Verder zonder Simone

Deel 1: Onverwacht Leed


Tiara

B.W. van Daalen



Inhoud:



© B.W. van Daalen

(Nov. 2005; 1e Herziening Mrt. 2008)

Eerder werk:
 2 Weken en Daarna
14 Dagen en Daarna  (Gekuiste versie van 2 Weken en Daarna)
Affaire Driehoog
Oaseliefde
Muurversiering (3 Delen)


Alle genoemde personen zijn fictief.

Dit verhaal mag, geheel of gedeeltelijk, zonder schriftelijke toestemming van de
schrijver, niet gereproduceerd of verspreid worden.
Niet op een ouderwetse manier, ook niet op een moderne manier.
Het mag wel, geheel of gedeeltelijk, doorverteld worden, mits met bronvermelding.


 Voorkomende personen 

Al in  ‘In en Om Simone’ :

Aimee                                 Vriendin enz. van Mike
Charles                               Schoonvader van Mark Wellingten
Claire                                  Engelse nicht van Mark
Dave        Cresswall            Latere eega van Renee
Emily      Wellingten           Dochter van Mike en Aimee
Jamie       Thomson            Vriend enz. van Silvia
Karen                                  Latere verkering van Stefan
Kevin                                  Latere eega van Karen
Leo                                     Eega van Tamara (in Boston)
Mark         Wellingten         O.a. chirurg
Mike         Wellingten         Zoon van Mark en Simone
Ralph                                 Cafetariamedewerker
Renee                                 'Verkering' van Mark op z'n 16e
Richard     Thomson           Zoon van Jamie en Silvia
Silvia        Wellingten          Dochter van Mark en Simone
Simone     Wouters             Verpleegkundige
Stefan       Westerdorp        Vanaf de boot 'vriend' van Simone
Tamara                               Eerder geëmigreerde vriendin (in Boston)
Thomas     Peterson           Butler in Engeland
Thomas     Peterson           Zoon van butler in Engeland
Vivian                                1e Eega van Mark Wellingten

Vanaf  ‘Simone in Engeland’ :

Alex P. T.   Wellingten     Zoon van Mike en Aimee
Bianca T.    Thomson      Dochter van Jamie en Silvia
Crystal        Staples          Dochter van John en Maureen
David                              Hulp van Tamara voor opzetten Wellingtensite
Francis                            Dienstmeisje, latere eega van Ian
                  Hammond     Kruidenier
Ian                                   Leraar, o.a.
John          Staples            Campingbeheerder
Johnny      Staples             Zoon van John en Maureen
Maureen   Staples             Eega van John
Peter                                Eigenaar grondverzet- en afrastingfirma
Ryan                                Eigenaar telefoon- en computerwinkel
Tamara     Hillman          Verkering enz. van Thomas jr.

Vanaf  ‘Verder zonder Simone’ :

Belinda                          Verkering enz. van Ralph
Jenny                             Meisje in het Dorpshuis
Susan                            Meisje bij meertje, dochter van de metselaar
Thomas M.  Peterson    Zoon van Thomas en Tamara
Victoria S.    Peterson   Dochter van Thomas en Tamara
Victoria                         1837 - 1901


 Korte inhoud van het voorafgaande

Zie de vorige delen voor het volledige verhaal.

Simone was enig kind. Ze volgde een opleiding voor verpleegkundige, na haar slagen daarvoor nog meer cursussen, en werkte ook een paar uur per week bij een consultatiebureau waar moeders met kleine kinderen kwamen voor controle en de vereiste inentingen. Misschien was het bij haar aangeboren om met kinderen om te gaan, anders heeft ze het daar opgestoken.
Nadat haar ouders door een ongeluk omgekomen besloot ze, omdat de overige familieleden ook al overleden waren, op aanraden van een geëmigreerde vriendin ook te emigreren. Haar vriendin en haar man regelden een baan voor haar; verpleegkundigen, zeker veelzijdige, waren veelgevraagd. Ze ging met een boot, om rustig over te kunnen schakelen. Op de boot ontmoette ze een leeftijdgenoot, Stefan, die ook emigreerde, maar al wat thuis was in de USA. Hij ging aan de Universiteit van Boston werken, zij in het ziekenhuis daarvan. Haar vriendin en hij hielpen haar op weg in haar nieuwe omgeving.
Stefan en zij zagen niet genoeg in elkaar voor een gezamenlijke toekomst, maar gingen wel een flat en een beetje hun leven delen. Ze spraken af elkaar vrij te laten wanneer er iemand opdook waar ze wél meer in zagen voor de rest van hun leven. Voor Stefan werd dat Karen, Hoofd Opleidingen van het ziekenhuis. Daar raakte ze ook bevriend mee, ze ging met haar een flat delen nadat Stefan door een verkeersongeluk overleed.
Na een tijd werd ze door een chirurg, Mark Wellingten, waar ze op haar werk wel eens contact mee had, gevraagd om bij hem te komen wonen om Charles, zijn lichamelijk licht gehandicapte schoonvader, ook weduwnaar, te verzorgen en overdag gezelschap te houden. Het huis was door Mark gekocht toen hij voor zijn schoonvader wilde gaan zorgen. De vorige eigenaren waren drie alleenstaande heren, die op de eerste verdieping ieder een zitslaapkamer hadden, met eigen badkamer en kookgelegenheid. Ze zou één van die kamers krijgen en een uitstekend salaris. Ze nam de ‘baan’ aan maar maakte er een manier van leven van, ze zorgde voor beiden. Ze praatte ook veel met Mark. Door haar vrije manier van praten vertelde hij haar al gauw alles over zijn verkeringen en over zijn huwelijk met Vivian. Zij vertelde hem het meeste van haar geschiedenis. Ze kregen al gauw verkering.
Af en toe vertelde hij iets over zijn afkomst. Zoals toen hij aanbood om haar auto te verkopen, omdat ze zijn tweede kon gebruiken, daar werd te weinig mee gereden. Dat was een Rolls-Royce, maar hij was niet van hem, maar van de familie. Vrij snel na het ontstaan van Boston was een voorvader vanuit Engeland gekomen. Niet helemaal geëmigreerd, hij hield zijn huis in Engeland aan. Met zijn pensioen ging hij terug naar Engeland, zijn kinderen bleven hier. Zo was dat steeds gegaan. Zijn vader was bij zijn pensioen ook naar Engeland gegaan om vanuit het voorvaderlijke landhuis het familiebedrijf te leiden. Mark zou bij zijn pensioen het van hem over kunnen nemen, als hij dat wilde. Hij zou dan het land wat bij het huis hoorde moeten beheren, en het familie-vermogen, waartoe ook de Rolls, de antieke meubelen en schilderijen, waaronder een Picasso, in zijn huis hoorden. Hij had zelf ook geld, waar hij mee kon doen en laten wat hij wilde, van de familie-eigendommen mocht hij alleen genieten. Hij wist niet wat hij bij zijn pensioen zou gaan doen, het duurde nog even voor het zover zou zijn.
Binnen een jaar trouwden ze. Hij liet zijn persoonlijk kapitaal, op net zo veel na als zij ook had, en het huis op beider naam zetten. Hij wilde niet met haar delen, maar alles samen doen.
Vlak voor hun trouwen kwam ze nog ergens achter. Mark zei dat hij iets uit Engeland over zou laten komen. Familie-eigendom, traditie voor een bruid om het te dragen, maar het hoefde niet. Het bleken twaalf eeuwenoude zijden bloemen te zijn, bewerkt met goudverf. En een tiara. De bloemen droeg ze op de grote dag in twee rijen achterin haar lange haar. Door de tiara zag ze eruit als een koningin.
Ze begonnen na hun huwelijk in de tuin bloot te zonnen. Ze kregen een tweeling, Mike en Silvia. Die werden, voor Amerikaanse begrippen, niet preuts opgevoed. Van jongst af aan liepen ze in de tuin ook bloot rond. Ze speelden en zwommen in het zwembad. Toen ze een vriendinnetje en een vriendje kregen, Aimee en Jamie, gingen die ook meedoen.
In het jaar dat de jeugd negentien werd gingen ze met z’n allen voor het eerst op familiebezoek bij de ouders van Mark in Engeland. Daar vielen ze, zelfs Mark, van de ene verbazing in de andere. Mark noemde nooit getallen, hij zei altijd nogal wat, ook als de kinderen een enkele keer vroegen wat ze van hun opa, de schoonvader van Mark, geërfd hadden. Op hun eenentwintigste zouden ze erachter komen. Hij wist ook niet veel van wat er in Engeland was. Hij had alleen een lijst van alle antiek, schilderijen en juwelen. Maar er stonden geen prijzen bij. Het landhuis was ontzettend groot. De tuinen eromheen zo groot als het stadspark in Boston. In de paardenstal konden veel paarden, maar er stonden er ‘maar’ acht. En acht koetsen. Een andere paardenstal was omgebouwd tot garage, daar stond niet één Rolls-Royce, maar een stuk of vijf. De landerijen van de familie waren verpacht, er waren twintig boerderijen. Het hele grondbezit was zo groot als een Amerikaanse county.
Na terugkomst in Boston begon de jeugd aan trouwen te denken. Op zichzelf gaan wonen zagen ze niet zitten, zolang ze nog studeerden. Er werd afgesproken, dat als het vriendinnetje, Aimee, en het vriendje, Jamie, ook hun studiebeurs af zouden dragen, ze in het huis mochten komen wonen. Ze zetten in de kamers van de tweeling stretchers, zodat daar op geslapen kon worden als in hetzelfde bed slapen te verleidelijk werd. Ze waren langzamerhand wat gaan vrijen, maar wilden het mooiste bewaren tot in de huwelijksnacht.
Op hun twintigste trouwden ze, tegelijk. Omdat de familie maar één tiara bezat liet Mark twee diademen uit Engeland overkomen.
Een paar jaar later kondigden de kinderen aan dat ze zelf aan kinderen wilden beginnen. Maar dan moest er een ruimteprobleem opgelost worden, alle drie slaapkamers waren bezet. Mark kwam op het idee om met pensioen te gaan en zijn vader te vragen of hij het van hem over kon nemen. Die ging akkoord. Simone aarzelde om zo ver van haar kinderen vandaan te gaan, al wilde ze niet op hun lip zitten, maar ging overstag toen ze van de mogelijkheid van een webcam in de kinderkamer hoorde en dat ze zouden kunnen chatten, elkaar kunnen zien en horen. Pas toen alles beslist was kwamen ze op het idee om de leegstaande zolder in gebruik te nemen. Mark liet die snel ombouwen, er kwamen een logeerkamer, een badkamer en vier kinderkamers. De kinderkamers zouden ingericht worden zodra er kinderen groot genoeg waren om daar te gaan slapen. Mark en Simone namen de logeerkamer in gebruik, zodat er op de eerste etage een kinderkamer ingericht kon worden.
Het wachten op de toekomstige inwoners begon. De eerste was het dochtertje van Mike en Aimee, Emily. Simone regelde alles in huis, liet alleen de hulp aan Aimee zo veel mogelijk over aan Silvia, ondanks haar dikke buik. Toen een maand later Silvia uit het ziekenhuis kwam met een zoontje, Richard, hoefde ze die niet veel te helpen, Aimee was alweer snel ter been.
Twee maanden na de geboorte van Richard vertrokken Mark en Simone naar Engeland, eerder had Simone zich niet los kunnen maken. Alle heerlijke herinneringen aan de eerste maanden van de tweeling kwamen weer boven.
Mark nam, samen met Simone, het beheer van de eigendommen van de Wellingtenfamilie over van zijn vader. Ze lieten de butler, Thomas, met pensioen gaan en namen zijn zoon Thomas jr. als nieuwe aan. Die vroeg of ze het leegstaande portiershuis konden laten renoveren en aan hem verhuren. Door hem en zijn verloofde Tamara kwamen ze achter de woningnood in het dorp. Mark kon, als beheerder van het familievermogen, al snel alle huizen daarin opkopen. Hij nam Tamara in dienst als troubleshooter, om klachten en wensen van de bewoners in ontvangst te nemen en die zo veel mogelijk zelf af te handelen. Ze ging ook een krantje uitgeven, met daarin nieuws over de renovatie van de huizen en de nieuwbouw die gepland werd.
Zodra het portiershuis gerenoveerd was trouwden Thomas en Tamara. Ze waren net zo oud als de tweeling van Mark en Simone, maar hadden langer op elkaar gewacht, vanaf dat ze konden lopen.
Zodra de tekeningen van de nieuwbouwwoningen door het architectenbureau afgeleverd werden begon Tamara met het vragen om offertes aan bouwers en leveranciers. Al snel daarna begon het bouwen van een nieuwe straat, de Wellingten Avenue, met zesennegentig woningen. En de planning voor een camping met stacaravans begon, een gedeelte was bestemd voor bewoners die tijdens de renovatie van hun huis eruit zouden moeten.
De camping werd schitterend. Het meertje ernaast, waar eerst alleen jongens stiekem bloot zwommen, werd ook opgeknapt en toegankelijk voor meisjes. Er werd een beheerder aangenomen, John, die samen met zijn echtgenote Maureen alles en iedereen daar heel goed verzorgde.
Voor hun verdiensten werden Mark en Simone graaf en gravin; Tamara MBE, Member of The Most Excellent Order of the British Empire.




 

 Jaar 3  Week 3

Maandag

Thomas en Tamara werden wakker van de telefoon. Volgens de wekker was het een uur voordat die af zou lopen. Thomas pakte zijn telefoon.
‘Thomas.’
‘Ja, meneer. Onmiddellijk.’
Hij wachtte even, voordat hij de telefoon uitdeed.
‘Meneer? Mark?’
‘Ja. Hij zei alleen, Thomas, kom.’
Hij kleedde zich snel aan.
‘Raar. En zo vroeg.’
‘Ja, er moet iets bijzonders gebeurd zijn. Ik laat het je zo gauw mogelijk weten, als het je ook maar iets aangaat. Als je over een paar uur niets gehoord hebt is het puur zakelijk.’
‘Goed. Ik kom er ook uit, ik kan toch geen oog meer dichtdoen. Voor iets zakelijks zou Mark niet zo vroeg bellen.’
‘Misschien staat één van de boerderijen in de brand. Maar ik vroeg niets, dat leek me het beste. Als hij een toelichting had willen geven had hij het wel gedaan. Maar hij hing op.’
Hij kuste haar kort en liep vlug weg.

Een uur later vond Thomas Tamara in de keuken.
‘Ik zag je aankomen. Koffie?’
‘Nee, dank je. Kom naast me zitten.’
Hij ging aan tafel zitten, Tamara kwam naast hem.
‘Is er iets? Ik zag een auto wegrijden, maar het was een onbekende.’
‘Ja, er is iets. Eerst een inleiding. Heb je nog opa’s en oma’s?’
‘Nee, de een na de ander is overleden. De eerste toen ik heel klein was, de laatste, de moeder van mijn vader, een paar jaar geleden. Dat weet je toch?’
‘Ja, ongeveer. Je hebt je vader geholpen, hè, bij het afwikkelen van de zaken van zijn moeder?’
‘Ja. Ik heb haar ook haar laatste week verzorgd, samen met mijn moeder. Ze was op, zei ze zelf. Tja, in de tachtig. Ze wilde thuis overlijden, niet in een ziekenhuis of zo.’
‘Was het zwaar?’
‘Als het langer geduurd had wel. Voor mijn vader ook, hij kon niet zo snel goede hulp krijgen. Het had één voordeel, daarna, hij wist toen precies hoeveel mijn moeder en ik hielpen.’
‘Was je bij het overlijden van je oma?’
‘Ja, ik zat naast haar bed. Ze hield op met ademen.’
‘Had je het moeilijk?’
‘Ging wel. We zagen het aankomen, ik zei al, ze was op. De laatste dagen kon ze al niet meer praten. Alleen ja knikken of nee schudden. En als je haar hand vasthield een beetje knijpen.’
Hij pakte haar handen.
‘Ik wilde even weten, Tamara, hoe je tegenover sterfgevallen staat. Om je voor te bereiden.’
‘Wie is er overleden, Thomas? Iemand van het personeel?’
‘Nee, liefje. Erger.’
‘De oude meneer of mevrouw? Dat zou ik net zo erg vinden als iemand van het personeel. Voor Mark en Simone natuurlijk niet, maar ik had niet zo veel met ze. Ze waren aardig, maar we zagen ze zelden.’
‘Nee, veel en veel erger, liefste. . . . Simone.’
‘Simone? . . .  Dat kan toch niet? Ze mankeerde niets. Of toch? Of een ongeluk?’
‘Ik geloof niet dat ze iets mankeerde. Het was ook geen ongeluk. Ze is vannacht heel vredig heengegaan.’
De tranen liepen uit haar ogen.
‘Oh, Thomas. Hoe kan dat dan?’
‘Mark heeft het me verteld. Om de minuut een zin. Hij werd wakker van de stilte, zei hij. Dat gebeurde hem in Boston ook, als het ‘s nachts ging sneeuwen. Hij is uit bed gestapt om te kijken. Geen sneeuw. Toen realiseerde hij zich pas dat het hier nooit sneeuwt. Toen hij terug naar bed ging zag hij dat Simone niet ademde. Hij wist natuurlijk als chirurg genoeg om te weten wat hij doen moest. Maar ze was al te lang overleden, er was niets meer aan te doen.’
‘Oh, Thomas, wat vreselijk. Hoe is hij?’
‘Kapot. Om de minuut kan hij iets zeggen. Hij had de dokter al gebeld. Waarschijnlijk alleen maar gezegd, met Wellingten, kom. Toen mij. De dokter en ik waren gelijk bij de voordeur. De dokter heeft de lijkschouwer gebeld. Je hebt waarschijnlijk zijn auto gezien.’
‘Wat zei de dokter?’
‘Hartstilstand. De lijkschouwer ook. Ze stelden een autopsie voor. Maar Mark weigerde. Hij dacht niet dat het iets erfelijks was, dus onnodig. Bij Vivian is het wel gebeurd, daar heeft hij het toen moeilijk mee gehad. Hij wil nu beslist niet dat ze aan Simone komen. Ze gingen akkoord.’
‘Die arme Mark. Ik begrijp hem wel. Wat kan ik doen?’
‘Hem helpen, denk ik. Hij heeft naar je gevraagd. Haal Tamara, alsjeblieft. Voorzichtig.’
‘Ja, je was voorzichtig. Dank je wel. Maar toch.’
Ze legde haar hoofd op haar armen en huilde. Hij streek over haar hoofd. Na een paar minuten fluisterde ze, handdoek. Thomas pakte er één en gaf hem. Ze tilde haar hoofd op, droogde haar gezicht en keek hem aan.
‘Zullen we gaan?’
‘Als je zover bent, schat.’
‘Is hij nu alleen?’
‘Ik vroeg of hij dat niet erg vond, even, ik zou me haasten. Hij zei, ik ben niet alleen. Ga maar.’
‘Wat erg. Ik heb even gedacht hoe oma erbij lag. Heb je Simone gezien?’
‘Ja. Ze lijkt te slapen.’
‘Dan ben ik zover.’
Ze stonden op en liepen naar de Manor; Thomas ging haar voor naar de slaapkamer. Mark zat op een stoel naast het bed, voorovergebogen, met zijn hoofd tussen zijn handen. Tamara liep naar hem toe, omhelsde hem toen hij opstond. Ze stonden omarmd, tot Tamara zich losmaakte en Mark weer op de stoel drukte. Ze ging op haar hurken voor hem zitten en pakte zijn handen.
‘Mark, we praten er later over. Even praktisch. Heb je al wat gegeten of gedronken? Je hebt energie nodig.’
Hij schudde met zijn hoofd.
‘Koffie graag. Één sandwich.’
Tamara keek Thomas aan.
‘Is er iemand in de keuken?’
‘Iedereen is opgetrommeld. Ik bel wel. Hiernaast.’
Hij verdween in de woonkamer; hij was binnen de minuut weer terug.
‘Het wordt zo spoedig mogelijk in de woonkamer gebracht.’
Tamara was rustig bij Mark blijven zitten. Ze stond even op om naar Simone te kijken, ging toen weer op haar hurken zitten.
‘Thomas zei al, het is alsof ze slaapt.’
‘Was het maar zo.’
‘Ja. Ze slaapt voor eeuwig, Mark. Kan ik iets voor je doen?’
Het duurde even, voor hij sprak.
‘Thomas is een beste vent, maar ik praat liever tegen jou.’
‘Wat je maar wilt. Zullen we naar de woonkamer gaan? Je kan hier best af en toe gaan zitten, maar constant is niet goed.’
Hij stond op en keek naar Simone. Na een minuut trok Tamara hem voorzichtig mee naar de woonkamer, zette hem op de bank en ging naast hem zitten.
‘Weten de kinderen het al?’
Hij schudde weer met zijn hoofd.
‘Kan jij het doen?’
‘Natuurlijk. Mag het na de koffie? Ik wil even nadenken hoe ik het aanpak.’
Hij knikte.
‘Thomas, is er logeerruimte voor ze?’
‘Voldoende. Alles aan de andere kant van de trap.’
‘Goed. Mark, weten je ouders het al?’
‘Laat die maar slapen.’
‘Goed. Thomas, laat iemand me waarschuwen als ze op zijn. Dan ga ik naar ze toe.’
Thomas ging de gang op; hij kwam binnen de minuut weer terug, met een dienblad met drie koffie en drie sandwiches. Hij zette het blad op de salontafel. Tamara pakte een kop koffie en gaf die aan Mark. Daarna pakte ze voor zichzelf. Zodra ze de koffie ophad zette ze de kop op het dienblad, pakte de lege kop uit de hand van Mark, gaf hem een schoteltje met een sandwich en pakte er zelf ook één. Ze moest ook weer het lege schoteltje van Mark uit zijn hand halen, hij had automatisch gedronken en gegeten. Thomas bediende zichzelf vanuit een stoel aan de andere kant van de tafel.
‘Zal ik de kinderen ergens anders vandaan bellen, Mark?’
Hij schudde met zijn hoofd. Hij keek op zijn horloge.
‘Bel ze maar wakker, vóór ze naar hun werk gaan. Voorkeur één.’
‘Ja, ik vergat het tijdsverschil.’
Thomas zette de telefoon voor haar. Ze knikte en glimlachte naar hem. Ze koos het voorkeurnummer. Ze moest lang wachten voor er opgenomen werd.
‘Met Tamara. Ben je wakker genoeg voor een spoedgeval?’
‘Maak Jamie wakker. Na hem wil ik jou weer aan de lijn. Ik wacht.’
‘Nee, geduld. Ik wil eerst Jamie even.’
Ze moest weer een tijd wachten.
‘Met Tamara. Spoedgeval. Regel, over jullie andere buitenlijn, de overkomst van jullie allemaal. De eerste de beste gelegenheid, ongeacht de kosten. Open retour. Charter maar een jet, als dat sneller gaat. Geef me nu Mike weer.’
‘Mike, ik heb Jamie gevraagd jullie overkomst te regelen. Ik hoop nog tijdens dit gesprek te horen wanneer jullie hier kunnen zijn.’
‘Allemaal. Zo spoedig mogelijk. Regel na dit gesprek maar met jullie werk dat jullie ongeveer een week niet komen.’
‘Waar is Jamie nu? Kan hij je horen?’
‘Goed. Mike, ik ben niet met de reden begonnen, om Jamie jullie overkomst goed te laten regelen. De reden is een verschrikkelijk treurige. Een onwaarschijnlijk verschrikkelijk treurige. . . . Simone is overleden.’
‘Vannacht, in haar slaap, heel vredig. Het is nu nog net of ze alleen maar slaapt.’
‘Ze mankeerde niets. Maar toch een hartstilstand. Mark wil er geen onderzoek naar laten doen, de dokter en lijkschouwer zijn akkoord. Verdere details later.’
‘Ik zou het ook zo graag niet geloven. En nog veel meer voor Mark. En voor jullie. Ik hoop dat jullie hier snel kunnen zijn, om elkaar te steunen.’
‘Thomas en ik zijn bij hem. Hij wil liever zelf niet praten.’
‘Ja, geef maar. Mike, vertel je het de anderen voorzichtig?’
‘Goed. Sterkte.’
‘Ja?’
‘Acht uur vanavond onze tijd. Mooi. Thomas regelt vervoer aan deze kant en slaapplaatsen. Jamie, je hoort zo de reden van Mike. Ik wens jullie allemaal veel sterkte. Dag.’
Ze legde de telefoon neer.
‘Dank je, lief.’
‘Ja. Fijn, dat ze zo snel kunnen komen, hè? Thomas, vanavond om acht uur twee auto’s op Heathrow, uitgang British Airways, alsjeblieft. En genoeg personeel tot vanavond laat plannen. De kamers laten controleren. Als ze er niet meer staan, twee tweepersoonsbedden in de suite. Geschikte bedden voor de kinderen in de andere kamers. Speelgoed. De rest verzin je zelf wel. Nee, wacht even. Mark?’
‘Ja?’
‘Mogen de meisjes Simone verzorgen? Zullen we een mooie jurk voor haar uitzoeken?’
‘Goed. Kan ze daar blijven liggen?’
‘Voorlopig wel. In ieder geval tot de kinderen er zijn. Ik moet even doorgaan, Mark. Het personeel en veel anderen zullen ook afscheid willen nemen. Later. Beneden, in de zitkamer? In de hal hun namen laten noteren, en de zitkamer via de tuin verlaten?’
‘Goed. Niet in een kist. Eenpersoonsbed.’
‘Ja, zo lang mogelijk. Thomas, laat voor Mark een bed in het kantoor zetten.’
‘Nee. Ik wil de eerste van de vier kamers. Vlakbij de kinderen.’
‘Goed. Laat de meisjes op de gang wachten, Thomas. En vraag, of er steeds één bij Simone wil blijven, als er verder niemand bij is. Zullen we nu een jurk uit gaan zoeken, Mark?’
Ze ging met Mark naar de slaapkamer. Hij bleef naast het bed staan, Tamara zocht in de kasten een jurk op. Ze legde hem naast Simone op bed en ging naast Mark staan. Hij had tranen in zijn ogen. Ze pakte een hand van hem.
‘Wat is ze mooi, hè? Ze glimlacht een beetje. Net zoals ze deed als het even rustig was.’
‘Dan dacht ze aan iedereen die ze liefhad en die haar liefhad. Zei ze.’
‘Dat zijn er veel. Mark, we hebben het er een keer over gehad, dat je leven zo raar verlopen is. We wisten er toen geen ander woord voor. Je zei, het blijft raar, dat Vivian, waar ik vreselijk gelukkig mee was, moest overlijden om mij met Simone opnieuw zo gelukkig te laten worden. Het is nu weer zo raar, hè?’
‘Ja.’
‘Je hebt haar bijna dertig jaar vreselijk gelukkig gemaakt. En zij jou. En jullie jullie kinderen, kleinkinderen en vrienden. Maar toch veel te kort.’
Hij kneep even in haar hand.
‘We zullen over een paar dagen zonder haar verder moeten gaan. Zo oneerlijk, vooral voor jou.’
‘Ja.’
‘Ik blijf vandaag bij je. Als Silvia er is kan zij het overnemen, hè?’
‘Ja. Dank je, lief.’
‘Zullen we weer naar de woonkamer gaan?’
Hij draaide zich om en liep langzaam naar de woonkamer. Ze liep mee en wachtte tot hij zat.
‘Ik ga even terug, ik kom zo weer.’
Ze ging de slaapkamer in, deed de deur achter zich dicht, liep naar de gangdeur en deed die open. Francis stond in de gang, met een paar andere meisjes, allemaal met rode ogen.
‘Gaat het, Francis?’
‘Het is zóóóó treurig.’
‘Ja. Ik huil vreselijk, inwendig. Fijn, dat je meehelpt. Ik weet verder jullie namen niet zo snel. Dank jullie wel. Er ligt een jurk op bed. Francis, als jullie klaar zijn, klop dan even op de deur naar de woonkamer.’
‘Ja. Tamara, wil je, als het kan, meneer zeggen, dat al het personeel ook vreselijk treurig is. En met hem meeleeft, voor zover mogelijk.’
‘Ik doe het zo gauw mogelijk.’
 Ze ging via de gang de woonkamer in en naast Mark zitten.
‘De meisjes zorgen nu voor Simone. Ik moest je zeggen, dat al het personeel ook vreselijk treurig is. En met je meeleeft, voor zover mogelijk.’
Hij knikte. Thomas kwam de kamer binnen, weer met een dienblad met koffie en sandwiches. Hij zette het blad weer op de salontafel; deze keer hielp Mark zichzelf.
‘Wil je het nog ergens over hebben, Mark?’
‘Begrafenis.’
‘Op het familiekerkhof, hè, achter het rosarium?’
Hij knikte.
‘Van haar kant had ze al geen familie meer toen ze uit Nederland wegging. Al gauw hoorde ze bij mij en mijn familie.’
‘Die jullie zo fijn uitgebreid hebben.’
Toen er op de deur naar de slaapkamer geklopt werd keek Mark op.
‘De meisjes hebben alles in orde gemaakt. Zullen we weer even gaan kijken?’
Ze ging met Mark naast het bed staan.
‘Mooi, Mark. Haar hand met haar ringen op haar andere hand. Ze was er zo blij mee, hè?’
‘Ja, iedere dag. De eerste bij mijn aanzoek. Om als enige te dragen als we bij elkaar waren. Haar blootring, zei ze. Er kwam al gauw een tweede bij, haar trouwring. Die past erbij, zei ze. Mijn ontmaagdingring.’
‘Heel passend. Die ring, bedoel ik.’
‘Ja, lieve ondeugd.’
‘Kon wel, hè?’
‘Ja, jij mag dat. Ze was ook ondeugend, af en toe. Als ze in gezelschap me aankeek en haar ringen om haar vinger draaide.’
‘Ze heeft me al gauw geadviseerd ook eh ondeugend te worden.’
‘Ze heeft de kinderen ook zo fijn opgevoed. Oh, de jurk die ze in het paleis aanhad. Met gaasje.’
‘Ja. Ze heeft hem daarna alleen met jullie verjaardagen aangehad. Niet alleen omdat ze daarin gravin geworden was, ze vond het de mooiste die ze ooit gehad had. Afgezien van haar bruidsjapon. Die hangt er ook.’
‘Ja. Deze heb jij helpen uitzoeken.’
‘Ja. Iedereen die afscheid van haar komt nemen zal haar jurk herkennen. Ze hebben allemaal de video van in het paleis gezien.’
‘Doornroosje.’
‘O. . . . Nee, Mark, ongeveer het omgekeerde verhaal. Ze slaapt voor eeuwig, na bijna dertig jaar met haar prins geleefd te hebben. Ze heeft heel bijzonder geleefd, voor iedereen om haar heen ook. Ze eh heeft geen bijzonder afscheid van je kunnen nemen, hè?’
‘Nee. Lief welterusten gekust. Na twee keer.’
‘O. In ieder geval een fijne avond.’
‘Ja. Altijd zoiets. Overdag ook altijd fijn.’
‘Ja, ze was zo lief.’
Ze kon haar tranen niet meer tegenhouden. Mark kneep weer even in haar hand.
‘Je was haar derde dochter. Ze vond het jammer, dat ze niet, net zoals bij de anderen niet, op je lip kon zitten.’
‘Dat heeft ze me nooit rechtstreeks gezegd, geloof ik, maar ik weet, dat ze veel van me gehouden heeft. En andersom.’
‘Ik hoop, dat je wat vaker langs komt.’
‘Graag. Ik houd ook van jou, Mark. Ik blijf graag je derde dochter.’
Mark kneep weer even in haar hand. Ze gingen weer in de woonkamer zitten.
‘Ik begrijp het nog steeds niet, Mark.’
‘Toen we allebei in het ziekenhuis werkten hadden we twee keer per jaar een verplichte keuring. Heel uitgebreid. Toen ze bij me kwam heb ik geregeld dat ze die bleef krijgen. Hier wilden we het één keer per jaar doen, we eh hadden toch een rustig leven. Ze hebben nooit wat gevonden. Daarom laat ik het erbij, het komt vaker voor dat het hart zonder aanwijsbare oorzaak stopt. Op mijn operatietafel ook wel eens. Op de apparatuur was er niets bijzonders te zien, het stopte gewoon.’
‘Als je het niet erg vindt, hoe ging het bij Vivian?’
‘Op haar werk. Daarom was er een onderzoek vereist. Een zwakke slagader in haar hoofd. Tja, ze had nooit een bijzonder onderzoek gehad. Daarom stond ik er bij Simone op.’
‘We weten niet alles van tevoren. Het is goed geweest, dat je, ondanks je eh pech, toch met Simone begonnen bent. Jullie hebben samen een schitterende tijd gehad. Tja, wat ik al zei, raar, dat het zo moet eindigen.’
‘Ja.’
‘Ik hoop natuurlijk op langer, maar ik zou al blij zijn als Thomas en ik ook eh dertig jaar krijgen. Denk ik nu. Dan vast niet. Te kort, hè?’
‘Ja. Altijd te kort. Leef maar nog intensiever dan wij gedaan hebben.’
‘Veel meer kan niet. Nog even praktisch, Mark. Zullen de jongens van het personeel haar morgen naar beneden dragen?’
‘Nee, dat doe ik zelf. Kan wel, hè?’
‘Als jij dat wilt kan het. Wel later naar eh haar laatste rustplaats?’
‘Dat is te ver voor ze. Tot buiten. Regel bij een begrafenisonderneming een witte Rolls. Desnoods ergens vandaan invliegen.’
‘Ja, natuurlijk een Rolls. Morgen eh ochtend naar beneden? Daar twee dagen? Dan de begrafenis?’
‘Ja. Ik wil haar dan niet in de kist zien.’
‘Dat regelen we dan. Ik begrijp het, Mark. Ik zou Thomas, als hij eerder gaat dan ik, ook het liefst het laatst op bed zien liggen. Andersom ook vast.’
‘Ja, moet je doen. Die twee dagen. Tien tot twaalf, twee tot vier, acht tot tien. Goed?’
‘Ja, Mark. De rest is voor jou en de kinderen. De kleinkinderen maar niet, hè?’
‘Ik denk het niet. Maar dat beslissen de kinderen. Hoe stel je de tijden bekend?’
Ze keek op haar horloge.
‘Ik leg eerst wat uit. Het kerkje in het dorp wordt door alle gezindten gebruikt, er zijn te weinig mensen om er meer dan één kerk op na te houden. Ze regelen de tijden van de diensten onderling. Wanneer er iemand overlijdt en de familie het prijs op stelt, meestal wel, wordt de morgen na een overlijden om tien uur de klok geluid. Je zal hem hier niet horen, het is de Big Ben niet. Één minuut lang, één slag om de vijf seconden. Na een slag of drie, vier, staat iedereen buiten, ligt de telefooncentrale bijna plat en vijf minuten later weet iedereen om wie het gaat. Wil je je aansluiten bij die gewoonte? Het kan nog, vandaag.’
‘Nu? Twee minuten?’
‘Ja, passend. Thomas, bel je de koster?’
Thomas knikte en ging de gang op.
‘Thomas licht ook het personeel in, over de tijden, die vertellen het in het dorp wel verder. Vanavond weet iedereen het.’
‘Goed. Ik wil gaan liggen. Zou de eerste kamer klaar zijn?’
‘Ik kijk even.’
Ze was snel terug.
‘Ja. Ik loop met je mee.’
‘Is er iemand bij Simone?’
‘Ja. Er zat een meisje op de gang te wachten, die is nu bij haar.’
In de slaapkamer hielp ze hem uit zijn ochtendjas en legde de sprei over hem, nadat hij op bed was gaan liggen. Ze gaf hem een kusje op zijn voorhoofd.
‘Zal ik je komen halen voor de lunch?’
‘Doe maar wat je denkt dat het beste voor me is. Dank je, lief.’
Ze ging zachtjes de kamer uit, terug naar de woonkamer. Thomas was er, ze omhelsden elkaar. Ze huilde een tijd, Thomas had tranen in zijn ogen. Ze gingen op de bank zitten.
‘Onbegrijpelijk. Zóóóó treurig.’
‘Ja, schat. Je hebt Mark goed geholpen.’
‘Jij ook. Meer kunnen we niet doen, hè?’
‘Nee. Schuif het zakelijke maar naar mij, blijf fijn met Mark praten.’
‘Hij rust nu. Ik ga tegen lunchtijd kijken. Als hij diep in slaap is laat ik hem slapen. Anders gaan we lunchen. Daarna, en daarvoor, zal hij bij Simone willen kijken. Dan misschien weer rusten. We zien wel. Ik wil graag dat hij genoeg uitgerust is als de kinderen komen. Dat wordt weer zwaar.’
‘Ja. We blijven dan op de achtergrond, hè?’
‘Natuurlijk. Helpen als het nodig is. Pas naar huis als ze allemaal in bed liggen, hè?’
‘Waarschijnlijk wel. Red je dat?’
‘Ja. Dat moet. Jij?’
‘Ja, het moet. Niet vanwege ons werk, maar voor onze vriendschap. Liefde. Voor Simone en Mark. En de kinderen.’
‘Ja. Fijn gezegd, schat. Dank je.’
‘We helpen elkaar ook. Ik wil nu naar mijn kantoor. Verder regelen, en alles wat ik geregeld heb op papier zetten, voor het overzicht. Ik zal ook kinderbedjes regelen. Maar twee bij twee, hè? Dan blijft er één kamer over om in te spelen. Speelgoed regel ik ook wel. Ik weet één ding nog niet. De begrafenis. ‘s Morgens of ‘s middags?’
‘O. Geen idee. Dat moet Mark maar overleggen met de kinderen.’
‘Goed. Voor de Rolls maar de kortste route van de voordeur naar de begraafplaats, hè?’
‘Ja, Mark heeft genoeg tijd gegeven om iedereen afscheid te kunnen laten nemen. Ook ‘s avonds, voor wie geen vrij kan krijgen. Zou het druk worden?’
‘Ja. Niet uit nieuwsgierigheid, zo zijn ze hier niet, dat weet je. Maar uit respect. Voor Simone én voor Mark. Ik wil aan Mike en Jamie vragen of ze die uren in de zitkamer de condoleances in ontvangst willen nemen. Silvia en Aimee willen misschien ook wel. Mark wil ik het niet vragen.’
‘Nee, dat zou te zwaar voor hem zijn. Goed bedacht.’
‘O, de oude meneer en mevrouw belden voor hun ontbijt. Ik had gezegd ze dan met mij door te verbinden. Ik heb ze gevraagd, of jij ze eerst kon spreken.’
‘Dan ga ik gelijk naar ze toe. Daarna ga ik hier op de bank liggen. Kijk je even, tegen lunchtijd, of ik wakker ben? Of ben jíj aan slaap toe?’
‘Nu niet, ik heb te veel te doen. Misschien kan ik me vanmiddag een paar uur vrijmaken. Tot straks.’
Ze kusten elkaar, Thomas ging de deur uit en Tamara ging naar de ouders van Mark.


Thomas schudde haar zachtjes wakker. Ze haalde kleding voor Mark uit de slaapkamer en nam die mee naar Mark. Die sliep vast, ze ging weer zachtjes weg. Ze lunchte met Thomas en wat personeel, er sprak niemand. Daarna gingen ze weer naar de woonkamer.
‘Je moet hem maar vaak opzoeken. Iedere dag. Ook in het weekeind. Hij moet niet wegkwijnen. Ook blijven chatten met de kinderen.’
‘Ja, dat doe ik. Hij vroeg zelf ook of ik vaker kom. Thomas, misschien voorlopig ook als jij vrij bent.’
‘Mark gaat voor, zo lang je het nodig vindt.’
‘Fijn. Dank je. Wat nu?’
‘Het lijkt me het beste, dat je naast zijn bed gaat zitten. Ik ga in de tweede kamer op bed liggen. Kijk voor etenstijd even of ik nog slaap. We moeten maar samen met Mark dineren. Ik heb een eenvoudige maaltijd besteld.’
‘De oude meneer en mevrouw wilden Mark laten slapen, ze zijn wel even bij Simone geweest.’
‘Hoe waren ze eronder?’
‘Vreselijk geschokt. We weten dat ze niet zo vaak kontact hadden, maar ik denk toch, dat dit ze een jaar van hun leven kost.’
‘Mark vast ook.’
‘Minstens. Ze willen voor etenstijd met hem bij Simone kijken. Ze vroegen ook al, of wij vanavond met hun en Mark wilden dineren.’
‘Fijn van ze. Ik check met de keuken nog even of ze op vijf man rekenen. Voor de kinderen is er vanavond van alles. Tja, met het risico dat er veel overblijft, maar dat geeft niet. Het mag ze aan niets ontbreken.’
‘Nee, veel eten zullen ze niet. Maar drinken moeten ze. Meneer en mevrouw willen de kinderen liever pas morgen ontmoeten. Waarschijnlijk omdat ze denken dat ze dat vandaag niet meer aankunnen. Ben ik niet te praktisch, Thomas? Het lijkt misschien ongevoelig.’
‘Ik weet wel beter, schat. We lopen allebei inwendig te huilen, hè?’
‘Ja. Hij wil haar morgen zelf naar beneden dragen. Blijf je dan bij hem? Dat is zwaar. Vooral de trap af.’
‘Hij redt het wel. Hij wil, dus gaat het. Het personeel blijft uit zicht.’
‘Goed. Wie eh leggen haar in de kist?’
‘De begrafenisonderneming. Met niemand erbij. Er komt een witte Rolls voor eh een baar uit Londen. Op tijd.’
‘Mooi. Ga je mee?’
Ze liepen naar de andere vleugel, Tamara verdween in de eerste kamer, Thomas in de tweede.


Tamara schok wakker van de stem van Mark. Ze had zitten dommelen.
‘Hoe laat is het?’
‘Drie uur. Er ligt kleding voor je op de stoel naast het bed. Kom je zo naar de woonkamer?’
‘Goed.’


‘Ik heb een sandwich en thee voor je besteld.’
‘Thee? O, je bent hier nog nooit ‘s middags geweest, hè? Thee! Engels wicht! Drink die zelf maar op en bestel voor mij koffie en sinasappelsap. Dat hadden ze in de keuken moeten weten.’
‘Ik heb geen namen genoemd, alleen besteld. Ik zal het overdoen.’
Ze pakte de telefoon en koos een nummer.
‘Met Tamara. Is mijn bestelling voor de woonkamer al onderweg?’
‘Dan graag ook voor meneer zijn koffie, sinasappelsap en zijn lekkerste sandwich.’
Ze legde de telefoon weer neer.
‘Dank je. Je drinkt hier meestal ‘s morgens koffie. Hoe vind je die?’
‘Beter dan de Engelse. Ook beter dan ik van Amerikaanse verwachtte.’
‘Het is geen Engelse, maar ook geen Amerikaanse. Al gauw nadat ze bij me in huis kwam klaagde ze een keer over de flauwe koffie. Ik heb haar via Internet Nederlandse koffie laten kopen. Het beviel mij ook wel, dus zijn we het blijven doen. Hier ook.’
Thomas kwam ook de woonkamer in. Hij ging weer in de stoel zitten.
‘Ik ben even naar mijn plaatsvervanger geweest. Mark, het personeel verzoekt om rouwbanden te mogen dragen.’
‘Verzoekt?’
‘Ja, in het dorp wordt altijd eerst aan de familie gevraagd of die er prijs op stelt. Ze willen het graag, Mark, uit respect, niet uit gewoonte dus.’
‘Dan stel ik er prijs op. Je hebt waarschijnlijk de werkzaamheden beperkt?’
‘Ja, ze doen alleen wat nodig is. Ik wilde er naar huis sturen, maar dat wilden ze niet. Ze willen allemaal, omstebeurt, iets doen. Ook waken bij Simone, zowel de jongens als de meisjes. En overmorgen en de dag erna de bezoekers begeleiden. Nette kleding, natuurlijk.’
‘Jullie, en de kinderen, geen rouwbanden. Geen erg donkere kleding, gewoon nette.’
‘Ja, Mark. Wil je wat uit het dorp horen? Meerdere verslagen gecombineerd?’
Mark knikte.
‘Na drie, vier slagen van de klok stond iedereen buiten. Doodstil, omdat het nog geen tien uur was. Toen het klokgelui langer duurde dan één minuut ging iedereen erg bezorgd kijken, en fluisteren, ze begonnen te vermoeden, dat er iets in de Manor gebeurd was. Dat had je goed voorzien.’
Mark knikte weer.
‘Toen begon het gepraat en gebel. De één na de ander ging weer naar binnen, de meeste vrouwen met tranen in hun ogen. De ene na de andere man kwam weer even naar buiten, met rode ogen, om de vlag uit te steken. Halfstok. Er kwamen steeds meer vlaggen bij. Het zijn er al honderden. Ik verwacht dat er na vijven, wanneer de meeste mensen thuis zijn, er bijna overal één uitgestoken is. Opmerkelijk, Mark, anders wordt er weinig gevlagd. Ook weinig wanneer de Koningin haar verjaardag viert.’
Mark knikte.
‘Het verwondert me niet zo. Ze ging ongeveer één keer per week winkelen in het dorp.’
‘Ja, winkels kijken, ze kocht zelden iets, zei ze. Ik ben één keer meegegaan, het ligt me niet, om lang met andere klanten te praten.’
‘Dat deed ze, maar nog meer, Tamara. Ze kwam nooit ver. Ze werd altijd door iemand, meestal een vrouw, gevraagd om mee naar huis te gaan. Zogenaamd om het te bekijken, maar ze vroegen haar altijd om raad.’
‘O. Dat wist ik niet.’
‘Ik kwam er ook pas na een paar maanden achter. Toen ze een keer erg laat terugkwam, met lege handen. Ze was een tweede keer aangeschoten, voor iets wat niet uitgesteld kon worden.’
‘Dan snap ik het. Het is natuurlijk doorverteld. Zonder bijzonderheden, maar dat ze goed advies gaf. Daar twijfel ik niet aan.’
‘Ik ook niet. Daarop aansluitend, Mark, ik heb een krans van jou en één van de kinderen en kleinkinderen besteld. Een aparte voor de kleinkinderen leek me overbodig, ze zijn te jong, gelukkig, om het te beseffen. Ze worden morgen rond de middag afgeleverd. Dan kunnen ze in de zitkamer opgesteld worden.’
‘Goed, Thomas.’
‘En één van het personeel.’
Hij knikte.
‘En, na overleg met John, Maureen, Ian en Francis, een gezamenlijke van hun, Tamara en mij. Jullie kinderen hier.’
‘Dank je, Thomas.’
‘Fijn, Thomas. Ik had ze ook kunnen bellen, hoor.’
‘Daarover heb ik gedacht, ik leg later wel uit waarom ik het zelf gedaan heb. Even verder. De bloemist belde net. Hij wordt overstelpt door bestellingen voor overmorgen en de dag erna. Hij verwacht er over de duizend. Hij vroeg advies, hij redt het niet, en het zou vast te veel worden voor hier. Ik heb beloofd terug te bellen, maar ik weet geen raad. We kunnen de mensen niet verbieden bloemen mee te brengen.’
‘Tamara?’
‘O. Ik weet het zo gauw ook niet. Laat me even denken. Neem een sandwich en thee, Thomas.’
Ze waren even stil.
‘Na wat je net vertelde, Mark, verwondert die duizend me niet. Ook omdat er zoveel gevlagd wordt. Zoveel bossen bloemen of kransen kunnen we inderdaad niet kwijt. Ik heb wat anders bedacht. In stijl. Als ik hier vroeg was, was Simone soms bezig om de bloemen, altijd rozen uit het rosarium, te herschikken. Die hier ook, neem ik aan, ik zag het in ieder geval op kantoor. Ze was niet gauw tevreden hoe ze in de vaas stonden. Één keer zei je, het is tijd voor nieuwe. Simone zei, ze kunnen nog wel een dagje mee. Je zei, nee, er moet niet nog meer verschil ontstaan tussen hun schoonheid en de jouwe dan er al zit als ze vers zijn. Ze knuffelde je even. Zo mooi.’
‘Ja. Zo ging het vaak. Over alle mogelijke dingen. Die keer had ík een mooie vondst, maar we hielden elkaar aardig in evenwicht.’
‘Ja, ik hoorde wel eens vaker iets. Thomas, de bloemist moet morgenochtend op de veiling vijftienhonderd rozen inkopen. Maakt niet uit welke kleur of van welk soort, in het rosarium staan ook meerdere soorten, ook vroegbloeiers en laatbloeiers, om het hele jaar rozen te hebben. Voor de paar wintermaanden is er een kasje, achter het gebouwtje van de hovenier, achterin de tuin.’
‘Ja, ik weet het, ik ben er al een paar keer geweest. Voor een praatje. Ik vroeg of hij daar erge vroegbloeiers of erge laatbloeiers had. Allebei, zei hij. Zolang ik hier werk heb ik maar een paar keer buitenlandse rozen moeten kopen om het huis van verse rozen te kunnen voorzien. Wat mij betreft heeft hij alles prima op orde.’
‘Ja. De bloemist moet jeugd regelen, om de stelen te voorzien van natte watten en aluminiumfolie, dan blijven ze langer goed. Dan kan er ook vooruit gewerkt worden. Hij moet iedereen adviseren per persoon één roos te nemen, op wens van de familie. Dat doen ze dan. Dat kunnen we wel aan. Eh vier kransen en duizenden rozen. Anders komen er veel te veel kransen, van alle verenigingen en zo, ik ken ze. Mark, zo zou Simone er ook over denken, hè?’
Mark knikte.
‘Ja. Dank je, lief.’
‘De bloemist kan de dagen erna ‘s morgens inkopen wat hij nodig vindt. Hij moet ruim inkopen, wat hij overhoudt vergoeden we. We beperken de mensen al, er moeten er genoeg zijn. Verder, laat het bed in de zitkamer een beetje tegen de muur zetten, Thomas. Ervoor lage tafeltjes, daar kunnen de mensen dan hun roos neerleggen. En komen ze niet te dichtbij Simone. Als de tafels bijna vol zijn moet het personeel de helft weghalen, meer niet, anders staat het zo leeg. Wat ze weggehaald hebben moeten ze buiten op de trap neerleggen, aan beide zijden. De mensen kunnen daar tussendoor, en later de jongens met eh de kist. Oh, die bloemen op de trap in manden, of zoiets. Als de jongens voorbij zijn kunnen ze meegenomen worden, om eh bij de laatste rustplaats van Simone gelegd te worden. Met de kransen.’
‘Dank je wel, lieve troubleshooter.’
‘Ja, schat, in stijl. Ik bel de bloemist straks. Je vader heeft me gebeld, Mark. Spoedtelegrammen naar alle familieleden. Er is iemand met de adreslijst naar het postkantoor in de stad. Ik houd bij wat er binnenkomt, je krijgt een overzicht, in ieder geval.’
‘Later. Stuur ook een telegram aan Hare Majesteit.’
‘O. Ja. Heel correct.’
‘Niet te correct, Thomas. Laat Tamara het opstellen. Kunnen we vroeg dineren? Halfzes? Ik wil daarna rusten, tot de kinderen er zijn. Een uur of negen, hè?’
‘Ja. Alles wordt geregeld, Mark.’
‘Goed. Ik ga nu maar naar mijn ouders. We gaan vast bij Simone kijken. Ik zie jullie wel bij het diner. O. Tamara, een krantje?’
‘Ik heb er aan gedacht. Maar ik kan niets verzinnen, ik eh zit dicht. Alleen de tijden voor het afscheid nemen, maar die weet iedereen toch wel op tijd.’
‘Er worden, behalve naar de familie, geen berichten verstuurd of advertenties geplaatst. Maar het dorp gaat me aan het hart, Tamara. Dat ging het Simone ook, ze adviseerde iedereen graag. En ze leven zo mee, je hoorde het, met vlaggen en bloemen bestellen. Dat waardeer ik erg. Ik zou toch graag willen dat je iets opstelt. Een paar regels en de tijden, meer niet. Dan hebben de mensen iets in handen, ook om te bewaren, als ze dat willen. Ik zou je het niet vragen als ik dacht dat je het niet aan zou kunnen, lief. Alsjeblieft?’
‘Ja, Mark. Ik ga er zo thuis aan beginnen.’
‘Dank jullie wel voor jullie goede zorgen.’
‘We zijn er toch om dat te doen? Maar nu niet als dienstbetrekking, Mark.’
‘Ik weet het. Ik zal het nooit vergeten.’
‘Zal ik met je meelopen?’
‘Nee, ik red het wel, Tamara. Tot straks.’
Mark slofte de kamer uit. Thomas kwam naast Tamara zitten
‘Hij komt al wat bij, hè? Het moet verschrikkelijk geweest zijn, het te ontdekken.’
‘Ja. Maar vergeet zijn achtergrond niet, Thomas. Opgevoed met stijl, en zo. Zelfs Renee is dat opgevallen, dat eh scharrelen deed hij ook met stijl. Na lang en vast hard studeren is hij chirurg geworden. In het ziekenhuis zijn er onder zijn mes, zoals dat heet, ook gestorven. Niet dat hij daar wat aan kon doen, dat gebeurt natuurlijk.’
‘Ja, niet iedereen overleeft een operatie. Maar toch. Zijn echtgenote. Ik zou het niet weten van ellende als jou wat zou overkomen.’
‘Niet aan denken. Waarom wilde je John, Maureen en Ian zelf bellen?’
‘Jij hebt het al zwaar genoeg.’
‘Toch niet zwaarder dan jij?’
‘Ja, lieverd. Hij heeft jou gevraagd om tegen te praten. Dat begrijp ik, jullie tweeën hebben beter contact dan hij en ik. Maar dat is zwaarder dan wat ik doe, zorgen dat alles goed gaat lopen.’
‘Maar je vindt het toch net zo verschrikkelijk als ik?’
‘Ik vind het verschrikkelijk. Maar ik leg iets uit, schat. Ik ben opgevoed met een mijnheer en mevrouw op afstand, ik hoorde er iedere dag over. Toen ik in de garage ging werken voelde ik niet dat ik voor een mijnheer en mevrouw werkte, ik werkte voor een bedrijf, met hun aan de leiding, maar ik zag ze zelden, ik heb ze maar een enkele keer gereden. Toen ik butler kon worden ging ik uit van de verwachtingen die ik had door de verhalen van mijn vader. Maar ik werd behoorlijk geschokt toen de nieuwe meneer en mevrouw totaal niet afstandelijk bleken. Ik eh ben daar nog steeds niet helemaal aan gewend. Ik mocht ze ontzettend graag, maar ik kon nog niet zoveel voor ze voelen als jij. Jij was gewend met mensen om te gaan, ongeacht rang of stand. Jij voelde niet zoals ik, dat je bij hun in dienst was, je zag je werk als helpen, naast het voor mij zorgen. Ik weet niet of je me kan volgen, maar beter kan ik het niet uitleggen.’
‘Ik begrijp wel wat je bedoelt. Natuurlijk kan je die meer dan twintig jaar voordat je met hun in contact kwam niet in één keer vergeten, dat zit te diep in je. Bovendien, Thomas, ben je een man, mijn vader had het met het overlijden van zijn moeder minder moeilijk dan mijn moeder. Tenminste, zichtbaar of merkbaar. Goed, je mag denken dat het voor mij zwaarder is, maar we vinden het vast allebei even verschrikkelijk. Hoe reageerden ze?’
‘Ian had het al gehoord, waarschijnlijk van Francis. Op de camping kreeg ik Maureen aan de lijn, die wist nog van niets, hoorde ik, ze nam normaal op. Ik vroeg of ze de klok gehoord had. Ja, het was niet het normale luiden voor een dienst. John had gezegd, we horen vast gauw wat er aan de hand is. Toen moest ik het vertellen. Dat was zwaar. Ik laat het hier graag bij, je zal binnenkort wel van haar horen hoe het gesprek verlopen is.’
‘Het was vast beter dat jij gebeld hebt. Als ik het Maureen had moeten vertellen was ik vast gaan janken.’
‘Zoek ze maar op, zo gauw je het aankan.’
‘Als ik een krantje verzonnen heb moet ik naar het dorp, om te kopiëren en ze te verspreiden. Dat word ik vast ook aangesproken. Ik hoop dat ik het aankan. Naar John en Maureen ga ik vandaag nog niet.’
‘Je moet je flink houden tot na de aankomst van de kinderen. Zodra je denkt dat de kinderen het met Mark redden moet je naar huis gaan. Dat probeer ik dan ook. Dan kunnen we samen eh. . . . Ik weet het niet.’
‘Samen zijn. En treuren.’
‘Ja. Verzin je ook nog een niet te correct telegram voor Hare Majesteit?’
‘Ja, dat moet ook vandaag nog. Tot hoe laat kan dat?’
‘Vast dag en nacht, telefonisch. Desnoods bel ik naar het paleis om te vragen hoe het moet. Daar heeft ook altijd iemand dienst.’
‘Goed bedacht.’
Ze kusten elkaar kort. Tamara ging naar huis, Thomas naar zijn kantoor.


Na een uur belde Tamara Thomas.
‘Ik heb een ontwerp voor een telegram aan Hare Majesteit. Zeg het maar of het goed is. Pen en papier bij de hand?’
‘Ja, dikteer maar.’
‘Majesteit, Simone, mijn dierbare echtgenote, is vannacht in haar slaap heengegaan. Vredig, maar volkomen onverwacht. Ik kan niet beschrijven hoe ik haar zal missen. Ondertekening, Mark Wellingten.’
‘Heel mooi. Dank je wel. Ik bel het gelijk door. Lukt het krantje?’
‘Dat wordt net zoiets. Ik ga zo naar het dorp. Ik bel je als ik terug ben, maar dat kan even duren.’
‘Ja. Houd je flink, liefste.’
‘Gaat het met jou?’
‘Ja, wat ik al zo ongeveer zei, ik moet zakelijk bezig zijn, van alles regelen. Dat laat me niet veel tijd voor gevoelens.’
‘Nee, maar ik weet dat je ze hebt. Veel. Tot straks.’


Het diner begon in stilte. Tijdens het afruimen van de soepborden en het opdienen van het hoofdgerecht kwam een dienstmeisje aarzelend de eetkamer binnen, met een envelop in haar hand. Thomas wenkte haar en nam de envelop aan. Hij wierp er een blik op.
‘Mark, een telegram van Hare Majesteit.’
‘Lees maar voor.’
Thomas maakte het telegram open.
‘Aan graaf Wellingten. Inhoud, Mijn innige deelneming, Mark. Getekend, Liz.’
‘Aardig van haar. Wat is er verstuurd?’
‘Wat Tamara verzonnen heeft. Tamara?’
‘Majesteit, Simone, mijn dierbare echtgenote, is vannacht in haar slaap heengegaan. Vredig, maar volkomen onverwacht. Ik kan niet beschrijven hoe ik haar zal missen. Ondertekening, Mark Wellingten.’
‘Dank je wel, lief. Heel mooi.’
Ze begonnen aan het hoofdgerecht, maar voordat de borden leeg waren legde Mark zijn bestek neer.
‘Heb je een krantje voor elkaar kunnen krijgen, Tamara?’
‘Ja, met ongeveer dezelfde tekst als in het telegram. Meer ging niet. Ik wil graag volgende week, of de week erna, wat over Simone schrijven, als je het goedvindt.’
‘Wat? Ongeveer?’
‘Over haar leven. Dat ze naar de Verenigde Staten geëmigreerd is, en wat ze meegemaakt heeft. En wat ze voor goeds voor het dorp gedaan heeft.’
‘Zou je het erg vinden om het mij, bij wijze van uitzondering, van tevoren te laten zien?’
‘Helemaal niet. Ik heb me altijd heel vereerd gevoeld dat je de krantjes niet van tevoren wilde zien. En me alles toevertrouwde bij mijn verdere werk.’
‘Simone zag wat in je, en ik ging op haar oordeel af. Ze had, zoals altijd, gelijk. Je kan heel veel aan. Geef me nu maar dat krantje uit je tas. Je hebt er vast één bij je.’
‘Ja, Mark.’
Ze pakte haar tasje en gaf Mark een krantje. Hij las het en gaf het aan zijn vader.






Simone


    De echtgenote van Mark Wellington, onze geliefde Simone, is vannacht in haar slaap
    heengegaan. Vredig, maar volkomen onverwacht. Het kan niet beschreven worden
    hoe ze gemist zal worden.

    Gelegenheid tot afscheid nemen woensdag en donderdag ‘s morgens van tien tot twaalf,
    ‘s middags van twee tot vier en ‘s avonds van acht tot tien.
    Bloemen gaarne in overleg met de bloemist.

    De begrafenis op het familiekerkhof zal vrijdagmorgen in besloten kring plaatsvinden.

 
   Het Wellingten Nieuws
   Jaargang 3, nummer 1, weeknummer 3, maandag.





‘Dank je wel, lief. Onmiskenbaar jouw woordkeus.’
‘Toch iets niet goed?’
‘Heel goed. Ik bedoel, een hele mooie woordkeus, voor iedereen.’
‘Ik heb op de site hetzelfde gezet. Ik moest onder het schrijven aan jullie vriend Ralph denken, hoe mooi die schrijft, op zijn website. Ik heb zijn site een keer bekeken, voor jullie trouwfoto’s, en hem het adres van de onze gestuurd, niet lang nadat ik daarmee begonnen was. Hij kijkt regelmatig, Mark, hij stuurt me af en toe lief commentaar, met een CC aan jullie. Je wilde verder geen berichten versturen, maar mag ik hem een mailtje sturen?’
‘Ja. Laat hem Karen en Renee inlichten, dat doet hij vast mooi.’
‘Ja. Heeft hij hun adressen?’
‘Van Karen vast wel, anders gaat hij wel naar de administratie van het ziekenhuis. Karen weet Renee wel te bereiken.’
‘Prima. O, mag ik even naar mijn mail kijken? Misschien heeft Ralph al gemaild.’
‘Kan je dat, hiervandaan? Anders kijk ik wel naar de mijne. Alleen voor zijn bericht, de rest moet wachten.’
‘Ik kan met webmail kijken, ik heb les gehad van de slimste hobbyist in het dorp. Naar de rest kijk ik ook pas later.’
Ze zette de computer aan en tikte een paar keer wat op de toetsen van het toetsenbord.
‘Ja, hij heeft al gemaild. Aan jou en mij. Lieve Tamara en Mark. Mijn innige deelneming. Ik ben zo geschokt. Het is haast niet te geloven dat we onze koningin zullen moeten missen. Het doet erg pijn, al is die natuurlijk niets vergeleken met die van jou, Mark. En jullie kinderen. Jullie kleinkinderen weten gelukkig nog van niets, maar jullie zullen ze later vast veel vertellen over hun geweldige oma. Ik wens jullie heel veel sterkte. Een diep bedroefde Ralph. Wat mooi.’
‘Ja. Het is een lieve jongen.’
‘Nog een P.S. Ik ben zo vrij geweest om een afdruk van het krantje op het publicatiebord van het ziekenhuis te hangen. Ik wacht met wat op mijn site zetten op wat Tamara ongetwijfeld over enige tijd in haar krantje gaat zetten. En een P.P.S. Iedereen die Simone gekend heeft komt met me praten. De meeste hadden het adres van jullie site van me gekregen en volgden haar op afstand. Ze gunden haar zo het geluk wat ze gevonden had. Ze zijn allemaal ook geschokt over het veel te vroege verlies van hun vriendin.’
‘Ja. Jammer dat hij niet rekenen kan, het is een geweldig jong. Nodig hem maar een keer uit. Op onze kosten.’
‘Hij zal vast graag komen. Mark, Thomas en ik dachten eerst je met de kinderen te laten overleggen, of de begrafenis vrijdagmorgen of middag plaats moet vinden. Maar bij het maken van het krantje bedacht ik, dat ik beter ‘s morgens voor kon stellen. Als het niet goed is kan het veranderd worden. Mark, dat wordt weer een zware dag. Maar het is beter om het afscheid niet te lang uit te stellen.’
‘Ik weet het, lief. Het is goed zo.’
De vader van Mark gaf het krantje door aan zijn vrouw.
‘Heel mooi gevonden, Tamara. Eerst haar hoofdbezigheid, haar liefste bezigheid, echtgenote. Dan, onze geliefde Simone. Ja, geliefd door de familie, het personeel en iedereen in het dorp. En Hare Majesteit. Anders had die formeler gereageerd. Schrijf je haar nog uitvoeriger, Mark?’
‘Nee, we hadden toch geen contact, afgezien van die ene keer? Al was dat erg prettig. Ze wist natuurlijk wel wat van ons, door haar onderzoek. En door de krantjes. Stuur er haar maar weer een, Tamara.’
‘Is al onderweg.’
‘Tja, dat had ik kunnen weten. Dank je.’
‘Je hebt fijne hulp, Mark.’
‘Meneer, ik zei het al eerder tegen hem, we zijn er om voor hem te zorgen. Maar nu niet als dienstbetrekking. Uit vriendschap, liefde.’
‘Ja. Vader, moeder, Tamara, Thomas, jullie weten dat ik dit eerder meegemaakt heb. Ik was hier natuurlijk weer niet op voorbereid. Alweer véél en véél te vroeg. Na het overlijden van Vivian heb ik me op de been gehouden door veel te werken en te zorgen voor mijn schoonvader. Die had het natuurlijk ook zwaar. Al eerder zijn echtgenote verloren en toen zijn enige dochter. We zijn verhuisd, dat houdt een mens ook een tijd bezig. Na gelukkig een niet al te lange tijd kwam Simone in ons leven. Ze vond het helemaal niet erg dat ik eerder getrouwd was geweest, ik had Vivian heel gelukkig gemaakt. Dat hoorde ze niet alleen van mij, ook mijn schoonvader verzekerde haar dat. Jullie weten hoe gelukkig we zijn geweest. Lang, maar toch veel te kort. Met z’n tweeën, en met onze kinderen. Later met hun verkeringen, die hun echtgenoten werden. Ze hebben nu zelf kinderen, ieder stel twee. We hadden veel contact, ondanks de grote afstand. We hebben ontzettend fijne feestdagen bij ze gehad. Gisteren hebben we nog gechat, met ze gepraat en de kleinkinderen gezien. Ik vind het heel fijn dat ze vanavond al komen. En dat we gezamenlijk afscheid van Simone kunnen nemen. Thomas en Tamara, jullie hebben me geweldig opgevangen. Jullie zullen vast wat uit het zicht willen verdwijnen als de kinderen er zijn, zo bescheiden zijn jullie wel. Doe het niet te veel, de kinderen willen vast ook graag met jullie praten. Tamara heeft me toegezegd, Thomas, om als ze weer weg zijn wat vaker bij me langs te komen. Natuurlijk zo veel mogelijk als jij toch aan het werk bent. Met jullie hulp hoop ik me dan er door te slaan. Ik ga nu rusten, tot de kinderen er zijn.’
Hij stond op en ging de eetkamer uit. De anderen hadden ook geen zin meer in eten. Meneer en mevrouw gingen naar hun vertrekken, Thomas naar zijn kantoor en Tamara naar huis.


Silvia vloog de woonkamer binnen en Mark om de hals. Ze huilde hartverscheurend; bij Mark liepen de tranen ook over zijn wangen. Na even liet hij haar met één arm los, wenkte Aimee, en omarmde haar ook. Hij knikte naar Mike en Jamie.
Ze gingen met z’n allen bij Simone kijken.


Dinsdag

Het was een stille tocht, even na tienen, van de slaapkamer naar beneden. Mark had Simone in zijn armen, Thomas liep een pas voor. De gangen en de trap waren verlaten, niemand liet zich zien. In de zitkamer legde Mark Simone op het opengeslagen bed en ging met Thomas naar buiten kijken. Tamara en Francis hadden staan wachten, ze legden Simone goed, sloegen de dekens dicht en legden de handen van Simone daarop, de hand met de ringen op de andere.
‘Ze is mooier dan alle tekeningen die ik van Doornroosje gezien heb, Mark.’
Mark en Thomas kwamen naast Tamara staan, voor het bed.
‘Ja. Zo mooi. Glimlachend. Dat is de enige troost. Ook voor de kinderen. Die hebben het misschien nog moeilijker dan ik. Hun moeder. Zo vroeg.’
‘Het is voor iedereen anders. Echtgenote, moeder, schoonmoeder, schoondochter, vriendin. Maar voor allen onbegrijpelijk. Wat je zei, véél en véél te vroeg.’
‘Ja. Het is mooi dat we zo afscheid kunnen nemen. Zo kunnen we haar fijn herinneren, rustig zorgend om ons heen en rustig slapend.’
‘Ja. Als ik bij je kom kunnen we zo veel over haar praten als we willen, hè?’
Mark knikte.
‘Francis, laat vast de bloemen uit de slaapkamer en de woonkamer op de tafels zetten. Bestel dan voor overal nieuwe. Mark, zal ze de kinderen waarschuwen?’
Mark knikte weer. Francis, die bij de deur had staan wachten, knikte en ging de deur uit.
Al gauw kwamen twee meisjes de bloemen neerzetten. Daarna kwamen de kinderen binnen. Ze begroetten Thomas en Tamara, keken daarna ook naar Simone.
‘Oom, niet veel bloemen.’
‘Deze worden zo ververst, Aimee. Vanmiddag komen de kransen. Thomas heeft er ook één voor jullie besteld. Verder brengen morgen en overmorgen de mensen uit het dorp, die afscheid komen nemen, allemaal een bloem mee. Een roos. Op ons verzoek niet meer dan één.’
‘Mooi. Dan komt het wel vol te liggen. Komen er veel, Tamara?’
‘Op bijna ieder huis is de vlag uitgestoken, halfstok. Daarom verwachten we er zó veel, dat de tafels vast af en toe geleegd moeten worden. Die bloemen worden in manden op het bordes gezet, en gaan later met de kransen naar Simones laatste rustplaats. Ooooh, had het maar dertig jaar uitgesteld kunnen worden.’
‘Ja, minstens. Gelukkig konden we hier snel zijn. Ook voor oom. We kunnen langzaam tot ons door laten dringen dat ze niet meer wakker wordt.’
‘Ja. Zo moeilijk. Als ik eerder dan haar wakker werd zag ze er ook zo uit. Laten we naar de woonkamer gaan.’


Tamara en Thomas lunchten samen met Mark en de kinderen.
‘De bloemist is geweest, Mark, met lage standaards voor de kransen. De kransen zelf komen per eh speciale aflevering.’
‘Speciaal?’
‘Op één of andere manier is het geregeld dat de basisschooljeugd ze komt brengen. Om een uur of twee. Er is om geloot, alle kinderen wilden. Maar twee per krans is genoeg.’
‘O. Hoe komen ze? Lopend? Met begeleiding?’
‘Ja, lopend. Er zal vast begeleiding bij zijn.’
‘Bel de politie even. Ik wil niet dat ze wat overkomt, aangereden worden door een dronken chauffeur of zo. Voor jouw bruiloft kwamen er vier agenten op motoren, om de Hoofdstraat af te zetten. Vraag de commissaris maar of hij er weer een paar stuurt.’
‘Ja, Mark.’
‘En doet hij dat dan, paps?’
‘Ja, Silvia, het dorp staat bij de politie in een goed blaadje. Geen criminaliteit. Zelfs nooit openbare dronkenschap.’
‘Is er een aanleiding voor de jeugd, om de kransen te willen brengen?’
‘Ja, liefje, dat snap ik nu ook. Afgezien van veel raad geven, in het dorp, heeft ze op de school voor iedere klas een praatje gehouden. Aangepast aan de leeftijden. Over haar komst vanuit Nederland naar de Verenigde Staten, hoe ze mij daar ontmoet heeft, met me getrouwd is, wat we daar gedaan hebben, hoe we woonden, kinderen kregen en kleinkinderen. Hoe ze er langzaamaan achtergekomen was uit wat voor familie ik kwam. Toen, dat we hierheen gekomen zijn en uitgelegd wat een beheerder van de familiezaken van de Wellingtens moet doen. Dat de familie eeuwenlang goed gespaard heeft en daarom alle huizen in het dorp kon kopen, ze opknappen, nadat er eerst bijgebouwd waren, om de woningnood op te lossen. De kinderen mochten haar ook vragen stellen. Dat deden ze, overal over. De eerste keer was er een uur voor gepland, maar het duurde een hele morgen. Daarna planden ze maar een hele morgen of middag. De kinderen hadden nog wel langer gewild. Simone ook, ze genoot er erg van, ongeacht hun leeftijd.’
‘O. . . . Ik zie het voor me. Hoe ze het vertelde, met de nodige humor, en dan aandachtig naar de kinderen luisterde om serieus antwoord te geven. Waarom hebben we het niet eerder gehoord?’
‘Bescheidenheid. Tamara heeft er ook last van.’
‘Nou! We worden genoeg bedankt. Mijn MBE was ook niet nodig.’
‘Maar wel terecht verleend. Paps, wat doen we, met die kinderen?’
‘We kunnen ze niet binnenlaten, ik weet niet of ze toestemming van hun ouders hebben. Misschien de één wel, de ander niet. Alle ouders moeten beslissen of ze hun kinderen morgen of overmorgen mee willen nemen. Voor deze jeugd ga ik op het bordes staan. Thomas, laat een paar jongens de kransen in ontvangst nemen en ze in de hal zetten, op die standaards. Ik geef de kinderen een hand, en bedank ze. Dat lijkt me genoeg. Bel de school even, Thomas, over de procedure. Laat ze maar met auto’s terugbrengen. Daarna kunnen we gezamenlijk de kransen bij Simone zetten.’
‘Ja, mooi, paps. Mogen wij ook op het bordes? Met de kinderen, als ze wakker zijn?’
‘Natuurlijk. Vermaken de kinderen zich?’
‘Ja, er is een hoop speelgoed in de zitkamer boven. Als we weggaan vechten de meisjes bijna om op te mogen passen.’
‘Dank je, Thomas.’


Even na tweeën kwam een meisje waarschuwen dat de kinderen met de kransen in aantocht waren. Ze gingen op het bordes staan. Mark vooraan, de kinderen met de oudste twee kleinkinderen achter hem. Thomas en Tamara gingen wat opzij staan, naast twee jongens van de garage. Ze zagen een kleine stoet over de oprijlaan aankomen. Voorop reed, heel langzaam, een agent op een motor. Daarachter liep een jongen. Hij droeg, als een vaandeldrager, een kleine vlaggenstok met vlag, de vlag halfstok. Daarachter vijf keer twee kinderen met een krans tussen hun in. Daarachter twee volwassenen, gevolgd door weer een agent op een motor.
‘Foto’s, Thomas? Video?’
‘Is geregeld, Mark. Op dit moment vanaf boven, voor het overzicht.’
‘Dank je, jongen. Vijf kransen?’
‘Ik weet niet van wie die vijfde is. Maar de bloemist zal wel een reden gehad hebben om die toe te staan.’
‘We zien wel. Het kan wel.’
De agenten op de motoren draaiden voor het bordes om, stopten, naast elkaar, een stukje de oprijlaan weer op en zetten hun motoren uit. Het vaandeldragertje en zijn gevolg stopten voor het bordes. Het vaandeldragertje liet de vlag zakken tot hij horizontaal hing en boog zijn hoofd. Mark boog terug. Het vaandeldragertje tilde de vlag weer schuin omhoog en deed een paar passen opzij. De eerste twee kinderen deden een paar stappen naar voren. Ian, één van de begeleiders, kwam naar voren en legde het lint van de krans zo, dat de familie kon lezen wat er op stond. Voor Simone. Mark. De twee kinderen bogen hun hoofd, Mark boog terug. De twee jongens van de garage kwamen naar voren, pakten de krans van de kinderen aan en verdwenen naar binnen. Onmiddellijk kwamen er twee andere jongens naar buiten. Mark stapte het bordes af en gaf de kinderen een hand.
‘Dank jullie wel.’
De twee kinderen gingen achter het vaandeldragertje staan, de volgende twee kwamen naar voren. Op het lint aan de krans stond Voor Mams en Oma, van je vier kinderen en je vier kleinkinderen. De aanbieding ging door. Op het volgende lint stond Voor Mevrouw de Gravin, van het personeel. Op de vierde Voor onze lieve Vriendin, van je Engelse kinderen. Op de vijfde Voor Simone, van Liz. Mark boog iets dieper en ging, na de kinderen bedankt te hebben, weer iets hoger op het bordes staan. Vanaf de garage kwamen er drie auto’s aanrijden. De kinderen en hun begeleiders stapten in. De auto’s reden langzaam weg, voorafgegaan door de twee agenten op hun motoren.
‘Mooi, paps.’
‘Ja, Mike. Lief van die kinderen. En zo plechtig. Laten we naar binnen gaan. De kransen bij Simone zetten.’
‘Sympathiek, van Liz.’
‘Ja. Iedereen doet het in stijl. Ook hiervan graag een verslagje in je krantje, Tamara.’
‘Ja, Mark.’
In de zitkamer stelden ze de kransen mooi op.
‘Alles goed zo, Tamara? Voor morgen en overmorgen?’
‘Ja. Mark, je hebt hele ruime tijden vastgesteld, om iedereen de gelegenheid te geven om afscheid te nemen, alsof je wist dat er zo veel wilden komen.’
‘Nee. Je hebt gezegd, je kan best af en toe bij haar gaan zitten, maar constant is niet goed. Daar was ik het mee eens. Die ruime tijden waren meer om eh me te helpen. Maar gezien de verwachte opkomst komt het goed uit.’
‘Ja. Iemand moet de condoleances in ontvangst nemen. Het zou voor jou alleen te zwaar zijn, iedereen begrijpt dat wel. Ik wil voorstellen, dat de kinderen het doen. Die kunnen elkaar aflossen. Jij kan af en toe ook komen.’
‘Dat willen we graag doen, paps.’
‘Dank je, zoon. Regelen jullie het, onder elkaar?’
‘Ja. Zullen we tussen het hoofdeinde van het bed en de tuindeuren gaan staan, Tamara?’
‘Graag. Er komen, vanaf het bordes tot hier buiten, jongens en meisjes staan, hier ook, voor het geval er iemand niet goed wordt. Die wordt naar de eetkamer gebracht, daar kan eerste hulp verleend worden. Ik hoop dat de mensen niet te lang bij Simone stoppen, anders reden we het niet. Ik ga steeds meer denken dat het hele dorp komt.’
‘We zien morgenavond wel hoe het gegaan is. Eventueel kunnen we voor overmorgen nog iets veranderen. Hoe is het met de witte Rolls?’
‘Thomas heeft er één in Londen gevonden. Die is hier op tijd.’
‘Mooi. Toen we hier net waren heb ik Simone voorgesteld de Rolls uit Boston hierheen te halen. Ik vond het haar auto. Maar dat wilde ze niet. Niet met een stuur aan de linkerkant links moeten rijden. Ze heeft zich hier steeds laten rijden. De chauffeurs deden het graag. Daarom ook haar laatste tocht in een Rolls. Wit. Ze heeft nooit iets donkers gedragen.’
‘Mark, ik bewonder je. Ondanks je ontzettende verdriet denk je aan zulke kleinigheden.’
‘Ik weet niet of ze het ziet, het moet zo mooi mogelijk. Het laatste wat we voor haar kunnen doen. Voor de waardering uit het dorp moet er ook ruimte zijn. Ik hoop, dat ze wist hoe geliefd ze ook daar was.’
‘Vast wel. Iedereen zal haar steeds vriendelijk gegroet hebben, ook de kinderen.’
‘Ik bewonder jou ook, Tamara, dat je in staat bent om alles zo goed te verzorgen. Samen met Thomas. . . . Het is zo verschrikkelijk, dat ze niet meer wakker wordt. Binnenkort moeten we haar afstaan, dat beseffen we allemaal. . . . Daarna komen er zware tijden. De vorige keer heb ik me op mijn werk gestort. Ik wilde niet naar huis. Daar was ze niet. Maar ik moest wel, voor mijn schoonvader. . . . Hier kan ik me niet op mijn werk storten, er niet mijn dagen mee vullen. Als ik je zou ontslaan misschien wel. Als ik met een idee kom werk jij het al uit voordat ik de kans krijg. Maar ik zal je nooit ontslaan. Zullen we af en toe gaan wandelen? Ook bij eh Simone kijken?’
‘Ja, Mark.’
‘Ik ging in het begin één keer per week naar eh het graf van Vivian. Simone ligt straks op een mooiere plek. Bij de familie. Daar moeten ook iedere dag rozen staan, Thomas.’
‘Ik geef het door.’
‘Ik zal vaker de webcam gebruiken. In de kinderkamer kijken. Denken, ja, Simone, dat zijn onze kleinkinderen. De kinderen van onze geweldige kinderen. Ze heeft zo veel van jullie genoten. Ze had ook veel langer van de  kleinkinderen moeten genieten. Jullie moeten vaker komen. Ik kan ook makkelijk vaker bij jullie komen.’
‘We dachten vroeger dat u altijd thuis was. Net zoals opa. Pas toen die er niet meer was merkten we dat u overdag toch weg was. Mams was er natuurlijk altijd. Maar jullie lieten ons vrij genoeg.’
‘Dank je, liefje. Ik ben blij dat het zo overgekomen is. Toen jullie kwamen ging ik pas naar mijn werk als jullie aangekleed waren en we met z’n allen ontbeten hadden. Toen jullie jezelf aan konden kleden weer iets vroeger. Maar ik bleef ‘s middags vroeg thuiskomen, dan kon Simone rustig voor het eten zorgen, en ik jullie ook wat langer zien. Ja, natuurlijk lieten we jullie zo veel mogelijk je eigen gang gaan. Dan hadden Simone en ik tijd voor elkaar. Ik heb het wel eens eerder gezegd, ik had nóg minder moeten werken. Ik heb dat jullie dat ook geadviseerd.’
‘We werken ze weinig mogelijk als onze banen toestaan. De meiden werken halve dagen, er is er altijd één thuis. Dat heeft u nog zelf geregeld.’
‘Voorgesteld. Goed. Ik ga rusten. Wek me als ik niet kom eten. Niet dat ik daar veel zin in heb, maar volgens Tamara hebben we energie nodig.’
‘Natuurlijk. Ik loop met je mee.’
Ze gingen, op Thomas na, naar boven. Nadat Tamara Mark toegedekt had ging ze naar huis.


Woensdag

Om halftien zag Tamara mensen de oprijlaan op komen, ze stopten een meter of twintig voor de voordeur. Tegen tienen stond er een rij, over de halve breedte van de oprijlaan, tot bij haar voordeur. Ze belde Thomas.
‘Thomas, er staat al een rij tot onze voordeur.’
‘Ja, we hebben het gezien. We laten ze al binnen.’
‘Hoe gaat het?’
‘Heel eh rustig en waardig. Ze leggen hun roos neer en kijken dan naar Simone. Na even buigen ze en lopen dan door. Voor Mike buigen ze ook even, ze zeggen niets. Ze hebben allemaal tranen in hun ogen.’
‘Ach.’
‘De eersten lopen nu vast weer bij je langs. Het gaat niet zo snel, maar ze doen duidelijk hun best, blijven niet te lang staan. Kom je hier lunchen? Dan kan je het gesprek een beetje naar je toe trekken, anders moet Mark te veel praten.’
‘Ja, goed.’


Donderdag

Tijdens haar eerste koffie na het ontbijt werd Tamara gebeld.
‘Tamara, met Mike. Kan je naar onze suite komen? We willen wat bespreken.’
‘Ik kom eraan.’
Ze liep langs de rij mensen de Manor binnen en ging naar de suite van de kinderen. Thomas was er, Jamie niet.
‘Jamie is beneden, Tamara. Paps rust. We zijn zo vroeg mogelijk begonnen om de mensen binnen te laten, we hopen dat we het redden.’
‘Ja, er staat weer een rij. Iedere keer.’
‘Ik heb vanmorgen de namen in het condoleanceregister geteld, Mike. Geschat eigenlijk. Zoveel per bladzij, zoveel bladzijden. Ik kom op een twaalfhonderd. Ik heb een keer van Tamara gehoord dat er ongeveer vijfentwintighonderd inwoners in het dorp zijn. Minus de kinderen onder de tien, waarschijnlijk, plus bouwers en leveranciers enzovoort, zitten we waarschijnlijk ongeveer op de helft. Het lijkt dus goed te gaan.’
‘Dank je, Thomas. Hoe gaat het eh stoppen?’
‘Dan wordt de rij korter, maar blijft te lang om iedereen nog toe te laten. Ik ga dan een meter of tien vóór de voordeur naast de rij staan en vraag daar of ze de volgende keer terug kunnen komen. Dan draait iedereen vanaf dat punt in de rij zich om en loopt naar huis.’
‘Goed. Thomas, Tamara, we willen wat bespreken. Gisteren hebben we met z’n vieren veel besproken. We denken, dat het met paps niet goed zal gaan. Dat hij na ons vertrek instort, ondanks jullie hulp. Wat denk je, Tamara?’
‘O. . . . Hij heeft het erg zwaar. De tweede keer zijn geliefde moeten missen. Hij houdt zich nu goed, maar eh ik kan een instorten niet uitsluiten.’
‘Hij stelde zelf voor om vaker bij ons te komen, en wij hier. Hij denkt dus dat het hem zal helpen. Maar tussen die bezoeken zit natuurlijk steeds een paar maanden.’
‘Ja. Ondanks het kunnen nagenieten en verheugen op het volgende bezoek toch lang. O. Willen jullie hem voorstellen om terug naar Boston te komen?’
‘Nee, we denken dat hij dat niet wil. Vanaf hun begin hier hadden ze het ontzettend naar hun zin. Hij zou bij ons te weinig te doen hebben.’
‘Ja. O. . . . Ik ken jullie langer dan vandaag. Willen jullie hierheen komen?’
‘Je bent weer snel. Ja, we denken, dat dat het beste is.’
‘O. Is dat mogelijk?’
‘Wat ons betreft wel. Kan het hier?’
‘Ruimte genoeg. Willen jullie het van hem overnemen?’
‘Pas als hij het wil. Tot dan hem helpen, al is dat natuurlijk niet nodig. Het gaat erom, dat we in zijn nabijheid zijn. Om hem af te leiden. Niet via de webcam. Hij praat graag met de meiden, kijkt graag naar de kinderen.’
‘Ja. Dat zou veel helpen. Thomas?’
‘Voor Mark lijkt me het heel fijn. Voor jullie moeten jullie zelf uitmaken. Ik zie zo direct geen bezwaren.’
‘Wij ook niet. We zijn goed in staat om eventuele problemen op te lossen. Voorlopig bedankt voor jullie zienswijze. Thomas, we willen vroeg lunchen. O. Ik neem het al over. Ik bedoel, Thomas, zou je kunnen zorgen dat we vroeg kunnen lunchen?’
‘Neem het maar rustig over, we snappen hoe het bedoeld wordt.’
‘Dan graag. Na de lunch, vóór paps gaat rusten, willen we met hem praten. Met jullie erbij. Hij kijkt altijd even naar jullie, als jullie er zijn. Ik denk, naar jou, Thomas, om even de zakelijke kant te overdenken. Naar jou, Tamara, voor het persoonlijke.’
‘Hij keek vroeger altijd even naar Simone.’
‘Thuis ook, Thomas. Wil je iemand opdracht geven om, als we om twee uur nog niet alles besproken hebben, de mensen te zeggen dat de deur wat later opengaat, maar ook wat langer open zal blijven? We kunnen wel wat later dineren.’
‘Wordt geregeld.’
‘Ik wil nu niet verder in detail gaan, dat doen we met paps wel, als hij het aankan.’
‘Vast wel. Misschien moet hij eerst overtuigd worden dat het het beste is dat jullie hier komen, maar daarna zal hij zich op jullie komst verheugen. Dan kan hij het wel aan.’


‘Paps, we hebben gevraagd of u hier wilde komen, omdat uw kinderen iets met u willen bespreken.’
‘Wat plechtig. Zouden jullie, net als Thomas en Tamara, willen tutoyeren? Voor de goede orde, Simone was er niet op tegen, denk ik, maar het is er nooit van gekomen.’
‘Goed. Maar ik houd het wel bij paps en mams. Ik zie de anderen knikken, het blijft dus ook bij oom en tante. Paps, we zijn bezorgd om je. Je hebt voorgesteld om vaker bij ons te komen, en wij hier. Je zou ook bij ons kunnen wonen.’
‘Nee, Mike. Dank je wel voor jullie aanbod, maar ik heb daar niets te doen. Behalve van jullie gezelschap genieten. En eh, hier is Simone. Altijd nog een beetje.’
‘Ja. Zullen we nog een tijd hier blijven?’
‘Graag. Ik was vroeger nergens liever dan thuis. Ik genoot van jullie. Door het chatten en de webcam waren jullie altijd dichtbij ons. Jullie met z’n allen nog een tijd hier zou erg fijn zijn. Als het met jullie werk kan.’
‘Daar kunnen we mee stoppen.’
‘Stoppen? En jullie carrière dan?’
‘Poe, carrière! Paps, je hebt hard en lang gestudeerd om chirurg te worden. Je was heel goed, mams heeft ons dat verteld, jij deed dat natuurlijk zelf niet. Maar je hebt zelf wél verteld, dat het niet je levensroeping was. Die heb je pas hier gevonden. Misschien is het aangeboren, het zit al eeuwenlang in de familie. Ik heb prettig werk, paps, maar ik voel ook niet dat het mijn levensroeping is. Misschien dezelfde familiekwaal. De besmetting is overgegaan op Jamie, hij praat graag over hier. Zijn werk? Net zoals het mijne, geen levensroeping. De meiden werken alleen maar om niet de hele dag thuis op elkaars lip te zitten, zo veel te fijner zijn de avonden en de weekenden. We hebben met ons vieren er gisteren de hele dag over gesproken. Er een nachtje over geslapen en het met Thomas en Tamara besproken. In het kort, we willen graag hier komen wonen.’
Mark zat stomverbaasd te kijken.
‘Hier komen?’
‘Ja, met z’n allen. We hebben het nog nooit gehad wie je op zou volgen en wanneer, maar zo kan het ook. Dat wil zeggen, je blijft natuurlijk beheerder zo lang je wilt. We helpen je, als je wilt, maar het gaat ons meer om de gezelligheid. Wij misten jullie ook erg. We wilden met ons trouwen al niet uit huis, en ook niet toen de kinderen kwamen. Jullie hadden kunnen blijven, maar we hebben jullie het niet kwalijk genomen dat het hier toen meer trok. Al hadden jullie het hier toen maar één keer gezien. Wij nu al vaker, het trekt ons ook erg.’
‘Is dat jouw idee, Tamara?’
‘Nee, Mark. Ze kwamen er vanmorgen zelf mee. Thomas en ik staan er wel volledig achter. Eventuele problemen zijn op te lossen, zo groot kunnen die niet zijn.’
‘Ja, ja. Stop maar met regelen. Je greep je kans weer, hè? Goed. Even praktisch. Toen ik hier kwam heb ik het nagekeken, alle voorzieningen voor de beheerder en zijn gezin zijn gratis. Maar ik betwijfel of bij dat gezin getrouwde kinderen inbegrepen zijn. Ik zou de familie aan moeten schrijven.’
‘Dat hoeft niet. Er is toch geregeld wat familie moet betalen, als ze hier wonen? Dat doen wij dan ook. Met onze beleggingen kunnen we dat tot onze dood opbrengen.’
‘Goed. Dat lijkt me correct. En een mooie besteding. Als eh ik er genoeg van heb zoeken we uit wie er beheerder wordt. Dan ga ík gewoon betalen, net zoals mijn vader. Ik heb ook genoeg.’
‘Wij ook. Eigenlijk willen we het dan met z’n vieren van je overnemen, al kan het er officieel maar één zijn. Jij deed met mams samen, wij werken ook heel goed samen. Ieder stel gaan dan een halve huur betalen.’
‘Goed bedacht. Volgende punt. Huisvesting.’
‘Huisvesting? Er is hier toch ruimte zat? Oh, je bedoelt, iets gedetailleerder. We zitten prima in deze suite en aan de overkant is er genoeg ruimte voor de kinderen. Wil je in de kamer blijven slapen waar je nu slaapt?’
‘Nee. Nu is het fijn, maar niet op de lange duur. Aan een hele suite heb ik ook niet zo’n behoefte. Maar ik heb nog geen zin om naar een andere vleugel te gaan.’
‘Dan denken we daar nog even over.’
‘Mag ik een voorstel doen?’
‘Graag, lieve troubleshooter.’
‘Ik zei toch, problemen zijn op te lossen, zo groot kunnen die niet zijn. Jullie willen allemaal privacy, maar niet te veel. De zitkamer hiernaast is net zo groot als deze kamer. Die kan hetzelfde ingericht worden als deze oorspronkelijk was en weer kan worden. Met zitje en één tweepersoonsbed. Dan hebben jullie meer privacy. Maar er kan wel een tussendeur komen. In de slaapkamer in jouw suite, Mark, kan ook een zitje. De woonkamer daar kan dan voor gebruik van iedereen worden. Tussendeur één dag, inrichten één dag, in twee dagen klaar.’
‘Werk je altijd zo?’
‘Ja, Jamie. Lijkt het wat?’
‘Mij wel. Vooral door die tussendeur.’
‘Is horen vrijen voldoende?’
‘Laat die deur maar zo zetten, dat er van het ene bed op het andere gekeken kan worden. Als je wilt, mag je vanuit één van de zitjes komen kijken.’
‘Ondeugd. Denken jullie maar na over mijn voorstel. Ik hoor het wel, voorlopig gaat het zo ook.’
‘Ja. Wat jullie hier gaan doen regelen we later wel. We kunnen ons wat meer verdiepen in de boerderijen en het dorp. Jullie gaan maar rondkijken. Voorstellen kunnen na een gezamenlijke bespreking door Tamara uitgevoerd worden, vast nog verbeterd. Nog een paar punten. Het huis in Boston kan verkocht worden, geen probleem. De beheerder van de familiezaken kan zorgen dat de inventaris en de Rolls bij andere familieleden terechtkomen. Verder, jullie kinderen zouden min of meer Engels opgevoed worden.’
‘We zien uit de eerste hand, aan Thomas en Tamara, dat die opvoeding, scholing, zo slecht niet is. We kennen uit de krantjes nog meer jongelui. En het personeel is ook voorbeeldig. En bepaald niet ouderwets.’
‘We hebben een beetje geholpen om het minder ouderwets te maken. Ik heb vrij snel Thomas een eind aan het gemijnheer laten maken. En Simone heeft wat gedaan aan de preutsheid, al was die, naar later bleek, niet zo groot onder de jongelui. Uitzonderingen daargelaten, natuurlijk.’
‘Ahum.’
‘Is er iets, Tamara? Voel je je aangesproken?’
‘Dat weet je wel. Ga je akkoord, muggenzifter? Alles wordt wel geregeld.’
‘Dank je. Ja, lieve kinderen, kom alsjeblieft hier wonen.’
 Silvia en Aimee gingen hem kussen.
‘Fijn, paps. We hadden het eerder moeten doen, maar we hebben er niet aan gedacht om de familietraditie te verbreken.’
‘Die is er nog niet zo lang, pas vanaf zestienhonderdzoveel, liefje. Daarvoor bleef de familie natuurlijk hier, het is niet voor niets zo’n groot huis. Wat nu goed uitkomt. Wanneer moeten jullie terug? En voor hoelang?’
‘Het lijkt me het beste dat we snel teruggaan. Maandag gelijk maar. Ik zal de tickets weer regelen. En dat we zo snel mogelijk weer hiernaartoe komen. Ik heb nog geen idee wat we allemaal moeten regelen, maar langer dan een week zal er niet voor nodig zijn.’
‘Ik heb indertijd via de consul onze naturalisatie laten regelen. Daar hadden we toen maanden de tijd voor. Doe dat nu maar niet. Tamara informeert hier wel in het stadhuis wat de snelste manier is. Desnoods belt ze Liz even.’
‘Grapje, zeker.’
‘Nee, Jamie. Ik mag best een beetje voordeel hebben van dat ik haar graaf ben.’
‘Ik ga Hare Majesteit niet bellen.’
‘Je krijgt haar toch niet aan de lijn. Je zegt dat je uit mijn naam belt, dan komt het verder wel in orde. En je bent zelf M B E, dat opent ook deuren.’
‘Ik heb het meeste zonder gedaan.’
‘Ja, daarom kreeg je hem ook.’
‘Na een ophemelende brief van jou.’
‘Na ophemelende brieven van jou.’
‘Goed. Maar ik ga eerst naar het stadhuis.’
‘Daar heb je mijn naam niet nodig. Je kent de burgemeester, die is je zeker niet vergeten.’
‘Nou, houd op. Wat moeten de kinderen niet van me denken.’
‘Dat doen ze al. Ik zal ze nog een voorbeeld geven. Ik zat aan kinderen te denken. Die de kransen gebracht hebben. En aan de vier die hier komen. Die gaan later naar school. Maureen heeft ook al eens opgemerkt dat ze het niet prettig vindt om vanaf het dorp over de weg te moeten lopen als ze met Crystal op bezoek komt. We lieten haar altijd met de auto terugbrengen. Je zou toch verwachten dat er een pad is.’
‘Dat is er, tussen de boven door. Maar te smal voor die kransenbrengers. Een kinderwagen zou nét gaan, maar het hobbelt erg, door boomwortels. In het donker is het ook niet prettig. Om te fietsen ook niet.’
‘Dan moet er iets aan gedaan worden. Regel het even, Tamara.’
‘Goed.’
‘Wat goed? Wat regel dat even?’
‘Het was voor mij duidelijk genoeg. Dat was, met andere woorden, Tamara, kan je er voor zorgen dat er zo snel mogelijk een fatsoenlijk pad langs de weg aangelegd wordt. Ik zoek het later wel precies uit, Mike.’
‘Ja, ik snap dat paps in het groot denkt. Maar wat doe jij?’
‘Jij je zin, Mark, met je voorbeeld. Ik ga, begin volgende week, denk ik, met de auto naar de stad. Onderweg kijk ik waar het pad moet komen. Eigenlijk weet ik het al precies. Ik ben ook troubleshooter geworden omdat ik in de omgeving goed bekend ben. Ik fiets daar zelf een paar keer per week, vanaf dat ik hier aangenomen ben. Ik heb er geen problemen mee, maar voor kinderen en Maureen is het wat anders. Het is niet zo’n drukke weg, maar de auto’s rijden vlak langs je. Er moet twee meter breed beton komen, vanaf de poort, langs de weg, achter één rij bomen langs, tot aan het begin van de Hoofdstraat. Ik schat de lengte op ruim vijfhonderd meter. O. Ik heb wat vergeten. Mark, mogen John, Maureen, Ian en Francis morgen met ons meelopen?’
‘Natuurlijk. Laat ze wel eerder afscheid nemen, morgenochtend alleen de familie, Thomas en jij.’
‘Dank je. Ik bel ze nog. Eh, in de stad ga ik naar het architectenbureau. Ik maak een kladtekening, zij dan een mooie. Vijf minuten werk voor ze, op de computer. Dan rijd ik naar Peter, van de grondverzetfirma en de afrasteringen, jullie kennen hem uit het krantje. Daar maak ik een praatje mee en leg dan de tekening onder zijn neus. Hij doet vast net of hij wanhopig wordt. Toch niet wéér een tuinhekje? Hij probeert nog even of er aan mijn voorstel wat te verbeteren is. Deze keer vast niet. Dan ga ik weer naar huis. Meer dan een uur ben ik niet kwijt. Binnen een maand laat Peter, als tussendoorklusje, een strook gladschuiven en er twee meter breed beton storten. Het is grond van de familie, bos, aan de ene kant vanaf de weg tot de garage, aan de andere kant van de weg tot het begin van de Wellingten Avenue. Er wordt veel gewandeld en zo. Thomas zag daar ooit wat meer, dat verhaal kennen jullie. Zijn eerste keer een blote meid en wat die samen met een jongen deed. Er kan wel een strook van het bos af, het is er toch rustiger sinds het meertje ook door meiden bezocht kan worden. Tja, zo gaat dat. Even regelen.’
‘Ja, zo gaat dat, zoon. Je zegt, regel het even, tegen haar of Thomas en het komt voor elkaar. Neem dat ook maar over.’
‘Na al je werk in het dorp, en voor zover wij het merken het gesmeerd lopen van alles hier in en om het huis, is het te begrijpen. Ik vind het wel mooi om eens mee te maken, van het begin af aan, hoe jullie iets regelen.’
‘Volgens één van haar redenen voor haar M B E, die ik niet voorgezegd heb, zet ze op een unieke manier de grootschalige wensen van haar werkgevers en de kleinschalige wensen van de dorpsbewoners om in een luxe realiteit.’
‘Nou, Mark! Zeg, ik weet nog iets voor jullie vieren om hier te doen. Paardrijden. Iedereen, vooral het stalpersoneel, zou blij zijn als de rijpaarden ook weer door de familie gebruikt worden. Je vader en moeder reden ook niet, Mark.’
‘Nee. Ik ook niet. Ik heb er wel over gedacht, maar ik ben er niet aan toegekomen. Wat denken jullie?’
‘We zouden het kunnen proberen. En als het bevalt nette rijkleding en zo aanschaffen.’
‘Aanschaffen? Wacht even.’
Mark pakte de telefoonlijst.
‘Ik bel eigenlijk hoofdzakelijk met Thomas. De kleedster. Ja.’
Hij pakte de telefoon en koos een nummer.
‘Met Wellingten. Stoor ik u?’
‘Prima. Tamara beveelt mijn kinderen aan om paard te gaan rijden. Die willen het proberen, en als het bevalt nette rijkleding en zo aanschaffen. Ik vraag me af of u soms nog iets heeft, om mee te beginnen.’
‘O. Tja, dat had ik kunnen weten. Dank u wel. U ziet ze wel verschijnen. Prettige dag verder.’
‘Ze was verontwaardigd. Om mee te beginnen? Ik heb alles wat nodig is. Er moet alleen misschien iets vermaakt worden.’
‘Maar dat is dan toch oud spul?’
‘Ja, Silvia, maar dat zegt niets. Ze is constant bezig alle bedrijfskleding in orde te houden. Als er nog iets van vroeger is houdt ze dat vast ook in de gaten, regelmatig luchten en zo. Ga maar een keer kijken. Ik ga rusten. Met een heel mooi vooruitzicht. Ondanks alles. Dank jullie allemaal wel.’
Hij liep de kamer uit.
‘Wie gaat er naar beneden?’
‘Ik ga wel, Silvia. Ik bel wel als ik afgelost wil worden.’
‘Ik ga aan het werk. Met de jongens de procedure voor morgenochtend doornemen. En oefenen. De witte Rolls is gekomen, die staat in de garage. En de kist is er al. Geen fijn werk, maar het moet.’
Aimee en Thomas gingen ook de kamer uit.
‘Er komt heel wat bij kijken. Maar Thomas houdt alles goed in de gaten, hè? Samen met jou.’
‘Ja. Nu geen fijn werk, maar het moet.’
‘Ja. Je helpt paps wel fijn. Als hij een beetje kan praten gaat het goed.’
‘Ik zal hem, tijdens jullie gelukkig niet al te lange afwezigheid, zo veel mogelijk bezighouden. Ik mag van Thomas ook bij Mark zijn, als ik het nodig vond, als hij thuis is. Ik ga dan normaal gesproken nooit weg, alleen voor spoedproblemen in het dorp. Wat zelden voorkomt.’
‘Kan ik me voorstellen. Dat je thuis blijft, als Thomas er is.’
‘Ja. Thomas kan niet altijd mee naar Mark, Silvia. Ze kunnen goed met elkaar opschieten, een half woord is vaak genoeg. Net zoals tegen mij, zonet. Maar echt praten doet hij liever tegen meiden, dat heb je ook gemerkt. Eh maandagmorgen vroeg belde hij. Thomas, kom. Thomas heeft de dokter en de lijkschouwer begeleid. Maar direct daarna moest hij mij halen. Voorzichtig, zei Mark. Onbegrijpelijk, dat hij toen nog aan anderen dacht.’
‘Adel verplicht. Nee, adel zegt niets, Tamara, maar afkomst. Opvoeding. Je hebt gehoord hoe stijlvol hij jarenlang zo veel mogelijk vermeed over zijn familiezaken te praten. Zelfs tegen mams. Als ze er niets over vroeg vertelde hij niets. En anders, je kent zijn gezegde, ja, nogal wat, of zoiets. Na het overlijden van onze opa kwam om de paar jaar onze erfenis ter sprake. Ja, we hadden nogal wat geërfd. Er was nog wat over, nadat we er ieder een televisie van gekocht hadden. Poe, wat over. Op onze eenentwintigste bleek de erfenis de man een ton geweest te zijn. Dollars. Min een televisie, maar aangegroeid vanaf onze achtste.’
‘Een ton! Tja. Daar kunnen jullie nu mee vooruit.’
‘Ja, we gaan het niet over de balk gooien, maar iets moois mee doen. We zijn nooit aan dat geld gekomen, en het groeide maar aan. Van ons zakgeld voordat we eenentwintig werden hielden we al over. Van ons salaris ook. Ondanks dat Mike en Jamie, op paps advies, minder dan een volle week werken. En Aimee en ik ieder een halve week.. Waar begon het over?’
‘Dat hij altijd aan anderen denkt.’
‘Ja. Vroeger regelde hij, zonder veel te zeggen, de grote zaken. Mams de kleine, de dagelijkse. Haar boek met de voorlichting voor ons houden we onder handbereik sinds de kinderen er zijn. We hoeven zelf niets op te schrijven, mams verhalen zijn niet te overtreffen, we maken wel foto’s. De kinderen mogen, op de juiste tijd, net als wij vroeger, er onder begeleiding in kijken. Ze mogen best zien hoe we er uitzagen toen we klein waren. Aimee en Jamie hebben bij hun ouders foto’s opgedoken, die zitten ook in het boek. Daardoor kunnen de kinderen hun ook zien.’
‘Van hun vast geen foto’s in hun blootje.’
‘Jawel, maar niet veel. Van ieder een blotebabyfoto, dat wordt zelfs in de meest preutse families gedaan. Mams was met de foto’s van Mike en mij gestopt toen we veertien waren, maar ze heeft van ons vieren foto’s gemaakt van in ons blootje toen we ongeveer zestien waren, voor de volledigheid, die zitten er ook in.’
‘Hoe vind je die nu?’
‘Oneerlijk, Tamara. Onze borsten waren ongeveer op het maximum, het haar op onze dozen ook. Maar de jongens niet, kleine hangende pikkies. Terwijl we toen nét beter wisten. Al haalden ze het niet bij nu.’
‘Misschien een beetje raar gesprek, voor dit moment. Maar ik zit voor jullie te denken. De jongens vinden hier wel wat te doen. Wat Mark zei, kijken of er op de boerderijen en in het dorp wat te verbeteren valt. Desnoods ergens een baantje nemen voor niet te veel uren in de week. En het vast op den duur helemaal van hem overnemen. Jullie meiden kunnen met de kinderen bezig zijn, als ze wakker zijn. Het klimaat is hier veel beter dan in Boston, je kan bijna iedere dag wandelen. In plaats van jullie zwembad hebben we een zonneterras en een zwembad binnen. Ach, dat weten jullie al, uit mijn krantjes.’
‘Ja, we hebben al rondgekeken. We weten ook veel van het meertje, daar gaan we vast ook af en toe naar toe. Zeg, je schrijft daar heel mooi over, maar niet alles. Je laat te raden over. Doen ze daar ‘s avonds alles?’
‘Ja. In het bijna donker.’
‘O. Echt alles?’
‘We zorgen steeds voor genoeg wegwerphanddoeken, die worden het meest in de vooravond gebruikt. Maar er wordt meer gedaan. John kijkt, voordat hij een vuilnisbak op zijn aanhanger laadt, of die wel geleegd moet worden. Dan ziet hij er nogal eens condooms in liggen. Die telt hij natuurlijk niet, en wat er zonder condoom gebeurt is ook niet te tellen.’
‘Tja. Zouden wij het ook kunnen doen? Voor ons zelf zitten we niet met publiek, dat weet je. Je wist van de twee bedden naast elkaar. En je kwam zelf met die tussendeur.’
‘Tot nu toe heb ik Mark en Simone aangeraden niet te gaan, een beetje afstand te houden. Maar jullie kunnen er best naar toe. Enzovoort. Thomas en ik kunnen alles in onze tuin doen, maar we hebben het daar ook wel samen met John en Maureen gedaan. Ik bedoel, wat jullie op jullie bedden doen. Ook een paar meter afstand.’
‘Vertel eens verder.‘
‘Simone hoorde ook zo graag alles, hè? Meeleven, met haar kinderen. Toen John en Maureen nog niet zo lang op de camping waren ging ik er een keer kijken. Maureen bleek voor de eerste keer bloot bij het meertje te zitten, met Crystal. Ik ben bij haar gaan zitten. Wat later kwam John. Die raakte in de problemen toen hij mij bloot zag. Afkoelen in het water hielp niet. Toen heb ik Maureen voorgesteld hem even te helpen. Er was verder bijna niemand, ze zijn met hun rug naar hun toe gaan zitten. Grappig, vier wolkjes dreven met de stroom mee.’
‘Ja, dat kan daar. In het zwembad niet. En jij keek toe?’
‘Ja. Van Maureen mocht ik best kijken, ze was trots op Johns spullen. En John wilde te graag lozen om lang te protesteren. Een keer daarna was Thomas aan de beurt. Zeven stralen meters over het water. Maureen was onder de indruk. Ze wilde natuurlijk ook zijn ballen voelen. Toen we een keer erge zin kregen hebben we het op de kant gedaan, het was het de eerste keer voor ze dat ze een ander stel zagen vrijen. Toen Maureen zag dat de stijve van Thomas helemaal bij me binnen was kreeg ze medelijden met zijn ballen, dat die in de kou bleven. Ze heeft ze beetgepakt, om warm te houden. Oei, Thomas kwam gelijk. En zo hard had hij nog niet gespoten. Wij hebben het John en Maureen ook zien doen. Tja, zien vrijen doet vrijen, hè?’
‘Ja, extra. Maar ik zal die tip onthouden. Van ballen warmhouden.’
‘Gebruik hem maar in je eigen bed.’
‘Natuurlijk, broer. Wat dacht je dan? Je hebt toch geen aansporing nodig?’
‘Nee, maar Jamie toch ook niet? Het is gezellig, met z’n vieren. Soms tegelijk, wie het hardste kreunt.’
‘Ik zal jullie nog maar een beetje op de hoogte brengen. We hebben ook met jullie grootvader en grootmoeder gezwommen, in het zwembad.’
‘Tja.’
‘En met Claire. Die was natuurlijk helemaal niet verlegen. Oma ook niet, ze hebben allebei aan de ballen van Thomas gezeten. Tja, zijn grote productie komt altijd ter sprake.’
‘Ik zou het bij het meertje wel willen zien.’
‘Dat kan vast een keer. Nadat jullie geweest zijn kwamen Renee en haar man op bezoek. We zagen elkaar voor het eerst in het zwembad. Simone had Renee over Thomas verteld, Renee omhelsde Thomas en greep gelijk zijn ballen.’
‘Anders had ze dat vast toch wel gedaan. Automatisch.’
Ze grinnikten.
‘Nee hoor, dat deed ze bij ons ook niet, hè, Jamie? Toen ze bij ons kwam zonnen en zwemmen?’
‘Niet gelijk, maar in het water voelde ik wel dat ze verstand van zaken had. En jij greep Dave, Tamara?’
‘Niet gelijk. Maar ja, ik heb die lange ook vast gehad.’
‘Op z’n langst?’
‘Net als de meiden.’
‘Goed zo. Met nog meer gespeeld?’
‘Met Ian en Francis. Francis is altijd nummer twee geweest bij Thomas, ze was toch blij een keer lekker aan hem te kunnen zitten.’
‘Zal ik ook weer zijn.’
‘Ian heeft net zo’n lange als Dave. Een centimeter of twee langer dan eh normaal. Verder, nou je ziet wel.’
‘Toen mams besloten had om naar Engeland te gaan, ging ze pas graag toen ze hoorde over de mogelijkheid om te chatten. Nou, ik ben nu helemaal overtuigd door een zonneterras, het zwembad en het meertje. En wat ik te zien en te voelen krijg. Of denk ik nu eh te eenzijdig?’
‘Je kan er lang plezier van hebben. Je grootmoeder is nog dagelijks blij met die niet al te grote van je grootvader?’
‘Wat? Heb je die stijf gezien?’
‘Ja. Hij zag eh Simone en mij. Ik was voor hem zoiets als een jeugdherinnering. Hij heeft toen nogal wat met dienstmeisjes uitgespookt.’
‘Ja, dat weten we. Nou, ik hoop dat ik op die leeftijd net zo tevreden ben als oma.’
‘Ik zal mijn best doen.’
‘Ja, vast, Jamie. Nu komt er niet veel van, we zijn niet in de stemming.’
‘Van Simone zou het best mogen. Even alles vergeten.’
‘Het zou vast van haar mogen, Tamara. Ik weet niet of zij ooit een groot verlies meegemaakt heeft.’
‘In Nederland raakte ze haar ouders kwijt. En in de States een hele goede vriend, Stefan. En Charles.’
‘Stom, dat had ik zelf moeten bedenken.’
‘Ach, dat is lang geleden. Voor jullie tijd of toen jullie klein waren. Ik ga naar huis. Pogen wat op te ruimen. Ik kom nergens toe.’
‘We zien je graag weer, zodra je zin hebt.’
‘Dank je. Tot ziens.’


Vrijdag

Om tien uur keken ze voor het laatst bij de schijnbaar slapende Simone. Mark legde een hand op haar hand met de ringen en kuste haar op haar voorhoofd.
‘Tot ziens, liefste. Rust zacht.’
Hij bleef nog even kijken, liep toen de zitkamer uit. Ze volgen hem naar boven, naar de woonkamer. Silvia ging naast Mark op de bank zitten en pakte een hand van hem.
‘Meende je dat, paps, tot ziens?’
‘Ik weet niet hoe het werkt, liefje. Wat ik geloven moet. Ik weet al niet waarom het moest gebeuren. Maar als ik eh ook ga rusten, hoop ik haar weer te zien. Dan zou ik echt rust hebben.’
‘Mag ik nog wat vragen?’
‘Dat hoeft niet. Ik hoop ook Vivian weer te zien. Zij en Simone zullen best goed met elkaar op kunnen schieten. Ik zou al heel tevreden zijn als ik van allebei een hand vast kon houden en naar ze kijken. Eeuwig.’
‘Tja, wie weet kan dat. Je hebt er zeker recht op. Gaat het, zo meteen, paps?’
‘Het moet, liefje. We zien haar niet meer, maar begeleiden haar naar haar laatste rustplaats. We kunnen zo vaak we willen in de tuin gaan wandelen en daar stoppen. Dichterbij haar kunnen we niet meer komen. Misschien ziet ze ons. Misschien hoeven we daarvoor geeneens naar de tuin. Maar we moeten zonder haar verder. Samen, hè?’
‘Ja, paps. We gaan proberen alles in Boston zo snel mogelijk te regelen.’
Ze dronken nog wat. Toen ze gewaarschuwd werden dat de Rolls voorgereden was gingen ze naar beneden. Tot hun verrassing stonden er mensen, honderden, vanaf een meter of tien van het bordes tot halverwege de tuin. Thomas kwam met John, Maureen, Ian en Francis van de kant van de garage aanlopen.
‘Ze weten dat de begrafenis in besloten kring is, Mark. Maar ze willen toch even eer betuigen. Ze blijven hier staan. Voor de zekerheid staat er aan beide zijden van het huis een jongen, maar ik denk niet dat het nodig is.’
‘Goed.’
Ze gingen opzij van het bordes staan. Er kwamen acht jongens naar buiten, met de kist. Ze droegen hem voorzichtig de trap af en zetten hem achterin de Rolls. De Rolls reed heel langzaam weg, de familie en vrienden volgden. Daarachter sloot het personeel aan, met de kransen en de bloemen. De stoet ging om het huis de achtertuin in. Bij de begraafplaats stopte de Rolls, de jongens haalden de kist eruit en droegen die naar het graf. Ze zetten de kist op twee balken die over het graf lagen. Het personeel legde de krans van Mark op de kist, de overige en de bloemen werden er omheen gezet. Daarna ging het personeel weg.
Na een paar minuten stil kijken deed Mike een stap naar voren en stak zijn hand uit naar Silvia. Ze kwam naar voren en pakte hem aan. Samen deden ze de paar stappen naar de kist. Mike haalde een roos uit een bloemenmand en wachtte tot Silvia het ook gedaan had. Hij legde de roos op de kist, Silvia deed het ook.
‘Dag, mams.’
‘Dag, mams.’
Ze gingen weer naast Mark staan. Aimee en Jamie legden na elkaar ook een roos op de kist.
‘Dag, tante.’
‘Dag, tante.’
Zodra ze weer bij de anderen stonden draaide Mark zich om en liep naar huis, de anderen volgden hem. Er waren geen mensen meer in de voortuin. Boven ging hij de kamer in waar hij sliep. Silvia wees dat de anderen naar de woonkamer moesten gaan en ging de kamer van haar vader in. Voordat iedereen in de woonkamer was gaan zitten was Silvia er ook.
‘Paps wil even alleen zijn. Hij wil graag met ons allemaal lunchen.’
‘Vond hij dat het goed gegaan is?’
‘Hij heeft verder niets gezegd. Maar ik weet dat hij het goed vond, Mike, anders had hij wat gezegd. Hoe verdrietig hij ook is, hij heeft al zo veel meegemaakt dat hij niet toe zal staan dat er iets tegen zijn zin gebeurt. Of wat hij denkt dat tegen de zin van mams zou zijn.’
‘Ja.’
‘Ik stond te twijfelen wat te doen. Paps had duidelijk nergens behoefte aan. Hij had waarschijnlijk voor zijn doen al volledig afscheid genomen, in de zitkamer. Dank je wel dat je iets moois deed, en mij erin betrok.’
‘We zijn en blijven een tweeling. Haar tweeling. Hun tweeling. Al doen we er verder niets mee, we zijn nogal verschillend.’
‘Ja, waardoor we fijne echtgenoten hebben, die ook verschillen. We hebben het enorm goed getroffen, met z’n vieren. En met de kleine vier gaat het ook zo goed.’
Ze haalden wat jeugdherinneringen op, de anderen luisterden, meestentijds glimlachend.


Halverwege de lunch legde Mark zijn bestek neer.
‘Ik heb vanmorgen in de zitkamer afscheid van Simone genomen, terwijl ze in bed lag. We zijn lang samen geweest, niet lang genoeg, helaas. Ik heb wel ontelbare mooie momenten om aan terug te denken. Ook hoe ze eruit zag als ze sliep, net zoals vanmorgen. Bij de gebeurtenis in de tuin was mijn aanwezigheid min of meer vereist, maar niet van harte. Ik heb van de week de begrafenisondernemer nog gebeld hoe de laatste rustplaats van Simone eruit moet gaan zien. Ik had dat gauw verzonnen, al hadden we het er nooit over gehad. Als die gereed is zal ik daar niet denken, hier ligt ze. Maar, ze is hier vandaan vertrokken, ze is nu ergens anders, wacht daar op me. Als daarvoor een garantie was zou ik haar gelijk achterna willen gaan. Maar die is er niet, ik moet hier blijven. Dat willen jullie natuurlijk ook. . . . Ik bedank Mike en Silvia voor hun mooie gebaar. Jullie zijn een tweeling, al kwam dat weinig ter sprake. Toch vond ik het fijn dat jullie samen gedag zeiden. . . . Aimee en Jamie, dank jullie wel. Simone was met jullie ook heel blij. Ze heeft me een keer gezegd, ik had ze zelf wel willen krijgen, maar dan had de tweeling er niet zo veel plezier van gehad. Ja, grinnik maar rustig. Zo was ze. Totaal niet materialistisch, altijd aan het proberen om mensen van hun gevoelens te laten genieten. Tja. De tweede week dat ze in huis was, bij mijn schoonvader en mij, zei mijn schoonvader, Simone maakt niet veel gebruik van haar eigen auto. Ik heb haar voorgesteld om in jouw tweede auto te gaan rijden, en de hare te verkopen. Dat wilde ze wel, en ik ook, maar ze schrok enorm toen ik haar meenam naar de garage en ze zag dat die tweede auto een Rolls was. Ze wist nog van niets, ik had nog geeneens mijn bekende nogal wat gebruikt. Ik heb haar toen verteld dat het familie-eigendom was, net als wat antiek en schilderijen in het huis. Dat die dus niet van mij waren, maar dat ik er van mocht genieten. Ik zei, ik houd van mooie dingen. Ik had vanaf de eerste keer dat ik haar zag belangstelling voor haar, dat werd een oogje op haar, maar ze was toen met een ander. Na een tijd was ze dat niet meer en kon ik haar vragen om bij mij in huis te komen wonen om voor mijn schoonvader te zorgen. Ik dacht dat ik het in ieder geval fijn zou vinden om naar haar te kijken, verder wachtte ik maar af. Zo begon het ook. Maar die tweede week had ik al twee ogen op haar, omdat we zo fijn met elkaar omgingen. Openhartig. Daarna gingen we steeds meer praten over wat we meegemaakt hadden. Zij vertelde over Nederland, en Stefan, ik over Vivian. Maar ze merkte dat ik vóór Vivian meer meegemaakt moest hebben en liet me over Renee praten. Ik had verwacht dat ze die geschiedenis niet zo fijn zou vinden, maar ze zei dat ze het begreep. Dat deed ze echt, ze kon alles nog beter verklaren dan ik. Toen we veel later Renee ontmoetten, en die haar kant van het verhaal vertelde, bleek dat ze alles goed gezien had. Het was een bijzondere periode geweest, maar we hebben er allemaal iets van geleerd. . . . Tja, dat proberen om mensen van hun gevoelens te laten genieten heeft ze hier ook gedaan. Vrienden, lieve Engelse kinderen, jullie aanwezigheid was fijn, en voldoende, wat mij betreft. Haar kringetje, de mensen waar ze het meest aan dacht, en zo graag voor zorgde, was compleet. Jullie zijn hier altijd welkom. Ook in de tuin, al hoeven we daar niet naar toe om aan haar te denken. We hoeven daar ook niets te zeggen, ze weet vast wat we denken. . . . Thomas, het personeel zag er keurig uit en heeft, al probeerden ze zo veel mogelijk onzichtbaar te blijven, dat weet ik, fijn overal mee geholpen. Vanaf maandag wil ik geen rouwbanden meer zien, tot dan vrijwillig.’
Thomas knikte.
‘Grof geteld zijn er tweeëntwintighonderd mensen afscheid komen nemen.’
‘Veel. Ik kijk later wel in het register.’
‘Mag ik wat vertellen, Mark?’
Mark glimlachte.
‘Natuurlijk, Maureen. Je bent lang genoeg stil geweest. Maar fijn dat je er bent.’
‘Ik dacht veel, maar ik kon niets zeggen, het is zo gauw afgezaagd. Maar ik wil nu toch wel wat zeggen, later durf ik dat vast niet meer. Ik spring misschien van de hak op de tak, ik heb geen spiekbriefje, ik was niets van plan. . . . Gisteren hebben John en ik afscheid genomen van Simone. Daarover zo meer. Ik vond het heel fijn dat we vanmorgen mee mochten. Ik begrijp dat het niet zo lang duurde, dat er niet veel gezegd werd. Jullie hebben al een paar dagen afscheid van haar kunnen nemen, en veel te zeggen is er niet. Er zijn geen woorden voor. Het enige wat we kunnen doen is vaak aan haar denken, haar in ons hart gedenken. . . . Nu over gisteren. Ik kon niet na even al doorlopen, wat iedereen vóór ons deed. De overgang was te groot, van de laatste keer dat ik haar gezien had, zo vol leven, naar dat stille. Ik ben uit de rij gestapt, John meegetrokken, en uit de weg van de andere mensen gaan staan. Ik zag dat je naar ons knikte, Mike. Dank je wel, daardoor durfde ik daar langer te blijven staan. Tussen de andere mensen door Simone zien. Ik dacht aan toen Crystal geboren was. Ze lag een tijdje rustig in mijn armen, toen deed ze ineens haar ogen wijd open. We schrokken allebei, ze had mijn ogen, net zo helder. Maar ik had geen enkele hoop dat Simone haar ogen open zou doen. Niets zou helpen. Bidden niet, smeken niet, niets. Ik dacht ook aan Tamara. Die wilde dat ze toveren kon, als er iets niet snel genoeg ging. Niet voor haarzelf, maar voor de mensen in het dorp. Al waren die overal heel tevreden mee. Maar ik wist dat toveren niet kan. John heeft me uiteindelijk zachtjes meegetrokken, ik kon me niet losmaken. . . . We hadden niet zo vaak contact. Ik ben veel te weinig op bezoek geweest. Maar ja, we hadden het zo goed op de camping, zagen daar al zo veel mensen, dat het er niet van kwam. Jullie konden niet vaak op de camping komen, dat gaf te veel opschudding. We hadden wel vaak indirect contact, Mark, al hebben jullie dat misschien niet beseft. We hebben twee keer een brief van jullie gekregen. Zakelijk, maar de invloed van Simone sprak daar duidelijk uit. Als we met Tamara praten is die invloed ook merkbaar. Ze denkt aan de mensen in het dorp, en op de camping, en hoe ze jullie wensen uit kan voeren. Zakelijk verwoordde ze wat jij wenste, menselijk wat Simone wenste. Al overlapte het bij jullie veel. . . . We weten hoe Tamara zich vóór haar huwelijk met Thomas gedragen heeft. Nou, van proberen om mensen van hun gevoelens te laten genieten heeft ze daarna genoeg van Simone opgestoken.’
Ze grinnikten allemaal.
‘We zullen altijd dankbaar blijven voor de invloed, direct en indirect, die Simone op ons leven gehad heeft.’
Het bleef even stil.
‘Dank je wel, Maureen. Met een spiekbriefje had je het vast niet beter kunnen doen. Ja, ze had veel invloed. Op mij, op iedereen die ze ontmoette. Een blijvende invloed. . . . Eh in verband met dat genieten, jullie zijn vrij om zo veel jullie willen gebruik te maken van het zwembad.’
‘Dank je. Maar even niet. Voor onszelf zou het kunnen, maar het personeel zou het misschien niet begrijpen.’
‘Goed. Mike, is iedereen hier op de hoogte van jullie plannen?’
‘Nee, paps. Tenzij Thomas of Tamara ze ingelicht hebben. Nee, zie ik.’
‘Vertel het maar.’
‘Ja, paps. Maureen, Francis, John, Ian, een korte samenvatting van het verleden en een aankondiging. We hebben het in Boston altijd ontzettend goed gehad. We zijn niet veel uitgegaan, we hadden onze prachtige beschutte tuin met zwembad. Op een mooie tijd, in ieder geval voor Silvia en mij, kwamen Aimee en Jamie erbij. Wij vieren konden het met elkaar steeds goed vinden, en we hadden het zó goed met paps en mams, oom en tante, dat we met ons trouwen het huis niet uit wilden. Dat kon gelukkig fijn geregeld worden. Toen onze eerste kinderen zich aankondigden besloten paps en mams hier naartoe te gaan. Om ruimte in het huis te maken en om niet op onze lip te zitten. We waren hier één keer op bezoek geweest en het trok paps en mams. Paps had genoeg gesneden en zag wel wat in het beheren van de familiezaken. Gezien de familietraditie jaren eerder dan normaal, maar zijn vader droeg het graag over. Mams dacht dat ze hier voor veel mensen kon zorgen, wij moesten het zelf doen, op onszelf gaan staan. Dankzij het chatten hebben we veel contact gehouden. Zondag nog. Mams heeft ook even met de oudste twee kinderen gepraat. . . . Oma, oma. . . . Dat was tot en met afgelopen weekend. De aankondiging. Na alle omstandigheden in aanmerking genomen te hebben, hebben we besloten om de familietraditie overboord te zetten. We vertrekken maandag, denken een week nodig te hebben om de tent in Boston te sluiten, en komen dan weer hierheen, met ons achten. Definitief.’
‘Ohhhh, wat mooi. Hè, meneer?’
‘Ja. Zeg ook maar Mark, privé. Ze nemen het niet gelijk over, Francis, de eerste jaren niet. Ze vinden hier vast allemaal wat te doen. Er wordt iets aan de suites veranderd, niet veel. Thomas en ik zullen in de gaten houden of het personeel uitgebreid moet worden. Als Silvia en Aimee niet te vaak uithuizig zijn, wat ze vrij staat, is er voldoende oppas, denk ik. Ik ben erg blij met hun komst. Wat Mike zei, het chatten was fijn, maar alle kinderen en kleinkinderen hier wordt nog fijner. Levendiger zeker.’
‘Vroeger zaten er in het dorp ook drie generaties in één huis, bij gebrek aan woonruimte. Dat ging vaak niet zo geweldig. Van op elkaars lip zitten hoeft hier geen sprake te zijn. Wat wordt er aan de suites veranderd?’
‘Tamara?’
‘De zitkamer in de gastenvleugel wordt veranderd in slaapkamer. Het tweede bed wat in de huidige slaapkamer staat gaat er naar toe, en het zitje wordt aangepast.’
‘Jullie snappen wel, dat de meiden die er komen om schoon te maken, het na even wennen wel leuk vonden, twee tweepersoonsbedden naast elkaar. Ze hebben het niet natuurlijk verder verteld. Ze vroegen zich wel af, of alles wel onder de dekens gebeurde.’
‘Jij ook?’
‘Ik kan me de eerste keer herinneren, dat jullie hier waren. Alle tussendeuren tussen de vier kamers stonden steeds open. De vorige keer was het schot, wat tussen de bedden gezet was, de avond dat jullie kwamen al opzijgezet. Nou, dat doe je toch om te kijken? Maar beviel het niet?’
‘Het beviel prima, maar ze krijgen iets meer privacy, als ze willen. Er komt wel een tussendeur, zodanig, dat ze van het ene bed op het andere kunnen kijken.’
‘Dan blijft het eh gezellig. Wij hebben op de kasten in de slaapkamers spiegels, we kunnen denken dat we ook met z’n vieren zijn.’
‘Ja, en sommige dingen vast beter zien. Nog iets. Op de slaapkamer van Mark komt een zitje. De woonkamer wordt zitkamer voor iedereen.’
‘Wat een goede oplossing. Jouw idee?’
‘Dat maakt niet uit. De kleinkinderen krijgen ieder een slaapkamer. Door de tussendeuren zijn ze niet te ver van elkaar, Emily en Richard willen dat nu al niet. Als ze groter worden hebben ze wel de mogelijkheid voor privacy. Jullie moeten kijken hoe jullie ze hier op gaan voeden. We hebben geen beschutte tuin met zwembad. Alleen het zonneterras en het binnenzwembad.’
‘We hebben nog niet verteld, dat er bij het meertje ‘s morgens moeders met kinderen komen. Grappig, eerst kwam er ‘s middags alleen jeugd boven de achttien. Toen ging de leeftijd langzaam naar beneden, tot vanaf een jaar of twaalf. En ‘s avonds laat kwamen er ouderen. We dachten dat het daarbij zou blijven, maar nu komen er ‘s morgens steeds meer moeders met kinderen tot een jaar of zes. We zouden het heel fijn vinden, afgezien van hoe jullie het verder oplossen, dat jullie met de vier kleintjes daar komen wanneer jullie maar willen.’
‘Allemaal bloot? De moeders ook?’
‘Ja, dat mag van Hare Majesteit.’
Ze grinnikten.
‘Mams en jij hebben nog geen gebruik gemaakt van het meertje, hè?’
‘Nee, Silvia. We hebben er gekeken, toen we een paar keer bij Maureen en John op bezoek waren. Maar dat gaf al zo’n opschudding dat we daar maar niet naar toe gegaan zijn als graaf met een vooruitstekende speer en lady Godiva naast hem.’
‘Nee, wij zijn daar aan gewend. Paps, is het goed als we daar vanmiddag gaan kijken, ter voorbereiding?’
‘Ja. Dan ga ik met de kinderen spelen, als ze wakker zijn. Zo veel contact heb ik nog niet met ze gehad. Zal ik doen, zoals opa met jullie gedaan heeft?’
‘Oh, ja, graag. Wat een mooie herinnering. Hij drong zich niet op, liet ons onze gang gaan, keek toe, glimlachend, genietend. Maar hij paste op ons en we konden hem alles vragen. Zo fijn. Dank je wel.’
‘Ja. Kijken ter voorbereiding? Ik heb wel eens een betere smoes van je gehoord.’
‘Ja, Silvia, vanmiddag zijn er geen moeders met kinderen, maar schoolkinderen. Twaalf tot zestien, zeventien.’
‘Ach, wat jammer, hè, Aimee?’
‘Ja, héééél jammer. Niks boven de achttien, Maureen?’
‘Meestal een paar stelletjes. Die liggen wat apart. Het zorgt er ook voor dat de jeugd zich blijft gedragen.’
‘Op hun manier. Nou, dan kunnen we ons voorbereiden op wat onze kinderen op die leeftijd misschien gaan doen. Wat dacht je, Aimee? Wij kijken hoe de jongetjes eh zich gedragen, en de papa’s naar de meisjes?’
‘Ja, vanaf naast die stelletjes. Dat kan toch wel, Tamara?’
‘Meedoen, bedoel je?’
‘Paps, mag wel, hè? Even onze gedachten verzetten?’
‘Ja, liefje. Je moet wel van je leven blijven genieten.’
‘Bij nader inzien vind ik het een beetje raar, vandaag. Misschien beter morgen of overmorgen?’
‘Nee. Opa overleed ook onverwachts. Toen waren jullie acht. Maar hij had jullie goed voorbereid. Jullie steunden Simone en mij méér dan dat jullie steun nodig hadden. Jullie gingen gewoon door met jullie leventje en zeiden iedere morgen opa gedag, tegen zijn foto. Af en toe, zeker op zijn verjaardag, vertelden jullie hem hoe het met jullie ging. Bedankten hem ook vaak voor het zwembad. En een keer, voor dat hij het helemaal niet erg gevonden had dat zijn schoonzoon weer getrouwd was, anders waren jullie er niet geweest. Zo lief.’
‘Dat laatste lijkt me een beetje egoïstisch van ons.’
‘Het zal wel geweest zijn toen jullie echt bewust werden hoe kinderen gemaakt worden.’
‘Tja, toen begon het lange wachten om daarvoor te gaan oefenen.’
‘Maureen, kijk niet zo bedenkelijk. Zo hebben we altijd gepraat. Zonder seksuele frustraties. Vanaf het overlijden van opa tot zijn begrafenis speelden de kinderen gewoon in de tuin en het zwembad. Bloot. Daar konden we niet gekleed bij gaan zitten, dat zouden ze niet snappen. Ons mooie leven is nu ruw onderbroken, maar we moeten verder. ’
‘Ja. Dank je voor je uitleg, Mark.’
‘Ja, we gaan veel over mams praten, maar niet de hele dag. Doen jullie mee, John, Maureen?’
‘Ik blijf wel bij de receptie en de kinderen, Maureen. De gasten zijn vanmorgen op goed vertrouwen vertrokken, maar vanmiddag moeten de nieuwe opgevangen worden, Silvia.’
‘Ja, natuurlijk. Francis, Ian? Jullie zijn nogal stil.’
‘Jullie tempo overweldigt me nogal. Ik ben niet overal zo gedetailleerd mee op de hoogte. Ik hoor wel eens iets van Francis, maar niet veel. Dat hoort natuurlijk ook niet.’
‘Met wat we van jou weten mag je van ons ook veel weten. Durf je?’
‘We hebben het al over naar het meertje gaan gehad. Het is een goede gelegenheid om er mee te beginnen.’
‘Prima. Tamara, Thomas?’
‘Ga maar, Tamara, ik heb het te druk.’
‘Goed. Vanmiddag kan best. Vanavond is het vroeg fris. Het is nog winter.’
‘Nou, als dit winter is wil ik hier zeker graag wonen.’
‘We liggen in een dal, het slechte weer gaat over ons heen. Overdag wordt het meestal gewoon warm, tussen de achttien en de vijfentwintig, alleen ‘s nachts koelt het dan erg af. Van eind december tot eind februari, ongeveer. Verder blijft het ‘s avonds lang lekker warm.’
‘Vandaar natuurlijk de klandizie bij het meertje.’
‘Ja, de jongens hoeven niet bang te zijn dat hij eraf vriest. Sorry. Onze korte winter is één van de redenen om niet uit het dorp te vertrekken, of om er terug te willen komen. Als we met mijn autootje gaan valt het niet zo op.’
‘Zouden we daar opvallen?’
‘Ze zullen wel vrij vlot snappen wie jullie zijn. Misschien ook even denken dat het vrij vlot is, Silvia. Maar iedereen in het dorp laat elkaar zo veel mogelijk vrij. Bovendien weten ze dat jullie Amerikanen zijn, dat zijn toch rare lui. Maar jullie niet lang meer.’
‘Raar of Amerikanen?’
‘Amerikanen. Raar, anders, dat blijven jullie voor hun, jullie komen van de Manor.’
‘Zodra we hier definitief zijn wil ik, en Aimee vast ook, advies van je hoe we er hier en in het dorp bij moeten lopen. Misschien volgen we niet al je adviezen op, maar we willen ons wel wat aanpassen. De jongens zijn gewend om aan te trekken wat er voor ze klaar ligt. Dat doen we al jaren, wij stellen hogere eisen dan zijzelf. Advies wat we bij het meertje aan moeten lijkt me overbodig.’
‘Mij ook. Jullie weten het misschien nog uit mijn krantje, er zijn kledingkluisjes, maar daar hoef je nog niet alles uit te trekken. Het laatste kan op de plek waar je gaat zitten of liggen. Daar iets aanhouden wordt niet gewaardeerd. De meiden kunnen hun benen strak tegen elkaar houden, de heren kunnen een handdoek gebruiken, maar niet constant. Als dat nodig is hebben ze liever dat je vertrekt.’
‘Hoe laten ze dat merken?’
‘Dat komen ze je vertellen, zonodig.’
‘Dat heb ik een keer gezien, meiden. Oh, Mark, vind je het erg?’
‘Het leidt mij ook af, Maureen.’
‘Goed. Er ging een jongen van een jaar of vijftien naar een jongen toe, die al een hele tijd met een handdoek zat. Hij zei, als je constant méér hebt dan dit, en hij wees op zijn eigen pikkie, half stijf, maar ruim onder recht naar voren, dan ga je maar naar huis, dan ben je niet gezond bezig. Of ga vaker het water in, alleen. Applaus, van de rest van de jeugd.’
‘Nou, die ging af. En daarna?’
‘Ging hij om het kwartier zwemmen. Ik denk dat ze dat wel goed vonden. Hij was bloot, ze zagen geen hele stijve, en hij zou wel wennen. Maar het principe is bloot erbij zitten. De jongens hebben vast nog spijt dat er vroeger geen meisjes bij het meertje mochten komen, hè, Tamara?’
‘Dat denk ik ook. Maar nu is het beter geregeld. Eigenlijk door Simone. Die is met de regels voor het zonneterras begonnen, dat hebben ze bij het meertje overgenomen.’
Mark grinnikte.
‘Ze! Mag ik uit een zeker krantje citeren? We verwachten bij het meertje een zelfde gedrag als op het zonneterras in het grote huis.’
Nu grinnikten ze allemaal.
‘Dat we was ze zelf, wij hadden geen idee, we gingen op haar advies af.’
‘Waarom herinner je je dat nou.’
‘Ach, lief, je ging al heel gauw zo mooi en eh bedekt schrijven. Simone en ik hebben er zó van genoten. Dezelfde stijl als Liz. Ik waardeer het, dat je in mijn rijk een paradijsje mogelijk gemaakt hebt.’
Ze grinnikten weer.
‘Nou ja. Ik zou niet zeuren, maar om daar nu een M B E voor te krijgen?’
‘Je weet wel beter. Je geschrijf was geen hoofdreden, hè, Maureen?’
‘Nee. De huisvesting, het vermaak en mijn gezondheid. Jouw hulp zal ik ook nooit vergeten.’
‘Daar wilde ik het niet over hebben. Tamara had me om hulp gevraagd, als dat nodig mocht zijn. Toen ze weg was zei Simone, bel maar vast naar het ziekenhuis. Waarom zou je afwachten of het goed gaat of niet.’
‘En dat hoor ik nu pas.’
‘We deden alles met z’n drieën, Maureen. Niet om bedankt te worden, verbeteringen zien was fijn genoeg.’
‘Zo is dat. Eh, ik heb nog een voorstel. Daarvoor is de toestemming van Mark, jullie vieren en die van Francis nodig.’
‘Van mij?’
‘Ja. Als de anderen toestemmen, zou jij er dan voor kunnen zorgen dat de kleinkinderen een week, misschien korter, goed verzorgd worden? Hier? Dan hoeven die niet twee keer die reis mee te maken en hebben die vier hun handen vrij, in Boston.’
‘Ja. Daar kan ik voor zorgen en ik zorg zelf mee. Het gaat de hele week al heel goed, als hun ouders er niet zijn. Als ze een weekje zonder ze kunnen is het voor de dienstmeisjes en mij geen enkel probleem. Graag zelfs. Enne, opa speelt ook leuk met ze. En Toom en Taam komen vast ook vaak een tijdje.’
‘Ja, natuurlijk. Dank je, Francis. Mark?’
‘Ja, dank je, Francis. Fijn verzonnen, Taam. Wat mij betreft ook graag. Het zal me wat afleiden, dan zal het niet zo lang lijken tot jullie terug zijn.’
De kinderen keken elkaar even aan en knikten.
‘Ja, dat zou een hoop gesleep schelen. In Boston kunnen de meiden dan ook meer doen. Al zullen we de kinderen missen, ze hebben nog nooit ergens gelogeerd waar wij niet waren. Een kleine week moet gaan, zowel voor ons als voor hun. Zij hebben ook elkaar. Iedereen akkoord? . . . Mooi. Dank je wel, Tamara. Wat ben je toch veelzijdig.’
‘Ja, maar mijn voorkant is het mooist. Volgende voorstel. Ik kleed me thuis even snel om, en jullie vieren hier, natuurlijk, in wat makkelijkers. Dat we dan jullie huis gaan bekijken, Ian, Francis, en dan jullie je omkleden. Daarna naar de camping, en nadat Maureen zich omgekleed heeft naar het meertje.’
Ze knikten allemaal. En zo deden ze het.


Ze lieten hun kleren in de kluisjes en gingen in de buurt van drie andere stellen liggen. Die knikten gedag, de meiden keken duidelijk naar Ian. De jeugd ook.
‘Tamara had gezegd dat je een centimeter of twee langere dan normaal hebt. Net zoals Dave. Verder zouden we wel zien. Ben je nu op z’n kleinst?’
‘Ja. Maar als jullie zo blijven kijken niet lang meer.’
‘Maar dat is geen twee centimeter langer dan normaal, minstens een stuk of vier.’
‘Uitgeschoven blijft er maar twee van over.’
‘O. Wat een lange dunne. Uitgeschoven toch wel dik, hè?’
‘Ja, Silvia, ik heb niets te klagen. Heerlijk lang en dik. Ondanks dat hij normaal gescharreld heeft is het geheim gebleven, ik wist van niets. Toen we verkering kregen, zo’n twee jaar geleden, kwam ik natuurlijk al snel achter die twee centimeter. Maar toen ik hem na een tijd voor het eerst op z’n kleinst zag geloofde ik mijn ogen ook niet.’
‘Ik kan me wel voorstellen waardoor hij toen klein was. Onderweg van de kluisjes hier naar toe geloofde ik ook niet wat daar aan het slingeren was. Ongelofelijk, wat een eind. Ik zou hem graag beetpakken, maar nu maar niet. Ik houd het wel tegoed, hè?’
‘Ja hoor. Aimee ook. In- en uitgeschoven. Ik ben er al een beetje aan gewend, net als Thomas, dat alle meiden, ongeacht hun leeftijd, aan me willen zitten.’
‘Ja, vast. Nou, laten we eens rondkijken. Wat is jouw eerste indruk, Mike?’
‘Ik was al aan het rondkijken, van het kijken naar Ian had ik gauw genoeg. Om jaloers op te worden.’
‘Onnodig. Je stopt me vol genoeg. Ga verder.’
‘Merci, Aimee. Tja. Indrukwekkend. Wat wij thuis deden, in familieverband, en met wat vrienden, was daar uniek. Wat we soms op TV zagen, naturistenterreinen, begrepen we wel. Maar dit? Afgezien van die oudere stellen, allemaal blote jongens en meisjes die zich gedragen alsof ze aangekleed zijn.’
‘Een leuke, treffende beschrijving. Al klopt het niet helemaal. Jamie?’
‘Ja, indrukwekkend. Zo zou het overal moeten kunnen.’
‘Van Liz zou het vast mogen. Het is hier toevallig ontstaan, uit dorpsgewoonten en hulp van bekende zijde. Er op een andere manier mee beginnen is vast moeilijker. Ian?’
‘Tja, de dorpsgewoonten zijn wat veranderd, Tamara. Geen stiekem gerommel onder kleding, ze kunnen elkaar helemaal bekijken. Als het niet bevalt hoeven ze er niet aan te zitten. Er wordt vast ook makkelijker gepraat. Meer in groepsverband, groepjes van gelijke leeftijd.’
‘Ze zullen misschien ook bij elkaar in de klas zitten. Silvia?’
‘Ik heb niets diepzinnigs op te merken. Ik zit gewoon te genieten van die pikkies. Prachtig, nét een beetje stijf. Die meiden genieten er ook duidelijk van. Ze zien er allemaal wat opgewonden uit. Tja, doordat de jongens wat eh opgewonden zijn. De meiden laten niet allemaal evenveel zien.’
‘Ik zal wel de volgende zijn. Als je goed oplet, zie je dat de meiden ook niet alle jongens evenveel laten zien. Een mooie manier om contact te maken. Beentjes van elkaar af, kom maar dichterbij, en laat zelf ook maar gepast wat zien, niet te klein. Beentjes tegen elkaar aan, ga jij maar ergens anders kijken.’
‘Toch kijken ze niet té opvallend. Naar mij ook niet, het valt me erg mee. Ik heb er geen last van.’
‘Gelukkig niet, ik vind hem zo het eh opvallendst, Ian.’
‘Ik weet het, Tamara. O, we krijgen bezoek, geloof ik.’
Er kwamen een jongen en een meisje van een jaar of zestien aanlopen. Halverwege stopten ze en praatten even met elkaar. Daarna liepen ze door en stopten voor hun. Het meisje begon.
‘Goedemiddag. Ik ben Susan, dit is Josh. Wij zijn een afvaardiging van de jeugd hier. Mogen we gaan zitten?’
Er werd geknikt.
‘We denken dat we ook namens de jeugd spreken die hier niet is. Mogen we een beetje familiair en open wat zeggen?’
‘Ik ben Mike. Ik zal maar namens de familie en vrienden hier spreken. We weten ongeveer wat hier de gewoonten zijn. Zeggen jullie rustig wat je kwijt wilt. Tutoyeren, graag, anders voelen we ons zo oud.’
‘Dank je. Jullie hebben ons natuurlijk zien smoezen. We weten zelf maar al te goed, dat dat niet leuk over kan komen. Praten ze goed of slecht over je. In het kort, goed. Er waren drie onderwerpen. Twee serieus, de derde eh niet zo. Allereerst, Tamara en Maureen, als ik zo vrij mag zijn, jullie kennen we natuurlijk. Francis en Ian, we kennen jullie ook wel, maar hebben jullie hier nog niet gezien. Welkom hier. We wisten natuurlijk snel wie de anderen waren. Door jullie vorige bezoeken in het dorp en van de week hebben sommigen van ons één of meer van jullie gezien bij het afscheidnemen van de gravin. Daarover meer later. Over jullie komst hier zijn de meningen verdeeld, om het eerlijk te zeggen. Niet dat jullie hier niet zouden mogen komen, maar over het tijdstip. Ondanks dat iedereen in het dorp elkaar zo veel mogelijk vrij laat, zijn er wat conservatieven die het wat vroeg vinden. Die werden op hun vingers getikt door lui die zelf al een vader of moeder moeten missen. Die weten dat het niet helpt, om alleen maar te treuren. Vroeger of later moet je doorgaan. En vroeg is beter dan laat. Nadat iedereen daarvan op de hoogte was ging het over het volgende punt.’
Ze stootte de jongen aan.
‘Nu jij.’
‘Momentje. We zijn een beetje over de leeftijd heen dat we ons druk maken over geroddel. Maar we waarderen het zeker, dat jullie vertellen wat er gedacht wordt. Ja, het is wat vroeg. Maar we hebben de instemming van eh de graaf. Die weet ook hoe de gravin er over zou denken. Die heeft verzonnen dat er een extra meertje voor de camping moest komen, niet in plaats van dit. Ze had eerder al geregeld dat het zonneterras toegankelijk werd voor het personeel. En voorzien, hoe het er hier aan toe kon gaan. We zijn onder de indruk.’
‘Dank je. Eh de ouderen zijn afscheid van de gravin komen nemen. De basisschooljeugd heeft ook iets moois gedaan. De meerderheid van de jeugd is niet geweest, die ziet liever geen eh kist. Wij nemen van de gelegenheid gebruik om jullie namens de jeugd van twaalf tot achttien te condoleren.’
‘Dank jullie wel. We begrijpen het.’
‘Ik ben geweest. Het was eh heel mooi. We denken, dat in het dorp voortaan ook de kist pas later zal komen, niet de eerste of tweede dag al. De jeugd wil jullie graag wat meer zeggen. We zijn speels, dat zien jullie zo wel, na jullie komst was het meer beraadslagen. Maar wij hebben veel in de gaten, alles wordt hier doorverteld. Afgezien wat de familie Wellingten voor goeds voor het dorp gedaan heeft, heeft de gravin veel persoonlijk advies gegeven. Wat weten we niet, dan moesten we de kamer uit. Maar het hielp, wat er ook aan de hand was. Onze ouders, vooral moeders, waren gelijk een stuk rustiger. Ik heb ook van mijn jongere broer gehoord dat de gravin op school is geweest. Een halve dag in iedere klas. Daarom waardeerden we haar erg, de meeste van ons hebben en broertje of zusje op de basisschool.’
‘Dat hebben wij ook pas gehoord. Tja, ons werd ook niet alles verteld. In het krantje stond ook niet alles.’
‘Een goed verstaander enzovoort. We lezen ze ook, meestal grinnikend. Zal ik nog iets over die schoolbezoeken zeggen?’
‘Ja, graag. Al kunnen we wel een beetje raden hoe het gegaan is.’
‘Mijn broertje is tien. Hij vond het heel jammer dat ze ‘s middags niet terugkwam. Hij wilde haar wel als lerares, ze vertelde zo mooi. Over emigreren, werken in een ziekenhuis, trouwen met een dokter en kinderen krijgen. Wat de familie Wellingten hier deed was wat moeilijker, maar ze legde het uit tot iedereen het snapte. Het eind vond hij ook mooi. Ééntje vroeg, hoe wordt je graaf of gravin? Ze zei, dat kan alleen als je een heel groot huis hebt en goed zorgt voor de mensen die voor je werken en die in de buurt wonen. Maar iemand moet het de Koningin vragen, anders weet die dat niet. Nou, dat doe je natuurlijk niet zelf, dat zou op opscheppen lijken. Jullie kennen Tamara wel, die heeft de Koningin stiekem een briefje geschreven. Dat er in haar dorp een familie was die al eeuwen heel goed voor veel mensen zorgde. Of die niet geridderd kon worden. De koningin heeft meneer een brief geschreven. Sorry, eeuwen geleden wilde je familie niet geridderd worden. Als je het nu wel wilt moet je naar het paleis komen, dan krijg je een brief, waarin staat dat je voortaan graaf bent, en je vrouw gravin. Nou, we zijn geweest, jullie hebben vast de video in het dorpshuis gezien. Maar meneer heeft óók een brief naar de Koningin gestuurd. Dank u wel dat we graaf en gravin geworden zijn, maar we hebben alles met z’n drieën gedaan, ik, mijn vrouw en Tamara. Kunt u voor Tamara ook iets leuks doen? Nou, Tamara heeft geen groot huis, dus kon ze geen gravin worden. Ze kreeg een ridderorde, ze is dus eigenlijk ook ridder. Die orde heeft een moeilijke naam, maar afgekort is het M B E. Als je Tamara van dichtbij ziet, kan je zien dat ze een speld op heeft met de letters M, B en E. Bij ons kan je niks zien, we hebben er ook niets aan, maar we vinden het wel leuk. En een eer, natuurlijk.’
‘Dank je wel voor je uitleg. Ja, ze kon mooi vertellen. Ik zal je vast wat vertellen wat binnenkort in het krantje komt. De graaf heeft het van zijn vader wat vroeg overgenomen. Wij gaan dat niet nóg vroeger doen, maar we komen wel hier binnenkort wonen. Dat chatten is mooi, maar gezien de omstandigheden toch wat te afstandelijk.’
Het meisje nam weer het woord.
‘Ja, dat begrijpen we. Fijn, voor de graaf. Dan wil ik, voor ik aan onderwerp drie begin, graag wat weten, als jullie vaker komen. Jij bent Mike, dan moet jij Jamie zijn. We kunnen jullie wel uit elkaar houden, Mike heeft wat van zijn vader. Silvia, Aimee, ik heb geen idee wie wie is. Jullie lijken allebei wel iets op de gravin. Maar niet overal.’
‘Gelukkig niet. Al zouden de jongens het niet zo erg gevonden hebben. Ik ben Silvia.’
‘Ik zie niet genoeg verschil om te onthouden wie wie is.’
‘Daarom is ze misschien mijn schoonzus geworden. Het grootste verschil is, makkelijk hier voor jullie, dat Aimee krulhaar op haar doos heeft en ik stijl haar.’
‘O. Ja. Ik zal het doorgeven. Onderwerp drie. Ian, je zal de stilte wel gehoord hebben, toen je je broek uittrok.’
‘Ja, even. Jullie kijken gelukkig niet te opvallend. Ook niet naar elkaar.’
‘Nee, niet meer zo. Veel méér ook niet, overdag. Wat wij meiden af en toe wel doen, is een jongen pakken. Liefst één met een wat langere. Die is dan de klos, maar werkt graag mee. Maar jij spant de kroon, zogezegd. We zullen jou niet ongevraagd pakken, omdat je niet van onze leeftijd bent, we willen graag je toestemming.’
‘O. . . . Francis?’
‘Wat doen jullie?’
‘Omstebeurt even vastpakken. Één onder, één wat hoger. Bij hem kunnen er makkelijk twee wat hoger.’
‘Om teleurstelling te voorkomen, uitgeschoven is hij maar een centimeter of twee langer.’
‘Maar! Dat redt hem niet. Ingeschoven is hij ook al interessant genoeg.’
‘Hoelang gaan jullie door?’
Het meisje grinnikte.
‘Als je zo voorzichtig blijft praten zal ik het ook doen. Normaal spelen we met zijn spullen tot de wegwerphanddoek niet meer nodig is en hij weer kleiner wordt. We zijn ook benieuwd naar de productie van een wat oudere jongen. Bij hem gaan we vast nog even door, met die lange kleine. In het begin heeft vast nog niet iedereen de kans gehad. We weten dat je pas getrouwd bent, Francis. Fijn voor je. Kan je één keer missen?’
‘Wat mij betreft wel. Maar vandaag maar niet. Ian?’
‘Dan offer ik me graag een keer op. Wat mag ik dan, ondertussen?’
‘Pakken wat je pakken kan, met je handjes. Wie jou niet vasthebben gaan omstebeurt binnen je bereik zitten, zo eerlijk zijn we wel. Je kan voorkeur opgeven, boven of onder. Sportief, hè?’
‘Ja. Dan mijn linkerhand boven, en mijn rechterhand onder.’
‘Je bent vast rechtshandig. En handig. Maar niet te veel je vingers gebruiken. Zeg, mag ík mijn vingers even gebruiken? Anders geloven ze misschien niet dat die lange echt is.’
‘Ik heb wel eens een betere smoes gehoord. Maar ga je gang.’
Ze pakte zijn lange beet.
‘Oei. We houden die van de jongens niet op z’n kleinst, hoe snap je wel, nét voor ze een handdoek moeten gebruiken. Anders is er niets aan. Deze lijkt al net zo lang als hun maximum. Tjonge, Francis, hij heeft altijd wat om mee te spelen. Lekker soepel, zeg.’
‘Ja, maar als je eraan komt niet lang.’
Ze liet hem los.
‘Ik voel het. Wordt vervolgd. Voorlopig bedankt.’
 Ze stond op, de jongen ook. Ze knikten nog een keer gedag en liepen terug naar de overige jeugd.
‘Ik zou ook bijna jaloers op je worden, Ian.’
‘Bijna, Jamie? Als ik nog vijftien was en Aimee nog niet ontmoet had, had ik me hier iedere dag aangeboden.’
‘Kom je tekort bij me?’
‘Nee, beslist niet. Ik zei als enzovoort. Het zou toch na een tijd gaan vervelen, alleen dat maar. Ik ben niet bang dat ik me de eerste eeuw bij jou ga vervelen.’
‘Als je dat, alleen maar, niet meer kan blijf ik toch van je houden, hoor.’
‘Erg lief van je, jij blijft alles kunnen.’
‘Ja, maar daar heb ik dan niet veel meer aan.’
‘Dat duurt gelukkig vast nog heel lang. Zeg, zus, wat bedoelde je met, daarom is ze misschien mijn schoonzus geworden? Omdat ze op je lijkt?’
‘Wij tweeën, vieren, weten wel hoe het zit, maar doe maar alsof je het niet weet, voor de anderen. Ik ga door. Je was gewend om mij bloot te zien, je vond zoiets voor jezelf ook vast mooi, en dan was de verandering niet zo groot.’
‘Ik ben op haar gevallen nadat ze me over haar had laten struikelen, vóórdat ik haar bloot gezien had.’
‘Jawel, maar ze heeft dezelfde bouw als ik. En dezelfde cupmaat, haarlengte en kleur, kleur ogen, dat was allemaal al zichtbaar.’
‘Op één of andere manier raakten we op het schoolplein aan de praat. Ze was me in de klas nog niet opgevallen, ze zat recht achter me. Voor het eerst, ze was net verhuisd. Ik zat nog wat uit te zoeken uit wat er vóór me zat. Maar zodra we aan de praat raakten ben ik daarmee gestopt. Misschien heeft dat ze op je leek meegeteld. Maar ik zag in het begin niet veel, omdat we op het schoolplein naast elkaar stonden. In de klas zag ik haar helemaal niet. Zij mij wel. Laat haar maar vertellen hoe het gegaan is. Maar haar uiterlijk was niet het belangrijkste. Dat was de manier waarop we praatten. Contact kregen.’
‘Goed, ik geloof je. Aimee?’
‘Ik had, voordat ik daar op school kwam, nog geen behoefte aan gescharrel. Natuurlijk keek ik toen naar wat er voor me zat, je weet maar nooit. Hij leek me de aardigste, dus ben ik een praatje met hem gaan maken. Dat bedoelt hij met dat ik hem over me heb laten struikelen. Ik ben aan hem blijven hangen, zoals bekend. Wie weet wat ik gemist heb.’
Ze grinnikten.
‘Er staat me bij, dat je me mooi vond praten en voorlezen.’
‘Praten kan er wel bij, de tijd dat ik in bed voorgelezen wilde worden had ik al achter de rug.’
‘Daar dacht je toen niet aan.’
‘Nee, pas bij jullie in de tuin. De tweede keer zag ik je pikkie. Toen dacht ik, gisteren zei hij, je tepels zitten ietsje hoger dan bij Silvia. Dat staat vrolijker. Nou, dacht ik, dat pikkie is leuk, maar uitgeschoven, recht omhoog, vast ook veel vrolijker.’
Ze lachten allemaal.
‘Jij kreeg een jaar na Mike en Aimee verkering met Jamie, hè, Silvia?’
‘Het tijdstip klopt, Francis. Daarvóór was ik ook niet zo happig om iets met een jongen te beginnen. Hij zat ook bij ons in de klas, helemaal achteraan, maar pas tóen kwam ik op gang, denk ik. Misschien ook omdat ik zag hoe Mike en Aimee met elkaar omgingen. Niet klef, maar lief, van beide kanten. Maar verkering krijgen was het niet. Ik moest hem bijna dwingen. Wil je het nog een keer vertellen, Jamie?’
‘Het jaar ervoor had ik, voor Aimee en Mike verkering kregen, of namen, Aimee lastig gevallen. Ze wilde me niet, ze wees me vriendelijk af. Ik dacht, die wil veroverd worden en ging door. Tot haar drie oudere broers me in een onderonsje duidelijk maakten dat ze er echt niet van gediend was. Die broers hielden me daarna zo duidelijk in de gaten, dat ik niet meer in haar buurt durfde komen, haar amper aankijken. Toen ze verkering met Mike kreeg was ze op het schoolplein natuurlijk vaker in de buurt van Silvia. Die leek me wel aardig, maar ik durfde niet in haar buurt te komen. Maar ze kwam bij mij, als Aimee met anderen praatte. Ik ging al gauw meer voor haar voelen, maar ik zat er behoorlijk mee dat het niets kon worden, ik zou te dicht bij Aimee komen. Silvia kreeg op een gegeven moment ongeveer door waarom ik de boot afhield. Ze heeft een tijdje later gedreigd om zich niet meer met me te bemoeien als ik niet mee naar haar huis zou gaan, waar Aimee ook was. Ik moest toen wel, ik wilde haar al niet meer missen. Bij haar thuis heb ik allereerst Aimee openlijk mijn excuses aangeboden. En gezegd, als ze die niet aan kon nemen zou ik verdwijnen, dan kon ik niet verder gaan met Silvia. Ik zag het als een uitgestelde straf, voor mijn eerdere lompheid. Maar ze gaf me een proeftijd. Die ging goed, ze heeft ook haar broers tot de orde geroepen. Om mijn ego een beetje te redden, Silvia heeft dus geen verkering met me genomen, wel omgang afgedwongen.’
‘En nu ligt je ego bloot te kijk.’
‘En te kijken. Ik vond het heel wat bij Silvia thuis, al gauw zag ik twee blote meiden. Nee, drie. Tja. Maar het ging zo fijn, dat ze al gauw ook naar mij konden kijken. Hier zijn er veel meer. Ze gedragen zich wel anders dan wij vroeger. Ze showen meer.’
‘Ze hebben hier concurrentie.’
Ze grinnikten.
‘Ja, maar ik hoef niet te weten wat ik gemist heb. Hè, Silvia?’
‘Nee, dat hoef ik ook niet. Dat kan toch niets beters geweest zijn dan dat we nu hebben. De jeugd zal trouwens wel denken, die zijn niet treurig.’
‘Alles op z’n tijd. Er is constant beweging, er gaan er steeds bij anderen zitten. Maar verder gebeurt er niets, hè, Maureen?’
‘Op de kant niet, maar ze gaan vast zo het water in. Boven water zie je af en toe dat een jongen van achteren af zijn armen om een meisje slaat en haar borsten beetpakt. Wat hij onder water doet zie je natuurlijk niet. Wat meiden doen is makkelijk te raden. Óf de jongens komen pas vijf minuten na de meiden het water uit, als ze zich weer kunnen vertonen, dan is er aan ze gezeten. Óf, als een stelletje wat benedenstrooms van de anderen heeft gestaan komen ze er gelijktijdig uit, hij met een trots gezicht en een heel kleintje, dan heeft dat meisje hem laten lozen.’
‘Wat ze allemaal dus van elkaar weten.’
‘Ja. Hoe lekker ze met hun lijven omgaan. Samen met het praten op de kant verloopt zo hun kennismaking.’
‘Open en bloot en soms bevredigend. Tja, wij zijn heel lang blijven praten, en kijken. Daarna kwam de rest pas. Ik heb er geen spijt van. Het bij elkaar zijn vind ik veel belangrijker dan het aan elkaar zitten.’
‘Ja. Toen Ian en ik eh in elkaar geïnteresseerd raakten, aangekleed, duurde het natuurlijk niet zo lang voordat we wat met bloot deden, we waren een stuk ouder dan jullie. Thomas en Tamara waren natuurlijk een paar apart, maar dat was hun keus.’
‘Ik moest wel, min of meer. Ik hield zoveel van hem, dat ik bang was om nooit meer los te laten wat ik één keer beet had. Toen het zover was waren we ook al wat ouder, toen lukte het toch wel. Nét.’
Ze grinnikten.
‘Ach, niemand hoeft er spijt van te hebben hoe het gegaan is, we zijn allemaal gelukkig.’
‘Ja. ‘s Morgens, als de moeders met kinderen er zijn, gebeurt er niets?’
‘Als je niet meerekent dat een klein meisje nieuwsgierig even aan een pikkie komt niet. Als er oudere stellen zijn houdt hij een handdoek voor zijn buik, als ze van of naar het water lopen. Om te voorkomen dat een kleine meid zo’n grote even wil pakken.’
‘Tja, er zal best wel eens een erg nieuwsgierige tussen zitten.’
‘Ach, nieuwsgierig blijven we toch wel, min of meer. Als dat stel meer wil dan op de kant praten en in het water wat voelen moeten ze ‘s avonds komen. Hoe later hoe meer er kan.’
‘Dat komen we ook een keer verkennen. We gaan dan vast meedoen, het is zo lekker in de open lucht. Jongens, we moeten toch maar eens bekijken of we aan de achterkant van het huis niet een stuk tuin af kunnen schutten wat alleen vanaf het zwembad bereikbaar is.’
‘Ja, goed idee. Het is hier prachtig, maar wat lastig om iedere dag met de kinderen naar toe te gaan. Wel af en toe, om ze met andere kinderen te laten spelen.’
‘Heb je dat gemist, Mike, vroeger?’
‘Nee, Tamara, van ons hoefden er niet vaak andere kinderen te komen, want dan moesten we kleren aan. Naar school moest dat ook, helaas.’
‘Overal ter wereld gaan kinderen gekleed naar school. Maar daarna, zoals hier, is het vast nergens.’
‘Nee, een schortje of een peniskoker is wel het minste.’
‘Toch kan het. Het is in het dorpshuis en op de stille plekjes daar omheen rustiger geworden, in het bos ook, ze vinden het hier duidelijk prettiger. Vroeger waren er geen ongewenste zwangerschappen en zelden een scheiding. Sinds het meertje opgeknapt is beide nog steeds niet. Er zijn er wel ontzettend veel getrouwd, maar dat komt door de nieuwbouw.’
‘Die zit vol, hè?’
‘Ja. Niet alleen met pas getrouwden. Van sommigen zijn de ouders er gaan wonen, en zij in het oude huis gebleven, meestal bij de winkel. Die huizen worden net zo mooi, na de renovatie.’
‘Knap werk.’
‘Leuk werk. We hebben al weer een wachtlijst. Niet van mensen uit het dorp, maar van oud-inwoners die terug willen komen. Vóór de renovaties klaar zijn zouden we gaan kijken of we nog meer zouden gaan bouwen.’
‘Zouden?’
‘Ik weet niet wat er nu gaat gebeuren.’
‘Ik denk, dat ik namens ons vieren spreek, als ik zeg, dat alles gewoon, zo gewoon mogelijk, doorgaat. In plaats van de inbreng van mams komt die van Silvia en Aimee. Maar jij zal er vast voor zorgen dat die ongeveer in de stijl van mams is.’
‘Ik hoop mijn mening steeds kenbaar te mogen maken.’
‘Wat plechtig. Natuurlijk. We gaan alles samen doen. Zeg, hebben we het hier bekeken?’
‘Alles, Mike. Ja, tijd om naar huis te gaan. Naar de Manor, binnenkort ons huis.’
Ze stapten op. Maureen bleef op de camping, Tamara zette Ian en Francis bij hun voordeur af, zelf ging ze mee naar de Manor.


Ze troffen Mark in de woonkamer. Hij glimlachte toen ze binnenkwamen.
‘Het was schitterend, paps, bij het meertje.’
‘Ik weet het, liefje, we zijn er een paar keer geweest. Geschikt om er vaker naar toe te gaan?’
‘Ja. We zijn door de jeugd verwelkomd, er kwam een afvaardiging, een jongen en een meisje. Ze hadden drie onderwerpen. Één, dat de jeugd ook vond, dat je je niet op moet sluiten met je verdriet. Twee, condoleances. Drie, Ian natuurlijk.’
‘De eerste vind ik openhartig, de tweede keurig, de derde, tja, ik kan me voorstellen dat het slurfje van Ian aandacht trekt. Niet alleen bij de jeugd.’
‘Nee, de ouderen waren ook stomverbaasd. We hebben het daar bij kijken gelaten. Het meisje vroeg wel toestemming om een keer met alle meiden met hem te mogen spelen. Met leeftijdgenoten doen ze het ongevraagd.’
‘Zo. Is dat daar de gewoonte?’
‘Soms, met een interessante. Hij spande de kroon, zei ze.’
‘En?’
‘Ian wil zich wel aan die gewoonte onderwerpen, de toestemming van Francis heeft hij. Één keer per jaar.’
‘Ach, op een gegeven moment wordt hij toch te oud voor ze.’
‘Vast niet om aan te komen, als hij daar nog op reageert. Paps, het is wat onhandig om er vaak naar toe te gaan, met de kinderen. Kan er aan de achterkant van het huis een stuk van de tuin afgeschut worden, wat alleen vanaf het zwembad bereikbaar is?’
‘Heb je dat al aan Tamara gevraagd?’
‘Nee, maar ze zat erbij toen we het er over hadden.’
‘Dan heeft ze sinds die tijd al na zitten denken.’
‘Nou, ik ook. Maar ik weet niet hoe ik het aan moet pakken.’
‘Liefje, daar ben jij ook niet voor.’
‘Wat bedoel je?’
‘Tamara is hier de troubleshooter. Die schudt het uit haar mouw. Denk aan de veranderingen hierboven en aan het pad langs de weg naar het dorp.’
‘Ik kan toch niet zeggen, regel het even?’
‘Dat zou ze geeneens erg vinden. Maar het kan ook anders.’
‘O. . . . Tamara, heb je soms een voorstel?’
‘Hoe groot moet het zijn? Zoiets als in Boston?’
‘Kleiner, er hoeft geen zwembad in.’
‘Achter het zwembad is een gang, met daaraan het kantoor van Thomas en de twee kleedruimten. Jij kent het huis beter dan ik, Thomas, is daar een goede andere plek voor?’
‘Niet in huis, maar ik zoek al een tijdje een bestemming voor de leegstaande kantoren aan de achterkant van de garage. Daar zou het prima kunnen. Voor het personeel wat in huis werkt is het iets verder lopen, voor dat in de garage en de stallen iets minder.’
‘Op wat voor termijn zijn die te gebruiken?’
‘Één dag. Er moet gezogen en gestoft worden, voor de zekerheid, ze zijn regelmatig schoongemaakt. Verder is het alleen een kwestie van meubilair en kledingrekken verplaatsen.’
‘Mooi. Voorstel. De muur tussen het zwembad en de gang eruit. Ook die naar het kantoor en de kledingruimten. Die tussenmuren er ook uit. Het architectenbureau moet even komen kijken of er iets moet blijven staan, als ondersteuning. Bogen maken, zoals in de zitkamer beneden, of hier en daar pilaren. In de muur naar de tuin zo veel mogelijk glazen deuren. Dan komt er een grote ruimte naast het zwembad. Als het niet zulk mooi weer is kan daar gezeten en gespeeld worden. Waar nu het zitje is een kinderbadje, aansluitend op het zwembad. De trap om het water in te gaan zit nu aan de kant van het zitje, die moet verplaatst worden naar de kant van de open ruimte. Langs het kinderbadje moet een centimeter of vijftig loopruimte blijven, net zoals om het zwembad, om bij de deur te kunnen komen. Dat wordt een nooduitgang. Waar vroeger de gang begon komt een nieuwe deur, in de grote ruimte dus. Daar moet ook het barretje en de douche naartoe. Zo, dat was binnen. Was het te volgen?’
‘Nou, zeg, je bent weer snel. Al zo veel details erbij. Het lijkt me wel wat.’
‘Momentje. Een belangrijk detail. Mijn kantoor zit gedeeltelijk achter de hal. Dat gedeelte moet blijven, want daarin zitten de alarminstallatie en de telefooncentrale. Die verplaatsen zou erg ingewikkeld worden. Er moet dus ook een muur komen naast die nieuwe deur, om mijn kantoor te splitsen, en in het gedeelte met de alarm-installatie en de telefooncentrale een deur vanaf de gang. Dat lijkt me te doen.’
‘Ja. Dan laten we het andere gedeelte intact, dat kan de kleedruimte worden. Dan hoeft het bezoek zich niet meer in de zitkamer beneden om te kleden. Nu buiten. Vóór de grote ruimte een rechthoek gras, zeg maar hoe diep. Hetzelfde gras als op de camping, dat kan heel wat hebben. Daar omheen twee meter hoge coniferen. Achterin een brede poort, om met de grasmaaier binnen te kunnen komen. O, een zandbak natuurlijk. Einde voorstel.’
‘Heel goed, Tamara. Zoals altijd. Wat denken jullie?’
‘Dat klinkt goed, paps. Mooier dan in Boston, met die ruimte erbij. De kinderen kunnen er spelen, buiten als het mooi weer is, en altijd in het zwembad. En wij kunnen zonnen en zwemmen en binnen of buiten zitten. Wat goed van je, Tamara.’
‘Aimee?’
‘Ik ben stomverbaasd dat je dat zo uit je mouw schudt.’
‘Het scheelt natuurlijk dat ik nogal wat gehoord heb over hoe jullie opgegroeid zijn en dat ik in Boston ben geweest. En ik heb een beetje verstand van verbouwen gekregen.’
‘Het mooiste vind ik, dat je alles combineert. Een tien meter diepe tuin genoeg, Silvia?’
‘Ja, in Boston is het ook zoiets, buiten het zwembad om. We hadden nooit een wens voor een grotere tuin. Er komt genoeg ruimte voor stretchers, het zwembad is iets groter, en tien meter gras, met ergens een ruime zandbak, is meer dan genoeg. Alleen, twee meter hoge coniferen? Dan zitten we nogal opgesloten. In Boston hebben we niet veel uitzicht, ik vind het hier net zo mooi, met de heuvels in de verte.’
‘Ik dacht, tegen de inkijk.’
‘Kom, Tamara, van wie? Het personeel zal er geen behoefte aan hebben, dat kan naar het zonneterras.’
‘Je weet wat daar de eisen zijn. Ik dacht dat jullie hier wat meer wilden doen.’
‘Meer?’
‘Hetzelfde wat jullie in Boston doen. Geen handdoek voor de jongens, en op elkaar liggen en zo, op de stretchers en op het gras.’
‘Tja. Eigenlijk wel.’
‘Ik zou het ook niet leuk vinden om alleen maar kleintjes te zien. En van Mike af te moeten blijven. En me niet op hem te kunnen laten zakken als eh ik zie dat hij wel wat wil.’
‘Ik heb een voorstel. Tot nu toe komt het personeel het huis binnen door een buitendeur in de gang naast mijn kantoor, om naar de kleedruimten te gaan, of naar mij, of om in het huis te werken. Na de verbouwing komt alleen het personeel wat in huis moet zijn er nog naar binnen. Ze komen altijd van de kant van de garage, dus niet voor mijn kantoor langs. Als er nu aan die kant twee meter hoge coniferen komen en verder één meter hoge? De enigen die dan kunnen kijken zijn de tuinlieden, en die zullen niet dichtbij komen tenzij het nodig is.’
‘Goed bedacht, Thomas.’
‘Ja, geweldig. Wat denken jullie, jongens?’
‘Het enige wat ik bij de prachtige voorstellen mis is een vuilnisbak en wegwerphanddoeken.’
‘Wil je niet op me liggen?’
‘Zeker wel, Silvia, maar dat kan niet altijd. Dan wil ik af en toe toch wel wat kwijt, al is het geen zes keer op een dag.’
Ze grinnikten.
‘Als de kinderen groter zijn zullen jullie je toch moeten gedragen.’
‘Ja, Tamara. Dan doen we hetzelfde als paps en mams deden, naar binnen gaan. Ik zie het nog voor me, mams extra schuddend met haar achterwerk, paps er achteraan, vóór hij uit ons zicht verdween al naar voren wijzend en binnen vast snel omhoog.’
Ze grinnikten weer.
‘Ja. Alleen moeten we hier badjassen aan tot we boven zijn. Wat denk jij, Mike?’
‘Kunnen we er het weekend nog over nadenken? Ik zou niet weten wat er aan te verbeteren valt, Tamara en Thomas denken overal aan, maar misschien schiet ons, of hun, nog wat te binnen.’
‘Natuurlijk. Nou, daar komt het weer. Tamara, regel je het even, zodra de kinderen weg zijn?’
‘Goed. Maar ik krijg het niet in één week voor elkaar.’
‘Dat hoeft toch niet?’
‘Dan zou het klaar zijn als ze terugkomen. Met de veranderingen in de suites lukt dat wel. Maar er zit beneden nogal wat aan vast. Het zwembad moet leeg om de trap te kunnen verplaatsen. Een ondiep stuk zwembad erbij, waarvan het water ook gefilterd moet worden. Muren uitbreken en zo duurt niet zo lang, maar de verlichting moet ook aangepast worden. Het alarm ook, omdat de buitenmuur verandert. Enzovoort.’
‘Je wilt weer toveren, hè? Lief van je, maar we hadden er niet op gerekend. We hebben toch wel even nodig om ons te settelen. En we kunnen naar het meertje. Ik kan wel zeggen, haast je maar niet, maar dat kan je toch niet laten.’
‘Het is geen haasten, Aimee. Het is gewoon de sport om zo veel mogelijk mensen zo veel mogelijk tegelijk te laten doen, net zoals bij de huizen. Daarom was een twee-onder-één-kap ook in zestien weken klaar, vier maanden, in plaats van normaal veertien.’
‘Gaan ze voortaan overal zo bouwen, op de koekenbakkermanier?’
Ze grinnikten allemaal.
‘Nee, dat lukt nergens. Het kon hier, omdat de meeste bouwers en leveranciers uit het dorp kwamen. Ze werkten dus eigenlijk voor hun dorpsgenoten. Daarom wilden ze meedenken en hard werken.’
‘Oom?’
‘Dat klopt, maar niemand anders dan Tamara had ze zo enthousiast kunnen krijgen. Vertel ze maar hoe je het aan gaat pakken, zodra ze weg zijn.’
‘Ik noemde al wat werkzaamheden op, maar ik weet niet alles. Na jullie vertrek ga ik bellen om dinsdagmiddag in het zwembad een vergadering te houden. Met het architectenbureau, een paar bouwbedrijven, de firma die het zwembad aangelegd heeft, de firma van de alarminstallatie, de tuinman, enzovoort. Ik maak van het weekend en maandag een lijstje, ik vergeet nu misschien iemand. Dan praten we alles door.’
‘Komen ze, op zo’n korte termijn?’
‘Vast wel, ze kennen me. Ik wil uiterlijk donderdagmiddag offertes. Dan kan ik die ‘s avonds met Mark bespreken en vrijdag de opdrachten geven.’
‘Waarom zou je die met me bespreken?’
‘Omdat het deze keer over jouw huis gaat. Ik wil dat je de tekeningen ziet vóór er verbouwd gaat worden.’
‘Goed. Al is dat vast overbodig.’
‘Ik wil ze toch graag samen met je bekijken. Ons voorstellen hoe jij, de kinderen en de kleinkinderen er gebruik van gaan maken.’
‘Wie er tot nu toe komt blijft toch komen?’
‘Ja, graag, maar jullie zijn de hoofdgebruikers. De maandag daarna kunnen ze beginnen. Het zal wel een week of drie duren. Sommige dingen moeten drogen voor ze er verder aan kunnen werken. De tuinman kan pas als laatste aan het werk, al het bouwverkeer moet via die kant. Maar een maand vanaf nu is alles wel klaar.’
‘Toch toveren.’
‘Bijna. Gelukkig is de nieuwbouw klaar, anders had ik amper werklui kunnen krijgen. Bij de renovatie zijn er minder nodig. En anders duurt die maar iets langer, jullie mogen ook wel wat.’
‘Zelfs zonder die verbouwing zouden we hier genoeg krijgen, Tamara. De familie weer bij elkaar, voor zover mogelijk, en ook nog vrienden erbij. Wat we in Boston vrienden noemden waren eigenlijk goede kennissen. Afgezien van Renee en haar man en Karen en haar man. O, paps, nodig je ze een keer uit? Dan kunnen ze zien hoe mams hier leefde.’
‘Ja. Tamara, jij kan het beter onthouden dan ik. Over een paar weken moet ik ze een brief schrijven. Die twee moeten wat meer horen.’
‘Zal ik eerst wat in het krantje schrijven? Dan wordt het wat makkelijker voor je.’
‘Ja, vast. Maar dat is moeilijk voor je, hè?’
‘Ja, maar niet moeilijker dan het laatste krantje.’
‘Dat was heel mooi, Tamara. Nog veel dank, namens ons vieren.’
‘Dank je wel. Méér kreeg ik niet voor elkaar, er was niet zo veel tijd voor.’
‘Het was precies goed, elk woord. Het is tijd voor het diner. Tamara, ik wil je niet wegjagen, maar je hebt vast Thomas van de week niet veel gezien. Is hij vanavond vrij?’
‘Ja?’
‘Dan stel ik voor dat je vanavond gezellig bij hem blijft. En wij na het diner wat met de kinderen spelen, daarna wat praten. Morgen zien we wel verder.’
‘Prima. We vonden het natuurlijk niet erg om elkaar van de week minder gezien te hebben. Ik zal na jullie vertrek Mark vaker gezelschap houden dan normaal, tot jullie terug zijn.’
‘Heel fijn, Tamara.’
‘Ik stuur haar wel weg hoor, als ik denk dat ze te lang blijft. Ze zal ook wel druk zijn met de verbouwing.’
‘Ja, maar hoe meer huizen in het dorp er gerenoveerd zijn hoe minder werk ik in het dorp heb. Ik ga maandag nog niet het pad langs de weg regelen, behalve als ik tijd over heb, dat heeft niet zo’n haast. Eerst de verandering boven en dan de verbouwing beneden opstarten. Goed. Ik ga er vandoor. Tot ziens.’


 Week 4

Zaterdag en zondag ging Tamara een paar keer poolshoogte nemen op de Manor. Ze vond de familie of in de woonkamer of aan het spelen met de kleinkinderen. Ze vertrok steeds na een minuut of tien stilletjes.


Maandagmorgen, na het vertrek van de kinderen, praatten Mark en Tamara nog even na. Daarna ging Mark rusten. Tamara sprak de verandering boven nog een keer door met Francis, die zou er voor zorgen. Ze belde een paar metselaars af tot ze er een vond die binnen een paar dagen kon komen om een deur in een muur te maken.
‘s Middags zat ze lang aan de telefoon om de vergadering voor de volgende dag te regelen.


Dinsdagmorgen ging ze op verzoek van Mark met hem naar de begraafplaats. Ze wist niet wat ze moest verwachtten, ze had hem er niet naar durven vragen. Ze zag een perk met rozen van verschillende soorten, het merendeel in bloei. Het was breed genoeg voor twee graven. Ze stopten middenvoor. Middenachter stond een niet zo hoge grafsteen. Bovenaan stond Simone, daaronder Wellingten – Wouters, daaronder haar geboorte- en overlijdensdatum. De onderste helft was onbeschreven.
‘Heel mooi, Mark. Maar je hebt toch geen haast?’
‘Moeilijk. Ik wil graag stoffelijk naast haar liggen, geestelijk of zoiets weer bij haar zijn. En dan ook bij Vivian. Simone vond het niet erg dat ik eerder getrouwd was geweest. In het begin hebben we er veel over gepraat, later kwam het ook nog wel eens ter sprake. Simone vond het zo jammer voor Vivian, dat ze overleed nét voordat we aan kinderen wilden beginnen. Ik dacht toen dat ik nooit kinderen zou krijgen, ik had geen enkele behoefte aan nog een huwelijk. Maar toen ik Simone zag veranderde dat. Wij hebben ook een tijd gewacht, ik liet het aan haar over. Ik wilde natuurlijk wel een zoon hebben, maar ik eiste niets. Ze is ontzettend gelukkig geweest met de tweeling, hun echtgenoten en hun kinderen. Ik ben nu blij dat ze allemaal hier komen wonen. Met hun wil ik nog wel blijven.’
‘Ik hoop dat Simone en Vivian meekijken en meegenieten.’
‘Ja. Vivian ligt in Boston, bij haar familie. Simone en ik zijn er één keer geweest. Ik wist verder geen tekst, Tamara. Je telegram aan Liz en je krantje waren prima, maar voor hier is niets goed genoeg.’
‘Nee. Zelfs al maak ik een krantje van tien kantjes over haar dan zegt dat niet genoeg. Alleen wat we voelen is goed. Dat krijg je niet op papier.’
‘Je zal toch wel een beetje in de buurt komen.’
Ze bleven nog even stil staan, gingen toen allebei naar huis.


Tamara pakte daar de fiets en reed naar de camping. Ze zag niemand voor de caravan van John en Maureen. Ze klopte aan en ging naar binnen. Ze zaten aan tafel, ze ging bij ze zitten.
‘We hebben er vrijdag niet veel over gepraat, Tamara. ‘s Middags was het gezellig, maar de rest van het weekend konden we aan niets anders denken.’
‘Ja. Zo plotseling. Zo vroeg.’
‘We hoorden maandag de klok luiden, maar wisten niet wat het betekende. Tot Thomas belde. We hebben allebei een uur zitten janken.’
‘Thomas vond het zwaar, het te moeten vertellen.’
‘Ja. Hij deed het heel voorzichtig, maar hij moest alles een paar keer herhalen, ik geloofde het niet. Wat later heeft John de vlag halfstok gehangen en een briefje met de verklaring op de receptie geplakt. Later je krantje. Daarvan moesten we weer huilen. Zo definitief. Jouw tekst, hè? Zo mooi kan alleen jij schrijven.’
‘Dat kostte wel moeite. Ik moest een plastic hoesje pakken om de proefafdrukken te kunnen bekijken, ik bleef janken. Ik moest ook een telegram voor Hare Majesteit opstellen. Thomas had er al aan de hele familie verstuurd. Laten versturen, iemand met de tekst en de adreslijst naar het postkantoor in de stad gestuurd.’
‘Erg aardig, van hare Majesteit, om een krans te sturen.’
‘Ze had eerder, vrij snel, al een telegram gestuurd. Getekend, Liz. Ik moet van Mark alle krantjes, waarin ik over Simone schrijf, aan haar sturen. Ik wil een speciaal krantje over haar maken. Mark vroeg of hij het eerst nog kon zien. Dat was ik al van plan, ik wil niet weinig maar beslist niet te veel schrijven. Ik denk dat ik het ook eerst aan de kinderen laat zien.’
‘Die zullen het vast goed vinden. Je schrijft altijd zo mooi. Vooral voor de goede verstaander. Maar kom eerst maar een beetje bij. Er moest in het begin van de week vast veel geregeld worden.’
‘Ja, daardoor kon ik alleen maar inwendig lopen janken. Het belangrijkste was Mark op de been houden. Aan de ene kant was het voor hem ontzettend zwaar, de tweede keer onverwacht en te vroeg zijn liefste kwijtraken. Aan de andere kant, omdat hij het al eens meegemaakt had, wist hij, dat hij ondanks alles zich er overheen moest zetten. Ook voor de kinderen. Die kwamen gelukkig dezelfde avond al.’
‘Snel.’
‘Ach, in de eerste klas is vaak plek vrij. Maar anders hadden ze een jet mogen charteren. Je snapt wel dat de kosten bijzaak waren.’
‘Ja. Maandag moet voor jullie verschrikkelijk geweest zijn.’
‘We waren erg bezorgd voor Mark, dat heeft ons op de been gehouden. Je had het vrijdag over bidden en smeken en toveren. De eerste keer, maandag, moest ik me inhouden om niet te gillen, Simone, wordt wakker. Maar er waren al drie dokters geweest, inclusief Mark.’
‘Ze zag er heel mooi uit.’
‘Ja, gelukkig wel. Mark zei het zo mooi, ik heb ontelbare mooie momenten om aan terug te denken. Ook hoe ze eruit zag als ze sliep, net zoals vanmorgen. Dat moeten wij ook maar doen.’
‘Ja. De kinderen zijn weg? Ik zeg ook maar kinderen.’
‘Ja, en Mark rust, daarom kon ik even weg.’
‘We moeten maar langzaam overschakelen op een volgende periode. Zonder Simone, met de kinderen en kleinkinderen. Er het beste er van maken, hè?’
‘Ja, Maureen, weer goed onder woorden gebracht.’
‘Hoe is Mark?’
‘Zichtbaar rustig. De kinderen waren het ook. Maar ze hebben, al laten ze zo min mogelijk merken, toch iets triests. Ze zullen vast iedere dag een paar keer, net als Thomas en ik, bij elkaar wat gehuild hebben. Ik heb vanmorgen weer even met Mark gepraat, over koetjes en kalfjes. De helft van de tijd draait hij zijn stoel wat zodat hij naar buiten kan kijken.’
‘Naar de begraafplaats?’
‘Die richting op. Hij is zo mooi aangelegd, achterin de tuin, dat je hem eigenlijk pas ziet als je er vlakbij bent.’
‘Dat zag ik vrijdag. Hoe verder naar achteren hoe ouder de graven zijn, hè?’
‘Ja, nieuwe komen ervóór. Dan gaat er gewoon weer een stukje van de tuin af. Nou, ze kunnen nog wel een paar honderd jaar doorgaan. Ik ben er vanmorgen even geweest, met Mark. Het ziet er mooi uit. Geen platte steen erop, maar rozenstruikjes. En het is breed genoeg voor twee, aan het hoofdeinde staat in het midden een grafsteen. Half leeg.’
‘Ach. Hij wil later naast haar liggen, hè?’
‘Ja. Als de kinderen en kleinkinderen er niet geweest waren zo spoedig mogelijk. Het zal je maar gebeuren, twee keer volkomen onverwacht je liefste kwijtraken. Één keer wens je al niemand toe. De eerste keer had hij alleen zijn schoonvader nog. Nu heeft hij hopelijk meer afleiding. Ik heb nu gelukkig genoeg te doen. Weet je nog, dat de kinderen, toen we bij het meertje waren, zich afvroegen of er aan de achterkant van het huis een stuk tuin afgeschut zou kunnen worden wat alleen vanaf het zwembad bereikbaar zou zijn?’
‘Ja. Ik zou het ze gunnen, al zouden ze hier dan minder vaak komen.’
‘Ja, het is daar natuurlijk dichterbij. Ze begonnen er tegen Mark over. Die zei, daarvoor moet je niet bij mij zijn, Tamara is hier de troubleshooter. Denk aan het pad langs de weg naar het dorp.’
‘Vanaf de Manor naar het dorp? Daar is geen pad. Tenminste, niet waar ik met de kinderwagen over kan.’
‘Daar begon Mark donderdag over. Je hebt een keer gezegd dat je het niet prettig vond om vanaf het dorp over de weg te moeten lopen als je met Crystal op bezoek kwam.’
‘Ja, met het gevolg dat we met een Rolls thuisgebracht werden.’
‘Leuk, toch? Maar dat had hij zich herinnerd, toen er dinsdag aangekondigd werd dat de schoolkinderen de kransen zouden komen brengen. Thomas moest politiebegeleiding aanvragen.’
‘Kwam die?’
‘Natuurlijk. Sinds Thomas en ik getrouwd zijn heeft Mark goede contacten bij de politie. Ik denk natuurlijk wel eens aan die dag terug, maar ik hoef het nooit te vertellen, het hele dorp weet het. Er zal vast nog wel eens wat bij me boven komen wat jullie laatkomers nog niet weten. We zouden om tien uur trouwen, in het dorpshuis. Vijf vóór zou wat jeugd de Hoofdstraat afzetten. Thomas en ik zouden dan ons ouderlijk huis uitkomen, elkaar midden op straat even kussen en dan naar het dorpshuis lopen. We liepen altijd hand in hand, vanaf onze twaalfde ongeveer af en toe een kusje. Later meer.’
‘Wat ontroerend, zo je trouwdag beginnen.’
‘Ja. Maar Mark had stiekem de politie gebeld. Er kwamen vier agenten op motoren om de straat af te zetten, twee voor even voorbij onze huizen en twee net voorbij het dorpshuis. Toen de kinderen voorstelden om hier te komen wonen bedacht Mark, dat de kleinkinderen ooit in het dorp naar school zouden gaan. Dus ook over de weg zouden moeten lopen. Toen hij zei, regel even een pad, Tamara, zaten de kinderen stomverbaasd te kijken. Ik heb ze uitgelegd dat Mark en ik zo werken. Hij verzint wat en ik regel dat het gebeurt. Méér zeggen we bij zoiets niet.’
‘Regel het even. Een pad?’
‘Ja. Achter de bomen langs. Simpel te regelen hoor. Ik vraag Peter om het uit te laten voeren. Minder werk dan de camping en het meertje. Vijfhonderd meter glad schuiven en beton erop, twee meter breed.’
‘Tja, na alles hier is dat natuurlijk makkelijk. Als je de weg weet.‘
‘Dat is zo gegroeid. Toen vroegen ze of ik een voorstel had, voor dat tuintje. Nou, vanaf dat ze het er hier over hadden had ik al na zitten denken. Binnen een maand hebben ze hun zin. Daar ben ik nu druk mee. Afgezien van deze pauze.’
‘Hoe dan?’
‘Achter het zwembad zit een gang met daaraan het kantoor van Thomas en twee kleedruimten voor het personeel. Die verhuizen naar lege kantoren aan de achterkant van de garage. Alles wordt uitgebroken, op het kantoor van Thomas na. Daar komt een muur middenin. In de gang daarvoor een deur, de deur die we nu gebruiken wordt een nooduitgang. In de ene helft van het kantoor, aan de kant van de hal, zit de telefooncentrale. Die blijft daar, er komt een deur naar de gang. De andere helft wordt kleedruimte, met de deur dus in de uitgebroken ruimte. Dat wordt zit- en speelruimte. In de muur aan de achterkant komen glazen deuren, naar een nieuwe grasveld buiten met coniferen er omheen. En op de plek van het oude zitje komt een kinderbadje.’
‘Ik kan me daar ongeveer een voorstelling van maken. Dat wordt vast mooi. En ruim. Kan dat, in een maand?’
‘Vast wel. Deze week om alles te regelen, dan ruim drie weken werk.’
‘Weer toveren, hè?’
‘Dat zeiden de kinderen ook al. Bijna.’
‘Zou ik ook eens met de kinderen mogen komen? Dat lijkt me heel gezellig. Met die meiden en zes kinderen.’
‘En wie er verder is. Iedereen die er eerder geweest is mag weer komen, Maureen. Dat heeft Mark gezegd.’
‘Wat fijn. We moeten proberen om er ook af en toe allemaal tegelijk te zijn. Thomas en Francis kunnen vast altijd wel ruilen, als ze geen vrij hebben. Ian weet ik niet. En behalve op maandag en vrijdag kunnen wij vaak genoeg hier weg. Eh dan daar net zoals op het zonneterras? Of zoals tot nu toe in het zwembad?’
‘Ik stelde twee meter hoge coniferen voor, tegen inkijk. Maar ze wilden uitzicht, op de heuvels. Thomas zei, alleen twee meter hoog aan de kant waar het personeel het huis binnenkomt.’
‘Inkijk is toch niet zo erg?’
‘Ze willen, op elk moment van de dag, gaan doen wat ze bij het meertje ‘s avonds heel laat ook doen. Dat doen ze in Boston al jaren. Zolang hun kinderen nog klein zijn interesseert ze het vast niet als pappie en mammie of oom en tante of jullie enzovoort op elkaar liggen te spelen.’
‘Oei. Gezellig.’
‘Zo is dat. Dat nieuwe pad duurt ook nog weken, denk ik, maar dat heb je niet nodig. Als je even belt word je gehaald.’
‘Dat is wel makkelijk, met twee kinderen. Wat lux.’
‘John en jij, en de kinderen, zijn niet alleen personeel, maar ook vrienden van de familie. Ze zien jullie graag komen. Niets ten nadele van jou, John, Thomas houdt zich ook meestal op de achtergrond, je bent een gezellige meid, Maureen. Mark heeft ook je toespraakje erg gewaardeerd.’
‘Dank je. Ik vond het zo moeilijk. Ik wilde zo graag iets zeggen maar ik wist niet wat. En wat er gepast zou zijn. Nadat Mark zo openhartig gepraat had wist ik het ineens, durfde ik het.’
‘Het kwam uit je hart, Maureen, dan is het altijd goed.’
‘Ja, in principe wel. Maar toch.’
‘Wat je deed bij het afscheid nemen ook. Dat begreep Mike toch ook?’
‘Ja, dat was fijn. Wat zijn het toch lieve kinderen.’
‘Mark zal er veel steun aan hebben. Ik ben blij dat de kleinkinderen hier gebleven zijn. Hij zit heel graag bij ze. Vanmorgen viel me op dat hij vaak naar Bianca keek. Het duurde even voor ik snapte waarom. Het uiterlijk van de kinderen én de kleinkinderen is een mengeling van hun ouders, ze lijken geen van allen sprekend op ze. Maar Bianca begint steeds meer van Simone te krijgen, als je goed kijkt. En ze is niet zo druk als de andere drie kleintjes. Ze kijkt vaak heel rustig rond, met net zo’n glimlachje als Simone.’
‘Oh, wat fijn voor hem.’
‘Ja. Hij zal haar niet voortrekken, hoor, dat heeft hij Silvia ook niet gedaan, omdat ze een meisje is, of Mike, omdat hij de oudste is. Ik zal het ook niet doen, al is ze mijn peetdochter en naar me vernoemd. Ik hoop wel dat ze wat van het karakter van Simone krijgt. Zo vrij met mensen omgaan.’
‘Ondeugend. Dat zijn de kinderen soms ook. Maar Mark deed mee.’
‘Ja, John, ze zijn niet anders gewend. Als er vreemden bij zijn, en dat zijn jullie niet, dan gedragen ze zich echt wel. Denk ik, ik heb het eigenlijk nog niet meegemaakt. O, ja, tijdens een rit in een koets.’
‘Ze hebben stijl, Tamara. Hun openhartigheid van hun moeder, maar stijl van hun vader. Van de familie. Zoals Mike even knikte en glimlachte. Ik begreep hem ook direct. Blijf maar staan zo lang je wilt. En ook stijlvol om er later niets over te zeggen. Maureen deed dat zelf.’
‘Ja, om hem te bedanken. Anders had ik er toch niet zo lang durven blijven staan. Nu maar wat anders. Ik heb verteld, dat er bij het meertje ‘s morgens moeders met kinderen komen, tot een jaar of zes. Wie en wanneer er verder komen weet je. We missen dus alleen de jeugd die op de basisschool zit, zes tot twaalf. Kunnen we daar iets voor doen?’
‘Oei. Twaalf en ouder gaat goed. We nemen aan dat ze toestemming van hun ouders hebben. Met jongeren durf ik het niet aan. Ik zie maar één mogelijkheid. ‘s Woensdagsmiddags hebben ze vrij en de oudere jeugd niet. Dan zouden ze met één of beide ouders kunnen komen. Ik zal het Ian eens vragen, die spreekt die ouders vast wel eens.’
‘Graag. Je hebt vast al een stukje voor in het krantje in je hoofd, voor het geval het doorgaat. Aan de hand van mijn vraag en jouw antwoord.’
‘Ja. Zo gaat dat. Als ik iets hoor denk ik altijd, kan ik daar iets mee? Zoals toen de kinderen een stukje tuin wensten, bereikbaar vanaf het zwembad. Meestal is het niet moeilijk, ook niet om wat te schrijven, het één volgt uit het ander. Gisterenmiddag heb ik iedereen gebeld die ik nodig heb voor de verbouwing. Vanmiddag hebben we een bespreking in het zwembad. Dan kunnen ze daar rondkijken en bepalen wat er moet gebeuren. Waar ik overheen gekeken heb bedenken zij wel, het zijn allemaal specialisten. Donderdagmiddag wil ik van hun offertes hebben. Die kan ik dan ‘s avonds met Mark bespreken en vrijdag de offertes de deur uitdoen. Volgende week maandag kan dan de verbouwing beginnen.’
‘Zo snel weer?’
‘Ja, ze kunnen vanmiddag al met de voorbereidingen beginnen. De nieuwbouw is wat langzamer op gang gekomen. Toen moest ik nog op zoek wie wat kon doen.’
‘Nog even en je bent werkloos.’
‘Nee, als er in het dorp niet veel meer te doen is ga ik samen met Mark de familiepapieren in de computer zetten. Dat duurt wel even, ze gaan eeuwen terug.’
‘En eh kinderen?’
‘Daar praat ik wel weer eens met Thomas over als de kinderen gesetteld zijn. Het zou wel leuk zijn, als ik de kleinkinderen en die van jullie zie spelen, dat er ook van ons bij zouden zijn. En misschien die van Ian en Francis, al zullen die wel even wachten.’
‘Dat zal wel af gaan hangen of Francis een baan op de school in het dorp krijgt, als ze afgestudeerd is.’
‘Ja. Huisvesting is nu geen probleem meer, daar was vroeger vaak het wachten op.’
‘Zeg, ik hoop, dat zo lang die verbouwing niet klaar is, dat de kinderen vaak bij het meertje komen. ‘s Morgens of ‘s woensdagsmiddags, met de kleinkinderen, en ‘s avonds.’
‘‘s Avonds met wat?’
‘Met z’n allen. Nou, eerlijk gezegd, ook die met die grote ballen en die met dat lange dunne pikkie. Vind je niet erg, hè, John?’
‘Nee, als je dan in de caravan maar een half pilletje neemt.’
‘Om de andere keer, jij wordt ook woester van alles wat je ziet. En voelt, soms.’
‘Zeker al ik ook bevoeld word, dat werkt nog meer.’
‘Toen Thomas en ik pas getrouwd waren zei Simone een keer, je moet eens een broekje zonder kruis aantrekken. Als Thomas dan thuis komt en even lekker aan je wil zitten schrikt hij zich wezenloos en wordt hij vast lekker woest. Ik ben in Boston een paar keer al in de hal gepakt.’
‘Oei. Maar voorlopig niet nodig. We hebben de keus uit op het gras of in het water.’
‘Of op een stretcher.’
‘Lijkt me niet zo lekker liggen.’
‘Nee, er wijdbeens overheen staan en je op de paal van John laten zakken.’
‘Oei. Gaan ze dat doen? Bij hun eigen man dan natuurlijk?’
‘Vast wel. Dat deden ze in Boston ook.’
‘Ik vond het heel mooi om die van Thomas bij je naar binnen te zien gaan. En jullie zien en horen genieten. Ik wil het van Ian en Francis ook wel zien, die lange.’
‘En zijn ballen grijpen?’
‘Nee, dat was een keer zonder nadenken. John zegt vaak, ohhhh, heerlijk warm. Dat dacht ik toen voor Thomas ook. Maar die grote ballen bleven in de kou slingeren. Wat schokte hij, toen ik hem vastpakte.’
‘Ja, daardoor werd het toch een quickie, terwijl hij net daarvoor zeven keer over het water gespoten had.’
‘Ja, wat een productie. Loopt hij overdag met een emmertje eronder rond?’
Ze giechelden.
‘Nee, zo erg is het ook weer niet. Alleen als hij een hele dag gewerkt heeft en niet is komen lunchen wil hij erg graag. In het begin was hij bang dat ik zou denken dat hij me alleen maar als emmertje gebruikte. Nou, na zo’n tijd wil ik zelf ook graag. Als we het maar vaak doen met een aanloop, want zo’n keer duurt niet lang.’
‘Tja. Is je pauze al voorbij? Ik heb door dit gepraat zin in een beurt met een halve aanloop. Vóór de kinderen wakker worden. Jij, John?’
‘Maakt me niet uit hoe. Blijf je om mijn ballen warm te houden, Tamara?’
‘Je wordt steeds vrijer, gelukkig. Maar nee, ik ben al weg. Misschien is er thuis wat op te warmen. Tot ziens.’


Woensdagmorgen bracht Tamara Mark verslag uit over de vergadering over de verbouwing beneden.
‘Ik heb, nog maar onder geheimhouding, verteld dat de kinderen en kleinkinderen hier komen wonen. Hoe ze thuis opgegroeid zijn, en dat ze hier ook graag een tuin bij het zwembad wilden hebben. Ik heb mijn voorstel verteld. Alles was gauw rond, Mark. Ze zien geen problemen, denken het vanaf komende maandag in drie weken te redden.’
‘Fijn. Ik heb hierboven al jongens met meubilair zien sjouwen.’
‘Alles staat al op z’n plaats. In de slaapkamers voor de kinderen is alles afgedekt. Morgen komt de metselaar. Niet alleen, denk ik. Gat in de muur maken, deursponning erin, deur erin, afwerken, vrijdagmiddag klaar.’
‘Het verbaast me steeds. Ik heb altijd gehoord dat het werktempo in Engeland niet zo hoog was. Vaak theedrinken, en zo.’
‘De nieuwbouw en de renovaties hebben ze niet voor jou gedaan, maar voor hun dorpsgenoten. Dit klusje doen ze wél voor jou en de kinderen. Omdat jij en Simone wat extra’s voor hun kinderen gedaan hebben, het meertje. Ze zijn ook jong geweest. En om jullie te steunen. Het pad langs de weg doet Peter zo snel mogelijk voor mij, hij is een beetje gek op me.’
‘Wie niet?’
‘Nou! Ik ben met een krantje bezig, maar ik wil er de tijd voor nemen. Je wilt het eerst zien, ik wil het graag ook eerst aan de kinderen laten zien. Omdat ik er ook in wil zetten dat ze hier komen wonen. Ik heb eerst voor de vuist weg geschreven, maar inmiddels al weer een hoop geschrapt. Details, die niet iedereen hoeft te weten. Ik heb ook niet veel over jou laten staan. Wel dat je verkeringen hebt gehad vóór je eerste huwelijk. Dat is normaal, ze moeten niet denken dat je een dooie pier bent. Maar ik zie geen kans om iets over de goede invloed van Renee te schrijven.’
‘Dat lijkt me ook moeilijk, zonder te vertellen wat ik met haar gedaan heb.’
‘Ja, helaas. Sorry.’
Hij grinnikte.
‘Nee, geen sorry, lief. Maar dat kan alleen aan mensen die ons beter kennen. Anderen begrijpen zoiets vast niet. Of zou het in het dorp ook voorkomen?’
‘Dan zou het heel stiekem moeten gebeuren. Ze zouden het inderdaad niet begrijpen. Het meisje zou voor slet, hoertje, aangezien worden. De meiden hoefden vast de jongens die naar haar toegingen niet meer. En het meisje zou haar vriendinnen kwijt raken. Vóór je vaste verkering krijgt mag je grijpen wat je wilt, en zo. Maar niet steeds dezelfde en niet te vaak. Hoever je gaat bepaal je met z’n tweeën. Als jongens willen lozen, zonder verder te vrijen, is er altijd wel een meisje te vinden die het wel wil doen. En andersom. Zelfbediening overbodig. Nou, beetje grof.’
‘Ach. Ik kan me voorstellen dat de jongens de voorkeur geven aan een warm handje of mondje boven zelfbediening of natte dromen krijgen. Ik weet niet of Renee vriendinnen had. Ik denk dat ze er geen behoefte aan had. In de stad viel het vast minder op dan het in een dorp zou doen. Omdat ze het eh op haar manier deed, ging de mond op mond reclame vast alleen maar tussen redelijk nette jongens. Ga verder, over je krantje.’
‘Ik heb meer van je weggelaten, omdat het nu over Simone gaat.’
‘Natuurlijk. Bewaar het maar, voor het zeer waarschijnlijke geval dat je me overleeft.’
‘Dan zal ik eerst de kinderen raadplegen. Mark, Bianca begint steeds meer van Simone te krijgen, hè?’
‘Ja. Heb je het ook gezien?’
‘Het viel me laatst op dat jij wat meer naar haar keek dan naar de andere drie. Toen zag ik het.’
‘Ja. Vooral als ze rustig zit, met net zo’n glimlachje als Simone.’
‘We moeten haar niet voor gaan trekken, hè?’
‘We? O, ja, je peetdochter. Bianca Tamara. Nee, we laten natuurlijk niets merken. We zeggen ook maar niets tegen de kinderen. Als ze het ook zien kunnen we zeggen, zien jullie dat nu pas?’
‘Tja. Maar word je er iets blijer of iets droeviger van?’
‘Allebei, maar het blije overheerst. Jij hoopt natuurlijk ook dat ze wat van Simones karakter heeft. Maar je hoeft geen kleindochter te zijn om iets van haar over te nemen. Maureen zei het laatst al, je hebt genoeg van Simone opgestoken. Ook dat doorvragen wat je nu doet.’
‘O. . . . Erg?’
‘Nee, natuurlijk niet, lief. Dan had ik het bij Simone ook af moeten keuren, ze heeft het van het begin af aan ook bij mij gedaan. Waardoor we zo gelukkig zijn geweest. En zulke fijne kinderen hebben gekregen. Die hun kinderen ook zo ongeveer op gaan voeden. Als de verbouwing klaar is kan het hier ook.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Alles was niet van tevoren gepland, Tamara. We zijn na ons huwelijk begonnen met bloot in de tuin zitten. Ik genoot er erg van. Vivian was te preuts om zich vaak helemaal bloot te laten zien. Dat vond ik toen een beetje jammer, ik zie nog steeds graag blote meiden. Ik had zo genoten dat Renee het wel deed, afgezien van de rest van het genot. Toen de tweeling zich aankondigde spraken we af om die zo veel mogelijk bloot rond te laten lopen, net zoals wij. We hadden eerst geen zwembad, dat kregen we toen van mijn schoonvader. Je weet het ondertussen, op de kant kom je niet zo gauw aan iemand anders, in het water doe je dat makkelijker. De tweeling ook, al spelend. Aan elkaar, maar ook aan ons. En we praten overal over. Toen de tweeling in de puberteit kwam hebben ze wel een keer op de kant aan elkaar gevoeld. Dus aan borstjes, een beetje haar op een doosje, en een pikkie wat ietsje stijf werd. Het is heel rustgevend als je niets stiekem hoeft te doen, als je je iets afvraagt. Toen ze verkering kregen ging het ook geweldig. Één keer op de kant, daarna in het water een beetje. Ze zijn pas op hun zestiende begonnen met wat jij en Thomas vier, vijf weken in de suite gedaan hebben. Alleen deden ze erover tot ze trouwden. Het was erg ontroerend, dat ze daarna vertelden dat ze ontmaagd waren. Heel fijn voor Simone, die had dat voor ze gewenst. Maar het was niet te plannen.’
‘Nee. Ik was, toen jullie hier kwamen, aan het plannen om Thomas bij me in bed te krijgen. Al wist ik dat hij zijn best deed om me als maagd het huwelijk in te laten gaan. Maar ik werd ongeduldig. Gelukkig hebben jullie ons gered. Die vijf weken was het nog vol te houden. Het was wel zwaar werk.’
‘Wat?’
‘Van nergens over praten en nergens aankomen, naar alles bij de naam noemen, kijken, aankomen, klaarkomen. Het was wel goed, anders was onze huwelijksnacht niet zo fijn geweest. Nou, waar hadden we het over?’
‘Bianca.’
‘Ja. Zullen we gaan kijken?’
‘Ja. Het is goed dat je vertelde dat je me betrapt hebt. Ik zal beter op mezelf letten.’
Tamara ging na een kwartiertje met het grut spelen naar huis. De rest van de week nam ze regelmatig een kijkje op de Manor, deed haar normale werk en werkte aan het krantje.


 Week 5

Zaterdagmorgen kwam Thomas glimlachend terug na een rondje door de Manor en langs de stallen en de garage.
‘Ik keek even bij de kleinkinderen. Francis en Ian waren met ze aan het spelen. Ik zei, hoi, allemaal. Francis en Ian zeiden, hoi, Thomas. Emily keek op, keek me nadenkend aan en zei toen, hoi, Toom, Thomas. Papagaaitje Richard zei, hoi, Thomas. Ik heb ze allebei even geknuffeld.’
‘Wat leuk. Ontroerend.’
‘Ja. Het zal vast niet meer duren voor ze Tamara zeggen.’
‘Het hoeft van mij nog niet, ze zijn toch aardig tegen me. Had Francis dienst?’
‘Nee, ze waren even op bezoek. Ze hoeft, net als ik, niet veel in het weekend te werken, maar ze doet het ook af en toe, als dat beter uitkomt. Zeg, heb je vanmiddag iets te doen?’
‘Altijd wel. Maar als je vrij bent sta ik volledig tot je beschikking.’
‘Dat klinkt heerlijk. Mag ik het zeggen?’
‘Je mag het ook doen zonder het eerst te zeggen. Wat je maar wilt.’
‘Fijn. Daarna heb ik een nieuwtje. Denk daar nu maar niet verder over na.’
Hij nam haar bij de hand de tuin in, stopte op het gras.
‘Wil je me uitkleden?’
‘Langzaam of snel?’
‘Er tussenin. Ik wil graag dat we nu allebei, zonder ergens anders aan te denken, gaan genieten.’
Ze kleedde hem langzaam uit en kuste alles wat tevoorschijn kwam. Daarna kleedde ze zichzelf snel uit en ging op het gras liggen. Hij kwam tussen haar benen liggen en kuste haar daar even, voor hij omhoog en in haar schoof. Zodra hij helemaal binnen was zuchtte hij diep.
‘Oh, heerlijk, hè?’
‘Het blijft een geweldig gevoel, als je me zo helemaal opvult. Je hebt vast veel voorraad, we hebben het van de week niet veel gedaan. In het begin helemaal niet, de laatste avonden één keer. We hoefden niets te zeggen, we voelden elkaar goed aan, hè?’
‘Ja, meisje, erg fijn. Ik had er geen problemen mee, ik denk dat mijn productie ook van slag was.’
‘O. Daar heb ik geeneens aan gedacht. Sorry.’
‘Nee, dat geeft niet, ik ook niet. Ik weet niet wat er nu gaat komen. Het hoeft voor mij niet zo snel, ik wil je strelen, tot je komt. Tot ik mijn meisje voel kronkelen van plezier.’
‘Ik wil graag komen, door je gestreel. En dat jij komt, hoe veel stralen maakt me niet uit, dat weet je.’
Hij begon met strelen en stopte langzaam toen ze gekomen was.
‘Oh, Thomas, wat heerlijk. Je deed het alleen voor mij, hè?’
‘Ja, dat ging. Je was behoorlijk heftig.’
‘Één van de betere keren. Ik kan daar niets aan doen, hoor, jij ook niet zo. Het is nu eenmaal niet steeds hetzelfde. Bij jou toch ook niet?’
‘Je weet het, het verschil tussen de eerste keer en die daarna.’
‘Ja. Nog even, dan moet je doorgaan, dan wil ik het voor jou op z’n lekkerst doen.’
‘Voor mijn gevoel doe je het iedere keer op z’n lekkerst.’
‘Nou, als we tegelijk komen worden mijn bewegingen onwillekeurig, dan kan ik niet proberen je zo lekker mogelijk te masseren.’
‘Dat hoeft dan ook niet, het is al fijn genoeg je te voelen komen als ik aan het spuiten ben.’
‘Kom, ga op en neer, ik ga mijn best doen.’
Hij kwam niet al te snel.
‘Raar. Waarom was het nu erg lekker, maar anders?’
‘Dat zal wel aan onze stemmingen liggen. Wat kreunde je.’
‘Ja, ik spoot niet vaak, vier keer, maar erg veel. Ook raar. Maar misschien ligt dat aan het terugkomen van de productie. Ik kan er ook niets aan doen.’
‘Dat hoeft ook niet. Als het maar lekker gaat.’
‘Je masseerde heerlijk. Je kwam zelf niet, hè?’
‘Nee, ik was te veel bezig met jou verwennen, denk ik, ik was toch al gekomen. Maar de dag is nog niet om.’
‘Dat is één van de dingen die ik zo fijn van je vind. Je wilt heerlijk vaak.’
‘Omdat één van de dingen die ik zo fijn van jou vind, is dat je zo vaak kan. Nóg één, dat je het zo goed doet.’
‘Ik ben geweldig blij, dat we het samen zo vaak kunnen en willen doen. Je weet, we hadden maar twee keer op een dag verwacht. En zeker niet dat het zo fijn zou zijn. Wil je nu het nieuwtje horen?’
‘Als je naast me komt liggen. Ik voel je toch niet meer.’
Hij deed het.
‘Daar heb ik geeneens aan gedacht. Ik was blij dat we gingen vrijen, midden overdag, buiten.’
‘Dat is nog één van de dingen die ik zo fijn van je vind. Je hoeft niet perse in bed, onder de dekens.’
‘Jij toch ook niet?’
‘Nee, maar jongens interesseert het niet zo waar. Ze laten zich ook makkelijker bekijken door een meisje dan andersom. Al had ik er even moeite mee.’
‘Tja, als je net zoals de andere jongens gedaan had, had je geweten dat we een stijve prachtig vinden. In het vooruitzicht ooit enzovoort. Jongens zijn meer geïnteresseerd in borsten dan in een gleuf, behalve als ze er met hun stijve in mogen. Heb ik vroeger van meiden gehoord. Er hebben wel meerdere jongens wat bij me geprobeerd, maar als ik zei, nee, dank je, ik heb Thomas al, lieten ze me met rust.’
‘Ik heb ook niet veel last van meiden gehad. Zoals Francis een keer zei, als ik met ze praatte keek ik altijd of ik jou zag. Daar hadden ze gauw genoeg van.’
‘Het was erg fijn dat aandringen niet hoorde. Wat is het nieuws?’
‘De kinderen zijn onderweg.’
‘Onderweg?’
‘Ze belden vanaf het vliegveld in Boston, vlak voor hun vertrek. Ze waren er op de gok naar toegegaan om het eerste de beste vliegtuig te nemen.’
‘Fijn. Snel, zeg. Nog geen week.’
‘Ze zullen wat er te doen was wel tussen hun vieren verdeeld hebben. Ga je mee, vanmiddag, ze ophalen?’
‘Ga je zelf?’
‘Ja. Ik heb ze de eerste keer ook opgehaald, toen werkte ik nog in de garage. Het lijkt me wel leuk voor hun.’
‘Mij ook, een ritje met je. In een auto.’
‘Ondeugd. Voor een ander ritje is er jammer genoeg geen tijd meer. Vanavond?’
‘Tot we erbij in slaap vallen. Omdat we nu minder zorgen om Mark hoeven hebben, met Silvia en Aimee in de buurt. En morgenochtend weer, als je productie snel genoeg op gang komt.’
‘Ik hoop het. Ik heb de hele dag vrij. Maar nu aankleden, koffie drinken en op pad.’


Op het vliegveld verwelkomden ze de kinderen hartelijk. Ze laadden de bagage in de auto en stapten in. Thomas draaide zich naar achteren.
‘Welkom in Engeland. Ik ben Thomas, uw chauffeur voor vandaag. De rit zal drie kwartier duren.’
Ze grinnikten allemaal, behalve Tamara, die keek vragend.
‘Ongelofelijk, Thomas, dat je dat onthouden hebt. Ik zou er nooit aan gedacht hebben. Toen we hier de eerste keer kwamen, Tamara, zei hij, ik ben Thomas junior, uw chauffeur in Engeland. We waren toen negentien.’
‘Het was niet zo moeilijk om te onthouden. Het was een standaard zinnetje voor nieuwe gasten. Ik heb het gebruikt zolang ik in de garage werkte.’
‘Dat was tot een jaar of twee geleden, hè?’
‘Ja, Mike. De tijd gaat snel. Ik rijd even langzaam, om mijn verhaal af te maken. Daarna luister ik wel. Ik vind het een bijzondere dag vandaag. Allereerst, Emily en Richard hebben voor de eerste keer Thomas gezegd, toen ik vanmorgen even bij ze keek. Het gaat prima met ze, Tamara vertelt zo wel verder. Daarna hoorde ik dat jullie eraan kwamen. Heel bijzonder, zo vlug alweer. Voor de gelegenheid wilde ik jullie graag zelf afhalen. Nou, niet zo moeilijk om te regelen. Ik ben vroeger wel eens met Tamara meegereden, als ze met de auto van haar vader een bestelling op een boerderij af ging leveren. Ik heb voor het laatst bij haar in een auto gezeten toen ik haar de bediening van haar troubleshoot-autootje uitlegde. Ze rijdt voor de tweede keer met mij mee. De eerste keer was naar het stadhuis, om haar MBE in ontvangst te nemen. Toen ik haar vanmorgen vroeg om mee te gaan zei ze, ja, ik heb wel zin in een ritje met je. In een auto. Tja, net daarvoor hadden we een ander ritje gemaakt.’
‘Thomas!’
‘Ja, lekker, hè? In de tuin, op het gras. Door jullie komst was ik in de stemming geraakt om me even uit te leven. Gelukkig sloeg het gelijk over op Tamara. De laatste tijd was het er amper van gekomen.’
‘Bij ons ook niet. Dus alles goed met de kinderen, Tamara? Misten ze ons?’
‘Ze worden natuurlijk uitstekend verzorgd, onder de leiding van Francis, en ze hebben genoeg speelgoed, dankzij Thomas. Er wordt ook met ze gewandeld. Nog niet gezwommen, ze hebben er niet om gevraagd, en we hadden geen zin in de rompslomp om met ze naar het meertje te gaan. Moeders zijn daar handiger in. Over jullie missen, de oudste twee vragen wel eens naar jullie. Dan zeggen we, over een paar daagjes zijn ze weer terug. Mark heeft foto’s van jullie opgeduikeld, die zeggen ze iedere avond gedag. Tot over een paar daagjes.’
‘Ach. Fijn. We hebben de foto’s uit Boston natuurlijk bij ons, die gaan we weer neerzetten. Wie heeft dat hier verzonnen?’
‘Moet dat nou? Dan wordt er weer bedankt, wat helemaal niet nodig is. Iedereen probeert het voor de anderen zo prettig mogelijk te maken.’
‘Juist. Eerst Francis en Thomas noemen en dan onderduiken. Dank je wel, Tamara.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Hoe is het met paps?’
‘Beter dan ik verwachtte. Hij werkt wat en zit veel bij de kleintjes. Die vinden dat prima. Vast net zoals jullie van jullie opa. We hadden jullie nog niet zo snel verwacht.’
‘We hebben ons gehaast. Direct onze banen met onmiddellijke ingang opgezegd en voor later in de week een afscheidsuurtje geregeld. Thuis in de woonkamer alles aan de kant gezet en begonnen alles wat we later over wilden laten komen daar neergezet. Alles wat we gelijk mee wilden nemen in koffers op onze kamers. Dat was niet veel, jullie hebben de koffers gezien. Er wordt ook niet veel nagestuurd. Woensdag dook er een verre neef op, gestuurd door paps. Hij had een hotelkamer in de buurt genomen en is nu bezig om te zorgen dat de familiespullen op de juiste plaats komen. Wat er over is gaat hij verkopen, ook het huis, en verder alles regelen wat er geregeld moet worden. Daar hadden we niet op gerekend, een goede inval van paps. Vanmorgen vroeg kwamen we er ineens achter dat we klaar waren. Koffers dicht gedaan en naar het vliegveld gegaan. Zodra we wisten dat we een half uur later konden vertrekken heb ik gebeld.’
‘Iedereen in de Manor is blij dat jullie zo snel terug zijn. Mark zelf, en iedereen voor hem.’
‘Ja. Het was raar in Boston. Zodra we binnenkwamen voelden we ons er niet meer thuis. Is de verandering in onze suite gelukt?’
‘Ja, die was gisteren klaar. Mooi op tijd dus. Het verplaatsen van de meubels was geen probleem, met wat jongens uit de stallen en de garage. Emily en Richard hebben ieder een eigen kamer, Alex en Bianca samen één, de vierde kamer is nu speelkamer. Mark is terug naar zijn eigen zitslaapkamer. Jullie kijken maar op je gemak of jullie het veranderen willen. In jullie slaapkamers hebben ze alles afgedekt tot de metselaar klaar was. Evengoed is alles daarna nog een keer schoongemaakt.’
Tamara giechelde.
‘Was is er?’
‘De metselaar is eerst komen kijken. Thomas had op de muur in één van de kamers een deur getekend. De metselaar wilde ook in de andere kamer kijken. Hij keek bedachtzaam naar de muur en het bed en zei, mijn vrouw en ik zijn in het dorp opgegroeid. We hebben een dochter van bijna zestien, Susan. Een lieve meid, net haar moeder. Sinds ze bij het meertje mag komen is ze een stuk openhartiger geworden, tot onze schrik, in het begin. We zijn er een keer gaan kijken toen zij er ook was. Nou, ze was beslist de lelijkste niet, ik zei al, net haar moeder, in haar jeugd natuurlijk. Ze heeft het er erg naar haar zin. Ze vertelt ons zo veel, dat we zeker weten dat de jeugd beter met elkaar omgaat dan in onze tijd. Ze leren elkaar goed kennen omdat ze veel praten. Ze genieten ook meer, zonder dat ze het te gek maken, er is een goede onderlinge controle. Heb je daar iets aan? Ik zei, dat vermoedde ik al, maar ik ben blij het eens van een ouder te horen. Maar waarom vertelt u dit? Hij zei, de afvaardiging die met jullie gesproken heeft, was mijn dochter met een vriendje. Ze heeft ons de drie onderwerpen verteld. Hun mening over jullie komst en hun condoleances vonden we heel gepast. Mijn vrouw is jaloers op wat ze bij Ian gedaan heeft, hem vastgepakt heeft. Ze heeft het mijn dochter nog twee keer laten vertellen. En maar giechelen. Dat de meiden soms gezamenlijk al met één jongen doen wat ze later met hun vriendje gaan doen wisten we nog niet. Dat heeft ze ook uitvoerig beschreven. Tja, we zijn niet jong genoeg meer om daar mee te gaan doen, helaas, we hebben het maar een keer thuis nagespeeld. Wij zijn ook wat makkelijker geworden sinds onze dochter zo veel vertelt. Ik zei, fijn voor u. En verder? Verder heeft mijn dochter in de gaten gehouden hoe jullie met elkaar omgingen, van aankomst tot vertrek. Door alles bij elkaar, dat, en hoe jullie met haar praatten, en het gemak waarmee Ian aan zich liet komen en wel een keer door een stel meiden gepakt wilde worden, met toestemming van Francis, is ze tot de conclusie gekomen dat jullie heel erg vrij met elkaar omgaan. Ze maakt zich niet druk over hoe precies, dat moeten jullie zelf weten. Toen keek hij me over zijn brilletje aan, en zei, zal ik maar een dúbbele deur maken, Tamara? Door een enkele zie je niet veel.’
De vier lagen een tijd dubbel van de lach.
‘Wat zei je?’
‘Ik heb mijn lachen ingehouden, serieus gekeken. Ik zei, ze hebben om één deur gevraagd. Maar doe maar een dubbele, ze kunnen er één van dicht laten, als ze willen. Toen kon ik me niet meer inhouden, we hebben een tijd staan lachen. Thomas en ik gisterenmiddag ook. We hebben ieder op een bed gelegen, met de deuren open. Je ziet het andere bed bijna helemaal.’
‘Wat mooi. Maar we hebben niet om een deur gevraagd, we hebben jouw voorstel dankbaar aangenomen. Dubbel dankbaar nu, door die dubbele deur. Gaat de metselaar dat doorvertellen?’
‘Vast niet, dat is beroepsgeheim. Hooguit aan zijn vrouw en dochter. Het personeel zal het ook niet doorvertellen. Ze zullen het vast net zo leuk vinden als twee bedden naast elkaar. Jullie liggen voortaan natuurlijk wel wat verder van elkaar af.’
‘Maar dichterbij dan in Boston, daar zat er een kinderkamer tussen. Ach, in de tuin en bij het meertje bepaal je zelf de afstand.’
‘Dat is zo. Iets meer dan ballenwarmhoudafstand is genoeg.’
Ze grinnikten.
‘We gaan het vanavond uitproberen.’
‘Kan ik daarvóór iets met jullie bespreken? Mark heeft gevraagd of, als ik een krantje over Simone gemaakt had, hij het eerst kon zien. Dat was ik al van plan, maar ik wil het jullie ook eerst laten lezen.’
‘Goed. Ik zal bij het diner paps voorstellen om daarna even bij elkaar te komen, met jou erbij, in het kantoor. Dan kan hij gelijk wennen dat hij achter zijn bureau zit en wij ervoor. We bellen je wel.’


Na het diner dronken ze met z’n zessen koffie in het kantoor.
‘Ik moest even wennen, dineren met vier kleintjes erbij. Druk, maar heel gezellig. Alles in Boston goed gegaan, Mike?’
‘Probleemloos. Je hebt zelf die verre neef naar Boston gestuurd, hè?’
‘Nou, gestuurd? Normaal regelt de beheerder van de familiezaken zoiets, ik hoor van hem en zie in de boeken wel vaker dat er een familie verhuist of dat er getrouwd wordt en om spullen gevraagd wordt. Daar zijn ze voor. Er wordt ook af en toe gewoon wat gewisseld. Als bijvoorbeeld een schilderij tegenvalt. Er is in de loop van de eeuwen weinig weggegooid, denk ik, er is ook nogal wat in opslag.’
‘Nogal wat. Tja.’
‘Tja, daar was ik toen niet bij. Ik heb er natuurlijk een lijst van. Van mij mag alles in bruikleen verspreid worden. In dit geval ben ik zelf op zoek gegaan naar een geschikt persoon, om jullie zo veel mogelijk uit handen te nemen. Ik vond zowaar een makelaar. Er was weinig overreding voor nodig om hem te bewegen om een tijdje naar Boston te gaan, tegen vergoeding. Jullie zijn wel nog sneller terug dan ik dacht.’
‘Ja, door die neef en omdat Tamara verzonnen had om de kinderen hier te laten. Nog een keer bedankt. Dat zullen we Francis en Thomas ook doen. Er is genoeg geschikt speelgoed, en de kinderen worden, dat hebben we eerder ook al gezien, niet gestuurd maar begeleid.’
‘Om jullie geheugen op te frissen, Francis wil lerares worden.’
‘Ze zal een goede worden. In ieder geval met kleine kinderen. Goed. Paps, Tamara zou je een krantje over Simone laten zien, als ze het af had, maar ze wil het ons ook eerst laten zien.’
‘Goed bedacht, jullie zullen ook wel genoemd worden.’
‘Ik heb voor iedereen een kopietje, anders moeten jullie op elkaar wachten. Nog op A4. Pas als het definitief is kijk ik hoe ik het af ga drukken.’
Ze gaf de kinderen en Mark ieder een kopie. Ze lazen geconcentreerd.



Het Wellingten Nieuws
Jaargang 3, nummer 2, weeknummer 5
Verzorgd door Tamara.


In Memoriam Simone Wellingten – Wouters


Simone was enig kind. Ze had in Nederland een rustige jeugd, een eigen kamer, wat vriendinnetjes en vriendjes. Niet veel familie, maar een paar ooms, tantes, neven en nichten. Allemaal stukken ouder dan haar. Ze volgde een opleiding voor verpleegkundige; na haar slagen daarvoor nog meer cursussen, zodat ze op elke afdeling van een ziekenhuis kon werken. Op één na, ze weigerde een opleiding te volgen om op een Intensive Care afdeling te mogen werken. Al die slangen en apparatuur vond ze niets, en ze zou zo goed als geen contact met zo’n patiënt hebben, daar ging het haar ook om. Ze werkte ook bij een consultatiebureau, waar moeders met kleine kinderen kwamen voor controle en de wettelijk vereiste inentingen. Misschien was het haar aangeboren om met kinderen om te gaan, anders heeft ze het daar opgestoken.

Nadat haar ouders door een ongeluk omgekomen waren besloot ze, omdat de overige familieleden ook al overleden waren, op aanraden van een geëmigreerde vriendin ook te emigreren. Ergens anders opnieuw beginnen. Haar vriendin en haar man regelden een baan voor haar; verpleegkundigen, zeker veelzijdige, waren veelgevraagd. Ze ging met een boot, om rustig over te kunnen schakelen. Op de boot ontmoette ze een leeftijdgenoot, Stefan, die ook emigreerde, maar al wat thuis was in de USA. Hij ging aan de Universiteit van Boston werken, zij in het ziekenhuis daarvan. Haar vriendin en hij hielpen haar op weg in haar nieuwe omgeving.

Na een tijd werd ze door een chirurg, Mark Wellingten, waar ze op haar werk wel eens contact mee had, gevraagd om bij hem te komen wonen om zijn lichamelijk licht gehandicapte schoonvader, ook weduwnaar, te verzorgen en overdag gezelschap te houden.
(Ik blijf voor deze gelegenheid maar Mark en Simone schrijven)
Het huis was door Mark gekocht toen hij voor zijn schoonvader wilde gaan zorgen. De vorige eigenaren waren drie alleenstaande heren, die op de eerste verdieping ieder een zit-slaapkamer hadden, met eigen badkamer en kookgelegenheid. Ze zou één van die kamers krijgen en een uitstekend salaris. Ze nam de ‘baan’ aan maar maakte er een manier van leven van, ze zorgde voor beiden. Ze praatte ook veel met Mark. Door haar vrije en niet preutse manier van praten vertelde hij haar al gauw alles over zijn verkeringen en zijn huwelijk met de na vijf jaar plotseling overleden Vivian. Zij vertelde hem het meeste van haar geschiedenis. Ze kregen al gauw verkering.

Af en toe vertelde hij iets over zijn afkomst. Zoals toen hij haar adviseerde om haar auto te verkopen, omdat ze zijn tweede kon gebruiken, daar werd te weinig mee gereden. Dat was een Rolls-Royce, maar hij was niet van hem, maar van de familie. Vrij snel na de Pilgrim Fathers was een voorvader van hem vanuit Engeland naar Boston gekomen, ± 1620. Niet helemaal geëmigreerd, hij hield zijn huis in Engeland aan. Toen hij met pensioen ging ging hij terug naar Engeland, zijn kinderen bleven achter. Zo was dat steeds gegaan, al eeuwen dus, tot en met dat de vader van Mark met pensioen was gegaan. Mark zou het later van hem over kunnen nemen, als hij dat wilde. Hij zou vanuit het voorvaderlijke landhuis het familiebedrijf moeten, mogen leiden. Het land wat bij het huis hoorde beheren, en het familievermogen, waartoe ook de Rolls en de antieke meubelen en schilderijen, waaronder een Picasso, in zijn huis in Boston hoorden. Hij had zelf ook geld, daar kon hij mee doen en laten wat hij wilde; van de familie-eigendommen mocht hij alleen genieten. Hij wist niet wat hij later zou gaan doen, dat zou hij dan wel bekijken.

Ze trouwden binnen een jaar. Vlak daarvoor kwam Simone nog ergens achter. Mark zei dat hij iets uit Engeland over zou laten komen. Familie-eigendom, traditie voor een bruid om te dragen, maar het hoefde niet. Het bleken twaalf eeuwenoude zijden rozen te zijn, bewerkt met goudverf. En een tiara. Een echte gouden, met veel edelstenen. De rozen droeg ze op de grote dag in twee rijen van zes achterin haar lange haar. Met de tiara zag ze eruit als een koningin. (Zie de foto op Internet; op www.wellingten.co.uk staat een link)

Ze begonnen na hun huwelijk in de (inkijkvrije) tuin bloot te zonnen. Ze kregen een tweeling, Mike en Silvia. Die werden, voor Amerikaanse begrippen (zelfs Engelse) niet preuts opgevoed. Van jongst af aan liepen ze ook in de tuin bloot rond. Ze speelden en zwommen in het zwembad. Toen Mike veertien was kreeg hij een vriendinnetje, Aimee, Silvia een jaar later een vriendje, Jamie. Die waren anders opgevoed, maar Simone, Mark en de tweeling waren in staat om ze heel snel voldoende inzicht en verantwoording bij te brengen om ook mee te kunnen doen. Vriendinnetje en vriendje werden, ook snel, verkering.

In het jaar dat de jeugd negentien werd gingen ze met z’n allen voor het eerst op familiebezoek bij de ouders van Mark in Engeland. Daar vielen ze, zelfs Mark, van de ene verbazing in de andere. Mark noemde (noemt) nooit getallen, hij zei (zegt) altijd, nogal wat. Dus ook als de kinderen een enkele keer vroegen wat ze van hun opa, de schoonvader van Mark, geërfd hadden. Op hun eenentwintigste zouden ze erachter komen. Mark wist ook niet veel van wat er in Engeland was. Hij had alleen een lijst van alle antiek, schilderijen, juwelen en auto’s. Maar er stonden geen prijzen bij. Het landhuis bleek ontzettend groot. De tuinen eromheen zo groot als het stadspark in Boston. In de paardenstal konden veel paarden, al stonden er ‘maar’ acht. En acht koetsen. Een andere paardenstal was verbouwd tot garage, daar stond niet één Rolls-Royce, maar een vijftal. De landerijen van de familie waren verpacht, er waren twintig boerderijen. Het hele grondbezit was zo groot als een Amerikaanse county.

Na die reis begon de jeugd aan trouwen te denken. Op zichzelf gaan wonen zagen ze niet zitten, zolang ze nog studeerden. En ze wilden graag bij elkaar en bij Mark en Simone blijven. Er werd afgesproken, dat als Aimee en Jamie ook hun studiebeurs af zouden dragen, ze bij Mark, Simone en de tweeling mochten wonen.
Op hun twintigste trouwden ze, tegelijk. Omdat de familie maar één tiara bezat liet Mark twee diademen uit Engeland overkomen. (Zie de foto op Internet)

Een paar jaar later kondigden de kinderen aan dat ze zelf aan kinderen wilden beginnen. Maar dan moest er een ruimteprobleem opgelost worden, de drie slaapkamers waren bezet. Mark kwam op het idee om met pensioen te gaan en zijn vader te vragen of hij het van hem over kon nemen. Die ging akkoord, al was het volgens de familietraditie erg vroeg. Simone aarzelde om zo ver van haar kinderen vandaan te gaan, al wilde ze niet op hun lip zitten, ze zelf hun kinderen op laten voeden. Ze ging overstag toen ze van de mogelijkheid van een webcam in de kinderkamer hoorde en dat ze zouden kunnen chatten, elkaar kunnen zien en horen. Pas toen alles beslist was kwamen ze op het idee om de leegstaande zolder in gebruik te nemen. Mark liet die snel ombouwen, er kwamen een logeerkamer, een badkamer en vier kinderkamers. De kinderkamers zouden ingericht worden zodra er kinderen groot genoeg waren om daar te gaan slapen. Mark en Simone namen de logeerkamer in gebruik, zodat er op de eerste etage een kinderkamer ingericht kon worden, tussen de slaapkamers van de vier ouders. De stellen kregen een maand na elkaar een kind, kleinkinderen voor Mark en Simone. Die vertrokken daarna naar Engeland. Nu ruim twee jaar geleden.

Mark nam het beheerschap binnen een paar maanden volledig van zijn vader over. Simone keek ondertussen in het hele huis rond. Ze liet oude (geen antieke) zaken vernieuwen, ook in de personeelskamers. Alle matrassen en de meeste bed-ombouwen. Veel kamers kregen een nieuw verfje, behang, vloerbedekking, gordijnen en wastafels. Ze stelde ook verbeteringen voor het huishouden voor. Ze kende vrij snel de namen van de personeelsleden die in huis werkten en praatte met ze. Daar moesten ze erg aan wennen. Niet alleen aan het praten met ‘mevrouw’, ook aan de vrije manier waarop ze sprak, en de belangstelling die ze voor hun had.
Al gauw ging ze ook Mark helpen, in het begin onder het mom van gezellig bij hem zitten, maar Mark was er blij mee. Ze hadden altijd zo veel mogelijk samen gedaan, en zij had veel aandacht voor de menselijke kant van zaken.
Ze gaf het personeel, vooruitlopend op de (onbetwijfelde) toestemming van Mark, toestemming om op het zonneterras komen. Dat was na hun vorige bezoek opgeknapt! Mark verleende die toestemming, hij wist hoe Simone hun kinderen opgevoed had, hoe ze ook de jongeren om zich heen het gunde om zich ‘natuurlijk’ te kunnen gedragen. Iets verder meer hierover. Na een korte proefperiode mochten ook de partners van het personeel op het zonneterras komen.
Ze heeft veel invloed gehad op het interieur van de nieuwbouw. Ze heeft me een paar keer meegevraagd om in het dorp wat verschillende typen huizen te gaan bekijken. Om met de bewoners, vooral de vrouwen, te praten en praktische ideeën op te doen, ook om de nieuwbouw vrouwvriendelijk te maken. Die ideeën zijn bij de renovatie natuurlijk weer gebruikt.
Ze heeft er ook voor gezorgd dat de camping niet in plaats van, maar naast het meertje van de jongens kwam en dat meiden ook toegang tot het meertje kregen. En dat daar de kledingvoorschriften dezelfde werden als die voor het zonneterras in de Manor.
Van haar volgende twee gedragingen hoorde ik pas afgelopen week.
Ze werd, als ze in het dorp liep te winkelen, deed alsof natuurlijk, vaak (in het begin voorzichtig) om advies gevraagd. Ze ging meestal met die mensen mee naar huis om daar uitgebreid te praten.
Ze heeft in iedere klas van de basisschool een lezing met vragenuurtje gegeven, over haarzelf, de geschiedenis van de Wellingtens en wat die voor het dorp hebben kunnen doen. Ze heeft daar erg van genoten, en de jeugd ook.
Vandaar dat die graag iets terug wilde doen en heel plechtig de kransen is komen brengen. Daar was ook een krans van Hare Majesteit bij, al had ze ook al een telegram gestuurd. Ook op verzoek van Mark stuur ik Haar ook dit krantje. De linten van de kransen worden natuurlijk bewaard.

Iedereen waardeerde de adviezen van Simone. Wie nader kennis met haar maakte, wat meer op het persoonlijke vlak, zoals Thomas en ik, John en Maureen en Ian en Francis, kwam al gauw achter haar drijfveren. Die ze Mark al gauw, vóór hun trouwen, verteld had, die ze sindsdien toegepast had, ook bij haar kinderen, en die de hoofdoorzaak waren voor het openstellen van het zonneterras ook voor het personeel en het meertje voor iedereen.
Ik citeer haar, zo ongeveer.
“Netjes en aardig tegen elkaar praten vind ik mooi. Maar over persoonlijke dingen veel mooier. En nog mooier praten met iemand die je heel aardig vindt, over de mooiste dingen in het leven. Niet in het algemeen, maar wat die en jij zelf meegemaakt hebben, gedacht, gevoeld. En over ‘natuurlijke’ dingen kan je alleen maar fijn praten als je zelf in ‘natuurlijke’ staat bent. En waarom zou je zoiets moois verbergen.”

Ze heeft, en dat schrijf ik met grote stelligheid, met en van ons genoten. Ook van het succes van de nieuwbouw, de renovaties, zo ver die gekomen waren, en de camping. En zeker van de manier waarop het meertje gebruikt werd, door ‘jeugd’ tot op hoge leeftijd, van ‘s morgens tot in de kleine uurtjes. Dat er op de kant niet meer dan het hoogst noodzakelijke verborgen werd en daar en in het water zo ‘gezond en natuurlijk’ genoten werd. Ze heeft er een paar keer gekeken en er van mij en Maureen veel over gehoord.

De dag vóór haar overlijden heeft Simone nog met haar kinderen en kleinkinderen gechat.
Ze is in haar slaap heengegaan. Vredig, maar volkomen onverwacht.
De kinderen waren hier ‘s avonds al, met hun kinderen, om afscheid te nemen van hun schijnbaar slapende (schoon)moeder, met Mark te treuren en elkaar te steunen.

De familie is dankbaar voor de steun van het personeel, dat ook voor een soepel verloop van alles gezorgd heeft.
De familie is zeer vereerd dat er ongeveer tweeëntwintighonderd mensen afscheid zijn komen nemen. En dat er op de morgen van de begrafenis spontaan een soort erehaag gevormd werd.

De vier kinderen hebben die week eerst onderling overlegd, daarna met hun (schoon)vader, over de verdere gang van zaken. Ze hadden hun (schoon)ouders niet graag naar Engeland zien vertrekken, na zo lang met hun samen geleefd te hebben. Door de webcam en het chatten was het dragelijk. Maar door de gewijzigde omstandigheden vonden ze de scheiding lang genoeg geduurd hebben. Ze zijn een kleine week naar Boston geweest om daar alles op te doeken. Ze gaan het beheerderschap over het familiebedrijf niet nóg vroeger overnemen van hun (schoon)vader dan hij het van zijn vader overgenomen heeft, dat is nog jaren niet aan de orde. Maar ze wonen hier nu wel definitief.

Wij zessen, Thomas en ik, John en Maureen en Ian en Francis, haar Engelse kinderen, zoals Simone ons noemde, hebben haar ook veel te danken. Ons leven heeft door haar veel meer inhoud gekregen.

Zoals in het vorige krantje stond, het kan niet beschreven worden hoe ze gemist zal worden.

Lieve Simone, echtgenote, schoondochter, moeder, schoonmoeder, grootmoeder, vriendin,       rust zacht.


De meiden zaten met tranen in hun ogen, de jongens zagen er ook ontroerd uit.

‘Hoe krijg je het voor elkaar. Heel mooi, Tamara. Dank je wel.’
‘Dank je, Mark. Ik ben redelijk tevreden. Ik had al wat in de computer staan, maar het meeste komt uit mijn geheugen. Wat jullie allemaal verteld hebben en wat ik zelf meegemaakt heb. Ik heb veel weggelaten, ik denk dat ik genoeg voor een boek zou hebben. Ik heb geprobeerd net genoeg van haar geschiedenis te vermelden. Van haar drijfveren. Hoe ze genoot dat alles zo fijn ging, met haar gezin en het dorp. Wat voor goeds ze gedaan heeft.’
‘Schrijf dat boek ook maar eens. Dit is een hele mooie compositie. Met echte Tamara-zinnen. Gecomprimeerd, maar toch leesbaar. Bijvoorbeeld, ook op verzoek van Mark stuur ik Haar ook dit krantje. Dat twee keer, ook, erin. Ik zou niet verder gekomen zijn dan, Mark heeft mij verzocht om dit krantje aan Haar te sturen, maar dat was ik al van plan. Hiervoor had ik Haar ook al krantjes gestuurd. Tamara, ik denk niet dat je ergens naast zit, maar klopt alles zo ongeveer, paps?’
‘Ze heeft aan een paar dingen een kleine draai gegeven. Terecht, om niet te veel te vertellen. Maar alles klopt, Mike. Het is me wel meerdere keren opgevallen dat ze iets wegliet, iets wat anderen niet aangaat, zonder het verhaal minder mooi te maken. Ja, zo schrijft ze haar krantjes ook, voor de goede verstaander.’
‘Ja, knap. Ze suggereert dat Aimee en Jamie pas bij ons trouwen bij ons kwamen wonen, terwijl dat een half jaar eerder was. Of wist je dat niet?’
‘Jawel.’
Ze grinnikten.
‘Je schrijft ook niet gedetailleerd wat wij bij ons zwembad deden, wel voor de goede verstaander wat er bij het meertje gebeurt. Mooi. Er staat niet veel over jou in, paps.’
‘Dat had ze al gezegd, het ging niet om mij. Dat komt zo goed als zeker later. Ze vindt het wel jammer dat ze nooit het verhaal over Renee zal kunnen vertellen.’
Ze glimlachten.
‘Over ons staat er meer in. Ook hoe mams van ons genoten heeft. Hoe we speelden, eerst met z’n tweeën, toen met z’n vieren. Niet hoe, maar dat we speelden. Was mams wel eens verdrietig, of treurig? Wij hebben het nooit gemerkt.’
‘Ze was, als er niet direct iets te genieten was, aan het denken hoe ze het verder voor iedereen zo prettig mogelijk kon maken. Ik heb haar, afgezien van bij het overlijden van mijn schoonvader, maar één keer treurig meegemaakt. Toen ze een keer wat meer vertelde over de periode vlak voor haar emigratie. Haar leven daar was wat saai geweest, vond ze, maar niet treurig. Wel hoe haar laatste verkering uitgeraakt was, door zijn poging tot verkrachting. Toen niet lang daarna haar ouders overleden had ze genoeg van die omgeving. Het beviel haar in Boston wel. Het was wel een verandering voor haar om maar voor één persoon, mijn schoonvader, te gaan zorgen, in plaats van voor tientallen patiënten. Ik had een gesprek gehad met haar mede-emigrant, Stefan. Die kende haar aardig. Daarom bood ik haar voorwaarden aan die ze niet kon weigeren. Ze heeft geen seconde spijt gehad. Tja, uiteindelijk heeft ze een heel gezin ongelofelijk goed verzorgd, en hier duizenden mensen.’
‘Ja. Bij het lezen dacht ik af en toe, zou iedereen dit snappen? Maar dan legt je het in één van de volgende zinnen uit. Daardoor wordt het geen saaie opsomming. Al is het leven van mams niet saai geweest, hè, paps?’
‘In Nederland een beetje, maar daarna zeker niet. Daar zorgde ze zelf voor. Toen ik haar in het ziekenhuis vroeg om bij me te komen werken verwachtte ik een zakelijk gesprek. Maar dat was na een paar zinnen door opmer- kingen van haar al zo persoonlijk, dat ik voorstelde om te tutoyeren. Thuis moedigde ze me na een tijdje aan om haar te kussen, ze merkte dat ik steeds meer om haar ging geven. En zij om mij, al zei ze dat niet direct. Maar ik was wat voorzichtig, door de bekende eerdere ervaringen. Na een paar keer kussen vroeg ze, ik wil graag weten wat ik zo ongeveer van je zou kunnen verwachten. Wat heb je vroeger uitgespookt? Het was zo fijn om tegen haar te praten. Ze maakte het me ook makkelijk, met opmerkingen tussendoor. Toen ik voorzichtig vertelde dat ik vóór mijn huwelijk, op m’n zestiende, met Renee bloot op bed gelegen had, en we overal bij elkaar aanzaten, zei ze, natuurlijk, dat heb ik met Stefan ook gedaan. Maar niet meer dan strelen. Toen kon ik heel makkelijk zeggen, wij wel, alles. En de rest van het verhaal. Ze begreep het. Vanaf dat moment kon ik haar alles vertellen. Zo ging ze ook met jullie om. Ik weet nog, Silvia, hoe blij ze was toen je een keer aan het ontbijt op je dooie gemak vertelde dat je voor het eerst ongesteld was geworden. En dat Mike daar zo rustig op reageerde. Andersom ook, toen Mike vertelde dat hij zijn eerste natte droom gehad had. Een mooier bewijs van gezonde opvoeding kan je niet krijgen. Ze stelde jou ook snel op je gemak, Aimee, en daarna Jamie. Dat was leuk, je was heel openhartig, maar aarzelde wat om je pikkie te laten zien. Maar tegen Simone en Silvia kon je niet op.’
‘Nee, Simone was zo rustig, en Silvia zo lief.’
‘Het is mooi om die verhalen weer te horen, paps. Iedere keer vertel je toch iets meer, wat meer details. Paps, we willen graag vaker zo bij elkaar komen. We zullen het niet vaak direct over mams hebben, maar wel vaak aan haar denken. Ook omdat Tamara een beetje zoals haar praat.’
‘Dat was de laatste tijd erg fijn. Ze heeft het niet van Simone geleerd, het zat er bij haar al in. Ze heeft het wel losgemaakt, hè, Tamara?’
‘Ja. Ik wist het niet. Ik wist dat ik me wat inhield, voordat ik haar ontmoette. Anders hadden Thomas en ik het niet zo lang eh seksloos uit kunnen houden. Jullie snappen wel hoe het verder ging, zoals Mark net vertelde. Als ik met haar sprak vertelde ze iets over haarzelf en vroeg me dan iets. Ik was ook steeds blij haar alles te kunnen vertellen, zonder me in te hoeven houden. Binnen vijf weken trouwden Thomas en ik, de vier weken ervoor gingen we ons al minder inhouden, daarna natuurlijk helemaal niet meer. Thomas schrok in het begin meerdere keren van me, niet alleen hoe ik plotseling ging praten, ik was ook veel gretiger dan hij verwacht had. Nou, hij veel productiever dan ík verwacht had. Maar zonder de invloed van Simone waren we veel langzamer op gang gekomen. En misschien geeneens honderd procent openhartig geworden. Waardoor we minder genoten zouden hebben. Als ze iets vermoedde ging ze voorzichtig vragen. Ik was een week getrouwd, toen ze in mijn autootje onderweg vroeg, Thomas is zeker nog voorzichtig met je, hè? Pakt hij je wel eens, onverwacht, overdag? Ik zei, ik heb het hem eerst moeten doen voor hij durfde. Ze zei, je moet eens een broekje zonder kruis aantrekken. Dan schrikt hij zich wezenloos, hij verwacht een broekje maar heeft gelijk je blote doos vast. Dan wordt hij vast woest. Mark pakte me dan in de hal al. Ik moest van schrik aan de kant van de weg stoppen.’
Ze grinnikten.
‘Ja, als zoiets bij haar opkwam zei ze het ook. Heb je het later gedaan? ‘
‘Nee. Simpeler, geen broekje aangetrokken.’
‘Tja. Laten we geen veranderingen in het verhaal van Tamara voorstellen. Alles klopt, alles mag van mij. Ze schrijft weer zo mooi, we zouden het alleen verpesten. De lengte is ook mooi, voor andere mensen. Wíj hebben nog veel meer ontzettend mooie herinneringen.’
De anderen knikten.
‘Goed. Tamara, namens de hele familie hartelijke dank voor je schitterend verhaal. Zet je het, behalve in je krantje, ook op Internet?’
‘Ja, dan kunnen ze het in Boston ook zien. Ik mail Ralph even, dat hij het maar niet op het publicatiebord van het ziekenhuis moet hangen, daar moeten ze het niet gaan staan lezen. Hij kan daar wel een verwijzing ophangen.’
‘Weer goed bedacht. Tja, dat was dat. Mike, je zei, we willen graag vaker zo bij elkaar komen.’
‘Ja. We weten dat Tamara minstens één keer per week langskwam om over haar werkzaamheden te vertellen en verder een gezellig praatje te houden. We hopen dat ze, afgezien van om te zonnen en te zwemmen, vaker voor praatjes langs gaat komen. Maar dan hiernaast, in de woonkamer. Hier voor zakelijke beslommeringen.’
‘Prima. Hebben jullie al een idee wat jullie gaan doen?’
‘Aimee en ik hebben er al over gepraat, paps. We gaan heerlijk overdag moedertje spelen. We hoeven elkaar hier niet in de weg te zitten, maar we gaan veel samen doen. Verder, in willekeurige volgorde, we gaan onze kamers nog eens bekijken, maar we denken niet dat we veel gaan veranderen. Tamara is in Boston geweest, heeft haar ogen goed gebruikt, niet alleen in de tuin, en hier duidelijk met onze wensen rekening gehouden. Méér zelfs, met de dubbele tussendeur. Maar af en toe wil je wel wat anders, in Boston is het daar niet van gekomen. We gaan ook eens met de kok praten. Hij weet jouw wensen en die van je ouders, we gaan de onze vertellen. Niet dat we klachten hebben, het eten is prima. Daar komen we wel uit. Verder lijkt ons het huishouden goed te draaien, we weten dat mams wat verbeterd heeft, wij kunnen het vast niet nog beter. Daarna gaan we de omgeving verkennen. Eerst de tuin, daarna ook naar het dorp. En de camping natuurlijk. En paardrijden proberen. Voor het geval we ons gaan vervelen dachten we aan de mogelijkheid om in het dorp een bibliotheekje te beginnen. Als die er nog niet is en er behoefte aan is.’
‘Tamara?’
‘Er is er geen, de mensen gaan ervoor naar de stad. Eh ik wil er graag later op terug komen. Morgenochtend?’
‘Prima, maar haast je niet. Nog meer plannen, meiden?’
‘Nee, maar we weten natuurlijk niet waar we tegenaan gaan lopen. We houden alle mogelijkheden open.’
‘Natuurlijk. Jongens?’
‘Allereerst willen we graag dat je ons een beetje op de hoogte brengt van de gang van zaken in het bedrijf. Alleen de grotere lijnen, wel iets meer dan we nu weten. We horen het graag van je, als je wilt dat we je helpen, waar dan ook mee.’
‘Ik zal een overzichtje maken hoe alles in elkaar zit.’
‘Mooi. Daarna gaan we ook rondneuzen. Niet in huis, dat doen de meiden beter. We hebben niet het idee dat we buiten iets kunnen verbeteren, we willen gewoon zien hoe alles gaat. In de tuin, de stallen en de garage. Ook kennis maken met de beheerders. Maar als we vragen hebben stellen we die wel aan Tamara, we weten dat de beheerders ongestoord moeten kunnen werken. Dan gaan we ook in het dorp, op de camping en bij de pachters kijken. Jij moest in het begin veel in korte tijd doen, om op de hoogte te komen, wij gaan het op ons gemak doen. Ik denk net zoals de meiden, zoals mams het deed, de mensen gelegenheid geven om rustig met ons te praten. We weten nog niet wat we gaan doen als we ons gaan vervelen.’
‘Er is veel te zien, dus dat zal wel even duren. Nog iets bijzonders? Anders gaan we morgenochtend verder. We leggen al beslag op de vrije tijd van Tamara.’
‘Dat is nooit erg. En ik wilde graag het krantje geregeld hebben. Ik ga het morgen in de loop van de dag wel verspreiden. Tot morgen.’


De volgende morgen dronken ze weer met z’n zessen koffie in het kantoor. Deze keer met gebak erbij.
‘Goed geslapen? Ontbijt overgeslagen?’
‘Prima, paps. Erg gezellig, met beide deuren open. We hebben wat eten en drinken laten brengen. Geen enkel probleem, zeiden ze.’
‘Nee, ze maken het ons graag naar de zin.’
‘Is het gebak bij je vader vandaan, Tamara? O, nee, die is gepensioneerd, hè?’
‘Ja, ze wonen nu in de nieuwbouw, ze hebben het erg naar hun zin. Prachtig ruim huis, en ze slapen iedere dag uit. Voor hun doen, na achten wordt het nooit. Ze kunnen ‘s avonds ook meer TV kijken, ze hoeven niet meer zo vroeg naar bed. Ze wandelen veel, daar hebben ze nooit de tijd voor genomen. Een enkele keer ‘s zondagsmiddags.’
‘Dan doen de meeste Engelsen toch wat anders?’
‘Vroeger, ja, toen ze veel meer uren in de week moesten werken dan nu. Het gebak komt bij de opvolger van mijn vader vandaan. Hij vindt het niet altijd even leuk als ik bij hem binnen loop. Soms heb ik wat commentaar. Dan is hij niet pissig op mij, gelukkig, maar op zichzelf, dat hij het zelf niet eerder gezien heeft.’
‘Je loopt vast alle winkels binnen, op z’n tijd.’
‘Jawel.’
‘Je voelt waar ik naar toe wil, hè? Daar heb je ook commentaar?’
‘Soms. Ik verpak het altijd in een vraag, doe alsof ik van niets weet. Tja, als ik denk dat er wat verbeterd kan worden kan ik niet mijn mond houden.’
‘En je wist niet dat Simone ook in het dorp rondging?’
‘Nee. En niemand zei er iets over. Alleen vaak, dat ze blij waren met de graaf en de gravin. Dat het nu zo veel beter in het dorp ging. Soms met wat grinniken erbij. Als ik dan doorvroeg hadden ze kinderen die naar het meertje gingen. En als ze zelf niet al te oud waren gingen ze ‘s avonds laat zelf ook wel eens. Nu over een bibliotheek. Ik ga uitzoeken of er belangstelling voor één in het dorp is. Maar het dorp heeft niet zo veel inwoners, ik betwijfel of het rendabel zou zijn.’
‘Moet dat, paps? We denken aan de jeugd, kinder- en jeugdboeken, aan de vrouwen, romans, voor de mannen weten we nog niet.’
‘Wat zou de boekhandelaar er van denken, Tamara?’
‘Dat weet ik zo wel. Die is eerst tegen, hij is bang minder boeken te gaan verkopen. Dan zeg ik dat als ze niet meer naar de stad hoeven voor een bibliotheek ze daar vast minder boeken zullen gaan kopen maar meer bij hem. Dan is hij er voor.’
‘Wat ben jij toch uitgekookt. O, ja, koekenbakker. Maar we kunnen het zelf ook uit zoeken, hoor.’
‘Ben je gek, liefje? Ik zoek zelf ook weinig uit, Tamara weet overal de weg. Als zij er niet geweest was was er nog geen huis gebouwd. Vertel eens hoe je dit uit gaat zoeken, als je wilt?’
‘Goed. Iemand een idee?’
Ze schudden hun hoofd.
‘Tja, toch is het simpel. Ik bel de bibliotheek in de stad en vraag hoeveel leden ze in het dorp hebben en hoeveel die lenen.’
‘Ja, simpel. Stom zeg, dat wij daar niet aan denken. Geven ze die cijfers?’
‘Vast wel. Zo veel omzet zullen ze niet missen. Voor zover ik weet is er in de andere dorpen, die allemaal groter zijn dan Wellingten, ook geen bibliotheek, die moeten ook naar de stad. Ik kan ze ook eh lijmen. De catalogus staat op Internet, de lezers kunnen kijken wat er is, of het in huis is en het eventueel reserveren. Ik kan voorstellen om het gezamenlijk te gaan doen, dan kunnen hun lezers de ongetwijfeld schitterende boeken die jullie aan gaan schaffen ook lenen. Voor het gemak zouden jullie een dependance van ze kunnen worden.’
‘Nee, niks dependance. We willen onafhankelijk blijven. Samenwerking zou kunnen, hè, Aimee?’
‘Ja, onafhankelijk. Anders zou het gewoon een baantje zijn, waarbij we vast te weinig invloed krijgen. Je was of bent vast lid van die bibliotheek, Tamara, je weet er zo veel van.’
‘Was. Toen ik hier kwam werken heb ik opgezegd, ik had genoeg leuks te doen.’
‘Leuks!’
‘Ik kon me veel meer uitleven dan alleen maar nieuw gebak of koekjes verzinnen. En ik had al wat contacten, ik praatte in de winkel met iedereen, wist van veel mensen wat ze deden, waar ze werkten. Één van de redenen waarom ik hier aangenomen ben, hè, Mark?’
‘Ja. Ik zocht iemand die kleine tot middelgrote problemen voor me op kon lossen. Dan zou het handig zijn als die de weg in het dorp wist. Ik had zelf verzonnen, dat hij beleefd en erg toegankelijk moest zijn, maar toch van zich af kunnen bijten als er gezeurd werd. Hij hoefde niet overal verstand van te hebben, maar slim genoeg zijn om uit te kunnen zoeken wie wel, en daar om hulp te vragen. Simone verzon, dat die troubleshooter er ook goed uit moest zien. Dat had bij haar sollicitatie ook meegeteld. Mijn schoonvader en ik wilden niet tegen een lelijkerd aankijken. Dat had ik haar een keer verteld.’
‘Je bent al gauw meer gaan doen dan kijken.’
‘Ja, liefje, daarom zit jij nu ook hier.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Of het rendabel zou moeten zijn. Ik zou zeggen, één procent. Dat moet kunnen, de bibliotheek in de stad haalt vast meer.’
‘Ja. Dan is er eigenlijk maar één probleem. Waar. Tegen die tijd moet ik informeren of er binnen afzienbare tijd een pand vrijkomt. Maar desnoods regelen we dan tijdelijk een paar containers.’
‘Waar zou je die neerzetten?’
‘Eh aan het begin van de Hoofdstraat, hier vandaan vóór de eerste zijstraat, op de hoek in het bos. Dat kost maar een paar bomen.’
‘Tja, dat zou wel kunnen.’
‘Eh, is de bibliotheek afgehandeld, voor dit moment? Als het zover komt hoor ik het graag.’
Iedereen knikte.
‘Ik eh ben al een tijd aan het nadenken over een andere plek. De school heeft een gymnastiekzaaltje. Daar kan wat in gedaan worden, maar niet veel. Voor echte sporten moet je naar de stad. Voor ouderen is dat niet zo’n probleem, die pakken de auto. Maar de jeugd moet fietsen. Niet zo erg, maar dat kost weer tijd.’
‘Wil je een grotere gymnastiekzaal?’
‘Ik heb al eens met Ian gepraat. Heel vaag, zonder hem wijzer te maken. Een grotere gymnastiekzaal hoort het ministerie te betalen. Maar die willen dat niet, te weinig en te jonge leerlingen. De jeugd die in de stad op school gaat telt niet mee. Ik dacht aan sportvelden. Maar ik weet niet wat die op zouden brengen.’
‘Eerst waar.’
‘Een strook langs de Wellington Avenue, van het begin, bij het bos, tot de toegangsweg naar het meertje, Mark.’
‘Tja. Weer een strook, Tamara.’
‘Ja, jullie grond, baas.’
‘Nou! Wat zouden de bewoners van de even kant van de Avenue daarvan denken?’
‘Die hebben luid en duidelijk geen garantie gekregen dat daar nooit gebouwd zou worden. Er is ze niet verteld dat dat eerder aan de andere kant van het dorp zou gebeuren. Huizen zouden ze vast niet leuk vinden, dat zou het uitzicht vanuit hun achtertuin bederven, maar over sportvelden kijk je heen.’
‘Zou er dan ook geen gebouwtje bij moeten? Voor opslag? En een kantine?’
‘Geen kantine, ze gaan maar naar het dorpshuis, zo ver is dat niet. Ja, een laag gebouwtje voor opslag van sportbenodigdheden. Ballen en zo. Aan de kant van de toegangsweg, met een parkeerplaats ervoor. De bewoners aan die kant zijn al gewend aan wat verkeer, dat naar de camping.’
‘Heb je al een tekening?’
‘Nee, zo veel hoop dat het zou mogen had ik niet.’
‘Vragen staat vrij. Wat voor soorten sport denk je aan?’
‘Ik heb een lijstje van alle sporten van Internet geplukt en verwijderd wat niet nodig is. Zoals golf. Of zou je een golfbaan willen?’
‘Ik denk niet dat er in het dorp veel animo voor is. Het is meer een sport voor, om jouw woorden te gebruiken, rijke stinkers.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Au. Ja.’
Ze haalde een lijstje uit haar tas.
‘Atletiek, basketbal, cricket, handbal, handboogschieten, hockey, honkbal, korfbal, rugby, tennis, voetbal, volleybal. Ik zou uit moeten zoeken waar er belangstelling voor is en dan een gespecialiseerd bureau een ontwerp laten maken voor zo veel mogelijk sporten op een smalle strook.’
‘Een paar meter meer of minder zou natuurlijk niet uitmaken. Toen Simone en ik over een campinkje begonnen zei je, leuk, misschien wel voor meer dan acht stacaravans. En tenten en campers. Toen we zeiden, we beginnen met acht stacaravans, de rest is van later zorg, zei je, nee, daar moet vanaf het begin rekening mee gehouden worden, anders komen we later misschien klem te zitten.’
‘Ja, Mark. Maar toen ik vroeg of het eigenlijk niet wat brutaal gevraagd was, twintig meter voor de diepte van een perceel voor de nieuwbouw, terwijl het architectenbureau vijftien adviseerde, zei jíj, nee, het is beter te ruim dan te krap te bouwen, naderhand is het niet meer te veranderen. Grinniken jullie niet zo.’
‘We vinden het schitterend te horen hoe iets van de grond komt. Of niet. En te horen dat je troubleshooter beleefd en erg toegankelijk is, paps, en ook van zich af kan bijten.’
‘Ze bijt lekker. Soms zeg ik alleen maar, regel het even, soms praten we alles door, Mike. Ze zuigt nu niets uit haar duim, hoor, ze heeft alles al bedacht. Ze brengt het alleen voorzichtig. Mag het ietsje meer zijn?’
Ze grinnikten weer allemaal.
‘Nee, daarom niet. Als ik alles kant en klaar voor je neus leg kan je niet meedenken, dan zien we misschien iets over het hoofd. Daarom stap voor stap, met uitleg.’
‘Goed. Verder?’
‘Verder niks. Einde vraag.’
‘Tja. Werk het maar uit, dan zien we verder.’
‘Voorlopig bedankt, Mark.’
‘Vertel de jongelui maar wat je gaat doen.’
‘Eerst wat ik al zei, een onderzoekje doen naar wat er gewenst is en dan een ontwerp laten maken. Met kostenberekening. Voor de aanleg van die velden en de bouw van een opslag. En het onderhoud. Peter kan een strook laten egaliseren, afzetten en een gebouwtje met een parkeerplaats regelen. De tuinman kan grasleggen. Als ik weet hoe breed die strook zou moeten worden door de beheerder van de landerijen uit laten rekenen wat de huur zou moeten worden. Als alles opgeteld is proberen te berekenen wat een club per sport zou moeten betalen. Ze gebruiken niet allemaal evenveel grond. De clubs moeten dan zo veel leden zien te krijgen dat ze het van de contributie kunnen betalen. Dat wordt vast ingewikkeld.’
‘Dat zien we later wel. Verder nog iets?’
‘Nee. Ik ga zo het krantje met het in memoriam verspreiden. En mijn neus en de rest weer eens wat langer in het dorp laten zien. Al weten ze me toch wel te vinden. Maar er is niets bijzonders aan de hand, ik heb het erg rustig. Daarna achter de vraag naar sportvelden aan, figuurlijk. Tot ziens allemaal.’


De volgende morgen belde Thomas Tamara.
‘Ze willen vanmiddag naar het meertje. Ze missen het zwembad, willen niet langer wachten. Ik heb Ian gewaarschuwd, we pikken hem en Francis onderweg op. Al is het voor hun niet ver lopen. John weet ook al dat we komen.’
‘Prima. Een aperitiefje na de lunch?’
‘Nee, maar niet. In het meertje kan alles.’
‘Zo te horen heb je er wel zin in.’
‘Ja. In de tuin is het met je ook fijn, maar ons doet het toch wel wat, hè, met anderen erbij.’
‘Ja, ons. De kleinkinderen blijven vast thuis.’
‘Ja, ze hebben nog nergens om gevraagd. De oudste twee willen alleen niet meer aangekleed worden, behalve als ze naar beneden gaan. Om te gaan eten of wandelen. Nou, dan alle vier maar niet. Even wennen, voor de dienstmeisjes.’
‘Ze zullen vast niet doen wat hun voorgangsters bij de oude meneer deden.’
‘Nee, ze kunnen ook genoeg doen bij het meertje, met een formaat naar keuze. Tot straks.’



Bij de caravan van John en Maureen kwam John naar buiten.
‘Crystal is een beetje hangerig, vast een opkomende kinderziekte. Ze heeft geen koorts, maar Maureen blijft toch liever bij haar.’
Onderweg van de kluisjes naar een lege plek op de zonneweide hield Ian een handdoek voor zijn buik. Toen er afkeurend gefloten werd gooide hij de handdoek over zijn schouder, waarna er geapplaudisseerd werd. Ze gingen grinnikend zitten.
‘Wat een lol hier, nog méér dan de vorige keer. Ik had alleen niet gedacht dat jongens commentaar op mijn verstoppertje spelen zouden hebben.’
‘De vorige keer waren ze vast verbaasd dat we kwamen. En het waren geen jongens die floten, maar meiden. Ik zag er meerdere met hun vingers in hun mond.’
‘Laat ze die dan daar maar houden, Silvia, wel zo veilig.’
‘Ik ga het niet doen. Ik wil zo in het water lekker aan je lange zitten. Hè, Aimee?’
‘Ja, dat hadden we tegoed. En tegoed of niet, Thomas, ik ga weer aan je ballen zitten.’
‘Één tegelijk, dan.’
‘Anders weet jij ook niet wat je pakken kan, hè? Bang dat je wat mist?’
‘Nee, het zal vast niet de laatste keer zijn.’
‘Ook niet dat er aan je ballen gezeten wordt. Tja, kippeneieren in plaats van kwarteleitjes blijven interessant.’
‘En ik blijf het leuk vinden hoe jullie giechelen en kronkelen als ik een beetje aan jullie zit.’
‘Ja, jullie doen het lekker, zonder het te gek te maken.’
‘Dat doen jullie bij ons ook niet.’
‘We kunnen nu geen demonstratie krijgen, hè?’
‘Nee, de meeste zijn onder de achttien. Je houdt het tegoed, hoor. Hier, of in de nieuwe tuin.’
‘Prima. Ik hoef niet te zeggen, bewaar maar wat, hè, Tamara?’
‘Nee, nog steeds een onveranderde productie. O. Ian, je wordt geroepen.’
‘Door wie?’
‘Susan. Die je toestemming gevraagd heeft.’
‘Oh, nee toch. Wat moet ik, Francis?’
‘Je moet niets. Je zal vast uitstel kunnen vragen, als je nu niet wilt.’
‘Nee, dan zit ik hier niet rustig. Ik had het niet zo snel verwacht.’
‘Dan wens ik je sterkte. En veel plezier.’
‘Tja. Ik hoop dat ze het voorzichtig en lekker doen.’
Ian liep naar Susan en ging naast haar zitten. Binnen een paar seconden zagen ze hem niet meer, wel een kluwen blote meiden die ergens omheen en overheen bewogen.
‘Oei, ze hebben hem te pakken. Minstens tien.’
‘Ik hoop dat ze wat voor je overlaten, Francis.’
‘Vast wel, als het ze bevalt willen ze vast vaker. Nou, dat weet ik zo net nog niet. Afwachten maar.’

Na ruim tien minuten lieten de meiden Ian alleen liggen. Één meisje liep met een wegwerphanddoek naar de vuilnisbak, ze deed net of hij erg zwaar was. Ian ging langzaam zitten, toen langzaam staan, kwam toen langzaam naar ze toe, een beetje wijdbeens lopend, en ging naast Francis liggen.
‘Oef. Verschrikkelijk . . . lekker.’
‘Oh, Ian. Er zit lippenstift op. Één, twee, drie afdrukken.’
‘Geen afdrukken van een gebit?’
‘Nee. Oh, beten ze?’
‘Niet hard. Ook vanaf de zijkant. En ze likten eraan, zelfs aan mijn ballen.’
‘Arme jongen.’
‘Ja, arm. Leeg. Ze waren bepaald niet voorzichtig, wat een massage, steeds met drie handen. Toen ik zei, pas op, ik kom, hoorde ik zeggen, nu jij. Ik denk, dat toen een boerinnetje me greep, en me met twee handen leeg molk. Terwijl er aan mijn ballen verder gewisseld werd. Je zal vast niet één maar twee keer moeten missen.’
‘O. Niet leuk. Wat vonden ze ervan?’
‘Niet zo vaak, niet zo ver, wel veel. En of ze zo’n lange zouden kunnen hebben.’
‘Ik had verwacht dat het sneller zou gaan. Kwam je niet gauw?’
‘Jawel, Francis, er was waarschijnlijk net tijd genoeg om ze allemaal even aan me te laten voelen, stevig. Daarna gingen ze door, met mijn kleintje, ze zijn allemaal minstens nog twee keer aan de beurt geweest. Allemaal handjes en mondjes. Langer, maar gelukkig wat voorzichtiger. En maar giechelen. Zo’n lange moesten alle jongens hebben, dan had je ten minste ook wat in de hand als hij klein was. Maar mijn ballen staan nog in brand en mijn pikkie voelt wat gekneusd aan.’
‘Dan moet ik je thuis maar wat verwennen. IJsblokjes op je ballen?’
‘Nee, strelen zoals jij altijd doet, zachtjes, lief. En kusjes en likjes.’
‘Ja, ja. Heb jij nog wat gestreeld?’
‘Ze waren inderdaad sportief. Ik had constant een borst in mijn linkerhand, ook een keer een hele grote. Misschien van dat boerinnetje. Veel meer dan een handvol, maar niet zo stevig, met een grote tepel. Net een uiertje.’
‘Hoe weet je dat?’
‘Je weet toch, oh, de anderen misschien niet, jongens gaan een keer met een klasgenoot mee om bij hem thuis op de boerderij de koeien te melken. Zogenaamd, iedereen weet dat ze een keer een uier en grote spenen vast willen pakken. Daarna de dochters des huizes, als het even kan.’
‘Zeggen de ouders daar niets van?‘
‘Als het niet te opzichtig gebeurt niet, ze zijn ook jong geweest. En de meisjes gaan mee met een klasgenote die thuis paarden heeft. Alleen in de hoop dat er een hengst bij is die moet piesen, om zijn paal uit te zien schuiven. Daarna proberen ze, ook als het maar even kan, om die van de zoons des huizes op z’n grootst te krijgen.’
‘De jeugd op de boerderijen neemt meestal zelf het initiatief, die is wat vlotter dan die in het dorp, omdat ze meer met dieren omgaan die ze op elkaar zien kruipen.’
‘Hoe dan, Francis, dat initiatief?’
‘Ik wist daarvoor al dat jongens niet zo’n lange als een paard hebben. Zelfs Ian heeft die niet. Toen we bij de paarden stonden te kijken werd er in mijn oor gefluisterd, als je mee naar de stal gaat mag je die van mij zien, hij is niet zo lang, maar wel lekker. Hij had gelijk.’
‘En zijn zus zei niets?’
‘Nee, natuurlijk niet. Andersom ging het vast ook zo, hè, Ian?’
‘Ongeveer. Als je zo achter de hooiberg komt, mag je mijn uiertjes vasthouden en met mijn tepeltjes spelen. En ik controleer of je een staart hebt, dan mag je dat bij mij ook. Ze waren gretig. Op het moment dat ik mijn handen onder hun bloes schoof zaten ze al in mijn broek.’
‘Zat je er bij hun ook in?’
‘Natuurlijk. Dat wil zeggen, met een hand in hun broek, verder kwam ik niet. Wel zelf, meestal. Maar nog nooit zo als vandaag. Één keer per jaar zo is genoeg.’
‘Eerst nog even verder met je verhaal. Wat deed je met je rechterhand?’
‘Die werd steeds gepakt en op een doos geduwd. Als ik daar te voorzichtig mee was hielpen ze me een handje. En de meeste pakten een vinger van me en streelden er een beetje mee in hun gleuf.’
‘En die anderen?’
‘Die waren voorzichtiger. Lieten me hun wel vastpakken, maar als ik zelf te veel aan hun gleuf kwam haalden ze mijn hand weg.’
‘Misschien de wat jongeren.’
‘Ja. Er zat ook een blote doos bij. Ik schrok, toen ik ineens een gleuf helemaal voelde, in zo’n gladde doos.’
‘Dus je hebt genoten?’
‘Betrekkelijk. Aan de ene kant, ik voelde me tentoongesteld. Daar lag ik, helemaal bloot, ze hadden mijn benen uit elkaar gedaan. Ze keken even, toen kwamen de handjes. Één of twee om mijn stijve, één om mijn ballen. Ik voelde me eh gebruikt. En daarna niet gestreeld tot ik kwam, maar leeggemolken. Aan de andere kant, ik gunde het ze wel om eens uitgebreid te kunnen doen wat ze wilden. Ik ga me hier niet iedere dag aanbieden, het is te heftig. Het is ook onpersoonlijk. Ik zag niet wie aan me zat en bij wie ik eraan zat. Er met z’n tweeën van genieten, terwijl je ziet dat de ander er ook van geniet, is veel fijner.’
‘Dus dit niet vaker?’
‘Hooguit één keer per jaar. Voor de volgende lichting. Het lijkt me toch wel een beetje een opvoedkundig effect hebben.’
‘Ik zie aan je gezicht dat het geen smoes is. Tja, leraar. Ik vind ook dat je gelijk hebt, als ik aan mijn gescharrel terugdenk. Het is veel fijner dan zonder dat je iets ziet onder kleding moeten frommelen. Bij maanlicht zie je ook niet veel. Zullen we gaan zwemmen? Dan kan ik ook die lippenstipt eraf halen.’
‘Ja, dat is geen gezicht. Als jullie maar voorzichtig met mijn arme spulletjes doen.’
‘Ja, voorzichtig. We kunnen wel lekker lang aan je lekkere lange komen, voorlopig zit er toch geen groei in. ’


Na een tijdje spelen omhelsde Thomas Tamara.
‘Oei, die meiden blijven brutaal. Heb jij je vermaakt?’
‘Ja, het meest met Ian, natuurlijk. Het blijft grappig, zo’n lange soepele.’
‘Pak me eens beet. . . Niet zo voorzichtig. . . . Ja, heerlijk.’
‘Zeg wel op tijd stop. Als je wilt lozen wil ik kijken.’
‘Nee, laat me erin.’
‘Thomas!’
‘Het valt toch niet op. Na paar halen kom ik vast al. . . . Oh, ja. Houd me vast. Ik kom.’


‘Jullie hebben staan wippen, ondeugden.’
‘Had je het door, Aimee?’
‘Ja, je wipte maar een keer of tien, ik zag het meer aan de hemelse uitdrukking op het gezicht van Tamara.’
‘Ja, hij spoot zo duidelijk een keer of zeven.’
‘Zeven! Dus na drie wipjes kwam hij al?’
‘Ja, jullie hadden weer niet zo voorzichtig aan hem gezeten.’
‘Die ballen blijven interessant. Niet geloosd, van tevoren?’
‘Nee, hij had gezegd dat hij het in het water wilde doen. Nou, het werd in mij. Lekker. Ik hoefde ook niet naar wolkjes in het water te kijken, die heb ik al eens gezien.’
‘Van John, hè?’
‘Ja, die kwam ook gauw. Omdat hij onverwacht twee blote vrouwen zag.’
‘Één is meestal al genoeg. Ik heb er wel aan gedacht, maar het niet gedaan omdat de jeugd vast zit te kijken.’
‘We stonden voor hun achter jullie. En ik hield het niet meer, jullie zaten niet alleen aan mijn ballen.’
‘Nee, na die lange slappe wilden we natuurlijk wel even aan een stijve zitten.’
‘Toch hetzelfde als jullie mannen?’
‘Ja, maar het zou veranderd kunnen zijn. Zeg, Francis, het lijkt me geweldig, om als hij net stijf genoeg is die lange spriet binnen te voelen komen, nou, amper waarschijnlijk, en hem dan langer en dikker te voelen worden tot je helemaal vol zit.’
‘Ja, heerlijk. Soms lukt dat.’
‘Ja, ik weet het, je moet er snel bij zijn, zeker als je net getrouwd bent. Daarna krijgen ze wat minder haast, kunnen nog meer aandacht aan je besteden.’
‘Ik heb er aan moeten wennen dat ik op de gekste momenten gegrepen word.’
‘Dat doe je andersom toch ook, hoop ik?’
‘Ja, maar minder vaak, ik heb niets te klagen. Maar hij schrikt niet.’
‘Hoe komt dat, Ian?’
‘Ik weet het niet. Waarschijnlijk verwacht ik niets anders. Zodra vroeger een meid wist dat ik zo’n lange had bleef ze niet van me af. Maar nu is het geweldig, natuurlijk. Wat is echt vrijen lekker. En zo fijn, zonder haast. Meestal.’
‘Ja, dat ken ik. Als Thomas na een hele dag werken thuis komt heeft hij niet direct haast, maar hij wil dan wel graag. Nou, ik ook.’
‘Zullen we naar huis gaan? Ik wil niet wachten tot alles onder de achttien weg is.’
‘Ja, een mooie timing, Silvia. Tegen die tijd kunnen Ian en Thomas vast weer, en Mike en Jamie hebben er zo te zien ook zin in. Houden jullie er maar een handdoek voor, onder het teruglopen.’
‘Zullen we morgenochtend met de kinderen hier naar toe?’
‘Ja, leuk, Silvia. Ik hoop dat Crystal goed genoeg is, dat Maureen ook kan komen. Komen jullie ook, Tamara, Francis?’
‘Graag, ik heb toch vrij.’
‘Graag, ik kan toch mijn eigen tijd indelen, en Thomas heeft geen vrij.’
‘Om een uur of tien dan. Nu naar huis.’

 Week 6

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * 
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 3, nummer 3, weeknummer 6
Zie ook www.wellingten.co.uk

Geen nieuws eigenlijk, deze keer.
Ik heb wel een voorstel en een vraag.

Het voorstel. Met een inleiding.
‘s Morgens komen bij het meertje moeders en soms vaders met kinderen, tot een jaar of zes.
‘s Middags, als ze vrij hebben, de schooljeugd, vanaf een jaar of twaalf. Ze hebben hopelijk hun huiswerk gedaan.
‘s Avonds komt wat we noemen de oudere jeugd en de niet-meer-jeugd.
We ‘missen’ dus alleen de jeugd die op de basisschool zit, zes tot twaalf.
Ik weet dat het een beetje een moeilijke leeftijd is, ook niet alle twaalfjarigen komen, daarom heeft het even geduurd voor ik er wat op kon vinden.
‘s Woensdagsmiddags heeft de jeugd die in het dorp op school zit vrij en de jeugd die in de stad op school zit niet. Dan zouden één of beide ouders ook met de jeugd van zes tot (en met) twaalf kunnen komen. Die jeugd willen we niet zonder begeleiding, als dat gezien wordt worden ze weggestuurd.
NB. Er is nog NOOIT opgetreden door de personen die daarvoor aangewezen zijn. Er is genoeg onderlinge controle.
Ik zou zeggen, probeer het eens. De overige aanwezigen houden vast rekening met de jongeren.

Een vraag.
Ik ben om bepaalde nog niet nader te noemen redenen geïnteresseerd in de deelname van mijn dorpsgenoten (al woon ik nu eigenlijk net buiten het dorp) aan buitensporten.
Ik bedoel niet de sport die bij het meertje uitgeoefend wordt, maar atletiek, basketbal, cricket, handbal, handboogschieten, hockey, honkbal, korfbal, rugby, tennis, voetbal en volleybal. (Mis ik iets?)
Ik wil graag weten wat jullie doen, wat, wanneer, waar.
Bijvoorbeeld, voetballen, club in de stad, training dan en dan, wedstrijden dan en dan.
Ik wil minstens zo graag weten wat jullie zouden willen doen, wat, wanneer, als het in het dorp zou kunnen.
Ik denk dat mij een e-mailtje sturen makkelijker is dan een enquête via dit krantje.
Stuur me er één, met jullie adres en per persoon wat, wanneer, waar.
Voor de weinigen die nog geen e-mail hebben, zoek iemand die het wel heeft, die wil vast wel jullie opgave versturen. Bij voorbaat dank.

O, bijna iets vergeten. Ik maak er een verhaaltje van.
Toen er aangekondigd werd dat de schooljeugd de kransen zou komen brengen, herinnerde meneer zich dat hij bij de bruiloft van Thomas en mij de politie gevraagd had om het gedeelte van de Hoofdstraat, wat wij af wilden lopen, af te zetten. Hij liet de politie vragen om de schooljeugd te begeleiden, op de weg van het dorp naar de Manor. Bij deze nog even een verslagje daarvan.
Het was een indrukwekkend gezicht om vanaf het bordes van de Manor de stoet aan te zien komen. Een agent op een motor voorop, op looptempo rijdend. Daarachter een vaandeldrager. Daarachter de kinderen met vijf kransen en twee volwassen begeleiders. Daarachter weer een agent op een motor.
Voor het bordes draaide de motoragent opzij, de achterste ook, ze stopten iets terug de oprijlaan op en zetten hun motoren uit. De rest van de stoet stopte voor het bordes, waar meneer, zijn kinderen, zijn oudste twee kleinkinderen en wat ik eerder noemde zijn Engelse kinderen stonden.
De vaandeldrager droeg een kleine vlaggenstok met vlag, de vlag halfstok. Hij liet hem zakken tot horizontaal en boog. Meneer boog terug. De vaandeldrager tilde de vlaggenstok weer schuin omhoog en ging een paar passen opzij. De eerste twee kinderen deden een paar stappen naar voren. Één van de begeleiders kwam naar voren en legde het lint van de krans zo, dat we konden lezen wat er op stond. Voor Simone. Mark. De twee kinderen bogen hun hoofd, meneer boog terug. Twee jongens van de garage kwamen naar voren, pakten de krans van de kinderen aan en verdwenen naar binnen. Onmiddellijk kwamen er twee andere jongens naar buiten. Meneer stapte het bordes af, gaf de kinderen een hand en bedankte ze kort. De twee kinderen gingen achter de vaandeldrager staan, de volgende twee kwamen naar voren. Op het lint aan die krans stond Voor Mams en Oma, van je vier kinderen en je vier kleinkinderen. Op het volgende lint stond Voor Mevrouw de Gravin, van het personeel. Op de vierde Voor onze lieve Vriendin, van je Engelse kinderen. Op de vijfde Voor Simone, van Liz. Meneer boog iets dieper en ging, na de kinderen bedankt te hebben, weer iets hoger op het bordes staan. Vanaf de garage kwamen er drie auto’s aanrijden. De kinderen en hun begeleiders stapten in. De auto’s reden langzaam weg, voorafgegaan door de twee agenten op hun motoren.
Heel mooi, heel plechtig. Zoals het die hele week gegaan is.

Verder. Later in die week werd er afgesproken dat de kinderen van meneer hier zouden komen wonen. Daar was ik bij. Meneer bedacht toen, dat zijn kleinkinderen later naar de school in het dorp moesten. Hij herinnerde zich weer de stoet met de kransenbrengers. En dat Maureen een keer gezegd had dat ze het niet fijn vond om dat stuk, een meter of vijfhonderd, over de weg te moeten lopen, met de kinderwagen, als ze een bezoek bracht aan de Manor. Daarna is ze steeds thuisgebracht, soms ook gehaald. Op dat stuk weg is het niet druk, maar de auto’s rijden vlak langs je. Meneer zei toen, op zijn gebruikelijke manier, Tamara, regel het even. Ik heb het, op mijn gebruikelijke manier, geregeld. Binnenkort wordt er, achter de bomen langs dat stuk weg, een strook grond (van de Wellingtens) vrijgemaakt en een pad van twee meter breed aangelegd. Einde probleempje.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
E-mail     tamara@wellingten.co.uk
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *


‘Thomas, niet schrikken. Zullen we aan kinderen beginnen?’
‘Oh, meisje, graag.’
‘Had je het al eerder gewild?’
‘Ik had niet zo’n haast. Ik heb het aan jou overgelaten. We hadden afgesproken dat we een tijd met z’n tweeën zouden blijven. En inwerken in onze nieuwe banen. Dan wachten tot alles rustig ging. Dat kwam voor mij eerder dan voor jou, met de nieuwbouw, camping, meertje, renovaties. Net toen ik dacht dat je er aan toe kon zijn overleed Simone. Zou je het nu aankunnen?’
‘Ja, anders was ik er niet over begonnen. Ik heb hetzelfde gedacht. Ik vind het heel lief van je dat je er nooit over begonnen bent.’
‘Nee, we hadden een afspraak.’
‘Ja, maar ik had je het niet kwalijk genomen als je er in die twee jaar iets over gezegd had.’
‘Nee, daar piekerde ik niet over. Ik heb zo’n twintig jaar lang niet gezegd wat ik graag met je wilde doen.‘
‘Twintig? Tien, denk ik. Ik neem niet aan dat je voor we twaalf of dertien jaren meer wilde doen dan kussen.’
‘Nee, maar tien jaar daarvoor wilde ik al wel met je trouwen, al dacht ik daarbij niet verder dan dat we vaker bij elkaar zouden zijn.’
‘Straks kunnen we zo dicht mogelijk bij elkaar zijn, eerst even verder praten.’
‘Prima. De voorraad loopt ondertussen natuurlijk wel op.’
‘Ja, lekker. Je hebt er de laatste tijd ook vaker aan gedacht dan vroeger, hè? Ik bedoel, aan kinderen.’
‘Ja, doordat ik bijna iedere dag de kleinkinderen zie. En jij ook nog minstens één keer per week die van John en Maureen.’
‘Ja. Het was laatst zo gezellig, bij het meertje. Al die blote kleintjes. Ik kan me voorstellen hoe Mark en Simone van hun tweeling genoten hebben. En van Aimee en Jamie. Hoe ze opgroeiden, gezond bloot met elkaar omgingen. Dat de meiden borstjes kregen en haar op hun doos. En de jongens een beetje een stijve. Dat laatste duurt voor ons nog even, we weten ook niet wat we krijgen. Het lijkt me fijn als ze niet te veel in leeftijd met de kleinkinderen zouden verschillen. Ze zouden met ze in de tuin kunnen spelen. En met die van John en Maureen, bij het meertje en in het zwembad in de Manor. En mogelijk met die van Francis en Ian.’
‘Johnny, de jongste van allemaal, is ongeveer een half jaar. Dan wordt het minstens nog negen maanden meer.’
‘Ja, maar dat is niet zo erg. Ze zouden misschien ouder zijn dan die van Francis en Ian. Die zullen wel nog wat wachten.’
‘Of hetzelfde denken als wij, niet te veel verschil.’
‘Ja, maar toch vast ook eerst een tijdje met z’n tweeën. Stout, hè, ik zie in gedachten steeds die lange omhoog komen en er bij Francis in- en uitschuiven.’
‘Heel stout. Maar misschien zie je het een keer in het echt. Zeg, we willen natuurlijk minstens één jongen en één meisje, hè? In willekeurige volgorde.’
‘Ja. Na twee stuks zien we wel verder.’
‘Zou je er meer willen?’
‘Dat weet ik nog niet. Twee wel. Jij?’
‘Ook minstens twee. Maar jij beslist.’
‘Nee, samen.’
‘Ik pieker er niet over om je ergens toe te dwingen. Je zou een wens van me al op willen volgen. We zijn het eens over de eerste twee, laten we dan maar verder praten.’
‘Ja, prima.’
‘Wanneer wilde je er aan beginnen?’
‘Ik heb nog pillen voor bijna een week, ik wil de strip afmaken. Dus over zo’n anderhalve week.’
‘Dan kan ik me net daarvoor helemaal opladen.’
‘Nou, nogal overbodig, binnen vierentwintig uur loop je al over. Ik blijf je die paar dagen gewoon verwennen, zo vaak je wilt.’
‘Het is maar goed dat de meiden bij het meertje er niets van weten. Anders pakten ze mij ook, net als Ian.’
‘Maar goed? Zou je het niet willen?’;
‘Nee, zo lekker als jij kunnen ze het toch niet.’
‘Dat weet je niet.’
‘Nee, maar ik wil ook niet aan hun zitten. Alleen lichamelijk interesseert me niet, afgezien van onder vrienden een beetje gezellig voelen.’
‘Mij ook niet.’
‘Heb je vroeger gedacht dat ik vaak zou willen?’
‘Ik dacht, in het begin vast vaak, dan minder, omdat je altijd zo rustig was. Dat minder gaat vast nog lang duren.’
‘Ja, ik vind het veel te fijn met jou. Niet alleen in bed, dat weet je.’
‘Ja, ook bij het meertje en zo.’
‘Ik bedoel, ook zonder vrijen ben ik zo graag bij je.’
‘Ja, dat weet ik, ik plaagde je maar. Heb jij vroeger gedacht dat ík vaak zou willen?’
‘Nee. Jij was ook zo rustig. Je verbaast me iedere dag, gretigerd.’
‘Omdat het zo fijn gaat. Ook zonder vrijen.’
‘Tussen het vrijen door, eigenlijk.’
‘Dat klinkt alsof het de hoofdzaak is. Nét niet, hè?’
‘Dat zeg je mooi. Het was fijn genoeg geweest als ik wat minder vaak op een dag zou kunnen, hè?’
‘Ja. Het bewijs daarvoor is al geleverd, schat. Toen Simone overleed hebben we het dagen niet gedaan, toen dagen één keer ‘s avonds. Maar we waren bij elkaar, steunden elkaar.’
‘Ja, dat was fijn. Mooi bewijs. De kinderen zeiden ook dat het er niet vaak van gekomen was. Als het niet snel lukt, schat, moet je niet zenuwachtig worden. Blijven genieten, het lukt vast wel, we hebben geen haast.’
‘Wat lukt dan wel? Ik wil je het horen zeggen. Je snapt me wel.’
‘Ja. Ik zal het ook zeggen als ik ermee bezig ben. Ik hoop, dat je op de prettigste manier die er is door één van mijn miljoenen zaadjes zwanger wordt.’
‘Ja, desnoods kan het op een andere manier misschien ook, maar ik denk niet dat het nodig zal zijn. Tja, er is er maar één voor nodig. Van die misschien wel miljarden, als het even duurt, met jouw productie. Je hebt een keer, toen ik voor dienstmeisje speelde, gezegd, we gaan het vaak doen. Ga daarna maar in bad, voor mijn sperma je oren uitkomt. Je zal dan vast zin hebben om me zo vaak mogelijk vol te spuiten.’
‘Net zo veel zin als tot nu toe, al is het idee dat je zwanger zou kunnen worden natuurlijk speciaal. Maar ik kan er niets speciaals of extra’s voor doen.’
‘Nee, dat weet ik. Maar het idee zal inderdaad speciaal zijn.’
‘Ja, zo vaak zal het wel niet voorkomen. Ik bedoel, we gaan niet ons leven lang door om proberen kinderen te krijgen. Hopelijk wel zo lang mogelijk met die prettigste manier van vrijen.’
‘En zo vaak mogelijk. Nu?’
‘Nog even. Zou je het erg vinden, dat als we een zoon krijgen, ik graag zou willen dat hij Thomas gaat heten?’
‘Natuurlijk niet, schat. Dat is toch jouw familietraditie?’
‘Ja, maar het zou ook jouw zoon zijn. We moeten er samen over beslissen. Jij hebt net zo veel rechten als ik.’
‘In dit geval is het heel makkelijk, ik wil niemand vernoemen. Zeker niet als eerste naam.’
‘Je kan natuurlijk op je mening terugkomen, zolang het niet officieel is.’
‘Zeer onwaarschijnlijk. Ik heb er al een paar keer over nagedacht, maar ik weet echt niemand. En ik weet ook geen mooiere naam voor een jongen van ons. Alleen, kunnen we hem in het begin Tom noemen, om verwarring te voorkomen?’
Hij grinnikte.
‘Dat werd ik ook, tot ik een jaar of achttien was.’
‘Fijn. Jij mag ook een naam voor een meisje kiezen. Ik weet echt niets. Liever geen Tamara. En helemaal niet afgekort.’
‘Tja. Zal je niet denken, dat als ik een naam noem, ik toch vroeger stiekem een scharreltje had?’
‘Nee, natuurlijk niet. Die had je niet. Anders had je het verteld, stiekem waren we nergens mee.’
‘Nee. We zeiden alleen niet altijd wat we dachten. Ik tenminste niet.’
‘Wat dan?’
‘Bijvoorbeeld, ze loopt in haar blote kont onder haar rok naast me. Ik wil niet aan haar gaan voelen, maar zal ik haar vragen om te mogen kijken? Ik zou haar ook graag laten zien dat ik al een stijve kan krijgen. Niet om er iets mee te doen, alleen kijken.’
‘Tja, zoiets dacht ik toen ook. Ik had met een vriendinnetje blote jongens bij het meertje gezien, met kleine pikkies. Ik dacht, hij is twaalf, misschien kan hij al een stijve krijgen. Hoe zou dat eruit zien, van dichtbij?’
‘Goed dat we het bij denken hebben gelaten, anders hadden we het niet zo lang vol kunnen houden.’
‘Of we hadden jaren eerder kunnen beginnen met vrijen. Toen al.’
‘Tja. Spijt?’
‘Nee, Thomas. Ik wil niet zeggen dat het dan niet goed met ons was gegaan. Maar het zou erg onrustig zijn geweest, we hadden heel lang erg stiekem moeten doen. En condooms moeten gebruiken, al zou ik niet weten hoe een twaalfjarige aan condooms moet komen. De wat ouderen halen ze in de stad, om ze in het dorp niet wijzer te maken.’
‘In het begin had het zonder gekund, ik had toen al wel een beetje een stijve, maar nog geen natte dromen.’
‘Dat is heel gevaarlijk, je merkt het vast te laat als je het wel kan. Één keer was genoeg geweest om me zwanger te maken.’
‘Dat zou vast maar één klein straaltje geweest zijn.’
‘Dat kan genoeg zijn. Kwam er veel, bij je natte dromen?’
‘Langzamerhand steeds iets meer. Maar ik was toch verrast, en trots, toen het vier grote stralen waren, toen ik het ‘s nachts na dat stelletje in het bos gezien te hebben niet meer hield. Ik heb nooit gedacht, ik wil nu met je eh vrijen. Maar wel van alles daartussenin.’
‘Niet meer dan normaal, lijkt me, voor een jongen. Daar is niets op tegen. Het belangrijkste vind ik, dat je nooit ergens om gevraagd hebt, het me nooit moeilijk gemaakt hebt. Zeg, toen we net getrouwd waren heb je verteld wat je een keer gedacht had. Toen je voor het eerst boven de wastafel loosde stelde je je voor dat ik je streelde.’
‘O. Ja. Je doet het veel beter dan ik toen dacht. Met een hand al.’
‘Zo?’
‘Ohhhh, heerlijk. Maar voor ik het vergeet, dacht jij wel eens wat?’
‘Natuurlijk. Maar dan algauw, nee, later. Ook als we elkaar omhelsden en ik je stijve in je broek tegen me aan voelde. Met dat later bedoelde ik na ons trouwen. Maar je weet, dat ik niet lang daarvoor wel eens zin had om niet langer te wachten. Je hebt ons gered, door het portiershuis te vragen.’
‘Dat wist ik niet, het kwam zo uit.’
‘Ja. Wat ging het toen snel. Vijf weken. Vier weken eh kennis maken. Bloot.’
‘Het was heel fijn dat we niet naar rustige plekjes hoefden zoeken. En gelijk alles uit konden trekken.’
‘Ja. Één keer per week een natte droom, tot we daar konden oefenen. Vier stralen, bijna iedere dag. En vlak na ons trouwen zes keer zes. Ongelofelijk, eigenlijk.’
‘Wat dacht je van een bewijs nu, een straal of zes? Je had me toen ik vijftien was al willen helpen. Vast met je hand. Mag ik je nu met wat je in je hand hebt in je gleuf strelen, tot we komen?’
‘Graag een keer of zes per dag. Kom maar gauw, nog meer inhalen. En over een tijdje om een kindje te maken.’
Hij kwam.

 Week 7

‘Wat vonden jullie van mijn laatste krantje?’
‘Weer mooi. Fijn dat je de schooljeugd nog even in het zonnetje zette.’
‘Ja, dat was me eerder niet gelukt.’
‘Hoe onthoud je alles zo goed?’
‘Ik tik zo snel mogelijk wat in de computer. Later zie ik wel wat ik er van maak.’
‘Dit was weer een mooi mengsel. Er komen bij het meertje al ouders met kinderen van zes tot twaalf.’
‘Hoe gedragen die zich?’
‘De ouders? Net zoals die met kinderen onder de zes. Ze zitten in hun blote kont gezellig met elkaar te praten. Met een oogje op de kinderen, natuurlijk.’
‘Ja, ja. Hoe gedragen de kinderen zich? Zeer waarschijnlijk gaan de mijne er ook ooit naartoe.’
‘Mooie smoes. Wanneer is dat?’
‘Maureen! Dat hoor je niet te vragen.’
‘Dat weet ik wel, John, maar ik mag het wel, hè, Tamara? Je hoeft natuurlijk niets te zeggen.’
‘Jij mag het vragen. Maar vertel eerst over die kinderen.’
‘Je maakt me nieuwsgierig. Ze komen heel langzaam op gang. Ze blijven lang bij hun ouders en eventuele broertjes en zusjes zitten. Met een handdoek op schoot. De meisjes hebben nog geen borstjes, op een enkele na, van een jaar of elf, kleintjes. En onbehaarde doosjes, natuurlijk. Ze beginnen nu die handdoeken weg te laten, maar lopen doen ze nog weinig. Vlug naar het water en terug. Het valt vast niet mee. Zes tot twaalf jaar altijd aangekleed geweest, zo min mogelijk laten zien. En nu helemaal bloot, met hun pikkies, balletjes en gleufjes voor iedereen zichtbaar.’
‘Bij die onder de zes toch ook?’
‘Ja, maar die vergeten gauw dat ze bloot zijn, besteden daar verder geen aandacht aan. Die wat ouderen beseffen dat ze bloot zijn, dat er door iedereen naar hun geheime spullen gekeken kan worden. En ze zien van de volwassenen borsten, haar tussen benen, misschien gleuven, en vergeleken met hun toch grote pikken en ballen. Lijkt me allemaal overweldigend. In het water zitten die wat oudere duidelijk niet aan elkaar. Ze lopen ook in zwembroek van de kluisjes naar hun plek.’
‘Dat is prima. Als ze het maar naar hun zin krijgen. Maar jij, bijvoorbeeld. Jij was toch ook niet gewend om je bloot te laten zien, afgezien van aan John, natuurlijk?’
‘Die stap was minder groot. Ik wist wat ik kon verwachten. En zo veel verschil is er helemaal niet. Ik vond het zelfs jammer dat ik geen stijven zou zien. Nou, viel mee, dus.’
‘Zie je die ook zo graag?’
‘Ja, ik hoef er niets mee, behalve met die van John, maar het is zo indrukwekkend.’
‘Ja. Die kinderen zullen wel wennen. En vast op tijd horen dat als ze een stijve kunnen krijgen welkom zijn bij die van twaalf en ouder. En de meisjes als ze borstjes en wat haar op hun doos hebben.’
‘Lijkt me niet leuk voor een jongen van twaalf, dat meiden dus weten dat hij nog geen stijve kan krijgen.’
‘Ach, ze zien ook of meisjes al borstjes en haar hebben.’
‘Ja, dat is zo. In de toekomst zal het soepeler gaan, als ze er van jongst af aan komen. Zeg, wil je sportvelden?’
‘Was dat erg duidelijk?’
‘Voor John en mij wel. We weten dat je je best doet voor het dorp, wat je kan, en Mark is ook de beroerdste niet. Maar in het dorp zal er waarschijnlijk niet gedacht worden dat het kan. Er is geen ruimte voor.’
‘In het dorp niet. Maar alles er omheen is toch van de Wellingtens?’
‘Wat? Oh, wil je nog een strook grond?’
‘Ja. Maar ik weet niet of het lukt, die moet nogal breed worden. Een rijtje bomen weghalen om een pad voor je te maken was geen enkel probleem.’
‘Niet voor mij alleen, dat weet je best. Je hebt het weer schitterend opgeschreven. Ik ben wel blij dat ik min of meer geholpen heb om het voor de kleinkinderen te krijgen.’
‘Dat heb je zeker. Ik denk aan een strook langs de Wellingten Avenue. Ik heb de e-mails nog niet uitgewerkt, nog niet geturfd. Maar ik denk dat er genoeg liefhebbers zijn voor voetbal, tennis, boogschieten en een atletiekbaan.’
‘Dus je hebt nog geen toestemming?’
‘Ik heb geen toestemming gevraagd, ik heb eigenlijk alleen een wens geuit.’
‘Kom nou, dat is toch hetzelfde?’
‘Voor mij niet helemaal. Het is de eerste keer dat ik wat vraag. Ik tel de eerste keer dat ik om een strook grond vroeg niet mee, toen was er al besloten dat er gebouwd zou worden, ergens.’
‘Je vraagt het nu toch weer niet voor jezelf?’
‘Nee, dat is zo. Maar het voelt een beetje zo. Er is al zoveel door Mark voor het dorp gedaan. Hij had ook iedereen aan zijn lot over kunnen laten, zijn gemak er van nemen. Ik weet dat het op de lange duur rendabel is, maar er is veel geld in gestoken. En het mocht erg lux.’
‘Ja, omdat je zo veel korting kreeg. Wat denk je?’
‘Ik heb geen idee. Ik moest het eerst uitwerken. Mark keek neutraal. En de kinderen natuurlijk verbaasd, om de manier waarop het ging. Alsof het om een krop sla gaat. Of een taart.’
‘Voor jou vast wel. Je krijgt het vast voor elkaar. Zeg eh wil je nog antwoord geven op mijn vraag naar je eigen grut?’
‘Ik was het ook niet vergeten, hoor. Ook niet dat je mij als eerste, na John natuurlijk, vertelde dat je overtijd was. Ik hoop het over niet al te lange tijd jou als eerste te vertellen. Ik maak de strip met pillen af, daarna stop ik ermee.’
‘Fijn, Tamara. Pas besloten?’
‘Ja. We wilden eerst een tijd met z’n tweeën zijn, we zijn nog jong genoeg. En allebei ons inwerken in onze nieuwe baan. Toen nog wat wachten tot er rustige tijden aanbraken, ik zat met mijn gedachten toch veel bij de nieuwbouw en zo. Net toen ik dacht dat het erg rustig werd, nieuwbouw af, camping af, de renovaties goed op gang, overleed Simone. Dan denk je niet aan eigen kinderen, die van haar en Mark waren even belangrijker, om die het hier naar de zin te laten krijgen. En op Mark passen, natuurlijk. Dat ging beter en sneller dan ik verwacht had. En we zien nu natuurlijk vaker kleine kinderen, je weet dat ik daar een beetje problemen mee had, dan ging het kriebelen. We beginnen er nu ook aan om ze niet te veel in leeftijd met de kleinkinderen te laten verschillen. Ze zouden met ze in de tuin kunnen spelen. En met die van jullie, hier en in het zwembad in de Manor. En mogelijk met die van Francis en Ian.’
‘Iedereen maakt zijn eigen afwegingen, Tamara, maar ik vind die van jullie prima. Al heb ik er niets mee te maken.’
‘Ach, onder hele goede vrienden, hè?’
‘Ja, dat mag je wel zeggen, als je ziet hoe open en bloot we met elkaar omgaan.’
‘Ja. Ik zal proberen jullie het als eersten te vertellen, als het zover is. Ik had me niet aan Simone kunnen vertonen, die had onmiddellijk gezien dat er wat met me aan de hand was.’
‘Ja, vast. Tamara, ik zal je er niet naar vragen, maar vast ook al zien vóór je wat zegt. Omdat ik weet waar je mee bezig bent. Ik geniet in gedachten met je mee.’
‘Dat is fijn, Maureen. Ik heb al aardig wat af kunnen kijken. En gehoord. Hoe de kinderen opgevoed zijn. Hoe die met elkaar omgingen en gaan. En met hun kinderen. En wat van jullie en jullie kinderen meegemaakt. Jij zelfs in het zwembad met je dikke buik. Vroeger werd die zo lang mogelijk verstopt.’
‘Dat had ik vast ook gedaan als ik hier niet gekomen was. En alleen maar braaf in bed gevreeën. Zonder er veel bij te zeggen. Het is zo heerlijk, als we ‘s avonds heel laat een keer naar het meertje gaan. Als John vanaf de kluisjes met een stijve naast me loopt, langs andere stellen. Sommigen zeggen gedag, anderen, veel plezier. Of ze zeggen niets, als ze bezig zijn. Wat een paradijs. Dan gaan wij ook bezig. We zien het van anderen en zij van ons. Niks stiekem, iedereen mag meegenieten van het zien van een gretige gleuf die graag open gaat als er zo’n mooie stijve ingeduwd wordt. Als hij en of zij dan gaat bewegen om hun lekkere spullen elkaar te laten strelen tot ze klaarkomen. Zonder zich in te houden, gewoon zuchten, hijgen, kreunen. Dat horen we om ons heen ook. En vaak, ja, kom, verder, dieper, laat me komen, spuit me vol.’
‘Nou, nou.’
‘Lekker, hè? De jongens hoor je niet zo veel praten. Ééntje wel, die zegt hardop wat hij doet. Ja, beentjes van elkaar, meid. Daar kom ik. Oh, meid, wat glijdt het lekker je kutje in. Enzovoorts. Sorry. Ik ga er ook overdag naar toe, met de kinderen, ‘s morgens of ‘s middags. De kinderen zijn toch nog te jong om in de gaten te hebben wat de jeugd doet. Eentje kwam het de eerste keer wel vragen. Heel netjes. Als Crystal het door gaat krijgen houd ik het wel bij ‘s morgens en ‘s woensdagsmiddags.’
‘Prima. Is het moeilijk op oppas te krijgen, als jullie ‘s avonds gaan?’
‘Als we het van tevoren weten hangen we een briefje op de receptie. Dat doen er meer. Anders gaan we de caravans af, ver hoeven we nooit te gaan om iemand te vinden. Zeker niet als we zeggen wat we willen gaan doen. Soms willen ze mee, dan moeten we even doorzoeken.’
‘Willen ze mee?’
‘Ja, dan durfden ze eerder niet, maar met ons in de buurt het wel eens proberen. We praten dan meestal eerst even, leggen uit wat er mogelijk is. Heel laat eigenlijk alles, zowel op de kant als in het water. We doen het meestal voor. Daarna vraag ik dan of ik aan zijn stijve en ballen mag voelen. Zij wil het dan ook wel even bij John. Nou, dan moeten ze ons wel nadoen, hij staat gelijk op knappen en zij wil opgevuld worden. We houden het altijd wel bij onze eigen partner.’
‘Tja, in het paradijs waren ze maar met z’n tweeën. Daarna is er van alles gebeurd, maar het is het mooiste als we hier niet verder gaan. Komen er ook geen moeilijkheden of ruzies.’
‘De jeugd heeft ook nooit ruzie. Ik heb een keer gevraagd hoe ze het vonden, in het algemeen. Eerst aan een meisje. Die zei, je kan hier beter kennismaken dan in het dorpshuis. Daar is het wat donker en rumoerig. Als je daar met een jongen naar buiten ging werd er meestal niet veel meer gepraat. Hier kan je, als je een jongen beter wilt leren kennen, naast hem zitten. Praten, rustig kijken. Als dat bevalt in het water een beetje aan elkaar zitten. Het is mij nog niet gebeurd, maar als je alles van elkaar prettig vindt, praten, kijken, voelen, kan het verkering en misschien meer worden. Anders, als hij toch een beetje lief is, is het wel lekker om zijn spullen te strelen en hem te laten lozen. Prettiger voor hem dan een natte droom. Als ik er zin in heb mogen ze mij ook laten komen, een lekker gevoel als ze het goed doen, en daarna ben ik een tijdje heerlijk ontspannen. Het is hier ook zo fijn veilig, met zo veel bij elkaar, al heb ik vroeger nooit gehoord dat jongens vervelend werden.’
‘Tja. Fijn. Op zoiets hoopten we. Heb je het ook aan een jongen gevraagd?’
‘Ja. Die vertelde ongeveer hetzelfde. Hij aarzelde eerst. Ik zei, je kan me alles vertellen, ik weet dat je in het water vast af en toe lekker loost, terwijl je een meisje vingert. Hij zei, niet tegelijk, dat zou je moeten weten. Tja, dat wist ik natuurlijk, ik zei het alleen maar om hem op gang te krijgen. Hij zei, het is heel lekker, maar niet de hoofdzaak, want dat duurt niet zo lang. Wel veel prettiger dan vroeger, dan kon je nooit helemaal uit de kleren. Ik zit daarna wel rustiger, natuurlijk. Je kan hier heel goed een meisje uitzoeken, genoeg licht en geen kleding in de weg. Maar zonder eerst genoeg gepraat te hebben kan er nog geen kusje af, laat staan wat meer. Als je goed met een meid op kan schieten laat ze je wel lozen, en mag je haar laten komen. Hoe dat gaat telt natuurlijk wel mee, maar ik heb er nog geen gevonden om langer mee om te gaan, om verkering te vragen. Er was steeds iets, wat haar of mij niet voor honderd procent beviel. Maar we zijn nog jong.’
‘Ze zijn nog serieuzer dan ik dacht. En ze genieten er duidelijk meer dan vroeger bij. Ik denk dat ik naar huis ga, ook genieten.’
‘Weet je nog wat ik je een keer vertelde? Dat die negen maanden speciaal waren, maar de tijd daarvoor ook?’
‘O. Ja. Primitief, wild. Kunnen denken, van deze lading word ik misschien zwanger. En andersom, met deze lading maak ik haar misschien zwanger. En zeggen, spuit me vol, niet alleen voor het lekkere, ook om te proberen een kindje te maken.’
‘Ja. Daarom is het niet zo erg als het een tijd niet lukt, Tamara. Daar moet je niet zenuwachtig van worden, maar genieten, het lukt vast wel.’
‘Dat zei Thomas ook al. En dat hij niet beter zijn best kon doen dan hij steeds al doet.’
‘Goed van hem. Ik heb zo genoten, een paar maanden om Crystal te maken en daarna bijna negen maanden zonder condoom. Voor Johnny weer, en daarna aan de pil. De tweede kon ik al tegen. Ik blijf je eeuwig dankbaar.’
‘Je was er zelf anders vast ook wel een keer achter gekomen. Één woord tegen de dokter was ook genoeg geweest.’
‘Ja, maar dat had nog lang kunnen duren, voor ik hier kwam was ik niet zo openhartig, ook niet tegen dokters. Nou, ga maar gauw. Veel plezier.’


‘We hebben weer moeten lachen om je laatste krantje, Tamara. Onder andere over oudere jeugd en niet-meer-jeugd. Niet-meer-jeugd, waar haal je het vandaan.’
‘Uit mijn duim, Mike. Ik gebruik liever het woord ouderen niet.’
‘Nee, dat is ook rekbaar.’
‘Ook?’
‘Wat? Ja, ook, gelukkig. Precies passend. Voor één van zes jaar is twaalf jaar oud, voor twaalf achttien, enzovoort. Hoe oud zijn de oudsten, denk je?’
‘Volgens John en Maureen in de zestig. Voor nog ouderen is het misschien te ver lopen.’
‘Ga je daar nog wat aan doen?’
‘Nee, als ze niet meer van de parkeerplaats naar het meertje kunnen lopen zullen ze verder ook niet zo veel meer kunnen. Zonnen kunnen ze in hun achtertuin.’
‘Was het niet beter geweest om het meertje vóór de camping aan te leggen? Dan hoefde de jeugd niet over de camping.’
‘Nee, dan zouden de campinggasten langs het meertje moeten. Ik wilde de camping niet als naaktcamping of naturistencamping bekend laten worden, maar als gezinscamping. Als ze er zijn zien ze maar wat ze doen, ze hoeven niets, ook niets te zien. Een aparte oplossing of een eigen toegangsweg zou onnodig veel ruimte in beslag nemen. Ik verwachtte, en dat is ook uitgekomen, dat de jeugd heel rustig achter de caravans langs zou lopen of fietsen.’
‘Wat je al niet bedenkt.’
‘Ja, als me wat gevraagd wordt, of als ik zelf wat bedenk, probeer ik het van alle kanten te bekijken. Het is veel vaker dan je in eerste instantie denkt mogelijk om een oplossing te vinden. Nooit te gauw opgeven.’
‘Nee, maar jij denkt wel erg ver door.’
‘Je weet, ik heb er de tijd voor. Soms speelt toeval een rol. Zoals gisteren. Ik fietste van de camping over de Wellingten Avenue naar huis. Aan het eind van de Avenue, toen ik linksaf moest slaan, zag ik Francis het bos uit komen fietsen. Ik ben gestopt en heb haar aangehouden. Ik was pissig, ik wist niet dat daar een paadje was. Ja, zei Francis, het komt uit bij de garage. Maar het is nog smaller en hobbeliger dan dat langs de weg. Het is alleen bruikbaar als het lang droog geweest is, anders is het ook nog te modderig. Vroeger gebruikte ik het zelden, sinds ik op de Avenue woon zo vaak mogelijk. Toen aarzelde ze, dus vroeg ik, zou je een betonpaadje willen? Natuurlijk. Dus, Mark, mag ik daar ook een pad regelen?’
‘Wat? Nog een strook grond?’
Ze grinnikten allemaal.
‘Geen landbouwgrond. Er kan nog wel twee meter van het bos af. Francis is vast niet de enige die het gebruikt, ik hoef daar onder het personeel niet naar te vragen. Voor Maureen en John zou het ook iets korter zijn om te wandelen of fietsen. Peter zou het waarschijnlijk gelijk met het andere pad kunnen doen, dat is goedkoper dan hem er apart voor te laten komen.'
‘Ja, al goed. Regel het maar.’
‘Dank je wel, Mark. Ik heb veel mail over het buitensporten gehad. Bijna alles voorbeeldig compleet. Dus kon ik turven. Voetballiefhebbers genoeg voor een club. Even mijn spiekbriefje pakken.’
Ze haalde een briefje uit haar tas.
‘Atletiek. Er is vraag naar een atletiekbaan. Om te trimmen en voor de basisschool om hardloopwedstrijden en zo te houden. Er zijn liefhebbers voor boogschieten, net genoeg voor een clubje, denk ik. Voor tennissen ook. Voor andere sporten zijn er per stuk niet meer dan een stuk of tien. Pech voor ze, dat is te weinig. Ik heb toch wat gemist. Er zijn een paar boemeranggooiers. En vliegeren werd genoemd.’
‘Dus?’
‘Dus is er vraag naar tennisbanen, voetbalvelden en een atletiekbaan. Een atletiekbaan kan om de voetbalvelden.’
‘En die handboogschutters, boemeranggooiers en vliegeroplaters?’
‘Die kunnen, als er niet gevoetbald wordt natuurlijk, over die velden schieten, gooien en rennen. Lang genoeg.’
‘Hoe lang?’
‘Ik heb het opgezocht, ik heb geeneens een bureau ingeschakeld om iets te doen, het was simpel genoeg voor mij. Er is een advies voor voetbalvelden, minimale en maximale maten. Het minimum is negentig bij vijfenveertig meter. De lengte gaat wel, maar het is erg smal, eigenlijk voor een oefenveldje. Er is een eis van de voetbalbond om aan de nationale competitie mee te mogen doen. En er is internationale eis. Je weet maar nooit hoever een clubje komt, ik heb ongeveer het midden van de internationale eis gepakt. Scheel niet veel met de nationale, trouwens. Honderdvijf bij zeventig meter.’
‘De lengte van de Avenue is vijfhonderdtien meter, hè? Daar kunnen makkelijk vier velden op.’
‘Ja, maar ik stel er drie voor, ik vertel zo waarom. Ik heb zitten puzzelen om alles bij elkaar zo min mogelijk plaats in te laten nemen. Ik kom op vanaf de kant van de weg naar de camping eerst een parkeerterrein met daaraan een opslaggebouwtje. Dan twee tennisbanen, in de breedte. Dan drie voetbalvelden met een atletiekbaan eromheen. In de lengte gaat dat makkelijk, het probleem is de breedte. Zeventig meter voor een voetbalveld, plus genoeg ruimte voor publiek langs de zijlijn, plus twee keer een atletiekbaan, wordt een kleine honderd meter. Twee tennisbanen in de breedte zijn tachtig meter, dan blijft er aan iedere kant tien meter over om naar de atletiekbaan en de voetbalvelden te gaan. Ik kan niets smallers verzinnen. Honderd meter lijkt misschien niet veel, maar de hele Avenue met de huizen is maar vijftig meter breed.’
‘Als het clubje internationaal gaat spelen moet het nog breder, dan moeten er tribunes langs.’
‘Nou, zover zal het vast niet komen.’
‘Je weet maar nooit. Dan zouden we klem komen te zitten, Tamara.’
‘Vang me maar weer met m’n eigen woorden. Mislukt, deze keer. Zolang er landbouwgrond naast blijft komen we niet in de klem. Ik dacht voor de atletiekbaan ook aan gras. Dan kan alles opgeschoven worden.’
‘Opgeschoven? Nee. Eerst, een atletiekbaan van gras? Is dat normaal geen gravel?’
‘Ja, maar dat is duurder en vereist te veel onderhoud. Over dat opschuiven. Voetbalvelden zet je af met kalklijnen. Als je de ruimte hebt kan je die verplaatsen als er op bepaalde plekken slijtage optreedt. Dat zou met drie velden goed kunnen, omdat er plek is voor bijna vijf. Met een atletiekbaan ook, als er ruimte genoeg is naast de voetbalvelden. Met honderd meter is dat er.’
‘Hoe heb je dat verzonnen, dat verplaatsen?’
‘Als de plaatsen voor tenten niet allemaal verhuurd zijn houdt John steeds een andere plek een tijdje leeg, om het gras bij te laten komen. Bij het meertje gaat het vanzelf, niemand ligt graag op een kale plek.’
‘Het zou dus allemaal gras worden. Kan John dat maaien?’
‘Dat zou hem te veel tijd kosten, vijfhonderd bij honderd is ongeveer net zo groot als de camping en het meertje bij elkaar. Hij maait daar tussen de bedrijven door, voor de sportvelden zou hij lang van de camping af zijn. Het kan veel beter uitbesteed worden. Zo’n firma komt met een grote maaier en is zo klaar, dat stoort dan de sporters niet zo lang. Ik heb de prijzen overal van. Van Peter voor het vlakschuiven en afrasteren, voor een parkeerplaats en een gebouwtje. Van de tuinman voor gras aanbrengen. Van het maaien en van zo’n machientje om kalklijnen te trekken. En van de aanleg van twee tennisbanen. Wat ik natuurlijk nog niet weet is wat de grond op moet brengen. Alsjeblieft.’
Ze legde een lijstje op het bureau van Mark. Die bekeek het.
‘Meer niet?’
‘O. Nee, Peter vond het weer leuk. En de tuinman doet het ook graag, die heeft ook kinderen. Het maaien viel me wat tegen, dat kreeg ik niet goedkoper. Ik had niet veel keus tussen firma’s, en die hebben kennelijk afspraken. En geen familie in het dorp.’
‘Tja. Moet er een beheerder komen? Of zou John het er bij kunnen doen?’
‘Voor John is het te lastig, een andere beheerder zou te weinig te doen hebben. Ik denk dat de clubs genoeg vrijwilligers kunnen regelen. Mark, die leden moeten contributie betalen. Als ze aan een competitie mee willen doen moet er ook een bedrag naar de nationale bond. Ze hebben ook onkosten, voetbalshirts, broekjes, schoenen, bogen, doelen. Ik weet dat ik hartstikke brutaal ben, maar zou je nog wat kunnen doen? Weer de grond weggeven? En of de huur iets verhogen? Per pond per huis per maand vang je dan zeshonderd pond per maand.’
‘Je blijft een schatje, om het zo goed voor je dorpsgenoten te willen regelen.’
‘Het zijn ook jouw dorpsgenoten. Het dorp is van jou.’
‘Bijna helemaal. We hebben laatst nog een koophuis overgenomen, de eigenaar had uitgerekend dat hij op de lange duur met huren goedkoper uit zou zijn, omdat hij lang niet zo veel korting als jij krijgt op het onderhoud. Zou best kunnen. Er is nog één koophuis. De beheerder is een praatje met hem gaan maken. Niet omdat we dat huis perse willen hebben, maar de eigenaar zou misschien onnodig duur uit zijn. Maar die eigenaar interesseert de kosten niet, hij vindt het veel te leuk om, afgezien van ons, de enige in Wellingtenshire te zijn die in een eigen huis zit. Nou, ik vind het eigenlijk ook wel leuk.’
‘Ja. Ga je de kosten eens bekijken?’
‘Ik weet die van de grond al, per vierkante meter, ik heb ook niet stilgezeten. De rest staat op je lijstje. En ik weet je smeekbede. Wat denken jullie ervan, jongelui?’
‘Het lijkt me voor het dorp geweldig. En voor ons. We hebben het erover gehad om als er tennisbanen kwamen te gaan tennissen.’
‘Dat kunnen jullie toch niet?’
‘Nee, maar we kunnen contact opnemen met de tennisclub om bepaalde uren in de week een tennisleraar te laten komen, als ze dat zelf niet verzinnen. Dat trekt vast nog meer leden aan.’
‘Goed bedacht, om aan een derde sport te gaan doen.’
‘Derde?’
‘Één, vrijen. Twee, paardrijden. Al heb ik over dat laatste nog niets gehoord.’
‘Ja, ja, over het eerste genoeg. Nee, aan paardrijden zijn we nog niet toegekomen. Paps, ik weet niet zo wat je mogelijkheden zijn. Ik denk, dat je ook op sportvelden een rendement van één procent moet maken.’
‘In principe wel, Mike. In mijn kwartaalverslag aan de familie zou ik moeten vermelden dat er een stuk landbouwgrond veranderd is in sportvelden. En hoe de verrekening gaat. Nogal een rompslomp. Ik vind het fijn dat jullie hier bij zijn, jongelui. Jullie zien hoe Tamara iets voor elkaar probeert te krijgen, ik zal jullie laten zien, als jullie het nog niet door hebben, dat ik meer kan dan alleen maar zeggen, regel het maar, Tamara. Zover is het nog niet, ik moet nog wat uitzoeken.’
Hij pakte de telefoon en koos een nummer.
‘John, met Mark. Kan je een half uurtje weg?’
‘Prima, je wordt zo gehaald.’
Hij koos nog een keer een nummer.
‘Met Wellingten. Zo spoedig mogelijk een auto naar de camping om John op te halen, ik heb hem hier nodig. Hij weet ervan, hij staat te wachten.’
Hij legde de telefoon neer.
‘Zo. Koffiedrinken, lui, tot hij er is.’
‘Ik eh hoop duidelijk gemaakt te hebben, dat hij niet veel aan die sportvelden zou kunnen doen.’
‘Tamara toch. Ik weet dat je spreekt zoals je schrijft, elk woord telt. Ik kan je vaak maar nét bijhouden. Je gebruikt nogal eens het woord ook, waardoor ik razendsnel moet denken wat dat inhoudt. En meer van die dingen.’
‘Nou ja. Ik ben pas bij John en Maureen geweest, ze hadden al geraden, door het krantje, dat ik graag sportvelden wilde. Ze wensten me succes, maar we zijn er niet dieper op ingegaan. We hebben het niet over het beheer gehad.’
‘Mooi, dan weet hij al iets. Ik heb heel goed begrepen dat hij niet veel aan die sportvelden zou kunnen doen. Maar wacht maar af. Ik beloof niets, maar het ziet er goed uit. Je hebt goed werk verricht, met alles weer zo goed uit te zoeken. De rest is nu aan mij. Laten we het even over de kleinkinderen hebben.’
Ze praatten er over, tot een kwartiertje later John binnenkwam.
‘Ga zitten, John. Je hebt van Tamara gehoord dat ze sportvelden wil?’
‘Ja, voor ons was haar vraag in het krantje duidelijk genoeg. Op een strook grond langs de Wellingten Avenue, vertelde ze. Meer weet ik niet. Ze had alleen een wens geuit, zei ze, niets gevraagd. Ze mocht het wel uitzoeken.’
‘Ja, ja, een wens. Dat uitzoeken heeft ze al gedaan, meer dan volledig. We zitten het door te praten. Ze denkt aan een strook van honderd meter breed. Met, vanaf de kant van de toegangsweg naar de camping, een parkeerterrein, een gebouwtje voor opslag en twee tennisbanen. Langs de rand van de rest een atletiekbaan, daarbinnen drie voetbalvelden. Waarop ook boogschutters terechtkunnen, als er niet gevoetbald wordt.’
‘Lux, voor zo’n klein dorp.’
‘Je weet het, ze kan zo veel korting regelen dat alles lux kan. Ze denkt, dat een tennis-, een voetbal- en een boogschietclub genoeg vrijwilligers kunnen regelen om een beheerder overbodig te maken, die zou te weinig te doen hebben ook. Ze denkt aan overal gras, en aan een machientje om kalklijnen mee te trekken om de velden en de atletiekbaan uit te zetten. Ze heeft van jou opgestoken, doordat je steeds een andere plek voor een tent leeg laat, als je de kans krijgt, dat het zo mogelijk zou zijn om de lijnen te verplaatsen als er kale plekken zouden komen.’
‘Wat van mij opgestoken. Weer eens wat anders. Het klinkt goed.’
‘Ze heeft ook bedacht dat het maaien van het gras uitbesteed zou moeten worden. Het zou voor jou te veel werk zijn, ook te ver weg.’
‘Vijfhonderd bij honderd? Ja, daar zou ik inderdaad nogal moeite mee hebben.’
‘Ze heeft twee voorstellen om het voor de gebruikers goedkoop te houden, want die moeten hun sportspullen al betalen. Één, of ik de grond weg kan geven, net zoals voor de nieuwbouw. Die grondprijs viel in het niet tegen de huur van honderd huizen. Twee, om de huur van alle huizen iets te verhogen, om zo mijn één procent rendement over die sportvelden te halen.’
‘Eh, Mark, de gebruikers van het meertje betalen hun wegwerphanddoeken, verder niets. De grond niet, de aanleg niet en het onderhoud valt onder de camping. Die draait goed, het kan er makkelijk af.’
‘Je denkt goed mee. Dat heb je vast ook van Tamara opgestoken. Maar die heeft dat niet zo rechtstreeks onder mijn neus gewreven.’
‘Nou. Daar heb ik geeneens aan gedacht. Het meertje ging toen gelijk met de camping mee. Ik zag sportvelden als iets aparts.’
‘Ik heb er toen wel even aan gedacht, maar het er niet over gehad om toegang vragen. Dan zou daar constant iemand voor beschikbaar moeten zijn. En die zit dan met een hoop kleingeld. Daarom is het toen opgelost door het meertje onder de camping te laten vallen. Ik vond het ontzettend fijn dat je toen verzon om met creditcards te laten betalen. Hé, ik heb er nooit bij stilgestaan, maar ik heb nooit een post van je in de boeken gezien voor contant afgerekende huur, John.’
‘Dat komt ook niet voor. Het enige geld wat ik zie is van de handdoekenpot, want het gebruik van de fietsen en de kano’s is ook gratis. Zelf gebruiken we ook amper geld meer, de ene na de andere winkel in het dorp ging ook creditcards accepteren.’
‘Mooi. Heel mooi. Zou je af en toe kunnen kijken hoe het er gaat? Tamara zal dat ook wel doen, maar jij hebt inmiddels al meer verstand van gras. En haar een seintje geven als er niet op tijd gemaaid wordt?’
‘Ja, dat zou makkelijk kunnen.’
‘Goed. De rekeningen van de aanleg en van het maaien kunnen naar de beheerder van de huizen. Dan kunnen we verder doen wat we ook met het meertje doen, onder de camping laten vallen. Die levert toch al veel te veel op. Gratis gebruik van de sportvelden dus.’
‘Meen je dat?’
‘Natuurlijk. Is er iets op tegen?’
‘Op tegen? Nee, het zou schitterend zijn, Mark. En weer uniek. Gratis gebruik van het meertje, fietsen, kano’s, en ook nog sportvelden.’
‘Jongelui?’
‘Slim opgelost, paps. Op een paar rekeningen na geen enkele rompslomp. De camping levert een rendement van boven de tien procent, hè? Daar zijn de onkosten voor het meertje al vanaf. Die van die sportvelden zullen iets meer zijn, maar die zullen er ook makkelijk afkunnen. We weten dat jullie waarde hechten aan toezicht, dat gaat overal goed, dat zal daar ook wel lukken. De clubs natuurlijk voor hun eigen leden, om hun voorrechten te behouden. De anderen die er komen, de trimmers en de rest, die weten dat de hele even kant van de Avenue kan zien wat ze doen.’
‘Goed. Dank jullie allemaal wel. Tamara, regel het maar.’
Tamara stond op, liep, wat gehinderd door tranen in haar ogen, naar Mark, kuste hem, liep weer terug en ging weer zitten.
‘Wat mooi. Ik krijg er bijna een hartverlamming van.’
‘Waarom? Het is toch niet voor jezelf? Ik zie niet dat jij daar gaat sporten. Je fietst al veel, je komt bij het meertje, en hier in het zwembad en thuis doe je ook al genoeg.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Ja, dat is zo. Maar ik had niet verwacht dat het zou lukken. Ik vond het nogal veel gevraagd. Vooral toen ik er achterkwam dat die strook honderd meter breed zou moeten worden. Daar zou je twee nieuwe straten met huizen kunnen bouwen.’
‘Er is nu kennelijk meer vraag naar sportvelden dan naar huizen.’
‘Ja, er is vraag voor een halve straatkant, van mensen die in het dorp terug willen komen. Dat zien we wel na afloop van de renovaties, die lui wonen nu niet krap. Ze willen alleen terugkomen om dichter bij hun familie te zijn, en omdat ze daarvan horen hoe fijn het hier geworden is. En goedkoop. Oh, wat mooi.’
‘Ik heb je in tijden niet zo enthousiast gezien.’
‘Nee, maar alles hiervoor ging in stapjes. Nu in een week iets voor honderden mensen. Vertel je het Maureen, John? Kan ik weg, Mark?’
‘Natuurlijk, alles is besproken. Wil je een krantje maken of aan het regelen gaan?’
‘Eerst een krantje, het regelen hangt niet op een dag.’
‘Als je John terugbrengt kan je even met Maureen praten.’
‘Ja, fijn. Dank je wel, Mark. Tot ziens, allemaal. Kom mee, John.’
Mark en de kinderen keken ze grinnikend na.
‘Geen wonder, paps, dat je niet in Boston wilde komen wonen. Wat een meid. Oh, mams en jij hadden het van het begin af aan hier al naar jullie zin. Was ze toen ook al zo?’
‘Zo ongeveer wel, Mike. Waardoor we jullie minder misten dan wanneer zij en Thomas er niet geweest waren. En dan heb ik het er geeneens over dat we ze na hun huwelijk uitgenodigd hebben om te komen zwemmen. Het gemis van mijn lieve meisjes bloot zien werd toen ook minder, Tamara is net zo oud. Jong, bedoel ik. En met alles erop en eraan. Waar ik ook een beetje aan mocht komen. En Simone keek met genoegen naar Thomas, en ze speelde natuurlijk graag in het water met hem.’
‘Paps!’
‘Poe. Toen jullie hier twee jaar geleden waren en hoorden van zijn grote ballen konden jij en Aimee niet wachten tot jullie in het water waren maar grepen hem gelijk. En ook de paal van die stijve Engelsman.’
‘Ja, schuldig. Wanneer is het zwembad klaar?’
‘Als je je ongeduld niet kan bedwingen ga je maar naar het meertje.’
‘Jamie, als je net zo ongeduldig bent als ik kom je maar achter me aan.’
Jamie liep direct achter Silvia aan de deur uit.
‘Hoeveel voorsprong geven we ze, Mike?’
‘Liever geen.’
Mike en Aimee vertrokken ook, Mark ging grinnikend aan het werk.


‘Het is gelukt, Maureen, er komen sportvelden.’
‘Wat fijn voor je.’
‘Voor mij? Nee, voor het dorp.’
‘Ook. Maar jij hebt het bedacht, je wilde het zo graag.’
‘Ja. John heeft geweldig geholpen. Hij gaf misschien wel de doorslag.’
‘Oh? John? Hoe dan?’
‘Ik had Mark uitgelegd, de kinderen waren er ook bij, waar er vraag naar was. Wat er zou moeten komen, de afmetingen en zo. Op een strook van honderd meter breed. Je ziet alles wel in mijn krantje, dat ga ik zo maken. Iedereen moet het moois zo gauw mogelijk weten. Ik was van die honderd meter breed geschrokken, de Wellingten Avenue met de huizen is maar vijftig meter breed. Maar Mark knipperde geeneens met zijn ogen, dus ben ik verder gegaan. De kosten om het aan te leggen vielen mee. Alleen wat de grond moest kosten wist ik niet. Voor onderhoud moet er gemaaid worden, ik zei dat het te veel en te ver was om het John te laten doen. Toen vroeg Mark naar een beheerder. Ik zei, dat is voor John ook te lastig, en voor een aparte beheerder is er te weinig te doen, de clubs die er gebruik van zouden gaan maken zouden het wel met vrijwilligers doen. Toen ben ik erg brutaal geweest. Ik heb gevraagd of hij de grond weg kon geven, net zoals voor de nieuwbouw. Of om de huur van alle huizen iets te verhogen, dan zou het betaalbaar blijven. Al hoeft hij maar één procent rendement te halen, natuurlijk.’
‘Nou, vragen staat toch vrij, onder hele goede vrienden? Dat heb je zelf gezegd.’
‘Ja, maar dit ging weer over redelijk grote bedragen. Toen liet hij toch John halen.’
‘Ja, die chauffeur had haast.’
‘Mark had gezegd, zo spoedig mogelijk. Nou, dat proberen ze dan. Mark legde uit wat ik gevraagd had. Toen zei John, zo ongeveer, tja, Mark, het meertje, de grond, de aanleg, het onderhoud, valt allemaal onder de camping. Ze betalen alleen de wegwerphanddoeken, verder niets. Dat kan ook makkelijk, de camping levert genoeg op.’
‘Wat goed, John.’
‘Ja. Ik had daar geeneens aan gedacht. Ik zag de sportvelden als iets aparts. Maar Mark zag er wel iets in. Als John af en toe kon kijken of het gras er goed bij stond zouden de sportvelden ook onder de camping kunnen vallen. Dan was er ook geen rompslomp zoals toegang vragen. Zo was het bij het meertje ook gegaan. John vond het prima. Toen vroeg Mark of ik er iets op tegen had. Nee, natuurlijk niet. Toen vroeg hij het aan de kinderen. Mike zei zoiets als, wat is één procent rendement laten zitten als de camping toch boven de tien zit. Toen zei hij, regel het maar, Tamara. Ik moest bijna janken van blijdschap.’
‘Ja, dat was fijn voor je. Tjonge. Gratis gebruik van sportvelden. Dat vind je nergens, denk ik.’
‘Nee, maar zoiets als het meertje ook niet. Ik ga weer. Tot ziens.’
Tamara holde weg, naar haar auto.
‘Hoe kwam je op dat schitterende idee, John?’
‘Allereerst, ik weet niet of het zo schitterend was. Mark vertrok geen spier toen ik het zei. Het is heel goed mogelijk dat hij er zelf ook al aan gedacht had. Maar hij onderbreekt je nooit, geeft je altijd de kans om je verhaal te doen. Hij zal wel genoten hebben van de vragen van Tamara. Om die velden, en om het zo goedkoop mogelijk te houden. Dat ze alles zo goed uitgezocht had, alleen niet gedacht had dat het nog goedkoper kon. Tja, hij heeft natuurlijk meer overzicht, Tamara zit tot haar nek aan toe in de details. Ze wist alle afmetingen en prijzen. Ik zie af en toe de rekening voor de wegwerphanddoeken. Dan denk ik meestal, dat is het enige wat ze voor de pret betalen. De rest, de huur van de grond, de afschrijving van alles, mijn maaien van het gras en harken van het zand gaat allemaal op kosten van de camping. Daar kan het ook makkelijk af. Die sportvelden kennelijk ook.’
‘Ik heb ook zin om pret te maken. Omdat ik zo trots op je ben, dat je met zo’n slimme opmerking kwam. En dat ik zo blij ben dat misschien ook daardoor Tamara en het dorp sportvelden krijgen, zonder voor het gebruik te hoeven betalen. Ik wil met je gaan stoeien, bloot op bed. De kinderen slapen net, we hoeven geen haast te hebben. Heb je ook zin?’
‘Altijd, om met z’n tweeën bloot te spelen. Ik hang even het bordje pauze buiten op de deur en doe hem op slot. Maar pauze wordt het niet, we gaan lekker bewegen, hè?’
‘Ja, na een aanloop mag je lekker op en neer bewegen. Verder weet je het wel.’
Hij wist het.


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 3, nummer 4, weeknummer 7
Zie ook www.wellingten.co.uk

GROOT NIEUWS.

Maar ik kom eerst terug op het voorstel van vorige week om met jeugd van zes tot (en met) twaalf naar het meertje te komen.
Het bezoek van één of beide ouders met jeugd van zes tot (en met) twaalf is op gang gekomen. Fijn.

Nu het nieuws.
Op mijn vraag van vorige week is veel gereageerd. Afgezien van antwoorden op mijn vraag schreven jullie niets. Maar er zullen er wel geweest zijn die vermoedden waar ik op uit was. Tja, voorzichtiger kon ik het niet vragen. En ik wist ook niet of er een schijn van kans was dat ik met jullie antwoorden iets kon doen.
Maar het is gelukt.

ER KOMEN TENNISBANEN, SPORTVELDEN EN EEN ATLETIEKBAAN.

Ik heb aan de hand van jullie antwoorden geturfd.
Er zijn genoeg voetballiefhebbers om een club op te richten.
Ook zo voor boogschutters en tennissers.
Voor andere clubs zijn er per stuk niet meer dan tien liefhebbers. Pech voor ze, dat is te weinig.
Er is vraag naar een atletiekbaan. Om te trimmen en voor de basisschool om hardloopwedstrijden en zo te houden.
Ik heb toch wat gemist.
Er zijn een paar boemeranggooiers.
En vliegeren werd genoemd.

Aan de hand van bovenstaande ben ik aan het informeren gegaan. En heb ik overlegd met de familie Wellingten. Ja, de vier ‘kinderen’ beginnen mee te denken. Ook John heeft vruchtbaar meegedacht.
De uitkomst is, dat er langs de Wellington Avenue een strook van 100 meter breed komt om op te sporten.
(Het duurt nog even, er is nog geen opdracht de deur uit, ik wilde het nieuws zo snel mogelijk bekend maken)
Aan de kant van de toegangsweg naar de camping komt een parkeerterrein met daaraan een gebouwtje voor opslag. Daarachter, over de breedte, twee tennisbanen. Langs de rand van de rest een atletiekbaan, daarbinnen drie voetbalvelden.
Op die velden kunnen de boogschutters, de boemeranggooiers en de vliegeroplaters terecht, als er niet gevoetbald wordt. Op drie velden is er vast, na enig overleg over plaats en tijd, genoeg ruimte voor ze.

Ik zou zeggen, tennissers, voetballers en boogschutters, richt snel een club op. Zodra er een (voorlopig) bestuur is wil ik daarmee graag overleggen hoe een en ander, zoals het gebruik van de opslag, geregeld kan worden. Dat bestuur kan van mij ook de gegevens van de liefhebbers krijgen. Als die dat niet willen moeten ze me even een mailtje sturen. Na die verstrekking vernietig ik weer de persoonlijke gegevens.
Sporters moeten natuurlijk voor hun eigen sportuitrusting zorgen, de clubs zullen contributie moeten vragen voor de aanschaf en het onderhoud van gezamenlijk materiaal. (Doelpalen, iets om met pijlen op te schieten, enzovoort)

Wij hebben enkele verwachtingen c.q. verzoeken. (Het meeste kopieer ik uit een eerder krantje)
Willen jullie het gras heel en schoon houden? Dat zal best lukken, bij het meertje gaat het geweldig.
Er komt geen beheerder, die zou te weinig te doen hebben. De clubs kunnen vast genoeg vrijwilligers krijgen om het sporten te begeleiden, en voor de uitgave van sportmiddelen, b.v. voetballen, uit de opslag.
De clubs zijn natuurlijk verantwoordelijk voor de gedragingen van hun leden.
De anderen die er komen, trimmers, boemeranggooiers, vliegeroplaters, misschien nog meer, weet dat de hele even kant van de Avenue kan zien wat jullie doen. Vast een overbodige waarschuwing.
De beheerders van de familie Wellingten en ondergetekende behouden zich namens de familie het recht voor, wanneer zij daar zijn, om even de gang van zaken te bekijken of om mee te doen, (tennissen?), om op- of aanmerkingen te maken. Er wordt niet verwacht dat dat nodig zal zijn, er wordt vertrouwd op onderlinge controle, net als bij het meertje. Andersom nemen zij dan graag klachten of wensen in ontvangst.

Tot slot, weer enige uitleg over de financiën.
De familie Wellingten is wel goed, maar niet gek. Ze hebben al veel geïnvesteerd, voor de nieuwbouw, de renovaties, het meertje en de camping. En nu wéér een behoorlijk bedrag. (Voor een koekenbakker) Tot ons geluk hoeft alles maar een minimaal rendement op te leveren. En niet per onderdeel, het mag ook in groter verband. Ik leg het uit.

De nieuwbouw is op landbouwgrond gebouwd. Meneer en mevrouw (ere wie ere toekomt, zij het helaas postuum) vonden het onfatsoenlijk om woningbouwgrond te rekenen. (Dat is iets voor grondspeculanten, die hebben een ander geweten) Daardoor (en ja, ik weet het, ik heb overal veel korting kunnen krijgen) zouden de huren erg laag kunnen worden. Maar ze hadden ook besloten om de huur van de nieuwbouw gelijk te houden, per vierkante meter oppervlak, met die van de oude huizen. De kwaliteit zou toch ongeveer dezelfde worden. Daardoor zou met het overschot aan huur van de nieuwbouw de huur van de oude huizen verlaagd kunnen worden. De verwachtingen daarvoor zijn nog steeds ongewijzigd, lager dan nu. Ook voor de nieuwbouw. Met terugwerkende kracht. Ja, dat spaarpotje.

De camping is ook op landbouwgrond aangelegd. Op de aanleg en de aanschaf van de caravans heb ik ook veel korting kunnen krijgen. Ondanks dat we met huurprijzen tien procent onder de landelijke begonnen zijn, en dat voorlopig blijven doen, was het zeker dat we daar een hoog rendement op zouden halen. Dat is uitgekomen, ook door de goede zorgen van de familie Staples. (Sorry hoor, J&M) Bij het ontwerpen van de camping had meneer al bepaald dat alles boven de één procent rendement op één of andere manier ten goede van het dorp moest komen. Vandaar dat de toegang tot het opgeknapte meertje gratis kon worden. En de kano’s en de fietsen niet verhuurd, maar gratis ter beschikking gesteld worden, ook voor dorpsgenoten. En er nog een heg rondom gekomen is.

Tja, nu de tennisbanen, sportvelden en de atletiekbaan. Meneer heeft besloten dat de regelingen daarvoor hetzelfde worden als voor het meertje. Dus, afgezien van contributies voor een club:

GRATIS TOEGANG EN GEBRUIK VAN DE TENNISBANEN, DE SPORTVELDEN EN DE ATLETIEKBAAN.

Ja, dat kan ook nog af van de gunstige resultaten van de camping.
John controleert of het maaien tijdig geschiedt. Jullie vertellen hem maar hoe hoog het gras moet worden. (Hebben jullie voor bij het meertje ook gedaan)

Schitterend, hè, alles?

In het vorige krantje schreef ik, “Binnenkort wordt er, achter de bomen langs dat stuk weg, [van het dorp naar de poort van de Manor v.v.] een strook grond (van de Wellingtens) vrijgemaakt en een pad van twee meter breed aangelegd.”
Bij toeval kwam ik er achter (jullie zien, ik weet niet alles) dat er van het eind van de Wellingten Avenue naar de garage van de Manor v.v. ook een paadje loopt. Het is nog smaller, kronkeliger, hobbeliger en modderiger dan het paadje aan de andere kant van het bos, langs de weg. Ook daar komt een betonnen pad.
Het is bedoeld voor het personeel, maar mag natuurlijk door iedereen gebruikt worden.
De familie Wellingten rekent op de voortzetting van jullie nette gedrag om niet zonder toestemming het terrein van de Manor te betreden. Daar zijn de rondleidingen voor.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
E-mail     tamara@wellingten.co.uk
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *


 Week 8

‘Weer een keurige uitleg in je krantje, Tamara.’
‘Dank je. Het is altijd even puzzelen om niet te veel maar ook niet te weinig te vertellen. Ze zijn hartstikke blij in het dorp. Ik bracht, na de krantjes bij de boekwinkel gemaakt te hebben, de benodigde hoeveelheden op de fiets naar de bakkerij en toen naar de kapper. Op de terugweg moest ik lopen, de hele Hoofdstraat af, ik werd steeds tegengehouden, ze hadden het snel gelezen. Ik moest van iedereen hun dank aan jullie overbrengen. Ook van veel jeugd.’
‘Fijn. We hebben moeten grinniken om de manier waarop je iedereen bedankt om niet zonder toestemming op ons terrein te komen. Dat doen ze inderdaad niet.’
‘Daar ging ik vanuit, ik kon het nu mooi kwijt. Peter denkt weer binnen een paar weken te kunnen beginnen. Hij zal van tevoren bellen wanneer zijn personeel komt. Dan zet ik het in een krantje, dan kunnen de mensen die het de vorige keer gemist hebben het zien. Het wordt niet zo spectaculair, geen heen en weer scheurende vrachtwagens. Een bulldozer schuift vanaf het eind van de eerste zijstraat honderd meter het land in de grond glad, dan rechtsaf, vijfhonderdtien meter, tot aan de toegangsweg naar de camping. Dan zetten ze daar palen en draad. Ondertussen schuift de bulldozer de grond verder glad. Nee, er komen er twee. Ik heb natuurlijk met Peter gebeld. Er gaan twee bulldozers op een oplegger, er moet nu twee keer zo veel grond bewerkt worden. Hij zorgt ook voor de parkeerplaats en het gebouwtje. Dat krijgt trouwens, we hebben het er geeneens over gehad, de maten naar een advies van de voetbalbond en de boogschuttersbond opgeteld. Ongeveer twee keer zo groot als dat van de camping. Als het te klein wordt kan er aangebouwd worden. Peter wil het combineren met de aanleg van de twee paden, hij heeft weer fijn meegedacht. Op zijn advies heb ik contact opgenomen met de hovenier. Die gaat, met zijn personeel en zonodig wat jongens van de stallen en de garage, achter de eerste rij bomen langs de weg alle bomen in een strook van drie meter breed weghalen. En ook aan de andere kant van het bos. Ze gaan die bomen in stukken van vijf meter zagen, dan kunnen de vrachtwagens die met de palen en het draad voor om de sportvelden komen die meenemen. Peter verkoopt het hout en trekt het van de rekening af. Voor de paden schuift een bulldozer het daar glad, en ze zetten er paaltjes neer, twee meter uit elkaar. Die kennissen van Peter komen er weer planken tegen slaan, daarna laat Peter beton storten, een paar dagen later de planken en de paaltjes weghalen. Klaar.’
‘Peter is zijn gewicht in goud waard.’
‘Ja, Mark, maar dat krijgt hij niet. Wel een beloning.’
‘Gratis toegang tot het meertje?’
‘Jamie! Waar zit je steeds aan te denken? Nou, laat maar. Hij staat op de lijst van ideeënindieners, die worden later beloond, op één of andere manier. Niet met geld, dat zou een teruggeven van de korting die we van hem krijgen zijn. De tuinman gaat op zoek naar voldoende graszoden. Dat zal wel lukken, voor de camping en het meertje ging het ook. Het is nu ongeveer net zo veel. Toen is er ook geen gras gezaaid, het zou te lang zou duren voor het gebruikt kon worden.’
‘Routineklusje, hè?’
‘Het uitzoeken niet, de opdrachten geven wel. Zeker als Peter zo fijn helpt.’
‘Paps, Jamie en ik weten, als een soort beloning, een klusje voor hem, als er wat van de pachtinkomsten af kan.’
‘Van de pachtinkomsten? Tja, dat ligt natuurlijk aan de kosten van dat klusje.’
‘Eigenlijk is het een grote klus. Bij ons rondrijden in de Shire is het ons opgevallen dat het er bij één pachter zo netjes uitzag. Alle palen van de afrasteringen stonden kaarsrecht.’
‘Ik weet waar dat is, Mark. Die pachter heeft dat net voor je komst laten doen. Hij deed toen wel meer wat de pachtheer hoorde te doen, maar daar zat hij niet mee, hij verdiende genoeg. En als hij wat wilde moest het vlot, de pachtheer zou er vast geen haast van maken. Sinds de nieuwe pachtcontracten weet hij dat zijn nieuwe pachtheer wél haast maakt als er iets moet gebeuren.’
‘Die pachtheer weet dat meestal pas als hij de rekeningen nakijkt, Tamara. Die haast heeft zijn troubleshooter. Ga door, Mike.’
‘Die troubleshooter snapt vast wat de klus is. Ongeveer de helft van de afrasteringen die we gezien hebben is aan opknappen toe.’
‘Tamara?’
‘Tja, ik heb niet gezien dat het zo erg was. Peter zal het vast als tussendoor-klussen kunnen doen, dat zou een mooie beloning zijn. Om de hele Shire te controleren en waarnodig de afrasteringen te vernieuwen zal maanden duren, maar dat kan best. Dan kan hij tegelijkertijd de bermen wat vlak schuiven, die zijn nogal verwilderd. Zal ik Peter om een offerte vragen?’
‘Ja. En geef hem de opdracht als je die redelijk lijkt, na overleg met de beheerder van de landerijen.’
‘Doe ik.’
‘Tjonge, dat is weer vlot geregeld.’
‘Zo gaat dat, Mike. Goede ideeën zijn snel uit te werken. Het enige wat ik er nog aan moet doen is een praatje met Peter houden, dan met de beheerder, dan weer met Peter. Bij elkaar nog geen uur werk, denk ik. Verder heb ik zo goed als niets te doen. Ik kijk wat rond, maar bijna niemand heeft klachten of wensen. Nog even, Mark, dan kunnen we beginnen om de familiegeschiedenis in de computer te zetten. Je kan wel wat werk afstoten.’
‘Ja, dat komt al heel langzaam op gang. Als er vroeger een beheerder overleed moest zijn opvolger zich natuurlijk snel inwerken. Ik heb het rustig aan gedaan, in een maand of twee, en mijn vader bleef in de buurt. De jongelui kunnen er nog veel langer de tijd voor nemen. In principe hoeft er niet veel gedaan te worden, ik zou kunnen volstaan met blindelings handtekeningen zetten. Maar ik voel natuurlijk meer verantwoordelijkheid. Ik hoef me nergens veel in te verdiepen, maar het kan wel. En het is natuurlijk goed, dat de beheerders weten dat er een beetje op ze gelet wordt. En ik vind het leuk, omdat ik meestal weet hoe iets begint, om het gevolg in de boeken te zien. De afrekeningen van wat, waar, en door wie het gedaan is. Als Tamara het geregeld heeft staat het mooiste altijd bijna onderaan de rekening, korting zoveel procent. Bijna altijd tussen de twintig en de vijftig procent.’
‘Ik snap niet hoe ze het voor elkaar krijgt.’
‘Ik een beetje, Silvia. Jullie hebben al aardig wat over haar gehoord, ik vat het even samen. En vertel er wat bij, er schiet me wat te binnen, wat jullie niet weten.’
‘Moet dat nou?’
‘Ja, Tamara, je gaat ook met hun samenwerken, steeds meer.’
‘Nou, maar niet te veel vertellen.’
‘Nee, ik bewaar wat voor een andere keer. Wil je soms liever weg?’
‘Nee, liever niet. Ik zal kuchen als je overdrijft. Verder zal het wel kloppen.’
‘Waarschijnlijk wel, maar ik heb sommige dingen uit de tweede hand, al twijfel ik niet aan die eerste handen. Jongelui, ik zeg nu niet, ze was koekenbakker, maar ze zat ze in zaken, ze was bakker, een zelfstandige, zoals ze dat noemen. Afgezien van goed bakken, enzovoort, moet je ook een goede zakenman of -vrouw zijn, om het te redden. Daarbij helpt mensenkennis, inzicht wat de tegenpartij wil en kan. Ik heb haar al snel gevraagd of ze de mensen niet tegen haar in het harnas joeg, door zo veel korting vragen. Ze zei, nee, ik weet zo’n beetje hoeveel marge er op iets zit. Daar blijf ik onder, ze moeten een volgende keer weer graag willen leveren. En ik heb mijn uiterlijk een beetje mee, zei ze.’
‘Uche, uche.’
‘Nou, dat zei je zelf, ik liet dat, een beetje, geeneens weg. Ook in het begin vroeg ik haar om naar een boerderij te gaan, waar de pachters al eeuwenlang geen pachtcontract willen tekenen. Eerste klas pachters, dat was die boerderij met die nette afrastering, maar waarschijnlijk afstammelingen van de vrijbuiters in het dorp. Of zíj het eens wilde proberen. Simone ging mee en kwam half misselijk terug. Met een getekend pachtcontract. Ze deed verslag. Tamara had hem er stap voor stap ingeluisd. Zei wat er zou kunnen gebeuren, als hij niet tekende. Maar hij bleef lang dwarsliggen. Uiteindelijk zei hij, ik ben hier alleen met geweld weg te krijgen, en dat zal meneer niet willen. Nee, zei Tamara, maar dat hoeft ook niet. We zouden de weg naar de boerderij af kunnen sluiten, zogenaamd voor onderhoud, en al uw voorzieningen, water, elektriciteit, telefoon daar onderbreken. Dan zouden we na een tijdje met een paar lijkkisten komen voor u en uw vrouw. De volgende pachter tekent dan vast.’
‘Oei. Nogal heftig. Ja, vast te veel voor mams.’
‘Ja, dat was niet haar soort verzorging. Ze had wat in Tamara gezien en haar een beetje meegemaakt. Maar zó nog niet, zakelijk nogal hard. Normaal hoeft Tamara vast niet zover te gaan. Ik heb ook nog nooit een onvriendelijk woord over haar gehoord. Ook niet dat ze een keiharde zakenvrouw is. Ze is aangenomen om probleempjes op te lossen. Tja, omdat ze duizend pond rekent als een koekje, en een miljoen als een taart, heeft ze, nou, dat weten jullie wel, nogal veel kunnen regelen. Ik zal het daarbij laten. Maar vergeet niet, als er iets is, raadpleeg haar. Ze kan ontzettend veel. Goed. We zien wel, als we aan de familiegeschiedenis beginnen, hoe leuk het is, en hoe snel het zal gaan.’
‘Hebben jullie al enig idee hoe jullie te werk gaan?’
‘Ik een beetje. Ik heb al een voorstudie gepleegd.’
‘Welja. Zonder me iets te zeggen. Zien jullie hoe goed ze is?’
‘Nou. Ik heb eerst bedacht hoe zoiets ongeveer zou moeten. Een bladzij inscannen, dan een programma gebruiken om van die plaatjes tekst te maken. Dan met knippen en plakken wat er gebruikt kan worden in een database zetten. Ik heb een paar kantjes geprobeerd, maar ik ga David nog advies vragen. Als ik hem uitleg wat de bedoeling is kan hij advies geven over de indeling van een echte database. Tot nu toe houd ik alles bij in spreadsheets. Dat gaat prima, maar dat wordt daar te veel voor. Allemaal prutswerk, Mark, waar jij toch niet in geïnteresseerd bent. Dat komt bij het beslissen wat er de computer ingaat.’
‘Ja, Tamara.’
‘Maar ik heb nog geen idee hoe lang we er over doen.’
‘Dat maakt niet uit. We gaan het op ons gemak doen. Het gaat over eeuwen, eventueel gaan mijn opvolgers verder. Er kan ook nog wat tussendoor komen.’
‘Zoals?’
‘Nog een straat, na de renovaties.’
‘Routinewerk. Dat zal me niet veel tijd kosten.’
‘Verder zou ik het niet weten.’
‘Jawel, maar je durft het niet te zeggen.’
‘O. . . . Hoe weet je dat?’
‘Ik zie vast niet zo veel als Simone deed, maar ik heb van jou al aardig wat gezichtsuitdrukkingen gezien. Die was net hetzelfde als laatst bij Maureen. Die durfde me wél wat te vragen. Dat moest kunnen, vond ze, onder hele goede vrienden. Ik ga geen slapende honden wakker maken, ik kan het mis hebben. Maar zeg of vraag maar.’
‘Dank je wel. Je zou aan kinderen kunnen beginnen.’
‘Ja, logisch dat je dat denkt. Thomas en ik zijn ruim twee jaar getrouwd, jullie hebben langer gewacht, hè?’
‘Niet veel. De kinderen ook niet.’
‘Maureen en John hebben er langer over gedaan. Ik moet er niet aan denken dat ze jaren condooms moesten gebruiken. Behalve toen ze zwanger wilde worden en toen ze het was, zo lang het ging.’
‘Wat? Waarom?’
‘Ze kon niet tegen de pil, Silvia. Pas na Johnny is er één voor haar gevonden waar ze wél tegen kan. Thomas en ik hebben het een paar keer met condoom geprobeerd, nadat we het van hun gehoord hadden. Het verschil is niet wereldschokkend, maar het idee is niet prettig. Ingepakt, in plaats van bloot. En het weggooien, in plaats van te geven of te krijgen. Al vond Thomas het in het begin toch wat raar, om me iets te geven wat ik niet op kon ruimen. Al is het natuurlijk.’
‘Hoe is hij van dat idee afgekomen?’
‘Op een menselijke manier, in de natuur komt het niet voor, denk ik. Happen en slikken.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Dat is, vooral voor een jongen, natuurlijk veel prettiger dan het in een condoom spuiten, of ergens anders, onder de douche of buiten. Thomas heeft, zoals bekend, een grote productie. Ja, van sperma, maar zolang ik aan de pil was kon er geen kindje mee geproduceerd worden.’
‘Aan de pil wás?’
‘Ja, ik ben er mee gestopt. We willen aan kinderen beginnen.’
De meiden kwamen haar even kussen, ook de anderen feliciteerden haar.
‘Thomas zei, ik kan er niets speciaals of extra’s voor doen, maar we vonden het gisteren toch speciaal. Zoals Maureen een keer zei, primitief, wild, toen de ladingen van Thomas voor het eerst onderweg gingen om te proberen me zwanger te maken.’
‘Ik zie iedereen knikken. Aan de ene kant vonden Simone en ik het prettig dat we een tweeling kregen, een jongen en een meisje zelfs, aan de andere kant maakten we dat gevoel maar één keer mee. Dat primitief en wild klopt precies.’
‘Ik weet nog, dat Aimee iedereen vertelde dat ze overtijd was. Ik zei toen, voor de grap, afgelopen week was wat vermoeiend, mijn pauze van een paar dagen kwam maar niet. Tja, daarna een maand of acht helemaal niet.’
‘Arme jongen. Bedankt voor de tip, ik zal Thomas waarschuwen.’
‘Die lijkt me geen pauze nodig te hebben.’
‘Nee, die neemt hij ook liever niet. We vinden het niet zo erg, dan zien we hem weer eens spuiten.’
‘Zes keer op een dag?’
‘Nee, wat minder vaak. Genoeg om te zorgen dat hij niet overloopt.’
‘Arme jongen. Was er een bijzondere reden om er nu mee te beginnen?’
‘Nee, we doen hoofdzakelijk wat we afgesproken hadden, Aimee. Ons allebei inwerken, een tijd met ons tweeën blijven, dan een rustige tijd afwachten. Wat nu een beetje meespeelde, we willen niet te veel verschil in leeftijd tussen de kinderen die we nu vaak zien, mee gaan zwemmen en zo. De oudste, Emily, is nu ruim twee, de jongste, Johnny, ongeveer een half jaar. Er komen natuurlijk nog minstens negen maanden bij. Maar, waarschijnlijk, komen die van Francis en Ian na die van ons. Ik ga het ze niet vragen, zo lang zijn ze nog niet getrouwd. Maureen zal me trouwens wel voor zijn. Thomas en ik mikken op een jongen en een meisje, de volgorde maakt ons niet uit. Als dat met twee niet lukt zien we verder. Zoiets schijnt gebruikelijk te zijn. Ja, grinnik maar.’
‘Zo dachten wij ook. Het is ons gelukt, overkomen eigenlijk, we vonden het toen genoeg. Silvia en ik hebben ons best vermaakt met ons tweeën, en paps en mams natuurlijk. Nog beter, uiteraard, toen Aimee en Jamie erbij kwamen. Onze kinderen zijn al met z’n vieren, en wij met z’n vieren, druk genoeg.’
‘Ja. Het lijkt ons ook heel mooi om onze kinderen op te zien groeien zoals jullie deden en jullie kinderen doen. Kinderen, vooral meisjes, leuk aankleden heeft ook wel wat, maar bloot en vrij met elkaar omgaan is mooier.’
‘Daar hoef je geen kind voor te zijn.’
‘Nee, zeker niet.’
‘Ik moet denken aan hoe Simone mijn schoonvader vertelde dat ze in verwachting was. Ze nam een lange aanloop. Dat hij eigenlijk, als schoonvader van mij, niet rechtstreeks familie was, maar dat we dat wel zo voelden. Vond hij fijn, natuurlijk. Toen of hij nog familie had. Een paar verre neven. Toen, of hij kleinkinderen had willen hebben. Ja, maar het had niet zo mogen zijn. En pas toen zei ze, Mark en ik krijgen een kindje, we willen heel graag dat je daar de grootvader van wordt. Hij was erg ontroerd, zei, je had ook alleen kunnen zeggen, hé, je wordt opa.’
‘Wat mooi. Één kindje?’
‘Ja, het was voordat we wisten dat het een tweeling zou worden. Toen we dát vertelden kwam hij op het idee om ons vieren een zwembad cadeau te doen. Ik weet niet of jullie het in de gaten hebben, nadat ik tegen Tamara zei, je zou aan kinderen kunnen beginnen, heeft ze ook een lange aanloop genomen om het te vertellen. Ze zei niet alleen maar, ja, ik ben met de pil gestopt. Hoe het gesprek ook gelopen zou zijn, je wilde het zo wie zo uitgebreid vertellen, hè?’
‘Ja. Ik heb het Maureen en John al verteld, omdat Maureen mij het eerst vertelde dat hun tweede op komst was. Na John natuurlijk.’
‘Dank je wel, lief.’
‘Goed. Waarom?’
‘Ik mis Simone ontzettend, maar ik krijg niet veel tijd om te treuren. Jullie roepen steeds mooie herinneringen voor me op. Qua uiterlijk alleen Bianca een beetje, maar allemaal door jullie gedrag. Tamara, je waarschuwt me wel als je hulp nodig hebt, hè? Thuis of in het ziekenhuis.’
‘Ja. Dank je wel.’
‘Je gaat haar toch niet in het ziekenhuis helpen, paps? Of moet ze een keizersnede? Dan moet je wel eerst gaan oefenen, behalve tijdens het eten heb je al langer dan twee jaar vast geen mes aangeraakt.’
Ze grinnikten weer eens.
‘Gezien haar bouw heeft ze die zo goed als zeker niet nodig. Nee, ik ga haar niet rechtstreeks helpen. Alleen als er iets niet naar haar zin gaat. Ongeveer zoals bij Maureen.’
‘Wat?’
‘O, dat weten jullie natuurlijk niet. Maureen heeft een longcapaciteit van tachtig procent, ze moest altijd rustig aan doen. Dit wisten we toen we John aannamen, hij was daar erg eerlijk over. We hoopten dat de buitenlucht haar goed zou doen. Maar Tamara kwam er achter dat Maureen nooit goed onderzocht was en stuurde haar met spoed naar de huisarts. Zonder garantie dat er verbetering mogelijk was, maar je wist maar nooit. De huisarts was ook nijdig dat haar vroegere huisarts dat nooit had laten onderzoeken en stuurde haar door naar het ziekenhuis. Tamara heeft me toen gevraagd of ik zonodig kon helpen. Maar zodra ze weg was zei Simone, wacht er maar niet op, bel het ziekenhuis even. Maureen moet zo snel mogelijk alle onderzoeken krijgen die ze nodig heeft. Niet één per week, of zo, dan zou ze te lang in onzekerheid zitten. Ik heb een chirurg in het ziekenhuis gebeld en het kunnen regelen. Donderdags kwam Tamara er achter, vrijdags ging Maureen naar de huisarts en ‘s maandags naar het ziekenhuis. Daar kreeg ze dezelfde dag alle benodigde onderzoeken, en na afloop gelijk medicijnen, in te nemen als ze te moe werd. Sinds die tijd kan ze alles weer.’
‘Ach, wat mooi.’
‘Ja. Ik was in die tijd net een bedankbrief naar Hare Majesteit aan het schrijven voor het aanbod om graaf en gravin te worden. Ik heb geschreven, dat we alles niet met z’n tweeën gedaan hadden, maar met z’n drieën. Of ze voor Tamara ook wat kon doen. Ik heb toen ook geschreven wat ze voor Maureen gedaan had, zonder haar naam te noemen. In de redenen voor haar MBE staat, dat ze zich ingespannen heeft op de gebieden huisvesting, gezondheid en vermaak. De huisvesting en het vermaak zijn natuurlijk de huizen, de camping en het meertje. Gezondheid gaat over wat ze voor Maureen heeft gedaan, daar kon niet openlijk over geschreven worden.’
‘Terecht. Nou, dat zal je niet erg gevonden hebben, hè, Tamara? Je schrijft zelf ook niet zo openlijk en je wilt niet bedankt worden.’
‘Nou, even kort is genoeg. Ik geniet al genoeg hoe alles gaat. Zeker met Maureen. Ze is vooral blij dat ze, als ze bovenop ligt, het eind kan halen. Voor die tijd was ze halverwege bekaf en moesten ze omrollen om John het af te laten maken.’
‘Ja, bovenop kunnen we doen wat wíj willen. Voor de afwisseling, we hebben niets te klagen, hè?’
‘Nee. Maureen klaagde niet. Ze vond dat veel mensen er slechter aan toe waren.’
‘Dat is natuurlijk zo, maar daarom hoeft zij niet door te modderen. Tamara zei net, pas na Johnny is er een pil voor Maureen gevonden waar ze wel tegen kan. Ze praatte wéér ergens overheen. Ze was er ook achtergekomen dat het vier jaar geleden was dat Maureen pillen geprobeerd had, en dat die nooit op het idee gekomen was dat de wetenschap doorging. En dat je je niet door een huisarts af moet laten schepen. Na Johnny was er in het ziekenhuis zo één gevonden waar ze wel tegen kon. Daar kwamen we pas later achter, toen had Tamara haar M B E al. Ze had steeds zo min mogelijk verteld.’
‘Geen wonder, dat Maureen zo blij kijkt als ze Tamara ziet. Voor het eerst in je leven alles kunnen doen, en steeds zonder condoom.’
‘Ja. Nog wat.’
‘Laat mij het maar vertellen, dan wordt er ten minste niet overdreven.’
‘Ik kan alleen maar vertellen hoe iets op mij overkomt.’
‘Nee, hoe je het onthield, nadat je er met Simone over gepraat had, dan werd het wat mooier. Goed. Ik begon op een gegeven moment te vermoeden dat Maureen meer deed dan, afgezien voor John en Crystal zorgen, John een beetje met zijn werk helpen. Dat was afgesproken, maar ze zou er niet voor betaald worden, tenzij John dat van zijn salaris wilde doen. Dat vonden ze al ruim. Ik heb ze ongemerkt voor hun uitgehoord. Maureen deed veel boekingen en zo en hielp bij het schoonmaken van de caravans. Het kwam neer op een halve werkweek. Dus heb ik Mark gevraagd om haar een contract voor een halve week aan te bieden. Dat vond ik zo horen, niet bijzonders. Mark kon weigeren, dat was nooit besproken. Maar Simone vond het ook wel zo eerlijk, dus ging Mark onmiddellijk akkoord. Daar waren John en Maureen ook ontzettend blij mee. Één van hun wensen was, dat hun kinderen het vanaf hun geboorte wat beter zouden krijgen dan zijzelf, dat gaat vast lukken. Met anderhalf keer een niet zo slecht salaris. Nou, wat een uitdrukking.’
‘Ze weet dat ze Tamara niet dagelijks hoeft te bedanken, ze zinspeelt er af en toe wel een beetje op. Dan zijn we allemaal blij.’
‘Wat mooi. Tamara toch. Nu we weten waarom het is kunnen we meegenieten.’
‘Jullie komst maakt alles nog mooier.’
‘Dank je wel. We vermaken ons uitstekend. Oh, gisterenmiddag ook. We hadden een afspraak met de kleedster gemaakt. Die vroeg ons om op een middag te komen, omdat er dan niet zo veel personeel wisselde. Gisterenmiddag dus. We vroegen wat ze had. Nou, we mochten kijken, maar nergens aankomen. Tjonge, rekken en kasten vol met bedrijfskleding, in veel maten. En twee kasten met rijkleding. Ze wilde met mij beginnen, dan Jamie, voor ons had ze vast wat passends. Voor de dames moest er misschien iets vermaakt worden. Ze pakte niets uit een kast maar nam mijn maten en noteerde die. Daarna pakte ze alles uit een kast wat ik nodig zou kunnen hebben. Jasje, broek, laarzen, cap, zelfs een rijzweepje. Toen ik me om wilde kleden wees ze me de paskamer. Ik zei, mevrouw, dat hokje is me te klein, ik kleed me liever hier op de ruimte om. Ik zie dat u een trouwring heeft en alle overige aanwezigen hebben me al vaak in ondergoed gezien. Bezwaren? Ze schudde haar hoofd. En bloosde een beetje. Alle kleding paste perfect. Dat zei ik dus ook. Ze was erg trots dat ze alles zo goed voor elkaar had. Als iedereen maar van de rekken en uit de kasten bleef, dan bleef alles schoon en netjes en op z’n plek. En, inderdaad, ook de rijkleding werd regelmatig gelucht en zo. Toen Jamie. Opmeten, en de kleding die ze daarna pakte paste hem ook perfect. Het zag er ook schitterend uit, ondanks de ouderdom. Toen vroeg ze, willen de dames in rok of in broek rijden? Toen die verbaasd keken legde ze het uit. Vroeger reden dames op een dameszadel, in een lange rok of jurk, met beide benen aan één kant. De koningin zou het nog doen, bij officiële gelegenheden. Toen er auto’s kwamen zijn er paarden weggegaan, maar geen zadels of kleding, dat was er allemaal nog. Nou, de dames wilden liever in een broek. Die waren er ook passend, er hoefde niets vermaakt te worden. Af en toe kwam er iemand van het personeel kleding ruilen. Ze gaven hun gebruikte kleding af, de kleedster gaf ze schone kleding, ze noteerde alles zorgvuldig. Wat we het mooist vonden, ze was zo serieus. En ze is goed, om oude kleding zo zorgvuldig te onderhouden.’
‘Tja, ik heb ooit kennis met haar gemaakt, maar meer niet. Ik draag ook geen bedrijfskleding. Simone is wel bij haar geweest, voor het vermaken van kleding. Jullie snappen wel, het decolleté. Ik zal toch eens een praatje met haar gaan maken, om haar te laten merken dat we haar goede zorgen waarderen. Op de bedrijfskleding is nooit iets aan te merken.’
‘Zijn de decolletés niet te hoog?’
‘Ach, de diensmeisjes hoeven niet te buigen, dus valt er toch weinig te zien. Wel veel mooie benen, de rokken of jurken, wat zijn het, zijn vast veel korter dan vroeger. De rest zie ik wel op mijn slaapkamer en in het zwembad. Omdat er hier zo veel ruimte is, niet alleen om dingen te bewaren maar ook om daarvoor personeel in dienst te hebben, is er altijd veel bewaard. Het zal vast niet mogen van de familie, maar ik heb wel eens gedacht om de stallen op te doeken en al het personeel daarvoor af te laten vloeien. Voor die paar ritjes per jaar kan ik beter een koets huren. Ik hoop dat jullie veel plezier aan het paardrijden gaan beleven. Nou, lunchtijd. Eet je met ons me, Tamara?’
‘Nee, ik ga naar huis.’
‘Lunchen?’
‘Ook. Zo goed als zeker met een aperitief en een toetje.’
‘Ongelofelijk, daar zit vast nog geen uur tussen.’
‘Nee, het toetje is ook kleiner dan het aperitief. Maar net zo lekker. Tot ziens.’
‘Nog even. Heb je die werklui beneden extra op gejaagd? Vanmiddag zijn ze klaar. Zaterdag mogen we er het eerst gebruik van maken. Kom je om een uur of twee? Met z’n allen het inwijden?’
‘Ik heb een paar keer gekeken, beneden, maar niets speciaals gezegd. Ik vond dat het snel genoeg ging, er waren er ook veel aan het werk. Zaterdagmiddag? Met de kleintjes?’
‘Ja, maar die gaan na een uurtje naar bed.’
‘Leuk. Natuurlijk komen we graag. Tot dan of eerder.’


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Het Wellingten Nieuws
Jaargang 3, nummer 5, weeknummer 8
Zie ook www.wellingten.co.uk

Een beetje nieuws.

De opdrachten voor de aanleg van de sportvelden zijn verstrekt.

Peter, van de grondverzet- en afrasteringfirma, zal me vroegtijdig bellen wanneer zijn personeel komt. Dan zet ik het in een krantje, dan kunnen jullie gaan kijken. Ik kan het natuurlijk weer niet laten om te zeggen dat jullie vast niet in de weg gaan staan of lopen.
Eerst wordt de benodigde grond gladgeschoven en afgerasterd. Peter zorgt, net zoals hij het voor de camping gedaan heeft, voor de parkeerplaats, het gebouwtje en de aansluitingen op de elektriciteit, enzovoort. Het gebouwtje wordt, naar een advies van de voetbalbond en de boogschuttersbond, de som van hun grootste adviezen samen. Dus waarschijnlijk een beetje op de groei. (Groei? Ja, de nieuwbouw veroorzaakt een beetje toename van het aantal kinderen)
De aanleg van de tennisbanen wordt door een daarop gespecialiseerde firma gedaan.
De tuinman gaat voor de sportvelden graszoden leggen. Bij het meertje is dat ook gedaan; als er gras gezaaid zou worden zou het te lang zou duren voor het gebruikt kon worden.

Peter gaat het werk combineren met de aanleg van de twee paden van het dorp naar de Manor v.v.
De hovenier begint zo spoedig mogelijk met het weghalen van de bomen die op de beoogde plekken staan. Peter zorgt daarna voor het egaliseren en het aanbrengen van betonnen paden.

Ik ben al benaderd door mogelijke bestuursleden van een tennis-, een voetbal- en een boogschuttersclub. Ze zijn heel blij dat ze geen huur hoeven te betalen, waardoor de contributie laag kan blijven.
Ik heb ze alle details verteld, dat is wat meer dan ik jullie verteld heb, maar voor de meeste van jullie niet interessant.
Ik heb geen bezwaren ontvangen voor het overdragen van jullie gegevens, dus die hebben ze ook. Ik niet meer. (Delete, weg. Ja, ook uit de prullenbak nog een keer. Voldoende, lijkt me. Anders hoor ik het wel van David) Jullie zullen wel benaderd worden om lid te worden. Anders horen jullie wel wanneer de oprichtingsvergaderingen zijn en kunnen jullie je dan alsnog opgeven.
Ik zal in het kantje aankondigen wanneer er van de sportvelden gebruik gemaakt kan worden. Ik wacht daarvoor het advies van de tuinman af.

Bericht voor de pachters.
Niet alleen het dorp wordt opgeknapt. In de komende maanden worden de afrasteringen in de hele Wellingtenshire gecontroleerd en waar nodig vernieuwd. Tegelijkertijd worden de verwaarloosde bermen opgeknapt, d.w.z. geëgaliseerd.
Het idee hiervoor is aangedragen door Mike en Jamie. Helaas voor hun zijn de Wellingtens, en aangetrouwden, uitgesloten van opname in de beloningslijst voor ideeën.
De opdracht is verstrekt aan Peter, van de grondverzet- en afrasteringfirma.
Deze opknapbeurt wordt, zoals dat hoort, betaald uit de pachtopbrengst en veroorzaakt natuurlijk geen verhoging van de pacht.

Tamara

Telefoon thuis [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
Mobiele telefoon [om privacyredenen door de schrijver weggelaten]
E-mail     tamara@wellingten.co.uk
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

 Week 9

Mark, Tamara, Thomas, Francis, Ian, Maureen en John kwamen bijna gelijktijdig het zwembad binnen, na zich in het voormalige kantoor van Thomas uitgekleed te hebben. Ze keken rond, namen een drankje en gingen op de stretchers zitten.
‘Schitterend, hè, Mark? Alleen had het wel wat om hier in badjas aan te komen. Het voelde, als je die uitdeed, een beetje als een onthulling.’
‘Niet iedereen was even snel, Tamara, bij hun eerste keer.’
‘Ik weet wat je bedoelt. Ja, Thomas was het traagst. Hij durfde amper naar zich te laten kijken. We waren, op advies van Simone, net voor onze komst naar bed geweest, maar hij was toch zo stijf als een plank. Hij redde het maar net toen Simone even aan zijn ballen zat. Hij wende wat langzaam aan kijken en bekeken worden. Tja, wij hadden het minst ervaring, jij en Simone waren lang getrouwd en hadden jullie kinderen op zien groeien.’
‘Nooit wat gezien of gedaan, toen vier weken geoefend en een paar weken na jullie trouwen Simone en mij zien, enzovoort, hè?’
‘Ja. We wisten niet of we er een beetje normaal uitzagen. Dat viel mee, uiteindelijk had Thomas net zo’n kleine en grote als jij, Simone had natuurlijk wel meer dan ik. Ik weet nog hoe verbaasd we waren dat Thomas abnormaal grote ballen bleek te hebben. We wisten het niet, het is ook niet zichtbaar. Maar Simone voelde het direct. Toen heb ik ze natuurlijk vergeleken met die van jou. Tja, jullie weten het inmiddels ook. Toen wisten we pas waardoor hij meer dan een keer of drie per dag kon lozen. Al waren we daar natuurlijk niet zo nieuwsgierig naar, we genoten er heel veel van, dat was het belangrijkste. Nog.’
‘Ja, ja. Wrijf het er maar weer in.’
‘Nou, we moeten nog inhalen.’
‘Dat heb je vast iedereen al, behalve Mark. En een niet in te halen voorsprong op ons.’
‘Tja. Ik herinner me, Francis, dat je een keer gezegd hebt, als het gekund had en jullie hadden het goed gevonden, had ik wel de tweede vrouw van Thomas willen worden.’
‘Nee, dat zei hij zelf. Nou ja, ik was niet op het idee gekomen. Ik wist altijd al dat ik zijn tweede liefje was, méér zat er niet in. Ondanks een paar pogingen van me, voor de zekerheid. Het had best gekund, we kunnen goed met elkaar opschieten. En wij ieder een keer of drie per dag een heerlijke beurt is niet slecht. Maar ik heb het nu toch beter. Een hele fijne vent, met ook iets bijzonders.’
‘Ja, zelfs zichtbaar. Mag ik er nog een keer aanzitten, Ian, in het water, nadat de kleinkinderen weg zijn?’
‘Ja hoor. Als je maar niet melkt, zoals die meid bij het meertje.’
‘Nee, alleen lekker voelen.’
De vier kinderen met de vier kleinkinderen binnen kwamen. Emily en Richard renden even rond en kwamen toen bij de groten. Emily liep langzaam naar Ian, stopte voor hem en keek naar zijn lange. Na even keek ze hem vragend aan. Ian haalde glimlachend zijn schouders op. Emily deed hem na en liep naar Richard, die de tuin in was gegaan. De groten lachten.
‘Dat had ze snel in de gaten.’
‘Erfelijk, Silvia?’
‘Misschien. Ze vond het kennelijk opmerkelijk, maar geen wereldwonder.’
‘Dat is het ook niet. Wel lekker, maar niet voor haar leeftijd.’
‘Ze zal later niet zo verbaasd als wij zijn over verschil in lengten. Ben je inmiddels al vaker gepakt, bij het meertje?’
‘Nee, gelukkig niet. Ik hoop dat ze het bij één keer in het jaar houden. En dat die boerenmeid van me afblijft. Ik had thuis nog een tijdje nodig om bij te komen. En toen kwam er niet veel. Tjonge, wat was ik leeggemolken. Iemand zou haar moeten vertellen dat ze dat later met haar man beter niet kan doen, dan kan hij niet vaak.’
‘Ach, daar komt ze vanzelf achter.’
‘Die gretige verkering van me, Renee, zei, ik doe het niet vaak met de hand, want het echte werk vind ik het lekkerst. Maar ik voel jullie dan heel goed spuiten, en ik kan het dan met mijn hand om jullie paal beter regelen dan met mijn gleuf, al heeft die oefening genoeg gehad.’
‘Oei. Ook met jou. Eh, sorry, Mark.’
‘Nee, ik zou het nog een keer uitvoeriger vertellen, Francis. Mijn eerste vrouw wist het, maar zei er niet veel meer over dan, foei. Simone wist het ook al voor ons trouwen, we hebben het de kinderen verteld als voorbeeld hoe het niet moet. Ik ontmoette op m’n zestiende een meisje. De eerste keer bracht ik haar thuis en zag haar daar bloot. De keer erop zij mij ook en deden we wat de meeste vóór hun huwelijk doen. De derde keer méér, alles, we vrijden, bloot op haar bed. Tja, het werd me zo lief aangeboden, opgedrongen, dat ik niet kon weigeren. Ik wist in het begin niet dat als ik een avond niet kwam er een ander kwam. En dat ze het al vanaf haar twaalfde deed, ze was verslaafd aan klaarkomen. Ik al gauw ook, daarom bleef ik met haar omgaan al wist ik dat ik niet de enige was. Na een maand of vier dumpte ze me. We hebben haar toen de tweeling achttien was ontmoet. Ze vertelde toen dat ze me dumpte omdat ze zich aan me ging hechten, maar het te vroeg vond voor vaste verkering. Toen ze jaren later mijn huwelijksadvertentie zag kwam ze er pas achter dat ik uit een rijke familie kwam. Ze was blij dat ze inmiddels gelukkig getrouwd was, anders had ze vast spijt gekregen van mij dumpen. Ze snapte toen waarom ik gul was en zo’n keurige houding had, zelfs in mijn blote kont. Al zag ze die niet veel. Maar door het gevrij met haar kreeg ik later problemen met Vivian. Ik drong te veel aan op meer dan kusjes. Omdat ze slechte ervaringen had wilde ze dat niet vóór we elkaar goed kenden. Ik heb het haar erg moeilijk gemaakt, bijna een jaar lang. Alleen omdat ze veel van me hield hield ze het vol tot ik gekalmeerd was. Daarna ging het snel goed. Maar zonder mijn ervaringen met Renee had ik haar direct in het begin goed op kunnen vangen en nogal wat leed voorkomen. Simone voelde al na een paar weken aan dat ik meer meegemaakt had dan één huwelijk en bracht me aan de praat. Ja, dat kon ze, hè? Ze begreep me, zei, het had beter niet kunnen gebeuren, het was te vroeg, te vaak te ver, maar alles is goed gekomen. Mijn pret met Renee was op die leeftijd natuurlijk geweldig, maar ik had Vivian vijf jaar gelukkig kunnen maken, dat is wat telt. En Renee vond ze zo slecht nog niet, ze deed het niet voor het geld, pakte alleen af en toe wat aan voor dure shampoo, om lekker voor de jongens te ruiken. Daarom had ze de bijnaam Sletje. Dat klonk niet als een scheldnaam, of een bijnaam, eerder als een erenaam. Later zei Simone, omdat je Vivian vijf jaar heel gelukkig gemaakt hebt vind ik het niet erg dat je geen maagd meer bent. En met jouw ervaringen kan je me vast ook goed leren vrijen. Nou, dat bleek niet nodig, het ging direct geweldig. Renee is daarna ook een paar keer komen zwemmen. Ze was heel makkelijk. Ze vond het leuk dat de jongens zeiden, we gaan in het water lekker aan je voelen, één meer of minder maakt je vast niet uit. Nee, zei ze, en één of meer lekkere pikkies en balletjes vasthouden ook niet, al houd ik het voor het echte werk bij mijn man. Tja, ik ben nooit gemolken, maar Simone en ik hebben het een keer uitgerekend, ik heb ruim tweehonderd keer met Renee gevreeën. Met Vivian in die vijf jaar natuurlijk vaker, met Simone nog véél vaker. De anderen heb je vast al ingehaald of een voorsprong op genomen, Thomas, mij haal je voorlopig niet in.’
‘Ik blijf het proberen.’
Ze grinnikten.
‘Dank je wel dat je zoveel vertelt, Mark. Tjonge, wat een geschiedenis.’
‘Zonder fijne omgang buiten bed is het niets waard, Francis, maar dat snapte ik op mijn zestiende niet.’
‘Nee, ik snap je wel. Haar minder, dat zal Simone ook wel gehad hebben.’
‘In het begin zeker. Maar toen ze later bij ons was kon ze het zelf ook beter verklaren. Zonder zich te verontschuldigen, het was niet goed geweest. Ze vertelde het graag, ook aan de kinderen, om die te waarschuwen. Dat was niet direct nodig, maar het niet zo goede voorbeeld steunde ze wel. Ze was al vroeg gek op pikkies, maar ze had daar nooit aan toe mogen geven. Omdat ze, als enige van haar familie, op de begane grond een slaapkamer had, aan de achterkant, kon ze er ongemerkt jongens binnen laten. Ik zei een keer, ik moest haar tussen één minuut over acht en elf uur minstens drie keer klaar laten komen. Simone vroeg, één minuut over acht? Ik zei, ja, om acht uur mocht ik op haar raam kloppen, om elf uur moest ik eruit. Ook uit het raam. Die ene minuut was om me uit te kleden, ik had voor het raam het meeste al los gedaan, en op haar te duiken, ze lag meestal bloot te wachten. Niks voorspel, direct rammen en komen.’
‘Rammen?’
‘Ze hield van woest. Ik niet zo, maar anders niks.’
‘Tja, af en toe is het wel lekker, vooral op het eind. Maar liever met voorspel, en zachtjes strelen.’
‘Goed zo. Simone en ik hebben er erg van genoten dat toen de kinderen wat ouder werden, ze af en toe een beetje aan elkaar zaten. De meiden waren wel zo voorzichtig dat de jongens er een niet veel stijvere van kregen.’
‘Een niet veel stijvere?’
‘Ja, helemaal naar beneden hingen ze nooit. Dat zie je bij het meertje vast ook niet.’
‘Nee, dat klopt. Tot bijna recht vooruit, dan doen ze er een handdoek over. Op de kant.’
‘Ja, in het water zal er wel wat meer gebeuren. Als ze het net zo doen als onze kinderen genieten ze veel, zonder dat het te gek wordt. We hebben van Tamara een paar keer details gehoord. Het lijkt een beetje op wat onze kinderen deden. Pas op hun zestiende, op hun slaapkamer, kijken hoe groot de jongens konden worden. En vanaf hun achttiende er wat mee doen, uitwendig.’
‘Ja, zo ongeveer. Vroeger ook, maar dan ging alles per stel. Op een rustig plekje aan elkaar voelen, later meer. Maar nooit helemaal uitgekleed. Nu genieten ze veel meer. Ze beginnen natuurlijk met een selectie op uiterlijk, maar dan volledig. Dan met praten. Dan met in het water aan elkaar voelen en zo. Als ze alles van elkaar prettig vinden heb je pas een stel. Ondertussen kunnen ze van alles bekijken en uitproberen. In het begin kwam er, afgezien van volwassenen, alleen jeugd boven de twaalf. Sinds kort ook die van zes tot twaalf, onder begeleiding. Die tot zes al wat langer, ‘s morgens, met hun moeders. Over een jaar of twaalf zal er dus waarschijnlijk geen meer zijn die moeite zal hebben om de overstap te maken naar zonder begeleiding bloot met andere jeugd omgaan. De ouders zullen hun voorlichting vast aanpassen. Uitleggen dat het nu veel mooier gaat dan hun gefriemel onder kleding. En ze aangepast gedrag aanleren, van jongst af aan. Wij gaan het zeker doen. Niet alleen in onze achtertuin, we wonen ook lekker dichtbij het meertje, dan raken ze ook aan andere bloterds gewend.’
‘Misschien zijn de kleine meisjes daar zo vrij dat ze niet alleen naar die lange van Ian kijken maar hem ook beetpakken.’
‘Tja, vast, omdat het zichtbaar is. Van Thomas moet je het weten of horen. Hij vindt het prima als we er even aanzitten, zelfs voor de zoveelste keer. Ian went er ook wel aan. Zolang ze geen boerinnetje spelen. Maar die truc kennen ze nog niet als ze klein zijn. Alhoewel?’
Mark grinnikte.
‘Ik zal het bij gelegenheid aan Renee vragen. Nee, ik weet het al. Ze heeft aan veel jongetjes gevoeld, ook aan haar één jaar oudere broertje, onder de douche. Toen die zover was dat hij kon spuiten heeft hij het haar één keer laten doen, daarna wilde hij niet meer samen douchen. Ze heeft het vast direct daarna bij de volgende jongetjes geprobeerd. Enzovoorts. Er zal over het meertje weinig met mensen van buiten het dorp gesproken worden. Misschien kan Tamara er eens een artikel over schrijven voor in een landelijk blad. Het is anders dan een naturistenterrein, voor zover ik daar over gelezen heb. Daar komen alleen families. Niet vaak, waardoor pubers het moeilijk hebben. Ze hoeft de plaats niet te noemen, maar hoe alles gaat. Hoe gezond en fijn het is. Als aanbeveling om op andere plekken ook zoiets te beginnen.’
‘Ik zal erover denken. Met gezond bedoel je natuurlijk geestelijk. Ik zal bij de dokter navragen of de jeugd ook lichamelijk gezonder is, dat zou ook een goede aanbeveling zijn. Bruiner, overal, zijn ze in ieder geval.’
‘Dat doet me denken aan toen Simone hier net was. Ze kwam zich een keer omkleden toen ik het bed aan het opmaken was. Ik vroeg of ik even weg moest. Ze zei, nee hoor, we zijn toch meiden onder elkaar. Ik zag nogal wat, dus ik zei, eigenlijk voordat ik het wist, u bent mooi bruin, mevrouw. Ze zei, ja, Francis, en wat je niet ziet is net zo bruin. Gedeeltelijk nog van Boston, de rest van het zonneterras hier. Ik zal meneer eens vragen of het personeel wat zich gedragen kan, vast iedereen, daar ook mag komen zonnen.’
‘Toen het meertje opgeknapt mocht worden zei ze, meiden moeten er eigenlijk ook mogen komen.’
‘Leuk, af en toe een detail erbij. Ik weet de toestand na je enquête nog. Tjonge, zoveel hadden we in het dorpshuis nog nooit gepraat. Er is die dagen amper gevreeën. We kwamen er achter dat er nooit tot tevredenheid van een meerderheid aparte tijden ingesteld konden worden. Toen duurde het nog even tot er veel meiden waren die zich wel bloot aan jongens zouden durven laten zien. Andersom waren er weinig problemen, dat snappen jullie wel, de jongens wisten van zonodig een handdoek erover. Ik was toch verbaasd over de uitslag van de enquête. Veel meiden zijn alsnog, bij het invullen, overstag gegaan. Of ze hadden het niet openlijk durven zeggen. Er was wel afgesproken dat er begonnen zou worden met een eindje uit elkaar zitten en zwemmen, ruimte genoeg. Ik heb het begin niet meegemaakt, ik heb wel gehoord dat de jongens zich er keurig aan hielden. Maar de meiden werden nieuwsgierig. Tja, wat verder weg zie je niet veel, maar wél als er een jongen met een niet al te kleintje naar het water loopt. En in het water waren er al gauw een paar meiden niet bang of zo. Die gingen daarna wat richting jongens zitten, met die jongens uit het water. Zo ging het steeds verder, tot alles door elkaar zat en zwom.’
‘Ik heb een keer van een meisje gehoord dat ze jongens testen, als ze er een paar keer geweest zijn.’
‘Ik weet wat je bedoeld. Ik zal het vertellen, dan hoor je het eens van een ander. Lijkt me trouwens niets voor je artikel, daar komen ze ook zelf wel op. Die testjes zijn niet afgesproken, die zijn spontaan ontstaan. Ik was nadat ze Ian gepakt hadden nieuwsgierig hoe ze het gedaan hadden. Ik ben er een paar keer op een middag geweest vóór ze me mee lieten kijken. Ze vertrouwden het niet zo, zo’n ouder iemand, alleen omdat ik met één van hun slachtoffers getrouwd was mocht het van een clubje meiden. Op een gegeven moment werd ik gewaarschuwd, ze hadden een jongen op het oog. Hij was ruim dertien, kwam ongeveer voor de vierde keer, was wat gewend, hij had niet zo vaak meer een handdoek nodig, maar was wel verlegen. Één meisje zou hem mee het water in kunnen nemen, maar er waren er te veel die daar zin in hadden. Dus gingen ze hem met meerderen pakken en inwijden. Ik vroeg, waarin? Allereerst leren meisjes goed aan te pakken. Verder weten we dat hij een stijve kan krijgen, maar nog niet of hij kan spuiten. Hij moet weten hoe het voelt, om later op tijd te kunnen waarschuwen of te stoppen. Spontane spuiters zijn niet prettig, zei ze.’
‘Het is nogal wat. Een stel meiden van vijftien, zestien, aan een jongen van dertien zitten tot hij spuit.’
‘Toch zit er wat in. Als ze te weinig weten en ze treffen een meisje wat ook te weinig weet is de kans groot dat er bij hun experimenteren wat fout gaat. Je kan het je wel voorstellen. Hij belooft hem eruit te halen als hij wat voelt komen. Dat zou een keer mis kunnen gaan. Daarom praten de meiden veel onder elkaar, om zulke missers te voorkomen. En omdat ze weten dat jongens er anders over praten zorgen ze ervoor dat jongens weten hoe het voelt, als ze komen.’
‘Ongeveer hetzelfde verhaal wat ik een keer gehoord heb. Toen werden ze nog door één meisje ge-eh-test.’
‘Met meer is natuurlijk leuker voor die meiden. Ik zag geen seintje, maar opeens stonden er zo’n tien meiden op, liepen naar een stel jongens en gingen er om één zitten. Ik er vlak achter. De rest joegen ze uit de buurt, als die al niet uit zichzelf weggingen, omdat ze wisten wat hem ging overkomen. Zien hoefden die het niet, de meeste wisten vast nog hoe het voelde. Hij was heel verlegen, bloosde. Tja, zoveel borsten en gleuven om hem heen en hij begon een stijve te krijgen. Toen hij zijn handdoek pakte pakten ze die af en legden zijn benen uit elkaar. Nou, en maar doorgroeien daar, natuurlijk. Misschien wat zielig voor hem, zo zitten, alles in de uitverkoop, met z’n paal omhoog, z’n ballen goed zichtbaar en die meiden maar kijken. Van achteren af deed er één hem een blinddoek voor, zijn armen werden vastgehouden.’
‘Ik heb geen blinddoek om gekregen, maar ik kon toch niet volgen wie aan me zat en bij wie ik ergens aan zat.’
‘Ze zullen wel gedacht hebben, je komt hier vast niet vaak genoeg om je ons te herinneren. De jongen werd neergelegd en een meisje zei, een verhoortje. Ik raad je aan eerlijk te antwoorden. We zien dat je een stijve kan krijgen. Die is in orde. Heb je al natte dromen? Hij knikte. Heb je al een keer alles met een meisje gedaan? Hij schudde heel erg met zijn hoofd. Goed zo. Heeft er al één je laten lozen? Hij schudde weer met zijn hoofd, niet zo heftig, hij snapte kennelijk dat ze dat niet erg zouden vinden. Mooi. Gaan we nog verder terug. Heb je al een keer bij een meisje aan haar borsten gezeten? Hij knikte twee keer. Nou, zei ze, je mag ook praten. Twee keer, zei hij, bij dezelfde, onder haar bloesje. Meer niet? Ook onder niets gepakt of gepakt geworden? Nee. Nou, zei het meisje, we geven je een voorschotje, om er van het begin af aan goed mee om te kunnen gaan. Gestuntel is niet leuk voor meisjes. Concentreer je nu even op je rechterhand. Een ander meisje pakte zijn hand en bewoog hem over een borst. Dat is strelen, onthoudt hoe dat ongeveer moet, in het begin. Weer een ander meisje stopte een borst in zijn mond. Hij schokte even erg. Na even haalde ze hem weg en knikte. Een ander meisje deed het ook en knikte ook. Prima, we vonden je nogal verlegen, maar je schijnt een snelle leerling te zijn. Nu onder. Weer een ander meisje pakte zijn hand en bewoog hem over haar doos, hij schokte weer even. Daar moet je ook voorzichtig beginnen. Later mag je vast meer, ook aan een gleuf komen. Gaat het? Hij knikte. Dank je wel. Goed zo, zei ze. Nu gaan we kijken of je spuiten kan en je nog wat leren. Je moet weten hoe het voelt, om later op tijd te kunnen waarschuwen of te stoppen. Goed? Hij zei, ik geloof niet dat ik veel keus heb. De meiden grinnikten allemaal. Nee, zei het meisje, je hebt geen enkele keus. Hierna wel, of je ooit nog terugkomt, aangenomen dat je al kan spuiten. Je moet terugkomen, we zullen je dan niet meer met meerderen tegelijk pakken. Trek daar maar je conclusies uit. Ieder meisje weet dan in ieder geval wat je kan en laat je niet links liggen omdat je wat verlegen bent. We zullen voorzichtig met je doen, geniet er maar van. Toen pakten ze omstebeurt zijn ballen en streelden zijn stijve voorzichtig. Toen hij kreunde stopten ze. Kom je? Ik denk het, zei hij. Goed zo, zei ze, let verder goed op en laat het lekker komen. Eentje pakte zijn ballen, een ander streelde zijn stijve wat minder voorzichtig. Na een keer of vijf spoot hij, drie straaltjes, daarna kwamen er nog wat druppels. Grote jongen, zei het meisje. Je waarschuwde op tijd en er kwam genoeg. Lekker? Hij knikte. Hij werd met zijn handdoek en een natte tissue uit een doosje schoongemaakt. Het meisje zei, omdat je je zo goed gedragen hebt verwennen we je nog even. Achterelkaar namen een paar meiden zijn kleintje in hun mond. Daarna zei ze, als je belooft niet te kijken wie het is, mag je van dichtbij naar een blote gleuf kijken. Hij zei, ik beloof het, ik wil graag terugkomen. Goed, zei ze, of je dan vaker komt ligt eraan of je je lief gedraagt. We gaan je blinddoek even afdoen, proberen hem zo te houden dat je niet naar boven kan kijken, al heb je beloofd het niet te doen. Daarna gaat hij weer om. We gaan dan weg, na een minuut mag je hem afdoen en weer bij de jongens gaan zitten. Laat de blinddoek maar liggen, die vissen we wel op. Een meisje zonder haar op haar doos ging wijdbeens over hem heen staan en zakte wat door haar knieën, zodat haar doos nog geen halve meter voor zijn gezicht was. Ze deden de blinddoek af. Na even wennen aan het licht kreeg hij hele grote ogen. Ze gaven hem ruim de tijd. Toen deden ze hem de blinddoek weer om, enzovoort. Zo ging het bij jou vast niet, hè, Ian?’
‘Nee, ze hoefden mij niets te vragen. Of me op te leiden. Voordat er veel me in hun mond konden nemen kwam ik. Daarna meerdere, ze likten en beten er ook vanaf de zijkant aan en in. Ik had niet in de gaten dat ik met het bewijs ervan naar jullie toe kwam lopen. Lippenstift erop. Ze bleven wel mijn handen vullen. Er zat ook een onbehaarde doos bij.’
‘Dat blijft voor jongens wat speciaals, hè?’
‘Ja, maar niet als ze te jong zijn. Pas bij ouderen denk je, daar zou ik wel in willen, en het lijkt dan of je ballen op topsnelheid gaan werken terwijl je een stijve krijgt waar je een gleuf omheen voelt glijden, zelfs al is het je nog nooit gebeurd. Gewoon een natuurlijke reactie. Komt gelukkig niet vaak voor. Met z’n tweeën rustig spelen is veel fijner.’
‘Nou, Ian, wat ben je vrij geworden. Het is inderdaad niet te vergelijken met ons vroeger gescharrel. O. Jullie vieren hebben voor jullie verkeringen niets uitgespookt, hè?’
‘Nee, maar we hebben niet het gevoel dat we iets tekort gekomen zijn. We hebben in ieder geval teleurstellingen en slechte ervaringen gemist. We denken ook niet dat we wat beters gemist hebben, we zijn méér dan tevreden.’
‘Ja, er zijn natuurlijk meer manieren om gelukkig te worden.’
‘Het valt me van jou en Tamara en Maureen op, dat jullie zo veel van een gesprek kunnen onthouden.’
‘Dat komt vast omdat jullie jaren langer dan wij in een klas gezeten hebben zonder vaak je mond open te mogen doen. Wij zijn veel vroeger aan het werk gegaan en daarbij hebben we moeten praten. Maar ik kan het mis hebben, Silvia.’
‘Dat zal best meespelen. Ik zei bij ons eerste bezoek toen paps en mams hier woonden en we van hun direct hoorden wat Tamara allemaal deed, niet alleen wat ze in haar krantje schreef, tegen Tamara, ik wilde dat ik een middelbare opleiding gehad had, in plaats van een hogere, daar heb ik behalve op mijn werk niets aan. Jij weet veel meer waar je in het dagelijks leven wat aan hebt. Paps zei gelijk, het ligt niet alleen aan de opleiding, je moet ook mensenkennis en zo hebben. Die doe je in een collegebank ook niet op. Oeps, de kinderen gaan het water in. Laten we met ze gaan spelen.’
Dat deden ze tot die bekaf waren. Daarna brachten Silvia en Aimee ze naar boven, de dienstmeisjes zouden daar verder voor ze zorgen. Toen ze terug kwamen dook Silvia het water in, Aimee ging haar achterna. De anderen stonden van hun stretchers op en gingen ook het water in. Na een tijd zwemmen en spelen gingen ze het water weer uit, namen een drankje en gingen weer op de stretchers liggen.
‘Zo, dat is beter. Met de kinderen was het leuk, maar nu zie ik lekker weer wat grotere pikkies. Als je het weet kan je het verschil verklaren. Hoe minder gewend hoe groter.’
‘Zullen we er even over doorpraten, Silvia? Dan worden ze allemaal op z’n grootst.’
‘Nee, Aimee, wat verschil vind ik leuker. En de minst gewende is toch het grootst. In het water is hij op z’n kleinst nog steeds bijzonder. Hoe zou dat komen?’
‘Nou, kleiner zal hij nooit worden.’
‘Nee, ik bedoel, dat wij het zo bijzonder blijven vinden.’
‘Nou, gewoon, een extraatje, een toetje, iets wat we niet elke dag hebben. Die ballen van Thomas blijven ook interessant. Fijn dat we er aan mogen komen, omdat het niet te zien is.’
‘Iedereen mag wat aan de anderen komen, of het te zien is of niet. Stijfheid moet je ook voelen, dat kan je ook niet goed te zien.’
‘Nee, stevigheid van borsten ook niet. Zeg, weet je wat ik zou willen? Dat er op de jongens een soort peilglas zat, om te zien hoe vol ze zitten. Dat is niet te zien én niet te voelen.’
‘Ja, dat zou fijn zijn. Al zou het alleen maar aangeven, meer dan het minimum. Weten we of ze weer kunnen.’
‘Ze kunnen toch vaak al eerder een stijve krijgen?’
‘Ja, maar er bij spuiten is voor hun het lekkerst.’
‘Zeg, ik moet weer denken aan de eerste keer dat Tamara en ik met Crystal bloot bij het meertje zaten. Toen John erbij kwam kreeg hij gelijk problemen. Ik zei, Tamara, kan je even op Crystal passen, dan gaan John en ik even naar de caravan. Toen zei Tamara, zonder met haar ogen te knipperen, als je John alleen wilt laten lozen, laat hem dan maar in het water spuiten. We deden het ook nog.’
‘Vertel het eens wat uitvoeriger, als je wilt?’
‘Ja hoor. We vertellen alles in stukjes en beetjes, omdat we het niet opschrijven. De enige die dat waarschijnlijk wel doet wil er nooit zoveel over zeggen, die heeft een bedankfobie.’
‘Maureen!’
‘Nou ja, je weet wat ik bedoel. Houd je maar koest, ik ga gewoon mijn verhaal afmaken, dan wen je er misschien een keer aan. Het meeste is toch al bekend. De situatie was als volgt, om het wat te dramatiseren. John zat tussen mijn benen, Tamara naast ons met Crystal op schoot, iets van de kant in het water van het meertje. Allemaal helemaal bloot, natuurlijk. Ik had de ballen van John in één hand, zijn stijve in mijn andere. Klaar om te schieten. Duidelijk?’
De andere meiden giechelden.
‘Goed. Toen we de lozing van John wolkje voor wolkje in het water weg zagen drijven zei Tamara, zie je dat, Crystal? Dat had je broertje of zusje kunnen worden.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Noem dat maar dramatisch. Een niet vertelde mooie opmerking.’
‘Ja, Francis, die kwam net weer bij me boven. Het was natuurlijk zomaar een opmerking, in het wilde weg. Het was geen vissen, dat doet ze nooit, als ze iets wil weten vraagt ze het wel. Ze had geen flauw idee, en het zou wel heel toevallig zijn als John en ik in die tijd aan een broertje of zusje voor Crystal bezig waren. Maar ik bloosde, zei ze later. Ze keek me ineens strak aan en vroeg, gok ik goed, zijn jullie daarvoor bezig? Of is er al één onderweg? Ik zei, in het kort, we waren er over aan het praten toen John van de baan hier hoorde. Toen hebben we gewacht. Maar toen we begin van de week hoorden dat de proeftijd van John afgelopen was zijn we gelijk begonnen. Hopelijk wordt het een broertje voor Crystal. Ze keek me nog strakker aan. Ze zei, gelijk? Als je aan de pil was kan dat niet gelijk, dat zou wel erg toevallig zijn. Vertel me niet dat je een tijd niet gevreeën hebt. Ik zei, nee, we gebruiken condooms, ik kan niet tegen de pil. Zo kwam ze er achter. Ze ging me helemaal uithoren. Ik bleef antwoord geven omdat ze erg bezorgd keek. Daardoor kwam ze er ook achter dat ik nooit een goed onderzoek voor mijn longen had gekregen. Ze was bleek geworden. Ik vroeg, wat heb je? Ze zei, ik schrik me dood. Wat jij meegemaakt hebt. Je nooit in hebt kunnen spannen. En jullie hebben jaren condooms moeten gebruiken, behalve toen Crystal mocht komen en eraan kwam. En nu van de week pas weer. Ik zei, aan dat niet inspannen ben ik mijn leven lang gewend. Condooms zijn niet ideaal, het was weer heerlijk, zonder. Maar er zijn veel mensen die het slechter hebben dan wij. Ze zei, ik kan je niet garanderen dat er verbetering voor je mogelijk is, maar de wetenschap is doorgegaan sinds je laatste minimale onderzoeken. Ik maak voor morgenochtend een afspraak voor je met de huisarts. Die stuurt je door naar het ziekenhuis. Om je helemaal na te kijken. Als ze niets voor je kunnen doen ben je niet slechter af dan nu, maar dan is er zekerheid. Dan kan ik ook rustig slapen. En geef me zo een paar condooms, ik wil het verschil uitproberen, Thomas werkt vast mee.’
Ze grinnikten allemaal weer.
‘Wat een omslag. Van bezorgdheid naar eh.’
‘Meevoelen of niet. Ja, ze slaat vaker om, om het zo te noemen. Omdat ze overal bij doordenkt, het van alle kanten bekijkt.’
‘Natuurlijk, Maureen. Ik probeer me vaak iets voor te stellen. Ik zag John voor me, met een condoom om. Toen Thomas. ‘s Avonds in het echt. Het verschil viel me mee. Thomas zei, het duurt iets langer voor ik hem zo lekker warm voel worden, en het streelt iets minder. Zoiets vond ik ook. Maar het idee vond Thomas het ergste. Iets tussen ons in. En zijn zaadjes niet aan mij geven, al deed ik er verder niets mee, maar dat ze weggegooid werden. Maureen had gezegd, oefen eerst op een bezemsteel hoe je hem af moet rollen. Je moet ruim een centimeter bovenaan vrij houden, nee, doe maar twee, voor die grote productie.’
‘Klopte dat?’
‘Ja, twee was net genoeg.’
‘Dat was op een donderdagmiddag. Dat ze achter mijn probleempjes kwam, bedoel ik, dat uitproberen dus ‘s avonds. De rest weten jullie, daar is weinig aan toe te voegen. Vrijdag huisarts, maandagmiddag kreeg ik in het ziekenhuis medicijnen, in te nemen als ik moe werd. Tamara had ook nog vrijdags Mark gevraagd of hij eventueel kon helpen, als Wellingten, ex-chirurg, het ziekenhuis bellen, of ze alle onderzoeken zo snel mogelijk achterelkaar konden doen, om mij niet te lang in onzekerheid te laten zitten. Nou, eigenlijk zat ik dat helemaal niet, ik verwachtte er niets van. Ik werkte alleen mee voor de gemoedsrust van Tamara. Toen ze bij Mark weg was heeft Simone gezegd, niks eventueel, bel maar vast. Daarom ging het zo snel, alle onderzoeken achterelkaar, op één dag, dus. Ik heb de medicijnen ‘s avonds thuis gelijk geprobeerd. Voor het eerst kom ik tot het eind op John blijven zitten. Wat een beurt. En ook nog zonder condoom. Na de geboorte van Johnny hadden ze in het ziekenhuis zo een pil voor me gevonden waar ik tegen kon. Nou, vast ook bekend, Mark zou graaf worden, hij heeft Hare Majesteit geschreven of er ook iets voor Tamara gedaan kon worden. Ze deden alles met z’n drieën, en hij heeft ook geschreven wat Tamara voor mij gedaan heeft. Niemand anders zou zo doorgevraagd hebben om uit te vinden wat ik mankeerde en alles voor me zo snel hebben kunnen regelen. Daarom staat er in de redenen voor haar MBE dat ze zich ook op het gebied van de gezondheid ingespannen heeft. Mijn naam kon natuurlijk niet genoemd worden, maar ik ben erg trots dat Hare Majesteit Tamara ook namens mij en John bedankt heeft. Om ook even om te slaan, ze kan hier niet één van haar mooie MBE spelden op. Ik denk er over om een stempeltje met MBE te laten maken, maar denk nog even na waar ik zal stempelen.’
Ze schoten allemaal in de lach, al hadden de meiden een paar tranen in hun ogen.
‘Het is hier mooi geworden, hè, Mark?’
‘Je afleidingsmanoeuvre mislukt. Allereerst, om het overzicht compleet te maken, jij hebt de dertig sollicitatiebrieven voor campingbeheerder niet alleen technisch bekeken, ook menselijk. En Simone en mij bijna gesmeekt om geen ervaren campingbeheerder aan te nemen, maar een boekhouder, terwijl je die verder maar één keer kort aan de telefoon gehad had. Wij zagen ook wel wat in hem, en hij kreeg toch een proeftijd van twee maanden, dus hebben we haar eh advies gevolgd. Een maand later hebben we van onze kant die proeftijd al beëindigd, Tamara had een hele goede keus gemaakt. Daarna kwam de gezondheid van Maureen aan de beurt. Daarna heeft ze gevraagd of Maureen een halve betaalde baan kom krijgen, zoveel werkte ze mee. Daarna is er niets schokkends gebeurd, maar ik twijfel er niet aan dat ze Maureen zorgvuldig in de gaten gehouden heeft. Maureen, van mij mag je haar helemaal volstempelen.’
Ze keken allemaal ontroerd.
‘Dank je, Mark. En ook nog een keer voor jouw aandeel en dat van Simone in ons geluk en onze voorspoed. Ja, tijdens mijn zwangerschap van Johnny kwam ze vaker dan één keer per week, Een rustig praatje maken, want in het dorp werd ze te veel bedankt. Tja, ik had steeds moeite om het niet te doen, maar ik heb me in kunnen houden. Ik heb wel vaak aan haar gezien dat ze het waardeerde, al zei ze het niet direct.’
‘Ja, dank je, Maureen.’
‘Nou, zit ze mij weer te bedanken.’
‘Ik zal verder gaan, jongelui. Over deze ruimte. Meestal lukt het ons om in één keer iets moois te maken. Hier was er twee keer voor nodig. Het was de tweede klus die ik aanpakte. De eerste was het laten verwijderen van de muur tussen de bibliotheek en de rookkamer, om te maken wat nu de zitkamer is, aan de andere kant van de hal. Ik vond het toen veel werk om van drie ruimten één te laten maken met een zwembad erin. Tja, Tamara begon pas voor ons te werken toen de opdrachten de deur al uit waren, anders was het vast in één keer goed gegaan. Die schudde honderd huizen uit haar mouw.’
‘Nou, dat kwam langzaam op gang. Ik had alle tijd om me er in te verdiepen omdat het architectenbureau zo lang over de tekening van een simpele twee-onder-één-kap deed.’
‘Zo simpel zijn die niet geworden.’
‘Nee, Silvia, omdat we in die tijd de inrichting ook van alle kanten bekeken hebben. En omdat er veel kon, mocht, omdat ik van die hoge kortingen kreeg.’
‘Ja, behalve bij Thomas, hè?’
‘Die geeft me alles wat hij heeft voor niets.’
‘Ja, zo hoort het ook. Ik blij dat we deze verandering, net zoals de paden langs de weg, van begin tot eind meegemaakt hebben. Je hebt toen in grote lijnen verteld wat je ging doen. Maar als ik nu de details zie, tjonge, dat moet veel werk geweest zijn.’
‘Noem eens wat?’
‘Eh, de kleur van de tegels hier. Ze passen perfect bij het zwembad. Dat is toch een uitzoekerij? Je moet er veel naast gehouden hebben om het effect te beoordelen.’
‘Simone en ik zijn er ook druk mee geweest, met alle mogelijke kleurcombinaties. Ook met andere dingen. Dagen lang.’
‘Je was chirurg. Heb je eh paarden behandeld?’
‘Ben je gek, daar zijn gespecialiseerde dierenartsen voor.’
‘Juist. Ik had het gauw in de gaten, als ik alles zelf uit moest zoeken redde ik het niet. En niet goed. Ik mocht hulp vragen bij specialisten. Zoals Peter, die was de eerste die meedacht. Bij klusjes zoals tegels laat ik een kleuren- en vormenexpert komen. Daar kan ik niet tegenop, dat is mijn vakgebied niet. Ik hoef eigenlijk alleen uit te zoeken wie ik bij een klus moet halen. En die bevelen ook vaak weer anderen aan.’
‘O. En als het niet goed gaat?’
Tamara grinnikte.
‘Als ze een fout maken wordt die hersteld. Dat is één keer voorgekomen, er stak een steen iets uit een muur in de nieuwbouw. Ik heb er een opzichter bijgehaald en alleen gewezen. Hij knikte en zei, had ik nog niet gezien. Wordt hersteld. Ik zei, niet op mijn kosten. Laat ik er niets van op de rekeningen zien. De bouwkundige beheerder bekijkt ze ook. Hij keek zuinig. Ik heb de beheerder niets verteld, ik wist al hoe die werkte. Als hij iets raars zag vroeg hij of ik er van wist. Ik keek de rekeningen van de bouw zelf nooit na, daar had ik geen verstand van. Wel van opdrachten, en daar hielden ze zich aan.’
‘Dat heb je me nooit verteld.’
‘Ach, details, Mark. Ze pasten wel op om buiten een opdracht te gaan. Het verhaal hoe ik het architectenbureau behandeld heb heeft de ronde gedaan. Waarschijnlijk via de coördinator van de nieuwbouw.’
‘Vertel.’
‘Shit. Jullie weten al te veel. Tja, dat kon niet in het krantje. De coördinator was geleend van het architectenbureau, daarom wist hij wat er gebeurd was. Ik had om een ontwerp voor een eenvoudige twee-onder-één-kap gevraagd. Komen ze na vier weken met een toestand met veel hoeken en nissen en uitbouwen. En geeneens die twee gespiegeld. Misschien geschikt voor een architectuurprijs, maar niet als woonruimte voor een dorpeling. Ik heb voor hun ogen hun tekening, waar dus vier weken aan gewerkt was, verscheurd. Ik zei, hier betaal ik niets voor, dit valt buiten de opdracht. Als jullie het er niet mee eens zijn stap je maar naar de rechter, die weet vast wat een eenvoudige woning is. Dan stap ik gelijk naar een ander bureau, want dat ga ik winnen. Of jullie komen binnen een week met een goede tekening. Binnen vierentwintig uur wil ik weten wat jullie gaan doen, ik heb lang genoeg gewacht. Nou, dezelfde middag nog belden ze dat ze een nieuwe tekening gingen maken. Die had ik binnen een week en die was goed. En de rekening ging gewoon over het aantal uren, niet naar het vloeroppervlak, daar had ik ze gelijk ook voor gewaarschuwd. Anders zou ik maar de helft betalen, spiegelen is simpel. Ik zie jullie verbaasd kijken. Ik leg het maar weer eens uit. Wat je bedoelde, Silvia, toen je zei je dat je aan een hogere opleiding alleen wat op je werk hebt, niet in het dagelijks leven. Tja, je moet wel iets toe kunnen passen. Als mijn vader een zak meel kreeg waar de wormen in zaten vroeg hij een nieuwe. Die kreeg hij dan wel een keer. Toen ik de bestellingen overnam en het mij gebeurde belde ik gelijk op, eiste anderhalve zak, voor het tijdverlies en de schrik, heel snel, want ik had meer te doen. En er waren andere meelfabrieken. Binnen een uur had ik dan anderhalve zak nieuw meel. Of twee. Met zo’n opdracht voor een tekening is veel meer geld gemoeid, maar het principe is hetzelfde. Ik word niet gauw pissig, wel als ik belazerd word. Tja, omdat die verhalen de ronde deden kwam het niet veel voor. Ze blijven allemaal aardig, omdat ik ook aardig blijf doen. En vast een beetje omdat ze niet weten of we met meer opdrachten komen.’
‘Had je dit verwacht, paps, toen je haar aannam?’
‘Nee, het was zo’n lief meisje. De eerste keer dat ze hier kwam zat ze met traantjes in haar ogen, want ze was net gevraagd, door Thomas. En ze had net van hem gehoord dat ze in het portiershuis konden gaan wonen. En van ons hoorde ze dat dat binnen een paar maanden zou zijn.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Simone zag wat in haar. Ik heb haar voornamelijk aangenomen omdat ze, op mijn verzoek, binnen de kortste keren een bewonersvereniging uit de grond stampte en de oprichtingsvergadering daarvan zo goed leidde. Tja, doordat ze in mijn dienst alles zelf grondig, snel en goedkoop regelde is die vereniging een maand of negen later maar weer opgeheven. De dorpsraad komt één keer in de maand bij elkaar, constateert dat Tamara al weer alles afgehandeld heeft, drinkt een biertje en gaat naar huis.’
‘Ging allemaal toevallig zo.’
‘Ik vind het zo mooi, ik ken het uit mijn hoofd. Ik citeer. Zonder daarvoor opgeleid te zijn, met hulp van iedereen die ze maar in kon schakelen, het op een unieke, grondige en gedetailleerde manier omzetten van de grootschalige wensen van haar werkgevers en de kleinschalige wensen van de dorpsbewoners, in een luxe maar én voor haar werkgevers én voor de dorpsbewoners betaalbare realiteit. Einde citaat. We zullen maar ophouden om haar te plagen, hè?’
‘Nou, paps, plagen? Er is geen woord van gelogen. En dat zeg ik niet omdat het van Hare Majesteit komt. Of alleen door jullie verhalen. We hebben het zelf al meegemaakt, met de paden en met dit hier. We vroegen om een tuintje. Maakt ze er dit van. Schitterend, ook nog zo’n grote ruimte erbij. Met een mooi uitzicht. Hé, dat valt me nu pas op. Die coniferen.’
‘Ja. Zoveelste bewijs dat je iedereen mee moet laten denken. Ik geef geen opdracht zonder eerst de bedoeling uit te leggen. De tuinman ook. Hij zei, dat staat niet, zo ongelijk. Het is ook te duidelijk tegen inkijk door het personeel, dat lijkt me niet leuk voor ze. Het is beter als ik aan beide kanten met twee meter hoge coniferen begin en ze af laat lopen naar één meter hoge, net als aan de achterkant. En ze zo steeds laat snoeien. Vond ik ook.’
‘Mooi voorbeeld. Ik heb haar meegemaakt toen we moesten vertellen dat er geen TV’s in de caravans zaten. Ze keek een minuut droevig, kwam toen in actie. Binnen een half uur regelde ze dat het binnen een week geregeld was.’
‘Nou, houd op, Maureen.’
‘Zal ik vertellen dat je ook wel eens wat mist?’
‘Behalve de TV’s? Ja, dat zal wel.’
‘Nee, zoiets bedoel ik niet. John, nu jouw verhaal vertellen?’
‘Ja, doe maar.’
‘Nee, jij moet het doen. Anders wordt het een tweedehands verhaal.’
‘Hoe bedoel je, Maureen?’
‘Het is een verhaal wat hij me vóór ons huwelijk verteld heeft, over iets waar ik niet bij was. Als ík het zou vertellen zou het tweedehands zijn. We zijn, zodra John hier een vaste baan had, gelijk aan een tweede kindje begonnen. Toen we je dat vertelden reageerde je op het woord gelijk. Ik heb al een paar keer verteld dat ik, toen John me een aanzoek deed, niet op een papiertje wilde wachten om zijn vrouw te worden. Dat we gelijk zijn gaan vrijen en dat hij me ontmaagd heeft. Je hebt al een paar keer wat gemist, Tamara.’
‘Ohhhh. Jaaaa. Het valt me nu pas op. Over andersom, hè? Ik denk, omdat je er nu anders over begint. Toen begon je dat John zo voorzichtig met je was.’
‘Dat was hij ook.’
‘Hé, wacht even, we zijn niet allemaal zo snel. Bedoel je dat John eh.’
‘Ja, Silvia. We hebben jullie er niet expres ingeluisd, we hebben wél wat verzwegen. Na de eerste keer dat Mark over Renee verteld had hebben John en ik het weer eens over zijn verhaal gehad. We wilden het jullie vertellen zodra er een goede gelegenheid voor was. Mark heeft daarnet weer veel verteld. Jullie allemaal inmiddels ook, van hoe jullie met elkaar in contact gekomen zijn tot en met jullie huwelijksnacht. Of middag. We wilden het eerder nog niet vertellen, maar als jullie er naar gevraagd hadden was het wat anders geweest. Óf we hadden het verteld, óf gezegd, later.’
‘Dat later was dan natuurlijk goed geweest, niemand hoeft meer te vertellen dan hij wil. Is het een lang verhaal, John? Dan pak ik eerst een drankje.’
‘Tja. Kies maar. Het kan kort, met weinig details, of lang, met veel.’
‘Nou, in dit geval horen we natuurlijk allemaal graag details, we hoeven het onderwerp niet te raden.’
‘Pakken jullie dan allemaal maar wat te drinken, ondertussen kan John zich een beetje voorbereiden.’
Dat deden ze. Ze schoven de stretchers wat dichter naar elkaar toe.
‘Vertel nu maar, John.’
‘Mark is niet de enige die vóór zijn huwelijk wat meegemaakt heeft, ik ook. Het lijkt er een beetje op. Het had ook niet moeten gebeuren, maar het heeft ook geen blijvende schade aangericht.’
‘John, kijk niet zo treurig. Wat er ook gebeurd is, er zijn vast miljoenen mensen die voor hun huwelijk wat meegemaakt hebben. Renee natuurlijk ook, maar haar man, Dave, ook, op z’n twaalfde.’
‘Ja, Tamara, maar ik was ouder, geen twaalf of zestien. Ik was twintig, ik had zeker beter moeten weten. Daarom denk ik er iets anders over dan Mark en Renee. Jullie vast ook. Zo’n anderhalf jaar voordat ik Maureen ontmoette had ik toevallig net lang genoeg bij één baas gewerkt om een dertiende maand te krijgen. Ik trakteerde mezelf op een winterzonvakantie. Het reisgezelschap bestond uit stellen met of zonder kinderen, twee meiden van mijn leeftijd, zo ongeveer, en ik. Op de tweede dag kwamen die twee meiden bij de lunch bij me zitten. Josee en Raisa. Raisa trok me niet zo, dat was een beetje Oost-Europees type, ietsje grof gebouwd. Josee was een stuk. Ze hadden die morgen gewandeld en vroegen of ik ‘s avonds met hun mee wilde. Ze vermoedden dat het dan op de boulevard heel gezellig zou zijn, maar zonder mannelijke begeleiding zouden ze vast nergens rust hebben. Natuurlijk, zei ik, zulke mooie meiden zou ik vast ook niet met rust laten. Maar als begeleider zal ik me netjes gedragen.’
‘Sprak je vaak meisjes aan?’
‘Zelden of nooit, ik kon geen goed gesprek op gang brengen. De paar keer dat ik gescharreld had waren zij met praten begonnen, antwoorden kon ik wel. Zo zijn Maureen en ik ook begonnen, dat vertel ik nog wel eens, daar is het eerder ook niet van gekomen. Die meiden en ik hebben gewandeld, een paar keer op een terrasje wat gedronken en wat gepraat. Toen ik ze thuis bracht, bij hun hotelkamer, vroegen ze me binnen om wat te drinken. Er waren maar twee stoelen, ik ben op de rand van het bed gaan zitten. Halverwege het drankje kwamen ze naast me zitten en drukten me plat op bed. Tja, ik kon moeilijk gaan vechten. Josee vroeg, mogen we je uitkleden, we zien graag een blote man. Ik vroeg, doen jullie dat altijd? Gaan jullie daarvoor op vakantie? Ja, zei ze, voor de zon en voor een beetje seks. Nou, zei ik, een beetje wil ik graag, als het maar eerlijk gaat, ik zie natuurlijk graag blote meiden. Één van jullie tweeën is ook genoeg. Prima, zei ze, je zal niets tekort komen. Ze hebben me uitgekleed, me bevoeld en Raisa heeft me op een handdoek laten lozen. Zoals bekend, dat is fijner dan in een zakdoek in een broek. Daarna mocht ik Raisa uitkleden en bevoelen, maar niet laten komen. Dat was natuurlijk ook stukken lekkerder dan onder een beha en in een broekje voelen. Daarna moest ik me aankleden, mijn drankje opdrinken en verdwijnen. De volgende dag zouden we ongeveer hetzelfde gaan doen, zeiden ze. Ik heb in bed ontzettend na liggen genieten. En ik had ook voorpret, natuurlijk. Lekker lozen en aan een meid komen, de volgende dag waarschijnlijk aan Josee. Al was Raisa lekker genoeg. De volgende dag lunchten we weer samen, verder zag ik ze niet, er waren meer restaurants en zwembaden bij het hotel. ‘s Avonds gingen we weer naar de boulevard. Het was daar echt gezellig. Op hun kamer ook weer. Ik moest mezelf uitkleden, zij deden het ook, om in bad te gaan. Ik kreeg een condoom om, om het water schoon te houden. Ze zeiden dat het voor mij niet lekker zou zijn om te moeten stoppen als ik kwam, want ze zouden weer lekker aan me gaan zitten. Het bad was net breed genoeg om er met z’n drieën naast elkaar in te liggen. Ik in het midden, met een arm om allebei, van allebei een borst in een hand. Ze voelden weer met vier handen aan mijn spullen totdat ik in het condoom loosde. Daarna moest ik hun tegelijk strelen. Ze stopten me niet, Raisa kwam het eerst, tja, door mijn rechterhand, daarna Josee, mijn linkerhand is natuurlijk niet zo handig als mijn rechter. Na het afdrogen mocht ik op bed met Josee spelen. Ze had iets kleinere maar wel steviger borsten dan Raisa. En dun blond haar op haar doos in plaats van wat dikker en zwart zoals bij Raisa. Ik zag haar gleuf veel beter. Ik moest haar likken, dat was even wennen. Maar daarna likten ze aan mij, omstebeurt. Toen ik waarschuwde dat ik ging komen stopten ze ermee en lieten me weer op een handdoek lozen. Ik heb weer heel goed geslapen, met het vooruitzicht op een heel fijne vakantie. Overdag in de zon liggen, wat lezen en zwemmen en wat praten met reisgenoten. Eten en drinken wat ik maar wilde, het was all-in. En ‘s avonds gezellig naar het dorp en daarna met twee meiden spelen. Tjonge, vier stevige borsten bevoelen met mijn handen en mijn mond, hetzelfde met twee mooie gleuven, en ze vingeren. En zij met z’n tweeën aan mijn spullen en me één of twee keer laten lozen. Ook all-in.’
‘Ook erin?’
‘Daar dacht ik niet aan. Mijn planning was om het te doen als ik getrouwd was, van meisjes verwachtte ik niet anders. We speelden nog twee avonden zo. De dag daarna kwamen ze ‘s middags en wilden ze met me zwemmen. Ze zaten in het water nogal aan me, ik ging daarna graag met ze mee naar hun kamer, toen ze het vroegen, ik wilde wel wat kwijt. Daar trokken ze mijn zwembroek uit, trokken hun bikini uit, deden me een condoom om en gingen op bed liggen. Josee zei, je mag één van ons nu pakken, vanavond de ander. Ik zei, pakken? Ja, zei ze, we hebben lang genoeg gespeeld, we willen nu die stijve van je in ons voelen en lekkerder klaarkomen dan met je vinger. Ik zei, dat wil ik pas na mijn trouwen doen, maar ik denk niet dat het met één van jullie wordt. Nee, zei ze, zeker niet. Maar wij wilden niet zo lang wachten, we zijn er al eerder mee begonnen. Je mag met ons vrijen, lekker klaarkomen en spuiten, al moet het in een condoom, we zijn voorzichtig. Iedere dag, tot we weggaan, minstens één keer ons allebei. Als je niet wilt zoek je maar een ander vermaak en gaan wij een andere jongen zoeken. Als ze het vóór het zwemmen gevraagd hadden had ik er waarschijnlijk voor bedankt. Maar ik stond daar, voor twee blote meiden die me alles lieten zien, met een stijve die vreselijk graag wilde lozen, ook omdat ze me in het zwembad al eh opgestookt hadden. Ik voelde wel dat ze me erin geluisd hadden, door me niet te snel maar ook niet te langzaam te verleiden, en dat ze me alleen gebruikten. Maar ik kon het niet afslaan, nog ruim twee weken iedere dag minstens twee keer niet alleen spelen, maar ook echt vrijen, in plaats van niets meer. En Joost wist wanneer ik zou trouwen, misschien nooit.’
‘John, het is anders gegaan dan bij Mark en Dave, maar we snappen je best. Je zei, ik was twintig, ik had beter moeten weten. Maar je kende jezelf, je wist dat je moeilijk contact met meisjes maakte. Als je dan in zo’n situatie geluisd wordt is het volkomen begrijpelijk dat je besloot om het maar mee te maken. In de verwachting dat je het eventueel vergeven zou worden. Nou, wie jou wat langer kent doet dat. Maureen toch ook?’
‘Ja, helemaal. Toen ik het vertelde onderbrak ze me in het begin een paar keer, ik moest uitvoeriger vertellen, anders kon ze niet snappen hoe het gegaan was.’
‘Vast uitvoeriger dan nu.’
‘Ja. Ze keek ernstig, maar ze knikte af en toe. Ze liet me rustig uitpraten.’
‘Ja, sorry.’
‘Nee, zo bedoel ik dat niet, onderbreek me rustig. Het viel niet mee om haar te vertellen hoe ik Josee eh pakte. Ik dacht, als ik het niet goed doe heb ik die in ieder geval gehad, Raisa interesseert me minder.’
‘Die keek toe?’
‘Die mikte me, toen ik op Josee kroop, bij Josee naar binnen en hield me vast zolang ik daar niet helemaal in zat. Daarna pakte ze een hand van me en vingerde er zich mee, ik kon daar mijn aandacht niet bijhouden, ik vrijde voor het eerst. Het ging goed genoeg om dat niet op te laten vallen, Josee kwam ook klaar. ’s Avonds haalden ze me net voor de schemering bij het zwembad vandaan. Ze kleedden me en zichzelf weer uit, Raisa ging op bed liggen en Josee deed me een condoom om. Raisa was wel wat grof gebouwd, maar daar was niets van te voelen, het was net zo lekker als met Josee. Omdat we die avond niet gewandeld hadden, daarna trouwens helemaal niet meer, kon ik Josee nóg een keer pakken. Daarna, twee weken lang, iedere dag allebei een keer, de derde keer Josee. Als ik een vierde keer niet redde vond Raisa dat niet erg, als ik haar dan maar eh vingerde of klaar likte. Ik ging extra eieren en oesters eten, als die er waren. Of het daardoor kwam weet ik niet, wel dat ik na een paar dagen vaker vier keer kon. Het ging me er niet om om Raisa ook twee keer op een dag te pakken, ik wilde niet dat ze ruzie om me kregen en me eruit gooiden. Bij het afscheid kreeg ik een e-mailadres. We hebben een paar keer gemaild, maar ik kreeg op mijn zeer vriendelijke mailtjes nietszeggende terug. Na ruim een maand bounceten mijn mails, het e-mail adres bestond niet meer.’
‘Jullie zeiden, te vroeg, te vaak te ver, maar er is geen blijvende schade aangericht. Hij was niet zo vroeg, met twintig. Te ver? Wel als je maagd wilt blijven. Te vaak? Ach, twee keer zeven dagen vier keer, geen paar honderd keer. Blijvende schade is er ook niet, het lukt nog steeds drie of vier keer op een dag. Ik heb niet alles zo precies onthouden. Om aan oesters te komen is hier waarschijnlijk wat lastig, maar ik ga hem wel meer eieren voeren, misschien lukt het dan vaker vier keer.’
Ze grinnikten.
‘Ik heb toen natuurlijk ontzettend genoten, maar ik had het niet moeten doen, helemaal niet met twee meiden die ik amper kende. Ik ben daarna erg voorzichtig geworden, om niet weer in de problemen te raken. Daarom was ik bij Maureen ook zo voorzichtig. Ik heb het haar verteld zodra we een beetje verkering hadden.’
‘Hij viel me op zodra hij bij ons kwam werken. Ik was de secretaresse van de baas, hij kwam op de boekhouding. Ik vond hem niet knap, ik zat ook niet op een knappe gozer te wachten. Hij zag er mooi genoeg uit, keurig, rustig. En heel beleeft, zonder te overdrijven. Hij moest één keer in de week bij de baas komen, dan kwam hij bij me om zich te melden. De eerste keer zei hij mevrouw tegen me. Hij glimlachte toen mijn mond daarvan open viel. Nou, hij was iets ouder, en mijn baan stelde net zo veel of weinig voor als de zijne. Door die mooie glimlach steeg mijn belangstelling voor hem nog meer.’
‘Wat vond je van haar, John?’
‘Dat bedoelde ik met, onderbreek me rustig. Jullie voelen aan wanneer er iets bij moet om een verhaal nog mooier te maken. Om me even te wreken, ik vond haar ook niet knap. Maar leuk, vlot. En die ogen, zo mooi. Die keken me niet indringend aan, maar lief. Ik kon zelden een smoes verzinnen om haar vaker dan één keer per week te zien, ik durfde me niet op te dringen. Na een paar maanden vroeg ze me mee naar een goede film, ze ging liever niet alleen. Ik wilde eigenlijk weigeren, ik wilde geen problemen met een meisje wat op dezelfde zaak als ik werkte. Maar omdat ze, terwijl ze op mijn antwoord wachtte, me met die mooie ogen aan bleef kijken kon ik niet bedanken. In de film vroeg een jongen aan een meisje of hij haar hand vast mocht houden. Ik heb dat gelijk in Maureens oor gefluisterd. Het mocht. Ik heb haar thuis gebracht, onderweg hand in hand gelopen. Bij haar voordeur ben ik op een behoorlijke afstand gebleven, ik vond het al fijn genoeg. De week erop durfde ik háár mee te vragen. Ik wilde eigenlijk niets, maar ik zag steeds haar ogen voor me, hoe die me aankeken, zo rustig. We zagen elkaar steeds vaker, gingen ook in het park langs de rivier wandelen. We raakten een keer aan het kussen, op een bankje, ik weet nog niet hoe.’
‘Ik zeg niets.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Tja. Na een paar weken zei ze, op zo’n bankje, John, ik heb eerder gescharreld, jij vast ook. Ik wil niet zeggen dat wij nu scharrelen, het gaat wat raar. Ik heb het gevoel dat je wel iets met me wilt, maar dat je ergens door geremd wordt. Helpt het, als ik zeg dat ik ook wel iets in jou zie? Ik zei, ja, dat doet het, dank je wel. Ik zie veel in jou, maar ik kan niet verder voor ik je iets verteld heb. Een andere keer maar, het is een heel verhaal. Ze zei, nee, nu. Anders ga je er te veel over nadenken om het goed te brengen, als je dat al niet gedaan hebt. Maar maak je niet te druk, zelfs al zou je in de gevangenis gezeten hebben zou ik daar misschien mee kunnen leven. Ik zei, nee, ik heb een blanco strafblad, maar ik ben geen onbeschreven blaadje. Ik ben het gaan vertellen. Ik zei al, ze keek ernstig, maar ze knikte af en toe. Ze liet me rustig uitpraten.’
‘Ik vond het fijn dat hij het vertelde, toen wist ik ten minste waarom hij zo vreselijk voorzichtig was, me altijd ietsje op een afstand hield, zelfs als we kusten. Méér deed hij niet. Nou, ik had geen haast, ik vond het wel fijn om eens rustig met een jongen kennis te maken, die niet gelijk op de grijptoer ging. En ik vond het zoóóóó eerlijk, hij had ook niet kunnen zeggen. Maar omdat hij het verteld had wist ik dat hij van me hield, maar dat ik moest weten dat hij geen maagd meer was vóór we verder kennis gingen maken. Of niet. Jullie hadden het over vergeven. Nou, ik had hem niets te vergeven, hij had me niet bedrogen, hij kende me nog niet. Het ging erom of ik het accepteerde dat hij zijn maagdelijkheid kwijt was. Tja, ik had natuurlijk liever een maagd gehad, maar ik dacht, het omgekeerde had ook het geval kunnen zijn. Ik had het erg gevonden, dat als ik om één of andere reden geen maagd meer zou zijn John niets meer met me wilde. Ik zei, John, je wilt natuurlijk weten wat ik erover denk, of ik er problemen mee heb. Allereerst, ik zal jongens vast nooit helemaal snappen, maar ik heb er nog geen meegemaakt die zijn handen thuis hield als het niet hoefde. Niet dat ik ze iets openlijk aanbood, maar als ze verder gingen dan kussen is niets of geen nee zeggen hetzelfde als doe maar zeggen. Ik snapte dat hij zo’n ontzettend lekker openlijk aanbod niet af had kunnen slaan, je weet maar nooit hoe het verder in je leven zal gaan, je kan de volgende dag wel dood zijn. Verder, hoe zou hij het vinden als ik weduwe of gescheiden zou zijn? Hij zei, dat ben je niet, anders had je dat al gezegd. Mocht je het toch verzwegen hebben, nou, dat heb ik mijn geschiedenis ook. Ik gaf van het begin af aan al zo veel om je dat ik dat geaccepteerd had. En logischerwijs dus ook als je geen maagd meer bent. Ik zei, nou, dan is het niet meer dan eerlijk dat ik accepteer dat jij geen maagd meer bent. En dan is het ook niet meer dan eerlijk dat je mag weten dat er wel een beetje aan me gezeten is, maar dat ik nog maagd ben. Ik wil het blijven tot we allebei zeker weten dat we voor altijd bij elkaar willen blijven. Maar dat is nog een beetje afwachten, zo lang kennen we elkaar nog niet. Die arme jongen, hij zat te trillen. Ik ben hem gaan kussen. Toen we naar huis wilden zaten de hekken van het park dicht, het was ruim na zonsondergang, we hadden de tijd vergeten. We hebben een plek moeten zoeken waar we over een hek konden klimmen.’
‘Je hebt gelijk, accepteren is toepasselijker dan vergeven.’
‘Ach, het is moeilijk onder woorden te brengen. Ik wilde daarna eigenlijk wel een beetje gaan vrijen, maar John deed niets. Ik heb me ingehouden, om het hem niet moeilijk te maken. Toen we elkaar nog beter hadden leren kennen, we min of meer verloofd waren, vond ik dat ik lang genoeg gewacht had, er moest iets meer kunnen. Ik ben begonnen met mezelf met zijn handen te strelen, over mijn bloes. Hij kwam aarzelend wat op gang. Na een paar avonden met net iets meer dan kussen heb ik gezegd, John, we weten nu toch zeker dat we genoeg van elkaar houden om voor altijd bij elkaar te blijven? Hij knikte. Ik zei, en dat we weten dat het niet alleen om de seks gaat? Hij knikte weer. Maar dat er wel iets meer kan dan kussen en over mijn bloes strelen? Hij knikte weer. Ik zei, ik vind ons te oud om onder kleren te gaan friemelen, zullen we alles uittrekken en op bed gaan liggen? Niet spelen, maar kennismaken? We hebben het gedaan. Heel langzaam en heel rustig kennisgemaakt. Niet in één avond, iedere keer dat we samen waren ietsje meer. Bijna twee maanden nadat we bloot begonnen waren vroeg hij me. Ik zei natuurlijk ja. Maar nog meer. Eerst heb ik over mijn longproblemen verteld. Nou, als ik ermee leven kon kon hij het ook, hij zou me zo veel mogelijk helpen. Toen over mijn pilproblemen, daar was ik inmiddels achter. Jammer, maar dan moesten we het maar extra vaak doen als het zonder condoom kon.’
‘Je was, vóór hij je gevraagd had, dus al met voorbereidingen begonnen.’
‘Je bent weer op snelheid. Dat miste je niet.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Ja, ik had me voorbereid. Als hij veel langer had gewacht had ik er wel wat op verzonnen. Ik vertelde hem, dat ik niet wilde wachten op een papiertje van het stadhuis, maar omdat we genoeg van elkaar hielden gelijk voor onszelf wilde trouwen. Dat ik daarom wilde dat hij me gelijk zijn vrouw maakte, me ontmaagde en als mijn man zijn zaad in me zou spuiten. Na even nadenken heeft hij het gedaan.’
‘Dat kon ik niet weigeren. Omdat zíj daarmee zei dat ze zo veel van me hield en zo zeker over ons was.’
‘Ja. Ik wilde hem niet langer laten wachten, hij was zó lang zó lief geweest. En ik wilde graag meemaken hoe goed hij was, hij had het twee meiden twee weken lang duidelijk naar de zin gemaakt. Maar het duurde een paar keer voor ik erachter was, hij was in het begin veel te voorzichtig. Natuurlijk ook omdat hij van mijn longen wist, maar als hij bovenop me lag was dat geen probleem.’
‘Ik vond het zó mooi, dat ik niet anders dan voorzichtig kon doen. En het was zo lekker als ik nog nooit meegemaakt had, het kon toevallig zonder condoom. En het was veel fijner omdat het niet alleen om het klaarkomen ging, maar het zo fijn bij elkaar zijn. We hebben het op de camping geweldig. Ik hoef niet meer de hele dag weg om te werken, ik werk steeds in haar buurt. Ik kan haar heel vaak laten merken dat ik van haar houd. Ik hoef ook niet op de klok te kijken. Niet ‘s middags een uurtje en ‘s avonds een paar uur. Of alleen ’s avonds tussen acht en elf. Als ik kan vrijen we, Maureen wil altijd wel. Maar het blijft wat moeilijk, hè, Mark, om dat van vroeger een juiste plaats te geven?’
‘Een beetje wel. We moeten maar denken, we zijn er niet naar op zoek gegaan, we wilden wel wat maar niet zo veel, we verwachtten ook niet zo veel. Ik wil Renee, Josee en Raisa ook de schuld niet geven, iedereen moet zelf beslissen wat maagdelijkheid waard is. En wanneer je er mee begint, in plaats van erg lang wachten. Alle drie verwachtten ze van ons tweeën niet dat we nog maagd waren. Jij kreeg nog bedenktijd omdat je tussen die twee moest kiezen. Als ik bedenktijd had gekregen was ik waarschijnlijk ook niet gestopt, bij die van zestien niet, bij twee van twintig ook niet. Wat je zei, door het vooruitzicht dat het vaker zou kunnen, één keer hadden we afgeslagen. Nou? Als je, helemaal bloot, met een bijna overlopende stijve, op nog geen meter van een helemaal blote meid staat die met gespreide armen en benen haar borsten en haar gleuf aanbiedt? Erg moeilijk om dan te weigeren. Renee zegt nóg, als je er voor je huwelijksnacht aan begint moet je het vaak doen, dan is het de moeite waard. Tja, het ligt er natuurlijk aan hoe je latere echtgenoot erover denkt. Mijn vader was nog maagd, mijn moeder vond het niet erg dat dienstmeisjes hem na zijn eerste natte droom iedere dag een paar keer hadden laten lozen, dan wist tenminste één van hun tweeën een beetje hoe het moest. Van Vivian, Simone en Renee weten jullie hoe ze over zichzelf en Dave en mij dachten. We zijn allemaal blij hoe de jeugd het bij het meertje doet. Er valt niet veel te verleiden, alles gebeurt open en bloot en nogal onder controle. Een vrijwillige, mooier kan het niet. En omdat ze af en toe lekker lozen kunnen of gevingerd worden is het is jaren vol te houden om met het overige te wachten tot in de huwelijksnacht. Tja, Maureen, het kan raar lopen.’
‘Wat je zei, John heeft het niet zelf gezocht. Ik kan me ook wel voorstellen dat jongens moeilijker kunnen weigeren dan meiden. Ze hebben allemaal al vaker geloosd en willen dat graag in zo’n lekker warm holletje doen. Dat is wat anders dan een paal in je geduwd krijgen en bereden worden. Als dat de eerste keer goed gebeurt is natuurlijk ook het hek van de dam. Ik zat er niet zo mee omdat hij het op tijd verteld had, zo eerlijk was geweest. En hij kon het heel goed. Hij deed niet geroutineerd maar heel lief. Vooral de eerste keer. En ik was al gauw beter dat die twee meiden opgeteld, zei hij.’
Ze grinnikten.
‘Nadat Simone en ik hoorden dat Ian erachter gekomen was dat Francis niet door had mogen leren maar alsnog voor lerares ging studeren, zeiden we, wat zit er veel leed verscholen en wat komt er veel moois naar boven. Je snapt wel dat we van jou niet zo’n wild verleden verwacht hadden, John.’
‘Nou, ik van jou ook niet, toen ik kwam solliciteren.’
Ze grinnikten weer.
‘De eerste keer bij het meertje had je toch wat moeite om je bloot te laten zien.’
‘Vóór die vakantie had ik willen wachten tot mijn huwelijksnacht, daarna helemaal. Het hoorde dán pas, met één meisje. Ik heb Maureen toch heel graag daarvóór ontmaagd, ze had helemaal gelijk, een papiertje was overbodig. We hielden meer dan genoeg van elkaar en zouden bij elkaar blijven. Zowel Maureen als ik zijn wel eens benaderd voor eh meer dan oppervlakkige contacten, dat hebben we elkaar verteld. Maar dat wilden we niet, we wilden alleen elkaar. Tja, dat bij het meertje was een andere benadering, Tamara. Een heel natuurlijke, met duidelijke grenzen. Vrij kijken, overal een beetje aanzitten maar meer niet. En met elkaar meegenieten. Daarom, en omdat jij en Maureen al helemaal bloot waren, durfde ik me ook te laten zien. Zelfs met een erectie. En te laten zien dat Maureen me liet lozen. Enzovoorts.’
‘Tja. Ga je mee, Thomas?’
Thomas keek verbaasd, maar stond op en liep achter Tamara aan. De tuin door, het hekje uit en links af, tot ze uit het zicht verdwenen.
‘Wat gaan die doen?’
‘Ze wil hem vast iets vertellen wat ons niet aangaat. Als ze terugkomen zal ze ons er vast toch wel iets over vertellen.’
Ze praatten door, over de mooie renovatie, tot Tamara en Thomas terugkwamen, even douchten en weer op hun stretchers gingen liggen.
‘Ik kan me niet voorstellen dat je van een wandelingetje in de tuin zo vies wordt dat je moet douchen. En Thomas heeft vast niet zo’n kleintje gekregen van de buitenlucht. Jullie liepen natuurlijk wel wat risico om gezien te worden.’
‘Ik zag dat Thomas er niet zo prettig bijzat en ik had ook ergens zin in gekregen. We hebben gewandeld van het hekje tot de hoek van de coniferen, toen naar het huis toe. In de hoek hebben we gevreeën, op de grond. Weinig kans dat iemand ons daar ziet, Francis. Maar vandaar het douchen.’
‘Ik zou wel eens willen zien hoe hij wolk voor wolk in het water loost. Bij het meertje, natuurlijk.’
‘Het is veel mooier om te zien hoe hij óver het water spuit, hè, Maureen? Maar voorlopig niet.’
‘Je hebt een keer gezegd, ik kan per dag wel een keer missen. Van de zes of zo.’
‘Toen wel, maar nu voorlopig niet. De anderen weten het al, ik ben met de pil gestopt. Die wolken zouden speelkameraadjes voor de kleinkinderen en Crystal en Johnny geworden kunnen zijn. En voor andere kinderen, natuurlijk.’
‘Fijn, Tamara, Thomas. Ja, ja, andere kinderen. Nou, Ian en ik wachten er nog mee. Maar jij zit er ook niet zo prettig bij, hè, Ian? Ga je ook even mee?’
‘Maureen en ik mogen wel een meter of twee naast jullie liggen, hè? Van die praatjes ga ik ook niet makkelijker zitten. Dan kunnen we met elkaar meegenieten.’
‘O. Wel ja. En de anderen?’
‘Wacht even. Ik wil boven gaan rusten. Gaan jullie maar in de tuin spelen.’
Mark vertrok, de anderen bleven rustig zitten tot hij zijn badjas aangetrokken had en de deur uit was.
‘Hij zal het toch niet vervelend vinden, Mike?’
‘Het is moeilijk in te schatten hoe paps zich voelt, Francis. We weten het alleen zeker als hij het zelf vertelt, zoals hij soms doet. Aan de hand van wat hij nu zei gok ik, dat hij liever rustig na gaat liggen denken over wat hij allemaal zelf gedaan heeft dan naar vier amateurstellen kijken. Want zo snel zal je het niet opnieuw lukken, hè, Thomas?’
‘Nee, helaas. Ja, bij hem vergeleken zijn zeker we amateurs. Ik zou graag meedoen, voor de gezelligheid. Maar Tamara wil vast bij me komen liggen om samen van jullie spelen te genieten.’
‘Prima. Nou, op het gras zal het vast prettiger zijn dan in een hoek van de tuin. Zin, meiden?’
Die zeiden niets maar gingen in de tuin op het gras liggen, niet te dicht bij elkaar. Tamara kroop bij Thomas op zijn stretcher. Ze streelden elkaar een beetje terwijl ze toekeken hoe de jongens bij de meiden gingen liggen en verschillend begonnen. Maar uiteindelijk verdwenen vier stijven in vier gleuven. En na een tijdje werd er op acht verschillende manieren gekreund, waarna ze naast elkaar uit gingen liggen hijgen.
‘Wat gezellig. Ik snap niet waarom het altijd zo stiekem moet.’
‘Valse schaamte, Maureen. Zelfs niets bloots laten zien. Terwijl het in zwembaden in zwemkleding al niet veel scheelt. De jeugd in het dorp weet al beter. Ook dat ze niet allemaal even mooi zijn, maar daar kan niemand wat aan doen, en na een tijdje valt het geeneens meer op, als het gezellig is. En als je elkaar aardig vindt maakt het ook niet uit of wat je streelt wat groter of kleiner is, als je het allebei maar prettig vindt. En waarom zou je niet gewoon laten zien, dat wanneer je het fijnste met elkaar doet, dat je er zo van geniet. Niet dat ik dat vroeger dacht, maar ik ben er gelukkig op tijd achter gekomen. Was even wennen.’
‘Dat zal best. Wat was het moeilijkste, Thomas?’
‘Niet om me voor Tamara helemaal uitkleden, dat deed ik graag. Al was ik gespannen hoe ze zo’n paal zou vinden. Nee, die eerste keer hier. We begonnen in badjas. Maar al gauw kwam Simone naast me op mijn stretcher zitten. Ik moest maar aan haar gaan zitten om te wennen. Nou, eerst over haar badjas, toen eronder. Ik dacht dat ik leeg was, maar van die grote borsten kreeg ik een erge stijve. Daarna moest ik bij Simone aan haar doos voelen, met die grote bos haar erop. Ik had moeite om haar gleuf te vinden. Toen het mijn beurt was durfde ik hem niet te laten zien, maar Tamara en Simone haalden me over. Het was een hele opluchting dat zij hem ook mooi vond. En dat ik net zo’n grote had als Mark kon krijgen. Toen pakte ze me bij mijn ballen. Ik dacht dat ik het niet meer hield, maar ze voelde dat ik van die grote had. Tijdens het praten daarover hield ze haar hand stil en kon ik het uithouden. Eh zal ik de rest vertellen, Tamara?’
‘Ja, doe maar.’
Wie er nog op het gras lag ging weer op zijn of haar stretcher liggen om het verhaal te horen.
‘Meer hebben we jullie niet verteld, maar herinneren jullie, dat Simone een keer gezegd heeft, dat ze moest denken aan een man op schoot die voor baby speelt?’
‘Oei. Ja, met zijn paal omhoog. Heb je zo bij haar gelegen?’
‘Ja. En gedaan of ik borstvoeding kreeg, aan haar borsten gesabbeld en gezogen. Terwijl zij met mijn spullen speelde. Toen zei ik dat ik het niet meer hield. Simone vond het oneerlijk om er niets aan te doen, na overleg met Tamara heeft ze doorgestreeld en Tamara het in haar mond opgevangen. We hebben dat nooit herhaald, verder alleen in het water een beetje gespeeld.’
‘Dat was toen wel zo eerlijk. De eerste keer bloot met Tamara kwam je spontaan, hè?’
‘Ja. Ik zei net al, ik kleedde me graag voor haar uit. Eindelijk zouden we elkaar helemaal zien. In de badkamer, want ik had gezegd dat ik over zou kunnen lopen van haar helemaal bloot zien. Sowieso, ze zou het eerste meisje zijn dat ik bloot zag. Ik dacht het op te tijd aan te voelen komen en me dan minstens opzij te kunnen draaien. Misschien de toiletpot of de wastafel halen. Ze stond voor me. Bijna net zo als in badpak. Maar nu zag ik haar blote borsten. En haar tepels. En in plaats van een bolling in haar broekje haartjes. Meer nog niet, we stonden dicht bij elkaar. Tamara wist ook niet hoe ze het had, denk ik, ze keek met grote ogen naar mijn stijve. Ik had niet zo’n erg hoge druk. Ik dacht daar geeneens aan, ik stond alleen ontzettend van haar lijf te genieten. Tja, toen pakte ze mijn handen en legde die op haar borsten. Zo warm en zacht in mijn handen. En ik voelde haar tepels in mijn handpalmen. Ik voelde een krampje, maar vóór ik iets kon zeggen of doen kwam de tweede en spoot ik een straal tegen haar buik, net onder haar borsten. Ik kon me niet verroeren. Ik spoot nog een keer of vijf op haar buik, grote klodders. Ze kreeg nog grotere ogen, bewoog ook niet, hield mijn handen vast. Na een tijdje zei ze, ik zal het nooit vergeten. Je vond me zo mooi, dat toen je me nét aanraakte je al klaarkwam. Daarna zijn we op bed gaan liggen, heeft ze kennisgemaakt met mijn spullen en ik met de hare.’
‘Fijn feestje, natuurlijk.’
‘Ja, enorm. Ze had ook niet willen scharrelen, steeds meer aan elkaar komen, eerst over dan onder kleding, maar gelijk alles uit. Nou, we konden alles zien en overal bij. Ik aarzelde om tussen haar benen te gaan voelen. Ze pakte mijn hand en legde die op haar doos. Thomas, zei ze, het is ook voor jou. Nu om eraan te komen, als we getrouwd zijn erin. Ik schrok nogal, ze was altijd zo schuchter. Ik wist wel dat ze zich, net als ik, altijd ingehouden had, behalve bij het kussen. Toen ik weer een stijve kreeg zei ze, daarnet was het vast voor jou ook onverwacht. Zullen we het hier langzaam doen? Ik vond het wat snel gaan, en ik dacht dat ik leeg moest zijn. Maar ze wilde zo graag. Tja, weiger dan maar eens. Ze haalde een handdoek en streelde me tot ik erop spoot. Een keer of vier. De eerste keer was mooier, maar dit was lekkerder, ik voelde het aankomen. En ze streelde geweldig. Ik vroeg, hoe kan je het zo goed? Toen schokte ze me weer. Ze zei, ik stelde me voor hoe je in mijn gleuf gestreeld zou worden. Als jij er je stijve in zou bewegen. Ga je de volgende keer drie keer spuiten?’
Ze grinnikten allemaal.
‘Nou, mocht ik doordraaien? Na zoiets moois?’
‘Ja, natuurlijk. Ik zei, niet overdrijven. Niet te vaak, anders wil ik meer, dat strelen ín je. Toen ik een beetje bijgekomen was vroeg ik of ik haar mocht verwennen. Ze aarzelde. Ik snapte het wel, ergens in komen is wat anders als ergens aan komen. Maar het mocht, want later wilde ze toch mijn stijve erin hebben, maar voorzichtig. Nou, dat zou ik toch wel gedaan hebben, ik vond het nogal een vooruitzicht, in haar zitten. Ik stelde me dus voor wat ik later met mijn stijve zou gaan doen. Enfin, ze kwam ook lekker klaar. En ik daarna steeds minder snel. Onze eerste keer ging geweldig, door het oefenen kwam ik niet te vroeg. Na onze ontmaagding konden we er even over praten, voordat we doorgingen en tegelijk kwamen.’
‘Wat mooi. We zijn allemaal anders begonnen. Ian en ik hebben het er het kortst over gedaan. Maar ja, we waren al wat ouder.’
‘En hadden meer ervaring.’
‘Ja, maar niet zo veel als Mark of John. Daarom wilde ik al gauw weten of Ian niet te klein was. Oei, zeker niet. Maar dat was niet de enige reden waarom ik hem wilde. We kenden elkaar al langer, van in het Dorpshuis, maar toen ik in het bestuur van de vereniging voor huurders kwam, waar hij voorzitter van was, sloeg ineens de vonk over. Jullie weten al dat hij me aan de studie geholpen heeft. En me erbij helpt. Thomas ook. Daardoor gaat het heel goed. Kan ik het naast de huishouding hier en die van ons thuis doen. Ian helpt daar natuurlijk ook. Volgend jaar ben ik klaar. Het schoolbestuur gaat zijn uiterste best doen om me dan een baan te geven. Dan zal ik mijn baan als hoofd van de huishouding hier op moeten geven, twee banen is te veel. Het zal me wel een beetje spijten, het was altijd zo fijn hier. Het werd nog fijner toen Mark en Simone kwamen.’
‘Het zonneterras.’
‘Ja, maar ook de sfeer. En die fijne nieuwe butler. Die op het zonneterras een rode kop kreeg als ik naar zijn pikkie keek, dan moest hij gauw een handdoek pakken.’
‘Ja, omdat mijn liefje nummer twee haar doos nogal uitgebreid liet zien.’
‘Dat deed Tamara ook.’
‘Nee, die bleef er iets eh netter bijzitten.’
‘Ja, goed, het was een beetje wraak dat je nooit aan me had willen zitten. Al snapte ik het wel, dat deed je bij Tamara ook niet. Oh, krijg je alweer een stijve? Ongelofelijk, wat snel.’
‘Ja, je zit weer niet netjes.’
‘Daar moet je toch tegen kunnen? Je hebt net vast gezien hoe de lange van Ian erin verdween.’
‘Ja, mooi. Toen afwisselend bijna en helemaal. Wat kreunde je leuk.’
‘Ja, het was weer lekker. Was het toen nog te vroeg om een stijve te krijgen?’
‘Ja, vast, anders had Tamara niet met een kleintje hoeven spelen, terwijl we keken. Mooi gezicht, de ene na de andere stijve een gleuf in. We hebben ook meegenoten toen jullie kreunend klaar kwamen.’
‘Ja, niet stiekem achter een heg.’
‘Wat zullen we doen, Tamara?’
‘Blijf maar liggen.’
Ze stond op en ging met haar benen uit elkaar op zijn bovenbenen zitten.
‘Mooi op tijd voor een aanloop.’
Ze pakte met één hand zijn ballen, met de andere streelde ze zijn groeiend pikkie over haar doos, zodra hij wat stijver werd een beetje in haar gleuf. Ze schoof wat omhoog, liet hem los en wachtte tot zijn stijve naar het plafond wees.
‘Hoger is helemaal niet nodig.’
Ze liet zich met schokjes op hem zakken tot hij helemaal binnen was.
‘En nu even wachten, hè, Francis? Hem dikker en langer voelen worden.’
‘Ja, tot ik stampvol zit.’
‘Ik gelukkig niet, er moet nog minstens een kubieke centimeter bij kunnen. Nou, ik kan niet langer wachten.’
Ze begon te wippen.
‘Oh, lekker. Voelt dat aan als melken, lekkere man?’
‘Nee, lekkere meid, als over mijn hele lijf strelen, met als centrum mijn stijve in je gleuf. Ohhhh, ik kom al.’
De anderen keken glimlachend toe hoe ze klaarkwamen.
‘Ongelofelijk, Thomas, je spoot een keer of vijf, hè?’
‘Ja, ze doet het ook zo lekker.’
‘En jij kwam bij zijn tweede spuit, hè?’
‘Ja, Silvia, afgezien van dat ik kon strelen hoe ik zelf wilde, ik vind het zo fijn om hem klaar te voelen komen.’
‘Ja, ook zonder dat je hem ziet spuiten is dat heel duidelijk. Die stijve butler gaat aardig te keer.’
Ze grinnikten allemaal. Tamara ging naast Thomas zitten.
‘Ik denk, omdat er bij hem zo veel komt, dat hij grotere krampen heeft dan de andere jongens. Wat denk je, Jamie?’
‘Niet alleen het aantal keren spuiten maakt verschil, ook hoeveel er per keer komt. Per keer veel is heerlijk, dan voel ik het duidelijk komen en gaan.’
‘Dan kreun je het hardst, hè?’
‘Ja. Jij toch ook, als je krampen wat groter zijn dan gemiddeld?’
‘Ja, die zijn niet iedere keer hetzelfde. Ik denk, dat het ligt aan hoe ik me voel en ik hem voel.’
‘Ik wil nog even terugkomen op hoe Mark zich voelt. Hij gunt het ons best, maar het lijkt me niet leuk dat hij eh nou ja, alleen is. Voor de tweede keer.’
‘Francis, en waarschijnlijk weten de anderen het ook niet, in het begin van onze kennismaking waren Mark en Simone blij dat ze weer eens fijn konden praten. Meestal alleen met mij, soms was Thomas erbij. Als hij er niet bij was vertelde ik hem later het meeste, dat mocht. Ze vertelden me natuurlijk ook over hoe ze elkaar ontmoet hadden en zo, ook over Renee. Daarbij heeft Mark verteld, dat zijn productie na het overlijden van Vivian helemaal gestopt was. Die kwam heel langzaam weer op gang, maar hij had voor hij Simone ontmoette nog geen natte droom in de week. Hij was ook niet geïnteresseerd om een nieuwe relatie te beginnen. Zo mooi als het met Vivian was geweest kon het toch nooit meer worden. Maar Simone raakte hem vanaf de eerste keer dat hij haar zag. Haar houding, haar manier van lopen, haar figuur, zei hij. Dat ze grote borsten had viel hem pas in tweede instantie op, het paste bij haar figuur, vond hij. Zodra ze bij hem in huis kwam wonen zat hij al snel weer op minstens één natte droom per week. Tot na een paar maanden.’
‘Toen stopte het toch niet? Anders waren Mike en ik er niet geweest.’
‘Ik dacht niet dat er iemand in zou stinken. Nee, zijn productie stopte niet, die nam alleen maar toe. Maar jij hebt op een gegeven moment toch Jamie ook de kans niet meer gegeven om een natte droom te krijgen?’
‘Oei. Nee, dat klopt natuurlijk. Maar pas toen we een jaar of achttien waren. Daarvoor hadden we elkaar al wel gestreeld, maar nooit te lang. Tijdens een keer douchen na het zwemmen reed hij met zijn stijve zo lekker in mijn bilnaad op en neer dat ik er eh heet van werd. Ik heb hem in mijn mond genomen. Toen hij zei dat ik moest stoppen hebben we even overlegd. Ik wilde hem graag zien komen en hij wilde graag lozen. Nou, we vonden dat we er oud genoeg voor waren en als we het niet te vaak deden we het nog wel een paar jaar uit konden houden. Ik heb hem verder met mijn handen gestreeld. Hij spoot me ook onder. Daarna heeft hij mij op bed laten komen. Maar af en toe doen we het nog, onder de douche. Als ik verder niets kan. Ik blijf het geweldig vinden, hem die klodders zien spuiten en ze op mijn buik terecht voelen komen. Wham, wham, wham.’
Ze grinnikten allemaal.
‘Het varieert inderdaad. Het aantal, het volume, de snelheid. Maakt mij allemaal niet uit, ik blijf het prachtig vinden. Het mooiste en lekkerste, voor ons allebei, blijft natuurlijk als hij na het lekkere strelen in me spuit.’
‘Ja. Zoals daarnet.’
‘Ja, en gezellig, met vlak naast ons meer gewip en gekreun. Mike en ik zijn een tweeling, maar daar is zelden iets van te merken. Alleen zijn we soms praktisch op hetzelfde moment ergens aan toe. Die keer ook. Bijna gelijktijdig, maar dan onder de douche in de kamer van Mike, heeft Aimee hem ook voor het eerst laten spuiten.’
‘Ja, wij hielden het ook niet meer. Ik heb gejankt, zo mooi vond ik het van hem. Ik kon niet wachten tot we op bed zouden liggen, vlak er achteraan, staande, heeft hij mij ook voor het eerst laten komen.’
‘Dat vergeet je nooit, hè? Hoe ging het bij jullie, Francis, Ian?’
‘Andersom. Dat wil zeggen, ik heb haar het eerst laten komen. Niet dat het de bedoeling was, het kwam zo uit. Ze stopte bij mij altijd ruim op tijd, ze had daar door haar scharrelen ervaring genoeg mee. Ik bij haar ook, maar na een maand, af en toe bloot op bed liggend, elkaar strelen schokte ze ineens. Ik stopte natuurlijk direct. Oei, lekker, zei ze. Na een tijdje vroeg ze, laat me nog eens zo lekker schokken? Ik zei, dat is een beetje klaarkomen, hè? Ze zei, amper iets, en één zo’n schokje vind ik voorlopig genoeg. Maar het werden er twee, voordat ik kon stoppen. Weer na een tijdje zei ze, Ian, als je niet wilt dat ik die lange van je in me stop, vinger me dan klaar, ik word gek van het gekriebel in mijn buik. Nou, die lange had er best zin in, maar ik heb het toch maar niet gedaan, ik vond het niet het moment ervoor, dat moest met een andere aanloop. Daarna huilde ze ook een beetje. Ze ging me woest kussen om me te bedanken. Het was verschrikkelijk fijner dan staande onder haar kleding bevoeld te worden. Toen kuste ze mijn stijve woest. En voor ik het wist spoot ik. Ze had hem net niet in haar mond, ik spoot haar gezicht onder en langs haar, het bed was een ravage. We hebben gedoucht en het bed verschoond. Ze ging met mijn kleintje spelen, tot die weer uitschoof. Ze zei, daarnet was onverwacht, hè? Daar heb je vast niet zo van genoten. Zal ik het nu zo lekker mogelijk proberen te doen, als je nog wat over hebt? Tja, ik had nog over en ze deed het geweldig.’
‘En die andere aanloop?’
‘In onze huwelijksnacht. In een luie stoel, met een handdoek erover, op onze slaapkamer. We wilden zien hoe voor het eerst mijn lange bij haar naar binnen ging. Ze zat met haar benen wijd op mijn schoot. Ontzettend mooi, toen mijn stijve haar gleuf opendrukte en er een stukje inging. We hebben het drie keer overgedaan. Toen verder, omstebeurt gaven we een stootje. Bij ééntje van haar zei ze au en schokte een paar keer. Met nog één stoot zat ik helemaal in haar. We hebben eerst gekust om onze ontmaagding te vieren. Daarna zijn we overnieuw begonnen, omdat dat laatste stuk te snel gegaan was. En toen gewipt tot we bijna tegelijk klaar kwamen. Tjonge, wat vond ik dat lekker, die warme gleuf helemaal, van het begin tot het eind, net niet te strak om mijn stijve. En diep in haar leeg te lopen. Daarna, zo gauw het kon, op bed, ik op haar. Dat duurde ook niet zo lang, zo stootte zelf bijna net zo vaak als ik. Ik had niet verwacht dat ze zo wild zou zijn.’
‘Nou!’
‘Dat was je. En zo strak om me heen, nog net geen gevoel dat ik gemolken werd, wel ontzettend lekker gestreeld. En zij genoot ook ontzettend. Ja, ja, dieper, ik wil hem helemaal, oh, lekkere, lange halen, enzovoort.’
Ze grinnikten.
‘Nou, ik vond het geweldig. Ik werd ontzettend gestreeld. En het idee, volgespoten te worden. En die krampen, waardoor ik nog beter voelde dat ik vol zat. De derde keer was bijna een marteling voor hem. De aanloop was lang, maar hij kreeg heel veel krampen. Waarschijnlijk werd er geprobeerd om er nog wat uit te krijgen, maar er was natuurlijk niet veel meer. Aan het eind was hij bijna bewusteloos, en ik voelde me bijna versleten, van die heftige stoten bij zijn krampen. Nou, die verschijnselen zijn inmiddels verschoven naar de vierde keer, maar na de derde keer vallen we meestal in slaap. Heerlijk.’
‘Dank jullie wel. Tja, enthousiaste laatbloeiers. Goed. Om het af te sluiten, ik denk, dat Mark nergens behoefte aan heeft, maar het helemaal niet erg vindt dat wij verder gaan met genieten.’
‘Zo keek hij wel. Tja, hij zal voorlopig niets willen, maar hij is toch pas zestig? Er trouwen er nog genoeg op die leeftijd, ook voor de tweede keer of nog vaker.’
‘Eenenzestig, toch, Silvia? Maar die anderen zijn meestal niet twee keer zo ontzettend gelukkig geweest. Een derde keer is erg onwaarschijnlijk.’
‘Ja, eenenzestig. Al zou het maar zijn om iemand gezellig om zich heen te hebben. Zoals het verhaal van mams en eh die jongen die ze op de boot ontmoette. Ze vonden elkaar aardig, meer niet. Maar ze waren graag bij elkaar en lieten elkaar lekker klaarkomen. Beter dan niets. Eh ik wist al vroeg dat paps en mams vaak vrijden. Dat ze dat gingen doen als we in de tuin zaten en mams naar binnen ging en paps er achteraan, met zijn stijve al recht vooruit. Vanaf dat ik een jaar of twaalf was stelde ik me voor hoe mams op bed zou liggen. Met haar grote borsten en die grote bos haar op haar doos. Dat paps op haar kwam liggen, met iedere hand een borst pakte en die grote dikke van hem tegen die bos haar duwde en hem er helemaal induwde. En dan erin en eruit schoof tot hij zijn sperma in haar spoot. Dat hoorde ook zo, vond ik, zo was ik ook gemaakt. Dan keek ik naar Mike en dacht, tja, als ik een vriendje krijg wordt het klein beginnen.’
Ze grinnikten helemaal.
‘Dat viel mee. Jamie en ik waren toen vijftien. En hij mocht een beetje stijve laten zien, meer niet, dan moest er een handdoek over. Nou, al heel wat beter dan zo’n klein jongenspikkie. Een jaar later vertelde Aimee, toen ze een keer met Mike van boven weer de tuin in kwam, dat ze Mike bekeken en bevoeld had. Dat ze blij was dat hij zo’n grote had. Relatief natuurlijk, ongeveer zoals paps op de helft, maar heel mooi. En hij had met haar borsten gespeeld en een beetje tussen haar benen. Tja, ze kende Mike een jaar langer dan ik Jamie. Ik wilde toen die van Jamie zien, maar ik wilde me laten verrassen, hem niet groter zien worden. Toen ik mocht kijken schrok ik me wezenloos. Wat langer maar veel dikker dan ik verwachtte. We speelden ook wat, toen wilde ik die mooie grote in mijn mond. Heel fijn, tot hij kreunde. Ik schrok weer, ik had er niet aan gedacht, voor klaarkomen vond ik ons nog te jong. Ik vertelde het in de tuin. Ze stelden me gerust, we moesten ons niet haasten, maar als we ergens aan toe waren moest dat kunnen, als we het samen eens waren. Tijdens het eten zei paps, Aimee, je eet niet veel. Nee, zei ze, Silvia en ik zijn allebei nog onder de indruk van wat we vandaag eerder in onze mond gehad hebben. Ze had het ook gedaan, maar voorzichtig, ze was gewaarschuwd. Twee jaar later, op onze achttiende, zei mams ‘s avonds onder het eten, wat is dat grut rustig, hè? Nou, zei paps, grut is het niet meer. Ze zitten zo lief naar elkaar te kijken, die hebben zonet boven vast geen tikkertje gespeeld. Nee, zei mams, ze kijken net als jij nadat je. Oei. Toen heb ik verteld dat ik Jamie onder de douche voor het eerst had laten komen. Ik Mike ook, zei Aimee. Lachen, wéér op dezelfde dag. En dat Jamie mij ook voor het eerst had laten komen. Mike mij ook, zei Aimee. Twee jaar later zijn we op dezelfde dag getrouwd. En daarna thuis praktisch op hetzelfde moment ontmaagd. Terwijl in de derde slaapkamer paps en mams een herhalingsoefening hielden. Ze waren eerder beneden dan wij, wij deden het twee keer. ‘s Avonds na het eten gingen we weer naar boven, paps en mams ook weer. We waren daar niet verbaasd over, we wisten wel dat ze het vaak deden. Tja, erfelijk. En besmettelijk, Aimee en Jamie willen ook vaak. En we hebben hier altijd de tussendeuren open. We steken elkaar aan. Als ik Mike met een stijve rond zie lopen, of op Aimee duiken, wil ik die van Jamie ook op één of andere manier voelen. En Jamie hoeft ook weinig te zien of te horen om mij te pakken. Wij zijn ongeveer even vaak de eersten die beginnen. Als de jongens geen pauze nodig hadden kwamen we niet veel uit bed.’
‘Tja, Thomas heeft een volledige werkweek, soms ‘s avonds of in het weekend. Ik doe mijn werk in die tijden, om het maximum eruit te halen. Ik bedoel, qua aantal keren. Verder heb ik het al opgegeven hem leeg te krijgen. Als hij weer kan is het minimum drie keer spuiten. Maar eh, Mark zal de eerste vier, vijf jaar weer nergens aan toe zijn. Hij zal trouwens niet gauw iemand van zijn niveau tegen het lijf lopen. Hij geeft niets om rangen en standen, maar hij moet er natuurlijk wel mee kunnen praten. Ze mag best een stuk jonger zijn, hij kijkt ook graag naar ons.’
‘Van mijn part is ze achttien, we hoeven toch geen mams te zeggen. Maar liever minstens van onze leeftijd.’
‘Tegen die tijd zal ik mijn ogen voor hem open houden. Maar de enkele alleenstaande vrouw die op de camping komt heeft altijd een paar kinderen. Ik complimenteer ze altijd, dat ze het in hun eentje doen voor de kinderen. Dan hoor ik altijd dat familie of kennissen van hun de camping aanbevolen heeft, omdat kleine kinderen er zo fijn met elkaar kunnen spelen, in het zand, een beetje in het water, en goed in de gaten gehouden kunnen worden. Ze vinden het wel jammer, maar ze weten van tevoren dat er zelden of nooit alleenstaande heren komen. Al was het maar voor een proefritje, ‘s avonds laat bij het meertje. Paps zou het waarschijnlijk niet erg vinden als het een gescheiden vrouw of een weduwe zou zijn, als ze maar aardig was. Hij eh heeft zijn maagd al gehad.’
‘Ja, dat vond hij wel fijn. Onverdiend, zei hij, hij was het zelf op z’n zestiende niet meer.’
‘Nee, maar niet vrijwillig. Nou, toekomstmuziek, voor paps. Hopelijk, ik gun hem het mooiste wat er is.’
‘Wij allemaal. Zullen we opstappen?’
Ze gingen allemaal glimlachend naar huis.


‘Ik kom zomaar even binnenlopen, Mark. Voor de verandering op een middag. Thomas regelt thee voor me, koffieleut. Ik heb eigenlijk niets.’
‘Daar zal Thomas het niet mee eens zijn. Hoe is het verder gegaan, in het zwembad?’
‘Heel gezellig. Ze hebben op het gras gevreeën. De kinderen vertelden dat ze de tussendeuren altijd open hebben staan, ze steken elkaar aan. Goed dat die jongens een maximum hebben, zeiden de meiden, anders kwamen ze het bed niet meer uit. En ik word gered doordat Thomas moet werken.’
‘Hij doet het met plezier. Alles loopt gesmeerd. Nu je hier toch bent, we hebben het erover gehad om Ralph een keer uit te nodigen. Hij zal best willen, maar het is natuurlijk wat voor hem, zo’n reis.’
‘Als je vraagt hoelang hij wil komen, en wanneer, kan je hem toch een ticket sturen, en instructies? Hij is vast in staat om zich op tijd op het vliegveld te melden. En hier wordt hij natuurlijk afgehaald.’
‘Ja. Bel hem maar. Ik heb hier het nummer al, van het cafetaria.’
‘Hoe kom je daaraan?’
‘Even nagevraagd, bij de administratie van het ziekenhuis. Dat nummer had ik nog.’
‘Goed. Waarom bel je zelf niet?’
‘Ik denk dat hij met jou wat makkelijker praat dan met mij.’
‘Goed. Wanneer? Hoe lang?’
‘Een week lijkt me lang genoeg voor hem.’
‘Ja.’
Ze koos het lange nummer op de telefoon.
‘Met Tamara. Mag ik Ralph spreken? Hij weet wie Tamara is.’
‘Hallo, Ralph. Ken je me nog, Tamara, van de Wellingtensite en zo?’
‘Fijn. Mark zit hier naast me. Heb je een paspoort?’
‘Naar Canada geweest. Mooi. Kom je ons opzoeken?’
‘Ja, maar je hoeft niet te zwemmen. Mark betaalt je vliegticket.’
‘Mooi, maar hij nodigt jou uit.’
‘Fijn dat je niet moeilijk doet. Wacht dacht je van een week?’
‘Maandag tot en met vrijdag, prima. Volgende week?’
‘Waarom zouden we wachten? Als je geen vrij kan krijgen bel of mail je me even. Dan belt Mark even met de administratie, dan krijg je vast vrij. Je weet, dokters kunnen wat regelen.’
‘Nee, hij werkt daar niet meer, maar ze kennen hem nog. Hij kreeg zonder problemen je telefoonnummer van de administratie.’
‘Fijn, Ralph. Luister, het is te kort dag om je een vliegticket te sturen. Maar het kan ook anders. Wacht even. Mark, kan je regelen dat zijn ticket op het vliegveld in Boston klaarligt?’
Mark knikte.
‘Daar ben ik weer. Mark mailt je, zo gauw mogelijk, hoe laat je maandag op het vliegveld in Boston moet zijn.’
‘Je kan een taxi nemen. Als je zelf je vliegreis wilde betalen kan dat er wel af, hè?’
‘Mark mailt je ook bij welke vliegmaatschappij je moet zijn. Als je iemand die mail laat zien helpen ze je verder. Die vliegmaatschappij zet je op het juiste vliegtuig. In Londen wordt je bij de uitgang opgevangen en met een auto bij ons gebracht. Vrijdag brengen we je dan weer op tijd naar het vliegveld.’
‘Dat dacht ik ook. Dan zie je Mark en de kinderen weer eens. En hun kinderen. Dan kan je ook kennismaken met de anderen waarover ik in het krantje schrijf. En we laten je alles zien.’
‘Ja, dat wordt vast een fijne vakantie. Ga nu maar vrijvragen. Je kan me het beste mailen of het wel of niet gelukt is. Dat lukt vast, als je zegt dat je uitgenodigd bent door Graaf Wellingten om een week op zijn Manor in Engeland door te brengen.’
‘Fijn, Ralph. Hopelijk zien we je gauw. Dag.’
‘Je gaat ook goed met hem om.’
‘Jullie hebben genoeg over hem verteld. En ik had een paar van die klanten. Ook hartstikke aardig. Ik ga naar huis, wat werken. Zodra ik wat van Ralph hoor bel ik. Jij regelt de rest wel, hè? Ticket en afhalen?’
‘Ja, Tamara.’
‘Ik weet het, ik kom altijd met details. Waar kan hij slapen?’
‘Tja, als ik jou niet had voor de details? Eh, de kamers hier tegenover, drie stuks, worden het laatst in gebruik gegeven. Dan blijft het rustig op deze gang. Er zit ook een badkamertje in. Die worden wel normaal bijgehouden, maar ik zal Thomas vragen om er één een extra schoonmaakbeurt te laten geven. Dan slaapt Ralph niet te ver bij ons vandaan.
‘Prima, baas. Tot ziens.’







Zie voor het vervolg  ‘Verder zonder Simone’ deel 2

Klik hier om een ander verhaal te kiezen en/of een e-mail met commentaar te sturen.