Muurversiering
Deel 1
B.W. van Daalen
Inhoud:
© B.W. van Daalen
(April 2004; 1e Herziening Feb. 2008)
Overig werk:
2 Weken en Daarna
14 Dagen en Daarna (Gekuiste versie van 2 Weken en Daarna)
Affaire Driehoog
Oaseliefde
Muurversiering (3 Delen)
en
De Simone reeks
Alle genoemde
personen zijn fictief.
Dit verhaal mag,
geheel of gedeeltelijk, zonder schriftelijke toestemming van de
schrijver, niet
gereproduceerd of verspreid worden.
Niet op een
ouderwetse manier, ook niet op een moderne manier.
Het mag wel,
geheel of gedeeltelijk, doorverteld worden, mits met bronvermelding.
Vrijdagmorgen
Hij kreeg
dorst, verplaatste zijn bladwijzer van achter in het boek naar de
bladzij waar hij aan het lezen was, deed de pocket dicht, legde hem
tussen zijn benen op de ligstoel en keek op. Een meter of vijf recht
vóór hem, op het muurtje tussen het terras en het strand,
zag hij een meisje liggen. Hij had haar niet zien komen. Het eerste wat
hij dacht was, dat is een mooie meid. En lekker, in die kleine bikini.
Hij bleef kijken, genoot van het mooie uitzicht. Ze lag op haar buik te
lezen, op een badhanddoek van het hotel, met haar ellebogen steunend op
de muur. Ze had de rand van de badhanddoek dubbelgeslagen, vast om de
ondergrond wat zachter voor haar ellebogen te maken. Geen domme meid,
dacht hij, ze weet hoe ze er comfortabel bij kan liggen, die ligstoelen
zijn ook niet alles. En ze heeft een mooi plekje gevonden, in de wind.
Die bikini lijkt wel maatwerk, volgens mij zo klein mogelijk zonder
aanstoot te geven, schitterend gevuld. Ze kan zó in een
tuinblad, met onderschrift, zo kunt u uw kale, saaie muur versieren. Ze
moet gisteren aangekomen zijn, met de nieuwe ploeg vakantiegangers.
Hij was
vergeten dat hij dorst had gekregen. Hij stond op en liep rechtstreeks
naar haar toe; toen hij naast haar stopte keek ze op.
‘Hoi. Je bent een mooie muurversiering.’
‘O. Dank je wel. Je dacht vast, die ga ik maar eens versieren.’
Hij moest grinniken.
‘Nee, daar dacht ik niet aan. Alleen dat ik je er zo mooi bij vond liggen. En dat ik je nog niet eerder gezien heb.’
Ze glimlachte.
‘Nou, ik
jou vóór vandaag ook niet. Staan we quitte. Oh, behalve
je complimentje. Nou, vooruit, jij ziet er ook niet slecht uit.’
‘Ook
bedankt. Nu je het over versieren hebt, ben je hier met een relatie of
zo? Dan zal ik je verder niet lastig vallen.’
‘Je valt
me niet lastig. Alle Nederlanders hier praten toch af en toe met
elkaar? Ook wel met de Amerikanen en de Canadezen. Heel gezellig.
Trouwens, je sprak me in het Nederlands aan. Hoe wist je dat ik een
Nederlandse was?’
‘Ik was daar niet honderd procent zeker van, maar je hebt een Nederlands boek.’
‘O. Ja,
natuurlijk. Met een grote titel, dat kon je vast al vanaf jouw plek
zien. Verder, ja, ik ben hier met een relatie.’
Ze grinnikte.
‘Kijk
niet zo teleurgesteld. Je laat je ook kennen, zeg. Dus toch een
versierpoging, hè? Nou, niet erg hoor, je begon aardig. Al ben
ik méér dan een versiering. Ik zal je opvrolijken, ik ben
hier met m’n zus. Verder heb ik geen relatie, in de zin van wat
jij bedoelt.’
‘Mooi. Kom je uit Rotterdam? Of omgeving?’
‘Kan je
dat horen, dan? Ja, ik weet het. Rotterdam Overschie, dat is aan de
kant van Delft. Ben je een beetje bekend in die hoek van het land? En
waar kom jij vandaan? Ik hoor niet direct iets.’
‘Dat
klopt. Je hebt niet zo’n erg accent, hoor. Ik ben daar bekend. Ik
kom uit Delft, aan de kant van Overschie. Leuk hè?’
‘Ja. Ook toevallig. Waarom heb je geen accent?’
‘Ik woon
in niemandsland, wat dat betreft. Tussen het Haags en het Rotterdams
in. Maar ik wilde eigenlijk wat drinken halen. Kan ik wat voor je
meenemen? Je staat ook droog, zie ik. En voor je zus misschien, als die
tenminste zo komt?’
‘Ik heb
geen idee, die is even een tukkie doen, op de kamer. Ze was nog niet
uitgeslapen. En uit de zon, anders verbrandt ze, ingesmeerd of niet. Ik
pit híer wel, als ik zin heb, ik kan ertegen. Ben jij alleen of
enzovoort? De stoel naast de jouwe is nu leeg, maar ik heb er een eh
andere jongen op heb zien liggen.’
‘Dat
klopt. Ik heb geen relatie, ook in Nederland niet. Ik ben hier met een
vriend van mijn werk, die zit ook even op de kamer. Hij wilde even
iets, wat hem te binnenschoot, op zijn laptop intikken.’
‘Mooi. Een bacootje graag.’
‘Komt er aan. Mag ik zo naast je komen zitten voor een praatje? Of lees je liever verder?’
‘Afwisselend
lezen en wat praten vind ik het fijnst. Meestal praat ik natuurlijk met
m’n zus, maar ook met de rest hier. Nou, tot nu toe bij het
andere zwembad. Daarom hebben we elkaar vast nog niet eerder
gezien.’
‘Ben je hier al langer, dan?’
‘Zeg, gebruik je eigen accent! Ja, een week. En jij?’
‘Ook een week. Momentje, ik ben zo terug.’
Hij was snel terug met de drankjes. Gaf haar de hare aan.
‘Alsjeblieft, eh.’
‘Dank je wel, eh.’
‘Wacht even, ik kom bij je zitten.’
Hij liep naar
zijn ligstoel, pakte hem op en zette hem, een meter bij haar vandaan,
zó neer, dat hij, half achterover liggend, naar haar op kon
kijken. Hij proostte naar haar.
‘Iedereen hier zit ‘s morgens al aan de drank. Daar krijg je wel een vakantiegevoel van.’
‘Ja, all
inclusive, maar overdag zit er bijna geen alcohol in. Pas ‘s
avonds krijg je een normale mix. De enigen die hier dronken worden zijn
de Engelsen, die zitten de hele dag aan het bier.’
‘Ja, die worden nog wel eens vervelend. Heb je daar geen last van?’
‘Nee, ik
heb in Londen stage gelopen. Ik weet precies wat ik moet zeggen om ze
binnen twee seconden af te laten druipen. Ik zal je het maar niet
vertellen, het is nogal grof. Maar het werkt prima.’
‘Mijn Engels is ook niet slecht. Bedankt voor de waarschuwing.’
‘Zo was
dat niet bedoeld, joh. Ik denk niet dat ik het bij jou nodig zal
hebben. Maar ik kan ook in het Nederlands van me afbijten. Ook lekker
eh. Zeg, heb je eerder verkering gehad? Vast wel. Ik ook.’
‘Vast wel. Ja, ik ook. Maar die waren wél op hun mondje gevallen.’
‘Wat?
Oh, ik niet, hè? Nee, dat klopt. Maar zo te horen kan je er
tegen. Ga ik verder. Ik kan van me afbijten, maar ook lekker bijten.
Misschien doe ik dat nog wel eens bij je, wanneer ik je beter ken. Na
heel wat langer dan vijf minuten.’
‘Staan
we weer quitte, ik vind jou ook om in te bijten. Maar ik zal het dus
wat langer bij kijken laten. Zeg, we hebben elkaar in het restaurant of
aan een bar ook niet gezien.’
‘Ik denk
dat dat wel te verklaren is. Om te beginnen ontbijten we erg laat. We
slapen elke dag heerlijk uit, omdat we het ‘s avonds nogal laat
maken. In een disco, zo’n vijf minuten van het hotel.’
‘Nou,
mijn vriend en ik ook. Ik heb je ‘s avonds ook nooit gezien. De
straat voor het hotel uit en dan rechtsaf, een stukje om de hoek?’
‘Nee, linksaf. Nou, dan is dat alvast verklaard. Toeval, zeg. We ontbijten meestal ongeveer om half tien.’
‘Ja, dan
zijn wij meestal nét weg. En tussen de middag en ‘s avonds
eten jullie dan ook vast later dan wij. Na eh half twee en half
acht?’
‘Klopt
precies. Nou zeg, alsof we elkaar niet móchten ontmoeten. We
hadden vorige week een andere kamer, maar we keken daar niet op zee. We
hebben daar gelijk om gevraagd, maar we moesten wachten op de
wekelijkse wisseling. Dan worden de nieuwkomers afgescheept met die
kamer. We zitten nu, mét zeezicht, in deze vleugel van het
hotel. Daarom zitten we nu ook maar hier, bij dit zwembad. Ik kon het
hier wel eens nog beter naar mijn zin krijgen. We blijven nog een
week.’
‘Wij ook. We hadden een voorkeur voor zeezicht opgegeven. En gelijk gekregen. En nu nog mooier.’
‘Ja, ja.
Dat zeezicht hadden wij ook opgegeven, maar niet gelijk gekregen. Mag
ik eens kijken wat je aan het lezen bent? De buitenkant komt me bekend
voor.’
‘Alsjeblieft, eh.’
‘Dank je
wel, eh. Grapjas, als je maar niet denk dat ik daar instink. O, ja, dat
is de Aardkinderen. In het Engels. Nee, Amerikaans natuurlijk. Het is
er ook in het Nederlands, hoor. Dat ben ik thuis aan het lezen. Ik ben
in deel vier. Dit is, eh, twee, ja, the valley of horses, de vallei van
de paarden. Waarin ze elkaar ontmoeten. Hartstikke mooi,
hè?’
‘Ja.
Soms een beetje breedvoerig, wanneer het over de natuur gaat. Maar
schitterend, hoe de twee hoofdpersonen met elkaar omgaan. Daar kunnen
er een hoop nog wat van leren. Ik lees het liever in de originele taal,
wanneer het Engels of Duits is. De uitdrukkingen worden soms niet goed
vertaald. In deze serie wel. Tenminste, in deel één. Dat
heb ik eerst in het Nederlands gelezen.. Toen overgestapt op Engels. Af
en toe nog eens gekeken in de Nederlandse vertaling. Schitterend
gedaan, heel mooie gelijkwaardige uitdrukkingen gevonden. Toch blijf ik
Engels mooier vinden, wat softer. Ik ken ook wel wat Frans, maar daar
begin ik niet aan. Dat heb ik altijd een rottaal gevonden. En ik zei
al, mijn Engels is niet slecht. Mijn werk is ook in het Engels. Mijn
vriend en ik zijn spelletjesprogrammeurs. We hebben, met nog een
vriend, Simon, een firmaatje. We werken freelance. We maken geen
héle spelletjes, dat gaat tegenwoordig niet meer. Stukken, in
opdracht. We doen het goed, méér dan genoeg werk. We
hebben net een opdracht af, zijn er even tussenuit geknepen om bij te
komen. We maken vaak lange dagen als er haast bij is. Simon is niet
mee, die heeft wél verkering. Maar ze kon geen vakantie nemen.
Hij wilde in haar buurt blijven, geen twee weken zonder haar.’
‘Uiteraard.’
‘Ja. Oh,
ik zal je wat leuks vertellen. Die verkering houdt sinds een tijdje
onze werktijden een beetje in de gaten, anders blijven we maar
doorgaan. We hebben gelachen, de eerste keer dat ze belde! Hij kende
haar nog niet zolang, hij had ons net verteld dat hij verkering had.
Hij nam toevallig de telefoon op. Maar de luidspreker stond nog aan.
Die hebben we voor groepsgesprekken met onze opdrachtgevers. Zei ze,
zeg, liefje, je hebt lang genoeg gewerkt vandaag. Kom je met míj
spelen?’
Ze lachte.
‘Lijkt
me een leuke meid. Vlot. Spelen! Hé, een bladwijzer met Lara
Croft. Die ken ik natuurlijk. Heb je daar ook aan gewerkt?’
‘Nee, was dat maar waar, dat virtuele stuk verdient haar geld aardig. Wij krijgen meestal een klein percentage.’
‘Leuk werk, programmeren?’
‘Ja,
hartstikke leuk. Als je van puzzelen houdt. Lekker ingewikkeld. Je
begint met bijna niets, wat gegevens en tekeningen van de
opdrachtgever, en eindigt met een mooi stuk spel. Wat doe jij?’
‘Ik ben etaleur.’
‘Etaleuze? Nee, vast niet, dat klinkt zo stom.’
‘Ik geloof ook niet dat dat bestaat. Ze zien of horen vanzelf wel dat ik niet mannelijk ben.’
‘Nee, je komt aardig in de buurt van Lara. Niet zo overdreven eh geprononceerd, precies goed. Voor mijn smaak dan.’
‘Nou,
eh, bedankt weer, versierder. Omdat je het zo goed doet hebben we
genoeg geuht. Hoe heet je? Laat het voorlopig maar bij je
voornaam.’
‘Jij
weet ook iets van versieren, merk ik. Onder andere niet te snel
persoonlijk worden. Je bent wel behoorlijk openhartig. Prima.
Han.’
‘Debbie.
Als je Hans gezegd had, had ik Grietje gezegd. Ik ben gek op sprookjes.
Ik lees ‘s woensdagsmiddags in de bibliotheek kinderen voor.
Hartstikke leuk. Spelletjes zijn net sprookjes, hè?’
‘Zo heb
ik er nooit over nagedacht. Maar je hebt gelijk. Ik eh, heb nu het
gevoel dat ik er ook in één zit.’
‘In een spelletje of een sprookje?’
‘O. In een sprookje.’
‘Nou,
Han, ik heb niet direct het gevoel dat je mijn sprookjesprins bent,
maar ik vind je in ieder geval wel aardig. Anders had ik je trouwens
allang vriendelijk doch beleeft verzocht, in het Nederlands, om op te
stappen. Maar je blijft gewaarschuwd. Blijf maar in je sprookje. Daarin
wordt altijd pas aan het eind gespeeld, niet al na eh tien minuten of
zo.’
‘Nou,
Debbie, ik vind je ook aardig, dat snap je wel, anders was ik allang
uit mezelf opgestapt. We zien wel hoe het sprookje eindigt. Er zijn er
ook die slecht aflopen, zonder spelen.’
‘Ja,
maar die vind ik niet leuk, die lees ik ook nooit voor. Oh, daar komt
mijn zus. Bibi, dit is Han. Hij probeert me te versieren, dan weet je
dat vast. Hij zei, mooie muurversiering, tegen me.’
‘Geen slecht begin. Hoi.’
Ze gaf hem
haar hand. Hij deed net of hij haar een handkus gaf, maar niet te
overdreven. Daarna stak hij zijn hand uit naar Debbie. Ze keek hem aan.
‘Als ik je een vinger geef, pak je vast mijn hand. Als ik je gelijk een hand geef, wat pak je dan?’
Ze stak toch haar hand uit, glimlachend. Hij gaf er een echt kusje op.
‘Heel
aangenaam kennis met jullie te maken. Bibi, als je tegenover Debbie
gaat liggen, kan ik naar twee mooie boekensteunen kijken.’
Bibi grinnikte.
‘Houd je met je versieren maar bij Debbie. Ik heb een andere smaak.’
‘Dat doe ik. Jij ziet er ook prima uit, hoor. Waar komt dat Bibi vandaan?’
‘Van Bianca. Maar dat kon Debbie in het begin niet zeggen, en zo is het gebleven.’
‘Jullie
hebben leuke namen. Hé, Bibi, ik heb een andere smaak voor je.
Daar komt mijn vriend. Mag ik jullie voorstellen, Dolf. Dolf, Debbie en
Bibi, zusjes. Ik ben met Debbie aan de praat, dan weet je dat
vast.’
Dolf schudde beide meiden de hand.
‘Genoteerd. Geen bezwaar. Het wordt hier met de dag gezelliger.’
Bibi grinnikte weer.
‘Dollefie,
ga je mee, naar de bar? Ik heb dorst, jij zal ook wel wat lusten. En ik
wil nog even uit de zon blijven, tot die wat minder sterk is. Dan
kunnen wij daar even kennismaken. Die twee zijn al een stuk verder, zo
te horen. Ze zijn elkaar al aan het versieren, denk ik.’
Bibi en Dolf liepen op hun gemak richting bar.
‘Nou, Debbie, een aardige zus, lijkt me. Vlotter dan Dolf. Die kan wel wat hulp gebruiken.’
‘Voor
zover ik het in kan schatten, en aan haar kon zien, valt hij wel in de
smaak. Maar ze is niet zo vlot als ik. Ze is een jaar ouder, maar met
verkeringen loopt ze behoorlijk op me achter.’
‘Het
klinkt alsof je er nogal wat achter de rug hebt, of andere plekjes. Het
zal wel meevallen. Maar je ziet er niet eh afgelikt uit.’
Ze glimlachte ondeugend.
‘Dat ben
ik wel een beetje, ik ben ook niet vies van andere plekjes. Ik zei al,
ik kan ook lekker bijten. Maar ik zorg dat ik altijd goed eet en genoeg
slaap krijg, daardoor is er niets van te zien. Over eten gesproken, ik
lust wel wat. Zou je zo lief willen zijn om bij de snackbar friet te
halen? Met ketchup. Ik heb aan een halve portie genoeg. Dan mag jij de
andere helft. Je kan natuurlijk ook méér halen, als je
zelf honger hebt. Ik moet hier een beetje om mijn lijn denken, met
alles de hele dag gratis.’
‘Ik zal er ook een beetje op letten.’
‘Ik weet wat je bedoelt. Maar die honger bedoelde ik even niet.’
Hij haalde
één portie friet, ze aten hem gezamenlijk op. Met zijn
laatste frietje smeerde hij wat ketchup op haar neus.
‘Niet aan me komen, Han. Onze kennismaking gaat snel genoeg. Wilde je het er soms aflikken?’
‘Nee.
Sorry. Ik zal het niet meer doen. Ik dacht, ik versier haar toch een
beetje. Ik dacht er geeneens aan hoe het er weer af moest.’
‘Goed.
Ik heb wel een zakdoekje in mijn tas. En als je dat versieren noemt, ik
vind het ruineren. Het zal er wel uitzien als een drankneus. Zo,
weg.’
‘Ja, dat ziet er inderdaad beter uit. Ik ben ook geen etaleur.’
‘Ik ben
ook geen visagiste, want daar valt het onder, maar ik weet er genoeg
van. Dat zat ook in de opleiding, om de etalagepoppen een wat ander
gezicht te kunnen geven. Ik heb er zelf natuurlijk ook profijt
van.’
‘Ik zie er niets van, volgens mij heb je niets op. Van nature zo eh mooi, zal ik het daar maar op houden?’
‘Houd
het daar maar op. Wat ik op heb gaat je niets aan. Het is de kunst om
met zo weinig mogelijk zo veel mogelijk te bereiken. Je hebt wel een
beetje gelijk, ik heb praktisch niets nodig. Overdag. Als ik uitga doe
ik wel ietsje meer op, voor bij kunstlicht.’
Bibi en Dolf waren, ongemerkt, aan komen lopen.
Dolf tikte Han op zijn schouder.
‘Han, we
moeten het netjes houden, de dames weer alleen laten. Ik heb het gevoel
dat we allemaal wat rust kunnen gebruiken.’
‘Goed.
Zeg, dames klinkt zo stom. Zo oud. Mogen we meiden zeggen? Meisjes
klinkt weer te jong, onder de twaalf of zo.’
De meiden knikten.
‘Lieve meiden, tot later. We houden elkaar wel in het oog.’
Han pakte zijn stoel op en liep met Dolf terug naar de plek waar Dolfs stoel nog stond.
‘Gaat het een beetje, Dolf?’
‘Je
bedoelt met Bibi? Ja, heel fijn, ze kletst gezellig, maar ze is niet te
druk. Het valt niet mee, na een rustige week, om m’n aandacht bij
haar praten te houden, zo vlak naast me. Ik kan mijn ogen niet van dat
mooie lijfje afhouden. Ze ziet het, ze kijkt me af en toe recht aan,
bloost dan een beetje, maar ze zegt er niets van. Jij blijft van
háár af, weet je dat ook vast.’
‘Dat was
ik al van plan. Debbie en ik gingen wel snel van start, maar we zijn
nog niet in het aanraakstadium, afgezien van een handkusje, toen we ons
voorstelden. Ze reageerde er rustig op. Ook op mijn eerste opmerking,
je bent een mooie muurversiering. Ze bedankte gewoon. Niks geen
meidengegiechel of zo. Ze zei wel gelijk, je dacht vast, die ga ik maar
eens versieren.’
‘Zo,
geen wonder dat het snel ging. Nou, fijn voor je. Wij gaan niet zo
snel, maar het is wel intens. Ik hoop dat we volgende week zover zijn
dat ze me in Nederland terug wil zien, het is wat mij betreft geen
vakantieliefde, dat weet ik nu al. Die heb ik vaker meegemaakt. Maar
dan weet je gelijk, die is leuk voor de vakantie, we zien wel wat we er
mee kunnen doen, maar dan is het lang genoeg geweest.’
‘Dat
komt me bekend voor. Maar nu óók niet. Wat een toeval,
zeg, wij allebei tegelijk. Debbie woont in Rotterdam, aan de kant van
Delft, vlakbij me dus. Waar woont Bibi? Weet je dat al?’
‘Ja, thuis, net als Debbie. Ook vlakbij ons dus.’
‘Onwaarschijnlijk, zeg. Dolf, ik wil mijn gedachten even van Debbie afzetten, ik ga wat lezen.’
‘Ja,
rust nemen, vóór de volgende aanval. Van welke kant die
ook mag komen. We moeten ons maar niet te veel opdringen.’
Ondertussen bespraken Debbie en Bibi ook de gebeurtenissen.
‘Je ziet er nogal verhit uit, Bibi.’
‘Zo voel ik me ook. Jij niet?’
‘Niet
verhit, ik heb genoeg meegemaakt. Wel behoorlijk opgewarmd, hij begon
zo aardig, en reageerde steeds zo goed als ik eh, hem uit z’n
tent lokte. Ik heb me schandalig gedragen, zus, erg uitdagend. Maar hij
noemde het openhartig, daar was ik erg blij mee. Ik kon het niet laten,
zo recht en lief heeft nog nooit een jongen me aangekeken. Negentig
procent van de tijd kijkt hij in mijn ogen of naar mijn gezicht, de
rest naar eh de rest. Ik ben meer aan andersom gewend, dat verveelt
gauw. Die keren dat het fifty fifty was heb ik meegespeeld, de rest kon
afnokken. We hebben er nooit veel over gepraat, Bibi. Over
méér dan kussen praten wilde je nooit. Heb je dat wel
eens gedaan? Hoe ver ben je gegaan? Biecht nou eens op.’
‘Nou,
goed. Ja, kussen en zo. Wat strelen. Ze mochten niet in mijn broek,
daar ben ik zuinig op. Het was wel een beetje lekker. Als ze tenminste
geen ruwe handen hadden. Maar eh, jongens vasthouden, wat ze zo graag
willen, vind ik geen onverdeeld genoegen. Rare zooi daar. En als ze
beginnen te kreunen wil ik liever niet doorgaan. Dat vonden ze nooit
leuk. Maar een paar keer ben ik doorgegaan.’
‘De
eerste keer stopte ik ook bij dat gekreun, ik wist er wel van, je hoort
nog wel eens wat van andere meiden. Ik heb hem gevraagd om me een keer
te bellen als hij alleen thuis was. Dan zou ik naar hem toe komen om me
bij mijn huiswerk te laten helpen. Nou, dat wilde hij wel, hij snapte
wel wat voor huiswerk. Hij belde een paar avonden later al. Ik er op de
fiets naar toe. Op zijn kamer vroeg hij, heb je huiswerk meegebracht?
Ja, zei ik, maar dat zit niet in die tas. Wil je douchen en mag ik dan
kijken? Hij kleedde zich gelijk uit, liet me rustig kijken. Ergens wel
mooi, zo’n bloot jong. Leuk ook, hij groeide nog een beetje. We
gingen naar de douche, hij spoelde zich af en gaf me toen een washandje
en de zeep. Slim jong, hè? Ik heb hem tussen zijn benen gewassen
en afgedroogd, wist ik zeker dat alles schoon en droog was. Toen weer
kijken en lekker bevoelen. Toen hij ging kreunen durfde ik wél
verder te gaan. Interessant om te zien. Maar na een tijdje zocht hij me
alleen daarvoor op. Werd ik amper meer gekust of gestreeld. Kapte ik er
mee. Ik wil zelf ook wat voelen, ik ben geen seksmasseuse. Na een paar
van die jongens ben ik er steeds snel mee gestopt. Ik wilde wachten op
een lieve, nette jongen, als er zonodig wat moest gebeuren. Ik zei
tegen Han, ik heb niet direct het gevoel dat je mijn sprookjesprins
bent. Maar eh, ik begin te twijfelen. Hij moet zich wel een hele tijd,
máánden, aan die verhouding negentig tien houden, anders
hoeft het voor mij niet. Ik weet nu wel hoe jongens aanvoelen en hoe
het voelt als ze aan me zitten. Ik kan nog wel een tijd zonder, maar
misschien wordt het met hem wat, ik zie wel. Hoe gaat het verder met
Dolf?’
‘We
hebben eigenlijk alleen over ons werk gepraat. Veel meer niet. Zo lang
hebben we nog niet gepraat, hè? Ik voelde ook gelijk dat hij geen ruwe hand had. Wanneer zullen we weer met ze praten?’
‘We moeten ons maar koest houden. Een beetje de boot afhouden. Ik denk niet dat ze van al te gretige meiden gediend zijn.’
Han en Dolf
zwaaiden naar de meiden toen ze gingen lunchen. Die zwaaiden terug,
maar bleven zitten. Ze kwamen pas het restaurant in toen Han en Dolf
met het toetje, gebak, bezig waren, maar kwamen niet bij hun zitten.
‘Han, ik
denk dat het nette meiden zijn. Ze zijn wel geïnteresseerd in ons,
geloof ik, maar ze renden niet gelijk achter ons aan toen we hier
naartoe gingen. En ze komen ook niet bij ons zitten. Ze houden netjes
wat afstand.’
‘Ik
geloof het ook. Ik denk dat het bij jou en Bibi wel meevalt, maar ik
ben vanmorgen bij Debbie onbedoeld nogal hard van stapel gelopen. Ze
daagde me ook een beetje uit. Nou, we zijn aardig tegen elkaar
opgewassen. Maar het ging te snel. Ik vind het prima zo, kunnen we
allemaal bijkomen en alles overdenken.’
Vrijdagmiddag
Na de lunch
keek Han onder het lezen regelmatig op. De twee zusjes lagen inderdaad
met hun hoofden naar elkaar, meestal te lezen, af en toe te praten. Hij
vond Debbie het mooist, ze was wat minder slank dan haar zus, maar dat
vond hij er juist lekker uitzien. Na een uur of zo was Bibi verdwenen.
Alsof Debbie deze keer zijn blik voelde keek ze op. Ze wenkte hem naar
zich toe. Hij kwam maar al te graag.
‘Bibi is
drinken halen. Doe jij dat ook, ook voor Dolf. En kom dan op de plaats
van Bibi liggen, dan stuur ik haar naar Dolf, als ze terugkomt. Die
twee zijn nogal schuchter, maar volgens mij zien ze ook wat in elkaar.
Ik wil ze een handje helpen.’
‘Prima. Weer een baco?’
‘Ja, maar niet te veel ijs. Het is al verdund genoeg.’
Onderweg naar
de bar kwam hij Bibi tegen, ze had twee glazen in haar handen. Ze
glimlachten naar elkaar. Toen hij terugkwam lag Bibi al op zijn stoel.
Hij gaf Dolf zijn drankje, liep naar het muurtje, ging op Bibi’s
handdoek liggen en grinnikte naar Debbie.
‘Het is gelukt, zie ik.’
‘Ja joh,
ze wist niet hoe snel ze naast hem moest gaan liggen. Hij vloog
overeind, wist niet hoe gauw hij zijn boek weg moest leggen. Het gaat
wel goed daar.’
‘Mooi.
Debbie, je zei net, volgens mij zien ze óók wat in
elkaar. Voor de duidelijkheid, ik ook in jou.’
‘Nu al?
Je ziet me vandaag voor het eerst. Voor een sprookje of voor een
spelletje? Een paar keer met me naar bed gaan en als het nieuwe er af
is me bedanken voor de bewezen diensten?’
‘Nee,
zoiets doe ik niet. Ik vind dat je elkaar vóór zo eh
intiem te worden veel beter moet kennen, heel veel om elkaar moet
geven. Dan gaat het nieuwe er niet af. Van naar bed gaan is daardoor
nog nooit wat gekomen. Nét niet.’
‘Bij mij
ook nét niet. Oh, shit, weet je gelijk dat ik nog. Oh, wat erg.
Ik schaam me dood. Nee, ik schaam me er niet voor. Nou, jij geloof ik
ook niet. Niet te snel persoonlijk worden, zei je nog wel. En nu begin
je zelf. En ik stonk er in. Liet ik me ook kennen, zeg. Mijn grootste
geheim nog wel. Wat moet ik nou?’
‘Zal ik
je met rust laten? Als je weer met me wilt praten geef je maar een
seintje. Anders, nog een week en we zien elkaar niet meer.’
‘Zou je dat willen doen? Me met rust laten? Ik bedoel, in principe?’
‘Ja,
natuurlijk. Als je dat zou willen. Wel met een enorme tegenzin. Het zou
me erg spijten, Debbie. We praten zo fijn met elkaar.’
‘Ja, dat
is zo. Nee, ik kan je, voorlopig, niet wegsturen. Als ik je van de week
zou zien zou ik steeds moeten denken, hij weet mijn grootste geheim. En
Joost mag weten wat hij daarover zit te fantaseren. Dat zal je niet
kunnen laten. Ik zou je het niet kwalijk nemen, hoor, maar me vreselijk
ongelukkig voelen. Veel meer dan dat je alleen naar me gekeken zou
hebben. Daar ben ik aan gewend. Dan weet ik ook dat er gefantaseerd
wordt, maar weten doen ze verder niets. Jij wel. Dat is veel erger.
Nou, we moeten maar doorpraten. Zien hoe het verder loopt. Eh, je lokte
het niet expres uit, hè?’
‘Nee,
Debbie, ik legde je wat uit, maar door de manier waarop jij praat en
reageert kwam de rest er vanzelf achteraan. Dat het er nog niets van
gekomen was. Eh openhartig heet dat, denk ik. Jij begon ook zo,
vanmorgen. Gelijk aan me vragen of ik je versieren wilde. En net, of ik
met je naar bed wilde.’
‘Ja, ik kon het niet laten. Je keek zo verlekkerd. Nog.’
‘Dan ben
ik ook. Ik snap niet dat je nog niet, ik bedoel, dat je nog door
niemand definitief aan de haak geslagen bent.’
‘Oef. Ik weet wat je wilde zeggen. Toch netjes uitgedrukt.’
‘Ik zal proberen er niet meer, ook niet netjes, op terug te komen.’
‘Dank je. Maar we staan nog niet quitte. Ik weet het van jou ook. Vind je dat niet erg?’
‘Nee. Ik
had het weg kunnen laten. Mijn uitleg waarom ik niet met je wilde
spelen en dan afdanken was voldoende. Ik heb een seconde nagedacht,
toen er in mijn hersens op één of andere manier vanzelf
opkwam wat ik er nog bij wilde zeggen. Ik dacht, dat zou ik eigenlijk
pas vertellen als ik een heel serieuze relatie had en ze vroeg me het.
Maar ze mag het best weten, we praten zo fijn met elkaar. En dan hoeft
ze ook niet te denken dat ik alleen maar een paar quickies wil. Ik
dacht ook, ze praat er overheen, gerustgesteld. Ik schrok me ook
wezenloos toen je hetzelfde zei. Ik was er wel gelijk heel blij mee.
Omdat je zo spontaan en eerlijk was. Ik had er eigenlijk geen
bijgedachten bij. Ik werd wel ongerust. Ik dacht, je zal denken dat ik
je er ingeluisd heb en niet kunnen hebben dat ik het weet. Bedankt,
maar niet heus en niet tot ziens. Gelukkig probeer je je er overheen te
zetten. Ik vind het nu zelfs fijn dat je het van mij ook weet, omdat je
zo eerlijk bent. Daarom heb ik het ook gezegd, denk ik.’
‘Dank je
wel. Ik had dus géén seconde nagedacht. Ik vind het al
niet zo eh heel erg meer. Verder ga ik niet. Dus niet quitte.’
‘Wél quitte. Jouw geheim is veel meer waard dan het mijne.’
‘O. Raar
jong, blijf alsjeblieft met me praten. Ik rammel even door. Stom, ik
ben geeneens de draad van het verhaal kwijt. Onbegrijpelijk, na
zo’n schok. Tja, als ik wist hoe hersens werken was ik nu
onderweg om de Nobelprijs te krijgen. Over dat nog niet aan de haak
geslagen zijn, ik heb geen haast. Ik heb een fijne baan, ik verdien
goed, maar ik heb nog geen zin om achter een aanrecht terecht te komen.
Nou ja, natuurlijk ook omdat er nog niks interessant opgedoken is. Maar
ik begin nu te twijfelen.’
‘Ook
netjes uitgedrukt. En weer erg openhartig. Debbie, ik wil iets eerlijk
zeggen, ik houd niet van stiekem gedoe. We praten nogal vrij, heel
fijn. Maar dat is niet het enige. Eh, nou, je kan er vast tegen. Vind
je het erg, dat ik je vaak zit te bekijken? Je hebt zo’n lekker
figuur. En een heel kleine bikini. Vanmorgen ging het nog, nu heb ik
wat inkijk, dat weet je. Héééél mooi.’
‘Je
kijkt maar. Ik kan er niet alleen tegen, ik waardeer je eerlijkheid
ook. Dank je wel. Ik weet wat van etaleren. Maar ik wil mezelf niet
verkopen, hoor. Ik kijk ook wat ik wil. Maar ik heb nog nooit
zo’n aardige versierpoging meegemaakt als de jouwe.’
‘Zover
was ik nog geeneens, zei ik toen. Nu wel, Debbie. Figuurlijk
natuurlijk, letterlijk hoeft er aan jou niets versiert te worden.’
‘Houd
op. Je hoeft je niet zo druk te maken, hoor. Ik wil je graag vaker zien
en met je praten. Ruil nu maar weer om met mijn zus. Ik wil even
bijkomen van dit eh openhartige praatje. En even bijpraten met haar,
meiden onder elkaar.’
‘Jij
hoeft je ook niet druk te maken. Dolf en ik gaan natuurlijk over jullie
tweetjes praten, maar wat je mij verteld hebt komt daar niet in voor.
Je geheim is bij mij veilig.’
‘Ik had
niet anders van je verwacht. Het jouwe bij mij ook. Voorlopig. Je weet
vast wel hoe meiden onder elkaar zijn.’
‘Een
beetje. Lieve Debbie, ik ben heel blij met je geheim. En dat je het
mijne weet. Het spiksplinternieuwe is er dus bij ons allebei nog niet
af. Wie weet wat dat ooit brengt. Je zus had gelijk, we zijn allebei
net zo hard aan het versieren, dat weet je. Je bloost leuk. Ik ga
maar.’
Hij liep naar het andere stel.
‘Bibi,
of je terugkomt. Debbie heeft wat rust nodig. Jij kan ook wel wat rust
gebruiken, je ziet er nogal opgewonden uit.’
‘Dat heeft je mooie vriend gedaan. Tot ziens.’
‘Daar
ben ik weer, zus. Ik moet ook wat rust hebben. Dolf is heel lief. Zo
rustig en aardig tegen me. Hij kijkt zeventig dertig, je weet wel. Ik
vind het niet erg, hij kijkt niet eh verlekkerd, maar bewonderend. Voor
mijn gevoel zit ik af en toe wel te blozen. Raar, wij hebben met
één blik op de broek van een jongen de zaak wel bekeken,
maar zij blíjven kijken.’
‘Ze
hebben toch ook veel meer om naar te kijken? Ik heb vroeger in een
zwembad wel eens een schunnige opmerking gemaakt, dan kon je de eh
opwinding in hun broek zien. Dat was leuk. Ze schamen zich dan wel,
maar ze kunnen er niets aan doen. Alleen het water induiken. Oh, Bibi,
op één of andere manier heb ik vandaag een
verschrikkelijk openhartige bui. Dat moet door Han komen. Jij ook, vast
door Dolf. Je versprak je vanmorgen, je zei, op wat ik in mijn broek
heb ben ik zuinig. Je bent dus nog maagd.’
‘Ja. Het
drong pas wat later tot me door wat ik zei, wat daaruit geconcludeerd
kon worden. Maar je reageerde er niet op. Ik dacht, niet erg, zo nodig
hoeft ze het niet te weten. Ik had nooit gedacht dat ik daarover met je
zou praten. Het ging vanzelf. Je mag het nu best weten. Er is er nog
nooit één verder dan een centimeter in mijn broek
geweest. Of van onderaf boven mijn knieën. Dan stopte ik ze. Ik
vond dat niet zo oneerlijk. Ze vermaakten zich uitstekend met mijn
borsten, al heb ik minder dan jij, en ik hield ze ook een beetje vast
in hun broek.’
‘Han zei
net, dat hij eerlijk wilde zeggen dat hij vaak naar me kijkt. En dat ik
op dat moment nogal wat inkijk had. Hij vond het
héééél mooi. Vroeger had ik gezegd, je
hoeft het niet bij kijken te laten. Maar met hem wil ik het langzaamaan
doen, niet te gauw aan me laten komen. Al zou ik best willen dat hij me
streelde.’
‘Ik heb
met Dolf het gevoel dat het fijner zal worden dan ooit. Maar nu nog
niet. Zeg, wat gebeurde er trouwens verder, onder die douche?’
‘Goed
zo, vraag maar. Ja, toen was ik natuurlijk ook de klos. Het moet een
beetje eerlijk blijven met jongens, dat vind ik ook. Ik heb wel mijn
broek aangehouden. Dat vond hij niet leuk, maar het was alles of niets.
Ik bedoel, anders ging het feest niet verder. Hij heeft me verder
overal met zeep gewassen, zijn handen waren lekker glad. Zo lekker werd
ik nog nooit gestreeld, niet van die wat ruwe handen. Ik heb daarna een
onderbroek van hem geleend, om droog thuis te komen. Ik wilde niet in
m’n blote kont onder mijn rok naar huis fietsen. Hij mocht wel
even kijken, toen ik van broek wisselde. Toen ik Han een hand gaf
voelde ik gelijk dat zijn hand niet ruw was. Hij zit waarschijnlijk
alleen maar aan een toetsenbord. Dolf ook vast. Weet je dat?’
‘Ja, daarover hebben we het uitgebreid gehad.’
‘Het
ging met Han wel snel en openhartig, maar hij is wel serieus. Bibi, hij
weet al dat ik nog maagd ben. Ja, ik ook. Ik versprak me. Ik schrok me
rot. Jij mag het ook best weten. Hij lokte het uit, per ongeluk hoor,
dat zag ik. Hij schrok ook, maar deed er heel lief over, hij zou het
niet doorvertellen. Weet Dolf het van jou? En jij van hem?’
‘Nee
zeg. Ik zou me doodschamen. Over zulke dingen hebben we het helemaal
niet gehad. Ik weet geeneens of hij al eerder verkering heeft gehad.
Vast niet vaak en niet lang. Hij is ook serieus, maar hij praat niet zo
makkelijk. Hoorde je hem, de eerste keer? Genoteerd. Geen bezwaar. Het
wordt hier met de dag gezelliger. Ik blijf maar rustig tegen hem
praten, dan komt hij wel los. En ik ook, ik ben al verbaasd over
mezelf. Debbie, ik had niet gedacht dat jij nog maagd zou zijn. Je was
altijd zo vrij, bij mij vergeleken. Ik ben blij dat we er eens een keer
over praten. En dat je me alles vertelt. Misschien wil ik wel vaker met
je praten, als het serieuzer wordt. Goed?’
‘Natuurlijk,
zus. Al ben je ouder, je loopt wat bij me achter. Als je problemen hebt
of zo, kom je maar. Niet dat ik alles weet, maar samen komen we er dan
misschien uit. Voorlopig gaat alles wel goed, ze zijn allebei serieus,
denk ik, en wij ook. Het moet rustig en eerlijk gaan. Maar wij zijn en
blijven meisjes, hoe modern ook, zíj moeten het volgende stapje
doen. Wij moeten de boot langzaam dichterbij laten komen, maar niet te
dichtbij. Als alles goed gaat kunnen we bij het afscheid ons adres
geven. Dan wachten we af of ze contact opnemen, of dat het voor hun
alleen een vakantieliefde was. Ik denk het niet. Maar dat kunnen we
hier niet vragen, dan zeggen ze toch nee.’
‘We
hebben nog vijf hele dagen hier, daarna een halve, ‘s middags
moeten we naar het vliegveld. Hoe eh dichtbij moeten we ze laten komen?
Stel jij maar wat voor, je praat er makkelijker over.’
‘Nou,
vóór je getrouwd bent moet dat toch makkelijker gaan,
Bibi. Dan moet je overal over kunnen praten, al hoef je niet alles te
doen. Het lijkt me het beste om geen millimeter verder te gaan. Aan de
ene kant wordt het misschien moeilijk om vol te houden, aan de andere
kant is dat het makkelijkst, het minst verleidelijk. Gaat het niet
iedere keer tóch iets verder, als je er eenmaal aan begint.
Verder kennismaken en het bij vriendschappelijke omgang houden. Als is
het al méér, en wordt het deze dagen misschien nóg
meer. Als ze het niet willen begrijpen, niet mee willen werken, dan
moeten we er mee stoppen. Dat zou niet leuk zijn, maar wel het beste.
Maar we zouden er snel overheen zijn. Wij blijven ons netjes gedragen,
als zíj het niet doen zijn we ze gauw vergeten. Van dat soort
zijn we er meer tegengekomen. Hé, niet zo somber kijken. Je ziet
het toch wel zitten, met Dolf?’
‘Ja,
nogal. Ik schrok toch even. Ik heb nooit problemen gehad om jongens van
me af te houden. Maar deze keer is het anders. Toch weet ik zeker dat
ik het volhoud, en hij begrijpt vast wel dat het niet zo snel moet.
Lukt het jou, denk je?’
‘Zeker
weten. Ik ga gewoon steeds denken, ik zit al een tijdje zonder jongen,
daar kan wel wat bij. Dan is er meer kans dat het definitief wat wordt.
Han snapt het ook vast wel. Hij had patat voor me gehaald, toen jullie
aan de bar zaten. Hij smeerde wat ketchup op mijn neus. Ik zei, niet
doen, ik ben nog niet aan aflikken toe. Zei hij gelijk, ik zal het niet
meer doen. Ik wilde je alleen een beetje versieren. Lief, en netjes,
hè?’
‘Ja. Dat
is erg bemoedigend. Als híj er al geen moeite mee heeft, of
krijgt, Dolf is nóg voorzichtiger, denk ik. Nou, ik ga weer even lezen.’
Zaterdagmorgen
Pas de
volgende dag zagen ze elkaar weer, op het terras, naast het zwembad. De
jongens zaten op hun ligstoelen te lezen toen de meiden het muurtje
kwamen verfraaien, weer als boekensteunen. Ze zwaaiden even. Na een uur
overlegden de jongens even. Ze vonden dat het lang genoeg geduurd had
en gingen op de meiden af. Han deed het woord.
‘Goedemorgen, lieve meiden. Mogen we een drankje voor jullie halen en een praatje maken?’
‘Bibi, wat denk je er van?’
‘Pest ze
niet zo, zus. Ga jij maar op Dolfs stoel liggen, ik blijf deze keer
hier. Jij een baco zeker, ik graag een cola light. Niet te veel
ijs.’
‘Halen we.’
‘Alsjeblieft, Debbie.’
‘Dank je, eh, Han. Grapje hoor. Het valt niet mee een beetje afstand te houden, hè?’
‘Nee,
maar het is wel verstandig. Over dat beetje afstand, je hebt wel de
stoelen tegen elkaar geschoven, ondeugd. Laten we een neutraal praatje
maken. Wij zijn gisteravond naar de disco gegaan waar we altijd naartoe
gingen. Expres. Jullie ook?’
‘Ja,
expres. Bibi en ik dansen graag, maar het heeft geen zin om met jullie
naar dezelfde disco te gaan. Je kan elkaar niet verstaan, en we willen
nog niet in jullie armen liggen.’
‘Verstandige taal. We moeten inderdaad niet de hele dag op elkaars lip zitten.’
‘Of erger.’
‘Debbie, houd je koest, maak het niet moeilijker, met je openhartigheid.’
‘Sorry. Ik zal me een beetje inhouden. Ik wist niet dat dat zo’n effect op je had.’
Hij grinnikte.
‘Ik hoor
het al, je kan het niet. Die opmerking er gelijk achteraan! Nou, ik zal
er dus aan moeten wennen. Debbie, niet alleen met je praten heeft een
effect op me, jou zíen al. Maar dat is eigenlijk bijzaak, het
gaat om een goed contact.’
‘Ja, ik
weet het. Maar bijzaak klinkt wel erg eh koud. Zullen we het er op
houden, dat wanneer er heel goed geestelijk contact is, dat er dan
lichamelijk contact bij mag komen?’
‘Het mag toch wel gelijk opgaan? Hoe beter je elkaar kent hoe meer contact?’
‘Je bedoelt, vrij snel handje vasthouden, dan omhelzen, dan kussen, of zo?’
‘Ja. En zo.’
‘Goed. Maar voorlopig niks. Tijd zat. Ondertussen mag je naar me kijken. Wat denk je daar eigenlijk bij?’
‘Nieuwsgierig,
hè? En uitdagend. Dan denk ik, ze heeft een heel mooi figuur,
mooie slanke benen, leuk kontje, prachtige borsten, heel mooi lang haar
en een lief gezichtje. Ik zou haar graag in mijn armen houden en
strelen en kussen, en merken dat ze dat prettig vindt. Punt.’
‘Kan je bij die punt stoppen?’
‘Ja,
verder denken wil ik niet. Dat vind ik niet netjes tegenover jou, daar
vind ik je te lief voor. Oh, ik denk soms nog wel, de rest komt later,
hopelijk.’
‘Dank je wel. Ik zei al, we zijn niet aan aanraken toe, maar ik gun je al wat. Durf je iets meer aan?’
‘Ik weet niet wat je bedoeld. Op het gebied van kijken?’
‘Ja.’
‘Ik zie al zoveel van je.’
‘Durf je iets méér?’
‘Dat kan toch niet?’
‘Geef toch eens antwoord.’
‘Ik geef me over. Ja.’
‘Hè,
eindelijk. Het geeft eigenlijk niet, hoor, ik ben blij dat je
voorzichtig bent. Goed. Een volgende keer lig jij weer op de muur,
tegenover mij. Als ik naar je knipoog doe je net of je gaat lezen. Je
moet je boek dus meenemen. Maar dan er nét overheen kijken. Je
bent zo lief dat ik graag wil dat je naar mijn borsten kijkt. Niks
stiekem, jij bent graag eerlijk, ik ook. Ik zal dan zoveel mogelijk
laten zien, maar ik kan natuurlijk niets afdoen. Dat wil ik ook niet.
Goed?’
‘Ik vind het wel erg snel. We kennen elkaar net een dag. Ik wil niet dat je er spijt van krijgt.’
‘Ik weet
zeker dat ik er geen spijt van krijg. Er is hier toevallig geen
naaktstrand, anders wist ik wel waar ik zat. Ik word graag helemaal
bruin. En vóór het zover is, is er weer een dag voorbij.
Ik kan me misschien bedenken, maar dat is onwaarschijnlijk. Het lijkt
wel of je niet wilt.’
‘Debbie,
heel graag natuurlijk. Op één voorwaarde. Dat het daarna,
bij gelegenheid, wéér mag. Ik doe niet graag een stapje
terug. Als je twijfelt hoeft het ook niet.’
‘De
eerste keer dat ik topless ergens ging zitten, en de eerste keer op een
naaktstrand, twijfelde ik. Niemand had me ooit zo gezien, wel hadden er
wat aan me gezeten, dat snap je wel. Het wende snel, je bent daar niet
de enige, dus val je niet zo op, wordt er niet erg gekeken. Dit is wat
anders, Han. Maar ik twijfel niet. Anders had ik niets gezegd. Daarom
zei ik ook niet, je mag kijken, nee, ik wil graag dat je kijkt. Snap je
het verschil?’
‘Ja, heel goed. Heel erg lief van je. Het belangrijkste vind ik dat je het graag wilt. Dat zegt me heel wat.’
‘Ja, en als borsten konden spreken zou je nog meer horen.’
‘Meid toch. Ik zal heel graag naar ze kijken.’
‘Fijn.’
Ze deed met één vinger haar bovenstukje in het midden iets naar voren en keek erin.
‘Jullie moeten nog even geduld hebben. Morgen mogen jullie waarschijnlijk naar ome Han kijken.’
Han bulderde van het lachen, iedereen in de buurt keek even op.
‘Debbie toch. Alsjeblieft, ander onderwerp. Zeg, wat voor werk doet Bibi?’
‘Directiesecretaresse.
Ze is via een uitzendbureau begonnen. Bij het tweede baantje trof ze
een puinhoop aan. Een eenmansbedrijf, met een directeur-eigenaar. Zeg
je dat iets?’
‘Ja, genoeg. Ik ben gelijkwaardig firmant in een firma. Daar vertel ik later wel over. Zegt jou dat iets?’
‘Ja,
genoeg. Ze werkt bij een speciaal glashandel. Geen gewone
vensterruiten, wel scheve, voor scheefgezakte monumenten. Verder alles
wat abnormaal is in glas. En speciale spiegels. Bibi werkte er net een
week toen ik een spiegeltje brak. In het juwelendoosje van mijn oma.
Doodzonde, honderd jaar oud of zo. Ovaal, met een schuine rand rondom.
Ik zat bijna te janken, geen barst, maar een grote ster erin. Zei Bibi,
geef maar mee. Dat kunnen ze op mijn werk wel, je zal geen verschil
zien. Ik zei voor de gein, doe gelijk maar verkleinglas, dan kan ik
iets meer zien, ook mijn haar erbij. Oma zal er niet wakker van liggen,
ze ziet het toch niet. Nee, kunst, die was overleden. Bibi kwam een
paar dagen later met het doosje terug. Doosje mooi opgepoetst. Ja, zei
Bibi, alles wordt zonder vingerafdrukken afgeleverd, dat heb ik ze gauw
geleerd. Het zijn heel goede vaklui, kijk maar aan de binnenkant, maar
het waren smeerpoetsen. Ze gaan zich zelfs netter kleden, er heeft daar
nog nooit een vrouw rondgelopen. Het spiegeltje zag er niet opvallend
nieuw uit, wel schoon. Met een zelfde schuine rand. En ik kon mezelf
zien van boven aan mijn hoofd tot eh mijn beha. Ja, zei Bibi,
één specialist heeft bij zijn dochter opgemeten hoe veel
verkleining het moest zijn. Ik jank niet gauw, toen bijna weer. Ik heb
een grote taart gebracht. Bloemen vreten die lui niet.’
‘Wat vertel je mooi.’
‘Ik heb nog een mooi doosje, maar dat gaat je niet aan.’
‘Juist. Ga maar verder met Bibi’s werk.’
‘Zeker weten?’
‘Ja. Maar ik kom er een andere keer op terug. Omdat jij er zelf over begonnen bent.’
‘Dat mag
je, dat is niet meer dan eerlijk. Bibi heeft bij die glashandel alles
gereorganiseerd. Behalve het echte vakwerk natuurlijk. De hele
administratie. Die had de baas in z’n eentje gedaan, maar het was
hem boven het hoofd gegroeid. Dat zag hij wel in, vandaar die
uitzendkracht. Hij wilde niet gelijk iets definitiefs. Na een maand
kocht hij haar af bij het uitzendbureau en kreeg ze een vaste baan.
Standaard salaris voor haar niveau, plus wat aandeel in de winst of zo.
Na een maand kreeg ze al opslag, ze had een zooi rekeningen gevonden
die nog niet betaald waren. Moet je niet denken dat ze herinneringen
gestuurd had. Nee, ze had voor elke rekening gebeld tot ze de
verantwoordelijke figuur te pakken had. Je kent haar amper, maar ze
laat zich niet afschepen. Een heel lieve zus, maar een verschrikkelijke
volhouder. Dat is wel eens lastig. Ik weet dit trouwens allemaal, omdat
ik haar een keer opgehaald heb. De directeur zag me en heeft ons een
uur aan de praat gehouden. Wel netjes met wat drinken erbij. Hij heeft
dat uur eigenlijk alleen maar de loftrompet uitgestoken, hoe heet dat,
over Bibi. Met die rekeningen ook, hij was meerdere keren gebeld over
wat hij in hemelsnaam voor personeel aangenomen had. Hoe hij het met
zo’n poeslieve doordrammer uit kon houden. Die vroeg liefjes of
ze even na konden kijken of ze een paar oude rekeningen al betaald
hadden. Er was niks binnengekomen. Dat had allang moeten gebeuren, maar
iedereen maakte wel eens een foutje. Was vast niet expres. Haar
directeur was het ook niet expres vergeten. Als je zei, sorry, geen
tijd, mevrouw, een andere keer graag, of zo, en de hoorn erop legde,
belde ze acuut weer op. Die telefoonlijnen zijn ook al niet meer wat
het vroeger geweest is, zei ze dan. Of die computer moest een hekel
hebben aan het woord rekening, want dan werd de lijn nogal eens
verbroken. Maar dat gaf niet, zei ze, ze had een herhaaltoets op haar
toestel. Al werd ze tien keer onderbroken, ze had zo weer verbinding.
Als er na een paar dagen niets binnen was belde ze weer. Had ze al
gebeld over die oude rekening? Oh, nou ja, een keer te veel bellen is
niet zo lastig als laat betalen. En alles poeslief. Gek werden ze van
haar, maar ze moesten ook lachen. Tja, er werd snel betaald. En ze kon
de rekeningen die de directeur nog niet betaald had ook in
één keer betalen. Die lui belde ze ook allemaal. Met
excuses en dat het geld onderweg was. Die wisten ook niet wat ze
overkwam. En de bevoorrading en de afleveringen, noem maar op, alles
verbeterde ze. De omzet begon op te lopen, omdat alles beter liep, op
elkaar aansloot. Ze moest administratief personeel en een receptioniste
aannemen, zo goed ging het. Ze heeft vaak opslag gehad. Ze verdient
stukken meer dan ik. En door die aandelen in de winst heeft ze een
behoorlijke spaarpot. Ook stukken groter dan de mijne. Je zou het zo
niet zeggen, maar zakelijk is ze berengoed. Ik gun het haar, ze werkt
ook harder dan ik, serieuzer. Ik maak vaak praatjes en als ik weinig
zin heb neem ik er mijn gemak van.’
‘Dat had
ik inderdaad niet van haar verwacht. Ik heb haar ook weinig gesproken,
en dan zegt ze nog niet veel. Kort, direct. Ik maak wel eens wat anders
mee.’
‘Minder prettig?’
‘Met jou niet. Integendeel.’
‘O.K. Gauw ander onderwerp.’
Ze praatten nog een tijd over onschuldige zaken.
‘Het moet nu even genoeg zijn, Debbie. Dank je wel. Zo ging het geweldig.’
‘Je bedoelt, praten over neutrale onderwerpen? Ben je het begin vergeten?’
‘Ja,
alles. Behalve niet de hele dag op elkaars lip zitten, wel hoe beter je
elkaar kent hoe meer contact, en binnenkort je boven wat beter
bekijken.’
‘Je bent lief. Ik ben al weg. Uit lijfsbehoud.’
Zaterdagmiddag
Voor de
afwisseling gingen Han en Dolf wat eten in de snackbar in plaats van in
het restaurant. Ze vroegen de meiden mee, maar die bedankten. Toen ze
daarna gingen zwemmen kwamen ze er wél bij. Ze zwommen baantjes
en praatten tussendoor aan de kant, twee aan twee.
‘Vertel eens wat, spelletjesfiguur?’
‘Wat?
Oh, over m’n werk. Ja, dat is tenminste een onschuldig onderwerp.
Na de HAVO drie jaar HBO, informatica. In het laatste jaar hebben Dolf,
Simon en ik een demo gemaakt en naar spelletjesfabrikanten gestuurd. We
kregen meerdere proefopdrachten. En er achteraf voor betaald. Toen
hebben we een firma opgericht, dat is gunstiger voor de belasting. Ik
zei al, ik ben gelijkwaardig firmant. We werken niet steeds evenveel
aan spelletjes, soms aan meerdere tegelijk, maar we houden de uren bij.
Dat moet ook voor de afrekening en voor planningen en zo. Zo verdelen
we ook de inkomsten. Het is wel grappig, het komt bijna op hetzelfde
neer als alles in drieën delen, omdat we ongeveer evenveel blijken
te werken. Totdat Simon verkering kreeg was dat ook zo. Hij ziet nu
maar hoeveel hij werkt, wij ook. We hebben niet te weinig of te veel
werk, precies goed voor niet te veel druk of haast, op een enkele
uitzondering na. En alledrie vinden dat we geen miljonair hoeven
worden. Het werken is een zeer goed betaalde hobby, we zijn geen
strebers.’
‘Bibi en
ik hebben het er al over gehad. Jullie zijn ook geen uitslovers.
Aardige jongens, de één wat vlotter dan de ander. De rest
is geheim.’
‘Prima. Dan zeg ik ook niets.’
‘Prima. Wel wat meer over je werk, alsjeblieft.’
‘Je hoeft niet te smeken, hoor. Je mag alles vragen. Al krijg je niet alles.’
‘We zien wel. Of voelen wel.’
‘Houd je in. Nou ja, ik ook. Ik lokte het uit.’
‘Dat geeft niet, het houdt het gesprek een beetje levendig.’
‘Behoorlijk.
Of onbehoorlijk. Wederzijdse uitlokking. Nou, dat is niet strafbaar,
denk ik. Bovendien zijn we meerderjarig. Achteraf gezien, ik had
vroeger wel problemen kunnen krijgen met dat gefrunnik aan meisjes van
dertien of zo. Als ik dan gezegd had, ze zaten ook aan mij, had dat
vast niets geholpen.’
‘Zolang je lief tegen meisjes doet zullen ze er niet over klagen. Mij hoor je ook niet.’
‘Ook niet als ik je vraag of ik een keer je ongetwijfeld mooie doosje mag zien?’
‘Dat van mijn oma?’
‘Nee, je hebt er nog één.’
‘Oh, ja,
die is met me opgegroeid. Ik doe geen stap zonder. Ik zet je wel op de
lijst van aanvragers. Ik zou onderhand een tribune moeten bouwen, de
lijst is nogal lang.’
‘Vanaf een tribune sla ik af, dat is me te ver weg, dan maar niet.’
‘O. Je bent de eerste die me een goed antwoord geeft, de rest nam er genoegen mee. Hebbert.’
‘Nee, dat is voor daarna, graag. De aanvraag is voor kijkert.’
‘Nou
zeg. Nee, ik zou niet klagen. Ik maak een nieuwe lijst. Daar sta jij
dus nu als enige op. De andere lijst gooi ik weg. Goed?’
‘Ik ben
zeer vereerd. Ik ga het nu weer over mijn werk hebben. Heb je wel eens
een spelletje gespeeld? Op de computer? Oei, net op tijd.’
‘Maak je niet druk, ik heb geen uitlokkers nodig. Zonder klets ik al genoeg.’
‘Ja, gezellig. Heb je computerspelletjes?’
‘Wat er
bij geleverd wordt. Het enige spelletje, op de computer, wat ik langer
dan een paar minuten gespeeld heb, is patience. Zie je wel, ik vond al
wat.’
‘Dat telde niet, dat was een herhaling. Goed. Je zal je voor kunnen stellen dat die kaarten getekend moeten worden.’
‘Logisch. Ik heb ook HBO.’
‘Neem me niet kwalijk. Zo veel slimme meiden ben ik nog niet tegengekomen.’
‘Jij verzint óók genoeg.’
‘Oh, wat erg. Hoe kan een mens een normaal gesprek met jou voeren?’
‘Dat kan niet. Ga verder. Let maar niet op je woorden, dat helpt toch niet.’
‘Eh, zo
moeten ook de achtergronden in spelletjes getekend worden. En de
figuren. Allemaal apart. Dan moet er voor alles geschreven worden hoe
ze kunnen en mogen bewegen. Wat er gebeurt bij botsingen. Dan schrijven
we een stuk om alles te controleren, we laten alles willekeurig
bewegen. Als alles dan goed werkt vervangen we de willekeur door te
reageren op de besturing vanaf het toetsenbord, muis, noem maar op. De
plot moet er daarna ook in, reageren op gebeurtenissen, het moet ergens
naar toe, een doel hebben. Bijvoorbeeld, als de hoofdrolspeler dodelijk
getroffen wordt, einde spel. Of zijn volgende leven, als hij er nog
over heeft. En vaak puntentellingen. Enig inzicht gekregen?’
‘Een heleboel werk, eerst alles apart, dan op elkaar aansluitend. Het moet moeilijk zijn om dat foutloos te doen.’
‘Ja,
maar het is ook leuk puzzelen. Vaak laten we ‘s nachts alle
computers aanstaan, met een spel, op willekeurige bewegingen. In het
begin zien we dan de volgende werkdag vaak dat het fout gegaan is.
Alles wordt geschreven in stukjes, veel kunnen er een volgende keer
weer gebruikt worden. Niet verder vertellen.’
‘Ik zou niet weten aan wie. Overigens is dat nogal logisch, hergebruik.’
‘Ja. Dus tot nu toe vind je het al moeilijk?’
‘Ja, en veel.’
‘Dan moet je er nog even aan denken dat alles niet, zoals bij patience, in twee D, maar in drie D moet.’
‘O, bah. Knap.’
‘Och.
Leuk, spannend. Verder zal ik er nu maar niets over vertellen. Dat is
niks voor een vakantiebabbel. Behalve dat ik wel eens gedacht heb over
een pornospelletje. Andere plaatjes, andere bewegingen, veel
mogelijkheden. Maar ik heb het nooit gedaan.’
‘Dat moet je ook maar niet doen, je hebt gauw een slechte naam.’
‘Ja, dat
is zo. Wat we ook nog doen, is vrienden van ons, van school, helpen met
computerproblemen. Op hun werk en bij ze thuis. Op afroep. Ook ‘s
avonds en in het weekend. Alleen Simon vindt dat nu minder leuk,
z’n verkering helemaal. We nemen het meeste van hem over.’
‘Verdient dat net zo veel als spelletjes maken? Of doen jullie het voor de lol?’
‘Allereerst
voor de vriendschap. Verder hoor je nog eens wat, over het zakenleven.
En we zien kinderen, praten met ze over spelletjes, heel leerzaam voor
ons. We krijgen meestal beloning in natura, net wat voor zaken ze doen.
Je kan het niet zo gek verzinnen, we hebben, met z’n drieën
opgeteld, overal connecties. Voor die lui is in natura makkelijk,
showmodellen, of licht beschadigd, of ze schrijven het ergens op af.
Voor ons kantoor zijn we zo aan bureaus, verlichting, een koelkast,
koffiezetapparaat en zo gekomen. En we vervangen onze computers
regelmatig voor snellere, ook met korting. We hebben nog heel wat te
goed. Niet dat dat op papier staat, maar het is wel zo.’
‘Dan heb je meer contacten dan ik. Bedankt. Voorlopig weet ik genoeg. Andersom komt ook een keer. Goed?’
‘Natuurlijk. Even zwemmen?’
Ze zwommen rustig baantjes heen en weer, gingen daarna naar hun eigen plek op het terras terug.
Zondagmorgen
De volgende morgen begonnen ze na een uurtje weer hetzelfde als de dag ervoor, alleen met Han op de muur.
‘We hebben geluk, meid, het is iedere dag schitterend weer. Je wordt mooi bruin.’
‘Ja, maar helaas niet overal. Dat zie je misschien ooit eens.’
‘Mejuffrouw,
ik verwacht dat onze kennismaking zo goed en voortvarend blijft
verlopen als tot nu toe. Daarom heb ik ook alle hoop, dat ik je
onderdelen, die nu fatsoenshalve ingepakt moeten blijven, ooit eens zal
zien. En er alles mee mag doen wat we er samen mee willen doen. Ik sta
beslist op wederkerigheid. Ik kan, en wil, zelf ook nog niet uitpakken.
Ik heb gronden, gezien mijn verleden, dat je geen reden zal hebben om
dan teleurgesteld te zijn. Tenminste, niet over het aanzien en
aanvoelen. Met het volledig gebruik heb ik geen ervaring. Maar dat zal
je niet erg vinden. Dat heb je met jouw onderdelen ook niet.’
Ze zat hem een tijd stomverbaasd aan te kijken.
‘Dat heb je ooit gelezen, denk ik. Heb je dat uit je hoofd geleerd?’
‘Ja, zo ongeveer, alleen een beetje aangepast. Wat eh netter.’
‘Nou,
ooit vertel je maar eens wat je precies denkt, ik houd wel van een eh
slaapkamerstijl. Het was wel duidelijk. Heel lief van je. Poe, even
bijkomen.’
‘Zo lang
je maar nodig vindt. Je mooie ogen hebben nu een lief
slaapkamerstandje. Dan neem ik ondertussen graag nog een voorproefje,
voordat ik wat ga lezen. Oh, daarvoor heb ik nog wel een signaal
nodig.’
‘Je praat heel rustig, Han. Je ziet er ook niet ongeduldig uit.’
‘Dat ben
ik ook niet. Hooguit nieuwsgierig. Maar je zei het zelf ook al, tijd
zat. Liever heel langzaam heel goed, dan snel en spijt krijgen.’
‘Ik
krijg hier geen spijt van. Ik heb op naaktstranden gezeten. En jij bent
fatsoenlijk en lief. We doen het heel langzaam. Of je het heel goed
vindt mag je straks zeggen.’
Ze gaf hem een knipoog.
‘Pak je boek maar.’
Hij knipoogde
terug, pakte zijn boek, deed of hij de bladzij opzocht waar hij
gebleven was en keek net over het boek heen naar het bovenstukje van
haar bikini en, voor zover mogelijk, erin.
‘Liefje, afgezien hoe het, of beter gezegd ze, eruit zien, het kijkt wel heerlijk rustig.’
‘Mooi.’
Hij keek even naar haar op en glimlachte.
‘Ja, mooi. Straks meer.’
‘Straks ga je er meer over zeggen, bedoel je?’
‘Ja, ik zoek nog naar woorden.’
‘Je mag er ook meer van zien.’
Ze deed haar bovenstukje wat losser. Na twee tellen keek hij haar aan.
‘Debbie, ik kan bijna net zoveel zien als wanneer je het af zou doen. Weet je dat?’
‘Ja, dat weet ik. Weer vast doen?’
‘Nee,
niemand die het verder ziet. Ik ben erg blij dat je zo vrij bent. Ik
houd niet van moeilijk gedoe van meiden. Die zich gedragen alsof ze een
wereldwonder zijn, in plaats van dat ze ook alles maar toevallig
meegekregen hebben. Ik had nooit gedacht dat ik een echt wereldwonder
tegen zou komen.’
‘Zo erg hoef je nu ook weer niet te overdrijven.’
‘Ik ga weer naar je grote blote borsten kijken, stuk.’
Hij keek rustig, af en toe ook naar haar op, glimlachte dan. Tot ze haar bovenstukje weer strakker vastmaakte.
‘Zullen we weer verder praten, Han?’
Hij legde zijn boek neer, en ging haar weer aankijken zoals eerder, met af en toe een blik naar beneden.
‘Ja, prima. Dank je wel, lieve Debbie. Kreeg je het koud? Of warm?’
‘Warm.
Je keek zo lief. Je mag vaker kijken. We zien steeds wel hoe lang. Jij
mag ook stoppen als je het eh warm krijgt.’
‘Ik heb
weinig problemen. Ik geniet, zoals van een prachtig schilderij. Plus
van dat het mag, en vooral dat je het graag wilt. Daar ben ik nu van
overtuigd, anders had je het niet zo lang volgehouden.’
‘Dank je. Ik wil niet te direct zijn, maar ik weet zeker dat je snapt waarom ik het graag wilde, van jou.’
‘Ja, ik
ben er ontzettend blij mee. Ik zal ook niet direct zijn, het is
wederkerig. Mag ik commentaar leveren op wat ik gezien heb? Positief,
natuurlijk. En eerlijk.’
‘Ja, dat
mag je. Ik verwacht niet anders dan dat je eerlijk bent. Wat betreft
het positieve, ik heb ze zelf vaker gezien, en van anderen, dus heb ik
er zelf geen negatief oordeel over. Ik ben erg tevreden dat ik zo
netjes bedeeld ben. Puur natuur. Ik heb geluk gehad. Het enige wat ik
zelf kan doen, en ook doe, is goed onderhoud plegen, sporten en zo. Ik
ben benieuwd naar je commentaar.’
‘Ik ben
niet zo’n deskundige, hoor. Meer een liefhebber. En heel speciaal
van deze, omdat ze van jou zijn. Ik heb ze eh, ja, praktisch helemaal
gezien. Dank je wel voor de extra moeite die je daarvoor gedaan hebt.
Je hebt wel lef, zeg.’
‘Helemaal
niet. Het liefst had ik het bovenstukje afgedaan. Gelijk al, maar zeker
na een minuut, omdat je zo lief keek. Je kreeg in het begin even heel
grote ogen. En na die minuut weer even. Ga verder.’
‘Ja. Je
hebt schitterende borsten. Qua grootte en vorm. Ik was altijd verbaasd
over het moois dat meisjes hadden. Nu helemaal. Neem me dat, altijd,
niet kwalijk, gebeurd is gebeurd. Ik was vroeg al nieuwsgierig, ze
vielen zo op, en zoiets had ik zelf niet.’
‘Ik neem
je niets kwalijk. Ik was ook vroeg nieuwsgierig. Ik had niet zo’n
grappig slangetje. Later ontdekte ik eh bijna alle mogelijkheden.’
‘Hopelijk
leren we elkaar ooit alle mogelijkheden, van ons allebei. Nou, ik was
ergens anders over bezig. Ik was altijd verbaasd, er kwam altijd zo
veel mooiers tevoorschijn dan ik verwachtte, onder kleding komen ze
niet goed uit. Ze staan heel goed bij je, ik bedoel, ze maken je figuur
volmaakt. Ik zei al eerder iets over die Lara, die is niet volmaakt,
die heeft te grote borsten. Wat betreft het letterlijke staan, ken je
de potloodtest?’
‘Ja,
optillen, potlood er precies onder tegenaan, loslaten. Als het potlood
valt, ben je geslaagd. Heb je geen hangers. Dat woord kan je rustig
noemen, hoor. De laatste keer dat ik de test deed, slaagde ik. Nu vast
nog.’
‘Ja, toen je je bovenstukje wat losser deed veranderden ze niet. Dus geen hangers.’
‘Maar,
het zal hopelijk nog even duren, kinderen krijgen en borstvoeding geven
spelen ook een rol, ooit zak ik voor de test.’
‘Zo gaat
dat helaas. Het is wel stom als je daar problemen mee hebt, dat hoort
bij ze. Ik zou het niet erg vinden als je een beetje hangers had, hoor.
Ik zou ze wel optillen. En als je op je rug ligt maakt het ook niets
uit. Ik ga maar verder. Het laatste. Je hebt ook mooie tepeltjes, ze
staan hartstikke leuk. Ook precies de goede grootte. Je zei, dat je na
een minuut je bovenstukje uit wilde doen. Ja, toen kreeg je het al
warm, je tepeltjes werden groter, schitterend. Wie heeft er hier
problemen, hè? Heel fijn dat je het daarna nog zo lang
volgehouden hebt.’
‘Ja, ik
had beloofd dat je lang mocht kijken, dus geen, kiekeboe, gezien,
poppenkastje dicht. Dank je wel voor je prachtige commentaar. Wil je nu
weer omruilen met Bibi?’
‘Ja, ik wil ook even bijkomen.’
Hij stond op.
‘Ja, ik zie dat je bij moet komen. Toch ook een beetje problemen?’
‘Nee, ik heb geen probleem. Wel een beginnende eh’
‘Erectie. Dat vind ik toch wel fijn. Dan werkt dat in ieder geval zoals het hoort.’
‘Ja, dat is niet helemaal tegen te houden. Ik ben niet van steen.’
‘Of
ander materiaal. Ik vind etalagepoppen een beetje lastig aan te kleden.
Die bobbel mag niet te groot maar moet ook niet te klein zijn. Meestal
vul ik toch iets op, dat vind ik leuker. Je hebt ook een leuke, nu
zeker. Lazer nu maar op, voor het nog leuker wordt.’
‘Debbie,
waarom gingen jullie lezen, het is toch de bedoeling om een praatje te
maken? Elkaar te leren kennen? Volgens mij keek hij over zijn boek
heen. Je weet dat je nogal inkijk hebt. Hij heeft er toch een keer
eerlijk wat van gezegd?’
‘Ja, hij keek over zijn boek, maar ik gun hem wel wat.’
‘Dat
geloof ik best, maar waarom probeerde je dan je bovenstukje wat
strakker te doen? Het lukte niet, het ging losser zitten.’
‘Ik dééd het losser. Het lukte wél.’
‘Meid, volgens mij kon hij zelfs je tepels zien.’
‘Dat was
ook de bedoeling. Dat lukte ook. Ik heb het hem niet gevraagd, maar hij
zei het zelf. Dat durft hij gelukkig. Daar ben ik zo blij mee, dan weet
ik wat hij denkt.’
‘Hoe kan je dat nou doen? We zouden afstand houden.’
‘Hij zat toch op afstand?’
‘Je snapt me wel. Hoe durf je!’
‘Makkelijk
zat. Ik zal je niet langer plagen en het uitleggen. Hij was van
negentig tien afgezakt naar tachtig twintig. Dat moet je niet erg
vinden, Dolf ging toch verder?’
‘Ja. Hij zit daar gelukkig nog steeds. Zo red ik het wel.’
‘Nou, ik
vond het van Han erg netjes. En hij is zo lief. Ik gunde hem wat
méér, en mezelf ook. Zonder elkaar aan te raken. Ik heb
hem gisteren gevraagd of hij geen problemen zou krijgen als hij wat
langer mocht kijken. Van dat losmaken heb ik niets gezegd. Hij zei, dat
hij alleen uit bewondering graag naar me keek, niet als seksobject.
Nou, aan zijn gezicht kon ik niet zien dat hij problemen kreeg. Verder
kon ik het niet direct controleren, hij lag op z’n buik. Maar
toen ik met mijn showtje stopte en voorstelde om met jou te van plek te
ruilen, zag ik, toen hij opstond, dat het toch een beetje effect had
gehad.’
‘Wel ja, waar je al niet aan denkt.’
‘Ja, en naar kijk en er over praat. We doen niets stiekem.’
‘Je hebt toch niet met hem gepraat over dat eh het effect op hem had?’
‘Natuurlijk
wel. Dat, al dacht hij niet aan seks, een beginnende erectie toch
normaal was. Toen het doorging, waarschijnlijk omdat we erover
praatten, heb ik hem maar weggestuurd, wel vriendelijk.’
‘Ik zag
het, toen hij terugkwam. Nou, ik was er niet zo verwonderd over, na die
show van je. Hij heeft ook lef zeg, hij zat er geeneens mee. Liep
gewoon naar ons toe.’
‘Ja, hij
is geweldig, hè? Waarom zou hij er mee zitten? Die mensen hier
zien we nooit meer. En voor zijn vriend en jou en mij schaamt hij zich
niet.’
‘Ik denk ook niet dat Dolf en ik ons hier zouden schamen, maar dit, na twee dagen, Debbie.’
‘Ik doe
niet zomaar wat, zus, ik wil alles wel onder controle houden. Hij zei
gisteren ook nog dat hij me wel graag lief zou willen strelen en ooit
nog meer, maar daar wilde hij uit respect voor mij niet aan denken.
Nou, als jij nog twijfels had gehad, wat had je dan gedaan?’
‘Ik was er nooit aan begonnen, maar ik begrijp je nu. Je hebt ook lef, zeg.’
‘Nee,
dit was geen lef. Dat is de eerste keer op een naaktstrand of topless
ergens zitten en iedereen naar je te laten kijken. Dat heb ik al
gedaan, dat weet je. Het is even wennen, maar het valt mee. Vooral als
je je benen bij elkaar houdt. Dit was een lieve jongen een beetje naar
me laten kijken. Hij deed het geweldig, af en toe keek hij naar me op
en glimlachte lief. Ik vond het heerlijk. Maar stel je gerust, daar
blijft het bij. Eigenlijk alleen maar omdat ik niets anders kan
verzinnen. Het was even geen praten, maar hij heeft me wel een beetje
beter leren kennen.’
‘Je bent erg ondeugend. Maar je bent boven de achttien, dus zal ik niets verklikken.’
‘Dat heb je nooit gedaan. Nog bedankt, lieve zus.’
‘O. Dank je. Maar houd je alsjeblieft voorlopig verder in, ook met praten.’
‘Dat
probeer ik, maar dat valt niet mee. Hij is óók zo
openhartig, daardoor lokken we soms wat eh ondeugende praat bij elkaar
uit. Maar we redden het nog wel een tijd. Jullie vast ook.’
‘Ja. Het
gaat heel fijn. We praten nu ook over persoonlijke dingen. Het begint
op verkering te lijken, maar dat zeg ik hem niet. Veel te vroeg.’
‘Ja,
vind ik ook. Nou, ik ga weer wat lezen. Afkoelen. Ik kreeg het warm van
zijn kijken. Alsof hij me toch streelde. Maar dat komt denk ik nog wel.
Later, in Nederland. We zien wel.’
‘Ja. Volhouden. We moeten maar niet meer dan twee keer per dag een uur praten.’
‘Ik ga niet op de klok kijken, hoor.’
‘Nee,
wie van ons het eerst denkt, het is nu lang genoeg voor mijn
gemoedsrust, maakt er maar een eind aan. Dolf zou dat ook wel eens
kunnen doen.’
‘Ja?
Nou, Han daarnet niet. Hij keek op z’n dooie gemak naar mijn
borsten totdat ík het te warm kreeg en er mee stopte.’
‘Houd nou je mond maar. Lezen.’
‘Ja,
verstandige grote zus. Jij mag Dolf nu al wel héél aardig
vinden, als je het goed te pakken krijgt weet ik nog niet wat je gaat
doen.’
‘Stil. Lezen.’
‘Wat had je gedaan als er hier topless gezeten werd?’
‘Als ik
het van tevoren geweten had was ik niet met je meegegaan. Anders had
ik, na een minuut of vijf, meegedaan, denk ik. Ik was vast niet ergens
anders gaan zitten, dat had jij van mij ook niet hoeven doen. Ik heb
wel kleinere dan jij, maar geen lelijke. Ik had wel eerst een tijd plat
op mijn buik gelegen om te wennen. Ik moet altijd al wennen als ik een
tijd niet in badpak gelopen heb. Dat gekijk van jongens naar je borsten
en tussen je benen. Dan ben ik net zo lief plat en geen bobbeltje in
mijn broek.’
‘Doe
niet zo stom, zeg. Dan zou je helemáál opvallen. Ik kan
het weten. Ik had zulke beneden platte etalagepoppen,
géén gezicht. Ik bedoel, het zag er niet natuurlijk uit.
Ook meestal te kleine borsten. Die poppen heb ik eruit laten gooien en
na wat gezoek betere gekocht. Met bobbeltje en normale borsten. Zoals
jij, perfect. Ik heb je dat nooit zo duidelijk gezegd, maar je mag er
wezen, zus. Goed. En als je die poppen dan een beetje opmaakt zien ze
er bijna levend uit. Je weet het, ik heb met mijn etalages al prijzen
gewonnen. Goede vaklui zien, na enige moeite, wat ik allemaal uithaal.
Het zit in de details. Soms dus in een bobbeltje. Nou, laat maar rustig
naar je kijken, je mag zo in mijn etalage staan. Ik ben wel blij dat ik
boven en onder net iets meer heb, eigenlijk iets te veel, ik zou mezelf
niet in een etalage zetten. Maar ik geniet als ik net iets meer
aandacht krijg. Of trek. Ik doe ook zo klein mogelijke bikini’s
aan.’
‘Ja, dat weet ik. Maar wat jij net gedaan hebt, was anders. Privé naar je laten kijken. Oef.’
‘Goed. Ik stop wel, als jij het nu te warm krijgt.’
‘Han, ik
ben niet achterlijk. Ik was wel heel fijn met Bibi aan het praten, maar
ik zag jullie ook wel. Volgens mij deed Debbie haar bovenstukje losser
om je nog meer te laten zien dan ze normaal al doet. En je wist dat ze
dat zou doen, daarom gingen jullie zogenaamd lezen. Het was wel
onopvallend, hoor, ik denk niet dat anderen het opgevallen is.’
‘Wat een
meid, hè? Ze had me gisteren gevraagd of ik wat langer wilde
kijken. Ze gunde me wat, zonder haar aan te raken. Van dat losmaken had
ze niets gezegd. Als we praten is ze al behoorlijk openhartig, hier
schrok ik ook weer van. Ik kon haar borsten hélemaal zien. In
één woord, schitterend. Ik heb er al heel wat gezien en
vastgehouden en zo. Heel mooie, groot en klein. Dat maakt me trouwens
niet veel uit, behalve als ze veel te klein of veel te groot zijn. In
het eerste geval voel ik niet of ik een echte meid beet heb, in het
tweede moet ik aan koeienmelken denken. Maar bij Debbie? Het fijnste
is, dat het mag, dat ze het zelf graag wil, dat ze het aanbood omdat ze
me zo lief vindt. Ik weet niet wat me overkomt, zo’n heerlijke,
vrije meid. En die borsten! Ze vond het heel fijn dat ik zei dat ze
perfect zijn. Maar ook dat ik zo rustig en lief keek. Ik mag het vaker,
als het zo uitkomt.’
‘Ik gun
je het graag. Ik begin er niet aan, Bibi ook niet, dat weet ik zeker.
We praten nu ook wat minder zakelijk. Het lijkt bijna verkering, zo
goed gaat het, maar dat zeg ik haar niet. Veel te vroeg. We hebben over
onze eerdere verkeringen gepraat. Zij heeft er ook niet veel gehad. We
vonden al gauw dat ze niets voorgesteld hadden, omdat we nu al fijner
met elkaar omgaan dan met die paar eerdere zogenaamde verkeringen. Ik
zit te genieten. Ook als ze er achterkomt dat ze er wat openhartigs
uitgegooid heeft, dan bloost ze een beetje. Ze is niet gewend lang met
een jongen te praten. Nou, ik niet met een meisje. Maar het gaat steeds
beter.’
‘Mooi. Doorgaan, zo.’
‘Doe ik.’
Zondagmiddag
Debbie kwam, na een soepel sprongetje van de muur, naar de jongens toe lopen.
‘Dolefie, heb je er bezwaar tegen om met mijn zus te gaan kletsen?’
‘Geen bezwaar.’
‘Doe je
wel voorzichtig, maar niet té, met haar? Ze is veel netter dan
ik, maar minstens zo geïnteresseerd als ik in heel lieve jongens.
Nou, op dit moment eigenlijk maar één. Net als ik.’
‘Han, gaat ze zo de hele dag door?’
‘We zijn
nog niet de hele dag bij elkaar, dus dat weet ik niet. Wel vaak als we
samen praten. Als je iets niet bevalt zeg je maar tegen haar, bemoei je
met je eigen zaken, Debbie.’
‘Bemoei je met je eigen zaken, Debbie.’
‘Prima, als je maar opmietert.’
‘Sterkte, Han.’
Dolf vertrok richting Bibi, Debbie ging op zijn stoel liggen. Han glimlachte even naar Debbie.
‘Ik zou me graag de hele dag met jouw zaken bemoeien.’
‘Poe,
lieve jongen, we zijn nog niet de hele dag bij elkaar. Je bent erg
optimistisch. Ik wilde dit even opmerken, verder ga ik er niet op in.
Ik was, denk ik, niet op mijn best tegen Dolf, door dat lange
fatsoenlijke wachten. Ik heb niet op jullie gewacht, ik was het
zat.’
‘Wat zei je, direct na, poe?’
‘Eh, Han, zullen we een praatje maken? Of ben je niet in me geïnteresseerd?’
‘Zucht. Minstens zoals Dolf in Bibi. Vertel eens wat, mooie vrouwelijke etaleur.’
‘Wat?
Oh, over m’n werk. Ja, dat is een onschuldig onderwerp. Na de
HAVO ook drie jaar HBO. In de laatste anderhalf jaar ook drie stages
van een paar maanden. Één in Londen, dat weet je al. De
begeleiding was niet zo goed, die zaken hadden één
etaleur en plek voor één stagiair. Ze zouden het liefst
met twee goedkope stagiairs werken, maar dat gaat niet. Als er geen
etaleur is, voor de begeleiding, krijgen ze geen nieuwe stagiair. Ik
had weinig begeleiding nodig, dat wordt straks duidelijk. Voor het eind
van de opleiding ben ik naar een baan gaan zoeken, wat me aangeboden
werd vond ik niets. Te ver weg, te kleine zaak, noem maar op. Ik ben
niet gauw tevreden. Daarom loop ik ook nog los rond, daar heb jij
misschien geluk bij. Ik dwaal af. Om het niet te lang te maken, ik ben
in de zaak waar ik nu werk naar de personeelschef gegaan. Ik heb hem
verteld dat ik de etalages een zootje vond en dat hij het maar eens met
mij moest proberen. Hij moest me één etalage geven, de
afdeling noemen die wel wat aandacht kon gebruiken en de omzet daarvan.
Ik verwachtte één dag nodig te hebben voor de planning en
twee dagen om de etalage in te richten. Maar ik wist het niet zeker,
zo’n grote etalage had ik nog niet in m’n eentje gedaan, ik
wist de afdeling nog niet en wat voor etalagemateriaal ze hadden. Maar
goed, aan het eind van de week daarna moesten we weer naar de omzet
kijken. Als die méér dan tien procent omhoog was gegaan
moest hij me aannemen. Voor ná de vakantie, die wilde ik wel
hebben, afgezien van die etalage inrichten. Hij ging akkoord. Ze hadden
een etaleur die het jaar erop met pensioen zou gaan. Als het lukte en
ik wilde zo lang met die oude samenwerken zou hij me aannemen. Dan
hoefde hij ook niet op zoek. Nou, na die twee weken twaalf procent meer
omzet in die afdeling. Ik was apetrots op mezelf, en blij dat de gok
gelukt was.’
‘Dat kan ik me voorstellen. Fijn, joh. Hoe doe je het?’
‘Ik zal
je een voorbeeld geven. Ik zet in een etalage keurig een hoop schoenen
neer. Ik werk een beetje met verhogingen, natuurlijk, alles op dezelfde
hoogte is geen gezicht. Maar dan zet ik, iets naast het midden,
één schoen achterstevoren. Nou, dat wordt gezien, er
wordt dan langer naar de schoenen gekeken. En er komen mensen naar
binnen om te drammen over die schoen. Mooie gelegenheid om ze er een
paar aan te smeren. Zo werk ik. Maar meestal met iets minder opzichtigs
dan een schoen achterstevoren.’
‘Knap. Niet alleen vakwerk, ook intuïtie, of zo.’
‘Ja. Ik
was thuis al vroeg bezig met verfraaien. Ik heb een goede opleiding
gehad. Er werd niet zo uitgebreid overal op in gegaan, dat kon ook niet
in drie jaar, inclusief stages, maar achteraf heb ik gemerkt dat alle
mogelijkheden kort behandeld zijn, om je op weg te helpen. Zoals, ik
ben naar de boekhouding gegaan. Na wat strubbelingen, nou ja, wat
manipulatie, je weet al een beetje hoe ik kan kletsen, kreeg en krijg
ik wat ik hebben wil. De omzetcijfers, ook in grafieken, van alle
afdelingen. Met wat, volgens hun, de oorzaken zijn van pieken en dalen.
Uitverkoop, feestdagen en zo. Die bekijk ik, en beslis aan de hand
daarvan hoeveel strekkende meter een afdeling krijgt in de etalages.
Welke afdeling aandacht nodig heeft en welke met wat minder afkan. Er
zijn niet genoeg etalages voor één per afdeling. Dat is
niet erg, verplicht één per afdeling zou ook saai worden.
Nu is het leuk puzzelen om ze goed te combineren, niet alles past in
één etalage naast elkaar. Of door elkaar. Beha’s
niet tussen kookgerei. Dus ik puzzel ook.’
‘Fijn. Dan snap je vast beter wat ik doe.’
‘In je
werk, ja. Puzzel vast maar eens uit wat we in Nederland gaan doen. Ik
verdien aardig. Ik vraag ieder jaar om loonsverhoging. Dat wil de
personeelschef niet, ik krijg al inflatiecorrecties en zo. Dan zeg ik,
let maar eens op die en die afdeling. Dan verpruts ik die etalage. Dat
ziet hij binnen een week aan de omzet. En krijg ik mijn loonsverhoging.
Dan verander ik de etalage weer. Binnen een week is de omzet weer op
het oude niveau. Hij geeft eerlijk toe dat hij niet snapt hoe ik het
doe, want hij kan in de etalages niets ontdekken. Maar hij ziet dus dat
ik goed werk. Heerlijk.’
‘Ja. Het
is heerlijk als je werk min of meer je hobby is, en alles lukt. Ik weet
er alles van. Een andere keer vertel ik meer over mijn werk.’
‘Graag.
Ik ben nu aan het puzzelen hoe ik meer salaris kan krijgen. Voor de
lol, ik heb het niet nodig, ik heb al zat. Daarom kan ik ook makkelijk
een paar keer per jaar op stap, zoals nu. Maar de personeelschef zit me
altijd te vergelijken met afdelingshoofden en zo. Hoger zal hij me vast
niet laten komen. Nou, qua salaris wil ik wel in de directie. Verdien
jij genoeg?’
‘Ja, en
wat ik overhoud gaat in de pot voor slechte tijden, als die ooit komen,
en voor een zo vroeg mogelijk pensioen. Ik doe dan liever wat zonder
aan geld te hoeven denken, zoals nu.’
‘Goed
zo, slim jongetje. Kan je me een keer advies geven voor een goede
computer en zo? Ik verzuip in de keuzemogelijkheden, ik heb niet zoveel
verstand van dat soort zaken. Op m’n werk gaat het wel, daar heb
ik ook een snelle verbinding met Internet. Maar thuis heb ik een
afdankertje, en ik moet inbellen voor Internet, dat schiet niet op, dus
het meeste daarvoor doe ik op mijn werk. Dat is geen probleem, ik mag
daar ook via Internet nascholing doen, grotendeels om bij te blijven op
etaleurgebied. Dan valt een beetje privé-werk niet op. Zo ben ik
ook aan deze reis gekomen.’
‘Ik ook. En aan jou.’
‘Je bent
nog niet aan me gekomen en nog niet aan me gekomen. Één
keer een handje gegeven, nou ja, met een lief kusje, en met een
frietje, dat telt niet.’
‘Je geeft maar een seintje als het mag. Ik houd me altijd aan afspraken.’
‘Fijn. Ik houd niet van onrustig gedoe.’
‘Je hebt wel precies bijgehouden hoe vaak ik je aangeraakt heb.’
‘Ja, ik bewaak mijn etalages, jou ook.’
‘Als je er maar niet van wakker ligt.’
‘Een beetje. Wat tegenstrijdige gedachten. Nou, dat gaat je eigenlijk niets aan.’
‘Debbie,
ik vind het zo fijn dat je zo openhartig bent. Ik zal er geen misbruik
van maken. Het bevordert wel onze kennismaking.’
‘Je bent al meer dan een kennis.’
‘Dank je wel. Vriendje?’
‘Nee
zeg. Ik hoor me thuis al, paps, ik heb een vriendje. Zegt die vast,
alweer? Je zou er pas weer mee bij me komen als het een keer wat
serieuzer was. Hoepel op met je gescharrel.’
‘Jullie gaan aardig met elkaar om.’
‘Ja,
geweldig. Ik mocht altijd op m’n kamer zitten met mijn
scharreltjes. Dan hield ik het wel netjes, niks uit. Maar ze zijn nooit
komen controleren. Mijn moeder vroeg wel eens, gezellig, boven? Dan zei
ik zoiets als, ja hoor, daar hoef je niet wakker over te liggen. Dan
knipoogde ze. Lief, hè?’
‘Geweldig. Je hebt je keurig gedragen. O, sorry.’
‘Wat? O. Het geeft niet, Han. Je mag over ons geheim praten. Dat bedoelde je toch?’
‘Ja.
Daar dacht ik even aan. Omdat ik er zo blij mee ben. Omdat, ondanks ons
vroegere gescharrel, er eh de mogelijkheid is dat we, hoe heet dat,
ongerept een huwelijk aan zouden kunnen gaan.’
‘Met de
nadruk op zouden kunnen. Je bent de eerste jongen die ik tegenkom die
ook nog behoorlijk ouderwets romantisch is.’
‘Dat wist ik ook niet. Maar het lijkt me, vooral voor een meisje, heel mooi.’
‘Ik heb
er nooit zo over nagedacht, in de meeste romans vind ik het er nogal
klef aantoegaan, maar ik krijg zachtjes aan ook zo’n gevoel. Niet
klef, zo doen we niet. Het gaat, ik kan niet anders dan, voor de
zoveelste keer, fijn zeggen.’
‘Ja, fijn, Debbie.’
‘Ik
wilde het bij een neutraal praatje houden, gezien ons gedrag van
vanmorgen. Jij ook, met die vraag over mijn werk. Maar dat gaat bij ons
niet, hè? Ik wil hier wel graag een andere keer op
doorgaan.’
‘Doen we. Tot ziens, liefje.’
‘Dag, Han.’
‘Pestkoppie.’
Maandagmorgen
De volgende
morgen gingen ze weer lezen, de meiden weer op het muurtje, de jongens
weer op hun stoelen. Tot iedereen opschrok van een kort, hard fluiten.
Han en Dolf konden ook eerst niet vinden wie er floot. Tot ze zagen dat
Debbie met twee vingers naar hun wees. Zodra ze zag dat ze dat zagen,
wees ze naar het zwembad. De jongens stonden op en liepen er naar toe.
Debbie was ze vóór. Ze dook het zwembad in, bijna zonder
water omhoog te laten spetteren. Ze kwam pas aan de andere kant van het
zwembad boven, zo snel, dat ze met één soepele beweging
op de kant zat, met een grote grijns. De jongens stonden even verbaasd
te kijken, ze hadden haar dat niet eerder zien doen. Alleen rustig heen
en weer zwemmen. Duiken was verboden, omdat het maar anderhalve meter
diep was.
‘Han, als ze niet zulke mooie benen had gehad, zou het een zeemeermin kunnen zijn.’
‘Gelukkig niet, daar heb je op de lange duur niets aan. Daar mist wat bij. Bij haar niet, denk ik.’
‘Het blijft raden.’
‘Nee, ik ben niet aan het raden. Dat heb ik van me afgezet tot later. Zo is het rustiger. Voor haar ook.’
‘Heel
verstandig. Ik denk er ook niet veel aan. Ik zeg er ook nooit wat over
tegen Bibi. Als ik iets zeg over hoe ze eruit ziet begint ze al te
blozen. Dus heb ik ook geen haast. Dat zou weinig nut hebben ook.’
‘Ja, ze houden heel lief de boot af. Kom, ik ga ook even onderzeeërtje spelen.’
Han
veroorzaakte wel meer gespetter toe hij het water indook, maar de truc
van in één keer de kant opschieten kon hij ook. Ze schrok
toch even toen hij zo snel opdook en naast haar kwam zitten.
‘Jij zwemt dus ook vaak.’
‘De
laatste jaren één keer per week, méér komt
er niet van. Vroeger wel. Dolf vond je op een zeemeermin lijken, maar
ik heb hem uitgelegd dat die iets anders gebouwd zijn.’
‘Wedden dat één van jullie zei dat je er daardoor minder mee kon doen, ooit, of zoiets?’
‘Ja, maar we zijn verder niet ingegaan op de mogelijkheden en onmogelijkheden.’
‘Netjes
genoeg, denk ik, voor jongens onder elkaar. Ik zwem vaak, ik heb een
abonnement. Ik kan er op mijn werk tussenuit wanneer ik wil. Ze zoeken
me toch nooit, want ik zwerf overal, ook in het magazijn, tussen de
rekken. Als ze me nodig hebben leggen ze een briefje op m’n
bureau. Ik heb tot ongeveer mijn tiende, elfde, alles gedaan wat
jongens ook deden. In bomen klimmen, noem maar op. Bibi zat liever te
handwerken. Die is ook niet zo lenig als ik, niets aan te doen. Ik
wilde later in een circus gaan werken, maar dat mocht niet van mijn
ouders. Langzaamaan kwam ik erachter dat ik altijd en overal dingen
leuk neerzette. Thuis ook, mams was altijd eerst boos als ik weer eens
wat verplaatst had. Maar na even wennen vond ze het ook altijd mooi. Ze
mopperde dan wel ‘s avonds tegen mijn vader. Die meid heeft weer
al het meubilair verplaatst. Al had ik alleen maar iets op de
schoorsteenmantel verschoven. Paps zei dan zoiets als, het kan mij niet
schelen, als ze in een ruimte is waar ik ben vind ik het mooi genoeg.
En dubbel als d’r zus er ook is. Lief, hè?’
‘Gewoon de waarheid. Hij trok je dus niet voor.’
‘Nee,
vleier, geen millimeter. Daarom ben ik etaleur geworden. Maar daar
hadden we het niet over. Ik heb veel moeite gehad om op mijn vingers te
leren fluiten. Ik kon het niet hebben dat alle jongens dat konden en ik
niet. Als ik het doe kijken ze nooit naar míj, zo grappig.’
‘Ja, we zagen ook niet gelijk wie er floot, dat verwacht je van een meisje niet. Heb je nog meer verrassingen?’
‘Je bedoelt, over mijn mogelijkheden en onmogelijkheden?’
‘Nee, ondeugd. Wat je allemaal kan, behalve fluiten en zwemmen.’
‘Ik weet
het in de gauwigheid niet. Je weet al aardig wat. Dit gaat toch leuk
zo, we leren elkaar langzaam aan kennen.’
‘Ja, het gaat fijn. Wil je verkering met me?’
‘Nee.’
‘Sorry,
het schoot er uit. Ik had je dat op een romantischere manier moeten
vragen. Mag ik het een andere keer overdoen?’
‘Ja.’
‘Zal ik wachten tot in Nederland?’
‘Ja.’
‘Zullen we doorgaan alsof er niets gebeurd is?’
‘Wat zei je? Zullen we een stukje zwemmen?’
Ze dook gelijk
het water in. Ze zwommen af en toe een stuk, maar stonden of zaten het
meest te praten, aan of op de rand van het bad. Ze keken niet naar het
andere stel om, die deden hetzelfde. Na een tijd zwom ze naar een hoek
van het bad en ging er in staan. Hij was haar op z’n gemak
gevolgd, ze was er al achter dat hij sneller kon zwemmen. Hij ging voor haar staan en legde zijn handen op de rand van het bad, zo, dat ze tussen zijn armen stond.
‘Wat zal ik met je doen, zonder je aan te raken?’
‘Verder niets meer, je brengt mijn hoofd al op hol. Han, ik wil je bedanken, dat je me vroeg, al zei ik nee.’
Ze keek snel om zich heen.
‘Kijk even naar m’n topje.’
Hij snapte
niet wat ze bedoelde, maar keek toch naar beneden. Ze liet zich wat
zakken, tot alleen haar hoofd boven water uitstak. Ze ademde diep uit,
trok haar bikinitopje omhoog, tot ruim boven haar borsten, kwam weer
wat omhoog en ademde diep in.
‘Kiekeboe, een, twee, drie, gezien, poppenkastje dicht.’
Ze liet zich
weer zakken tot alleen haar hoofd boven water uitstak. Ze ademde weer
uit, deed haar topje weer op zijn plaats, kwam omhoog en ademde weer
door, iets sneller dan daarvoor. Hij keek haar aan, geschrokken. Ze
glimlachte, wachtte af.
‘Dat had je niet hoeven doen. Ik had ze al zo goed als helemaal gezien. Het is wel hartstikke lief van je.’
‘Jij was
lief voor mij, al was je te haastig. Ik vond het niet erg, je deed het
spontaan. Dat zei me nogal wat. Het dééd me ook wat, al
schrok ik, daarom antwoordde ik zo kort. Je ving het goed op. Daarom
was ik even lief voor jou. Ik ben weer benieuw naar je
commentaar.’
‘Eh, hetzelfde als eerder. Heel mooi groot, heel mooi, leuke tepels, geen hangers.’
‘Dat was kort, maar duidelijk. Dank je.’
‘Poe, ik
moet jou bedanken voor weer een schitterende show. Het ging zo soepel,
het lijkt wel of je het dagelijks doet.’
‘Nee,
dit is de tweede keer. De eerste keer was voor de langste verkering die
ik gehad heb, zes maanden of zo. Weet je dat ook weer. Een maand of
vier vanaf het begin, want dat jong schoot niet op. Ik was zijn eerste
verkering. Het was een beetje stuntelen, maar het werkte wel. Het was
een lief joch, ik wilde dat hij me ging strelen, niet alleen kussen.
Helaas, het duurde niet zo lang meer voor hij amper meer wilde praten,
alleen maar vrijen. Dus, einde. Daarna ben ik voor de spiegel gaan
oefenen. Als ik goed uitadem gaat mijn topje makkelijker omhoog. Weer
inademen, komen mijn borsten mooi uit. Pratend uitademen, en dan weer
inpakken. Tot alles goed liep, de timing klopte. Ik heb het daarna
bijgehouden, voor het geval dat. Ik doe graag wat met mijn eh
mogelijkheden, dat heb je al gemerkt. Maar ik heb er wel voor gezorgd
dat ze onbeschadigd bleven. Dat weet je ook. Ik schrok toen ontzettend.
Ik ben niet zo moeilijk, maar een jongen mijn grote geheim vertellen!
Ik kende je amper.’
‘Je was
ook spontaan. Ik voel me niet schuldig dat ik je hoofd op hol breng.
Wat denk je dat je bij míj doet, ook zonder me aan te raken?
Voor een klein deel komt dat omdat je me je geheim liet weten,
spontaan. Dat ik naar je borsten mag kijken. Hoe je er verder uitziet,
je beweegt. Het grootste deel komt door je open, eerlijk, spontaan
praten. En dan naar me kijken, geïnteresseerd, lief. Vanaf de
eerste zin. Er is daar een uitdrukking voor. Je wil nog geen verkering.
Prima, ik snap je wel, we doen rustig aan. Maar twijfel je er aan, dat
het liefde op het eerste gezicht was?’
‘Gaat je niets aan.’
‘Mag ik het een andere keer nog eens vragen?’
‘Ja.’
‘Zal ik wachten tot in Nederland?’
‘Ja.’
‘Zullen we doorgaan alsof er niets gebeurd is?’
‘Wat zei je? Zullen we een stukje zwemmen?’
Ze lachte naar
hem, dook tussen zijn armen uit en zwom weg. Ze gingen door alsof er
niets gebeurd was en gingen naar hun eigen plek toen ze zagen dat Bibi
en Dolf er al lagen.
‘Je ziet er een beetje raar uit, Bibi.’
‘Dat zal
wel. Het ging fijn. Afwisselend praten en zwemmen. Ik heb niet op
jullie gelet, amper gezien. Hij kwam een paar keer per ongeluk aan me.
Zei dan sorry. Dat was niet erg. Maar toen kwam hij, zonet, een keer
tegen mijn borst, helemaal per ongeluk natuurlijk. Ik dacht, pak me,
alsjeblieft. Toen schrok ik zo van mezelf dat ik eruit gelopen ben en
hier gaan liggen.’
‘Ben je daar overstuur van?’
‘Ja. Ik
dacht vroeger, het moet maar, een beetje strelen is wel lekker, als het
daar maar bij blijft. En nu, na een paar dagen, wil ik al
méér. Niet direct hem strelen, maar met een zachte hand
boven gestreeld worden. Erg, hè?’
‘Nee, meid. Het geeft aan hoe je over hem denkt. Zei hij nog wat?’
‘Toen
niet, ik was te snel weg. Hij kwam naar me toe. Zei, sorry, Bibi, ik
zal meer afstand houden, je bent beweeglijker dan ik dacht. Mag ik even
voorzichtig wat vragen? Ik zag je gezicht. Heb ik het goed, dat je niet
schrok van angst, of afschuw of zoiets? Ik vond dat zo eh geweldig van
hem, dat ik zei, ik zal je het eerlijk zeggen. Ik schrok van mezelf, ik
wilde iets meer. Maar het is nog te vroeg. Hij zei, dank je wel, lieve
Bibi, en ging weg.’
‘Nou, toch een lieve, slimme, voorzichtige jongen?’
‘Ja. We moeten maar doorgaan alsof er niets gebeurd is. Dat doet hij vast ook.’
‘Grappig.
Dat zei Han ook. Met ons is ook wat gebeurd, Bibi. Wel wat anders. Ik
ben zo vaak aangeraakt dat ik het niet erg vind als hij me aanraakt, of
als ik hem aanraak, per ongeluk natuurlijk. Ik zou van mijn borst
aanraken niet overstuur raken, wel fijn vinden, omdat hij het is. Ik
heb geen problemen om elkaar niet aan te raken. Ik heb geduld. Hij ook,
dat laat hij merken. Nu moet je even niet schrikken. Je weet dat Han en
ik overal over praten. We flappen er alles uit wat in ons hoofd opkomt.
Hij vroeg plotseling om verkering.’
‘Meid! Wat zei je?’
‘Nee.’
‘Meer niet?’
‘Eerst
niet. Hij zei toen dat hij het pas in Nederland weer zou vragen en of
we verder konden gaan alsof er niets gebeurd was. Toen zei ik, wat zei
je? Zullen we gaan zwemmen? Was dat voorlopig opgelost. Ik vond het
heel fijn van hem, maar ik ben niet overstuur.’
‘Ik was vast gaan janken.’
‘Ik was
wel geschrokken, maar ik zat er al gauw van te genieten. Even later
vroeg hij, of ik twijfelde of het liefde op het eerste gezicht was.
Toen ging het weer bijna hetzelfde als daarvoor. Ik zei, gaat je niets
aan. Hij zei dat hij het pas in Nederland weer zou vragen en of we
verder konden gaan alsof er niets gebeurd was. En ik weer, wat zei je?
Zullen we gaan zwemmen? Was ook dat voorlopig weer opgelost. Vind je
ook niet dat het met ons allemaal heel goed gaat, al gaat het een
beetje snel? We moeten maar zo doorgaan, niet te veel contact en geen
handtastelijkheden.’
‘Ja, het gaat fijn. Het moet lukken.’
‘Er zal
best nog eens wat gebeuren, we hebben nog drie dagen hier. Maar alles
moet, net zoals vandaag, soepel opgelost kunnen worden. Nou, ik ga weer
lezen.’
Maandagmiddag
‘Han, wat is je achternaam? Niet dat het belangrijk is, maar ik wil die nu wel weten.’
‘Stevens.’
‘De mijne is Van Hove. Drie keer raden hoe mijn zus van achteren heet. Nou ja, ook van voren.’
‘Ik gok
op hetzelfde als jij, aan al je mooie kanten. Maar als je het zo
vraagt, je zegt wel zus, maar het zou ook een halfzus, stiefzus kunnen
zijn. Of geadopteerd. Of jij. Maar ik denk een echte zus. Jullie lijken
in de verte op elkaar, maar ik heb mijn voorkeur al duidelijk laten
merken, denk ik.’
‘Ik heb het gemerkt, vleier. Je hebt gelijk, we zijn echte zussen. Woon je nog thuis?’
‘Ja. Ik
heb een broer en een zus, allebei een stuk ouder dan ik, maar die zijn
al het huis uit. Ik ben een nakomertje, maar dat heb ik nooit erg
gevonden, ik had genoeg buurkinderen van mijn eigen leeftijd. Ik heb al
jaren de hele zolder voor mezelf. Aan de voorkant een woonkamertje met
zithoek en bureau en een keukentje. Aan de achterkant een slaapkamer en een badka- mertje, met douche en toilet. Kom maar eens kijken.’
‘Afwachten. Heb je een auto?’
‘Ja, een combi. Makkelijk voor het vervoer van computers en zo. Hoe woon jij?’
‘Nog
thuis, net zoals Bibi. Verder geen broers of zussen. We hebben kamers
naast elkaar, één hoog. Slaapkamer met verftafel en
bureau. Geen zitje, we zitten bij paps en mams beneden in de woonkamer.’
‘Verftafel?’
‘Bibi
wordt altijd een beetje nijdig als ik het zeg. Kaptafel. Maar ja, met
mijn opleiding, vind ik dat ik me opmaak en zij zich verft. Ze heeft er
niet zo’n gevoel voor. Nou, ze is niet de enige. Ik denk vaak
genoeg, als ik andere meiden of vrouwen zie, mens, leer je eens
fatsoenlijk opmaken. Maar ja, ik heb ook zat dingen die ik niet of niet
goed kan.’
‘Zoals?’
‘M’n
mond houden. Ik heb geen auto. Ik ga met de bus naar mijn werk, twee
minuten lopen, kwartiertje onderweg, hij stopt twee minuten van mijn
werk. Ik heb wel een rijbewijs. Bibi ook. We mogen altijd paps auto
lenen. Of hij brengt en haalt ons. Als dat maar vóór
twaalven is. Als we gebracht zijn en het wordt later dan twaalf uur
nemen we een taxi terug, als we geen lift kunnen krijgen. Maar als we
gaan stappen maken we het meestal niet zo laat, die tijd hebben we
gehad. We willen daarna ook geen lift, we gaan niet met iedereen
mee.’
‘Heel verstandig. Niet zo woest meer?’
‘We
worden een dagje ouder, hè? Nee, de lol is er een beetje af, de
muziek is niet leuk meer, te hard en te eentonig gebonk. En we ziet er
niet veel leuke jongens. Ik weet niet waar ze uithangen. Daarom gaan we
een paar keer per jaar op vakantie. Daar zien we vaak wel leuke. Maar
tot vóór deze vakantie niet leuk genoeg.’
‘Dank
je. Ik ga ook niet zo veel meer uit. Zelfde reden. De muziek en niet
het goede soort meiden voor me. Tijdens vakanties hetzelfde als bij
jullie. Vóór deze vakantie ook niet leuk genoeg. Zeg, we
zijn wel verder dan elkaar leuk vinden, hè? Al meer dan aardig,
heel aardig. Vreselijk aardig. En lief. Héél lief.’
‘Stop
maar. Ik wil dat niet zo precies bepalen. Ik verpraat me al genoeg. En
het maakt op dit moment niet uit, dacht ik.’
‘Een beetje wel. Je denkt vast af en toe, stoppen of doorgaan.’
‘Nee.’
‘Je bent
zo schattig. Je zei ook pas stop na héél lief. Dus ik
denk dat we daar in ieder geval zijn. Dank je. Eigenlijk had je me door
moeten laten gaan en ergens, stop, één stap terug, moeten
zeggen. Zouden Bibi en Dolf ook eh er zo over denken?’
‘Eerst even dit. Je wilde zeggen, ook zover zijn.’
‘Nee. Eh, ik wilde niet zeggen zo verliefd zijn.’
‘Hé,
dat is niet eerlijk, je expres verspreken, ik heb je wel door, hoor. Ik
denk dat ze ongeveer eh net zo gek zijn op elkaar, ja, dat gaat wel,
als wij. Ik weet natuurlijk méér dan jij omdat ik met
Bibi praat en jij met Dolf. Maar ze praten serieus, wel overal over,
maar neutraler. Geen woordspelingen, weinig complimentjes. Bibi zegt,
ik hoor genoeg tussen de regels door, en ik zie hoe hij naar me kijkt.
Daar heeft ze voorlopig genoeg aan.’
‘Dan
weet ik ongeveer net zo veel als jij, tenminste, wat je zegt, niet wat
je weet. Ik merkte dat je moeite deed om je niet weer te verspreken.
Lief, hoor.’
‘Jij gooit er wel vaak zulke kreten tussendoor.’
‘Ja. Toch doe ik moeite om het niet te gek te maken, eh, lieve meid.’
‘Ik weet
het. Ik hoor ook genoeg tussen de regels door, en ik zie hoe je naar me
kijkt. Een graad of twintig warmer dan Dolf naar Bibi.’
‘Ja, die houdt zich in. Anders bloost ze, zegt hij.’
‘Juist.’
‘Ik houd
meer van gesprekken zoals wij hebben. We hebben een hoop lol, maar
evengoed zijn we serieus. Al houd ik me ook wat in.’
‘Ja, heel mooi. Dank je voor het je inhouden. Heb je nog andere hobby’s dan je werk?’
‘Zeilen.
Ik huur af en toe een boot, vroeger heel vaak. Op de Loosdrechtse
Plassen. Ik ben een keer op de Kralingse Plas geweest, ook andere
plekken, maar Loosdrecht bevalt me het best.’
‘Lijkt me leuk.’
‘Hierbij ben je alvast van harte uitgenodigd. Net zoals om op mijn verdieping te komen. Eh kijken.’
‘Dank je, ik zal het onthouden.’
‘Ik nodig alleen jou uit, hoor. Niet samen met Bibi en Dolf.’
‘Is dat niet gezelliger? Die boten zijn vast groot genoeg.’
‘Ja, dat
wel, en gezelliger, tot een bepaald punt. Ik wil met jou ook
rietzeilen, dat doe ik liever met z’n tweeën.’
‘Daar heb ik van gehoord. Zit je dan niet te kijk?’
‘Dat
valt wel mee, als je een uithoek zoekt. Die boten hebben een hoge rand.
Zelfs als je op elkaar ligt zien ze je pas als ze vlakbij zijn, en
dan heb je ze al gehoord. Niet erg trouwens, ze komen daar met
hetzelfde doel. O, ik zeg niet dat het mijn bedoeling is om dan op
je te liggen.’
‘Dan,
hè? Je houdt alle mogelijkheden open. Nou, als je tegen die tijd
die bedoeling niet hebt, wil ik misschien geeneens mee.’
‘Meid toch. We zien wel. Ik pas me graag bij je aan.’
‘En er in eh, is het pas tegen de zomer goed weer voor zeilen?’
‘Ja, als
ik bij jou er in eh geslaagd ben om met je te mogen vrijen, moet het
niet te koud zijn. Zoiets is niet leuk als je dik aangekleed
bent.’
‘Nee,
bah. Ik weet niet precies wat je met vrijen bedoelt, maar daar hebben
we geen boot voor nodig. Je weet, ik mocht altijd op m’n kamer
zitten met mijn scharreltjes. Ik kan de deur op slot doen, maar ze zijn
nooit komen controleren. En het is er warm. Het wordt er misschien
bloedheet. Ho maar.’
‘Ik hoop dat ik in de nabije toekomst van harte uitgenodigd word.’
‘Dank je, ik zal het onthouden. Níet van harte nodig ik niemand uit, natuurlijk.’
‘Nee, dat snap ik wel.’
‘Met wie heb je in het riet gezeild?’
‘Met scharreltjes. Van school of uit de buurt.’
‘Ook erop?’
‘Nee,
alleen eraan. Ze konden geen kant op, maar dat wisten ze van tevoren.
Dan weet je dat vast. Dat mag ik dan toch wel demonstreren?’
‘Ik denk het wel. We zijn weer bezig, hè?’
‘Ja. We
praten over scharrelen en vrijen en zo, Debbie, maar eigenlijk praten
we over wat we voor elkaar voelen, wat we willen.’
‘Zoiets,
ja. Ik wilde vanmiddag alleen je achternaam weten, verder had ik niets
verzonnen. Maar het gaat vanzelf, met jou. Je bent erg gezellig.’
‘Jij ook, onder meer. Tja, je kan iemand wel aardig vinden, er mee kunnen praten is wat anders.’
‘Er mee wíllen praten is al een verandering voor me.’
‘Ja, daar had ik vroeger ook niet zo’n behoefte aan. Als het maar goed aanvoelde.’
‘Als zé maar goed aanvoelde.’
‘Dat
ook. En als ze maar goed aan míj voelde. Nou, nou. Ik bedoelde,
als het er maar lief aan toe ging. Met lieve kusjes beginnen, dan
voorzichtig strelen. Niet gelijk tussen de benen grijpen.’
‘Nee,
dat is niet de bedoeling. Maar ik kan me wel voorstellen, houd je vast,
ik word romantisch, dat als je veel van elkaar houdt, er omstandigheden
kunnen zijn, dat als je elkaar aankijkt, je de kleren van je lijf gooit
en gaat vrijen, zonder eh voorspel. Omdat je zo graag heel snel heel
intiem wilt worden. Zo dicht mogelijk bij elkaar, je helemaal geven.
Kijk me niet zo aan, het voorgaande is niet van toepassing.’
‘Helemaal niets ervan?’
‘Eh, ik zit nog vóór het stadium van lieve kusjes en voorzichtig strelen.’
‘Juist.’
‘Ik ga maar weer eens de muur verfraaien. Ik kreeg een seintje van Bibi.’
‘Dat heb ik niet gezien.’
‘Ten
eerste, zulke seintjes zien jongens niet. Ten tweede, het is je maar
geraden ook, je wilt me toch niet laten denken dat je meer naar haar
kijkt dan naar mij?’
‘Ten
eerste, dat doe ik niet. Ze is lief, en leuk, maar voor míj
haalt ze het láng niet bij jou. Het is hartstikke fijn dat Dolf
het omgekeerde over jou en Bibi denkt. Ten tweede, je weet heel goed
dat ik steeds naar jou kijk, ook alles van je bekijk wat er te zien is.
Zal ik vertellen hoe ik dat weet?’
‘Eh, ja.’
‘Omdat
je je ene been wat omhoog doet om mijn uitzicht te bederven als ik iets
te lang naar het heuveltje in je broekje kijk.’
‘O. Ja, klopt. Waarom doe je dat dan ook?’
‘Niet
omdat ik bijgedachten heb. Als ze bij me opkomen, wat je me niet
kwalijk kan nemen, ga ik aan wat anders denken, of even rondkijken.
Nee, omdat je het gehad hebt over het opvullen op bepaalde plekken bij
etalagepoppen. Je zei, die bobbel mag niet te groot, maar ook niet te
klein zijn. Meestal vul ik toch iets op, dat vind ik leuker. Jij hebt
ook een leuke, vast niks opgevuld.’
‘Dank je
wel. Ik mag wel even bijgedachten hebben, hè? Ze zijn eh nogal
openhartig. Ik wil je alleen laten merken dat ik nergens bang voor ben,
om het daar maar bij te laten.’
‘Omdat
we erg openhartig zijn, durf ik te zeggen dat we niet veel openhartiger
kunnen worden dan we al geweest zijn.’
‘Heel netjes gezegd. In plaats van, meid, ik weet al dat je maagd ben, dus kan je alles vertellen.’
‘Dat vind ik niet fraai. Trouwens, er zouden dingen kunnen zijn die je nog steeds liever niet zegt.’
‘Ja, zoals hoe ik precies over je denk.’
‘Ja, jammer. Maar doe maar rustig aan. Goed, wat had je voor openhartige bijgedachten?’
‘Misschien mag je, en wil ik, dat jij me t z t daar opvult.’
‘Ik weet
dat jonge meisjes hun behaatjes wel opvullen met zakdoekjes. Maar ik ga
toch niks in je broekje stoppen? Ik zou ook niet weten wat.’
‘Dan zal ik geen broek aanhebben. Jij ook niet.’
‘Wat? Oh, meid, mieter op.’
‘Ik ben al weg.’
‘Wacht even, tot er niemand langs loopt.’
‘Ben je bang dat ik tegen iemand opbots?’
‘Nee, dan zie ik je kontje niet zo leuk schudden.’
‘Nou, vooruit, omdat dat een wat onschuldiger onderwerp is zal ik extra schudden. Tot de volgende keer.’
‘Heel graag, schoonheid.’
Dinsdagmorgen
‘Je hebt je boek niet bij je. Geen interesse meer in bepaalde zaken?’
‘Ik heb zeker interesse in bepaalde mooie zaken. Ik pak het even.’
Hij liep vlug heen en weer.
‘Debbie,
ik wilde niet dat je zou denken dat ik ergens op rekende. Ik heb wel
gezegd, liever geen stapje terug, maar je moet je nergens verplicht toe voelen.’
‘Dank je. Het lijkt me trouwens niks, je maar één borst laten zien.’
‘Nee, twee lijken me heerlijk, als toetje na het ontbijt.’
‘Je kan het ook zien als een mogelijk voorafje.’
‘Dat zien we op z’n vroegst in Nederland wel. Je bedoelt het niet als lokkertje, denk ik.’
‘Nee, zo belangrijk vinden we het toch niet?’
‘Nee,
het is voor de gezelligheid, omdat we zo vrij met elkaar omgaan, weten
dat er geen misbruik van gemaakt wordt, dat overbodige preutsheid niet
de bedoeling is, we elkaar geen pijn doen, dat er niets beschadigd
wordt, elkaar wat gunnen. Nou, méér schiet me zo gauw
niet te binnen.’
‘Voor
een jongen praat je veel en makkelijk over dat soort dingen. Je moet er
ook niet mee stoppen, daarom ben ik na je eerste paar zinnen ook met je
blijven praten. Je zei, en ik merkte, dat het je niet hoofdzakelijk om
versieren ging.’
‘Ten
eerste, ik blijf hetzelfde tegen je praten, zo lang je naar me kijkt,
of bij me bent. Dat lok je bij me uit. Nou, andersom weten we ook hoe
het werkt, ik zal je een uitleg besparen. Oh, dat werkt natuurlijk
niet. Als je wat wilt zeggen doe je dat toch.’
‘Juist.’
‘Juist. Of je zegt dat je niets zegt. Hartstikke leuk, meid. Ten tweede, ik
weet het nog niet helemaal zeker, maar ik denk het me hoofdzakelijk
wél om versieren gaat. Maar dan voor een levenslange
termijn.’
‘Juist.’
‘Juist.’
Ze waren even
stil, dronken wat en glimlachten naar elkaar. Ze werden gestoord omdat
er gasten naar het muurtje toe kwamen lopen en naar de zee wezen. Ze
keken wat er te zien was. Op een ruime honderd meter van het strand
zwommen er een paar walvissen voorbij. Iedereen probeerde steeds te
gokken waar ze de volgende keer weer op zouden duiken om adem te halen.
Zodra de walvissen bijna uit zicht verdwenen waren ging iedereen weer
zitten of het zwembad in.
‘Dat was geluk hebben, Han, zo vlakbij. We zitten hier op een pracht plek.’
‘Ja, dat is een mooi extraatje. Gratis show, ook all inclusive.’
‘Over show gesproken.’
Ze knipoogde.
‘Even wachten hoor. Nog niet iedereen zit weer op z’n plek.’
‘Die van mij wel. Begin maar vast.’
Hij pakte zijn
boek en begon, er overheen kijkend, weer van haar borsten te genieten.
Af en toe keek hij haar heel even aan, glimlachend. Na een tijd deed ze
haar bovenstukje weer wat losser. Even later keek hij haar aan.
‘Onvoorstelbaar. Zo mooi, ik zou uren kunnen kijken. Je tepeltjes zijn ook weer aardig groot. Waar denk je aan?’
‘Dat is niet geschikt voor jouw oortjes. Ik ga je ogen even pijn doen.’
Ze ademde diep uit, haalde een borst uit haar bovenstukje, hield haar hand eronder en ademde toen weer door.
‘Als ik iemand te nieuwsgierig zie worden, behalve jij natuurlijk, kan ik er zo mijn hand voor doen.’
Hij keek heel even.
‘Inpakken, meid, ik krijg er te veel problemen mee.’
Hij deed zijn boek dicht en keek over het water. Ze stopte haar borst weer in het bovenstukje en deed dat goed vast.
‘Ik kan geeneens opstaan. Jij zou er niet mee zitten, ik ook niet, maar je zus zou flauwvallen, denk ik.’
‘Ze zal toch ééns moeten wennen.’
‘Ja,
maar dat doet ze dan maar bij haar Dollefie. Hier zal ik nooit aan
wennen. Ik was al verwend. Nu nog dichterbij dan in het water, vlak
voor m’n neus. Het is heel raar, Debbie, ik had geen enkele
moeite om van je schitterende borst af te blijven, maar de automatiek
beneden reageerde nogal heftig.’
‘Ik had het graag gezien. Als je zo lief blijft, nou, je weet het wel.’
Ze waren weer even stil, dronken weer wat en glimlachten weer naar elkaar.
Na een minuur schudde hij zijn hoofd langzaam.
‘Wat nee?’
‘Aan de
ene kant snap ik wel zo ongeveer waarom je me zo ontzettend veel gunt,
aan de andere kant vind ik het onvoor- stelbaar.’
‘Wat?’
‘Dat een
meisje, wat me eh vier dagen kent, me een prachtige borst, met een van
opwinding groter geworden tepel, zo, bloot, vlak voor mijn neus houdt,
zonder ergens bang voor te zijn.’
‘Bang?
Poe. Han, het is dus niet onvoorstelbaar, je hebt het gezien. Ik heb je
aan één, zo mooi en compleet door jou omschreven borst
voorgesteld, of anders om. Ik heb het niet zomaar gedaan. Je kan nu ook
minder ongeveer snappen waarom ik je zo ontzettend veel gun.’
‘Ja, ik
snap het, minder ongeveer. Hartstikke fijn, Debbie. Ik eh kan er weer
netjes bij lopen. Ik loop weer naar mijn stoel. Mijn hartslag laten
zakken. Dank je wel voor de versnelling daarvan, via mijn ogen en mijn
oren, onvoorstelbaar lieve meid.’
‘Ik zal vanmiddag proberen het rustig aan te doen.’
‘Ik heb weinig hoop. Ik weet zelf ook niet hoe dat moet. Misschien lukt het vijf minuten. Tot vanmiddag.’
Dinsdagmiddag
Debbie en Han
waren een tijd na de lunch weer naast elkaar op de ligstoelen gaan
liggen. Ze keken veel naar elkaar, maar af en toe ook naar het andere
stel op het muurtje.
‘Morgenochtend
zijn Dolf en ik er niet, Debbie. We hebben geboekt om te gaan
whalewatchen. Dat was ik bijna vergeten. Dolf ook. Hij was even op de
kamer en kwam met de brochure terug.’
‘Wij gaan ook. Bij wie?’
‘Bij een
adventureclub, uit de brochure van de reisleider hier. We moeten er met
een taxi naar toe, er om een uur of half negen zijn.’
‘Wij ook. Het is vast dezelfde club. Zullen we gezamenlijk gaan?’
‘Prima. We komen waarschijnlijk in dezelfde boot terecht. Die hoef je dan niet af te houden.’
‘Oh,
snel gevonden, zeg. Ik weet het, dat doen we. Het gaat snel genoeg.
Waar ik het nog met je over wilde hebben komt normaal ook nooit zo
vroeg aan de orde. Misschien wel nooit. Vind je het erg, dat ik je het
hemd van je lijf vraag, bijna letterlijk, over intieme zaken?’
‘Nee, van jou niet, Debbie, zelfs tegen helemáál letterlijk heb ik geen bezwaar.’
‘Ondeugd. Zie je hoe snel het gaat? Je binnen een paar dagen voor een meisje uit willen kleden.’
‘Daar
zat ik nooit mee, Debbie, omdat de meiden dan makkelijker durfden om
het ook te doen. Ik ben blij dat het met jou niet gebeurt. Rare
gewaarwording, overigens.’
‘Ja hè? Fijn. Daarom durf ik je ook alles te vragen. Oh, zijn de vijf minuten om?’
‘Welke vijf minuten?’
‘We zouden proberen het vijf minuten rustig aan te doen.’
‘Nou, met een beetje liegen, op de rand. Vraag maar.’
‘Je zei,
een paar dagen geleden, het lijkt me, vooral voor een meisje, heel mooi
om ongerept het huwelijk in te gaan. Zou je het fijn vinden om met een
ongerept meisje te trouwen?’
‘Ja,
maar ik zou ze het niet kwalijk nemen als ze het niet was. Bij mij is
het toeval dat ik het nog ben. Niet opzettelijk.’
‘Daar mag je het later graag een keer over hebben. En lichamelijk?’
‘Ik hoop
dat ze, om het niet te persoonlijk te laten worden, er niet bang voor
is. Het is al spannend genoeg, denk ik, zo’n eerste keer. Op
onbekend terrein. Er in, bedoel ik. Sorry, beetje erg ruig.’
‘Je mag
best persoonlijk worden. En wat ruig. Dat doe ik ook. Ik ben er niet
bang voor om ontmaagd te worden. Ten eerste, omdat er misschien niets
van te voelen is. Ten tweede, het is eenmalig. Ten derde, lekker
persoonlijk, ik zou het, denk ik, fijn vinden als jij het zou doen. Je
doet het vast ontzettend lief.’
‘Ja. Even wat drinken en bijkomen, meid.’
‘Goed. We zijn wel erg openhartig en vrij. Zo bont heb ik het nog nooit gemaakt. Dat lok je bij me uit.’
‘We staan nog steeds quitte. Behalve op showgebied.’
‘Zoiets kan jij hier ook moeilijk doen. Ik heb geduld.’
‘Vast
met net als ik wat tegenstrijdige gedachten. Om weer verder te gaan, ik
zou het ontzettend lief doen. Net zoals ik álles heel lief met
je wil doen. Ik heb daarvoor al wat ervaring, wat je gelukkig niet erg
vindt, alleen ben ik op dat puntje nog amateur.’
‘Ja. Dat
vind ik ook fijn. Al toen je het tegen me zei. Ik heb er daarna
natuurlijk wel eens over nagedacht. Je had het vanmorgen over
onvoorstelbaar. Ik vond het hartstikke abnormaal dat een jongen dat aan
een meisje, wat hij amper kent, zo bewust en openlijk bekent. Dat vind
ik nóg. Maar ja, ik deed net zo hard mee, al ik dacht er
geeneens bij na, het floepte er zo uit. Onbegrijpelijk. Ik dacht altijd
dat daar hooguit één keer, in de huwelijksnacht, over
gepraat werd.’
‘Tja, we
gaan wat anders met elkaar om, zonder verder in detail te treden. Nou,
fijn, als het zover komt hoeven we er niet over praten, kunnen we er zo
veel mogelijk van genieten.’
‘Ja,
als. Ik blijf de boot afhouden, maar alleen omdat we hier in een
vakantiesfeer zitten. Hè, daar ga ik weer, wéér te
veel gezegd. Wat doe je me aan?’
‘Sorry, meid, ik zou je ook liever wat uitdoen.’
‘Daar ga jij óók weer.’
‘En nog
even door. Ik hoop voor jou op een pijnloos gebeuren. Voor mij hoeft
een eh merkbare bevestiging van je maagde- lijkheid niet, ik geloof je
zonder meer.’
‘Dank je
wel. Ik jou ook. Even bijkomen. Oh, ja, je zei, jullie kamer. Hoe is
dat, met een jongen op één kamer slapen?’
‘Niks bijzonders. Dat doen meiden toch ook?’
‘Ja, en net zo makkelijk in hetzelfde bed, als dat zo uitkomt. Dat doen jongens niet graag, hè?’
‘Nee. Ik
denk, dat we niet de indruk willen wekken dat we homoseksueel zouden
zijn. Meiden zitten daar niet zo mee, geloof ik. En wij denken, meiden
doen maar, homoseksueel of niet, wat kan er gebeuren?’
‘Ja,
niet zoiets als bij jongens. Om je gerust te stellen, niet dat dat
nodig is, dat weet ik wel, maar ik kan het toch niet laten om te
zeggen, ik heb geen enkele neiging in die richting, integendeel. Ik ben
altijd gek geweest op jongetjes, ik speelde nooit met meiden.’
‘Ik vond
meisjes altijd leuk om naar te kijken, tenminste, als ze er niet al te
lelijk uitzagen. Meer of minder plat maakte me niet zo veel uit, binnen
grenzen. Maar ik begon er pas mee te spelen toen ik twaalf of zo
was.’
‘Met dat soort spelen ben ik ook pas rond m’n twaalfde begonnen. Het had daarvoor ook weinig nut.’
‘Ondeugd. Maar je hebt wel gelijk. Daarna werden kleine zaken langzaam groter.’
‘Ja.
Bibi en ik, zij natuurlijk een jaar eerder, waren heel blij dat we niet
als laatste in de klas borstjes kregen. Bij jongens maakt het
natuurlijk niet uit, niets van te zien. Ik wil eigenlijk al een tijd
weten hoe jongens erachter komen dat er wat bij ze kan groeien. Meiden
zien dat bij zichzelf natuurlijk vanzelf. Maar ik heb het nooit durven
vragen.’
‘Juist.’
‘Juist?
O. Je wilt me er duidelijk om horen vragen, hè? Nou, als je denk
dat ik dat niet durf, dat had je beter moeten weten. Hoe ontdekte je
dat je een erectie kon krijgen?’
‘Oef.
Ja, ik had beter moeten weten. Goed, brutaaltje. Nee, liefje. Ik ben
blij dat je het durft vragen. Ik durf het wel te zeggen. Onder de
douche. Plotseling merk je, dat als je je daar wast, hij wat groter
wordt. Langzaam aan iedere keer een pietsje groter. Tot hij, ik weet
niet na hoelang, rechtop, of bijna, staat. Je moet er dan wel een
beetje eh mee spelen, helemaal vanzelf gaat het niet. Wel als je op een
bepaalde manier aan een mooie meid denkt. Wat je er nu mee zou kunnen
doen.’
‘Je maakt het jezelf wat makkelijker door je te zeggen in plaats van ik, hè?’
‘O. Ja,
ongemerkt. Je begreep natuurlijk direct dat ik niet jij bedoelde, maar
jongens in het algemeen. Of mezelf, inderdaad.’
‘Je legt het fijn uit. Kan je dat net zo over eh de verdere werking?’
‘Maak
jij het me nu eens wat makkelijker om daarover met een meisje te
praten, al ben jij het. Nee, laat maar. Ik heb je nog niet zien blozen.
Maar dat zou nu wel eens kunnen gebeuren, als je zou moeten zeggen wat
je bedoelt.’
‘Dacht je dat, nadat ik het zelf over mijn niet-hangers gehad had?’
‘Nu niet
meer. Ik ga ook maar over op ik. Op een ochtend, in de tijd dat hij
iedere keer onder de douche groter werd, werd ik wakker met een natte
plek in mijn broek. Ik had er van andere jongens over gehoord. Een
natte droom. Ik weet niet waarvan ik gedroomd had. Even vooruitlopend,
later wist ik het meestal wel. Was ik in mijn droom met een mooie meid
aan de gang geweest. Dat zal op een of andere manier wel door die
zaadlozing veroorzaakt worden, andersom lijkt me sterk. Dan had ik er
bijna iedere nacht één moeten hebben. Erg,
hè?’
‘Dat je daar zo vaak over droomt? Dat lijkt me natuurlijk. Ga door. Geweldig, zo.’
‘Ja,
stille genieter. Nou, ik blij natuurlijk. Grote jongen, man.
Vergelijkbaar met een groot meisje worden, zoals ze dat noemen. Alleen
hebben wij er lol van, jullie niet. Goed. Wanneer de zaadproductie op
gang gekomen is, en de voorraad groot genoeg is, loopt er vanzelf wat
uit. ‘s Nachts, wanneer je ontspannen bent. Als ik er wakker van
werd, soms, voelde ik heel kleine schokjes, krampjes. In het begin
gebeurde het niet zo vaak, later één keer per week, of
zo.’
‘Gaat dat nog zo?’
‘Min of
meer. Nou, dat is te vaag, je blijft toch doorvragen. Als je je onder
de douche aan het wassen bent, en het is niet zo lang
vóór de volgende natte droom zou komen, en je niet
voorzichtig genoeg bent, dan beginnen die schokjes, krampjes. En of je
dan wilt of niet, dan moet je meehelpen, en dan spuit het eruit. De
eerste keer schrik je je rot. Maar het is wel een heel lekker gevoel.
Dus de volgende keer zit je er niet meer mee. Maar er wordt niet over
gepraat. Je wordt niet geacht dat te doen. Bij jezelf. Oh, ik was weer
op je overgegaan.’
‘Ja, ik had het gelijk in de gaten. Wist ik dat je er een beetje moeite mee had om het te vertellen. Dank je wel.’
‘Jij ook
bedankt. Je maakt het me erg makkelijk. Daarom ga ik nog even door, om
het verhaal compleet te maken. Als dat gebeurd is duurt het natuurlijk
langer vóór de volgende natte droom komt, de telling
begint opnieuw. En toen de meiden bij het scharrelen zo lief waren om
me klaar te laten komen ook. Hé, je bloost een beetje. Leuk. De
laatste jaren word ik er meestal op tijd wakker van, als ik ondanks
alles toch een natte droom krijg. Dan kan ik het opvangen in een
handdoek of desnoods een sok. Hier ook. Als Dolf er al wat van merkt,
over zulke zaken wordt niet gesproken. De eerste week hier
één keer, toen afgelopen zondagnacht. Door je show. Ja,
kijk niet zo vragend. Ik wed dat ik er vannacht wéér
één krijg.’
‘De
eerste keer had je er bijna geen last van. Vanmorgen wel, maar dat was
niet te vermijden. Ik maakte het wel heel erg bont.’
‘Hij, of zij, was niet bont. Een mooie langzame overgang van prachtig bruin naar eh, ja, dat past, maagdelijk wit.’
‘Ja, omdat je hier niet topless mag zitten. Wat droomde je?’
‘Ik werd
niet door je weggestuurd. Ik stond wel op, maar daarna ging het anders.
Ik liet je zien dat ik er behoorlijk last van had. Maar het is wel een
prettige last. Ik trok mijn zwembroek uit om je te laten hoe dat er
bloot uitziet, wat voor lekkers ik voor je had. Jij kreeg zwoele
slaapkamerogen, deed je bikini uit en ging op je rug liggen, benen
wijd, prachtig uitnodigend. Ik keek even naar je en liet jou naar mij
kijken tot ik op m’n maximum zat. Ik kroop op en in je, om
hartstochtelijk met je te vrijen. Ik zal maar niet zeggen hoe jij je
gedroeg. Tot ik, nee, we, klaarkwamen. Toen werd ik wakker, natte
droom. Sorry.’
‘O. Ik schrik toch even. Even nadenken en drinken.’
‘Ik kan
er niets aan doen, Debbie. Nu moet je niet gaan denken, ik ga niet meer
showen. Dan duurt het misschien een dag langer voor de volgende natte
droom. Je aanwezigheid, werkelijk en in gedachten, veroorzaakt zo wie
zo een verhoogde zaadproductie bij me. Daar kan ik niets aan doen, jij
ook niet. Dat hoort erbij.’
‘Dank je
wel. Ik was even ongerust. Ik vond inderdaad dat ik je dat niet aan kon
doen. Maar de natuur heeft dat natuurlijk zo geregeld. Anders zou je
niet vaak genoeg kunnen vrijen, kompleet met een zaadlozing. En ik vind
het leuk, dat ik dat bij je veroorzaak.’
‘Ik ook. Maar ik wacht rustig, in de hoop, verwachting eigenlijk, dat mijn droom ooit werkelijkheid wordt.’
‘Mooi gesproken. Maar dat is toch voor jou niet rustig?’
‘Ach. Ik ben natuurlijk wel wat gewend. En met jou vind ik het helemaal niet erg.’
‘Ik zal
er nog eens over nadenken. Je hebt me erg veel, en mooie, ook zeer
persoonlijke informatie gegeven. Je bent lief. Ik weet, omdat we niet
handtastelijk willen worden, niet hoe ik je moet bedanken. Anders had
je een kusje gekregen.’
‘Jammer. Maar ik weet het wél. Ik heb een tegenvraag. Heb jíj wel eens ergens last van?’
‘Shit.
Nou, het kan er nog wel bij. Bij wat je al van me weet. Ja. En soms
moet ik dan ook een handje helpen. Mag ik het daarbij laten?’
'Nog één toelichting graag. Heb ik effect op je?’
‘Ja.’
‘Dank je wel.’
‘Laat je het daarbij? Ben je niet nieuwsgierig?’
‘Jawel. Maar ik heb geen haast, je vertelt het me later wel.’
‘Nou, dat weet ik nog niet zo net.’
‘Ik wel, je kan toch je mond niet houden.’
‘Nee. Maar met jou vind ik het helemaal niet erg. Je hebt helemaal gelijk. Hoe gedraag ik me dan, in je droom?’
‘Lief en
woest. Meer zeg ik niet. Je komt er vanzelf achter, dan. Ik ben er van
overtuigd dat ik gelijk krijg. Daar laat ik het nu echt bij. Ik weet
niet hoe het met jou is, maar ik heb mijn portie wel gehad vandaag. Tot
ziens, liefje.’
‘Tot ziens, liefje.’
Woensdagmorgen
Ze hadden een
mooie ochtend. De helft van de tijd zagen ze walvissen of dolfijnen.
Verder weg of dichterbij. Soms lukte het de stuurman, achter op het
bootje, samen met de gids, voorop, om op een meter of tien van
opduikende walvissen te komen.
Woensdagmiddag
Ze waren later
terug dan ze gedacht hadden. Daarom gingen ze, na zich op hun kamers
omgekleed te hebben, niet in het restaurant eten, maar aten met
z’n vieren wat in de snackbar. Daarna gingen ze weer op hun eigen
plaatsen lezen. Tot er weer kort en hard gefloten werd. Deze keer wist
iedereen gelijk wie dat deed. Er werd wat geapplaudisseerd. De meesten
hadden inmiddels al eens met haar gepraat, vonden haar spontane gedrag
wel leuk. De stelletjes praatten en zwommen weer. Na een uur ging Han
in een hoek staan. Debbie ging grinnikend op de rand van het bad zitten,
naast hem.
‘Nee,
Han. Een aardig aanbod, ook snel verzonnen, maar voor mij hoeft het
niet. Ik heb genoeg kleine jongetjes gezien.’
‘O.K. Ik
dacht, ik gun jou ook wat, ik loop achter. Het is inderdaad niet zo
veel. Al is het water niet zó koud. Goed, we gaan weer verder
alsof er niets gebeurd is.’
‘Nog
even. Ik vond het wel een lief en eerlijk aanbod, hoor. Ik ben ook blij
dat je het lef had. Ik wil je wel waarschuwen. Vroeger zat ik er niet
zo mee, ik heb je het verteld. Maar met jou is het anders. Gezien onze
eh verhouding gaat het nog een tijdje duren voor ik je wil zien. En jij
mij mag zien. Ik bedoel, waar je voor op mijn lijstje staat. Al zal er
vast nooit iemand anders op dat lijstje komen.’
‘Dat verwachtte ik al. Geen probleem. Ik zei al, liever heel langzaam heel goed, dan snel en spijt krijgen.’
‘Ja. Zeg, heb je goed geslapen?’
‘Ja,
hoezo? O. Ik ben even wakker geweest. Jouw schuld. Nee, door jou
veroorzaakt, dat is iets anders. Ik droomde weer van je. Deze keer ging
het niet woest, maar rustig aan. Meer horen?’
‘Ja, ik kom naast je staan, dan kan je wat zachter praten. Ik wil wel wat over mijn mogelijke toekomst horen.’
‘Een
klein stukje dan. Na mijn opstaan til ik je op en ga op een stoel
zitten, met jou op schoot. Ik doe je bovenstukje af en ga je borsten
strelen en kussen. En af en toe je mond kussen. Dan voel ik je hand
mijn zwembroek ingaan en me daar vastpakken. Ik ga er iets beter voor
zitten om me beter te kunnen laten strelen. Dat doe je zo fijn dat ik,
ja, wakker wordt. Van alweer een behoorlijke voorraad geloosd te
hebben. Nu overtuigd van jouw werking op mijn zaadproductie?’
‘Ja. Ik zie ook, dat je ondanks het niet zó koude water, je een halve erectie gekregen hebt. Leuk.’
‘Als je me daar even zou strelen, zelfs óver mijn zwembroek, zou het een hele worden.’
‘Nee,
dat doe ik maar niet. Dat hoef ik ook niet. Ik ga je even, hier
vandaan, brutaal bekijken, dat heeft vast hetzelfde resul- taat.’
‘O, meid, dat heeft het zeker. Wat kan jij verlekkerd kijken.’
‘Han,
mijn laatste ervaringen zijn al weer van een tijd geleden. Ik wil mijn
geheugen een beetje opfrissen. Zonder mijn handen te gebruiken, dat zou
hier te opzichtig zijn. Mag ik je komen omhelzen, en me tegen je
aandrukken? Jij voelt bij mij beneden lekker niks, je doet het maar met
wat je al van me gezien hebt. Dan heb ik ook een voorproefje. Dat kan
wel, niemand zal het gek vinden dat we elkaar even omhelzen. Ze hebben
vast gezien dat we ons nogal met elkaar bemoeien.’
‘En
elkaar vermoeien. Af en toe zijn we bijna bekaf, hè, na een tijd
praten. We willen niets van elkaar missen. Zou dat zo blijven?’
‘Vast niet. Dat is de nieuwigheid. Wanneer we meer van elkaar weten zal het minder vermoeiend worden.’
‘Zeg, kom gauw in mijn armen. Of kijk eerst weer even. Ik zal me stilhouden, je zal wel woest genoeg zijn.’
Ze omhelsde hem, wreef zich even tegen hem aan en ging weer op het randje zitten, glimlachend.
‘Oef, dat had niet veel langer moeten duren, meid. Heerlijk. Boven ook, je borsten tegen me aan.’
‘Ik vond
het ook lang genoeg. Nou, dat was méér dan een
opfrissertje. Groter en steviger dan ik verwachte. En dan ik ooit
gevoeld heb. Daar ga ik vast van dromen.’
‘Niet meer dan eerlijk.’
‘Zullen
we gaan zwemmen? Ik wil aan andere dingen gaan denken. Dat zou voor jou
ook goed zijn. Zo kan je het water niet uit.’
‘Nee. We
lossen onverwachte dingen makkelijk op, hè? Maar ik heb genoeg
gezwommen, ik ga er uit zogauw ik weer een kleintje heb.’
Donderdagmorgen
De meiden kwamen iets na de jongens het restaurant in om te ontbijten, maar kwamen niet bij hun zitten.
Na een uurtje op het terras lezen ruilden Bibi en Han weer van plaats.
‘Hoi. Ik zie dat je je boek bij je hebt. Veel zin in je voorafje?’
‘Debbie,
het is heel fijn, maar je moet niet denken dat ik dezelfde kant op wil
als mijn voorgangers. Alleen maar eh een tijdje seks. Ik denk aan een
veel langer contact. Ik wil er eigenlijk niet te diep op ingaan, we
zouden rustig aan doen. Maar je zei, je voorafje. Niet, een mogelijk
voorafje, zoals de vorige keer.’
‘Ja. Ik
wil het er eigenlijk ook nog niet over hebben, maar het schoot er weer
uit. Dat gebeurt ons nogal eens, hè? Ik weet nog niet zo zeker
of het liefde op het eerste gezicht is. Ja, nu zeg ik daar wél
wat over, we moeten ook niet té voorzichtig doen. Han, we gaan
fijn met elkaar om, maar het zou ook kunnen stoppen bij
vriendschap.’
‘Debbie,
de eerste keer dat ik je zag dacht ik, wat een mooie meid. Ik leg je
een beetje uit wat ik bedoel. Wat ze knap noemen, van filmsterren en
zo, vind ik meestal koel, koud. Je kent vast Julia Roberts. Die is
beslist niet knap. Ik vind haar mooi, ze eh straalt warmte uit. Het is
niet voor niets het lievelingetje van het publiek in de States. Ze komt
ook in talkshows, is daar ook niet te beroerd voor. Dan praat ze fijn,
gezellig, niet oppervlakkig. Ik vind jou ook mooi. Misschien wil je
graag knap genoemd worden, maar dan moet je niet bij mij zijn. Ik vind
je, de eerste keer dus ook al, mooi. Snap je me?’
‘Ja. Dank je voor je uitleg.’
‘Ik ben
er nog niet. Dat kwam de eerste keer door je figuur, je houding, zoals
je haren erbij hingen. Je lag heel ontspannen, deed af en toe heel
rustig je haren wat opzij. Ik dacht, die zou ook lief kunnen zijn. Voor
jou misschien een rare gedachtegang, ik heb geen idee wat er bij meiden
opkomt als ze een jongen zien. Vertel je misschien nog wel eens. Het
hoeft niet, meiden mogen van mij hun geheimpjes hebben. Hé,
bloos je? Oh, schatje, ja, we hebben ons gezamenlijk geheimpje. Maar
daar hebben we het nu niet over. Eh, ik dacht dus eerst, die is mooi.
Toen, die zou lief kunnen zijn. Zie je, dat ik toen omschakelde van eh
lichamelijk naar geestelijk? Daarom hoef je niet benauwd te zijn dat
het bij mij alleen om seks gaat. Kan je me nog volgen?’
‘Ja. Heb je psychologie gestudeerd?’
‘Nee, veel meiden eh ontmoet. En ik ben goed in logica. Oorzaak en gevolg uitzoeken.’
‘Ik ben wel blij dat je zei, niet alléén seks.’
‘Stouterd. Daar ga ik later wel op door. Ik was er nog steeds niet. Of vind je het genoeg?’
‘Nee, ik voel dat je nog meer hebt, waar je naar toe wilt. Ga door.’
‘Fijn
dat je me zo goed aanvoelt. Geestelijk. Sorry. De omschakeling is niet
honderd procent. Maar dat vind je dus niet erg. Nou, toen je zei, je
wilt me zeker versieren, dacht ik, ik weet niet of dat lief is, in
ieder geval wel erg vrij. En ze kijkt eh guitig. Ouderwets woord
misschien, maar ik lees veel. Daarna luisterde je goed, ging overal op
in, direct of wat later, heel openhartig, spontaan. Zo’n verschil
met andere meiden. Maar je bleef wel een echt meisje. Ik kan dat niet
goed uitleggen. Je maakte wat bij me los, het was niet zomaar een
praatje. Daarom zit ik toch aan liefde op het eerste gezicht te denken.
Geen ships that pass in the night.’
‘Je leest vast veel Engels.’
‘Ja,
heel veel. Ik zei die eerste keer al, ik lees liever in de originele
taal. En ik werk in het Engels. Ik denk soms in het Engels. Nou, dat
kwam er ook nog bij, je bent slim. Denkt overal bij door. Je bent
allesbehalve oppervlakkig. Ouderwets gezegd, je hebt een behoorlijke
diepgang. Geestelijk. Shit, ga ik weer. Ja, meid, moet je me ook maar
niet zo verleidelijk aankijken. Nou, dat was het zo’n beetje. Ik
eh mag je heel graag.’
‘Bekijken.
Nee, sorry, dat was flauw. Je hebt het net zo geweldig uitgelegd.
Daardoor heb ik mezelf niet helemaal onder controle. Ik begrijp je heel
goed. En ik vind het ontzettend fijn. Je moet voorlopig maar aanvoelen
hoe ik over je denk, ik zeg nu niks. Ik voel nu trouwens aan, dat we nu
geeneens zin hebben in mijn eh showtje, dat we het liever bij
geestelijk contact houden. Ondanks dat we allebei soms wat anders
denken. Daar is niks mis mee, natuurlijk.’
‘Geweldig,
dat je er zo over denkt. Nee, geen show meer. Ik wil gewoon naar je
kijken. Wel af en toe naar de bovenkant van je borsten. Je mooie
tweeling. Ik zou je wel graag een kusje geven, zo voel ik me nu. Als eh
uitdrukking van mijn gevoelens. Een lief kusje, geen lustgevoelens. Mag
het?’
‘Nee.’
‘Mag ik het een andere keer weer vragen?’
‘Ja.’
‘Zal ik wachten tot in Nederland?’
‘Ja.’
‘Zullen we doorgaan alsof er niets gebeurd is?’
‘Han,
eerlijk gezegd roep je wel een beetje lustgevoelens bij me op. Daarom
beginnen we er voorlopig maar niet aan. Zeg, Bibi en ik hebben het er
over gehad hoe jullie naar ons keken, de verhouding gezicht en naar
beneden. Ja, meiden houden dat in de gaten, om de belangstelling voor
één en ander in te schatten. Je snapt wel, als jongens
alleen naar beneden kijken zijn ze gauw afgebrand. We zijn niet uit op
overal en altijd vrije seks. Als ze alleen naar ons gezicht kijken
trouwens ook, we zijn niet van steen. Wel alles op z’n tijd, je
merkt het. Het is fijn, lieverd, dat je het er volkomen mee eens
bent.’
‘Ja. Al
blijft het wat tegenstrijdig. Ergens zou ik gelijk met je naar bed
willen, maar toch wil ik het beslist nog niet. Heel af en toe denk ik
wel, dat zal beslist zóóóó fijn zijn. Niet
zoals ik vroeger wel dacht, niet schrikken, daar wil ik mee naar bed,
lekker te keer gaan. Sorry.’
‘Ik
schrok niet. Meiden denken ook niet altijd voorzichtig, hoor. Ik denk
dat je zou blozen als ik je wat zou vertellen. Ik ga verder over die
verhouding boven onder kijken. Bibi vond, dat Dolf ongeveer zeventig
dertig keek. En nog steeds. Ik vond dat jij afgezakt was van ongeveer
negentig tien naar tachtig twintig. Nu weer zo ongeveer negentig tien.
Heel fijn.’
‘Leuk,
hoe jullie dat meten. Jullie hebben niet zoveel om naar te kijken als
wij. Ja, ik weet het, bij gelegenheid, om één af andere
primitieve reden, naar onze kontjes.’
‘Ja, het
is oneerlijk, veel méér valt er niet te zien dan figuur
en houding. ‘s Zomers zien jullie ook nog onze mooie benen. Han,
ik denk zelden aan naar bed gaan. Omdat dat te zijner tijd een
vreselijk belangrijke beslissing is, gezien mijn geheim. Ik stop dus
daarvóór met denken. Nou, ik vertel je toch wat meer. Ik
denk wel eens hoe fijn het zal zijn, voor ons beiden, als je me
streelt. Niet zoals nu al, met je ogen, maar met je handen.’
‘Ik zou dat heel graag heel lang doen.’
‘Juist.
Bibi en ik hebben het er al over gehad dat jullie niet zulke harde
handen hebben, door jullie werk. Ja, bijna elk onderdeeltje wordt
besproken, dat vind ik fijn, ik zei al, ik houd wel van een
slaapkamerstijl. Het is ook goed voor Bibi, het angsthaasje. Even
pauze, wat drinken.’
‘Het is
voor ons allemaal goed om rustig over zulke dingen te praten. Ik denk
wel eens, waar ben ik mee bezig geweest. Maar ja, je bent jong en je
wilt wat, hè?’
‘Nog
steeds, maar anders. Zo hoort dat als je wat ouder wordt. Nou, nu jij
even niet schrikken. Ik denk ook wel eens, ik zou hem wel in volle
glorie willen zien. En strelen. Ik denk niet dat ik er bij jou veel
problemen mee zou hebben. Jij vast wel, als ik dat heel lang zou
doen.’
‘Nou zeg, flapuit. Zo te horen wil je daar nog wel meer over weten.’
‘Ja, graag, als je durft. Wat je er allemaal mee gedaan hebt.’
‘Debbie,
we hebben al een mooi gezamenlijk geheim. En we zijn erg vrij met
elkaar. Maar om te praten over wat we eh maximaal gedaan hebben? Zou
jij durven?
‘Ja, Han. Ik zou zelfs durven beginnen. Als je me zou beloven het daarna van jou te vertellen.’
‘Nee,
dat is natuurlijk tegen mijn eergevoel in. Als je het graag wilt weten,
en vertellen, nu al, dan durf ik het wel. Het is een minder groot
geheim dan ons eerste. Dat is met één woord te
beschrijven, maar dit moet meer in detail, slaapkamerstijl. Zou je het
erg vinden om het toch wat uit te stellen? Ik zou het liever in je oor
fluisteren. Maar dan zou je wel dichterbij moeten zitten.’
‘Daar
heb ik onderhand wel zin in. Fijn dat je het ook wilt. Het floepte er
natuurlijk uit, maar ik wil je er graag over horen praten, als
voorbereiding op een mogelijke uitvoering, zal ik maar zeggen. Goed, we
wachten een gelegenheid af.’
‘Prima.
Zeg, zullen we gezamenlijk gaan lunchen? We moeten daarna de laatste
spullen nog in de koffers doen, vóór de bus komt. Jullie
kunnen niet zo laat als anders gaan eten. Oh, waren jullie daarom ook
al zo vroeg bij het ontbijt?’
‘Ja. Een goed idee. Afscheidslunch.’
‘Afscheid van deze vakantie. Niet van elkaar.’
‘In ieder geval wel tijdelijk.’
‘Ja, dat wel. Zucht. We hebben het er nog over, ik wil er nog niet aan denken.’
‘Mieter nu maar weer op. En stuur m’n zus terug. We komen naar jullie toe, om te gaan lunchen.’
‘Ik snap wel waarom je altijd zo gezellig afscheid van me neemt.’
‘Dat mag je best weten. Dag, schatje.’
‘Dag schat.’
Ze aten gezellig met z'n vieren.
‘Han, we sloffen met die meiden. Ze zijn niet alleen mooi en lief, ze kunnen nog netjes eten ook.’
‘Wat ben jij spraakzaam, zeg. Jouw schuld, Bibi?’
‘Ja.
Maar ik heb ook bijgeleerd. Het klonk een beetje, Dolf, alsof we jullie
eigendom zijn. Maar deze meiden zijn niet te koop. Die moeten veroverd
worden. Jullie blijven je best maar doen. Goed, Dolf?’
‘Ja,
Bibi. Doen we, Bibi. Bibi, we zijn niet van plan pantoffelhelden te
worden, hoor. We verwachten wel dat alles gelijk op zal gaan.’
‘Niet alles, het veroveren moet toch meer van jullie kant komen, zo vreselijk geëmancipeerd zijn we niet.’
‘Als jullie maar meiden blijven. Uiterlijk en innerlijk. Tot in eeuwigheid.’
‘Ja, dominee. Einde preek.’
‘Fijn,
grote zus, dat je een beetje loskomt. Je hebt wel wat gescharreld, maar
ik was toch een beetje bang dat je niets durfde.’
‘Ik durf
nu genoeg, maar alles op z’n tijd. Ik heb Dolf al wat over mijn
vroegere gescharrel verteld. En andersom ook. Snap ik eindelijk eens
wat meer over jongens. Ik heb nooit zo met jongens gepraat, Dolf ook
niet met meisjes. Zoals vroeger gaan we het niet meer doen. Ik laat
voorlopig niet in mijn bloesje kijken.’
‘Je hebt
je zitten ergeren, hè? Het was hartstikke leuk en fijn, voor ons
allebei. Toch doen we het niet meer. Ik weet niet of je het gezien
hebt, ik weet niet waar je mee bezig was, want ik kijk nooit, we hebben
het vanmorgen niet gedaan. We zijn er achter dat we, nou, eigenlijk ik,
wat raar aan het doen waren. Tja, ik ben ook nog niet zo verstandig als
jij, ik ben jonger.’
‘Mooie smoes. Han zal best weten, flapuit, dat je veel gescharreld hebt.’
‘Ja, ook
hoe. En andersom ook. Het daarover praten was heel fijn, maar het wond
me wel een beetje op. We weten op dat punt nu voorlopig genoeg van
elkaar. Dus wordt het wat makkelijker om normaal te gaan doen. Han, je
hebt vanmorgen je toetje gemist, zullen we gebak halen? Daarna moeten
we inpakken en wegwezen.’
‘Ik heb
mijn toetje niet gemist, maar niet gekregen, omdat we het allebei niet
wilden. Ik loop met je mee, achter je aan, om naar je schuddende kontje
te kijken. Ik neem wat trilpudding van de gebaktafel, denk ik. Dan
blijf ik in stijl.'
Donderdagmiddag
Toen ze met de
anderen die naar huis gingen voor het hotel op de bus naar het
vliegveld stonden te wachten, ging Han naast Debbie staan.
‘Als we
straks als eerste de bus in gaan, voorin gaan zitten, en op het
vliegveld het eerste eruit, zijn we het eerst bij de balie, kunnen we
misschien de beste plaatsen uitzoeken. Mag ik in de bus naast je
zitten? Of wil je naast je zus?’
'Nee, die wil vast naast Dolf zitten. Je zit wel vooruit te denken.’
‘Ik zit aan jou te denken. Wanneer ik je in Nederland weer zal zien. Hoe dat moet.’
‘Afwachten. We zijn nog een tijdje onderweg voor we daar zijn.’
Toen de bus kwam stonden ze, vóór die helemaal stilstond, al bij de voordeur.
De jongens lieten bij de balie de meiden natuurlijk voorgaan. Debbie draaide zich nog even om.
‘Han,
mag ik jullie tickets en paspoorten? Wacht maar af waarvoor. Merci.
Lieve mevrouw, deze wil naast deze zitten, en die naast die. Wel graag
met z’n vieren op dezelfde rij, twee aan twee met een gangpad
ertussen is ook goed. Het hoeft niet naast een raampje, het is de
meeste tijd toch donker. Wel zo veel mogelijk voorin, daar schudt het
niet zo. Zou u alstublieft even uw best voor ons kunnen doen?’
Han fluisterde in Debbies oor.
‘Nou, over vooruitdenken gesproken, jij kan er ook wat van.’
Ze grinnikte, maar draaide zich niet om.
‘U heeft
geluk, omdat u één van de eersten bent. Rij vijftien,
middenin, met z’n vieren naast elkaar, is dat goed? U hoeft zich
niet te storen aan de stoel die op de boardingkaarten staat, ik doe
maar wat, dat gaat het snelst. Het is druk. U zoekt de volgorde zelf
maar uit.’
‘U bent een schat, dank u wel.’
Zogauw ze zich
geïnstalleerd hadden, de meiden tussen de jongens, legde Han zijn
hand open op de stoelleuning tussen hem en Debbie in. Ze keek hem even
aan, legde toen haar hand in de zijne. Na even gaf hij een kneepje in
haar hand.
‘Fijn, Han.’
‘Heel fijn, Debbie. Onthouden, ons eerste serieuze lijfelijke contact.’
Ze tilde hun handen op, gaf een kusje op de rug van zijn hand en legde hun handen weer terug.
‘Tweede. Had je nog tegoed. De jouwe telt niet mee, die was niet serieus, maar grappig.’
‘Ja. Je hebt ook geen ruwe hand.’
‘Nee, ik heb wel een beroep wat mannelijk klinkt, maar dat is het enige mannelijke aan me.’
‘Daar ben ik van overtuigd. Wat ik van je gezien heb kan niet anders dan van een meisje zijn. Zo mooi.’
‘Stouterd. Beetje zacht praten, dan hoort niemand ons. Je bent lief geweest. Je keurig gedragen.’
‘Ik ben hartstikke blij dat we elkaar tegengekomen zijn. Ook voor Dolf en Bibi. Dolf is wat gezelliger geworden.’
‘Dat was
bij jou niet nodig. Laat me eens even los en doe de leuning eens
omhoog. Ja, dat is beter. Zo ongezellig, iets tussen ons in. Fijn
zo?’
‘Heerlijk, nog beter. Ik denk dat ik wakker blijf om er zo lang mogelijk van te genieten.’
‘Dat moet je maar doen, als je me nooit weer wilt zien.’
‘Ik ga gelijk slapen.’
‘Gekkie.
Moet je kijken, Bibi en Dolf hebben de leuning ook omhoog gedaan en
zitten stiekem elkaars hand vast te houden, handje vrijen.’
‘En wij dan?’
‘Niet stiekem. We hadden ze open en bloot op de leuning liggen.’
‘Ja. Ik denk dat we ze op een idee gebracht hebben.’
‘Best
mogelijk. De rest zoeken ze zelf maar uit. Ik ga in ieder geval thuis
niet voor voorbeeld of oppas voor mijn zus spelen. Oh, we vertrekken
al. Mooi op tijd zeg.’
Ze zaten
rustig, soms wat te praten, knepen af en toe in hun hand en glimlachten
naar elkaar. Na drinken gekregen te hebben, later het eten en de rust
teruggekeerd was, nam hij haar hand in beide handen.
‘Debbie,
ik wil je ontzettend graag terugzien. Dolf Bibi ook. Maar we weten
alleen jullie voornamen en achternaam. Hoe kunnen we jullie
bereiken?’
‘Ik
dacht dat je het nóóit zou vragen. Grapje hoor. Ik ben
blij dat je het nu doet, niet pas op Schiphol. Het is daar altijd zo
hectisch, iedereen heeft ineens haast om thuis te komen. Alsof een
kwartier of zoiets uitmaakt na twee weken.’
‘Dolf en
ik hebben het er over gehad. Ik heb voorgesteld er met jou over te
beginnen, dat zou het makkelijkst zijn, je weet het, hij is niet zo
vlot. Hij zou het wel tegen Bibi zeggen, dat doet hij nu misschien al.
Nee, nog niet, denk ik. Hij heeft nog uren de tijd. We gingen er vanuit
dat Bibi het ook prettiger zou vinden, we weten dat ze voorzichtig met
Dolf om wil gaan. Ik mag dus namens Dolf spreken. We kunnen ook op
Schiphol naar een restaurant gaan en daar adressen uitwisselen.’
‘Nee, onze ouders komen ons ophalen. Worden jullie niet opgehaald?’
‘Nee, we
gaan met de trein en een treintaxi, dat hebben we op de heenweg ook
gedaan. We zijn geen kwetsbare meisjes die weggebracht en opgehaald
moeten worden. Au!!! O.K. Ik neem het terug. Nee, ik verander het.
Lieve meiden die graag door hun liefhebbende ouders weggebracht en
opgehaald worden.’
‘Dat is
beter. Bibi en ik hebben het er ook over gehad hoe het in Nederland
verder moest. We waren er van overtuigd dat jullie contact wilden
houden. Au, niet zo hard knijpen. Ja, we zijn niet gek, al hebben
jullie het nooit rechtstreeks gezegd, zoals jij nu. We vonden het lief
van jullie, geen gedram, we hebben een ontzettend fijne en gezellige
week met jullie gehad. Allereerst, we willen jullie aan onze ouders
voorstellen, die wachten in de aankomsthal. Dan hebben ze jullie een
keer gezien. Dat kan later alleen maar het contact makkelijker
maken.’
‘Ja. Natuurlijk. Graag zelfs. Dolf zou er denk ik nog aan toevoegen, tijd zat.’
‘Heel
goed antwoord. U mag door naar de volgende ronde. Weet je, als jullie
niet voorgesteld hadden willen worden, hadden jullie ons gelijk kunnen
vergeten. Maar daar gingen we niet vanuit.’
‘Nee zeg, we hebben serieuze bedoelingen, zoals dat heet. Heel fijn dat jullie dat bedacht hebben.’
‘Wij
mogen dat natuurlijk, eh in dit stadium van onze kennismaking nog niet
zeggen, maar jullie zijn ook niet gek. Wij hebben ook serieuze
bedoelingen, zoals dat heet. Niet verder vertellen.’
‘Alleen
aan Dolf. Die zal ook hartstikke blij zijn. Opgelucht, omdat we
begrepen dat we er beter mee konden wachten het te zeggen.’
‘Hiermee stijgen uw kansen weer, meneer. Fijn joh, dat jullie ons zo goed begrepen.’
‘Ik heb
je heel goed begrepen. Heb je jezelf ook goed begrepen? Je zou pas bij
je vader komen als het wat serieuzer was, geen gescharrel.’
‘O. Dat
heb je goed onthouden. Ja, ik begrijp mezelf. Nou ja, niet waarom het
niet bij gescharrel gebleven is, Han, dat heb je wel gemerkt. Je mag
hieruit natuurlijk weer conclusies trekken. Ik ga je ook niet
vertellen, dat het liefde op het eerste gezicht was.’
‘Je bedoelt, je wilt niet vertellen, óf het liefde op het eerste gezicht was.’
‘Nee. Wel, dat het op het anderhalfde was.’
‘Oh,
meisje toch. Voor de duidelijkheid, ik zit nog een beetje in een
vragend stadium, maar alleen omdat het zo onwaar- schijnlijk goed gaat.
Ik kan niet vergelijken, zoiets als dit is me nog nooit overkomen.
Vroeger dacht ik alleen, hè, dat is een mooi stuk. Zou ze lekker
kunnen kussen? Toen ik, en zij, wat ouder waren, lekker lijfie. Wil ik
wel, nou ja. Erg hè?’
‘Nee, zo
ging dat bij mij ook. Het is nu anders, hè? Veel fijner. Ik zit
in zo’n zelfde stadium. Shit, heb ik je alweer te veel verteld.
Han, als we terug zijn moeten we allemaal opruimen, de was van ruim
twee weken doen en zo en weer aan het werk, daar waarschijnlijk ook
achterstanden inhalen. En alle post afhandelen en zo. We hebben het
allemaal een tijdje druk. We willen jullie onze emailadressen geven.
Ieder die van ons tweeën, tegen het zoekraken. We hebben allebei
ons eigen, ik kan haar post niet lezen, andersom ook niet. Dan kunnen
jullie, als de drukte over is, zo contact met ons opnemen. Wij krijgen
dan vanzelf jullie emailadressen. Beetje hard gezegd, als jullie geen
contact opnemen weten we niet hoe we jullie moeten bereiken en willen
dat dan ook geeneens. Maar nogmaals, daar gaan we niet vanuit. Wat vind
je ervan?’
‘Jullie
zijn ontzettend lieve, maar ook verstandige, vooruitdenkende meiden.
Theoretisch zouden we, als we jullie niet meer dagelijks zien, eh, af
kunnen koelen. Praktisch geen schijn van kans. Eh, Dolf en ik bedanken
jullie voor een fijne week. We zijn vastbesloten om contact met jullie
te houden, om het zachtjes uit te drukken. Jullie doen het graag
langzaam aan, wij respecteren dat, al zouden we wel een beetje op
willen schieten.’
‘Lief
hoor. Nou, je mag mijn hand al vasthouden. Jullie ook bedankt,
natuurlijk. Ik pak even de briefjes. . . . Alsjeblieft.’
Han pakte er
één aan, wierp er één blik op en barstte in
lachen uit. Debbie had het andere briefje aan Bibi gegeven, die gaf het
weer aan Dolf. Die zat verwonderd te kijken, maar kon ook zijn lachen
niet inhouden zodra hij de e-mailadressen zag. Hij boog zich richting
Han.
‘Je hoeft niet te vragen wie dit verzonnen heeft. Sterkte.’
Han grinnikte terug, maar gaf hem geen antwoord. Wel aan Debbie.
‘Ja, ik kon wel eens sterkte met je nodig hebben. Dolf is kennelijk niet bezorgd over Bibi. Fijn.’
‘Ja,
zeker. Ik zal je iets verklappen. Je moet er geen misbruik van maken.
Sorry, dat ging automatisch. Dat doe je vast niet. Als je me lang in
mijn ogen kijkt praat ik niet meer. Shit, het licht gaat uit.’
‘Ja,
tijd om te slapen. Maar ik zal het onthouden. Ik wil nog niet gelijk
gaan slapen, Debbie. Ik ben veel te blij dat we ons contact geregeld
hebben. Op een makkelijke manier. Ik was van plan desnoods detective te
gaan spelen. Zoeken in telefoongidsen op Internet, ik weet je
achternaam, of naar een grote zaak op twee minuten van een bushalte van
een bus die uit Overschie komt en zo.’
‘Had je dat echt gedaan?’
‘Ja, natuurlijk. Dacht je van niet?’
‘Dat
gaat je niets aan. Ik had er niet over nagedacht. Stom. We staan in de
gids. Met nog een paar met dezelfde achternaam, maar de enige in
Overschie. Het was dus voor jou niet moeilijk uit te zoeken geweest.
Han, we moeten het houden zoals afgesproken. Niet op komen zoeken, niet
bellen. We willen eerst rustig schriftelijk contact hebben. Daarna zien
we wel verder.’
‘Ja, dat
doen we, als jullie dat graag willen. Maak je maar geen zorgen, liefje.
Zeg, we zouden nog praten over wat we maximaal gedaan hebben. Ben je
daarvoor in de stemming?’
‘Ja, kan ik daarna lekker slapen, denk ik. Durf je te beginnen?’
‘Ik ga
een beetje misbruik maken van je stemming, dat je dat van me wilt
weten. En ook zelf wilt vertellen. Kom je tegen me aan zitten? Oh,
fijn. Mag ik mijn arm om je heen doen en je hand vast blijven houden,
met mijn andere hand?’
‘Ja.
Nee, jij je arm ook om mijn middel, niet om m’n nek. Nu handje
vrijen. Fluister maar eens wat in m’n oor.’
‘Heerlijk zo. Lekker tegen elkaar aan.’
‘Zo wil
ik straks ook gaan slapen. Wel nog een deken eroverheen. Maar geen
gerotzooi daaronder. Grapje. Dat doe je toch niet.’
‘Nee, dit is fijn genoeg. Waar zal ik beginnen?’
‘Het zal
wel even moeilijk voor je zijn, als je bij details komt. Al weet je dat
ik nergens mee zit. Je mag alle woorden gebruiken die je wilt. Ik had
toch ook geen problemen om over borsten en hangers en erecties te
praten? Jij hebt het ondertussen ook al gedaan.’
‘Je hebt
gelijk. Ik heb natuurlijk meer problemen om over onderdelen van een
meisje te praten, tegen een meisje, dan over die van mezelf.’
‘Ik help
je even op gang. Je hebt, gezien je bouw, vast een grote penis. Heb ik
in het zwembad ook al een beetje gevoeld.’
‘Oei. Meid toch. Je durft zeg.’
‘Ja. Ik durf nog véééél meer. Hoe lang?’
‘Al mijn hele leven.’
Ze grinnikte.
‘Heel goed opgevangen. Maar dat helpt niet. Hoeveel centimeter, vanaf je buik tot de punt, op maximale grootte?’
‘Oef. Eh, weet je iets van lengtes?’
‘Ja, ik
heb er geen honderden gezien hoor, maar ik heb wel een beetje een
timmermansoog. En ik ben slim, dat vond je al. Ik heb wel eens stiekem,
als ik dacht, nou, die is groot, met mijn vingers gemeten en die later
langs een centimeter gelegd. Maximum zestien. Maar dat is alweer een
tijdje geleden. Ik weet ook dat jongens zichzelf wel eens meten. Durf
je?’
‘Ja, nu zeker. Zeventien.’
‘Datum laatste meting?’
‘Nou
zeg, brutaaltje. Een paar jaar geleden. Ik ben natuurlijk ooit kleiner
begonnen, maar de laatste jaren is hij vast niet gekrompen.’
‘Nee.
Fijn. Geen commentaar op de mooie zeventien. Hij zal vast prettig in
mijn doosje passen. Hè, hè, daar ga ik weer. Schrok
je?’
‘Nee, laat je maar lekker gaan. Met de onderdelen zal het me nu verder wel lukken. Nu het verhaal nog.’
‘Bij hoeveel meisjes heb je in hun broekje gezeten en onder welke omstandigheden?’
‘Weer
bedankt voor de hulp. Eerst, ik heb bij heel wat meisjes aan hun
borstjes gezeten. Eerst over de kleren, dan eronder. Overal en wanneer
ik maar kon. Ik ben de tel kwijt. Ik ben, denk ik, op m’n
twaalfde begonnen. In het begin lukte het niet vaak natuurlijk, later,
toen de meisjes ook wat ouder waren, wel. Ik vond het altijd heerlijk.
Warm, zacht, soepel. Ik was er gauw achter hoe ik ze moest strelen en
zo, om het zo lang mogelijk te laten duren.’
‘Je zal
het misschien raar vinden, denken dat ik boos word, of teleurgesteld
ben, maar dat is niet zo. Ik gun andere meisjes ook alles, ook van jou.
Tenminste, toen. Ik zit alleen maar te genieten, ik voel in mijn
gedachten je handen. Erg, hè?’
‘Nee. Ik
heb genoteerd, voortaan niet meer aan andere meisjes komen. Dat was ik
ook niet van plan. Ik heb aan jou méér dan genoeg.’
‘Dat moet je afwachten.’
‘Nee,
vast wel. Goed. Het is later wel verder gegaan. Ik weet niet met
hoeveel, ik heb niets op het behang geturfd. Het ging meestal
hetzelfde, dus dat is in één keer verteld. Even
tussendoor, voor het gemak en mijn geruststelling, jij?’
‘Zelfde aantal of iets minder, denk ik. Wat een toeval.’
‘O. Dat
is in korte tijd een hoop verteld. Dank je, erg fijn. Ik was toch nog
een beetje bang dat je me een versierder of zo zou vinden. Nou, als we
quitte staan heb ik geen problemen meer.’
‘Ik ook niet.’
‘Wat?
Oh, sorry. Ik heb er nooit aan gedacht dat je bang zou kunnen zijn dat
ik het eh af zou keuren wat je ooit gedaan had. Ik verwachtte van
meisjes altijd dat ze minder ervaring hadden. Trouwens, als ik er al
aan gedacht had, had je me met je geheim helemaal gerustgesteld. De
rest doet er dan niet toe.’
‘Het begint een beetje eentonig te worden, en mijn verhaal straks korter. Weer hetzelfde.’
‘Alles wat een probleem zou kunnen worden wordt goed opgelost, hè?’
‘Ja, geweldig. Al doet de rest er inderdaad niet meer toe, ik zou het toch graag horen.’
‘Ik heb
vast aan jou méér dan genoeg, als je overal over wilt
praten, tot en met in de slaapkamer aan toe.’
‘Het
gaat er meer om dat ik in je geïnteresseerd ben. Als ik weet wat
je gedaan hebt weet ik een beetje wat ik kan verwachten.’
‘Andersom
neem ik al genoegen met wat ik nu al denk dat ik kan verwachten. Maar
ik wil je er graag over horen praten.’
‘Straks.’
‘Goed.
Waar was ik? Ja, op het punt een broekje in te gaan. Ik had al gauw
door, net als bij borstjes, hoe ik moest strelen om ze het lekker te
laten vinden. Ik wilde graag dat zij het ook prettig vonden, bovendien
hielden ze er dan niet zo gauw mee op.’
‘Hoe vond je het zelf?’
‘De
eerste keer natuurlijk vreselijk spannend. Ik had wel plaatjes gezien,
maar ik had geen idee hoe zo’n eh doos aan zou voelen. Nou, heel
fijn. Genoeg?’
‘Als je wilt. Ik kan tegen méér, voorzichtig jongetje.’
‘Nog
méér? Goed. Eerst met een hele hand tussen haar benen,
weet je veel waar je precies moet zijn. Tot ik haar doos in mijn hand
had, helemaal in één hand. Om het goed te voelen ging ik
vanzelf strelen. Ondertussen natuurlijk kussen. Ik merkte dat ze het
lekker vond, ze werd iets woester. Toen met m’n vingers, eerst
eroverheen, toen een beetje over haar gleuf, en voorzichtig met
één vinger er een beetje in. Ik dacht hoofdzakelijk, ik
zit nu een meisje te bevoelen, lekker zo’n doos, en ze vindt het
goed en ook lekker. Ik zou dit lang vol kunnen houden. Maar na een
tijdje moest ik van haar stoppen. We kusten, en ik kon weer heerlijk
met haar borsten spelen. Toen moest ik weer doorgaan. Nou, graag. Ik
schrok toen ze ineens schokte. Ik haalde gelijk mijn hand weg, maar ze
zei, nee, nee, ga door, je doet het zo lekker. Ik ging natuurlijk
proberen of ik het voor haar nog lekkerder kon maken. En ik vond het
heel fijn dat ik zo aan haar, en een beetje in haar, mocht komen. Ik
dacht natuurlijk ook, hoe zou het zijn, mijn penis erin? Maar ook
jammer dat ik ondertussen niet bij haar borsten kon. Die waren ook zo
lekker om te kussen en te likken, dat had ik ook al mogen doen. Ze
begon langzaamaan wat harder te schokken en wat te kreunen. Tot ze slap
in m’n armen viel, hijgend. Ik liet haar even bijkomen, vroeg
toen, wat was dat, liefje? Ze fluisterde, ik kwam klaar. Nou, ik
schrok, ik had geen idee hoe dat bij meisjes ging. Ik vroeg wat ze
gevoeld had, en of het lekker was. Ze zei, natuurlijk was het lekker.
Het waren krampjes. Je deed het heel lekker. Zal ik nu bij jou? Jij
moet ook klaar kunnen komen.’
‘Toen zei je natuurlijk, nee, dat hoeft niet, hoor.’
‘Ik zei natuurlijk, ja, alsjeblieft. Ik heb haar niet verteld dat ik dat al meegemaakt had. Schrik je?’
‘Nee. Ga door. Ik wil het graag horen, Han.’
‘Goed.
Het was jaren eerder, in de duinen. Met eentje uit mijn klas. Ik had
haar bloesje losgeknoopt en zat één van haar borstjes te
kussen en de andere te strelen. Toen voelde ik dat ze de riem van mijn
broek losmaakte, de knoop bovenaan losmaakte en de rits naar beneden
deed. Het was heel spannend. Ik had niet het idee dat ze het eerder
gedaan had. En ik had geen zin om te protesteren. Ze ging gelijk onder
mijn onderbroek, voelde een beetje hoe ik in elkaar zat. Ze nam heel
voorzichtig mijn zak in haar hand. Ze zei, wees maar niet bang, ik
weet dat ik daar voorzichtig mee moet zijn. Daarna pakte ze mijn penis,
voelde eerst, het werd vanzelf strelen. Ik had al een erectie, omdat ik
met m’n handen en mond vol zat, en een kloppend gevoel, maar ik
voelde hem groeien, zo groot was hij nog nooit geweest. Vijftien of
zestien centimeter toen, waarschijnlijk. Tja, zo’n zacht, lief
handje. Ze streelde, we kusten, en ik zat weer aan haar borstjes. Tot
ik een krampje voelde. Ik zei stop, ik wil graag, maar er gaat wat
gebeuren, je moet de theorie ook weten. Ja, die weet ik, zei ze. Ik pak
je ook met mijn andere hand vast, ik vang het wel op. Hopelijk.
Verder?’
‘Je maakt het spannend. Ja, je vertelt leuk, ga maar door, als je het nu droog kunt houden.’
‘Wat? O.
Ja, dat gaat goed. Bijna geen probleem. Nou, ze ging verder, heerlijk.
Toen kreeg ik onderin krampen en spoot mijn sperma eruit. Ik
controleerde wat later mijn broek, droog, ze had inderdaad alles
opgevangen. En haar handen met een zakdoek afgedroogd, mij ook. Ik weet
de volgorde niet meer, ik lag bij te komen. Ze was niet geschrokken, ze
vond het wel grappig, zei ze. Daar was ik blij mee, want onwillekeurig
denk je, een meisje moet dat toch raar vinden, zo’n grote penis,
met die zak eronder, en dan spuit hij ook nog. We hebben het een
paar keer herhaald. Bij mij, ik mocht niet tussen haar benen komen. Ik
weet niet meer waarom het uitraakte. Met de anderen ging het bijna
hetzelfde, ik wist nu natuurlijk méér. Ik ben, zeker nu,
blij dat ik altijd ook geprobeerd heb het ook voor hún lekker te
laten zijn. Ik vond het nogal wat, als ik als eerste aan ze mocht
komen, en ze zelfs klaar mocht laten komen. Als ik niet de eerste was,
nou, dat waren ze, op één na, bij mij ook niet. Ik heb er
geen spijt van.’
‘Dat
hoef je ook niet te hebben, lieverd. Mij is hetzelfde overkomen, het
waren ook lieve jongens. Tja, anders laat je toch niet aan je komen, of
stop je ze toch? En één keer moet de eerste zijn. Je
weet, ik vond dat ik wel zo ver mocht gaan, als alles maar nieuw bleef.
Van strelen en klaarkomen slijt er niets.’
‘Nou, dat was me wat. Ik ben blij dat je het zo goed opvat. Is er voor jou nog wat te vertellen over?’
‘Eens
kijken. Ik denk dat ik twaalf of dertien was toen ik de eerste keer
mijn borstjes liet strelen. Ze waren toen nog niet zo groot, pas later.
Ik wilde wel eens weten hoe dat aanvoelde. Als ik het zelf deed had ik
geen idee. Nou, het was gezellig, met een lief jong, en wel lekker. Na
een paar begon er één me daar te kussen en te likken, dat
was nog lekkerder. Toen mijn borsten groter waren was het nog
lekkerder. Die jongens waren er ook gek op. Ja, de meeste meiden hadden
kleinere en waren preutser. Ik weet niet hoe het kwam, ik was
nieuwsgierig genoeg, waarschijnlijk waren de jongens niet lief genoeg,
pas na een paar jaar ging ik verder. Me klaar laten strelen, heerlijk.
Maar ik kan tijdelijk zonder. Ik had al wel eerder jongens gestreeld.
Ik weet niet wanneer ik daarmee begon. De eerste keer durfde ik niet
verder toen hij begon te kreunen. Ik heb hem daarna een keer onder de
douche gezet. Bij hem thuis, z’n ouders waren er niet. Ik liet me
helpen bij mijn huiswerk. Ja, ja. Hij wilde maar al te graag, net als
jij begin van de week. Hij kleedde zich zo helemaal uit en ging met
zijn spullen voor me staan. Ik heb hem na het douchen afgedroogd, toen
wist ik dat alles schoon en droog was. Kon ik alles eens rustig
bekijken en bevoelen. Toen hij ging kreunen durfde ik wél verder
te gaan. Interessant om te zien. Nou, dat was het geloof ik wel.
Quitte?’
‘Quitte.
Niet dat dat persé hoeft, hoor. Ik kan ook tijdelijk zonder. Ik
zal niet aandringen, het gaat fijn genoeg. Nu ook al, elkaar omhelzen
en handje vrijen. Heerlijk, meisje. Je bent ook een heerlijk
meisje.’
‘En nieuw.’
‘Ondeugd. Ik straf je af met een vraag. Hoe zou het gaan, afgezien van een mogelijk moeilijk begin?’
‘Wat?
Oh, nu ben jíj ondeugend. Maar je straft me niet met zo’n
vraag. Ten eerste hoef ik geen antwoord te geven. Ten tweede zit ik
nergens mee. Nou ja, dat geheimpje had ik willen bewaren, maar het
voordeel is, dat ik het jouwe ook weet. Je zei het nu heel netjes, een
mogelijk moeilijk begin. Afwachten, niets aan te doen. Het is gelukkig
eenmalig. Daarna, tja, wat denk je, in plaats van vier vingers en een
duim, een warme zachte doos helemaal om je penis?’
‘Meid toch. Tja, het kan niet anders dan nog ontzettend veel lekkerder zijn. En qua intimiteit het einde.’
‘Zoiets.
En bij mij zo’n grote penis, die me waarschijnlijk helemaal
opvult, in plaats van maar één vinger. Zeventien
centimeter, die vast wel. Nou, ik ben er niet bang voor, laat maar
komen. Oh, tegen die tijd natuurlijk pas.’
‘Ja,
koest maar. Je zit ook nergens mee, zeg. Onvoorstelbaar. Nou ja, we
zaten het wél voor te stellen. Mag ik daar nog wat mee
doorgaan?’
‘Ja hoor. Ik zal stoppen met over voorbehouden te praten, als je ze er toch steeds maar bíj denkt.’
‘Dat doe
ik graag, dat praat wat makkelijker. Ik loop vooruit op de
mogelijkheden. Mag ik je daarvóór al strelen, langzaam
steeds méér, tot en met?’
‘Ja, natuurlijk. Ik doe het wel kalmaan, maar ik ben niet preuts geworden.’
‘Die indruk had ik al, ondeugd. Zou je mij ook willen strelen?’
‘Ja. Graag.’
‘Tot en met?’
‘Ja,
natuurlijk. Niet gelijk de eerste keer, maar later wel. Ik zorg dan
voor zakdoekjes. Misschien zijn die niet altijd nodig.’
‘Nou, gezien mijn ervaringen wel. Ik kon het nooit droog houden. Dat zou ook niet zo lekker geweest zijn.’
‘Nee. Maar ik herhaal, misschien zijn die niet altijd nodig.’
‘Ik snap je niet.’
‘Ik zal je even goed laten schikken. Maar eerst een andere vraag. Je hebt aan borstjes gelikt. Ook aan doosjes?’
‘Meid! Nee. Soms wel aan gedacht, maar niet aan toegekomen.’
‘Commentaar
straks, eerst over mijn vorige vraag. Ik heb het nog niet gedaan, ook
wel aan gedacht maar niet aan toegekomen, om jongens daar anders dan
met mijn hand aan te raken.’
‘Nou, als je me daar zou likken denk ik dat je héél snel een zakdoek nodig zou hebben.’
‘Ook als ik er een kusje op zou geven?’
‘Een kusje of likken lijkt me dezelfde uitwerking te hebben.’
‘En een tongzoen daar?’
‘Shit, meid. Nee, dan niet. Zou je durven?’
‘Ja, als je dat zou willen.’
‘Ja. Oh, Debbie.’
‘Nou,
het is natuurlijk niet zo lekker als het volledige werk, om het eens
anders uit te drukken, maar het lijkt me geschikt om te doen als ik een
paar dagen in de maand niet kan. Snap je?’
‘Ja, ik
snap wanneer. Debbie, ik wil je wat vragen. Die vraag gaat nog, maar
als ik uit moet leggen waarom, moet ik erg ruig worden.’
‘Nou, we zien wel. Eerst die vraag maar, zien we daarna wel verder. Goed?’
‘Ja, fijn. Zou je, tegen de tijd dat we eh erg intiem willen worden, aan de pil willen beginnen?’
‘Makkelijke
vraag voor me om te beantwoorden. Het moet toch iets moeilijk voor je
zijn geweest om hem te stellen. Ik ben erg blij dat je het toch gedaan
hebt. Lief dat je er, doordenker, ruim op tijd over begint. Dat je
meedenkt. Denk je dat ik hem nu niet gebruik?’
‘Dat
weet ik zeker. Je wilt nieuw blijven en je bent in staat om dat vol te
houden zolang je nodig vindt. En dat is niet van de ene dag op de
andere, je neemt de tijd om daarover te beslissen.’
‘Nou, je hebt me beter leren kennen dan ik dacht. Het klopt precies. Fijn. Maar weer eens.’
‘Ja, waarom zou je zoeken naar andere woorden? We weten wat we bedoelen.’
‘Ja. Je ziet wel één ding over het hoofd. De pil kan ook gebruikt worden om regelmatig te worden.’
‘Ja, dat is waar ook. Dan weet ik het niet.’
‘Nee.
Goed. Han, ten eerste, ik gebruik de pil ook daarvoor niet, niet nodig.
Dus, helemaal geen pil. Ten tweede, ik was het al van plan. Ten derde,
ik ga je niet vertellen wanneer, je hoeft niet te weten wanneer ik er
aan toe ben om zo intiem te worden. Als het zover komt weet je gelijk
dat ik hem gebruik. Ten, maakt niet uit, ik zal het op tijd gaan doen,
ik wil ook geen onnodig uitstel als ik eindelijk echt met je wil
vrijen. We kunnen beter eerst samen wennen voor er kinderen komen,
hè?’
‘Ja, je
bent ook jong genoeg. Fijn dat je het wilt doen. Debbie, ik vroeg om de
pil. Door verhalen van andere jongens heb ik geen zin in condooms. En
andere manieren hebben te veel risico’s.’
‘Klopt. Ik wil ook geen condooms. Onhandig. En ik wil je niet ingepakt. Helemaal bloot.’
‘Daarom ook. Maar ook omdat ik mijn sperma niet weg wil gooien, maar aan jou wil geven.’
‘Oh, wat lief van je. Ik wil het heel graag hebben. Ik eh, nou, voorzichtig dan, ik ga je steeds aardiger vinden.'
‘Fijn.
Heel fijn. Om niet in herhaling te vallen, ik word steeds gekker op je.
Niet omdat je me heel veel belooft, als het goed gaat, maar door de
manier waarop je met me praat.’
‘Ja. En ik jou onder andere omdat je niet aandringt. Trouwens, ik beloof jou wel wat, mezelf ook, hoor.’
‘Ik ben zo blij dat je, net als ik, het niet als de hoofdzaak ziet, maar het er wel ontzettend graag bij wilt doen.’
‘Nou,
het heeft wel ontzettend veel met elkaar te maken. Ik ga het flink
mengen. Ik wil heel graag lief voor je zijn, heel vaak omhelzen en
kussen en zo. En ik dacht net al, ik wil je bloot, jij mij vast ook, en
het hoeft niet stiekem onder de dekens. Het kan mij niet schelen waar,
wanneer, welk standje, schrik niet zo, ook overdag, bij daglicht. Ik
wil die ongetwijfeld mooie penis vaak in volle glorie zien en er
méér mee doen dan naar binnen stoppen en zo, en jij wilt
mijn doos ook vaak zien enzovoort. Schandalig. Maar voor jóu
schaam ik me niet. Waar blijf dat ruige?’
‘Nou, na
jouw praatje valt dat nogal mee. Ik wil ook alles doen wat jij wilt. Ik
zat te denken, zonder condoom kan ik je lekker volspuiten, dat moet
veel lekkerder zijn dan in je hand of een zakdoek, en in je mond. En
het idee, ik geef je alles wat ik heb, helemaal binnen in je, en steeds
een beetje op en neer gaan om je doos te strelen en zelf gestreeld te
worden.’
‘Nou, vind je dat ruig? Het gaat gewoon gebeuren. Goed?’
‘Goed?’
‘Als het je te veel wordt, zullen we dan doorgaan alsof er niets gebeurd is?’
‘Is er ook niet.’
‘Nee, we
hebben alleen veel gezegd. Nu nog commentaar. Han, we hebben allebei
ervaringen. Toch zal het fijn zijn samen zulke dingen opnieuw te doen.
En, inclusief de eenmalige onvermijdelijke ruïnering van mijn
nieuwigheid, is er nog heel wat overgebleven voor een eerste keer. En
vaker. Veel vaker. Vóór én na de
ruïnering.’
‘Debbie,
schatje, je zal nooit een ruïne worden, in mijn ogen. Iedere dag
wéér nieuw. Nou, niet huilen, joh. Wordt het je nu te
veel?’
‘Ja. Je
wordt te romantisch. Ik praat makkelijk over intieme zaken, zeker met
jou. Ook over gevoelens. Maar niet op die manier. Dat zal je nooit van
me horen, denk ik. Erg?’
‘Nee. Je
hebt steeds op de andere manieren laten weten hoe je over me denkt. Nu
weer. Ik ben daar vreselijk gelukkig mee. Daar hoef je niet over uit te
weiden, of het romantisch te doen. Ik voel me ook niet romantisch. Er
komt alleen af en toe vanzelf iets naar boven. Door jou. Voor jou. Nou,
meisje toch.’
‘Laten we maar ophouden en er niet te veel aan denken.’
‘Zullen we gaan slapen?’
‘Wel ja, nu al samen met me slapen?’
‘Je bent snel bijgekomen. Ja, lekker slapen. Aangekleed, en geen gerotzooi onder de dekens.’
‘Goed. Pak er maar een paar.’
Met enige moeite kreeg hij de dekens over hun beiden heen. Ze kroop dicht tegen hem aan.
‘Bibi en Dolf zitten ook al zo. Het gaat goed met ze, denk ik.’
‘Net zo
goed als met ons, denk ik. Alleen zullen ze elkaar nog niet zo veel
intiems verteld hebben. Ze hebben daardoor meer tijd gehad voor andere
onderwerpen.’
‘We
halen ze daarmee wel in. Nu ga ik lekker slapen, tegen je aan. Dromen
over wat we hopelijk later gaan doen. Han, ik blijf voorzichtig. We
moeten afwachten hoe het zal gaan.’
‘Maak je
maar geen zorgen. We mailen gauw en zien elkaar beslist weer. Oh, Dolf
en ik hadden nog wat bedacht. We raakten aan de praat over de vlotte
gang van zaken. We willen dat ook zo houden. Daarom vragen we jullie te
bedenken dat de meeste vakantieliefdes anders beginnen, en daarom na
terugkomst meestal snel eindigen. Wij hebben niet de hele dag voor
pampus gelegen en ‘s avonds een disco opgezocht en tot diep in de
nacht gehost, amper zonder een fatsoenlijk, of onfatsoenlijk, woord te
wisselen of elkaar goed te zien. Dat weten jullie natuurlijk, maar wij
willen hier de nadruk op leggen. Wij hebben, bij ons volle bewustzijn,
úúúúren met elkaar gepraat, ons al die tijd
bij daglicht gezien, in de ogen kunnen kijken en elke reactie op elkaar
kunnen zien. Daarom is de basis, waarop we in Nederland verder kunnen
gaan, oneindig veel sterker. En wij willen verder met jullie gaan, gauw
er met jullie verder over praten.’
‘Zou je
dat een keer kunnen mailen, Han? Ik denk dat ik, in ieder geval voor de
zekerheid, een plakboek ga beginnen. Over deze vakantie. Voor onszelf
en voor ons nageslacht. Hoe we elkaar ontmoet hebben en zo. En jullie
mooie toespraak. Het klopt helemaal, die sterkere basis. Het zou goed
zijn als we dat, in Nederland, nog eens rustig konden lezen. Hoe onze
verwachtingen ook zijn, er sluipt, in het begin, vast soms toch een
gedachte binnen, het zou toch niet alleen maar een vakantieliefde
geweest zijn, van hun kant, maar ook van onze kant? We doen wel erg
zelfverzekerd, maar we twijfelen natuurlijk ook vaak aan onszelf. Dit
is ons nog niet overkomen. Wel die discoliefdes, zal ik ze maar noemen.
Die waren we vaak op de terugweg in het vliegtuig al vergeten. Hier
hebben we geen ervaring mee. Bibi en ik zullen vast over de
herinneringen, maar ook over onze verwachtingen praten. Jullie
toespraak zal ons steunen. Ik moet bijna weer janken. Jullie zijn
verstandige liefjes. Welterusten.’
‘Welterusten, nieuw liefje.’
‘Ja, pas een week. Wat ging dat snel. Sneller dan de eerste week, toen we elkaar nog niet gezien hadden.’
‘Kort en hevig.’
‘Ja. Nieuw in nieuw liefje heeft ook nog een andere betekenis. Droom daar maar van.’
‘Wat? Nee, alleen dat je eindelijk in mijn armen heb. Dat is genoeg.’
Vrijdagmorgen
Toen hij
wakker werd lag ze met haar hoofd tegen zijn schouder. Hij keek eens
opzij. Dolf grinnikte naar hem. Die zat er ook zo bij met Bibi. Na een
paar minuten gingen alle lichten weer aan en begon er geloop naar de
toiletten, waardoor de meiden wakker werden.
‘Goedemorgen, Han. Zo, voor het eerst samen geslapen. Ik zal het straks maar niet tegen m’n ouders zeggen.’
‘Nee,
beter van niet. Eh, Debbie, als we later goed contact hebben, maar nog
niet intiem, en we doen iets gezamenlijk op bijvoorbeeld een zaterdag
én een zondag, dan zouden we die nacht best samen kunnen slapen
zonder dat er iets intiems gebeurt. Ik had vannacht geen enkele
behoefte om onder de dekens aan je te zitten. Ik vond het hartstikke
fijn om je zo vast te houden. Méér hoeft voorlopig niet,
ook geen shows meer. Het gaat prima zo.’
‘Ja. Over dat slapen zie ik wel als het zover komt.’
‘Vast wel. We hebben fijn lang geslapen. Ik zie het ontbijt er aan komen. Daarna zijn we er gauw.’
‘Ik heb niet zo’n haast. Ik lig lekker, zo.’
‘Lief
van je, maar de tijd gaat door. Je ouders willen vast weer gauw naar
huis, het is nog een eind rijden. Dan zijn jullie ruim op tijd thuis
voor het avondeten. Dat zal je moeder wel fijn vinden. Hoe laat denk je
naar bed te gaan?’
‘Vandaag
om negen uur, als ik het red, morgen om tien uur, zondag om elf uur,
dan zit ik ongeveer weer op schema. Jij?’
‘Ik denk
iedere dag een uur later dan jij. We beginnen niet zo vroeg met werken,
omdat we het vaak ‘s avond laat maken. Wanneer we stoppen is
iedere dag anders. Al begint Simon, sinds hij verkering heeft, er
steeds vroeger mee op te houden. Dat geeft niet, we doen mee, om het
eerlijk te houden. Dan maar minder haast. Onze opdrachtgevers weten
inmiddels wel dat we goed werk afleveren, die wachten wel.’
‘Ja, als
ik verkering had, misschien daarvóór al, wilde ik hem ook
niet alleen in het weekend zien, ook wel eens door de week. Een week
kan lang duren.’
‘Ja. In het weekend werken we nu alleen nog als die verkering wat anders te doen heeft.’
‘Dat is aardig van jullie.’
‘Nee, eigenbelang. We dachten, het kan ons ook nog wel eens overkomen. Vrij snel, hoop ik.’
‘Je mag hopen.’
‘Fijn, dank je.’
‘Dolf zei een keer, we verwachten dat alles gelijk op zal gaan. Dat gaat het ook. Je hoeft me niet te bedanken.’
‘Ik zal het toch af en toe blijven doen, al weet ik dat het niet hoeft. Dat doe jij vast ook.’
‘Ja,
waarschijnlijk wel. Han, we hebben een prettige vakantie gehad, vooral
de laatste week. We zien wel hoe het gaat lopen. Goed, ontbijten.’
Vrijdagmiddag
Onder het
wachten op hun koffers bij de transportband nam iedereen van de groep
afscheid van elkaar. Niet iedereen kende iedereen even goed, omdat ze
er of één, of twee of drie weken op hadden zitten. Er
werden wat adressen uitgewisseld. Zodra de jongelui hun koffers hadden
liepen ze langs de douane de hal uit. Han zag de ouders vrij snel.
Debbie leek op haar moeder, Bibi op haar vader. De meiden begroetten
hun ouders hartelijk, de jongens keken toe. Debbie pakte Han bij zijn
hand en trok hem naar voren.
‘Paps,
mams, dit is mijn vriendje Han. We hebben elkaar de laatste week in het
hotel ontmoet en het heel gezellig gehad.’
‘Meisje,
ik weet niet wat ik me bij dat gezellig van jou voor moet stellen, maar
dat horen we nog wel. Zo, vriendje van een week, heb je mijn dochter
een beetje vermaakt?’
‘Vermaakt
is niet het juiste woord, meneer, dat zult u nog wel horen. Debbie en
ik kennen elkaar nu een week, mag ik uw toestemming om de kennismaking
voort te zetten?’
‘Zo, zo,
Han. Je zal wel weten dat je niet haar eerste vriendje bent, zo goed
ken ik haar wel, die lieve, eerlijke flapuit. Maar dit is de eerste
keer dat mijn toestemming gevraagd wordt. Nou, die heb je, al heb je
die niet nodig, die tijd is voorbij. Mijn kleine meisjes zijn groot
geworden. Jullie zien er goed uit, mooi bruin. En, Bibi?’
‘Dit is mijn vriendje Dolf. Voor ons geldt hetzelfde.’
‘Nou,
lief weinig spraakzaam meisje van me, voor mij geldt dan ook hetzelfde.
Ook welkom terug in Nederland, Dolf. Mams vindt het ook goed, zie ik.
Ja, die zal méér zien dan ik, en tussen de regels door
horen, zogezegd. Heren, jullie moeten maar eens een avond langskomen,
dan kunnen we jullie kant van het verhaal horen. Debbie zal ons wel een
tijdje de oren van ons hoofd kletsen, daar kan Bibi nooit een speld
tussenkrijgen, maar een rustig verslag willen we ook wel. Goed, we
moeten er vandoor.’
‘Willen
jullie even op die bankjes daar op ons wachten? We willen de jongens
naar de trein brengen. Die gaat vast om het kwartier, naar Delft, dus
zo lang duurt het niet.’
‘Delft? Jammer, heren, de auto zit vol. Neem maar de tijd om afscheid te nemen, meiden. Wij zijn ook jong geweest.’
‘We zullen het niet te lang maken.’
Op het perron
zetten de jongens hun koffers neer en keken afwachtend naar de meiden.
Debbie nam Hans handen in de hare en keek hem aan. Ze vergat haar zus.
‘Je was
heel aardig tegen mijn ouders. Stiekemerds, afgesproken om toestemming
te vragen, hè? Ouderwets netjes. Heel fijn. Han, ik zei in het
vliegtuig al, Bibi en ik hebben nóg wat afgesproken. Je krijgt
een kusje, je hebt hem net zelfs extra verdiend. Eerlijk gezegd, het is
ook een lokkertje, je snapt het wel.’
‘Ik heb geen lokkertje nodig, schat. Maar ik sla het niet af.’
Hij omhelsde haar voorzichtig en kuste haar. Ze legde daarna haar hoofd op zijn schouder.
‘Debbie, het is heel fijn om je vast te houden, maar ik wil graag je gezicht zien.’
Ze keken
elkaar aan, kwamen langzaam met hun gezichten naar elkaar toe en
kusten. Tot ze zich lostrok, naar de roltrap liep en er op stapte,
zonder om te kijken. Bovenaan wachtte ze, nog steeds zonder zich om te
draaien, op Bibi. Tot haar verrassing stopte die even later niet naast
haar, maar liep haar voorbij. Ze haalde haar gauw in.
‘Wat een haast. Oh, je huilt.’
‘Ja, die
idioot zei, ik houd van je. Aan de ene kant ben ik pissig, had hij niet
kunnen wachten? Aan de andere kant ben ik natuurlijk hartstikke
blij.’
‘Pissig?
Meid, mooi toch, dat hij zich niet in kon houden? Wat vlotter wordt? Ik
zag bij Han een beetje tranen in zijn ogen, daar moet ik het mee doen.
Ik kreeg ze zelf ook bijna. Wat heb je teruggezegd?’
‘Niks. Dat kon ik niet zo gauw. Ik heb hem alleen nog een keer gekust.’
‘Nou, ik
kon het ook niet bij één laten. Droog je af en trek een
vrolijk gezicht. Ze mailen vast gauw.’
2e Week
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
H.Stevens@3kk.nl
Eigenlijk
geen.
Zaterdag
9:15
1kB
Lieve Debbie,
Vast even een levensteken.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Re: Eigenlijk geen.
Zaterdag
19:12
1kB
Lieve Han,
> Vast even een levensteken.
We leven dus allebei nog.
Je bent vlot.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
H.Stevens@3kk.nl
Vlot en
Druk
Zaterdag
19:25
1kB
Lieve Debbie,
> Je bent vlot.
Al ruim een week.
Het eerste wat ik op mijn computer deed was natuurlijk jou mailen.
Jij ook druk?
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
RE: Vlot en Druk
Zaterdag
21:45
1 kB
Lieve Han,
> Jij ook druk?
Niet té druk om mail te kijken, klein kleutertje.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
H.Stevens@3kk.nl
?
Zaterdag
22:00
1 kB
Lieve Debbie,
Ikke kleutertje?
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
!
Zondag
19:15
1 kB
Lieve Han,
> Ikke kleutertje?
Ja. @3kk.nl.
Jullie zijn met z’n 3en.
#1, jij, 1.70, net als ik.
#2 iets kleiner.
Beiden jong, net als ik.
#3 zal ook wel zoiets zijn.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
H.Stevens@3kk.nl
! ! ?
?
Zondag
19:30
1 kB
Lieve Debbie,
#3 heeft @3kk.nl geregeld; virtueel maar werkend adres.
Hoe weet je lengte van #1 en #2?
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
? ? !
!
Zondag
22:50
1 kB
Lieve Han,
> virtueel maar werkend adres.
Doe je alles virtueel?
> Hoe weet je lengte van #1 en #2?
Niet met mijn vingers gemeten en die later langs een centimeter
gelegd. Jullie hebben naast me gestaan.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
H.Stevens@3kk.nl
H.Gr.
Zondag
23:05
1 kB
Lieve Debbie,
> Doe je alles virtueel?
Nee. Wel zo meteen in slaap vallen met jou virtueel in mijn armen, handje vrijend.
Groeten van #17.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Re:
H.Gr.
Maandag
19:15
1 kB
Lieve Han,
> in slaap vallen met jou virtueel in mijn armen, handje vrijend.
Blijft nog wel even virtueel. Droom ook van je.
#17?
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
H.Stevens@3kk.nl
!!!
Maandag
19:25
1 kB
Lieve Debbie,
Je mag #17 langs je vingers leggen. En méér, hij slijt toch niet.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Re:
!!!!!!!!!!!!!!!!!
Maandag
23:27
1 kB
Lieve Han,
> Je mag #17 langs je vingers leggen. En méér, hij slijt toch niet.
Blijft ook nog wel even virtueel. Groeten terug. Voorzichtig.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
H.Stevens@3kk.nl
Oeps
Maandag
23:45
1 kB
Lieve Debbie,
> Blijft ook nog wel even virtueel. Groeten terug. Voorzichtig.
Heb virtueel
groeten terug gedaan. Krijg vannacht vast reactie. Geeft niet, genoeg
over. Maak alleen al door mail genoeg nieuw aan. Sorry. Probeer
voorzichtige mails te sturen, niet over ‘bijzaken’.
Nog druk?
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Div.
Dinsdag
20:12
3 kB
Lieve Han,
Inderdaad beter om niet over productieprocessen te mailen.
Eerste twee
werkdagen vielen mee. Post, telefoontjes afgewerkt. Niets bijzonders
aan de hand, ga weer mijn normale gangetje. Op m’n werk. ‘s
Avonds na het eten kijk ik naar mail. Voor het naar bed gaan nog een
keer. Heel fijn iedere keer wat van je te zien. Verder krijg ik wat
nieuwsbrieven, o.a. van vakbladen. En ik mail met een getrouwde
schoolvriendin, die woont in Schotland. Heeft haar man tijdens een
vakantie opgedoken. Schijnt meer voor te komen. Hij is een Schotse
politieagent, ze wonen in Schotland in een dorpje, heel idyllisch,
schrijft ze. Zeurt al een tijd of ik haar eens op kom zoeken, wil ik
dit jaar doen. Ik heb alleen geen zin om dat alleen te doen, maar Bibi
en zij liggen elkaar niet. We hadden het er dit weekend nog over, ik
vertelde dat vriendin weer had gemaild en gezeurd. Bibi zei, ik ga niet
mee, ik heb met jou genoeg te doen, jullie tweeën bij elkaar zijn
verschrikkelijk, tijdens ons stappen vroeger al, hoe jullie met jongens
omgingen. Je bent het nog niet afgeleerd. Nou ja, een beetje, aan het
eind van de vakantie. Toen begon het op mijn manier te lijken.
Geciviliseerd bedoel ik. Niet dat van jongens aan hun haren de bosjes
inslepen. Nou ja, dat is wel een beetje overdreven. Als die jongens
lief deden, niet klef, dan wilde ik een beetje spelen. Je weet het,
mijn woest verleden. Ik mis je kijken naar me. Dat gewone bedoel ik,
niet dat over je boek heen kijken. Was fijn, maar te wild. Droom er wel
over, en meer, over fijne mogelijkheden. Nou, ik verspreek me weer.
Zelfs je mails hebben al effect op me. Stop. Heb je thuis ADSL of kabel
of zo? Je antwoordt steeds snel.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
H.Stevens@3kk.nl
2
Div.
Dinsdag
21:44
3 kB
Lieve Debbie,
Wat een lange mail. Het voelt alsof je naar me kijkt. Ik mis het ook.
> Heb je thuis ADSL of kabel of zo? Je antwoordt steeds snel.
ADSL, komt nu
goed uit. Als ik op mijn kamer ben staat de computer meestal aan. Die
kijkt af en toe of er mail voor me is. Zo ja, waarschuwt dan. Ik zoek
nog naar een herkenningsmelodie, i.p.v. standaard piep, of ta ti ta ta,
als er een mail van jou bij is. Weet je iets toepasselijk?
Ik zou je nog
een keer helpen met een computer en je telefoonverbinding. Maar dan wil
ik eerst de opstelomstandigheden zien en hoe je er gebruik van maakt
weten. Komt dus pas nadat ik bij je thuis over de vloer kom. Ik kom er
eerder niet voor langs, mail er niet meer over. En ik begin er niet
eerder aan dan dat ik weet dat mijn moeite lekker beloond wordt.
> Ik heb alleen geen zin om dat alleen te doen (Schotland)
Per ongeluk
expres een uitnodiging? Ik stink er in. Samen een keer? Paar dagen
ertussenuit, over een tijdje? Evt. dan samen slapen zonder dat er iets
intiems gebeurt mogelijk. Ik heb er tijdens een schoolreis op de HAVO
een keer gekampeerd. Mooie omgeving.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Piep
enz.
Dinsdag
22:05
2 kB
Lieve Han,
Ik keek beetje vroeg nog een keer. Gelukkig niet té vroeg. Fijn joh. Hierna vandaag niet meer.
> Ik heb er tijdens een schoolreis op de HAVO een keer gekampeerd. Mooie omgeving.
Ik heb alleen, t/m mijn 17e, in Nederland gekampeerd. Daarna in hotels / appartementen in het buitenland.
> herkenningsmelodie, i.p.v. standaard piep, als er mail van jou bij is.
Ik wist niet dat dat kon. Zal er over nadenken. Ook over Schotland. Beetje intiem mag.
> Ik begin er niet eerder aan dan dat ik weet dat mijn moeite lekker beloond wordt.
Ook even op wachten.
Je zou me nog
wat mailen. Voor mijn plakboek over deze vakantie. Ben eraan begonnen,
gezien de kansen voor een mogelijk nageslacht.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
H.Stevens@3kk.nl
Toespraak
Dinsdag
23:50
3 kB
Lieve Debbie,
Voor je plakboek over de vakantie en de gevolgen. Niet alleen, gezien de kansen, voor een mogelijk nageslacht, ook voor onszelf.
We vragen
jullie er aan te denken, dat de meeste vakantieliefdes na terugkomst
snel eindigen. Maar wij hebben niet overdag bij liggen komen van
discobezoek de avond ervoor, tot diep in de nacht hossen, amper zonder
een fatsoenlijk, of onfatsoenlijk, woord te wisselen of elkaar goed te
zien. Wij hebben, heel wakker, úúúúren met
elkaar gepraat, elkaar bij daglicht goed kunnen zien, ook de reacties
op ons kijken en praten. Daarom is de basis waarop we verder kunnen
gaan, héél veel sterker. En wij willen met jullie verder
gaan, gauw er met jullie verder over praten.
Wil je dit met
een tekstverwerker, je zal wel ‘Word’ hebben, in een mooie
opmaak gieten om in te plakken? Of in te lijsten? Datum: Was het voor
of na middernacht? Welke tijdszone? Plaats: 10 km boven de oceaan.
Bovenaan, lieve Debbie en Bibi. Eronder, jullie Han en Dolf. Ik heb het
zelf niet gedaan, ik had het je ook kant en klaar als bijlage kunnen
sturen. Maar voor het nageslacht en jullie gevoelens mag je er naar
wens wat anders van maken, liefst mooier. Doe maar eens een keer
romantisch. Dat ‘lieve’ bovenaan is een understatement van
ons, dat ‘jullie’ voelen we zo. Er mag tussen
‘jullie’ en ‘Han en Dolf’ een ouderwets
‘toegewijde’, of ‘liefhebbende’, liever
‘smachtende’, klopt allemaal. Ik ben benieuwd. Maak het
niet te gek. Als je je ‘verkletst’, is het voor eeuwig
vastgelegd. Ik heb het verhaal ook naar Bibieltje@hotmail.com gestuurd.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Dank + Uitnodiging Woensdag
17:03
3 kB
Lieve Han,
Je hebt het laat gemaakt, 23:50
Ik ben nu vroeg, kinderen voorgelezen in bieb.
Bedankt voor jullie mooie verhaal.
> in een mooie vorm gieten
De tekst zelf
laat ik zo. Heb hem aan Bibi laten zien. Die zei, ik doe niet anders.
Er over nadenken, bedoelde ze. Ze had zelf vandaag nog geen mail
gekeken.
Ze mailen
ieder één keer per dag. Ze wil er altijd rustig voor gaan
zitten, Dolfs mails zijn zodanig, dat ze heel zorgvuldig wil
antwoorden, zegt ze. Nou, je kent dat stel wel. NADV (Niet aan Dolf
vertellen).
De kop en kont van het verhaal zie ik nog wel, geen haast.
Wel met jouw
k. en k. zien. Gelukkig heeft begrijpende mams mijn paps opgestookt. Ze
laten me nu vragen of jullie a.s. zaterdagavond willen komen. Paps zei
gelijk, ‘niet te laat (dus tussen 7 en 1/2 8). En als ze bij
nader inzien, van wie dan ook, niet aardig zijn, mieteren ze na
één bak koffie maar weer op. Anders zien we wel hoe laat
het wordt, ze hoeven niet beleefd vroeg op te stappen. Mams en ik gaan
waarschijnlijk wel op tijd naar bed. Jullie zien maar wat jullie doen.
Als je maar geen herrie maakt, giechel.’ Nou. Fijn, hè?
Sorry voor de late uitnodiging. Maar als je er niet alles voor afzegt hebben we een probleem.
Het werd wel
tijd om elkaar te zien, de eerste keer niet erg met paps en mams erbij.
Het is niet altijd even leuk om een beleefd, niet aandringend,
‘vriendje’ te hebben.
Bibi mailt de
uitnodiging naar Dolf. Haar en zijn mails zie ik niet, hoor ik ook
weinig van. Hoeft ook niet, vast erg serieus. Ze ziet er wel steeds
blij uit. Een hele verfraaiing. Zal jullie niet opgevallen zijn, jullie
kenden haar niet. Mij wel opgevallen, al nadat ze de eerste morgen met
hem van de bar terugkwam. NADV.
Van mij worden
ze gek, als ik niet praat, wat wel eens gebeurt, ben ik aan het zingen
of neuriën. NAHV. (Niet aan Han vertellen)
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
H.Stevens@3kk.nl
Dank.
Graag.
Woensdag
19:47
2 kB
Lieve Debbie,
> Ik ben nu vroeg, kinderen voorgelezen in bieb.
Had ik natuurlijk niet op gerekend. Goede oefening.
> Sorry voor de late uitnodiging. Maar als je er niet alles voor afzegt hebben we een probleem.
Ik had er
zelfs H.M. voor afgezegd. Ze zou het wel begrepen hebben. Ze heeft zelf
genoeg meegemaakt met gescharrel in de familie.
> Als je niet alles er voor afzegt hebben we een probleem.
Ik wil met jou
geen problemen, maar wat anders. Omdat ik een beleefd, niet
aandringend, ‘vriendje’ ben ga ik daar niet verder op in.
Ik kom heel
graag begrijpende mams bedanken. En verder kennismaken, ook met paps.
Is voor mij een eerste keer. Laten we ons gedragen.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
!
?
Woensdag
22:27
1 kB
Lieve Han,
Zo fijn dat je komt. Bibi jankte. NADV. Die komt natuurlijk ook.
>> Ik ben nu vroeg, kinderen voorgelezen in bieb.
> Had ik natuurlijk niet op gerekend. Goede oefening.
Andere oefeningen komen nog!?!
> Ik had er
zelfs H.M. voor afgezegd. Ze zou het wel begrepen hebben. Ze heeft zelf
genoeg meegemaakt met gescharrel in de familie.
Ik scharrel niet met je.
En wie is H.M.?
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
H.Stevens@3kk.nl
@
Woensdag
23:09
1 kB
Lieve Debbie,
> Ik scharrel niet met je.
Sorry. Mag ik het verkering noemen?
> En wie is H.M.?
Ken je vast wel. Woont in Huis ten Bosch, Den Haag.
Als je het
niet leuk vindt om naar H. Stevens te mailen, mag je wat anders
verzinnen, mits geen spaties en zo erin. Lieve_Han@3kk.nl, b.v. Als je
dat opgeeft, via mijn huidige adres, kan Simon regelen dat het dan in
mijn postbus komt.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
@!
Donderdag
19:14 2 kB
Lieve Han,
Duurt ‘s
avonds na eten even voor ik mail ga kijken. Ging vroeger (vroeger is
vóór de vakantie) meestal om een uur of negen, na
gezellig kletsen en journaal kijken met paps en mams en zus, naar mijn
kamer. Ga nu met tweede koffie naar boven. Wil niet ongeduldig lijken.
(Trek maar conclusie uit ‘lijken’)
>> Ik scharrel niet met je.
> Sorry. Mag ik het verkering noemen?
Nog steeds te vroeg. Sorry.
Heb je connecties met H.M.?
Lieve_Han@3kk.nl.
Kan dat? Ik zou zoiets hartstikke leuk vinden. Staat veel leuker in
mijn postbak en adresboek. Doe voorlopig maar. Kan dat later nog
aangepast worden? Hele_lieve, of de overtreffende trap van wat ik nog
verzin?
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
@!!
Donderdag
20:06 2 kB
Lieve Debbie,
> Duurt ‘s avonds na eten even voor ik mail ga kijken.
Bij mij ook. Sinds de rest de deur uit is. Daarvoor vroegen ze wel eens of ik alleen kostganger was.
> Nog steeds te vroeg. Sorry.
Sorry. Zal het niet meer schriftelijk doen, stom, veel te onromantisch.
> Heb je connecties met H.M.?
Nou, meer dan
op Prinsjesdag zwaaien doen we niet. Bij begrafenissen van haar
familieleden komt ze wel in Delft, maar dan zwaaien we niet.
Lieve_Han@3kk in werking.
Je mag het zo
vaak veranderen als je wilt. Je geeft het maar op. Je moet met gebruik
van de nieuwe naam wel wachten op de bevestiging dat Simon het
veranderd heeft. Ik doe het zelf niet, zulke dingen moet 1 man doen, en
dat is hij toevallig. Maar H.Stevens@3kk blijft werken.
Liefs,
Je_Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com x
x
x
Donderdag
22:28 1 kB
Lieve_Han,
Je hoeft niet
alles te herhalen hoor, al is dat wel makkelijk. Doe ik ook. Maar ik
kan ook terugkijken, ik bewaar je mails. Niet alleen op de computer,
ook geprint.
Als je je ‘verkletst’, is het voor eeuwig vastgelegd.
Herkenningsmelodie: When the saints go marching in?
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Oppassen
Donderdag
23:05 1 kB
Lieve Debbie,
> Herkenningsmelodie: When the saints go marching in?
Doe ik. Schijnheilige.
> ik bewaar je mails.
Ik moet dus oppassen met wat ik schrijf. Gaan mijn mails ook in je plakboek?
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Re:
Oppassen
Vrijdag
22:15
2 kB
Lieve Han,
Sorry, was
vergeten (dus ook niet gemaild) dat ik op mijn werk borrel na had. En
daarna op had. Wel gezellig. Vast morgenavond nog gezelliger. Nou, niet
verkletst, hè? Dit kon wel.
Ongerust?
> Doe ik. Schijnheilige.
Één gebied is bij mij wel heilig.
> Gaan mijn mails ook in je plakboek?
Weet ik nog niet. Beetje erg persoonlijk. Zie o.a. vorig antwoord.
Ik laat computer nog even aan, kijk om ± 23:00 nog een keer mail.
Morgen wat drukke dag. Boodschappen, passend jurkje voor ‘s avonds zoeken, en bezoek zelf. Kijk er naar uit.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Tot
morgen
Vrijdag
22:26
2 kB
Lieve Debbie,
Was niet erg
ongerust. Vergeten borrel geeft niet. Zoiets kan mij ook gebeuren. Als
ik overwerk zie ik je mail daar ook opduiken. Ik bewaak je daar ook.
Nog van een afstand. (Dit kon wel, hè?)
Van de week
nog niet overgewerkt, we proberen het voortaan zo min mogelijk te doen.
Is nu ook verantwoord, zaken lopen prima. Werk ‘s avonds thuis
wel wat door, ik kan overal bij wat op mijn werk in de computer staat.
Ik wil morgen overdag wel nog wat werken, anders is de overgang te
groot van tachtig uur of zo naar veertig of minder. En zoveel heb ik
thuis ook weer niet te doen.
Ik zal morgen niet mailen.
> Één gebied is bij mij wel heilig.
Ik hoop niet voor eeuwig.
Ben ook benieuwd naar jurkje. Heeft vast een beetje inkijk. Sorry.
Ik probeer er één minuut over zeven te zijn. Doe zelf open, anders kus ik misschien de verkeerde.
Liefs,
Han
3e Week
Debbie deed, toen er om vijf over zeven aangebeld werd, de deur open en trok Han aan zijn jas naar binnen.
‘Hoi. Je bent de eerste, Dolf is er nog niet. Geef me jas maar.’
Hij legde de
bos bloemen en een paar pakjes, die hij achter zijn rug gehouden had,
op de trap, deed zijn jas uit en gaf hem aan haar. Ze hing die vlug,
slordig, op de kapstok en omhelsde hem, stevig, met haar hoofd tegen
zijn schouder.
‘Het gaat je niks aan, maar ik heb je gemist.’
‘Debbie, het is heel fijn om je vast te houden, maar ik wil graag je gezicht zien.’
‘Je valt in herhaling. Dan de rest ook maar.’
Ze keken elkaar even aan en kusten. Tot Debbie zich lostrok.
‘Dat was
alweer te veel eigenlijk, te lang. Je had wel de goede te pakken. Pak
je spullen en ga mee, ik ga je voor de leeuwen gooien.'
‘Dat zal wel meevallen. Ik heb ze al een keer ontmoet, toen hebben ze me ook niet opgevreten.’
Hij pakte zijn spullen en liep achter haar aan woonkamer in.
‘Nou, lui, mijn vriendje is er al.’
‘Goedenavond,
allemaal. Mevrouw, mag ik u wat bloemen geven? Niet alleen uit
beleefdheid, ook om u te bedanken dat u het initiatief voor dit
gebeuren hebt genomen. Ik was zo beleefd om er bij flapuitje nog niet
op aan te dringen om elkaar weer zien. En zo.’
‘Dank je
wel, jongen. Dat heb ik wel verdiend, na een week met die twee
afwisselend blije en bezorgde meiden. Ik was het na een paar dagen zat.
Vandaar. Verder zeg ik maar niets.’
‘Kan je rustig doen, mams, ik flap er zelf méér dan genoeg uit. Heb je voor mij ook wat, Han?’
‘Je hebt die pakjes gezien, ongeduld, chocolaatjes voor jou en je zus. Jullie zullen het gebak ook wel missen.’
‘Nou, met het gebak viel het wel mee. Ga zitten, ik haal koffie, ik weet niet wanneer die slome Han komt.’
‘Beledig mijn vriendje niet, zus.’
‘Nou,
hij is wel lief hoor, maar, jullie mogen het best weten, ik heb Han net
een kusje gegeven, ik wed dat jullie alleen een handje geven.’
‘Dat
gaat je niets aan. Oh, daar zal je hem hebben. Zo sloom ook weer niet,
hè? Ik doe open. Laat de haldeur dicht, zus, ik heb bij jou ook
niet gekeken. Dat je je weer verkletst is jouw probleem.’
‘En het mijne. O. Sorry meneer, ik ben u vergeten. Ik dacht alleen aan eh de drie gratiën.’
‘Al vergeven. Wie zo aardig is voor mijn drie meisjes kan bij mij wel een potje breken.’
‘Potten zijn hier niet in huis, paps. Om verwarring te voorkomen noemen we waar bloemen in gaan vazen.’
‘Han, is mijn dochter niet té vrij? Je bent wel iets gewend, zag ik, je knipperde alleen even met je ogen.’
‘Geen probleem, meneer, we passen heel goed bij elkaar. Ik knipperde alleen even om mijn antwoord in te houden.’
‘En dat was?’
‘Oh,
heeft ze het niet van een vreemde? Het was, ik wil toch graag het
dekseltje op jouw potje worden. Past vast wel.’
‘Heel goed. Wat taal betreft red je het wel tegen mijn dochter.’
‘Zou u zich voor die andere dochter en haar vriend in kunnen houden? Die zijn daar niet zo van gediend.’
‘Die ook al niet? Nou, dan zit hij goed bij Bibi. Zo te horen zal je Debbie en mij wel onder de duim kunnen houden.’
‘Bemoeit
u zich er maar niet mee waar hij zijn vingers houdt, paps, dat doe ik
zelf wel. Ik ben er eh niet te jong meer voor.’
‘Heb je haast?’
‘Paps toch. Natuurlijk niet. Alles op z’n tijd. We kennen elkaar net twee weken.’
‘Nou, en? Je wilt toch niet zeggen dat je wat gekalmeerd bent?’
‘Ja, paps. Stom, hè? Oh, daar komen ze.’
Bibi en Dolf
kwamen binnen. Dolf had alleen bloemen. Hij was tijdens de begroeting
erg zenuwachtig en kwam pas tot wat rust toen Bibi hem op de bank
zette, naast hem ging zitten en zijn hand vastpakte.
‘En, zus, gekust?’
Dolf ging rechtop zitten.
‘Mag ik,
Bibi? Het gaat je natuurlijk niets aan, Debbie, maar ik wil wel wat
vertellen. Het lijkt me goed dat iedereen het hoort. Je probeert steeds
ons wat op te jagen. Ik ga er van uit dat je het doet omdat je ons het
beste toewenst, maar wij houden ons eigen tempo aan. Tja, al hebben we
van de week heel fijn gemaild, ik bleef ook aan het afscheid op
Schiphol denken. Dus heb ik haar net zonder te vragen gekust. Ze had er
geen bezwaar tegen, aan haar reactie te merken. Het was er maar
één, dus ik weet nog niet zo goed of het alleen geen
bezwaar was voor deze keer. Bibi en ik praten er nog wel over.’
‘Goed
zo, vriend. Mag ik, Debbie? We wensen jullie natuurlijk het beste toe.
We willen jullie niet opjagen, Debbie ook niet, die kan zich alleen
niet zo goed inhouden. We zijn al blij dat je wat spraakzamer
wordt.’
‘Ik was
nooit zo’n prater. Jij praatte ook steeds voor twee, al op de
HAVO. Je moet bedenken dat de schok, zo’n meisje tegenkomen, voor
mij groter was dan voor jou. De verhalen die jij af en toe vertelde,
nou. In nette taal, hoor. Maar daarbij vergeleken heb ik bijna niets
meegemaakt.’
‘Dat komt vast wel, Dolf. Nou, ander onderwerp maar.’
Het
hoofdonderwerp die avond werd natuurlijk toch de kennismaking tijdens
de vakantie. Han vertelde, zoals hij zei, wat hem overkomen was.
Openhartig, nog al uitvoerig, maar niet alles. Tijdens zijn verhaal
pinkte mams af en toe een traantje weg. Na afloop keek ze hem aan.
‘Han, ik
zag op Schiphol al dat het méér dan een vakantieliefde
was. Wat precies wél zoeken jullie maar uit. Paps heeft toen
toestemming gegeven, inderdaad onnodig, om de kennismaking voort te
zetten. Debbie heeft ook verteld dat je lief mailde. Normaal horen we
nooit meer wat over haar vakantiegescharrel. Als ik nog twijfels had,
gezien waar Debbie tot nu toe mee thuis kwam, die zijn nu over. Paps,
schenk eens wat in. Ik heb je van de week wel gehoord, hoor, tegen
Debbie. Als ze niet aardig zijn mieteren ze na één bak
koffie maar weer op. Zo ongeveer. Nou, Debbie kan dat wel hebben. Jij
zou het niet leuk gevonden hebben, hè, Bibi?’
‘Nee, ik
houd niet van dat soort taalgebruik. U doet dat gelukkig niet. Daarom
ben ik ook blij dat Dolf wat dat betreft op u lijkt. Ik had van de week
inderdaad ook wat moeite. Ik vond het zo onwaarschijnlijk dat Debbie en
ik, praktisch tegelijk, ieder iemand van ons eigen slag gevonden
hadden. Debbie en Han praten overal makkelijk over. Nu ook, met
weglating van wat bijzonderheden. Ja, Debbie, je ging de eerste paar
dagen gewoon weer op de vakantieversiertoer. Daarna kalmeerde je pas.
Ik weet dat je lief wilt doen en niks slecht bedoelt, anders zou ik me
voor je schamen. Ik hoop voor je, en voor Han, dat het blijvend is. Wat
Dolf en mij betreft, we zijn wat terughoudender. We hebben het tijdens
de vakantie heel fijn gehad, van de week heel fijn gemaild en ik ben
hartstikke blij dat hij er is, dat ik straks weer met hem praten kan.
Ik hoop dat het met ons ook blijvend is.’
‘Mams,
wij hebben het laat genoeg gemaakt. Bibi, dat was een fijne preek van
je. Dank je wel. Heren, we horen nog wel eens wat van jullie, zij het
goed of slecht.’
‘Neem
het hem maar niet kwalijk, jongelui. Hij bedoelt het goed, hij wil zich
nergens mee bemoeien. Prettige avond verder.’
Na het vertrek van de ouders keken de vier elkaar aan.
‘Wat doen we, zullen we verder praten?’
‘Ja,
Han, maar niet hier. Ik pak een paar glazen en een fles cola, we gaan
naar mijn kamer. Bibi, Dolf, jullie zien maar. Dag.’
Op haar kamer ging Debbie op bed liggen.
‘Kom
naast me zitten. Ik wilde alleen met je zijn, niet kwartetten. Ik weet
niet of Bibi het al aandurft om met Dolf naar haar kamer te gaan. Ik
met jou wel, zo kan zij ook in de woonkamer blijven. Ik ga niet
luisteren of ze bovenkomen, of weggaan. Trouwens, hoe wist je ons
adres?’
‘Zoals je zei, in de telefoongids. Met nog een paar met dezelfde achternaam, maar de enige in Overschie.’
‘Ja. Ik
was het vergeten te mailen, bedacht ik later. Ik heb maar afgewacht, je
bent slim genoeg. Anders had je wel gemaild. Zo, eh, Han, hoe vond je
het, in de leeuwenkuil?’
‘Nou,
eh, Debbie, heel gezellig. Je ouders zijn erg aardig, ieder op hun
manier. Bibi voelde zich wat opgejaagd, maar ze was erg flink. Praatte
goed van zich af. Hield trouwens Dolf ook goed uit de wind, na zijn
eerste preek. Hij mocht vertellen wat hij wilde, daar was ze
zienderogen blij mee, maar als het iets moeilijker werd nam zij het
woord. Aan de ene kant had ik medelijden met haar, ze had het wat
zwaar, aan de andere kant bewonderde ik haar. Wil je dat een keer tegen
haar zeggen? W A B V, wel aan Bibi vertellen.’
‘Dank je
wel, lieverd, dat zal ik doen. Daar zal ze blij mee zijn. Jij had
kennelijk geen problemen, dat je dat ook nog in de gaten had. Ik niet
direct, maar je hebt helemaal gelijk. Houd mijn hand eens vast. Ik ben
net wéér een beetje gekker op je geworden.’
‘Fijn.
Ik lig in principe voor mezelf niet wakker van ouders. Alles wat ze
méér zijn dan neutraal is meegenomen. Alleen voor jou,
het is belangrijk dat jij goed met ze om kan blijven gaan. En voor
eventueel t z t kinderen. Nou, heel goede vooruit- zichten, dit is wel
een héél aardig stel.’
‘Fijn. Genoeg over mijn ouders.’
‘Vind ik
ook. Lieve Debbie, we hebben fijn gemaild. Op de goede basis van onze
kennismaking. We praten vanaf dat ik binnenkwam gelijk weer heel fijn.
Ik wil nu graag iets meer dan in de hal. Mag ik je wat langer
kussen?’
Ze tilde haar
hoofd wat op, tuitte haar lippen iets. Hij liet haar hand los, boog
zich voorover, zette tegelijkertijd zijn handen ieder aan een kant van
haar op bed, en kuste haar. Ze pakte hem bij zijn schouders, liet hem
weer los toen hij rechtop ging zitten.
‘Je kuste me opvallend terug, schat.’
‘Het zou toch gelijk opgaan? Hoe beter we elkaar kennen hoe meer contact?’
‘We kunnen allebei goed onthouden wat we ooit gezegd hebben. Maar ik ken je kennelijk beter dan jij mij.’
‘Mooi
niet. Ik wil, sinds het afschaffen van mijn shows, iets bij je
achterblijven. Maar als je het te veel verschil vond wil ik je graag
inhalen, maar niet voorbijgaan. Nu!’
Hij kuste haar weer. Deze keer sloeg ze haar armen om hem heen. Na een minuut liet hij haar los.
‘Oh,
Debbie, zo kennen we elkaar weer. Dit moesten we voorlopig maar niet te
vaak doen. Het is geweldig. Lief en lekker.’
‘Ja,
allebei. Fijn dat je dat zo zei. Straks wel nog één, als
je weggaat. Hoe gaan we verder, vanaf morgen?’
‘Wacht
even. Ondanks mijn concentratie op je zalige kussen voelde ik ook hoe
je me vasthield. Ik jou niet trouwens. De eerste keer hield je mijn
schouders vast, de tweede omhelsde je me. Ik vermoed waarom, zal ik het
zeggen?’
‘Nee,
doe ik zelf wel. De eerste keer was een automatische reactie, van
vroeger. Daar begon ik altijd mee. Dan kon ik de jongens wegduwen als
het niet beviel. Dat kwam wel eens voor, zeker als ze gelijk met
tongzoenen begonnen. Alles op z’n tijd. Tussen de eerste en de
tweede dacht ik, dat hoeft niet, hij is te vertrouwen. Hij is
voorzichtig, houdt me niet vast, inderdaad, houdt zich in, behalve bij
het kussen zelf, dat was bijna onfatsoenlijk hartstochtelijk. Tja, ik
zei het al eens, we hebben allebei onze ervaringen, maar toch zal het
fijn zijn samen zulke dingen opnieuw te doen. Nou, dat komt uit,
hè?’
‘Ja. Je
kust heerlijk. Ik kreeg ook gelijk met mijn niet inhouden bij het
kussen, dat heb je goed gevoeld. Ik dacht, een heel kleine kans dat ze
het niet goed vindt, maar ze zal niet boos worden. Ze is wat gewend,
dat scheelt me minstens een maand inhouden. Heerlijk.’
‘Het scheelt mij ook inhouden. Ja, lach maar, ik zeg het rustig, het zou toch gelijk opgaan?’
‘Ja, ons contact met onze gevoelens. Maar onze gevoelen hoeven niet gelijk op te gaan.’
‘Dat klopt. Dat hoeft niet.’
‘Juist.’
‘Oh,
zalig, Han, weer zo met je te praten. Mailen is fijn, je kan rustig
overdenken wat je wilt schrijven, maar dit is nog mooier. Spontaner.
Soms té.’
‘Dat is
toch niet erg? We vangen alles prima op. Voor we het vergeten, hoe van
de week verder? Mailen, in ieder geval.’
‘Hoe vaak?’
‘Daar
heb ik al over gedacht. Klein probleempje. Ik wil het voortouw niet
nemen, om je niet op te jagen. Niet dat ik zoveel haast heb, hoor, maar
ik wilde je onderhand echt kussen. En jij wilt niet het voortouw nemen
omdat je als een meisje wilt gedragen.’
‘Gedragen? Ben ik dat niet?’
‘Geen
gewoon meisje, gelukkig niet. Zoiets wat ze in de States een tomboy
noemen, een meisje wat honderd procent met jongens meedoet, op haar
vingers fluit en zo, maar ook een echt meisje blijft. Het zijn er niet
zo veel die dat goed kunnen. Sommige jongens moeten daar niets van
hebben, andere wel, graag zelfs. Nou, ik denk Dolf niets, die treft het
met Bibi, en ik beslist wél. We moeten voorlopig maar zo verder
mailen. Ik heb bij het binnenkomen hier even snel rondgekeken. We
moeten het gauw eens hebben over een snellere telefoonverbinding voor
je. Tegelijk voor Bibi, hiernaast. Ik kan een netwerkje aanleggen, geen
probleem. Dat was over mailen. Kunnen we van de week via mail een
afspraakje maken? Voor zaterdag, naar een film, of toneel of zo? Met
z’n vieren? Disco heb ik geen zin in. Denk er maar over na. Ik
zoek in ieder geval verschillende dingen op. Makkelijk, Internet, alles
op te vinden.’
‘Doe ik dat ook. Op mijn werk ligt de Rotterdamse uitgaanskalender. Nog méér te behandelen?’
‘Niet dat ik zo snel weet.’
‘Goed, einde bezoek. Groot succes. Even denken. Ja. Wil je mijn schouders beetpakken?’
Hij deed het.
‘Zo?’
‘Ja. Je grinnikt. Ja, nog één, dan weg met je.’
Ze kusten weer. Toen hij merkte dat ze wilde stoppen liet hij haar los en stond op.
‘Ik zou er verslaafd aan kunnen raken, Han. Nu eruit.’
Hij draaide
zich om, liep de kamer uit en naar beneden. Ze kwam achter hem aan. In
de hal trok hij zijn jas aan. Ze deed de deur voor hem open, hield haar
hoofd omhoog voor een kus. Hij hield het bij een kleintje. Ze duwde hem
de deur uit en deed die dicht.
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Verslagje
Maandag
21:12
1 kB
Lieve Han,
We hebben
vanavond nog wat nagepraat over jullie. Mijn ouders zijn erg blij voor
ons. Er zat Bibi steeds iets dwars. Uiteindelijk zei ze dat ze wel zes
keer gekust hadden. Ik moest zo lachen, toen ze erachteraan zei, die
bij de voordeur niet meegerekend. Ik kon het niet laten, vroeg, de ene
bij zijn binnenkomen, of ook die bij het weggaan? Bloosde ze nog
harder, hij had haar daar uitgebreid omhelsd. Vroeg ik natuurlijk, kon
dat in de woonkamer of op je kamer niet? Dat hadden ze niet gedaan.
Erg, hè?
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Re:
Verslagje
Maandag
21:35
1 kB
Lieve Debbie,
> Erg, hè?
Ja, voor ons. We hebben nu een grote achterstand.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Woensdag?
Maandag
22:17
1 kB
Lieve Han,
> We hebben nu een grote achterstand.
Ik weet het. Mag ik die woensdagavond in komen halen? Even met de bus heen en weer?
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Re:
Woensdag?
Maandag
22:29
1 kB
Lieve Debbie,
> Mag ik het woensdagavond in komen halen?
Heel graag. Kruidhuisweg 99.
Maar ik kan ook naar jou komen.
Niet te druk voor je?
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com Bank.
Dinsdag
19:12
1 kB
Lieve Han,
> Maar ik kan ook naar jou toekomen.
Nee, we kunnen bij jou ongestoord op een bank zitten . . .
> Niet te druk voor je?
Ben wel druk met nadenken.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Re:
Bank.
Dinsdag
19:32
1 kB
Lieve Debbie,
>> Maar ik kan ook naar jou toekomen.
> Nee, we kunnen bij jou ongestoord op een bank zitten . . .
Ter geruststelling, alleen op de bank . . .
>> Niet te druk voor je?
> Ben wel druk met nadenken.
Heel voorzichtig: waarover?
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Morgen
Dinsdag
22:15
1 kB
Lieve Han,
> Heel voorzichtig, waarover?
Over voorzichtig blijven.
Ik ben rond 19:00 bij je. Koffie graag. Minstens. Wil de bus van 22:32 terug nemen. Maar niet terug mailen.
Liefs,
Debbie
Hij wachtte haar bij de bus op, gaf haar een kort kusje.
‘Hoi. Welkom in Delft. Geef me maar een hand, je bent hier vast onbekend.’
‘Hoi. Ik
weet uit het stratenboek hoe ik moet lopen. Je hebt me ongevraagd
gekust, daar zullen we het nog eens, straks, over hebben. Omdat je zo
netjes om handje vasthouden vraagt mag dat.’
Ze liepen hand in hand richting zijn huis.
‘Ik zal het onthouden. Weet je mijn lijfspreuk nog?’
‘Ja, je doet niet graag een stapje terug.’
‘Nee, niet graag. Wel als er om gevraagd wordt, liefst met opgaaf van de reden.’
‘Ik zal het onthouden. Lief van je om me van de bus te halen.’
‘Dat
hoort toch? Het was makkelijk uit te zoeken welke bus het zou zijn.
Volgende straat links, dan zijn we er bijna.’
‘Bij je thuis.’
‘Verder gaan we niet.’
‘Oh, Han, we zijn gelijk weer op gang. Hoe kan dat nou?’
‘Daar zullen we het nog eens, straks, over hebben.’
'Zijn we er gauw? Ik weet je huisnummer, maar natuurlijk niet of je voorin of achterin de straat woont.’
‘Schuin aan de overkant.’
In het
halletje op zijn verdieping trokken ze de jassen uit. Hij pakte de hare
aan, hing hem op de kapstok en wees haar de woonkamer.
‘Ik ben zo blij dat je er bent.’
‘Ik ook. Ik had koffie besteld, omdat ik die nu thuis mis.’
‘Ik heb het apparaat aangezet toen ik wegging. Ga zitten. Missen ze je thuis?’
‘Ik zei na het eten dat ik even naar je toeging. Paps en mams glimlachten allebei.’
‘En Bibi? Of was die er niet?’
‘Ja, die
was er. Ze zei, wacht even. Ze dacht even na. Zei toen, of ik jou wilde
vragen of je aan Dolf door kan geven dat hij morgenavond langs kan
komen, als hij wil. Na het eten. Ze bloosde als een gek. Ik heb maar
niet méér gezegd dan dat ik het zou doen. Bij deze.’
‘Je hebt je knap ingehouden. Tegen Bibi.’
‘Ja, Han.’
‘Juist.
Ach, die voorzichtige liefjes. Via een omweg. Ik kom er zó op
terug. Ze heeft niet gezegd wanneer, hè? Ze dacht waarschijnlijk
aan morgen, op het werk. Mis, ik bel hem zo.’
‘Ja, leuk.’
‘Ga toch zitten. Ik haal de koffie.'
Ze ging in het
midden op de driezitsbank zitten. Hij ging naar de keuken, kwam terug
met de kopjes, zette die naast elkaar op het tafeltje voor de bank, en
ging naast haar zitten.
‘Je zit
fijn vooruit te denken. Zo kon ik niet ver van je vandaan gaan zitten.
Ik was inderdaad niet van plan om in een leunstoel te gaan
zitten.’
‘We hoeven geen meters uit elkaar te blijven.’
‘Nee, net genoeg om elkaar niet te stoten bij het koffiedrinken.’
‘Ja, daarna mag wel een beetje.’
‘Ja, stoot. Sorry.’
‘Ja, je weet betere benamingen. Waarom gaf je me in je mail je adres?’
‘Dat wist je toch niet?’
‘Je
staat gewoon in het telefoonboek. Ik kan ook zoeken, hoor. Niet dat ik
dat ooit gedaan had, als je na de vakantie geen contact opgenomen had.
Je was sneller dan ik dacht.’
‘Erg verlangend. Ik miste onze fijne gesprekken zo. En je lieve smoeltje.’
‘Ik ook.
En je kijken naar me. Het was daar heerlijk warm, maar ik kreeg het er
altijd zo lekker warm van, een andere, fijnere warmte. Ik kreeg
gelukkig geen tijd om me zorgen te maken.’
‘Ik een
beetje. Of je toch echt wel contact zou willen. Ik mailde
zaterdagmorgen, je stuurde er pas ‘s avonds één
terug.’
‘Ja, natuurlijk. Ik had nog niets verwacht. Je dacht vast, bootje afhouden, hè?’
‘Ik wist het niet. Meid, ik vind je zo mooi, en zo lief.’
‘Wat is het belangrijkste?’
‘Dat weet je wel, lief. Technisch, nou ja, biologisch of zo, je bent mooi omdat je lief bent, dat straal je uit.’
‘Niet altijd.’
‘Dat weet ik niet. Dan ben ik er niet.’
‘Juist, oorzaak en gevolg. Je bent niet de enige die dat uit kan zoeken.’
‘Je hebt veel verborgen talenten, zoals dat heet.’
‘Ik verberg een hoop.’
‘Met af en toe een voorafje.’
‘Heb je enig idee wanneer we aan de inhaalrace gaan beginnen?’
‘Nu? Voorzichtig?’
Ze sloeg een
arm om zijn nek en trok hem naar zich toe. Ze kusten voorzichtig. Ze
liet hem daarna weer los. Hij had alleen zijn handen op haar schouders
gelegd, liet haar ook los. Ze dronken de koffie op.
‘Dat is anders dan bij mij op bed, hè?’
‘Ja,
toen was het puur van blijdschap, dat we elkaar weer zagen. We hebben
er daarna over na kunnen denken. We weten nu dat we elkaar willen
blijven zien, hè? Dat kust weer anders.’
‘Ja.
Goed omschreven. Maar je hield je te veel in, dat hoeft nou ook weer
niet. Kan je op de helft gaan zitten van nét en de heftigste van
vorige keer?’
‘Ja, dat lijkt me ook fijn. Mag ik het zien als proberen je bij te houden?’
‘Het is misschien vervelend voor je, met het contact zoeken moet je je ook inhouden.’
‘Dat gaat sneller dan ik dacht. Eerst hielp je moeder, nu jij, Debbie.’
‘Ja, ik weet het, slimmerd. Ik durf een beetje. Je snapt me weer goed en je maakt er geen misbruik van.’
‘Nee, ik
heb van begin af aan begrepen dat ik daar niets mee op zou schieten. En
zo ben ik ook niet. Debbie, ik heb je verteld, al heel wat, hoe ik met
meisjes omga. Lief, we moeten er allebei wat aan hebben. Over inhouden
gesproken, ik vermoed dat je het zelf ook doet. Zeg maar niets, laat
het me alsjeblieft merken bij de volgende kus.’
‘Goed. Ik zal méér doen dan net.’
Ze trok hem weer naar zich toe, hij deed zijn armen om haar nek. Na een lange kus lieten ze elkaar weer los.
‘Oh, meid, wat fijn. Dat was al méér. Dat belooft wat.’
‘Ik heb nog méér beloofd, als je je zou gedragen.’
‘Daar wil ik nog niets van hebben, geen voorproefjes of shows. Goed?’
‘Ja, fijn. Ik heb dorst.’
‘Je
vraagt maar als je wat wilt, ik heb mijn gedachten niet zo bij eten en
drinken. Bacootje? Ik neem zelf alleen cola. Ik moet vanavond misschien
nog rijden.’
‘Zo laat nog? Waar naar toe?’
‘Jou wegbrengen, als je wilt.’
‘Neem er dan zelf ook één. Ik wil met de bus, op een vaste tijd weg.’
‘Begrepen.’
Hij pakte de kopjes en liep naar de keuken. Hij was snel terug met twee glazen.
‘Mag ik
je hand vasthouden? Met de andere kunnen we drinken. Nog maar een keer
op de vakantie en het begin van onze eh kennismaking.’
‘Proost, vriendje.’
‘Oh, wat mooi. Scharreltje overgeslagen, gelijk mijn vriendinnetje?’
‘Ja. Wel een beetje raar, we hebben nog niet noemenswaardig gescharreld, gezien onze eerdere ervaringen.’
‘Nee, maar die zijn hiermee niet te vergelijken. Dat was alleen lichamelijke aantrekkingskracht.’
‘Ja. Nu over jouw lichaam. O. Schrok je?’
‘Ja.’
‘Tja, je
hebt natuurlijk geen idee wat ik wil zeggen of doen. Koest maar, alleen
wat zeggen. Jij zegt soms wat over het mijne, zeg ik nu wat over het
jouwe. Eerlijk toch?’
‘Ja, maar ik weet best dat meisjes daar wat anders over denken dan jongens.’
‘Natuurlijk.
Ik vind dat je een mooi lichaam hebt. Niet te gespierd. Ook goede
verhoudingen. Die zeventien centimeter zal je best staan. Oh, shit, ik
had me nog zó voorgenomen dáár niets over te
zeggen. Dat heb je niet gehoord.’
‘Nee, goed. Maar hij wel. Sorry.’
Ze grinnikte.
‘Dat geeft niet, Han. Als we van steen waren stonden we wel buiten in een park.’
‘Fijn.
Ik ben wel blij dat je me het aankijken waard vindt. Ik kan daar niets
aan doen, maar ik gun je ook best wat.’
‘Ik weet het. Oh, weer fout. Je bedoelde niet zoals in het zwembad, hè?’
‘Nee,
maar nu je het zegt, die ook. Het geeft niet, Debbie, ik heb aan je
kussen gevoeld dat je niet van steen bent.’
Deze keer begon hij met kussen. Na een tijdje maakte ze zich langzaam los.
‘Han, waarom wilde je terugkomen op die voorzichtige liefjes?’
‘Ik zal eerst even bellen, dat zou ik bijna vergeten.’
Hij pakte de telefoon van tafel, koos een nummer.
‘Met Han. Ik moet je een boodschap overbrengen. Geen zakelijke, maar privé.’
‘Debbie is bij me. Ik moet je doorgeven, namens Bibi, dat je morgenavond langs kan komen, als je wilt. Na het eten.’
‘Dat zei
ze tegen Debbie, toen die vertelde dat ze even bij me langs ging. Ze
bloosde erbij als een gek. Au. Zeg, Dolf, knijpt Bibi jou ook zo
gemeen?’
‘Flauwerd. Tot morgen.’
‘Sorry dat ik kneep. Ik dacht net, ik had het vast zelf ook gezegd.’
‘Ja, vast. Wil je dat knijpen weer goed maken?’
‘Nee. Ik kus alleen iets af bij kleine kinderen. Je mag me terugknijpen.’
‘Nee, ik
knijp geen meisjes. Zeg, ik heb zitten zoeken naar iets voor
zaterdagavond. Ik kwam een film met Julia Roberts tegen, in een bios in
Rotterdam. Ik keek onder het eten of ik vanavond nog iets op moest
nemen. Zie ik ook een film met haar. Mijn recorder is geprogrammeerd,
maar we kunnen ook kijken. Van acht tot tien. Ten eerste, dan kunnen we
het rustig aan doen, al kom je niet om naar TV te kijken. Ten tweede,
je weet hoe gek ik op films met haar ben, dan zie je misschien waarom.
Ten derde, dan kan je zeggen of je haar zaterdag nog een keer wilt
zien, of dat we wat anders moeten zoeken. Ik heb eigenlijk geen idee
van jullie smaak, kwam ik achter. Alleen dat jij niet van klef
houdt.’
‘Kijken, om alle drie de redenen.’
‘Fijn, schat. Kus?’
Ze kusten weer.
‘Han, waarom wilde je terugkomen op Bibi en Dolf?’
‘Jij komt er ook steeds op terug. Je wilt wat kwijt, hè?’
‘Ja. Je hebt me alweer door.’
‘Juist.
Ze hebben het wat moeilijk, hè? Tenminste, Bibi, van Dolf krijg
ik geen hoogte. Net ook niet. Hij gaat nergens op in.’
‘Ja, Bibi heeft het moeilijk. Ze is ook weinig gewend.’
‘Dat maakt niet veel uit. Jij hebt het ook moeilijk, hè?’
‘Ja. Ik
wilde lang bevriend blijven, op afstand. Wat mailen, in de weekends af
en toe uitgaan, wandelen. Hooguit iedere keer een kusje. Na een half
jaar misschien meer.’
‘En nu zit je hier.’
‘Ja. En je begrijpt me. Helpt me vertellen. Ik snap mezelf niet.’
‘Jawel.
Je zei tijdens de vakantie al, als ik verkering had, misschien
daarvóór al, wilde ik hem ook niet alleen in het weekend
zien, ook wel eens door de week. Een week kan lang duren. Je wilt het
alleen voor jezelf niet weten.’
‘Wat?’
‘Dat je al meer om me geeft dan een vriendinnetje doet om haar vriendje.’
‘Ja. Maar hoe kan dat nou, zo snel?’
‘Omdat
het deze keer niet alleen een lichamelijk gevoel is. En omdat het
wederkerig is, schat. Omdat we elkaar zo verschrik- kelijk goed
aanvoelen. Toen ik je van de bus haalde begon het toch ook gelijk
wéér?’
‘Ja, iedere keer.’
Hij begon haar te kussen zonder te vragen.
‘Meid,
nee, lief meisje, je kust geweldig. Je vertelt me hiermee ook heel wat.
Ik denk, genoeg voor je, om er een tijd tegen te kunnen. Als het maar
geen half jaar is.’
‘Nee, dat zit er niet in. Dank je wel, Han.’
‘Je kust waarschijnlijk ook niet om te bedanken, hè?’
‘Grapjas. Nee, in principe niet.’
‘Mooie uitwijkmogelijkheid. Mag ik dan, als dank, je mijn meisje noemen? Iets méér dan vriendinnetje?’
‘Ja.’
‘Fijn. Wat doe jij, andersom?’
‘Eh, ik blijf bij vriendje. Dat klinkt toch ook lief? Mijn jongetje is niks.’
‘Nee.
Oh, ik hoor de recorder starten. Zal ik de TV aanzetten? Schat, daar
kwam je niet voor, maar om het kwartier is er reclame, daar hoeven we
niet naar te kijken.’
‘Prima. Twee keer vier is acht. We halen ze wel in.’
‘Makkelijk.
Als we elkaar vaker opzoeken kunnen we zelfs een voorsprong nemen. Dan
moet je alleen niet aan Bibi vertellen dat je naar me toegaat of dat ik
bij je kom.’
‘Ik zou toch niet voor voorbeeld of oppas spelen? Kijk nou maar.’
Ze keken naar de film. En dronken wat en kusten tijdens de reclames.
‘Ik
begrijp je, Han. Ze is inderdaad niet knap. Mooi en lief is passender.
Ze speelt ook goed. Je vergeleek me in het begin met haar.’
‘Nu nog, maar de vergelijking valt duidelijk in je voordeel uit. Jij bent mooier en liever.’
‘Vooruit maar. Je sloeg wat over.’
‘Ja. Je hebt me alweer door. Dat spelen, hè?’
‘Ja. Je zegt vaak iets heel mooi. Alsjeblieft.’
‘Beetje
moeilijk, hoor. Eh, we spelen vaak met woorden. En ik hoop gauw dat we
in elkaars armen meer doen dan kussen. Als we dat zoals vroeger deden,
zou dat ook spelen heten. Maar wij doen alles met een serieuze
achtergrond, omdat we meer om elkaar geven dan een vriendinnetje doet
om haar vriendje, en andersom. En ik geef zelfs meer om je dan, mijn
meisje, zegt. Denk er maar eens rustig over na. En raak niet in paniek.
Geniet er van. Er is nergens haast bij. Zo genoeg, hè?’
‘Ja. Heel mooi, lieve jongen. Ja, dat kan ook. Breng je me naar de bus?’
‘Natuurlijk.’
Ze liepen hand in hand naar de bushalte. Toen de bus er aan kwam kusten ze.
‘Lief meisje, je kan weer rustig slapen, hè?’
‘Ik kan gerust slapen. Hoe rustig het wordt ligt er aan wat we in mijn dromen doen.’
Voor hij antwoord kon geven stapte ze in de bus.
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Oef
Donderdag
16:29 1 kB
Lieve Debbie,
Oef, wat een
fijne avond, mijn lief meisje. Dolf gaat akkoord met Julia. Voegde, na
mijn uitleg, toe dat hij liever Bibi ziet. Eindelijk iets. Hij blijft
voorzichtig, hè?
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com Oef,
oef. Hi,
hi.
Donderdag
19:15 1 kB
Lieve Han,
Een fijne en verhelderende avond, lief vriendje.
Ik heb je mail, vóór Dolfs komst, aan Bibi laten zien en over Julia uitgelegd.
Ze vroeg eerst over Je_Han@3kk.nl en mijn lief meisje. Uitgelegd.
Ze gaf geen commentaar.
Ze gaat ook akkoord met Julia.
Over, dat hij liever haar ziet: ze wil Julia nu zeker zien.
Over, eindelijk iets, hij blijft voorzichtig: bemoei je met je eigen zaken.
Hi, hi.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Ha,
ha.
Donderdag
19:28 1 kB
Lieve Debbie,
> . . . bemoei je met je eigen zaken.
Dat gaat niet
helemaal. Ik heb voor vier gereserveerd. Ik pik Dolf op, daarna jullie,
om ± 19:30. Film van 20:00 tot 22:30, incl. voorfilm en pauze.
Mogen we op jullie kamers afscheid nemen?
Debbie, mijn
ouders vinden dat mijn geheimzinnig gedoe lang genoeg geduurd heeft. Ze
willen je zien. Onzin, ze gaan vaak op bezoek, ontvangen ook veel,
hebben vaak al langlopende afspraken. Jullie zijn elkaar daardoor
misgelopen.
Wil je zondagmiddag komen eten, enzovoort?
Ik sta er op dat ik je dan ophaal en terugbreng.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
!
?
Donderdag
22:44 1 kB
Lieve Han,
> jullie, om ± 19:30.
Prima.
> Mogen we op jullie kamers afscheid nemen?
Jij van mij wel. D <> B ? Waarschijnlijk wel. Sssst, hij is nog niet weg.
> Wil je zondagmiddag komen eten, enzovoort?
Graag.
> Ik sta er op dat ik je dan ophaal en terugbreng.
Graag.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
?
Vrijdag
18:49
1 kB
Lieve Debbie,
> Graag.
> Graag.
Fijn.
Om je dood te ergeren. Ja, het was een fijne avond.
Heb hem verteld van zondag. Reactie: Zo.
Zou je hem niet!
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
!
Vrijdag
19:46
1 kB
Lieve Han,
> Zou je hem niet!
Afblijven. Ik weet meer. Hij heeft haar vandaag op haar werk gebeld. Niet gemerkt? Voor zondagavond bij zijn ouders uitgenodigd!
Ik weet nog meer. Ze is zo blij. Ook vriendje <> vriendinnetje.
Ik ook. Voor hun. Voor ons.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Hè,
hè.
Vrijdag
20:02
1 kB
Lieve Debbie,
> Ik weet nog meer. Ze is zo blij. Vriendje <> vriendinnetje.
> Ik ook. Voor hun. Voor ons.
Ik ook, mijn lief meisje.
Nog één nachtje slapen, dan zien we elkaar weer.
En de dag erna weer.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com Slaap
Vrijdag
22:28
1 kB
Lieve Han,
> Nog één nachtje slapen, dan zien we elkaar weer.
Ik heb twee rustige nachten gehad. Komende nacht vast weer.
> En de dag erna weer.
De nacht ervoor en erna weet ik niet hoe ik zal slapen. Ligt ook aan het afscheid ervoor.
Nu vroeg naar bed, schoonheidsslaapje. Word ik misschien nog liever.
Mag je mondeling op reageren, hoeft niet, ik lees geen mail meer voor de film.
Liefs,
Debbie
4e Week
Ze hadden een gezellig film-uitje. Bibi en Dolf vonden Julia ook een succes.
Ze zeiden paps
en mams even gedag voor ze naar boven gingen, met wat om te drinken.
Debbie ging lui op bed liggen, Han trok de stoel bij de kaptafel
vandaan en ging naast haar bed zitten.
‘Gezellig, hè, Han?’
‘Ja, meid. Je hebt je keurig gedragen.’
‘Je bedoelt, alleen handje gevreeën?’
‘De
stiekeme kusjes vergeten, als het wat emotioneel werd? Ik bedoel, je
hebt Bibi en Dolf met rust gelaten. Met ze meegepraat, niet
opgestookt.’
‘Dat
komt vast door mijn schoonheidsslaapje, ben ik daardoor wat liever voor
ze geworden. En omdat ik wat rustiger ben geworden.’
‘Wil je het me uitleggen, dat, wat rustiger?’
‘Ik zal
het proberen, Han. Die min of meer gezamenlijke week vakantie was erg
fijn. Maar vrijblijvend. Terug begonnen we te mailen. Je was er zo
vroeg bij, en ging zo fijn verder, dat ik gelijk aannam dat je het
serieus meende. Ik heb daar verder weinig over nagedacht, me daar geen
zorgen over gemaakt, niet aan je getwijfeld. Ik heb me even in jouw
plaats gedacht, voor zover ik je kende, en iedere mail beter leerde
kennen. Dat je oud en wijs genoeg was om alle consequenties in te zien
van waar je mee bezig was. Dat je genoeg ervaring met meiden had om er
nu, met mij, genoeg in te zien voor een vaste verbintenis. Tot zover
goed?’
Hij ging naast haar op bed zitten, pakte haar hand.
‘Ja,
mijn lief meisje. Ik weet waar ik mee bezig ben, ik weet ook wat ik
verder wil. Een vaste verbintenis, in welke vorm dan ook, blijft altijd
een gok. Tijdens de vakantie wist ik al dat ik je altijd bij me wilde
hebben. Ik kon je alles vertellen, je begreep me, je vertelde ook veel,
en ik kon je heel goed begrijpen. Ik voelde aan dat dat zo zou blijven.
Ik heb me ook in jouw plaats gedacht. Dat doe ik vaak, je weet hoe ik
met meiden omging. Of ik wel geschikt voor je was. Conclusie, al na een
paar dagen, gezien hoe we met elkaar omgingen, ik vind van wel.’
‘Bedankt
voor de reclame. Je grinnikt ook nog. Ja, je snapt me, ik praat niet
romantisch. Han, we zijn twee weken terug. Ik heb over twee dingen
nagedacht. Één gaat over onafhankelijkheid. Het wordt je
eigenlijk aangepraat dat je die moet houden. In het begin dacht ik ook,
ik kan nu doen en laten wat ik wil. Moet ik dat opgeven? Stom, ik blijf
onafhankelijk. Je dringt me niets op, je laat me helemaal vrij. Je doet
wel voorstellen, en je zet me aan het denken wat ik aan het doen ben.
Net weer, met je reclame. Ik heb ook ervaring, maar daar nooit zoveel
bij nagedacht. Ik dacht, als mijn prins op het witte paard komt, dan
merk ik dat vanzelf, ik wacht wel af. Nou, je hebt een donkere auto,
dus ik weet het nog niet zo zeker. Ik weet wel, dat van die
onafhankelijkheid verliezen is onzin, ik krijg er iets bij. Vraagstuk
onafhankelijkheid heb ik opgelost. Nou?’
‘Fijn,
meisje. Ik heb er niets aan toe te voegen. Misschien laat ik mijn auto
overspuiten. Ik snap dat je met, er iets bij krijgen, geen
materiële dingen bedoelt.’
‘Nee. Je
hoeft ook niets aan je auto te doen. Je voelt me weer goed aan,
vraagstuk twee gaat over het erbij krijgen. Daar ben ik nog niet gerust
op. Omdat ik er met mijn verstand niet bij kan, Han, dat ik in
zo’n korte tijd zoveel om je ben gaan geven. Ik kon het, na je
weer gezien te hebben, geeneens een week uithouden zonder je te zien en
met je te praten. En kussen. Han, ik heb tijd nodig om tot mijn
verstand door te laten dringen, dat wat mijn hart wil, niet
onverstandig is. Werkt dat zo?’
‘Ja. Dat noemen ze innerlijke vrede krijgen.’
‘Zoiets.
Goed, dat wordt afwachten. Wil je daarop wachten? Ik geef al veel om
je, en ik wil ook een soort verbintenis, maar het allebei nog geen naam
geven. Gewoon doorgaan zoals eh sinds nu. Tot ik meer rust heb, en je
meer kan vertellen.’
‘Ik wacht wel, hoor. Mag ik je erbij helpen?’
‘Ja.
Zoals steeds. Je doet het heel lief en voorzichtig. Ik was er steeds
blij mee, al zei ik dat misschien niet altijd. Kom je dichter bij
me?’
‘Nu is het mijn beurt om te zeggen dat ik dorst heb.’
Ze dronken
wat, daarna ging hij naast haar liggen en omhelsde haar, legde haar
hoofd op zijn schouder. Ze omhelsde hem ook, voorzichtig.
‘Geen kusje, Han?’
‘Nee,
nog niet. Je ademhaling is nog te snel, je moet eerst tot rust komen.
Van je verhaal, en misschien dat ik je op je bed in mijn armen
heb.’
‘En andersom. Ja, een beetje wel, lieve jongen, al vroeg ik er zelf om. Je blijft een vent, met tien vingers.’
‘Ja, die
ze gebruikt heeft om meisjes op te winden en om baby’s te
kalmeren. Daar ben ik goed in. Het eerste wist je al, daar heb ik over
verteld. Het tweede, ik heb vroeger veel opgepast, om wat bij te
verdienen. De laatste tijd bij mijn broer en zus, die hebben allebei
kleintjes, ik heb ze zó koest. Ik houd ze vast en streel over
hun rug en hun kontje. Je valt nu even in de categorie te kalmeren
baby’s. Je hebt geen luier om, wel een lekker kontje.’
‘Mmmm.’
‘Bedankt
voor de goedkeuring. Ik krijg wel een reactie door, van mijn
automatiek, bij de behandeling van meiden. Ik voel geen bandje op je
rug, je hebt geen beha om.’
‘Wat ben je toch eerlijk. Ik ook. Goedkeuring geweigerd.’
‘Ik wacht rustig af, mijn ademhaling gaat toch langzaam? Omdat het zo fijn is je zo vast te houden.’
Hij bleef haar strelen.
‘Hé, baby, val je in slaap?’
‘Wat? Shit, bijna. Wat had je dan gedaan?’
‘Eh, je
voorzichtig losgelaten, een kusje gegeven, een deken over je heen
gelegd, weggegaan, als ik iemand kon vinden die gewaarschuwd, anders je
het zelf uit laten zoeken. Een nacht in je kleren slapen is geen
ramp.’
‘Niet me uitgekleed?’
‘Nee.
Ten eerste, niet nodig. Ten tweede, ik weet niet of je het zou willen.
Ik heb wel alles van je gezien, behalve wat je in je broekje hebt, maar
dit is anders. Ten derde, als je bij bewustzijn bent is het veel
fijner.’
‘Nou, je
bedenkt het in de gauwigheid weer volledig. Ten eerste, ik val wel eens
onder het lezen in slaap, dan heb ik geeneens een deken over me heen.
Na een paar uur word ik dan wakker, kleed me uit en ga verder slapen.
Geen probleem. Ten tweede, wat was dat?’
‘Of je het goed zou vinden.’
‘Ja, dat
zou ik goed vinden. Je zou mijn broek niet uittrekken en me niet
aanraken waar ik niet zou willen. Oh, ik zal je wat vertellen. Je
vertelt het toch niet door. We waren een keer aan het zwemmen. Toen we
eruit gingen waren Bibi en Dolf er al uit, ze zaten allebei op hun
eigen plek. Bibi zag er een beetje raar uit, dus vroeg ik wat er was.
Han, Dolf had per ongeluk haar borst aangeraakt. Ze was de kant
opgevlucht. Weet je waarom?’
‘Als het per ongeluk was niet.’
‘Het was per ongeluk. Maar ze was geschrokken, omdat ze erbij dacht, ik wil méér.’
‘Die Bibi toch. Dat zou je zo niet zeggen. Het zegt wel wat.’
‘Ja,
haar ook, daarom schrok ze. Maar er was nog meer. Dolf kwam achter haar
aan. Hij vroeg of hij het goed gezien had, dat ze niet van angst of
zoiets gevlucht was. Slim van hem, hè?’
‘Stille wateren hebben diepe gronden. Heeft ze er iets op gezegd?’
‘Ja, toegegeven dat ze van haarzelf geschrokken was, dat ze méér wilde. Maar dat het te vroeg was.’
‘Erg eerlijk. En lief voor Dolf.’
‘Ja. Wat was dat derde?’
‘Dat het veel fijner is om je uit te kleden als je bij bewustzijn bent.’
‘Vooropgesteld dat ik mijn broek aan zou houden, lijkt dat je toch fijn?’
‘Ja, je
weet het al van je shows, die waren niet alleen voor mij, ook voor
jezelf. Het moet veel fijner zijn als ik je langzaam uitkleed, tot op
je broekje, in plaats van dat je het zelf doet, en ik alleen kijk. Maar
misschien strip je toch liever dan gestript te worden.’
Ze keek hem even aan.
‘Daar
heb ik niet over gedacht. Alleen, als het zover is kleden we ons uit.
Maar met jou zijn shows zo fijn. Ik heb het al een paar keer voor je
gedaan. Dus nu is het jouw beurt. Strip me maar.’
‘Wat? Je zomaar uitkleden? Mooi niet. Te vroeg.’
‘Het is
laat genoeg, je moet er onderhand vandoor, dan zou ik toch naar bed
gaan. Oh, wat een timing, hoor je, Dolf gaat al weg. Nou, Han, doe maar
eens in werkelijkheid waar je vaak aan denkt.’
‘Nou,
vaak, dat valt wel mee. Ik denk er vaker aan hoe we met elkaar praten.
Oh, en ook dat je me af en toe verrast. Goed, het kan wel. Dan slaap je
vast weer rustig. Ik niet, denk ik.’
Hij maakte haar rok los.
‘Kontje omhoog.’
Ze tilde het wat op en hij trok haar rok verder uit.
‘Wat kan je dat snel. Ervaring, hè?’
‘Ja, ik
kijk, en als ik meiden vast heb voel ik, onder het strelen door, hoe de
kleding vast zit, en zo. Zoals, of er een bandje over hun rug loopt, en
of ik daar een sluiting voel. Dat is een automatisme geworden. Knoopjes
zijn geen probleem. Ohh, daar zijn je mooie borsten weer. Ene armpje
uit de bloes, nu de andere. Even opzij rollen, deken opslaan,
terugrollen, voetjes eronder, deken op z’n plek. Ik heb ook vaak
de baby’s gevoerd, gewassen en naar bed gebracht. Weet je dat ook
vast. Maar dit is leuker, lief meisje met je lekkere lijf.’
‘Dit was heel goed, ook bedankt voor de inlichtingen, maar wat deed je het snel.’
‘Ja, schat. Ik heb je een tijd niet zo bloot gezien. Het leek me beter om alles gauw weg te stoppen.’
‘Je hebt amper gekeken. Ik ben er geeneens warm van geworden.’
‘Dan heb je pech gehad, ík wel. Een volgende keer ben ik er beter op voorbereid, dan langzamer?’
‘Goed. Nu nog een lekkere lange kus, voor tot morgen.’
Hij ging naast haar liggen om haar te kussen. Daarna keek hij haar aan.
‘Ik ben
blij, voor ons allebei, dat ik zoveel ervaring heb, dat ik zo goed mijn
handen thuis kan houden. Terwijl ik weet dat onder de dekens een bijna
naakte meid ligt. En ook blij dat jij ook ervaring hebt. Je hebt heel
snel overgeschakeld op echt kussen, en dat doe je nu zo fijn dat ik de
rest vergeet. Onder het praten meestal ook. Nou ja, een kwart van de
tijd, de rest praten we over vrijen en wat we voor elkaar voelen. Heel
veel, hè?’
‘Ja, Han, steeds meer.’
Ze kusten nog een keer.
‘Ik ga er vandoor, ik kom er wel uit. Tot morgen.’
‘Tot morgen, lieverd.’
Bij de deur draaide hij zich om.
‘Mag ik
je vroeg in de middag al ophalen? Dan kunnen we vóór we
naar mijn ouders gaan nog een ritje maken.’
‘Halféén?’
‘Graag. Welterusten.’
Hij haalde
haar op en reed naar Loosdrecht. Daar reed hij langzaam om de Plassen,
om haar te laten zien waar ze die zomer konden zeilen. Ze lunchten op
het terras van een restaurant met uitzicht over het water. Op een
strandje praatten ze, omarmd, en kusten.
Bij zijn
ouders stelde hij haar voor als zijn vriendin. Hij liet
háár het meest aan het woord. Al gauw versprak ze zich
een keer, over wat ze vroeger uitgespookt hadden. Zijn ouders
schrokken. Maar omdat ze gewoon doorging en Han bleef glimlachen zaten
ze al gauw ook naar haar te glimlachen. Na het eten en koffiedrinken
bracht hij haar naar huis. Hij nam in de auto afscheid.
‘Debbie,
ik ga niet mee naar binnen. Ik heb deze twee dagen zo genoten, dat ik
thuis wat bij wil komen. Je was ook zo lief tegen mijn ouders, die
willen vast nog even met me napraten. Dat hoef jij niet te horen. Ik
vertel ze ik misschien dingen die ik jou nog niet wil vertellen. En als
ik nu mee naar boven ga doe ik misschien dingen die je nog niet wilt.
Snap je?’
‘Ja,
Han. Ik heb ook ontzettend genoten. En als je nu mee naar boven ging
zou ik je misschien die dingen nog laten doen ook. We moeten afkoelen.
Hoe lang kennen we elkaar al?’
‘Ruim
drie weken. Het zal jou ook langer lijken. Dat komt omdat we elkaar
meer gezien hebben dan tijdens stappen in het weekend. Heel veel
gepraat hebben. En één keer te weinig gekust.’
Ze kusten. Ze stapte uit en zwaaide vanuit de voordeur nog even naar hem.
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com Zomaar
Maandag
19:21
1 kB
Lieve Han,
Wat een fijn weekend. Loosdrecht was ook leuk. Alles wat we samen doen.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Niet zomaar, expres Maandag
19:42
1 kB
Lieve Debbie,
Een heel fijn weekend. Ik heb heerlijk geslapen.
Ook van mij gedroomd?
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com Dromer!
Maandag
22:48
1 kB
Lieve Han,
> Ook van mij gedroomd?
Ja. Ik wandelde met je. Hand in hand. En elkaar steeds aankijken. Raar, meer niet.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Schone
slaapster!
Dinsdag
18:16
1 kB
Lieve Debbie,
> Ik wandelde met je. Hand in hand. En elkaar steeds aankijken. Raar, meer niet.
Heel raar. Wel iets meer. Omarmd op dat bankje naar de bootjes kijken.
Het was prachtig weer. Het bleef ook droog.
Mag ik morgenavond bij je komen?
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com Wakker
Dinsdag
19:28
1 kB
Lieve Han,
> Heel raar. Wel iets meer. Omarmd op dat bankje naar de boten kijken.
Jij hebt altijd iets meer.
> Mag ik morgenavond bij je komen?
Graag.
> Het was prachtig weer. Het bleef ook droog.
Op mijn kamer ook.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Re:
Wakker
Dinsdag
19:47
1 kB
Lieve Debbie,
>> Mag ik morgenavond bij je komen?
> Graag.
Fijn. Dan krijg je wat bij de koffie.
>> Het was prachtig weer. Het bleef ook droog.
> Op mijn kamer ook.
Dat houden we zo.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Re: Re:
Wakker
Dinsdag
22:34
1 kB
Lieve Han,
> Fijn. Dan krijg je wat bij de koffie.
Iets eetbaars, neem ik aan. (Ook P&M&B s.v.p.)
> Dat houden we zo.
Alles.
Liefs,
Debbie
Woensdagavond
kwam hij na het eten. Ze dronken koffie met paps, mams en Bibi, hij had
tompoezen meegebracht. Daarna gingen ze met wat drinken naar haar
kamer. Ze ging weer op bed liggen, hij op een stoel ernaast zitten.
‘Fijne ouders, Debbie.’
‘Ja. Altijd rustig. Ze hebben zich nooit druk gemaakt, tenminste, niet merkbaar, als ik dwarse buien had.’
‘Juist.’
‘Ja, dat
ging dan natuurlijk altijd over jongens. Ze dachten dat ik door ze mijn
huiswerk niet goed maakte. Na ieder rapport had ik een tijd rust, ik
had altijd goede cijfers. Tja, ik was vaak weg, vaak te laat thuis.
Mams zei er altijd iets van. Dan zei ik zoiets als, ja, sorry, het was
een sloom jong vanavond, hij schoot niet op. Paps lol natuurlijk. Hij
heeft ook wel een paar keer serieus met me gepraat, hoor, over wat ik
uitspookte. Dan vertelde ik zo’n beetje wat ik deed, en wat ik
beslist niet zou doen. Ik kon met hem makkelijker over jongens praten
dan met mams. Dan was hij weer een hele tijd gerust. Hij moet dat
steeds aan mams verteld hebben, die was dan ook een tijd rustiger. Mams
hield paps ook op de hoogte, dat merkte ik een keer. Hij vroeg of het
de avond ervoor veel gescheeld had. Ik snapte het niet. Toen zei hij,
die jongen heeft het niet droog gehouden. Toen wist ik dat mams mijn
wasgoed gezien had. Er zat een klodder sperma op mijn broek. Toen heb
ik hem verteld dat ik het stadium van kussen en een beetje voelen al
gehad had, en dat het vaker niet droog bleef. Maar dat die jongen erg
onverwacht kwam. Tja, arme ziel, hij kwam klaar toen hij bloot wat
tegen mijn broek mocht rijden. Ik was te laat met opvangen. Maar dat ik
nog steeds van plan was om mijn broek aan te houden, al mochten ze er
met een hand in en lekker voelen. Nou, zei paps, dat komt me bekend
voor, al zeg ik niet dat het met mams was.’
‘Dan maakte het niet uit met wie je praatte.’
‘Nee. Ik
kon ze altijd alles vragen, dan kreeg ik van één van de
twee antwoord. Over meisjesdingen heb ik mams nooit wat gevraagd, dat
hoorde ik op school genoeg. Wel een paar keer wat over jongens aan
paps. Die zat altijd eerst een tijd te grinniken, onder het verzinnen
hoe hij het zou zeggen. Jij doet het beter. Gewoon, meestal een beetje
technisch. Je hebt zelfs al verteld hoe je klaar kwam, als ze je
streelden. Mis je het?’
‘O, meid, je vraagt ook wat er in je opkomt, hè?’
‘Ja, en jij gebruikt nogal eens vertragingstactieken.’
‘Dat
komt op hetzelfde neer als een tijdje grinniken, ik denk ook even na.
Ik denk er wel eens aan, Debbie. Hoe het was en hoe het zal worden. Ik
kan, met jou, nu zonder. Het is al veel fijner dan vroeger mét.
Ik wacht wel. Maar niet tot in eeuwigheid.’
‘Dat hoeft ook niet, nog geen halve. Ik weet het niet, Han.’
‘Ik ben blij dat je eerlijk bent. Geen haast, hoor. Vertel maar of jij het mist.’
‘Dat
verwachtte ik al. Ik heb er ondertussen over nagedacht. Hetzelfde, Han.
Ik houd je op de hoogte als ik wat verder eh die richting op wil. Durf.
Kan. Zoiets. Wil je me wat drinken geven?’
Hij schonk voor allebei wat in, gaf haar een glas.
‘Laat het niet naar beneden lopen, dan krijg ik de neiging om een slabbetje te pakken en je af te drogen.’
‘Als je
genoeg gedronken hebt wil je vast wel naast deze grote baby komen
liggen. Verslik je niet. Zeg, je hebt paps en mams wel gelijmd, al kon
je dat niet weten. Ze zijn gek op tompoezen. Ze hebben daar wat mee,
maar wát willen ze niet vertellen.’
‘Je komt er vast nog wel eens achter.’
Hij kwam naast haar liggen, keek haar glimlachend aan.
‘Gezellig, zo.’
‘Vreselijke vent, omhels me en kus me. Vreselijk.’
Hij deed het toch niet te wild.
‘Niet te vreselijk, hè?’
‘Nee, fijn zo, lieverd. Dat is kussen, geen gelebber. Vakwerk. Nee, beter, liefdewerk oud papier, zonder papier.’
‘Liefde, Debbie?’
‘Je bent lief. Als je het leuk vindt mag je me weer in bed stoppen.’
‘Vertragingstactiek. Je bedoelt, kleed me alsjeblieft uit en stop me onder de wol.’
‘Ja. Zoiets als vorige keer.’
‘Ik zal het zoiets als de vorige keer doen.’
Haar rok en bloes waren snel uit. Hij sloeg de dekens niet gelijk dicht, maar ging naast haar zitten.
‘Ik ben er nu beter op voorbereid. Jij ook?’
‘Een
beetje, ik verwachtte wel dat je langer wilde kijken, ik ben niet gek.
Alleen had ik er geen idee van of ik het prettig zou vinden. Stom
natuurlijk, je hebt me al in bikini en topless gezien. Dus kijk
maar.’
‘Ja, dat
bikinibroekje was kleiner dan deze. Maar nu wordt mijn uitzicht niet
belemmerd. Tenzij je je benen over elkaar wilt slaan.’
‘Nee, zo kan het wel. Je wilt wat zeggen, hè? Net als altijd? Commentaar? Doe maar.’
‘Ja. Ik
weet niet precies hoe jij hier van geniet of gaat genieten, ik wil je
wel graag laten weten hoeveel ík geniet.’
‘Mooi, je hebt weer even nagedacht.’
Hij grinnikte.
‘Ja, ik ben niet zo’n flapuit die na een uur aan een meisje vraagt om ze met hem naar bed wil.’
‘Au. Nee, jij doet het anders, je bedenkt iets en wacht dan af tot er een gelegenheid komt, hè?’
‘Ja,
vaak wel. Ik heb verder niets bedacht, hoor. Het is weer fijn om naar
je borsten te kijken. Ze staan al zo mooi onder je kleding. En nu weer
bloot, meid, prachtig. Je tepels worden wat groter.’
‘Ja, je windt me op. Ik word nu wél warmer. Maar ik houd het vol. Kijk maar.’
‘Nog even.’
Hij bekeek haar rustig.
‘Wat is dat nou? Je bloost!’
‘Ja. Niet omdat je naar mijn borsten kijkt. Maar je zit erg dichtbij mijn eh middel.’
‘Ja.
Daar hoef je niet onrustig van te worden, hoor, ik zal echt je borsten
niet grijpen of je broek van je kont trekken. Alleen maar kijken. Net
zoals bij je shows. Dat vond je toch ook fijn?’
‘Ja, daarom durf ik nu ook. Maar je gaat vast iets erg warm zeggen.’
‘Ja,
schat. Ik heb nog nooit zo rustig kunnen kijken. Het is zo mooi, hoe
alles daar bij elkaar komt. Je hebt het gehad over je etalagepoppen.
Die heb ik wel zonder kleding gezien. Ook gewone poppen, Barbies en zo.
Debbie, mag ik gewoon doos zeggen, als ik het daarover heb?’
‘Ja,
natuurlijk. Je zei een keer dat je makkelijk over je eigen onderdelen
kon praten, moeilijker over onderdelen van een meisje, tegen een
meisje. Nou, we hebben het gehad over erectie, penis, maar ook over
doos, gleuf. Dus?’
‘Ik
vroeg het toch maar even. Fijn. Je bent zo mooi daar. Helemaal echt.
Zo’n mooie, beetje mollige doos. Die poppen hebben wel een
bobbel, die misstaat ook niet, maar er mist daar wat. Mag ik nog iets
zeggen?’
‘Ja. Ik snap wel waar je het over wilt hebben.’
‘Je
broekje is erg dun. Net niet doorschijnend, denk ik. Het is in het
midden iets ingezakt. Dat mist bij die poppen. Daar zit je gleuf,
hè?’
‘Waar dacht je dan dat die zat?’
‘Ik wil
eerlijk vertellen wat ik zie. Maar eh, ik vind het zo stom, Debbie.
Jouw doos, in dat broekje, met nét die indicatie waar je gleuf
zit, doet me veel meer dan alles wat ik vroeger gezien en gevoeld
heb.’
‘Dank je
wel. Heel eerlijk en lief van je. Maar het gaat eerlijk op, Han. Je zei
dat je beter voorbereid was, maar je broek komt vooruit, je zit met een
erectie. Maak je daar maar niet druk over, hoor, je weet dat ik het
niet erg vind dat je automatiek werkt. Ik heb er ondertussen lekker
naar zitten kijken, en ik zeg het je ook gewoon. Ook daarom werd ik
warmer. Quitte?’
‘Ja. Wat fijn, lekker meisje.’
‘Ik wil
je nog wat vragen. En zeggen. Daar komt flapuit weer, ik hoop dat je
hier ook op voorbereid bent. Het maakte je vroeger vast niet veel uit
wat voor gleuf je zag of vasthield, hè?’
‘Eh, nee. Scheelt allemaal niet zo veel.’
‘Je
schrok toch even, hè? Nou, volgende schrik. Ik denk, dat je ooit
over mijn gleuf tevreden zal zijn. En ik over jouw grote geval. Die
doet me nu ook meer dan van al die jongens. Ten eerste natuurlijk omdat
hij van jou is. Maar ook, omdat ik er nog geen van zeventien centimeter
meegemaakt heb.’
‘Je bent
ondeugend. Maar als je nu denkt dat je een voorsprong hebt, heb je het
mis. Van die zeventien centimeter wist je al. Ik van jouw gleuf nog
niets. Zo, flapuit, wat nu?’
‘Stop me maar in. Dan een afscheidskus.’
Hij deed de dekens over haar heen, ging naast haar liggen en keek haar aan.
‘Mijn lief meisje, wil je zaterdag bij me komen?’
‘Ja.’
‘Mag ik je om acht uur halen?’
‘Zo laat pas?’
‘Nee, zo vroeg, ‘s morgens.’
‘Ik had het kunnen weten, dat heb je ook eerder bedacht. Nu weet je dat ik niet zo laat bij je wil zijn.’
‘Ja. Erg?’
‘Nee. Ik
mag jou er ook inluizen als ik zin heb. Acht uur me is te vroeg op een
vrije dag. Maar ik wil er nog over nadenken. Ik mail wel.’
‘Prima. Ik breng je op tijd terug, ik wil niet dat mams op me gaat mopperen.’
‘Nee. Heb je al plannen?’
‘Nee. Jij mag natuurlijk ook wat bedenken.’
‘Doe ik.’
‘Mijn lief meisje, wil je zondag bij me komen?’
‘Zondag ook? Ja.’
‘Fijn. Over zondag spreken we zaterdag wel verder af. Nu een afscheidskus?’
‘Een lange.’
Hij trok haar
omhoog, tot ze rechtop zat, en omhelsde haar. Ze kusten. Daarna liet
hij haar op bed vallen en grinnikte naar haar.
‘Tot zaterdag, lief, mooi meisje.’
‘Tot zaterdag, lieverd.’
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Hoi
Donderdag
18:30 1 kB
Lieve Debbie,
Het was weer fijn. En zo is de week niet zo lang.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com Re:
Hoi
Donderdag
19:23 1 kB
Lieve Han,
>Het was weer fijn. En zo is de week niet zo lang.
Ja. Ja.
Ik kreeg een pakket bijscholingsmateriaal. Als het is zoals gebruikelijk wil ik je een voorstel doen. Hoor je later.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Eerbaar voorstel?
Donderdag
19:36 1 kB
Lieve Debbie,
> Als het is zoals gebruikelijk wil ik je een voorstel doen.
Al je voorstellen zijn welkom.
> Hoor je later.
Ik ben gek op je verrassingen.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Re: Eerbaar voorstel? Donderdag
22:52 1 kB
Lieve Han,
> Al je voorstellen zijn welkom.
Eentje van jou was het ooit niet.
Beetje twijfelachtig of dat eerbaar was. Wel eerlijk.
> Ik ben gek op je verrassingen.
Dan doe ik het in stappen.
1e. Ik heb geen zin meer in stappen.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Voorstel?
Vrijdag
18:12
1 kB
Lieve Debbie,
>> Al je voorstellen zijn welkom.
> Eentje van jou was het ooit niet.
Die kan herhaald worden, op het droge, binnen, privé.
> 1e. Ik heb geen zin meer in stappen.
Ik ook niet. Jouw gezelschap, privé, volstaat. Uitleg liever mondeling.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Voorstel!
Vrijdag
19:29
2 kB
Lieve Han,
> op het droge, binnen, privé.
Schrijf maar op de lijst t.z.t.
>> 1e. Ik heb geen zin meer in stappen.
> Ik ook niet. Jouw gezelschap, privé, volstaat. Uitleg liever mondeling.
Hoeft niet, ik snap het wel. Vandaar ook het volgende.
Om nog antwoord van je te krijgen, nu 2e en de rest.
Dat pakket
bijscholingsmateriaal kost me nogal wat uren. Ik doe het wel graag,
maar wil er snel vanaf, ook vóór het mooier weer wordt om
buiten wat te doen. Mag ik op jouw woonkamertafel studeren, dan blijft
je bureau vrij voor jou. Zaterdag- middag en zondagmiddag? Als je me niet
te veel stoort ben ik er dan wel doorheen. Ik zou dat veel gezelliger
vinden dan in mijn eentje op mijn kamer. Alles bij de hand, jou ook.
Daarna samen koken enz.? Kan je me halen / brengen? 12:30 - laat, zondag
niet te laat?
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Re:
Voorstel!
Vrijdag
19:47
1 kB
Lieve Debbie,
> Schrijf maar op de lijst t.z.t.
Ik heb geen lijst, maar geduld. Het gaat geweldig, zo.
Je bent van harte welkom. Ik zal je graag voorzien van alles wat je wenst.
Kom je dus zaterdag om 12:30 halen.
Liefs,
Han
5e Week
Nadat hij haar zaterdagmiddag opgehaald had maakte hij de woonkamertafel voor haar leeg. Ze had een dikke envelop meegebracht.
‘Merci,
Han. Ruimte genoeg. Kan je, om te beginnen, me voorzien van een bak
koffie? We drinken thuis, in het weekend, na het middageten ook koffie,
maar daar wilde ik niet op wachten.’
‘Ik zet
even. Ik lust er ook wel één. Vind je het niet erg, op de grond bij de
tafel te moeten zitten? Je mag mijn bureau ook gebruiken.’
‘Nee, dat gaat prima.’
‘Goed. Vertel eens wat over wat je gaat doen.’
‘Het is
geen cursus, alleen voorlichting. Ik werk het altijd zo snel mogelijk
af, dan heb ik de nieuwste etalages, want de etaleurs in andere zaken
komen er meestal niet zo snel aan toe. Maar ik wil alles lezen, niets
missen waar ik misschien wat aan heb. Ik maak ook aantekeningen, of
scheur er bladzijden uit. De rest kan daarna weg. Het veroudert toch
snel, en ik bewaar zo min mogelijk. Anders kom je gauw om in de rommel.
Een paar onderwerpen. Verlichting, zonwering,
verpakkingsmaterialen.’
‘Verpakkingsmaterialen?’
‘Ja, wat
je er mee kan doen als de inhoud in de etalage staat. Ik zet vaak de
schoenen op hun eigen doos, met een mooi stuk papier daar omheen. Dan
hoef ik later niet naar die verpakking te zoeken. En méér
van dat soort trucs.’
‘Tja, bij ieder vak komt meer kijken dan je denkt. Hier is de koffie.’
Ieder uur liet
hij haar pauzeren, wat drinken en wat over etaleren vertellen. Hij
werkte zelf wat aan zijn bureau, maar zat de helft van de tijd naar
haar te kijken. Tegen zessen liep hij naar haar toe, tilde haar op en
zette haar op de bank.
‘Lang genoeg gewerkt, meid. Je bent een uur of vier bezig geweest, exclusief de pauzes. Schiet je op?’
‘Ja, ik
ben ruim over de helft, grof ingeschat. Oh, zo laat al? Oh, Han, we
hebben alleen even gekust in de auto en toen ik hier binnen kwam. Je
hebt niks gezegd, me laten pauzeren, steeds gezorgd dat ik wat te
drinken had en me met rust gelaten. Dank je wel. Nu even knuffelen voor
het eten, dat lust ik onderhand ook wel.’
Ze knuffelden, kookten, aten, dronken koffie, keken TV en kusten tussendoor. Om elf uur stond hij op.
‘Ik breng je naar huis. Je hebt rust nodig, je hebt hard gewerkt.’
‘Maar een uur of vier, de rest was geen werk.’
‘Nee, maar ik heb gezien hoe je gewerkt hebt. Erg geconcentreerd. Dat telt zeker voor acht uur.’
‘Ik heb je wel zien kijken, steeds.’
‘Ja, ik vond het fijn. Dat je bij me wilde zijn. Ook om te studeren. Als we maar samen zijn, hè?’
Ze stond op, omhelsde hem.
‘Ja, Han.’
Ze kusten. Daarna bracht hij haar naar huis.
De zondagmiddag verliep hetzelfde. Tot vijf uur, toen stopte ze alles wat ze hem nog niet weg had laten gooien in de envelop.
‘Klaar,
Han. Dat laatste ging sneller dan ik dacht. Alles vanmiddag was ook
minder vermoeiend dan wat ik gisteren gedaan heb. Heb je een baco voor
me? Die heb ik wel verdiend. Jij ook. Je hebt me geweldig verzorgd. Dat
had je op mijn kamer niet kunnen doen.’
‘Niet zo goed, nee. Het is fijn, schat. Je verzorgen. Verwennen.’
‘Ja, en uitkleden, in bed stoppen.’
‘En uit bed halen, wassen, aankleden, het maakt me niet uit.’
‘Oh. Vind je alles leuk?’
‘Fijn, beter gezegd. Met jou. Voor jou. Je bedankt me steeds ook zo lief.’
‘Ik heb je alleen extra gekust toen ik binnen kwam. Meer niet.’
‘Je hebt me, als ik in je gezichtsveld kwam, steeds even lief aangekeken.’
‘Oh. Ja, dat kan je als bedanken zien. Ik vond het heel fijn, zo, Han. Huiselijk.’
‘Ja. Eh, Debbie, je mag zo vaak komen als je wilt.’
‘Je klinkt erg serieus. Je wilt, geloof ik, méér zeggen, maar je wilt voorzichtig blijven, hè?’
‘Ja, schat.’
‘Dat komt door dat huiselijk, hè?’
‘Ja, daar ging ik me een bepaalde voorstelling bij maken.’
‘Dat zou ik ook kunnen doen. Ik zal er over nadenken. Eerst even aan eten denken.’
‘Juist. Geen haast, hoor.’
‘Juist. Na een kwartier knuffelen.’
‘Ik wil je niet van je denken afhouden.’
‘Doe toch maar, anders kom je kussen tekort. En ik ook.’
Na het journaal zette hij de TV uit.
‘Je bent niet zo ontspannen. Heb je toch te hard gewerkt? Had je er méér dagen over moeten doen?’
‘Nee,
dit ging prima zo, ik ben er weer voor een tijd vanaf. Zo’n pak
papier komt om de paar maanden. Tussendoor sturen ze nieuwsbrieven,
soms vrij grote, over Internet, maar die lees ik op mijn werk, dat heb
ik al eens verteld. Nee, ik zat wat na te denken. Dat zou ik toch doen?
Wat op een rijtje zetten?’
‘Is het gelukt?’
‘Nou,
niet helemaal, maar genoeg om het er met je over te hebben. Als je het
over dat soort zaken wilt hebben, tenminste.’
‘Ik wil het graag over jouw, ik denk over onze zaken hebben. Al denk ik niet dat zaken het goede woord is.’
‘Nee. Ik
wil het hebben over onze eh omgang. Han, bij mijn ouders heb ik je
voorgesteld als mijn vriend. Jij me bij jouw ouders als je vriendin. Ik
heb me er een beetje aan gestoord.’
‘O. Juist.’
‘Ik vond het geen goede eh omschrijving.’
‘Het was een beetje onderkoeld, hè?’
‘Ja, we gaan warmer met elkaar om.’
‘Ja, toen al.’
‘Je hebt daarna gevraagd of je me je meisje mocht noemen. Iets méér dan vriendinnetje.’
‘Ja. En daarna, om maar wat te noemen, heb ik je twee keer in bed gestopt.’
‘Om maar wat te noemen? Je hebt me eerst uitgekleed.’
‘Bijna.
Tja, achteraf gezien was het nogal brutaal om iets meer dan een
vriendinnetje op een broekje na helemaal uit te kleden.’
‘Nee, dat mocht. Omdat ik toen al veel meer dan een vriendinnetje was.’
‘Fijn. Zo voel ik dat ook. Kusje?’
Ze tilde haar hoofd naar hem op. Na het kusje keek ze naar beneden.
‘Debbie, t z t méér? Of nu al? Of gauw?’
Ze keek hem weer aan.
‘Ik heb
eigenlijk genoeg van dat t z t, eventueel, misschien, ooit. Ik doe het
uit voorzichtigheid, ik wil me nog niet binden, het gaat me te snel.
Als jij zoiets zegt weet ik dat je het voor míj doet, anders
begin ik gelijk te drammen. Dat vind ik niet leuk, maar ja. Han, is er
een makkelijker manier om dat niet steeds te hoeven zeggen, om
makkelijker te kunnen praten? We waren binnen een paar dagen, of de
eerste dag al, scharreltjes, en of bevriend. Daarna is het steeds
méér geworden. En omdat alles altijd in een hokje gedouwd
moet worden is er voor dat méér vast een benaming, voor
onze omgang. Waarin dat t z t en de rest ingebouwd zit. Dan hoeven we
het niet meer te zeggen. Wil je daar eens over nadenken?’
‘Dat
hoef ik niet, lief meisje. Ik wist na je eerste zin al wat je bedoelde.
Onze manier van omgang is inderdaad al veel méér dan
scharreltje en of lief vriendinnetje. Tja.’
‘Juist.’
‘Je hebt een mooi verhaal afgestoken. Wil je soms ook wat vragen?’
‘Aan m’n nooit niet. Dat weet je.’
‘Ja. Dat weet ik.’
‘Jij soms?’
‘Ik weet
een benaming. Ik heb het daarover al een keer met je gehad. Dat weet je
vast niet meer. Je wilde toen niet.’
‘Pestkop,
natuurlijk weet ik dat nog. Dat was na twee dagen, in het zwembad. Ik
weet ook nog hoe dat gesprekje afliep. Tja.’
‘Tja.
Dat mijn meisje, vriendin, vriendinnetje, vooruit, ook scharrel, dat
was je eigenlijk toen al. Maar je bent wat vergeten. We hebben het er
de laatste tijd ook niet over gehad. Je zei eerst, ik weet nog niet zo
zeker, of het liefde op het eerste gezicht is. Een paar dagen later zei
je, dat je niet wilde vertellen dat het liefde op het eerste gezicht
was. Wel op het anderhalfde. Dat maakt me niet uit, als het maar liefde
is.’
Hij knielde voor haar, pakte haar handen.
‘Debbie, liefste, wil je verkering met me, alsjeblieft?’
‘Ja. Heel graag.’
Hij trok haar omhoog, in zijn armen. Ze kusten uitgebreid, gingen toen weer zitten.
‘Oh,
schat, ik ben zo blij dat je me gevraagd hebt. Zo hoort het te gaan,
bij niet al te woeste meisjes. Han, vriendschap en verkering en zo zijn
hokjes. Zoiets heb je ook voor aardig vinden, lief vinden, verliefd
zijn enzovoort. Dat anderhalf, het begon niet toen we elkaar zagen,
maar na een paar minuten gepraat te hebben, hè? Is dat
bijzaak?’
‘In tijd
wel, die paar minuten. Maar voor onze gevoelens niet. Omdat we niet op
elkaars uiterlijk verliefd zijn geworden, maar op ons mondeling
contact, ons elkaar aanvoelen, op elkaar reageren. Het uiterlijk was
wel belangrijk, anders was ik niet op je afgekomen. En jij niet met me
blijven praten. Alhoewel, er zijn genoeg mooie meisjes met eh minder
mooie jongens getrouwd. Maar het verschil hoeven we niemand te
vertellen. Als wíj het maar weten. Het is misschien wel het
belangrijkste van de goede basis van onze kennismaking.’
‘Wat
mooi, Han. Ik wist dat het belangrijk was, anders had ik over die paar
minuten niets gezegd. Zo’n muggenzifter ben ik niet. Maar zo goed
als jij had ik er nog niet over nagedacht.’
‘Ik vrij
snel, alleen onbewust, weet ik nu. Daarom ben ik steeds zekerder over
ons geweest dan jij. Maar ik kon het niet uitleggen. Ik weet nu pas de
oorzaak, omdat jij vertelde dat je die paar minuten belangrijk vond, al
wist je niet waarom. Als ik het eerder geweten had, had ik het eerder
gezegd. Niet in ons verhaal, waar jullie in Nederland aan moesten
denken, over de goede basis van onze kennismaking. Apart, alleen tegen
jou.’
Hij trok haar schuin over zich heen, zodat ze op zijn schoot kwam liggen. Ze wisselden korte kussen met lange af.
‘Han, mag ik mijn ouders en Bibi vertellen dat we nu verkering hebben?’
‘Ja, natuurlijk. Wanneer? Het is aan de late kant.’
‘Die zijn nog wel wakker.’
Ze pakte de telefoon, koos een nummer.
‘Paps, Debbie. Ik mocht pas met een vriendje thuis komen als het wat serieuzer was, hè?’
‘Néé!
Shit, Han, hij vraagt of ik een nieuwe heb, de treiteraar. Ja, dat
hoorde je goed. Het was eigenlijk mijn eigen schuld, had ik maar niet
zo moeten beginnen. Mag hij blijven komen?’
‘Maar goed ook, anders was ik de deur uit gegaan.’
‘Nee, dat weet ik ook wel. Ik wist dat hij bij ons paste.’
‘Eh, ja,
vaste vriend. Daar hebben we het geeneens over gehad. Stom. Nou, paps,
dat slaan we over. Mag hij als mijn verkering over de vloer
komen?’
‘Au. Dat was weer stom. Nee, dat ga ik hem niet vragen, dat zou nooit in me opkomen.’
‘Nee,
vroeger vroeg ik ze ook nooit wat, ik deed gewoon. Dat scheelde een
hoop tijd. Paps, hij heeft míj gevraagd.’
‘Ja, heel officieel. Als het aan hem had gelegen was hij op Schiphol al zo aan jullie voorgesteld.’
‘Ja,
mams had dat toen al goed gezien. Maar alles ging anders dan vroeger,
paps. Ik zei toch al, dat ik gekalmeerd was. We praatten met elkaar. En
we waren gelijk verliefd. Ik heb de boot afgehouden, hij vroeg me al na
twee dagen. Nu kon ik niet anders, niet meer afhouden. We hebben vaste
verkering.’
‘Dank je wel. Tot ziens.’
Ze legde de telefoon neer, ging over zijn schouder hangen.
‘Traantjes?’
‘Ja.
Mams ook. Zo meteen Bibi ook, denk ik, mams zou het boven gaan
vertellen, Bibi was net thuis. Paps treiterde me wel, maar hij had
z’n liefste stem aanstaan, zoals Bibi en ik het noemen. Hij was
hartstikke blij. Ik ook.’
‘Ik ook.’
‘Wanneer ga jij het je ouders vertellen?’
‘Die
zijn waarschijnlijk al naar bed. Ik vertel het morgen wel. Ook aan
Dolf, als die het nog niet van Bibi gehoord heeft, en aan Simon.’
‘Denk je, dat we Bibi en Dolf met onze verkering opstoken?’
‘Dolf
zal er in ieder geval over nadenken. En afwachten hoe Bibi er op
reageert. Misschien hangt die binnenkort tegen Dolf een mooi verhaal op
over vriendschappen en zo.’
‘Houd je
mond. Daar wil ik nooit meer iets over horen. Nou ja, ik wist niets
anders om je duidelijk te maken hoe het er bij mij bij stond. Mijn
eigen schuld, ik had je gevraagd langzaam aan te doen. Tijd om je
daarvoor nog een keer te bedanken. En omdat je me gevraagd hebt. En
omdat ik verliefd op je ben.’
Ze kusten inniger dan ooit.
‘Wat fijn, Debbie, om je zo vast te houden en te kussen. Niet al te woest, lief.’
‘Ik zal vast ooit minstens één keer woest worden. Ik wil alles proberen, langzaam aan.’
‘Dat
idee had ik ook al. Genoeg maar, terug naar het vorige onderwerp. Als
ik Dolf was zou ik Bibi vragen. Hij kan benadrukken dat het
vrijblijvend is. Een zogenaamde losse verkering. Wij hebben vaste
verkering, hè? In principe vrijblijvend, maar dat is duidelijk
niet onze bedoeling.’
‘Nee, Han, alleen een nooduitgang. Nou, ik gun Bibi en Dolf hetzelfde als ons, maar ze moeten het zelf uitzoeken.’
‘Ja, het
zou niet meer dan normaal zijn als ze er een paar maanden langer over
deden. Debbie, begrijp je, dat ik conclusies trek uit je, alleen een
nooduitgang?’
‘Ja. Dat mag je. Dat was de bedoeling ook, als je dat nog niet wist.’
‘Bijna honderd procent zeker. Daarom wil ik je nog wat zeggen.’
‘Juist. Nou, zeg maar. Ik vraag niks.’
Hij liet haar los, pakte allebei haar handen en keek haar aan.
‘Je zei
in het vliegtuig, net voor het licht uitging, als je me lang in mijn
ogen kijkt praat ik niet meer. Ik heb het tot nu toe niet gedaan, want
ik hoor je veel te graag praten. Je doet het bij mij ook niet te lang.
Te verwarrend voor je, hè?’
‘Ja.’
Hij keek haar aan tot ze begon te blozen.
‘Debbie, liefste, ik houd van je.’
Ze omhelsde nu hem en begon zelf met kussen. Maar deze keer stopte híj.
‘Nou, Han, heb je er genoeg van?’
‘Nee, je wordt me een beetje te woest.’
‘Dan had
je je liefdesverklaring ook maar tot een volgende keer moeten bewaren.
Het was al mooi genoeg dat je verkering vroeg. En kreeg. En ik niet
vroeg. En toch kreeg.’
‘Ondeugd.
Ik had het al eerder willen zeggen, maar ik kon het niet. Ik denk,
voornamelijk omdat je zo aan het aarzelen was, niet zeker van jezelf.
Ik wilde je niet opjagen. Ik wist wél dat je langzaam steeds
meer voor me ging voelen. Je bent wel een flapuit, maar je bleef toch
steeds wat vaag. Nu kon ik het zeggen, eindelijk.’
‘Ik ben
blij dat je erover nagedacht hebt, dat je het niet als een automatisme
bekijkt wat bij verkering hoort. Dat doet het niet, dat weet ik.
Wanneer was jij zeker?’
‘Na een
paar dagen genoeg. Toen vroeg ik je toch al om verkering? Je wilde nog
niet, ik mocht het pas in Nederland wéér vragen. Daarna
vroeg ik of je het óók liefde op het eerste gezicht vond.
Dat wilde je ook pas in Nederland zeggen. Toen wist ik genoeg. Wil je
vertellen hoe het bij jou ging?’
‘Ik
denk, dat ik na die paar minuten verliefd op je werd. Ook zonder te
weten waarom. Maar ik wilde dat mezelf niet toegeven. Ik dacht, laat ik
maar denken dat ik hem aardig vind. Nou, weer een paar minuten later
kon ik dat al niet meer volhouden. Lief, toen heel lief. Even afgezien
van dat ik je een stuk vond. Grinnik niet. Even denken.
Vóór je in het zwembad verkering vroeg, de dag daarvoor,
was ik al zo gek op je dat ik wilde dat je naar mijn borsten keek. Weer
even denken. Het wisselen was donderdags. Die vrijdagmorgen heb je voor
het eerst naast me gezeten. ‘s Middags vóór me, met
een beetje inkijk. Zaterdag niet op het muurtje. Dan moet je zondag
weer voor me gelegen hebben. Enzovoort. Oei, na twee dagen. Ik was wel
erg woest, hè?’
‘Nee, verlangend.’
‘Ja,
zoiets. In ieder geval, ik moet toen al eh gek op je geweest zijn. Dat
kan niet in mijn plakboek. Kindertjes, mammie kende pappie pas twee
dagen, toen liet ze hem al naar haar blote tietjes kijken. En een paar
dagen later mocht mammie bij pappie in z’n zwembroek kijken. Dat
heeft ze niet gedaan, hoor, alleen er even overheen gevoeld hoe groot
hij was. We zijn daar niet lang mee doorgegaan, we waren er zelf een
beetje van geschrokken, anders waren jullie jaren eerder geboren. Nee,
dat gaat niet in mijn plakboek. Nou, ik weet het verder niet precies,
ik ging steeds iets meer voor je voelen. Zeker toen je verkering vroeg.
Ook al zo vlug. Je moest je ook schamen.’
‘Nee, ik verlangde ook erg.’
‘Om nog méér van me te zien?’
‘Stouterd,
je weet dat dat niet waar is. Daar ging het me niet om. Het was wel
heel mooi. Zouden ze nóg zo mooi zijn?’
‘Je weet dat weer kijken nog wel even kan duren.’
‘Ja, ik wilde alleen even laten weten dat ik mijn belangstelling niet verloren heb.’
‘Daar
twijfel ik geen moment aan. Je gedraagt je keurig, hoor, je mag best af
en toe verlekkerd naar me kijken. Aankomen niet, alles op z’n
tijd. Andersom hoef je daar ook niet aan te twijfelen, ik ben ook een
beetje nieuwsgierig. Zeventien centimeter, oef. Han, we hoeven het er
niet meer over te hebben, tot we allebei het gevoel hebben dat we er
aan toe zijn. Dan gaat het vanzelf. Of met een beetje hulp, net zoals
bij het weten wanneer we verkering wilden. Houd je mond. Nou, daarna
ging het langzaam verder. In het vliegtuig heb ik verteld dat ik je
graag terug wilde zien. Ja, een beetje vaag, maar ik wist het bijna
helemaal zeker. Na onze terugkomst ging het door, ik ging steeds meer
om je geven. En nu? Liefste Han, ik eh vind het genoeg voor vandaag.
Het is laat. Als je uitgelachen bent gaan we heerlijk, niet te woest,
afscheid kussen. Daarna me thuis brengen.’
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
?
Maandag
19:11
1 kB
Lieve Han,
Hoe is het met mijn verkering?
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
!
Maandag
19:30
1 kB
Lieve Debbie,
> Hoe is het met mijn verkering?
Als je de manier van omgang bedoelt, berenvast.
Als je mij bedoelt, berengoed.
Hoe is het met de mijne?
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Beertje
Maandag
23:15
2kB
Lieve Han,
> > Hoe is het met mijn verkering?
> Als je de manier van omgang bedoelt, berenvast.
> Als je mij bedoelt, berengoed.
> Hoe is het met de mijne?
Bedankt voor je dubbele antwoord en je vraag.
Ik geef je een
dubbelzinnig antwoord. Ik heb vanaf mijn geboorte met een beertje
geslapen. Ik ben hem nu langzaam duidelijk aan het maken dat zijn tijd
zo zachtjesaan voorbij is. Dat hij na ruim twintig jaar behoorlijk
versleten is. Dat er tegenwoordig slaapgenoten zijn die veel langer
meegaan, voor de rest van mijn leven. Dat ik denk dat ik er
één gevonden heb die ook graag altijd bij me wil zijn, en
ook zijn taak zo zachtjesaan wil overnemen. Beertje Beertje zit nu dag
en nacht op mijn nachtkastje alles te overdenken. Ik heb hem
beloofd dat hij altijd mag blijven kijken wat ik aan het doen ben, tot
hij uit elkaar valt en niet meer te redden is.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Re:
Beertje
Dinsdag
18:32
1 kB
Lieve Debbie,
Ik neem aan
dat het beertje wat ik bij je gezien heb Beertje was. Ik vond hem al
wat droevig kijken. Ik ben na je mail een rondje gaan lopen, om bij te
komen.
Van je dubbelzinnigheid.
Bewaar je mail voor het plakboek, s.v.p.
I.H.V.J.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Gemengd
nieuws
Dinsdag
19:20
1 kB
Lieve Han,
> Bewaar je mail voor het plakboek, s.v.p.
Doe ik.
> I.H.V.J.
O zo fijn.
We hadden
niets afgesproken, om één af andere reden vergeten. Ik
had morgenavond bij je willen komen. Helaas, er is een vergadering op
de bibliotheek waar ik voorlees. Ze waren me vergeten uit te nodigen,
deden het alsnog, met excuses. Ze willen me er ook graag bij hebben.
Mogelijk worden de voorleesuren uitgebreid wegens succes, veel
aanvragen. Ik wil, na een pauze, van drie tot vier ook nog wel.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Re: Gemengd nieuws Dinsdag
19:32
1 kB
Lieve Debbie,
> Maar ik had morgenavond bij je willen komen.
Snik. Volhouden maar.
Gefeliciteerd met je succes, hoe het verder ook afloopt.
Liefs,
Han
Debbie zat achter haar bureau toen er geklopt werd.
‘Kom er maar in. Oh, Bibi, ga op m’n bed zitten. Even die giro opbergen.’
‘Er had iemand anders binnen kunnen komen.’
‘Nou, borsten heeft iedereen wel eens gezien. Ik houd wel altijd een broekje aan, hoor.’
‘En als Han onverwacht op bezoek zou komen?’
‘Die
heeft me zo al gezien, dat weet je. En die laat me rustig wat
aantrekken. Onvoorstelbaar, Bibi, wat heeft die een geduld.’
Ze ruimde haar bureau nog wat op en draaide zich naar haar zus.
‘Nou,
zeg het eens. Zorgen? Je zat vanaf dat je thuiskwam tot we naar boven
gingen ook al zo zorgelijk te kijken. Gisteren ook.’
‘Nou, zorgen? Debbie, wil je me vertellen hoe het gegaan is, dat verkering vragen?’
‘Natuurlijk,
daar is niks geheims bij. Je hoeft alleen niet te weten hoe woest we
gekust hebben. Shit, ik leer het ook nooit om m’n mond te houden.
Hè. Nou ja, jullie kussen toch ook niet alsof jullie twaalf jaar
zijn?’
‘Nee, maar niet woest. Heel lief, Dolf is zóóóó voorzichtig.’
‘Té voorzichtig?’
‘Vertel nou maar.’
‘Goed.
Ik was het zat iedere keer, nou, vaak, af en toe, de boot af te moeten
houden, erg voorzichtig te zijn, met eventueel, en als we zo doorgaan
en zo. Je weet het wel. Dat praat zo vervelend. En eerlijk gezegd, ik
zie het wel zitten. Jij ook?’
‘Ik vind jullie goed bij elkaar passen.’
‘Oh, knap zeg, antwoord tactisch ontweken. Maar dat helpt je niets. Zie jij het óók zitten met Dolf?’
‘Je bent hopeloos. Eh, ja.’
‘Fijn. Dat deed geen pijn, hè?’
‘Nee,
maar niet zo aandringen. Eigenlijk het enige waar ik mee zit is dat het
zo snel gaat. We praten ook voorzichtig, maar ik weet dat hij morgen
met me zou willen trouwen. Niet om het bed in te duiken, maar om zo
veel mogelijk bíj me te zijn. Dolf kan dat zo mooi tussen de
regels door laten merken. Dan krijg ik het steeds zo warm. Dan vind ik
hem nog liever, en dan wil ik dat ook. En ik wil nog lang niet eh met
hem naar bed, maar ik kreeg het al warm toen hij in het zwembad per
ongeluk mijn borst aanraakte. Dat heb ik nooit eerder gehad. Maar je
kan toch niet zo snel trouwen?’
‘Dat kan
wel, maar dat doen we niet, hè? Bibi, ik vertelde Han dat ik het
zát was, dat eventueel, misschien en zo. En of hij wist of er
een manier van omgaan met elkaar was waarin op dat punt alle
voorbehouden ingebouwd zaten. Toen kreeg hij ineens, zomaar, het idee
om verkering te vragen.’
‘Debbie, je moest je doodschamen. Dat was uitlokking.’
‘Ja,
maar ik schaam me niks. We hebben die jongens verteld dat we het rustig
aan wilden doen. En ze hebben zich keurig gedragen, alleen heel
voorzichtig genoeg laten merken wat ze wilden, zonder aan te dringen.
Je zei het zelf, tussen de regels door. Maar hoe moet je ze dan
duidelijk maken dat we iets, maar niet te veel, verder willen gaan? Het
is toch ook niet fijn voor ze om steeds te moeten gokken hoe het erbij
staat, of ze al iets verder kunnen gaan, zonder dat we, zoals je zei,
pissig worden?’
‘Nee.
Wat zijn ze lief, hè? Je hebt gelijk, je moest het wel zo doen.
Of op een andere manier een seintje geven.’
‘Ja,
eigen schuld, wíj willen langzaamaan doen. Han was trouwens
slim. Die lokte me gelijk ook uit. Hij zei dat er twee soorten
verkering waren, alsof ik dat niet wist, maar ik liet hem praten. Losse
en vaste. Losse als je nog niet zo zeker was, een beetje vrijblijvend,
elkaar vaker zien, niet meer met anderen uitgaan. Maar dat wij
váste verkering hadden, in principe ook vrij- blijvend, maar dat
dat duidelijk niet onze bedoeling was.’
‘Ja, slim zeg.’
‘Ja. Ik ben er in getrapt, expres. Ik zei, ja, alleen een soort nooduitgang.’
‘Zo zou je dat kunnen zien. Maar, Han een beetje kennende, die snapte dat vast gelijk.’
‘Ja, dat
was de bedoeling ook. Maar ik schrok toch, hij trok weer een spurt. Hij
vroeg niet hoe ik over hem, ons, dacht, maar zei dat hij van me
hield.’
‘Had hij
dat nog niet eerder gezegd? Wat fijn voor je. Dolf op Schiphol al, dat
weet je. Ik was toen wel heel blij, maar ook pissig, ja. Dat was niet
langzaamaan doen.’
‘Nee.
Dat heb je hem vast laten merken, en is hij nog voorzichtiger geworden.
Tja, je ziet wat er van komt. We zijn jullie vóór. Nou,
dat geeft niets hoor, we hoeven niet gelijk op te gaan. Nou, dat was
het.’
‘Heb je hem nog wat teruggezegd?’
‘Nee, ik
vond het genoeg voor één avond, verkering met me vragen
en zeggen dat hij van me houdt. Ik bewaar lekker nog wat.’
‘Houd je van hem?’
‘Je durft nogal te vragen, zeg. Maar omdat je zo bezorgd hebt zitten kijken wil je wel wat vertellen.’
‘Ik was niet bezorgd om jou.’
‘Dat
weet ik. En daarom vertel ik ook zoveel. Ik heb het proberen tegen te
houden, Bibi. Ik dacht, ik heb al zoveel gescharreld, dit kan niet. Ik
lijk wel verliefd. Maar ik weet het nu, al iets langer, zeker. Ik ben
hartstikke verliefd. En ik houd van hem.’
‘Wat is het verschil tussen verliefd zijn en houden van?’
‘Ik weet het niet. Het interesseert me ook niet.’
‘Dank je wel, Debbie. Nog één vraag. Vooruit gedacht, na verkering komt verloven, toch?’
‘Dat vind ik niet zo nodig. En ouderwets. Nee, ik heb wat anders bedacht. Maar dat merk je wel.’
‘O. Ik ga maar eens naar bed. Ik denk dat ik nu wat beter kan slapen dan de laatste tijd. Dank je wel.’
‘Je moest eens weten hoe graag gedaan. Welterusten.’
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Laatste
nieuws
Dinsdag
22:45
1 kB
Lieve Han,
Weet je nog dat we het erover hadden dat we misschien Dolf op zouden stoken omdat wij nu verkering hebben?
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Re: Laatste nieuws Woensdag
18:40
1 kB
Lieve Debbie,
> Weet je nog dat we het erover hadden dat we misschien Dolf op zouden stoken omdat wij nu verkering hebben?
Ja. Maar ik merk niets aan hem. Misschien iets rustiger dan normaal. Hij zegt er niets over.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Opstoken
Woensdag
22:52
1 kB
Lieve Han,
Net terug van
vergadering. Ben inderdaad gevraagd. Geaccepteerd, onder voorbehoud van
goedkeuring personeelschef. Lukt wel, ik nam de rest van de middag toch
meestal al vrij om even in de stad te winkelen.
We hebben in ieder geval Bibi opgestookt. Ze kwam gisteravond vragen hoe we verkering gekregen hadden.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Opgestookt?
Woensdag
23:15
1 kB
Lieve Debbie,
Gefeliciteerd.
> Ze kwam gisteravond vragen hoe we verkering gekregen hadden.
En?
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Opgestookt!
Donderdag
18:59 1 kB
Lieve Han,
>> Ze kwam gisteravond vragen hoe we verkering gekregen hadden.
> En?
Ze weet het nu. Ook wie deze keer wie, bij ons, opgestookt had. Hopelijk doet ze er wat mee.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Re:
Opgestookt!
Donderdag
19:20
1 kB
Lieve Debbie,
> Ook wie deze keer wie, bij ons, opgestookt had.
Flapuit. Eh, niets van gemerkt.
> . . . Hopelijk doet ze er wat mee.
Afwachten maar. Ik zal hem ook eens vertellen dat er twee soorten zijn.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Vervolg opstoken
Donderdag
22:44
1 kB
Lieve Han,
> Ik zal hem eens vertellen dat er twee soorten zijn.
Je hebt er overdag vast wel gelegenheid voor.
Han, ik heb geen zin om zaterdag te stappen. Mag ik bij je komen? Kunnen we de hele avond kletsen.
Vóór je het vraagt, ja, ook kusjes.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Opgestookt!
Donderdag
23:15
1 kB
Lieve Debbie,
Ik heb Dolf verteld dat er twee soorten verkering zijn. Commentaar:
'Is dat nog steeds zo? Tja.'
Tja.
> Mag ik bij je komen?
Altijd. Fijn.
> ook kusjes.
Mag het kussen zijn?
Kan je eerder komen? Zal ik voor je koken.
Zal ik je komen halen?
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Vervolg
opstoken
Vrijdag
19:01
1 kB
Lieve Han,
> Kan je eerder komen?
Ja. Uur of vijf.
> Zal ik voor je koken.
Nee. Wel bedankt voor aanbod.
Ik neem onderweg wel wat van de chinees mee. Lust je iets niet?
> Zal ik je komen halen?
Niet nodig.
Kussen.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Opgestookt!
Vrijdag
19:19
1 kB
Lieve Debbie,
Fijn.
Lust alles.
Jou zelfs rauw.
> Kussen.
Veel kussen.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Vervolg opstoken
Vrijdag
22:32
1 kB
Lieve Han,
> Jou zelfs rauw.
Er wordt alleen chinees gegeten. En gekust. Ja, veel. Oh ja, en gepraat.
Liefs,
Debbie
6e Week
Ze belde tegen vijven aan. Hij deed open.
‘Hoi. Fijn. Kom binnen, schat. Wat een grote tas. Heb je daar een hele chinees in?’
Ze liep mee naar boven, zette de tas neer en trok haar jas uit. Hij pakte hem aan en hing hem op de kapstok.
‘Nee,
stukjes. Die tas sleep ik overal rond. Als hij leeg is kan ik hem klein
opvouwen. Maar meestal vergeet ik hem te legen. Zit er nog sportkleding
in, of zo. Als ik iets kwijt ben kijk ik daar altijd eerst in.’
‘Geef die chinees maar, zet ik hem op het aanrecht.’
‘Waar zijn je manieren? Ik geef niks, ik hoor wat te krijgen.’
‘Shit. Hoe kan ik dat vergeten.’
Ze kusten.
‘Ik dacht even, zo’n grote tas? Het lijkt wel of ze bij me in komt wonen.’
‘Bij je inwonen? Nee, blijf daar nog maar over dromen.’
Ze gaf hem de zakjes met eten.
‘Kant en
klaar. Zet het maar aan de kant. Klaarmaken komt later. Het koelt niet
zo gauw af. Ik heb extra heet gevraagd.’
‘Nou zeg. Wat is er heet hier? Eerst wat drinken, hè?’
‘Ja, een beetje afkoelen. Onze honger stillen we later.’
‘Debbie, alsjeblieft, ik ben niet van steen.’
‘Sorry. Ik ben zo blij.’
‘Ik ook, dat je er bent. En dat we zoveel tijd hebben. Bacootje? Ik neem er dan zelf ook één.’
‘Maar zoals we die ‘s morgens kregen, niet te veel rum. Ik wil bij m’n positieven blijven.’
‘Je dacht toch niet dat ik je de kans zou geven om in slaap te vallen?’
‘Je weet maar nooit.’
‘Ik heb
ooit een film gezien van Doornroosje. Ik zou je wel anders wakker
kussen dan met een heel voorzichtig kusje.’
‘Dat geloof ik direct. Ik mag wel rondkijken, in de andere kamers, hè? Dat heb ik nog niet gedaan.’
Ze keek in de
slaapkamer, de keuken en de badkamer en ging in de woonkamer weer in
het midden op de driezitsbank zitten. Hij kwam uit de keuken, zette de
glazen op het tafeltje en ging naast haar zitten.
‘Fijn, gezellig, dat je er weer bent.’
‘Ik kom niet alleen voor de gezelligheid, Han, ook om beter kennis te maken.’
‘Ja, daar gaan we ook wat aan doen. We waren al bezig natuurlijk. Iedere keer bij het praten, mailen, enzovoort.’
‘Ja, het gaat heel fijn.’
‘Ik hoop dat het zo door kan gaan. En beter.’
‘Ik ook.’
Hij pakte haar handen vast.
‘Debbie, ik houd van je.’
‘Ja, dat weet ik.’
‘Ik heb dat inderdaad al een keer eerder gezegd.’
‘Ik eh. O. Je daagt me uit.’
‘Ja.’
‘Mag ik er even over denken?’
‘Over hoe je over me denkt?’
‘Nee, dat weet ik wel. Of ik het zal zeggen. Het gaat zo snel, Han.’
‘Ja, maar te veel afremmen is niet eh leuk.’
‘Nee.
Maar je weet van het plakboek. Er moet een mooi, net verhaal in komen.
Vroeger interesseerde me dat niet zo. Met jou wel.’
‘Ik weet het. Ik zal niet meer aandringen. Ik wilde alleen even iets proberen.’
‘Je hebt het heel lief gedaan. Je mocht het ook, we hebben verkering. Vaste. Ondertussen, eh.’
‘Mag ik
wel zeggen dat je er leuk uitziet, hè? Ik zie graag meisjes in
jurk of rok en bloes. Die spijkerbroeken zijn altijd hetzelfde. Alleen
komen de kontjes er soms beter in uit. Dan moeten ze natuurlijk wel een
leuke hebben. Zoals jij.’
‘Vleier. Probeer je de uitslag te beïnvloeden?’
‘Nee, ik had het zo wie zo gezegd. Alleen moet dat een beetje in de loop van het gesprek passen.’
‘Over vooruitdenken gesproken. We gaan met een heleboel dingen gelijk op, hè? Heel fijn.’
‘Ja. Voor zover ik weet. Oh, sorry.’
‘Geeft
niet. Bibi en ik hebben het er over gehad, dat het voor jullie lastig
moet zijn om je in te houden, en moeten gokken wanneer iets meer of
minder.’
‘Ja. We zijn blij met iedere hulp.’
‘Ik weet
niet waar je het over hebt. Zeg, het ziet er hier heel fijn uit.
Keukentje groot genoeg, maar ik denk dat je meestal met je ouders
mee-eet.’
‘Als ze thuis zijn wel.’
‘Lief. Woonkamer leuk, badkamer net groot genoeg, slaapkamer ruim, net als ik een tweepersoonsbed.’
‘Juist.’
‘Juist. Slaap je altijd aan een bepaalde kant? Of dwars over?’
‘Nee, aan de raamkant. Maar ik wissel de matrassen wel af en toe om.’
‘Weer bedankt voor de tip. Zeg, zou je het erg vinden als ik hier iets verander? Niet veel.’
‘Dat mag je best. Jij bent de etaleur.’
‘Ja, maar dit is anders, niet om méér te verkopen.’
‘Nee, ik ben al verkocht. Wil je nú wat veranderen? Of na het eten?’
‘Nee, een andere keer. Ik wil hier graag vaker komen.’
Nu pakte zij z’n handen.
‘Want ik houd ook van jou.’
Hij trok haar op zijn schoot, kuste haar.
‘Oh, Han, zo snel al. Maar ik kon niet anders. Je maakt me gek.’
‘Is dat erger dan je hoofd op hol brengen?’
‘Ja. Hoe voel je je nu?’
‘Hartstikke
fijn. Ik wist niet precies hoeveel je om me gaf. En hoe de
vooruitzichten waren met onze verkering. Je vond vaste verkering ook
goed, dat zei me ook heel wat, maar dit is zo mooi. Ik voel me nu een
stuk rustiger. Ik hoop dat je mijn woordspelingen niet gaat
missen.’
‘We vinden wel andere. Bijvoorbeeld over hoe we elkaar aan willen raken, want daarin verandert hierdoor nog niks.’
‘Hoe we
elkaar aan willen raken? Dat moet je toch niet van tevoren bedenken?
Dat hoort vanzelf te gaan. Ik wil heel graag dat we er samen fijn mee
omgaan, natuurlijk langzaamaan af en toe wat meer. Nét niet
alles. Dat doen we pas als we getrouwd zijn. Goed?’
‘Ja. Zo moeten we het doen.’
‘Hoe voel jij je nu?’
‘Ook rustiger. En dorstig.’
Hij zette haar weer naast zich op de bank. Ze dronken even wat.
‘En hongerig. Zullen we hier aan tafel eten?’
‘Dat doe ik ook altijd. Ik heb geen ruimte voor een eethoek.’
‘Nee.
Wat ik zou willen is een klein beetje verplaatsen van de meubels, het
zal je geeneens opvallen, en in overleg met jou wat meer aan de muren
hangen. Meer niet, je krijgt van mij al een negen. Voor de
inrichting.’
‘Dank je wel. En voor de rest?’
‘Resteert voor later.’
‘Dan pak ik nu die chinees even.’
Ze aten, dronken koffie en keken naar het journaal.
‘Zal ik de TV maar uitzetten? Daar kwam je niet voor.’
‘Ja, zet
maar uit. Ik kwam voor eh chinees eten, dat is achter de rug. En voor
kussen, nog te weinig. En om te praten. Ook nog te weinig.’
Hij bleef na het uitzetten even naast de TV staan.
‘Je bent ook een mooie versiering voor mijn woonkamer.’
‘Dank je. Kom nu maar naast me zitten om míj te versieren.’
Hij ging naast haar zitten.
‘Kom je
weer op schoot? Nee, wacht even. Ik heb er daarnet geeneens over
nagedacht, het ging vanzelf. Je protesteerde niet, nu wil je ook
gelijk. Erg lief van je. Ik weet haast zeker dat het niet nodig is,
maar denk eerst even na. Je bent steeds consequent geweest. Daarom houd
ik óók van je. Ik houd niet van wispelturige meisjes. Dat
je je inhoudt is geen wispelturigheid, maar voorzichtigheid. Debbie, ik
heb al eerder gezegd, ik doe niet graag een stapje terug. Je mag er dus
mee wachten, maar als je het nu doet dan graag heel vaak, bij
gelegenheid. En, sorry, hoofdpijn is geen excuus, daar zijn pilletjes
voor.’
Ze kwam rustig op zijn schoot zitten, gaf hem een kort kusje.
‘Nadenken
was niet nodig, we denken vooruit, hè? Op mijn werk is er ook
een drogisterij, ik praat met iedereen, daar dus ook. Ik weet dus al
van pilletjes. Ook van dé pil, daar hebben we het over gehad.
Dat was ook vooruitdenken. En ik ben niet wispelturig, ik doe ook niet
gauw stapjes terug. Vroeger zeiden we altijd, eens gegeven blijft
gegeven. En nu mijn kusje terug.’
Het duurde
even voordat ze uitgelachen waren, zij moest ook om zichzelf lachen, en
konden kussen. Na een minuut of vijf ging ze wat rechtop zitten.
‘Je hebt ergens last van.’
‘Ja. De
automatiek. Ik zit niet aan seks te denken, hoor. Wel dat ik zo geniet,
zo’n lekker meisje op schoot. Zo’n lekker lijfie
vasthouden, al voel ik niets bijzonders van je, al kronkel je een
beetje tegen me aan. Alleen dat je zo zacht bent, warm, me ook omhelst,
zalig kust, maar het meest, dat je mijn verkering bent, dat je bij me
bent, en graag. En dat je van me houdt. Dat we van elkaar houden. Mag
dat?’
‘Ja.’
‘Traantje?’
‘Ja. Mond houden, kussen.’
Na een minuut stopte hij.
‘Wat is er? Je bent zo onrustig. En je huilt nog.’
‘Dat is
geen huilen, ik ben niet treurig. Emotie. Daar heb ik een enkele keer
last van, dat weet je. Ik kan het niet bijhouden. Eerst moest ik
nadenken wat ik je zou vertellen. Nou, daarvoor en daarna natuurlijk
steeds opletten of ik er weer niet wat uitflapte, we zijn niet van
steen, zei je. Toen zei je, heel streng, hoofdpijn is geen excuus, daar
zijn pilletjes voor. Je hebt gelijk, maar dat strenge kwam even zo raar
over, dat ben je nooit. Dan maak ik een geintje. Dan krijg jij een
erectie. En dan weer zo’n romantisch verhaal.’
‘Ja, we beleven nog eens wat. Kalmeer maar even. Bacootje?’
‘Ja. Nog steeds een morgenbaco.’
Ze ging op de bank zitten, hij liep naar de keuken.
Toen hij terugkwam begon hij over een neutraal onderwerp. Ze praatten een hele tijd, afgewisseld met niet te lange kussen.
‘Oh, Han, wat zalig zo.’
‘Ja,
heerlijk. Ik wil best ook op jouw kamer komen, maar je hebt geen zitje.
Het keukentje hier is ook handig. Het nadeel is dat je dan laat nog
naar huis moet. Het lijkt me beter dat ik je voortaan haal en breng,
als je hier wilt komen.’
‘Wanneer. Niet als.’
‘Ja. Kusje.’
‘Nee, ik
was niet uitgesproken, anders vergeet ik het. Je hebt gelijk. Maar wel
de volgende keer bij mij. Daarna zien we wel.’
‘Morgenavond?’
‘Dan ben ik bezet. Volgend weekend?’
‘Graag. Debbie, kleine meisjesbedtijd.’
‘Het is morgen zondag.’
‘Oh, ja. Zal ik nog wat inschenken?’
‘Nee. Even kijken. Opruimen hoeft niet, die paar kopjes en glazen kunnen blijven staan. Ik ga richting bed.’
Ze stonden op.
Ze liep naar de deur, hij achter haar aan. Ze pakt ze haar tas op, hij
deed de deur open. Ze keek hem aan, knipoogde, draaide zich om, liep de
slaapkamer in en deed daar het licht aan. Hij was even beduusd, deed
toen de deur dicht en liep naar de slaapkamer. Ze had de tas op het
voeteneind van het bed gezet, niet aan de raamkant. Hij bleef in de
deuropening stomverbaasd naar haar kijken. Ze had haar jurk al
losgeknoopt, liet hem naar beneden vallen, stapte eruit en hing hem
over een stoel naast het bed. Ze keek hem even aan, daarna bij zichzelf
naar beneden, deed toen haar tas open.
‘Dit kan toch wel? M’n borsten heb je al gezien en m’n broekje is zowat hetzelfde als een bikinibroek.’
‘Je broekje is iets groter. Maar wat doe je?’
Ze stopte met in haar tas zoeken en keek hem aan.
‘Oh,
sorry, had ik het moeten vragen? Ik wil bij je blijven slapen. Dan kan
ik morgenavond vóór het donker naar huis gaan. Dan ben je
tenminste niet ongerust.’
‘Nee, maar nu wel.’
‘Wat
krijgen we nou? Pas op hoor, ik houd niet van wispelturige jongens. Kom
je op je woorden terug? We zouden samen kunnen slapen zonder dat er
iets intiems gebeurt.’
Hij ging aan zijn kant op het voeteneinde van het bed zitten.
‘Meid, je bezorgt me zowat een hartverlamming.’
‘Kom naar langzaam bij. Zeg wel even of ik mag blijven, ja of nee.’
‘Ja.’
‘Mooi, kan ik doorgaan.’
Ze viste een nachtpon uit haar tas, en trok hem aan. Hij bleef naar haar kijken, maar kon niets zeggen.
‘Ik
slaap in mijn pon, of in broekje, of bloot. Het ligt aan de temperatuur
en hoe ik me voel. M’n pon kruipt wel eens op als ik ‘s
nachts veel draai, daarom houd ik nu ook een broekje aan. Je zou per
ongeluk daar aan me kunnen komen. Expres zal je dat niet doen. Beloofd
is beloofd, hè?’
‘Ja.’
‘Al een beetje bijgekomen?’
‘Nee.’
Ze zette haar tas op de grond en kwam naast hem zitten.
‘Arme jongen. Zo geschrokken? Zeg het maar.’
‘Je hebt dit van tevoren bedacht.’
‘Ja. Je kan niet meer terug, hoor. Ik mocht blijven.’
‘Ja. Liefste, ik vind het erg fijn. Al ben ik nog geschokt door wat je nu weer uithaalt.’
‘Ik laat
je even met rust, een plasje plegen. Kleed je maar om. Ik weet niet hoe
je normaal slaapt, nu niet bloot. Als ik terug ben mag jij naar het
toilet.’
Ze pakte een
toilettasje uit haar tas en verdween. Hij kleedde zich uit, trok een
pyjama aan en ging weer op de rand van het bed zitten. Even later kwam
ze terug.
‘Goed zo. Jouw beurt. Ik kruip er vast in.’
Toen hij
terugkwam was het grote licht uit, alleen een lampje boven het
hoofdeind van het bed brandde. Ze lag op haar rug onder het dekbed,
alleen haar hoofd en daaronder haar armen waren zichtbaar. Hij kroop
ook in bed, ging aan zijn kant ook zo liggen.
‘Laat het lampje maar aan, pyjamafiguur. Voor de zaterdag is het nog niet zo laat. Gezellig, hè?’
‘Ja.’
‘Nog niet helemaal bij?’
‘Nee. Dat je dit durft. Je bent helemaal niet nerveus. En dat je dit doet, kennelijk graag.’
‘Even
punt voor punt. Het zou treurig zijn als ik bang zou zijn, of me
schamen, voor mijn vaste verkering. Als ik zo zou denken zou ik er
allang mee gestopt zijn. Ben jij bang voor mij, dat ik je aan zou
randen?’
‘Nee.’
‘Of dat je je niet zou kunnen beheersen?’
‘Nee. In beide gevallen had ik je weggestuurd. En bedankt voor nog niet bewezen diensten.’
‘Goed zo, je komt weer bij. Punt twee, dit doen we allebei graag. Het past goed in de loop van onze kennismaking.’
‘Ik had
gedacht dat we pas veel later in bed verzeild zouden raken. Maar we
hoeven het niet overal over eens te zijn.’
Ze grinnikte.
‘Nee,
zeker niet als het in je voordeel is, hè? Zeg, ik herhaal maar
weer even, alles wat een probleem zou kunnen worden lossen we goed
op.’
‘We onthouden wel veel, hè?’
‘Ja. Al ben ik bijna vergeten hoe een lief kusje van je aanvoelt.’
Hij draaide
naar haar toe, ging op zijn zijkant liggen. Ze draaide ook,
tegengesteld. Hij kuste haar voorzichtig, zonder haar verder aan te
raken. Ze keken een tijdje naar elkaar, glimlachend. Tot ze schrok.
‘Shit, Beertje.’
Ze stapte uit bed, haalde wat uit haar tas, ging naast hem op bed zitten en hield hem een beertje voor.
‘Jullie
hebben elkaar wel gezien, maar zijn nog niet officieel voorgesteld.
Han, Beertje. Beertje, Han, je opvolger zogezegd. Poot.’
Han schudde Beertjes pootje.
‘Prettig
kennis te maken, Beertje. Dank je wel dat je zo lang en goed voor
Debbie gezorgd hebt. Ik wil graag, in verband met je gevorderde
leeftijd, en de vorderingen tussen Debbie en mij, je taak langzamerhand
overnemen. En uitbreiden.’
‘Hij
zegt niet veel, maar ik weet wat hij denkt. Dat hij het beste er van
hoopt en je in de gaten zal houden, zo lang als het hem mogelijk is.
Dat hij zeer waarschijnlijk dan in vrede heen zal gaan. Vuilnisbak of
zo. Sorry, Beertje.’
Hij lag te grinniken terwijl ze Beertje op het nachtkastje aan haar kant zette en weer naast hem kwam liggen.
‘Je behandeling van je lieveling doet me goed. Ook afwisselend zo lief en zo reëel. Debbie, hoe verder?’
Ze kwam dichterbij hem, omhelsde hem.
‘Wat je Beertje beloofd hebt. Nu, hetzelfde als op de bank, kussen en praten, lieve voorzichtige jongen van me.’
‘Fijn.
Geweldig, ik lig met een meid in bed. Tegen me aan. En niet zomaar
één, met jou, met mijn lief meisje.’
‘Ik heb
je wel door, niks tussen lieve en meisje, maar je blijft toch wel
voorzichtig.. Zeg, als één van ons in slaap valt doet de
ander het licht uit, of niet, maakt mij niet uit, en houdt zich maar
koest tot hij of zij ook in slaap valt.’
‘Ik kan het lampje ook nu uitdoen.’
‘Nee, ik
wil je nog zien. En ik belazer mezelf met het idee dat het er, met het
licht aan, altijd netjes aan toe gaat. Poe.’
‘Poe wat?’
‘Poe, ik doe alles liever met het licht aan. Dan zie je nog eens wat.’
‘De bovenkant van een nachtpon en een pyjama.’
‘Ik
begrijp de hint. Ja, dat is ergens een stapje terug, maar in het geheel
zijn we een stapje vooruit. Later zien we wel. Akkoord?’
‘Ja, prima.
‘Voel je mijn borsten?’
‘Oef. Ja, een beetje.’
‘Genoeg zo. Je hebt een erectie, hè?’
‘Debbie! Eh, Beertje hoort, ziet en zwijgt gelukkig.’
‘Beertje gedraagt zich. We kunnen toch overal over praten?’
‘Ja,
maar ik ben nog niet helemaal over de schok heen. Mijn lief meisje in
mijn armen. Met alleen een broekje en een dunne nachtpon aan. Waar ik
haar borsten doorheen voel.’
‘Hè, niet zo onpersoonlijk.’
‘Wat
ontzettend fijn, mijn lief meisje, dat je in je boekje en je dunne pon
bij me wilt, en durft liggen. Ik voel je borsten tegen me aan.
Heerlijk.’
‘Mmmm. En verder?’
‘Voel je mijn erectie?’
‘Een beetje. Kan je het uithouden?’
‘Ja, hij is eh alleen groot, geen kloppend gevoel, geen naderende krampen. Voelt fijn aan.’
‘O ja?
Mag ik even tegen je aan komen zoals in het zwembad? Alleen iets
rustiger, ik wist toen niet precies hoe ik dat doen moest.’
‘Ik bedoelde, voelt fijn aan voor míj. Maar ik wil niet egoïstisch zijn. Iets rustiger moet kunnen.’
‘Ik ben ook niet egoïstisch. Je zal het best lekker vinden als ik een beetje tegen je op rijd.’
‘Eerste versnelling, hoor, langzaam.’
Ze wist
inderdaad beter hoe het moest. Ze drukte haar buik iets steviger tegen
de zijne, draaide er een paar cirkeltjes mee, en ging toen weer zo
liggen dat ze elkaar nét aanraakten.
‘Dat was weer een opfrissertje. Weer zo groot en stevig. Mooi vooruitzicht.’
‘Voorgevoel?’
‘Er
wordt verder nog niet gevoeld. Ik mag egoïstisch zijn. Ik heb er
méér belang bij om te weten hoe groot jij bent dan jij om
te weten hoe groot mijn borsten zijn. Verder wordt er alleen gedacht.
Dat doet jouw automatiek ook weer. Nou, als dat voor jou een fijn
gevoel is vind ik het best. Ik zou het niet prettig vinden als ik het
idee had dat je steeds aan seks zat te denken. Of lag te denken. Of te
weinig.’
‘Soms, Debbie, even.’
‘Quitte.
Dit is beter dan op de achterbank van een auto, hè? Het moest
dan wel de achterbank van een amerikaan zijn, anders heb je nergens
ruimte voor.’
‘Arme jongens, moesten ze nog een grote auto hebben ook.’
‘Ja,
alles groot. Dan waren ze ook minstens achttien. Daarvóór
mochten ze wat kleiner zijn. Dat was ik zelf ook.’
‘Wel eens in de bosjes gelegen?’
‘Ja, als er voor een dekentje gezorgd werd.’
‘Gezorgd werd? Nam je dat niet zelf mee?’
‘Nee,
dat staat te uitnodigend. Als ik één keer gezegd had dat
ik anders de bosjes niet in wilde hadden die jongens er altijd
één achterop de bagagedrager van hun fiets, zogenaamd om
me zachter te laten zitten. Het heet dat meiden kletsen. Nou, jongens
ook, als er wat te halen valt.’
‘Tja. Of brengen. Wel eens in de duinen geweest? Of ‘s avonds op het strand?’
‘Ja, maar niet om te scharrelen, ik wil nergens zand tussen.’
‘Meid, wat ben je te keer gegaan.’
‘Jij ook
toch? En ook altijd lief toch? Allebei aan je trekken laten komen? Nou,
ik trok wel iets meer, natuurlijk. Ho.’
‘Wat een
taal. Ik hoorde een keer per ongeluk wat. Vroeg een meisje aan een
ander, ben jij ook aan je gerief gekomen? Ik twee keer.’
‘Nou, in spraak nette meiden. Verder collega’s van me, dus.’
‘Dat klinkt te veel beroeps. Medeliefhebsters?’
‘Ja, schitterend. Twee keer is niet slecht. Vooral omdat de aanloop meestal even duurde.’
‘Aanloop?’
‘Ja, of pakte jij die meisjes gelijk tussen de benen?’
‘Nee, inderdaad, een aanloop. Heb ik het met je over rietzeilen gehad?’
‘Heel even. Vrijen in een boot in het riet, hè?’
‘Ja. Dat heb ik ook gedaan. Vaak succesvol, er is dan meer tijd voor dan ‘s avonds in een auto.’
‘En ze kunnen niet weg.’
‘Nee, daar waarschuwde ik ze ook voor.’
‘En dan toch vaak succesvol?’
‘Negentig procent vertrouwde me genoeg om mee te komen.’
‘En die liet je dan komen, op één of andere manier.’
‘Oei.
Ja, maar alleen met toestemming, ik bleef lief. Het gaat toch ook om de
gezelligheid? Anders had ik wel een opblaaspop genomen.’
‘Aangeschaft. En dan genomen.’
‘O. Debbie, zou jij je, later, door mij genomen voelen?’
‘Goede vraag. Nee. Alleen als het eh zonder mijn toestemming zou gebeuren. En daar is geen kans op.’
‘Je zou overweldigd kunnen worden.’
‘Ten
eerste zouden ze met minstens vijf man moeten zijn. Één
per arm en been om me vast te houden. Maar dan nog weinig kans. Ik ben
sportief, kan hard gillen en bijten en zo. En ik zit er totaal niet mee
om een man ontzettend hard in zijn ballen te knijpen, daar zijn ze,
voor zover ik weet, meestal niet op bedacht. Nou, dan weet je het wel.
Nee, ik zie het niet gebeuren.’
‘Onder bedreiging van een wapen?’
‘Ik
begin bij het minste of geringste te gillen. En ik neem geen enkel
risico om op een onveilige plek terecht te komen. Ik sla alles af wat
niet volkomen veilig is. Han, Bibi en ik hebben jaren geleden alles wat
maar mogelijk is bedacht, en bekeken wat we dan zouden doen. Dus, geen
zorgen en nu een beetje gezelliger verder.’
‘Ik zal wel moeten, ik ben een beetje bang geworden.’
‘Ik weet
dat je een grapje maakt. Je zal je tegen mij nooit zo gedragen dat je
bang zou moeten worden. Daarom lig ik ook op mijn dooie gemak tegen je
aan te genieten.’
Ze kusten een tijd.
‘Debbie, we zijn op één of andere manier nooit aan tongzoenen begonnen, wil je?’
‘Ja,
maar niet meer dan paar centimeter, ik houd er niet van om uitgelikt
worden, zo’n lap vlees in één keer in m’n
mond. Die zeventien centimeter van je wordt waarschijnlijk wat
anders.’
‘Houd je in, alsjeblieft.’
‘Sorry.’
Hij zei niets meer, kuste haar.
‘Lekker joh. Precies ver genoeg naar binnen. Je doet het zo lief.’
‘Je bent
ook zo lief. En spontaan. En lekker. Toch blijft het voor mij lekker
geen hoofdzaak. Vanavond is dat het fijne idee dat we bij elkaar
slapen. Gaat het je eigenlijk niet te snel?’
‘Dat is
een heel verhaal, Han. Ik heb er natuurlijk lang over nagedacht, stukje
bij beetje. Eerst, het gaat nogal snel met ons. Maar wanneer dan? Als
je nog méér van hem houdt? Kan dat wel? Zou hij het
willen? Durven? Voor hemzelf? Voor mij? Zal ik de gok nemen? Als het
niet goed gaat er vandoor gaan? Of niet herhalen? Toen dacht ik, langer
wachten is niet nodig. We hebben vaste verkering, daarvoor vonden we
het wel wat vroeg, maar we hebben het gedaan. Niet verder uitgesteld.
Dit vind ik er bijhoren. We hebben officieel wel pás verkering,
maar eigenlijk al langer. En ik heb er zin in, voorzichtig uitgedrukt.
Anders was ik er ook niet over gaan denken. Ik dacht, uiteindelijk, de
enige gok is dat hij het niet durft, voor hemzelf of mij. Ik probeer
het. Lukt vast. Klopte. Wordt herhaald.’
Ze kusten weer.
‘Han, ik
ben moe. Dat overkomt me vaker met jou. Tijdens de vakantie ook. Van
een uur praten was ik al bekaf. We zijn altijd zo intensief
bezig.’
‘Hier hetzelfde. Voor mij komt daar, iets meer dan voor jou, het kijken naar je nog bij.’
‘Ja, mijn borsten, hè? Ik gun het je. Na een paar dagen al. Mis je ze?’
‘Een
beetje. Als we niet zo intensief bezig zijn. Ik geniet dan door me te
herinneren wat ik gezien heb. Dat ik ze gezien heb, helemaal, met die
leuke tepeltjes. Maar ik wacht rustig af. Ik ben al zo gelukkig.’
En weer kusten ze.
‘Debbie,
ik slaap altijd alleen in een onderbroek. Dan blijft het bed wat
schoner dan wanneer ik niets aan heb, je snapt het wel. Mag ik het jasje
uit doen? In mijn pyjamabroek slapen? Ik heb het zo warm. Jij bent zo
warm.’
‘Ja, doe maar. Ik heb het niet zo warm, ik heb mijn dunste ponnetje aan.’
Hij ging even zitten om het pyjamajasje uit te trekken.
‘Mooi jong, kom weer tegen me aan.’
Hij deed het.
‘Schatje, ik voel je tepels, door je pon heen. Ben je een beetje opgewonden?’
‘Nee, helemáááál niet. Automatiek.’
‘Dat bewegen van ze, en van je buik, dat gekronkel van je hele lijf, is dat ook automatiek?’
‘Nee. Sorry. Ik kan het niet laten. Dan voel ik je beter.’
‘Het mag hoor. Het gaat goed. En als jij het doet hoef ik het niet te doen.’
‘Oh, Han, wat gaat het onwaarschijnlijk goed. Je streelt mijn rug ook lekker.’
‘Ja hè? Zo fijn, mijn verkering een beetje verwennen, en zelf verwend worden.’
‘Mmmm. Heb je ook slaap?’
‘Ja. Ik dacht, ik voel je borsten, en jij voelt wat er tegen je aan ligt. Daar kunnen we over dromen.’
‘Houd je het droog?’
‘Weet ik niet.’
‘Geeft niet.’
‘Echt niet?’
‘Wel nee. We kunnen toch ook wakker worden omdat we naar het toilet moeten?’
‘Dat is wat anders.’
‘Nou zeg, doe niet zo moeilijk. Het is toch normaal, dat je een natte droom kan krijgen?’
‘Eh, ja, maar dan ben ik alleen.’
‘Flauwerd,
je hebt me al alles over je natte dromen verteld. Dat vond ik toen zo
fijn, Han, zo openhartig, terwijl we elkaar net een paar dagen kenden.
Wat ging dat snel. Je zei, meestal word ik er wakker van, dan kan ik
het opvangen in een handdoek of een sok. En anders komt het toch in je
broek terecht?’
‘Ja. Maar als ik denkt dat ik wakker word en dan een eh zaadlozing krijg, met jou vlak naast me?’
‘Ik heb
je toch verteld over die jongen onder de douche? Nou, dat liep er niet
uit, hij spoot. Als ik ook wakker word geniet ik met je mee. Je komt
maar lekker.’
‘Meid toch. Ik eh zou het bijna fijn gaan vinden.’
‘Goed zo. Het wordt nog fijner. Nu slapen.’
‘Ja, schat.’
‘Mmmm.’
Ze vielen ongeveer tegelijk in slaap. Het lampje bleef branden.
Toen ze wakker werd lag hij naar haar te kijken, ook op zijn zijkant.
‘Goedemorgen, eh. Ik geloof dat ik Doornroosje heet.’
Hij omhelsde haar, kuste, een beetje woest.
‘O.K.,
O.K., verander maar weer in Han. En houdt me net zo lekker vast als
vóór ik in die appel beet. Oh, nee, bijten komt
nog.’
‘Zachtjes, hoop ik?’
‘Ja, omgekeerd ook. Ik bedoel jij bij mij. Oh, heerlijk weer. Even niet praten.’
Hij kuste en beet haar zachtjes in haar nek.
‘Hé, niet zo bewegen. Straks prik je door mijn ponnetje heen.’
‘Ik zeg
niet, dan doe je hem maar uit. En ook gelijk je broekje maar. Dan
kunnen we quitte komen, kan ik je doos een beetje voelen.’
‘Zullen we gaan, nee, ik heb geen zin in zwemmen.’
‘Ik ook niet. Maar laten we het niet over zin hebben.’
‘Nee, er
wat aan gaan doen. Ik vind dat we nog niet aan aanraken toe zijn, maar
ik gun je al heel wat. Durf je hetzelfde aan als eerder?’
‘Oh, Debbie, ga je weer? Ja.’
‘Durf je iets méér? Vlak onder je neus?’
‘Ik geef me over. Ja.’
‘Nou, dat ging vlotter dan de eerste keer.’
Ze ging op
haar rug liggen, stak haar armen onder het dekbed, bewoog wat en ging
rechtop zitten, waardoor het dekbed naar beneden op haar schoot zakte.
Ze deed haar pon over haar hoofd uit, vouwde hem op, legde hem over
Beertje en ging liggen, met haar handen onder haar hoofd. Ze keek
glimlachend naar hem.
‘Meid, afgezien van eten en drinken, mag ik zo blijven kijken vandaag?’
‘Nee, even maar. Ik probeer wat te verzinnen. Ze zijn me te plat zo.’
‘Plat? Ben je gek? Je hebt hartstikke stevige borsten. Nou ja, zo te zien. Praktisch niks plat.’
‘Voor mijn idee dan. Nou, kijk dan maar wat langer. Ik weet niets anders wat ik aandurf.’
‘Ik ook niet, dit kan ik zonder veel problemen volhouden. Dankzij de oefeningen.’
‘Doe bij jou het dekbed ook eens wat naar beneden, ik wil jouw blote borst ook zien.’
‘Eh, schatje, je zou méér mogen zien.’
‘Dank
je. Nu niet. En zeker nog niet tegelijk bloot. Een andere keer ruilen
we om. Maar dat kan even duren, hoor. Snap je?’
‘Ja, het is een andere categorie onderdeel. Net zoals je doosje.’
‘Ja. Waarom zeg je nu doosje, niet doos?’
‘Ik vind het iets liever klinken.’
‘Als je
doos zegt gaat er een schokje door me heen. Net zoals wanneer ik penis
zeg in plaats van erectie. Allebei iets eh sensueler. Borsten of
borstjes maakt me niets uit, jou misschien wel.’
‘Borstjes
vind ik óók liever klinken. Als je maar niet denk dat ik
daarmee kleine borsten bedoel. Dat zijn ze niet. Nou ja, je weet het,
precies goed, geen Lara Croft. Die kwam vroeger soms in mijn dromen
voorbij. Maar dan dacht ik, als je de stop eruit trekt, lopen ze leeg,
die opgeblazen dingen. Stom hè? Ze bestaan geeneens echt, alleen
getekend.’
‘In je
dromen kan alles. Nou, daar ga ik weer, ik kan het weer eens niet
laten. Je zegt liever doosje dan doos. Heb je er ook een voorstelling
van?’
‘Dan ga
ik ook maar even. Je weet dat ik er genoeg gezien en gevoeld enzovoort
heb. Veel verschil heb ik nooit gemerkt. Bij borsten wel. Maar de
grootte kon me niet veel schelen. Het ging om het gevoel van genieten,
bij het kijken de vorm en zo. En bij het vasthouden en strelen dat het
zo warm en zacht was. En steeds, dat het mocht, dat ze het fijn vond,
dat ik zelfs beneden in ze mocht komen, met een vinger, en ze mocht
laten komen. Dat ze soms alleen daar al voor terugkwamen. Nou, ik kapte
er dan mooi niet gauw mee. Dat deden ze zelf wel, als ze een beetje bij
zinnen kwamen. En ik werd liever bedankt dan andersom. Dat vond ik
liever voor ze. Dan hoefden ze niet te liegen dat ze het uitgemaakt
hadden. Dat doen meiden altijd, hè? Ze zullen nooit toegeven dat
ze aan de dijk gezet zijn. Dat gebeurt natuurlijk ook minder vaak dan
andersom. Wij jongens zijn nu eenmaal zo stom om veel te accepteren,
als er maar lekker gevreeën kan worden.’
‘Ja, liefhebber. Je hebt meisjes aardig door. Je laat het gelukkig niet te veel merken.’
‘Ja, tot
nu toe had ik ze aardig door. Maar zoals jij ben ik er nog geen
tegengekomen. Ik ga gelijk maar verder, ik heb jou wel zover door, dat
ik weet dat je het anders toch vraagt. Jij bent niet zo’n
giechel, die denkt dat ze uniek is, die onveroverbaar wil doen, en niet
weet wat ze met de hitte in haar broek moet. Ik zat er niet zo mee.
Niet alle meiden die ik tegenkwam heb ik me mee bemoeid, ondanks de
hitte in míjn broek. Pas als ik dacht, die kan wel een tijdje.
Als ze dan bleven tegenstribbelen, voor hun fatsoen, maar eigenlijk
best wilden, en mijn nood nogal hoog was, ik eindelijk wel eens wat
wilde, dan zat ik vóór ze het wisten met
één vinger in hun doos. Niet dat dat vaak voorkwam. Maar
dan hielden ze verrast op met tegenstribbelen, begonnen al gauw lekker
te kronkelen. Klaar, af. Daarna waren ze altijd wel zo sportief om mij
ook te plezieren. Genoeg gehoord?’
‘Als je méér hebt ga je maar door.’
‘Ik had
het kunnen weten. Dat bedoel ik onder andere, met dat, zoiets ben ik
niet eerder tegen gekomen. Er over praten, oei, dat was smerig. Nou,
een paar hadden geen bezwaar tegen eh sperma in hun mond. Dat verbaast
me nóg steeds. Het was wel lekker, zo komen, beter dan met een
handje. Oh, dat is niet als tip bedoeld, dat zit toevallig in het
verhaal. Goed. Als ze mij tenminste nog kónden plezieren. Als ze
het erg lekker vonden, sommige bewogen amper, maar kreunden en
kronkelden, ben ik wel al in mijn broek klaargekomen. Het kwam dan zo
snel dat er niets aan te redden was. Goed. Jij stelt je niet aan, het
enige minpuntje bij je is, dat je er soms iets te veel uitflapt. Dat
maakt het soms even moeilijk voor me. Maar eerlijkheid kan ik niet
kwalijk nemen. Oh, ik heb het al eerder gezegd, dat gedoe met die
meiden heb ik geen spijt van. Is nu je mening over mij in mijn nadeel
veranderd?’
‘Nee,
integendeel. Je bent een heel lieve, behoorlijk warmbloedige jongen,
die niet egoïstisch is, heel graag meisjes ook aan hun gerief laat
komen.’
‘Dank
je. Jij bent zo anders, zo echt, daarom heb ik waarschijnlijk geen
moeite om je niet aan te raken. Behalve omhelzen en kussen. En de
grootte van je doos interesseert me niet. Ik eh pas er wel in.
Hè, hè, wat een verhaal.’
‘Tja, als je een keer zo los komt, doe je het ook helemaal.’
‘Ja,
jouw schuld, dat weet je, flapuit. Ik hoef maar te zeggen, durf je dat
zelf niet te zeggen en dan barst je los. Nou, nu niet. Vind je het
trouwens erg, dat ik je een beetje door heb?’
‘Nee,
waarom zou ik? Ik snap jou meestal ook wel. Een klein verschil, ik
vraag eerder dan jij iets, als ik je niet snap.’
‘Ja, je bent iets ongeduldiger, ik wacht wel af.’
‘Juist.’
‘Juist. Zullen we gaan eh ontbijten?’
‘Genoeg gekeken?’
‘Ja. Voorlopig wel. Je weet het, hè? Geen stapjes terug.’
‘Ik weet het, ik wist het.’
‘Ja, natuurlijk. Je bent nog slim ook. Daar moet ik erg aan wennen.’
‘Wat dacht je, andersom?’
‘Ik dacht niet dat je gewoon zou zeggen, ik ook.’
‘Laten we maar gaan ontbijten. En wat voor een andere keer bewaren, dit is weer even genoeg. Wat fijn.’
‘Ja, heel fijn. Mag ik blijven kijken hoe je je aankleedt? Je ook nog even alleen in je broekje zien?’
‘Ik dacht dat je alleen uitkleden leuk zou vinden.’
‘Nee, aankleden ook. Meiden kronkelen daar zo leuk bij. Doen hun kleren anders aan, uit ook, dan jongens.’
Ze stapte uit
bed en liet hem even naar haar broekje kijken. Ze pakte ondertussen
haar pon van Beertje af en stopte die in haar tas.
‘Sorry, Beertje, ik wilde even niet dat er twee tegelijk naar me keken. Maar Han doet
het net zo lief als jij. Je neemt het me vast niet kwalijk, je hebt al
méér van me gezien. Nou, je snapt ook vast wel dat hij je
graag in wil halen. We zien wel, letterlijk en figuurlijk.’
‘Meid toch. Mag ik een keer naar je voorlezen in de bieb komen luisteren?’
‘Ja
hoor. Maar ik lees sprookjes voor, geen spelletjes met serieuze
ondergrond. Wil je beginnen met het ontbijt voor te bereiden? Dan ga ik
even naar het toilet. Je niet aankleden, als ik terugkom mag je verder
naar mijn aankleden kijken, dan kijk ik ondertussen naar je blote
borst. En naar de bobbel in je broek.’
Ze pakte het toilettasje uit haar tas en liep de slaapkamer uit. Hij liep achter haar aan naar de keuken.
Toen ze weer te voorschijn kwam liep hij haar weer achterna, de slaapkamer in.
‘Ik zei
gisteren al, je bent een mooie versiering voor mijn woonkamer. Zo, met
je schuddende borsten en kontje in dat dunne broekje, zeker.’
‘Ken je
die film met Brigitte Bardot? Haar, ik weet het niet, man, minnaar,
scharrel of zo, keek en praatte alleen maar met haar als ze geen kleren
aan had. Je zag haar ook in haar blote kont, meer niet, stofzuigen, hij
kijkend op de bank.’
‘Ja, die
heb ik ooit gezien. In Rotterdam, bij een Bardot-festival. Ik vond het
verhaal erg gezocht, dat blote was alleen maar om publiek naar die film
te trekken.’
‘Ja. Ik denk niet dat ik dat van jou ooit hoef, het blijft voor jou een beetje bijzaak, hè?’
‘Ja, maar wel een heel fijne, met jou. Voel je je niet ongemakkelijk, alleen een broekje aan?’
‘Han, ik
ben gewend dat er naar me gekeken wordt, wat ik ook aan heb, of niets,
op een naaktstrand. Meestal is het niet zo leuk, die verlekkerde
blikken. Alsof het alleen maar om seks gaat. Bewonderende blikken zijn
fijn, al word ik dan niet trots, ik heb mijn lijf ook maar gekregen.
Dan glimlach ik lief terug, al zijn ze zo lelijk als de nacht. Jij hebt
me vanaf de eerste seconde alleen maar bewonderend aangekeken, wat ik
ook aan had. En al heel gauw wist ik dat je over dat soort zaken
dezelfde ideeën had als ik. Daarom gunde ik je zo snel wat. Na een
paar dagen schrok ik toch van mezelf. Als ik zo doorging, en jij me
niet tegenhield, zou ik me binnen nog een paar dagen helemaal voor je
uitkleden, om naar me te laten kijken. Méér niet hoor. En
zou ik jou willen zien. Ook meer niet. Niet aanraken, daar had ik geen
haast mee. Alleen bewonderend kijken. Het fijn vinden om je aan een
ander, een eh gevoelsgenoot, te laten zien. Ik wist, sinds in het
zwembad, dat jij je ook graag aan me wilde laten zien, met of zonder
erectie, en alle standen er tussenin. Op één of andere
manier spraken we af het met showen rustig aan te gaan doen. Dat was
ook één van de vele dingen waardoor ik meer om je ging
geven. Maar nét kon ik me niet inhouden. Ik vond het ook niet
nodig. Je gaat er weer zo fijn mee om. Zelfs aankleden vind je leuk.
Nou, ik zal er maar eens aan beginnen. Door mijn geklets heb je lang
genoeg gekeken.’
Hij keek glimlachend toe hoe ze zich verder aankleedde. Als laatste pakte ze Beertje.
‘Stap
jij maar vast in, je gaat weer mee. Dan kan je ondertussen slapen, dat
heb je vast vannacht niet gedaan, lief opgepast. Dat was niet nodig,
hoor, Han is ook lief.’
‘Tja.
Debbie, het is onvermijdelijk, dat als ik naar je kijk, ik af en toe
zal denken hoe je er uitziet in alleen een broekje. Of nog
minder.’
‘Dat geeft niet, als het bij af en toe blijft. Nu jij omkleden.’
‘Ik zou
heel moeilijk kunnen doen, eerst mijn bovenkleding aandoen, maar het is
makkelijker als ik eerst mijn pyjamabroek uittrek en dan een onderbroek
aantrek.’
‘Draai je dan maar even om. En weer terug.’
‘Dan zie je mijn blote kont.’
‘Ja. Deze keer ben jij aan de beurt. Of je moet nog niet durven.’
Hij grinnikte,
draaide zich om, verwisselde van broek en draaide zich weer terug. Ze
zat belangstellend naar hem te kijken. Hij keek haar afwachtend aan.
‘Ben je zo benieuwd hoe ik over je uiterlijk denk?’
‘Debbie,
mijn uiterlijk interesseert me niet zo. Ik heb er, net zoals jij, geluk
mee gehad. Maar het ligt me niet om er mee te showen. Ik wil niet
opscheppen, maar dat heb ik ook nooit nodig gehad. Ik weet dat ik niet
lelijk ben. Ook niet knap. De meiden keken me altijd vrij neutraal aan.
Omdat het uiterlijk van meiden bij mij geen hoofdzaak is begon ik
altijd een praatje. Dat was dan genoeg voor ze om interesse in me te
krijgen. Je weet het. Maar ik wil het van jou wel horen, omdat jij
anders over me denkt dan die meiden, en veel leuker praat.’
‘Preek
nummer zoveel. Les, uitleg zoveel. Dank je wel. Nee, wacht even, ik wil
nog even kijken. Je hebt een leuk kontje. Ik vond het fijn om het bloot
te zien. En je hebt weer een eh leuke bobbel in je broek. Die ziet er
steeds anders uit, in een gewone broek, in zwembroek, in pyjamabroek,
of zoals nu.’
‘Omdat
niet alle stof even dik is. En het ligt natuurlijk aan de eh grootte
van mijn erectie. Nu steeds meer omdat je er naar kijkt.’
‘Ja, toen je net omgedraaid stond al halverwege.’
‘Ja, dat zal best.’
‘Ik weet het zeker.’
‘Ik had me toch helemaal omgedraaid?’
‘Je raam spiegelt.’
‘O. En je hebt je ogen niet dichtgedaan?’
‘Van schrik? Of van bangigheid? Nee. Opengesperd.’
‘Zal ik mijn broek weer uitdoen?’
‘Nee,
Han. Ik wil je nog niet zien. Maar bij zo’n toeval vind ik het
leuk om alvast een beetje te spieken. Je moet het niet expres gaan
doen, dat doe ik ook niet. Maar het kan bij mij ook gebeuren. We moeten
daar niet moeilijk over doen. Voor mij is het ook makkelijker om me
normaal om te kleden. Niet zoals je vroeger op het strand zag, een hoop
gegoochel onder een jurk. Is het goed als we ons zo makkelijk mogelijk
omkleden en ons even omdraaien als de vooronderkant bloot is?’
‘Vooronderkant?’
‘Voor de voorkant boven hoeft het niet.’
‘Omdat dat in mijn voordeel is, graag.’
‘Om je honger wat te stillen gaan we ontbijten. Hoe jij je verder aankleedt interesseert me niet.’
‘Ondeugd.’
‘Poe. Als jij kan spieken zal je het ook niet laten.’
‘Tot nu toe kreeg ik genoeg te zien zonder te spieken.’
‘Ja,
omdat ik weet dat je er makkelijker over denkt dan ik. En omdat ik kan
het langzamer aan kan doen. Jij niet. Ik heb bij jou maar
één keus. Alles of niets. Daarom vond ik dat spieken ook
leuk. Dat raam spiegelt, maar het is geen helder beeld zoals in een
echte spiegel. Dus ik heb jou niet echt gezien. Dus kan ik weer, nog
steeds, redelijk rustig slapen.’
‘Heel fijn, Debbie, dat je het zo doet, zonder in de problemen te komen. Ook bedankt voor je uitleg.’
‘Het gaat fijn, hè? Heb je een natte droom gehad?’
‘Wat ben je nieuwsgierig. Nee.’
‘Jammer voor je.’
‘Één meer of minder maakt niet uit.’
‘Daar ga je misschien nog eens anders over denken. Nu eten en een bak koffie.’
Ze ontbeten op de bank, aan het tafeltje.
‘Je hebt
nogal wat in huis, qua ontbijt bedoel ik. Ja, grinnik maar. Het gaat
vanzelf met jou, met anderen viel het wel mee. Vind ik zelf. Je had
geeneens op me gerekend.’
‘Totaal
niet. Maar ik heb altijd een voorraadje. Dolf en of Simon komen wel
eens. En ik wil ‘s avonds laat, als ik nog wat wil eten, mijn
ouders niet storen. Ik maak hier ook mijn lunch klaar, om mee te nemen.
We vinden het alledrie zonde van de tijd en het geld om tussen de
middag te gaan lunchen.’
‘Waar werken jullie?’
‘Tussen
hier en de A dertien. In het huis van Simon. Zijn ouders zijn kleiner
gaan wonen toen iedereen behalve hij de deur uit was. We betalen gewoon
huur, wel een schappelijke natuurlijk.’
‘Lekker dichtbij dus. Je sloft, je verkering ook niet ver weg.’
‘Ja, makkelijk. Je bent er misschien langsgekomen. Hoe ben je nu hier gekomen?’
‘Met
paps auto, hij had hem niet nodig. Dan kon ik dag en nacht weg. Over de
A dertien, ja. Het was makkelijk te vinden, met hulp van een
stratenboek.’
‘Je kan ook op Internet kijken.’
‘In de auto zeker. Nee, we hebben thuis een boek liggen en één in de auto.’
‘Handig.’
‘Zeg, wat zullen we gaan doen? Gooi ik je hele programma in de war?’
‘Gelukkig wel. Ik was niets bijzonders van plan. Wat dacht je van een strandwandeling?’
‘Fijn,
dat doe ik altijd graag. Vroeger met mijn ouders al. Nu
alléén, of met iedereen die met me mee wil.’
‘Ik ook. Waar ga je meestal?’
‘Altijd in Katwijk, aan de Noordkant.’
‘Noordkant?’
‘Ja, aan de kant van Noordwijk. Hoezo?’
‘Hoezo weet jij, vrouwelijk persoon, wat Noord en Zuid is? Oh, ja, je bent slim.’
‘Kraak
mijn soortgenoten maar af. Nee hoor, je hebt gelijk, de meeste
vrouwelijke personen weten dat niet. Standaardgrap, daarom kunnen ze
ook niet kaartlezen. Nou, ik wel. Alleen heb ik wat moeite met Oost en
West. Dan moet ik mijn ezelsbruggetje erbij halen. We hebben alleen
Oosterburen, Duitsland.’
‘Ik zei al, slim. Maar waarom niet in Hoek van Holland? Dat is dichterbij.’
‘Ja,
maar daar gingen we nooit naar toe. Ik heb wel eens gevraagd, waarom
steeds in Katwijk? Dan moesten ze grinniken. Dat hadden ze hún
ouders al gevraagd. Die zeiden al, je kan zoeken waar je wilt, je komt
in Katwijk terug, daar is het het fijnste. Makkelijk parkeren, nooit te
druk, nooit te stil. En Willy. Wat kijk je raar?’
‘Dat zeiden mijn ouders ook. Bijna letterlijk.’
‘Nou val ik van mijn geloof. Dat is toch té toevallig?’
‘Meid, we zijn voor elkaar geschapen. Ja, grinnik maar. En houd je maar in. Heb je een geloof, trouwens?’
‘Ja, ik heb er één. Vertel ik wel onder de wandeling. Goed?’
‘Prima. Wat voor weer is het? Ja, mooi genoeg. Wind? Niet te veel. Uit het Zuiden, je weet wel.’
‘Pestkop. Met de wind mee over het strand, met tegenwind door de duinen terug?’
‘Tuurlijk, strandkenner.’
‘We
vonden het altijd wat lastig om niet van tevoren te weten of het hoog
of laag water was of werd. Bij hoog water loopt het wat minder fijn,
dan wilden we niet zo ver. Als je over het strand begint kan je lopen
zover je wilt, over het dichtstbijzijnde pad de duinen in en over het
fietspad terug. Wat doe je?’
‘De computer aanzetten, dan kijk ik zo even naar de waterstanden.’
‘O. Staat dat er ook al op?’
‘Ja, je
kan het bijna niet zo gek verzinnen of je kan er wat over vinden. Zelfs
een verhaal over mierenneuken, sorry, van een hobbyist. Die heeft vast
een erg kleintje. Dat kwam Simon laatst toevallig tegen. Hij zocht wat
over het spel Ants, dat gaat over mieren.’
‘Geinig. Nou, misschien niet voor die mieren. En leuk, dan kan je je hobby delen met de hele wereld.’
‘Ja. Klaar met ontbijt?’
‘Alleen nog een keer koffie. Gezellig, hè?’
‘Ik zeg maar niets, schat.’
‘Goed. Mag ik meekijken hoe je dat opzoekt?’
‘Ik hoef
niet te zoeken. Ik weet dat het w w w punt getij met een lange ei punt
n l is. Dat staat ook in mijn favorieten, zie je?’
‘Ja. Oh, daar is het al. Snel zeg. Zelfs sneller dan op mijn werk.’
‘Ik heb
een erg snelle verbinding, op kosten van mijn werk, omdat ik soms thuis
werk. Nou, Noordwijk, Katwijk is er niet, maar dat scheelt niet veel.
Vandaag, laag water, elf uur vijfenveertig. Dat kon niet beter. Nog
meer zoeken?’
‘Nee, wegwezen. De rommel ruimen we op als we terug zijn. Aangekleed, ik heet geen Brigitte.’
‘Dat hoeft ook niet. Als je het later maar een keer voor de gein doet.’
‘Beloofd.’
Ze liepen naar beneden. In de hal draaide hij aan een draaischijf en aan een klok aan de muur.
‘Wat is dat?’
‘Ik werd
vroeger ziek van dat, waar ga je naar toe? Hoe laat ben je terug? Mijn
ouders kunnen hier kijken. Willy, drie uur.’
‘Leuk. Wat staat er allemaal op? Dat die klok niet loopt snap ik wel.’
‘Werk,
bios, Dolf, Simon, Debbie, noem maar op. Als er iets verandert plak ik
er een andere sticker op. Die van werk zit over school.’
‘Waar zit ik overheen?’
‘Je mist
ook niets, hè? Niet over een vorige scharrel, ik bleef niet
plakken. Over rondje fietsen. Dat was vaak hetzelfde.’
‘Leuk.
Doorlopen, naar buiten. In een film zeggen ze wel eens, mijn huis of
jouw huis? Niet de netste films dus. Hoe gaan we, Han, mijn auto of
jouw auto?’
‘Mijn auto, jij rijdt.’
‘Wat? Twee doodzonden tegelijk? Iemand in je auto laten rijden en je laten rijden door een vrouw?’
‘Daar
zit ik niet mee. Zo hebben we allebei eens wat anders. En ik kan naar
je blijven kijken. Als je tenminste niet zenuwachtig wordt, met mij
naast je.’
‘Nee, daar zit ik niet mee.’
Ze stapten in. Ze oriënteerde zich even op de bediening, zette de stoel en de spiegels goed voor haar en reed weg.
‘Naar de A dertien?’
‘Ja, zoals je gekomen bent. De rest weet je wel.’
‘Ja. Zeg, zullen we na de wandeling weer even het strand op gaan en bij Willy wat drinken?’
‘Ik was
al van plan om je het voor te stellen. Misschien ook wat eten, we zien
wel. Daarom heb ik ook de klok op drie uur gezet.’
‘Fijn.’
Ze parkeerde
op het parkeerterrein bij de sluis in Katwijk Noord. Ze liepen het
strand op, eerst hand in hand, tot Han haar losliet en zijn arm om haar
heen sloeg. Ze zochten even uit hoe ze elkaar vast konden houden en in
de maat lopen.
‘Ik zou nog over mijn geloof vertellen.’
‘Ik geloof het wél.’
‘Leuk, de klemtoon iets anders en ik kon mijn klep houden.’
‘Ik wil je nu niet afremmen.’
‘Dubbelzinnig bedoeld, hè?’
‘Ja. Allebei ongeveer even fijn.’
‘Ongeveer.
Nou, laat maar. Eh, thuis zijn ze niets. Er werd nooit over gesproken.
Mijn vader wilde geen ruzie, zei hij. Ik heb me er nooit druk over
gemaakt, had er niet veel mee te maken, openbare scholen en zo. Maar,
ik denk in de vierde van de HAVO, kregen ze in de klas ruzie over het
geloof, toen de leraar er even niet was. Er waren ook een paar
moslims, of hoe heet dat, bij. Ik was het gauw zat. Ik heb met een boek
een klap op tafel gegeven. Waren ze gelijk stil. Ik zei, jullie weten
dat ik me normaal nergens mee bemoei, maar ik word doodziek van jullie
geruzie. Geef mij eens een Bijbel en een Koran, in het Nederlands,
grapjas. Ik zie het nog voor me. Ja, die leukerd gaf me gelijk een voor
mij onleesbaar geval. Even tussendoor, ik kom aan het eind van het
verhaal op hem terug. Figuurlijk.’
‘Waar zit je eigenlijk steeds aan te denken? Nu wéér, dat je er gelijk figuurlijk achteraan zegt.’
‘In dit
geval, aan je gescharrel in de duinen. Toen je voor de eerste keer door
een meisje verwend werd. Dat zie ik ook voor me. Ik dacht, lekker,
later.’
‘Ga maar door.’
‘Ja,
over het vorige onderwerp, anders houd je het misschien niet droog.
Leuk, dat probeer ik ook eens, later. Zonder handjes. Goed. Ik zei, ik
zal ze bestuderen, dan horen jullie wel wie er volgens mij gelijk
heeft. Daarna wil ik er niets meer over horen. Ze wisten ook dat ik
knap pissig kon worden, en dan niet al te beleefd bleef, daar bloosden
zelfs de jongens dan van, dus ze hielden zich koest. Een tijd later
vroeg ik aan het eind van een les maatschappijleer of ik wat mocht
vertellen. Eerst de leraar verteld wat er aan de hand was. Toen gezegd
dat ik niet snapte waar ze ruzie over zaten te maken, muggenziften,
teksten uit hun verband rukten en zo. Die boeken waren eeuwenoud.
Driekwart was nu niet van toepassing. En voor al die verhalen was geen
enkel bewijs dat ze ooit gebeurd waren. Voor wat er na de dood gebeurde
was ook geen enkel bewijs. Er was er nog nooit één van teruggekomen.
Tja, Jezus. Maar ik wist niet wat ik daar van moest denken. Die voer
daarna ten hemel. Hadden ze toen al rugzakken met raketaandrijving? Ik
zei, ik wil met niemands geloof spotten, geloof maar wat je wilt. Er
zal best iets zijn. De knapste geleerden kunnen geeneens een simpel
madeliefje namaken. In de natuur sluit alles mooi aan, zolang de mens
er zich niet mee bemoeit. Zie maar wat je er mee doet, maar val mij er
niet mee lastig. Ik zei dat ik het wel fijn vond dat ik de oorsprong
van een hoop gezegden gevonden had, en die eindelijk goed begreep. Maar
dat ze stom waren. Ze hadden geeneens de hoofdzaak begrepen, dezelfde
als bij het Bhoedisme, Hindoeïsme enzovoort. Kort samengevat, je
moet je fatsoen houden. Ik kreeg een negen voor een spreekbeurt, al was
die vrijwillig. Die leraar had in de gaten dat ik er nogal wat tijd aan
besteed had. Ik gebruik nu zelf ook van die teksten. Vaak handig. Wat
gij niet wilt dat u geschiedt en zo. Ook handig tegen die lui die je
‘s zondags uit bed bellen. Einde verhaal, geloof ik.’
‘Debbie
toch, weer zowat hetzelfde. Ik moest voor maatschappijoriëntatie
een keer de tien belangrijkste verschillen en overeenkomsten
opschrijven. Je kent ze wel. Mijn conclusie was zo’n beetje
dezelfde als de jouwe, ik haalde ook het Bhoedisme en zo erbij.’
‘Het ziet er niet naar uit dat we ooit ruzie krijgen. Zeer bemoedigend.’
‘Ik pest je even. Ik geloof het ook niet, zolang je niet met een smoes over hoofdpijn komt.’
‘Daar
pest je me niet mee. Ik ben zelfs blij dat je er weer over begint. Je
liet me toen even schrikken, je was zo streng. Maar ik dacht, hij zal
er wel vaak over hebben horen klagen. En niet willen dat hem dat
overkomt. Je hoeft daar niet bang voor te zijn. Afgezien van een
pilletje, ik denk dat ik veel te graag zelf zou willen. Misschien gaat
het me storen dat je steeds een pauze nodig hebt voor je weer kan.
Zo.’
‘Dat
gaat niet anders. Maar ik beloof je plechtig dat ik je dan op een
andere manier zal verwennen, hoe je maar wilt, als je wilt.’
‘Genoteerd.
Oh, over die grapjas. Hij was moslim, maar niet fanatiek. Aardig, lief.
Ik heb hem daarna privé over besnijdenis gevraagd. Niet over
waarom, dat wist ik al, dat is een mix van cultuur en geloof. Maar hoe
dat eruit zag. Hij grinnikte. Hij zei, dat is moeilijk te vertellen,
dat zou je moeten zien. Ik grinnikte ook, ik zei, dat was de bedoeling.
Jezus, of Mohammed, om in stijl te blijven, wat schrok hij. Hij stond
te trillen op z’n benen. Ik zei, sorry, en ging er vandoor. Een
week later kwam hij naar me toe. Hij wilde hem wel laten zien, maar ik
mocht er niet aankomen. Hij was er niet één die dacht dat
je met Hollandse meiden alles kon doen, omdat ze er zo bloot bijliepen.
Hij vond het ook niet eerlijk om zelf alles maar te doen en van een
meisje te eisen dat ze niets deed. Ik zei, fijn dat je zo bent, en
eerlijk. Met mij mag je ook niet alles doen, niets eigenlijk, ik wil
geen gescharrel, geen verkering met je. Je mag bij mij ook niets zien,
dat kan je overal, ik heb niets bijzonders. Schoot het er bij hem uit,
wel waar, heel grote. Toen ik bleef grinniken begon hij langzaam ook.
Tja, zei hij, als je het zo bekijkt, of wilt bekijken, dan wil ik wel.
Voor jou heb ik wel wat bijzonders, wat je niet overal ziet. Prima, zei
ik, op een kleinigheidje na. Ik wil er ook áánkomen.
Schrok hij weer. En ik maar grinniken, om hem gerust te stellen. Tja,
zei hij, ik snap je wel. Je bent gewoon nieuwsgierig en je durft te
vragen. Goed. Ik kom niet aan jou, jij mag kijken en er aankomen. Maar
ik sta niet voor de gevolgen in, als je er uitgebreid aankomt, je weet
wel. Ik zei, ik sta wél voor de gevolgen in, als je dat fijn zou
vinden, als je dat voor je geweten kunt verantwoorden. Als dank, van
mijn kant. Liep hij weg. Kwam na een paar dagen zeggen dat het goed
was. Een moslimmeisje, moslima heet dat geloof ik, zou het ook mogen
doen. Niet dat daar veel kans op was. En als het, door het eraan komen,
gevolgen had, nou, ‘s nachts liep het er ook zo uit. In een
beetje hulp zag hij geen bezwaar. Hij was ook nieuwsgierig hoe dat zou
zijn. Nou, die had er dus ook een tijdje op gestudeerd. Eerlijke
jongen, zei ik al. Ik wilde hem nog een beetje plagen. Ik zei, dat ik
het een eer vond dat ik hem voor zijn eerste keer mocht eh verwennen.
Maar hij vatte het serieus op. Ik moest niet overdrijven, het ging niet
om het verwennen, daarvoor alleen zou hij het niet doen. Nou, zei ik,
ik ook niet, normaal laat ik me dan ook verwennen. Hij zei, je bent
heel aardig, maar ik wil het liever met jou niet verder over dit
onderwerp hebben. Heel verstandig van hem, vond ik. We hebben
afgesproken op een stil plekje, ik kende er genoeg. Hij liet z’n
broeken zakken. Je zal er wel eens plaatjes van gezien hebben. Ik ook,
maar ik wilde het in het echt zien. Nou, het was zeer interessant. En
hij genoot geweldig. Ik deed ook mijn best, voor zijn eerste keer.
Daarna grinnikte hij altijd naar me, in plaats van zijn vroegere
beleefde hoofdknikje. Ik glimlachte dan terug, grinniken vond ik
overdreven, dan zou hij misschien denken dat ik een herhaling wilde, of
zo. Nee hoor, één keer was genoeg. Zo stak ik af en toe
nog eens wat op. Ik vraag veel.’
‘Ja, dat
weet ik. En dóór. Je vertelt zo mooi. Het had ook in een
paar zinnen gekund. Maar zo is het veel fijner, met alles wat jullie
zeiden erbij. Dank je wel. Zullen we hier de duinen in gaan, en weer
terug?’
‘Ja, we zijn ver genoeg. Wil je daar mijn bloes openknopen en me strelen?’
‘Ja. Maar ik doe het niet. Dat gaat te ver. Ik laat mijn broek ook niet zakken.’
‘Zo’n
eerste keer heb je al gehad. Alleen nog niet van mij. Ik zei al eens,
we hebben allebei onze ervaringen. Toch zal het fijn zijn samen zulke
dingen opnieuw te doen. Mijn showen, bijvoorbeeld, had ik eerder
gedaan, maar met jou was het honderd keer fijner. En het is fijn dat we
overal over kunnen praten, ook over onze ervaringen.’
Hij had haar
losgelaten en alleen haar hand gepakt toen ze over het mulle zand naar
het duinpad liepen. Boven op het eerste duin draaiden ze zich om nog
even naar de zee te kijken. Toen ze zich weer omdraaide om door te
lopen omhelsde hij haar en kusten ze. Daarna liepen ze door, naar het
fietspad, en daarover richting sluis. Daarvandaan weer het strand op,
naar de strandtent van Willy. Daar aten en dronken ze wat. Ze liepen
hand in hand naar de auto. Ze reed weer terug. Nadat ze voor de deur de
motor uitgezet had bleef ze zitten.
‘En? Commentaar?’
‘Op je rijstijl bedoel je vast. Nee.’
‘Waarom niet?’
‘Omdat
ik niet van plan ben, lieve meid, om overal commentaar op te leveren.
We doen sommige dingen op een andere manier. Als we het niet goed
vinden, voor ons samen, niet als we alleen maar denken dat we het beter
kunnen, moeten we er over praten. Anders niet. Behalve natuurlijk, wat
doe je dat lekker, en zo. Ik wil niet weer steng zijn, liefste. Laat ik
het zo zeggen, het is niet gezellig om te horen zeuren, ik doe het
altijd anders. We zíjn anders. Gelukkig wel. En jij bent heel
apart.’
‘O. Ik
denk er over na, voor ik commentaar lever. Ik wil er bij weer
zo’n mooie serieuze toespraak niets uiflappen.’
‘Prima. Hup, naar boven.’
Boven ruimde Debbie de ontbijtboel op en zette Han koffie.
‘Han, er
zullen vast een heleboel dingen zijn die we anders doen. Er over zeuren
zal ik niet doen. Ik ben geen muggenzifter. Of je eerst de melk of
eerst de suiker in je kopje doet, om maar wat te noemen. Wat dat
betreft, alweer een hoop mogelijke problemen opgelost. Heel fijn.’
‘Ja, heel fijn. En wat dat niet betreft? Wat is er over?’
‘Één ding, denk ik. Ik blijf wel iets zeggen als ik vind dat je iets niet goed zegt.’
‘Ja, logisch, daarmee voorkom je misverstanden.’
‘We gaan
vaker wandelen, hè? Het hoeft voor mij niet altijd over het
strand. We moeten maar eens kijken wat we allebei willen, ook bos of
hei enzovoort. Wandelen heeft wel één nadeel. Nee, in de
toekomst twee.’
‘Ik moet raden, hè? Lang van huis? Koud?’
‘Soms
ben je niet romantisch. Lang van huis is niet erg, wel dat we al die
tijd maar één keer gekust hebben.’
‘Dat doe ik met Dolf of Simon ook niet, als we daar zijn.’
‘Als je zo was had ik me niet langer dan vijf minuten met je bemoeid.’
‘De meesten zijn wel aardig, hoor. Maar we gaan het nu inhalen.’
Hij tilde haar
op, liep naar de bank, legde haar er op, kwam half over haar heen
liggen en begon met kussen. Ze stopten toen het koffiezetapparaat erg
lawaaierig werd.
‘Zalig, Han. Haal jij koffie, ik kan niet weg.’
‘Ik ben een beetje sterker, hè?’
‘Ja, maar je maakt me niet bang. Je blijft lief.’
‘Quitte.’
Hij kwam terug
met de koffie, ging naast haar middel zitten. Zij kwam iets overeind,
dronk, half liggend, haar koffie op. Ze ging daarna weer liggen, maar
hield hem tegen toen hij weer over haar heen wilde gaan liggen.
‘Nadeel
één hebben we ingehaald. En dat nadeel koud valt wel mee.
Buiten moet je altijd aangekleed zijn.’
‘Bij wandelen wel. ‘s Zomers kan je over het strand in badkleding.’
‘Ik bedoelde eigenlijk het omgekeerde. Ik zat nu niet aan Lara maar aan Brigitte te denken.’
‘Dat je thuis niet. O.’
‘Altijd aangekleed hoeft te zijn.’
‘Je bent al blijven slapen, Debbie. En je hebt vanmorgen weer geshowd.’
‘Ja, daar zou het bij kunnen blijven. Dat zou voor een tijd genoeg kunnen zijn, hè?’
‘Dat móet voor een tijd genoeg zijn. Ik verheug me al wel op de volgende keren.’
‘O. Mag ik het er een andere keer dan weer over hebben?’
‘Natuurlijk.’
‘Volgende week?’
‘Kijk maar.’
‘Jij dus níet. Snap je dat?’
‘Ja,
Debbie. Het is ontzettend fijn. Maar zullen we ons genieten een beetje
spreiden? Niet te veel nieuwe dingen in één
weekend?’
‘Ik zal het proberen.’
‘Liefste,
als je het moeilijk vindt, we zijn met z’n tweeën. Ik zou
vreselijk graag nu met je naar bed willen, zo intiem mogelijk. Maar dat
moeten we niet doen. Af en toe iets nieuws is toch veel mooier? Dan
krijgt alles aandacht. Dan weten we veel beter waar we elkaar fijn aan
kunnen raken. Als we dat nu over zouden slaan lukt dat daarna niet zo
goed meer, dan willen we vast te snel weer heel intiem. En ik wil van
je hele lijf genieten. Van alle plekjes, vóór het
laatste.’
Hij trok haar op schoot, ze huilde weer. Hij knuffelde haar.
‘Is het zo moeilijk, lief warmbloedig meisje van me?’
‘Ja. En
je bent weer romantisch. Ik weet wel dat het zo moet. Je weet wat er in
de vakantie gebeurd is. Ik vond je lief, hup, show. Jij mij ook, hup,
show als ik het gewild had. Toen afgesproken te stoppen met showen. Het
ging goed. Maar de laatste tijd niet meer zo. Het is iets anders dan in
het begin. Ik wil nu niet meer hup, show. Ik wil wel wat meer. Toen
bedacht ik van de week dat blijven slapen. We hadden al omhelsd, dat
moest kunnen. Het ging ook geweldig goed. Daar was ik heel blij mee.
Maar omdat ik jou daardoor nóg liever vond dacht ik, hij kijkt
zo graag naar mijn borsten. En hij heeft nooit om een show gevraagd.
Hij mag ze best weer zien. Hij kan toch zijn handen goed thuishouden,
al weet ik wat hij graag zou willen. Maar hij doet het niet, omdat ik
langzaam wil en hij ook vindt dat het niet te snel moet gaan. Toen die
wandeling. Je vond het fijn, maar ik denk niet zo fijn als ik. Samen
iets doen wat ik, toevallig jij ook, altijd graag gedaan heb. En nu met
jou. En met het vooruitzicht dat we het vaker zouden doen. Daarom zit
ik in de problemen. Je bent zo lief. Daarom heb ik zo’n moeite om
me in te houden. Ik red het niet, denk ik. En ik vind het niet fijn
voor jou als je me tegen moet houden, met tegenzin. Ik moet maar naar
huis.’
‘Nee,
dat is geen oplossing. Dan ga je je daar rot zitten voelen. Misschien
wel tot volgend weekend. En dan is er nog niets veranderd. Probeer maar
te kalmeren.’
Hij wiegde haar een tijd zachtjes heen en weer.
‘Ik voel dat je weer wat rustiger wordt.’
‘Ja, van buiten. En ik ben opgedroogd. Verder is er niks veranderd.’
‘Zullen we op bed gaan liggen knuffelen, aangekleed?’
‘Nee,
dan ga ik vast te veel tegen je aan duwen, omdat ik dichter bij je wil
zijn. Houd me voorlopig zo maar vast. Han, snap je me?’
‘Ik
probeer het. Dat lief zijn maakt het geloof ik wat moeilijk voor je. En
misschien kan je sommige dingen iets minder goed van je afzetten dan
ik, ergens anders aan denken. En je kan wel langzaam willen doen, maar
de natuur spreekt ook een woordje mee. Aantrekkingskracht en zo.’
‘Ja, als
ik een verhaal vertel, zoals vanmorgen op het strand, hoe wild ik het
soms ook maak, dan heb ik geen enkele moeite. Als ik ergens anders aan
denk ook niet. Maar als ik aan je denk of naar je kijk, dan vind ik je
zo lief. Dan lukt het niet om ergens anders aan te gaan denken. Wat
nu?’
‘Tja. We
willen geen stapjes terug. We willen wel, schuine streep, niet, verder.
Enige oplossing, klein stapje vooruit, onder voorwaarde serieuzer
proberen niet verder te gaan. Het moet voor ons allebei een fijn stapje
zijn en niet te moeilijk om het er een tijd bij te laten. Overgebleven
probleempje, stapje bepalen. Even pauze. Mogelijkheid voor overleg. Wat
dacht je?’
‘Nogal rationeel.’
‘Ja, emotionaliteit helpt niet veel, je weet het.’
‘Au.’
‘Ach, jij meisje, ik jongetje. Heb je een voorstel?’
Hij legde haar weer neer, ging weer naast haar zitten.
‘Eh, voor dat kleine stapje? Nee, er is zo veel mogelijk. Ik weet niet wat het kleinste is. Jij?’
‘Ja, ik
had al bedacht hoe ík verder zou gaan als het mocht. Ik zou
graag een borst van je strelen, over je kleding. Dan hebben we iets
meer contact, iets meer dan omhelzen en kijken. We moeten echt,
serieus, proberen het daarbij te laten. Geen nieuwe shows erbij. Jij
niet, ik niet. Dat hoeft ook niet, we genieten dan al weer
méér. Wat dacht je?’
‘Ja,
goed bedacht. Ik zie het wel zitten. Dan kan ik denken, we vrijen een
heel klein beetje. Dat helpt, om niet verder te gaan. Vroeger bleef ik
ook vaak lang op dat punt hangen. Die jongens vonden het fijn om me te
strelen, zelfs over kleding heen. Zou jij het vol kunnen houden, af en
toe naar me kijken, zoals tot nu toe, en me alleen te strelen over mijn
kleding?’
‘Ja,
vroeger kwam ik ook vaak lang niet verder, zonder show zelfs. Als ze
lief was, het fijn vond en lekker kuste, vond ik het genoeg.’
‘Goed. Wanneer?’
‘Volgend weekend?’
‘Je wilde me geen rotweek bezorgen.’
‘Na even wat drinken?’
‘Zo lang kan ik nét wachten.’
‘Debbie!’
‘Ja. Sorry.’
‘Grote
meid! Ik vind het ontzettend fijn dat je me lief vindt, van me houdt,
wilt vrijen. En zo spontaan bent, en eerlijk. Maar je moet proberen vol
te houden. Anders breng je mij ook in de problemen. En dat wil ik niet,
voor ons allebei niet. Je weet van onze goede basis. Daar kunnen we
geen stenen op gaan stapelen om zo snel mogelijk het hoogste punt te
bereiken. Daar moeten we goed verder op bouwen, anders stort alles in.
Nou, helemaal alleen verzonnen deze keer, mooi, hè?’
‘Uitslover.’
‘Zo, weer een beetje bijgekomen?’
‘Ja. Omdat je weer een beetje streng doet. Waar blijft mijn baco?’
Hij stond op, liep naar de keuken.
‘Baco onderweg.’
‘Foei,
wat een toestand. Als je zo streng doet schrik ik. Het zet me wel aan
het denken. En dan zie ik al gauw in dat je gelijk hebt. Merci.’
‘Ik ben,
geloof ik, schizofreen. Mijn ene ik wil met je naar bed, mijn andere ik
kletst als Brugman om eruit te blijven.’
‘Nee, je bent één ik. Zestig procent van je wil wél, veertig niet.’
‘Niet fifty fifty?’
‘Nee, je
wilt wel een beetje vooruitgang. Ik zit, denk ik, nu op zeventig
dertig. Dat zal ik proberen te veranderen, naar hetzelfde als
jij.’
‘Fijn, schat. Kom je op schoot?’
‘Gaan we niet eh op bed liggen?’
‘Nee, het lijkt me voorlopig beter, kijken in bed, aankomen hier.’
‘Ja, dan
is het makkelijker om het uit elkaar te houden. Jij hebt vroeger bij
het scharrelen vast ook vaak nagedacht. Ik niet, alleen maar stoppen of
doorgaan.’
‘Nee, je hebt ook méér gedacht, alleen anders dan ik. Kom maar.’
Ze kwam op schoot zitten. Ze kusten. Na een paar minuten stopte ze.
‘Ik ben
niet erg ongeduldig, hoor. Jij kennelijk ook niet. Ik zat te bedenken,
ik zou eigenlijk wel willen weten wanneer je zou beginnen met strelen.
Niet zoals vroeger, ineens een hand op mijn borst voelen, wham. Daar
bleef ik van schrikken, of ze nou mochten of niet.’
‘Ik was het al van plan, maar je raadt nooit hoe ik het zou willen doen.’
‘Vast nog fijner dan ik zelf zou kunnen bedenken.’
‘Ja, ik sloof me uit.’
‘Nou, eigenbelang, je geniet er zelf net zoveel van.’
‘Tuurlijk.
Debbie, ik wil dat we elkaar aankijken als ik je ga strelen. Dan kunnen
we elkaars reactie zien. Ik begin ergens bij je navel.’
Hij legde een hand op haar buik.
‘Voel je?’
‘Ja, natuurlijk. Op zich niet interessant, maar fijn dat je me aanraakt. Een rustig begin zo.’
‘Ja, het
stoort me altijd als in een wat minder nette film een jongen met twee
handen een meisje in één keer volledig beetpakt. Ik ben
halverwege begin en eindpunt, denk ik.’
‘Ja. Oh, de onderkant.’
‘Ik stop even.’
‘Waarom?’
‘Je wilde toch weten wanneer ik zou beginnen met strelen? De aanloop telt niet zo.’
‘Ja. Even kusje vóór eerste streling.’
Hij kuste haar tot ze stopte.
‘Ik voel je hand goed. Ik ben zo benieuwd. Je ademhaling gaat wat sneller.’
‘Je ogen worden wat groter.’
‘Han, pak me. Nu, alsjeblieft?’
‘Ik ga, niet te langzaam, door tot ik je hele borst vasthoud. Oh, Debbie. Wat fijn.’
‘Mmmm.’
‘Waarom was je zo benieuwd?’
‘Hoe met
jou zou zijn. Han, dit nieuwe is weer zo mooi, zo fijn. En zo lekker
ben ik nog nooit vastgepakt. Houd me een tijd zo vast. Je doet het
precies stevig genoeg.’
‘Fijn. Je hebt een stevige borst, zeg. Je hebt geen beha aan, hè?’
‘O. Nee.
Dat voel je natuurlijk. Sorry, ik bedoelde gewoon, ik ben niet het
eerste meisje wat je beet hebt. Gelukkig niet, je weet hoe je me vast
moet houden, je begint niet gelijk te kneden.’
‘Nee, hoe zachter hoe lekkerder, hè?’
‘Mmmm. Vroeger moest ik van mams een beha om, maar ik doe het al jaren niet meer.’
‘Ik weet het, niet nodig, geen hangers. Maar gaan ze daar juist niet van hangen?’
‘Dat is nooit bewezen. Nou, tegen die tijd trek ik er wel een aan, heb ik toch fijn jaren zonder gelopen.’
‘Nu fijn voor mij. En jou. Ik voel je beter. Ik streel een beetje. Lekker groot, joh.’
‘Mmmm.’
‘Je ogen vallen bijna dicht.’
‘Mmmm. Slaapkamerogen. Jouw ademhaling is weer rustiger, maar dieper.’
‘Slaapkamerademhaling. Het tempo na bevrediging.’
‘Ben je dat?’
‘Voor een hele tijd, liefste. Jij ook?’
‘Ja, dit is fijn. Voor een hele tijd. Nu ook nog een tijd.’
‘Doe je ogen maar dicht. Ontspan je maar, ik streel zachtjes door. We kunnen ook tegelijk kussen.’
Ze hielden het lang vol. Tot ze diep zuchtte en rechtop ging zitten.
‘Dank je wel, schat. Nu even die andere.’
Hij streelde haar andere borst en zag hoe ze ervan genoot. Hij stopte zelf maar.
‘Ja,
lang genoeg, Han. Zo kan ik er een week tegen. Heerlijk. Zeg, heb je
hierover niet al een keer een natte droom gehad?’
‘Eh, ja,
maar toen ging het verder. Ik deed je bovenstukje af vóór
ik ging strelen. En jij ging in mijn zwembroek en streelde mij ook.
Toen werd ik wakker.’
‘Nou,
wie weet. Ik snap dat je vroeger die meisjes gek maakte. Je streelt zo
lief. Je hebt het véél gedaan, dat weet ik, maar dat zegt
niets. Je hebt het kennelijk heel gráág gedaan. Wat kan
je dat gevoelig, zeg. Ik ben bang dat ik jou niet zo erg goed kan
strelen. Ik heb er geen studie van gemaakt. Zomaar wat gedaan.’
‘Maak je
maar niet druk. Je gaf toch niet zo veel om die jongens? Gek op ze zijn
was eigenlijk alleen maar lichamelijk. Ik weet nóg wat, om je
gerust te stellen. Je hebt ze nooit zo lekker gekust als je mij
doet.’
‘Hoe kan je dat nou weten? Ze vonden het allemaal geweldig.’
‘Ja, dat
zal best. Zo’n mooi, lekker en beetje woest stuk wat ze vast
mogen houden. Nee, denk eens aan Schiphol. Je had er lang over
nagedacht, dagen, en nachten waarschijnlijk, wanneer je met kussen zou
beginnen. En een passende gelegenheid afgewacht. Vooruitgedacht. En
uiteindelijk gepland bij het ons op de trein zetten. Ik denk dat je dat
in het vliegtuig bedacht hebt. Tja, waar we het daar al niet over gehad
hebben. Elkaar een heel stuk beter hebben leren kennen. Veel verhalen
over het verleden, waardoor we beter wisten hoe we met elkaar om wilden
gaan. Zonder dat direct te zeggen. Je dacht vast, ja, bij de trein.
Twee vliegen in één klap. Het kon niet te lang duren en
het was een lokkertje, ontken het maar niet.’
‘Natuurlijk
niet. Dat wist ik. Het was veel méér dan een lokkertje.
Ik had er natuurlijk lang over gedacht. Fijn joh, dat we elkaar zo goed
aanvoelen. Als jij daar niet begon, ik wist niet hoe voorzichtig je zou
blijven, dan moest ik beginnen. Dat vond ik niet erg. Ik wilde beslist
kussen. Ik dacht ook, een vakantieliefde zonder kussen? Nooit van
m’n leven, dat zou een afgang zijn, ik ben toch niet preuts
geworden? Leuk, hè? Dan waren er twee mogelijkheden. Als het
niks was zou je misschien geen contact meer opnemen. Dat hoefde dan
misschien van mij ook niet meer. Als het goed ging, als het een fijne
kus zou zijn, zou je vast snel contact opnemen. Nou, het ging goed, en
je was snel. Word ik niet te zwaar voor je?’
‘Nee,
heerlijk zo. Ja, jij begon, bij de trein. Dat was een hele opluchting,
ik wist niet hoe ik het aan moest pakken, en er was niet veel tijd. Ik
heb veel gekust, daarom merkte ik ook dat het voor jou niet de eerste
keer was. Ik wist het natuurlijk al, ik vond het prima, konden we een
stuk amateurwerk overslaan. Al is het ook wel eens fijn om het een
meisje te leren. Oh, ik dwaal af.’
‘Leuk, ga gewoon door met dwalen.’
‘Slaapkamerverhalen,
hè? Nee, het was meestal buiten. Ik vond het zo mooi, als ze er
achter kwamen hoe lekker het was, echt kussen. En zo schattig, ik bleef
steeds proberen door te gaan, niet al te opdringerig, plagend. Ergens
wilden ze stoppen, maar ook graag doorgaan. Hoe vaak ik niet gehoord
heb, nou, nog eentje dan. Soms wel tien keer bij dezelfde
scharrelbeurt.’
‘Ik kan me voorstellen wat ze voelden, zeker als je het zo lief deed.’
‘Tja, ik
deed m’n best. Wat wil je nou nog mooier dan zo fijn spelen? Ho,
ho, nu is het serieus. Het was ook fijn als het niet de eerste keer
kussen voor ze was. Ik vond het lekker, was op m’n gemak, ik wist
steeds dat ze toch niet konden stoppen. Pas later werd ik natuurlijk
wat onrustiger, wilde ik méér. Maar ik had nooit
ontzettend veel haast, dat omhelzen en kussen van een meisje bleef
steeds fijn. Ik weet ook nog hoe ík het de eerste keer leerde.
Ik begon voorzichtig, natuurlijk. Monden op elkaar duwen. Het was ook
haar eerste keer. Toen ze wilde stoppen hield ik haar tegen, ik had een
hand achter op haar hoofd. Werd het door haar tegenstribbelen vanzelf
een bewegen van onze monden. Ze hield al gauw op met spartelen, ging
meedoen. Na een minuut waren we buiten adem. Keken we elkaar aan. Het
was nogal een plaaggeestje, we kenden elkaar wat langer, maar hadden alleen
handje vastgehouden. Tot ze daar zei, mijn vriendin en haar vriendje
hebben voor het eerst gekust. Nou, ik plagen, ik voelde de bui hangen,
uitlokken eerste klas. Ik zei, vond ze het lekker? Ze wilde me een
dreun geven, maar ik omhelsde haar en begon met kussen. Goed. Dus ik
zei na die eerste kus, voor de grap, niet lekker, hè? Ze wilde
me weer een dreun geven, dus weer omhelzen en kussen. En toen steeds,
nog eentje dan.’
‘Ja,
problematisch. Hoe begin je als híj het niet doet. Dus wordt het
vaak uitlokken. Je kan het niet maken om een jongen zomaar te omhelzen
en te gaan kussen. Dat is slecht voor hun eergevoel. Jij was een geval
apart. Nou, je weet hoe het gegaan is. Daarvóór vond ik
het eigenlijk het fijnst om geen smoes te gebruiken. Gewoon, niks
zeggen, alleen hoofd een beetje optillen en lippen tuiten. Dat zien
jongens niet als uitlokken. Ze denken later, we zijn zomaar, spontaan,
met kussen begonnen. Ik weet het zeker. Ja, je hebt gelijk, ik heb ook
gestudeerd, wel anders. Ik heb ze wel eens gevraagd, hoe zijn we ooit
met kussen begonnen? Dan zeiden ze zoiets als, ik had er al langer zin
in, jij denk ik ook, en op één of andere manier wisten we
het toen zeker van elkaar en zijn we begonnen. Dat vond ik altijd fijn,
voor ons allebei. Ik vertel je veel te veel, eigenlijk.’
‘Heel lief.’
‘Maar je hebt er allemaal lekker nooit meer wat aan, ik wil je laatste zijn.’
‘Als je je best doet, of juist niet, word je dat ook.’
Ze kusten een tijd.
‘Ik heb
er wél wat aan, Debbie, jij ook. Fijne herinneringen hoe het
gegaan is. Inclusief dat het een beetje problematisch was. En is. We
helpen elkaar, hè?’
‘Ja.’
‘Goed.
Bij de trein, onze eerste kus. Je deed het lief. Niks mis mee. Maar bij
de tweede voelde ik, dat je, na een paar tellen, er ineens gevoel in
begon te laten merken, steeds meer. Wouw. Je schrok er zelf van, je
vluchtte min of meer. En ik weet geeneens hoe ik de trein ingekomen
ben. Ik wist al dat je spontaan was. Met praten en met hup, show, en
zo. Maar toen ineens zo eh hartstochtelijk. Ik heb dit pas later
bedacht. Vaak in mijn hoofd nagespeeld, natuurlijk.’
‘Oh, Han
toch. Wat word je weer romantisch. Zie je wel dat je altijd zit te
studeren? Je merkt véél aan een meisje. Ja, na die eerste
dacht ik, hè, dat was geen routinewerk, effe kusje, lekker,
lichamelijk. Nee, hij laat op één of andere manier merken
dat hij me lief vindt, op z’n minst. Dat ga ik de volgende keer
ook doen, al weet ik niet precies hoe dat moet. Toen we elkaar aankeken
wilde ik het gelijk proberen. Het lukte veel te goed. Ja, ik
schrok.’
‘Mooi, hè?’
‘Ja. Hoe kwamen we hierop?’
‘Dat je niet bang hoeft te zijn dat je niet goed zou kunnen vrijen.’
‘Nee, we hadden het over kussen en strelen.’
‘Waar ligt de grens, als er al één is, tussen kussen en strelen en vrijen?’
‘Nou,
een officiële grens weet ik niet. Alleen kussen vind ik geen
vrijen. In ons geval, jouw kijken naar mijn borsten en dat ik wilde dat
je dat deed, en doet, zit op de rand. Ook het elkaar voelen, meer of
minder, bij omhelzen. Ook zoals in bed, omhelzen. En zoals ik tegen je
aan in het zwembad. Oei, een grote, en behoorlijk hard. Zou die. Ho. Ik
vind dat we nu écht begonnen zijn, je raakt me aan, met mijn
toestemming, en meer dan dat, intiem. Wel over mijn kleding, maar het
is één, nee, zijn twee van mijn drie intieme plekken.
Han, nog één keer dan. Nummer drie niet.’
Hij omhelsde
haar, ze kusten. Toen ze iets wilder werd begon hij haar borst te
strelen, waardoor ze weer rustiger ging kussen. Na verloop van tijd
begon ze zachtjes te kreunen. Hij stopte en liet haar borst los.
‘Goed zo, schat, laat maar merken als het te lekker wordt.’
‘Zo was
het niet bedoeld, maar het is een goed idee. Als je later bij mijn
gekreun maar niet stopt, anders word ik misschien geeneens
ontmaagd.’
‘Meid toch, afkoelen. Wat gaan we verder doen?’
‘Je hebt vast niet genoeg in huis voor een fatsoenlijke maaltijd.’
‘Alles
voor pannenkoeken, soep, spaghetti, macaroni, pizza in de vriezer,
zulke dingen. Mijn ouders zijn er niet, maar daar is nog
méér, natuurlijk.’
‘Ik heb
eigenlijk nu geen zin om te koken. Een andere keer graag, samen. Zal ik
naar huis bellen of we mee kunnen eten? Dan kunnen we wat afkoelen. Na
het eten beneden koffie blijven drinken. Leren ze je ook een beetje
beter kennen. Kunnen we laten merken hoe het er met ons
voorstaat.’
‘Prima. Je hebt ze vast verteld dat je hier bleef slapen. Wat zeiden ze?’
‘Ik
vertel ze ook altijd waar ik uithang. Mams was wat bezorgd. Heeft hij
nú al gevraagd of je blijft slapen? Ik zei, nee, we hebben
gemaild over wat we in het weekend zouden doen. We hebben afgesproken
dat ik bij hem kom eten, onderweg chinees meeneem. Hij verwacht
natuurlijk dat ik tot laat blijf. Niet dat ik dan, of eerder, niet naar
huis ga, maar naar zijn slaapkamer. Paps lag in een deuk. Mams, zei ik,
ik neem mijn lange nachtpon mee. Han is een heel lieve, nette jongen.
Hij heeft me niet gevraagd om met hem te slapen. Dat gebeurt ook niet.
Ik blijf bíj hem slapen. Ik verwacht, ik weet zo goed als zeker,
dat hij zich heel lief en keurig zal gedragen. Dat we anders een groot
probleem hebben. Goed zo, zei paps. Weet je dat mams en ik tot en met
onze huwelijksnacht alleen geknuffeld hebben? Oh, sorry mams, ik vertel
te veel. Nee, zei ze, vertel maar. We hoeven ons nergens voor te
schamen. Debbie mag alles weten. En als het met Han goed gaat mag hij
het ook weten. Misschien hebben ze er iets steun aan, zei ze nog. Lief,
hè? Bij deze weet je het dus. Paps zei, fijn, mams. Ja, alleen
maar geknuffeld, tot en met die eerste keer samen in bed. Ze was toen
véél te zenuwachtig. Debbie, ik vind het heel goed dat je
er iets meer vaart achter zet. Je zal het vast stap voor stap bekijken.
Het is, achteraf, doodzonde dat we alleen maar gekust en geknuffeld
hebben, over onze kleding heen, tot die nacht. Tja, dat hoorde toen zo.
Er kan best méér, hè, mams? Zei mams, ja, dat
wilde ik ook, maar ik durfde niet, ik was bang om niet te kunnen
stoppen. Debbie is veel resoluter dan ik toen was. Toen ik je die
nacht door mijn negligé tegen me aan voelde schrok ik me
dood.
Ja, zei paps, ik heb je toen eerst maar alleen vastgehouden. Er was
niets met je te beginnen. Wel mezelf steeds laten voelen, om te wennen
voor je. De theorie wist je wel, maar de praktijk was iets anders. Dat
me laten voelen was voor mezelf natuurlijk ook lekkerder. Toen begonnen
met strelen. Eerst je rug, toen je kontje, toen een borst, toen een
lange pauze voor je daarvan kalmeerde. Toen heel langzaam naar beneden.
Ik ben met mijn hand tussen je benen ingeslapen. De volgende morgen
hebben we het er niet over gehad, maar ik zag je nadenken. ‘s
Middags zei je, ik wil je wat vragen. Ik heb, zonder iets te zeggen,
oh, toch wel, kom, liefje of zoiets, je meegesleept naar de slaapkamer,
uitgekleed, in bed gestopt, mezelf uitgekleed, een paar keer gezegd,
kijk naar me en toen naast je gekropen, je omhelsd. Jouw beurt, mams.
Ja, zei die, dat is fijner voor Debbie, niet alles alleen van jou
horen. Debbie, ik moest lang bijkomen. Ik had die morgen natuurlijk
nagedacht. Er moest wat gebeuren. Ik wist best waarom paps steeds
zachtjes tegen me aan had liggen duwen. En waarmee. Ik werd natuurlijk
ook steeds nieuwsgieriger. ‘s Middags vond ik dat er maar iets
moest gebeuren, ik zou wel zien. Paps liet me gelukkig, heel lief,
eerst bijkomen, hij deed weer hetzelfde als de nacht ervoor, langzaam.
Ja, Debbie, de eerste keer, na mijn zesde denk ik, sinds ik mezelf
waste en afgezien van de dokter, dat iemand me uitkleedde, dat iemand
me bloot zag. En de eerste keer dat ik die van een man zag. Niet zoals
je wel eens, een stukje, ziet als er één langs de weg
staat te piesen. Nee, erg groot, dik, recht omhoog. En alles daaronder,
waarvan je weet wat er in zit, en waar dat naar toe gaat. Toen hij me
een tijd tussen mijn benen gestreeld had durfde ik voorzichtig bij hem
te gaan voelen. Oh, Debbie, ik had hem wel gezien, bij het uitkleden,
maar ik schrok weer zo toen ik hem voelde. Ik weet dat je vroeg
begonnen bent, met jongetjes, dit was van een man, zo’n paal, het
leek wel een meter. Ze bloosde er bij. Paps zei, je wilde je hand
weghalen, ik heb je tegengehouden, gezegd, je bent al gewend dat ik je
overal streel, wen hier ook gewoon aan. Nou, het ging sneller dan ik
dacht. Ik heb een pauze ingelast, we hebben gegeten en gedronken. Ik
knipoogde af en toe naar je, moest je blozen. Ik dacht, als je bloost,
in plaats van bezorgd kijkt, zal het straks vast lukken. We zijn
opnieuw begonnen, ik eerst bij jou alles gestreeld, toen ook jij bij
mij. Daarna wilde je onder de dekens uit, zien wat we aan het doen
waren. We keken. En voelden. Tot je zei, doe maar. Toen hebben we
gevrijd, voor de eerste keer, bij jou duidelijk even merkbaar. Han, ik
moest zo lachen, omdat paps zo trots keek, en mams niet een beetje zat
te blozen, nee, met een vuurrode kop zat. Ben ik maar gaan praten.
Mams, ik heb hem ook door mijn ponnetje gevoeld, het is geen jongetje.
Maar ik ben niet bang. Zo te horen hebben jullie vroeger maar zielig
gescharreld. Nou, bij wijze van spreke, weet ik van de mannelijke helft
van Overschie wat ze in hun broek hebben. De ene helft gevoeld, van de
andere helft van meiden gehoord. Dat scheelde me een hoop
teleurstelling, op te kleine hoefde ik niet af te gaan. Oh, paps kwam
bijna niet meer bij. En mams maar met haar hoofd schudden. Wel
glimlachend. Heb ik ze allebei gekust, en gezegd, ik ga er vandoor, als
maagd, en, wat er ook gebeurt, vast alleen maar fijne dingen, ik kom
als maagd weer terug. Ik ben dus vannacht niet thuis, gaan jullie ook
maar fijne dingen doen.’
‘Debbie, Debbie, je bent een schat, ook voor je ouders.’
‘Nou, ik ben met jou een beetje stout geweest.’
‘Dat zal
je paps niet erg vinden. Die zou dat best begrijpen. Hij zei toch, er
kan best wat méér. Je hebt de omstandigheden niet altijd
in de hand. Een beetje afwijken van de planning moet kunnen. Bel maar.
Nee, wacht even. Wat gaan we doen na het koffiedrinken?’
‘Naar mijn kamer. Praten, beetje vrijen. Bij gekreun, jij opmieteren.’
‘Een goede aansporing om het rustig aan te doen. Bel maar, als het goed is gaan we gelijk weg.’
Ze belde. Ze konden komen.
Hij zat
nieuwsgierig te wachten wie er over de afgelopen nacht zou beginnen.
Het ging eerst over koetjes en kalfjes. Hij zag wel dat paps met
pretoogjes naar zijn dochter keek. Mams keek iets bezorgd. Ze hielden
het vol tot na de koffie. Toen knipoogde Debbie naar hem, ze had het
ook in de gaten.
‘Die
chinees was trouwens weer goed. Dat ze dat zo volhouden, hè, zo
véél geven? Maar ze kennen me onderhand. Ik haal vaker
voor ons, Han. Voor twee personen, dan krijg ik genoeg voor ons vieren.
We doen er zelfs soms wat bij, een gebakken ei of zo. Ik heb gisteren
voor één hongerig persoon gevraagd, met een knipoog. Ik
kreeg genoeg voor ons tweeën, en dubbel ei en ham en zo, en ik
hoefde maar voor één te betalen. Het ging niet om het
geld, hoor, maar om de lol.’
Mams trapte erin, ze kon haar mond niet houden.
‘Ben je verder niets tekort gekomen? Of te veel gekregen?’
‘Nee,
mams, Han heeft me prima verzorgd. En ik hém, voor zover ik dat
op zijn kamers kon doen, want ik weet nog niet zo goed de weg. Prima
ontbijt, vanmorgen. Daarna zijn we naar Katwijk gegaan, we hebben
gewandeld en daarna geluncht bij Willy.’
Paps grinnikte.
‘Knap,
meid, voor jouw doen. Ik zal het eens bij Han proberen, iets minder
voorzichtig dan mams bij jou. Heeft ze je verrast?’
‘Dat
doet ze vaak. Op de gekste momenten. U weet het wel, dan flapt ze er
wat uit of ze doet iets geks. Vanaf het eerste moment dat we aan de
praat raakten. Vast en zeker tot ze, niet dat ik het ooit mee wil
maken, bij wijze van spreken haar kist open doet en kiekeboe
roept.’
‘Ja, dat zou me niets verbazen. Geen crematie dus maar, voor de zekerheid. Nog speciale verrassingen?’
‘Ja, ze kan koffie zetten.’
Ze schoten allemaal in de lach.
‘Ik probeer nog wat. Heeft ze je verteld hoe mams en ik begonnen zijn?’
‘Nu
heeft u me pakken, meneer. Daar draai ik niet omheen. Kom eens naast me
zitten, Debbie, die kopjes lopen niet weg.’
Ze stopte met het opruimen van de koffieboel en kwam naast hem zitten. Hij pakte haar hand vast.
‘Debbie
en ik zijn goed in het onthouden wat we ooit gezegd en gedaan hebben.
Ik weet zeker dat ze me alles bijna letterlijk doorverteld heeft. U
weet nu gelijk, dat het goed met ons gaat, anders had ze dat niet
gedaan. U vertrouwt haar, mij ook, anders had u bezwaar gemaakt tegen
dat ze bij me bleef slapen. Dank u wel. Lieve ouders van mijn schattige
verkering. Wij hebben van uw wijze les veel opgestoken. En zijn uw
advies aan het opvolgen. We zetten er iets meer vaart achter, we deden
al ietsje meer dan alleen maar kussen. Wij vinden ook dat er best
méér kan. U heeft moeite gehad om van elkaar af te
blijven, wij kennen dat probleem, maar we durven het aan. We bekijken
het zorgvuldig, stap voor stap. We willen het laatste gedeelte
óók pas in onze huwelijksnacht doen. Zonder ergens bang
voor te zijn, zelfs niet voor een overbodig eventueel merkbaar bewijs
dat het voor Debbie, net als voor mij, de eerste keer is. Ik betreur de
uitgestelde voltrekking van uw huwelijk, dat zal ons gelukkig niet
overkomen. Dat moet voor u, allebei, erg moeilijk geweest zijn. Ik wil
niets ten nadeel van het heden zeggen, mams moet er vroeger net zo mooi
en lief uitgezien hebben als Debbie nu. Ik hoop sommige weekends hier,
bij Debbie, te mogen slapen, tot we aan een gezamenlijke huisvesting
toe zijn. We hebben daar nog niet over gepraat, ik heb haar ook nog
niets gevraagd. Ik hoop trouwens haar vóór te kunnen
blijven. Knijp niet zo, schat. Dus vraag ik daar, nodig of niet, uw
toestemming nog niet voor. Maar ik waarschuw u vast, dat zal niet lang
meer duren, hopelijk.’
Het was even stil. Debbie kroop bij Han op schoot. Hij knuffelde haar.
‘Mag ik een handdoek voor dit wicht.’
Mams gaf hem er één.
‘Jongen, wat mooi, ik moet ook bijna janken.’
‘Geweldig, Han. We zullen haar dan vreselijk gaan missen, maar we vertrouwen haar aan je toe. Wat een preek, zeg.’
‘Ja, af
en toe krijg ik ook zo’n verhaal. Daar verrast híj me mee.
Ik heb er één bewaard. Ik wilde al na een paar dagen een
plakboek beginnen, voor als het wat werd met ons. In het begin dacht
ik, weggooien kan altijd nog. Maar dat was over, vóór we
hier terug waren. Dat heb ik hem natuurlijk niet verteld. Hij wist
trouwens al heel snel dat ik de boot een tijd af wilde houden. Hij
gedroeg en gedraagt zich keurig, heel lief, hij dringt niet te veel
aan. Ik heb de dag nadat we terug waren een plakboek gekocht. Voor ons
zelf en voor ons nageslacht. Over onze vakantie. Hoe we elkaar ontmoet
hebben. Ons eerste kusje en zo. Die was trouwens pas op Schiphol. Ja,
kijk niet zo verbaasd, paps. Mams zal dat beter snappen, als het
serieus wordt houd je gelijk de boot af. Omdat het dan niet alleen
lichamelijk is, lekker voelen en zo. Omdat je dan eerst geestelijk bij
elkaar wilt horen, dat is dan ineens vreselijk belangrijk. Nou, dat
mooie verhaal is een toespraak van Han en Dolf aan het eind van de
vakantie. Dat het geen vakantieliefde was. Dat we een sterke basis
hadden om in Nederland verder te gaan, omdat we zoveel gepraat hadden,
niet in disco’s elkaar alleen in het donker gezien. Ik zal hem
jullie een keer laten lezen. Maar ik vond dat in het plakboek moest
niet komen staan, dat we daarna snel trouwden en dat er een zevenmaands
kindje kwam. We willen allebei niet zo snel. Maar het is zo anders dan
vroeger. Toen kuste ik na vijf minuten. Maximaal. Jullie weten dat ik
nogal veel gescharreld heb. Hij ook. We hebben elkaar alles verteld.
Maar hij heeft er méér van opgestoken dan ik. Dus, als ik
een beetje wild word, verrast híj me met zo’n verhaal. Of
als ik onzeker ben. Dat helpt geweldig. Genoeg gehoord? Ik wil naar
boven, dat lieve jong gaan kussen.’
‘Hartelijk
dank, mede namens mams, dat zie ik aan een traantje in haar ogen, dat
jullie ons zo fijn op de hoogte houden hoe geweldig het met jullie en
jullie verkering gaat. Ga maar gauw naar boven.’
Op haar kamer ging ze op bed liggen en spreidde haar armen. Hij kwam naast haar liggen en omarmde haar. Ze kusten een hele tijd.
‘Oh, Han, wat een mooie toespraak weer.’
‘Die van jou was ook mooi.’
‘Ik heb daarin voor jou niks nieuws verteld. Andersom wel.’
‘Ja, daarom wilde ik dat je naast me kwam zitten, en je hand vasthouden.’
‘Wist je die hele toespraak dan al?’
‘In
grote lijnen. Bedanken voor hun verhaal. En dat ik met jou om mag gaan.
Dat mag best eens gezegd worden. Hoe wij het willen doen, tot en met
onze huwelijksnacht. Dat het voor ons allebei dan ook de eerste keer
wordt. Je vond het vast niet erg dat ik dat zei. Daar zijn ze, vooral
je moeder, vast blij mee. Toestemming vragen om hier te mogen slapen.
Alleen die punten hoefde ik te onthouden, de hele zinnen komen dan
vanzelf.’
‘Ja. Je bent nu wel één punt vergeten, expres.’
‘O ja?’
‘Pestkop. Maar wel lief. Je gaat me wat vragen, over niet al te lang.’
‘Dat heb je niet gehoord. Zullen we kussen?’
Ze begon gelijk. Na een tijdje kreunde ze zachtjes even.
‘Wat is er, schat? Heb ik je niet goed vast?’
‘Ja.’
‘Hoe moet ik je dan vasthouden? Zeg het maar, ik heb geen idee.’
‘Wat hadden we afgesproken over kreunen?’
‘Over kreunen? Oh, stoppen. Maar ik was je niet aan het strelen.’
‘Af en toe ben je niet zo slim. Dit was een omgekeerd stopteken.’
‘O. Begrepen. Weet je het zeker?’
‘Ja. Bij
jou blijven we één en ander in verschillende kamers doen.
Hier gaat dat niet. Het kan toch wel?’
Hij begon weer
met kussen. Hij wachtte niet op een kreuntje, liet tussen hen in zijn
hand weer op haar buik beginnen en langzaam naar boven gaan, tot hij
een borst helemaal in zijn hand had. Ze stopte met kussen en keek naar
zijn hand.
‘Ik vind
het het fijnst als je mijn borst helemaal in je hand houdt, en dan,
zonder veel te bewegen, streelt en masseert.’
‘Masseert?’
‘Ja, net
iets knijpen, je vingers iets naar elkaar en de palm van je hand er
plat opdrukken. Ja, zalig. Een heerlijk gevoel, en ook een fijn
gezicht. Zeg, je hebt er al zoveel beet gehad, heb je nooit eerder
gemasseerd?’
‘Nee.
Wel een beetje knijpen. Maar ik heb nog nooit zo’n grote,
én zo’n stevige vastgehad. Of klein en stevig, of groot en
eh slap. Die grote streelde ik alleen maar, die kleine stevige wilde ik
altijd graag kussen, het tepeltje likken. En helemaal in mijn mond
nemen. Hap. Lekker.’
‘Foei.
Zeg, je hebt een keer gevraagd of ik me genomen zou voelen, in de
huwelijksnacht. Ik zei nee, alleen als het zonder mijn toestemming zou
gebeuren. Ik voel me nu heerlijk gepakt. Ze zijn voor jou. Ik geniet
lekker mee.’
‘Schat,
wat fijn. Dank je wel. Oh, stom. Zeg, kan ik dat op schrift krijgen,
voor in het plakboek? Eens toestemming gegeven blijft gegeven.’
Ze lachten allebei.
‘Oh,
Han, wat geweldig dat zulke dingen er gewoon tussendoor kunnen. Dan
koelen we ook even wat af. Eh, ik zit ook ergens aan te denken, toch
aarzel ik om het je te vertellen. Omdat het je zeker op zal winden. Ik
wil niks verpesten, het gaat net zo goed.’
‘Debbie,
ik heb ook ergens aan zitten denken, maar ik heb het je nog niet
verteld. Ik heb een driestappenplan. Als het te gek wordt, stoppen. Nog
gekker, op een ander meubelstuk gaan zitten. Nog gekker, afscheid nemen
voor die dag. Dat zou geen ramp zijn, we hebben tijd zat.’
‘Ja, goed idee. Iedere keer tijd om af te koelen en na te denken. Tijd zat?’
‘Nou ja,
niet eeuwig. Debbie, we hebben vaste verkering. We hebben het gehad
over wat we voor elkaar voelen, maar eigenlijk nog niet over de
praktische kant daarvan. We doen maar wat en dat gaat prima. Ik eh.
Nou, geen preek verder. Zullen we voortaan, zo veel mogelijk, samen de
weekends en vrije dagen doorbrengen?’
‘Dat doen we toch al?’
‘Ja,
maar zonder erover gepraat te hebben. Ik wil het iets officiëler
maken, vooruitlopend op iets wat je niet gehoord hebt.’
‘Ik weet van niets. Ja, Han. Heel graag, Han.’
‘En de vakanties?’
‘Even denken.’
‘Ja, doe maar. Je weet hoeveel dagen je kan nemen. Ik kan dan hetzelfde doen, ik ben eigen baas.’
‘Ik ben uitgedacht. Natuurlijk wil ik dat. Voortaan, zo veel mogelijk, samen zijn.’
‘Ook ‘s nachts?’
‘Ja.
Voor de duidelijkheid, zo veel mogelijk, maar voorlopig de zondag en
vrijdagnachten niet, bij gewone werkweken.’
‘Leg eens uit.’
‘We denk
dat we ‘s zondagsavonds veel fijner afscheid kunnen nemen dan
’s maandagsmorgens vóór we aan het werk moeten. En
vrijdags rustig nog wat opruimen en de werkweek afsluiten. Dan kunnen
we ‘s zaterdags rustig, uitgerust, beginnen. Als dat goed loopt
zien we wel verder.’
‘Goed bedacht. Fijn.’
Ze deed haar ogen dicht en kreunde. Hij ging weer verder waar ze gebleven waren, tot ze kreunde.
‘Werkt goed, hè? Ik wilde alleen even stoppen om je nog toch wat te vertellen.’
‘En me op te winden. Nou, er kan nog iets bij.’
‘Als het
je te veel wordt ga je maar even op mijn bureaustoel zitten en wat
drinken. Han, toen ik net voelde en zag hoe je mijn borst helemaal in
je hand hield, zat ik te denken, over een tijdje ga je met je hand
vanaf mijn navel niet naar boven, maar naar beneden. Als ik helemaal
bloot ben. Tot je me tussen mijn benen ook zo vast hebt, mijn hele doos
in je hand. Dat zal ik ook zo’n fijn gezicht vinden, en fijn
gevoel, als je me daar ook zo zachtjes streelt en masseert, met je hele
hand. Dan is mijn doos ook voor jou, tenminste, om te strelen en te
masseren, in eerste instantie.’
‘Niks
als, wanneer. Een heel fijn vooruitzicht. Geniet nog maar even van de
gedachte. En er zijn nog wel wat stapjes voor we zover zijn.’
‘Ja, ook heerlijk.’
‘En andersom?’
‘Daar
heb ik ook al eens aan gedacht. Fijne slaapkamertaal, hè? Ik ga
omstreeks die tijd voorzichtig tussen je benen aan je ballen voelen. Ze
helemaal in mijn hand nemen en ze vreselijk voorzichtig strelen en
masseren. En dan langzaam naar boven, dan pak ik je erectie vast. Die
is dan helemaal voor mij. Ja?’
‘Ja.’
‘Die is
dan wel te veel voor mijn hand, misschien wel voor twee. Ik heb laatst
eens gemeten, met mijn handen op een liniaal. Dan kom ik in de buurt
van zeventien centimeter. Maar ik denk, dat als ik je daar vast heb,
dat je nog groter zal zijn, want het is dan vast fijner voor je dan
ooit. Goed. Daar moeten we het dan voorlopig mee doen. In onze
huwelijksnacht wordt hij echt helemaal voor mij. Dan stoppen we hem
helemaal in mijn doos. Dan houd ik hem daarmee goed vast, en streel en
masseer hem. En dan, mmmm. Kus me. En pak me weer zo zalig.’
Hij deed het. Hij stopte als eerste.
‘Wat doe je het toch fijn, en zo rustig, Han. We kunnen het heerlijk lang volhouden, hè?’
‘Ja. Jij
deze keer wel langer dan ik. Het was weer fijner dan ooit. Liefste, ik
moet nu gelijk stap drie nemen. Afscheid nemen voor vandaag. Niet erg,
hè? Het is toch al laat genoeg.’
‘Nee, prima. Het is mijn eigen schuld, met mijn praatjes. Ik zal vast heerlijk dromen. Jij?’
‘Ik weet het zeker. Debbie, je mag best weten, ik barst bijna.’
‘Lief
dat je het vertelt. Ik vond het ook erg lekker. Maar ik werd er niet
veel extra opgewonden door. Ik dacht, fijn, dichter bij me. Later pakt
hij mijn blote borst, nog lekkerder. Enzovoort. Stapje voor
stapje.’
‘Gauw
een kusje, ik moet hoognodig weg, je zit je mondeling voor me te
strippen. Laat me maar niet uit, ik weet de weg. Tot ziens.’
Ze kusten kort. Hij haastte zich haar kamer af.
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Overweldigd
Maandag
18:17
1 kB
Lieve Debbie,
Wat hebben we veel beleefd. En geleefd.
Ik heb rustig
aan gedaan vandaag. Ik ga vroeg naar bed. Daar alles overdenken. Ik
wacht nog met het bed verschonen, het ruikt zo lekker naar jou.
IHVJ
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com Re:
Overweldigd
Maandag
19:21
1 kB
Lieve Han,
> Wat hebben we veel beleefd. En geleefd.
We doen niet anders. Al zo veel in zo’n korte tijd. Ik snap het niet. Jij?
Ik kijk om 22:00 nog een keer, maar antwoord niet meer, ga gelijk naar bed. Naar een schoon bed, helaas.
Kom je
woensdagavond met de koffie bij me? Ik wil mijn ouders niet voor het
hoofd stoten, nog wat keren met je bij hun thuis zijn, voor ik . .
. uit huis ga.
LuvU2
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Nog meer overweldigd Maandag
19:53
1 kB
Lieve Debbie,
> Ik snap het niet. Jij?
Nee. Maar het is zo.
> Kom je woensdagavond met de koffie bij me?
Graag.
> Ik wil mijn ouders niet voor het hoofd stoten, nog wat keren met je bij hun thuis zijn, voor ik uit huis ga.
Ik snap het.
Liefs, liefste,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Opgewekt
Dinsdag
19:28
1 kB
Lieve Han,
>> Ik snap het niet. Jij?
> Nee. Maar het is zo.
Dan zo maar opgewekt verder.
Je snapt te veel.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Re:
Opgewekt
Dinsdag
19:53
1 kB
Lieve Debbie,
> Dan zo maar opgewekt verder.
Met een mooi verleden en een nog mooiere toekomst.
> Je snapt te veel.
Maar niet alles. Mezelf soms ook niet.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
?
Dinsdag
22:55
1 kB
Lieve Han,
>> Je snapt te veel.
> Maar niet alles. Mezelf soms ook niet.
Leg me dat morgenavond maar uit.
Liefs,
Debbie
Woensdagavond
na de koffie gingen ze naar haar kamer. Ze ging niet op bed liggen,
maar bleef op de rand zitten. Hij ging naast haar zitten en pakte haar
hand.
‘Waarom ga je niet liggen?’
‘Ik word zo lekker rustig, een beetje slaperig, als je me streelt. Maar dat wil ik niet liggend doen.’
‘Op schoot?’
‘Wie bij wie?’
‘Grapjas. Kom hier.’
Hij trok haar op schoot. Ze kusten en hij streelde haar tot ze even kreunde.
‘Heerlijk, Han. Voor ik het vergeet, je schreef dat je jezelf soms ook niet snapt.’
‘Nee,
natuurlijk niet. Het is toch af en toe amper bij te houden? Nu
wéér niet. Schat, je hebt je slaapkamerogen aanstaan. Zeg
het eens.’
‘Ik wil nog niet slapen. Maar mag het nu iets méér zijn?’
‘Met praten ben je een flapuit, hier heb je vast weer over nagedacht.’
‘Ja. Hoe
ik er nu bijzit. Ik dacht aan hoe je me hier al een paar keer in bed
gestopt hebt. Vooral aan de tweede keer. Je vertelde op je dooie gemak
wat je zag. Daar genoot ik zo van. Ik voel me nu zo aangekleed. Je ziet
niks. Ja, je voelt nu meer, maar het oog wil ook wat. Ik wil mijn rok
uitdoen. In bloes en broekje bij je op schoot. Goed?’
‘Ja, doe maar.’
Ze stond op, deed haar rok uit en kwam weer bij hem op schoot zitten.
‘Ik snap
je wel. Je hebt het van het begin af aan gehad. Je wilt me wat laten
zien. Ik jou ook zo graag, maar dat gaat niet, hè?’
‘Nee.
Maar ik geniet ook van jou, hoor. Alleen al het weten dat je vaak een
erectie hebt als je me ziet. Aangekleed al. Maar dat je een
onvoorstelbaar geduld hebt om te wachten op eh mij. En ik voel hem door
de kleding tegen me aan. Dat vind ik voorlopig genoeg. Hoe vind je het
zo?’
‘Heel
fijn. Debbie, nu ik erover nadenk, ik heb je onze eerste week alleen in
bikini gezien. Daar blijf toch wat van hangen. Het blijft een beetje
vreemd om je helemaal aangekleed te zien. Dan zie je ook heel lief uit,
maar dan weet ik ook dat je liever wat minder aan hebt. Dat het iets
benauwend is. Je zucht altijd als je iets uittrekt, nét weer. Zo
van, hè, eindelijk wat uit. Tot zover deel
één.’
‘Ja,
zoiets voel ik ook. Ik hoef niet in mijn blote kont te lopen, wel met
zo min mogelijk. Vooral een rok is vervelend met zitten, altijd wel
ergens dubbel. Eh, deel twee?’
‘Ja. Wat ik zie. Goed?’
‘Je hebt me met minder aan gezien.’
‘Zal ik voortaan alleen maar iets zeggen als ik iets nieuws zie? Nooit iets over wat ik al eerder gezien heb?’
‘Zou je dat kunnen?’
‘Nee.’
‘Ik zou
het missen ook. Heel erg. Doe maar. Houd je niet in, je doet het zo
mooi en lief. En ik word er zo lekker warm van. Ik weet ook wel, Han,
dat ik daardoor weer na ga denken. Nou, dat mag best. Daarom gaat het
bij jou niet in hoofdzaak. Je doet het niet om me te verleiden. Je wilt
ook het mooist voor het laatst bewaren. Maar ik heb geen zin om me dan
te moeten haasten, of lang ervoor al bijna bij dat laatste te zijn.
Gaat het goed zo, ook wat jou betreft?’
‘Ja,
Debbie. Fijn dat je zegt wat je denkt. En dat ik alles tegen je kan
zeggen wat ik denk. Zoals, dat ik nu zin heb om zo’n lekkere
borst van je vast te houden en je een tongzoen te geven.’
Ze tongzoende terug en draaide zelf haar borst in zijn hand wat rond.
‘Lekker, hè? Ik kan dit heel lang volhouden, met jou zo in mijn armen.’
‘Ik ook. Wat zie je?’
‘O. Deel twee. Een paar heel mooie benen. Mag ik je dijen strelen?’
‘Eh,
behalve de bovenste decimeter. Han, kan je mijn hand tegenhouden als ik
jouw hand wil pakken om op mijn doos te leggen? Ik weet niet of ik het
red, ik weet onderhand hoe verleidelijk je kan strelen. Maar ik wil wel
dat je me streelt. Je zal vast zelf niets doen, dat heb je al bedacht
voor je het vroeg, of je het aankon, hè?’
‘Ja, schat. Wat gaat het geweldig zo.’
Hij streelde een dijbeen.
‘Ik ga
toch een beetje in herhaling vallen. Dat het zo fijn is om rustig naar
je bobbel te kunnen kijken. Waar, onder je broek, je mollige doosje
zit.’
‘Nou, mollig?’
‘Een beetje. Een gedeelte van je bobbel komt natuurlijk door je haren, maar niet alles.’
‘Ach ja, je bent een kenner, hè? Hoe weet je of ik daar haren heb?’
‘Het
meeste van vroeger ben ik vergeten. Maar het is nu gewoon logisch,
anders zou ik nog beter kunnen zien waar je gleuf zit. Simpel,
hè?’
‘Ja. Vind je dat zo’n mooi gezicht?’
‘Ja,
schat. Omdat dat bij een meisje hoort. Dat mis ik bij die poppen. Ik
hoef er niet aan of in, maar zonder is net zoiets als de Mona Lisa
zonder glimlach.’
‘Dan ga ik even iets met een hand doen. Niet de jouwe pakken. Wacht maar af.’
Ze gaf een paar rukjes aan haar broek.
‘Je bent
een grapjas. En heel lief. Wat een leuk idee, niet de broek uit je
gleuf trekken, omdat dat niet lekker zit, maar juist een beetje erin.
Heel mooi, schat. Ik kijk straks verder, eerst weer even lekker
kussen.’
Na het kussen streelde hij haar dijbeen weer.
‘Mooi meisje, ik zie ook aardig wat van je haren. En zo goed waar je gleuf zit. Hoe
groot hij is. Heel mooi. Ik ga maar weer eens naar huis, schat. Ik kan
het wel uithouden, hoor, maar ik vind het genoeg zo. Voor ons allebei.
Mag ik je wel instoppen?’
‘Het is
nog een beetje aan de vroege kant, maar dat kan geen kwaad voor een
keer. Misschien nog kussen als ik er onder lig?’
‘Ja, fijn. Maar doe eerst je broek goed, voor je op bed gaat liggen.’
‘Dat was ik al van plan, zo lekker zit die nu niet. Maar ik vond het fijn, nét iets meer.’
Ze deed de
dekens opzij en ging op bed liggen, deed ondertussen haar broek goed.
Hij trok haar bloes uit en ging naast haar zitten.
‘Ik mag
nog wel even kijken, hè? Schat, zo zit je broek mooi genoeg,
laten we het daar voorlopig maar bij houden.’
‘Ja, prima. Ik schrok een beetje toen je zei dat je haar zag. Stom, wat maakt haar nu uit.’
‘Het is
een mooie versiering. Met een kale kop blijf ik net zoveel van je
houden, maar ik zie je toch liever met je mooie haren.’
‘En hoe vind je dit?’
Ze trok haar broek een stuk naar beneden.
‘Meid! Een heel mooie krullenbol. Maar die komt pas tot zijn recht als je daar helemaal bloot bent.’
Hij stond op, sloeg de dekens over haar heen en ging weer zitten.
‘Wat
moet ik nu met jou? De ene keer neem je een hele aanloop, vraagt of
iets goed is, en dan haal je onverwachts zulke streken uit.’
‘Ik kon er weer niets aan doen. Ik wilde zo graag. Je vindt me zo mooi. Je praat er zo fijn over. Shit.’
Hij nam haar in zijn armen.
‘Huil
maar even. Moeilijk, hè? De ene keer vooraf, nu weer achteraf.
Het geeft niet, schat. We redden het wel. We helpen elkaar. Ik zal
proberen me iets meer in te houden. Maar dat valt ook niet mee, je
kijkt overal zo lief bij. Daarom ga ik nu ook weg. Tot zaterdag?’
‘Ja. Kom je me halen, om een uur of vier? Zullen we dan samen koken?’
‘Ja, verzin maar iets.’
Na de afscheidskus liep hij naar de deur maar deed hem niet open. Hij draaide zich om en keek naar haar.
‘Wat is er?’
‘Mag ik blijven slapen?’
‘Oh.’
Hij ging naast haar op bed zitten.
‘Ik kan
wel zeggen, koekje van eigen deeg, maar daar gaat het niet om. Ik wil
me inhouden, Debbie, maar te veel is net zo slecht als te weinig. Ik
heb je zo gemist. Overdag gaat wel, maar ‘s avonds. Ik had mijn
beddengoed beter wél kunnen wassen. Toen vroeg je om woensdag,
en schreef dat je in een schoon bed moest, helaas. En je schreef nog
meer fijne dingen. Daarom snap ik mezelf ook niet. Dat ik je nu al zo
slecht kan missen. Dat ik na iedere mail meer naar je verlang. Ik heb
steeds zitten denken, zal ik vragen om te mogen blijven slapen. Ik
wilde dat niet onaangekondigd doen. Dat je dat bij mij deed was prima.
Maar dit is jouw meisjeskamer, dat vind ik toch wat anders. Ik wilde
volhouden om weg te gaan. Voor het geval ik het niet kon, en mocht
blijven, heb ik een kam en een tandenborstel bij me. Maar je was net
ook weer zo lief. Daarom redde ik het niet.’
Ze had met
tranen in haar ogen liggen luisteren. Ze trok hem naar zich toe, kuste
hem, droogde toen haar tranen aan het laken af.
‘Lieve
schat, blijf alsjeblieft. Jij wilt mij ook niet laten gaan als ik wat
heb. Je hebt je best gedaan, maar het is nu lang genoeg moeilijk voor
je geweest. Je wist, al had je het daar niet over, dat ik het fijn zou
vinden. Goed. Probleem opgelost. Je blijft. Ik doe een pon aan. Eh, er
hangt een pyjamabroek van paps aan de drooglijn, die is nu vast wel
droog. Die pak ik wel, dan hoef ik paps en mams niet te storen. Begin
maar vast met uitkleden.’
Ze kwam het
bed uit, pakte uit de kast een pon en trok hem aan. Ze ging de kamer
uit, kwam snel terug en gaf hem de pyjamabroek. Hij zat al in
onderbroek te wachten.
‘Ja, leuk, blote kontenshow. Wacht even tot ik er in lig.’
‘Ik heb er maar één, hoor.’
‘Alles waar jij er maar één van hebt vind ik genoeg.’
‘Ik zag net weer even waar jij er twee van hebt. Méér dan genoeg.’
‘Ja.
Niet zo vlug, joh. Mooi. Jammer, weg. Blijf even staan. Dan kan ik nog
even naar je eh kijken. Ja, grinnik maar. Je had het net over mijn
meisjeskamer. Je hebt gelijk, dat is anders. Maar we kennen elkaar al
zo goed, dat ik het fijn vind dat je even helemaal naakt in mijn kamer
stond. Ik zeg expres niet bloot, dat klinkt hiervoor te gezellig. Het
is méér, je schaamt je niet, trekt alles uit en zou je
gewoon naar me omdraaien als ik het zou willen.’
‘Dat heb
je mooi gezegd. Ik vind ook dat er verschil in zit, al is het lastig
uit te leggen. Bloot, is een bloot stukje, een blote arm, een blote
borst. Ik sta graag helemaal naakt voor je. Nu nog omgedraaid, ik
verheug me al op niet omgedraaid. Dat je me helemaal ziet. Je durft nu
naar mijn broek te kijken, je weet wat eronder zit. Weet je ook nog wat
je een keer gezegd hebt?’
‘Ja. Ik zou hem wel in volle glorie willen zien. En strelen. Later, Han. Kom nu maar in bed.’
Hij kroop naast haar, ze omhelsden elkaar.
‘Toen ik je net zag was je nog niet in volle glorie. Zo te voelen tegen mijn buik nu wel.’
‘Je praat daar graag over, hè?’
‘Ja, al is het natuurlijk raar dat ik het bij praten wil houden.’
‘Nee,
dat doe ik soms ook. Ik denk nu aan het haar op je doos en het smalle
streepje broek op je gleuf. En je krullenbol. Ik lig me voor te stellen
hoe die combinatie er uit zal zien, zonder broek.’
‘Shit. Ja, quitte.’
‘Ik denk
er niet vaak aan hoor, of ik bij je ben of niet. Maar als er zo’n
rechtstreekse aanleiding toe is natuurlijk wel. Meestal alleen maar,
wat is ze lief, wat houd ik van haar.’
‘Alleen
maar? Dat is de hoofdzaak. Ik denk er iets vaker aan dan jij, er is
vaker een aanleiding toe. Als ík wat aan heb zie jij niks. Jouw
bijzaak duwt je broek vooruit.’
‘Ik kan er niets aan doen. Ik krijg het zo fijn warm als ik je zie. De rest schijnt er aan gekoppeld te zijn.’
‘Je weet
het, ik vind het niet erg. Je weet ook, dat ik het niet alleen iets
voor de slaapkamer vind, er kan best vaker wat. Één van
de fijnste dingen is wel zo in elkaars armen te liggen. Han, ik ben
egoïstisch. Wil je me in slaap strelen? Over mijn rug?’
‘Ja. Zo?’
‘Ja. Daar is niet zo veel aan, voor jou, hè? Over mijn broek, aan de achterkant?’
‘Natuurlijk. Zo?’
‘Mmmm. Beetje knijpen. Ja, lekker. De andere helft ook, anders wordt die jaloers.’
‘Ja, als je er ergens twee van hebt moeten die gelijk behandeld worden.’
‘Ja. Nu over mijn borst?’
‘O. Daarom zei ik dat niet.’
‘Ik geloof je. Nou, dan maar niet.’
‘Je weet wel beter. Zachtjes van onderaf. Zo? Oh, meid, wat is die pon dun.’
‘Ja.
Mijn dunste. Stout, hè? Heerlijk. Je kan vast mijn tepel voelen.
Oh, wat ben je weer snel. Mmmm. En goed. Mmmm. Han, stop. O.
Merci.’
‘Ik blijf wel aan je achterkant.’
‘Wat lief dat je zo snel stopt. Het werd te lekker.’
‘Ja, ik voelde hem iets harder worden. Heel fijn.’
‘Weet je wat ik dacht?’
‘Nee, maar praat er maar lekker over.’
‘Ja. Dat je het met je mond en tong vast ook lekker kan.’
‘Ik kan me geen klachten herinneren.’
‘Mooi.
Afgezien van dat ik van je houd, ben ik ook blij dat ik zo’n
eerste klas blootliefhebber aan de haak geslagen heb.’
‘Ja, liefste. We hebben allebei mooi spul en we gaan er fijn mee om.’
‘Ik nog een beetje weinig met het jouwe.’
‘Wil je niet eens wat proberen? Over mijn broek? Het hoeft niet, hoor. Het komt vanzelf wel.’
‘Ja, vast wel.’
Na een tijdje
voelde hij haar hand op zijn buik. Ze ging langzaam naar beneden, over
zijn broek. Toen ze hem voelde stopte ze even, ging toen verder naar
beneden tot tussen zijn benen, en weer langzaam naar boven. Ze legde
haar hand op zijn rug en zuchtte.
‘Zo, dat heb je ook weer overleefd.’
‘Ja. Er leek geen eind aan te komen.’
‘Er zitten twee einden aan.’
‘Ja. Ik
heb alleen mijn vlakke hand gebruikt. Dat was al genoeg. Onderaan
voelde ik met de toppen van mijn vingers je ballen, denk ik. Maar de
rest, ik kan er vast geeneens met mijn hand omheen.’
‘Ja hoor, dat leek maar zo, je bent te geschrokken. Dat kan, ook heerlijk van boven naar beneden en terug.’
‘Houd je mond. Nou ja, dat zal ik vast gaan doen. Ik geloof dat ik me iets herinner.’
‘Dat zou niet meer dan normaal zijn. Dat doen en dat herinneren.’
‘Ja, maar Han, niet zo’n grote.’
‘Het went wel, net zoals tegen je aan.’
‘O. Ja, je hebt gelijk. Laten we het daar maar bij houden. Nu slapen?’
‘Ja. Heerlijk zo.’
‘Mmmm. Grote jongen.’
‘Mmmm. Lief meisje.’
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Kort maar
hevig
Donderdag
18:25 1 kB
Lieve Debbie,
Het was maar kort elkaar zien, vanmorgen.
Goed geslapen, goed de dag doorgekomen?
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Kort
Donderdag
19:11 1 kB
Lieve Han,
Weet je zeker dat er niemand meeleest?
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Veilig
Donderdag
19:25 1 kB
Lieve Debbie,
Ja, slaapkamermeisje, schrijf maar wat je wilt.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Over
nachtje
Donderdag
22:44 1 kB
Lieve Han,
> Het was maar kort elkaar zien, vanmorgen.
Dat bedoelde ik, een afscheid op zondagavond is fijner. Maar ik zou hier aan kunnen wennen.
> Goed geslapen, goed de dag doorgekomen?
Ja. Prima. Nog een wat raar gevoel in mijn vingers. Stom, hè?
> Mams vroeg of ik goed geslapen had.
Ik heb verteld
dat er ineens een naakte vent in mijn kamer stond. Ze schrok. Heb ik
maar méér verteld, van paps pyjamabroek en ponnen en zo.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Re: Over
nachtje
Vrijdag
18:12
1 kB
Lieve Debbie,
> Het was maar kort elkaar zien, vanmorgen.
Gisteren inmiddels. ‘s Morgens vroeg zie je er ook lief uit.
> een afscheid op zondagavond is fijner. Maar ik zou hier aan kunnen wennen.
Maar voorzichtig proberen.
> Nog een wat raar gevoel in mijn vingers. Stom, hè?
Nee, je hebt het meeste gevoel in je vingers. Voorlopig.
> van paps pyjamabroek en ponnen en zo.
Wat was dat en zo?
Ik werd alleen voor de tweede nacht van de week een keer tussendoor wakker.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com Vervolg
Vrijdag
19:18
1 kB
Lieve Han,
> Gisteren inmiddels. ‘s Morgens vroeg zie je er ook lief uit.
Kleintje ook. Je vergat je om te draaien.
>> een afscheid op zondagavond is fijner. Maar ik zou hier aan kunnen wennen.
> Maar voorzichtig proberen.
Hoe?
> Nee, je hebt het meeste gevoel in je vingers. Voorlopig.
Stouterd.
> Wat was dat en zo?
Niet ieder aan een kant van het bed slapen.
>Ik werd alleen voor de tweede keer van de week een keer tussendoor wakker.
Nogal productief.
Liefs,
Debbie
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Je_Han@3kk.nl
Re:
Vervolg
Vrijdag
19:30
1 kB
Lieve Debbie,
> Kleintje ook. Je vergat je om te draaien.
Jij helaas niet.
>>> een afscheid op zondagavond is fijner. Maar ik zou hier aan kunnen wennen.
>> Maar voorzichtig proberen.
> Hoe?
Een afscheid op zondagavond simuleren en ‘s morgens pas weggaan. Extra nacht!
>> Wat was dat en zo?
> Niet ieder aan een kant van het bed slapen.
Nee. Heerlijk zo, meisje.
Liefs,
Han
Van
Onderwerp
Verzonden
Grootte
Debbieltje@hotmail.com
Nog één
nachtje
Vrijdag
22:53
1 kB
Lieve Han,
> Een afscheid op zondagavond simuleren en ‘s morgens pas weggaan. Extra nacht!
Ik zal er een nachtje over slapen.
Tot morgen.
Liefs,
Debbie
Zie voor vervolg Deel 2.
Klik hier om een ander verhaal te kiezen en/of een e-mail met commentaar te sturen.