Er begint in je broek al iets die richting op te wijzen. Tot zo.’
Hij ruimde zijn bureau een beetje op voor hij haar achterna ging.

Tamara vond John en Maureen voor hun caravan, met Crystal in een wipstoeltje naast hun.
‘Hallo. O, wat lach je lief, Crystal.’
‘Ze vindt het zo prachtig, ze kan heel goed rondkijken.’
‘Ook naar de satellietschotel. Hoe kan die zo hoog staan, John? Er zouden toch palen van twee meter komen?’
‘Peter heeft Ryan gebeld, omdat hij twee meter te kort vond, er moet al een meter in het aansluitputje. De ontvangst kan wel prima zijn, maar tegen een schotel die een meter hoog zit loop je makkelijk op. Ryan vond dat ook. Peter heeft de jongens van de oude bouwmaterialen gevraagd om uit beschadigde steigerpijpen stukken van drie meter te halen. Daardoor zitten de schotels nu net onder de dakrand van de caravans. Ze steken dus nog steeds nergens bovenuit, maar je kan nu langs de paal lopen zonder de schotel te raken.’
‘Die Peter toch. Hij blijft meedenken. Hoever zijn jullie?’
‘Vóór vrijdag de nieuwe gasten arriveren is alles klaar.’
‘Hè, fijn. Ik schaam me nog steeds, dat ik TV’s vergeten heb.’
‘Ben je gek, meid. Verder is alles perfect. Ze kunnen voor hun vermaak beter naar het meertje gaan dan TV kijken.’
‘Dan komen ze misschien volgend jaar terug met een kind meer dan nu.’
‘Dat moeten ze zelf weten. Het lijkt me wel leuk om te weten waar dat kind gemaakt is. Crystal is in bed gemaakt, we hebben het nooit ergens anders gedaan. Je weet, we zijn voor de volgende bezig. Dat wordt dan een campingkindje.’
‘Verzin maar weer een mooie naam. Maureen, mevrouw vroeg, of je eens een praatje kwam maken. Als je het te ver vindt om te lopen kan je ook gehaald worden.’
‘Ik moet me schamen. Ik denk er zeker één keer per dag aan, maar het komt er steeds niet van.’
‘Dat snapt ze wel, je bent hier net. En steeds druk geweest, eerst met de caravans, nu met de verhuur. En met Crystal, natuurlijk.’
‘Ja, die is nu een maand of vijf, ze slaapt natuurlijk minder dan eerst. Maar ze is heel makkelijk. Ze ligt graag zo, dat ze rond kan kijken. Het is zo grappig, als ze buiten ligt en mensen haar gedag zeggen glimlacht ze, maar als ze één van ons ziet lacht ze breed.’
‘Ik vind het heel leuk om haar te zien, maar vertel me maar niet te veel over haar. Anders vergeet ik nog de pil in te nemen.’
‘Nee, daar moet je meer overwegingen bij betrekken, dat weet je wel. Tamara, we wisten in het begin niet wat we met je aan moesten. Maar al gauw vertrouwden we je en begonnen we jouw positie te begrijpen. En je mogelijkheden, op veel gebieden. Je hulp met mijn gezondheid zullen we nooit vergeten. Je hebt meneer en mevrouw er toen over verteld, om eventueel hun hulp in te kunnen roepen, dat vonden we prima. Je hebt toen niets over mijn problemen met de pil verteld, dat vonden we erg netjes van je. Ik heb het daarna zelf gedaan, ik heb daar geen problemen mee. Maar wij hebben pas iets over Thomas en jou gehoord, het gaat ons niets aan, maar we vinden dat je moet weten wat wij gehoord hebben.’
‘Dat is heel aardig van jullie. Ik ben wel nieuwsgierig. Iets ernstigs kan het niet zijn.’
‘Nee. John was de wegwerphanddoeken aan het bijvullen en de vuilnisbakken bij het meertje aan het legen. Bij de kluisjes hoorde hij per ongeluk een gesprekje tussen twee stelletjes. Er werd meer níet dan wél gezegd, ze kenden elkaar waarschijnlijk goed. Maar hij begreep, dat Thomas en jij in het zwembad bij meneer en mevrouw mogen zwemmen.’
‘Dat klopt. Jullie weten dat mevrouw wat in me zag en dat daardoor meneer me in dienst genomen heeft. Al gauw hebben ze Thomas en mij min of meer aangenomen als kinderen. Wij zijn net zo oud als die van hun, ze misten ze in het begin erg. Hun zwembad is in principe voor de familie, maar het staat hun natuurlijk vrij om vrienden en kennissen uit te nodigen, of ze personeel zijn of niet. Zijn jullie boos, dat ik daar overheen gepraat heb?’
‘Natuurlijk niet. Zoiets schreeuw je niet van de daken.’
‘Nee, maar als twee stelletjes er van weten, weet binnenkort het hele dorp het. Dat is niet erg, we zijn toch al een beetje bijzonder, omdat we in het portiershuis wonen. ’
Tamara grinnikte.
‘Jullie weten nog meer, hè?’
‘Ja, dat er daar bloot gezwommen wordt.’
‘Wat hoorde John daarover?’
‘Dat vonden ze logisch, omdat jullie ook op het zonneterras komen. Dan zou het stom zijn om dan in het zwembad wat aan te trekken.’
‘Ja. Dat doen we daar ook niet als er nog anderen zijn. Die doen mee. Hun kinderen en hun echtgenoten, zijn ouders en nog wat familie en vrienden. Dat is één van de redenen waardoor ik nogal makkelijk geworden ben. Dat ik bij het meertje ook gelijk in mijn blootje naast je kwam zitten, Maureen. Maar we doen bij het zwembad niet wat we bij het meertje gedaan hebben. Alleen, als meiden horen hoe productief Thomas is, willen ze allemaal zijn ballen even voelen. Daarom wilde ik dat bij John ook, om nog eens te vergelijken.’
‘Nog eens?’
‘Als er nieuwe gasten waren zaten we in het water een beetje aan elkaar. Als het nat is is het niet zo opwindend. Als de jongens een beetje een stijve krijgen is dat niet erg, maar volledige zijn voor thuis. Maar als je één keer aan elkaar gezeten hebt is je nieuwsgierigheid over.’
‘Dat kan ik me voorstellen. Thuis kan je je uitleven.’
‘Zo is het. De jeugd natuurlijk niet, daarom zitten ze hier aan elkaar. Ik zal jullie nu over de omgangsvormen van de jeugd in dit dorp vertellen. Allereerst, dit dorp is ooit begonnen als vrijplaats, het is pas later bij de stad gekomen. Onze voorvaderen waren dus niet zulke lieverdjes. Maar we stammen niet allemaal van ze af, later mengden boerenafstammelingen zich ertussen. Boerenjeugd weet al vroeg, van de beesten, hoe het gaat tussen mannetjes en vrouwtjes. Als ze heel jong zijn speelt dat niet zo, ze nemen het voor kennisgeving aan. Maar als de pubertijd begint weten ze al hoe het werkt en zijn ze vrijer dan in een stad. De meeste in het dorp kennen elkaar van jongst af aan, zo ver is het niet van de ene kant van het dorp naar de andere. Ze spelen natuurlijk met elkaar. Ze gaan allemaal naar dezelfde lagere school, er is er hier maar één. Daarna gaan de meeste in de stad naar school. ‘s Morgens stappen de scholieren, die in de vijf straten, oh, voortaan zes, eh het dichtst bij de kant van het grote huis wonen, op de fiets en beginnen hun straat af te rijden, richting stad. De één na de ander sluit zich bij hun aan. Ze weten al gauw of er iemand een uur vrij heeft of zo, anders waarschuwen ze lui die zich verslapen. Aan het eind van de straten rijden die groepjes naar de Hoofdstraat, dan richting stad. Ze wachten net buiten het dorp op elkaar, op de parkeerplaats van de begraafplaats. Ze rijden gezamenlijk naar de stad, in ongeveer een kwartier. Ze zorgen, als het donker is, dat er voorop en achterop lui met goede fietsverlichting rijden. Hoe dat allemaal begonnen is weet ik niet, iedereen zegt, dat was altijd al zo. Nou, de fiets komt niet uit het paradijs. Richting stad loopt de weg iets op. Als ze ‘s middags terugkomen fietst het dus makkelijker en wordt er meer gepraat. En van plek in de optocht geruild, ze mogen maar met z’n tweeën naast elkaar, daar let de politie erg op. Ze zijn dan een jaar of twaalf, krijgen belangstelling voor de andere sekse. Dan gaan ze ergens in het dorp of in het dorpshuis ook meer praten, in groepjes. Als een stelletje belangstelling voor elkaar krijgt zonderen ze zich af. Dat gaat in het dorp makkelijk, er zijn veel rustige plekjes, open plekken tussen de huizen. Zolang je niet op de grond gaat liggen word je met rust gelaten.’
‘Niemand die iets zegt, als er twee staan te eh scharrelen?’
‘Nee, zelden, ze zijn allemaal jong geweest, ook niet pas met achttien of zo begonnen. Ze praten eerst alleen, als het goed gaat komt er kussen en omhelzen bij. Met dertien of veertien. Maar als jongens een tijd een stijve kunnen krijgen willen ze natuurlijk meer dan kussen. De meiden weten dat ze niet zo’n grote als die van een paard kunnen verwachten, dat zou ook niet passen, maar als ze door de kleding heen een stijve tegen zich aan voelen willen ze die natuurlijk ook wel bloot voelen. Veertien, vijftien. Dus wordt het onder elkaars kleding zitten. Daar kan het ook weer een tijd bij blijven, de meeste meisjes zullen wel maagd willen blijven tot hun huwelijk. Vijftien, zestien. De meiden praten onderling, de jongens ook. Dus gaan de jongens af op grote borsten of op meiden die veel toelaten. En de meiden op jongens die een grote hebben of goed kunnen eh vingeren. Als de jongens opdringerig worden en de meiden niet méér willen, houden de meiden ze koest door ze te laten lozen. Dat weten ze vroeg genoeg van anderen, dat levert geen problemen op. Sommige jongens willen ook niet meer. Wat de meiden zelf willen laten ze die jongens natuurlijk doen. Als ze allebei méér willen, dan moet zij de pil of hij een condoom gebruiken. Ik heb maar één keer gehoord dat er een meisje zwanger was vóór ze getrouwd was. Tja, ik weet nu, dat meisjes zogenaamd voor langdurige hoofdpijn naar de dokter gingen, maar in werkelijkheid de morning-after pil haalden. Zo gaat dat, tot ze een vaste partner vinden. Nogal vrij dus, omdat dat hier kan. Nog iets vrijer, sinds het personeel van het grote huis met hun partners op het zonneterras mag komen, daar anderen bloot ziet en er met de jeugd in het dorp over praat.’
‘Sinds wanneer is dat?’
‘Al gauw nadat meneer en mevrouw hier kwamen. Leuk verhaaltje. Jullie hebben gezien hoe vrij mevrouw erbij loopt. Een kamermeisje zei een keer, mevrouw, u bent mooi bruin. Toen zei mevrouw, ja, overal, door het zonneterras. Ik zal mijn man eens vragen of het personeel daar voortaan ook mag komen. Die vond het goed. En sinds het meertje opgeknapt is en er daar ook meisjes durven komen is alles nog vrijer geworden. Eerst kwamen de wat oudere meisjes, daarna steeds jongere. Tja, nu zitten die van dertien van elkaars blote lijf te genieten. Eerst alleen kijken, maar vast gauw in het water voelen en laten voelen. Als ze ouder worden zullen ze ook die wegwerphanddoeken wel gaan gebruiken. Ik weet niet of het aantal wat nog maagd is bij hun trouwen daardoor gaat verminderen. De dokter maakt er grapjes over, maar alleen híj weet hoeveel ongetrouwde meisjes er aan de pil zijn, en hoeveel daarvan niet om regelmatig te worden. Als ze de eerste keer komen houdt hij een praatje tegen ze. Maar de pil weigeren doet hij niet, dan halen ze hem in de stad wel.’
‘Heb je daar met de dokter over gepraat?’
‘Ik praat met iedereen overal over. Thomas en ik hebben tot die laatste maand vóór ons trouwen zelden of nooit over seks gepraat, ook niet aan elkaar gezeten. We hebben elkaar pas na ons trouwen ontmaagd. Maar iedereen maakt het zelf uit. Ik denk wel, dat er vaker en lekkerder klaargekomen wordt dan vroeger. Wat bloots zien doet iedereen wat, hè?’
‘Ja. We vonden het bij het meertje allebei lekker. De avond daarna, laat, hebben we het voor de caravan op het gras gedaan. We wilden niet naar het meertje, dan konden we Crystal niet horen, die sliep al. Bezoek voor het meertje zou toch achter de caravans langslopen. Het was heerlijk, buiten, zonder wegwerphanddoek, zonder condoom, Adam en Eva.’
‘Ik weet het. Wij kunnen het in de achtertuin doen, daar ziet niemand het. Als ik niet kan laat ik hem soms vanaf het balkon met een boog de tuin in spuiten, het gras kan er tegen. Een mooi gezicht, als hij kreunend vijf of zes stralen loost.’
‘Ik eh zou die ballen ook wel eens willen voelen.’
Tamara grinnikte.
‘Tja, het is niet te zien. Als we een keer met z’n vieren in het meertje zwemmen kan je hetzelfde doen als de jeugd.’
‘Tamara! Hem bij zijn ballen grijpen?’
‘Als je hem een ruil voorstelt kan dat wel een keer. Hij dan even aan je borsten en je doos.’
‘Zou dat mogen, John?’
‘Ja, een keer, ter vergelijking. Anders blijf je je dat toch afvragen.’
‘Zo is dat. Jij mag ter vergelijking ook wel een keer aan mij zitten, John. En ik aan jou?’
‘Tja. Je hebt mijn spullen al gezien, werkend zelfs. En mijn ballen vastgehad.’
‘Ik zal niets aan het werk zetten. En andersom?’
‘Eh, dan durf ik wel aan jou zitten zoals ik aan Maureen zat, vóór ons trouwen. Eh, alleen oppervlakkig.’
‘Als je mij ook maar niet aan het werk zet.’
‘Nee, buiten snoepen, thuis eten.’
‘Ik zou John geeneens willen ruilen voor een man die de hele dag een stijve heeft en continue kan spuiten.’
‘Nee, dat is niet het belangrijkste. Een paar keer per dag vrijen, of wat vaker, is fijn genoeg. Het gemiddelde over het hele land is minder, wel méér dan die ene keer op zondagmiddag, maar dat snap ik niet. Misschien zien ze elkaar zelden of nooit bloot, want dan wil je toch?’
‘Wij deden het vaker dan ‘s zondagsmiddags. Hier voelen we ons veel vrijer, ik hoef John niet bloot te zien om zin in hem te krijgen. Andersom ook niet, hij omhelst me vaak van achteren af, pakt me lekker beet. Als ik dan zijn stijve tegen me aanvoel wil ik verwend worden en hem verwennen. Het kan niet altijd, natuurlijk, maar vaker dan vroeger. Ik hoop dat het later met de pil lukt, het is weer zo fijn, zo lang achter elkaar zonder condoom.’
‘Dat lukt vast. Zullen we volgende week een keer gaan zwemmen?’
‘Ja, prima. Maandagavond? Om een uur of acht?’
‘Goed. Kan je Crystal meenemen? Goed ingepakt? Ze wil graag rondkijken, dan kan ze aan bloot wennen.’
‘Dat doet ze thuis al. Wanneer moet John stoppen om bloot met een erectie rond te lopen, denk je?’
‘Als ze groter is? En vast ook af en toe bij het meertje komt? Ik denk, als ze zegt dat ze het niet prettig vindt. Of als jullie merken dat ze het niet prettig vindt. Ik heb verteld dat meneer en mevrouw vroeger met hun kinderen bloot in de tuin zaten. Als mevrouw tegen meneer zei, ga je even mee naar binnen, zagen de kinderen dat meneer een stijve kreeg, die al recht vooruit stak vóór hij bij de deur naar binnen was. Dat zagen ze van jongst af aan, dat stoorde ze niet, dat vonden ze grappig. Omdat ze getrouwd zijn mag paps zijn pikkie, als die groot wordt, in de doos van mams stoppen, om lekker te vrijen, op grote mensen manier. En al vroeg wisten ze dat paps dan zaadjes in mams spoot, zo waren zij ook gemaakt. Door er stiekem over te doen krijg je waarschijnlijk meer moeilijkheden.’
‘Dat denk ik ook. Als je maar één keer gehoord hebt dat er een meisje zwanger was vóór ze trouwde kunnen ze er hier goed mee omgaan.’
‘Ja. Weten jullie mijn tip nog? Eigenlijk een tip van mevrouw. Vóór we daar naar het zwembad gaan zorgen we dat Thomas leeg is. Al duurt dat niet lang. Maar lang genoeg om daar een tijd zonder een stijve te zitten.’
‘Hopelijk niet langer dan tot we weer thuiskomen.’
‘Tja, afwachten. Mocht het korter duren, ach, met alleen boven de achttien erbij is dat niet zo’n ramp. Wij zien dat als compliment, hè, Maureen?’
‘Ik kan ze niet vaak genoeg krijgen. Maar ja, niet iedere jongen kan ze even vaak geven.’
‘Je zal van Thomas misschien ook een halve zien, zo regelmatig werk het ook niet. Ik ga weer naar huis, aan het eten beginnen, maar ik zet nog niets op. Tot ziens.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 31
Zie ook www.wellingten.co.uk

Verzorgd door Tamara.

De huurhuizen en de renovatie van de huurhuizen.
Geen nieuws.

De nieuwbouw.
Nummer eenentwintig en drieëntwintig zijn nu bewoond. Weer twee tevreden echtparen erbij. Stellen die net getrouwd zijn natuurlijk extra.

De camping en het meertje.
De verhuur en het vermaak gaan bijzonder goed.
Vóór jullie gaan denken dat ik nooit fouten maak, ik heb vergeten om voor TV’s in de stacaravans te zorgen. De gasten waren heel sportief, ze zeiden dat ze er naar vroegen, maar niet klaagden, omdat er niets over in de advertenties stond. Geluk bij een ongeluk.
Door de enthousiaste medewerking van drie personen is het gelukt om binnen een week iedere stacaravan te voorzien van een TV met een satellietontvanger.
1. Ryan van de telefoon- en computerwinkel. Ik vroeg hem om advies, omdat hij veel verstand van elektronica heeft. Hij bleek ook al TV’s en satellietontvangers te verkopen. Slimme jongen, hij houdt de markt in de gaten, ook de nieuwbouw.
2. Alwéér Peter, de eigenaar van de firma van het grondwerk voor de nieuwbouw, de camping en het meertje en van de afrasteringen.
3. John. Hij is onder iedere caravan gekropen (eenentwintig keer, dus) om de kabels te trekken, terwijl het geeneens bij zijn werk hoort. Wat hij verder, dat mag best eens gezegd worden, voortreffelijk doet, met hulp van Maureen. Zij hebben ook veel ideeën voor de camping en het meertje aangedragen en uitgevoerd. Behalve dat ze vinden dat ze fijn werk hebben, met prettige gasten en vriendelijke jeugd, vermaken ze zich ook uitstekend, waardoor zij ook geen TV gemist hebben.
Evengoed schaam ik me erg. Geef alsjeblieft alles zo gauw mogelijk door, ik voorkom liever iets dan dat ik moet genezen.

Overige onderwerpen.
Ik heb eerder over huurachterstand geschreven. Laatst werd ik om hulp gevraagd. Een gezin kon, buiten hun schuld, zoals ze zeiden, de huur niet betalen, maar wilde liever geen aanmaning, geen slechte naam krijgen bij de beheerder. Hun creditcardmaatschappij had een fout gemaakt in de hoogte van hun rekening, dacht daardoor dat ze een grote schuld hadden, en blokkeerde niet alleen hun creditcard, ook hun bankrekening. Ze konden me binnen de minuut overtuigen dat de fout niet bij hun zat en dat ze helemaal geen schuld hadden. Maar de creditcardmaatschappij reageerde niet op brieven of telefoontjes. Ik heb een invloedrijk persoon verzocht om de creditcardmaatschappij te bellen. De volgende dag waren hun rekeningen gedeblokkeerd, hun creditcardrekening was gecorrigeerd, inclusief gederfde rente, en kregen ze per koerier een excuusbrief en een grote bos bloemen.
De betroffen mensen vroegen gelukkig vroegtijdig hulp.
Nogmaals, ik kan niet beloven om alles op te lossen, maar ik weet veel wegen.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
E-mail     tamara@wellingten.co.uk
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week 44

Maandagavond tegen acht uur klopten Thomas en Tamara bij John en Maureen aan. Ze liepen gezamenlijk, met Crystal in een reiswiegje, naar het meertje. Er waren nog vier stelletjes. Ze legden hun kleren in de kluisjes en gingen een eind bij de andere stellen vandaan op het gras zitten.
‘Ik ga even naar die stellen toe, die twee van nummer twee- en vierennegentig zijn erbij.’
Na een paar minuten kwam Tamara terug.
‘Nog bedankt voor jullie show. En of jullie die van hun leuk vonden. Ik heb gezegd, zeer interessant, en fijn dat het hier kan.’
Maureen giechelde.
‘Al zouden we willen, voorlopig kunnen onze jongens geen herhaling geven. Jij bent ook leeg, hè, Thomas?’
‘Ja, we hebben ons best gedaan, toen ik na mijn werk thuis kwam en voor we hierheen kwamen.’
‘Zoiets hebben we ook gedaan. Direct nadat de laatste nieuwe van vandaag ingeboekt was en zonet. O, bedankt voor je mooie woorden over ons in je krantje, Tamara.’
‘Jullie hebben het verdiend om een keer openlijk geprezen te worden.’
‘En wie prijst jou openlijk?’
‘Dat hoeft niet. Meneer en mevrouw bedanken me vaak. Iedereen waar ik wat mee te doen heb in het dorp ook. En Thomas natuurlijk. Maar dat gaat wederzijds.’
‘Vast wel. Ik hoop niet dat je het erg vindt dat ik zo naar je pikkie kijk, Thomas. Van zo dichtbij ken ik alleen maar die van John. Niet dat ik verschil zie, maar ja.’
‘Net zo interessant als ik jouw borsten en gleuf vind. Niet dat ik verschil zie, maar ja.’
Ze grinnikten.
‘Ik heb nooit gedacht dat ik er zo makkelijk over zou kunnen praten. Maar ik wen snel, het is wel fijn om nergens omheen te hoeven draaien. Tamara heeft me nieuwsgierig gemaakt naar je ballen. Ik zie er niets bijzonders aan.’
‘Ga je mee het water in? Dan kan je onder water met je vingers kijken.’
‘Zou je dat niet erg vinden?’
‘Integendeel, als je het lekker doet. Van een andere meid dan Tamara is het natuurlijk interessant.’
‘Ik vind het toch een beetje eh apart. Ik wil er nog even over denken, als je het goed vindt.’
‘Prima. Maar je hebt vast al gezien, en het anders al van Tamara gehoord, dat de meiden hier als ze een jaar of veertien, vijftien zijn, al jongens bij hun ballen pakken. Zelfs in het water is er daarna wat hoger ook genoeg om beet te grijpen. Kan je dat ook vergelijken, als je wilt.’
‘O. Kan dat wel, Tamara?’
‘Zolang het bij ruilen blijft, en alleen een beetje voelen, zie ik geen problemen.’
‘Mag Thomas een beetje aan me voelen, John?’
‘Dat heeft Tamara toch ook bij mij gedaan? Dat vond je ook goed.’
‘Ja. O, Thomas toch, begin je nu al een stijve te krijgen?’
‘Tja, als ik denk dat ik zo door een blote meid bij mijn ballen gepakt word reageert het al.’
‘Laten we dan maar het water ingaan. Ik wil alles vergelijken.’
Thomas en Maureen liepen naar het water en zwommen weg. Toen ze terugkwamen en vlakbij waren omhelsde Thomas Maureen van achteren af. Tamara en John konden niet zien wat ze deden, alleen hun hoofden staken boven water. Na eventjes draaide Thomas Maureen om. In die stand bleven ze langer, tot ze de kant op kwamen, Thomas met een bijna complete stijve.
‘Hoe was het, Maureen?’
‘Eerlijk gezegd wel leuk, zo in het water. Hij pakte eerst van achteren af mijn borsten, en ik voelde wat tegen mijn achterwerk wrijven. Toen draaide hij me om en voelde even aan mijn doos en mijn gleuf. Ik aarzelde om hem beet te pakken, tot hij vroeg, als ik je een beetje vinger, durf je me dan wel vast te pakken? Nou, dat vond ik niet nodig, dus heb ik hem maar tussen zijn benen gepakt. Op de kant had ik het nooit gedurfd. Maar het voelde in eerste instantie net zo aan als bij John, als we onder de douche staan, zo glad. In tweede instantie, inderdaad grotere ballen dan John. Geen knikkers maar eieren. En wat eh groeit hij snel, onvoorstelbaar.’
‘Kon je er niet afblijven?’
‘Jawel, maar hij pakte mijn hand en liet me hem vastpakken. Ik voelde hem groeien, van recht vooruit tot helemaal omhoog, toen heb ik hem losgelaten. Want leeg is hij vast niet meer.’
‘Wel snel, Thomas.’
‘Ja, ze voelde eerst, maar daarna masseerde die ondeugd mijn ballen even. Ik heb haar hand gepakt en haar laten voelen wat ze veroorzaakt had.’
‘Jullie zijn allebei ondeugend. Zullen wij ook even, John?’
‘Ik durf niet.’
‘Ik heb al aan je ballen gezeten.’
‘Ik niet aan jou.’
‘Kom maar mee, ik stuur je handen wel.’
Ze deden hetzelfde als Thomas en Maureen, alleen omarmde John Tamara niet van achteren af. En hij had ook een stijve toen hij de kant opkwam.
‘Zo te zien heeft Tamara je ook een beetje gemasseerd.’
‘Ja, en niet alleen mijn ballen. Ik schaam me een beetje, Maureen.’
‘Voor je stijve? Die kreeg Thomas toch ook? Leuk, hoor.’
‘Je weet dat ik niet zo vlot ben als jij. De vorige keer was ik al zo verwonderd over wat er gebeurd was. En nu weer. Ze heeft mijn handen over haar borsten en tussen haar benen laten gaan, dat ging nog, dat voelt hetzelfde aan als bij jou. Toen mijn ballen gepakt, dat ging ook nog, maar toen ging ze ook masseren. En toen ik dacht dat ze me losliet pakte ze mijn kleintje en masseerde die tot hij groter werd. Tja, het was een eerlijke ruil, maar nog maar een maand geleden had ik me nog geeneens uit durven kleden als er anderen bij waren.’
‘Een volgende keer hoeft het niet meer, hoor. Wat doen jullie in het zwembad, Tamara?’
‘De eerste keer uitvoerig, zoals nu. Daarna af en toe een beetje, voor de gezelligheid.’
‘Ik kan me voorstellen dat jongens grote borsten interessant blijven vinden en meiden grote ballen.’
‘Ja, dat blijft. Toen de kinderen van meneer en mevrouw hier waren wilden de zoon en de schoonzoon best weer even aan die grote borsten van mevrouw voelen, in het zwembad. Thomas kon natuurlijk niet achterblijven. Hij wil niet zo gretig lijken, maar mevrouw zit ook iedere keer weer even aan zijn ballen. De dochter en de schoondochter wilden ook bij Thomas voelen. Hij moest ze na even stoppen, tegen vier handen aan zijn spullen hielp van tevoren lozen niet.’
‘Zou je alweer kunnen, Thomas?’
‘Een beetje, denk ik, dankzij je massage. Je zei, ik voelde hem groeien, van recht vooruit tot helemaal omhoog, toen heb ik hem losgelaten. Alsof je hem alleen maar vasthield, in plaats van me helemaal goed te bevoelen en te strelen.’
‘Dat ging vanzelf.’
‘Vast net zo vanzelf als wat Tamara bij John deed. Maar je deed het lekker. Zou je me willen zien spuiten?’
‘Ja, maar niet dat beetje. Hetzelfde als John en ik Tamara hebben laten zien, je complete stijve en dan je beroemde zes stralen. En over het water is vast mooier dan onder water.’
‘Dan zal ik een volgende keer niet van tevoren lozen, als Tamara het kan missen.’
‘Vlak voor we dan hierheen komen wel, ik zal niet klagen als we het voor het laatst voor het eten doen en zodra we weer thuiskomen.’
‘Ja, straks thuis zal het best lukken, hè, John?’
‘Vast wel meer dan een beetje. Maar zes keer haal ik nooit.’
‘Dat hoeft ook niet, met net zoveel als altijd ben ik dik tevreden.’
‘Ik eh zou eigenlijk wel naar huis willen, Maureen. Die massage werkt door.’
‘Ja, ik zie het. Je uitgeleefd, Tamara?’
‘Ja, ik vond dat het wel kon, jij had die van Thomas bijna helemaal stijf gekregen. Die van John groeit wat langzamer, maar is nu ook lekker groot. Zullen wij ook naar huis gaan, Thomas?’
‘Graag. Als die andere stellen er niet geweest waren zou ik het hier wel willen doen.’
‘Als alleen die stellen van de Avenue nummer twee- en vierennegentig er zouden zijn zou het wel kunnen. Een andere keer misschien. Zeg, bel ons, wanneer het kan, dan komen we gelijk. Nu inpakken en wegwezen.’

‘Hoe gaat het, meneer de coördinator?’
‘Prima, Tamara. Van de week zijn de eerste acht blokken klaar, op de garage en de tuin na. En aan de overkant de buitenkanten.’
‘Ja, mooi. Hoe gaat het met het tempo?’
‘Ik weet niet precies wat je bedoelt. De buitenploegen hebben onderhand aardig wat ervaring, maar ze kunnen niet sneller. Er kunnen ook niet meer lui ingezet worden, ze lopen elkaar net niet voor de voeten. Het blijft bij acht weken voor de buitenkant. We zijn na jouw waarschuwing dat het zo snel ging aan het sleutelen geweest met de volgorde aan de binnenkant. Er moet nogal veel gebeuren. Stuken, leidingen trekken, CV aanleggen, schilderen, behangen, keuken plaatsen, badkamer inrichten, tegelen. Het loopt nu veel beter. Ik denk, dat ze het binnen zeven weken zouden kunnen, maar ze willen die acht aanhouden. Dan kunnen ze tussendoor af en toe weg, om hun eigen klanten te helpen. Heb je daar wat aan?’
‘Ja. We zitten met de renovatie van de oude huizen. Er zijn er zo’n vijfhonderd. Als we met renoveren beginnen als de nieuwbouw klaar is, over ruim een half jaar, en er ook twee per week gedaan worden, zijn we pas over een half jaar plus tweehonderdvijftig weken is ruim vijf en een half jaar klaar. Dat duurt ons te lang, zelfs voor de huizen die er nog wel even tegen kunnen.’
‘Tamara, je tovert te graag. Je hebt die camping ook zo snel uit de grond gestampt. Ik heb alles met de verrekijker kunnen volgen. Het is wel goed voor mijn rust hier, dat ik, na het planten van de coniferen tussen de camping en het meertje, geen zicht meer op het meertje heb.’
‘Maar je bent wel een keer gaan kijken.’
‘Natuurlijk. Toen het er een keer druk was, ik kan zien hoeveel er naar toe gaan. Tjonge, ik heb nog nooit meer dan één meid tegelijk bloot gezien, daar een stuk of twintig. En ze hadden lang niet allemaal keurig hun beentjes tegen elkaar. Ik heb het thuis verteld. Moest ik met de vrouw er weer naar toe, die wilde wel eens twintig blote pikkies zien. Ik had haar gewaarschuwd, alleen kleintjes. Tja, jammer voor haar, maar wel knap van die jongens. Ik zou het vast niet redden.’
‘Die in het begin ook niet, maar het went. Goed. Aan de buitenkanten van de oude huizen is niet veel werk. Samen met het slopen van binnenmuren en het stuken is dat vast in een week gebeurd. We zullen geen acht buitenploegen nodig hebben. Het probleem zit binnen. Niet veel schilderwerk, het hoeft maar één keer, na wat opschuren. Maar de rest is vergelijkbaar met de nieuwbouw.’
‘Zonder stuken en weinig schilderwerk zou het in vier weken moeten kunnen. Tenminste, met ploegen die op elkaar ingespeeld zijn.’
‘Met acht binnenploegen zou dat vier huizen per week zijn. Vijfhonderd gedeeld door vier is honderdvijfentwintig weken, ruim twee jaar. Om dat half jaar te besparen, zou ik van buiten het dorp acht ploegen kunnen krijgen?’
‘Nee, vergeet dat maar, er werken nu al veel lui uit de wijde omgeving.’
Nou, dan moeten we maar wachten tot de nieuwbouw klaar is. Tot ruim twee jaar daarna voor de laatste.’
‘Voor vijfhonderd huizen is dat al erg snel.’
‘Jullie dachten meer dan een jaar over een huis te doen, dat werd vier maanden.’
‘Ja, maar toen wisten we niet wat we nu weten. Sneller gaat echt niet, Tamara. De aanvoer van alle spullen moet ook verdubbeld worden, nóg meer gaat vast ook niet.’
‘Dat is ook waar.’
‘Niet zo treurig zijn. De woningnood was erger, die kon snel opgelost worden, in ruim een jaar. Maar dat waren er maar honderd. Wees nu niet ontevreden over vijfhonderd in ruim twee jaar.’
‘Nee, dat mag ik niet zijn. Maar, wat je zei, ik tover graag. Dank je wel voor je meedenken.’
‘Graag gedaan, Julia. Eh, Tamara.’
‘Ken je soms een Julia die op me lijkt?’
‘Niet persoonlijk. Maar je kent je bijnaam toch wel?’
‘Nee. Vertel.’
‘Julia Roberts met de blauwe ogen.’
‘Wat? Wie heeft dat verzonnen?’
‘Dat weet ik niet, ik hoorde het van de bouwers. Zelfs al had ik je in het architectenbureau niet eerder gezien, dan had ik nog geweten wie je was toen je hier de eerste keer binnenkwam.’
‘Zo. Dan weet ik, denk ik, wie dat verzonnen heeft. Tot ziens.’

‘Jullie hebben vast het krantje gelezen. Bedankt dat je het geregeld hebt, Mark. Ze waren zo blij.’
‘Het is goed als je ons van zulke dingen op de hoogte stelt. Wij kunnen sommige dingen makkelijk regelen.’
‘Was dit ook weer makkelijk?’
‘Ja, Simone vroeg, kan je ze iets mededelen wat nét geen dreiging is? Dus één telefoontje naar de directeur van de bank. Of hij de creditcardmaatschappij mee wilde delen, dat wij niet alleen makkelijk een bankgarantie van een miljoen kunnen geven, ook makkelijk een paar miljoen voor een proces uit zouden kunnen trekken als ze de rekening van die mensen niet spoedig zouden corrigeerden en de beslagleggingen op zouden heffen.’
‘Tja. Een mededeling, zakenlui onder elkaar. Ik vraag geeneens of jullie het zouden doen, als het nodig zou zijn. Zelfs voor mensen die jullie geeneens kennen.’
‘Het zijn onze huurders. En het is een waarschuwing voor die club, om fatsoenlijk met mensen om te gaan.’
‘Dat werkt vast. Nu wat anders. De beheerder en ik zijn over de helft met de tweede ronde van het voorbereiden van de renovatie. We hadden niet zo’n haast, want het duurt nog ruim een half jaar vóór de eerste buitenploeg bij de nieuwbouw vrijkomt. Maar op een gegeven moment dachten we, als er twee huizen per week gerenoveerd worden, duurt dat tweehonderdvijftig weken. Dat is zo’n vijf jaar. Dat vinden we erg lang.’
‘Ja, liever vandaag dan morgen, natuurlijk. Hebben jullie al wat bedacht?’
‘Wel iets. Ik ben met de coördinator gaan praten. De buitenploegen moeten in een week de buitenkanten kunnen repareren, de binnenmuren slopen en stuken. We zullen geen acht buitenploegen nodig hebben, omdat de binnenkanten langer duren, bij de nieuwbouw ging dat gelijk op. De binnenploegen raken steeds beter op elkaar ingespeeld en hebben nu tijd over. Ze houden de acht weken aan en helpen tussendoor oude klanten. We hopen dat ze een renovatie in vier weken redden.’
‘Hoelang gaat het dan duren?’
‘In plaats van één twee-onder-één-kap per week vier huizen. Voor vijfhonderd dus honderdvijfentwintig weken, ruim twee jaar.’
‘Geweldig. Maar je lijkt niet zo tevreden.’
‘Ik had op sneller gehoopt.’
‘Sneller? Vijf keer zo veel huizen?’
‘Nou ja, je zal maar in een bouwval zitten en na het eind van de nieuwbouw nog twee jaar moeten wachten.’
‘Dat is voor de laatste. Kan je de ergste bouwvallen het eerst doen? Dan is vast iedereen tevreden. Anders zeg je maar, niet goed, dan verkoopt meneer uw huis aan een firma in Jersey.’
‘Au. De coördinator vond ook al dat ik ontevreden was, ik wil te veel toveren. Tja, hij heeft met zijn verrekijker de camping zien ontstaan, dat vond hij bijna toveren. Nadat het meertje klaar was is hij op een drukke dag gaan kijken. Oei, twintig blote meiden. Toen hij dat thuis vertelde wilde zijn vrouw ook gaan kijken. Oei, twintig kleine pikkies. Als ik had kunnen toveren had ze er twintig erecties kunnen zien.’
‘Daar hoef je niet voor te kunnen toveren, alleen maar toestemming voor te geven. Maar laten we dat maar niet doen, dan zou de woningnood weer beginnen.’
‘Het zou een fraai gezicht zijn, twintig blote jongens met twintig blote meiden zien spelen. En een orkest van gekreun.’
‘Tamara! Waar is dat schuchtere meisje van Thomas gebleven?’
‘In jullie suite, onder de douche, door Thomas ondergespoten.’
Ze grinnikten.
‘Over de ergste bouwvallen het eerst doen, dat idee hadden we ook al. We hebben ieder huis ook een cijfer gegeven, een tien als het snel moest gebeuren tot een nul als het amper nodig is. Er zijn natuurlijk ook mensen die zelf opgeknapt hebben.’
‘Veel tienen?’
‘Nog niet. Er zijn ook andere redenen voor spoed. Mijn vader heeft een tien.’
‘Je vader? De bakkerij? Het zag er daar keurig uit.’
‘Ja, beneden wel, daar komen de klanten. En de bakkerij zelf moet natuurlijk ook schoon zijn. Maar boven mag alles wel eens opgeknapt worden, daar hebben ze nooit tijd voor gehad. Uit solidariteit heeft hij zich opgegeven voor een van de laatste tweeslaapkamerwoningen, die krijgt hij ook, nummer achtentachtig. Hij heeft al een opvolger gevonden, die neemt het dan over. Die gaat dan doordeweeks in een stacaravan, in het weekend naar huis. Dan hoeft hij maar één keer te verhuizen, na de renovatie. Mijn ouders ook, ervoor.’
‘Ja, dat is een goede reden voor voorrang. Mooi bedacht.’
‘Zo zijn er meer uitzonderingen op de regel. Maar omdat we zo veel tijd hebben kunnen we steeds een goede oplossing vinden. Ik houd John op de hoogte wanneer er de eerste keer caravans nodig zijn, en hoeveel. En wanneer daarna méér, voor de overlap. Hij houdt er al rekening mee. Hij is erg tevreden over het boekingsprogramma, hij kan er veel mee doen. Ook de schoolvakanties staan erin, om dan alleen voor gezinnen met kinderen te boeken. Heel mooi, we zitten de eerste maanden vol, daarna wordt het pas minder. Maar tegen die tijd zal er vast weer bijgekomen zijn. De tentplaatsen niet, natuurlijk, in onze twee maanden winter. O. Die missen jullie vast. Kerst en Oud en Nieuw ook, hè?’
‘Wat? Nooit aan gedacht. Even kijken.’
Hij bladerde in zijn agenda.
‘Ja, Aimee is de derde week van december uitgerekend, Silvia die van januari. Ik heb waarschijnlijk met het noteren niet op feestdagen gelet. En het weer was sinds onze komst, na de vorige jaarwisseling, zo gelijkmatig, dat ik geen idee van seizoenen had. Waarom duurt de winter hier maar twee maanden?’
‘We liggen in een dal met een hoefijzervorm, eromheen heuvels. De opening is aan de Zuidkant, het slechte weer van de andere kanten gaat over ons heen. Overdag wordt het meestal gewoon warm, tussen de achttien en de vijfentwintig, alleen ‘s nachts koelt het dan erg af. In de stad en de andere dorpen om ons heen duurt de winter langer, die liggen bijna bovenop de heuvels, daar vriest het soms. Het beekje wordt gevormd uit meerdere stroompjes van de noordkant van de heuvels, waar er nogal wat regen valt, loopt naar het Zuiden, komt in een rivier uit, en die weer in zee.’
‘Ben je ook nog aardrijkskundige en meteoroloog?’
‘Nee, dat leer je hier in de eerste klas. Die korte winter is één van de redenen om niet uit het dorp te vertrekken, of om er terug te willen komen. Ian en Francis hebben zich ook in laten schrijven en het op één na laatste vrije huis gekregen, nummer drie en negentig. Er is er dus nog één vrij, maar dat houden we voorlopig zo. Van buiten het dorp hebben we al over de twintig aanvragen. We noteren ze, maar geven geen enkele garantie. Niet voor die éne en niet voor verdere nieuwbouw. Dat bekijken we toch pas na de renovatie?’
‘Ben je bang dat je je zou gaan vervelen?’
‘Over bijna drie jaar? Nee, tegen die tijd zullen we wel aan kinderen begonnen zijn. En er is al een langdurig klusje voor me, jullie familiepapieren.’
‘Dat is zo. Simone en ik hebben het al eens gehad over verdere nieuwbouw, te zijner tijd. Maar we willen niet voor vreemden bouwen, die zoeken ergens anders in het land maar een plek.’
‘Ja, ze moeten wel van hier afkomstig zijn, iets gemeenschappelijks met ons hebben.’
‘Zoiets. We willen ook van het dorp geen stad maken, hooguit nog één straat erbij, aan de andere kant.’
‘De Boston Avenue.’
‘Wat? Heb je al over een naam nagedacht?’
‘Ja, ook. Die leek me wel aardig.’
‘Mij ook. Simone?’
‘Ja, al was het maar om te voorkomen dat ze onze voornamen gaat gebruiken.’
Ze grinnikten.
‘Ik weet geeneens hoe de straten heten. Het lijkt wel dat ik dat niet hoef. Als ik iemand van het personeel vraag waar hij woont, zegt die, in de Hoofdstraat, of de eerste of tweede straat Noordelijk of Zuidelijk van de Hoofdstraat.’
‘Ja, dat is voor iemand van buiten het dorp toch makkelijk te vinden? Een straatnaam zegt niets. Ik weet dat ze in New York genummerd zijn, hier zijn ze alfabetisch, behalve de Hoofdstraat. Vanaf het Noorden, vanaf de Wellingten Avenue dus, de Brightonstraat, de Cambridgestraat, dan de Hoofdstraat, dan de Doverstraat en de Etonstraat.’
Dorp1b

‘Waar is de A?’
‘Daar wisten ze toen niets bekends voor.’
‘In Boston zijn er straten met alleen een letter, A-straat enzovoort. Maar was Aberdeenstraat niets?’
‘Foei, dat ligt in Schotland.’
‘Neem me niet kwalijk. Maar Boston ligt ook niet in Engeland.’
‘Ja hoor, aan de Oostkust is er ook een Boston. Dat heb ik opgezocht, ik bereid me voor op commentaar. Dat is er op de Wellingten Avenue niet gekomen, iedereen snapt dat het ter ere van jullie is en maakt zich er verder niet druk over.’
‘Jammer voor je, dan kan je je kennis niet luchten.’
‘Ach, ik heb lol genoeg.’
‘Tja. Alfabetisch is ook makkelijk, maar dan moet je nog weten wat Noord en Zuid is.’
‘Wij weten dat de hoogste heuvels in het Noorden zijn. ‘s Nachts kan je die kant op de lichten van een dorp zien. Dat leer je ook in de eerste klas, als je het dan nog niet weet. Vreemdelingen kunnen het iedere dorpsgenoot vanaf een jaar of zes vragen.’
‘Misschien zouden ze naar een achternaam kunnen vragen, als ze iemand in het dorp zoeken.’
‘Nee, vijfhonderd is te veel, die kan niemand onthouden. De mijne weet alleen wie bij mijn vader op rekening koopt, op de rekeningen staat zijn naam, niet op de bakkerij. Voor de rest ben ik Tamara van de bakker.’
‘En ze vinden het normaal dat die van alles in het dorp regelt?’
‘Ze vinden het fijn dat ik het doe, omdat ik het dorp ken, de mensen, de omstandigheden. En omdat ze veel makkelijker met mij kunnen praten dan met een onbekende beheerder of met een griezelig rijke meneer.’
‘Dat zal best, maar dat vroeg ik niet. Vinden ze het normaal voor de dochter van de bakker?’
‘Nou, zit niet zo op te letten, dan kan ik er niet omheen draaien. Nee, ik heb al heel vaak het verhaaltje van mijn zesennegentig gevulde koeken verteld, dan snappen ze het een beetje. En ik vertel dat ik niet hele dagen werk, maar dat ik ruim een halve baan heb, dat Thomas en ons huishouden voorgaan. In de tijd dat ik mijn huishouden doe kan ik over mijn werk denken. Ik zeg kan, niet dat ik dat ook doe, anders beginnen jullie weer over mijn te lage salaris.’
‘Nee, dat doen we niet, maar je mag er altijd om vragen. We weten dat je vindt dat je al genoeg beloond wordt door de dank van de mensen in het dorp.’
‘Ja, maar als ze me bedanken zeg ik altijd, ik zal het aan meneer en mevrouw doorgeven.’
‘Dank je wel. Tja, Tamara, volgende week dinsdag is het zover, dan wil Hare Majesteit ons bedanken.’
‘O. Jullie, bedoel je.’
‘Daar heb je om gevraagd. Maar we willen je mee om het van dichtbij mee te maken.’
‘Ik zal wel moeten, anders is mijn mooie jurk voor niets gekocht.’
‘Een normaal mens zou zich erop verheugen.’
‘Ja, maar ik ben niet normaal, ik ben Tamara van de bakker, dat is toch geen gezelschap voor de koningin?’
‘Dat zijn wij ook niet, maar we gaan niet op de koffie. Maar wat betreft die titel is ze het met je eens, als je wilt kun je haar daarvoor bedanken.’
‘Ik kijk wel uit, ik ga daar niet staan stotteren. Ik blijf zover achter je dat ik nét die papieren aan kan pakken. Zou ik daarna op de fiets in het dorp die muts op mogen?’
Ze grinnikten.
‘Ja, dat mag je, je blijft onze paladijn.’
‘Als hij me staat ga ik het doen, de mensen houden wel van een beetje show. Zoals jullie in een koets of ik in de Rolls met mijn standaard en een koe onder de motorkap. Als ik in de Rolls door het dorp rijd zwaait de jeugd naar me en wijst met zijn duim naar beneden, of ik even wil toeteren. Dat doe ik dan natuurlijk. Er zijn er steeds meer die een vlag met een vraagteken gemaakt hebben en die buitenhangen als ze een klachtje of een vraag hebben waar geen haast bij is.’
‘Komt dat veel voor?’
‘Ik ga bijna iedere dag een keer een rondje in het dorp maken, omdat het nog steeds een paar keer voorkomt. Ik denk dat het pas minder wordt na de renovaties, dan houd ik het waarschijnlijk bij één keer in de week, voor de gezelligheid, ze kunnen me altijd bellen. Zeg, de coördinator versprak zich, hij zei Julia tegen me. Hij had van de bouwers gehoord dat ze me Julia Roberts met de blauwe ogen noemen. Ik was nieuwsgierig naar hoe ik beschreven werd, maar ik heb dus niet gevist. Vinden jullie me op haar lijken?’
‘Ja. Niet sprekend, maar veel. En we zijn niet de enigen, want je werd toch steeds herkend?’
‘Ja, dat snap ik nu. Dank jullie wel, de beschrijving had ook minder complimenteus kunnen zijn. Zo, ik ga naar huis, aan het krantje beginnen. Over de duur van de renovaties en iets over dinsdag, weer eens een verrassing. ’
‘We zijn weer benieuwd wat je er van gaat maken. Tot ziens.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 32
Zie ook www.wellingten.co.uk

Verzorgd door Tamara.

De huurhuizen en de renovatie van de huurhuizen.
De beheerder en ik zijn nog steeds bezig met het opnemen wat er per huis gerenoveerd moet worden. Het is minder werk dan nieuwbouw, we hopen, dat ze een renovatie in vier weken redden en met voldoende ploegen per week vier huizen af kunnen maken. Het gaat dan vijfhonderd gedeeld door vier is honderdvijfentwintig weken duren, meer dan twee jaar. Van alle kanten wordt me verzekerd dat dat onmogelijk sneller kan en het weer een nieuw snelheidsrecord zou zijn, na de nieuwbouw, de camping en het opgeknapte meertje.
We gaan de volgorde van de renovaties pas vlak voor het eind van de nieuwbouw bepalen. De huizen die er het slechts aan toe zijn of waarvoor een andere reden is om ze snel te doen, doen we het eerst.
Ik zou graag willen dat het ook in een jaar kon; alsjeblieft, vertel me dat jullie zoveel geduld hebben.

De nieuwbouw, de camping en het meertje.
Geen nieuws.

Overige onderwerpen.
Meneer, mevrouw en ik zijn uitgenodigd om volgende week dinsdag om elf uur in Londen een feestje bij te wonen. Hare Majesteit de Koningin zal daar ook aanwezig zijn. Het wordt (gedeeltelijk) uitgezonden op BBC1. Ik weet niet of wij in beeld komen, maar KIJKEN! Of opnemen, om later te kijken.

Een verhaaltje met een verzoek.
Zoals jullie weten is de hoofdtaak van meneer het controleren en sturen van het hele familiebedrijf. Afgezien van papierwerk is daar ook denkwerk voor nodig. Meneer doet dat graag wandelend, in de tuin of een stukje door het bos, al of niet begeleid door mevrouw. Laats wilde hij een kijkje in het dorp nemen. Behalve vanuit de auto heeft hij er nog niet zoveel van gezien. Hij had de afstand geschat, vanaf de voordeur van Het Grote Huis tot het eind van de Hoofdstraat, en terug, bij elkaar nog geen tweeënhalve kilometer, dus een half uurtje wandelen.
Na een uur was hij nog niet bij de bakkerij gekomen. Hij werd steeds begroet en gevraagd hoe het met hem en de zijnen ging. En hij werd overal uitgenodigd om binnen te komen, in woonhuizen en in winkels. Hij is de bakkerij ingevlucht om  een auto te bellen, hij zag het niet zitten om terug te lopen. Hij krijgt natuurlijk ook op zijn kop als hij te laat terugkomt. Hi, hi.
Hij heeft wel op z’n kop gekregen omdat hij geen mobieltje meegenomen had. Tja, in en om het huis is dat niet nodig, jullie snappen wel dat het toegewijde personeel in de gaten houdt waar de familie zich bevindt, om ze zo veel mogelijk van dienst te zijn.
Een tweede wandelpoging, wat later, aan de andere kant van de straat, is ook mislukt.
Lieve mensen, meneer waardeert jullie hartelijkheid zeer, maar daarvoor komt hij niet. Hij wil graag wandelen en winkels kijken en nadenken. Misschien brengt zo’n wandeling hem op ideeën.
Willen jullie zo vriendelijk zijn om niet meer te doen dan hem groeten, zoals jullie mij ook doen, als er niets bijzonders aan de hand is? Is dat er wel, dan ben ik daar in eerste instantie voor.
Als het een keer goed gaat wil hij ook graag mevrouw meenemen, hij had wel voorzien dat hij met haar te veel aandacht zou trekken.
Nu niet gaan overdrijven, het trottoir voor hem uit gaan schoonvegen, of zo iets. De reclame borden die te ver van de winkels staan wat terughalen mag wel. Zo, ben ik dat ook weer kwijt.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
E-mail     tamara@wellingten.co.uk
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week 45

De plechtigheid in het paleis verliep rustig. [Pure fictie, natuurlijk] Er waren nog een tiental enkelingen of paren uitgenodigd om door de koningin onderscheiden te worden. Na een kort praatje tegen een enkeling of paartje, waarin Ze bedankte voor hun inzet, reikte de koningin de papieren over en gaf, nadat die aan de paladijn gegeven waren, een hand. Maar Mark gaf de papieren niet aan Tamara.
‘Majesteit, mag ik u Tamara, onze onmisbare hulp, voorstellen? Ik heb u over haar geschreven.’
‘Ik zie niet alle stukken, maar die van u kreeg ik ter lezing en beoordeling. Bovenop de brief van Tamara, waarin zij een titel voor u vraagt. Onderop uw brief, waarin u het aandeel van Tamara uitlegt. Kom eens naar voren, Tamara.’
Tamara struikelde bijna, toen ze een paar stappen naar voren moest doen. De koningin reikte haar de hand, Tamara moest die wel schudden.
‘Het voormalig koekenbakkertje, niet waar?’
‘Ja, majesteit.’
‘Mijn opleiding was erg gericht op mijn latere werk. Ik vind het heel knap, hoe jij jouw opleiding en ervaring gebruikt om je in te zetten voor jullie dorp. De brief over jou van je werkgever was erg uitvoerig, ik heb ervan genoten, zoiets krijg ik niet vaak te lezen. Het viel me op, dat je je niet alleen inzet voor de huisvesting van de jeugd, ook voor hun gezondheid en voor hun vermaak. Je hebt die camping naar de Wellingtens vernoemd. Er is een tijdperk naar één van mijn voorouders, Victoria, vernoemd. Zo gaat het er daar duidelijk niet aan toe. Ik waardeer het, dat je in mijn rijk een paradijsje mogelijk gemaakt hebt.’
‘Dank u wel, majesteit.’
‘Mijn waardering komt binnenkort beter tot uitdrukking.’
De koningin knikte naar Tamara en reikte Simone Haar hand. Die schudde hem. Nadat Mark de papieren aan Tamara gegeven had schudde ook hij Haar hand.
‘Dank je, Liz.’
De koningin knikte, glimlachte en wendde zich tot de volgende in de rij. Mark duwde een verdwaasde Tamara naar de uitgang van de zaal. In de zaal ernaast werden drankjes geserveerd, de Koningin zagen ze niet meer.
‘Heb je spijt dat je meegegaan bent, Tamara?’
‘Dat ik dat overleefd heb. Nee, geen spijt, maar laat me even bijkomen, Mark. Eh, graaf.’
‘Doe niet zo raar, lieverd. Ik zei toch, Ze is moeder en grootmoeder en beheerder, meer niet.’
‘Ja, dat weet ik wel, maar de Koningin heeft me een hand gegeven. En tegen me gepraat.’
‘Je deed het goed. Ze is er vast aan gewend dat iedereen onder de indruk is en niet zo veel zegt.’
‘En jij dan? Je was hondsbrutaal, Mark, haar Liz noemen.’
‘Dat kon wel even, je zag het, Ze glimlachte. Als Ze zich mijn brief zo goed herinnert weet Ze dat we nog niet zo lang Engels zijn. Ik zou me inhouden, tenzij ze wat uitlokte. Nou, jullie hadden het net gezellig over naaktlopen gehad.’
‘Ja, onvoorstelbaar. Ik snapte wat Ze bedoelde, het preutse Victoriaanse tijdperk. Je moet erg uitvoerig geschreven hebben. Zelfs het koekenbakkerverhaal.’
‘Juist het koekenbakkerverhaal. Toch knap van Haar, om in een paar zinnen duidelijk te maken dat Ze begreep waarom jij zoveel aankan. De huisvesting, de camping, het meertje. Dat paradijsje, Ze zei camping, maar ze weet het verschil, ik heb beide beschreven. En dat jij het meeste ervan ontworpen hebt.’
‘Ik had hulp.’
‘Dat weet Ze, maar Simone en ik hadden ook hulp. De hoofdpersonen krijgen de eer, die worden verondersteld hem te delen. Daarom moest jij van ons mee.’
‘Maar dat vond je nog niet genoeg, je hebt Haar mijn aandeel uitgebreid geschreven.’
‘Ja, maar ik had er niet op gerekend dat Ze die brief zou zien. Meestal handelen ambtenaren alles af. Onze brieven waren kennelijk opmerkelijk genoeg om ze Haar te laten lezen. We zijn een hele tijd met het opstellen ervan bezig geweest. Het mocht niet te lang worden, maar moest wel compleet zijn. We wilden jouw aandeel ook duidelijk maken. Nou, dat is gelukt.’
‘Ja, wat je zei, in die paar zinnen liet ze dat merken.’
‘Ze had het er ook over, dat je je ook voor de gezondheid van je dorpsgenoten inzet. Terwijl die aanvraag liep heb je Maureen geholpen. Dat heb ik ook vermeld, met het verzoek haar naam er buiten te laten.’
‘Ja, ik heb wat voor haar kunnen doen. Maar weer met jouw hulp.’
‘Jij kwam erachter, wij hebben alleen voor wat spoed gezorgd. Wij hadden de buit al binnen, zo gezegd. De jouwe komt nog.’
‘Wat komt nog?’
‘Wat zei ze als laatste?’
‘Eh mijn waardering komt binnenkort tot uitdrukking.’
‘Nou dan.’
‘Krijg ik soms een bedankbrief van Haar?’
‘Geen idee. Wacht maar af.’
‘Ik hoor niet aan Haar woorden te twijfelen, maar er zal wel een omissie gebeuren.’
‘Dan schrijf ik Haar een pissig briefje.’
‘Ja, je zou dat nog doen ook. Zeg, Liz, je had wat beloofd. Kom op.’
Ze grinnikten. Omdat ze niemand van de aanwezigen kenden stapten ze na nog één drankje weer op. Onderweg aten ze even wat in een wegrestaurant.
‘Je bent stil, Tamara.’
‘Ik ben aan het denken wat ik in het krantje moet zetten, Mark. Maar ik ben nogal verward, dat wordt niets vandaag.’
‘Dat hoeft toch ook niet?’
‘Het moet zo snel mogelijk, anders moet ik in het dorp om de paar meter alles vertellen. Als er maar een paar iets op TV gezien hebben gaat dat snel het dorp rond.’
‘Ik weet wat. Zodra we thuis zijn stuur ik Thomas naar huis. Begin je verhaal in te tikken en laat Thomas meekijken. Omdat hij er niet bij geweest is zorgt hij wel dat het een lopend verhaal wordt. Als hij tevreden is zal jij het ook wel zijn.’
‘Ja, dat is een prima idee. Had ik kunnen verwachten van een graaf.’
‘Je begint kennelijk weer een beetje bij te komen. Laten we maar gauw naar huis gaan.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 33
Zie ook www.wellingten.co.uk


SPECIALE UITGAVE * * * SPECIALE UITGAVE * * * SPECIALE UITGAVE * * * SPECIALE UITGAVE

HET HEEFT HARE MAJESTEIT DE KONINGIN BEHAAGD MENEER EN MEVROUW WELLINGTEN DE TITEL VAN GRAAF EN GRAVIN TE VERLENEN.

Ik was erbij, ik zal jullie erover vertellen.
Dat kan ik het makkelijkst, als ik over mezelf begin, en vertel wat ik meegemaakt heb. SCHOKKEND!

Jullie weten (in grote lijnen) hoe het met mij, Tamara van de bakker, gegaan is. Na mijn opleiding tot bakker hielp ik mijn vader in zijn zaak. Fijn werk, maar ik begon steeds meer uit te zien naar wanneer ik eindelijk met Thomas zou kunnen trouwen. Maar ja, die woningnood. Geen van tweeën wilden we uit het dorp weg.
Met de komst van de nieuwe meneer en mevrouw Wellingten raakte alles in een stroomversnelling. Ik herhaal het nog maar eens, Thomas werd butler, vroeg om na een renovatie van het portiershuis dat te mogen huren, vroeg mij ten huwelijk en stelde me, op hun verzoek, voor aan zijn werkgevers, meneer en mevrouw Wellingten. Tijdens dat gesprek kwamen zij op de hoogte van de woningnood.
Meneer vroeg mij een vereniging van huurders op te richten. Dat heb ik gedaan, ik heb de oprichtingsvergadering geleid, ben gekozen tot voorzitter en heb daar na een paar dagen weer voor bedankt, omdat meneer Wellingten vroeg of ik zijn “troubleshooter” wilde worden. Hij had de huizen in het dorp kunnen kopen en wilde hulp van iemand die het dorp goed kende en hem van ‘futiliteiten’ kon ontlasten. Jullie weten hoe ik dat doe. Ik heb een mooi salaris voor mijn gedeeltelijke werkweek, dat is meegenomen, want van het salaris van mijn echtgenoot, Thomas, kunnen we al goed leven. Mijn grootste beloning is de dank die ik van jullie krijg. Die geef ik natuurlijk ook aan meneer en mevrouw door, want zij maken alles mogelijk.
Dat doorgeven van jullie dank vond ik al snel te weinig, ze verdienden méér voor het oplossen van de woningnood en het opknappen van de oude huizen.

Het volgende heb ik in krantje nummer twee geschreven:
Sinds eeuwen wonen er Wellingtens in het grote huis. Misschien moet ik schrijven, Het Grote Huis. Er is geen andere naam in gebruik, zou de Wellingten Mansion iets zijn? Nog beter, de Wellingten Manor? Vermoedelijk, maar wat weet ik van geschiedenis, is de familie Wellingten titelloos gebleven omdat ze zich altijd bescheiden opgesteld heeft.

Zodra de nieuwbouw begonnen was durfde ik het aan, om Mare Majesteit de Koningin een brief te schrijven, waarin ik om een titel voor meneer en mevrouw Wellingten vroeg. Met de redenen daarvoor, natuurlijk. Ik ben zelfs zo brutaal geweest om te schrijven, dat de familie al eeuwen een titel toekwam, gezien hun gedrag en daardoor hun aanzien in en om het dorp en op hun landerijen.
Omdat ik niet verwachtte dat op het verzoek van een enkele burger gereageerd zou worden, heb ik de stadsraad een briefje gestuurd, om ze aan te sporen een officiële aanvraag voor een titel voor meneer en mevrouw in te dienen. Met natuurlijk weer de redenen. En wat ze H.M. verder voor moesten stellen, ik had van alles verzonnen voor de familie Wellingten.

In krantje nummer achtentwintig schreef ik, tja, er hangt wat in de lucht. En in negenentwintig, aanvullend, om de spanning erin te houden, iets plezierigs voor een paar mensen, waar het hele dorp van mee mag genieten. En dat was:
Meneer en mevrouw hadden van H.M. de Koningin het aanbod voor een graafschap ontvangen!

Toen ze me dat vertelden deed ik of ik van niets wist. In hun bescheidenheid twijfelden ze, ik heb ze aan moeten moedigen het aanbod te accepteren.
Meneer gaf een samenvatting van wat de gevolgen van de titelverlening zouden zijn. Tot mijn verbazing zaten daar ook al mijn voorstellen aan de stadsraad bij.
Aan het eind van de samenvatting zei meneer, wij weten natuurlijk wie er achter de aanvraag voor de titel zit. Jij bent de enige die zo’n compleet voorstel kan verzinnen. Tja, ze kennen mijn stijl van werken. Ik moest schuld bekennen. Als ‘beloning’, en omdat ik samen met hun werk, moest ik mee naar de officiële titeltoekenning in het paleis. Dat was het feestje waarover ik in het vorige krantje schreef. Ik mocht niets verklappen vóór de titel officieel verleend was.
Ik moest ook mee om daar te fungeren als paladijn, de papieren die meneer van H.M. zou krijgen van hem aanpakken, anders zou hij Haar daarna geen hand kunnen geven. Paladijnen krijgen van tevoren een muts met een veer erop. (Meneer zei, zo één als Robin Hood gehad zou hebben, dat is om te voorkomen dat de Koningin de verkeerde een titel verleent) Die muts zou ik mogen houden.
Ik wilde eerst niet mee, wat moet een koekenbakker bij H.M., maar op hun beurt haalden ze mij over.
Meneer moest een jacquet aan, mevrouw en ik hebben bij elkaar passende mooie jurken aangeschaft. Voor mij was dat makkelijker dan voor mevrouw, want die wilde natuurlijk een zo-laag-als-maar-fatsoenlijk-mogelijk decolleté. Het verschil tussen haar opvatting en de mijne over fatsoenlijk is opgelost met een stukje gaas.

In het paleis moesten we ons in een zaaltje in een rij opstellen. Er waren een stuk of tien enkelingen of paren voor ons, een paar achter ons. Ik kreeg mijn paladijnsmuts op. (Jullie zien hem nog wel) Daarna liepen we achter elkaar in een ander zaaltje langs H.M. Ik bleef een stap achter meneer en mevrouw.
H.M. hield tegen iedere enkeling of paartje een kort praatje, reikte de papieren over en gaf, nadat die aan de paladijn gegeven waren, een hand. Er hoefde dus niet geknield te worden en H.M. mepte ook niet met een zwaard. Ondertussen kon ik ook mooi afkijken hoe een paladijn zich moest gedragen.
Toen meneer en mevrouw aan de beurt waren fluisterde iemand die achter H.M. stond wat in haar oor. H.M. zei, juist, de familie Wellingten. Voormalig chirurg en voormalig verpleegkundige. Die na het overnemen van het beheer van hun familiebedrijf niet volstaan hebben met het leiden daarvan, maar vrij snel begonnen zijn misstanden aan te pakken. Meneer zei, wij hoorden van de woningnood in het naburige dorp en waren in de gelegenheid er iets aan te doen, Majesteit. H.M. zei, meer dan iets, het is één van de redenen waarom u hier bent. In de papieren staat het uitvoeriger. Wij danken u voor de aan Engeland bewezen diensten. H.M. kreeg door de man achter haar papieren aangereikt en gaf die aan meneer. Ik stond klaar om ze aan te pakken, maar hij gaf ze niet aan mij. Hij zei, Majesteit, mag ik u Tamara voorstellen? Ik heb u over haar geschreven. Ik schrok me wezenloos. Ik moest naar voren komen en Haar een hand geven. H.M. zei, dat meneer een brief geschreven had waarin hij mijn aandeel in de werkzaamheden in het dorp uitgelegd had. En dat Ze het knap vond dat een koekenbakker dat allemaal kon. Dat er een tijdperk naar één van Haar voorouders, Victoria, vernoemd was, maar dat Ze het waardeerde, dat ik in Haar Rijk een paradijsje mogelijk gemaakt had, waar het er anders aan toe ging. Ik heb alleen maar, dank u wel, Majesteit, kunnen zeggen. H.M. knikte naar me en gaf toen de gravin een hand. De graaf gaf de papieren aan mij en gaf H.M. een hand. Toen schrok ik me weer wezenloos. Hij zei, dank je, Liz.
Tot mijn verbazing knikte H.M., glimlachte en draaide zich toen naar de volgende in de rij. Ik weet niet hoe ik daar weggekomen ben, de graaf vertelde later, dat hij me naar een ander zaaltje geduwd had. Ik kwam daar bij mijn positieven met een drankje in mijn hand. H.M. heb ik niet meer gezien.
De graaf zei, om me gerust te stellen, dat ik het goed gedaan had. H.M. zou er vast aan gewend zijn dat iedereen onder de indruk is en niet zo veel zegt.
Ik zei, graaf, u was niet onder de indruk, u was hondsbrutaal, Haar Liz noemen. Hij zei, dat kon, je zag het, Ze glimlachte. Ze weet dat we nog niet zo lang Engels zijn. En Ze had het net gezellig met je over naaktlopen gehad. Ja, ik had gesnapt dat H.M. het over het preutse Victoriaanse tijdperk had. En dat Ze met het paradijsje het meertje bedoelde. Maar ik was niet zo bij de tijd om Haar uit te nodigen om eens mee te komen doen. Maar ik heb dus wel met H.M. over naaktlopen gesproken, op een beschaafde manier natuurlijk. SCHOKKEND!

Tot zover het verslag over het ‘feestje’.

De officiële redenen voor het verlenen van de titel aan de Wellingtens:
Voor het eeuwenlang uitzonderlijk sociale gedrag tegenover een uitgebreide staf aan personeel, zonder aanzien des persoons.
Voor het eeuwenlang zorgvuldig beheren van hun landerijen en het uitzonderlijk sociale gedrag tegenover de pachters daarvan.
En voor, sinds kort, het uitzonderlijk sociale en onbaatzuchtig gedrag tegenover een heel dorp.

In zijn bescheidenheid betwijfelde de graaf dat ‘uitzonderlijk’, er zouden wel meer goede landheren zijn, maar H.M. kon het weten. En helemaal onbaatzuchtig was het ook niet. Waarop ik antwoordde, een minimaal rendement is onbaatzuchtig.

Meneer en mevrouw Wellingten zijn dus voortaan de graaf en de gravin Wellingten.
De titel is gebonden aan de functie van beheerder van het familiebedrijf van de Wellingtens. De beheerder dient de Engelse nationaliteit te bezitten en in het huis van de familie te wonen.
(De graaf en de gravin hebben kort na hun komst de Engelse nationaliteit verkregen)
Over een eventuele zitting in het Hogerhuis wordt later besloten.

Nu eerst de gevolgen van het advies van de stadsraad:
De grond in het dorp wordt, om niet, overgedragen aan de familie Wellingten, zodat de grond in het dorp geen enclave binnen het eigendom van de familie meer vormt.
(Dat, om niet, gratis dus, komt, o.a., omdat de stad niet na kan gaan hoe ze ooit aan de grond gekomen is)

Het beheer wat de stad nu over het dorp voert, wordt voortgezet tot de graaf en de dorpsraad anders beslissen. Het betreft hoofdzakelijk de bevolkingsadministratie en het onderhoud van de wegen en de straatverlichting. De kosten daarvoor kunnen geïnd blijven worden via het rioolrecht en de waterkosten.
(Dat vond ik heel slim van mezelf, hebben wij voorlopig geen ambtenaren nodig en die financiële rompslomp niet. En omdat het zodoende voor de stad financieel niets uitmaakt, kon de grond op naam van de Wellingtens komen)

De vertegenwoordigers van de dorpsraad verliezen hun plaatsen in de stadsraad.
(Natuurlijk, voortaan zaken doen met de graaf. Zoals, of we de bevolkingsadministratie zelf gaan doen, om de bewoners ritten naar de stad voor aangiften, paspoorten en zo te besparen. Het is de vraag of dat goedkoper is)

Het dorp heet voortaan Wellingten.
(Administratief is dat niet zo moeilijk, omdat de postcode hetzelfde kan blijven)

Verdere gevolgen:
Het grondgebied van de familie Wellingten, inclusief het dorp Wellingten, heet voortaan Wellingtenshire.
Het is, evenals de naamsverandering van het dorp, ook aan de cartografische instanties doorgegeven, om dat op kaarten te vermelden.

De graaf krijgt het advies om Het Grote Huis Wellingten Manor te noemen.
(Het recht had hij natuurlijk al. Tja, een advies van H.M. wijs je niet af, dus einde van Het Grote Huis)

(Mooi, hè? Huis Wellingten Manor, dorp Wellingten, in Wellingtenshire)

De graaf krijgt een oud recht, hij mag belasting in zijn gebied heffen. Met als aanpassing aan de tegenwoordige tijd, dat niemand verplicht is om die te betalen.
(Ik heb de graaf afgeraden om belasting te gaan heffen, om te voorkomen dat de gravin mogelijk Lady Godiva gaat imiteren. Jammer, jongens)

De graaf mag ook de oude rechtspraak in zijn gebied invoeren. Ook met een aanpassing, partijen onderwerpen zich daar vrijwillig aan, en de uitspraak heeft geen rechtsgeldigheid.
(Ik heb de graaf geadviseerd om, op verzoek van partijen met geschillen, zittingen in het dorpshuis te houden. Om dan alles te doen wat bij een rechtzaak hoort, zoals eventueel getuigen oproepen en aanvullend onderzoek laten doen. En dan uitspraak te doen. Direct, of, omdat de graaf geen jurist is, na extern advies, binnen veertien dagen. Nogmaals, de uitspraak heeft geen rechtsgeldigheid, maar geschillen aan de graaf voorleggen, kosteloos, bespaart tijd, onkosten en een rit naar de stad)

Dat was alles. Dus nogal wat meer dan alleen een titel.
Ik vind het een mooi mengsel van tradities en hedendaagse regelingen.
Ik denk dat onze voorvaderen, de vrijbuiters in de vrijplaats, die ons dorp ooit was, zich niet van ergernis in hun graf om zullen draaien, maar ook blij met ons zijn, dat wij nu bij een graafschap horen met een moderne graaf en gravin. Die ons terzijde staan met hun (echt) uitzonderlijk sociale en (zo goed als) onbaatzuchtige hulp, op alle mogelijke gebieden.

De hoffotograaf heeft in het paleis video-opnamen gemaakt, die krijgen we nog thuisgestuurd. Ze zullen in het dorpshuis vertoond worden, de vermakelijkheidsvereniging regelt de vertoningen. Zie de aankondigingen op het prikbord.
Ik heb nog niet gehoord wat er van de plechtigheid op de TV te zien geweest is. Mogelijk heeft iemand dat opgenomen en wil dat ook in het dorpshuis laten zien.

Dat was het, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
E-mail     tamara@wellingten.co.uk
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *


Vrijdagmorgen ging Tamara bij de graaf en de gravin langs.
‘En, hoe maken de graaf en de gravin het?’
‘Prima, natuurlijk. Tamara, we hebben het al aan Thomas doorgegeven, wil je in je krantje zetten, dat we, behalve bij officiële gelegenheden, graag meneer en mevrouw genoemd willen blijven?’
‘Ik zal het doen. Zijn jullie tevreden over mijn laatste krantje?’
‘Meer dan tevreden, je hebt er ontzettend veel werk van gemaakt. We hebben ons rotgelachen over wat je over jullie jurken schreef. Het verschil tussen haar opvatting en de mijne over een zo-laag-als-maar-fatsoenlijk- mogelijk decolleté is opgelost met een stukje gaas. Waar haal je dat vandaan?’
‘Dat kwam zo bij me op. Je was er niet bij, Mark, in de winkel, ze zou glashard met half blote borsten naar de Koningin gegaan zijn. Ik heb moeten dreigen met thuisblijven om haar zover te krijgen dat ik naast haar bij de Koningin zou durven staan.’
‘Simone?’
‘Nou, Mark, ik wilde echt netjes. Ik heb een jurk met een hoog decolleté aangehad. Het was of de stoom van mijn borsten kwam, zo heet werden ze. Dat ging echt niet. Uiteindelijk bleek het op mijn normale hoogte met erboven een stukje gaas, voile, te gaan, dan werden ze niet zo warm.’
‘Tja, ze zijn ook niet gewend om helemaal ingepakt te worden. Je verhaal was ook mooi, Tamara, en je schrijft zo heerlijk vrij.’
‘Thomas heeft veel geholpen. Wat je zei, Mark, omdat hij er niet bij was heeft hij gezorgd dat het een lopend verhaal werd. Bij de uitleg van alle veranderingen heeft hij ook geholpen om alles op een rijtje te krijgen.’
‘De uitleg was heel goed. Maar ja, je had het meeste zelf voorgesteld, dus had je er al langer over nagedacht.’
‘Ja, voor mezelf. Maar nu moest ik het voor anderen opschrijven, voor in het krantje, dat kost toch tijd om het zorgvuldig te doen. Gelukkig heb ik aan de hand van het aanbod al veel voor kunnen bereiden. Ik ben er van uit gegaan dat er niets veranderd zou zijn in de definitieve papieren.’
‘We hebben ze gelezen. Alles in stijlvol Engels, deze keer, maar er is niets veranderd. Snappen ze het in het dorp? Hoe is de stemming?’
‘Ik heb dinsdag voor het eerst de boekhandelaar na sluitingstijd gestoord om het krantje te kopiëren, eerder waren Thomas en ik er niet mee klaar. Ik heb een gedeelte van de oplage bij hem gelaten, ook wat er via de post moet, een deel bij de kapper gebracht, die was gelukkig thuis, en ben met de rest naar mijn vader gegaan. Hem en mijn moeder ieder een exemplaar gegeven en de rest in het rekje gelegd, dan kon woensdagmorgen de verspreiding beginnen. Mijn ouders waren stomverbaasd over wat ik meegemaakt had. En erg blij voor ons drieën. Ik ben niet lang gebleven, ik was bekaf. Woensdagmorgen werd ik pas om elf uur wakker, Thomas had me laten slapen. Ik ben de rest van de dag thuis gebleven, om de ergste drukte in het dorp te missen. Gisterenmorgen ben ik op de fiets gestapt, met mijn paladijnenmuts op, en ben naar het dorp gefietst. Ik was nog geen meter in de Hoofdstraat of ik werd gestopt en ondervraagd. Ze snapten wat in het krantje stond, maar ze wilden van mij zelf horen hoe ik het gevonden had om met de Koningin te praten. Na een paar van zulke gesprekjes ben ik bij mijn vader in de lunchroom gaan zitten, dan konden er meer tegelijk mijn verhaal horen en daarna vragen stellen. Mijn vader heeft voor mijn natje en droogje gezorgd, ik kon er pas na vieren wegkomen, omdat ik voor het avondeten moest gaan zorgen. Om het half uur heb ik op een bordje aan de muur in de lunchroom gewezen, consumptie verplicht. Mijn vader heeft een goede dag gehad, ik denk ruim honderd klanten meer dan normaal.’
‘Slimmerd. Kon hij dat wel aan?’
‘Mijn moeder heeft ook meegeholpen, dat doet ze anders zelden. Ik denk dat ze na mijn vertrek niet veel gebak en broodjes meer hadden, de vriezer is vast ook leeg. Goed. Allereerst, bij de TV vonden ze ander nieuws kennelijk belangrijker, het feestje werd binnen een minuut behandeld. We zijn niet in beeld geweest. Ik heb er meerdere gesproken die gekeken hebben, gelijk, of later naar wat ze opgenomen hadden. Ze vinden het niet de moeite om het in het dorpshuis te vertonen. Ze wachten wel op de video van de hoffotograaf. Ze hadden wel verspreid dat de Koningin meerdere titels verleend had, vermoedelijk dus ook aan meneer en mevrouw, waarom zouden die er anders bij moeten zijn. Maar ze twijfelden, omdat jullie hier nog niet zo lang zijn. Tot mijn krantje uitkwam heeft het hele dorp in spanning gezeten. Hoe de stemming nu is? Ze vinden alles prachtig. De titel vinden ze voor de familie veel te laat, voor jullie persoonlijk meer dan verdiend. Ik moet jullie van iedereen feliciteren. Ze zijn blij voor jullie. En voor henzelf. Dat ze niet meer bij een stad horen waar ze niets mee hebben, maar nu, zoals ik schreef, bij een graafschap met een moderne graaf en gravin. Die met hun personeel, pachters en de dorpelingen sociaal omgaan en ze onbaatzuchtig helpen, waar maar mogelijk.’
‘Dank je wel voor het doorgeven van de felicitaties en je verslag.’
‘Ze vinden het mooi verzonnen, de graaf en gravin Wellingten, Wellingten Manor, Wellingten, Wellingtenshire, erg stijlvol. Ze vonden het fijn voor me dat ik erbij geweest ben. En dat de Koningin ook met mij gesproken heeft, want ze vinden dat ik minstens zo veel gedaan heb als jullie. Nou, ik zei steeds, dat ligt anders, ik ben werknemer, meneer en mevrouw hebben alles vrijwillig gedaan.’
‘Hè, Tamara, je weet wel beter. We hebben je praktisch niets opgedragen. We hebben je eigenlijk alleen steeds onze bedoelingen uitgelegd, verder heb jij alles zelf geregeld. Op jouw manier, ook door specialisten aan te moedigen je te helpen. Zonder jou had alles tien keer langer geduurd en was alles niet zo mooi geworden. Nou ja, je weet het wel.’
‘Jawel. Maar jullie weten dat ik genoeg beloond word, naast mijn salaris. En naast jullie vriendschap. En het zwemmen. En het genieten bij het meertje. Van het feestje geniet ik ook vast lang na.’
‘Ik had graag langer met Haar gesproken.’
‘Dan was je vast nog brutaler geworden en zonder titel de deur uitgegooid.’
‘Ik geef toe, dat ik op het eind een beetje brutaal werd. Maar ik kan ook heel beschaafd praten over andere dingen dan naaktlopen. Ik ben benieuwd hoe uitvoerig Haar bedankbriefje voor jou wordt.’
‘Als ik er al één krijg, staat daar vast in, bedankt, dat je de graaf en de gravin zo goed helpt.’
‘Na wat we over jou geschreven hebben? Met een roerend stuk over Maureen erin? Nee, dat wordt vast meer. En krijgen doe je hem, beloofd is beloofd.’
‘Ja, Mark. Ik ga nu naar de camping, ik ben er van de week nog niet geweest. Tot ziens.’


‘Fijn dat je langs komt. We willen je heel graag bedanken voor je mooie verslag van het feestje. Je hebt het vast druk gehad, iedereen wil natuurlijk met je praten.’
‘Ja, dank je, erg druk, Maureen, maar erg gezellig. Iedereen vindt het fijn voor meneer en mevrouw, met alles wat erbij komt.’
‘We zijn erg onder de indruk van alles wat je verzonnen hebt.’
‘Jullie hebben al veel voor de camping verzonnen. Ik heb veel tijd om na te denken, ik heb maar ruim een halve baan. Niet als Thomas thuis is, maar in de tijd dat ik mijn huishouden doe denk ik wel eens over mijn werk. Als ik op een idee kom zet ik het in de computer. Over alles voor meneer en mevrouw heb ik maanden gedaan, af en toe kwam er wat bij. Ik ben nog steeds verbaasd dat de stad al mijn voorstellen doorgestuurd heeft en dat Hare Majesteit ze ook overgenomen heeft.’
‘Wij niet. Is er wel eens een voorstel van je door meneer afgekeurd?’
‘Ik geloof het niet, John.’
‘Vast niet. Van mij wel, door jou. Ze zijn van de week begonnen om de onderkant van de caravans dicht te maken. Over de eerste deden ze een hele dag, daarna werd het twee per dag, met twee man. Ik heb gekeken hoe ze het doen, het is veel meer werk dan ik dacht, ik was maanden bezig geweest met mijn simpele gereedschap. Ik heb een accumachientje, als ik moet schroeven na een gaatje boren moet ik het boortje verwisselen voor een schroefbitje, daarna weer andersom, dat schiet niet op. Zij hebben heel veel gereedschap, elektrisch en op lucht, daarvoor een generator en een compressor in hun bestelauto. Ze hebben zelfs een elektrische zaagtafel, ik heb alleen een handzaag. Ik was teleurgesteld toen je mijn voorstel afkeurde, maar je had gelijk. Dank je wel.’
‘Ach, je was een beetje te enthousiast. Maar je idee was goed. Zijn ze niet met die van jullie begonnen? Er is me niets opgevallen.’
‘Nee, ze zijn achteraan begonnen. Ze zeiden, de eerste wordt nooit zo mooi als de rest, al ziet niemand het verschil. Toen de tweede klaar was heb ik vergeleken. Pas na een tijd zoeken zag ik, dat er onder de eerste een paar naden meer in de platen zaten dan in de tweede. Ze hebben van de eerste dus opgestoken hoe ze de platen het best kunnen verdelen. Het verschil was inderdaad niet de moeite om de eerste over te doen. Zeg, is het duur?’
‘Nee, want net zoals bijvoorbeeld het grondwerk en de afrastering van de camping en het meertje is het een tussendoor-klusje, dat is veel goedkoper dan wanneer je haast hebt. Daarom heeft het ook even geduurd voor ze begonnen, ruim een maand, denk ik. En het wordt nog goedkoper dan ik dacht, want het was begroot op één per dag.’
‘Ongelofelijk, hoe je overal zo veel korting krijgt.’
‘Jij zou het niet krijgen, John, maar Maureen misschien wel. Een mengsel van slimheid, zakelijkheid, eerlijkheid en verleiding. Aangepast op de persoon in kwestie, dat moet je aanvoelen. Jullie hebben gezien hoe ik met Ryan onderhandeld heb. Tja, allemaal tijdens mijn werk als koekenbakker geleerd.’
‘Je was méér, dat weet je best. Zeg, wat was bij de Koningin het meest schokkend voor je? Haar een hand geven of toen ze over naaktlopen begon?’
‘Daarvóór. Met de streek die meneer uithaalde, Haar vragen of hij me voor mocht stellen. Als hij me van tevoren gewaarschuwd had was ik niet meegegaan. Het was hún feestje, ik ging alleen maar mee om het mee te maken en om de papieren aan te pakken. Ik schrok me echt wezenloos toen Ze zei, kom eens naar voren, Tamara. De rest heb ik eigenlijk maar half meegemaakt. Ik kon ook niet veel terugzeggen.’
‘Meneer wel. Wat een lef, zeg.’
‘Hij zegt, ze is net als mijn echtgenote moeder, grootmoeder en beheerder, meer niet.’
‘Ze beheert iets meer, denk ik.’
‘Dat maakt meneer niet uit, het gaat om het principe, zegt hij, beheren is beheren. Je wordt beoordeeld of je dat slecht doet, of normaal, of dat je er binnen de mogelijkheden wat moois van probeert te maken.’
‘Ja, vandaar dat meneer en mevrouw graaf en gravin zijn geworden, ze hebben wat héél moois gemaakt. Laten maken, natuurlijk. John levert iedere week een verslag in, één keer in de maand gaat hij naar Het Grote Huis, de Manor nu, om mondeling verslag te doen. Hij is er nog niet aan gewend dat hij zo vriendelijk behandeld wordt.’
‘Ik heb er ook aan moeten wennen. Eigenlijk alleen omdat je wat anders verwacht, hè?’
‘Ja. Ik was een keer met Crystal in de kinderwagen tot aan het eind van de Hoofdstraat gewandeld. Toen herin- nerde ik me, dat jij gezegd had dat mevrouw gevraagd had of ik eens een praatje kwam maken. Ik ben toen impulsief doorgelopen, in de hoop dat ze thuis waren. Ik werd zo hartelijk door ze ontvangen. We hebben heel fijn gepraat. En toen ik zei dat ik weer op moest stappen vroeg mevrouw of het ver lopen was. Toen ik even aarzelde belde meneer al voor een auto. Nu heeft Crystal ook al in een Rolls gezeten.’
‘Als jullie hier blijven zal het vast niet de laatste keer geweest zijn. Zeg, mevrouw zal wel vaker aan het woord geweest zijn dan meneer, ze heeft je vast van alles gevraagd.’
‘Ja, maar dat vond ik niet erg. Ik kon al gauw net zo makkelijk tegen haar praten als tegen jou. Ze was blij wat meer over de camping van mij te horen dan van John of jou. John praat nog niet zo makkelijk en jij komt er niet iedere dag. We hebben het natuurlijk ook over naaktlopen gehad.’
‘Vast niet bedekt, maar open en bloot.’
‘Ja, ik heb haar zelfs verteld, dat toen er een keer maar twee stelletjes waren, ik heb jou niet genoemd, ik John in het water heb laten spuiten. Dat die stelletjes geraden hadden wat we gedaan hadden en dat daarna die twee meiden hun jongen over het water lieten spuiten. En dat John en ik het een keer voor de caravan in het gras gedaan hadden. Mevrouw vertelde, dat zij en meneer het wel eens achter het huis in het rosarium doen, daar komt ‘s avonds niemand.’
‘Daar heeft Thomas mij ten huwelijk gevraagd.’
‘Hoe kwam je daar verzeild?’
‘Toen Thomas aangenomen was als butler en het portiershuis kon huren vertelde hij meneer en mevrouw dat hij mij wilde vragen. Mevrouw adviseerde hem om me gelijk te laten komen en me daar naartoe mee te nemen. Ik zat thuis te wachten op zijn telefoontje, hij zou me na het sollicitatiegesprek bellen. Verder wist ik niets. Hij belde, hij was aangenomen. En hij vroeg of ik naar het grote huis wilde komen, lopend.’
‘Vertelde hij waarom?’
‘Nee, en ik vroeg het niet. Dat deden we elkaar nooit, we vroegen nooit iets voor niets. Ik ben naar het Huis gelopen, hij wachtte me op de oprijlaan op. Met een bos rozen. Hij gaf ze aan me en zei, ik zal je laten zien waar die vandaan komen, daar wil ik je ook iets vragen. Ik kreeg een beetje hoop, maar niet veel. Hij had al vaker gezegd dat hij me pas wilde vragen als hij een goede baan én een huis had. Als eerste monteur verdiende hij genoeg, maar dat huis lukte niet, je weet, er was woningnood. In het rosarium heeft hij me gevraagd. Op zijn knieën. Met excuses, hij had geen ring, het was onverwacht, maar hij wilde niet langer wachten. Ik heb ja gezegd. Ik dacht, hij heeft er een bedoeling mee, want we weten al meer dan twintig jaar dat we met elkaar willen trouwen, maar ik wacht wel af. We kusten een tijdje, toen zei hij, ik loop een stukje met je terug. Bij het portiershuis hield hij me tegen. Hij zei, ik zou je pas vragen als ik een goede baan én een huis had. Dat weet je, en toch heb je niets gevraag. Dank je wel voor je vertrouwen. Ik had al een goede baan, nu heb ik een betere. Niet alleen financieel, je weet, ook meer naar mijn zin. We staan nu voor het portiershuis. Het lijkt een bouwval, door alle begroeiing er op en om, maar het is een degelijk huis. Ik ben kort geleden door een raampje aan de achterkant naar binnen geklommen. Alles is vreselijk oud, maar als het leeggeruimd, schoongemaakt en opgeknapt zou worden is het een prima huis met drie slaapkamers. Ik heb meneer voorgesteld het op te laten knappen en het dan te verhuren. Hij gaat het laten renoveren, dat duurt waarschijnlijk twee maanden. Is dat lang genoeg om ons trouwen voor te bereiden? Want wij mogen het na de renovatie huren. Nou, dat was minstens zo schokkend als de streek die meneer me bij de Koningin leverde. Binnen een half uur van verkering zonder uitzicht naar binnen twee maanden trouwen en een drieslaapkamerwoning kunnen huren.’
‘Geloofde je het gelijk?’
‘Dat was heel moeilijk. Het was zo onwaarschijnlijk, maar Thomas zei het, en die liegt nooit. Ik kon alleen maar zeggen, dat kan toch niet, dat kan toch niet. Hij heeft alles nog een paar keer verteld en uitgelegd, ik geloofde hem wel, maar ik bleef het onwaarschijnlijk vinden. Hij bracht me niet gelijk thuis, hij nam me mee naar meneer en mevrouw, om me voor te stellen. Toen die zeiden dat het waar was, van het portiershuis, werd het minder onwaar- schijnlijker. En meneer liet zo snel renoveren dat we binnen vijf weken konden trouwen en erin trekken.’
‘Zo snel? Dat zal vast weer schokkend geweest zijn. O, je hebt verteld van de eerste keer dat jullie elkaar bloot zagen, en wat jullie de laatste maand voor jullie trouwden deden. Dat was dus in die vijf weken? Waar deden jullie dat?’
‘Blijf maar een tijdje lekker nieuwsgierig, Maureen, dat vertel ik een andere keer. Ik ga naar huis, Thomas heeft een vrije middag.’
‘Jij hebt vast ook vrij en dan gaan jullie vast vrijen.’
‘Niet voor de lunch, vandaag, we hoeven geen haast te hebben. Pas daarna, en dan om de paar uur, tot dat we erbij in slaap vallen. Tot ziens.’

 Week 46

‘De bouwambtenaar van de stad belde. We krijgen van de stad een afscheidscadeautje. De borden aan beide einden van de Hoofdstraat met de oude naam van het dorp worden vervangen door borden met Wellingten, Wellingtenshire erop. De burgemeester laat zich verontschuldigen, hij heeft echt geen tijd om ze te overhandigen of te onthullen of zoiets. Wij zullen we er zelf maar geen feestje van maken, hè?’
‘Nee, dat zou samen met de stad moeten. Zet het maar in je krantje. We hebben nog een cadeau gekregen. Van de firma die voor de nieuwbouw de dakpannen geleverd en gelegd heeft.’
‘Dat verbaast me niet zo. Ik heb zaken gedaan met de bedrijfsleider, maar laatst belde de directeur me. Hij vroeg wie die nieuwbouw financierde en hoe hoog de huren zouden worden. Ik ben pas na een nummer of tien van mijn krantje exemplaren aan de bouwers en de leveranciers gaan sturen, dus hij wist niets van de voorgeschiedenis. Die heb ik hem verteld. En dat de hoogte van de huren nog bepaald moest worden, maar ze zouden afgestemd worden op de huren van de oude huizen, nadat die gerenoveerd waren, om het eerlijk te houden. Hij zei, ik heb pas met mijn bedrijfsleider over het dorp gesproken. Hij was niet gemachtigd om je nog meer korting te geven, ik zou dat voor zo’n goed doel wel willen. Alleen, als ik het goed begrijp, zou dat niet veel invloed hebben op de huren. Ik heb hem maar naar de beheerder verwezen, het werd me te ingewikkeld.’
‘Dat is het ook. Ik zal je wat over de huren uitleggen. Ik weet uit mijn hoofd geen cijfers, alleen de manier van berekenen. Ik ben in het begin van de week bij de beheerder geweest om het weer eens over de huren te hebben. Vóór de eerste nieuwbouwhuizen klaar waren had hij alle oude huizen al compleet in de computer staan. Ook, aan de hand van de kopieën van de bouwtekeningen uit het stadsarchief, de bewoonbare oppervlakten. Hij heeft de huren, minus die vijftien procent, opgeteld en de oppervlakten. Die op elkaar gedeeld geeft een huur per vierkante meter. Voor de voorlopige huur van de nieuwbouwhuizen hebben we die prijs per vierkante meter gebruikt. Die directeur had dus gelijk, nog meer korting zou geen invloed hebben op de huren, omdat we ze gelijk willen houden met de oude huizen. Ze zijn voor de nieuwbouw feitelijk veel te hoog, maar dat komt omdat de grond voor niets was en door jouw hoge kortingen. Het verschil gebruiken we om de huren van de oude huizen laag te houden, anders zou het totale rendement boven de één procent uitkomen.’
‘Dat zou een ramp zijn.’
Ze grinnikten.
‘Nee, geen ramp, maar dat is niet de bedoeling. Verder hebben we per oud huis gekeken af de huur veel afwijkt van het gemiddelde. Dat doen er nogal wat, om redenen die we niet weten. Tamara, zie je kans om alle huizen na de renovatie op hetzelfde peil te krijgen? Die van één kwaliteit boven de middenstandaard?’
‘Ik denk het wel, op een paar uitzonderingen na. Dan kan je een vaste huurprijs per vierkante meter vragen, hè? Dat zou eerlijk zijn. En dat zou iedereen ook eerlijk vinden.’
‘Je hebt het weer snel door. Verder, we hadden ooit de renovaties op een halve ton per woning geschat, maar met jouw kortingen blijven we daar vast flink onder. We hebben ze op dertigduizend per huis begroot. De taxatiewaarden van de huizen zijn ook lager uitgekomen dan de verwachte twee ton, gemiddeld honderdtachtigduizend. Dus kosten ze na de renovaties tweehonderdtienduizend. De huurprijs per vierkante meter zou dus vijf procent van die vijftien procent hoger moeten worden, dat is driekwart procent, niets om wakker van te liggen.’
‘Nee. Iedereen is tevreden met de voorlopige huur.’
‘Dat komt mooi uit. We hebben ooit de huren vergeleken met die in een paar andere dorpen, en aan de hand daarvan die voor hier voorzichtig met vijftien procent verlaagd. Het is beter de huurprijzen per vierkante meter te vergelijken. De beheerder heeft in de wijde omgeving daar een onderzoek naar gedaan. Het gemiddelde komt, toevallig, ook ongeveer vijftien procent lager uit. Daar willen we ook naar toe, minstens, maar we wachten tot alle renovaties klaar zijn. Je moet dit hele verhaal maar niet in je krantje zetten. Alleen, dat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de huren onder die vijftien procent lager uit zullen komen, en iedere huurder dus een spaarpotje aan het kweken is.’
‘Met een uitkering over een jaar of drie.’
‘Ja. Dat gaat niet anders, als we het eerlijk willen houden. Dan is pas alles precies uit te rekenen. Of heb je liever dat ik nu alles vaststel op twintig procent lager, omdat ik me toch kan veroorloven er eventueel op te verliezen?’
‘Nee, absoluut niet. Eerlijkheid gaat voor. Als het niet anders zou kunnen, en het goed uitgelegd zou worden, zouden ze al genoegen nemen met maar tien procent. Ze vergeten echt niet dat jullie de woningnood op gelost hebben.’
‘Gaan oplossen, zo veel huizen zijn er nog niet klaar.’
‘Dat maakt niet uit, ze weten dat er iedere week twee huizen klaar zijn. Dat constante maakt indruk, dat schept vertrouwen dat alles goed zal gaan.’
‘Zijn er dan nog twijfelaars?’
‘Ik denk nu niet meer. De Koningin twijfelde ook niet, anders had ze wel gewacht tot er meer te zien was. Dank je wel voor je uitleg.’
‘Je hebt nooit naar de huren gevraagd. Ook niet bij de beheerder, vertelde hij. De huur van de portierswoning wordt dan ook aangepast aan de vierkantemeterprijs.’
‘Prima. Nee, dat vond ik niet bij mijn taak horen. De beheerder was in het begin een beetje bang voor me, net als John. Ze wisten niet wat ze aan me hadden en ik kon het niet vertellen, omdat de grenzen van mijn taak zo vaag zijn. Ik bemoei me met een lekkende kraan, maar ik mag ook honderd centrale verwarmingsinstallaties kopen. Pas na een tijdje hebben ze allebei gemerkt dat ik ze op weg help, maar daarna me niet met hun werk bemoei. Ik kijk wel rond, en suggereer soms iets. Ze zijn allebei slim genoeg om dan te kijken wat ze met mijn suggesties kunnen doen.
‘Zoals jij met onze suggesties doet.’
‘Ja, inderdaad. Zeg, hoe is het met die directeur afgelopen?’
‘Die ben ik echt niet vergeten. Hij had graag geen uurloon berekend voor het leggen van de dakpannen, als daardoor de huren omlaag konden. Maar hij wil dat bedrag ook besteden als we een goed doel in het dorp aan kunnen wijzen.’
‘Tja. Hoeveel is het?’
‘Tweehonderd per huis, afgerond in totaal twintigduizend.’
‘Wat mooi. Wat gul. Mag dat in het krantje? Misschien komen er dan nog meer op een idee.’
Mark en Simone grinnikten.
‘Zit je om geld te springen?’
‘Ik weet dat ik jullie geld uit mag geven, voor het onderhoud van de oude huizen, de renovaties, de nieuwbouw en de camping. Andere zaken zijn niet aan de orde geweest. Dus had ik verder geen geld nodig. Maar ik bemiddel graag voor een goed doel.’
‘Ga je gang. Zoek een goed doel in het dorp wat twintigduizend kan gebruiken.’
‘Ik zal eens rondkijken en nadenken. O, ik weet het al. Het dorpshuis. Zou dat ervan gerenoveerd mogen worden?’
‘Natuurlijk, dat komt iedereen ten goede. Maar er wordt toch contributie betaald?’
‘Ja, maar niet veel, om niemand uit te sluiten. Net genoeg voor de verlichting en de verwarming en zo. Er is geen reservepot.’
‘Zou twintigduizend genoeg zijn?’
‘Waarschijnlijk wel. Afgezien van de twee bars is het eigenlijk alleen maar een vloer met wat muren en een dak erop. En verwarming en verlichting. Zal ik de gezelligheidsvereniging vragen een begroting op te stellen?‘
‘Doe het zonder een bedrag te noemen. Kijk dan of je nog suggesties hebt. Ten eerste, jij weet het bedrag wél, ten tweede, jij kan kortingen krijgen.’
Tamara grinnikte.
‘Natuurlijk, dat was ik al van plan. Als ze het zelf niet doen alles door experts laten bekijken. De verlichting zit me al jaren dwars. Er zijn te weinig mogelijkheden, er gaat te veel tegelijk aan of uit. Alles is oud. De verwarming, de buitenkant en het dak moeten ook bekeken worden. Als we het met twintigduizend niet redden moeten we wachten op meer giften.’
‘Na een zachte hint in het krantje?’
‘Ik wacht met het verhaal over de eerste gift tot ik weet wat er voor het dorpshuis nodig is. Dan zie ik wel wat voor hint ik geef. Misschien blijft er geld over. Ik ga ook op zoek naar andere goede doelen. Als ik zelf niets kan vinden kan ik er altijd nog in het krantje om vragen.’
‘Wacht daar maar mee, je hebt het vast druk genoeg.’
‘Ik heb het heerlijk druk. Ik ga nu weer even bij John en Maureen kijken. Tot ziens maar weer.’


‘Wat ziet het er altijd schitterend uit, John, als je pas gemaaid hebt.’
‘Ja, het gras doet het bijzonder goed. Bedank die tuinman nog maar een keer, als je hem ziet, hij heeft een prima soort uitgezocht.’
‘Voor alle doeleinden? Ik bedoel, er is verschil in gebruik bij de caravans, de tenten en het meertje.’
‘Van de tenten heeft het gras natuurlijk het meest te lijden. De slechtste plekken probeer ik leeg te houden, al is het maar een week, dan komt het al weer aardig bij. Bij het meertje gaat het geweldig, ze gaan, net als bij de caravans, uit zichzelf ook niet op slechte plekken zitten of liggen. Of wat dan ook.’
‘Gebeurt er wel eens, of wat dan ook?’
‘Ja, soms. Als er maar één of twee oudere paartjes zijn, ook overdag. Ik neem aan dat die getrouwd zijn en het wel eens in de open lucht willen doen. Ze storen zich niet aan Maureen of mij, ze gaan gewoon door.’
‘Stoppen is ook niet leuk.’
‘Nee. Crystal stoort ons wel eens, als we net begonnen zijn stoppen we dan maar. Anders gaan we door, dan wacht ze maar even. Jij zal vast niet gestoord worden.’
‘Heel soms, door de telefoon. Maar daar stoppen we niet voor.’
‘Je zou nog vertellen over die vijf weken vóór jullie trouwen.’
‘Tja. Een week na mijn eerste kennismaking met meneer en mevrouw kwam ik weer met Thomas bij ze. Ze boden ons toen opslagruimte aan, zodat we alvast een heleboel voor ons huis konden bestellen. En het gebruik van een suite, om genoeg ruimte te hebben om catalogi van verzendhuizen naast elkaar te kunnen leggen, om te vergelijken. Thomas en ik hadden thuis ieder maar een klein kamertje. We hebben dat aanbod natuurlijk aangenomen. We mochten er ook slapen, maar we wilden pas na ons trouwen bij en met elkaar slapen. Maar ik wilde wel vóór ons trouwen Thomas al bloot zien, en dat hij mij bloot zag. Als dat pas in onze huwelijksnacht zou gebeuren verwachtte ik dat alles te nieuw zou zijn om er een geslaagd feestje van te maken.’
‘Natuurlijk. Wilde Thomas dat niet?’
‘Hij durfde niets te vragen, hij was altijd heel voorzichtig met me. Iedere dag waren we een paar uur in de suite bezig om spullen uit te zoeken. Na een paar dagen heb ik een pauze ingelast en verteld wat ik wilde, niks stapje voor stapje, in één keer elkaar bloot zien. Hij zei, dat kunnen we beter in de badkamer doen, ik loop misschien over, daar is het weg te spoelen. Goed, natuurlijk. Ik heb verteld dat hij me onderspoot zodra hij mijn borsten aanraakte. In die bijna vier weken daarna, tot ons trouwen, hebben we bijna iedere dag in die suite een tijd gespeeld, geëxperimenteerd. Elkaar overal bekeken en bevoeld. En elkaar laten komen. Één keer per dag, Thomas wilde wel vaker, maar ik niet. Ik kreeg het steeds moeilijker, ik wilde voelen hoe hij in me klaarkwam en me vol spoot. Ik heb het kunnen redden.’
‘Thomas ook?’
‘Hij bleef voorzichtiger met mij dan ik met hem. En als ik hem had laten lozen kon hij in ieder geval een tijdje niets. Maar als hij mij had laten komen verlangde ik nog meer naar het echte werk. Veel langer dan die vier weken had ik het niet gered. Maar het resultaat was, dat Thomas in onze huwelijksnacht niet te vroeg kwam. Ook niet te laat, nadat we elkaar ontmaagd hadden en hij helemaal in me zat kwam hij gauw. De tweede keer duurde heerlijk lang, hij had helemaal geen haast meer, natuurlijk. En we waren niet gespannen meer. Van daarna weten jullie, vaak en veel. Wat hebben jullie gedaan?’
‘Ik weet niet meer wat ik verteld heb, ik zal er wel omheen gedraaid hebben. Mag het, John?’
‘Wij weten al zo veel, je mag Tamara en mevrouw ook vertellen wat je wilt. En meneer en Thomas mogen het ook weten.’
‘Fijn. Tamara, ik was met John ook minder voorzichtig dan hij met mij. Toen we een tijd min of meer verloofd waren heb ik een keer tijdens het scharrelen zijn handen op mijn borsten gelegd, over mijn kleding. De keer erop fluisterde ik in zijn oor, streel me, toen deed hij het zelf. De keer daarna ook, en na een tijd fluisterde hij, streel mij ook, alsjeblieft. Nou, veel langer had hij niet moeten wachten. Ik heb over zijn broek gevoeld, voor een eerste indruk. Omdat ik geen zin had in onder kleding friemelen heb ik hem uitgenodigd om de volgende avond op mijn kamer te komen, dan hadden mijn ouders hun wekelijkse kaartavondje bij kennissen.’
‘Kwamen jullie niet bij elkaar op jullie kamers?’
‘Nee, dat mocht niet. We zijn allebei nakomertjes, onze ouders zijn erg conservatief. We zijn op mijn kamer begonnen met staand te kussen. Na een tijdje zei ik, John, we weten nu toch wel zeker dat we genoeg van elkaar houden om voor altijd bij elkaar te blijven? Hij knikte. Toen hij begon me te strelen zei ik, jij kan door mijn kleding mijn borsten aardig voelen, maar ik jou door je broek slecht. Ik wil niet meer onder kleren friemelen, wil je alsjeblieft alles uittrekken? Hij schrok erg, maar begon zich uit te kleden. Heel langzaam, aarzelend. Hij stopte met zijn onderbroek nog aan, met daarin duidelijk een stijve. Ik vroeg, zal ik verder gaan? Hij knikte. Ik heb eerst over zijn broek gevoeld, toen zijn broek een stukje naar beneden gedaan. Tja, een erectie voelen is één ding, er één vlak voor je neus zien is wat anders. Ik heb ook eerst alleen maar gekeken, toen hem zijn broek helemaal uit laten trekken. Toen gevraagd, mag ik je strelen? Hij knikte weer. Ik heb eerst zijn ballen gepakt, daarna zijn erectie gestreeld, tot hij me stopte. We zijn op bed verder gegaan, met een handdoek op zijn buik. Hij had daarna tranen in zijn ogen, zo lief was hij nog nooit behandeld. Ik bleef naast hem op bed zitten en trok mijn bloes en beha uit. Ik heb na een tijdje ook zijn handen op mijn borsten moeten leggen. En weer na een tijdje me over hem gebogen en een borst tegen zijn mond gedrukt. Daarna werd hij eindelijk zelf actief. Hij legde me op mijn rug en speelde lang met mijn borsten, strelen, kussen, likken. Ondertussen speelde ik met zijn ballen en pikkie. Toen hij weer een stijve kreeg, vroeg ik, zal ik je nog een keer verwennen of jij mij. Hij wilde graag nog een keer verwend worden, als dan ik in mijn broekje naast hem wilde zitten. Ik heb hem verrast, ik heb ook mijn broekje uitgetrokken. Nou, al was hij al aardig leeg, ik had hem amper vast of hij kwam al, door zijn uitzicht, ik hield mijn benen niet tegen elkaar. Daarna heeft hij me heel voorzichtig een beetje gestreeld, ik heb het er voor die avond maar bij gelaten.’
‘Gelukkig wel, ik had al hartkloppingen.’
‘Ik snap je wel, John. Thomas was ook zo voorzichtig. Hij durfde nergens mee te beginnen.’
‘Dat viel wel mee, de week daarna vroeg hij of hij míj uit mocht kleden. Hij heeft heel lang met mijn spullen gespeeld en me twee keer laten komen. Toen ik hém weer een keer. Pas weken daarna lagen we voor het eerst bloot tegen elkaar. Toen vroeg hij me.’
‘Dus niet op zijn knieën.’
‘Nee, hij met een hand op mijn doos en ik met een hand om zijn stijve. Net zo mooi, vond ik. Maar ik zei, ik kan niet direct ja zeggen, ik wil eerst iets van jou weten, daarna moet je iets van mij weten. Wil je alleen met me trouwen omdat je met me wilt vrijen? Hij was een beetje beledigd, maar hij snapte wel dat ik dat zou kunnen denken, omdat hij me al eerder had kunnen vragen. Daarna heb ik hem verteld dat ik de pil aan het proberen was, maar dat ik van de eerste twee hartkloppingen kreeg. Ik zou er nog één proberen, maar het zag er naar uit dat ik er niet tegen kon, dat we meestal met een condoom zouden moeten vrijen. Hij vatte het heel lief op. Jammer, maar dan moesten we het, als het zonder kon, maar heel vaak doen.’
‘Dus toen kon je ja zeggen.’
‘Ja, maar daar liet ik het niet bij. Ik zei, ik heb wat tegen de gewoonte om het voor de eerste keer in de huwelijksnacht te doen, dat vind ik onnatuurlijk, bureaucratisch. Ik vind het nu een veel geschikter moment. Ik wil graag je vrouw worden, als je me nu ontmaagdt ben ik dat, daar hebben we geen papiertje van een stadhuis voor nodig. Hij schrok erg en wilde even nadenken. Tja, hij kon natuurlijk geen nee zeggen, ik bleef zachtjes zijn ballen masseren. Maar hij had geen condooms, zei hij. Ik wel, zei ik, ik denk vooruit, maar die zijn nu niet nodig, ik kan ieder moment ongesteld worden. Nou, de eerste keer was niet volmaakt, mijn ontmaagding lukte, maar hij kwam een paar seconden daarna al klaar, hij was amper helemaal binnen. Maar een uur later ging het fantastisch. We hebben een hoop besproken, tot hij zei dat hij weer kon en graag weer wilde, als ik ook wilde. Zo’n derde keer blijft geweldig, maar dat wist ik toen nog niet. Het duurde zó lang voor hij kwam, dat ik twee keer kwam. Ik wilde het al opgeven, maar hij niet, hij zei, zolang ik een stijve heb wil ik graag doorgaan. Jij zei, toen we met z’n tweeën bij het meertje zaten en John erbij kwam, hij heeft een erectie, dat zal in het water wel overgaan. Ik zei toen, dat weet ik niet, hij kan zo heel lang rondlopen. Dat is nog zo, geen probleem om een erectie te krijgen of te houden, tot hij klaarkomt. Alleen duurt dat iedere keer langer, een vierde keer op een dag deden we niet vaak, dat was erg vermoeiend voor hem. Maar nu kan ik hem aflossen. Uiteindelijk doen we het vaak, dachten we, en zo vaak mogelijk als het zonder condoom kan, zoals de laatste tijd. We vinden het helemaal niet erg dat jij er vaker van kan genieten dan wij. Sinds we hier zijn komt het er ook vaker van, op de gekste tijden. En sinds ik dankzij jou medicijnen heb, nog fijner, ik kan veel meer bewegen dan vroeger, wat ik zei, John aflossen, halverwege de vierde keer bovenop gaan liggen. En af en toe word ik te wild, volgens John. Nou, als hij af en toe wat wilder zou worden zou ik dat niet erg vinden.’
‘Ik moet er nog aan wennen dat ik je niet zo voorzichtig hoef te behandelen.’
‘Je mag best vanaf het begin net zo woest doen als bij de laatste stoten als je komt. Lief strelen is lekker, maar soms flink bereden worden lijkt me ook wel wat.’
‘Bereden! Je dacht vast een ander woord. Maar leer het me maar.’
‘Graag. Eh, Crystal slaapt nog wel een uurtje. Wil je zien hoe ik les geef, Tamara?’
‘Laat ik dat maar niet doen. Misschien later, bij het meertje. Ik ben al weg. Tot ziens en veel plezier, woestelingen.’


‘s Avonds, toen Thomas en Tamara na het eten even naar bed wilden, ging de telefoon. Tamara aarzelde even, maar nam hem toch op.
‘Tamara.’
‘O. Ik zal het even vragen. Thomas, het is Maureen. Er is niemand bij het meertje. Of we zin hebben om te komen.’
‘Wil ze een demonstatie? Dan belt ze net op tijd.’
‘Thomas zegt, als ze een demonstatie wil belt ze net op tijd. We waren op weg naar bed.’
‘Goed. Tot zo.’
Tamara legde de telefoon weer neer.
‘Ze klonk een beetje verlegen. Eigenlijk wel, zei ze, maar ook voor de gezelligheid.’
‘Ze hoeft niet verlegen te zijn, jij hebt bij hun mogen kijken. En we hebben overal al aan elkaar gevoeld.’
‘Daar was zo toch niet zo vlot mee?’
‘Nee, toen niet. Maar ze wordt vast snel vrijer.’
‘Ja, ze praat ook steeds vrijer. Zit je al weer erg vol?’
‘Nou, van na de lunch. En als ze nog een keer aan mijn ballen voelt gaat er vast weer zo’n scheut van mijn ballen naar boven, dan zit ik vast helemaal vol.’
‘We zien wel hoe het loopt.’


John en Maureen stonden, met een slapende Crystal in haar reiswiegje, voor hun caravan op hun te wachten. Ze liepen gelijk mee naar het meertje.
‘We zagen jullie al over de Wellingten Avenue aan komen rijden.’
‘Ja, tot het eind over de Hoofdstraat en dan linksaf is sneller dan over die rijplaten, maar zo kan Thomas ook even zien hoever de nieuwbouw is.’
‘Hiervandaan is het een mooi gezicht, iedere week weer een nieuw huis zien groeien.’
‘Maureen, als ik zo vrij mag zijn, in mijn broek groeit er ook wat, omdat ik denk dat je vast nog wel een keer aan mijn ballen wilt voelen.’
‘O. Tja, ik lijk wel graag wat te willen, hè? Ik heb nagedacht over wat je zei, Tamara, zolang het bij ruilen blijft, en alleen een beetje voelen, zie ik geen problemen. Ik ook niet. Ik weet alleen niet wat een beetje voelen is.’
‘Ik denk dat we hetzelfde kunnen doen als in het zwembad. Wat mevrouw en meneer vinden dat kan. Als Thomas niet begint, begint mevrouw wel. Terwijl zij met z’n ballen en z’n stijve speelt, speelt hij met haar grote borsten en een beetje met haar doos. Meneer en ik dan ook met elkaar, al zijn mijn borsten en doos natuurlijk niet zo interessant voor hem, en voor mij zijn pikkie niet, die is wel iets dikker maar verder net zo groot als die van Thomas. Met kleinere ballen eronder. Hun kinderen waren veel vrijer, Thomas moest die meiden stoppen, anders hadden ze hem laten komen. Thomas waarschuwt jou ook wel als je het nog bonter maakt dan de vorige keer. En die jongens vingerden ook een beetje. Dus, doe maar wat je wilt, zolang er maar niemand klaarkomt. Bij het meertje zou dat kunnen, door de eigen partner, als er niet te veel publiek is.’
‘Zoals toen jij naar de demonstratie van John gekeken hebt.’
‘Ja. Ben je vanmiddag flink bereden?’
Maureen giechelde.
‘Ja, heerlijk. Ik moest John wel iedere keer aansporen, anders ging hij weer voorzichtig doen. Ik vertel zo verder.’
Bij het meertje was er inderdaad niemand, maar toen ze begonnen met uitkleden kwam er een stel door de rioolpijp vanaf het meertje van de camping zwemmen, in badpak.
‘Ik ga wel even vragen of ze op de hoogte zijn van waar ze terechtgekomen zijn.’
Tamara liep in haar ondergoed naar het stel en sprak met ze. Ze kwam al gauw terug.
‘Het is in orde, ze weten ervan. Ze vroegen wat er hier níet mocht. Ik heb gezegd, omdat er behalve ons verder niemand is, mag alles. In één van de kluisjes liggen wegwerphanddoeken. Dat wisten ze al, maar die wilden ze niet gebruiken, zei zij, maar er zou ook niets op het gras komen. Ik zei, prima, wij geven misschien ook een demonstratie. Kijk, ze hebben haast.’
Het stel had in het water hun zwemgoed al uitgedaan en liep over het zand naar het gras. Bij iedere stap kwam de stijve van hem meer omhoog. Ze gingen tegen elkaar op het gras liggen, en het was duidelijk, dat ze onmiddellijk met serieus vrijen begonnen.
‘Maureen, doe je mond dicht.’
‘O. Ja, John.’
Ze kleedden zich ook uit en gingen op het gras zitten.
‘Ik ben toch verbaasd dat ze begonnen terwijl er toegekeken werd.’
‘En vanmiddag zei je tegen Tamara, wil je zien hoe ik les geef?’
‘Dat was niet serieus bedoeld.’
‘En als ze ja gezegd had?’
‘Dan had jij vast nee gezegd.’
‘Vanmiddag waarschijnlijk wel. Maar nu ik dit zie.’
‘Je bent anders nooit zo vlot.’
‘Nee, maar alles bij elkaar, ook wat Tamara over voelen zei.’
‘Lijk jij ook graag wat te willen.’
‘Ik geloof nu ongeveer evenveel als jij en Thomas en Tamara.’
‘Wat was dat voor les?’
‘Wild vrijen, Thomas. John is altijd zo voorzichtig. Omdat ik door mijn medicijnen veel meer kan hebben wil ik wel eens flink bereden worden. Ik zei, je mag best vanaf het begin net zo woest doen als bij de laatste stoten als je komt. Ik moest het hem maar leren, zei hij. Dat heb ik gedaan. Hij begon weer heel voorzichtig, bijna centimeter voor centimeter naar binnen. Ik ben gaan fluisteren. Woester, woester, toen werd het twee centimeter. Nog woester, in één keer. Oei, hij deed het ook nog. Daarna nog een paar keer gefluisterd, woester, grotere halen. Hij leerde snel, heerlijk. Wel vermoeiender dan anders, hè?’
‘Misschien neem ik de volgende keer, als je het weer zo wild wilt, eerst een snuifje van je medicijnen.’
‘Nee, dan wordt je misschien té woest, het was prima zo. O, we krijgen bezoek.’
De mannelijke helft van het stel van de camping kwam naar hun toe.
‘Goedenavond. Ik wil jullie niet storen, maar is er misschien een asbakje in de buurt? Het is hier zo schoon, wij willen ook geen rommel achterlaten.’
‘In één van de kluisjes staan blikjes. Roken schijnt extra lekker te zijn na een nummertje.’
‘Jij bent Tamara, hé?’
‘Ja, hoe weet je dat?’
‘We hebben op Internet de krantjes gelezen. Ik zou niet weten wie er anders met een Rolls naar de camping komt.’
‘Nee, dat klopt.’
‘We vinden de camping schitterend, al is hij eenvoudig. De caravan is wel lux. En we hebben de kans gegrepen om het een keer in de open lucht te doen. Geweldig.’
‘Dan zou ik het maar niet bij één keer laten. O, je bent snel, net zoals toen je het water uitkwam. Dat was een mooi gezicht, bij iedere stap kwam je stijve wat omhoog.’
‘Ze pakte me in het water al vast, tja, dan is hij niet meer te houden. Het was heerlijk om hem vrij te laten.’
‘Ga maar vlug roken en weer verder. Opnieuw, eigenlijk.’
‘We vonden dat je in je krantjes keurig maar heel duidelijk over het meertje schreef. Ik vind het leuk om je gehoord te hebben, nogal wat vrijer. En je gezien te hebben, zonder ook maar een gaasje. Prettige avond verder.’
Tamara wachtte tot hij op een afstandje was.
‘Hij heeft de krantjes goed gelezen, al zat dat gaasje niet bij mij. Maar die twee hebben zo nog wat om over te praten.’
‘Je durft, tegen een wildvreemde over zijn stijve praten.’
‘Ach, Maureen, er zijn maar twee soorten mensen, met en zonder. Jongens kunnen over meisjes niet zoveel zeggen, die zien er altijd hetzelfde uit. Ik vind het leuk dat er andersom meer kan, van zo’n kleintje dat naar beneden op die balletjes hangt tot zo’n rechtopstaande paal. En er kan nog wat uitkomen ook, ook zo’n mooi gezicht.’
‘Ja. Vanmiddag was mijn verhaal niet af. Ik begin een stukje terug, om Thomas bij te praten. Op de avond dat John mij ten huwelijk vroeg, heb ik hem daarna gevraagd om mij te ontmaagden, dan was ik gelijk zijn vrouw, ik hoefde daarvoor niet eerst een papiertje van het stadhuis.’
‘Oei. Waar vroeg hij je? Ik kan me voorstellen dat je niet middenin het publiek ontmaagd wilde worden.’
Ze grinnikten.
‘Nee, we lagen bloot op bed in mijn slaapkamer, daar kon het. Tenminste, de volgende morgen zat mijn vader met een chagrijnig gezicht aan het ontbijt. Maureen, ik dacht dat je sliep, toen we thuis kwamen. Maar toen wij in bed lagen hoorden we je bezoek uitlaten. Zo hebben we je niet opgevoed. Nou, ik zou toch over niet al te lange tijd het huis uitgaan, ik hoefde me dus voor de lieve vrede niet meer in te houden. Ik zei, niet alles bij een opvoeding lukt. Ik had bezoek van John, sinds gisterenavond mijn aanstaande echtgenoot. Mijn vader zei, dat moeten we een andere keer rustig bespreken. Ik zei, er valt niets te bespreken, of terug te draaien, hij heeft mij gevraagd, ik heb toegestemd. Ik ben direct daarna al zijn vrouw geworden, op mijn verzoek heeft hij me ontmaagd. En om dat te vieren hebben we daarna nog twee keer gevreeën. Om duidelijk te maken dat ik weet wat ontmaagden en vrijen is, al heb ik dat niet van jullie, jullie weten dat jullie me amper iets verteld hebben, hij is drie keer met zijn erectie helemaal in mijn doos geweest en na korter of langer op en neer bewegen klaargekomen, ik ben ook klaargekomen. Toen was hij helemaal leeggespoten, anders was het nog later geworden. Maak je geen zorgen, het is buiten de tijd dat ik er zwanger van kan worden. Mijn vader heeft er verder geen woord meer over gezegd, maar me laten merken dat ik maar moest doen waar ik zin in had. Nou, dat heb ik gedaan, in plaats van één keer in de week bijna iedere avond, hé, John? Tot we trouwden en in ons eigen huis gingen wonen.’
‘Ja, meestal twee keer op een avond. Daarna werd het nog mooier, zag ik je nog vaker helemaal bloot.’
‘Ja, en ik jou nog vaker met een erectie. Net als nu. En Thomas ook. Mooi, hé, Tamara?’
‘Ja, stereo. Gaat het nog, Thomas?’
‘Niet zo lang meer, ik zie ook stereo. En hem bovenop haar wippen.’
‘Dat zullen ze het prettigste standje vinden, maar de eerste keer niet gedurfd hebben. Hij kan al wel weer snel, zou hij ook van die grote ballen hebben? Dat zou wel erg toevallig zijn.’
‘Vraag het straks maar. Hoe deden John en Maureen het, toen je mocht kijken?’
‘John is tussen de benen van Maureen gaan zitten, net in het water, met zijn rug naar haar toe en maakte even later wolkjes in het water. Zullen wij ook zo gaan zitten, en kijken hoe je over het water spuit?’
‘Ja, prima. Nu?’
‘Zou je het willen zien, Maureen?’
‘Plaag me niet zo. Ja, ik ben erg nieuwsgierig.’
Ze liepen naar het water, Thomas ging tussen de benen van Tamara zitten en liet zich wat onderuit zakken. John en Maureen kwamen er naast zitten.
‘Kan je er zo bij, Tamara?’
‘Ja, voel maar.’
Tamara begon met strelen.
‘Maureen, ik zou het lekker vinden als jij mijn ballen masseert.’
‘O. Mag dat, Tamara?’
‘Ja hoor, dan heb ik twee handen vrij voor die lekkere stijve.’
Gestreeld en gemasseerd door drie handen kwam Thomas gauw. Hij spoot zeven keer, de eerste straal kwam drie meter verder in het water, de volgenden steeds iets dichterbij, maar de laatste toch nog op bijna twee meter.
‘Prachtig, Thomas. Mooie demonstratie.’
‘Wat heb jij een geluk, Tamara. Ongelofelijk, wat een voorraad. En zo ver. En wat geniet hij duidelijk.’
‘Hij houdt zich niet in, Maureen. En je hebt vast stevig gemasseerd.’
In hun handen klappend kwam het stel uit de caravan dichterbij.
‘Mogen we even kijken waar dat allemaal vandaan kwam?’
‘Ja, kom maar.’
Ze kwamen vóór Thomas staan, zij hurkte.
‘Een mooie paal. Je bent niet abnormaal groot. Of was je net groter?’
Thomas probeerde te antwoorden, maar hij hijgde nog te veel, Tamara nam het maar over.
‘Ongeveer een centimeter, hij gaat nu weer naar zijn ruststand.’
‘Hoe kan hij zo veel spuiten?’
‘Het zit niet in de grootte van zijn erectie, hij heeft grotere ballen dan normaal.’
‘Daar zie ik niets van.’
‘Voel maar.’
‘Voelen?’
‘Ja, anders geloof je het toch niet.’
‘Nee, maar misschien geloof ik het dan nog niet. Maar als dat mag sla ik het niet af.’
Ze pakte de ballen van Thomas.
‘O. Man, kom eens.’
Man kwam naast haar staan. Zij pakte met haar andere hand zijn ballen.
‘Ja, duidelijk groter. Ik geloof het.'
Ze giechelde.
‘Tjonge, hier had ik niet van kunnen dromen. Ballen in allebei mijn handen. Om mijn niet-droom af te maken ga ik even wat hoger. Oh, geweldig, een stijve in iedere hand. Zeg, wie is de gelukkige, die normaal vast overvol gespoten wordt?’
‘Ik, natuurlijk. Ik laat de bediening aan niemand anders over. Al mocht er deze keer wat geholpen worden. Alleen voor het lekkere, hoor, gezien de omstandigheden was er wel zoveel te verwachten.’
‘Wat voor omstandigheden?’
‘We hebben na de lunch voor het laatst gevreeën, hier zag hij jullie vrijen en twee blote meiden vlakbij.’
‘Mijn man was net ook woester dan normaal, omdat hij wist dat er gekeken werd. Maar meer dan eerst vier en toen drie keer spoot hij volgens mij niet.’
‘Voor zover ik weet is dat normaal. Ik had willen komen vragen of hij toevallig ook van die grote ballen had, omdat hij zo snel weer kon.’
‘Nee, niet zo groot. Wil je ook even voelen? Mag wel, hè, man?’
Ze liet hem los, maar hield Thomas vast.
‘Graag. Dan kan ik vast straks nog een keer.’
Tamara pakte zijn ballen.
‘Nou, ik denk normale. Ik ga ook even wat hoger. Nou, niks mis mee, lekker stijf.’
‘Het doet me goed, in de openlucht. En jouw masseren, laat maar weer los.’
Tamara liet hem los, zijn vrouw giechelde.
‘Sinds je met mij verkering kreeg heeft er geen andere meid aan je gezeten, hè?’
‘Natuurlijk niet. En jij doet het altijd prima.’
‘We hebben vandaag een fietstocht gemaakt, daardoor hebben we het sinds gisterenavond niet gedaan. Dan kan hij redelijk snel twee keer, maar voor vandaag dacht ik dat het op was. Als we het over de hele dag spreiden lukt het wel drie keer. Maar deze twee tellen voor drie, zo in de openlucht, met bekijks.’
‘Nou, we hebben niet echt gekeken, maar wel gezien dat jullie het deden. Durfde hij de eerste keer niet op je liggen?’
‘Nee, we vonden het op onze zijkanten wat minder opvallend. Al was het kennelijk toch duidelijk genoeg.’
‘Natuurlijk, je man kwam al met een stijve uit het water. En jullie zouden geen handdoek gebruiken. Tja, wat er dan gebeurt is duidelijk. De tweede keer was lekkerder?’
‘Ja, toen durfde hij bovenop, dat vind ik lekkerder, dan kan hij tegen me aan bonken, ik houd wel van een beetje wild. Zeg, hoeveel van die stralen krijg je normaal?’
‘Vijf of zes.’
‘Na de lunch, en nu, morgenochtend weer?’
‘Nee, als we thuis zijn. Als we een hele dag vrij zijn kan hij een keer of zes.’
‘Tja, die ballen zijn wel erg groot. O, sorry, ik zal je maar eens loslaten. Bedankt voor de demonstratie, zoiets zullen we vast nooit meer meemaken, zeven stralen zo ver weg.’
‘Misschien als jullie een volgende keer op de camping komen, maar wij komen hier ook niet zo vaak.’
‘We komen hier vast nog eens terug. We zouden niet weten waar je ergens anders zo vrij kan zijn. Prettige avond verder.’
Het stel liep weg.
‘Ik geloof het nog amper. Wat een productie. Daar zou hij ook een titel voor moeten krijgen.’
‘Nee, Maureen, het is geen verdienste, het is aangeboren.’
‘Hij spoot vast nog niet in de wieg.’
‘Nee, gelukkig niet, hij is normaal begonnen. Met z’n twaalfde begonnen de natte dromen, zoals bij de meeste jongens. Één per week. De vier weken voor ons trouwen weet je, meestal één keer per dag bij ons spelen. Het kwam pas op gang na ons trouwen. Eerst twee keer, toen vijf keer, daarna kon hij zes keer, al doen we dat niet iedere dag.’
‘John, wij hebben vandaag pas één keer gevreeën.’
‘Telde dat niet voor twee?’
‘Ja, zeker. Maar niet voor je productie, die was niet dubbel. Je zal best zin hebben, met alles wat je hier gezien hebt.’
‘Ja, ik heb weer het gevoel dat ik vol zit. Hier?’
‘Ja, graag, voor de caravan was het ook zo lekker. Niet op het zand, in het gras. Je zei eerder, vanmiddag had ik waarschijnlijk nee gezegd, geen toeschouwers, maar nu ik dit zie. Durf je?’
‘John, we zullen niet te dichtbij komen. Ik kan nog niet, maar ik wil Tamara wel strelen, die wil vast ook wat.’
‘Nou, als jullie beloven het ook een keer te doen met ons in de buurt, durf ik wel.’
‘Ja, natuurlijk. Vast zo meteen al. Het klaarkomen van Tamara wind me altijd op, dan kan ik waarschijnlijk snel daarna.’
‘Wil jij het dan wel zo snel, Tamara?’
‘Zodra ik uitgehijgd ben begin ik al weer naar de volgende keer te verlangen. Liefst met die mooie stijve, maar Thomas streelt ook fantastisch. Kom, naar het gras.’
Ze stonden op, liepen bij het water vandaan en gingen op het gras liggen, John en Maureen een paar meter van Thomas en Tamara.
‘John, kijk eens, hij ligt alweer op haar. Zie je hem rammen? Hoor je haar kreunen?’
‘Ja. Ik zal het proberen.’
‘Kom bovenop me, laat je maar lekker gaan.’
Terwijl John op Maureen ging liggen, ze hem naar binnen hielp en hij begon met rammen trok Thomas Tamara met haar rug tegen zich aan, streelde met één hand een borst en met de andere tussen haar benen, in het ritme van het wippen van John op Maureen. Tamara kreeg het door, ze giechelde.
‘Thomas houdt jouw tempo aan, John. Wie komt er het eerst?’
John kreunde.
‘Ik. Nu.’
Hij kreunde nog drie keer en lag toen stil.
‘Goed, Maureen?’
‘Heerlijk wild, schat, ik kwam ook een beetje. Nu Tamara nog.’
Thomas ging over op wat hij wist wat Tamara het prettigst vond, waardoor ze ook vrij snel kwam.
‘Hé, ook lekker. Wat gezellig. O, ik voel een stijve tegen mijn rug. Tja, het was vast opwindender dan met ons tweeën, hé, Thomas?’
‘Ja. Het is lang geleden dat ik een stel heb zien vrijen. Toen ik een jaar of vijftien was heb ik naar een stelletje in het bos gekeken. Van verderaf dan nu. Ze nam zijn stijve een tijdje in haar mond, liet hem daarna spuiten. Ik was onder de indruk, ik had alleen maar natte dromen. Daarna zat hij met zijn vingers aan het haar tussen haar benen, tot hij weer een stijve kreeg. Het verwonderde me hoe die helemaal tussen het haar van dat meisje verdween, en dat ze dat fijn vond, ze duwde haar doos een paar keer omhoog om hem sneller binnen te krijgen. Ik kijk zelf wel eens, als ik de mijne bij Tamara naar binnen duw. Zo’n mooi gezicht, haar gleuf wordt rond en past precies om mijn stijve. Ik kon het bij jullie ook goed zien, erg opwindend. Je lag niet stil, Maureen.’
‘Ik heb, toen ik jullie aan zag komen, een half snuifje genomen, daardoor kon ik lekker actief meedoen. Was dat met het paartje ook opwindend?’
‘Ja, ik had een stijve gekregen. De nacht erna werd ik wakker met een grotere dan ik ooit gehad had, en ik hield het niet meer, ik moest lozen. Toen heb ik voor de eerste keer gespoten, boven de wastafel op mijn kamer. Ik vond het jammer dat ik het niemand kon vertellen.’
‘Tamara ook niet?’
‘Die zéker niet. We hadden het nooit over seks. Tamara begon er nooit over, en ik dacht dat ze maagd wilde blijven tot we trouwden, en ik wilde het haar niet moeilijk maken.’
‘Ik heb je één keer wat gevraagd, in het zwembad in de stad, toen we een jaar of achttien waren. Of je tevreden met me was. Want je keek vaak stiekem naar me, maar je zei nooit wat.’
‘Wat zei hij toen?’
‘Iets wat ik nooit zal vergeten. Ook al omdat het de eerste keer was, over mijn uiterlijk. Hij dacht eerst na. Toen zei hij, er loopt hier van alles rond. Maar er is vast geen meisje op de wereld wat ik nog mooier zou vinden dan jou. En vast ook geen die ik nog liever zou kunnen vinden dan jou. En vast ook geen combinatie daarvan. Ik ga je steeds meer een wereldwonder vinden, jouw combinatie van uiterlijk en innerlijk. Ik heb zitten janken. Nu bijna weer.’
‘Wat een mooie liefdesverklaring.’
‘Ja. Daarna vroeg ik, had je dat niet kunnen bewaren tot we thuis waren? Hij zei, nee, daar zou je me vast te enthousiast bedanken. Daarom ga ik hier maar even door. Iedere balsport heeft een andere maat bal. Bij het sporten met jou past jouw maat vast ideaal in mijn hand of handen.’
‘Indirect, maar duidelijk.’
‘Ja. Hij zei, van de rest is niet veel te zien. Dat lijkt me mooi geprononceerd. Ik vroeg, wat? Geprononceerd? Hij zei, lekker mollig.’
‘Hoe kwam je daar zo bij, Thomas?’
‘Het was een samenvatting van wat ik af en toe dacht, nadat ze borstjes gekregen had. En beneden wat molliger was geworden. Dat zag ik natuurlijk alleen met een badpak er overheen als we gingen zwemmen, ik vond haar echt het mooiste figuur hebben. En ik hield natuurlijk al jaren van haar.’
‘Ik ook van hem. Ik zei toen, ik vind jou ook heel lief en mooi. Meer mocht ik niet zeggen, pas als we ooit gingen sporten. Hij wist best dat ik bij het kussen af en toe voelde dat hij een stijve in zijn broek had, maar ik liet nooit wat merken. Ik heb die avond in bed weer gejankt, omdat hij zo tevreden met me was en het zo mooi verteld had.’
‘Ja, maar was je niet benieuwd hoe groot die stijve was?’
‘Nee, elke maat zou goed zijn, ik hield van hem.’
‘Ja, zo hoort dat. Maar hij zal toch wel eerder wat over je uiterlijk gezegd hebben?’
‘Ja, dat hij me heel mooi vond. Maar die keer vroeg ik er om, wat ik anders nooit deed. Hij snapte dat ik wel iets meer wilde horen dan mooi.’
‘En gaf een heel mooi antwoord. Ik was ook blij met wat ik zag, toen ik de eerste keer bij John zijn onderbroek naar beneden deed. Groter en dikker dan ik verwachtte. En ik vond het ook prettiger dan ik verwachtte om hem vast te pakken. En zijn klaarkomen en spuiten was ook mooier dan ik verwachtte.’
Tamara grinnikte.
‘Thomas kwam sneller dan ik verwachtte, ik had hem nog geeneens aangeraakt. Jullie kunnen je wel voorstellen hoe verbaasd ik was, toen ik zes keer bestraald werd, uit die grote en dikke die ik voor het eerst zag.’
‘Verbaasd? Vast overweldigd. Dat je toen niet omver gespoten bent.’
‘Nee, het was natuurlijk niet recht tegen me aan, maar schuin omhoog. Nog nét geen dreun onder mijn kin, die heb ik daarna wel eens gehad. O, we zitten wel gezellig te kletsen, maar ik voel nog steeds die stijve tegen mijn rug. Draai me om, Thomas, en duw hem in mijn doos en berijdt me. Als je het ook niet erg vindt dat er toegekeken wordt.’
‘Nee, en beloofd is beloofd. In hoeveel keer naar binnen?’
‘Doe maar vier, ik stuur in het begin wel.’
Thomas draaide Tamara op haar rug en ging op haar liggen.
‘Daar kom ik. O, heerlijk. Een kwart, een achtste, de helft, min een achtste, driekwart, min een achtste, boem, helemaal. O, geweldig. Twee handen om mijn stijve en één hand om mijn ballen was ook lekker, maar nu wordt hij helemaal rondom gestreeld. Hè, wat is dat? Oh, Tamara, Maureen is ondeugend, ze masseert mijn ballen weer. Ohhhh, ik kom al.’
Hij wipte snel een paar keer, drukte zich toen vier keer kreunend hard op Tamara, slaakte een diepe zucht en lag stil.
‘Vast te snel voor je, hé?’
‘Ja, veel te snel. Zo snel, dat je amper hijgt. Maar dat geeft voor een keer niet. Foei, Maureen, kneep je het eruit?’
‘Ik kneep niet echt. Maar ik kon er niet afblijven, die ballen bleven zo zielig achter, nadat we zijn stijve zagen verdwijnen. Ik had nooit gedacht dat we het zouden doen als er iemand keek en we het van een ander stel van zo van dichtbij zouden zien. En ik dan zo brutaal zou zijn. Maar het was mooi, we doen het omdat we ons niet schamen voor zoiets natuurlijks. Die ballen produceren heel wat, je spoot alweer vier keer, hé?’
Thomas ging naast Tamara liggen.
‘Ja. Je kneep niet echt, maar anders dan daarnet. Het voelde aan alsof je ze leeg masseerde. Doe je dat bij John ook?’
‘Zo ongeveer, soms. Daarnet durfde ik nog niet zo goed.’
‘Voortaan blijf ik uit je buurt, ik doe er liever langer over. Dan heeft Tamara er ook wat aan.’
‘Ik dacht wel dat je sneller zou komen, maar niet zó snel. En Tamara klaagt toch niet, je hoorde het. En ze was daarnet al klaargekomen.’
Het andere stel kwam bij hun staan, in zwemkleding.
‘Hartelijk dank voor de bijzondere avond. We vonden het heel fijn dat we hier zo vrij konden zijn. En dat jullie zo vrij waren.’
‘Wij hebben ook van jullie genoten. Een prettig verblijf verder.’
Het stel liep richting camping.
‘O, Crystal is wakker. Heb je gekeken, schatje? Hoe oom Thomas en tante Tamara vrijden? Was je al wakker toen pappie en ik vrijden? Ja, zo hebben we jou ook gemaakt. Nou, niet zo woest, pappie deed toen erg voorzichtig met me. Mammie maakt binnenin eitjes, en pappie spuit er zo vaak hij kan zaadjes bij om een eitje een kindje te laten worden. Die eitjes kan je niet zien, dat spul van pappie als hij het niet in mammie doet wél, je hebt pappie al een keer zien spuiten. Oom Thomas vast niet, je hebt wat gemist. Die spoot heel veel heel ver. Pappie en mammie vrijen nu ook om te proberen een broertje voor je te maken. Als het een zusje wordt proberen we het daarna misschien nog een keer voor een broertje. Ja, we gaan nu naar de caravan, je zal wel honger hebben. Wij hebben dorst. Inspannend werk hoor, een broertje of zusje maken. Maar zo lekker, dat we, tot we graag wilden dat jij kwam, heel vaak deden alsof.’
‘Ze snapt er nog niets van, Maureen.’
‘Dat weet ik wel, John, ik oefen om seksuele voorlichting te geven. Als ik er met haar nooit over zou praten zou ik het niet kunnen als ze het moest horen. Daarom heb ik ook Tamara gevraagd hoelang jij in je blootje met een erectie in de caravan kan lopen. Kleine pikkies zal ze genoeg zien, op een gegeven moment gaat ze natuurlijk over de camping zwerven. De jeugd houdt zich vast in, als ze haar zien.’
‘Ja, dat denk ik ook. Hoelang zouden we kunnen vrijen terwijl ze kijkt?’
‘Geen idee? Tamara?’
‘Dat weet ik ook niet. Ik heb veel van mevrouw opgestoken, hoe ze vroeger met de kinderen omgingen. Over méér dan een half stijve moest een handdoek, dat moet op het zonneterras ook. Van jongst af aan zagen de kinderen dat meneer een half stijve had als hij achter mevrouw naar binnenging. Ze wisten dan wat ze gingen doen, maar ze hebben, denk ik, nooit mogen kijken. Al lijkt me dat voor kinderen beter dan dat ze meemaken dat hun ouders ruzie hebben. Toen de kinderen hier logeerden lette het niet meer zou nauw, in het zwembad, toen waren ze getrouwd.’
‘Ik voel bij wijze van spreke nog dat hun dochter en schoondochter aan mijn spullen zaten. Vier handen. Allesbehalve voorzichtig.’
‘Dat zal best. Toen hun ouders hiernaartoe verhuisd waren gebruikten die jongens geen handdoek meer. De meiden zagen dus ook de stijve van de andere jongen. Een keer werd er in de tuin te lang gestreeld, waardoor er gespoten werd. Het andere stel deed het toen na. En al gauw vrijden ze ook terwijl het andere stel toekeek. Zien vrijen doet vrijen, dat weten wij nu ook. En Crystal. Maar ik heb geen idee of het goed is als kinderen wat ouder worden en dan toe mogen kijken. Ik denk dat het jullie vanzelf merken als het niet meer kan. Goed. Nu terug, Crystal moet eten, dat gaat voor.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 34
Zie ook www.wellingten.co.uk

Verzorgd door Tamara.

De huurhuizen en de renovatie van de huurhuizen.
In een vorige krantje heb ik geschreven dat de renovaties meer dan twee jaar gaan duren. Ik vroeg jullie me te vertellen dat jullie zoveel geduld hebben.
Hartelijk dank voor jullie positieve reacties, meer dan honderd mensen hebben me aangeschoten om te vertellen dat ze slimmer waren dan ik. Ze hadden vijf jaar verwacht, geen twee, en zeker geen één.
 
De nieuwbouw is nog niet klaar en aan de renovaties is nog geeneens begonnen, maar de laatste voorlopige berekeningen wijzen uit, dat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de huren onder de voorlopig (op vijftien procent onder de vorige) vastgestelde huren uit zullen komen, en iedere huurder dus een spaarpotje aan het kweken is. Omdat pas over een jaar of drie alles precies uitgerekend kan worden hoop ik dat jullie dat ook niet erg vinden.

De nieuwbouw.
Geen nieuws.

De camping en het meertje.
Geen nieuws.

Overige onderwerpen.
De graaf en de gravin hebben mij verzocht jullie mede te delen, dat ze, behalve bij officiële gelegenheden, graag meneer en mevrouw genoemd willen blijven worden.

We krijgen van de stad een afscheidscadeautje. De borden aan beide einden van de Hoofdstraat met de oude naam van het dorp worden vervangen door borden met Wellingten, Wellingtenshire erop.
Bedankt, stad. Jullie hebben ons altijd eerlijk behandeld, maar we hebben nooit het gevoel gehad bij jullie te horen, daarvoor zit er waarschijnlijk nog te veel vrijbuiterbloed in ons. Dat belet ons niet om blij te zijn met de nieuwe naam van het dorp en dat we ingedeeld zijn in Wellingtenshire, met aan het hoofd daarvan . . . nou ja, jullie weten het wel. (In mijn taakomschrijving staat, niet te lovend over je werkgevers spreken)
 
Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
E-mail     tamara@wellingten.co.uk
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week 47

‘De bouwambtenaar van de stad belde weer. Of ik morgenochtend om tien uur bij hem kan zijn. Hij wil graag uit de eerste hand horen hoe het bij de koningin gegaan is. Hij heeft de burgemeester ook uitgenodigd. Ik kon natuurlijk niet weigeren, die ambtenaar heeft echt zijn best voor ons gedaan, met de nieuwbouw. En of mijn echtgenoot en jullie ook kwamen, de burgemeester zou dat ook waarderen.’
‘We gaan altijd graag naar waar je ons wilt hebben, Tamara.’
‘Ja, voor feestelijke openingen of zo. Dit is wat anders. Hij vroeg, of we dezelfde kleding als toen aan kunnen trekken, voor de sfeer. Doen we dat?’
‘Waarom niet, als hij dat leuk vindt?’
‘Toestanden! Nou, vooruit. Kan Thomas ook mee?’
‘Ja, natuurlijk. Hij kan voor zoiets wel vrij voor zichzelf regelen.’
‘Goed. Verder is er geen nieuws.’
‘Wij hebben alleen maar een advies voor je. Ga vanavond op tijd slapen, bij een burgemeester moet je goed wakker zijn.’
‘Poe, vast niet meer dan bij een graaf en een gravin. Maar jullie hebben gelijk, soms wordt het erg laat, als we er geen genoeg van kunnen krijgen.’
‘Na zes keer nog niet tevreden?’
‘Jawel, maar meestal was er die dag of avond dan iets, waardoor we nog niet op zes keer zaten. We tellen niet, maar daar komt het zo’n beetje wel op neer. Onder de vier keer kan ik me niet herinneren.’
‘En als jij niet kan?’
‘Dan spelen we een keer of drie per dag. Dan kan ik zijn spullen op een andere manier verwennen, en ik blijf het prachtig vinden om te zien hoe hij gaat hijgen als hij komt en dan zo veel en zo hard spuit. Het is dan net of ik het van binnen voel.’
‘Jullie hebben het maar fijn met elkaar.’
‘Ja. Nogal een toeval, denk ik, dat hij zo productief is en ik er zo graag van geniet. Hé, dat praten erover is ook niet alles. Ik ga nu naar huis, douchen en bloot op bed liggen, dan ben ik mooi op tijd om van een voorafje voor het eten te genieten, Thomas lust best ook wat.’
‘Veel plezier. Tot ziens.’
 
De volgende dag reden ze naar het stadhuis, Thomas chauffeerde en ging mee naar binnen. Ze werden door een bode naar de kamer van de burgemeester gebracht. De bouwambtenaar was er al, hij stelde ze aan de burgemeester voor. Ze namen plaats in een zithoek, er werd koffie geserveerd. De burgemeester nam het woord.
‘Hartelijk welkom, graaf, gravin, Tamara, Thomas. Heel mooi, dames. Bij elkaar passend, dat kan ik als man zelfs zien. Heel geschikt om bij Hare Majesteit op bezoek te gaan. Wij zijn ook een beetje feestelijk, omdat we vandaag nog wat bijzonders hebben, vandaar ons jacquet. Tamara, ik heb van mijn ambtenaar al wat over je gehoord, jullie schijnen goed met elkaar op te kunnen schieten.’
‘Ja, burgemeester. Ambtenaren hebben een slechte naam, maar híj denkt mee. Ik krijg veel eer voor mijn werk, maar veel mensen die ik benader om iets voor elkaar te krijgen, leveren vanuit hun specialisatie een bijdrage. Hij ook, meerdere keren. Tja, daarom kan ik natuurlijk goed met hem opschieten.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Hij heeft inderdaad meer gedaan dan ik hem gevraagd heb. Er was mij ter ore gekomen dat het dorp voorrang verdiende, die moest hij verlenen. Voor zijn extra verdiensten hebben we een stedelijke jaarlijkse regeling, daar kan ik nu niet op vooruitlopen.’
‘Een bonus?’
‘Eh ja.’
‘Prima, die komt hem toe. En dat ter ore komen was zeker een telefoontje van iemand met een beetje een Amerikaans accent.’
De burgemeester lachte, de anderen grinnikten.
‘Je bent aardig gevat. Heb je leuk met Hare Majesteit gesproken?’
‘Nee, toen kon ik er amper een woord uitkrijgen. De graaf wel, die zei aan het eind tegen Haar, bedankt, Liz.’
‘Wat? Liz? Vertel asjeblieft het hele verhaal.’
Tamara deed het.
‘Dank je wel. Een unieke geschiedenis. Tamara, je hebt Hare Majesteit geschreven en ons aangespoord om een aanvraag in te dienen. Voor jezelf heb je niets gevraagd, terwijl jij overal een groot aandeel in hebt.’
‘Natuurlijk niet. Maar ik mocht mee, ik heb met de koningin gesproken, al was het van mijn kant weinig, en ze gaf me een hand. Na veel lovende woorden van haar. Méér dan genoeg.’
‘Hare Majesteit vond van niet. Zei ze op het eind niet, mijn waardering komt te zijner tijd tot uitdrukking?’
‘Ja. Hoe weet u dat? Dat heb ik niet verteld.’
‘Dat heeft ze me geschreven. Wat dacht je, toen ze dat zei?’
‘Over die waardering? Niets. De graaf kwam er later op terug, toen dacht ik, misschien een bedankbrief.’
‘Ja, zoiets heeft ze me gestuurd, om je die uit te reiken.’
‘Hé, moest ik daarvoor hier komen? Ben ik erin geluisd?’
‘Ja, je bent erin geluisd. Zo hoort dat, bij dit soort bedankbrieven, die gaan niet over de post. Drinken jullie je koffie op, ik pak de brief en waarschuw de fotograaf.’
De burgemeester ging naar zijn bureau.
‘Daarom moesten we ons zeker netjes aankleden. Is dat nodig, voor een brief? En moet dat gefotografeerd worden?’
‘Het is niet zomaar een brief, Tamara.’
‘Weet je er meer van, Mark?’
‘Ja, de burgemeester heeft me gebeld en al wat verklikt. Zijn ambtenaar zou je hier naar toe lokken, we moesten zorgen dat je toch kwam, als je niet wilde. Maar het ging vanzelf goed. Hoe slim je ook bent, argeloos ben je ook.’
‘Argeloos? Eerder goed van vertrouwen. Wel een hoop drukte voor een bedankbrief.’
‘Wacht maar af, het is een speciale.’
De fotograaf kwam binnen en de burgemeester kwam met een rol papier met een lint eromheen en een doosje terug van zijn bureau. Hij zette het doosje op tafel en gaf de rol aan Tamara. Toen die het lint los begon te maken stopte de burgemeester haar.
‘Ik moest hem uitreiken, dat is nu gebeurd. Geef hem maar aan je paladijn, de graaf. Je kan hem later lezen.’
Tamara keek verbaasd, maar gaf de rol aan Mark.
‘Ik zal je eerst wat uitleggen. Niet iedereen krijgt een bedankje van de Koningin, er moet, net zoals voor de titel van de graaf, een procedure gevolgd worden. Allereerst moet er natuurlijk een aanvraag zijn. Voor de familie Wellingten waren er twee, die van jou en die van de stad. Voor jou, Tamara, was er geen. Er was wel een zeer uitvoerige brief van meneer en mevrouw over jou. Die eindigde met, wij zijn van mening, dat Tamara minimaal eenderde van de eer voor ons ‘gedrag tegenover een heel dorp’ toekomt. Tja, er had achter moeten staan, wij verzoeken U daarom Tamara ook een titel te verlenen. Heeft u dat per ongeluk of expres vergeten, meneer?’
‘Expres. We wisten de procedure niet, we konden geen navraag doen zonder slapende honden wakker te maken. En we wisten niet wat er mogelijk was. We hebben het daarom maar aan Hare Majesteit overgelaten.’
‘Normaal worden brieven zonder vraag voor kennisneming aangenomen en verdwijnen in het archief. Maar die van u was zo uniek, dat hij met uw acceptatiebrief en de brief van Tamara ook aan Hare Majesteit voorgelegd is. Zij heeft, voor zover wij weten voor het eerst, besloten om toch een procedure voor Tamara te starten.’
‘Toch niet voor een titel?’
‘Dat is dan nog niet bekend, Tamara, dat hangt af van de informaties die er dan ingewonnen worden. Mensen met een strafblad krijgen natuurlijk niet zo gauw een bedankje, tenzij ze duidelijk en langdurig hun leven gebeterd hebben. We hebben op het verzoek om inlichtingen over jou geantwoord, Tamara heeft geen strafblad, ze staat uitermate goed bekend. Maar daar hebben we het niet bij gelaten.’
‘Waarom niet? Of wist u niet dat de graaf al een brief geschreven had?’
‘Dat wisten we, we hebben kopieën van jouw brief met je verzoek aan Hare Majesteit, en van de brieven van de graaf aan Haar gekregen. Wij hebben je krantje, waarin je verslag deed van het feestje in het paleis, meegestuurd, ter attentie van Hare Majesteit persoonlijk.’
‘Nee toch?’
‘We vonden dat Zij ook jouw krantje moest zien, om het verhaal over jou compleet te maken. Tamara, het ligt wat moeilijk, om gesprekken met Haar op schrift te zetten, dat wordt niet zo gewaardeerd. Maar jij hebt het in je krantje keurig gedaan. Het staat nu ook niet op papier, maar mij is telefonisch medegedeeld, dat Zij je krantje gelezen heeft en ervan genoten heeft. Van je mooie verslag en je keurige uitleg over alle veranderingen die je de stadsraad aan hebt laten vragen.’
‘O.’
‘Verder viel haar weer je bescheidenheid op. En Ze heeft gelachen om je beschrijving van het gaasje in de japon van de gravin en dat jullie over naaktlopen gesproken hebben.’
‘Jammer dat het niet op papier kon.’
‘Tja. Ze wil ook graag je krantje waarin je over deze gelegenheid schrijft ontvangen. Waarmee ik natuurlijk niets wil suggereren.’
‘O. Natuurlijk niet. Dank u wel. Als ik geweten had dat Ze mijn krantje zou lezen had ik alles misschien anders geschreven.’
‘Verander alsjeblieft je stijl niet, dat is absoluut niet nodig voor Hare Majesteit. Ze zou het doorzien en betreuren.’
‘Goed. Ik zal mijn best doen. Was dat alles, burgemeester?’
‘Wat bedoel je?’
‘Ik heb mijn bedankbrief. Al heb ik hem nog niet mogen lezen. Ik wil u niet van uw werk houden.’
De burgemeester grinnikte, de graaf en de gravin glimlachten en Thomas keek afwachtend.
‘Nee, dat was niet alles. Dat was eigenlijk nog niets, alleen een uitleg vooraf, over de gang van zaken. Ik ga nu in op de inhoud van wat je noemt je bedankbrief.’
‘Is het dat dan niet? U heeft het over zoiets, dit soort gaat niet over de post, en de graaf zei, het is niet zomaar een brief, het is een speciale.’
‘Ja, het is een speciale. Je herinnert je vast de drie redenen voor de verlening van een titel aan de Wellingtens. De eerste twee betroffen de voorgangers van de huidige graaf. Je hebt Hare Majesteit gevraagd om een eeuwenlang foutje goed maken. Een beetje brutaal, maar Ze vond dat je gelijk had. De derde reden was, voor het uitzonderlijk sociale en onbaatzuchtig gedrag tegenover een heel dorp. Ik heb vernomen, dat het nogal moeite gekost heeft om de dank van Hare Majesteit voor jou op papier te zetten. Voor de graaf was dat makkelijk, er hoefde bijna niets aan jouw tekst veranderd te worden. Heb je dat gemerkt?’
‘Ja. Daar was ik al net zo verbaasd over als over dat al mijn voorstellen over het geven van de grond in het dorp aan de Wellingtens en de naamsveranderingen bijna letterlijk overgenomen waren. Ik ben er maar van uitgegaan, dat dat maar voor het gemak gedaan was.’
‘Nee, zeker niet. Alles is onderzocht, maar alles was perfect uitgewerkt. Voor ons ook. Je kan je voorstellen wat we dachten toen we lazen, de grond in het dorp wordt, om niet, overgedragen aan de familie Wellingten. Daar kon natuurlijk geen sprake van zijn. Maar door wat er daarna stond zijn we onmiddellijk overstag gegaan. Het maakt de stad financieel inderdaad niets uit. Een perfect voorstel. We hadden je graag gevraagd om voor jezelf iets op papier te zetten, maar dat kon natuurlijk niet. En gezien je bescheidenheid zou het waarschijnlijk nogal kort en simpel geweest zijn. Wat had je voorgesteld?’
‘De graaf en ik hebben het er een keer over gehad. Ik dacht, heel hartelijk bedankt voor het zo goed helpen van de graaf en de gravin.’
‘Veel te kort en te simpel.’
‘Maar dat sluit toch aan bij de derde reden van de graaf en de gravin? Over hun gedrag tegenover het dorp?’
‘Ja, dat sluit daarbij aan, maar daar kan toch niet naar verwezen worden? Dat moet er bij jou ook in staan.’
‘Ja, dat moet dan wel.’
 Ik vind dit wel uniek. Normaal lees ik voor en krijg geen commentaar. Ik zal het voor jou anders, speciaal doen, Tamara. Ik lees de reden in stukjes voor, dan kan je tussendoor eventueel commentaar geven. Het hoeft niet, je mag het ook bewaren voor in je krantje.’
‘Ik hoor helemaal geen commentaar te leveren op iets van de Koningin. Maar ik vind het zo raar gaan, zo’n toestand voor een bedankje. En u vroeg me wat ik zelf voorgesteld zou hebben. Een reden in stukjes?’
‘Ja, Tamara. Mag ik nu voorlezen?’
‘Ja, burgemeester. Neemt u me niet kwalijk.’
‘Voor haar uitzonderlijk sociale en onbaatzuchtig gedrag.’
‘Dat is inderdaad een herhaling. De graaf betwijfelde dat ‘uitzonderlijk’, dan mag ik dat ook.’
‘Ja, dat mag je, maar het blijft de mening van Hare Majesteit.’
‘Ja, burgemeester.’
‘Door, zonder daarvoor opgeleid te zijn, met hulp van iedereen die ze maar in kon schakelen.’
‘Dat klopt. Maar ik mis daarvóór, tegenover een heel dorp.’
‘Dat komt zo goed. Het op een unieke, grondige en gedetailleerde manier omzetten van de grootschalige wensen van haar werkgevers en de kleinschalige wensen van de dorpsbewoners.’
‘Ik betwijfel dat uniek. Maar verder is het mooi en correct opgesteld. En ik werk inderdaad twee kanten op.’
‘In een luxe maar én voor haar werkgevers én voor de dorpsbewoners betaalbare realiteit.’
‘O. Prachtig, alles in één, nieuwbouw, camping, meertje.’
‘Wacht even. Op de gebieden huisvesting, gezondheid en vermaak.’
‘Ja, alle huizen. En de camping en het meertje zijn gezond vermaak.’
‘Er staat niet gezond vermaak, Tamara. Er staat gezóndheid en vermaak. Het kon niet zo uitvoerig, het is al erg lang, maar wij weten de bedoeling. De huizen zijn natuurlijk huisvesting, de camping is huisvesting én vermaak, het meertje is vermaak.’
‘En die gezondheid dan, meneer?’
‘Dat slaat op je kortademige vriendin.’
‘O.’
‘We hebben je verteld dat we ook over haar geschreven hebben, zonder haar naam te noemen, niet iedereen hoeft het te weten. Tamara, ze vindt het een beetje jammer dat je je zo slecht laat bedanken. Zonder jouw slimheid en inzet had ze tot haar dood gemodderd. Wil je haar vertellen, dat je namens haar door Hare Majesteit bedankt bent?’
Tamara zei niets.
‘Anders doen wij het.’
‘Goed, meneer.’
‘Kunt u misschien nog een tipje van de sluier oplichten, zonder de privacy van die vriendin aan te tasten? Ik weet wel iets, maar een gedeelte van de kopie van uw brief was zwart gemaakt. Wij moesten in het ziekenhuis nagaan of er op een bepaalde datum een patiënte een bijzondere spoedbehandeling gekregen had, en wat daarvan het resultaat was. De directeur deed moeilijk, in verband met de privacy, maar omdat het voor Hare Majesteit was ging hij het uitzoeken. Hij belde later terug. Hij kon bevestigen, dat op genoemde datum inderdaad een patiënte een spoedbehandeling gekregen had. In een éénmalige afwijking van de normale procedure, op bijzonder verzoek, was ze door alle specialisten achterelkaar onderzocht. Behalve de door haar opgegeven klachten is er niets gevonden. Één klacht kon onmiddellijk verholpen worden, de andere wordt op het daarvoor geschikte moment verholpen. We hebben dat ook doorgegeven. Al snapten we er niet veel van.’
‘Ik leg het een beetje uit. Tijdens een gesprek met die vriendin rook Tamara, door een onbedoeld bepaald woordgebruik van haar vriendin, onraad. Ze begon haar vriendin onmiddellijk te ondervragen en kwam zo achter twee medische klachten, handicaps, van haar vriendin, die niet op de hoogte was van de hedendaagse mogelijkheden. Ze heeft, met een beetje hulp van ons, om het proces wat te versnellen, er voor kunnen zorgen, dat de ene handicap inderdaad dezelfde dag verholpen was, de andere over niet al te lange tijd zeker ook.’
‘Het klinkt naar een medisch wonder.’
‘Nee, medisch was het geen wonder, wel een wonder van oplettendheid en inzet, zoals ik zei. Tamara heeft, zonder dat het haar gevraagd werd, de kwaliteit van het leven van haar vriendin van onder de tachtig procent op honderd procent gebracht.’
‘Dat was dan zeker het vermelden waard. En voor de kenners is er dus ook daarvoor waardering. Nu, daarnet had ze zo’n grote mond, nu zit ze er bij als een ziek vogeltje. Ik zal een keer, ongestoord, alles achterelkaar voorlezen.’
De burgemeester las de hele reden in één keer op.
‘Dank u wel. Weet u eigenlijk wel zeker dat het over mij gaat?’
‘Tamara!’
‘Nou ja. Zo’n ingewikkelde zin is nogal overweldigend. Om dat over jezelf te horen. Maar afgezien van een tikje overdrijving kan ik er niets tegenin brengen.’
‘Gelukkig.’
‘Alleen is het niet compleet.’
‘Wat?’
‘U begon met, voor haar puntje puntje gedrag enzovoort. Wat staat daarvoor? Hartelijk dank?’
‘Je mist weinig. Maar daarom ben je natuurlijk zo’n goede troubleshooter. Er staat een speciale dank voor, méér dan hartelijk. Daardoor is je bedankbrief een Koninklijke Oorkonde. Ik zal je vertellen wat er vóór de reden staat en doen wat daar bij hoort.’
De burgemeester pakte het doosje van tafel en stond op.
‘Willen alle aanwezigen opstaan.’
Dat deden ze, al of niet verbaasd. De burgemeester schraapte zijn keel.
‘Het heeft Hare Majesteit de Koningin behaagd, Tamara Peterson Hillman te benoemen tot Member of The Most Excellent Order of the British Empire, voor haar puntje puntje gedrag enzovoort. Ik mag haar de bijbehorende medaille opspelden.’
De burgemeester haalde de medaille uit het doosje, gaf het doosje aan Mark en speldde de medaille bij de inmiddels bleek geworden Tamara op en kuste haar.
‘Van harte gefeliciteerd met de onderscheiding.’
‘Is dat eh afgekort, M B E?’
‘Ja. Dat mag je voortaan achter je naam zetten.’
‘Ik M B E?’
Simone omarmde en kuste haar.
‘Van harte gefeliciteerd. Ik vind je titel heel goed bij de onze passen.’
Mark omarmde en kuste haar.
‘Van harte, Tamara. Liz heeft het keurig gedaan.’
Eindelijk was Thomas aan de beurt om haar te kussen en te feliciteren.
‘Ik ben heel trots op mijn meisje. En heel blij, dat je onbaatzuchtige werk zo mooi beloond wordt.’
‘Zo is het Thomas. En dat alles zonder jou tekort te doen, hè?’
‘Tekort? Bijna te veel, Mark. Maar zo te zien gelooft ze het bedankje nog niet helemaal.’
Tamara ging zitten, de anderen ook.
‘Een koekenbakker kan toch geen titel krijgen, Mark?’
‘Ga je nee zeggen en Hare Majesteit op de tenen trappen?’
‘Waarom moet je me nu weer met mijn eigen woorden vangen? Nee, ik kan geen nee zeggen. Maar ik vind M B E te veel van het goede. Het is jouw schuld, jij hebt me te veel opgehemeld.’
‘Ik heb hetzelfde gedaan als jij over ons. Omdat je hetzelfde als wij gedaan hebt, wij de grote lijnen, jij de details, zo ongeveer. Dat je een andere titel dan wij krijgt snap je wel. Maar hij is evenveel waard. En denk erom, bescheidenheid kan ook te ver gaan.’
‘Ja, wrijf het er maar in.’
‘Er passen nu enige woorden via de burgemeester richting Hare Majesteit, Tamara.’
‘O. Goed. Meneer de burgemeester, ik weet niet hoe dit verder hoort, maar als u Hare Majesteit moet schrijven, zeg dan maar, door het koekenbakkertje in dank aanvaard. Letterlijk graag.’
‘Ik zal het doen. Nog iets, Tamara. Normaal reikt Hare Majesteit een M B E zelf uit. De aanvraag voor de jouwe kon niet op tijd gehandeld worden voor de laatste uitreiking. De volgende duurt nog even. Ze dacht niet dat je het erg zou vinden als ik hem je in haar naam uitreikte. Ze heeft al met je gesproken en je persoonlijk bedankt.’
‘Het is zo al mooi genoeg. Dank u wel.’
‘Stuur je krantje met je verhaal over deze uitreiking maar naar mij, dan zal ik het meesturen. Tamara, laten we nu de uitreiking en het opspelden even langzaam overdoen, voor de fotograaf. Op de eerdere foto’s zie je vast te bleek. Gaat het nu?’
‘Ja. Ik ben nog wel overdonderd.’
Ze deden het over, de fotograaf kon mooie foto’s maken.
‘Een officiële bedankbrief had ik al mooi gevonden, burgemeester. Die had ik mooi ingelijst.’
‘En waar neergezet of opgehangen?’
‘Niet boven mijn bed. In mijn kantoortje opgehangen, denk ik.’
‘Dat moet je met de oorkonde ook doen. Net zoals de dokter zijn afstudeercertificaat of hoe dat heet in zijn spreekkamer heeft hangen. Die doet dat niet om op te scheppen, maar om aan te geven dat hij er trots op is om huisarts te zijn en nog steeds graag mensen wil helpen. Jij kan daar mee aangeven, dat je je ingezet hebt om mensen te helpen en ook bereid bent om het nog steeds te doen. En niet boos zijn op de graaf. Je wilde ook een titel voor hem, omdat iedereen in zijn buurt dat fijn zou vinden. Ik denk, dat het hele dorp blij én trots is, dat jij er ook één hebt gekregen.’
‘Misschien wel.’
‘Tamara!’
‘Vast wel. Zo goed, Mark?’
‘Beter. Je zal het wel merken, in het dorp. Vast al voordat je krantje uit is, nu het officieel is gaan er vast ambtenaren naar hun familie of bekenden in het dorp bellen.’
‘Nu kan ik op de fiets mijn paladijnenmuts niet meer op.’
‘Waarom niet?’
‘Dat zou u moeten snappen, graaf. Ik kan toch niet alleen de op één na mooiste onderscheiding die ik ooit gekregen heb dragen? Maar de mooiste, die medaille, gaat niet.’
‘Daar zit iets in. Heb je die muts zo graag op?’
‘Ja, hij is lekker warm. En de mensen vinden het leuk, net zoals wanneer ik in de Rolls met mijn troubleshooterstandaard rondrijd en toeter. En als mijn muts opheb voel ik me een beetje Robin Hood, ik pak ook van de rijken en geef het aan de armen.’
Ze schoten allemaal in de lach.
‘Wat een mens ben je toch. Zet dat alsjeblieft een keer in je krantje. Burgemeester, hartelijk dank dat u van de uitreiking iets bijzonders gemaakt hebt.’
‘Geen dank. Eigenlijk lokte Tamara het uit, ik ben er met plezier opingegaan.’
‘Ja, dat overkomt ons ook vaak.’
Ze namen afscheid.
Op de terugweg kreeg Tamara in de auto een huilbui.
‘Dit kan toch allemaal niet. Eerst met Haar praten, Haar hand schudden, en dan een M B E krijgen?’
Simone, die naast haar zat, omarmde haar.
‘Het gaat wél, je ziet het. Je snapt het nog niet helemaal, hè? Mensen krijgen een titel niet om wat ze zijn, arm of rijk, koekenbakker of dokter, maar voor wat ze gedaan hebben voor hun medemens wat niet van hun verwacht kon worden. Mark, ze heeft hem eigenlijk meer verdiend dan wij, hé?’
‘Ja, dat staat toch in de redenen? Bij ons telden onze voorvaderen mee, zij heeft het in haar eentje gedaan.’
‘Jullie konden door jullie voorvaderen doen wat in jullie derde reden staat, ik kon het doen omdat ik maar een halve week werk en er dus nooit moe van kon worden of genoeg van kon krijgen.’
‘Allemaal niet zo belangrijk, Tamara. Wat Simone zei, we hebben voor de dorpsbewoners iets gedaan hebben wat niet van ons verwacht kon worden. Je hebt steeds de dank van je mededorpsgenoten aangenomen en aan ons doorgegeven, aanvaardt die van Hare Majesteit nu ook. Ietsje overdrijven doe je zelf soms ook.’
‘Ja, Mark. Maar het is niet helemaal eerlijk is gegaan. Jullie werden eerst gevraagd, ik werd erin geluisd.’
‘Zo gaat dat. Wij konden toch niet bij de Koningin zeggen, ben ik daarvoor hierheen gelokt, ik moet geen titel? Bij een burgemeester zou dat nog kunnen, dat is niet zo in het openbaar. Evengoed zou Hare Majesteit het je kwalijk genomen hebben als je geweigerd zou hebben. Maar we wisten dat je dat niet zou doen.’
‘Omdat jullie erbij waren. Als Ze het schriftelijk gevraagd had weet ik het nog zo net niet.’
‘Je had ons vast om advies gevraagd.’
‘Ja. Goed. Ik zal niet meer zeuren.’
‘Goed zo. Wij hebben, nadat de burgemeester ons gebeld had, wat op Internet rondgekeken, naar titelverleningen. We zijn alle drie uniek, Tamara. Wij tweeën, omdat we nog geen jaar in Engeland wonen. En jij, omdat we niemand hebben kunnen vinden die al zo jong M B E geworden is.’
‘Je zal het goed bedoelen, maar daar heb ik niets aan. Dat nog geen jaar van jullie telt niet, bij jullie tellen jullie voorvaderen mee. En mijn leeftijd is niet interessant, alles had ook tien jaar later kunnen gebeuren.’
‘Ja, Tamara. Ik zal niet meer zeuren.’
‘Je zeurt niet. Maar het is me wat te veel. Mag Thomas de rest van de dag vrij?’
‘Natuurlijk. Om aan je krantje te beginnen?’
‘Nog even niet. Eerst bijkomen. Wat eten, wat drinken. En dan wat normaals doen, naar bed, vrijen. Het hoort niet, als afleiding voor wat anders, maar ik heb er erg veel zin in. Goed, Thomas?’
‘Natuurlijk. Als je me bloot ziet leidt dat altijd je gedachten van wat dan ook af. Mijn lid [member] is maar een simpel lid van Engeland, maar hij kan, zonder daarvoor opgeleid te zijn, zonder hulp van anderen, op een diepgaande manier je intiemste wensen omzetten in de realiteit. En mijn dankbaarheid uit zich dan niet met een oorkonde of met een medaille, maar met tegen die tijd een enorme lading die je altijd zo graag voelt komen. En dan komen we allebei.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Dat deed niet onder voor de toespraak van de burgemeester, Thomas.’
‘Dank je, Simone. Ik weet dat ik straks lekkerder commentaar van Tamara krijg dan de burgemeester. Ik heb zo genoten van dat constant protesteren van Tamara. Ze is altijd poeslief, tot je begint haar te bedanken, dan wordt het een stekelvarkentje.’
‘Ja. Thuis ook?’
‘Nee, helemaal niet, altijd poeslief, ook als ik haar bedank. Voor het eten, bijvoorbeeld. Ze heeft thuis wel wat geleerd, maar haar moeder kookte bijna altijd. Ze is met eenvoudig eten begonnen, dat ging prima. Het belangrijkste vond ik, dat er nooit iets aangebrand of half gaar was. Maar al gauw werd het ingewikkelder. Tja, zoals in de redenen voor haar M B E staat, met hulp van iedereen die ze maar in kon schakelen, voor het eten raadpleegde ze de chef-kok in de keuken. Ze kookt nu minstens zo goed als hij, dus ook beter dan in een eerste klas restaurant. Ik snap het verschil tussen het bedanken uit en thuis wel. Buiten de deur vindt ze dat alles wat ze doet mogelijk is door jullie, dat ze daarom niet bedankt hoeft te worden, ze wordt er al voor betaald. Ze accepteert hooguit een kort dankjewel. Thuis doet ze alles voor eigen rekening, zogezegd, daarom kan ik haar zonder problemen bedanken. En niet alleen voor het eten.’
‘Voor het eten bedank je erg prettig, zonder te overdrijven. Voor andere dingen? Ach, meestal gaat het gelijk op. We zijn er bijna. Zet je mij even af, voor je Mark en Simone thuisbrengt? Dan ga ik vast douchen. Niet van de garage naar huis rennen, Thomas, hijgen kan je na mijn intiemste wensen omgezet te hebben in de realiteit.’
Ze grinnikten. Bij het portiershuis bedankte Tamara Mark en Simone voor hun gezelschap en stapte uit. Thomas bracht Mark en Simone thuis en de auto naar de garage. Hij liep net zo snel als anders naar huis, hij wist deze keer zeker dat hij snel in bed zou liggen.

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 35
Zie ook www.wellingten.co.uk

Verzorgd door Tamara Peterson - Hillman, MBE.


* * * SPECIALE UITGAVE * * * SPECIALE UITGAVE * * * SPECIALE UITGAVE * * * SPECIALE UITGAVE * * *

HET HEEFT HARE MAJESTEIT DE KONINGIN BEHAAGD TAMARA PETERSON - HILLMAN
TE BENOEMEN TOT MEMBER OF THE MOST EXCELLENT ORDER OF THE BRITISH EMPIRE.

Ik heb een oorkonde waar dat in staat. Die ga ik inlijsten en in mijn werkkamer hangen. Dan kan ik er af en toe naar kijken, om mezelf weer te overtuigen dat het echt waar is dat ik een titel gekregen heb.
En ik heb de bijbehorende medaille gekregen. Ik weet niet of ik die ooit zal dragen, ik zou geen gelegenheid weten.

Zoals ik eerder schreef, meneer was er achtergekomen dat ík Hare Majesteit en de stadsraad briefjes gestuurd had, om voor zijn familie een titel aan te vragen. Bij zijn acceptatiebrief aan H. M. heeft hij een brief gevoegd, waarin hij schreef, dat zijn vrouw en hij tweederde van de eer toekwam, en mij eenderde. Waar of niet, H.M. heeft mij ook een titel gegeven. Misschien maar goed dat Ze het mij níet van tevoren gevraagd heeft, ik was vast zo ? geweest om nee, dank u, te zeggen.

Ik zal vertellen hoe het gegaan is. Ik ben naar het stadhuis gelokt, zogenaamd om de burgemeester, in aanwezigheid van de stadsbouwambtenaar, uit eerste hand te vertellen hoe het in Londen gegaan was. Ik moest mijn echtgenoot en de graaf en de gravin meenemen, en we moesten hetzelfde aantrekken als wat we bij de Koningin aanhadden, voor de sfeer. Thomas heeft zijn trouwpak aangetrokken. Achteraf snap ik nog niet dat ik daar zo makkelijk ingetuind ben. Ik ben argeloos, zei meneer. Nou, eerder goed van vertrouwen.

Ik vertelde de burgemeester het hele verhaal, ook dat meneer, als kersverse graaf, dank je, Liz, gezegd had. De burgemeester vond het prachtig. Maar, zei hij, ik had in mijn verhaal wat verzwegen, ook in mijn krantje. H.M. had tegen mij gezegd, Mijn waardering komt te zijner tijd tot uitdrukking. Ik vroeg hoe hij dat wist. Tja, H.M. had hem geschreven, daar stond dat in. En er was een speciale brief voor mij bij, die had ik vast verwacht. Ik kreeg toen door, dat ik erin geluisd was.
Ik had geen speciale brief verwacht, hoogstens een bedankbriefje. Daarom had ik er niets over gezegd of geschreven. Het was in Londen ook mijn feestje niet, maar van meneer en mevrouw.

Ik kreeg een rol papier met een lintje er omheen. Toen ik het lintje los wilde maken zei de burgemeester, geef hem maar aan de graaf, je kan hem later lezen. Dat snapte ik natuurlijk niet, moest ik in mijn mooie jurk komen om die brief in ontvangst te nemen, mocht ik hem geeneens lezen.
Maar de burgemeester wilde eerst iets uitleggen. Hij vertelde over de procedure voor Koninklijke bedankjes. Er moest een verzoek komen, met daarin de redenen. Zoals ik voor de graaf geschreven had en de stadsraad had laten schrijven. (Als ik alles van tevoren geweten had, had ik dat niet in mijn krantje gezet) Daarna werden er informaties ingewonnen. In mijn geval ook bij de stad. Ze hadden geantwoord, Tamara heeft geen strafblad, ze staat uitermate goed bekend. Maar ze hadden ook mijn krantje met mijn verhaal over Londen meegestuurd. Ik kreeg van de burgemeester een beetje op mijn kop. Je hoort geen gesprekken met Hare Majesteit openbaar te maken, om te voorkomen dat Ze zich minder vrij zou voelen om te praten. Gelukkig had ik het niet te bont gemaakt. Evengoed, mijn excuses, Majesteit. Ik zal het (na dit krantje) niet meer doen.
De burgemeester had telefonisch van iemand in het paleis gehoord, dat H.M. van mijn krantje genoten had, ondanks dat ik wat te veel verklikte, en dat ze gelachen had om mijn beschrijving van het gaasje in de japon van de gravin en dat we over naaktlopen gesproken hadden. Ze wilde ook graag het krantje ontvangen waarin ik over de uitreiking schreef. (Tja, nogal spannend, om dat van tevoren te weten. Over praten hoor je niet te schrijven, mag over genieten en lachen wel?)

Ik wilde opstappen om de burgemeester niet langer van zijn werk te houden, maar hij zei dat hij alleen wat uitgelegd had, hij wilde gaan vertellen over wat er in mijn brief stond. Nou, vooruit maar, al kan ik goed lezen. Hij zei, dat de redenen voor de titel van de graaf en de gravin makkelijk op te stellen waren, want ik had ze voorgezegd, zelf en via de stad. Voor mij was het moeilijker, want voor mezelf kon ik natuurlijk niet voorzeggen. Het zou ook vast te weinig geworden zijn. Nou, ik zou het genoeg vinden als er in stond dat ik meneer en mevrouw heel goed geholpen had.

Maar dat stond er zo niet in, iets veel uitvoerigers. Ik snap niet hoe ze het in één zin konden krijgen, ik had er zelf weer minstens vier of vijf van gemaakt. Ik vind het een beetje pijnlijk, al die loftuitingen, en een pietsje overdreven, maar ik heb de redenen voor de titel voor meneer en mevrouw vermeld, nu moet ik dat voor de mijne ook doen:

Voor haar uitzonderlijk sociale en onbaatzuchtig gedrag, door, zonder daarvoor opgeleid te zijn, met hulp van iedereen die ze maar in kon schakelen, het op een unieke, grondige en gedetailleerde manier omzetten van de grootschalige wensen van haar werkgevers en de kleinschalige wensen van de dorpsbewoners, in een luxe maar én voor haar werkgevers én voor de dorpsbewoners betaalbare realiteit, op de gebieden huisvesting, gezondheid en vermaak.

Hoe dan ook, ik vond het mooi verzonnen. Maar, zei ik tegen de burgemeester, er staat iets vóór die lange zin. Wat is dat? Hartelijk bedankt? Nee, zei de burgemeester, nogal wat meer. Toen moesten we van hem allemaal opstaan. De burgemeester trok een ernstig gezicht en zei, het heeft Hare Majesteit de Koningin behaagd enzovoort. En hij speldde me een medaille op. Ik schrok me wezenloos. Ik vroeg, voor de zekerheid, is dat M B E? Ja, zei de burgemeester, dat mag je voortaan achter je naam zetten.

Van het volgende kwartier weet ik weinig. Net zoals toen bij H.M. Maar deze keer was Thomas erbij, hij heeft me thuis verteld wat er gebeurd is. Ze hebben me allemaal met mijn titel gefeliciteerd. En er zijn foto’s genomen. En ik heb tegen de burgemeester gezegd, dat hij de dank van het koekenbakkertje aan H.M. over moest brengen. Ik heb ook gezegd, nu kan ik mijn paladijnenmuts muts niet meer op, ik kan niet met mijn op één na mooiste onderscheiding op gaan fietsen. Met de mooiste, die medaille, gaat niet. Dat ik dat jammer vond, want met die muts op voel ik me een beetje Robin Hood, ik pak ook van de rijken en geef het aan de armen. Ze hebben allemaal gelachen.

Op de terugweg heb ik in de auto een huilbui gekregen. Het werd me te veel. H.M. een hand geven, met haar praten, al was ik amper aan het woord, en nu was ik door haar een M B E. Een koekenbakker met een titel. Ik vond niet dat ik dat verdiend had. Maar de graaf en de gravin en Thomas wel, en H.M. ook, dus mocht ik niet zeuren. Ik vond het geen zeuren, maar ik zal het niet meer doen.
Thomas vertelde meneer en mevrouw dat ik altijd poeslief ben, tot iemand me bedankt, dan word ik een stekelvarkentje. Alleen thuis niet. Buiten de deur vind ik dat alles wat ik doe bij mijn werk hoort en ik daarom niet bedankt hoef te worden (hooguit een kort dankjewel), ik word er al voor betaald. Thuis doe ik alles voor ons zelf, daarom kan hij me daar zonder problemen bedanken. En niet alleen voor het eten. Tja, daar zit wat in. Hopelijk begrijpen jullie, wanneer jullie me met mijn titel feliciteren, waar ik vast niet onderuit zal kunnen, dat ik dan niet veel meer zal zeggen dan, dank je wel.
Ik ben er echt wel dankbaar voor, dat poeslieve of stekelvarkentjesgedrag zit nu eenmaal in mijn karakter.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara (Dat voldoet voortaan weer)

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
E-mail     tamara@wellingten.co.uk
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *


‘Tamara, namens ons drieën van harte gefeliciteerd met je M B E.’
‘Dank je wel, Maureen. Al weet Crystal natuurlijk van niets.’
‘Nee, maar dankzij jou kan ze hier fijner opgroeien dan in een stad.’
‘Nog even en ik zet mijn stekels op.’
‘Nog heel even. Ik ben naar de wasserij geweest, daar begonnen ze er gelijk tegen me over. Ze zijn ontzettend blij met de onderscheidingen voor meneer en mevrouw en helemaal met die voor jou.’
‘Ja, iedereen vindt het fijn, Maureen.’
‘We hebben de redenen voor je M B E meerdere keren moeten lezen, voor we ze konden bevatten. Het was inderdaad makkelijker voor veel mensen geweest als ze over meerdere zinnen verdeeld zouden zijn.’
‘Ach, over een week is iedereen het vergeten.’
‘Vast niet. Iedere dorpeling die de nieuwbouw, de camping of het meertje ziet denkt aan jou. Alleen dat huisvesting, gezondheid en vermaak, moet dat niet huisvesting en gezond vermaak zijn?’
‘Dat dacht ik eerst ook. Eh je hebt bij meneer en mevrouw geklaagd, hè, dat ik me zo slecht laat bedanken?’
‘Nou, geklaagd? Het is toch zo? Nét wéér! Nog even en ik zet mijn stekels op.’
‘Ja. Meneer heeft in zijn brief aan Hare Majesteit niet alleen over mij, maar ook over jou geschreven. Die gezondheid slaat op de jouwe. Hij heeft je naam niet genoemd, in verband met je privacy, maar dat ik je geholpen heb.’
‘Over míj geschreven? Wat ontzettend aardig van hem. Daar zal ik hem een keer voor bedanken. Dus dat was ook een reden voor je M B E? Helemaal terecht.’
‘Ik heb van meneer op mijn kop gekregen. Ik moet niet zo moeilijk doen over bedanken. Vooral tegen jou niet. Omdat ik de kwaliteit van je leven van onder de tachtig procent op honderd procent gebracht heb.’
‘Onder de tachtig? O, ja, twintig van mijn longen, de rest van condooms moeten gebruiken. Hoeveel procent dat is weet ik ook niet.’
Ze giechelde.
‘Maar bijna dagelijks, Tamara, veel vaker dan mijn medicijnen. Voor allebei zijn we je zo dankbaar.’
‘Ik moet van meneer zeggen, dat Hare Majesteit mij dus ook namens jou bedankt heeft.’
Maureen kreeg tranen in haar ogen, John bijna.
‘Wat fijn. Neem je onze dank via haar nu aan?’
‘Ik heb die van jullie echt wel aangenomen, ik was ook zo blij voor jullie. Alleen houd ik niet zo van veel lof.’
‘Goed, lieverd, we zullen er niet verder op doorgaan. Maar we mogen er toch wel af en toe wat over zeggen? We hebben dagelijks plezier van je hulp.’
‘Af en toe, dan. Maar, we hebben lekker gevreeën is genoeg, dan snap ik het wel.’
‘Je mag best nog eens een keer kijken. Eh M B E. De M van Maureen, de B van bouwen en de E van extreem genieten.’
Ze lachten.
‘Extreem?’
‘Ja. Niet met z’n tweeën onder de dekens, maar open en bloot, vaak. En met anderen erbij, om die mee te laten genieten en met hun mee te genieten. Ik zal, als ik jou en Thomas weer eens bezig zien, hem niet meer bij zijn ballen grijpen, dan komt hij te snel. Maar ik wil er graag nog eens vaker aanzitten, in het water. En hem zien spuiten. En allemaal lekker aan elkaar voelen, dan zijn we daarna thuis weer een keer lekker wild.’
‘Bij het meertje waren we anders ook aardig wild. We hebben ook gekreund, tot vermaak van dat andere stel.’
‘Ja, achteraf dacht ik, ik had hem ook bij zijn ballen moeten pakken, dan was hij nog wilder geworden in hun caravan.’
‘Nou, liever niet te, anders schudt die nog uit elkaar.’
‘Die van ons schudt soms een beetje, maar hij piept of kraakt nog niet. Wij gelukkig ook niet. Zeg, Peter, van de afrasteringfirma, is op bezoek geweest. Hij kwam nog even genieten, zei hij, zowel van de camping als van het meertje. Wat een aardige man. En zo netjes.’
‘Ja, hè? Hij heeft het meeste voor hier verzonnen.’
‘Hij zegt van niet. Jij kwam met plannen om het meertje op te knappen en voor een nieuw meertje, met aan één kant caravans, aan de andere plaatsen voor tenten. Hij heeft alles alleen maar uitgewerkt.’
‘Alleen maar? Nee, méér. Ik dacht aan bruggetjes, hij heeft die rioolbuizen verzonnen, met aan de kant van het meertje die knik erin, tegen de inkijk. En ik had maar één afvoerputje bedacht, bij de tenten, hij vond dat er om de twee tenten één moest komen, gecombineerd met de aansluitingen voor het water en de elektriciteit. En zo waren er meer dingen. Die steigerpijpen laatst nog.’
‘Dat kan wel zo zijn, maar hij zei, ze was zo enthousiast, ik moest wel met haar meedenken om er een hele mooie camping van te maken. Hij is het helemaal met de Koningin eens, vooral over dat je de hulp van iedereen inschakelt. Hij vindt ook dat je M B E volkomen verdiend is.’
‘Nou ja, ik blijf een M B E erg veel vinden.’
‘Nee, Tamara, wat ons betreft had je gravin mogen worden. Peter heeft ook bij het meertje gekeken. Hij was onder de indruk, vier adams en vier eva’s in het paradijs. Maar hij miste schaduwplekken. Hij wil wat boompjes of parasols aanbieden. Hij zei, het zou zonde zijn als Eva verbrandde. Kunnen we dat aannemen?’
‘Je mag giften aannemen, laat me het wel even weten. Dan zet ik de gevers op mijn gulle gevers lijst, om ze later op één of andere manier te kunnen belonen of te eren. Vraag maar om parasols, die zijn verplaatsbaar. Bomen zijn lastig bij het maaien, hé, John?’
‘Wat bedenk je dat toch weer snel. Ja, nu je dat zo zegt, liever parasols. Ik maak naast de kluisjes wel een plek om ze te parkeren. De jeugd is vast weer zo netjes om ze na het gebruik daar terug te zetten.’
‘Dat was ook snel bedacht. Ik geef wel een hint in het krantje, als de parasols er zijn. Dan kan ik de jeugd gelijk nog eens bedanken voor hun keurige gedrag.’
‘Ja, dat moet je doen. Alsjeblieft ook namens ons, we hoeven nooit wat op te ruimen. En ze maken ook geen lawaai bij het komen en gaan, niemand heeft last van ze.’
‘Wel plezier?’
‘De meeste gasten vinden het uniek. En wie het niet wil zien hoeft dat ook niet. Zo is iedereen tevreden.’
‘Mooi. Ik zal het ook aan meneer en mevrouw doorgeven.’
‘Misschien het volgende ook. Je hebt een keer verteld, dat de jongens op grote borsten af gaan en de meiden op jongens die een grote hebben. De jongens hebben het hier makkelijk, natuurlijk, ze hoeven maar rond te kijken. Op de kant doen ze niets, maar in het water omhelzen ze vaak een meisje van achteren af met hun handen op haar borsten. Dat laten die meiden meestal toe, maar niet te lang. En die grijpen onder water vast ook alles wat ze willen. Maar ze doen méér, op de kant. Ik ga af en toe met Crystal naar het meertje, om haar in het water te laten spartelen, ze vindt het heerlijk. John komt er dan ook vaak bij.’
‘Hé, je mag rustig zeggen dat je daar graag bloot zit.’
‘Jawel, maar zonder Crystal zouden we er niet vaak komen. We hebben al een paar keer gezien, dat een stel meiden naar een stel jongens toegaat en er één omcirkelt. Na een tijdje gaan die meiden dan weer uit elkaar, maar eentje loopt er met een wegwerphanddoek naar de vuilnisbak en gooit die daarin.’
‘Zo. Ze testen dus op de grootte en zelfs hoeveel hij loost. Ik dacht dat één meisje dat deed, als er een nieuwe jongen kwam. Tja, makkelijker en sneller dan doorvertellen. Hoe oud zijn die?’
‘Die van een jaar of dertien blijven het in hun ééntje doen, die groepjes zijn veertien of ouder.’
‘Nou, dan is er nog niet veel veranderd, behalve dat ze het nu in hun blootje doen en collectief. Tenminste, als al die meiden dan maar aan die jongen voelen en hij ondertussen ook grijpt wat hij grijpen kan. Als die jongen zich niet doodschaamt lijkt me het wel lekker voor hem. Thomas vond het ook wel leuk, toen in het zwembad de dochter en schoondochter van meneer en mevrouw tegelijk aan zijn ballen en zijn stijve zaten. Hij moest ze op tijd stoppen, maar hij had vast graag willen lozen.’
‘Zou je dat niet erg gevonden hebben?’
‘Nee, Maureen, van mij mag iedereen zien hoe mooi hij is en één keer op een dag hoe productief hij is. Van kijken slijt hij niet en één keer op een dag kan ik wel missen. Tja, vóór mijn trouwen dacht ik, we zullen het vast wel eens óp de dekens doen, maar meestal eronder. Dat is dus andersom uitgekomen, pas als we slaap krijgen gaan we onder de dekens. En dan doen we het soms nog een keer.’
‘Ik geloof die zes keer nu helemaal. Ik heb aan zijn ballen gevoeld, hem zien spuiten en vrij snel daarna met je zien vrijen en weer zien komen. Hij genoot ontzettend.’
‘Ik ook. Ik ga naar huis, tijd voor de volgende ronde. Tot ziens, bloot of niet.’

 Week 48

‘Ik heb van de gezelligheidsvereniging een begroting gekregen. Ze weten kennelijk niet het verschil tussen een beetje opknappen en een renovatie. Misschien had ik duidelijker moeten zijn, maar ik wilde niets verraden. Ze vroegen of alles geschilderd kon worden en om nieuwe TL-buizen en gloeilampen, dan konden ze er weer een tijd tegen.’
‘Wat ga je doen?’
‘Ik heb mijn contacten die daarvoor in aanmerking kwamen om een offerte gevraagd. Met het verzoek om stiekem in het dorpshuis te gaan kijken. Ik heb jullie verteld, dat de binnenploegen steeds beter op elkaar ingespeeld raken en tijd over hebben. Ze helpen tussendoor oude klanten. Ik krijg waarschijnlijk een renovatie net onder die twintig mille voor elkaar. Mag dat?’
‘Tamara, we zouden alles kunnen bekijken, maar we weten dat dat zinloos is. Er valt vast niets op aan te merken of te verbeteren.’
‘Dank je wel. Ik hoorde van Ian, dat er eind volgende week een vergadering van de vereniging van huurders is. De reden daarvoor wil hij niet vertellen, maar hij vroeg of ik jullie uit wilde nodigen.’
‘Wat adviseer je?’
‘De uitnodiging aannemen, hij doet dat vast niet voor niets.’
‘Goed. Geef het maar door.’
‘Zal ik doen. Ik heb hem gevraagd, om aan het bestuur van de gezelligheidsvereniging te vragen om een gecombineerde vergadering. Veel ouderen zijn lid van beide verenigingen, maar de jeugd niet, als ze geen huurder zijn. En die wil ik er ook bij. Ik heb Ian ook geen reden gegeven, maar hij weet dat ik het ook niet voor niets doe. Ik wil daar de renovatie van het dorpshuis bekend maken, daarom heb ik me als spreker opgegeven.’
‘Hoe vond hij dat?’
‘Verdacht. Hij zei, ik ken je al heel lang. Je verbaasde me door de vereniging uit de grond te stampen. Voor wat je daarna gedaan hebt werd je terecht M B E. Ik houd mijn hart vast, want je gaat vast een stunt uithalen. Maar ik ben dan het eerst aan het woord, ik ga jou ook verrassen. Nou, dat kan weer een leuke avond worden. Al zal het vast niet zo schokkend zijn als de eerste keer, toen jullie je verhaal deden. Een dorp kopen, dat renoveren en de woningnood opheffen is natuurlijk niet te overtreffen.’
‘Nou, in Londen is er vast ook wel wat mis. Ik weet niet of Liz een zwembad binnen heeft. Regel dat even, Tamara.’
‘Mark!’
‘Grapje, Simone, we blijven hier in de buurt, in Wellingtenshire. Hoe zit het met de consumpties, Tamara?’
‘Voor eigen rekening. Jullie moeten er maar geen sponsoren, dat zouden ze overdreven vinden. Jullie doen genoeg, dat weet iedereen.’
‘Goed. Hoe reageerden ze in het dorp op je M B E?’
‘Vreselijk hartelijk. Toch maakten ze het niet te bont, ze hebben mijn waarschuwing over mijn stekelvarkentjesgedrag kennelijk goed begrepen. Ze snappen wel dat ik op de fiets mijn paladijnenmuts niet meer op heb, maar ze vinden het wel jammer.'
‘Daar wilden we het vandaag met je over hebben.’
Mark pakte uit een bureaula een rolletje papier met een lint er omheen en een doosje en legde beide voor hem op het bureau.
‘Wat is dat voor grap?’
‘Tamara, wij bedanken je vaak voor je werk. Hare Majesteit heeft dat op haar manier gedaan. Toch willen wij tweeën ter gelegenheid van onze titels je eens persoonlijk bedanken, niet alleen voor je werk, maar voor alles wat je voor ons betekent. Wij hebben het niet op papier kunnen zetten, we hebben er geen woorden voor. De grap is, dat er dus niets op dit papier staat.’
Mark gooide het rolletje in de pullenbak.
‘Nou, dramatisch. Is het doosje ook leeg?’
Mark en Simone grinnikten.
‘Nee. Wij vonden het óók niet leuk voor je, dat je de muts niet meer op kon. We zijn zo gauw we na de uitreiking van je M B E thuis waren op zoek gegaan om een oplossing te vinden. Die vonden we via Internet. In Londen is in de buurt van het paleis een winkel, waar ze ridderorden, medailles enzovoort verkopen. Ook via Internet. Van Hare Majesteit heb je de medaille gekregen, mocht je die kwijtraken, dan kan je daar een nieuwe kopen. Iedereen kan er één kopen, maar die hebben dan niet de bijbehorende oorkonde dat ze hem dragen mogen. In die winkel verkopen ze ook andere dingen. We hebben een speld gevonden. Als je die bij je werk opdoet, kan je volgens ons je muts toch op.’
Mark gaf het doosje aan Tamara. Ze deed het open. Er lag een speld in, met bovenaan in een ovaaltje de letters MBE.
‘Oh, wat mooi. Ja, met die op kan ik mijn muts op. Dank jullie wel.’
Ze stond op en omhelde en kuste Mark en Simone.
‘Ga weer zitten, we zijn er nog niet.’
Tamara ging weer zitten, keek weer in het doosje.
‘Wat stijlvol. Niet te groot en niet te klein. Zilver?’
‘Puur zilver is te zwak. Het is een legering, zo veel mogelijk zilver, maar veel steviger. We vonden hem heel geschikt voor tijdens je werk. Maar, ik zei al, we willen je ook bedanken voor alles wat je voor ons persoonlijk betekent. We weten hoe bescheiden je bent, maar zou je toch nog iets van ons aan willen nemen? Wij kunnen onze dank niet anders uitdrukken.’
‘Jullie maken het me moeilijk. Jullie weten dat het niet hoeft. Met deze speld ben ik al geweldig blij. Ik kon die M B E niet weigeren, als jullie me zo graag nog iets willen geven, tja. . . . Ook niet. Goed.’
‘Fijn, Tamara.’
Mark haalde een zakdoek en nog een doosje te voorschijn. Hij gaf Tamara het doosje. Ze deed het open. Er lag een speld in, met bovenaan in een ovaaltje de letters MBE. Maar deze speld was goudkleurig, en om het ovaaltje zat een rand van diamantjes.
‘De burgemeester zei over het ophangen van je oorkonde in je kantoortje, je kan daar mee aangeven, dat je je ingezet hebt om mensen te helpen en bereid bent om het nog steeds te doen. Maar er komen niet veel mensen in je kantoortje. Het is een beetje ondankbaar om zelden of nooit te laten zien dat je beloond bent met een M B E, dat hoort niet, Tamara. Deze kan je opdoen wanneer je uitgaat of bezoek ontvangt.’
Er drupten tranen in het doosje. Mark gooide de zakdoek naar Tamara. Ze grinnikte even.
‘Je kent me langer dan vandaag. Nou, ik weet niet wat ik zeggen moet, hij is zóóóó mooi. Dank jullie heel hartelijk. De zilveren vind ik heel geschikt voor bij mijn werk. Deze zal ik braaf opdoen, als ik nette kleding aantrek.’
Ze zette het doosje op het bureau en droogde haar tranen.
‘Het zal dan net zo aanvoelen alsof ik een diadeem of een tiara op heb.’
‘Simone en de kinderen zagen er schitterend mee uit, maar een diadeem of een tiara kan je zelden op.’
‘Ik wil naar Thomas, om ze te laten zien. En naar mijn ouders. Ik heb nu mijn werkkleding aan. Mark, zou je mij de zilveren nu, de eerste keer, op willen spelden?’
‘Graag, Tamara.’
Mark stond op, liep om het bureau, pakte de speld uit het doosje en schroefde er aan de onderkant iets af.
‘Wat doe je?’
‘Er zit een schroefdopje op de onderkant, als beveiliging.’
‘O. Fijn. Dan hoef ik niet steeds te voelen of hij er nog zit.’
Mark speldde Tamara haar speld op.
‘Dank je wel. Mooi, ik kan hem uit mijn ooghoek zien.’
‘Hij staat keurig. Precies het goede formaat. Vind je ook niet, Simone?’
‘Ja, chique. De andere zal je ook vast goed staan.’
‘Die mag Thomas de eerste keer opspelden. Hij heeft me bij mijn werk altijd ondersteund. Ik bedank jullie ook voor alles. Tot ziens.’
Tamara liep snel de kamer uit.
‘Ach. Het werd haar weer te veel. Maar ze heeft ze gelukkig aangenomen.’
‘Ze zal er vaak van genieten, Simone. Iedereen die dichter dan twee meter bij haar komt ziet het. Al zullen de meeste er door haar waarschuwing niets van zeggen, ze zullen wel laten merken dat ze hem gezien hebben. Ze zien er mooier uit dan de foto’s op Internet.’
‘Natuurlijk. Dat komt ook omdat je ze nu driedimensionaal ziet. Ik geef ook niets om seksblaadjes, daarin is alles plat. Als ik nu bloot op bed ga liggen, laat jij me dan even je driedimensionale erectie zien, voordat je hem in mijn driedimensionale holletje stopt?’
‘Ik zal het niet bij stoppen laten, maar hem lekker laten bewegen. Terwijl ik je bepaald niet platte borsten masseer.’
‘Lekker. Doen, wie het laatste komt?’
‘Bijna. Als één van ons de eindspurt in moet zetten, moet de ander mee gaan doen om gelijk te eindigen.’
‘Maar als ik erg snel kom moet je pauzeren, als je denkt dat je het nog wat langer uit kan houden. Dan kan ik nog een keer. Ik weet, dat het niet eerlijk is, jij kan je spuiten niet onderbreken.’
‘Nee, zelfs niet als je me dan niet extra zou masseren. Vlug, naar de slaapkamer.’

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 36
Zie ook www.wellingten.co.uk

Verzorgd door Tamara.

De huurhuizen en de renovatie van de huurhuizen.
Jullie vonden het niet zo erg, dat de renovaties langer dan twee jaar gaan duren, jullie hadden nog langer verwacht. Ik was blij te horen dat jullie het ook niet erg vinden dat de huren pas na de renovatie definitief vastgesteld worden en jullie spaarpotje uitgekeerd gaat worden.

De nieuwbouw.
Geen nieuws.

De camping en het meertje.
Geen nieuws.

Overige onderwerpen.
Velen vonden het jammer dat ik vond dat ik mijn paladijnenmuts niet meer op kon.
Meneer en mevrouw ook. Ze hebben een oplossing gezocht en gevonden.
Ze wilden ook de gelegenheid te baat nemen om zelf hun waardering uit te spreken.
(Alsof die van H.M., op hun verzoek, nog niet genoeg is.)

Ik heb twee spelden van ze gekregen, ze komen uit een winkel in Londen, waar ze verstand van dit soort dingen hebben. Allebei een ovaaltje met daarin de letters MBE.

De ene is van zilver, die is om bij mijn werk te dragen. Dan kan ik ook mijn muts weer op, vind ik. Heerlijk.

Ik kom natuurlijk regelmatig bij meneer en mevrouw over de vloer, om verslag over mijn werk te doen. Maar daar is het al heel gauw niet bij gebleven, we zijn bevriend geraakt. Daarvoor is de tweede speld ook. Hij is voor op nette kleding, voor bij officiële gelegenheden, als ik uitga of als ik bezoek ontvang. Hij is van goud, en om het ovaaltje zitten diamantjes. Zóóóó mooi.

Jullie hebben vast allemaal inmiddels op Internet de trouwfoto’s van meneer en mevrouw en hun kinderen gezien. (Nee? Zoek op Wellingten Bruiloft) Mevrouw had een tiara op, haar dochter en haar schoondochter ieder een diadeem. Antieke, kostbare familiestukken. Ik denk, dat ik over mijn mooie spelden hetzelfde gevoel heb als wat zij hadden over wat ze op hun hoofd hadden. Je voelt je mooier.
Er is wel een verschil. Die tiara en die diademen liggen weer in de kluis, ze hebben foto’s om er af en toe naar te kijken. (Misschien gaat één keer per jaar de kluis toch even open?)
Ik ben zo gelukkig om mijn spelden iedere dag te kunnen dragen. Om, zonder er over te hoeven praten, te laten zien dat ik dankbaar ben voor mijn onderscheiding én de waardering van meneer en mevrouw.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
E-mail     tamara@wellingten.co.uk
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week 49

‘We zijn erg blij dat je in je krantje over je spelden geschreven hebt. En dankbaar voor de manier waarop je schreef.’
‘Fijn. Ik kon jullie hier niet genoeg bedanken, het werd me te veel. Die zilveren ging nog, daar was ik heel blij mee. Maar toen kwam die gouden met diamanten. Het gaat niet om de waarde, maar ik voelde wat jullie uit wilden drukken. Ik ben ook ontzettend blij en gelukkig met onze samenwerking en onze vriendschap. Ik kan het ook niet opschrijven. Ik kan ook niets terug doen, ik weet dat het niet hoeft, jullie zullen ook niets willen. Dus, ik hoop, dat én onze samenwerking én onze vriendschap ons hele leven zullen duren.’
‘Wij ook, Tamara.’
‘Dank jullie wel. De beheerder en ik zijn klaar met onze verkenningen voor de renovaties. We gaan nu alles op een goede manier ordenen, om goede overzichten te maken. We moeten bepalen hoeveel van alles we aan moeten schaffen. Uiteindelijk moeten dat aanvragen voor offertes worden. En we moeten de volgorde gaan bepalen. Ik heb verteld dat we ieder huis ook een cijfer gegeven hebben, om de voorrang te bepalen. Eerst die met een tien. Maar die staan verspreid in het dorp. We willen ook gelijk huizen ernaast doen, anders is het vreselijk inefficiënt, maar hoeveel moeten we nog uitzoeken. Dan die met een negen en daarnaast, enzovoorts. Daar zullen we weken mee bezig zijn, tussen de normale bedrijven door. Niet erg, tijd genoeg.’
‘En wat zijn op het ogenblik de normale bedrijven?’
‘Alleen maar klachtjes en vragen afhandelen en af en toe mijn neus in het dorp, bij de nieuwbouw en op de camping laten zien, Mark. Ik wil binnenkort weer een rondje maken langs de pachters. Volgens hun beheerder gaat alles prima, maar toch. Wil je weer mee, Simone?’
‘Binnenkort gaat niet. We hebben net besloten om na de vergadering in het dorpshuis naar Boston te gaan, nu over twee weken is Aimee uitgerekend. Zodra we geboekt hebben hoor je wanneer precies.’
‘Wat vliegt de tijd. Hopelijk ook als jullie weg zijn. Een maand of twee, hè?’
‘Ja, Silvia is een maand later uitgerekend, een paar weken daarna komen we terug. Hier is vast een briefje met het telefoonnummer van de kinderen en de wachtwoorden en zo om in de kinderkamer in Boston te kijken.’
‘Jullie hebben net besloten om te gaan en nu al een briefje klaar?’
‘Jij was natuurlijk de eerste aan wie we dachten toen we begonnen over wat we moesten regelen. Vraag Ryan maar om bij jullie te zorgen dat je met ons kunt chatten, als we daar zijn. Voor de zekerheid, jullie hebben een microfoon, een luidspreker en een cameraatje nodig. Op wat voor rekening, Mark?’
‘Dat weet de beheerder wel, die voor familiecontacten. Net zoals onze vliegtickets.’
‘Dank jullie wel. We zullen graag af en toe kijken en chatten. Ik eh.’
‘Problemen, lieverd?’
‘Een beetje, Simone. Ik zie veel jeugd, van alle leeftijden. Ook baby’s. Daar heb ik geen problemen mee. Op de camping wel een beetje, als ik Crystal zie. Omdat ik die langer zie en soms op schoot krijg. Als ik denk aan in die kinderkamer kijken, met twee kleintjes en dat er nog twee bijkomen, tja. Ergens zou ik er wel aan willen beginnen. Thomas ook. Niet vanwege mijn leeftijd, ik heb nog tijd zat. Maar we zijn pas ruim een half jaar getrouwd, het lijkt ons beter om nog minstens een jaar te wachten. Wat denken jullie?’
‘Het is moeilijk om je daarover te adviseren. Vroeger was het voor veel mensen onverstandig om al gauw met kinderen te beginnen. Hij maakte lange dagen op zijn werk en kwam moe thuis. Zij was de hele dag met het huis en de was en zo bezig geweest en ook moe. Dat is niet bevorderlijk voor een goede omgang, als je elkaar nog niet lang als echtgenoot kent. Veel echtparen blijven dan alleen bij elkaar voor de kinderen. Als je elkaar een paar jaar langer kent heb je meer kans dat het goed gaat. Wij hebben ook jaren gewacht. Dat het daarna goed bleef is geen maatstaf. Ik had hulp en Mark kon later naar zijn werk gaan en vroeger thuis komen. Op zijn werk vonden ze dat niet zo leuk, maar ze accepteerden het, hij was te goed om helemaal gemist te worden. Financieel was het ook geen probleem, verhoudingsgewijs wat minder salaris, maar hij had eigen geld genoeg. Dat later naar zijn werk gaan heeft hij gedaan tot de kinderen zichzelf aan konden kleden. Vroeger thuiskomen is hij blijven doen, hij wilde de kinderen vaker zien dan in het weekend. Jullie zijn geen normaal paar, dat weet je. Jullie kennen elkaar jullie hele leven al. Toch is het anders als je getrouwd bent, hè?’
‘Gelukkig wel, anders hadden we niet hoeven trouwen. Maar qua verstandhouding is er niet veel veranderd, nu we elkaar vaker zien en dichter op elkaars lip zitten. In principe gaan we nog steeds hetzelfde met elkaar om.
We begrijpen elkaar nog steeds met een half woord of een blik, we zijn nog steeds lief voor elkaar en voorzichtig met elkaar. Alleen waar we voor getrouwd zijn is erbij gekomen, we hoeven nu niet meer van elkaar af te blijven. Daarmee bedoel ik niet alleen dat we eindelijk konden vrijen, ook andere dingen. We kunnen elkaar even aaien, in het voorbijgaan. Even omhelzen en kussen, zonder verder wat te willen. En meer van dat soort dingen. Het is ontzettend prettig om ons niet meer in te hoeven houden en zo vaak we willen op alle mogelijke manieren elkaar laten merken dat we van elkaar houden. Hoe vaak we vrijen weten jullie. Jullie hebben Thomas ook een keer klaar zien komen. Het was grappig, hij lag als een baby op je schoot, Simone, alleen heeft een baby niet zo’n grote paal. We hebben hem met z’n tweeën gestreeld, tot hij zes keer in mijn mond spoot. Toen hield hij zich in. In het begin bij mij ook, als hij begon te komen stopte hij met bewegen, liet de krampen de rest doen. Maar sinds we ons helemaal laten gaan werkt hij mee, om zo hard en zo veel mogelijk te spuiten. Zo diep mogelijk, waardoor hij me soms bijna plat drukt. Hij komt vreselijk lekker klaar. En ik ook, door zijn heftigheid. Ik geloof, dat ik al bij de eerste keer dat ik hier was, anders de tweede keer, zei dat ik hem in bed wilde lokken. Het is maar goed dat ik het niet gedaan heb, ik was er zo min mogelijk uitgekomen. Maar niet zo goed begonnen als we nu gedaan hebben, met jullie hulp. Ik bedoel de suite en ons huis. Nou, waar waren we?’
‘Over wanneer met kinderen te beginnen. Veel echtparen beginnen er ondoordacht aan. Jullie moeten een keer bespreken hoe jullie het gaan doen vanaf het moment dat je een maand of zes in verwachting bent. Zo veel mogelijk in detail. Je kan Maureen en mij om advies vragen, wij weten al wat van kinderen. Één van de belangrijkste dingen is, hoeveel tijd jullie voor elkaar houden. Als jullie alles doorgesproken hebben, eigenlijk al veel van tevoren geregeld hebben, komen jullie niet gauw in de problemen. Jullie zouden er eigenlijk vast snel mee kunnen beginnen, maar omdat jij toch nog tijd zat hebt lijkt het me lekkerder om voorlopig je met Thomas uit te leven. Ongestoord.’
‘Ja, van Maureen weet ik, dat Crystal wel eens vroeger wakker wordt dan gepland. Een telefoon kun je negeren, of uitzetten. Een kind kan je niet uitzetten en niet lang negeren. Goed. Dank jullie wel. Thomas en ik zullen het er vast wel een keer over hebben, ik wacht het voorlopig af. Maar dan zal ik dat bespreken voorstellen. Ik weet zeker dat hij dat ook graag zal doen. Dan komen we er wel uit.’
‘Vast wel. Jullie zijn minstens zo verstandig als onze kinderen. Die hebben trouwens ook een paar jaar gewacht. En net als Maureen wilden ze graag een tweede niet te lang na de eerste, om ze meer aan elkaar te laten hebben. Tja, wij kregen een tweeling, erg efficiënt.’
Simone en Tamara giechelden, Mark glimlachte.
‘Gelukkig hoef je het vrijen niet te laten als je geen kinderen wilt maken.’
‘Daar moet ik niet aan denken. Eh ik heb nog een hele brutale vraag. Jullie moeten eerlijk antwoord geven, jullie mening, je niet laten beïnvloeden omdat ík het vraag. Zou dat kunnen?’
‘Nee, Tamara. Dat zou jij ook niet kunnen, je houdt altijd rekening met wie wat vraagt en waarom.’
‘O. Ja.’
‘Vraag het toch maar, je weet maar nooit.’
‘Goed. Thomas en ik mogen beneden zwemmen. We doen het zelden zonder jullie uitnodiging. Alleen als Thomas zin heeft om zich wat prettig in te spannen, dan trekt hij aardig wat baantjes. In het meertje kan dat niet, daar is het meestal net te druk voor. We willen dat graag, zolang jullie er niet zijn, één keer per week blijven doen.’
‘Dat is prima, natuurlijk.’
‘Nu komt het brutale. Ik zou graag John, Maureen, Ian en Francis uit willen nodigen om dan met ons in het zwembad te vertoeven. Thomas kan dan eerst navragen of je vader en moeder soms plannen hebben.’
‘Te vertoeven?’
‘Net zoals met jullie.’
‘Weet Thomas er van?’
‘Nee. Ik heb hem niets verteld, omdat ik niet wist of ik het zou durven vragen. Hij vindt het goed, dat weet ik zeker.’
‘Met Francis en Ian erbij kan niet alles, ze gaan toch pas over een tijdje trouwen?’
‘Ja, over een half jaar, ongeveer.’
‘Je hoefde niet bang te zijn om het te vragen, Tamara. We hadden gewoon kunnen zeggen, nee, liever niet. Wat mij betreft kan het wel. Kan jij het mooi zeggen, Mark?’
‘Het staat ons vrij om uitzonderingen te maken. Jullie waren de eerste. John is ook beheerder, dat kan dus wel. Over Ian en Francis hebben we het gehad, die konden we na hun trouwen vragen. Als we terugkomen duurt dat niet lang meer. Het kan, er is toch vast niemand die het lef heeft om te vragen of het mag. Na het diner maar, dan is er bijna geen personeel meer in huis. Al zullen ze wel rondvertellen wie er zwemmen.’
‘Dat doen ze. John hoorde een keer bij het meertje dat ze er over praatten. Ze vonden het logisch, dat er bloot gezwommen werd, we kwamen ook op het zonneterras. Sinds de meiden bij het meertje mogen komen heeft er niemand een reden voor jalousie.’
‘Mooi. Ik zal Thomas vertellen om genoeg badjassen in de zitkamer te leggen, mijn ouders komen daar toch nooit, dan kunnen jullie je daar omkleden.’
‘We hoeven niets stiekem te doen, Tamara, maar het is niet nodig om het opvallend te doen.’
‘Nee, dat snap ik. We zullen ons gedragen.’
‘Dat weet ik wel. O, misschien willen je ouders dan toch komen, Mark.’
‘Ja, mogelijk. Wat denk je daarvan, Tamara?’
‘Prima. Ze hebben Thomas en mij er al gezien, en Francis en misschien Ian op het zonneterras. Als ik vertel dat ze niet preuts zijn en seksueel nog zeer actief, zullen John en Maureen het ook geen probleem vinden. Oh, ik kan je vader vragen om over die dienstmeisjes te vertellen, dan kunnen we een hoop lol hebben. Hij zal het dan vast nog mooier vertellen dan eerder, zo gaat dat als je een verhaal vaker vertelt. En je moeder vragen om te vertellen dat zij van niets wist, door je vader ingewijd werd en pas na dagen haar bloempje geplukt werd.’
Simone giechelde.
‘Als we terug zijn en een keer met z’n allen in het zwembad zijn, kunnen Mark en ik het verhaal over Renee vertellen, dat zullen ze ook wel leuk vinden.’
‘Ja, zoals we dat eerder gedaan hebben, afwisselend.’
‘Durf je dat, Mark, over hoe je eh te keer gegaan bent, met haar?’
‘Zo schokkend zal dat niet voor ze zijn. Ze hebben zich voor hun huwelijk niet zo gedragen als Thomas en jij.’
‘Nee. Toen we twaalf waren maakte hij me een keer onder het wandelen in het bos zo aan het lachen, dat ik in mijn broek pieste. Die heb ik toen uitgetrokken en ik ben in mijn blote kont onder mijn rok verder naast hem gelopen. We weten nu, dat we dat allebei spannend vonden, maar we deden niets. Thomas en ik hebben het laatst nagespeeld, in de tuin, maar wél wat gedaan. Onder het kussen greep hij me tussen mijn benen. Oei, als hij dat toen gedaan had was ik me vast doodgeschrokken. Nu was het lekker, hij weet nu wat ik fijn vind. Daarna zei ik, je hebt me nu vastgepakt, ik wil jouw stijve zien. Ik weet, dat je die al kunt krijgen, ik voel hem af en toe door je broek heen tegen me aan, als we omhelzen. Hij liet me gelijk kijken, en eraan komen. Tja, ik weet nu ook wat hij lekker vindt. Toen waren we waarschijnlijk allebei behoorlijk geschrokken, als hij toen al kon spuiten. Dat was vroeg gescharrel geweest, op onze twaalfde. Maar om te vertellen, dat je op je zestiende een paar honderd keer gevreeën hebt is toch wat anders.’
‘Met steeds anderen was het wat anders geweest, met Renee was het speciaal, bijzonder. Dat mogen ze best weten. O, het kan gebeuren, dat Claire onverwacht opduikt, verder kom er geen familie onaangekondigd.’
‘Dat geeft niet, die gaat gewoon meedoen, dat zullen de anderen ook leuk vinden. En ze vertelt zo leuk over haar eerdere echtgenoten. Hoe is het met haar?’
‘Geen idee, vast nog aan het proberen haar verkering productiever te krijgen.’
‘Ik weet niet of dat kan. Maar proberen kan geen kwaad, het is beter dan TV kijken. Nou, hartelijk bedankt. Ik ga kijken of Francis er is.’
‘Ik heb haar al gezien. Zal ik bellen of ze hier komt?’
‘Je wilt vast haar reactie horen. Prima, hoor.’
Simone belde.
‘Thomas, weet je waar Francis is?’
‘O. Kan je haar vragen of ze even op kantoor kan komen?’
‘Dank je.’
‘Ze komt, ze zat bij Thomas op kantoor te studeren.’
‘Wat ijverig. We kunnen haar gelijk vragen hoe het gaat.’
Na geklopt te hebben kwam Francis binnen.
‘Ga zitten, Francis. Voortaan hoef je niet meer te rennen, hoor. We hoorden dat je zat te studeren. Hoe gaat het?’
‘Dat rennen is even prettig na een tijdje gezeten te hebben. Het studeren gaat heel goed, meneer. Het was even wennen, na zoveel jaar niet in de schoolbanken gezeten te hebben. Maar ik weet van een hoop dingen meer af dan ik dacht, het is niet zo erg moeilijk. Ik haal steeds goede cijfers.’
‘Toch knap, bij zo’n gecomprimeerde cursus.’
‘Ian helpt me. Thomas ook veel. Niet alleen om mijn diensten te regelen, zodat ik steeds naar school kan, ik kan hem ook veel vragen. Hij moet dan meestal even denken, omdat zijn opleiding ook al van jaren terug is, maar hij weet nog veel.’
‘Ja, natuurlijk, die heeft ook een middelbare opleiding gehad. Fijn voor je.’
‘Ja, en voor hem, hij helpt zo graag. Tamara, het is niet erg, hè, dat ik hem af en toe een kusje geef, om te bedanken?’
‘Nee hoor, je kunt hem nu helemaal niet meer van me afpikken.’
‘Ohhhh, dat heb ik nooit geprobeerd. Wel eens iets voor de grap gezegd, maar ik wist dat ik toch geen kans had. Ik wist dat hij me heel aardig vond, maar als we stonden te praten zochten zijn ogen steeds jou.’
‘Ik maakte ook maar een grapje. Weet je dat Thomas en ik soms hier beneden zwemmen?’
‘Ja.’
‘Meneer en mevrouw gaan binnenkort twee maanden naar hun kinderen, om bij de bevallingen van hun dochter en schoondochter te zijn. Ze blijven ongeveer twee maanden weg. Ik heb gevraagd, of in die tijd Ian en jij één keer per week met ons mogen zwemmen. Vaker gaan Thomas en ook niet. Het mag.’
‘O. . . . Dank u wel.’
‘Schrok je?’
‘Van uw eh toestemming. Iedereen snapt dat u de toegang beperkt moet houden. Ik vind het een hele eer.’
‘Die mag je delen met John en Maureen. Ken je die?’
‘Ik weet wie ze zijn, door je krantje. Ian en ik hebben een keer bij het meertje gekeken, vóór de eerste caravan zat een echtpaar met een kindje, dat moeten ze geweest zijn.’
‘Ja, natuurlijk. Hebben jullie alleen bij het meertje gekéken?’
‘Ja. Na ons trouwen gaan we daar vast meedoen, het was er erg gezellig.’
‘Waarom nu niet?’
‘Omdat ik niet van Ian af kan blijven als ik hem bloot zie.’
‘Hoe moet het dan in het zwembad?’
‘Daar moet er vast ook een handdoek overheen. Maar misschien is het daar niet zo erg als ik er af en toe even onder voel.’
‘Goed bedacht. De andere jongens moeten zo nodig ook maar een handdoek gebruiken, hè?’
‘Ach, zoveel verschil zal er toch niet zijn?’
‘Nee, maar wordt het dan niet te moeilijk voor je? Jullie trouwen pas over een half jaar.’
‘Nee zeg. Ik heb het af en toe een beetje moeilijk met dat mooie geval van Ian, maar met andere heb ik geen problemen. Die hoef ik niet naar binnen. En ik heb er vóór Ian genoeg beetgehad en zo. Ik ben een normaal dorpsmeisje. Sorry, Tamara.’
‘Nee, dat is prima, Thomas en ik waren niet normaal, dat weten we. Maar we hebben er geen spijt van, we halen het nu in.’
‘Ja, nog al snel ook, daar heb je bij jullie thuis een keer over verteld.’
‘Goed. Ik loop met je mee naar Thomas. Hij weet nog van niets, want ik wist niet of ik het durfde vragen. Nogmaals, dank jullie wel. Tot ziens.’


Thomas was op zijn kantoor.
‘Nee maar, jij komt hier ook zelden.’
‘Natuurlijk, privé en werk gescheiden houden.’
‘Wat verschaft mij dan nu de eer, lieve vrouw?’
‘Weet je, dat meneer en mevrouw binnenkort weggaan, lieve man?’
‘Ja, sinds een uurtje.’
‘Ik heb gevraagd, of we in de tijd dat ze weg zijn mochten blijven zwemmen. Één keer per week, vaker komt het er toch niet van.’
‘Het mag vast.’
‘Inderdaad. Ik heb ook gevraagd, of ik dan John, Maureen, Ian en Francis uit mag nodigen.’
‘O.’
‘Dat mag ook.’
‘O. . . . We zijn met John en Maureen al eh bij het meertje geweest. Als eh er zekere maatregelen getroffen worden kunnen we best gezamenlijk zwemmen.’
‘Je bedoelt, een handdoek op je buik als je een stijve krijgt? Net als op het zonneterras?’
‘Eh ja, Francis.’
‘Ik heb tegen mevrouw gezegd, dat ik het af en toe een beetje moeilijk heb met die van Ian, maar niet met andere, omdat ik die niet naar binnen hoef. En dat ik er vóór Ian genoeg beetgehad heb, en zo.’
‘Je klinkt deskundig.’
‘Dat valt wel tegen. Als ik er vroeger één zag was het meestal al aardig donker. Op het zonneterras heb ik jouw kleintje ook gezien, maar als ik er langer dan twee tellen naar keek pakte je al een handdoek.’
‘Als ik twee vrouwen mocht hebben, en Tamara het ook goed zou vinden, zou ik je wel als tweede vrouw willen hebben. Je weet, dat ik je altijd ontzettend graag gemogen heb, Francis. Nog, natuurlijk. Ik denk, dat ik daarom al gauw een handdoek moet pakken, bij andere meiden heb ik er minder last van.’
‘Ik weet het, Thomas. Andersom ook. Ik heb nu Ian, maar anders? Zou jij er dan bezwaar tegen hebben, Tamara?’
‘Als we er gelijk mee zouden zijn begonnen en we met z’n drieën overdag goed met elkaar om zouden kunnen gaan, zouden we hem wel kunnen delen. Ieder een keer of drie per dag een heerlijke beurt. Ik hoop dat Ian je net zo fijn ontmaagdt als Thomas mij.’
‘Oei. Ja, en een keer of drie per dag een beurt lijkt me ook wel wat.’
‘Maar nu zou ik het niet meer willen, ik wil hooguit één keer per dag overslaan.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Ik kwam een keer bij het meertje en vond Maureen in haar blootje met Crystal in het water. Ik ben er in mijn blootje bij gaan zitten, heel gezellig. John kwam er later bij. Hij dook gelijk het water in, maar dat hielp niet. Hij durfde er niet uit te komen, tot ik zei dat ik wel eerder een stijve gezien had. Maureen zei, de laatste keer was gisterenavond, en omdat jij gewoon tussen je benen laat kijken is hij nu natuurlijk nogal opgeladen. Ik zei, waarom laat je hem niet lozen, dan kan hij rustig gaan zitten. Ze wilden even naar de caravan, maar ik zei, dat het in het water ook wel kon, er was verder toch bijna niemand. Na even aarzelen hebben ze het gedaan.’
‘O. Mocht je kijken?
‘Ja. John vond het erg opwindend. Ik ook, ik zag vier wolken sperma in het water. Later hebben John en Maureen een keer gekeken toen ik Thomas heb laten spuiten. Tja, indrukwekkend, zes stralen meters ver over het water.’
‘O. Nogal vrij, om dat te doen terwijl er anderen kijken.’
‘Nogal natuurlijk. Het is toch mooi, als vrienden zien hoe de anderen genieten?’
‘Ja, eigenlijk wel. Dat was dus met wat je bedoelde met een keer overslaan. Zeg, ik heb nog iets tegoed. Ik zou bij het meertje aan je grote ballen mogen voelen, Thomas. Geldt dat aanbod ook in het zwembad?’
‘Natuurlijk. Daar kan het zelfs beter, daar hoeft het niet stiekem.’
‘Heb je graag dat ik het beter doe?’
‘Ik pas me aan, Francis. Hoe beter je het doet, hoe beter ik met jou zal spelen. Dat heb ik ook tegoed.’
‘Dan pas ik me ook aan. Dan pak ik je misschien ook wat hoger even vast.’
‘Dan speel ik wat meer met je liefdesgrotje.’
Francis en Tamara giechelden.
‘Dat mag je wel, zolang je maar aan de buitenkant blijft. Over een half jaartje mag Ian het bezoeken. Helaas zal het vast niet zo vaak worden als bij jullie, maar drie keer is drie keer meer dan nu.’
‘Tamara zal wel controleren hoe de verwachtingen daarvoor zijn.’
‘O. Je bedoelt, Ian bij zijn ballen grijpen? Tja, niet meer dan eerlijk. Maar dan komt hij, waarschijnlijk.’
‘Een advies daarvoor, Francis. Zorg er op één af andere manier voor, dat hij kort van tevoren leeg is. Geloosd heeft.’
‘Ja, ik snap wat je bedoeld. Goed idee. Een prettig idee, al heeft hij niet te klagen. Eh, Thomas, heb je in het zwembad aan de borsten van mevrouw gezeten?’
‘Ja, ze zei, als je er een keer mee gespeeld hebt zit je rustiger. Ze mocht natuurlijk ook even met mijn spullen spelen. Toen kwamen we er achter dat ik van die grote ballen heb.’
‘Tja. Heb jij meneer beetgehad, Tamara?’
‘Ja, maar dat vond ik niet zo interessant. Hij mij ook niet, natuurlijk. Maar het mooiste vond ik, Francis, dat ik vergelijken kon. Ik had geen flauw idee of Thomas groot of klein was. Wel meer dan groot genoeg voor mij, maar dat zegt niets. Maar toen wist ik dat hij een normale grootte had, ook later vergeleken met die van John. Ik heb de ballen van John ook beetgehad, net zo groot als die van meneer. Die kan ook een keer of drie per dag. Dus, als ik Ian even mag bevoelen, kan ik een schatting maken hoe vaak hij zou kunnen.’
‘Dat wordt dus alle meiden aan alle ballen.’
‘En om de jongens niet teleur te stellen ook wat hoger, een beetje voorzichtig. Goed?’
‘Ik zou het zelf nooit verzonnen hebben, het bij kijken gelaten hebben. In de verwachting, dat ik drie kleintjes zou zien of handdoeken erop. Nou, wat mij betreft hoeven die handdoeken niet. Maar Ian zal wel aarzelen om waar er meer bij zijn zijn spullen te laten zien. En helemaal om eraan te laten komen. ’
‘Je kan hem er toch op voorbereiden?’
‘Ja. O, daar ga ik een gezellige avond van maken. Hem stukje bij beetje alles vertellen. Daarvan zal hij, als ik hem een beetje help, vast wel drie keer komen.’
‘Dat niet vergeten vlak voordat jullie hierheen komen. Hoe denk je over dat er twee andere jongens een beetje aan je willen zitten?’
‘Ach, eigenlijk wordt het dan een beetje zoals vroeger bij het scharrelen, voor Ian ook. Ik heb jongens beetgehad, hij meiden. Alleen waren we toen niet helemaal bloot en konden we niet alles goed zien.’
‘Of goed bekeken worden.’
‘Nee, Ian was de eerste die goed bij me mocht kijken. En er goed aan mocht komen. De eerste keer kwam ik binnen een paar seconden, oei. Nou ja, ik had net hem zien lozen.’
‘Van het voelen lozen van Thomas kom ik ook.’
‘Ook zes keer op een dag?’
‘Minstens. Soms twee keer, als hij niet snel komt.’
‘O. Dank jullie wel voor de fijne voorlichting. En het fijne vooruitzicht. Ik kan nu beter maar weer gaan studeren.’
‘En ik aan het werk. Tamara, zal ik zo komen lunchen?’
‘Je komt maar.’
‘Ja, daarvoor en of daarna.’
‘Wel ja, midden overdag.’
‘Ik zei een keer tegen Thomas, wil je je gevoelens laten beheersen door de klok?’
‘Ja, Tamara. Je hebt gelijk, Tamara. Durf je ons hier achter te laten?’
‘Ja, je doet wel flink, maar je hebt je altijd netjes met ons gedragen, dat blijf je doen. En Thomas zal beslist nergens anders dan in het zwembad een beetje met je spelen. We zullen elkaar een beetje beter leren kennen. Dan kunnen we nog makkelijker over fijne dingen praten, al was je sinds het zonneterras al aardig vrij.’
‘Ja, dat zal ik nooit vergeten. Je duwde je doos bijna tegen mijn neus.’
‘Thomas, dat was ook voor mezelf. Om er gelijk overheen te raken dat er naar me gekeken werd. Ik was blij dat jij daar de eerste was, daarom was ik wat uitdagend. Plaagde ik je, met duidelijk naar je kleintje te kijken. Bij anderen deed ik het stiekem. Net zoals jij het verder bij mij deed.’
‘Ja, jij was de tweede blote meid die ik van dichtbij zag.’
‘En van verderaf?’
‘Eentje, toen ik vijftien was, in het bos. Die liet haar jongen spuiten, werd toen gevingerd en zo gauw hij weer kon, bereden. Erg instructief.’
‘Thomas! Bereden! En daarna Tamara niet gepakt?’
‘Nee, dat kon ik niet, zo wilden we niet met elkaar omgaan.’
‘Tja, ik ben wel vrijer met jongens omgegaan, maar Ian wordt wel de eerste bezoeker van mijn grotje. Ik vind het wel grappig, Tamara, dat ik wél van tevoren kan vergelijken. Ian heeft vast normale ballen. Vergeleken met de jongens vroeger is hij veel groter, ze groeien totdat ze in de twintig zijn, hè?’
‘Volgens mevrouw wel. In Boston zaten ze in de tuin in hun blootje. Ze heeft een zoon en schoonzoon op zien groeien. En groeien. O, je hebt ze vast gezien, ze hebben hier een week gelogeerd.’
‘Ja, dat klopt. Maar niet bloot. Jij wel?’
‘Ja, in het zwembad. En beetgehad. De zoon vond dat wel lekker, de schoonzoon helemaal, die begon zelf in mijn hand heen en weer te gaan. Ik heb hem toen natuurlijk gauw losgelaten.’
‘Ja, er zijn grenzen. Toch hoop ik ook een keer te zien hoe veel en ver Thomas kan spuiten.’
‘Misschien een keer bij het meertje. Alle jongens naast elkaar lijkt me wel leuk.’
‘Ja. Wij kunnen niets terugdoen, hè?’
‘Misschien wie het meest kronkelt en kreunt als de jongens ons daarna verwennen.’
‘Ja. Niet daarvoor?’
‘Nee, dan komen ze daarna te vlug.’
‘De derde keer van Ian vind ik ook het mooist, het duurt lekker lang en hij gaat het meest te keer, al komt er het minst.’
‘Als er dan nog wat komt is dat ook niet slecht. Nog geen vierde keer geprobeerd?’
‘Nee, maar dat komt vast. Waarschijnlijk niet in onze huwelijksnacht, maar daarna trek ik er een keer een dag voor uit. Nou, wegwezen, Tamara, er zijn hier mensen die moeten werken.’
‘Ik weet het, ik voer nooit wat uit.’
‘Je weet wel dat ik dat zo niet bedoel. Maar jij bent veel vrijer dan wij om je tijd in te delen.’
‘Ja, al moet ik vandaag van mijn heer voor de lunch klaarliggen. Tot ziens, Francis. Tot zo, heer.’
Tamara verdween.
‘Ligt ze echt zo meteen klaar? Bloot op bed?’
‘Als ze vóór de lunch al wil wel.’
‘En zo niet, als jij wél wilt?’
‘Dan wacht ik toch tot na de lunch, zo nauw let het niet.’
‘Over nauw gesproken. Durf je me nog een beetje voor te lichten? Ik weet de theorie. Bij de vrouw kunnen er kindjes uitkomen. Maar als dat nog niet gebeurd is, is het dan nauw?’
‘Je durft nogal wat te vragen.’
‘Sorry, Thomas.’
‘Nee, het is wel goed, je mag me alles vragen. Ik was even aan het tijd rekken, om te verzinnen hoe en wat ik je durf te vertellen. Ik weet er wel wat van. We praten er veel bij. Dat hebben we van mevrouw opgestoken. Als we met hun bloot in het zwembad zitten praat het over dat soort dingen vrij makkelijk, als je over de eerste schrik heen bent. Bij je scharrelen zal je vast niet veel gepraat hebben.’
‘Nee. Wat een grote, waar of niet. En, lekker, waar of niet. Met Ian praat ik wel meer.’
‘Ja, niet iedere jongen is natuurlijk groot en handig. Doordat er kindjes uit moeten komen zit er een enorme rek in. Toch denk ik iedere keer, als ik naar binnen ga, het wil niet. Maar dan gaat het toch, met een beetje duwen. Als ik kijk, vind ik het mooi om te zien dat haar gleuf rond wordt als de mijne erin verdwijnt. Het rekt precies genoeg, om eh helemaal om me heen me vast te houden. Veel en veel beter dan met één of twee handen of zelfs in een lekkere warme mond. Je kan het door je benen meer of minder van elkaar te doen wat regelen, dat voel je zelf direct goed aan. Maar van nature sluit het al goed, perfect, aan.’
‘Wat kan je mooi en goed vertellen. Dank je wel.’
‘Nog iets meer?’
‘Is er nog meer?’
‘Ik was net binnen, in mijn verhaal.’
‘O. Over eh wippen?’
‘Bijvoorbeeld. Je weet vast van standjes. Je moet ze allemaal proberen. Tamara vindt op z’n hondjes wel een lekker gevoel, maar toch niet prettig, dan ziet ze me niet. Ze zei, ik was altijd al gelukkig als ik je maar zag. En ik wil wel zien wie me dekt.’
Francis giechelde.
‘Dat was ze, nog natuurlijk, en een passende uitspraak.’
‘Ik voelde me ook een beetje beestachtig. Het was wel leuk, ze deed of ze een poesje was en ik een kater. Ik heb gegromd, toen ik op haar klom, en bij iedere stoot. Bij sommige standjes kan de één zich beter bewegen dan de ander. Variatie is wel prettig. Nog wat over het eind?’
‘Graag, Thomas.’
‘Dan moet je niet te veel knijpen. Soms kan je er niets aan doen, als je krampen van je klaarkomen hebt. Maar het is voor een jongen niet prettig, als hij zó geknepen wordt dat hij moeilijk kan spuiten. Te weinig is ook niet fijn. Dan is het net als bij een natte droom, dan loopt het er meer uit dan dat het spuit. Zoals je bij een tuinslang ziet, als je daar in het eind meer of minder in knijpt.’
‘Ja, dat weet ik, dat heb ik al gemerkt. Met de slang van Ian.’
‘Ja, natuurlijk. Tamara en ik hebben niet zo lang geoefend, voor we alles gingen doen. Tamara had er in het begin wat moeite mee, maar je moet je niet inhouden, kreun en schok maar.’
‘O. Komt een jongen zoals bij het oefenen?’
‘Veel lekkerder. Ik vind het heerlijk, om bij iedere straal te grommen of te kreunen en me hard tegen haar aan te drukken om zo diep mogelijk te komen. En het fijnst, als ik dan hoor en voel dat ze ook komt.’
‘Iedere keer, hè? Ik hoop ik dan ook.’
‘Vast wel, je bent geen koud kikkertje. Nog één verhaaltje, dan moet ik weg. De tijd tussen binnen- en klaarkomen is ook fijn. Zo innig bij elkaar liggen. Af en toe voorzichtig een beetje in en uit elkaar, elkaar strelen, binnenin en buitenom perfect passend. Tot één van tweeën het niet meer houdt en moet bewegen. Als ik het eerst kom, komt zij daarvan. Als zij het eerst komt, ik meestal ook. Zoniet, dan komt ze nog een keer als ik eindelijk kom. Oei, ik ren nu van de theorie naar de praktijk. Tot vanmiddag.’
Thomas liep met grote stappen weg.


‘Ik heb een uitnodiging voor jullie. Waarvoor raden jullie nooit.’
‘Een ritje in een Rolls?’
‘Nee, maar dat is wel een goed idee. Ik zal het onthouden, Maureen.’
‘Een lunch of diner in de Wellingten Manor?’
‘Je wordt warm, John.’
‘Een uitnodiging voor het zonneterras kan het niet zijn, daar mogen we al naar toe. Het is er nog niet van gekomen.’
‘Toch iets warmer. Meneer en mevrouw gaan binnenkort twee maanden naar hun kinderen in Boston. Hun derde en vierde kleinkind verwelkomen. In die tijd mogen we jullie uitnodigen, om één keer per week met ons in hun zwembad te zwemmen.’
‘Bloot?’
‘Kom je anders niet, Maureen?’
‘Natuurlijk wel. Nee, we weten, normaal bloot daar. Maar het had met ons ook in badpak kunnen zijn.’
‘Natuurlijk niet. Waarom zouden we?’
‘Nee, nergens voor. Dank je wel, het lijkt me erg gezellig. Zonder verder publiek. Ik zie John graag staan, met zijn erectie, bij het meertje kan dat niet. Thomas zal dat ook wel willen.’
‘Er is wel publiek. Tenminste, andere vrienden. Ik mag Ian en Francis ook uitnodigen.’
‘De voorzitter van de vereniging van huurders, hè?’
‘Ja, en leraar op de school in het dorp. Francis zit ook in het bestuur. Ze is dienstmeisje, maar ze studeert sinds kort voor lerares.’
‘Ik heb Francis waarschijnlijk gezien, toen ik met Crystal in de Manor was. Ik moest zo lachen, om Thomas. Hij deed open. Goedemiddag, mevrouw, jongedame. U komt vast voor meneer en mevrouw. Ik zal u voorgaan. Hij kondigde ons aan. Mevrouw, meneer, mevrouw en mejuffrouw Staples. Alles met een stalen gezicht.’
‘Ja, hij vindt een beetje stijl wel leuk. Gelukkig minder dan zijn vader, die was erg serieus.’
‘Ik heb Francis ook een paar keer gezien, op de Manor. Ze heeft me ook een keer binnengelaten. Het lijkt me een leuke meid.’
‘Dat is het ook. Ian is ook erg aardig. Één waarschuwing. Die twee trouwen over een half jaar. Normaal moeten jongens, op het zonneterras, bij het meertje en ook in het zwembad, een handdoek op schoot nemen als ze een stijve krijgen en er ongehuwden bij zijn. Maar Francis zegt, dat ze met andere dan die van Ian geen problemen heeft, die wil ze toch niet naar binnen. Toch maar een beetje voorzichtig doen. We moeten kijken hoe het gaat.’
‘Prima. Drie blote vrouwen, John?’
‘Van tevoren maar weer lozen.’
‘Drie pikkies, Maureen?’
‘Je kent me langer dan vandaag, Tamara. Ik hoop op stijve, die minstens recht vooruit staan, liefst hoger. Heeft Ian een grote?’
‘Dat weet ik niet. Ze zegt, hij is groter dan de jongens vroeger. Tja, hij is nu ouder dan die jongens.’
‘Daar moeten we dan voorzichtig achterkomen. Liever eraan komen. Maar verder kan er niets, hè?’
‘Kijken wat je wilt en in het water een beetje voelen.’
‘Tja, dat beetje voelen. En bevoelt worden. Hoe ging dat eigenlijk met meneer en mevrouw en hun kinderen?’
‘Ik heb al wat verteld, geloof ik, nu maar kort. Ze zaten bloot in hun tuin en zwommen in hun zwembad. Hun kinderen van jongst af aan ook. Je kan je voorstellen dat ze af en toe aan elkaar zaten. Zelfs al heeft pappie geen stijve, groot is hij toch. En voor die van mammie heb je twee handen nodig. Toen de kinderen met veertien en vijftien verkering kregen gingen die ook meedoen. Ook met een handdoek in de buurt. Pas toen ze achttien waren gingen ze op bed spelen. Toen ze twintig werden trouwden ze. Maar in de tuin nog steeds een handdoek in de buurt. Pas toen hun ouders hierheen kwamen niet meer. Ze vrijden toen ook terwijl het andere stel keek. Hier waren ze in het zwembad erg vrij. De jongens vingerden me zelfs een beetje. De meiden zaten tegelijk aan Thomas, hij moest ze stoppen.’
‘Nou, als meneer en mevrouw dat allemaal goed vinden, moet het kunnen.’
‘Je laten vingeren?’
‘Met een beetje bedoel je vast, maar een beetje naar binnen.’
‘Ja, en een beetje borsten masseren en een stijve strelen en balletjes masseren. In het water. Op de kant blijft het meestal bij kijken. Het ligt er allemaal aan hoe het loopt.’
‘Gezellig wordt het vast.’
‘Ja. Ik bel wel, jullie worden natuurlijk opgehaald.’
‘Hoe gaat het dan?’
‘Dat zal je wel zien. Spannend, in het begin. Tot ziens.’


Ian opende de vergadering.
‘Hartelijk welkom op deze gecombineerde vergadering van de vereniging van huurders en de gezelligheidsvereniging. Beide besturen zijn aanwezig, achter deze tafel. Het bestuur van de vereniging van huurders heeft de graaf en de gravin uitgenodigd, de reden daarvoor onthul ik later. Dank voor uw komst, mevrouw, meneer. Ik ben blij met ons grote dorpshuis, iedereen heeft plaats kunnen nemen. Op de agenda staat, welkom, dat was hiervoor, inleiding, daar ben ik nu mee bezig, en stemming over een voorstel van het bestuur van de vereniging van huurders. Het bestuur van de gezelligheidsvereniging heeft geen agendapunten ingediend. Het is hier, met veel leden, op verzoek van Tamara, u wel bekend. Verder heeft Tamara zich aangemeld als spreker. Ze verklaart dan hopelijk ook waarom zij verzocht heeft om deze gecombineerde vergadering. Nu over de geschiedenis van de vereniging van huurders. Die is een maand of negen geleden door Tamara opgericht op initiatief van mevrouw en meneer, om de huurders gezamenlijk op te kunnen laten treden tegen de huiseigenaren. Nog tijdens de oprichtingsvergadering kregen we te horen, dat de dag ervoor de huurhuizen van eigenaar veranderd waren. Twee dagen later nam Tamara ontslag als voorzitter, omdat ze gevraagd was om voor de nieuwe eigenaren te gaan werken. Normaal zou dat als naar de vijand overlopen beschouwd worden, maar in dit bijzondere geval waren we er blij mee. We kenden haar al jaren en waren verrast door haar resolute optreden tijdens de oprichtingsvergadering. Wij hadden er vertrouwen in, dat ze ook onze belangen bij de nieuwe eigenaren, mevrouw en meneer, in het oog zou houden. En wij hadden, door hun optreden tijdens die vergadering, ook vertrouwen in mevrouw en meneer. In het begin heeft het bestuur veel met Tamara samengewerkt, om de aanmelders in te schrijven als leden, en om hun klachten over hun huizen en hun wensen voor de nieuwbouw door te geven. Nog geen drie maanden later, ongelofelijk snel, begon de nieuwbouw en hield het overleg daarover automatisch op. De huurders waren inmiddels begonnen hun klachten en verdere wensen rechtstreeks aan Tamara door te geven. Wij hebben dat stilzwijgend geaccepteerd, we zouden alleen maar vertraging veroorzaakt hebben in de voortreffelijke en snelle werkwijze van Tamara. Vragen kregen we ook niet meer, Tamara is makkelijk te bereiken en hield en houdt iedereen met haar krantje voortreffelijk en amusant op de hoogte. Ik zie stekeltjes verschijnen, maar ik ga toch nog even door. Voor hun inzet heeft Hare Majesteit mevrouw, meneer en Tamara een titel verleend. Als blijk van onze hartelijke instemming verzoek ik jullie om een applaus voor deze drie fijne mensen.’
Er volgde een lang en luid applaus.
‘Nu het volgende punt van de agenda. Het voorstel, wat het bestuur jullie voorlegt, is om de vereniging op te heffen.’
Ian wachtte tot het geroezemoes afzakte.
‘Toelichting. Één, het bestuur heeft al maanden totaal niets te doen en voelt zich en de vereniging totaal overbodig. Twee, zonodig, maar onwaarschijnlijk, kan de vereniging opnieuw opgericht worden. Drie, met de contributie wordt niets gedaan, we hebben nog niets uitgegeven. Wij kunnen een lokaal in de school gratis gebruiken voor onze bestuursvergaderingen. De administratie doen we op een computer die David ons geschonken heeft, hij kan zich door zijn verdiensten met zijn deskundigheid ieder jaar een nieuwe veroorloven en zoekt dan een goed doel voor zijn zogenaamde afdankertje. Jullie hebben in het krantje van Tamara kunnen lezen, dat hij zich ook graag inzet voor het dorp. Applaus voor David.’
Ook David kreeg een applaus, luid, maar niet zo lang als het vorige.
‘Na de opheffing willen we de contributie en de computer overdragen aan de gezelligheidsvereniging, die kan wel wat ondersteuning gebruiken. Voor we tot stemming overgaan, stemgerechtigd zijn natuurlijk alleen de leden van de vereniging van huurders. En het bestuur heeft besloten om de initiatiefnemers en de oprichtster een vetorecht te verlenen. Als zij het willen, zetten we de vereniging voort en zoeken we iets om ons nuttig te maken. Graag nu de handen omhoog voor wie vóór opheffing stemt.’
Ian keek de zaal rond.
‘Dank jullie wel. Dat moet een overweldigende meerderheid zijn. Voor de zekerheid vraag ik of er tegenstemmers zijn.’
Ian wachtte even.
‘Geen. Maar ik heb drie handen gemist. Mevrouw, meneer, Tamara?’
Mark stond op.
‘Aan de ene kant is het droevig, om iets wat je zelf voorgesteld hebt en goed liep op te heffen. Aan de andere kant, de vereniging is inderdaad overbodig geworden door een zeker iemand. En we hebben ook blanco gestemd, omdat we de beslissing willen overlaten aan de dorpsbewoners.’
Mark ging weer zitten.
‘Dank u wel. Tamara?’
Tamara stond op.
‘Ik had ongeveer dezelfde redenen. Aan de ene kant ben ik lid, aan de andere kant heb ik in mijn enthousiasme onbedoeld het bestuur al het werk uit handen genomen. Ik wil ook de beslissing overlaten aan de overige leden. Zoals de voorzitter zei, de vereniging kan zonodig opnieuw opgericht worden. Als het aan mevrouw, meneer en mij ligt zal dat niet nodig zijn, maar wie weet wat de toekomst brengt. Verder kan iedereen die bij ons drieën eh geen gehoor vindt bij de dorpsraad terecht.’
Ian grinnikte.
‘Dank je wel, Tamara. Ja, ja, de dorpsraad heeft ook niets te doen door jouw toedoen. Als laatste daad als voorzitter deel ik de leden mede, dat de vereniging van huurders opgeheven is. Ik geef nu het woord aan Tamara.’
Tamara ging op het podium aan het tweede tafeltje zitten.
‘Dank je wel, ex-voorzitter. Ik heb nog even gedacht om geen klachten en vragen meer aan te nemen, maar dat zou inderdaad vertraging veroorzaken. Ik heb veel tijd om van alles te regelen en inmiddels veel contacten, waar ik voorrang en korting kan krijgen. En ik mag van mevrouw en meneer veel regelen zonder toestemming vooraf, vandaar de snelheid. Alles is min of meer door toeval ontstaan, laten we maar verder gaan met van één en ander gepast gebruik te maken. Goed. De meeste voormalige leden van de vereniging van huurders waren ook lid van de gezelligheidsvereniging. Maar ik wilde alle leden daarvan iets vertellen, daarom heb ik om deze gezamenlijke vergadering verzocht. Anders hadden er velen twee keer moeten komen. Een inleiding. Ik heb veel lijstjes in de computer staan. De belangrijkste is die waarin staat wat er nog moet gebeuren. Als er iets gebeurd is verhuist dat naar een lijst met wat er al gedaan is. Ik heb een aparte lijst van tips en ideeën die ik vernomen heb. Na de renovaties stellen meneer en mevrouw een bedrag vast om te verdelen over de indieners. Over de verdeelsleutel is dan geen inspraak mogelijk, we doen het naar eer en geweten, zoals we ook de nieuwbouwhuizen toegewezen hebben. Ik heb ook een lijst van de bouwers en de leveranciers, met hoeveel korting die gegeven hebben. Die worden natuurlijk niet beloond, dat zou een teruggeven van de kortingen zijn. Die hebben ze niet alleen gegeven omdat ze een grote opdracht kregen, ook om mee te werken aan het snel opheffen van de woningnood en om alles betaalbaar te houden. Onlangs heb ik er een nieuwe lijst bijgemaakt, voor giften. Peter, de eigenaar van het eerste bedrijf wat ik voor de nieuwbouw in mocht schakelen, stond al op mijn lijst voor ideeën. Zijn bedrijf heeft de grond waar nu de Wellingten Avenue is gladgeschoven, en ook het grondwerk voor de camping en het meertje gedaan, inclusief de nodige afrasteringen. Daarbij heeft hij veel ideeën aangedragen. Hij heeft onlangs aangeboden om voor parasols voor bij het meertje te zorgen. Hij zei, het zou zonde zijn als de mooie spullen van Eva verbrandden.’
Ze moest wachten, tot het gelach stopte.
‘Zodra de parasols er zijn gaat John een plek naast de kluisjes maken om ze te parkeren. Ook namens John en Maureen wil ik de jeugd nog een keer bedanken voor hun rustige en beschaafde gedrag bij het meertje. Ook bij het komen en gaan heeft niemand op de camping last van jullie. En er hoeft nooit iets opgeruimd te worden, ik ga er daarom ook vanuit, dat jullie de parasols na gebruik weer terugzetten. Dat was even tussendoor. Vorige week zegde er iemand een bedrag toe voor een goed doel in het dorp. Hopelijk volgen er meer. Alle lijsten willen we na de renovaties publiceren. Ere wie ere toekomt. Hoe zien we nog wel. Goed. Bij het zoeken naar een goed doel dacht ik al snel aan het dorpshuis. Ian zei het net ook al, de gezelligheidsvereniging kan wel wat ondersteuning gebruiken. Het dorpshuis wordt nu eigenlijk alleen maar in stand gehouden. Begrijpelijk, het bestuur wil de contributie zo laag mogelijk houden, om iedereen er gebruik van te kunnen laten maken. Ik heb het bestuur gevraagd wat ze op wilden laten knappen. Ik heb ze niet de hoogte van de gift verteld, om ze niet te beïnvloeden. Tja, ze waren erg bescheiden, ze vroegen of alles geschilderd kon worden en om nieuwe TL-buizen en gloeilampen, dan konden ze er weer een tijd tegen. Bij deze gelegenheid vraag ik om een applaus voor het bestuur en voor de vele vrijwilligers die achter de bar werken en die alles schoonhouden, waardoor de contributie laag kan blijven en de drankjes goedkoop.’
Er werd weer lang en hard geapplaudisseerd.
‘Dank jullie wel. Tja, ik wist de hoogte van de gift wél, er kon heel wat meer dan waar het bestuur om vroeg. Ik heb specialisten stiekem het dorpshuis laten onderzoeken en om offertes gevraagd. Het enige probleem was eigenlijk de planning, omdat de nieuwbouw niet vertraagd mag worden. Maar ik heb een complete renovatie kunnen regelen, in veertien dagen, vanaf maandag over een week. Ik wil graag zo spoedig mogelijk overleg met het bestuur, om daar over te overleggen. En met het schoolbestuur, om die veertien dagen ‘s avonds de beschikking over de gymnastiekzaal te krijgen voor de geplande activiteiten van de gezelligheidsvereniging.’
Het bestuur van de gezelligheidsvereniging stak even de koppen bij elkaar, voor de voorzitter het woord nam.
‘Zou je ons een idee kunnen geven van wat er mogelijk is? Of moeten we op je krantje wachten?’
‘Liever niet wachten, het enige wat er nog nodig is, is jullie toestemming. Dan kan er met de voorbereidingen begonnen worden om maandag over een week hier te kunnen beginnen. Ik zal jullie de hoofdzaken vertellen, dan kunnen jullie daar vast over nadenken. Het gebouw zelf is, zoals bijna alle gebouwen in het dorp, oerdegelijk. Aan de buitenkant hoeft niets gedaan te worden, alleen nieuwe kozijnen, deuren en ramen met dubbel glas. Het dak is in orde, alleen de dakpannen zijn ouder dan honderd jaar, daarvoor moeten er nieuwe komen. De gulle gever is de eigenaar van de firma die de dakpannen voor de nieuwbouwhuizen geleverd en geplaatst heeft. Die wil dat hier als gedeelte van de gift doen. Binnen moet alles eruit. Behalve de twee bars, die durf ik niet aan te raken. Ze zijn ooit door vrijwilligers met liefde gebouwd, dat is te zien aan de afwerking. Ze voldoen ook uitstekend, ik heb er zelf achtergestaan, en Ian verzekerde me het nog, toen ik hem dat pas terloops vroeg.’
Er werd in de zaal gegrinnikt.
‘Tja, jullie zijn van mij gewend dat ik jullie de oren van jullie hoofden vraag, jullie verwonderen jullie al lang nergens meer over en geven overal antwoord op. Soms doe ik er wat mee. Goed. De verwarmingsketel is ouder dan vijftien jaar, er moet een nieuwe hoog rendement ketel komen, met bijpassende leidingen en radiatoren. De stookkosten worden daardoor, en door het dubbel glas, minder. Er kan in de zaal een verlaagd plafond, dat is gezelliger. Daarin wordt de verlichting opgenomen. Om die te kunnen regelen heb je bijna een cursus nodig. Natuurlijk voldoende TL, voor gelegenheden zoals deze, waar veel licht bij nodig is, met nieuwe bakken en nieuwe buizen. De huidige bakken zijn waarschijnlijk van nét na de uitvinding van de TL en reflecteren door de roest niet meer. De buizen zijn niet allemaal van dezelfde kleur licht, de juiste komen erin. De rest van de nieuwe verlichting bestaat uit veel groepen lampen die allemaal apart te dimmen zijn, zodat er donkere en minder donkere plekken te creëren zijn, voor praten, dansen en schuifelen bijvoorbeeld. Verder moet natuurlijk alles geverfd worden. Het ontwerp is bekeken door de brandweer, het voldoet aan de veiligheidsnormen, mits er daarna alleen goedgekeurde, brandveilige versieringen aangebracht worden. Dat was het.’
‘Is dat allemaal mogelijk? En te doen in veertien dagen?’
‘Beide, voorzitter. Er bleef van de gift zelfs nog wat over, daarvoor ligt er een onderhoudscontract voor de centrale verwarming ter ondertekening door het bestuur klaar. Nog een advies. Begin een spaarpot voor de vervanging, anders zitten jullie daarna een keer onverwachts in de kou, zoals al eerder gebeurd is, heb ik me laten vertellen. Toen duurde het lang voordat er genoeg geld ingezameld was voor de vervanging van de ketel. De contributie hoeft daarvoor vast niet veel verhoogd te worden. Dat mag best een beetje, hij is al jaren hetzelfde. En de renovatie kan in veertien dagen, er kan hier veel tegelijk zonder dat er voor voeten gelopen wordt.’
Het bestuur stak de koppen weer even bij elkaar, voor de voorzitter weer het woord nam.
‘Het bestuur heeft een voorstel. Om de geplande activiteiten van de gezelligheidsvereniging op te schuiven, de plannen van Tamara ongezien aan te nemen en die onder haar leiding uit te laten voeren. We weten hoe ze werkt, snel en tot in de details nauwkeurig, daar kunnen wij niets aan verbeteren. Ik breng het voorstel gelijk in stemming. Handen omhoog wie er tegen, ik herhaal, tegen is. Niemand. Voorstel aangenomen. Tamara, hartelijk dank, voor jou persoonlijk en voor de gulle gever.’
Tamara knikte, schoot van haar stoel af en ging weer naast Mark, Simone en Thomas zitten.
‘Nou, wat een haast. Ik bedankte toch heel kort?’
Er werd in de zaal weer gegrinnikt.
‘Nog iemand voor de rondvraag? Nee? Dan ben ik zo vrij om de vergadering te sluiten.’
Er ontstond onmiddellijk een run op de bar. Mark, Simone en Tamara en Thomas liepen naar de uitgang. In de hal stond Ian te grinniken.
‘Onze verrassingen zijn allebei geslaagd, hè?’
‘Ja, helemaal, Ian. Je weet, dat het puur bij toeval is dat ik veel mensen het werk uit handen neem.’
‘Ja hoor. We laten je graag je gang gaan, zelf kunnen we het niet beter of sneller. We hoeven gelukkig nooit tegen je in te gaan, wie weet wat voor gedrag je dan zou vertonen. Erger dan een egeltje, waarschijnlijk.’
‘Iets van een tijgertje, waarschijnlijk. Ze heeft een keer verteld, dat ze koekjesdieven goed aan kon pakken.’
‘Inderdaad, meneer, dat heb ik een keer gezien. Ze kreeg er één in de gaten en onderschepte hem vóór hij de deur uitkon. Het vuur spoot uit haar ogen. Ze hoefde alleen maar een hand voor dat jongetje te houden, hij gaf gelijk een paar koekjes af. Ze gaf hem een bezem van achter de deur en wees op de vloer. Ik heb net gedaan of ik niets gezien heb en ben na afgerekend te hebben gewoon weggegaan. Dat jongetje kwam pas een half uur later, heel schuchter, de winkel uit. Ze kon hem vast met haar ogen in bedwang houden. Koest, poesje, geen stekeltjes opzetten.’
‘Stop dan maar. Ik heb mijn eigen tijgertje. Om hem met mijn vurige ogen aan te steken en dan mijn vuurtje te laten blussen.’
‘Met zijn stekeltje? O, sorry, mevrouw.’
‘Voor je taalgebruik? Of voor dat je iemand maar een stekeltje toebedeelt?’
‘Eh, voor beiden.’
‘Tamara is er net zo tevreden mee als Francis met de jouwe. Of was je jaloers, we weten dat je van de productie van Thomas weet.’
‘Een beetje wel. Ik zou wel graag vaker willen.’
‘Blijven oefenen, je bent pas begonnen. Tamara zal je wel een keer de maat nemen, om je te vertellen of je een schijn van kans maakt om Thomas te evenaren. Bij hem kwam het pas goed op gang na zijn trouwen. Zal ik Francis wat aanmoedigen?’
‘Nee, liever niet. Het duurt nog een half jaar voor we gaan trouwen.’
‘Goed, haal het dan maar in. En veel plezier in het zwembad tijdens onze afwezigheid. Tot ziens.’
Ze lieten een verbijsterde Ian achter. Tamara kon met moeite haar mond houden tot ze in de auto zaten.
‘Die moet een uur bijkomen. Hij had vast niet verwacht dat je zo veel wist en hem zo toe zou spreken. Zeg, Simone, als je zelf zou komen zou je hem zelf de maat kunnen nemen. Ach, als ze getrouwd zijn mag hij ook af en toe in het zwembad komen. Daar grijp je hem vanzelf.’
‘Alsof ik zo’n grijper ben.’
‘Nou, een genieter. Thomas is zo beleefd om niet op je af te komen, maar jij pakt hem al gauw bij zijn ballen.’
‘Nou ja, ik blijf die grote interessant vinden. En hij de mijne.’
‘Ja, dan durft hij wel. En hij moet toch wat doen tot je met hem uitgespeeld bent.’
‘Dat duurt nooit zo lang, zelfs al je hem geleegd heb krijgt hij gauw weer een stijve. Ik moet wel zeggen, met mijn doos blijft hij beleefd doen.’
‘Hij is bij mij ook nog steeds bang om me pijn te doen. Nou ja, dan beweeg ik zelf wat meer.’
‘Goed, ik zal me koest houden, dat lijkt me voor hem ook prettiger.’
‘Dank je. Dat doet Mark bij mij ook. Ook voorzichtiger dan ik bij hem ben, al stop ik niet zo snel meer als vroeger. Maar wel voordat ik weer een cadeautje in mijn hand krijg.’
‘Liever wel, anders kom ik tekort. Rijd je een beetje door, Mark? Het is te merken dat je een tijd niet zelf gereden hebt.'
‘Commentaar op mijn rijden? Nou, vooruit, in de auto mag het. In bed zal ik doorrijden tot je, langzaam, gilt.’
‘Prima. We praten langs je heen, Thomas. Ik hoop, dat je het niet erg vindt.’
‘Nee hoor. Zo hoor ik méér dan wanneer ik mee zou praten. Ik voel me trouwens meer een leeuw dan een tijger. Voor zover ik weet doen leeuwen het veel vaker dan tijgers.’
‘Het geeft niet wat je jezelf voelt, als je het maar vaak doet. We zijn er, uitstappen en vlug aan de gang. Tot ziens.’


De volgende dag ging Tamara naar de camping.
‘Ohhhh, wat een mooie speld, Tamara.’
‘Ik ben er erg blij mee. Nu kan ik mijn muts weer op, hè?’
‘Van ons het toch wel gekund, maar we snappen je. Die officiële medaille kan je tijdens je werk niet dragen, maar de speld zegt hetzelfde. En je gaat gewoon door. We waren ook bij de vergadering, Tamara, een stel in een caravan heeft op Crystal gepast. Wij zijn al snel lid van de gezelligheidsvereniging geworden, we willen wel meedoen in het dorp. We zullen niet vaak naar het dorpshuis gaan, waarschijnlijk alleen om voor de gezelligheid met anderen naar een goede film te kijken. We werden door veel jeugd herkent en vriendelijk gegroet. Heel fijn.’
‘Ik heb jullie niet gezien, maar het was ook erg vol. Waarom zouden ze jullie niet herkennen?’
‘Op de camping lopen we er niet zo netjes bij, zeker niet als het mooi weer is. Nu had John een pak aan, ik een jurk en ik had mijn haar gedaan.’
‘Was je in je blootje eerder herkend?’
‘Tamara! Zo kan je niet naar een vergadering.’
Maureen giechelde.
‘Ja, misschien hadden ze me dan eerder herkend. En als iedereen bloot geweest was had ik er vast ook meer herkend. Ik ken de jeugd niet bij naam, maar ik herken de meiden aan de grootte van de borsten, de kleur en de hoeveelheid haar, of niets, op hun doos, en bij de jongens of hun pikkie rechts, in het midden of links hangt en recht of een beetje krom is.’
‘Zit je ze zo vaak te bekijken?’
‘Als ik met Crystal bij het water ben wel. Het is zo vermakelijk. Hoe voorzichtig ze zijn met een jaar of dertien. Hoe ze dan met de jaren wat uitdagender worden. Meiden, die zogenaamd achteloos over hun borst strijken en hem even laten schudden. En jongens, die zich even onder hun ballen kietelen en daardoor hun pikkie een paar keer omhoog laten springen. Als er paartjes bij elkaar zitten, als ze wat ouder zijn, er dan meiden met een hand onder een handdoek zitten. En meer van dat soort dingen. En hoe ze in het water aan elkaar voelen. Overdag gebeurt er niet meer, behalve wat ik al vertelde, soms wordt er een jongen getest.’
‘Iedere keer een ander of steeds dezelfde?’
‘Ik denk dat ze alle jongens afwerken, maar twee wat vaker tussendoor. Die hebben als ze klein zijn een wat langere, waarschijnlijk zijn ze helemaal stijf ook groter dan gemiddeld. Of ze lozen meer dan gemiddeld. In het begin probeerden ze wel eens te ontsnappen, als de meiden op hun afkwamen, maar de laatste tijd niet meer. Ik geef ze groot gelijk, het moet toch lekker zijn, meerdere meiden aan hun spullen, tot ze geloosd hebben.’
‘Vast wel. Doen de jongens niets gezamenlijk?’
‘Als ze het proberen krijgen ze alle meiden over zich heen, dan vluchten ze. Tja, ze zijn wat kwetsbaarder. De meiden willen kennelijk niet dat één van hen door meerdere jongens tegelijk behandeld wordt.’
‘Dat is ook beter van niet. Wat gebeurt er ‘s avonds?’
‘Wat je gezien en zelf gedaan hebt. Van alles, in het paradijs. Misschien kan je in je krantje een enquête houden over bloot lopen in het dorp.’
‘Ik durf geen uitslag te voorspellen, maar dat moesten we maar niet doen. Mevrouw en ik hebben het al eens gehad over het toestaan van erecties bij het meertje, maar dan zou het vast niet bij kijken blijven en de woningnood weer beginnen. ‘s Avonds zijn het ouderen, die zoeken het maar uit.’
‘Dat doen ze. Er worden handdoeken gebruikt, maar er wordt ook gevreeën. Al of niet met condoom.’
‘Hoe weet je dat?’
‘John kijkt natuurlijk eerst in een vuilnisbak, of hij al geleegd moet worden. Dan ziet hij ze soms liggen. De vuilnisbakken bij het meertje leegt hij altijd minstens één keer per dag.’
‘Heel verstandig. Die ouderen dus ook.’
‘Ja. We waren bij de vergadering erg onder de indruk van je, Tamara. We snappen ook waarom je de laatste tijd wat minder vaak langs kwam. Wat heb je in een korte tijd weer veel en goed geregeld.’
‘Het was wat drukker dan normaal. Maar niet zo moeilijk, ik deed hetzelfde als bij mijn werk. Zoals met de satellietinstallaties, alleen was het nu voor het goede doel. En ik heb mijn lijst met leveranciers, daar hoefde ik nu niet naar op zoek.’
‘Je moet toch ongeveer weten wat er moet gebeuren?’
‘Voor het dorpshuis niet veel. Ik stuur de bouwers en leveranciers er op af en dan hoor ik het wel. Ze bellen met de uitslag en sturen offertes, dan zoek ik alles uit. Het was veel makkelijker dan in het begin, toen moest ik vaak om een toelichting bellen. Maar ze waren altijd erg geduldig met me.’
‘Op die nieuwbouw kon je niemand afsturen. Hoe ging dat?’
‘De eerste week nadat ik voor meneer ging werken vroeg iedereen me wanneer de beloofde nieuwbouw zou beginnen. Ze geloofden wel dat die zou komen, maar ze wilden een idee hebben van wanneer. Ik heb toen meneer gevraagd of er iets zichtbaars gedaan kon worden, bijvoorbeeld al een strook grond voor de nieuwbouw vrij laten maken. Hij zei, goed, vraag de beheerder van de landerijen maar aan welke kant van het dorp en regel het verder maar. Ik schrok behoorlijk, zo’n verantwoording, ik had tot dan alleen klachtjes behandeld. Ik ben thuis een uurtje na gaan denken, toen overlegd met de beheerder, toen grondverzetfirma’s gaan bellen, daarna bezoeken. Peter kon het als klusje tussendoor door zijn personeel laten doen, dat was goedkoper dan op bestelling. Nou, evengoed begonnen ze er binnen twee weken aan, jullie hebben mijn krantjes gelezen, daar heeft ingestaan hoe goed hij zoiets kon regelen. In amper een halve dag was het klaar. Na afloop heeft zijn personeel hem verteld dat ze huilende mensen hadden zien staan, ook jongelui van in de twintig. Hij heeft het uitgezocht en kwam zo achter de woningnood. Ik liet de rekeningen naar de nieuwe beheerder van de huizen sturen, meneer heeft er nooit iets over gezegd. Alleen vaak, ik heb gezien dat je weer veel korting geregeld hebt. Hij zag dus de rekeningen wel, hij keurde dus alles goed. Na een tijdje went dat, ongeacht de hoogte prijzen vergelijken en de beste voor iets uitzoeken. Na een klus vergeet ik die bedragen maar, anders zou het me gaan duizelen.’
‘Zo veel?’
‘De zesennegentig nieuwbouwhuizen komen uiteindelijk op ongeveer een ton per stuk, dat is geen geheim, dat schat iedere bouwer, als de grond gratis is. Als de nieuwbouw klaar is heb ik dus bijna tien miljoen behandeld.’
Ze grinnikte.
‘Zonder een penny gezien te hebben.’
Maureen keek ontzet.
‘Tamara, hoe kon je dat? Tien miljoen!’
‘Door wat ik zei, na iedere opdracht de bedragen vergeten. Waardoor ik ook niets op kon tellen. En ik zag gelukkig ook nooit geld, ik moet er niet aan denken om briefjes van duizend te zien. Of cheques met vijf of meer cijfers voor de komma. Goed. Voor de camping en het meertje kwam ik weer met een kladje bij Peter. Hij heeft veel details uitgewerkt, veel ideeën aangedragen. Daarom is het hier zo mooi geworden. Bij iedere volgende leverancier of bouwer wist ik meer, leek ik deskundiger. Maar eigenlijk weet ik niet zo veel.’
‘Ja, ja, je wilt weer geen waardering voor je werk. Ondanks dat je zogenaamd niet veel weet regel je alles snel en goed. En goedkoop. Je optreden bij de vergadering was ook zo indrukwekkend. Je spiekte veel minder dan de voorzitter van de vereniging van huurders.’
‘Ja, ik schrijf niet veel op, ik heb genoeg aan de onderwerpen. Lijstjes, buitenkant, verwarming, verlichting, brandweer. Zo ongeveer. Dan weet ik genoeg.’
‘Toch knap. Ik zou nooit aan de brandweer gedacht hebben.’
‘En je denkt nog wel zo vaak aan spuiten.’
‘Ja, vast vaker dan jij, maar jij maakt het vaker mee.’
‘Maar jij ziet vaker een erectie.’
‘Ja, bij het minste of geringste steigert die van John, maar dan kan hij nog niet, dat blijft bij een keer of drie per dag. Genoeg, hoor.’
‘Ja, meer dan het gemiddelde. Over die brandweer, vóór we met de nieuwbouw begonnen heb ik aan de stad gevraagd waar woningen aan moesten voldoen. Al had de stad er weinig over te zeggen, er werd niet op hun grond gebouwd. Maar ik wilde me een beetje informeren, ik had er geen verstand van. Ik heb de lijst eisen doorgekeken en aan het architectenbureau, wat de huizen ontworpen heeft, gegeven. Nou, ze wisten alles al, maar dat wist ík niet. Ik wist daardoor wel genoeg om sommige vragenstellers gelijk te vertellen dat wat ze wilden niet mogelijk was, gezien de eisen voor nieuwbouw.’
‘Waardoor het vast leek of je er verstand van had.’
‘Dat dachten ze, ja, maar veel was het dus niet. Het werd natuurlijk wel steeds meer, als ik iets niet snap vraag ik hoe het zit. Ik ben ook in het begin minstens één keer per dag bij de bouw gaan kijken. Voor de camping heb ik ook rondgevraagd naar eisen. En of er naakt gerecreëerd mocht worden. De stad adviseerde om aan het begin van de toegangsweg een bord met privé erop te zetten, dan hadden ze er niets mee te maken. Daar was ik blij mee, anders had ik nog veel voorzichtiger over het meertje moeten schrijven.’
‘Dat doe je inderdaad keurig, maar duidelijk.’
‘Ja. De eisen hebben we aangehouden, voor de veiligheid. Ze mogen ook komen controleren, maar we zijn vrij om hun aanbevelingen op te volgen. We zijn het wel van plan. Zijn ze al geweest?’
‘Er is een keer iemand geweest om het water in het meertje te testen. De drie controles die hij gelijk kon doen waren goed. De rest moest in het laboratorium. Als er iets niet goed was zouden we het horen. Niets gehoord, verder ook niemand gezien.’
‘Je hoeft ze ook niet te zien, John, rondkijken kunnen ze toch. Van het water had ik niets anders verwacht, zolang er niet te veel jongens in lozen. Heb jij onder het bord privé-terrein, verboden toegang enzovoort dat bord met Wellingten Avenue achtennegentig gezet?’
‘Ja, voor wie van buiten het dorp komt. Het bord van de camping staat pas bij de ingang.’
‘Om zoiets te verzinnen moet je boekhouder zijn geweest.’
‘Ja, koekenbakkertje.’
Tamara schaterde.
‘Goed zo. Eindelijk durf je spontaan wat te zeggen.’
‘Ja, ik doe makkelijker iets dan dat ik iets zeg.’
‘Ik plaag je even. Je doet alles, als het maar van het vrouwtje mag, hè?’
‘Het vrouwtje spoort me vaak aan. Mijn stijve laten zien en me laten klaarkomen en spuiten waar een andere meid bij zit.’
‘Vergeet niet, aan je ballen laten komen.’
‘Daar heb jij zelf om gevraagd. En om aan je te komen. En de rest. Natuurlijk was dat nooit gebeurd als Maureen het niet goed gevonden had. Er is niet veel aan haar gezeten, maar ze is wel beloond. Ze heeft aan Thomas gezeten en hem zien spuiten, daar heeft ze vreselijk van genoten. We zijn hier heel gelukkig. Vertel je het, Maureen?’
‘Ik ben overtijd, Tamara.’
‘Oh, wat fijn. Als het verder goed gaat.’
‘Vast wel. Je mag het Thomas vertellen, ik vind niet dat er geheimen tussen man en vrouw horen te zijn. Zelfs zoiets als dit niet. Maar verder nog maar niet. Ook nog niet aan meneer en mevrouw.’
‘Daar houd ik me natuurlijk aan. Maar laat je niet aan mevrouw zien, ze is verpleegkundige geweest, ze merkt onmiddellijk dat er wat met je aan de hand is. Zou het van die keer zijn dat Thomas en ik gekeken hebben?’
‘Misschien wel. Laten we het daar maar op houden. John dacht waarschijnlijk aan dat jij hem bij zijn ballen gepakt had. En onder water ook zijn stijve beet gehad had. En dat jullie zaten te kijken hoe we het deden. Dat vond ik ook opwindend.’
‘Ja, daar dacht ik ook aan. Soms nog. Toen ook aan dat er gekeken werd. En dat ze zagen dat we klaarkwamen. Ik spoot niet vaker dan normaal, maar voor mijn gevoel veel harder.’
‘En waarschijnlijk vruchtbaar. Maar hoe kwam je erbij om daarna de ballen van Thomas te masseren, Maureen, toen hij op me lag te wippen?’
‘Wat ik toen zei, ik zag zijn stijve in vier keer in je verdwijnen en die ballen zielig blijven hangen. Ik wilde ze ook warm houden. Maar het was voor Thomas ook opwindend, hij kwam snel. Ook snel na zijn vorige grote lozing. Hebben jullie het thuis nog gedaan? Hij kon vast weer.’
‘Ja.’
‘Erg kort.’
‘Nou ja, hij zei in de slaapkamer, Maureen heeft, geloof ik, zoiets als kortsluiting veroorzaakt. Ik heb het gevoel of ik al weer vol zit. Ik zei, laten we het maar controleren. Maar langzaam, anders kom ik weer niet. Nou, hij zat hartstikke vol, zeven lange spuiten, waardoor ik ook heftig kwam. Tja, ik had wat in te halen. Daarna hebben we over alles bij het meertje gepraat. Toen ik zei dat ik slaap kreeg wilde hij nog een keer. Als hij het niet zo lekker deed was ik erbij in slaap gevallen, zo lang duurde het. Maar ik kwam daardoor wel twee keer en hij spoot drie keer. De volgende dag was alles weer normaal, gewoon, nou ja, steeds een keer of vijf, zes. Nou, als zijn productie afneemt komen we bij je, jouw handen doen goed werk.’
‘Jij moet het ook kunnen, al kan je er onder het wippen moeilijker bij. Oefen maar als je zelf niet kan, met één hand om zijn ballen. Ik kan nu een maand of acht altijd. Heerlijk, zonder condoom. Laatst moesten we lachen. Ik kwam zo heerlijk, dat ik hard kreunde. Toen begon Crystal te kraaien.’
‘Leuk. Voorlopig geniet ze dus mee. Zeg, ik ga er weer vandoor. Tot ziens.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 37
Zie ook www.wellingten.co.uk

Verzorgd door Tamara.

De huurhuizen en de renovatie van de huurhuizen.
De beheerder en ik zijn klaar met de tweede ronde van de verkenningen voor de renovaties. Binnenkort gaan we om offertes vragen. We moeten de volgorde in het dorp nog bepalen. Ieder huis hebben we ook een cijfer gegeven, afhankelijk hoe dringend een renovatie is, om de voorrang te bepalen. We gaan die lijst niet stuk voor stuk afwerken, maar pakken steeds een rijtje huizen met daarin een voorranggeval, anders moet er te veel op verschillende plekken in het dorp gewerkt worden.

De nieuwbouw.
In krantje nummer veertien schreef ik: (heerlijk, dat kopiëren)
De oorspronkelijke volgorde van blokken bouwen was eerst de ene kant van de Avenue, de oneven nummers, daarna de andere kant, te beginnen bij nummer zesennegentig. Maar de stadsbouwambtenaar had een beter idee. Hij stelde voor, na de eerste acht blokken niet na de zijstaat door te gaan, maar aan de andere kant met nummer twee te beginnen. Dan kan de stad, wanneer die acht blokken klaar zijn, de Avenue vanaf het begin tot de eerste zijstraat afmaken. Dan hoeven de bewoners van dat eerste stuk Avenue niet over de rijplaten te blijven rijden tot alle huizen klaar zijn. Dat gaan we doen. Daarna t.z.t. het tweede en derde gedeelte. Dank u wel, stad.

Het is nu zover. Volgende week woensdag, donderdag en vrijdag is het eerste gedeelte van de Wellingten Avenue afgesloten voor alle verkeer, behalve voetgangers, voor het aanleggen van de trottoirs en de definitieve verharding van de weg, asfalt.
De leveranciers, die in dat gedeelte nog werk hebben, hebben vooruitgewerkt, de opleveringen komen dus geen seconde in gevaar.
Ook het stukje zijstraat richting Hoofdstraat wordt gedaan.
De bewoners wordt geadviseerd hun auto’s ergens anders te parkeren, ze kunnen er die drie dagen alleen lopend in of uit.

De camping en het meertje.
Geen nieuws.

Overige onderwerpen.
Tijdens de vergadering over, onder andere, het opheffen van de vereniging van huurders heeft niemand het bestuur bedankt. Bij deze. Vooral Ian, die vanaf het begin in het bestuur gezeten heeft en de opheffingsvergadering minstens zo goed geleid heeft als ik de oprichtingsvergadering.

Komisch, bij allebei die vergaderingen een spreker met een verrassing, zij het nogal verschillend in grootte.

Mijn dank voor het blindelings vertrouwen in mij i.v.m. de renovatie van het dorpshuis. (Daarom verdween ik zo snel, dus niet door het inderdaad korte bedankje van de voorzitter van de gezelligheidsvereniging.)

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
E-mail     tamara@wellingten.co.uk
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week 50

Thomas pikte op de terugweg van het ophalen van John, Maureen en Crystal Tamara op. Ze kleedden zich in de Manor in de zitkamer grinnikend uit en trokken badjassen aan. Thomas, John en Maureen liepen met Crystal in het reiswiegje naar het zwembad, trokken hun badjassen uit en hingen ze op. Maureen haalde Crystal uit haar wiegje, kleedde haar uit en ging met John op het trapje in het zwembad zitten, om Crystal in het water te laten spartelen. Thomas ging op een stretcher liggen.
Tamara liet vijf minuten later Ian en Francis binnen en nam ze mee naar de zitkamer.
‘We kleden ons hier om, omdat kleding in het zwembad te vochtig wordt. We gaan in badjas naar het zwembad. Voor het geval we personeel tegenkomen.’
Francis begon zich uit te kleden, Ian aarzelde. Tamara grinnikte.
‘John en Maureen zijn er al. We hebben ons tegelijk uitgekleed. Durf je je mooie lid niet te laten zien, Ian? Misschien nu?’
Ze deed haar badjas open.
‘Jij weet ook hoe je iemand moet overhalen.’
Ian kleedde zich ook uit.
‘Leuk, Ian, je halfje. Nogal groot, geloof ik.’
‘Het is maar wat je gewend bent.’
‘Dat zie je zo. Kom, badjas aan en mee naar het zwembad.’
In het zwembad deed Tamara haar badjas uit en hing hem op. Francis deed het ook, Ian na weer even aarzelen. Thomas kwam overeind, liep naar Francis en nam haar in zijn armen.
‘Welkom, lekkertje.’
‘Hé, ik dacht dat we pas in het water aan elkaar zouden komen.’
‘Ik kom met mijn handen alleen aan je blote rug.’
‘Voel je met dat paaltje mijn buik niet?’
‘Alleen iets glads. Hij zit waarschijnlijk net te hoog om door je haartjes gestreeld te worden. O, je tepeltjes kriebelen wel.’
‘Nou, laat me los.’
‘Wil je kijken?’
‘Voorlopig wel. Hè, hè. Leuk halfje. Kreeg Ian net ook al van Tamara.’
John en Maureen kwamen uit het water om Ian en Francis te begroeten en gingen weer terug.
‘Zoals ik de eerste keer op het zonneterras tegen je zei, Thomas, groeizaam weertje hier.’
‘Francis, als je problemen krijgt moet je het gelijk zeggen. Dan pakken we handdoeken.’
‘Dat is lief van jullie. Maar alleen die van Ian moet een beetje uit mijn gezichtsveld blijven.’
‘Daar zorg ik gelijk voor. Ik zal hem ook even verwelkomen.’
Tamara nam Ian in haar armen.
‘Nou, je zit op een lekkere hoogte, Ian. Voel je?’
‘Ja, natuurlijk. Het kriebelt. Hé, houd je rustig.’
‘Nog even. Als hij omhoog staat valt hij voor Francis niet zo op als wanneer hij recht vooruit staat. Ik help even.’
Ze pakte hem tussen hun in even vast.
‘Oei, dat gaat snel, ik stop maar. Wat een lange. Ga maar op een stretcher liggen bijkomen. Er zijn genoeg stretchers, Francis. Kijk maar even niet naar hem. Ik heb de buit al binnen. Lekkere ballen en een grote stevige paal. Langer dan die van Thomas. Nou, daar heb je geluk bij.’
Ian en Francis gingen allebei op een stretcher liggen, Tamara ging naast Thomas zitten.
‘Je bent erg ondeugend, Tamara. De lengte is nu niet te controleren. Die van Thomas is niet klein meer, maar omhoog staat hij niet. Hoe red je dat?’
‘Beter dan ik verwacht had, met vier blote vrouwen om me heen.’
‘Vier? O, ja, Crystal ook. En die heeft nog wel een blote doos.’
‘Ja, maar dat doet me natuurlijk niets. Je kan bij haar wel heel goed zien hoe mooi meiden gebouwd zijn.’
‘Nu ik dat zo zie, Francis, ik ben blij dat jouw mooi spul wat verstopt zit onder je haren. Als je ook zo bloot was zou ik moeite hebben om mijn stijve er niet gelijk in te stoppen.’
‘Snap je nu, waarom ik af en toe wat moeite heb met jouw blote stijve?’
‘Ja, beter.’
‘Tamara vond al, dat je lekkere ballen hebt en een grote stevige paal. Hoe is het met jou, John?’
John stond op, liet zien dat zijn stijve recht vooruit stak en ging weer zitten.
‘Je bent hem omhoog aan het praten. Sorry dat het niet van naar je kijken is, maar jullie meiden zien er ongeveer hetzelfde uit. En ik mag bij Maureen vaak kijken.’
‘Jullie jongens zien er niet hetzelfde uit. De jouwe recht vooruit, die van Thomas nog wat naar beneden en, toch even kijken, O, Ian, wat mooi stijf. Gaat het?’
‘Ja, maar kijk maar niet te veel.’
‘Goed, andere keer, thuis. Kan ik die van jou ook omhoog praten, Thomas?’
‘Hij komt al, omdat ik denk, dat je straks aan mijn ballen gaat voelen. Ian is vast al zo groot omdat Tamara aan zijn ballen gezeten heeft.’
‘Ze heeft ook aan zijn stijve gezeten, zei ze.’
‘Dat mag je bij mij ook, hoor. We blijven eerlijk.’
‘Zullen we dan in het water gaan?’
‘Daar wachtte Tamara ook niet op.’
‘Nee, ik had hem een half stijve bezorgd, ik wilde het afmaken. Volgens mij heeft hij een normale maat ballen, Francis. Dus kan je net zo veel verwachten als de anderen. Maar controleer na die van Thomas die van Ian nog een keer. Je kan ook met die van John vergelijken.’
‘Hem ook bij zijn ballen pakken?’
‘Hij komt in het water ook vast even aan jou.’
‘Nou, als hij ook maar aan de buitenkant blijft.’
Ze stond op, liep langzaam naar de stretcher van Thomas en ging aan de andere kant dan waar Tamara zat naast hem zitten.
‘Ik aarzel een beetje. Ik houd het even bij kijken.’
Thomas glimlachte. Hij legde voorzichtig een hand op een bovenbeen van haar en streelde. Toen ze niets zei en naar zijn kruis bleef kijken ging hij langzaam tussen haar benen. Ze schrok, toen hij ineens haar doos in zijn hand nam.
‘O, Thomas, stiekemerd.’
‘Ja, je was afgeleid. Lekker?’
‘Dat gaat je niets aan. Nou, niet lekkerder gaan doen.’
‘Mag ik even je gleuf voelen?’
‘Ik kan moeilijk nee zeggen.’
‘Dat kan je wel. Er moet niets.’
‘Maar dat zou oneerlijk zijn.’
‘Ach, zo nauw let het niet. Niemand, behalve Ian en jij, komt iets tekort.’
‘We klagen niet, Thomas. Wij hebben elkaar nog niet zo lang geleden gevonden en gaan al over een half jaar trouwen. En we zijn ook wat snel aan experimenteren begonnen. Oh, lekker. Je groeit nu aardig.’
‘Ja, van aan je gleuf zitten. Ik zal er maar mee stoppen. Voel nu maar aan mijn ballen, dan blijf ik doorgroeien.’
Ze ging tussen zijn benen, legde haar hand om zijn ballen en voelde voorzichtig.
‘Oh, wat een grote. Ja, duidelijk heel groot.’
Ze giechelde.
‘Je stijve nam een spurt omhoog. Mooi. Maar eh, Ian heeft een grotere. Minstens twee centimeter langer. Wel net zo dik, denk ik.’
‘Voel maar.’
Ze legde haar hand om zijn stijve.
‘Ja, zo ongeveer, ik voel zo bij Ian nog wel, als hij het even kan hebben.’
Ze streelde zijn penis een paar keer en pakte toen zijn ballen weer.
‘Wat een ballen. Ik geloof nu helemaal dat je zo veel kan spuiten. Nou, ik krijg het vast ook niet slecht, met die lange. Ik ben erg blij dat ik heb kunnen vergelijken. Anders blijf je je dat toch afvragen, hè?’
‘Ja, dat hadden Thomas en ik ook. Vooral ik. Ik heb een keer een paar condooms van Maureen gekregen, om het eens mét te proberen. Nou, minder lekker, al viel het verschil mee. Maar sinds die tijd weet ik dat Thomas officieel large is. John ook. Ian is vast extra large.’
‘Ik ga over een paar maanden aan de pil, maar ik zal er ook eens wat halen, om een officiële bevestiging te krijgen.’
‘Ik wist van niets. Maureen zei, oefen op een bezemsteel hoe je hem af moet rollen. Je moet ruim een centimeter bovenaan vrij houden, daar moet het in terechtkomen. Nee, twee, zei ze, voor die grote productie.’
‘En?’
‘Zelfs die twee centimeter zat aardig vol. Nadat je hem bij Ian aangedaan hebt, Francis, voor die officiële bevestiging, zou ik hem erin laten spuiten, vast ook leuk om te zien. Waarvoor hij eigenlijk is hebben jullie hopelijk nooit nodig, bloot is lekkerder. Maar jullie moeten het toch eens proberen. Je zal er een paar moeten kopen. Ik heb er van Maureen gekregen, maar die zijn te klein voor die lekkere lange van Ian. Thomas vindt het niet leuk dat het weggegooid wordt. Hij geeft het zo graag aan mij. En dan zit er ook niets tussen ons.’
‘Tja. Niet aan de pil, Maureen? Als ik zo brutaal mag zijn?’
‘Ik ben er een paar maanden voor ons trouwen mee begonnen. Ik heb drie verschillende geprobeerd, maar ik kreeg er hartkloppingen van. Ik heb het John vóór ons trouwen verteld. Hij vond het natuurlijk jammer, maar niet zo’n ramp. We moesten het dan maar vaker doen wanneer het soms zonder kon.’
‘Lief van hem.’
‘Ja. De mooiste tijd was natuurlijk, toen we besloten om aan kinderen te beginnen. Heerlijk, steeds zonder condoom. En spannend, zou hij me zwanger maken? Toen ik het was kon het natuurlijk ook zonder, tot niet zo lang voor de bevalling. Toen de proeftijd van John om was besloten we dat we aan de volgende zouden beginnen, dan scheelde die niet zo veel met Crystal. We hopen natuurlijk op een broertje voor haar.’
‘Veel succes. En veel plezier.’
‘Dank je. Jullie mogen het wel weten, als je het niet verder vertelt. Ik heb Tamara vorige week verteld dat ik overtijd was. Ik weet nu, dat ik weer zwanger ben.’
Ze kwamen haar allemaal feliciteren.
‘John, laat je Francis even naar je kijken? Of meer?’
John aarzelde even voor hij naar Francis liep.
‘Niet zo groot, Francis. Maar wel geschikt om Maureen voor de tweede keer zwanger te maken.’
‘En geschikt om het lekker met haar te doen, zei ze. Ja, ongeveer hetzelfde als die van Thomas. Je aarzelde net even. Heb je liever niet dat ik er aan kom?’
‘Het is een beetje tegenstrijdig. Aan de ene kant, ik moet nog wennen, dat er behalve Maureen andere meiden aan mijn spullen zitten. Maar in principe heb ik er niets op tegen. Onder vrienden kan je wel een beetje aan elkaar zitten. Aan de andere kant, ik vind het wel lekker. Maureen vindt het ook prettig, dan ben ik thuis wat woester.’
‘Hitsiger?’
‘Ja. En dat duurt dagen.’
‘Daar werk ik graag aan mee.’
Ze pakte zijn ballen vast.
‘Nou, normaal zou ik zeggen. Zoals van Ian. En je stijve ook normaal, zoals die van Thomas. En wat ik vroeger beet gehad heb.’
‘Ook langere?’
‘Nee, dunnere. Even voelen.’
Ze pakte de stijve van John vast.
‘Lekker dik, John, dank je wel. Revancheer je straks maar in het water, hier is het me te lekker. Nou, Maureen is er blij mee. Wij hebben ook niets te klagen, hè, Tamara?’
‘Nee, al heb ik vroeger niets beetgehad. Ik wilde Thomas, hoe dan ook. Wanneer ben jij met keuren begonnen?’
‘Keuren? Dat hoorde bij het scharrelen. Ik zal wel, net als de anderen, een jaar of veertien geweest zijn.’
‘Vertel eens, Maureen, van bij het meertje.’
‘Af en toe omcirkelen een stel meiden van een jaar of veertien, vijftien, een jongen. Na een tijdje laten ze hem vrij en loopt er één meid naar de afvalbak om een wegwerphanddoek weg te gooien. Drie keer raden.’
‘Oei. Één, ze laten hem uitgebreid tussen hun benen kijken. Waarschijnlijk ook voelen. Twee, ze voelen met z’n allen aan zijn inmiddels natuurlijk maximale stijve en aan zijn ballen. Drie, ze laten hem spuiten. Nou, ik had vast meegedaan.’
‘Heb je vroeger met Ian gescharreld?’
‘Toevallig niet. We kenden elkaar wel, we hebben met elkaar gepraat en zelfs gedanst in het dorpshuis. Pas toen ik bij hem in het bestuur van de vereniging kwam, nadat Tamara er voor bedankte, ging ik wat in hem zien. Al gauw wilde ik hem, ook hoe dan ook.’
‘Maar je keurde hem ook gauw.’
‘Ik pakte hem gauw vast, Tamara. Maar hij begon. Hij ging onder het kussen aan de achterkant onder mijn rok en in mijn broekje. Ik had het niet erg gevonden als ik aan de voorkant in zijn broek minder tegen gekomen was dan normaal. Maar het was méér. Nou, mooi meegenomen. Net zoals die grote productie van Thomas, al kwam je daar pas later achter.’
‘Ja, net zoals achter de oorzaak, zijn grote ballen. Ik vond die normaal. Wist ik veel.’
‘Wist jij het, Thomas?’
‘Nee. Als ik met jongens in het meertje ging zwemmen hadden we allemaal kleintjes. En de grootte van mijn ballen is niet te zien, alleen te voelen. Nou, normale jongens willen niet aan elkaar voelen.’
‘Nee, natuurlijk niet. Wist je dat je zo’n lange had, Ian?’
‘Pas door de eerste meid die me vast greep. Ik had wat gescharreld, maar met verder dan over bloesjes strelen kwam ik niet. Toen heb ik een jaar oudere kunnen versieren. Die zei niets, toen ik onder haar bloes ging. Heerlijk, eindelijk borsten te pakken. En ook heerlijk, een hand om mijn ballen en mijn stijve. Maar die had ze nét vast toen ze me weer losliet. Je hebt een hele lange, zei ze. Ik moest mee naar een nog stillere plek, ze wilde hem zien. Ik zei, misschien ben ik normaal, en de jongen of jongens die je eerder beetgehad hebt wat klein. Nee, zei ze, het gaat je eigenlijk niets aan, maar als er zo’n stuk of vijf ongeveer even groot zijn moet dat normaal zijn. Jij bent een stuk langer. Wel iets dunner, maar dat komt misschien nog.’
‘Dat is er al.’
‘Ja, Maureen. Toen ik mijn ouders vertelde dat Francis en ik zouden trouwen als ons huis klaar was, zei mijn moeder, je moet met Francis voorzichtig zijn. Toen je geboren was, in het ziekenhuis, kwamen alle zusters langs om naar je plassertje te kijken. Je had een zeker twee centimeter langere dan normaal. Als ik me goed herinner is er nog iets bijgekomen, tot je jezelf ging wassen. Ik heb beloofd voorzichtig te doen. Weet je het vast, Francis.
‘Mij maak je niet bang. Er is nog iets bijgekomen, als je klein bent, maar daar blijft omhoog de helft van over. Past vast wel.’
‘Ja. Dat meisje vroeg, hoe is hij als hij klein is? Ik zei, veel langer dan normaal. Bij het meertje kijken de andere jongens wel, maar ze zeggen niets. Als jij hem klein wilt zien, er is maar één manier om er achter te komen. Ik hoopte, dat ze me zou strelen enzovoort. Ze zei, ik weet er wel méér, maar ik zal het met een hand doen, heb je een zakdoek bij je? Natuurlijk had ik die bij me, al een jaar voor niets. Nou, ze had bij die vijf wat opgestoken, ze deed het heerlijk. En bewonderde daarna mijn lange spriet. Toen wilde ze dat ik haar streelde. Ik durfde eerst niet in haar gleuf, maar ze leerde me wat ik doen moest. Tja, zo wordt je opgeleid.’
‘Het zal wel niet bij die ene gebleven zijn, daarvoor ben je te goed.’
‘Dank je, Francis. Nee, daarna deed ik natuurlijk nog meer mijn best om te scharrelen. Maar ik kwam amper één keer per week aan lozen toe, iedereen hield elkaar in de gaten. En nog minder vaak smaakte ik het genoegen, zoals dat heet, om een meisje in mijn armen te voelen klaarkomen. Maar dus vaak genoeg. Francis geniet ook zo. Ze hijgt er ook zo lief bij.’
‘Houd je mond. Anders verklik ik dat je vaak halverwege zegt, over een tijdje wordt het nog lekkerder voor je, dan doe ik het met mijn stijve. Nou, dan kom ik nog sneller op gang, natuurlijk. Hoe was het bij jou, John?’
‘Vermakelijk. Maureen had gezegd dat ik een grote had, dat vond ik prima. We hadden allebei weinig ervaring, maar genoeg om lekker te scharrelen. Ze haalde later condooms, small, medium en large. Ze twijfelde even, en begon met medium. Ik zei, hij zit erg strak, probeer die large eens. Dat was beter. Ik heb even gedaan alsof ik boos was dat ze me maar medium vond en zelfs rekening had gehouden met small.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Tamara, zou je het erg vinden, als ik mijn pilverhaal en zo afmaakte?’
‘Als je dat graag wilt mag ik je niet tegenhouden. Maar alsjeblieft zo kort mogelijk. En liefst zo min mogelijk tegen mijn haren instrijken.’
‘Wat is dat voor verhaal? Iets waarvoor je bedankt wordt, Tamara?’
‘Ik zeg niets. Het was allemaal toeval.’
‘Ja, ja. Nadat de proeftijd van John om was, hij dus weer een vaste baan had, vertelde ik Tamara dat we gelijk voor het volgende kindje begonnen waren. Ze vroeg, gelijk? Was je niet aan de pil? Ik heb mijn verhaal over de pil verteld, dat ik daar niet tegen kon. Ze vroeg, hoelang was dat geleden? Ik zei, vóór ons trouwen, vier jaar geleden. Ze zei, er zijn nu betere en meer pillen. Wie heeft je onderzocht? Ik vertelde, dat ik bij mijn zwangerschap van Crystal door mijn huisarts onderzocht was. Nooit voor de pil, ik kreeg toen alleen drie keer een recept van hem. Ze vroeg, en een onderzoek naar je wat kleinere longcapaciteit? Die heb ik, ik kan me niet lang achter elkaar inspannen. Ik weet alleen, dat ik voor school een briefje van de huisarts kreeg, waarin stond waarom ik niet goed mee kon doen met sporten. Van een onderzoek herinner ik me niets. Tamara spuugde bijna vuur, over die huisarts, dat die me nooit doorgestuurd had voor een goed onderzoek.’
‘En daar kwam ze door dat ene woordje achter? Omdat jij zei, we zijn gelijk begonnen?’
‘Ja. Daar reageerde ze onmiddellijk op.’
‘Nou, ik ben ook aan de pil. Dan zou het erg toevallig zijn als je van de ene dag op de andere kan proberen om zwanger te worden.’
‘Ja, dat is zo, maar ik zou dat, gelijk, gemist hebben.’
‘Bij mijn werk moet ik goed luisteren, want ik weet niet veel.’
‘Nou, dat heb je anders aardig weten te camoufleren. Je zegt zelf, als je zesennegentig gevulde koeken kan maken, kan je ook zesennegentig huizen bouwen.’
‘Omdat dat in principe hetzelfde is. Zorgen dat de spullen er komen en goed verwerkt worden.’
‘Ja, ja. Nou, ga maar door, Maureen, anders strijk ík nog tegen haar haren in.’
‘Dat was op een donderdagmiddag. Ze heeft een spoedafspraak bij de dokter in het dorp geregeld, voor vrijdagmorgen. Die spuugde ook vuur en regelde een spoedafspraak bij de longarts in het ziekenhuis in de stad, voor ‘s maandags.’
‘Waren jullie zelf niet eerder op het idee gekomen om je eens goed te laten onderzoeken?’
‘Nee. Ik maakte me gewoon niet te druk. En die condooms, ach. Als het even zonder kon was het extra feest. Veel mensen zijn slechter af, vonden we.’
‘Tja. Toch jammer.’
‘Eigenlijk wel, maar we waren toch heel erg gelukkig. Ondertussen had Tamara meneer en mevrouw gevraagd om te helpen als ik niet goed onderzocht zou worden. Meneer kan nu eenmaal aardig wat regelen. Maandagmorgen zegt de longarts, toevallig beginnen we vandaag met een experiment. We laten patiënten niet steeds komen voor een volgend onderzoek bij een andere specialist, we laten alle specialisten achter elkaar een stel patiënten onderzoeken. Nou, ik ben drie uur lang door de molen gehaald. Na afloop moesten we weer naar de longarts. Die zei, voor de pil moet je, als het zover is, naar je huisarts. Er zijn er veel meer dan drie, en hij en zonodig wij hier in het ziekenhuis gaan door tot er een goede voor je gevonden is. Zonodig maken we er zelf één voor je. Je longcapaciteit is tachtig procent. Je krijgt zo’n snuifdoosje als astmapatiënten hebben met medicijnen voor je erin. Als je ‘s avonds gewoon moe bent, niets innemen. Als je overdag denkt, nu moet ik gas terugnemen, dan één snuifje nemen en gas geven.’
‘Werkt dat?’
‘Nou en of. Thuis, in de caravan, heb ik tegen John gezegd, ik krijg medicijnen, die gaan helpen. Vanavond de rest. Want er kwamen nieuwe gasten aan. ‘s Avonds was ik niet zo moe, maar ik wilde wat uitproberen. Ik heb een half snuifje genomen en in bed op John gaan liggen om te vrijen. Ik haalde zo nooit het eind, halverwege moesten we altijd omrollen om John eh verder te laten bewegen. Maar ik haalde het toen met gemak. Het werkte, zo snel al. Daarna heb ik steeds gedaan wat de longarts gezegd had, als ik overdag dacht, nu moet ik gas terugnemen, nam ik een snuifje en kon ik gas geven. Ik kan nu alles. Ook als ik zou willen drie keer per dag John berijden. Omdat Tamara zo goed luisterde en zo goed alles voor me regelde.’
Maureen en Francis hadden tranen in hun ogen.
‘Ik had hulp.’
‘Ja, Tamara, voor een snellere uitvoering dan jij kon regelen, dat was heel fijn, maar jij luisterde en nam actie. Die hulp, ja, dat experiment in het ziekenhuis was helemaal geen toeval. Meneer had gebeld. Naar een collega-chirurg gevraagd. Mijn geval uitgelegd. En gevraagd om de hoogste spoed, om mij geen maanden in onzekerheid te laten zitten.’
‘Als hij al geen titel had, had hij hem daarvoor moeten krijgen.’
‘De aanvraag voor die titel liep al, maar hij had nog geen acceptatiebrief geschreven. Dat heeft hij toen gedaan. Met een brief erbij over Tamara, dat haar minstens éénderde van de eer toekwam. Tamara heeft er in haar krantje over geschreven. Maar niets over mij, daar zal je niet vreemd van opkijken. Meneer in zijn brief aan Hare Majesteit wél, zonder mijn naam te noemen. Er staat er in de redenen voor de verlening van haar M B E, voor haar puntje puntje puntje gedrag, enzovoorts, op de gebieden huisvesting, gezondheid en vermaak. De huisvesting en het vermaak zijn natuurlijk de huizen, de camping en het meertje. Gezondheid gaat over wat ze voor mijn gezondheid heeft gedaan. Of heb je nog iets anders op dat gebied gedaan, Tamara?’
‘Nee. Het gaat over jou. De burgemeester heeft in het ziekenhuis moeten informeren of daar op een bepaalde maandag een patiënte met spoed behandeld was door alle specialisten en dezelfde dag van één van haar klachten afgeholpen was. Hare Majesteit kan natuurlijk niet afgaan op één brief.’
‘Dus je wist al voordat meneer en mevrouw hun titel kregen, dat meneer geschreven had? En dat daar over Maureen in stond?’
‘Ja. Ik kon niet protesteren, hij was al weg, Francis.’
‘Ja, dat zou je vast gedaan hebben. En bij de uitreiking van je M B E hoorde je, dat het gecontroleerd was en dat haar gezondheid ook meetelde?’
‘Ja.’
‘En er al die tijd met geen woord over geschreven? Na de uitreiking ook niet?’
‘Natuurlijk niet. Het ging alleen Maureen en John wat aan. Meneer en mevrouw moesten ervan weten, omdat ik hun hulp nodig kon hebben.’
‘Ze heeft haar M B E minstens driedubbel verdiend, hè, Ian?’
‘Ja. Een normaal mens had hooguit gezegd, je moest maar eens naar een dokter gaan. Jij bent overal achteraan blijven zitten tot alles geregeld was. Dat was inderdaad uitzonderlijk enzovoort.’
‘Ik ben heel blij met mijn M B E en nog meer met de gezondheid van Maureen. Kunnen we het nu over iets anders hebben?’
‘Ja, maar wij zullen het ook nooit vergeten. Zullen we gaan zwemmen?’
‘Wacht even, dan kleed ik Crystal aan en leg haar in de wieg. Ze begint slaap te krijgen. ’
Ze keken allemaal, terwijl Maureen Crystal afdroogde, aankleedde en in de wieg legde.
‘Zo, één blote vrouw minder. Nu is het drie tegen drie. Of liever drie aan drie. Ik zou de jongens wel op rijtje in het water willen zien en dan de rij afgaan.’
‘Dat lijkt me ook leuk, Maureen. En daarna de drie meiden op een rijtje?’
‘Ja, dan blijft het eerlijk, dan kunnen we niemand overslaan.’
Na een dubbele ronde zwommen ze wat, en wie nog wat wilde pakken pakte wat. Daarna gingen ze de kant op, droogden zich af en gingen op de stretchers liggen.
‘Ik heb je stijve nog geen millimeter zien zakken, Ian.’
‘Nee, als er niemand aanzit kijkt er wel iemand. Thomas en John zijn daar al wat meer aan gewend. Jij kijkt het meest, Tamara.’
‘Ja, je doet me aan iemand anders denken. We hebben hier ook gezwommen met vrienden van meneer en mevrouw. Hij had ongeveer zo’n lange als jij. Daar heb ik natuurlijk ook aan gevoeld. Maar ik zei thuis, Thomas, ik vind die van jou fijner. Ik ben niet zolang onderweg, van boven naar beneden. Bij zo’n lange zit er een extra stuk tussen, maar het voegt niets toe aan het van beneden naar boven strelen, en andersom. Die van jou was nog nét prettig.’
‘Dank je wel. Thomas, als jij zes keer per dag kan, hoe red je het dan, als je een hele dag moet werken?’
‘Ik heb het overdag aardig druk. Ik denk vaak aan Tamara, maar ik probeer het zo kort mogelijk te houden. De laatste tijd heb ik het soms nog iets drukker, als Francis zit te studeren.’
‘Ja, dank je wel dat je haar helpt.’
‘Natuurlijk. Je weet toch dat we elkaar altijd graag gemogen hebben? Ik herinner me, dat ze een keer, toen we nog klein waren, om één of andere reden een week bij ons gelogeerd heeft. We moesten samen in bad. Ik heb uitgebreid naar haar gleufje gekeken. Nou, daar is een mooie dot haar opgekomen en leuke borstjes erbij. Zij heeft met mijn balletjes en mijn pikkie gespeeld.’
‘Daar herinner me ik me niets van. Hoe oud waren we toen?’
‘Drie.’
‘Dan kan je je dat helemaal niet herinneren.’
‘Nee, ik verzin maar wat. Ik zou het een leuk idee vinden, als ik eerder met je gleuf gespeeld had dan Ian.’
‘Die kans heb je zelf laten lopen. Je had maar hoeven vragen.’
‘Tja, het is anders gelopen. Ben je tekort gekomen?’
‘Nee, als je niet al te lelijk bent kom je niets tekort. Ik had aanbod genoeg, ik heb het lang niet altijd aangenomen. En als ik zelf het initiatief nam werd me nooit iets geweigerd. En nu kom ik ook niets tekort. Lekker een extra lange.’
Ze grinnikten allemaal.
‘En jij, Ian?’
‘Ik ben ook niets tekort gekomen, al heb ik het niet te bont gemaakt. Ik weet niet waarom Francis me niet eerder als mogelijke prooi opgevallen is. Pas toen ze in het bestuur van de vereniging kwam.’
‘Prooi?’
‘Zo heet dat, onder jongens. Een meid om eens wat beter kennis mee te maken. Die vóór jou in het bestuur zat leek me aardig, en was lekker om vast te houden, mooie spullen. Maar ze deed zelf niets, en er zat ook geen greintje humor in.’
‘Ze deed niets?’
‘Ze liet alles wat ik probeerde toe, maar het deed haar niets. Frustrerend. Ik hoop voor haar dat het een ander lukt om haar wakker te schudden. Als ik haar hand in mijn broek stopte, wat sommigen uit zichzelf deden, haalde ze hem er weer heel rustig uit.’
‘Ja, ik deed het zelf. Ik zei al, als ik zin heb neem ik zelf het initiatief. Al zat jij al achterin mijn broek.’
‘Ja, het is niet beleefd om voorin te beginnen. Daar, of onder een bloes.’
‘Heb je wel eens zo’n stevige boerenmeid beet gehad?’
‘Natuurlijk. Maar daar vond ik niets aan. Een handvol is veel prettiger. Ik zie nu niets anders, heel mooi.’
‘Ik heb nooit horen vertellen dat jij zo’n lange had.’
‘Ik wilde niet dat ze daar op af kwamen. Als er één het ontdekte, zei ik, als je het rondvertelt vertel ik dat jij kunsttieten hebt. Dat werkte.’
‘Ja, dan ga je af. Maar misschien zouden we elkaar dan eerder ontmoet hebben.’
‘Ja, maar zo is het fijner gegaan, hè? Ons uiterlijk kwam op de tweede plaats.’
‘Ja, Ian.’
‘Ze studeert bij mij thuis ook wel, Thomas, dan help ik haar ook. Als ik naar haar toe ga neem ik een boek mee. Het is heel prettig om dan bij het omslaan van een bladzij even naar haar te kijken.’
‘Aangekleed?’
‘Ja, haar studie komt eerst, zeker doordeweeks. Ze stopt pas als ze af heeft wat ze van plan was. Dan stapelt ze alles op en rekt zich uit. Mooi gezicht. Dan ga ik achter haar staan en vul mijn handen. Meestal kleden we dan elkaar uit om wat te gaan spelen.’
‘Iedereen moet het zelf weten, Francis. John vroeg me, terwijl hij één hand op een borst had, de andere op mijn doos en ik zijn stijve vast had. Ik zei daarna, ik wil nú je vrouw worden, ik ben geen bureaucraat die overal een papiertje voor nodig heeft. Ik voelde me gauw daarna zijn vrouw, hij ontmaagde me en daarna kwamen we allebei klaar. Eindelijk niet meer apart.’
‘Nog een half jaartje, hè, Francis?’
‘Ja. Tamara en Thomas hebben het ook volgehouden.’
‘Alleen omdat we niet met elkaar gespeeld hebben. We hebben gekust, maar geen bloot gezien.’
‘Schrok je, de eerste keer, Tamara?’
‘Niet zo erg. Ik wist in theorie hoe een stijve er uit moest zien. Langer dan een kleintje en omhoog staand. Ik was wel verbaasd, veel langer en veel dikker. En dat omhoog staan was erg indrukwekkend. Ik vind het nog steeds raar, recht vooruit is toch genoeg?’
Ze grinnikten weer allemaal.
‘Het is wel veiliger, per ongeluk kan hij niet naar binnen schieten.’
‘Toen we voor het eerst bloot voor elkaar stonden en Thomas mijn borsten pakte spoot hij gelijk.’
‘Oei. Schrok je toen?’
‘Nee, ik vond het prachtig. Hij had gewaarschuwd, ik kan overlopen. Daarom waren we onder de douche begonnen. Ik had gezegd, daar kan je het laten lopen. Hij zei, nee het loopt niet, het spuit eruit. Nou, gelukkig niet recht vooruit, anders was ik omgespoten. Het kwam hoger, ook tegen mijn borsten.’
‘Mooi. Vond je het niet vies?’
‘Nee, het was van Thomas.’
‘Ach ja. Schrok jij de eerste keer, Francis?’
‘Nee, Tamara. Ik voelde eerst in zijn broek over zijn onderbroek. Nou, niet te klein, dacht ik. Toen ging ik in zijn onderbroek. Lekkere ballen. Toen hoger. Nou, zeker niet te klein, behoorlijk lang. Ik zei, Ian, je weet dat ik eerder jongens beetgehad heb. Je hebt een langere dan normaal, hè? Ja, zei hij, ik hoop niet dat je dat afschrikt. Ook niet als hij klein is. Ik heb vroeger natuurlijk ook bloot gezwommen, met andere jongens. Ze zeiden nooit iets, maar keken wel, omdat de mijne een centimeter of vier langer was dan die van hun. Als hij op z’n grootst is, zoals nu, is hij maar een centimeter of twee langer dan normaal. Dat weet ik, omdat je natuurlijk niet het eerste meisje bent dat me vast heeft. Die schrokken niet, ze vonden het eh wel lekker. Ik zei, ik ook. Ian, zei ik, we zijn oud en wijs genoeg om niet te gaan scharrelen zoals we vroeger deden. Het kan best wat sneller. En lekkerder dan onder kleding friemelen. Mag ik hem zien?’
‘Welja, wat een tempo.’
‘Ik was niet van plan om gelijk met hem naar bed te gaan, Thomas, zo’n vlot type ben ik niet, ander had ik jou wel verleid.’
‘Geprobeerd te verleiden.’
‘Ja, natuurlijk, Tamara, gelukt was het vast niet. Maar ik had geen zin in een langzame aanloop. Kijken en een beetje voelen moest kunnen. En ik was al zo gek op hem dat hij bij mij ook best mocht kijken en overal aanzitten. Hij zei, een man alleen in bovenkleding is geen gezicht. Ik wil je hem graag laten zien, als ik me helemaal uit mag kleden. Dat zou veel sneller zijn dan ik gehoopt heb, maar het kan best. Jij hoeft je niet gelijk ook uit te kleden, wacht maar tot je er aan toe bent. Er van uitgaand, dat je zo ver komt. Ik hoop het heel erg. En dat we dan ook mogen komen aan wat we zien. Ik bij jou zo veel als je wilt, meer zal ik niet doen. Je mag bij mij alles. Maar het lijkt me beter dat we niet gelijk te veel doen, pas als we elkaar beter kennen. Over samen alles doen wil ik het niet hebben, maar ik hoop wel dat het er van komt. Ik zou het fijn vinden, als we dat bewaarden tot eh als we getrouwd zijn. Ik ga misschien erg snel, en alles behalve romantisch, maar ik zie het wel zitten. Ik zei, ik zie zo’n lange wel zitten, maar laat eerst maar eens zien hoe die staat. Hij stripte voor me. Zijn onderbroek ging het laatst uit. Nou, prachtig, jullie zien het. Erg lang, vond ik, maar niet te, ik werd er niet bang van. Eerder eh hebberig. Ik zei, ga maar op mijn bed liggen, we waren op mijn kamer. Ik ging naast hem zitten en heb hem bevoeld. Uitgebreid, daarna heb ik hem gestreeld tot zijn ademhaling sneller werd, ik wist wanneer jongens te opgewonden werden. Nog, natuurlijk. Toen ben ik naast hem gaan liggen, om hem bij te laten komen. Na een tijdje zei hij, dank je wel, je stopte op tijd. Ja, zei ik, wat dat betreft ben je een normale jongen, die lekkere lange kan ook niet tegen lang strelen. Laat hem nu maar klein worden, dat wil ik ook wel zien. Ik wist natuurlijk dat dat niet ging. Hij grinnikte. Lieverd, zei hij, je weet best dat jongens tijdens het scharrelen pas klein worden als je ze hebt laten lozen. Laten we daar mee wachten, ik vind het snel genoeg gaan. Eigenlijk al genoeg voor vandaag. Ik zou erg tevreden naar huis gaan, maar ik wil graag ook een beetje aan jou komen. Mag ik je borsten voelen, over je bloes? Hij wachtte keurig tot ik knikte. Hij deed het heerlijk. Tja, ook genoeg ervaring. Ga er maar onder, zei ik na een tijdje. En even later, je zal best mijn beha los kunnen maken. Nou, ook ervaring genoeg. Ook met tepels behandelen. Nadat ik mijn bloes en beha uitgetrokken had ook met zijn mond. Na een kwartiertje zei hij, heerlijk, lekkere meid. En lieve meid. Ik zal erg lekker slapen vannacht. Ik zei, wil je nog iets lekkerder slapen? Help dan mijn rok uittrekken. Je mag over mijn broekje. Dat deed hij, heel lekker, en bleef er overheen. Nou, dat heb ik wel anders meegemaakt, de meeste jongens gaan achterelkaar door, tot je ze stopt. Ik heb hem gestopt voordat ik het te gek zou maken. Ik ben gaan praten over het zonneterras. Dat ik daar natuurlijk jongens zag, met een kleintje. Meer niet, dan moest er een handdoek over. En meiden natuurlijk. Die hielden, net als ik, hun benen een beetje tegen elkaar aan. Ik heb hem ook verteld van de eerste keer dat ik daar kwam, een beetje aarzelend. Dat ik blij was dat ik Thomas zag, ik durfde hem het eerst naar me te laten kijken. Hij had wel gauw een handdoek nodig. Later kwam ik erachter dat ik het tweede meisje was dat hij bloot zag. En wat hem bloot zag. Had ik kunnen weten. Ik zei, Ian, ook al daardoor zal het vast niet lang duren voor jij me bloot mag zien. En als je zo lief blijft zal ik mijn benen niet tegen elkaar houden. Hij zei, heel fijn. Maar niet zo goed voor mijn nachtrust. Ik zei, als dat een suggestie is om je te laten lozen, dat is me te snel. En dat ga ik ook niet doen als ik aangekleed ben, dus, geduld. Dat heb ik, zei hij. Dat, en nog meer lekkers, is niet het hoofddoel wat ik voor ogen heb. Dat is zo vaak mogelijk bij je zijn. En het was geen suggestie, maar een constatering. Ik vind je verschrikkelijk lief, ik zal altijd lief voor je zijn. Fijn, zei ik, dan moesten we maar eens een half uurtje serieus gaan kussen, voor vanavond hebben we genoeg gepraat. Hij deed duidelijk zijn best. Weer een punt voor hem. Nou, die punten liepen iedere keer dat we elkaar zagen op.’
‘Hé, niet stoppen. Ik heb het er een keer met Tamara over gehad, ik heb totaal geen behoefte aan porno, maar ik geniet van wat er bij het meertje gebeurt. Niet te weinig maar zeker niet te gek veel. En zo’n verhaal wat jij vertelt vind ik fijn. Ik heb met mevrouw ook wel eens over zulke dingen gepraat. Wat zegt ze ook weer over zoiets, Tamara? Jij zal het wel vaker gehoord hebben.’
‘Ja. Het mooiste is om te praten met iemand die je heel aardig vindt, over de mooiste dingen in het leven, wat ze zelf meegemaakt hebben.’
‘Goed, Maureen. Nog een beetje. Een paar dagen later ben ik met hem mee naar zijn kamer gegaan. Hij kuste weer zo lekker, dat ik hem zijn gang liet gaan toen hij mijn borsten ging strelen, over mijn bloes. Toen eronder. Ik vond het prachtig dat hij schrok, ik had geen beha om. Ik ben in zijn broek gegaan, heb zijn stijve gepakt, maar weinig gestreeld, ik wilde het lang laten duren. Na een tijdje heb ik zijn hand die hij op mijn rug had, een stukje naar beneden geduwd. Hij snapte het, ging onder mijn rok, weer aan de achterkant. Ik moest giechelen, toen hij weer schrok van mijn blote kontje, mijn broekje had ik in mijn tasje, niet aan. Na een tijdje zei hij, je hebt een heerlijk kontje. Ik zou graag naar voren gaan. Vroeger wachtte ik niet op toestemming, maar ik wil het nu fijner doen. Mag het? Ik heb me losgemaakt, mijn broekje aangetrokken, toen de rest uit en ben op zijn bed gaan liggen. Toen hij naast me wilde komen liggen zei ik, niet zo, jij alles uit, alsjeblieft. Nou, zei hij, onder het uitkleden, dat alsjeblieft kan je voortaan rustig weglaten. Prachtig weer, die lange stijve omhoog. Toen kwam hij naast me, verwende eerst mijn borsten, en daarmee zichzelf natuurlijk ook. En ik speelde weer voorzichtig met hem. Na een tijdje ging hij me over m’n broekje stelen, vroeg toen toestemming om erin te gaan. Ik zei, nee, en wachtte even. Hij aarzelde even, maar streelde, voelde, toen verder, eroverheen. Weer niet zoals ik vroeger beetgepakt werd, veel liever. Toen zei ik, ik laat je los. Jammer, zei hij, je houdt me zo fijn vast, zo rustig. Gemeen, hè, want toen zei ik pas, ik ga zo verder, trek eerst mijn broekje uit. Nou, ik kon een hele tijd niet verder gaan, want hij trok mijn broekje uit, keek een tijd, voelde en streelde toen een tijd, heel lief en lekker, tot ik hem stopte. Hij kwam naast me liggen, hij streelde me boven, ik hem beneden, tot hij míj stopte. Hij vroeg of hij me wat intiems mocht vertellen. Ik zei, natuurlijk, graag, want we willen allebei intiemer worden, hè, zonder haast? Ja, zei hij, ik heb geen haast, want het gaat heel fijn zo. Heerlijk rustig. Dat intieme, ik heb, voordat ik je ophaalde, thuis geloosd. Ik doe het niet graag zelf, maar ik hoopte dat ik naar jou zou mogen kijken. Dat zou ik zonder lozen niet lang volhouden. Het ging nu ook goed, terwijl je veel mooier en lekkerder bent dan ik verwachtte. Ik durf je te vragen om iets meer. Daar zal ik het bij laten, vandaag, ik vraag ook geen tegenprestatie. Mag ik een kusje op je doos geven? Ik zei, je zou het daar vast bij laten, als ik ja zei. Maar eigenlijk wil je nog ietsje meer, hè? Ik zal je er niet om laten vragen, het zelf zeggen. Je hebt zo lief en lekker over mijn gleuf gestreeld, je wilt me daar vast een beetje likken. Veel beetjes, waarschijnlijk. Ja, zei hij, nu je zo lief reageert, een heleboel beetjes. Ik hoop, dat als het mag, ik het goed doe, want ik heb het nog niet eerder gedaan. Ian, zei ik, we vermoeden van elkaar wat we uitgespookt hebben. Ik vind het ontzettend fijn dat je zo eerlijk bent, maar je verbaast me. Je scharrels hebben je ongetwijfeld laten lozen, het is moeilijk om van je af te blijven. Je hebt vast meisjes gevingerd, hè? Ja, zei hij, maar ze beneden niet gekust. En omdat je zo makkelijk praat durf ik te zeggen dat ze me niet gepijpt hebben. Ik heb er wel aan gedacht, maar op één of andere manier is het er niet van gekomen. Nou, ik genoot genoeg, als ze me lieten lozen. Waarom denk je er nu wel aan, vroeg ik? Hij zei, omdat wij niet scharrelen. We kennen elkaar al wat langer en beter. Praten meer en fijn. Ik heb nog nooit zo veel tijd gekregen om te kijken en zo. En omdat ik je graag kus. En ook graag op je mooiste plekje. Ik zei, je bent lief dat je niet naar mijn ervaringen vraagt. Nou, vergelijkbaar met de jouwe. Ik voel ongeveer wel wat je bedoelt. Ik heb even gedacht die lange van je te kussen. Later, misschien. En misschien meer. Ik heb er wel over gehoord, als je er aan begint doe je vanzelf meer. Zou je doorgaan tot ik klaar kom? Hij moest even slikken. Ik verwacht niet dat ik dat kan, bij een eerste keer. Maar als het wel lukt en je me niet stopt als je het aan voelt komen zoals daarnet, ga ik door zo lang je wilt. Het lijkt me heel mooi je daardoor te zien genieten. Het is intiemer dan met een vinger. Ik zei niets, maar liet hem los. Hij snapte het. En leerde snel. Ik kwam, ja, fijner dan met een vinger. Natuurlijk ook omdat ik aan zijn lange lag te denken, die zou waarschijnlijk ook niet veel hoeven leren. Nou, over een tijdje weten we dat ook.’
Maureen giechelde.
‘Prachtig verhaal, vooral omdat het waar gebeurd is. Nog een klein stukje, over jouw leren?’
‘Nou, vooruit, omdat ik ook aan jouw John mocht komen. Ik heb die keer alleen, nou ja, alleen, gedaan wat ik al kon. Ik heb hem op een handdoek laten spuiten. Nou, met zo’n lange richt het beter dan met een normale. Meestal liet ik die scharrels in een zakdoek in hun broek komen, dan hoef je niet te richten, maar soms, in het donker, een eind weg spuiten.’
‘Vast geen drie meter, zoals Thomas.’
‘Oei. Nee, nog geen twee, Tamara. Ik dacht dat jij zo preuts was.’
‘Was. Nou ja, preuts niet, maagdelijk. Ik durfde nergens aan te beginnen, ik was bang niet te kunnen stoppen. Ik had er inderdaad problemen mee toen we er een beetje mee begonnen, vlak voor ons huwelijk. Het ging goed omdat we binnen vier weken trouwden. Ik heb daarvoor wel getwijfeld, een paar jaar, een paar keer zelfs op het punt gestaan om Thomas in bed te lokken. Ik ben ontzettend gelukkig, omdat ik, wij, als maagd getrouwd zijn en alles nu inhalen. Of ingehaald hebben, met zes keer op een dag schiet het lekker op. Ik kan inderdaad niet stoppen.’
‘Nou, als Ian dat zou halen zou ík het vast niet halen. Of ik zou bij Maureen een snuifje moeten halen. De keer erop, op mijn kamer, lagen we snel op bed, hij weer helemaal bloot, ik weer met een broekje aan. Voor de veiligheid, zekerheid, al wist ik eigenlijk dat het niet nodig was, hij wilde er toch niet bij me in voor zijn trouwen. Of dat met mij zou zijn wist ik toen nog niet honderd procent zeker. Voor hij over of in mijn broekje ging ben ik tussen zijn benen gaan zitten. Ik heb zijn lange gepakt en er kusjes op gegeven. Ik heb niets gevraagd, ten eerste had ik al toestemming, ik zou alles bij hem mogen doen. Ten tweede deed ik bij die scharrels ook ongevraagd waar ik zin in had, voor zo ver als ik toen ging, en ze stopten me nooit. Toen gelikt, hem toen in mijn mond genomen, voor zo ver dat ging. Toen hij zei, ik ga komen, heb ik even een handdoek gepakt, daarna doorgegaan tot hij erg begon te hijgen en hem op de handdoek laten spuiten. Na zijn uithijgen zei ik. je spoot veel, binnen zo’n korte tijd. Hij zei, ik heb van tevoren niet geloosd. Ik vind het, behalve niet fijn, niet eerlijk, Als je me wilt moet je me nemen zoals ik ben. Ik zei, geestelijk voorzie ik geen problemen. Hij zei, ik ook niet. En we zijn erg eerlijk tegen elkaar, ik ben zó blij dat je zo makkelijk over seks praat. Bij het scharrelen werd het tijd om naar huis te gaan zodra zij en of ik klaargekomen was, er hoorde natuurlijk een aanloop bij. Ik hoop het met jou vaker op een dag te doen. Of ik dat zal kunnen kan je alvast een idee van krijgen aan de hand van hoe snel ik straks weer een stijve krijg. Ik hoop niet dat je vindt dat ik toch te ver ga. Ik zei, schat, eerlijk duurt het langst. Ik hoop ook het met jou vaker op een dag te doen. Wat betreft mijn tempo, als je me nu vingert, zien we daarna hoe snel ik jou weer kan verwennen, daarna of je me weer zo lekker klaar kan likken. Nou, ik moest hem wat afremmen, hij werd wat woest. Hij kon na drie kwartier weer, ik heb hem expres wat later losgelaten, ik moest hem nemen zoals hij was, dan ook zijn sperma een beetje proberen. Niks erg. Hij verwende mij een kwartiertje later weer. Dat lag niet aan mij, ik wilde wel eerder, hij moest bijkomen. Hij was nog blijer dan ik. Dat ik zo vaak wat bij hem wilde doen en dat hij wat bij mij mocht doen had hij niet verwacht. En het ging zo fijn en rustig. Nou ja, even niet. Ik zei, op deze manieren moet je het een beetje rustig doen, maar ik denk dat je later vast die lange af en toe lekker wild in mijn gleuf op en neer kan rammen, daar zijn ze op gebouwd. We zijn die avond allebei nog een keer gekomen. Avonden daarna meestal ook drie keer. Goede vooruitzichten. Tja, we zijn nu niet in aan het halen, maar wat vooruit aan het lopen. Als we getrouwd zijn zal het er niet vaak van komen. Dan wil hij er vast liever in en ik hem ook liever erin.’
‘Een paar dagen per maand niet.’
‘O. Ja. Zijn de heren dan tevreden met de behandeling?’
‘Ja, als je het lief doet wel. Samen spelen, ervan genieten, dat is wat anders dan gewoon laten lozen. Neem ik aan, Tamara deed het de eerste keer al zo.’
‘Ik ben het met de vorige spreker eens.’
‘Dank je wel, jongens. Ja, ik snap het verschil nu best. Ian eh vingert al veel lekkerder en vooral liever dan die scharrels. En hij zegt, omdat je nu wat ervaring met me hebt, doe je het veel lekkerder dan mijn scharrels.'
‘Dank je wel, Francis. We genieten, helaas meestal in gedachten, voortaan met je mee. Thomas, je was bezig met een verhaal over jouw productie.’
‘Ja, ik zal het even afmaken. Na onze bruiloft zijn we al gauw begonnen om de wekker een half uur vroeger te zetten. Als het maar even mogelijk is ga ik thuis lunchen. Als ik ‘s avonds thuis kom wil ik haar zo wie zo graag pakken. Als ik niet thuis geluncht heb natuurlijk helemaal. Dat weet ze, dat vind ze helemaal niet erg. Ze zorgt dat het eten voorbereid is, maar ze zet nog niets op.’
‘Dus vóór het avondeten al drie keer. Mooi gespreid over de dag. Dan ‘s avonds nog drie keer?’
‘Of twee, als we het én voor én na de lunch gedaan hebben.’
‘Ik zou misschien al moe worden van dat steeds aan- en uitkleden.’
‘Alleen overdag. In het weekend hebben we meestal alleen een badjas aan. Als we al wat aanhebben. Onze tuin is afgeschermd, daar kan niemand inkijken. Op het gras vrijt het ook wel lekker. Jullie gaan op loopafstand van het meertje wonen, daar kan je het ook doen.’
‘Tussen het publiek, zeker.’
‘Later op de avond is er alleen maar oudere jeugd, die komt daar ook voor. Ook gezellig. We hebben daar al een paar keer toekomstige overburen van jullie gezien. Twee stellen, van nummer tweeënnegentig en vierennegentig. Die zijn ook niet preuts.’
‘Francis, heb je Ian niet verteld over wat ik van bij het meertje verteld heb?’
‘Nee, nog niet. Ik wilde hem niet afschrikken. Ian, in het kort, Tamara heeft een keer gezien, dat Maureen John in het water liet spuiten. En John en Maureen hebben gezien, dat Tamara Thomas over het water liet spuiten.’
‘O.’
‘Dat kan daar, als je aan de rand van het water gaat zitten, met je rug naar de rest. Ik heb toen naast ze gezeten en mogen kijken. John en Maureen later naast ons.’
‘Nu we hier zo fijn gespeeld hebben zou ik dat ook wel durven. Jij, Francis?’
‘Ik zou blij zijn dat ik niet van je af hoefde blijven. Maar wie er verder is snapt toch wel wat er gebeurt?’
‘Jullie hebben me zelf min of meer geadviseerd om voor handdoeken te zorgen. Je snapt aan de bewegingen van andere stellen wanneer die gebruikt worden. En als ze tegen elkaar aanliggen en zijn achterwerk schudt snap je ook wat er gebeurt.’
‘Vast aanstekend.’
‘En heel gezellig. Er is eigenlijk geen reden voor om het stiekem te doen, bij iedereen gaat het hetzelfde.’
‘Ik had het van jou niet verwacht, Tamara.’
‘Ik van mezelf ook niet. Maar toen ik eenmaal die van Thomas gezien had wilde ik zo veel mogelijk genieten. Alles is bij toeval gebeurd. Bij het meertje had John problemen, hij zag voor het eerst twee helemaal blote vrouwen. Ik zei, dat Maureen hem daar best kon laten lozen.’
‘En dat deed je gewoon, Maureen?’
‘Ja. Tamara had het vast al van Thomas gezien en ik was trots op de stijve van John. En hij stond op knappen. Ik vond dat ze het best mocht zien. Het ging zo eh natuurlijk.’
‘En ik kan één keer per dag van Thomas wel missen. Ik ben natuurlijk trots dat hij zo veel en zo ver kan spuiten. Een ander stel kwam toen kijken waar die stralen vandaan kwamen. Zij geloofde het pas toen ze aan de ballen van Thomas gevoeld had.’
‘Een wildvreemde?’
‘Gasten uit een caravan. Ze kwamen nog eens terug, zeiden ze. Van mij hoeft het niet, hij had een normale stijve en ballen.’
‘Heb je daaraan gezeten?’
‘Om nog eens te vergelijken. Dat ging ook vanzelf, hij stond met zijn blote spullen naast me. Zij had ook de stijve van Thomas gepakt. Ze giechelde, ze had niet kunnen dromen eerst in iedere hand ballen te hebben en dan een stijve. Ze streelde stereo.’
‘Ik was gelijk gekomen.’
‘Hij had niet zo’n grote, maar was al wel twee keer gekomen. We hadden ze eerst tegen elkaar aan zien vrijen en daarna hij bovenop haar. Alle ballen tot nu toe vind ik hetzelfde. Alleen die van Thomas zijn overduidelijk groter.’
‘Nogal vrij allemaal. Kunnen we het over een ander onderwerp hebben?’
‘Ach, arme jongen, nu toch problemen?’
‘Ja, Francis. Het ging heel goed, beter dan ik verwachtte. Maar nu loop de druk nogal op. Zullen we naar huis gaan?’
‘Wacht even. We zijn toch een beetje tegen de regels bezig, door geen handdoeken te gebruiken als er ongehuwden bij zijn, er kan nog wel ietsje bij. Of niet, Thomas?’
‘Jawel. Ik weet hoe het voelt. Jullie kunnen wel in de douchebak gaan zitten.’
Maureen giechelde.
‘Als jullie een showtje geven doen wij het later ook een keer. En als jullie getrouwd zijn een volledige show. Die hebben wij elkaar al gegeven.’
‘Wat? Gevreeën, met het andere stel ernaast?’
‘Het stel dat was wezen kijken hadden we het op een afstand zien doen. Nou, we vonden dat niet nodig. We vonden het heel mooi, Francis. Om te zien hoe hij naar binnen gaat, hoe hij haar opvult. En hoe ze genieten. Wat je zei, aanstekend. En heel gezellig.’
Ian was opgestaan en liep naar de douchebak.
‘Show of niet, Francis, alsjeblieft?’
Ze liep al achter hem aan. Zodra ze zaten en Francis hem pakte spoot hij al, vier stralen, bijna de douchebak uit. Ze streelde door tot hij kleiner werd.
‘Hè, dat lucht op. Zal ik jou strelen, Francis?’
‘Ja, maar liever met mijn rug naar de anderen toe. Zo erg vrij ben ik nog niet.’
‘Prima, we zijn al vrij genoeg, voor zo’n eerste keer. Goed zo. Beentjes wijd? Haartjes opzij? Lekker?’
‘Nou, omdat ik liever nog niet wil dat ze me zo zien, hoef je nog niet te vertellen hoe het gaat.’
‘Goed, maar ik ga wel in je oor fluisteren dat ik je lekker ga vingeren.’
‘Nou! Ohhhh.’
Na een tijdje kwam ze, ook van achteren af zichtbaar. Even later spoelden Francis en Ian zich af, de douchebak uit, droogden zich af en gingen weer op een stretcher liggen.
‘Ging het, Francis?’
‘Je zag het, bij Ian heel snel. Geen wonder, met die verhalen van jullie. Wat blijft hij lang, hè? Ik heb het nog niet vaak gezien, meestal ben ik te laat, hij wordt nog steeds eerst nog langer, dan komt hij omhoog en wordt dikker. Alleen nu niet in jaren, maar ongeveer in een minuut.’
‘Wat een lange. Een heel opvallende lange. Ian, daar moet je bij het meertje een handdoek over doen, anders komen alle meiden kijken.’
‘Zo brutaal zullen ze toch niet zijn, Maureen?’
‘Ik zou het zelf niet kunnen laten. De jongens gaan ook graag een praatje maken bij meisjes die zich geschoren hebben.’
‘Laten die gewoon hun blote gleuf zien? Met hun benen van elkaar?’
‘Ja. Ze denken vast, wij zien van de jongens ook alles.’
‘Behalve een stijve. O, ze testen de jongens, hè, vanaf een jaar of veertien?’
‘Jij zou vaak aan de beurt geweest zijn. Zo’n abnormaal lang ding vraagt erom om te proberen hoe lang hij wordt als hij omhoog staat. En hoe goed die kan spuiten. Nou, dat zag er prima uit. Veelbelovend, Francis.’
‘Ja. Ik kwam ook lekker. Maar ik had nog geen zin om voor iedereen zichtbaar met mijn benen uit elkaar te liggen en me te laten vingeren.’
‘En zonder vingeren?’
‘Nog niet tevreden, Thomas? Je hebt in het water al aan mijn gleuf gezeten.’
‘Jongens zijn niet tevreden voor ze de benen van een meid een keer zo vér mogelijk uit elkaar hebben gezien. Omdat ze zelf niets kunnen verbergen. Maar het hoeft nu niet, hoor. Bewaar maar wat, net zoals je maagdelijkheid.’
‘Ian, het is heel goed mogelijk, dat ik soms niet zo laat bij je wegga of je wat vroeger wegstuur.’
‘Prima, liefje. Dan redden we het wel.’
Ze zwommen nog een keer, kleedden zich grinnikend tegelijk om en gingen naar huis.

Thomas vond, nadat hij John, Maureen en Crystal thuis gebracht had, Tamara in bed onder de dekens. Hij kroop naast haar.
‘Wat een gezellige avond, hè?’
‘Ja, heerlijk. Kon je het uithouden?’
‘Ja, dat gaat steeds beter.’
‘Ian en Francis durfden al gelijk veel.’
‘Wat een lange, hè, die van Ian.’
‘Ja, nog nét mooi, zei ik al.’
‘Normale dorpelingen, hè?’
‘Francis wel, Ian niet, met z’n lange. Is hij bij de jongens nooit opgevallen, bij het meertje?’
‘Ik heb er nooit iets over gehoord. Of zo’n lange gezien. Ian en ik hebben daar dus nooit gelijk gezwommen, anders had ik het geweten. Er waren er een paar met een kleine kleine, daar zeiden we niets van, we vonden het al zielig genoeg.’
‘Ja, maar het zegt niet alles. Dave had een normale kleine. Voelde jij nog verschil?’
‘Nee. Tot nu toe is het enige verschil dat Simone er zo veel haar heeft.’
‘Je ziet liever wat, hè?’
‘Ja, maar ik voel nog liever jou. Oh, lekker.’
‘Niet met je hand, ik wil wat lekkerders. En jij zal best wat kwijt willen.’
‘Ja, bereid je maar voor op een straal of zeven. En dan hoef ik geeneens te denken aan dat Maureen aan mijn ballen zit.’
Hij had het goed voorzien, aangevoeld.


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 38
Zie ook www.wellingten.co.uk

Verzorgd door Tamara.

De huurhuizen en de renovatie van de huurhuizen.
Geen nieuws.

De nieuwbouw.
Ja, nieuw asfalt stinkt. Ach, je moet er wat voor over hebben om mooi te gaan wonen.

De camping en het meertje.
Geen nieuws.

Overige onderwerpen.
Meneer en mevrouw Wellingten zijn vertrokken naar Boston, USA, voor het bijwonen van twee voor hun waarschijnlijk nog grotere feestjes dan in Londen (sorry, H.M.).
Ze gaan hun derde en vierde kleinkind op de wereld verwelkomen.

In dit verband nog een verhaaltje.
Een jaar voordat meneer en mevrouw hierheen kwamen reed mevrouw met haar Rolls naar de apotheek. Binnen vroeg ze luidkeels om een zwangerschapstest. Een maand later deed ze dat nog een keer. Algauw ging het gerucht rond, dat Mevrouw Wellingten, bekend van de Rolls en haar eh voorkomen, een nakomertje verwachtte. Dat was de bedoeling. Nee, niet van een nakomertje, maar van dat ze dat zouden denken. Mevrouw, haar dochter en haar schoondochter houden wel van een grap op dat gebied. Want de zwangerschapstesten waren voor de dochter en de schoondochter.
Die kregen een zoon respectievelijk een dochter. Meneer en mevrouw hadden een groot huis, waar hun kinderen na hun trouwen ook in bleven wonen, met zeer ruime kamers, maar daardoor niet véél kamers. Daarom besloot meneer als chirurg met pensioen te gaan, hierheen te komen, het werk van zijn vader over te nemen, en het huis in Boston aan hun kinderen te laten. En dus niet op hun lip te zitten.
Maar ze hebben er wel vlak bovenop gezeten. Direct na hun komst regelde meneer even breedband Internet voor de Manor, waardoor ook het dorp eindelijk breedband kreeg. Meneer en mevrouw konden via een camera (webcam) in de kinderkamer in Boston kijken en ook met hun kinderen chatten.
Inmiddels zijn er op de zolder van het huis in Boston vier kinderkamers, een logeerkamer en een badkamer gebouwd.
Meneer en mevrouw verwachten over twee maanden terug te zijn.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
E-mail     tamara@wellingten.co.uk
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week 51

‘Zeker niet druk bij het meertje, hè?’
‘Ik denk dat er niemand is, Tamara. Maureen en ik lopen in een bloes met lange mouwen en een lange broek, om geen kippenvel te krijgen. In de zon en uit de wind is het lekker, maar bij het meertje kan je niet uit de wind zitten. Alleen naast de kluisjes achter de coniferen, als de wind vanaf de kant van de camping komt. Zou daar iets aan te doen zijn?’
‘Tja. We hebben expres alles mooi open gehouden, om niet tussen groene muren te zitten.’
‘Dat is ook mooi, dat zeggen veel gasten ook.’
‘We kunnen bij het meertje geen schotten of zo neerzetten, dan wordt de onderlinge controle onmogelijk. Misschien conifeertjes of een heggetje langs de afrastering.’
‘Ik denk dat een meter hoog genoeg is. Coniferen van een meter is geen gezicht. Achter een heg van een meter zouden ze kunnen zitten. En liggen, tweehoog. Dan kunnen ze zich niet zo verspreiden als tot nu toe, maar daar vinden ze vast wel iets op.’
‘En op de camping?’
‘Dat zou geen gek idee zijn, dat breekt de wind een beetje. Wij zitten ook lekkerder bij de caravan sinds de onderkant dichtgemaakt is, het tochtte er nogal onderdoor. Vanuit de caravans kan je óver zo’n heggetje kijken. De lui met tenten zitten altijd vóór hun tenten, die hebben dan iets minder zicht tussen de caravans door, maar wat verder weg beginnen toch de heuvels, genoeg te zien.’
‘En het onderhoud?’
John grinnikte.
‘Ik had al gauw gezien dat er een trekhaak op de grasmaaier zat. Je hebt toen een aanhangwagentje aangeschaft, zodat ik makkelijk de vuilnisbakken kan legen. De maaier bevalt uitstekend, in zijn dubbele functie. Ik heb nog niet zo lang geleden de gebruiksaanwijzing een keer helemaal gelezen. Daar heb ik wat tips voor goed maaien uitgehaald. En dat er accessoires te verkrijgen waren. Ik had me al verwonderd over schroefgaten, waar geen schroeven in zaten, op rare plaatsen. Ik heb gebeld en een folder toegestuurd gekregen. Daar stonden verschillende aanhangwagentjes in, maar die van jou is beter.’
‘Puur geluk. Ik heb geïnformeerd naar een aanhangwagen die net zo breed was als de maaier en die besteld.’
‘Ja, dat is fijn, waar de maaier door kan kan de aanhanger ook door.’
‘Mooi. Verder, over het onderhoud van een heg.’
‘Op de maaier kan een dakje, maar dat is niet nodig. Als het regent maai ik niet en ik kan tegen de zon. Maar het verklaarde al meerdere schroefgaten. En er kan, in plaats van de rechter uitklapmaaier, een bestuurbare arm met een heggenschaar van ongeveer een meter opgezet worden. Dan kan ik een keer overal langsrijden en de voorkant doen, daarna een keer de bovenkant, alles wat er boven die meter uitsteekt, en daarna de achterkant.’
‘Én rijden én die arm besturen?’
‘Je hebt vast wel eens op TV een kraanmachinist zien werken, die heeft nog veel meer handels dan voor die arm. Om te rijden hoef ik alleen maar af en toe een beetje te sturen, uit zichzelf rijdt de maaier rechtdoor.’
‘Tja. Maar hoe moet je al het afval van die kilometer heg opruimen?’
‘Daar is kennelijk al eerder vraag naar geweest, daar is ook wat voor. Op de aanhanger kan een opvouwbare gazen kooi. In plaats van de heggenschaar kan er een slang op, met een ventilator die alles opzuigt, vermaalt en door de slang naar achteren in de kooi blaast. Die kan ik legen in de vuilcontainer.’
‘O. Zie je dat zitten?’
‘Ja, dat moet werken, anders verkochten ze het niet. Maar er staan geen prijzen bij. Vast heel duur.’
‘Als er een heg komt moet dat erbij. Ik wil de folder wel zien.’
John haalde hem uit de receptie, Tamara keek hem door.
‘Prima, John. Ik wil toestemming vragen. Niet voor de kosten, dat zal geen probleem zijn. Maar het uiterlijk van de camping verandert, ik wil weten wat ze daarvan denken. Ach, ze gaan vast akkoord als wij het aanbevelen. Het is nu geen geschikte tijd om te planten, denk ik, het kan wachten tot meneer en mevrouw terug zijn. Maar ik ga alvast die prijzen opvragen. En offertes vragen, méér dan een kilometer heg is vast een interessante opdracht. Voor een tussendoor-klus, in de beste tijd. Dan hebben we er volgende winter wat aan. Nou ja, we? Wij kunnen, in ieder geval deze winter, in het zwembad. Wat vonden jullie er van?’
‘Heel gezellig. De volgende keren zullen we vast ook over andere onderwerpen praten dan de eerste keer. Ian en Francis deden gelijk leuk mee, hè?’
‘Ja, zoals ik met jullie de eerste keer bij het meertje. Voor Ian zoals John toen zei, vier wonderen. Zijn pikkie laten zien, ook helemaal stijf, hoe hij klaar kwam en spoot en aan zijn ballen laten voelen. Bij hem hebben dat zelfs twee andere meiden gedaan, ook aan zijn stijve gezeten.’
‘Ja, wat een lange, hè? Zowel klein als groot. Wat zijn we gelukkig. Ik, omdat we het voortaan altijd zonder condoom kunnen doen, ik ook bovenop, jij, met die grote ballen en ladingen van Thomas en Francis heeft altijd wat moois om naar te kijken. Het moet indrukwekkend zijn, als die naar beneden hangende niet zo dikke langer wordt, dan een grote boog naar boven maakt terwijl hij dikker en nog langer wordt.’
‘We krijgen vast wel eens een demonstratie. Als hij wat gewend is.’
‘John begint ook te wennen. In het begin had hij amper een half stijve, tot Francis hem omhoog praatte.’
‘Thomas was er zichtbaar nog iets meer aan gewend. Maar thuis was hij wat wild. Alsof hij me een week niet gepakt had, in plaats van na het eten voor het laatst.’
‘John wilde ook heel graag. En ik had natuurlijk ook de kriebels.’
‘Komen jullie morgenavond weer?’
‘Graag. Ian en Francis ook?’
‘Ja, natuurlijk. Thomas vraagt het Francis vandaag. Ik ga er weer vandoor. Tot morgen.’

‘Francis, komen jullie morgenavond weer zwemmen? Tamara gaat vandaag even bij John en Maureen langs, voor iets zakelijks, en nodigt ze ook uit.’
‘Graag. Leuk.’
‘Ik klaag ook niet.’
‘Dat zou in tegenspraak zijn met wat je dan niet kan verbergen.’
‘Ja, wij jongens verraden ons altijd zelf. Met meer of minder. Tamara moet het vroeger gevoeld hebben als we kusten. Raar, hè, dat we het zo lang volgehouden hebben?’
‘Er waren er wel meer, maar niet zo lang als jullie. En wat Maureen zei, iedereen moet het zelf weten.’
‘Ja. Ik vind het toch fijn dat ik alsnog een paar blote meiden zie.’
‘We zijn allemaal blij dat we kunnen vergelijken. Maar niemand is ergens jaloers op, we zijn allemaal gelukkig.’
‘Ja. Iets niet vergeten, hè, voor jullie komen.’
‘Ik ga het twee keer niet vergeten, om hem rustiger te laten zitten. Dan zie ik tussendoor ook weer eens die lange spriet. Oei, ik ga verder studeren, Thomas.’
‘Prima. Ik ga even in de garage kijken.’

De volgende avond konden ze allemaal de lange spriet van Ian bewonderen.
‘Tja, de ene harmonica is de andere niet.’
‘Nee, Tamara, maar het is belangrijker hoe ermee gespeeld wordt dan hoe hij eruitziet.’
‘Oefen nog maar een paar maanden, Francis. Maar het oog wil ook wat. Al zou het misschien geen gezicht zijn als Thomas zichtbaar grotere ballen had.’
‘Nee, ballen moeten niet de aandacht afleiden, alleen hun werk doen, zaadjes maken. Eh, Ian en ik vinden het toch niet zo gepast om die hier tevoorschijn te toveren. Onder de blote hemel, in de natuur, bij het meertje, zouden we het wel graag doen. We zouden het hier graag laten bij een beetje aan elkaar komen.’
‘Prima, dan doen we dat. Nog steeds geen bezwaren, om die van Thomas en John groter te zien worden? Want dat gebeurt natuurlijk, als ze aan ons zitten en wij aan hun spullen.’
‘Nee, daar had ik de vorige keren helemaal geen problemen mee. Afwisseling is wel leuk.’
‘Maureen en ik hebben het van de week over de lange van Ian gehad. Dat we graag ook eens willen zien dat hij van klein, dat wil zeggen, van zo klein mogelijk, langer wordt en omhoog komt, met een grote boog, en nog langer en dikker.’
‘Ik waarschuw wel. Nu maar niet gelijk, ik zit heerlijk rustig.’
‘Heb je je anders voorbereid dan de vorige keer?’
‘Ja, dubbel. Het was wat snel achterelkaar, ik voel me nog steeds helemaal leeg.’
‘Tja, dan komt er voorlopig van een demonstratie niets. Maar dat geeft ons meiden de kans om eens met een lange soepele te spelen. Zullen we gaan zwemmen?’
‘Als jullie maar niet onder mijn ballen kietelen.’
‘Nee, dat doen we bij Thomas wel, die kan er het beste tegen.’
Ze speelden weer in het water, tussen het zwemmen door.
Ze waren net op de kant toen er op de deur gebonkt werd. Thomas pakte een badjas van de kapstok, trok hem aan, liep naar de deur en deed die op een kier open. Hij kwam snel terug.
‘Allemaal badjassen aan en mee naar boven, naar het kantoor. Meneer heeft gebeld, hij wil chatten. De oude meneer en mevrouw komen ook.’
‘Dan is Aimee vast bevallen. Ik ben benieuwd van wat. Voor wie het zo gauw niet meer weet, ze hebben al een meisje. Silvia en Jamie hebben een jongetje, en zij is volgende maand uitgerekend van de tweede.’
Boven zette Thomas de computer aan en draaide het beeldscherm naar de voorkant van het bureau. De oude meneer en mevrouw kwamen binnen.
‘Mag ik even voorstellen? Tamara en Francis kent u. Naast Francis haar eh verloofde Ian. En dit zijn John en Maureen van de camping.’
‘Leuk jullie te zien, we kennen jullie een beetje uit het krantje van Tamara.’
‘We waren in het zwembad, we hebben ze maar meegenomen.’
‘Natuurlijk. Iedereen die in het zwembad is, is vriend van de familie.’
‘Dank u. Wilt u de vergadering openen, ze zitten vast aan de andere kant al klaar. Nog een paar seconden.’
De kinderkamer in Boston kwam in beeld, ze keken tegen een rug aan.
‘Aan deze kant van de oceaan zijn moeder en ik aanwezig. Verder Thomas en Tamara, John en Maureen, Ian en Francis.’
De rug bleef van Mark te zijn, op het horen van vader had hij zich omgedraaid.
‘Welkom, vader, moeder, vrienden. Hier zijn Simone en ik met de kinderen en alle kleinkinderen. Ik geef het woord aan Aimee.’
Mark verdween uit het beeld om plaats te maken voor Aimee, in een rolstoel, met een baby in haar armen.
‘Hallo. Mag ik jullie voorstellen aan ons tweede kindje, een jongetje, Alex Patrick? Hij is een uur of zes oud, we zijn net terug uit het ziekenhuis.’
Er volgde een felicitatieronde.
‘Waarom zit je in een rolstoel, Aimee? Er is toch niets mis?’
‘Nee, Tamara, alles is prima. De bevalling was veel makkelijker dan de eerste keer. Ik wilde alleen eerst een tijdje zitten, voor ik weer ga liggen. Mike heeft de rolstoel van opa, de schoonvader van paps, van zolder gehaald, die is fijn instelbaar. En zo is opa er ook een beetje bij, ook omdat ik de laatste tijd de traplift gebruikt heb.’
‘Wat fijn. Kan je Alex een beetje uitpakken? Ik zie amper iets van hem.’
Aimee pakte Alex een beetje uit.
‘We vinden niet dat hij op iemand lijkt. Jamie moest natuurlijk wel opmerken, dat hij plaatselijk op zijn vader lijkt. Wel in verhouding. Zijn jullie aan het zwemmen?’
‘Ja, heerlijk. Bij het meertje is het momenteel wat fris.’
‘Dan groeit er niet zo veel, hè, Thomas?’
‘Toch wel, met een beetje hulp. Ik herinner me je hand nog, en die van Silvia.’
‘We komen beslist een keer ook naar het meertje, voor een herhaling.’
‘Ben je nu al weer in een stemming om aan zulke dingen te denken?’
‘Ondanks dat we een lagere frequentie hebben dan jullie heb ik het een paar weken gemist. Ik hoop, omdat alles nu zo makkelijk is gegaan, dat we nog sneller dan na Emily weer volledig in bedrijf zijn. Maureen, we hebben gehoord, dat dankzij Tamara jullie bedrijf, en dan bedoel ik niet de camping, ook op volle toeren draait, vol gas, en voortaan zonder uitwendige hulpmiddelen.’
‘Ja. Je praat nu net zoals Tamara schrijft, alleen de kenners snappen het.’
‘Ze schrijft mooi, we hebben haar krantjes op Internet gelezen. We hebben van paps en mams nog wat uitleg gekregen, want wij zijn geen dorpelingen. Ze hebben ook verteld over wat ze níet schrijft, onder andere over jou. Silvia en ik hadden tranen in onze ogen. Dank je wel, Tamara.’
‘Ja, goed. Hoe is het met Silvia?’
‘Ik zal plaats voor haar maken. We wilden jullie eerst op de hoogte brengen, nu wil ik wel naar bed. Ik heb vannacht niet geslapen. Wat was er ook weer?’
Ze grinnikten allemaal.
‘Oh, ja, ik moest Alex ophalen in het ziekenhuis. Volgens mams worden de kinderen in Nederland door een ooievaar thuisbezorgd. Had me wel wat geleken, dan had ik middenin de nacht mijn bed niet uit gehoeven. Tot ziens, allemaal.’
Silvia kwam in beeld.
‘Die weet van vermoeidheid amper meer wat ze zegt. Tja, éénenvijftig centimeter en zeven pond. Jullie zien het wel, ik ben nog zo drachtig als maar kan. Ik hoop dat het bij mij ook zo makkelijk zal gaan. Het is heel fijn dat paps en mams er zijn.’
Ze praatten nog een tijdje door, een beetje door elkaar, waarna Thomas afsloot en de computer uitzette.
‘Mooi, hè, dat dit kan. U beiden ook gefeliciteerd, overgrootouders.’
‘Dank je, Thomas. Dat klinkt alsof we erg oud zijn, maar nu ik jullie zo zie? Zouden jullie er bezwaar tegen hebben als we een keer met jullie komen zwemmen?’
‘Nee, helemaal niet. Tamara heeft het daar bij het toestemming vragen al over gehad, we willen u daar niet weghouden. Ik heb u steeds ingelicht, in de verwachting dat ik wel zou horen wat uw bedoeling was.’
‘We wilden jullie met rust laten, zo vaak komen jullie niet. Maar ik zie moeder naar badjassen kijken, een beetje onder de gordel.’
‘Vergeleken met jou heb ik nog steeds veel in te halen.’
‘Dat is zo. En ik gun het je.’
‘Natuurlijk, ik haal je niet in, jij kijkt ook je ogen uit.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Zou u misschien een voorproefje willen, mevrouw?’
‘Waarvan, Francis?’
‘Thomas heeft iets speciaals, maar Ian ook.’
‘Dat speciale van Thomas zal ik graag weer bewonderen. Wat heb jij, Ian?’
Ian deed zijn badjas open. De ogen van mevrouw gingen wijd open, net zoals de mond van meneer.
‘Wat? Is dat op z’n kleinst?’
‘Ja, mevrouw. Van de extra lengte, vergeleken met eh anderen, blijft rechtop de helft over.’
‘Dat vind ik niet zo interessant. Wat ik nu zie wel. Tjonge, dat is geen kleintje. Vader, ga je mee, voordat ik mijn handen niet meer thuis kan houden?’
‘Prima. Behelp je in onze slaapkamer maar, tot we gezamenlijk zwemmen.’
‘Ja, dan wil ik die lange dunne wel eens vast houden. Gauw, weg.’
Ze namen afscheid, vader en moeder gingen naar hun suite, de anderen weer naar het zwembad.
‘Het viel me op, Tamara, dat je Mark en Simone tegen meneer en mevrouw zei en ze tutoyeerde.’
‘Ja, privé wel. Niet als er iemand bij is. Ze zien Thomas en mij een beetje als hun kinderen. Ze misten die erg, in het begin, tot ze konden chatten.’
‘Jij vermeed het, hè, Thomas?’
‘Klopt, Ian. Het ligt voor mij wat anders dan voor Tamara. Ik heb tot ik zelf butler werd iedere dag mijnheer en mevrouw gehoord, van mijn vader. Overschakelen op meneer was geen probleem. Maar om hun voornamen te gebruiken, te schakelen tussen privé en werk, zeker in hun eigen huis, vind ik lastig. Tutoyeren gaat nog, maar hun voornamen laat ik meestal weg.’
‘Daar kan ik me iets bij voorstellen. Maar je zal vast geen mevrouw zeggen als ze je ballen vast heeft en jij haar grote borsten of haar doos.’
‘Nee, dan zeggen we, lekker, hè.’
Ze grinnikten.
‘Je maakt niet vaak een grapje, Thomas, maar als je het doet is hij goed.’
‘Ik zal wat ik vind zijn mooiste grap vertellen. De vier kinderen zijn vóór hun trouwen hier geweest. Een half jaar geleden waren ze hier weer, en we gingen met z’n allen naar het zwembad. We begonnen in badjas. Jamie zei al gauw, Thomas, je schijnt iets te hebben wat Mike en ik niet hebben. De meiden zitten zo naar je te kijken. Thomas zei, bij jullie vorig bezoek waren ze negentien en onschuldig. Inmiddels hebben ze vast gehoord of gelezen, dat wij Engelsen vaak wat stijver zijn dan Amerikanen.’
Het duurde lang voordat Ian, John, Francis en Maureen bij waren van het lachen.
‘Wat daarna kwam was ook mooi. De meiden keken eerst alleen, nadat Thomas zijn badjas uitgedaan had. Toen zei er één, Tamara, je zal wel, net als wij, niets te klagen hebben. Een keer of drie, vier, een spuitje of drie, vier? Ik zei, een keer of zes een keer of zes. Ze zei, ik bedoel, per dag. Ik zei, ik ook. Ik heb nog nooit twee monden zo ver open zien gaan. Simone, mevrouw, zat erbij te giechelen, die wist het al.’
‘Het is ook wat moeilijk om te geloven. Ze keken eerst alleen?’
‘Ja, daarna hebben ze hem uitgebreid bevoeld. In het water wéér, hij moest ze stoppen, zo brutaal waren ze. Dat bedoelde hij, bij het chatten, met dat, ik herinner me jullie handen nog.’
‘Ja, niet eerst de één, dan de ander, maar met vier handen tegelijk aan mijn spullen.’
‘Tja. Hoe vind je het, dat alle meiden aan je ballen willen zitten?’
‘Prima. En als ze het doen, lekker. Met een dagenlange nawerking, potentieverhogend.’
‘O. Dan zal jij het vast ook niet zo erg vinden, Francis, als er meiden aan mijn kleintje zitten?’
‘Nee, bij het meertje of hier niet.’
‘Ik zou jouw moeder wel eens bloot willen zien.’
‘Foei. Waarom?’
‘Ze zeggen altijd, als je wilt weten hoe een meisje er later uit gaat zien, moet je naar haar moeder kijken.’
‘Ik heb geen idee, ze zal het ook nooit toestaan. Alhoewel, ik weet niet wat zij in haar jeugd uitgespookt heeft. Toch eens vragen. Zag je de ogen van mevrouw? Wagenwijd open. Een mooie voorbereiding op de belangstelling die je gaat krijgen.’
‘Ach, als het niet zo is, ook goed. Hoe ziet de oude mevrouw eruit, Thomas?’
‘Prima, alleen hangen haar borsten natuurlijk een beetje. Geen probleem, hoor, als je ze optilt heb je toch een handvol.’
‘Dat heb je kennelijk gedaan. Heeft ze aan je ballen gezeten?’
‘Ze vond het prachtig. Net zoals jouw lange kleine. Die gaat ze gegarandeerd ook vastpakken.’
‘Ja, het scheelde al niet veel. Hebben jullie met elkaar gespeeld?’
‘Ja, een beetje.’
‘Hoe ziet meneer eruit?’
‘Normaal, Maureen, alleen niet zo’n lange. Tamara vond het mooist, dat hij op zijn leeftijd nog een stijve kon krijgen. Hoopvol, zei ze.’
‘Die van John hoeft van mij ook nooit met pensioen. Wat was dat, dat mevrouw meneer niet in kon halen?’
‘Dat moeten ze zelf vertellen. Ze hebben het ons al verteld, ze zullen het best graag nog een keer doen.’
‘Bij het zwemmen?’
‘Ja, zulke verhalen vertel je het makkelijks als iedereen bloot is.’
‘Ja. Vóór John en ik een paar keer eh gespeeld hadden, durfde ik, stijve, alleen te fluisteren.’
‘En nu kijk je nogal vaak open en bloot naar die van Ian.’
‘Ja, voor het geval hij zelf mist dat hij een demonstratie gaat geven houd ik hem in de gaten. Ik wil er niets van missen.’
‘Je hebt me in het water beetgehad.’
‘Ja, geweldig, zo’n lang, dun, soepel geval. Je werd wel iets groter, maar nog niet stijver.’
‘Nee, de dubbele voorbereiding werkt goed. Maar eh, zullen we opstappen? Het is ongemerkt laat geworden. Maureen, kijk niet zo treurig. Een demonstratie als de oude mevrouw er ook bij is?’
‘Prima, als je er nu geen zin in hebt. De vorige keer heb je zó je best gedaan, dat ik wel kan wachten.’
‘Ach, thuis kom je niet veel tekort.’
‘Ik kom niets tekort, het is zoals Francis zei, het is belangrijker hoe ermee gespeeld wordt dan hoe groot hij is. Het oog wil ook wel wat, maar bij het lekkerste spelen ziet het toch niet wat er speelt.’
‘Nee, maar bij het op een na lekkerste wel. John spuit minstens zo mooi als jij. En hij heeft nog steeds heerlijke boekhoudhanden en vingers, heel gevoelig. Bij zwaar werk doet hij werkhandschoenen aan, dat vindt hij niet zo erg als condooms. Kom, inpakken en wegwezen.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 1, nummer 39
Zie ook www.wellingten.co.uk

Verzorgd door Tamara.

MENEER EN MEVROUW WELLINGTEN ZIJN VOOR DE DERDE KEER GROOTOUDERS GEWORDEN.
Zie verder bij overige onderwerpen.

De huurhuizen en de renovatie van de huurhuizen, de nieuwbouw, de camping en het meertje.
Geen nieuws, alles gaat z’n gangetje. In verband met de komende Kerst en jaarwisseling zijn de opleveringen die in die weken plaats zouden vinden wat verschoven, de desbetreffende nieuwe bewoners zijn door de beheerder ingelicht. Daarna gaan de opleveringen weer gewoon verder, er is wat vooruit gewerkt.

Overige onderwerpen.
Gisteren is in Boston geboren Alex Patrick Wellingten, zoon van Mike en Aimee, broer van Emily.
51 cm, 7 pond. Moeder en zoon zijn in zeer goede gezondheid.
De familie is erg gelukkig bij elkaar te zijn.

Over vier weken is de dochter, Silvia, uitgerekend. Zij en haar echtgenoot Jamie hebben al een zoontje, Richard. Die is ruim een jaar geleden een maand na Emily geboren. Zou dat voor de tweede keer een maand verschil iets te maken hebben met dat Mike en Silvia een twee-eiige tweeling zijn?

De komende weken verwacht ik geen nieuws te hebben. Het volgende krantje zal daarom pas volgend jaar verschijnen. Ik begin dan maar met jaargang 2, nummer 1, om aan te sluiten bij het kalenderjaar.
Ik hoop komend jaar ook weer stof genoeg te hebben om iedere week een krantje te laten verschijnen, maar ik betwijfel het. Afgelopen jaar was nogal hectisch, nu gaat, zoals ik hierboven al schreef, alles z’n gangetje.
Met als hoogtepunt iedere week, twee gezinnen die in een nieuwe woning trekken.

Prettige feestdagen.

Dat was het weer, voor deze keer.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
E-mail     tamara@wellingten.co.uk
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week 52

Tamara, Ian en Francis troffen de oude meneer en mevrouw in het zwembad. Ze zeiden gedag, hingen ook hun badjassen op en gingen ook op een stretcher liggen.
‘Thomas haalt John en Maureen op, ze komen zo.’
‘Ze kunnen toch ook door een chauffeur gehaald worden, Tamara?’
‘Dan zou er iemand de hele avond dienst moeten hebben. Zo is Thomas niet, dan doet hij het zelf.’
‘Ja, het personeel is ‘s avonds en in het weekend nogal uitgedund.’
‘Heeft u daar last van?’
‘Nee, totaal niet. Ik heb dat een paar keer geprobeerd, maar Thomas senior was daar erg op tegen. Die stond erop dat ten alle tijden alles mogelijk moest zijn. Mark heeft nagevraagd hoe vaak er de laatste jaren ‘s nachts iets nodig geweest was. Niemand die zich iets kon herinneren van tussen twaalf en acht. Op een paar keer na, als nicht Claire hier logeerde, die bestelde om één uur nog een borrel. Mark heeft laten noteren dat ze dan maar een fles op haar kamer moesten zetten.’
Thomas, John en Maureen kwamen binnen, zeiden gedag, hingen ook hun badjassen op en gingen ook op een stretcher liggen.
‘Thomas, meneer en ik hadden het er net over, dat het personeelsbestand nogal uitgedund is.’
‘Ja, meneer en ik hebben alles bekeken. Het is niet goed als je jaren een dienst draait zonder iets te doen te hebben. We hebben wat taken gecombineerd en wat diensten afgeschaft. Als er iets bijzonders is, mijn plaatsvervanger of ik zijn steeds bereikbaar, we kunnen dan ook om extra hulp bellen. Van het personeel zijn er altijd wel thuis. Prettige Kerst gehad, mevrouw, meneer?’
‘Een rustige. We doen er sinds we hier zijn niets meer aan. We vermaken ons, sinds onze zoon en schoondochter het overgenomen hebben, uitstekend. We lezen veel, kijken een beetje TV, we wandelen, fietsen, maken ritjes met een auto en gaan af en toe een paar dagen naar Londen.’
‘Ziet u uw zoon en schoondochter vaak?’
‘Meerdere keren per week, bij het diner. Soms bij de lunch. We laten ons eten nogal eens in de suite opdienen. We ontlopen elkaar niet, maar we gaan zelden bij elkaar op bezoek. Ik weet niet of je er iets vanaf weet, Mark en wij konden vroeger totaal niet met elkaar opschieten. Sinds hij en Simone en de kinderen jaren geleden hier een week geweest zijn gaat het beter. Maar wij willen, net zoals zij bij hun kinderen, niet op hun lip zitten.’
‘De kinderen zijn dit jaar ook geweest.’
‘Ja, dat was heel gezellig. Je hebt ze meegemaakt, hier, in het zwembad. Nog vrijer dan bij hun eerste schokkende bezoek. We zagen toen Simone en de kinderen voor het eerst. Ik verzocht Simone voor het diner haar decolleté aan te passen. Mij werd op een niet al te bedekte manier verteld, dat ik hypocriet was.’
‘Oei. Ja, schokkend. Hoe kwam ze daarbij?’
‘Ze zei, uiteindelijk, dat ik iedere dag langs een schilderij in de hal liep, met een dame met een decolleté wat nog lager zat dan bij haar, ik kon bijna tot haar navel kijken, en ik zou vast mijn ogen niet dichtdoen. Tja, ik heb haar gelijk gegeven.’
‘Ik weet welk schilderij er bedoeld wordt. Het moet van vóór het Victoriaanse tijdperk zijn.’
‘Ja. Ik lees je krantjes. Je hebt er met Hare Majesteit over gesproken.’
‘Over dat tijdperk, ja, al was het meer dat Zij tegen mij sprak. Dat was voor míj schokkend. Ik neem aan, dat u inmiddels aan het decolleté van mevrouw gewend bent?’
‘Natuurlijk, we zwemmen af en toe gezamenlijk, dan zie ik de andere helft ook. We hebben veel bewondering voor haar. Het is ons duidelijk dat door haar invloed onze zoon en hun kinderen zo vrij zijn. En ze zich het lot van het dorp aangetrokken hebben. Tja, daar weet je alles van, je werkt voor ze en hebt ze en jezelf een titel bezorgd. Heel mooi.’
‘Dat vindt iedereen. Maar de typische familietrek van bescheidenheid zit er bij meneer duidelijk in. Hij wil normaal geen graaf genoemd worden. U kent vast het verhaal wel, dat vroeger een edelman het recht had, of nam, om zijn vrouwelijke onderdanen in de huwelijksnacht eerst onder hem te laten dienen?’
‘Ja, daar maakten we vroeger wel grapjes over, heren onder elkaar.’
‘Weet u, dat de bruidegom er voor zorgde, dat hij hem vóór was, al was het maar één nacht? Bij de edelman simuleerde de bruid dan dat het haar eerste keer was.’
‘Ja. Ik simuleer, dat ik je niet door heb, Tamara. Je wilt me een verhaal laten vertellen, hè?’
‘Ik had moeten weten dat u nog steeds helemaal bij de tijd bent.’
‘Ja, van boven tot onder. Goed. Weet jij, weten jullie, dat die edelman dat meisje, als ze bij hem in huis werkte, waarschijnlijk al eerder gepakt had? Vermoedelijk al in zijn jeugd. In mijn tijd was dat zogenaamde recht er niet meer. Wat natuurlijk andere gebruiken niet in de weg stond. Ik ben op ouderwetse wijze opgegroeid, in Boston. Er waren altijd kindermeisjes voor me, dienstmeisjes die met kinderen om konden en wilden gaan. Ik weet niet hoe oud ik was toen ik doorkreeg dat ze bij het me aan- of uitkleden of in bad doen met mijn pikkie en balletjes speelden. Ik vond dat niet erg, ze deden me geen pijn, het was wel prettig. Ook als ze mijn pikkie in hun mond namen, als ik bij het omkleden op een verhoginkje bloot voor hun stond. Even goed wassen, zeiden ze. Op een gegeven moment kon ik mezelf aan- en uitkleden en wassen, natuurlijk, maar dat deed ik niet, ik liet me verwennen.’
‘Goed idee.’
‘Vergeet het maar, Ian. Na ons trouwen soms, niet steeds. Gaat u door, meneer.’
‘Ik zal wel minstens tien geweest zijn, dat ik, als ze mijn pikkie wasten, hoe dan ook, een beetje een stijve kreeg. Dat vonden ze prachtig, ze masseerden hem en mijn balletjes expres om hem een beetje te zien groeien. Ze complimenteerden me ermee. Mooi, jongeheer, en hoe groter hij wordt, hoe lekkerder we het voor u kunnen maken. Dat wilt u toch wel? Dan zei ik, geef me nog maar eens een voorproefje. Dan namen ze er extra tijd voor. Vanaf dat ik het doorhad vond ik het ook leuk als er een nieuw meisje kwam, als een ander wegging omdat ze ging trouwen. Die nieuwe werd beslist van tevoren door een andere meisjes verteld, dat de jongeheer graag aan- en uitgekleed en gewassen wilde worden, en het dan fijn vond als er met zijn spulletjes gespeeld werd. Die nieuwe aarzelde natuurlijk de eerste keer om mijn onderbroek uit te doen, dan zei ik, als je nog niet gescharreld hebt mag je wel eerst over mijn broek voelen. Maar je hoeft niet te schrikken. Als je al wel gescharreld hebt, ik heb nog maar een klein pikkie en kleine balletjes. Je mag me helemaal uitkleden, naar mijn blote pikkie en balletjes kijken en er mee spelen zoveel je wilt. Later kwam daarbij, ik krijg dan een beetje een stijve. Nog later liet ik dat klein en een beetje weg. Dan was mijn broek gauw uit. Ze keken dan eerst even, meer of minder verwonderd, en begonnen dan, meer of minder aarzelend, met mijn spullen te spelen. Als ze er zelf niet mee begonnen, zei ik, je mag hem ook in je mond stoppen en me dan strelen, dat vind ik heel lekker.’
‘Wilde u zelf niets met die meisjes?’
‘Af en toe deed er één haar bloes los en legde mijn handen op haar borsten. Ik vond er niets aan. Of haar rok omhoog en haar broekje wat naar beneden. Nou, haar had ik op mijn hoofd genoeg, dat spleetje vond ik ook niets aan, dat kwam pas later. Op een morgen werd ik wakker met een natte, plakkerige plek in mijn pyjamabroek. Ik wist wat het was, mijn eerste natte droom, al wist ik niet waar ik van gedroomd had. Mijn vader had me al voorgelicht, en verteld dat ik later met meisjes kon doen wat ik wilde, als ik ze maar niet zwanger maakte. De dienstmeisjes wisten dat ze dan met een som geld weggestuurd werden, trouwen was er niet bij. Dat moest ik met iemand van onze stand, al was die stand niet zo bijzonder. Het meisje dat me aan kwam kleden zag natuurlijk de plek in mijn pyjamabroek en een plek in mijn bed. Ze zei, u hoeft niet ongerust te worden, u heeft niet in bed geplast. Weet u wat het is? Ik zei nee, wat is het dan? Ik wilde wel door een meisje voorgelicht worden. Ze zei, er is nu geen tijd voor, ik moet u wassen. Maar vanavond zal ik u bij het naar bed brengen alles vertellen. ‘s Avonds moest ik in mijn blootje op bed gaan liggen. Dat vond ik natuurlijk helemaal niet erg, en ik was trots dat mijn pikkie naar het plafond wees. Ze lichtte me keurig voor, ze kon mooi vertellen. Toen het over zaadjes ging streelde ze mijn ballen, masseerde ze, heerlijk. Toen vertelde ze dat mijn pikkie nu stijf genoeg was om in het gaatje, de gleuf, van een meisje te stoppen. Dan was het voor allebei lekker, als ik dan in- en uit haar bewoog, mezelf en haar streelde. Ik zal u laten voelen, jongeheer, wat u dan ongeveer met uw pikkie voelt. Er had me er nog nooit een zo gestreeld, mijn pikkie werd nog stijver. Toen zei ze, ik zal een handdoek pakken, want als ik doorga komen uw zaadjes eruit. Dat is heel lekker voor u. Maar u mag ze niet in een meisje spuiten, pas in het meisje waar u mee gaat trouwen. Ze streelde me verder tot ik klaargekomen was. Ze zei, heel goed, jongeheer. Het is niet zo veel, maar dat komt omdat er vannacht al wat in uw pyjamabroek gelopen is. Zullen we u zo vaker verwennen, het is veel lekkerder dan wanneer u er niets van merkt, hè? Ik zei, goed, kan dat dan vaker? Alsof ik van niets wist. Ze zei, als ik met u speel en u krijgt weer zo’n mooie stijve, lukt het vast wel. Dat klopte ook, ik heb nooit meer een natte droom gehad.’
‘Ze had toch niet altijd dienst?’
‘Nee, ze hield het niet voor zichzelf, ze vertelde het aan de andere meisjes, die verwenden me ook als ze de kans kregen, ik wilde altijd wel. Toen ik van mijn eerste klaarkomen wat bijgekomen was, vroeg ik, mag ik kijken waar een pikkie in moet? Ze zei, ja, ik zal het u laten zien. U mag er ook aankomen, maar er niet met uw pikkie in. Dat kan nu natuurlijk niet, nadat u gespoten heeft wordt hij klein. Maar hij kan na een tijdje weer groter worden. U mag dan met uw pikkie ook over mijn gleuf strelen, méér niet. Ze kleedde zich helemaal uit en kwam naast me liggen. Ze zei, kijk maar tussen mijn benen. Dat deed ik, en ben er natuurlijk ook aan gaan voelen. Toen ik een beetje met een vinger naar binnen ging vertelde en leerde ze me hoe ik haar lekker kon strelen. Ze schokte en kreunde toen ze klaarkwam, net als ik daarvoor. Toen moest ik met haar borsten spelen. Dat vond ik toen wel lekker. Nog lekkerder, later, als ik met mijn stijve ertussen klaarkwam. En sommige meisjes lieten me in hun mond spuiten, dat was lekker warm.’
‘Wilden ze allemaal zo graag?’
‘Ja, allemaal. Achteraf snap ik dat wel. Een man kan moeilijk een gleuf weerstaan, die meisjes natuurlijk een stijve niet, al was die niet zo groot, in het begin. Soms zeiden ze van tevoren dat ze geen tijd hadden om te spelen, maar als mijn stijve tevoorschijn kwam hadden ze ineens tijd genoeg. Er bleef er ook wel eens één ‘s nachts bij me in bed. Dan werd ik meestal vroeg wakker, omdat ze dan met mijn spullen begon te spelen. Ik dan met die van haar. Dat wilden ze ook graag, ik kon het kennelijk goed, ze kwamen allemaal heftig klaar.’
‘Zo. U zei, ik heb nooit meer een natte droom gehad. Maar toen u verkering kreeg zal u toch wel met de dienstmeisjes gestopt zijn?’
‘Ik probeerde het, maar het lukte niet. Ze zeiden dat het toch niet opraakte, en mijn verkering zou blij zijn dat ik al zo geoefend had. Het was wel prettig, dat als ik thuis kwam na moeder gezien te hebben, ik op mijn kamer mijn broek maar hoefde te laten zakken om geholpen te worden om te lozen. Moeder was mooi, maar ik mocht nergens aanzitten. Pas tegen de tijd dat we gingen trouwen, maar nog steeds niet onder haar kleding. En ja, als er een meisje bloot op mijn bed ging liggen bleef ik er ook niet af. Soms had er zich één geschoren, dan was het een beetje moeilijk om mijn stijve daar niet in te stoppen. Moeder zegt, dat ik bij die vast geleerd heb om zo goed likken.’
‘U heeft een goede opleiding gehad.’
‘Ja, en een hele lekkere.’
‘En een lange. Vanaf dat u kon lozen er bij geholpen worden en nooit meer gestopt. Ik bedoel, bijna iedere dag een keer.’
‘Of vaker. Dienstmeisjes genoeg die wilden spelen. ‘s Morgens vroeg, soms overdag in het weekend, ‘s avonds één of twee keer. Als maximum.’
‘Ging u na uw trouwen nog door met die meisjes?’
‘Nee, niet dat dat in die tijd abnormaal was, maar ik vond dat het niet hoorde. Ik kwam ook bij moeder niets tekort, het was natuurlijk veel lekkerder dan met die meiden.’
‘Is eh Mark ook zo opgevoed?’
‘Nee, moeder had wel hulp in de huishouding, maar alleen voor het zwaardere werk. Als Mark wat beleefd heeft was dat buiten de deur.’
‘Ja, daar hebben ze over verteld.’
‘Ze, Tamara?’
‘Ja. Uw zoon en schoondochter hebben geen geheimen voor elkaar, en ons ook veel verteld. Maar vast niet alles, wel de grote lijnen. Hij is in ieder geval lichamelijk niets tekort gekomen.’
‘Je bedoelt, hij was eerder getrouwd?’
‘Dat ook, maar daarvoor heeft hij, afgezien van normaal gescharrel, een tijd een bijzondere verkering gehad. Ik voel me niet vrij om er dieper op in te gaan. Maar hij heeft veel beleefd, mevrouw.’
‘Goed.’
‘U heeft voor uw trouwen vast wel eens in het hooi gelegen met een stalknecht.’
‘Nee, meisjes van een beetje stand werden kort gehouden. Jongens mochten veel meer, alleen niet openlijk. Ik kreeg de kans niet. Vader vertelde net, hoe we voor ons trouwen met elkaar omgingen, méér durfde ik niet. In onze huwelijksnacht kwam vader naast me op bed zitten, in pyjama, ik lag onder de dekens, in een nachthemd. Hij zei, ik wil je niet overvallen, zullen we eerst over seks praten? Wat weet je? Ik zei, niet veel. Jongens niet naar je laten kijken, of aan je laten komen en helemaal niet erin. Dan word je zwanger en kan je een goed huwelijk vergeten. Ik heb één keer een hengst een merrie zien dekken. Dat is alles. Jij bent toch niet zo groot? Hij zei, nee, jongens zijn niet groter dan meisjes zonder problemen kunnen hebben. Ik weet wél meer. Ik heb natuurlijk met dienstmeisjes gespeeld, maar nooit erin. Ik denk, dat het beste is, als jij met mij kennis gaat maken. Begin maar over mijn pyjama. Dat heb ik gedaan. Veel meer dan achter zijn grootte kwam ik niet, maar dat stelde me in ieder geval gerust. Dat moest passen, zo afwijkend van andere mensen zouden we vast niet zijn. Die avond heb ik hem verder alleen bloot gezien, ik durfde er niet aan te komen. Wat een eh gereedschap. Hij heeft bloot naast me geslapen, we zijn van elkaar afgebleven. Iedere avond durfde ik een stapje verder. Hij legde steeds alles uit. Zijn eh klaarkomen vond ik mooi. Ik was ook blij dat ik het eerst zag, dat hij niet zoals die hengst bij die merrie gelijk bij me binnenkwam. Ik heb wel liggen trillen, toen hij voor de eerste keer mijn nachthemd optilde. Die avond heeft hij alleen maar gekeken en een beetje gestreeld. De volgende avond ging mijn nachthemd steeds hoger en uit. Lag ik helemaal bloot op bed. Toen heeft hij me van boven tot onder gestreeld en gekust en me laten komen. Ik heb lang wakker gelegen, om bij te komen. En me voor te bereiden op dat hij de volgende avond vast in me zou komen. Dat deed hij ook, na zo ongeveer een week werd ik ontmaagd. Toen moest ik bijkomen van de verrassing, ik vond het lekker, zo’n ding in me. En om zo te komen. En dat hij duidelijk ook genoot van zíjn komen. Ik vond het fijn dat hij na een uur weer wilde. Dat was nog fijner, pijnloos en het duurde heerlijk lang. De volgende morgen vroeg hij, heb je er bezwaar tegen om het vaak te doen? Ik zei, nee, eigenlijk heb ik er nu al weer zin in. Hij zei, ik ook. Maar in de toekomst misschien vaker dan jij. Zeg het alsjeblieft, wanneer je dan echt niet wilt. Ik heb nooit geprotesteerd.’
‘U heeft er nu alle tijd voor.’
‘Ja, maar vroeger námen we er gewoon tijd voor. We doen het nog net zo vaak. Meestal een paar keer per dag. Zeker nadat het zonneterras en het zwembad klaar waren. Vader ziet natuurlijk graag blote borsten en dozen en als ik kleine pikkies zie krijg ik zin in zijn grote. Niet onmiddellijk, ik kan wel even wachten. De grote ballen van Thomas zijn niet te zien, maar ik heb nu het uitzicht op die lange dunne van Ian.’
‘Als u meer wilt dan kijken?’
‘Dat laat ik me geen twee keer zeggen.’
Mevrouw stond op, liep naar Ian en ging naast hem zitten. Ze pakte zijn ballen.
‘Normale grootte, maar dat wist je vast al.’
‘Ja, er is vergeleken.’
‘Je hebt vast niet geprotesteerd, Thomas deed dat ook niet bij onze kleinkinderen. Pas toen ze hem hoger te enthousiast beetpakten. Oei. Hetzelfde gevoel als bij een kleintje, alleen is er veel meer van. Oh, er komt nog meer.’
‘Mag ik het van u overnemen? Hij heeft ons een demonstratie beloofd. Ga eens staan, Ian.’
Ian ging staan, Francis knielde naast hem en pakte zijn ballen.
‘Ik zal niet te lang doorgaan, maar laat hem maar mooi stijf worden.’
Ze keken allemaal, hoe de lange dunne omhoog kwam en dikker werd, tot hij rechtovereind stond.
‘Wat mooi. Kan je daar een videootje van op je website zetten, Tamara?’
‘Maureen!’
‘O, nee, dat zou niet eerlijk zijn, de grote ballen van Thomas kan je ook niet laten zien.’
‘Ik ga ook zijn wél duidelijk zichtbare spuiten er niet opzetten. Iedereen vindt het juist mooi, hoe ik, zelfs zonder het woord bloot te gebruiken, over het meertje schrijf.’
‘Ja, het was maar een grapje. Of wensdroom.’
‘We zijn toch al verwend. We zien meer dan veel anderen, hier en bij het meertje, ‘s avonds.’
‘Vertel eens iets, Tamara.’
‘Als er ‘s avonds bij het meertje geen jeugd van onder de achttien meer is, worden er geen handdoeken over erecties meer gelegd, mevrouw.’
‘Dan hoef ik daarvoor niet naar het meertje.’
‘En aan bepaalde bewegingen kan je dan zien dat er gevrijd wordt. Tja, een paradijsje, al heeft kennelijk iedereen al een appeltje gegeten.’
‘Anders zou het gauw leeg worden op de wereld. Ik hoop alleen, dat er niet van partner geruild wordt.’
‘Voor zover ik weet niet. Wij allemaal hebben daar ook bezwaar tegen. Niet meer dan een beetje aan elkaar voelen. U zag het, Francis wilde het gelijk van u overnemen, u niet door laten gaan.’
‘Dat was ik ook niet van plan, ik liet hem al los. Wel een beetje tegen mijn zin, maar ik haal al genoeg in. Dank je wel, Ian. Klein geweldig om te zien en te voelen, groot erg fors.’
‘U heeft wel wat veroorzaakt. Ik was net zo trots dat ik het zo lang uithield zonder een erectie te krijgen. Nu blijf ik er vast één houden, de rest van de avond.’
‘Misschien wat vervelend voor je, maar ons zal je niet horen klagen. En je nodigde me zelf uit.’
‘Ja, ik dacht dat ik het wel even kon redden.’
‘Wie heeft er hier het meeste ervaring? Wie zou het wel redden?’
‘Ik denk, dat ik met die dienstmeisjes het meeste ervaring heb. Als ik een enkele keer geen zin had redde ik het ook niet, als ze mijn ballen pakten.’
‘U geen zin?’
‘Als ik voor een moeilijk tentamen zat en daar alleen maar aan dacht. Achteraf vond ik het steeds dom, het leidde een tijdje goed af. O, over in het hooi liggen, dat heb ik ook wel gedaan. Niet met dienstmeisjes, maar met nichtjes.’
‘Dat heb je nog niet eerder verteld, vader.’
‘Vergeten. Ik kwam er meestal niet zo ver mee, de meeste schrokken zich wezenloos van mijn stijve. Net als jij, niets gewend.’
‘Hoe kreeg je ze in het hooi?’
‘Ik mocht met ze wandelen. En ging dus ook met ze de paardenstal in, om naar de paarden te kijken. Daar probeerde ik ze te verleiden. Ik heb aan veel borstjes gezeten, die kreeg ik meestal wel uit de verpakking. Onder de rokken over de broekjes voelen lukte ook nog wel eens, erin al minder en uit zelden of nooit. Naar mijn spullen kijken wilden ze graag, maar maar een enkeling durfde er aan te komen. En lang helemaal niet. Nou ja, geen ramp, na zo’n wandeling ging ik linea recta naar mijn kamer, deed mijn broek naar beneden, en twee seconden later zat er dan al een dienstmeisje aan. Dan was ik al gauw eh opgelucht.’
‘Nou ja, zo kon je tenminste zonder veel problemen van mij afblijven, tot we getrouwd waren.’
‘Jawel, maar ik had liever gehad, dat jij deed wat dat dienstmeisje deed.’
‘Ik vast ook, als ik meer geweten had.’
‘Zullen we gaan zwemmen? Dan kan je nog een beetje inhalen.’
‘Tamara, kan je in het dorp als meisje doen en laten wat je wilt?’
‘Zo goed als alles, mevrouw. Je kan zo ver gaan als je wilt, met condooms of de pil. Of niet zo ver gaan, je weet maar nooit of je tegen een jongen aanloopt die persé een maagd wil. Dan moet hij dat zelf natuurlijk ook zijn, ze hebben net zo veel rechten en plichten als de meiden.’
‘Maar van jongens weet je niet of ze nog maagd zijn.’
‘Als je er achter wilt komen, en je kan een goede reden opgeven, kletsen de meiden wel. Hoe gaat dat bij jongens, Thomas? Nee, ik kan het beter aan jou vragen, Ian.’
‘Ja, Thomas werd weinig verteld, neem ik aan. Omdat hij niet meedeed. Dat werd hem niet kwalijk genomen, iedereen wordt vrijgelaten. We zeiden, bij navraag, ook zonder dat er een reden gegeven werd, dat een meisje niets, weinig, of genoeg wilde. Bij niets bleef het bij kussen, weinig was een beetje voelen, bij genoeg hielpen ze je in ieder geval om te lozen, méér werd er nooit verteld. Op de grootte en de stevigheid van de borsten na.
‘Netjes. Krijgen meisjes geen slechte naam, als bekend is dat ze van de een naar de ander gaan en genoeg willen?’
‘Nee, wat ik al zei, iedereen wordt vrijgelaten. Jongens profiteerden daar natuurlijk wel van, als je even niets serieus wilde vermaakte je je ermee. Lozen is veel fijner dan natte dromen.’
‘Heb jij je vermaakt, Francis?’
‘Zo veel als ik wilde, wat vergeleken met anderen niet zo veel was. Er werd wel gekletst, of jongens een grote hadden en of veel loosden. En of ze lekker aan je zaten, maar geen details. Het geheimpje van Ian is goed bewaard gebleven, ik heb er nooit over gehoord.’
‘Was je anders achter hem aangegaan?’
‘Nee, een paar centimeter meer of minder maakte me toen niet uit. Als ik maar niet hoorde dat ze erg klein waren, jammer voor hun, maar dan ging ik er ook niet achteraan.’
‘Mooi. Dan ga ik het water in. Pak mij ook maar, als jullie liefhebbers van antiek zijn, vader zal zich ook niet inhouden. En dan genieten we in bed weer een tijdje wat meer, met de gedachte aan wat we gedaan hebben.’
Ze grinnikten allemaal en gingen haar achterna. Na wat zwemmen en spelen in het water praatten ze nog even en gingen toen naar huis.


‘Dat was weer een gezellige avond, Thomas.’
‘Ja, zeker. Maureen zat in de auto te giechelen. Toen ik vroeg waarom, zei ze, dat John in het water even bij haar binnen was geweest. John zei, ik dacht, dat je me pakte om even lekker gestreeld te worden, maar je duwde door, ondeugd. Toen ik me terugtrok duwde je wéér, je wipte gewoon. Maar ik moest eruit, anders kwam ik. Dat wist ze, zei Maureen, maar ze kon een paar stootjes niet laten.’
‘Dat kan ik me van haar voorstellen, ze is zo blij dat het met haar gezondheid en hun vrijen zo goed gaat.
‘Ze streelde me lekker. Mevrouw trouwens ook, ze leefde zich duidelijk uit, eerst aan mijn ballen, toen aan mijn stijve. Wat ze zeggen klopt, als je hangborsten optilt heb je toch een hand vol. Maar niet zo stevig als de jouwe. Oh, heerlijk, op het droge.’
‘Ja, zo kan ik jou ook beter strelen, onder water schiet hij zo mijn hand uit. Ik wil ook wel eens voelen hoe dat is, als je onder water binnenkomt. In het meertje maar eens proberen. Streel je me nu even? Dan duw ik wel door.’
‘Als je maar niet denkt dat ik me terugtrek. We willen vast allebei graag komen.’
‘Ja, na dat voorzichtig gefriemel aan mijn gleuf wil ik wel een heerlijke beurt van mijn voorzichtige jongetje, met zijn grote ballen en zijn grote productie. Kom erin. Dat wordt vast zeven ladingen.’
‘Ik ben er zelf ook nog steeds verbaasd over. En dat jij ze zo graag wilt hebben. Ik kan het nu niet langzaam aan doen, hoor, om je twee keer te laten komen.’
‘Nee, dat snap ik. Maar als je me lekker duidelijk laat voelen dat je komt, kom ik ook lekker.’
Hij deed het, hij merkte het van haar ook duidelijk.





Zie voor het vervolg  ‘Simone in Engeland ’ deel 4

Klik hier om een ander verhaal te kiezen en/of een e-mail met commentaar te sturen.